Deel III
Wat is de zonde tegen de heilige geest?
In Marcus 3 zien we ook een voorbeeld parallel aan Mattheus, namelijk als Jezus een doofstomme geneest. De farizeeërs zeiden dat dit wonder van satan kwam om de mensen af te houden van het geloof in Jezus. In Marcus 3:28-30 zegt Jezus weer dat lastering van de heilige geest niet vergeven zal worden. Want de Farizeeërs hadden gezegd dat hij, Jezus een onzuivere geest had. Duidelijk ging het hier om een gecalculeerde aanval van de Farizeeërs tegen Jezus en niet om een impulsieve onhandige opmerking. De Farizeeërs wisten heel goed wie Jezus was. Nicodemus, een leidende Farizeeër had dit zelfs gezegd in Joh. 3:2. Ze voelden zich bedreigd in hun macht door Jezus. Maar deze waarschuwde hen dat ze zich niet alleen verzetten tegen god maar ook tegen de heilige geest ten aanzien van de bediening van god jegens hen. Vader in de hemel is de onzichtbare god. De zoon is de zichtbare manifestatie van god in menselijk vlees. De heilige geest is de activiteit en beweging van god naar de mensen toe. Het woord geest is in het engels spirit en komt van het Latijnse Spirare, wat ademen betekent. Het Griekse woord pneuma en het Hebreeuwse Ruahh schijnen van dezelfde stam te komen. De heilige geest is Gods adem, gods energiekracht waarmee hij zijn doel bereikt. De geest is meer kracht dan macht en wel een gerichte kracht van energie die op personen en dingen gericht wordt. Je kunt de geest ook zien als een invloed die beweging of verandering veroorzaakt. Je kunt kracht in een batterij opslaan maar de geest slaat meer op de kracht die vanuit de batterij stroomt richting iets. De heilige geest is dus een energiekracht. Het is Gods energie die op een mens wordt geprojecteerd. Zo maakte hij ook de aionen enn het heelal. Ten aanzien van dit begint staat er haarscherp dat de geest over de wateren zweefde, Gen. 1:2. Psalm 33:6 zegt duidelijk dat door het woord van de Here de hemelen gemaakt waren. En alles wat erop leefde door zijn adem. Een handwerkman gebruikt zijn handen om een stuk handwerk te bewerken maar god gebruikt zijn geest. Jezus zegt, ik werp geesten uit door de geest van god. Hij gebruikt de geest hier als zijn handen. Lucas maakt het nog bonter en zegt dat hij duivels uit zal werpen met de vinger van God. Geen twijfel mogelijk dat het koninkrijk van god op u is, lucas. 11;20. De heilige geest is werkzaam en de handeling van god is naar ons toe gericht.
Laten we nog eens wat nauwkeuriger naar de woorden van Jezus kijken. Hij zei dat alle lasteringen de mensen vergeven zullen worden. Dus stel dat je de onvergeeflijke zonde gisteren hebt begaan maar je bent vandaag bekeerd tot Jezus. Wat is dan het probleem? Dus was deden de Farizeeërs fout? Ze hadden een houding van een gecalculeerde afwijzing van gods activiteit jegens hen. Stefanus was later voor deze groep gebracht en hij zei hetzelfde als wat Jezus zei, namelijk dat ze stijfkoppig waren en altijd weer de heilige geest tegenwerkten, Hand. 7:51. Profeet na profeet had de komst van de messias aangekondigd en velen hadden zich erop voorbereid en waren zelfs bekeerd tot hem. Maar de farizeeërs niet. Ze haatten hem omdat hij hun werken boos noemde. Ze beraamden plannen om hem uit de weg te ruimen, zochten valse getuigen om hem gevangen te nemen en hem veroordeeld te krijgen. Zijn naam zou onder alle volkeren klinken te beginnen in Jeruzalem en toen de heilige geest in Petrus en Stefanus was en hen ertoe aanzette om Juda te bekeren, waren het weer de farizeeërs die hen tegenwerkten. Ze sloegen Stefanus en vervolgden de kerk. Daarom zei Jezus: het koninkrijk van god zal van u weg genomen worden en aan een volk worden gebracht dat wel vruchten oplevert, Mat. 21:43. Jeruzalem was in de tijd van Jezus de hub van het religieuze denken en het hoofdkwartier van Juda. Elke sabbat werd in de tempel uit de schrift gelezen over de komst van de messias. Ondanks al dit gelees, waren er slechts een paar mensen die het profetische woord geloofden. Tot Jezus kwam. Hij las voor:
En terwijl Hij de stad nadert* en waarneemt*, huilde* Hij over haar, zeggend: “Indien jij maar wist* in deze °dag, ook jij!, de dingen die tot vrede leiden! Maar nu werd het voor jouw ogen verborgen*. Want dagen zullen over jou komen en jouw °vijanden zullen een wal tegen jou opwerpen en zij zullen jou omsingelen en jou van iedere kant verdrukken. En zij zullen jou, en jouw °kinderen in jou, met de grond gelijk maken en zij zullen geen steen op steen laten, omdat jij niet de tijd van jouw °bezoeking wist*.” – Lucas 19:41-44.
Wat erg dat je de tijd niet herkent dat god je bezoekt op het moment dat hij je ook echt bezoekt. De Here kon dan ook niet veel anders dan een beetje tranen laten biggelen over het lot dat de stad te wachten stond. En dat omdat de inwoners de tijd niet herkend hadden. De machtige werken die Jezus begon, zullen worden voltooid door de andere Zonen die in zijn beeld worden geschapen. Dit is het geopenbaarde plan en het doel van God voor zijn generatie aan het einde van de aion. De schepping wacht in verzuchting op de openbaring van de Zonen van God. Laat ons nooit naar deze waarheden luisteren en ze opzij zetten alsof ze onbeduidend zijn. De hemelen zijn in beroering. God beweegt nu met zijn uitverkorenen op zoek naar anderen die zijn beeld zullen aannemen. Allen die Hem aannemen, zullen een nieuwe ervaring ontdekken in hun leven. Dit is de tijd van onze uitnodiging. De zonden die Jezus de zonde tegen de heilige geest noemt, is de zonde van lastering tegen de heilige geest / tegen de goddelijke activiteit en energiekracht van god gericht aan iemand in Zijn dag waarop hij ons bezoekt. Het gaat om iets veel groters dan om zomaar een verkeerd woord te spreken tegen de Vader in de hemel of tegen zijn Zoon op aarde. Grote massa´s lasteren vandaag god en zijn zoon. Maar de Farizeeèrs gingen een paar stappen verder. Zij verzonnen tal van valse aanklachten tegen hem en organiseerden zijn kruisiging door de Romeinen te manipuleren. Maar was dit de onvergeeflijke zonde. Nee, nog steeds niet. Jezus zei, Vader vergeef hen, ze weten niet wat ze doen. De Romeinen die hem kruisigden zullen nooit geoordeeld worden voor het kruisigen van Jezus omdat ze vergeven waren. Het lasteren van de heilige geest gaat dieper dan dit. Het was het weerstaan van de Farizeers van Gods geestelijke kracht en hun afwijzende respons op Gods gratieuze actie waarmee hij middels de heilige geest hun harten beroerde.
*
Abraham versus zekerheid
Ik hoor de laatste tijd te vaak het woord zekerheid vallen. Abraham verliet huis en haard om het onbekende tegemoet te treden samen met god. Hij wist niet wat hem te wachten stond maar durfde het vreemde op te zoeken in de wetenschap dat hij in de hemel een beter en blijvend bezit had. Hebr. 10:34. Met betrekking tot zijn geloof zijn 3 zaken van belang: zijn roeping, zijn verblijf in een vreemd land en zijn beproeving waardoor hij zijn enige zoon wilde offeren. Wat het laatste betreft: waarom zo’n rare beproeving? Is god een sadist? Misschien wilde God hem laten zien dat hij kan geven en nemen. Dat een kind niet alleen dankzij hem op de wereld komt maar dat hij ook de dood ervan in handen heeft.
Abraham is stamvader van de volkeren maar het vreemde is dat hij geen geslachtsregister heeft. Deze geslachtsregisters hebben een bovennatuurlijk ontwerp. Er zijn er 14 in de bijbel waarvan 11 in Genesis, 1 in Numeri (H3, Aaron en Mozes), 1 in Ruth (H4:18) en 1 in Matt. De 11 geslachtsregisters van genesis verdelen het boek in 12 delen. Genesis bestaat dus uit 12 delen ipv. 50 hoofdstukken die de mens erin hebben aangebracht. De eerste 7 delen zijn:
Inleiding: Gen. 1:1-2,3
1. Geslachtsregister van hemel en aarde, Gen. 2:4-4, 26
2. Geslachtsregister van Adam, Gen. 5:1-6:8
3. Van Noach, Gen. 6:9
4. Van de zonen van Noach, Gen. 10:1.
5. van Sem, Gen. 11:10-26.
6. van Terach, Gen. 11:27.
Zoals Henoch de zevende was vanaf Adam, zo begint met Abraham het 7de deel van genesis. Via Stefanus staan in handelingen 7:2 nog wat details over de roeping van Abraham zoals dat genesis 12:1 niet het verslag is van de roeping vanuit Haran. God verscheen aan Abraham toen deze nog in Mesopotamië was voordat hij in Haran woonde. Abraham was in de eerste instantie een afgoden diennaar en werd dus zeker niet geroepen op grond van zijn eigen verdiensten. God verscheen aan hem aan de overzijde van de Eufraat. In Nehemia 9:7 staat dat God Abraham koos omdat hij dit zo wilde. Abraham werd niet geroepen omdat hij geloofde. Het was andersom: God riep hem en toen ging hij uit: Hand. 7:4. In Jozua 24:3 zegt god vergelijkbare dingen: Toen nam ik hem en deed hem wandelen. In Genesis 11:31 staat hoe dit in zijn werk ging. En terach nam Abram… In Jozua 24:3 zien we het verslag van Gods voornemen, in Hand. 7:4 lezen we het commentaar op Abrahams gehoorzaamheid door het geloof.
Voor Terach Abram meenam moet Abram hem verteld hebben van het visioen dat hij van God gekregen had, de god der heerlijkheid als contrast met zijn eigen afgoderij. En Terach moet hem geloofd hebben zodat hij uit Ur vertrok en Abram meenam op weg naar Haran. Maar Terach gaf zijn afgoden nog niet op. Gen. 31:19, 30. Terach is nooit verder gekomen van Haran. Gen. 11:31. Abram verliet vervolgens Haran om verder te trekken naar Kanaan (Gen. 12:5). Abram’s voorouders woonden in Haran, zijn nakomelingen in Egypte maar hijzelf verbleef in kanaan. In hand. 7:4 staat het verslag van het uitstel van 5 jaar in Haran. Eerst gehoorzaamde Abram god niet volledig maar de dood van zijn vader maakte daar een einde aan. In Hebr. 11:8 zijn beide roepingen (Gen. 11:31 en 12:1) samengebracht. Abraham gehoorzaamde nu. Dit is het typerende van zijn geloof. Het is de zelfde gehoorzaamheid als die van Israel toen het de Rode Zee overstak. Bij Abraham was het bijzonder omdat god hem niet precies had gezegd waarheen hij moest gaan. Later hoorde hij dat zijn nageslacht eerst 400 jaar in een vreemd land zou dwalen alvorens het beloofde land in te trekken. Abrahams geloof wordt in hebr. 11 benadrukt met de woorden, “en hij is uitgegaan. Het Griekse Kai neemt hier een bijzondere plaats in. Het werkwoord uitgegaan is karakteristiek voor zijn gehoorzaamheid.
*
De onvergeeflijke zonde 2
In Marcus 3:28-29 staat nog een keer dat er zoiets is als een onvergeeflijke zonde. Het risico om de redding van christus af te wijzen van onze kant is anno 2012 veel groter dan 2000 jaar geleden. Wie snapt nu nog wat zonde is of houdt zich bezig met het woord verzoening? Om het nog erger te maken luisteren mensen die wel met gods woord bezig zijn eveneens naar de grootste misleidingen op het gebied van de bijbel. De kans om een onvergeeflijke zonde te begaan was nog nooit zo groot als nu. In Mat. 12:22-32 is Jezus aan het werk. Hij genas een man die een boze geest had. Hij was doofstom. Met 1 krachtig woord genas hij de man en joeg hij de boze geest weg. Hij herhaalde zijn woorden niet 100 keer, deed geen raar looppasje en zei ook geen rare formule. Nee, hij verjoeg de boze geest simpelweg. De massa die hem zag zei maar 1 ding; is dit niet de Zoon van David? Toen de Farizeeën dit hoorden waren ze woedend. Ze zagen hoe de massa’s die nooit een bladzijde uit de geschriften gelezen hadden werden vervuld van de profetieën van Jesaja 35:5,
“de ogen van de blinden zullen open gaan.”
Ze vroegen zich af, “wat kunnen we doen? De wereld loopt hem achterna in plaats van ons.”
Blijkbaar vond Jezus het nodig dat de Farizeeërs dit zagen en dat ze geconfronteerd werden met een demonstratie van bovennatuurlijke krachten. En dus hadden de Farizeeërs nog maar 1 truc over om het volk terug te winnen: ze konden het volk wijsmaken dat deze wonderen geschiedden door de kracht van satan in plaats van god. Deze beschuldiging was zo erg dat eerst werd gezegd dat Jezus hun gedachten kon lezen, Mat. 12:25-28. Hij richt zich direct tot deze schriftgeleerden die meenden dat de wonderen van satan kwamen.
“Daarom zeg Ik dit tot jullie: iedere zonde en godslastering zal vergeven worden aan de mensen, doch de lastering van de geest zal niet vergeven worden. En wie ook een woord zal zeggen* tegen de Zoon van de mens, het zal hem vergeven worden, doch wie zal spreken* tegen de geest, de heilige, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze °aion, noch in de toekomende.
*
Het verborgen mysterie van het evangelie naar Paulus
Jezus leerde dat er zonden waren die niet vergeven konden worden in zijn eeuw van de wet en in de volgende eeuw van de kerk. Lastering van de heilige geest was zo’n zonde. Indien iemand zijn *broeder zou waarnemen*, een zonde zondigend niet tot de dood, zal hij vragen en Hij zal leven geven aan hem die zondigt niet tot de dood. Er is een zonde tot de dood. Ik zeg niet dat hij over dat moet vragen*. – 1 Joh. 5:16
Jezus leerde ook: als je de overtredingen van anderen niet vergeeft, dan zal je Vader in de hemel jou ook niet vergeven. In Mat. 6:15 zegt Jezus dat anderen niet vergeven evenals de heilige geest lasteren onvergeeflijk is. Hij zei ook dat vreemdgaan niet zou worden vergeven en een andere vrouw begeren hetzelfde was als vreemdgaan. Iemand anders dwaas noemen was net zo’n zonde.
Jezus zei: ik ben niet gekomen om de wet of de profeten te vernietigen maar om deze te vervullen. Mat. 5:17-19.
Onder de wet van Mozes was er een groot aantal zonden dat niet vergeven kon worden. Zie Lev. 18:29, Jezus plaatste deze zonden tegen de wet van Mozes. De leer van redding van de apostelen en van de vergeving van zonden in de kerk van Jeruzalem had beperkingen net zoals de wet ze had. De apostelen gingen heen en leerden wat jezus hen verteld had, Hand. 21:20, 1 Joh. 2:3, 4. De apostelen wisten niet beter of er waren nogal wat zonden die god niet zou vergeven. En toen ze geloofden, wisten ze niet beter of ze zouden worden afgesneden van de redding en hun namen zouden worden uitgegumd als ze deze zonden begingen. 2 Pet. 2:20-22, 1 Joh..5:16, Ope. 3:5. Maar apart van de Jeruzalemkerk, zou Jezus ene Saulus van tarsus gebruiken om alle leerstellingen weer fijn te stampen. De Here veranderde Saulus dusdanig dat deze de grootste getuige werd voor Jezus die er ooit bekend was. Saulus veranderde in Paulus, 1 tim. 6:16. Jezus zei, Saulus, waarom vervolg je mij? Nadat Jezus hem had verteld wie hij was, gaf hij hem instructies om naar Damascus te gaan naar een straat die recht heette. Hij zond tegelijk ook een discipel die Ananias heette en die handen op hem legde. Daar kreeg Saulus zijn gezichtsvermogen weer terug dat hij bij de ontmoeting was kwijt geraakt. En de schellen vielen van zijn ogen. Korte tijd daarna, trok Saulus de Arabische woestijn in waar hij een unieke openbaring kreeg van christus. Na Saulus’ verblijf in de woestijn, kwam Barnabas naar Tarsus en bracht hem naar de kerk in Antiochië, hand. 11:26.
Later stuurde de heilige geest Barnabas en Saulus kriskras door het Romeinse rijk. Saulus heette nu Paulus dat klein betekent. Zei hij niet dat hij de kleinste was van alle heiligen. Toen Barnabas en Saulus in Antiochië Pisidia arriveerden en naar de synagoge waren geweest, werd hen gevraagd of ze iets te melden hadden. deze mensen van de synagogen waren liberaler dan de meeste huidige kerkmensen. Paulus stond op en wapperde wat met zijn handen. Hij zei dat door deze man, Jezus Christus, aan u de vergeving van zonden was gegeven: Door hem zijn allen die geloven gerechtvaardigd van alle dingen, waardoor je niet door de wet gerechtvaardigd kon worden, hand. 13:38, 39. Tijdens deze boodschap sprak hij een voorname waarheid door de geest die tegen vergeving aanhing, welke de wet of Jezus niet verkondigd had. Het evangelie dat Christus aan Paulus onthulde, zegt dat Jezus stierf voor zonden zonder uitsluiting of uitzondering. En dus was er geen sprake meer van een onvergeeflijke zonde of zondaar. Hij onthulde aan Paulus dat christus stierf voor alle mensen. De wet vergaf mensen sommige zonden maar de wet rechtvaardigde hen niet. Jezus rechtvaardigt mannen van alle zonden.
Maar christus redt allen die tot hem komen, heb. 7:25. Hij herinnert de zonden van de zondaren niet meer. De wet was zwak door het vlees in die zin dat hij geen zonden kon rechtvaardigen. Rom. 8:3. Toen god het evangelie van genade aan Paulus gaf, had hij allen die jezus gevolgd hadden, achter zich gelaten. Paulus leerde niet alleen de redding van de mensheid maar ook de vergeving van alle zonden, ook van de onvergeeflijke zonden. Door het evangelie van genade naar Paulus kunnen voortaan alle zondaars gerechtvaardigd worden dankzij het verzoenende werk van Jezus op Golgota. De wet van Mozes kon dit niet. De kinderen van Israel onder het Oude Verbond konden pardon krijgen en de vergeving van zonden. Maar ze konden niet gerechtvaardigd worden zoals de kinderen van God onder het nieuwe verbond door het bloed van christus. Pas is het Griekse woord voor alles. Dit zegt ons dat christus alle zonden vergeeft, ongeacht welke. Hij vergeeft alle zonden die we begaan hebben in verleden, heden en die we nog zullen doen. In Romeinen 4:7, 8 borduurt Paulus voort op de inspiratie en openbaring van David: “Blij zijn zij van wie de wetteloosheid vergeven is*, en van wie de zonden bedekt* zijn. Blij de man aan wie de Heer geenszins zonde zal toerekenen.” En dan Kol. 2:13, Ook jullie, dood zijnde in de overtredingen en van de onbesnedenheid van jullie °vlees, maakt* Hij samen levend, samen met Hem, genadevol handelend* met al onze overtredingen.”
Het evangelie dat de 12 apostelen preekten was beperkt en had restricties, uitzonderingen en uitsluitingen. Het was de redding voor de joden, of de 12 stammen van Israel. God gaf Petrus een visioen en sprak 3 keer tot hem en stuurde hem weg om tot Cornelius en zijn huishouden te preken. Toen Petrus naar Caesarea was gekomen en Cornelius had ontmoet, zei hij: Ook jullie, dood zijnde in de overtredingen en van de onbesnedenheid van jullie °vlees, maakt* Hij samen levend, samen met Hem, genadevol handelend* met al onze overtredingen, Hand. 10:28. Petrus was tijdelijk overtuigd maar niet lang en Petrus trok zich terug uit hun gezelschap om alleen met de joden te eten. Dit was omdat Jacob sommigen van de ouderlingen van de kerk van Jeruzalem erop uit stuurde om Petrus te bespionneren. Maar toen confronteerde Paulus hem met dit rassengedoe. Galaten 2:11-14. Paulus zei: en met hem huichelden* de rest van de Joden, zodat ook Barnabas meegesleept* werd door hun huichelen.
*
Noach staat in de geloofslijn van Abel en henoch. Er kan geen wandel met god zijn, zonder vrede met god. Noachs geloof gaat weer een stap verder. Er kan geen getuigenis voor god zijn voor er een wandel met god is. Overeenstemming met god gaat altijd vooraf aan de wandel met god, Amos 3:3. En de wandel gaat vooraf aan de getuigenis voor god. Als van deze volgorde wordt afgeweken, zien we dat het desastreus uitpakt voor het woord van God. Noach had het geloof van Abel en Henoch. Maar hij had meer want hij was geroepen om god te vertrouwen in zaken die god tot nog toe voor zich had gehouden. In 2 Petrus 2:5 wordt hij de 8ste persoon genoemd, dat wijst op het karakter van zijn dagen. De dagen van Noach werd zelfs een vaste uitdrukking die Jezus gebruikte. Henoch was de 7de in de geslachtslijn vanaf Adam. Noach was de 8ste in nummerieke zin, namelijk van de 8 mensen die gered werden door de vloed heen. De keerzijde hiervan is dat er dus enorme mensenmenigten werden omgebracht door de vloed. Dit gegeven wordt niet voor niets vermeld in de bijbel, 1 Petrus 3:20 en 2 Petrus 2:5. Het is voor ons van groot belang om de tijd van Noach te overdenken. Zo ook moeten we overdenken dat enige tijd voor Noach een flink aantal engelen gevallen is vanaf zijn hoge positie. Ze worden zonen van god genoemd, Gen. 6:2; 4 Job 1:6; 2:138:7; Ps. 29:1; 89:7. Ze worden geesten genoemd (1 Petrus 3:19) en engelen (2 Petrus 2:4) en Judas 6.
Ergens in het verleden vielen deze engelen. Ze waren ongehoorzaam en hadden gezondigd. Ze hebben hun oorsprong niet bewaard mar deze juist verlaten. Het wezen van hun zonde wordt beschreven in Genesis 6 en 4 en in Judas 7 waar van Sodom en Gomorra gezegd wordt dat ze op gelijke wijze gezondigd hebben als deze engelen en ander vlees zijn nagegaan. Het woord ander is in het Grieks heteras. Deze engelen worden in de Tartarus bewaard waar ze met eeuwige banden gebonden zijn tot de dag des oordeels. (Judas 6 en 2 Petrus 2:4). Daarom wordt van hen gezegd dat ze nu in de gevangenis zijn. (1 Pet. 3:19). Ze waren angstaanjagend. Ze waren de werkelijkheid waaruit de Griekse mythologie later slechts een vage overlevering heeft bewaard. Die mythologie was niet een verzinsel van het menselijke brein; nee het was een overblijfsel van een oorspronkelijke waarheid die de grieken zelf niet helemaal snapten. Alleen de goddelijke openbaring geeft hier duidelijk zicht op. Deze afvallige engelen werden Nefilim genoemd. Het waren reuzen, qua grootte als qua slechtheid. De heilige geest noemt hen asebes, ongoddelijk, zonder God (2 Petrus 2:5 en Judas 15).
Wanneer werden deze engelen afvallig?
In Judas 14 lezen we van Henoch die profeteerde van het oordeel van God over de goddelozen. Maar we lezen niet dat het oordeel ook daadwerkelijk is uitgevoerd in zijn dagen. Henoch was weggenomen voordat het er kwam. Ook Noach kondigde de dreiging van dit komende oordeel aan. Hij predikte immers gerechtigheid (2 Pet. 2:5). Dit was geen goddelijke gerechtigheid geopenbaard in genade maar in toorn die van de hemel komt. Rom. 1:18 maakt dit immers bekend als het volgende aspect van gods rechtvaardigheid. Als de zondvloed het oordeel was waarvan henoch sprak dan heeft de afvalligheid van de engelen plaatsgevonden voor de dagen van henoch. Adam was een tijdgenoot van Henoch die daarna nog 56 jaar leefde voor zijn wegneming. En voor Adams dood werd hem geopenbaard dat hij nog 120 jaar zou leven. Gen. 6:3. Het is duidelijk dat God dit tot Adam had gezegd want er staan de woorden “ha Adam” wat op Adam slaat. Anders zouden de woorden terwijl hij ook vlees is geen zin hebben. Hij was dus 810 toen God dit tegen hem zei. De verwording in verband met de afvallige engelen zal dus enige tijd daarvoor begonnen zijn om zo verspreid te zijn in de dagen van Henoch. Adam was ook als de rest geworden want Noach was de enige met zijn familie die zich rein had gehouden, zonder smet en oprecht was. Gen. 6:9. De engelen zelf worden bewaard voor het oordeel van de grote dag maar hun nageslacht en de mensen moesten uit de weg worden geruimd. Dit kon alleen door een Zondvloed. Ps. 136:17-22 en Num. 21. Voor hun nageslacht, de Refaïm is er geen opstanding en ook geen oordeel. Hun naam betekent “overleden zijnde”. Jes. 26:19. Dit alles geeft ons inzicht in de dagen van noach en hoe het eraan toe ging in zijn tijd.
In het grieks staat er diasoodoo wat betekent, er veilig doorheen brengen. In Mat. 24:37-39 en Lucas 17:26 en 27 verwijst de Heer naar deze dagen en vebindt ze met de dagen van Loten Sodom en gomorrah die gelijk van karakter waren. Deze verbinding vinden we ook in 2 Petrus 2:6 en 9 en in Judas 7. Dit tweede binnendringen van de boze engelen kon niet lang voor de dagen van Lot hebben plaatsgevonden. De steden in de vlakte werden verwoest (Gen. 19) ongeveer 240 jaar na de zondvloed. De roeping van Abram vond dus slechts een paar jaar daarvoor plaats. Als je één en ander samenvoegt, zie je dat de roeping die de vorming van een nageslacht ten doel had, dat gebruikt werd om de volkeren van Kanaan te vernietigen. Vanaf Abrams roeping richt de vijandschap van satan zich dus op de vernietiging van Abrahams nageslacht opdat de belofte in gen. 3:15 verhinderd zou worden in vervulling te gaan en daarmee ook het dreigende oordeel over satan. Daarom kreeg Abraham meteen na zijn roeping al de eerste aanval te verduren (Gen. 12:10-20) en daarom werd Israel het voorwerp waarop satan zijn vijandschap ging richten. Ook toen Abraham Kanaan binnentrok om het in bezit te nemen, was satan hem voor.
*
De Griekse mythologie heeft enkele raakvlakken met het Nieuwe testament. Bijvoorbeeld de verwijzing naar de Tartarus in 2 Petrus 2:4. God spaarde de engelen niet toen ze zondigden maar wierp hen in de Tartarus en bond hen in de onderaardse schachten waar het eeuwig duister is (sirois zophou), in afwachting van hun oordeel. De aanklacht tegen deze gevallen engelen is dat ze seks hadden met vrouwen. Judas 6, 7. De Griekse mythen over de Titanen en Cycloopsen heeft veel overeenkomsten met de verhalen over de Nefilim en de Refaïm. Maar in 2 Petrus zien we een meer recente Hellenistische invloed op de Joodse legende. Volgens Hesiodes en andere Griekse schrijvers waren de Titanen de boze nakomelingen van Ouranios en Gaia (hemel en aarde). Aanvankelijke waren ze heer en meester in het heelal maar Zeus en de Olympische goden versloegen hen en wierpen ze in de Tartarus.
Illias 8:13-16 beschrijft de tartarus als een bodemloze put onder de Hades die doet denken aan de abyss van Openbaring. 2 Petrus 2-4 leunt op de joodse-hellenistische tradities die ook vertellen van de gevallen engelen die samen met de Titanen zondigden en in de Tartarus werden geworpen. 2 petrus 2:4 en Judas 6 leunen duidelijk op de 1 Henoch Apocalyps uit de eerste eeuw voor christus. Deze Apocalypse had als uitgangspunt de gevallen engelen traditie. Enoch is er duidelijk herkenbaar in.
2 Petrus 2:4: “Want indien God niet de zondigende* boodschappers spaart, maar hen in de duistere grotten van Tartarus werpt*, hen overgeeft* om vastgehouden te worden voor oordeel.”
1 Enoch 10:4-6: ” Bind Azazel met handen en voeten en werp hem in de duisternis. Bedek zijn gezicht opdat hij geen licht zal zien en opdat hij op de dag des oordeels in het vuur zal worden geworpen.
1 Enoch 10:11-12 : “Bind Semjaza en de anderen die bij hem zijn en seks hadden met de vrouwen, bind hen onder de grond, diep onder de rotsen voor vele generaties tot de dag des oordeels.
1 Enoch 20:1-2: “dit zijn de namen van de engelen die de rest van de engelen waken: Uriel, één van de heilige engelen die over de wereld en de Tartarus waakt.
Judas 6, En ook boodschappers, die niet de eigen soevereiniteit houden*, maar de eigen woonplaats verlaten*, heeft Hij in onwaarneembare banden gehouden, onder duisterheid, voor het oordelen van de grote dag.
1 Enoch 12:4: “Ga heen en maak mijn naam bekend aan de wachters van de hemel die de hoogste hemel hebben verlaten en seks hadden met vrouwen.
1 Enoch 15:3, 7: “waarom hebben jullie de hoogste hemel verlaten en hadden jullie seks met de vrouwen? Die vrouwen heb ik niet voor jullie gemaakt aangezien jullie in de hemel horen.
1 henoch leunt op de Griekse Tartarus tradities. 1 Henoch 18:11 wijst naar de gevangenis van de wachters als khasma mega “grote afgrond.” Dit is precies de beschrijving die Hesiodus gebruikt voor de gevangenis van de Titanen (cf. Hesiodus, Theogonie 729, 742, 806). Er zijn veel andere verbale parallellen tussen de beschrijving van Tartarus in de Theogonie en de kloof achtige gevangenis van de engelen in 1 henoch 18:11, 21:7-11 (= Theogonie 717-819). 2 Petrus 2:4 beschrijft de Tartarus als grotten van duisternis (sirois zophou), en de parallelle tekst in Judas 6 wijst naar engelen onder de duisternis (hupo zophon). Hetzelfde woord staat in 1 Henoch 17:2 dat naar de onderwereld wijst als een plaats van duisternis (zophode topos), en Zophos “duisternis” slaat ook op Tartarus in Hesiodus (Theogony, 729), die naar de titanen wijst onder de mistige duisternis (hupo zopho eeroenti), een zin die precies op Judas 6 lijkt. Zophos komt ook voor in zinnen als onderwereld en duisternis in de Odysseus 11.57, 155; 20.356; Illias 15.191; 21.56;
Er zijn veel overeenkomsten tussen de beschrijving van de Tartarus en de kloof waarin de Titanen en engelen zijn opgesloten. De Tartarus wordt telkens beschreven als spelonken van duisternis waar ook de engelen zijn onder de duisternis. De Joodse toevoeging aan de Griekse Titanen traditie is dat de engel Uriel de scepter zwaait over de Tartarus. In 1 Henoch 18:11 en 19:1-2 (ook 21:1-9), dient Uriël als de engel die over de gevangenis van de gevallen engelen gaat. En in het Sibylinne Orakel 2:228 is het Uriël die de Titanen en reuzen (nakomelingen van de wachters) uit de Hades leiden voor het oordeel. En (ook), dient Uriël als de engel die over de gevangenis van de gevallen engelen gaat. En in het Sibylinne Orakel 2:228 is het Uriël die de Titanen en reuzen (nakomelingen van de wachters) uit de Hades leiden voor het oordeel. De doden zullen op een enkele dag worden opgewekt. Vervolgens zal de engel Uriël de enorme grendels breken die van onbreekbaar staal zijn en de poorten van de Hades vormen. Hij zal de poorten wijd open zetten en de fantomen, Giganten en Titanen van vroeger naar hun oordeel leiden.
Uriël heeft ook de sleutel van de abyss (afgrond) en een grote ketting in zijn hand die satan bindt om hem na 1000 jaar weer vrij te laten. Uriël is de lichtengel die de poorten van de duisternis opent. Er is een andere connectie tot de Akkadische mythe in de legende van Tartarus en Uriël in 1 Henoch. In 1 Henoch 18:11-12 lezen we dat de kloof waar de wachters in verblijven een woestijnachtige locatie is. Azazel wordt in een kloof gegooid in de woestijn in Dudaël, 1 Henoch 10:4. Dit is geen geïsoleerde traditie. Beth-hadure (byt hdwr’) is de rotsachtige plaats waar de geit voor Azazel naartoe wordt gebracht. Beth Hadudu (byt chdwdw) is een rotsachtige wildernis.
*
Tartarus, War of the Worlds
Openbaring 9:13-21.
Diep onder onze voeten ver weg in de aarde ligt de Tartarus, een gevangenis waar op dit moment 200 miljoen demonische ruiters worden gevangen gehouden. Er is een grote chaos gaande, diep onder onze voeten. Deze ruiters en paarden zijn echt, ze zijn daar en het scenario dat erbij hoort doet denken aan de film War of the Worlds. Het zijn paarden met leeuwenkoppen en slangenstaarten en de ruiters hebben vrouwenhaar en demonische gezichten. Straks, na de wegrukking van de gemeente gaat de grond open en komt het leger naar buiten om een 3de van de mensheid uit te roeien. Met name de religieuzen.
(Ja, ook NA de wegrukking zullen er nog christenen zijn, hetzij christenen die dan pas tot bekering zijn gekomen ofwel vooral religieuze christenen.)
De 6de engel in de hemel zal de 4 engelen van de Eufraat loslaten die ieder met een leger op één van de wereldreligies afstormen. Net als met Noach moet de aarde schoon geveegd worden van smet en in dit geval van religies. De gemeente van christus die allang is opgebeamd, zal dan van bovenaf alles live kunnen meemaken. Net als de Olympische Spelen zien we straks wat er gebeuren gaat. We zitten dan naast Adam, Abraham, David en Petrus en Moeder Maria een hemelse Milkshake te drinken terwijl we de chaos op aarde zien. Conclusie: Diep onder onze voeten spookt het. Duivelse wezens zijn geketend in spelonken diep in de aarde en wachten al duizenden jaren op hun vrijlating. Dit zal spoedig gebeuren. SciFi komt tot leven. Letterlijk.
We kunnen dit niet geloven omdat we dit nooit hebben mee hebben gemaakt en denken dat de ons bekende wereld altijd zo zal blijven. 2 Petrus 3:4
*
Henoch wordt in Judas 14 de 7de Adam genoemd. Zeven is het getal van goddelijke volmaaktheid. Om die reden zou men het geloof van Henoch serieus moeten nemen. Het gaat hier om een aanvulling op het onderwijs dat we bij Abel zagen. Judas 14 gaat over profeteren wat alleen door de heilige geest kan. En zo is er een relatie tussen de geest en het getal 7. Henoch profeteerde in een tijd van geloofsafval. In de Hof van Eden waren geen profeten nodig maar zodra later de mensen van het pad afdwaalden van God, doken er profeten op. Bij de zondeval van Adam en Eva zien we de eerste profetie, namelijk over het komende zaad van de vrouw dat de gevolgen van de zonde en dood zou wegnemen. Het vermorzelen van de kop van de slang werd genoemd als oordeel van god. God stelde elk ambt vast behalve dat van de profeet. Profeten waren niet nodig zolang priesters het volk onderwezen over god. Weken ze af van het pad, dan kwam de profeet in actie. Dus het feit dat Henoch profeteerde was al een teken dat er geloofsafval en dwaling gaande was. Het feit dat hij met god wandelde, betekende dat anderen dit niet deden.
Tussen Abel en Henoch zien we geen profeten en is er een duistere periode. Hebreeën 11 geeft geen voorbeeld van het geloof van Enos. En dus zijn we er nog lang niet uit waar Genesis 4:26 over gaat. Dan Jonathan, hij is de kleinzoon van Mozes. In Richteren 20:28 staat dat zijn tijdgenoot en 2de neef Pinechas als kleinzoon van Aäron wordt genoemd. Jonathan komt niet voor in 1 Kronieken 23:15 en 16 en 26:24. De kinderen van Mozes waren Gersom en Eliëzer. Van de kinderen van Gersom was Sebuel het hoofd. Sebuel is een andere kleinzoon van Mozes OF hij is Jonathan zelf die later een andere naam aan nam. Sebuel betekent namelijk, hij keerde terug naar god. Jonathan was de eerste afgodenpriester in israel (Richt. 18:30) en noemde zich mogelijk na zijn bekering Sebuel. Ook Enos, kleinzoon van Adam was waarschijnlijk een afgodendiennaar. Waarschijnlijk begon vlak na hem een lange periode van afgoderij terwijl alle oude aartsvaders nog leefden afgezien van Adam. Henoch werd geboren in het jaar 622 vanaf het begin van deze wereld. Hij profeteerde slechts van de komst van de Here in oordeel. Niet voor niets want de afgoderij nam hand over hand toe. Als men al in de dagen van Enos de ware god had aangeroepen, dan was zo’n oordeel niet nodig geweest. Maar met Enos was er iets in gang gezet dat steeds verder escaleerde. Dusdanig dat God het nodig vond om Henoch in het leven te roepen en hem te laten profeteren. Judas 14 en 15. Telkens wordt het woord goddeloos herhaald. In de profetie van henoch ging het dus duidelijk om 1 ding. Nadat henoch opees weg was gezoefd, kwam die goddeloosheid weer snel op het toneel. Want een paar honderd jaar later kwam Noach op het toneel als preker der gerechtigheid.
Henoch geloofde. We zien een schets van zijn tijd en vooral van de tijd voor hem en tussen hem en Enos. En hoe kon Henoch toen al weten van een komend oordeel dat pas duizenden jaren later zou plaatsvinden. Hij wist het één en ander van Adam over het zaad van de vrouw. Maar de kennis die hij nu opeens had over een komend oordeel was wel heel bijzonder. Het was een komst in oordeel. Het unieke van Henoch is dat hij volgens Judas nog steeds preekt, tegen de goddelozen uit zijn eigen dagen maar ook uit de dagen van Judas en uit onze dagen. Er zijn 4 dingen die de nakomelingen van Kaïn samen binden: handel, muziek, oorlog en afgoderij. Het eindeloos muziek maken in de kerkdiensten kan hiertoe ook worden gerekend. Ten aanzien van henoch wordt er op 2 manieren gesproken, over zijn opname en de tijd voor zijn opname. Door geloof werd hij weg genomen en door geloof behaagde hij god in de tijd ervoor. In Gen. 5:21 staat niets over zijn geloof wel over dat hij wandelde met god wat hem verbindt met Abel. Zullen er 2 samen wandelen, Amos 3:3. Abel geloofde god met betrekking tot de wijze waarop je toegang krijgt tot hem. Henoch’s geloof ligt in het verlengde hiervan. Hebr. 11:6.
Het getal 2 in Amos 3:3 spreekt van verdeling of eenheid, vrede of oorlog, tegenstand of overeenstemming. De eerste keer dat het voorkomt, in Gen. 1:6 staat het in verband met scheiding en verdeling. Of in verband met de bevestiging van een testament uit de mond van 2 getuigen. Kain en Abel staan voor de eerste betekenis van verdeling; Abel en Henoch voor de laatste van eenheid. Er kan geen wandel met god zijn als er gen vrede met god is. En vrede met god geschiedt alleen door het door god aanvaarde offer. Rechtvaardiging komt voor vrede. Henoch had Abel’s geloof dat getuigde van zijn eenheid met god; en hij had Abel’s rechtvaardigheid op grond waarvan hij wandelde met god. Abel’s geloof toont de 1ste stap op de weg terug naar god. Maar nu op grond van de verlossing en niet op grond van de schepping. Henoch werd door god weg genomen uit geloof voor het oordeel plaats zou vinden. Zo worden wij ook weg genomen voor de grote verdrukking begint. Henoch was niet dood. Hij geloofde en geloof leidt niet tot de dood. Hij was gewoon weggenomen. Zoveel mensen geloven dat ze nog door de grote verdrukking zullen gaan maar dit is niet wat de bijbel zegt en Henoch is het bewijs dat ook wij tijdig zullen worden weg genomen van de aarde. Wie van Israel gingen niet in gods rust toen het aanbod van God daar was. Liever bleef men nog 40 jaar in de woestijn rond dolen. En dit vanwege ongeloof. Uiteindelijk ging men toch het beloofde land binnen maar dan wel door de Jordaan. Geloven we god wel en snappen wij zijn aanbod voor het aionische leven en de wegrukking voor de grote verdrukking dan betekent dit dat we een eenzaam leven leiden net als Henoch, Jozua en Kaleb.
*
Na de genadeboodschap van Paulus begint al direct de afval zoals Paulus deze noemt, namelijk van gelovigen die zijn boodschap niet snappen. En die dus terugvallen op het evangelie naar Johannes. Met Johannes kunnen ze nog alle kanten op omdat hij ook aan de joden in de diaspora schrijft. Dat er joden verspreid zijn onder de volkeren stemt overeen met hun roeping. Ze zullen tot een zegen zijn voor de volken waaronder zij verblijven. Het evangelie van Johannes is veel breder geöriënteerd dan bij de andere 3 evangelisten. Het is ook gericht aan de schapen die niet van deze stal zijn, Joh. 10:16. En toch gaat zijn evangelie over het koninkrijk van Israël. Het woord jood staat 70 keer in de geschriften van Johannes. Dat is bijna net zo vaak als in Handelingen. En 4 maal zoveel als bij Mattheus, Marcus en Lucas samen. Paulus noemt het woord jood 30 keer maar heeft het dan altijd over de jood en spreekt niet tot de jood. Paulus heeft het over gelovigen die zich van hem afkeren. Dat wil zeggen dat ze de genadeboodschap niet snappen en weer hun houvast zoeken bij Johannes. Ook nu nog, anno 2012 zijn er veel gelovigen die moeite hebben met de genadeboodschap.
Veel joden die met Pinksteren in jeruzalem waren kwam uit Azië, vooral uit het huidige Turkije. Merkwaardig is dat het Paulus verboden was door de heilige geest om het Woord te brengen in de provincie Azië in West Turkije. Hij kreeg een visioen waarin hem werd opgedragen om naar Macedonië en de Noordelijke oever van de Middellandse zee te trekken. Daar woonden niet veel joden en dus moest hij zijn genadeboodschap aan de heidenen brengen. Als we even teruggaan naar Johannes dan was Polycarpus een leerling van hem die zelf later leraar was van Irenaeus, de eerste van de katholieke patriarchen. Over Paulus vinden we bij de oude kerkvaders niets. Dat stemt overeen met de woorden van Paulus zelf dat allen hem verlaten hadden, 2 Tim. 1:15. De katholieken willen graag tastbaar fysiek houvast hebben en menen zelfs dat de voetafdrukken van Petrus in Rome te zien zijn. Zijn botten zouden onder de Sint Pieterskerk liggen. Men probeert geloof te baseren op materièle bewijzen. Dan is het gauw gezegd, geef mij het evangelie naar Johannes maar. Men ruilt onbewust de zekerheid van genade in voor het indien van werken. En dan werken met voorwaarden waaraan niemand kan voldoen. Ik zou de voorkeur geven aan de genadeboodschap naar Paulus boven het evangelie naar Johannes. Mijn eigen werken stellen bitter weinig voor.
*
Johannes heeft het over overwinnaars maar wat zouden de leden van het lichaam van christus moeten doen met de vruchten van de bomen van het leven die in Openbaring 2:7 genoemd worden. Wij zijn al ten midden van de hemelingen en gezegend met alle geestelijke zegeningen. Wat voegt een levensboom hieraan toe? Niets. Al ver voor de nieuwe aarde en hemel in zicht zijn, zijn wij levend gemaakt en wij hebben niets van doen met de 2de dood. Wij hebben geen belofte nodig dat we ooit een zuil zullen zijn in Gods tempel. De beloften van Jezus in het evangelie naar johannes klinken heel erg mooi en verregaand maar ze gaan lang niet ver genoeg voor de gelovigen van nu die al tussen de hemelingen zijn en rechtvaardig zijn verklaard om niet. Ook wij worden ter verantwoording geroepen voor de bema waar onze kwade werken worden weg gedragen en de goede behouden blijven. Maar het gaat hier wel om een erepodium en niet om een oordeel. Johannes schrijft in Openbaring aan de toekomstige gemeenten die er weer zullen zijn als het koninkrijk van God voor de deur staat. Ook zijn overige geschriften gaan over de toekomst. Dit geeft Johannes aan met de zin “ten laatste dage” hetgeen vaak foutief vertaald is met “ten jongste dage.” Joh. 6:39, 40, 44, 54; 7:37, 11:24; 12:48. Het gaat om de tijd rond de afsluiting van de aion, vlak voordat christus terugkomt.
Johannes slaat de dood over en zit opeens midden in het koninkrijk van god op aarde. Dan gaat hij in zijn betoog door naar de dag van god op de nieuwe aarde. Hij schrijft aan gemeenten die er nu nog niet zijn maar oordeelt hen al voor daden die ze nog niet begaan hebben. Hij zag Jezus op de troon zitten als heerser over alle volken. En hij zag zijn eigen evangelie van de Zoon van God tot waarheid worden ten tijde van de regering van de genade op de nieuwe aarde in de Dag van God. Maar Johannes kwam nooit in de 3de hemel zoals Paulus deze te zien kreeg. Wat Paulus schrijft staat geestelijk hoger dan wat de anderen schrijven voor israël. Maar Paulus gaat veel stappen verder. Petrus zien we niet meer na Handelingen 15 en Johannes verdwijnt ook uit beeld na Handelingen 8 terwijl Paulus in Handelingen 9 op het toneel verschijnt. De boodschap van Johannes viel ook zeker niet samen met de van Paulus. Maar in die tijd was er een apostelenconvent waarover in Hand. 15 gesproken wordt. Hier was Johannes ook aanwezig. Paulus zegt in Galaten 2 dat Johannes één van de plaatselijke zuilen van de gemeente in Jeruzalem was.
*
Johannes betekent, er zal genade zijn. Taalkundig wijst dit naar de toekomst. En dus zoeken we in zijn evangelie naar passages met een tijdsaanduiding. Zoals Johannes 6:47. Hier staat:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft eeuwig leven.
Maar allen tot wie Jezus sprak zijn overleden, inclusief jezus zelf die overigens weer is opgestaan uit de dood. Er staat zelfs letterlijk dat 2 leiders, Jakobus en Petrus moesten sterven. Hand. 12:2 en 2 Petrus 1:14. Taalkundig betekent het woord heeft niet altijd: op dit moment iets in bezit hebben. Slechts door dood en opstanding heen kan iemand eeuwig leven ontvangen, Joh. 6:54. In 1 Joh. 1:17 moeten we weer aan een voorwaarde voldoen om gerechtvaardigd te worden. Rechtvaardiging door geloof zonder werken zoals Paulus predikt komt bij Johannes niet voor. Zo zijn er in de bijbel 2 groepen te onderscheiden:
1. Israel met koninkrijksverwachting met een evangelie dat afhankelijk is van eigen gedrag en met de noodzaak van bekering zoals Jezus, Petrus en Johannes dit preekten.
2. het lichaam van christus dat in genade leeft met nadruk op uitverkiezing zoals Paulus dat nadrukkelijk stelt.
Het grote probleem is dat beide evangeliën in de praktijk door elkaar worden gehutst alsof me niet op 1 paard wil wedden. In het licht wandelen is niet hetzelfde als zonder zonde zijn. Johannes zegt hierover het volgende: als we onze zonden belijden zal Hij ze vergeven, 1 Joh. 1:9. Maar wie weet al zijn zonden en kan ze ook nog belijden? Vaak denken we zelf dat we goed bezig zijn. Dit dacht Saulus ook die christenen vermoordde en Kain dacht het ook met een offer aan god te brengen dat hij betrok van de vrucht van de bodem. Maar die bodem was nu juist vervloekt door god. Zonde bestaat niet alleen uit daden die iedereen als onrecht zou aanmerken maar ook uit tekort schieten en het derven van heerlijkheids god. Of bijvoorbeeld het zich toeëigenen van een waarheid die niet voor ons geldt. Johannes zegt dat Jezus ons vergeeft en een verzoening is voor onze zonden. Paulus zegt dat we al gerechtvaardigd zijn om niet. Het evangelie van het koninkrijk dat Johannes verkondigt laat ruimte over voor menselijk roemen. Bijvoorbeeld kunnen we zeggen: ik heb mijn zonden beleden, ik geloof, ik heb goede dingen gedaan. Leden van het lichaam van christus leven slechts uit geloof. En niet eens ons eigen geloof maar ons geloof in het geloof van christus.
*
Het evangelie van Johannes is populair bij evangelisatie. Maar Johannes komt steeds met beloften voor ons waar voorwaarden aan gebonden zijn. Dit betekent dat we hem feitelijk niet serieus nemen aangezien we aan die voorwaarden toch niet kunnen voldoen. De geloofszekerheid die we bij paulus aantreffen, ontbreekt bij Johannes geheel. In Johannes staat het voorbeeld van de zieke man die in Bethsaìda ligt te wachten op een wonder en een engel die naar beneden zou komen. Joh. 5:1-19. De hele zuilengang lag vol met zulke mensen en als er al een engel kwam, dan zou maar één iemand genezen worden. En waarschijnlijk was dit niet eens degene die er het slechtst aan toe was. Toen Jezus de verlamde man eindelijk na 38 jaar (!!!) genas, gaf Hij ons een evangelie dat toevertrouwd was aan Johannes met een duidelijke verwijzing naar de tijd waarin dit evangelie geactiveerd zal worden. Joh. 5:10 zegt dat die dag sabbat was. En de sabbat is een voorafschaduwing van het komende 1000 jarige rijk (4de aion). Dan zal de verlamming van Israel genezen worden. In het voorbeeld kreeg de verlamde niet het bevel om zich te bekeren. Hij hoefde slechts de matras op te pakken en gaan wandelen.
Petrus en johannes deden bij het begin van de verkondiging van het koninkrijk ook een dergelijk teken bij de schone poort. Maar de sabbat was nog niet aangebroken. Maar in het 1000 jarige rijk zullen de mensen de werken van de wet doen. De gelovigen van nu worden zonder die werken gered en gerechtvaardigd. En Jezus zei iets raars tegen die man: Zondig niet meer, opdat u niets ergers overkomt. Joh. 5:14. Zo’n advies was een dooddoener omdat de man die zojuist gered was, wellicht eerst even flink het beest wilde uithangen. Paulus zegt het juist anders: er is geen veroordeling meer voor hen die in christus jezus zijn. Rom. 8:1. Zie ook Efeze 2:8. Paulus heeft het hier duidelijk over het geloof dat niet uit uzelf is. Hij heeft zelf eerst een periode gekend van wandelen uit eigen kracht en pas daarna de periode van wandelen uit genade toen hij verblind was geraakt en niet op eigen kracht verder kon wandelen. Dat hij opdracht kreeg om naar Damascus te gaan was al een hint naar zijn geestelijke zegening voor de heidenvolkeren. Damascus lag immers buiten de landsgrenzen van Israel. Het voorrecht van de volken ligt in hun vereniging met christus buiten de priesterdienst van Israel. En ook buiten de wet om. In het evangelie naar Paulus is er een levende band tussen de gelovigen en hun Heer. Maar bij Johannes is er een wijnstok met vele ranken. Bij Paulus is er een menselijk lichaam met hoofd en ledematen. Israel was een winstok geworden waarvan de ranken geen vrucht droegen. De verdorde ranken worden zelfs verbrand. Joh. 15:1-8. Bij het lichaam van christus werkt het anders. De leden verbranden zelf niet maar na de wegrukking is er een erepodium, Bema geheten waar hun slechte werken verbranden. 1 Kor. 3:15.
Johannes zegt: wie in Mij niet blijft is buitengeworpen als de rank en is verdord, Joh. 15:6.
Hoeveel mensen leven niet in angst hiervoor. Kenden zij de boodschap van Paulus maar. Die zegt dat je gered bent uit genade. Johannes doet er nog een schep bovenop. Indien Gij in mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt u maar wat u wilt en het zal u gegeven worden. Afschuwelijk, steeds belooft Jezus wat maar alleen kunnen wij niet voldoen aan deze voorwaarden.
*
De uitbreiding van de dood
Leven is de energie waardoor het koninkrijk van God zichzelf uitbreidt. God maakte Jezus Heer over alle dingen maar op dit moment verbergt hij zijn soevereine status tot de tijd daar is. Het is niet aan ons om Hem tot onze Heer en christus te maken. Nee, het gaat andersom, Hij stapt in zijn uitgestippelde traject met ons en claimt ons terug als zijn bezit, wat we altijd al waren. Dit doet hij door zijn leven in een infuus in ons te brengen. Tegelijk is ons wereldsysteem vergroot en uitgebreid door de dood. De energie van de dood of hoe je het noemen wilt, is een destructieve energie. De dood wordt door de generaties heen door gegeven MAAR dit proces is wel parasitair aan de uitbreiding van het Leven. Elke keer als een nieuw leven is geboren, begint de dood zichzelf te vermeerderen, paradoxaal via dat leven. We leven ons leven. Maar hoe zit het met de dood. In Romeinen 6:10 staat iets wat hout snijdt:
“Die eens en voor altijd stierf aan de zonde, maar Die leeft; Hij leeft voor God.”
Jezus stierf een dood. Zoals leven geleefd is, zo sterft de dood. We leven het leven en sterven de dood. Hier wordt duidelijk gesproken van iemand die een dood sterft; Hij stierf een vreedzame dood of hij stierf een gruwelijke dood. De dood die aan alle mensen wordt door gegeven, is een dood die aldoor sterft. Het doel van dit kwade systeem is om de proces in stand te houden, te weten het sterven van de dood tegen de achtergrond van het leven van het leven. De dood zal zich uiteindelijk overgeven aan het leven. Deze garantie geeft Jezus ons door zijn opstanding. Hoewel het zo lijkt dat de dood het leven vernietigt, is het tegengestelde het geval, namelijk het leven vernietigt de dood. De dood die hij stierf, stierf hij voor onze zonden, voor eens en altijd. In zijn dood, is de dood tenslotte gestorven. De dood is een dood einde maar het leven gaat door. Jezus stierf de dood die de dood beëindigde maar gaat door door met eeuwig leven voor, met en door God ten behoeve van ons.
In onze communicatie met anderen is dit misschien ook merkbaar; welke energie speelt er tussen 2 mensen op een bepaald moment. Zonder vaag te worden; maar gaat een boodschap richting het leven van het leven of richting het sterven van de dood? Dit principe van de dood die parasiteert op het leven maar soms ook de boventoon energie voert, zie je terug in de gezondheidszorg. De medicinale wereld is één van de paradepaardjes van de moderne wetenschap. Maar als je dit systeem onder de loep legt, draait het erop uit dat mensen dankzij medicijnen langer in leven worden gehouden opdat de dood zich langer voort kan zeten in hun levens. Als je in de wachtkamer zit in het ziekenhuis en je ziet je lotgenoten hier ook zitten dan bekruipt het gevoel dat deze mensen niet leven maar stervende zijn en net genoeg in leven worden gehouden om hun sterven voort te laten duren. Heel kort door de bocht zijn ze geldkoeien voor de farmaceutische industrie die een eigen agenda heeft. We mogen dit medicinale hulp noemen maar zeker geen gezondheidzorg. In het mainstream gebeuren is slechts weinig echte gezondheidszorg zichtbaar. Deze is in de praktijk meer vervuild met het verwoesten van de gezondheid en de patient tegelijk niet dood te laten gaan. Ons kwaadaardige wereldsysteem wordt gedomineerd door de praktijk van medicijnen die de dood alleen maar meer gelegenheid geeft om zich verder uit te breiden. Sommige oude mensen zijn er geestelijk en lichamelijk goed aan toe. Ik kwam een keer een vrouw van 94 tegen in een zogenaamd Natuurvriendenhuis die nog de trap op kon en lange wandelingen maakte. De dood was zeker in haar werkzaam en veel machtiger dan voorheen nu ze de eindstreep naderde. Maar haar levensenergie was veel machtiger ook al liep ze tegen het einde van haar leven. Zo iemand kan ook zomaar opeens overlijden. Een gebroken heup kan al een aanleiding zijn maar dan nog is de energie van het leven dominant. De uiterlijke mens gaat voorbij maar de innerlijke mens wordt van dag tot dag vernieuwd. Op geen manier wil ik de indruk wekken dat zieke mensen een gebrek aan een geestelijk leven hebben. Het is juist zo dat christus zich openbaart in mensen die erg ziek zijn en niet meer op hun benen kunnen staan. Ik stippel alleen een principe uit, namelijk als leven en dood beiden voor je staan, kies dan voor het leven, maar ook als je ervaring van de dood dominant is in je bestaan, of dit nu geestelijk, emotioneel, ziels of fysiek is, weet dan dat christus de dood heeft overwonnen in de opstanding.
*
Gaan ongelovigen naar de hel?
Ik heb net de nieuwsbrief van Martin Zender gelezen. Hij is lang, in het engels en een beetje verwarrend. Maar ik pik er wat relevante dingen uit. Over de gelovigen ga ik het niet hebben, hun toekomst is bezegeld tussen de hemelse machten. Ik wil het nu over de ongelovigen hebben. Maar toch even – ook de posities van de gelovigen zullen straks van elkaar verschillen zoals alle sterren verschillend schitteren. Zo zullen ook bepaalde gelovigen met christus regeren en anderen minder of zelfs niet. Al zullen ze wel het aionische leven erven. Als god al onderscheid maakt ten aanzien van de gelovigen, zal hij dit zeker doen ten aanzien van de ongelovigen. In het boek Openbaring wordt gesproken van een boekrol waarin de rechtvaardigen staan opgetekend. Wie zijn dit? Ik neem aan dat dit de rechtvaardige ongelovigen zijn, de moeder Theresa’s, Mahatma Ghandi’s, de padvinders, de zieke ongelovigen met kanker die wel willen leven maar niet kunnen. De aardige buurvrouw die niet gelooft maar wel haar leven heeft opgeofferd voor haar kinderen. En ga zo maar door… Dit is een categorie van ongelovigen die volgens de boekrol rechtvaardigen wordt genoemd. Deze categorie van ongelovigen is duidelijk anders dan die andere categorie van heidenen, de Adolf Hitlers, Josef Mengele’s, Saddam Husseins, Jozef Stalins. Etc. Wat er precies met hen gebeurt is niet helemaal duidelijk maar ze zullen in elk geval niet in het hemelse jeruzalem komen dat over 1000 jaar op aarde neerdaalt. De ongelovige rechtvaardigen zullen relatief goed terechtkomen in vergelijking met de Adolf Hitlers. Desondanks zullen ze sterfelijk zijn en wel degelijk een oordeel ondergaan. Hun goede werken zullen worden geoordeeld maar ook hun kwade. Er is dus wel degelijk onderscheid in het lot van de ongelovigen die over 1000 jaar allemaal op zullen staan uit de dood. Alle generaties zullen zeer waarschijnlijk naast elkaar bestaan. Dat zal wel een spektakel zijn. Over 1000 jaar zal er een nieuwe aarde en een nieuwe hemel komen en zullen de oceanen verdwijnen zodat er meer land vrijkomt. Nochtans hebben rechtvaardige ongelovigen en onrechtvaardige ongelovigen 1 ding gemeen: beide groepen zullen uiteindelijk een 2de maal sterven. Dit is in de vuurpoel, ofwel de Dode Zee waar ook Sodom en Gomorrah aan liggen. Maar uit deze 2de dood zullen ze ook weer opstaan om met de rest van de gelovigen het eeuwige leven in te gaan als de aionen ten einde zijn en de dood definitief vernietigd is. Ik zal mijn ongelovige ouders en familie weerzien. Pas over 1000 jaar. Van dit gemis heb ik op dit moment meer last dan de komende 1000 jaar omdat ik dan een andere psychologie krijg. Jezus zit al 2000 jaar aan de rechterstoel van zijn Vader. Mist hij zijn moeder en de apostelen? Vast wel, maar niet buiten proportioneel. We zien elkaar over 1000 jaar allemaal weer. Eigenlijk wel goed nieuws dus.
*
Religie leidt tot de dood
Religie heeft ervoor gezorgd dat Abel werd vermoord en dat Jezus werd gekruisigd. En dat Europa bijna was overgeleverd aan het zwaard van de Saracenen. Religie is de wet van evolutie in het menselijke goed willen doen. Maar als iemand zich kan beroepen op de werking van het vlees, dan is het paulus wel die als een bezetene de christenen vervolgde ongeveer zoals Hitler dit bij de joden deed. Saulus-Paulus was een fanatiekeling die kinderen uit de huizen sleurde van hun ouders en niet terugdeinsde voor moord en doodslag. Dat alles in de naam van religie en goede bedoelingen. Wat ooit was begonnen met goed willen doen, evolueerde tot moord en doodslag. Zie Fil. 3:4-7. Er zit hier een vreemde kronkel: de religieuzen menen dat de wereld nog niet goed genoeg is voor de terugkomst van christus maar de bijbel zelf zegt dat de wereld nog niet slecht genoeg is voor zijn wederkomst.
*
Geloof komt door horen 2
In Heb. 11:4 staat dat Abel door het geloof een meerdere offerrande geofferd had dan Kain. Geloof is uit gehoor en dus moeten Kain en Abel hebben geweten welk offer ze brengen moesten. Bovendien hadden beiden het van God gehoord. Abel geloofde dat wat hij van god had gehoord en Kain niet. In de historische volgorde in Gen. 4:3 en 4 wordt Kain eerst genoemd maar in de ervaringsvolgorde in Heb. 11:4 wordt Abel als eerste genoemd. Kain was niet goddeloos maar zeer religieus. Maar hij ging zijn eigen weg terwijl Abel gods weg volgde. Kain bracht van de vrucht van het land een offer. Maar dat land was even tevoren door god vervloekt. Abel bracht een offer van de eerstelingen van de kudde, van het vet ervan. Abel’s weg geschiedde door opoffering, door de dood van een plaatsvervanger. De weg van Kain naar god was zonder bloedvergieten. Maar zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving, Heb. 9:22. Er zijn dus 2 wegen naar god, welke religie je ook neemt.:
de ene is gods weg, de andere die van de mens
de één is door geloof, de ander door verbeelding
de één is door genade, de ander door verdienste
de één is door geloof, de ander door werken
de ene is ware godsdienst, de ander is religie
de ene weg is wat christus volbracht heeft, de ander is wat een mens kan doen.
De mens doet een heleboel en lijkt een eindeloze brei van pogingen om het goede te doen. De evolutietheorie is hier een voorbeeld van. Evolutie wordt gezien in menselijk handelen maar buiten dit wordt evolutie nergens waargenomen. We zien het werkzaam in de medische, wettelijke, militaire, politieke en economische wereld. En in elk onderdeel van de wetenschappelijke wereld. Maar op religieus terrein komen we het voor het eerst tegen. In Gen. 4 bij de geschiedenis van Kain en Abel toont god ons een begin. In de weg van Kain is al direct sprake van evolutie in religie. Maar bij Abel is dit niet zo. De weg van Abel is nooit veranderd. De weg van Kain is erop gericht om de weg van de mens te verbeteren. Maar deze weg zal uiteindelijk tot de komst van de anti christ leiden. De weg van Kain betekent dat de mens iets MOET doen. Tegelijk is er niets zo wreed in de wereld als religie. Religie doodde Abel en kruisigde christus. Het was religie waardoor Jeruzalem werd losgemaakt van rome en dat Europa terroriseerde door het opkomen van het zwaard van de Saracenen. In onze dagen is het religie die ten grondslag ligt aan de verdeelde wereldpolitiek.
*
Geloof komt door horen
Wat God tegen Henoch zei, is niet duidelijk. Maar Judas 14 in het Nieuwe testament lijkt hiernaar te verwijzen. Moeglijk vertelde god van de komst van de Here met diens heiligen (wij). Henoch geloofde god wat resulteerde in een wandel met god. Tot Abraham sprak god in de vorm van beloften en bevel. Abraham zou zijn eigen land verlaten en de belofte was dat hij een zoon zou hebben. Dit geloof is Abraham tot rechtvaardigheid gerekend, Gal. 3,5 en 6. God geloven is niet hetzelfde als een geloof beoefenen. De vraag, geloven wij, is even absurd als betekenisloos. Want wat of wie geloven wij? God zei tot onze voorouders, “als je daarvan eet, zul je sterven. De slang zei iets anders. En sindsdien is het stervensproces onomkeerbaar en nog steeds beweren mensen hetzelfde als de slang. Wie geloven we dan? Jesaja 55:8 zegt dat de gedachten en wegen van de mens altijd tegengesteld zijn aan die van god. Wie geloven wij dan? Dit was ook voor Israel in karnes barnea de vraag. Mozes had gezegd wat god hem had opgedragen, namelijk ga op en erf het land. Deut. 9:23. Heb. 3:19 verwijst hiernaar, namelijk dat de israelieten het land niet konden ingaan vanwege hun ongeloof. Heb. 3:7, “Heden indien u Zijn stem hoort.” maar zij hadden zijn etsme gehoord met de garantie dat ze in alle rust het leoofde land konden binnen gaan. Maar zij geloofden god niet. En dus bleven ze 40 jaar lang rondzwerven. uiteindelijk gingen ze aan land. In Hand. 3:19-21 staat het volk voor een ander Karnes Barnea. Petrus had het volk opgeroepen met de opdracht bekeer je en verbeter je. Nu stond het volk oog in oog met een andere belofte van de Here. Dit was de toekomst van de Here, die bekend gemaakt was in de vroegste brieven van Paulus, 1 Tess. 4:13-5:11. Dit was beter dan het heuvelland van de Amorieten of de oversteek van de Jordaan. Het was ingaan in het hemelse Kanaan zonder door de Jordaan als beeld van de dood tot opstanding te hoeven komen. Dit was een hoop voor hen die leefden en achterbleven. daarom schreef de apostel ook, wij die levend overblijven zullen (1 Thess. 4:15). Zoals 1 Thess. 4 het Karnes Barnea van de gelovigen in die dagen was, waarbij Israel als volk niet opging, zo is Fil. 3:10, 14, 20 en 21 ONS Kades barnea. Zoveel christenen menen dat de enige weg om Kanaan in te gaan, het oversteken van de Jordaan is, de rivier des doods. Sommigen willen nog zover gaan dat het door dood en opstanding is. Ze weigeren te geloven dat god iets beters voor ons in petto heeft. Petrus bood het koninkrijk aan, aan de joden. Maar het aanbod werd niet aangenomen en dus weer terug getrokken en het heil werd nu aan de heidenen gebracht. Viel er nog iets aan toe te voegen? In Joh. 16:12 zegt Jezus dat Hij nog een paar belangrijke mededelingen heeft die de discipelen op dat moment niet konden dragen. Waarom was dit zo? Omdat Jezus nog leefde en hij nog niet was opgestaan uit de doden.
*
Hoe verhouden onderstaande verzen zich tot elkaar?
1. Jakobus 2:20 – ‘Geloof zonder werken is dood.’
2. Romeinen 4:5 – ‘Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.’
Heel simpel, 1. was gericht aan de Israëlieten. 2. aan de natiën.
*
De incarnatie 3
God is god van binnenuit. Zo werd ook het woord tot vlees. Het eeuwige woord kreeg het vlees van binnenuit. God verkreeg niets van buitenaf. God wordt steeds meer van wat hij is Van de diepten van alles wat hij is. Christus was de glorie van God. Preciezer gezegd, het EFFECT van de glans van god IS de Zoon van God. Daarom noemt paulus god de Vader van glorie. De kerkgeschiedenis heeft hier altijd moeite mee gehad. Was Jezus tegelijk menselijk en goddelijk? God zou de menselijke natuur aan zijn Zoon toevoegen door Hem in onze aionen geboren te laten worden. Deze gedachte leidde tot de nog foutere gedachte dat Jezus zelf menselijkheid aan zichzelf had toegevoegd door zijn aardse geboorte in Maria. Deze conclusie kwam uit de volgende koker namelijk dat men aannam dat god alle dingen vanuit het niets schiep. In de theologie heet deze gedachte, “creation ex nihilo.”
Uit de schepping uit het niets volgt Pantheïsme, namelijk dat alles god is. Om de pantheisme uit het christendom weg te houden, maakte men scherp onderscheid tussen god en zijn schepping. Ze negeerden de verklaring van Paulus die zegt dat god boven alles, door alles en in alles is. Maar god had bij de schepping geen andere materie om mee te werken dan zichzelf. God is geest en geest heeft de unieke eigenschap dat als je er meer van weggeeft, hij meer wordt in jezelf. Zo schiep god ook ons heelal, uit zichzelf waarbij de geest zich vermeerderde in een andere dimensie. Zo werd hij niet alleen de eeuwige god maar tegelijk ook de aionische god vanuit hemzelf. Op dezelfde wijze, trok God de mensheid in Jezus naar buiten vanuit zijn goddelijkheid. Er was zelfs geen andere bron. De mensheid was niet aan Jezus toegevoegd in zijn aardse geboorte. Maar de actie van de heilige geest in en op Maria trok de godheid verder die inherent in Maria’s menselijkheid aanwezig was. Haar menselijkheid voerde terug naar Gods formatie van Adam van het stof uit de aarde, die op zijn manier terugvoerde op de geest substantie van god. Paulus zegt ons dat in Hem de volheid van de godheid wandelt, Lichamelijk. Alles wat God is, is de thuishaven van de incarnatie van christus. Zo belangrijk is dus de incarnatie. Deze is intrinsiek aan het doel van god dat uit de natuur van god opstijgt. Een lichaam krijgen is een heilig iets. Incarnatie was niet iets dat god tegen zijn natuur in deed. Een lichaam krijgen is intrinsiek aan de goddelijke natuur. God houdt ervan zichzelf een lichaam aan te meten, evenals de reproductie hiervan in zijn Zoon, Jezus. Vervolgens heeft God ons gemaakt in eenheid met christus. De kerk die zijn lichaam is, de volheid van Hem die alles in alles vult.
*
In Abel hebben we aanbidding door het geloof
In Henoch zien we de wandel door het geloof
In Noach zien we het getuigenis door het geloof
De volgorde is hier erg belangrijk. Velen proberen te getuigen van god terwijl ze de vreugde van het wandelen met god niet kennen. Dit alles is slechts een doen, wat eindigt in de dood. Het zijn werken, niet genade. Vaak zijn het uiterlijke dingen, niet geloof.
*
Komt Jezus in 2 fasen terug?
Los van de 5 aionische tijden is Gods plan met de wereld verdeeld in 4 grote perioden. Elke periode opent met een zegening en sluit met een oordeel.
(1) Van Adam tot de zondvloed.
(2) Van Abraham tot de verwoesting van Jeruzalem.
(3) Van Pinksteren tot de dag dat christus terugkomt.
(4) Van de opening van het 1000 jarige rijk van christus tot aan het oordeel van de grote witte troon.
Wij zitten in de 3de van deze perioden die begon met de zegeningen van Pinksteren en welke binnenkort zal sluiten als de Here terugkomt. Eigenlijk begint ons tijdperk in handelingen als Paulus naar de natiën gaat. De terugkeer van christus gaat met wat dingen gepaard: de manifestatie van onze Here in de hemel onder begeleiding van alle heiligen. Maar ook de opstanding van de doden, van Adam tot de laatste heilige die sterft vlak voordat de here terugkeert. En verder is er de omverwerping van het bolwerk van de antichrist en het oordeel over hem alsmede over alle natiën die met hem geheuld hadden. En tenslotte is er de bekering en het herstel van Israël. Deze gebeurtenissen vallen samen onder 2 fasen die te maken hebben met Zijn terugkeer.
(1) De afdaling van christus VOOR zijn heiligen.
(2) De afdaling van de Here MET zijn heiligen.
1. Eerst zal hij afdalen tot vlak boven onze planeet. Waar dit zal zijn is niet duidelijk. Misschien boven de wolken of zelfs boven de dampkring. Dan luidt de trompet van de eerste opstanding. De doden zullen opstaan uit hun graven en gekleed worden in nieuwe lichamen. Alle levende heiligen zullen in een oogwenk getransformeerd worden in een nieuw lichaam. Het is mogelijk dat tussen de opstanding van de doden en de verandering van de levende heiligen een korte interval zit. Maar deze zal echt niet lang duren. Het is ook mogelijk dat deze hele club nog een zeer korte tijd op aarde zal zijn om elkaar op te zoeken maar ook dit zal hooguit een kwestie van dagen zijn. Daarna gaat de hele meute de hemel in, richting Jezus. Nu is er wel een korte interval. Wat er met de opgebeamde heiligen gebeurt nadat ze weg zijn genomen kunnen we alleen raden. Mogelijk zal er een feest worden gehouden als een reùnie waarbij alle heiligen met elkaar zullen kennismaken. Waar zal dit gebeuren? Zeer wel mogelijk in Gods eigen stad, het Hemelse Jeruzalem. De stad wordt de bruid van het Lam genoemd en zal derhalve thuis bieden aan de bruid van het Lam. In Johannes 14:2 zegt Jezus dat hij een plaats bereidt voor ons. Dit is de stad van God en op die dag van zijn terugkeer zullen we in zijn koninklijk paleis binnengaan, Psa. 45:15. In de heiligen zal de eeuwige zoete harmonie aanwezig zijn die beschreven is in Ope. 4, 5. Maar beneden ons op aarde zal de chaos exponentieel toenemen met de meest wrede en beestachtige scenes zoals ze beschreven worden in mat. 24 en Ope. 6 tot 11 en 13 tot 18. Angst zal over de mensen komen en ze zullen niet weten waar ze het zoeken moeten. En dan…
2. De 2de terugkeer van christus zal nu plaatsvinden. De Here zal zijn zegetocht afmaken. Daar waar hij de eerste keer ergens boven de wolken was blijven steken, zal hij nu zijn voeten op de Olijfberg zetten. Dan zal hij zijn vijanden verslaan, de natiën oordelen en Israël herstellen. De 2de komst van Christus is één terugkeer van de Here naar de aarde maar deze is verdeeld in 2 trajecten. De terugkeer van christus wordt onmiddelijk genoemd, zonder voorafgaande tekenen en toch zullen enige gebeurtenissen geopenbaard worden als een noodzakelijk voorafgaan aan Zijn komst.
1. Passages die naar de terugkeer wijzen zonder voorafgaand teken zijn de volgende:
Lucas 21:34, 35, “niet bewust van de terugkeer”
Hebreeën 10:37, “nog weinig tijd.”
1 Thessalonicenzen 4:15-17, “In een moment.”
Openbaring 22:12, “Ik kom snel.”
Marcus 13:31-37, “Komt opeens.”
2. Passages die naar Zijn komst verwijzen met enkele gebeurtenissen eraan voorafgaand:
Lucas 21:Zechariah 12: Juda keert als een natie terug naar Zijn land.
29: Het uitkomen van de vijgenboom. Het joodse volk in haar land.
Matteus 25:14: “Het evangelie van het Koninkrijk wordt in de hele wereld gepreekt als getuige voor alle volkeren.
2 Thessalonicenzen 2:2, 3: “De openbaring van de antichrist en de wetteloze.
Beide tegenstrijdige teksten worden verenigd als we snappen dat ze bij de 2 fasen horen. De verwijzing naar Zijn terugkomst zonder tekenen vooraf hoort bij het eerste deel van zijn komst. Deze eerste fase was zelfs waar de eerste kerk al naar uitkeek en Paulus hield het voor mogelijk dat deze wegrukking al in zijn tijd zou plaatsvinden. Dit verbindt ons met de eerste kerk toen men met dezelfde verwachting bezig was. Paulus zegt zelf, wij die nog in leven zijn en achterbleven zullen weggenomen worden, (1 Thess 4:15,16), we zullen niet slapen maar in een fractie van een moment veranderd worden (1 Kor 15:51). Deze verwachting wijst absoluut naar het eerste deel van Zijn terugkomst. Het 2de deel van Zijn terugkomst zal echter gebeuren nadat een aantal gebeurtenissen hadden plaatsgevonden.
3. Voorspellingen over de 2de komst van christus bevatten in dezelfde verzen gebeurtenissen die vlak bij elkaar zijn geplaatst met toch een interval van enige jaren ertussen. Zodoende zal de interval tussen het eerste deel van Zijn terugkomst en het vervolg hierop in het 2de deel mogelijk ook een interval van enkele jaren bedragen. Neem Jesaja 9:6, 7 waarin over de 2de komst wordt gesproken: Want een Jongen is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en het leiderschap komt op Zijn schouderblad.” Dit is duidelijk een verwijzing naar zijn 1000 jarige heerschappij waarbij een interval van al bijna 2000 jaar voorbijging.
Opnieuw Jesaja 61:1-3, “De Geest van mijn Heer JAHWEH is op mij omdat JAHWEH mij zalft om berichten te brengen aan nederigen. Hij zendt mij om de verbrokenen van hart te verbinden, om vrijheid te verkondigen aan die gevangen genomen zijn en bevrijding aan die gebonden zijn, om een jaar van aanvaarding voor JAHWEH te verkondigen en een dag van wraak voor onze Elohim, om allen die rouwen te troosten, om over die rouwen in Zion te beschikken, om aan hen schoonheid te geven in plaats van as, vreugde-olie in plaats van rouw, een omwikkeling met lof in plaats van een gedimde geest. En Hij roept tot hen: Onderschikkers van rechtvaardigheid! Het planten van JAHWEH is om Zijn schoonheid te tonen.”
Tussen deze woorden en de daadwerkelijke vervulling ervan lag een tijdinterval van 1800 jaar. Dan Zecharia 9:9, 10, Jubel buitengewoon, dochter van Zion! Hef een roep aan, dochter van Jeruzalem! Zie!, jouw koning zal tot jou komen. Rechtvaardig en gered is Hij, nederig en rijdend op een ezel, op een hengstveulen, zoon van een ezelin, En Ik snij de strijdwagen af van Efraïm en het paard van Jeruzalem. En de strijdboog wordt afgesneden. En Hij spreekt vrede tot de natiën. En Zijn heerschappij is van zee tot zee, en van de stroom tot aan de uitersten van het land.”
Hier is weer een interval van 1800 jaar tussen de komst van Christus in Jeruzalem, het afsnijden van Israël en het opzetten van 1000 jarige rijk van christus. Zo leren we dat het naast elkaar zetten van diverse aankondigingen niet automatisch betekent dat ze ook direct achter elkaar plaatsvinden. Zo zal er tussen de 2 fasen van Zijn terugkeer een interval zitten van enkele jaren.
4. De vergelijking van verschillende voorspellingen van de 2de komst ontsluit verschillende klassen van gebeurtenissen. Vergelijk Johannes 14:2 en 1 Thess. 4:15-17 met Judas 14, 15, Zecharia 14:1-5 en 2 Thess. 1:7-9. De eerste 2 passages verbinden de terugkomst van christus met de opname van de ecclesia en de opstanding van de overleden heiligen. Er is geen spoor van oordeel of straf.
De laatste 2 passages verbinden de terugkeer van de Here met zijn afdaling met al zijn heiligen die hem dus op een tijdstip daarvoor al in de lucht hadden ontmoet, en met de overwinning op zijn vijanden. De eerste 2 passages hebben te maken met een vergadering in de lucht, de laatste 3 met een afdaling op aarde.
5. De fasen van Openbaring duiden op 2 verschillende fasen in de treugkeer van christus. De sleutel tot het verstaan van openbaring staat in Ope. 1:19 “Schrijf dan wat jij waarnam* en wat zij zijn en wat op het punt staat na deze te komen” zie ook Dan. 2:28-29.
Hier hebben we de 3 divisies van het boek “de dingen die je gezien had,” verwijzend naar het visioen van de verheerlijke Christus in Hoofdstuk 1, “de dingen die zijn,” die verwijzen naar de toestand van de ecclesia van christus gedurende de tijd dat hij afwezig is, namelijk de afgelopen 2000 jaar. Uitgebeeld door de beschrijving van de staat van 7 bestaande kerken en “de dingen die na deze komen,” verwijzend naar de gebeurtenissen in de volgende hoofdstukken aan het einde van het boek. Met uitzondering van hoofdstuk dat historisch is en terugblikt. Het 3de deel biedt een grafische weergave van de oordelen die zullen worden uitgegoten over de joden en de heidenen tijdens de Dag van de Here, namelijk in de intervalperiode tussen de 2 fasen van zijn terugkomst. Wat vinden we voordat deze oordelen uitgegoten worden? In de hoofdstukken 4 en 5 wordt de hemelpoort geopend en koekeloert johannes naar binnen. Wat ziet hij? Hij ziet de eeuwige koning zitten op de Troon.
*
Wij en zij
De stad van God die uit de hemel neerdaalt aan het begin van de 5de aion werd aan Abraham en zijn nakomelingen geopenbaard. Johannes zag de stad in een visioen dat pas na de opstanding werkelijkheid zal worden. En de gelovigen van nu zien ook naar haar uit. Er zit zo´n duidelijke lijn in deze openbaringen dat er wel een God MOET bestaan die gesproken heeft door de geschiedenis heen tegen de heiligen van alle tijden. Abraham is gestorven daarom moet hij eerst opgewekt worden uit de dood samen met isaak en Jacob om in de stad te kunnen wonen. De sadduceeèn geloofden niet in een opstanding uit de dood. Dit vonden ze onzin. Dood is dood, hoor je ook in onze tijd veel mensen zeggen. Maar Jezus legde hun het zwijgen op door Exodus 3:6 aan te halen waarin God zich de god van Abraham, de god van Isaak en de god van jacob noemt. Niet alleen een god van levenden die zijn opgestaan uit de dood maar ook een persoonlijke god van 3 individuen in plaats van een god te zijn van Abraham, Isaak en Jacob. Abraham was op dat moment al een kleine 2000 jaar dood toen Jezus de woorden sprak. Ook toen God tot Mozes sprak, stelde god zich voor als de god van Abraham. Dit was een eenvoudig en overtuigend bewijs van het feit dat Abraham ooit uit de dood zou worden opgewekt. Net als Jezus en net als wij. God noemt zich de god van Abraham omdat Hij met hem het begin en eind van een plan ziet, vanaf de opstanding uit de dood van Abraham tot en met zijn rol als vader van vele volkeren. God roept de dingen die nog komen moeten, Rom. 4:17 versus Gen. 4:17. God had besloten dit te zullen doen terwijl dit nog niet gebeurd was. Als God zegt, aan uw zaad heb ik dit land gegeven, Gen. 15:18 betekende dit dat dit bij zijn plan hoorde en niet dat het al gebeurd was. Abraham had op dat moment nog geen nageslacht. Lucas 20:37 heeft dan ook betrekking op deze hele gedachte van de opstanding uit de dood. Namelijk Mozes heeft het verklaard toen de Here de god van Abraham, de god van Isaak en de god van Jacob noemde. God is immers nu niet een god van de doden maar van de levenden. Deze stelling dat god niet een god van de doden is, is genoeg om de ontkenners van de opstanding de mond te snoeren. En om hen ervan te overtuigen dat er wel degelijk een opstanding uit de dood is. Hadden de doden toen al op een new age achtige manier ergens rond gezweefd in een Nirvana met hun ziel, dan had Jezus dit niet als argument kunnen gebruiken.
Abraham geloofde ook in de opstanding uit de dood, anders zou hij het niet aandurven om Isaak te offeren. Hebr. 11:18. Als we Hebr. 11:39 en 40 interpreteren aan de hand van de verzen 13-16 dan snappen we wie met zij en ons bedoeld worden. De eersten zijn zij die stierven in geloof terwijl met ons degenen bedoeld worden tot wie paulus schreef en paulus zelf. Ons zijn degenen die levend achterbleven. In 1 Thess. 4 gaat het weer over wij en zij. Degenen die levend zijn bij de terugkomst van Jezus zullen niet degenen voorgaan die op dat moment dood zijn en op moeten staan uit de dood. Eerst staan de doden op en daarna zullen wij die nog levend zijn samen met hen worden meegevoerd in de lucht. In Hebr. 11:40 staat ook weer zoiets. God heeft voor de WIJ iets beters in petto, namelijk weg gerukt worden zonder eerst te zullen sterven. En degenen die gestorven zijn zullen niet eerder tot volmaaktheid in hun opstanding komen dan wanneer de Here terugkomt. In Lucas 13:32 zegt de Here ook ten aanzien van zijn eigen opstanding dat hij te dien dage voleindigd wordt. De doden zijn in christus onvolmaakt omdat ze niet zijn opgestaan tot de Here voor de tweede keer komt. Daarom worden de doden niet zonder ons volmaakt. Het zij zonder ons niet in Hebr. 11:40 heeft een tegenpool in te zamen met hen in 1 Thess. 4:17. De apostel had hen in hebr. 10:37 al gezegd, nog even en Hij die komen zal, zal komen en niet blijven. In Hebr. 11:40 was in één klap dat goede en betere voor handen. De getuigen in Hebr. 11 geloofden wat god gehoord had en in onze tijd is het Paulus die zich tot ons richt. 2 Tim. 1:8 en Efeze 3:1. Het is onze plicht om deze dingen te geloven.
*
Vaderland
Over Hebr. 11:13-16 en de verzen 39-40. Ze zoeken een Vaderland. Ze hebben zichzelf tot gasten en vreemdelingen verklaard in deze wereld omdat ze nog niet in het hemelse land waren bij Hem. Het woord Vaderland is hier een apart woord. Het is niet een land in algemene zin maar een land waarin je vader woont. Grieks: Patris. Het komt 8 maal voor, in Hebr. 11, Mat. 13:54 en 57, Marcus 6:1 en 4; Lucas 4:23 en 24 en in Joh. 4:44. Steeds betekent het vaderland. In Hebr. 11 wordt uitdrukkelijk gezegd dat zij niet verlangden naar het huis van hun aardse vaders. In dat geval had Abraham eenvoudig terug kunnen keren naar Chaldea en Isaak en Jacob naar Mesopotamië. Dus gaat het hier om een hemels huis. God had hun een stad bereid, vers 16.
Tegen Abraham zei God, dit land zal ik u geven, Gen. 13:15 versus 15:13. Tegen Isaak zei God, aan u zal ik al deze landen geven… Gen. 26:3 en 4. Tegen Jacob zei God, aan u,… Gen. 28:4 en 13 … dit land waarop u ligt te slapen… Gen. 35:12 en 48:1-4.
In het Hebreeuws wordt het persoonlijke voornaamwoord U sterk benadrukt en telkens onderscheiden van uw zaad. Deze heiligen geloofde dus dat zij op zouden staan uit de doden om deel te krijgen aan de beloften. Des temeer beseften ze dat ze vreemdelingen waren in nota bene het land waarin ze rondzwierven dat God hen beloofd had. In wezen heeft God hun veel meer gezegd dan deze woorden want ze waren wel erg overuigd van hun geloof. Hun zwerftocht kwam niet voort uit een soort verbeelding of avonturisme omdat er nadrukkelijk staat, “door het geloof.”
Ze moeten ook gehoord hebben van die wonderlijke stad waar ze naar uitzagen; de stad van de god, Hebr. 11:10. Ook wij hebben van die stad gehoord en in Ope. 21:9-27 wordt ons haar naam verteld. We horen dus van dezelfde dingen als de heiligen van vroeger, Abraham etc. En dus zien we uit naar het moment waarop de stad neerdaalt vanuit de hemel op aarde, Ope. 21:10.
*
Andere tijden
Het woord dolen in Hebr. 11:38 is een ander dan dat in vers 37 dat met wandelen vertaald wordt. In vers 37 gaat het omzwerven of rondzwerven terwijl het in vers 38 gaat om wandelen. In vers 38 gaat het om hen die zich in spelonken en holen in de aarde verborgen hielden zoals die 100 profeten die door Obadja verborgen werden gehouden in een spelonk en gevoed werden met water en brood, 1 Kon. 18:4. In 2 Maccabeeën 10 staat ook zoiets, dat bij de viering van het Loofhuttenfeest herdacht werd hoe ze daarvoor in spelonken leefden en gelijk aan de wilde beesten waren geworden. In Joodse Oudheden 12, 6, 2 doet Flavius Josephus verslag van een verschrikkelijke gebeurtenis waarbij 1000 mannen, samen met hun vrouwen en kinderen liever verstikt werden door het vuur in de spelonken waarin ze zaten dan dat ze vochten op de sabbat. Maar ook in de 12de eeuw had je de Waldenzen die zich verborgen hielden omdat ze god geloofden en niet de mensen. Het waren andere tijden en andere mensen maar er was hetzelfde geloof dat gehoord had van de waarheden vanuit hetzelfde woord van God.
*
Verlaten en verdrukt
Nog erger dan in schapenvellen rondwandelen en je als een wild beest te gedragen, is het om dan ook nog verlaten en vervolgd te worden. David en Elia wisten er alles van. David kon hoveling worden in het Paleis van koning Saul. Maar hij had de woorden van God gehoord door Samuèl, zijn profeet. En Samuèl had David gezalfd om koning te zijn nadat God Saul verworpen had. Zie 1 Sam. 16:13 met vers 1 en 2. Maar eerst verkoos hij de wildernis en de eenzaamheid. De Psalmen staan vol van de diepte van zijn lijden. Maar ook van de grootte van zijn vreugde in God. Voor ons geldt dat we gericht zijn op de grotere David. Wij geloven Hem dat indien we ons lijden verdragen, we straks ook met Hem heersen zullen. 2 Tim. 2:12.
“Welke de wereld niet waardig was.”
De wereld vond deze uitgestoten heilige zwervers in hun rare dierenvellen maar vreemde entiteiten. Men achtte hen niet waardig om normaal deel te nemen aan fatsoenlijk menselijk verkeer. Maar de werkelijkheid was juist andersom. De wereld was deze zwervers niet waardig. Dit soort korte zinnen in de bijbel is erg belangrijk. We stappen met gemak over van de ene naar de andere politieke partij. Soms uit strategisch belang om een andere partij wind uit de zeilen te nemen. Soms ook wisselt men van kerk of snabbelt men wat aan Boeddhisme of activisme tussendoor. Maar in de genoemde bijbelteksten gaat het om heiligen die liever in dierenvellen rondliepen dan dat ze hun geloof verloochenden of zelfs helemaal in de wereldse politiek opgingen.
*
Wandelen in schaapsvellen
Zij wandelden in schaapskleren en woonden in grotten; de wereld was hun te min, Hebr. 11;37
Het dragen van schaapskleren kent in de bijbel een paar varianten want er zijn ook wolven die zich in schaapskleren hullen. En Johannes de Doper droeg nu ook niet bepaald kleren van Calvin Klein. De suggestie is dat de heiligen in Hebr. 11:39 schaapskleren droegen uit armoede. In de wildernis konden ze bovendien geen maatpak krijgen en moesten ze roeien met de riemen die ze hadden. Maar het gaat veel verder dan dat. Deze heiligen van God waren volledig verstoten door de mensenwereld en de valse religieuze systemen van die tijd. Ze waren zo verstoten dat ze niet eens meer de middelen hadden om zich te kleden of om kleren te kopen. Het was hun verboden of onmogelijk gemaakt om handel te drijven of geld te verdienen zodat ze ook niks konden kopen. Met een verwijzing naar de Laatste dagen waarin het restant van Israël ook niks mag kopen zonder of verkopen zonder eerst het beest te aanbidden. Deze mensen zullen wellicht als beesten worden en in schaapskleren rondklauteren. De heiligen in Hebr. 11:39 waren tot wilden gedegradeerd door een vijandige wereld en vooral door religieuze vervolging. Daar waar de vervolging van de wereld al wreed is, doet de religieuze vervolging er graag een schepje bovenop. En het was ook nog hun eigen keuze om zo te leven net zoals Mozes dat gedaan had (Hebr. 11:24-26). Als ze wilden konden ze teruggaan naar de bewoonde wereld en een normaal leven leiden mits ze wel concessies zouden doen aan het religieuze systeem waar ze door werden vervolgd. Hun geloof in god sterkte hen niet alleen om dit lijden als een wild beest te verdragen maar ook om hier vrijwillig voor te kiezen.
*
In Hebr. 11:34 staat wat geschreven over hen die aan het zwaard ontsnappen. Even verderop in vers 37 staat wat geschreven over hen die gedood werden door hetzelfde zwaard. Wat is het verschil? In het eerste geval gaat het om een groep die aan het zwaard ontkomt en door geloof overwon door god. Er was geleden voor god Het geloof overwon door te geloven wat god beloofd had. In het laatste geval betreft het een groep met een geloof waarin de gevolgen van wat god gezegd had voorop staan. Maar het was hetzelfde geloof en het kwam van horen door het woord van god. Letterlijk staat in 11:37, “door de slachting van het zwaard stierven zij.” Executie door het zwaard was de enige vorm van doodstraf die de koning grondwettelijk mocht toepassen. Izebel roeide de profeten op deze manier uit de weg maar ze kon nabot niet uit de weg ruimen zonder een officieel tribunaal waar ze overigens valse getuigen voor opriep. Ze roeide de profeten van de Here uit (1 Kon. 18:4) en wat dit betekent staat in 1 Kon. 19:10 en 14 waar Elia spreekt. “… de Israëlieten hebben uw profeten met het zwaard gedood.”
Moderne zogenaamde kritische theologen menen dat er maar 1 profeet is gedood in het koninkrijk van Juda door het zwaard, namelijk Uria (Jer. 26:23). Dit is een voorbeeld waaruit blijkt dat je dergelijke beweringen altijd moet toetsen. Deze moderne kritische theologen zijn niet te vertrouwen op hun woord. Jezus zei: Jeruzalem, Jeruzalem, Jij die de profeten doodt en stenigt die tot u gezonden zijn, Mat. 23:37. De kritische theologen zijn dan nog niet overtuigd en dus voegen we Jer. 2:30 eraan toe waar YHWH aan Jeremiah de opdracht geeft: “ga en roep voor de oren van Jeruzalem zeggende, uw zwaard heeft uw profeten verteerd als een verdervende leeuw.”
In 1 Sam. 22:18 staat dat de Edomiet Doëg 85 priesters doodde. Het Hebreeuwse muth betekent doden. In vers 21 staat hoe dit gebeurde: toen Abjatar David vertelde dat Saul de priesters van de Here gedood had.” Dit deed hij door harag wat doden met het zwaard betekent. De Jeruzalemse Gemara legt uit dat dit woord het equivalent is van onthoofden: de beschrijving van hen die gedood werden met het zwaard: zij onthoofden hen met een zwaard, in overeenstemming met de wijze waarop dat in het koninkrijk ging. Soms ging het ook met een bijl zoals bij Johannes de Doper. Ook Jacobus, de broer van Johannes onderging dit lot door Herodus Agrippa (Hand. 12:2). Petrus ontsnapte hieraan. Zo lezen we ook Ope. 20:4 de zielen van hen die onthoofd waren en ope. 6:9. Het woord zielen wordt hier gebruikt voor personen. De onthoofden zaten op de tronen en het oordeel werd hun gegeven en ze heersten met christus, de 1000 jaren. Dit vers is de vervulling van Ope. 6:9 waar johannes zegt, ‘ik zag onder het altaar de zielen van degenen die gedood waren om het Woord van God en om de getuigenis die zij hadden.”
*
Treiteren, intimideren, verzoeken
Bij religieuze onderdrukking kan men soms flink tekeer gaan. Het intimideren begint vaak met vragen stellen. Dit gaat van netjes tot kwaad tot erger met als doel de ander van zijn of haar geloof af te brengen. Het Griekse woord peiradzoo is de wortel van het woord verzoeken in Hebreeèn 11:37 en betekent; op de proef stellen door te ondervragen. Dit woord werd door de hebreeën aan wie de apostel schreef, goed begrepen. Het woord moet voor hen een sinistere betekenis hebben gehad. Vanuit de eerste Petrusbrief weten we dat deze verzoekingen nog steeds aan de gang waren voor de Hebreeuwse gelovigen. Petrus heeft het over de beproeving van uw geloof die veel kostbaarder is dan van het goud dat vergaat en door het vuur beproefd wordt. 1 Petrus 1:7. Het woord verzoeken komt als werkwoord voor maar ook als bijvoeglijk naamwoord, zoals je beproefde geloof; of je geloof dat beproefd is gebleken. De verzoeking van de gelovigen van toen lag in het aanbidden van christus als verlosser. Ten tijde van het Oude Testament had het te maken met het verlaten van de aanbidding van YHWH om afgoderij te gaan bedrijven. Wat de zwaarte van de verzoekingen van de handen van Izebel, Atalja, Achas en Manasse was, kan niemand navertellen. En we weten van de verzoeking van Chananja, Misaël en Azarja in Daniël. Met de brandende oven voor ogen bleven ze standvastig. Ze gingen de oven in en ja ze werden verlost. Maar de verlossing was niet uit geloof. Hun geloof maakte dat zij zich geen zorgen maakten m.b.t. het gevolg. Dat was de manifestatie van hun geloof en hierdoor bleek het echt te zijn. Onze verzoeking is dat we niet van de genadeboodschap afvallen en stiekem toch weer met één been in de wet blijven staan.
*
Jesaja in stukken gezaagd
De overlevering zegt dat Jesaja in stukken gezaagd is. Hier mogen we wel even bij stilstaan aangezien dit een ongekende wreedheid is. De verleiding is groot om er snel overheen te lezen en te denken dat het maar een bijbelverhaal is. Maar wat nu als hij echt in stukken gezaagd is. In de bijbel en in andere bronnen lezen we hier verder niets over. In de Gemara staat wel dat in de dagen dat koning Manasse regeerde, Jesaja vluchtte en in de ceder schulde waarna de ceder hem opslokte. Toen Manasse hiervan hoorde wilde hij dat de ceder in stukken werd gezaagd. De slippen van Jesaja´s kleren waren nog zichtbaar aan de ceder wat zijn aanwezigheid in de ceder verried. Toen de ceder doormidden werd gezaagd, stroomde het bloed er aan alle kanten uit. Daarom wilde de Here niet vergeven. 2 Kon. 24:4. Het lezen van 2 Kon. 24:4 is al genoeg om een idee te krijgen van de wreedheid die in die dagen plaatsvond. Men hoeft niet Antiochus Epiphanus erbij te halen. We lezen in 2 Kon. hoe YHWH Juda uit zijn gezicht haalde om de wandaden van Manasse. Als ook om het onschuldig bloed dat hij vergoten had zodat hij Jeruzalem met onschuldig bloed vervuld had. daarom wilde de Here niet vergeven. De kans is dus groot dat Jesaja in stukken gezaagd is maar ook als dit niet het geval was, hoeven we er niet aan te twijfelen dat dit bij anderen gebeurde, afgaande op 2 Kon. 24:4. Jesaja is uiteindelijk wel door theologen in stukken gezaagd. Men beweert dat er 2 Jesaja’s zijn, waarvan de één, hoofdstuk 1:1-39 schreef en de ander hoofdstuk 40-66. Dit is een even groot vergrijp als wat Manasse deed want Jesaja was echt wel één mens. En zijn boek is het woord van God. Jezus verwees naar beide delen en maakte geen onderscheid tussen 2 Jesaja’s. Jojakim versneed in de dagen van Manasse het woord van god met een schrijversmes. Moderne theologen doen hetzelfde.
*
Saulus was een vervolger van christenen tot Christus hem riep toen Saulus op weg was naar Damascus. Daarna werd hij paulus. Saulus had uit religieuze overtuiging de meest gruwelijke dingen gedaan. Hij had kinderen uit de huizen gesleurd en hen gedood en christenen naar de gevangenis gestuurd. Als Paulus deed hij juist het tegenovergestelde. Hij bracht een hele nieuwe genadeboodschap waarbij de wet buiten werking werd gesteld. Nu kwam hijzelf in de bajes terecht. Het verschil was echter dat hij helemaal alleen werd gelaten. Zijn directe vrienden vielen hem af. Hij voelde niet alleen de boeien in zijn huid klemmen maar veel meer voelde hij de eenzaamheid. Hij zei: de here heeft mij bijgestaan en me bekrachtigd, 2 tim. 4:17.
En niets is zo wreed als religie.
Onder izebel’s religieuze tirannie was de openbare aanbidding van Jahweh uitgeroeid. Vanuit 2 Kron. 11:14 weten we dat jerobeam als eerste een nieuwe religie in Israel introduceerde en de Levieten van hun bezittingen en eigendommen beroofde en hen verbood hun plichten jegens YHWH na te leven. Toen emigreerden ze naar Juda. Een andere omvangrijke uittocht was uit Efraïm, Manasse en uit Simeon, 2 Kron. 15:9 gedurende de regering van Asa, koning van juda. Deze teksten laten zien hoe groot de druk van vervolgingen was als gevolg van afgoden dienende koningen van israel: Achab en Izebel, Achaz en Manasse en Jojakim en Sedekia. Er waren dus niet alleen zware vervolgingen onder Antiochus Epifanus maar ook eerder al. Antiochus had een afgodenaltaar gebouwd op het altaar van god waar hij een varken offerde. Toch bleven veel Israelieten hun eigen god trouw en waren niet bang voor de straf die hen boven het hoofd hing als ze hun eigen god bleven vereren. Daarom werden ze gekruisigd en gemarteld terwijl ze nog leefden. Religie was altijd wreder dan gewone oorlogsvoering. Religie liet geen ruimte voor verweer. De Spaanse Armada voer uit om religieuze redenen. Onderdrukking van het geweten en uitroeiing van de vrijheid zijn de 2 doelen van religieuze vervolging.
*
Paulus zegt dat in Hem (Christus) alle dingen geschapen zijn. Dus moeten alle dingen in Hem zijn. Lees verder het eerste hoofdstuk van Kolosse. Paulus zegt dat de persoon van christus het beslissende domein is van alle bestaan. In HEM zijn alle dingen geschapen. Niet in één of andere theorie of in een onpersoonlijk domein maar in de specifieke persoon die christus is. Een persoon was waarin god alle dingen schiep. Deze ene persoon geeft voortdurend zin aan het bestaan en de bestemming van alles. De grond voor deze waarheid zien we al direct in Genesis. In de eerste vers van Genesis staat, “In het begin schiep god de hemel en aarde.”
In het Hebreeuws staat het woord begin maar het duidt ook op de eerstgeborenen. De eerstgeborene is Christus. Zo komen we bij de tegenhanger van Genesis 1, namelijk het eerste hoofdstuk van Johannes. Hier staat dat God alle dingen door het woord en IN het woord schiep. Bijvoorbeeld, je kunt met de trein naar Amsterdam reizen terwijl je ook IN de trein bent. Alles wat God doet, doet hij door en in zijn Zoon. Nu komen we in raar vaarwater terecht. Want degene in WIE alle dingen geschapen zijn, kwam op een dag in alles dat in Hem is. Christus in het vlees was nu beide, de kosmische christus EN de Jezus van Nazareth. Toen de Ene in wie alle dingen bij elkaar werden gehouden, door de incarnatie in dat alles kwam, kwam hij als essentie van dat alles. Pas in onze dagen heeft de wetenschap ontdekt hoe dit ongeveer in mekaar zou kunnen steken. namelijk door de ontdekking van DNA. Dit bevat alle essentie van die persoon in lichamelijke zin.
Met wat veranderingen in het DNA heb je een blauwdruk van Jezus en toch heeft deze voltooide blauwdruk een procesdimensie. De essentie van de mens zou met DNA verandering al behoorlijk verbeterd zijn. Maar door het gemuteerde DNA terug in de mens te injecteren, zou een proces beginnen waarbij zijn perfectie door de hele mens zou worden verspreid. Als het Nieuwe Testament van het lijden van christus spreekt, dan houdt dit woord meer in dan wat pijnlijk was voor de Here. Eerder verwijst het naar het geheel van zijn menselijke ervaringen. Christus is ons DNA. Christus onderging zo’n proces van mutatie hier op aarde door de manier waarop zijn vader hem beproefde. Bij elke beproeving trok zijn vader de heerlijkheid verder uit Hem totdat Hij volledig aan het glorie-infuus zat. Met de dood en opstanding keerden goddelijkheid en menselijkheid terug naar de eeuwige waar Hij zelf vandaan kwam. En van waaruit wij in Hem kwamen. In de koers van Zijn korte menselijke bestaan, van zijn geboorte tot de dood, opstanding en verheerlijking, was het DNA van de mensheid gecorrigeerd en vervuld. Het was opgenomen in het christus gebeuren maar bij de anti climax was de dood verzwolgen in de overwinning van Jezus over de laatste vijand. Jouw DNA, (Christus in jou) is al verheerlijkt en alle weerstand hiertegen van jouw eigen vlees, van de wereld en de duivel, kan hier niet tegenop. Het zal getransformeerd worden want het is al getransformeerd in Hem. Je zult volledig vernieuwd worden omdat je DNA al vernieuwd is, dat christus is in jou.
*
De namen van de Tabernakel
Het is belangrijk om de verschillende woorden die de heilige geest gebruikt voor tabernakel op te merken en om zijn ontwerp te analyseren.
1. Het Huis (Beth).
2. De tabernakel (Mishkan) = een plaats waar men zich ophoudt. Het woord komt van shakan, dat wandelen of zich ophouden betekent. Het gaat om de aanwezigheid van Jehova in het Licht, de Shechina genoemd. Ex. 25:8.
3. De tent (‘Ohel). Deze was al opgericht als plaats van aanbidding voordat de tabernakel er was.
‘Ohel Moh’ed = tent van samenkomst en vergadering.
5. De tabernakel van getuige, ‘ohel ha-eduth. = de tent die de tafels bevat met de wet van Mozes, als getuige van hun verbond met Jehova. Ex. 16:32-34; 25:21.
6. Heiligdom. Hebr. kodesh, of heilige plaats.
Vergadering is ‘edah,” wat algemeen, groter en overal is, terwijl bijeenkomst, Kahal, lokaal en op kleinere schaal is.
*
Babel en Pinksteren
Verbonden met het wonder van talen bij Babel was de verstrooiing van de natiën “over de oppervlakten van heel het land” (Genesis 11:8; SW). Verbonden met het wonder van talen bij de Pinksterdag is de verstrooiing van de Twaalf Stammen over heel de aarde. Beide gebeurtenissen waren een teken van het nationale oordeel van God. Beide werden gevolgd door de selectie van een nieuwe leider. Babel, in Genesis hoofdstuk 11, werd gevolgd door de afscheiding van Abram (wiens naam later gewijzigd werd in Abraham), in Genesis hoofdstuk 12. Pinksteren, in Handelingen hoofdstuk 2, werd gevolgd door de afscheiding van Saulus (wiens naam werd veranderd in Paulus) in Handelingen hoofdstuk 9.
*
Openbaring
Het taalgebruik in het boek Openbaring is het taalgebruik van de 12 apostelen. De openings woorden van Openbaring zijn verbijsterend. In vers 3 staat bovendien, de tijd is nabij. Christus wist dat het aanbod van Petrus in Handelingen 3:19-26 verworpen zou worden. Toch mocht Johannes er niets over schrijven. Dus schreef hij aan de 7 gemeenten over dingen die wel begrepen zouden worden. In Openbaring staat niets over de verwerping van het koninkrijk door Israël. De keuze van Israel liep door tot Handelingen 28:23. In Openbaring wordt op een realistische wijze gesproken van de dingen die aanstaande waren. De brieven moeten ook zeer veel indruk hebben gemaakt op de 7 gemeenten. Petrus had ook al verklaard dat dit het was wat door Joël al voorzegd was ten aanzien van de Dag des Heeren. Zie Joël 2 en 3. De brieven aan Efeze en Pergamus herhalen de verzekering, “zie ik kom spoedig.” Ik kom haastig, was ook de boodschap aan de gemeente van Filadelfia, Ope. 3:11 met hetzelfde woord haastig in Ope. 22:20. Ik sta aan de deur en klop, was de boodschap aan Laodicea, ope. 3:20. Met dezelfde betekenis als Jac. 5:9, zie de rechter staat voor de deur.
De woorden voor Efeze, `ik heb tegen u gezegd dat u uw eerste liefde hebt verlaten,” Ope. 2:4 moeten een speciale betekenis hebben gehad voor de ontvangers van toen, zeker in het licht van Hand. 19:10 en 2 Tim. 1:15. Ja, de Dag des Heren was nabij. Het volk stond op het punt om zich te bekeren en dan was het koninkrijk toen al aangebroken. Overigens waren we dan de bedeling van genade misgelopen. Maar de oproep werd verworpen en Christus kwam toen niet terug. Alles is uitgesteld. Wel is er een bedeling van genade ingevoegd in het tijdsframe. Gelukkig maar voor de heidenen.
*
Johannes had hem gehoord
In de openingswoorden van 1 Johannes horen we de woorden klinken uit Hebreeèn 2:3. Johannes was één van degenen die Hem gehoord hebben. Hij begint zijn brief als volgt:
“dat wat we van het begin af aan gehoord hebben en gezien hebben met onze eigen ogen… Wat wij gehoord en gezien hebben, verkondigen wij u. 1 joh. 1:1-4. Hij schrift in het bijzonder aan de Hebreeën en wel aan het einde van die bedeling.
Hij gebruikt ook Hebreeuwse uitdrukkingen zoals “voorspraak” (trooster) bij de Vader zoals hij ook gehoord had uit de mond van Jezus zelf. Joh. 14:16-17. Hij voegt eraan toe: “het is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze maar ook voor de zonden van de hele wereld. 1 Joh. 2:2. Hier onderscheidt Johannes zichzelf en zijn volk Israël tot wie hij gezonden was om van Hem te getuigen.
*
De brieven van Petrus
Ook Petrus schreef aan de joden in de verstrooiing. Hij verkondigde dezelfde boodschap als de oude profeten. Hij noemde deze gelovigen buiten Israel een heilig priesterdom en als de schapen van zijn wei. Hij vertelt hen dat het einde van alle dingen nabij is. En dat het oordeel komt over allen die ongehoorzaam zijn, verwijzend naar zijn eigen bevel in Handelingen 3:19 en de zaligheid in Hebr. 2:1-3. Petrus getuigde dat door de dood en opstanding van christus, God de gelovigen heeft doen wedergeboren tot een hemelse erfenis. Deze zou dan geopenbaard worden nadat de beproevingen voorbij waren. 1 Petrus 1:5. Hier wordt openbaren op dezelfde manier gebruikt als in 1 Petrus 4:13 en 5:1. Dit woord hoorde bij de belofte waarbij christus gezonden zou worden als de joden zich zouden bekeren. Het maakt geen deel uit van onze hoop nu. Wij wachten op de bovenroeping en niet op de openbaring of op de dag van de here. In zijn tweede brief schrijft Petrus over het gegeven dat de gelovigen van zijn tijd dat…
“Want zo zal aan jullie de intrede in het aionische koninkrijk van onze Heer en Redder, Jezus, rijkelijk toegevoegd worden.”
Petrus stelt zichzelf onder hen die Hem gehoord hadden als hij zegt: “en deze stem hebben wij gehoord toen we met Hem op de heilige berg waren.” Aan het einde van zijn tweede brief schrijft hij over de dag des Heren die zal komen als een dief in de nacht. Daarna gaat het over de Dag van God die op deze dingen zal volgen. waarna de nieuwe hemel en aarde zich zullen aandienen. Deze teksten staan vol met persoonlijke voornaamwoorden waaruit duidelijk wordt dat de apostelen zichzelf rekenden tot de doelgroep aan wie ze schreven. We weten nu dat de joden dit aanbod van het koninkrijk en de tweede komst van christus verworpen. Toen het was het koninkrijk dichtbij, nu is het uitgesteld. Zo kunnen we woorden als “haast” en “nabij” plaatsen, Openbaring 1:1. Johannes schreef vlak voor het einde van zijn bedeling en riep daarom op om haast te maken met de bekering. Hij noemde zijn periode het laatste uur. Wij lezen openbaring nu alsof het een voortzetting is van onze heidense geschiedenis omdat we de crisis in handelingen 28 negeren en het grootste drama in de geschiedenis, namelijk de verwoesting van Jeruzalem in 70 na christus. Het boek is echter voor de joden bedoeld.
*
De algemene brieven
De laatste 7 brieven in de bijbel heten de algemene brieven. Ze zijn geschreven door hen die Jezus gehoord hadden. Niet alle apostelen hebben hieraan mee geschreven maar slechts 4 werden hiervoor uitverkoren: petrus, jacobus, Johannes en Judas (Mat. 13:55, Mar. 15:40. Deze brieven volgen in de oudste Griekse manuscripten direct op het boek Handelingen waarbij de brief van Jac. meestal vooraan komt.
De brief van Jacobus
Jacobus schreef aan de 12 stammen in de verstrooiing. Hij schreef de brieven in de bedeling die in het boek Handelingen beschreven wordt. Het ging nog steeds om de koninkrijksopdracht, namelijk dat als de joden zich zouden bekeren, dan het koninkrijk zou doorbreken. Hijzelf en de Israëlieten zouden zijn als de eerstelingen. Paulus borduurde voort op deze eerstelingen in zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen. hij schreef dat eerst de dode heiligen zullen opstaan en dan pas zij die levend zijn. Zij zouden inderdaad dezelfde eerstelingen zijn als waarover jacobus het had gehad. God had door petrus beloofd dat christus jezus zou verschijnen als de joden zich zouden bekeren en dat dus het aanstaande koninkrijk een feit was. Ja, zelfs Paulus schreef in gelijke woorden over wat Petrus gezegd had. Dezelfde Here zei dus twee keer hetzelfde, eerst tegen Petrus en later tegen Paulus in 1 Thess. 4. Paulus was er niet bij toen de Here deze woorden aan petrus verkondigde maar blijkbaar had hij ze nogmaals van de Here zelf gehoord. Dan nog iets. jacobus zei, Zie de rechter staat voor de deur. Christus was op dat moment dus nog niet gezeten maar zoals ook Stefanus hem zag, Stond Hij nog. Alsof hij wachtte op Israël’s bekering en om in overeenstemming met Handelingen 3:20 (petrus) gezonden te worden. In hebr. 10:12 schreef paulus wel over de Here, dat hij gezeten is aan Gods rechterhand. Maar deze opmerking is juist om het contrast weer te geven met de aardse priesters die altijd staan omdat hun werk nooit af was. Jacobus schreef over geloof dat voltooid werd met werken. De Romeinenbrief was nog niet geschreven. Hij verwees naar Abraham die geloofde en een Ark bouwde waarmee hij zijn geloof dus bekrachtigde. En hij verwees naar Rachab die een levend geloof had en de spionnen van de Here ontving in plaats van hen te verraden. Ook zij bekrachtigde haar geloof door werken. Beiden, Abraham en rachab ging niet de deuren langs om geld in te zamelen voor goede doelen. Nee, ze hadden hun eigen taak en rol gekregen.
*
Was Handelingen het begin va de kerk?
De toespraken in Handelingen zijn gericht tot de leiders van het volk. Het hele volk werd opgeroepen tot bekering. Op de Pinksterdag riep Petrus de joden op om zich te bekeren. Hij begon met de openingswoorden van de profeet Joël vers 16, “dit is het, wat gesproken is door de profeet Joël. Maar deze woorden gaan niet over de vorming van de eerste kerk. Joël en Petrus spraken met betrekking tot het koninkrijk en niet anders. Dan kun je Petrus in Handelingen 2 beter volgen en kun je zijn lijn volgen naar Handelingen 3 waar hij zijn woorden verder uitdiept. De Dag des Heren was dichterbij gekomen en dit werd dan ook verkondigd in de naam des Heren. Het oordeel zou beginnen bij het Huis van God, 1 Petr. 4:17. Want de rechter staat voor de deur, Jac. 5:9. Petrus eindigt zijn Pinkstertoespraak met de woorden, “wordt behouden van dit verkeerd geslacht. Hand. 2:40. Het was de roep om onmiddelijke ontsnapping aan het oordeel dat over dit geslacht zou komen zoals voorzegd in Lucas 21:23. Hier gaat het helemaal niet om het begin van de gemeente. Petrus en de apostelen waren voor de besnedenen en deden niets anders dan de woorden herhalen die ze gehoord hadden van christus. De hernieuwde verkondiging om zich te bekeren vinden we door heel handelingen terug, later ook door Paulus in de synagogen buiten Israël. Het kreeg zijn voltooiing in Rome waar veel joden het aanbod van het koninkrijk afwezen. Hand. 28:17-25. Paulus herhaalde nog eens wat God gesproken had bij monde van Jesaja 6:9. Jezus had deze woorden herhaald in Mat. 13:13-17. Hij dee dit een 2de keer in Joh. 12:37-41. Op beide momenten sprak Hij deze woorden in verband met de verwerping van Zijn werken en woorden. Nu voor de 3de en laatste keer wordt het bevestigd door Paulus in hand. 28:25. Elke herhaling van deze profetie markeerde een crisis in de geschiedenis van israel. Deze laatste keer werd kort daarna gevolgd door de verwoesting van Jeruzalem en de verstrooiing van de joden. De aanwezigheid van joden in ons midden is hier nog een getuigenis van.
*
Zij die Jezus hoorden
God sprak door Jezus tot ons, en tot de discipelen en een hele groep van andere mensen die Hem gehoord hadden. We gaan tot Paulus en tot aan de Hebreeën aan wie hij schreef. Het spreken in Hebr. 2:3 en 4 is verdeeld in tweeën.
1. de bevestiging door hen die de Zoon hoorden.
2. het getuigenis dat God aan hun getuigenis toevoegde door tekenen en wonderen en allerlei krachten van de heilige geest.
Wie hoorden Hem?
Het spreken van Jezus was tot de joden gericht. Maar degenen die hem nadrukkelijk gehoord hadden, waren de 12 apostelen. Er waren geen anderen op aarde die zo nadrukkelijk namens God konden spreken. De bediening van Jezus werd na zijn hemelvaart voortgezet door de 12 apostelen. Zijn bediening was begonnen na de overlevering van Johannes de Doper in Mat. 4:12 met de oproep aan het volk, :”bekeert u” Er werd echter geen aandacht geschonken aan deze oproep. Jezus kwam ook niet om een gemeente of kerk te stichten maar om een dienaar te zijn van de besnedenen, Rom. 15:8. De 12 apostelen bevestigden zijn woord. Hij werd niet gedoopt om een sacrament voor een kerk in te stellen maar opdat Hij aan Israel geopenbaard zou worden. Ook de 12 apostelen kregen niet de opdracht om een nieuwe gemeente te stichten. Zij moesten de oproep tot bekering van Jezus aan het volk herhalen. Om zo Zijn aankondiging te bevestigen en de koning en het koninkrijk opnieuw aan te bieden op die ene voorwaarde van nationale bekering.
*
Het koninkrijk
Als God nu een paar eeuwen na de profeten opeens weer begon te spreken door zijn Zoon, dan betekent dit dat alle woorden van Jezus een goddelijke wijsheid bevatten. Toen Hij 12 jaar was, zei hij tegen zijn moeder, “Wat is het, dat u Mij gezocht hebt? Wist u niet dat ik de dingen van Mijn Vader moet zijn?” Lucas 2:49. De laatste woorden die Hij sprak waren “Het is volbracht.” En wat was er volbracht? Antwoord: de dingen van de Vader waarmee Hij bezig moest zijn, Psalm 40:7 en 8.
De bediening van Jezus was verdeeld in 4 thema’s:
1. de verkondiging van het koninkrijk, beginnend bij Mat. 4:12 tot en met Mat. 7. Al deze woorden staan in verband met het koninkrijk en niet met de huidige bedeling.
2. Het 2de onderwerp had betrekking op Hemzelf. Het begint met dat hij verkondigd wordt als de Here en als de mensenzoon. Al zijn woorden vanaf Mat. 8:1 tot en met Mat. 16:20 laten zien dat hij volkomen god en volkomen mens was. Zijn woorden waren scheppingswonderen.
3. Het 3de onderwerp, beginnend bij Mat. 16:21 was zijn verwerping door Zijn eigen volk, Israël dat Hem niet aannam, Joh. 1:11. Van toen aan zei Jezus tegen zijn discipelen dat Hij naar jeruzelem moest waar hij veel moest lijden. Dat gaat zo door tot Mat. 20:34.
4. Het 4de onderwerp was opnieuw het koninkrijk maar nu niet de verkondiging maar de verwerping ervan. Dit begint in Mat. 21:1 en eindigt in Mat. 26:35. Alle gelijkenissen die in die tijd werden uitgesproken, verwijzen naar de komende overgang van bedelingen en spreken van een naderende bedeling waarin het koninkrijk uitgesteld werd als gevolgd van Zijn verwerping.
Schema:
A. Mat. 4:12-7:29 Het koninkrijk aangekondigd
B. Mat. 8:1-16:20 De koning aangekondigd
B. Mat. 16:21-20:34 De koning verworpen en Zijn regering uitgesteld
A. Mat. 21:1-26:35 Het koninkrijk verworpen en uitgesteld.
Het koninkrijk van Jezus en ook de verwerping hiervan zijn de centrale thema’s in het Matheusevangelie. De bediening van christus past in de volgende structuur:
A. Mat. 1:1-2:23 Voor Zijn bediening
B. Mat. 3:1-11 De Voorloper
C. Mat. 3:12-17 de doop
D. Mat. 4:1-11 De verzoeking
E. Mat. 4:12-7:29 Eerste periode; het koninkrijk
F. Mat. 8:1-16:20 Tweede periode; de koning.
F. Mat. 16:21-20:34 Derde periode, de koning
E. Mat. 21:1-26:35 Vierde periode; het koninkrijk
D. Mat. 26:36-46 Het lijden
C. Mat. 27:47-28:14 Dood; begrafenis en opstanding.
B. Mat. 28:16-18 De opvolgers.
A. Mat. 28:19 en 20 Na Zijn bediening.
Jezus spreekt de woorden van zijn Vader die worden begrensd door deze structuur.
*
Kenoosis
In het oude Testament zijn de profeten op een bepaald moment uitgekletst. Dan een paar honderd jaar later wordt Jezus geboren. En God preekt weer, nu door Hem. Hij spreekt dus nu direct door Zijn Zoon en niet door de zoveelste geroepen mens. En dus spreekt god ook niet door de heilige geest. Het spreken van God was gericht tot de joden. En dus niet tot de heidenen. Hebr. 2:3. Het spreken van God door Zijn Zoon was het hoofdthema van de profetie. God had dit al tegen Mozes gezegd in Deut. 18:15. De aanwijzing van Jezus kwam overeen met Numeri 11:29 en 12:6 en de heilige geest zalfde Jezus tot diens profetische dienst. Mozes werd geroepen in de nabijheid van de brandende braamstruik, Jezus werd gezalfd in de nabijheid van het water van de Jordaan. Nu sprak God door Zijn Zoon en de 4 evangeliën zijn letterlijk het woord van God. In het Johannesevangelie zegt Jezus 7 maal dat Hij de woorden van zijn Vader spreekt: Joh. 7:16, 8:28, 8:46, 12:49, 14:10, 14:24, 17:8.
Zo is er een tendens om in onze moderne tijd het boek Jona af te doen als een grappig verhaal en het boek Daniël als een vervalsing of om Psalm 110 niet te beschouwen als zijnde door David geschreven. Moderne theologen noemen dit kenoosis. Dit woord staat in Fil. 2:7 waar het gaat om de kenoosis-ontlediging van de here. Maar de theologen passen het evengoed toe op de bijbel zelf. Men probeert dan de bijbel te ontledigen van de mythe. En zo zou ook Jezus gekletst hebben alsof Hij niet beter wist toen hij over jona, Danièl en David sprak. In werkelijkheid ontledigde Hij zich van de heerlijkheid die Hij had bij de Vader voor de wereld weer was. Daarna nam Hij de gestalte aan van een dienstknecht. Niettemin was Hij wel vervuld met goddelijke wijsheid en doorgrondde hij de harten van de mensen.
*
Jezus pauzeert, Paulus pauzeert
“Paulus” is afgeleid van de Griekse wortel pau, dat “een pauze” betekent. Bij de roeping van Paulus begint God bij Israël op de “pauzeknop” te drukken. Die knop wordt uitgebreid behandeld in Romeinen 11:8 – “God geeft de joden een geest van bedwelming, ogen om niet te zien, oren om niet te horen, tot op de dag van heden.”
Dan Jezus…
In Lukas, hoofdstuk 4, beginnend bij vers 17, liep Jezus de synagoge in en stond op om voor te lezen uit Jesaja 61:1 en 2. Maar Hij stopte na vers 1.
Waarom stopte Jezus midden in een zin? Ten eerste, ja, Hij stopte inderdaad in het midden van een zin. Hij pauzeerde en gaf toen de boekrol terug aan de dienaar en ging zitten. Hij las uit Jesaja 61, vers 1 en 2. Waarom ging Hij niet gewoon verder met de zin, met de rest van vers 2? Maar Hij deed het niet. Jezus stopte in het midden van een zin, God nog an toe. Waarom ging Hij niet verder? Hij kon niet verder gaan. De daaropvolgende woorden verwijzen naar het einde van dit huidige “tijdperk van de volkeren” en de grote oordelen van het boek Openbaring die Israël, eindelijk, zullen binnenleiden in het duizendjarig koninkrijk. Als onze Heer verder gelezen had in Jesaja 61, vers 1 en 2 (Hij las vers 1 helemaal, maar gaf de boekrol terug en ging zitten in het midden van vers 2), dan was de volgende zin geweest: “en de dag van wraak van onze God.”
Dit deel van de profetie moest nog niet in vervulling gaan – niet in die tijd.
*
Van Cyprus tot Yalta
Cyprus is in tweeën gedeeld, heel beeldend alsof het om Saulus voor het Turkse gedeelte (Tarsus) gaat en om Paulus voor het Griekse gedeelte. Want hier op Cyprus werd de blauwdruk beklonken voor Gods plan voor de komende 2000 jaar met de heidenen. Zoals we na de Tweede Wereldoorlog de bijeenkomst in Yalta op de Krim hadden met Stalin, Roosevelt en Churchill die de contouren van de toekomst bespraken, zo vond op Cyprus ook iets plaats wat we nog steeds maar moeilijk kunnen bevatten. Toen de geest Paulus en Barnabas afzonderde voor het werk van deze bijzondere en unieke opdracht, zou een man uit de volkeren – een heidense regeringsfunctionaris – het tweede, zuiver heidense lid worden van het lichaam van Christus.
Handelingen 13:4-7, uit The Message:
Uitgezonden door de Heilige Geest, gingen Barnabas en Saulus naar Seleucië en namen een schip naar Cyprus. Het eerste wat ze deden toen ze aanmeerden in Salamis was Gods Woord verkondigen op de plaatsen waar Joden samenkwamen. Ze hadden Johannes bij hen om hen te helpen. Ze reisden het hele eiland over tot ze in Pamos een Joodse tovenaar aantroffen, die zichzelf had opgewerkt tot vertrouwenspersoon van de proconsul, Sergius Paulus, een intelligente man, die zich niet snel liet beetnemen door charlatans. De tovenaar heette Barjezus, hij was corrupt tot in zijn tenen. Laat ik je voorstellen aan de hoofdrolspelers in dit drama dat op het punt staat zich te ontvouwen op het eiland Cyprus.
Paulus: Eerste lid van het lichaam van Christus.
Sergius Paulus: Proconsul van Pafos; heidense man; ongeschonden penis; boomaanbidder; intelligent; niet makkelijk te bedriegen door charlatans.
Barjezus: Joodse tovenaar; hielenlikker van Sergius Paulus; corrupt tot in zijn tenen.
Barnabas: Reisgenoot.
Nogmaals, er stond iets te gebeuren dat bepalend zou zijn voor ons tijdperk. Een plaatje is duizend woorden waard. Kijk:
De proconsul nodigde Barnabas en Paulus uit bij hem binnen te komen om Gods Woord uit de eerste hand te kunnen horen. Maar Dr. Weetal (zo heet de tovenaar in gewoon Nederlands) zorgde voor opschudding en probeerde de proconsul ervan te weerhouden om een gelovige te worden. Maar Saulus (of Paulus), vol van de Heilige Geest, keek hem recht in de ogen en zei…
Handelingen 13:7-9, The Message
Wat hij zei dat horen we zo meteen.
Eerst wil ik dat je opmerkt dat hier – recht voor je neus – het magische moment is waarop Saulus Paulus wordt: “Maar Saulus (of Paulus), vol van de Heilige Geest…”
Het Concordant Literal New Testament [zie ook www.schriftwoord.nl] zegt: “Saulus nu, die ook Paulus is…”
*
Antiochië, nieuwe geestelijke hoofdstad
In combinatie met dit geleidelijke verval van Israël en het omhoogkomen van de volkeren, vervangt Antiochië Jeruzalem – in Handelingen 11:25 – als het geestelijke hoofdkwartier van de wereld. Wat een enorme omschakeling. Waar predikte Petrus met Pinksteren in Handelingen, hoofdstuk 2? Jeruzalem. Hoe lang was Jeruzalem Gods hoofdkwartier geweest? Voor lange tijd – tot Paulus. De Griekse onderdelen van de naam “Antiochië” zijn IN PLAATS VAN – IN ERE HOUDEN. Gods waarheid wordt nu hier in ere gehouden, tussen heidenen, in plaats van in Jeruzalem, waar Israëlische afvalligheid heerst. Er gebeurt iets heel bijzonders in Antiochië, in Handelingen, hoofdstuk 13, dat dienst doet als een microkosmos van het geheel van Gods bedoeling in deze schijnbaar chaotische tijden.
*
Jezus uitgekletst?
Na de hemelvaart van Jezus brak er een onduidelijke periode aan. Was Zijn vlam uitgedoofd? Ging het leven verder als voor Zijn komst? In de eerste paar hoofdstukken van Handelingen zweefde Israël dicht bij de deur van het koninkrijk, terwijl de volkeren nergens waren. Maar in Handelingen, hoofdstuk 12, was Israëls fortuin afgenomen: Stefanus was gestenigd, de discipelen verstrooid, Jacobus gedood en Petrus uiteindelijk verbannen naar Babylon. Maar in hoofdstuk 9 riep God Saulus en in hoofdstuk 13 verheugden de volkeren zich in ongekende genade. Niemand wist nog dat God iets achter de hand hield voor de heidenvolken (een geheim, verborgen in God tot op Paulus, Efeziërs 3:9), waarvoor Israël verblind moest worden, afvallig moest worden en de vervulling van haar roeping voor een paar duizend jaar uitgesteld moest worden. Tegen het einde van het boek Handelingen was Paulus in Rome bezig de Efezebrief te schrijven en was Israël aan de kant gezet (Handelingen 28:25-28) totdat de volheid van de volkeren zal binnengaan (Romeinen 11:25).
*
wie heeft het mis? Islam of christendom?
Onze Heer was óf de grootste bedrieger in de geschiedenis van onze planeet, óf Jezus Christus was precies Wie Hij zei dat Hij was. De priesters van Israël doodden Hem omdat Hij beweerde Gods Zoon te zijn. De stoutmoedigste uitspraken van Christus kenden geen gulden middenweg wat betreft Zijn identiteit en bediening. Andere religies, zoals de Islam, maken van Jezus Christus slechts een grote profeet. Als dit waar is dan was Hij geen grote profeet, maar eerder een liegende profeet. Welke profeet eist het recht op om aanbeden te worden als Godheid? Profeetschap was niet Zijn getuigenis. Jezus’ getuigenis was dat Hij niemand anders was dan de Zoon van God – en dat Hij al bestond vóór Abraham (Johannes 8:58).
*
God is geen gentleman
Mensen hebben me verteld: ‘God is een gentleman.’ Dan zeg ik: ‘Echt waar? Laat maar zien die tekst.’ God is veeleer een Welwillende Indringer van mensenlevens. Als God niet over ons handelt, dan handelen wij niet. Zijn genade is despotisch. Hij overweldigt eerst en stelt later vragen. Geloof is niet het muntje dat de kauwgombal van redding naar buiten schiet: Geloof is de reactie op iemands besef van Gods historische handeling. Christus redt ons en geeft ons daarna geloof. Dat is de goddelijke volgorde. Geloof is de kombuis voor de motor die verlost van zonde. De motor is het kruis. In Romeinen 5:8 zegt Paulus: ‘Toen wij nog zondaars waren is Christus voor ons gestorven.’
Geloof is een rechtvaardige handeling die geen enkele zondaar kan opbrengen. Maar Christus stierf voor ons toen wij nog zondaars waren. Daarom zijn het zondaars die gered worden, geen gelovigen. Geloof, hoewel belangrijk, beaamt slechts een uitgemaakte zaak. Anders zou redding door geloof komen in plaats van door Christus.
En dat kan niet.
We zijn niet gered omdat we geloven; we geloven omdat we zijn gered.
*
Zal Adolf Hitler gered worden?
‘Waarom kom je eigenlijk met Hitler aanzetten, terwijl de ergste zondaar in de geschiedenis Saulus van Tarsus was?’ Over het algemeen houden ze niet van een dergelijke vraagstelling.
Paulus – voorheen Saulus – is degene die zichzelf de voornaamste zondaar noemde. In zijn eerste brief aan Timoteüs zei hij:
Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben. Maar daarom is mij barmhartigheid bewezen, opdat Jezus Christus in mij, de voornaamste [van de zondaars], al Zijn geduld zou tonen, tot een voorbeeld voor hen die later in Hem gaan geloven. 1 Timoteüs 1:15-16
Hitler vervolgde de Joden; hij vervolgde God niet. Saulus was de vijand van God Zelf en van Zijn Zoon, Jezus Christus. Hoeveel Joden Hitler ook gedood heeft, Saulus’ poging om God te vernietigen overtroeft het. Toen hij geestelijk onderuit ging op de weg naar Damascus, riep Saulus uit: ‘Wie zijt Gij, Heer?’ Het antwoord kwam: ‘Ik ben Jezus, de Nazarener, Die jij vervolgt’ (Handelingen 22:8-9).
En dat was nog vriendelijk uitgedrukt.
Als God in het geval van Saulus al Zijn geduld toonde, dan had zelfs Hitler niet meer van Gods geduld kunnen uitlokken. Lees die laatste zin nog eens, alsjeblieft. God had elk stukje geduld nodig, niet alleen maar om deze speling van de natuur – Saulus – te tolereren, maar om hem met genade te overgieten. Dit is eenvoudige logica. God putte al Zijn geduld uit bij Saulus; daarom was Saulus van Tarsus de voornaamste zondaar die ooit op aarde zou rondwandelen. Saulus was erger dan Adam, erger dan Judas, erger dan Stalin, erger dan Hitler en erger dan Charles Manson. Geen van dezen vereiste al Gods geduld. Dus wat deed God met die ene man op aarde die de meest verschrikkelijke straf verdiende?
‘Maar de genade van onze Heer overweldigt, met geloof en liefde in Christus Jezus’ (1Timoteüs 1:14).
*
Daar wordt op de deur geklopt
En zo kwamen er een paar mannen van Cornelius bij Petrus aan. Hun plan was om Petrus zover te krijgen dat hij naar Caesarea ging om met hun baas te praten. Let op de timing van God. Petrus herstelde zich net van zijn openbaring op het dak toen er op de deur werd geklopt. Handelingen 10:17-23, uit The Message:
Terwijl Petrus, verdwaasd, probeerde uit te vissen wat het allemaal betekende, verschenen de mannen van Cornelius bij Simons voordeur. Ze klopten aan en vroegen of er ene Simon verbleef, die ook Petrus genoemd werd. Petrus, in gedachten verzonken, hoorde hen niet en dus fluisterde de Geest hem in: ‘Drie mannen kloppen op de deur, op zoek naar jou. Ga naar beneden en ga met hen mee. Stel geen vragen. Ik heb hen gezonden om je op te halen.’
Petrus ging naar beneden en zei tegen de mannen: ‘Ik denk dat ik de man ben die jullie zoeken. Wat is er aan de hand?’ Zij zeiden: ‘Kapitein Cornelius, een godvrezend man, bekend om zijn eerlijkheid – vraag maar aan elke Jood in deze buurt – kreeg van een engel de opdracht om jou naar zijn huis te halen zodat hij kon horen wat je te zeggen had.’ Petrus vroeg hen binnen te komen en maakte het hun naar de zin. Petrus ging akkoord. Zonder het visioen zou hij nooit zijn gegaan. Maar let op wat hij doet in Handelingen 10:23 – ‘De volgende morgen stond hij op en ging met hen mee. Sommige vrienden uit Joppe gingen ook mee. Een dag later kwam ze in Caesarea aan.’
Waarom nam Petrus vrienden uit Joppe mee naar het huis van Cornelius? Voor gezeldschap? Nee. Er was maar één reden: de wet verbood Petrus om het huis van een heiden te betreden. Dit hier was nieuw terrein voor Petrus; hij wandelde op de maan. Thuis in Jeruzalem zou de hel losbreken als het ooit bekend werd dat hij, Petrus, het huis van een hond was binnengegaan zonder goede reden. Het visioen was een goede reden; dat had Petrus nodig; hij had een directe openbaring nodig dat God honden voortaan rein beschouwde. Petrus wist nog niet zeker waarom dat was. Het feit alleen al was schokkend genoeg. En nu vroeg God hem – nee, vertelde hem – om zich netjes te gedragen in het huis van een hond. Petrus nam getuigen mee om uiteindelijk te bevestigen wat alleen maar kon uitdraaien op een rare situatie. Hij had er geen idee van hoe raar. Zelfs het visioen had Petrus niet genoeg voorbereid op wat er zou plaatsvinden in het huis van Cornelius.
*
Petrus accepteert Paulus
Paulus had niet alleen een turbulente levensloop als Saulus, de christenenvervolger. Toen hij eenmaal de opgestane christus had ontmoet, had hij ook een buitenissige boodschap die afweek van het zich strikt houden aan de wet. En bovendien waren joden opeens niet meer het bevoorrechte ras maar waren joden en heidenen één. Petrus zou Paulus nooit hebben geaccepteerd als hij zelf niet zo´n raar visioen had gehad van God. Die zei tot hem:
‘Sta op, Petrus! Slacht en eet!’ (Handelingen 10:13). Petrus deinsde met afgrijzen terug.
Maar Petrus zei: ‘Beslist niet, Heere, want ik heb nooit iets gegeten wat onrein is.’ En er kwam opnieuw, voor de tweede keer, een stem tot hem: ‘Wat God gereinigd heeft, mag u niet voor onrein houden!’ – Handelingen 10:14-16
God deed dit speciaal om Petrus, de leider van de Weg, voor te bereiden om het getuigenis te aanvaarden van een man die hij spoedig zou ontmoeten, een voormalige Christenmoordenaar, Saulus geheten, die Petrus zou vertellen over zijn wonderlijke ontmoeting met de verrezen Redder op de weg naar Damascus. De Redder vertelde Paulus dat hij een licht zou zijn voor de heidenen. Zonder dit visioen in Joppe zou Petrus zelfs niet eens maar nagedacht hebben over alles overtreffende genade voor heidenen. Toen dit visioen plaatsvond vroeg een godvrezende heiden in de stad Caesarea, Cornelius geheten – een vrome volgeling van de God van Israël – naar Petrus. Je weet nog wel dat in die tijd een heidense zoeker die een zegen wenste, zijn of haar plaats moest innemen als hond onder de tafel van Israël. Terwijl Cornelius bad kreeg hij bezoek van een engel. Cornelius was eerst bang (dit lijkt standaard, bijbelse procedure te zijn als engelen verschijnen), maar de engel kalmeerde hem en zei (Handelingen 10:4-6):
‘Je gebeden en aalmoezen hebben Gods aandacht op je gevestigd. Dit is wat je moet doen. Stuur een paar van je mannen naar Joppe om Simon te halen, die door iedereen Petrus wordt genoemd. Hij verblijft bij Simon de leerlooier wiens huis aan zee ligt.’
Terwijl de mannen van Cornelius op weg waren naar Joppe, kreeg Petrus zijn visioen van het laken. Als je ziet wat er vervolgens gebeurt, zul je verder begrijpen waarom Petrus dit visioen nodig had. Petrus moest niet alleen een nieuwkomer accepteren in de schaapskooi (Paulus) met zijn radicale ombuiging naar heidenen, maar Petrus moest zich ook realiseren dat God met een nieuw programma begonnen was dat uiteindelijk de mannen en vrouwen uit de volkeren een goddelijke roeping zou geven en een verwachting die totaal losstond van de priesternatie Israël. Petrus zelf deed zijn best om de boodschap te begrijpen die Paulus aan de volkeren bracht. Dit lijkt ongelooflijk, maar luister naar wat Petrus later schreef in 2 Petrus 3:14-16. Uit het Concordant Literal New Testament
Daarom geliefden, terwijl u op deze dingen hoopt, beijver u om onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden in vrede en beschouw het geduld van onze Heere als redding; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u schrijft, zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn.
*
Wedergeboren worden
In Johannes 3 zegt Jezus tegen Nicodemus dit: ‘Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.’
Nicodemus snapt er niets van want hoe kun je nu 2 keer geboren worden. Maar Jezus refereert aan Jesaja 66: 7-9
Voordat zij weeën kreeg, heeft zij gebaard. Nog voor een wee over haar kwam, heeft zij een jongetje ter wereld gebracht. Wie heeft ooit zoiets gehoord? Wie heeft iets dergelijks gezien? Zou een land geboren kunnen worden op één dag? Zou een volk geboren kunnen worden in één keer? Maar Sion heeft nauwelijks weeën gekregen, of zij heeft haar zonen al gebaard. ‘Zou Ik ontsluiting geven en niet doen baren?’ zegt de HEERE. ‘Of zou Ik, Die doe baren, toesluiten?’
*
God is politiek incorrect
Voor de toren van Babel bestond er niets zoiets als politiek. Een volk werd geregeerd door families die vaak picknickten om de zaken te bekokstoven. Pas na de val van Babel werd God echt politiek incorrect. Nimrod van babylon voerde zoiets als volkerenpolitiek in. Voor god een reden om juist politiek incorrect te worden.
Hij ging zijn plan ontvouwen voor het herstel van de aarde die in Gen. 1:2 in chaos was geraakt.
Hij pikte de nakomelingen van Noach’s zoon Sem eruit die zich Hebreeërs noemden en ging met hen verder. Door dit volk zou hij de aarde zegenen, in ere herstellen en deze met god verzoenen. Of eigenlijk begon hij met 1 persoon, Abram geheten. Hij zou aan hem uitleggen wat zijn plan was om de aarde te herstellen. Een plan van ECHTE duurzaamheid. God had geen transition towns nodig om de aarde te herstellen. Politieke partijen als GroenLinks hebben het wel eens over duurzaamheid. Maar ze weten niks van Gods plan van de aionen waarlangs de hele schepping duurzaam hersteld zal worden. Dan moet je echt terug naar Gen. 1:2 om te snappen waar je over praat.
*
Er is veel te doen geweest over de meiden van Pussy Riot die in Rusland een kerk binnen gingen en op het altaar gingen dansen. Als protest tegen de invloed die kerk en staat op elkaar hebben in Rusland. Of de mensen deze boodschap helemaal snapten, vraag ik me af. Ik denk eerder dat ze een stel gekke meiden met panties over hun kop zagen en meer niet. Het protest van de Pussy´s was erg politiek gericht en hoezeer gericht tegen de verstrengeling van staat en reiligie ook, WETTICISTISCH van karakter. Je strikt aan de wet en aan regels houden is wetticistisch en je er in politieke zin tegen afzetten is dit eveneens. Politiek is bij uitstek het domein van de Boom van kennis van Goed en Kwaad. De apostel Paulus was ook iemand die in de kerk herrie zou schoppen. Maar dan wel op een andere manier dan dat de pussy´s dit deden. Paulus maakte de volgende opmerking:
‘Waar zonde toeneemt, overstijgt de genade’ – Romeinen 5:20.
De uitspraken van de Pussy’s zouden best wel binnen die van de apostelen passen. Bijvoorbeeld een opmerking over je naaste liefhebben. Maar wat Paulus allemaal zei, paste op geen enkele manier in de uitspraken van al zijn voorgangers. Hij was de ECHTE radicaal.
*
Taak van de gelovigen
God schiep 2 groepen mensen. De ene groep gaat in de komende aionen in de hemel aan het werk om de opstandige hemelse gewesten met God te verzoenen. Een almachtige god hoeft dit helemaal niet te doen. Hij kan zelf met de vuist op tafel slaan en die rebellen in het heelal een pak op hun duvel geven. Maar hij heeft er voor gekozen om de mens op het toneel te zetten en hem mee te laten genieten van Zijn herstelwerkzaamheden. Genesis 1:1, in het begin schiep god de aarde en hemelen. Het laatste domein is voor de groep waarover ik het hier ga hebben. Israel gaat de aarde herstellen en met god verzoenen in de komende aion. In Genesis 1:2 staat dat de aarde woest en ledig was. Maar over de hemel lezen we niets meer. Om erachter te komen, hoe het met de hemel zit, moeten we gaan puzzelen. In Efeziërs 6:12 staat:
Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duister- nis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
Voor de duidelijkheid; als ik het over de opstandige hemelse gewesten heb, dan is dit in relatieve zin, omdat God het zo gewild heeft. Want een almachtige god laat zich niet verrassen door wat engeltjes. Blijkbaar heeft God het zo gewild dat de aarde in verval raakte en dat ook in de hemel een groep rebelse engelen opstond. Dit opstandige proces gaat hij straks samen met de gelovigen van nu terugdraaien.
In Kolossenzen 1:20 staat:
Door Christus zal God alles met Zichzelf verzoenen (vrede makend door het bloed van Zijn kruis), door Hem, zowel diegenen op de aarde als diegenen in de hemelen.
Dit herstelproces en de verzoening van aarde en hemelen gaat heel diep:
Alle gebroken en ontwrichte delen van het universum – mensen en dingen, dieren en atomen – worden deugdelijk vastgezet en samengevat in levendige harmonieën, allemaal door Zijn dood, Zijn bloed dat naar beneden stroomde van het kruis. Ja, zelfs de zwaartekracht zal onder handen worden genomen in het herstelproces. In de toekomst zullen we niet meer vermoeid zijn als we tegen de berg op moeten klimmen om bij een restaurant te komen dat wat hoger ligt. Om de verwoeste hemelen te herstellen en te verzoenen (een geheim plan van God, waarover de Messias niet sprak toen Hij op aarde was) roept God een samenraapsel van ‘losers’ (ook bekend als het lichaam van Christus) uit de rest van de mensheid en neemt hen uiteindelijk mee naar de hemel. In de hemel ‘plaatst Hij ons tezamen tussen de hemelingen, in Christus Jezus’ (Efeziërs 2:6) en zullen wij regeren aan Gods rechterhand (2 Timoteüs 2:6), oordelen over engelen (1 Korintiërs 6:3) en brengen wij opstandige, hemelse gewesten (Efeziërs 3:10; 6:12; Kolossenzen 1:20) aan de voeten van de Godheid. God fluisterde dit plan voor het eerst in bij een bloeddorstige idioot onderweg naar Damascus om Christenen te vermoorden (Saulus; later hernoemd Paulus). Het geschreven orgaan dat deze roeping behandelt (in andere Bijbelboeken wordt er geen enkele hint gegeven) is bekend als ‘het Evangelie van de Onbesnijdenis’ en de woordvoerder ervan is dezelfde persoon (lees ‘idioot’) die er het eerst lucht van kreeg: Paulus.
*
Wat is de taak van Israel voor de komende aionen?
Te beginnen met de 4de aion die voor de deur staat van het 1000 jarige koninkrijk van christus zal Israel de aarde verzoenen met god en de wanorde herstellen. Welke wanorde?
‘In het begin schiep God de hemelen en de aarde’ – Genesis 1:1.
‘Wat de aarde betreft, zij werd chaos en leegstaand’ – Genesis 1:2
God schiep 2 domeinen voor de mens, de aarde en de hemelen. Het laatste domein hebben we nog maar nauwelijks verkend. We zijn op de maan geweest en hebben wat robots naar de andere planeten gestuurd. Verder niet. De aarde kennen we. Hiermee zal het toekomstige Israël aan het werk gaan. Tussen Gen. 1:1 en 1:2 is er blijkbaar een ramp gebeurd. Hier wordt niet veel over verteld. Maar de wereld die aanvankelijk door God goed was gemaakt werd al direct tot een chaos omgeploegd. Het is de bedoeling dat Israel de chaos die werd ingezet in Gen. 1:2 gaat herstellen. Dat god de hemel en aarde gaat herstellen en meer nog met zichzelf gaat verzoenen stemt overeen met Kolosse 1:20:
Door Christus zal God alles met Zichzelf verzoenen (vrede makend door het bloed van Zijn kruis), door Hem, zowel diegenen op de aarde als diegenen in de hemelen.
Hij doet dit door:
Alle gebroken en ontwrichte delen van het universum – mensen en dingen, dieren en atomen – worden deugdelijk vastgezet en samengevat in levendige harmonieën, allemaal door Zijn dood, Zijn bloed dat naar beneden stroomde van het kruis.
Het is dus een grondig proces, wat hij gaat doen.
Waarom gebruikt Hij de mens in zijn karwei? Als Hij god is, dan kan Hij toch gewoon een perfecte hemel en aarde maken? Hij hoeft niet eens een aarde te maken. Hij kan een hemel maken waarin hij het zelf helemaal naar zijn zin heeft, zonder de mens. Inderdaad, maar god heeft ervoor gekozen om zijn vreugde in de schepping te delen met de mens. Net als deze bijbelstudie, die hoef ik ook niet te delen met anderen. Maar ik doe het wel, niet alleen omdat het mijn taak is om anderen op de hoogte te brengen van gods waarheid. Maar ook omdat ik het leuk vind om deze dingen met anderen te delen. God gebruikt dan wel het contrastprincipe. Hij maakt eerst zijn mooie schepping kapot om hem daarna samen met de mens in fasen weer te herstellen. De schepping van de mens was zelfs onderdeel van zijn herstelplan. Hij schiep 2 groepen mensen, zand en sterrenmensen. De zandmensen gaan op aarde verder in de komende aionen. De andere groep en wel de gelovigen van alle tijden tot aan de komst van christus zullen straks in de hemel gaan regeren. Nogmaals, god heeft helemaal geen hulp nodig van de mens en hij had de schepping ook helemaal niet hoeven kapot te maken. Maar hij vond het leuk om dit wel zo te doen en de mens te scheppen en hem metgezel te maken in zijn herstelplan. Op aarde zal Israel straks alles gaan herstellen en als een priestervolk regeren over de aarde. Ja, het evangelie zal zelfs aan de dieren worden gebracht. Zie Openbaring 20:6. Van zijn herstelplan had hij eerst wat in de oren van Abraham gefluisterd.
*
Het nieuwe testament is een puzzel
Maarten Luther kwam er niet uit, uit de tegenstelling tussen Jacobus en Paulus: – Jakobus 2:20 – ‘Geloof zonder werken is dood.’ – Romeinen 4:5 – ‘Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.’ Luther snapte niet dat het om 2 verschillende boodschappen ging. Bij voorlichting ga je eerst je doel en doelgroep selecteren. Het Nieuwe Testament doet dit ook. Jacobus schreef voor de Israelieten die onder de wet leefden. Paulus schreef later vanuit de genade gedachte aan de heidenen. Het was makkelijker geweest als de brieven van Paulus na het boek Openbaring waren gesorteerd. Dan hadden we als lezers de hele lijn van de verstrooiing en het herstel van Israel kunnen volgen. Maar God propt opeens een andere lijn tussen Handelingen en Hebreeën, namelijk die van Paulus. Waarom doet God dit? Waarom plaatst Hij de brieven van Paulus niet aan het einde? Allereerst wil god dat we de bijbel goed en kritisch onderzoeken. Hier hoort ook puzzelen bij. Dit lijkt flauw van god en zo mag je er tegenaan kijken. Maar het is wel zijn benadering. In Handelingen kijken de Israelieten nog uit naar het 1000 jarige rijk van christus dat spoedig aan zal breken. Maar eigenlijk geven ze de moed op. In Hebreeën horen ze dat het toch ooit nog goed zal komen met Israel. Wat gebeurt er tussen die 2 ijkpunten? Paulus wordt hier rigoreus middenin de lijn van Israel gezet. God maakt ons hiermee duidelijk dat de lijn met israel even 2000 jaar opzij wordt gezet, in de ijskast. Hij gaat even aan de slag met een ander volk, namelijk het lichaam van christus uit de heidenen. Hondsdolle wilden die tot dan toe eikebomen hadden aanbaden, krijgen nu zomaar van de éne op de andere dag de genade van god te verduren. De Israelieten zijn hier op zijn zachtst gezegd niet blij mee. God had dit lichaam van christus al voor de grondlegging van de wereld uitverkoren maar dit als geheim bewaard tot Paulus op het toneel verscheen. Ook Jezus had er in zijn dagen op aarde niets over gezegd. Hij had zich zelfs opzettelijk beperkt met de mededeling dat Hij alleen voor Israel gekomen was. De aarde die ergens in het begin van Genesis opeens woest en ledig was gemaakt door een rampzalige gebeurtenis, zal door Israel weer in ere worden hersteld. Maar het lichaam van christus zal over de hemelingen regeren. Dit is het geheim dat God voor de aionen verborgen had gehouden. Zomaar ergens in het Nieuwe testament beukt hij middenin de lijn die Hij voor Israel had uitgestippeld en begint opeens met een totaal andere boodschap.
*
Waarom moest Jezus zo’n gewelddadige dood aan het kruis sterven?
Inderdaad, dit hoefde niet per sé. Een god die hemel en aarde had geschapen kon ook op eigen houtje de mens met zich verzoenen. Hij had de mens zelfs niet eens hoeven laten struikelen in de Tuin van Eden. Maar God koos ervoor om de mens wel te laten struikelen omdat hij kennis kreeg van het kwaad. Hier is contrastwerking zichtbaar. Tegen de achtergrond van het kwaad leert de mens het goede kennen. God wilde nog iets doen. Hij wilde de mens laten zien wat ECHTE verzoening was. Als Jezus onder een palmboom had gelegen in de zon om lekker bruin te bakken en hij had naar alle voorbijgangers geroeptoeterd dat ze voortaan met God verzoend waren, hadden ze naar hun voorhoofd gewezen. Of op zijn best dankjewel gezegd. Zijn woorden zouden totaal geen indruk maken. Maar bungelend aan het kruis (of een paal) en ter dood gebracht door de mensen, maken zulke woorden wel degelijk indruk. En dit is wat god ons liet zien, de contrastwerking ten diepste, namelijk dat zelfs als wij zijn Zoon op een beestachtige manier om zeep helpen, dan nog vergeeft Hij ons. Wat, Hij verzoent ons zelfs. God had zonder probleem kunnen reageren op de situatie door met één vuist op tafel de hele mensheid te straffen voor deze wandaad. Maar dit deed Hij niet. Jezus zei al dat hij zomaar 12000 engelen kon oproepen om Hem terzijde te staan. Maar dit deed Hij niet. Jezus wilde de mensheid laten zien hoe God tegen verzoening aankijkt. En dus liet Zijn vader hem kruisigen waarna Hij Hem 3 dagen later uit de dood opwekte. Iets soortgelijks was met Isaak gebeurd als Abraham hem daadwerkelijk had vermoord. Het is een foute gedachte om te denken dat God geen andere keuze had dan zijn zoon op te offeren voor ons om ons zo met Hem te verzoenen. De waarheid is andersom: Hij liet het toe dat zijn eigen Zoon geslacht werd en toonde ons vervolgens Zijn echte genade.
*
God sprak door de profeten
Wat God sprak, was tot de Vaderen gericht, namelijk aan het volk Israel. Dit volk leverde de voorouders van degenen aan wie de Hebreeènbrief werd geschreven. Hij sprak niet tot de heidenen hoewel er veel dingen over de heidenen werden gezegd. Over Israel ging het over hun onwaardigheid en de genade van God; over hun straf en verstrooiing en over hun toekomstig herstel. De woorden van God waren geheel voor Israel bestemd en hadden betrekking op de uitgangspunten van het bestuur van god in die tijd. Ze waren alleen voor die bijzondere bedeling bestemd. We kunnen deze woorden dus niet zomaar op onze eigen tijd toepassen. Wij nemen dan bovendien de plaats van Israel in. De toekomstige zegen die voor Israel werd uitgesproken, is niet zomaar van toepassing op de heidenen. Zo kun je de zegeningen ook niet vergeestelijken en menen dat deze geestelijke zegeningen bestemd zijn voor de kerk van nu. En bovendien pikt men zo slechts een schaduw in van de zegen die God later door Jezus en Paulus uitsprak, 2 Tim. 1:8.
*
Priesters en profeten
Profeten werden door god geroepen en gaven Zijn woorden door. Priesters gaven offers en onderwezen het volk in de woorden van de profeten. Ezra is een uitzondering op deze regel. Hij heeft niets van doen met offers maar was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes die de Heere, de God van Israèl gegeven heeft, Eza 7:6. Ezra opende het boek voor de ogen van het hele volk zodat het woord van God voor hen geopenbaard werd. Neh. 8:3, 4, 6 en 9. Als alle priesters zo waren geweest als Ezra dan zou israel niet van God zijn afgeweken. dan zouden Israel en Juda niet verstrooid zijn. En het christelijke priesterdom zou het werk van de Hervormers hebben voortgezet. Priesters zijn uiteindelijk mensen. Ze zijn niet alleen gemaakt door god als mensen; ze zijn ook door mensen aangesteld als priesters. Daarom sprak god niet door priesters maar door profeten. De God die in de mens de adem blies, is dezelfde god die door woord en pen de woorden van leven inblies. Jeremiah en Ezekiel mochten zegsmannen zijn van god. Evenals aartsvader Abraham, koning David, Daniël, een prins en Elisa, een ploeger en Amos, een herder. Petrus zegt in Handelingen 1:16, “deze schrift moest vervuld worden, welke de heilige geest door de mond van David heeft voorzegd van Judas.”
Het was de mond van David maar niet zijn woorden. David wist niets over Judas. Hoe kon hij over Judas gesproken hebben, 1000 jaren voordat deze geboren werd. David sprak over Achitofel; maar de heilige geest sprak door David’s mond van Judas en daarom was David een profeet, Hand. 2:30 die in Psalm 16 over de opstanding van christus sprak. Net zo sprak God tot Ezekiel in Eze. 3:17. God die dus vroeger op vele manieren en in vele tijden tot de vaderen sprak, zoals Hebr. 1:1 ons leert, deed dat niet door middel van priesters maar door de profeten van vroeger.
*
God sprak door de profeten
God heeft tot de mens gesproken. Dit feit mogen we wel eens wat beter overdenken. Er is de mens, er is een geschiedenis van de mens en opeens spreekt iemand tot ons die zich God noemt. Hoe absurd. En bovendien, niemand dwong God om tot ons te spreken. Stel dat God niet tot ons gesproken zou hebben. Onze geschiedenis zou er hetzelfde uitzien maar we zouden er niets van begrijpen. Inderdaad zouden we er een soort evolutiegedachte uit filteren. De ironie is dat velen dit vandaag de dag ook doen. Een beperkte groep mensen snapt het wel, dat er een god is en dat de geschiedenis een doel en samenhang heeft. Dit geloof in een god is de resultante van het spreken van god dat door de eeuwen heen tot stand is gekomen, op papier is gezet en in bijbelstudies is vervat. Geloof betekent dat we niet op uiterlijke zaken mogen afgaan omdat ze niet zijn wat ze lijken. Dus wat een geluk en wat aardig van god dat Hij wel tot ons gesproken heeft zodat we de geschiedenis wel kunnen begrijpen.
God sprak door profeten en niet door priesters
Vroeger sprak God tot individuen zoals Adam, Noach, Abraham etc. Maar waneer hij tot groepen sprak, deed Hij dit door anderen heen. En wie gebruikte Hij dan? 2 Petrus 1:21 legt het uit: “de heiligen van god.” Dus God sprak door zijn heiligen die profeten waren en niet door priesters. Profeten werden geroepen en niet gemaakt door mensenhanden zoals Priesters. Priesters waren zeker niet de woordvoerders van God. De dienst van een priester was duidelijk gedefinieerd en afgebakend. Een priester bracht offers aan god en onderwees het volk over wat de profeten hadden gezegd. Een voorbeeld hiervan staat in Deut. 17:9-11. De priester onderwees in de leerstellingen van de profeet Mozes. Mozes had eerst tot de Vaderen gesproken van het volk Israël. De priesters borduurden hierop voort en onderwezen wat hij gezegd had. Wat was belangrijker, een offer brengen aan god of de leerstellingen van Mozes onderwijzen? Deut. 33:10 zegt het laatste. Maar in de huidige christelijke diensten is de volgorde omgedraaid. Men doet zijn uiterste best om het onderwijs weg te moffelen en besteedt daarentegen extra veel aandacht aan rituelen en ceremoniën. Men maakt het nog bonter door heel veel teksten niet letterlijk te nemen of ze zelfs te verdraaien. Wetenschap doet de rest van het verhaal en leert ons dat we afstammen van een aap. Hebreeën 1 en 2 geven de sleutel tot de samenhang waarbinnen god gesproken heeft. De 2 hoofdstukken bestaan uit 4 delen die met elkaar in verband staan. Het eerste en derde deel gaan over het spreken van god; het tweede en vierde deel gaan over de zoon die wie Hij sprak.
A. Hebr. 1:1 God sprak door de profeten in het verleden.
B. Hebr. 1:2-14 De Zoon door wie hij sprak; zoveel beter gemaakt dan de engelen.
A. Hebr. 2:1-4 God sprak door zijn Zoon in die dagen.
B. Hebr. 2:5-18 De Zoon door wie hij sprak en minder gemaakt dan de engelen, namelijk de mens.
Van A naar A lezen we: “god die vroeger op vele manieren tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft in de laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon. Daarom moeten we ons te meer houden aan hetgeen van ons gehoord is.”
Van B naar B lezen we: “en tot welke van de engelen heeft Hij ooit gezegd: zit aan mijn rechterhand totdat Ik uw vijanden tot een voetenbank heb gezet voor uw voeten. Want hij heeft aan de engelen niet onderworpen de toekomende wereld.”
Hebr. 1:1 punt A.
a. vroeger op vele manieren
b. sprak god
c. tot de Vaderen
d. door de profeten
a. in deze laatste dagen
b. sprak Hij
c. tot ons
d. door Zijn Zoon.
Samenhang in Gods spreken
A1. God spreekt zelf door de Heere vanaf Adam tot Mozes.
B1. Genesis => Vanaf Mozes spreekt hij door de profeten.
A2. Door de Zoon spreekt Hij vanaf het begin tot en met het einde van de bediening van Jezus.
B2. De 4 evangeliën => degenen die Hem gehoord hadden, brengen de boodschap verder. Vanaf Handelingen 1:1 tot en met Hand. 28:20-28.
A3. Nu spreekt God door Paulus in zijn gevangenisbrieven en persoonlijke brieven.
B3. Door zijn dienstknecht Johannes spreekt god in het laatste science fictionachtige boek Openbaring.
Hier hebben we 6 malen en wijzen. Telkens sprak God tot de mens. Na Openbaring heeft god nooit meer tot de mens gesproken. Het enige wat de mens heeft is de bijbel. Een ieder die beweert dat hij of zij een nadere openbaring heeft gehad van god, is vervloekt. Gal. 1:6-9. God heeft gedurende 6 tijden gesproken en nu is God stil. Maar God zal nog een keer spreken, een zevende keer, vanuit de hemel, Psalm 50:1.
God heeft op veel manieren gesproken
Dat God tot de mens heeft gesproken, is het belangrijkste feit dat ooit in de wereld is gebeurd. In Hebr. 1:1 en 2 lezen we over 2 momenten en manieren waarop dat gebeurde.
God sprak op 6 manieren tot de mens
1. Vanaf de schepping van de mens sprak god zelf tot de mens. Later vanaf Adam tot Abel en Kaïn, tot Henoch, Noach en Abraham en na hen tot de andere aartsvaders tot en met de roeping van Mozes bij de brandende braamstruik (Exo. 3:10). Tot deze delen en manieren behoort het boek Genesis.
2. Vanaf de roeping tot Mozes rond de formering van het volk van Israël (Exo. 1) sprak god door middel van menselijke tussenpersonen. En zo sprak Hij tot de vaderen van het Hebreeuwse volk. Mozes werd de eerste in de lijn van de profeten door wie God sprak. De laatste in die lijn was Johannes de Doper, die tevens de grootste was van alle profeten. Mat. 11:11.
Maleachi, de laatste van de profeten van het Oude Testament, eindigt met een voorzegging van de aanstaande Engel des Verbonds, de Messias en van de boodschapper die voor Zijn aangezicht de weg zou bereiden (Mal. 3:10). Deze bode zou de profeet Elia zijn (Mal. 4:5) die nooit gestorven was maar ten hemel was opgenomen waar hij veilig bewaard was tot het moment dat hij Gods boodschap moest brengen.
* Noot: Elia is net als David nooit in de hemel geweest omdat alleen de opgestane christus in de hemel is geweest. Elia is dus ergens anders heen gebracht, mogelijk naar elders op aarde. Misschien wel in een caravan in Denekamp.
Mozes en Elia zijn de eerste en laatste profeet van het Oude Testament en ze worden aan elkaar verbonden in maleachi 4:4 en 5. Johannes de Doper werd gezonden in de geest en kracht van Elia (Luc. 1:17). Als men hem had aanvaard dan was hij Elia zelf (Mat. 11:14). Na Johannes sprak god niet meer door de profeten. Deze fase bestrijkt Exodus tot en met Maleachi, en Mattheus 1:1-3:12.
3. Daarna sprak God weer rechtstreeks en nu door zijn Zoon, hebr. 1:1. Jezus sprak de woorden van zijn Vader. Zie Deut. 18:18 en 19; Joh. 7:16, 8:28, 46 en 47; 12:49; 14:10 en 24 en 17:8. Zijn bediening begon met de 3 voudige verklaring “Er is geschreven” en eindigt met een soortgelijke 3 voudige verwijzing naar de oorsprong en waarheid van het woord van god. (Joh. 17:8, 14 en 17). Hiertoe behoren de evangeliën.
4. Vanaf het moment van de hemelvaart van de Here tot aan de afwijzing van de steeds door Petrus herhaalde oproep tot het volk om zich te bekeren (Hand. 2:38 en 3:19-26) tot aan Handelingen 28:25-28 sprak god door degenen die Hem gehoord hebben. Hebr. 2:3. Zij bevestigden wat de Zoon al was begonnen te verkondigen maar gingen niet verder dan wat Hijzelf had gezegd. Er werd geen nieuwe openbaring van een waarheid gedaan. Eerder werd de waarheid bekrachtigd. God bekrachtigde de getuigenis door tekenen en wonderen en vele krachten en bedelingen van de heilige geest. Al deze getuigenissen vinden we in de Handelingen, de algemene brieven en in de brieven van Paulus die hij schreef voor Handelingen 28:23-28.
5. Vanaf nu sprak god zelf opnieuw door de heilige geest, zoals voorzegd en beloofd door christus in Joh. 16:12-15. Hij sprak niet vanuit zichzelf maar sprak alleen datgene wat Hij van zijn Vader hoorde. Aan de Vader behoren ook de tijden en gelegenheden toe. De geest sprak waardoor Zijn woorden met de pen werden opgetekend door paulus, de gevangene van Jezus Christus. Zo liet hij het waardevolle onderwijs vastleggen dat tot nu toe verborgen was gehouden. Dit nieuwe onderwijs kon niet bekend gemaakt worden voordat lijden, dood en opstanding gebeurd waren omdat de nieuwe leringen hierop gefundeerd waren. Deze nieuwe dingen staan alleen in de gevangenisbrieven (aan de Efeziërs, Filippenzen en Kolossenzen). Tot deze tijden en wijzen behoren verder de persoonlijke brieven aan Timoteus, Titus en Filemon.
6. Tot slot spreekt God nog door middel van Johannes die het boek Openbaring schrijft.
*
Zij die god hoorden
Wat hoorden de apostelen precies van Hem? Johannes had het al gehad over de vele anti christen die zouden komen om ons ervan te overtuigen dat het het laatste uur was, het 11de uur voor Handelingentijd. Zo komen de woorden “dit geslacht” voor in mat. 24:34. Het werkwoorden “geschieden” in Mat. 24:34 en lucas 21:32 is niet hetzelfde als dat wat gebruikt wordt in Lucas 21:24. De uitleg is bovendien afhankelijk van Hand. 3:19-26. Het geslacht ging voorbij maar niet voordat het teken dat de Here gegeven had, verschenen en geschied was; immers velen waren gekomen in zijn naam alsof zij de christus waren. Dus hoe zit het met het karakter van dat bijzondere geslacht? Dit geslacht was de getuige van de komst van de voorzegde boodschapper, Johannes de Doper, waarmee de profetieën van Jesaja en Maleachi vervuld werden. De stem van Johannes riep in de wildernis (Jes. 40:3; Mat. 3:3; Marc. 1:3; Lucas 3:4 en joh. 1:23.) en maakte de weg vrij voor de Here. Het bruiloftsfeest was in gereedheid gebracht en de heere had Zijn knechten gezonden (Johannes en de Heere Jezus) om de genodigden te verzamelen. Mat. 22:3. Dat geslacht stond dus in een bijzondere positie. Jezus zei dit ook toen hij zei dat de mannen van Sodom en de koningin van het Zuiden zouden opstaan in het oordeel en dit geslacht zouden veroordelen, juist vanwege de speciale voorrechten die dit geslacht in feite had. Johannes vervulde de belofte uit Jesaja 40:3 en de belofte uit Maleachi 4:4 en 6. Jezus zei dat Johannes Elia was. Dit wilde zeggen dat Johannes niet letterlijk Elia was maar hem voorstelde. Johannes kwam in de geest en kracht van Elia, Luc. 1:17. Maar dat geslacht zou hem niet erkennen. Johannes vervulde de profetieën zo duidelijk dat zij die de belofte uit Handelingen 3:19-26 van de andere dienstknechten (Mat. 22:4) – knechten die over Hem gehoord hadden – over het hoofd zagen, wel geloofden dat de profetieën van Maleachi en jesaja inderdaad vervuld waren.
Tegelijk zien ze niet dat de afwijzing van de andere dienstknechten tijdens de Handelingen der apostelen door dit geslacht dat zijn dienstknechten greep en doodde (Mat. 22:6) de belofte van handelingen slechts uitstelde. Johannes sprak over de toekomende toorn maar deze lag volgens hem niet in een verre toekomst maar was juist aanstaande. Hij zei: “wie heeft u aangewezen te vlieden van de toekomstige toorn?” (Mat. 3:7). Dit was de toorn die verband hield met de Dag des Heren waarvan degene die het woord aanvaard hadden, verlost waren. 1 Thes. 1:10. Dit geslacht van Johannes was inderdaad slechter dan voorgaande geslachten (Mat. 1238-45 en Luc. 11:16 en 24-36.) Het was verdorven en vroeg erom door de Here berispt te worden. En voor hen die luisterden naar Zijn woorden gold: indien ze zich niet bekeerden, zou hen hetzelfde overkomen, Luc. 13:3. Bij andere gelegenheden benadrukte Jezus het belang van dit geslacht: Mat. 23:36; 11:16; Lucas 11:50 en 51. Wat is er nu zo apart aan dit geslacht? Namelijk het zou Jezus verwerpen. Mar. 8:38. De uitdrukking Voleinding van de Eeuw heeft dezelfde strekking. Deze duidt op het einde van die bedeling, namelijk de verwoesting van Jeruzalem en vond plaats kort na Handelingen 28.
*
Voorwaardelijke verkondiging
4 passages in het Nieuwe Testament hebben tot een algemeen misverstand geleid van de waarheid. Deze zijn: Mat. 10:23; 16:28; 23:39; 24:34.
In al deze teksten wordt de aandacht getrokken door de woorden, “ik zeg u.” Driemaal wordt dit voorafgegaan door het woord “voorwaar.” We kunnen deze woorden dus niet negeren. Het woord “niet” valt ook op in de eerste 2 verzen en dan als een krachtige “zeker niet.”
In de Griekse tekst staat het woord “an” dat moeilijk vertaalbaar is in het Nederlands. Dit woord leidt een bepaalde onzekerheid in. Het veronderstelt een voorwaarde waardoor de hele zin hypothetisch wordt.
1. Mat. 10:23; bezien we deze vers in het licht van Handelingen 3 en geloven we dat Israel ook echt Israel is, dan zegt deze vers ons heel veel. Het woord niet betekent dat de 12 op hun missie op geen enkele manier gehinderd zullen worden door een obstakel. Het woord “an” maakt dat wat zeker is in het eerste deel van de zin, in het laatste deel van de zin juist onzeker. Er zou dan staan “… of (an) de Mensenzoon zal gekomen zijn.”
De 12 zouden op geen enkele manier alle steden van Israël bezoeken, dat was zeker. Maar de komst van de Mensenzoon was onzeker omdat deze afhing van de voorwaarde van de bekering van het volk, als antwoord op de oproep van Petrus in handelingen 3. De komst waarover Jezus spreekt in Mat. 10:23 was een toekomstige en voorwaardelijke komst. Niet een komst van zomaar 2000 jaar later maar één die afhankelijk was van de bekering van Israël. Mat. 10:23 zegt ons veel over:
– dat het de 12 waren die deze opdracht kregen
– zij zouden op geen enkele manier hun missie volbrengen.
– Ze werden gezonden tot de steden van Israel en zeker niet naar de rest van de wereld die in die tijd bekend was.
– Hun zending hield verband met wat de tweede komst van christus zou zijn, die mogelijk al snel zou plaatsvinden.
2. Mat. 16:27 en 28
Oook in deze tekst wordt gesproken van over een nabije komst van de Mensenzoon. Het “zal komen” in vers 27 is geen toekomende tijd maar een tegenwoordige tijd van het werkwoord “op het punt staan te zijn” en de onbepaalde wijs van komen. Er zou moeten staan: de mensenzoon staat op het punt te komen. Ook in deze tekst wordt het dubbele negatief gebruikt dat slaat op “geen enkele wijze” en “onder geen enkele voorwaarde.” Het woord “an” gooit ook hier roet in het eten. Er is hier sprake van een voorwaardelijke komst. Het visioen van Christus met Mozes op de berg was een tentoonstelling van wat men te zien zou krijgen maar nog geen vervulling van Mat. 16:27 en 28 omdat daar geen sprake was van de komst van de Here met zijn engelen en met zijn oordeel.
3. Mat. 23:39
Ook hier hebben we in het eerste zinsdeel te maken met zekerheid en in het tweede zinsdeel met onzekerheid. In het tweede deel gooit het woord “an” opnieuw roet in het eten. Het wijst op de onzekere voorwaarde van de bekering van het volk Israël.
4 Mat. 24:34
Ook hier is in het eerste zinsdeel zekerheid in verband met het voorbestaan van dit geslacht, wanneer er een onzekere voorwaarde gerealiseerd wordt. Het woord “an” gooit weer roet in het eten door de voorwaardelijke betekenis afhankelijk te maken van de bekering van het volk, Hand. 3:19-26. Het woord “u” is ook veelzeggend. We pakken dan Handelingen 3:19-28 en Handelingen 28 erbij. Dan zien we dat de woorden van Jezus in Mattheus op de generatie van toen sloeg omdat alles TOEN stond te gebeuren.
Andere woorden over de toekomst
In de genoemde verzen komt steeds het woord totdat voor. In Lucas 18:7-8 spreekt Jezus tot Israël. Het “recht doen” in de vers staat voor de deur maar omdat Israel niet reageert op de oproep van Petrus in handelingen 3, is het uitgesteld. Desalniettemin is het recht doen nog steeds een toekomstige zekerheid. 2 Thes. 1:4-10. In Mat. 19:28 spreekt Jezus over de wedergeboorte. Deze behoort tot dezelfde “tijden der verkoeling” en de tijden van de “wederoprichting” waar het in Handelingen 3:19-21 over gaat. In Marcus 10:30 en Lucas 18:30 wordt dezelfde tijd van de wedergeboorte de toekomende eeuw genoemd. De gelijkenis van de ponden (Luc. 19:13-27); de onrechtvaardige pachters (Mat. 21:33-46; Marc. 12:1-12 en luc. 20:9-19) en het bruiloftsfeest van de zoon van de koning (Mat. 22:1-4) hebben allemaal dezelfde achtergrond en hebben betrekking op dingen die niet lang meer op zich zouden laten wachten. De gelijkenis van de heer des huizes benadrukt, met het oog op dat geslacht, de aanstaande komst van de Heer als motief om waakzaam te zijn (Mat. 24:43-51; Marcus 13:34-37 en Luc. 12:39-46). De gelijkenis van de 10 maagden draait volledig om het woord “waak” en gaat over degenen die Jezus hoorden spreken. Mat. 25:13. In Mat. 28:19-20; Marcus 16:15-20 en lucas 24:47 lezen we over het laatste bevel aan de apostelen. Het ging over de toen aanstaande komst van de Here. De woorden hadden betrekking op hen die Hem hoorden. We moeten deze woorden net zo opvatten als zij dit deden tot wie ze gesproken werden. De belofte van de aanwezigheid van de Here was verbonden aan alle dagen tot de voleinding van de wereld, Mat. 28:20.
*
Barbara Brown Taylor
Het Newtoniaanse wereldbeeld dat mechanisch is, werkt wel voor bomen en stenen. Een boom staat op een bepaalde plaats in een bepaalde tijd op die specifieke lap grond. Een steen die je omhoog gooit komt volgens vaste natuurwetten weer omlaag. Maar op micro niveau werkt deze mechanische benadering niet. Van een elektron weet je niet waar hij heen vliegt en dus kun je hem ook niet traceren. En je kunt niets van deze deeltje te weten komen zonder met hen interactie te hebben. Je weet nooit hoe ze zich gedragen als je niet kijkt. En dus is een nieuwe benadering nodig in wat we zogenaamd wetenschap noemen. Allereerst hebben we een ander model nodig van hoe we de wereld zien. Niet als een verzameling van losse delen maar de wereld als een ondeelbaar geheel waarbij de observant niet gescheiden is van wat hij observeert. De onderverdeling van de wereld in object en subject is niet langer toereikend om de wereld te beschrijven. Is deze nieuwe benadering fysica of religie? Ik zou zeggen, eerder poëzie. Zoals Rumi zei: je denkt omdat je één begrijpt en ook twee, omdat één plus één twee maken. En dus moet je ook het woord plus of en begrijpen.
*
Wetenschap is gebaseerd op observatie c.q. waarneming. Omdat een test kan worden herhaald, mist de wetenschap de luxe van dogma’s. Maar ook de wetenschap heeft geen antwoorden op alles. Niet op de complexiteit van dingen en de wetenschap kan wel indiceren dat er een orkaan aankomt, maar niet precies waar, in welke kracht en met welke gevolgen. Als je een foton op een elektron afstuurt, wordt de beweging van de foton verstoord. Observeren is dan verstoren. Wetenschap is op die manier vol van subjectiviteit. Zolang wetenschap in het aura van hypothesen blijft hangen die herhaaldelijk getest is, blijven sommige wetenschappelijke ideeën toch zweven in het domein van geloof. Geloof is gebaseerd op Openbaring. Ook deze is subjectief. Toen de engel Gabriël aan Zecharias en Elisabeth vertelde dat ze de boodschapper van Jezus zouden verwekken, die Johannes moest heten en dat diens neef Jezus zou heten, gebeurde het volgende. Later verscheen Gabriël ook aan Maria en zowel zij als Zecharias reageerden eerst een tikje afwijzend met de vraag: hoe kan dit gebeuren? Het gevolg was dat Zecharias een tijd niet meer kon spreken. Bij Maria gebeurde dit niet hoewel ze aanvankelijk ook sceptisch was. De openbaring pakte voor beiden dus verschillend uit.
*
Martin Zender, CG 2:4, 20 februari 2010
Paulus aan de Romeinen
Ik ga zitten om je te schrijven vanuit deze vochtige ruimte in Korinthië. Ik probeer niet te klagen. Ik heb geleerd om nederig te zijn en vandaag krijg ik weer een gratis oefening in nederigheid. Ik ben alleen een boodschapper. Sommigen verheerlijken mij. Dit zouden ze wat minder moeten doen. Slechts een handvol mensen weet wie ik eigenlijk ben en wat mijn missie is. Voor velen ben ik een anoniem iemand, een onopvallende persoon in de massa. Ze zouden eens moeten weten. Jullie, Romeinen zijn een deel van die handvol mensen. De dag komt dat mensen zullen lezen: Paulus’ brieven aan de Romeinen. Ze zullen zich verbeelden dat jullie een vaste conclave waren met een eigen “kerk.” Ja, wat is dat nu weer? De mensen van de toekomst zullen nauwelijks beseffen dat ik aan jou schrijf, Tryfena, Persis, Rufus, Pflegon (krijg nog geld van je).
Ik schrijf aan jullie allen die bijeen komen in het huis van Julia op woensdag en in het huis van Olympas op vrijdag. Ik ben een dienstknecht van Jezus Christus. De profeten hadden het hier al over. Nietwaar??? Over mij? Hadden ze het? Ze hadden het in elk geval over rechtvaardiging door geloof. En dat niet alleen; het was een boodschap aan de rest van de wereld, aan jullie de eigenwijze heidense Romeinen. Je hoort het goed; aan de Niet-Joden. En juist om die reden zijn de joden op mijn scalp uit. Oeps dat is pas een woord uit de 18de eeuw. Misschien voel je je nu aangesproken, dames en heren romeinen. Ik schrijf deze brief niet maar ene Tertius, een tiepventje. Hij zit naast me met Tippexx. Ik gebruik hem als tiepventje en schop hem er daarna weer uit. De romeinen hebben goede tiepmachines. (LOL). Tertius Tipexx heeft het niet makkelijk. Geen elektrisch licht, donkere ruimte, oude tiepmachine. Maar WE DO OUR best. Ahum, wat zeg ik nu weer. Ik geef toe dat ik een slokje op heb. Zijn tafel is een beetje klein. We zijn naar de Gamma geweest maar geen goeie tafel. Hout voor Jezus’ paal was er genoeg maar een eenvoudig tafeltje ho maar. Oh ja, in de MOSKEE was een mooi tafeltje. Ik zeg in de moskee!! Knappe moslima’s daar; dat was ook de reden waarom we even naar binnen piepten. Mooie strakke hoofddoekjes en zo. Deze brief moest ik van God schrijven. Veel mensen snappen dit niet. Hou toch op, zeggen ze. Hoe leg ik ze dit uit? Inspiratie van God voelt niet als zonlicht op de huid. Het is meer een opwelling van binnenuit, geboren uit noodzaak. Noodzaak is de moeder van vindingrijkheid. Deze slogan kwam in me op toen ik een bak Griekse Koffie dronk. Dingen die de heilige geest ingeeft borrelen op, en worden zo zwaar dat je ze wel moet mededelen aan anderen. Als Tertius er niet is, grijp ik zelf naar de pen. Dit gebeurde ook toen ik mijn 2de brief aan de gelovigen in Thessaloniki schreef. Tertius was er niet en ik voelde zo’n zware last van de Ene die ik kwijt moest over de wetteloze mens die komen zal. Ik pakte de pen en schreef zelf en kwam zover als “Paulus en Silvanus en Timoteus, die eerst bij ons waren, aan de ecclesia van Thessaloniki.
Daar komt Tertius. Ik zei: waar was jij? Hij: ik wou je niet storen. Ik zeg je: als deze meneer niet slaapt dan eet hij wel. Een vreetzak is hij. Zo zie je, beste Romeinen, God gebruikt omstandigheden om mij te inspireren. Ik zit niet in de luie stoel te wachten tot Hij mij inspireert. Ik vraag Hem niet: zult u mij vandaag gaan inspireren, meneer God? Ik schrijf ook geen geïnspireerde dingen. Ik luister naar de waarheid. En om na te denken en het Hebreeuwse gekrabbel van mijn voorgangers te bestuderen. Als het nodig is om iets te zeggen, drukt dit op mij en komt de inspiratie. Het sleutelwoord is “mensen.” Ik voel de drang om mensen al deze waarheden te vertellen. Dit zet me aan het schrijven. Het begint met iemand met wie ik sprak. Of met een rapport dat ik onder ogen kreeg over een bepaalde ekklesia. Soms is er een aanleiding. Bijvoorbeeld een infiltrant die de wet predikt in plaats van genade. Of iemand schrijft een valse brief met mijn naam eronder. De meest vruchtbare momenten zijn als ik samen met christus ben. Samen met een bak koffie ook en als ik alleen ben. ’s Nachts laat ik mijn gedachten uitgaan naar christus en naar alle dingen die hij mij leerde in de woestijn. Zo ontstaan er nieuwe verbanden met wat ik eerder leerde. Hij leerde mij iets bijzonders: dat de wet er was gekomen opdat de zonde zich zou vermeerderen. Dit moment zal ik nooit vergeten. Dit was één van de eye-openers van mijn leven. Mijn eerste reactie was een beetje primitief. God, waarom heeft u dit niet eerder meegedeeld aan Israël? Maar later bedacht ik me dat God mij ook had geleerd dat Israël lang blind zou blijven voor de waarheid. Namelijk tot de volheid van de natiën was bereikt en het lichaam van Christus compleet was. Een paar maanden later op een schip naar Efeze sloeg de bliksem in. Het was vroeg in de morgen. Het daagde me: Israël moest juist ontmoedigd worden door haar falen zich aan de wet te houden. Haar zelfrechtvaardiging was haar graf voor de rest van de aion.
Ik schreef die ingeving direct op. En dat terwijl het noodweer was. Eigenlijk moest ik helpen. Alle hens aan denk. Maar ik zocht naar het meest kostbare op dat moment: pen en papier. Sindsdien heb ik altijd wat bij me. Soms gaan er maanden voorbij zonder dat ik wat opschrijf. Dan wil ik wel maar is het de tijd er nog niet voor. Je kunt het ook zo zien: de waarheid dwingt me nog niet sterk genoeg ertoe om dingen op te schrijven en te delen met anderen. Ik wacht hier zelfs niet op. Als de waarheid zich aandient, schrijf ik onmiddellijk alles op. Anders vermaak ik me best met het bouwen van tenten. Ik dateer mijn apostelschap vanaf de opdracht die ik in Antiochië kreeg. Deze opdracht moeten jullie ook kennen. De dingen die ik jullie ga zeggen, komen waarschijnlijk zo ongewoon en absurd voor dat jullie mij misschien niet eens geloven. Ik zeg jullie: mijn apostelschap is direct van christus en kwam net als met die bliksemstraal aan boord van dat schip op een miraculeuze manier tot mij. Op weg naar Damascus ben ik bekeerd. Maar wat er later in Antiochië en op het eiland Paphos is gebeurd, weten jullie nog niet. Bereid je voor…
Beste vrienden in Rome, ik ga je nu vertellen over Antiochië. Ik laat je zien hoe God mij brak om tot Hem te komen. De gang in Antiochië Enkele jaren geleden waren we daar tijdens het vasten. Ik was er met Barnabas, Simeon, Lucius en Manaen. Onbekenden voor jullie behalve Barnabas. Hij is een rots van een vent met een Abrahambaard. Zijn naam betekent: zoon van de donder. Zijn persoonlijkheid is meer van een verkoelende regen. Hij introduceerde me bij Petrus en de rest in Jeruzalem en zonder hem hadden ze mij als voormalige vijand van christus niet aanvaard. Ik had nogal een naam, weet je. Ik zou het nu graag anders willen zien en alles wat ik aangericht heb, de vele doden, goed willen maken. Ik geloof helemaal in het kruis. Ik hoor het gehuil en geschreeuw nog, zelfs van kinderen. Onder de kliek in Jeruzalem waren sommigen die me nog wel kenden. Sommigen van hen hebben een kind verloren door mijn toedoen. En toch durven ze mij nu te vertrouwen. Dat is pas wat. Zeker als je weet dat ik ook nog een afwijkende boodschap heb. Gered door genade Mijn “bekering” zal ik het maar noemen gebeurde op weg naar Damascus. Hoe kwam dit zo? Alles bracht me op weg naar Damascus. Ik werd er zonder dat ik dit zelf wist heen geleid om er God te ontmoeten. Elk indicent, elke schade die ik veroorzaakt heb, zoveel doden, waren een voorbereiding op mijn weg naar Damascus. God werkt in alles naar Zijn wil. Sommigen gelovigen twijfelen eraan of echt alles van God komt. Hoe kunnen ze het volhouden? Hoe kunnen ze zelfs de kleinste beproevingen doorstaan? Als niet alles uit God was, was ik niet in staat geweest om mijn eigen gruweldaden te vergeten. Hoe kon ik ooit zo’n nieuw leven als dit beginnen? Als het kruis er niet was geweest was ik de geschiedenis in gegaan als één van de meest wrede misdadigers ooit. Laat staan dat ik ook nog eens de boodschap zou verkondigen van hen die ik had uitgemoord. Ik ben nooit helemaal bekomen van de shock die de ontmoeting met christus teweeg bracht. Als ik een nieuw leven kan beginnen, kunnen jullie het zeker.
In Antiochië waren we met de ekklesia daar en hielden we bijeenkomsten. Simeon noemden we neger. Lucius heeft altijd een pen achter zijn oor. Meanen heeft een spel uitgedokterd: iets met een stick waarmee je hard tegen een bol kunt meppen. Die moet in een doel. Best grappig maar ook een beetje link. Als je zo’n bal tegen je kanis krijgt. De volgende keer maken we het doel iets groter. Dan krijgen we de bal er sneller in. Maar de tegenstander dus ook. We hadden 2 teams. Voordat we met de sticks overweg konden, waren we al een eind verder. Iemand gebruikte ze om naar huis te lopen na afloop. Nordic Walking, noemde hij dit. Ik snapte het niet, maar laat ook maar.
Vasten
Op deze dag gingen we vasten. Ik doe dit steeds minder en anderen hoeven het van mij ook niet te doen. Het kan nuttig zijn om af en toe te vasten, maar ik heb de indruk dat sommigen er een religie van maken. Mijn idee is dat we maar wat graag eten wat er te koop is. In Antiochië heb ik goed gegeten, dus waarom zouden we nog vaker vasten? Onze Here Jezus vastte 40 dagen in de woestijn maar dit was een speciale opdracht die met verzoeking door de tegenstander te maken had. Waarom zouden wij ons hier nog druk om maken? Zover we kunnen, mogen we op hem lijken. Als de heilige geest ons dit dicteert, mogen we onszelf vernederen om tot geestelijke groei te komen. Maar vergeet niet dat Hij dingen deed, die wij nooit kunnen. Imiteren we hem door ons eigen kruis te scheppen? Mooi niet. Zijn kruis was ons kruis. Zullen wij 40 dagen vasten om de tegenstander te provoceren? Hopelijk niet! Christus deed alles voor ons. Klaar is Kees. Als je denkt dat je moet doen wat Hij deed, ga dan ook over water lopen. We zijn compleet in Christus, niet door hem te imiteren. Op een dag, kwam Niger de tent uit en zei: we gaan vandaag niet eten maar luisteren naar de heilige geest. Dit deden we en na 3 dagen sprak de geest. Luisteren naar de geest zouden we vaker moeten doen in plaats van christus te imiteren.
Hoe god spreekt
Er komt een tijd dat het word van God voltooid zal worden. Daarna zal Hij niet meer rechtstreeks tegen ons spreken; hooguit omstandigheden scheppen die ons aan het denken zetten. Of ons geweten dicteren. Hij stuurt ons regen en wij repareren de daken van onze huizen. Hij stuurt de zon en wij hangen de was uit. Zijn handelen in deze wereld, drijft ons een bepaalde richting op. Dit doen we toch in feite sowieso al als iemand brand roept; dan rennen we weg of bellen we de brandweer. Het geschreven woord, de bijbel is Gods primaire middel om zichzelf te openbaren aan ons. Hij openbaart zichzelf door zijn zoon; oké, maar hoe kennen we zijn zoon anders dan door de bijbel? Ik noem nu ook Mattheus, Lucas en Petrus. Zijn woord overbrengen op ons doet hij middels tekstschrijvers die eerst alles opschreven. Zelfs als ze het niet helemaal snappen. Goddelijke inspiratie heet dit. Dit is nodig omdat de hele openbaring nog niet gekomen is. Ik heb een idee wanneer en van wie de volledige openbaring zal komen.
De geest spreekt
Het was een rare ochtend bij de tent van Simeon. We maakten een vuurtje (nog steeds zonder eten maar wel met een beetje koffie tegen de kou). Manaen zei opeens met een heldere stem: haal Barnabas en Saulus uit elkaar voor mij voor het werk dat ik voor hen bereid heb. Daarna tuurde hij naar de grond. Barnabas en ik keken elkaar met vragende blikken aan. Simeon en Lucius keken Barnabas aan en toen mij. Het was Barnabas die de stilte verbrak en overeind vloog. “Het is mij!” zei hij. Ik zei het ook: het is jou. Simeon zei: waar wachten we op?
Op weg naar Cyprus
Die ochtend pakten we de spullen voor Seleucia. We wisten alleen dat we aan boord van een schip zouden gaan en naar Cyprus zouden varen, het thuis-eiland van Barnabas. Manaen, Lucius en Simeon haastten zich en toen we onderweg even rustten, hielden ze hun handen boven ons en gingen voor ons bidden. Dit gebeurde meerdere keren, maar niet alleen een gebed voor geest maar ook voor fysieke verbintenis. Toen we aan boord van het schip gingen, konden we Barnabas niet vinden. Net voordat we het anker zouden binnenhalen, kwam hij eraan samen met zijn neef Markus, ook Johannes-Macus geheten. We hebben een afgevaardigde nodig, hijgde Barnabas. Ik begreep het niet. Waarom dan? Er was geen tijd om vragen te stellen, het schip begon al te bewegen en Barnabas en die andere man mochten blij zijn dat ze nog aan boord konden. Dat scheelde een haar. En ik zeg je dit: wat er in Cyprus zou gebeuren, werd het patroon van het geheim van Gods verborgen handelen met de hele mensheid.
*
Paulus aan de Romeinen
Ik ga zitten om je te schrijven vanuit deze vochtige ruimte in Korinthië. Ik probeer niet te klagen. Ik heb geleerd om nederig te zijn en vandaag krijg ik weer een gratis oefening in nederigheid. Ik ben alleen een boodschapper. Sommigen verheerlijken mij. Dit zouden ze wat minder moeten doen. Slechts een handvol mensen weet wie ik eigenlijk ben en wat mijn missie is. Voor velen ben ik een anoniem iemand, een onopvallende persoon in de massa. Ze zouden eens moeten weten. Jullie, Romeinen zijn een deel van die handvol mensen. De dag komt dat mensen zullen lezen: Paulus’ brieven aan de Romeinen. Ze zullen zich verbeelden dat jullie een vaste conclave waren met een eigen “kerk.” Ja, wat is dat nu weer? De mensen van de toekomst zullen nauwelijks beseffen dat ik aan jou schrijf, Tryfena, Persis, Rufus, Pflegon (krijg nog geld van je). Ik schrijf aan jullie allen die bijeen komen in het huis van Julia op woensdag en in het huis van Olympas op vrijdag. Ik ben een dienstknecht van Jezus Christus. De profeten hadden het hier al over. Nietwaar??? Over mij? Hadden ze het? Ze hadden het in elk geval over rechtvaardiging door geloof. En dat niet alleen; het was een boodschap aan de rest van de wereld, aan jullie de eigenwijze heidense Romeinen. Je hoort het goed; aan de Niet-Joden. En juist om die reden zijn de joden op mijn scalp uit. Oeps dat is pas een woord uit de 18de eeuw. Misschien voel je je nu aangesproken, dames en heren romeinen. Ik schrijf deze brief niet maar ene Tertius, een tiepventje. Hij zit naast me met Tippexx. Ik gebruik hem als tiepventje en schop hem er daarna weer uit. De romeinen hebben goede tiepmachines. (LOL). Tertius Tipexx heeft het niet makkelijk. Geen elektrisch licht, donkere ruimte, oude tiepmachine. Maar WE DO OUR best. Ahum, wat zeg ik nu weer. Ik geef toe dat ik een slokje op heb. Zijn tafel is een beetje klein. We zijn naar de Gamma geweest maar geen goeie tafel. Hout voor Jezus’ paal was er genoeg maar een eenvoudig tafeltje ho maar. Oh ja, in de MOSKEE was een mooi tafeltje. Ik zeg in de moskee!! Knappe moslima’s daar; dat was ook de reden waarom we even naar binnen piepten. Mooie strakke hoofddoekjes en zo.
Deze brief moest ik van God schrijven. Veel mensen snappen dit niet. Hou toch op, zeggen ze. Hoe leg ik ze dit uit? Inspiratie van God voelt niet als zonlicht op de huid. Het is meer een opwelling van binnenuit, geboren uit noodzaak. Noodzaak is de moeder van vindingrijkheid. Deze slogan kwam in me op toen ik een bak Griekse Koffie dronk. Dingen die de heilige geest ingeeft borrelen op, en worden zo zwaar dat je ze wel moet mededelen aan anderen. Als Tertius er niet is, grijp ik zelf naar de pen. Dit gebeurde ook toen ik mijn 2de brief aan de gelovigen in Thessaloniki schreef. Tertius was er niet en ik voelde zo’n zware last van de Ene die ik kwijt moest over de wetteloze mens die komen zal. Ik pakte de pen en schreef zelf en kwam zover als “Paulus en Silvanus en Timoteus, die eerst bij ons waren, aan de ecclesia van Thessaloniki. Daar komt Tertius. Ik zei: waar was jij? Hij: ik wou je niet storen. Ik zeg je: als deze meneer niet slaapt dan eet hij wel. Een vreetzak is hij. Zo zie je, beste Romeinen, God gebruikt omstandigheden om mij te inspireren. Ik zit niet in de luie stoel te wachten tot Hij mij inspireert. Ik vraag Hem niet: zult u mij vandaag gaan inspireren, meneer God? Ik schrijf ook geen geïnspireerde dingen. Ik luister naar de waarheid. En om na te denken en het Hebreeuwse gekrabbel van mijn voorgangers te bestuderen. Als het nodig is om iets te zeggen, drukt dit op mij en komt de inspiratie. Het sleutelwoord is “mensen.” Ik voel de drang om mensen al deze waarheden te vertellen. Dit zet me aan het schrijven. Het begint met iemand met wie ik sprak. Of met een rapport dat ik onder ogen kreeg over een bepaalde ekklesia. Soms is er een aanleiding. Bijvoorbeeld een infiltrant die de wet predikt in plaats van genade. Of iemand schrijft een valse brief met mijn naam eronder.
De meest vruchtbare momenten zijn als ik samen met christus ben. Samen met een bak koffie ook en als ik alleen ben. ’s Nachts laat ik mijn gedachten uitgaan naar christus en naar alle dingen die hij mij leerde in de woestijn. Zo ontstaan er nieuwe verbanden met wat ik eerder leerde. Hij leerde mij iets bijzonders: dat de wet er was gekomen opdat de zonde zich zou vermeerderen. Dit moment zal ik nooit vergeten. Dit was één van de eye-openers van mijn leven. Mijn eerste reactie was een beetje primitief. God, waarom heeft u dit niet eerder meegedeeld aan Israël? Maar later bedacht ik me dat God mij ook had geleerd dat Israël lang blind zou blijven voor de waarheid. Namelijk tot de volheid van de natiën was bereikt en het lichaam van Christus compleet was. Een paar maanden later op een schip naar Efeze sloeg de bliksem in. Het was vroeg in de morgen. Het daagde me: Israël moest juist ontmoedigd worden door haar falen zich aan de wet te houden. Haar zelfrechtvaardiging was haar graf voor de rest van de aion. Ik schreef die ingeving direct op. En dat terwijl het noodweer was. Eigenlijk moest ik helpen. Alle hens aan denk. Maar ik zocht naar het meest kostbare op dat moment: pen en papier. Sindsdien heb ik altijd wat bij me. Soms gaan er maanden voorbij zonder dat ik wat opschrijf. Dan wil ik wel maar is het de tijd er nog niet voor. Je kunt het ook zo zien: de waarheid dwingt me nog niet sterk genoeg ertoe om dingen op te schrijven en te delen met anderen. Ik wacht hier zelfs niet op. Als de waarheid zich aandient, schrijf ik onmiddellijk alles op. Anders vermaak ik me best met het bouwen van tenten. Ik dateer mijn apostelschap vanaf de opdracht die ik in Antiochië kreeg. Deze opdracht moeten jullie ook kennen. De dingen die ik jullie ga zeggen, komen waarschijnlijk zo ongewoon en absurd voor dat jullie mij misschien niet eens geloven. Ik zeg jullie: mijn apostelschap is direct van christus en kwam net als met die bliksemstraal aan boord van dat schip op een miraculeuze manier tot mij. Op weg naar Damascus ben ik bekeerd. Maar wat er later in Antiochië en op het eiland Paphos is gebeurd, weten jullie nog niet. Bereid je voor…
*
De 2 hersenhelften van ons brein en religie
donderdag 22 oktober 2009
Alfabetten met klinkers worden van links naar rechts geschreven. Andere, zoals het Hebreeuws bevatten alleen medeklinkers worden van rechts naar links geschreven. Onze hersenen hebben ook 2 helften. Het linkerdeel is analytisch, objectief, afstandelijk, lineair en logisch. Het splitst dingen op in hun componenten. De rechterhelft is holistisch, integrerend, zelfs intuïtief. Het kan goed patronen herkennen en inspelen op persoonlijke relaties, inclusief nonverbale expressies. Deze helft speelt een grote rol bij emotionele intelligentie. De neurowetenschapper Robert Ornstein noet deze helft de zetel van creativiteit en ziel. De linkerhelft controleert de rechterkant van het lichaam en andersom. Als we ons hoofd naar rechts bewegen, gebruiken we de linker hersenhelft en andersom. Als we een alfabet lezen, zoals Nederlands dat klinkers bevat, is elk woord in meerdere of mindere mate verstaanbaar. Dus kunnen we de linkerhelft gebruiken die analytisch is en bewegingen naar rechts controleert zoals Engels lezen dat van links naar rechts is geschreven. Maar niet als het om een alfabet gaat zonder klinkers. Als je ons alfabet zonder klinkers zou nemen weet je niet of het een pot of put is. Dat moet dan uit de context blijken. Dan gebruik je de rechterhelft die holistisch in elkaar steekt en bewegingen naar links registreert. Daarom worden alfabetten zonder klinkers waarschijnlijk van rechts naar links geschreven.
‘s Werelds eerste alfabet was een proto-Sinaïtisch schrift. Het was de voorloper van het Hebreeuws dat een variëteit van vormen doorliep maar een alfabet zonder klinkers bleef. Het eerste alfabet met klinkers was het oude Grieks. Dit was net als Hebreeuws geschreven van rechts naar links, toen slang-gewijs (boustophedon) en veranderde elke keer van richting. Uiteindelijk ging het van links naar rechts waarna een patroon was gevestigd voor andere alfabetten met klinkers. Nu snappen we waarom het Oude Griekenland de wereld zijn eerste wetenschappen en filosofie gaf, beide domeinen van de linker hersenhelft. Nu snappen we ook waarom de wereld van het oude Israël met zijn integrerende visie en monotheïsme zo anders was. De Tora met zijn nadruk op persoonlijke relaties, de liefde van God, naaste en vreemdeling, is het werk van de rechter hersenhelft. We kunnen verder speculeren hoe het christendom een synthese van beiden werd. Zijn stichter was joods en stapte in de religieuze vallei van het Judaïsme. Maar de eerste christelijke teksten waren geschreven en werden gelezen in het grieks. Het resultaat was een set van rechter hersenhelft ideeën die werden gedecodeerd in een linker hersenhelft alfabet en cultuur. Uit die creatieve spanning werd de westerse beschaving geboren. De gevolgtrekking is net zo belangrijk. Het menselijk brein is het product van 2 invloedssferen. Als de verbindingen tussen beiden worden verbroken, is het resultaat een disfunctioneren van de persoonlijkheid. We hebben beiden nodig: de analytische linker hersenhelft die ons in staat stelt dingen apart te zien hoe ze werken, en de integrerende rechterhelft die dingen in hun samenhang beziet. Religie heeft wetenschap nodig en wetenschap heeft religie nodig. Samen gaan ze op net als de twee hersenhelften van ons brein.
*
Is het boek Daniël authentiek?
Lagere schoolkennis
Algemeen wordt aangenomen dat het boek Daniel in de tijd van de Makkabeeën is ontstaan, rond 164 voor christus. Is dat wel zo?
Men denkt dit omdat het in het Aramees is geschreven.
In 1965 hebben Baumgartner, Schaeder, Koopmans en Hospers aangetoond dat het Aramees in Daniel tot het rijksaramees behoort. Deze taal werd vanaf de 7de eeuw voor christus gebruikt om te communiceren in hun uitgestrekte veroveringsgebieden. Het boek Daniel kan daarom zeker worden gedateerd in de 6de eeuw voor christus, de tijd van de ballingschap. In 1982 heeft ook Archer aangegeven dat het Aramees van Daniel overeenstemt met dat wat in het Oosten, in Babel werd gesproken, meer dan met het Aramees van Palestina. Bij een datering in de tijd van de Makkabeeën zou juist het omgekeerde het geval moeten zijn.
In hoofdstuk 5 staat het drinkgelach van koning Belshatzar. In die nacht veroverden de Perzen Babel. In die nacht ook schreef een mysterieuze hand op de muur de woorden “Mene mene tekel upharsin.”
Na de uitleg van Daniel over de betekenis van Mene Tekel geeft koning Belshatzar hem de hoogste positie in zijn koninkrijk. Hij benoemt Daniel tot 3de man van het rijk. Derde man, moet dat niet tweede man zijn?
2de of 3de man
Een hele tijd was er niets bekend over deze koning van Babel. Men kende wel Nabonidus de laatste heerser over het Chaldese rijk. Onder hem veroverden de Perzen Babel, werd aangenomen. In 1854 werden in Zuid-Irak in de plaats Al-Muqayyar kleitabletten gevonden. Die waren daar ooit door meneer Nabonidus gedeponeerd. In deze kleitabletten spreekt meneer Nabonidus over zichzelf en zijn zoon Bel-sjar-oesoer. In Ur werden ook zulke inscripties gevonden. Ook hierin komen beide namen naast elkaar voor. Bel-sja-oesoer zou regent zijn in Babel tijdens het verblijf van zijn vader in Tema. Hij droeg dus de titel koning omdat hij de feitelijke macht over Babel uitoefende. Hij kon Daniel echter moeilijk 2de man maken, wel 3de. Deze geschiedenis in het boek Daniel is door een insider geschreven, door Daniël zelf dus.
7 x 7 jaar
In de eerste periode van 7 x 7 jaar werd Jeruzalem door Nechemya en Ezra herbouwd. Hierna volgde een periode van 62 x 7 jaar = 434 jaar van moeilijke tijden voor Israël. Na die periode van samen 69 x 7 jaar = 483 jaar zal er een gezalfde komen, een Messias. De engel Gabriël deelt Daniël mee dat na deze 69 x 7 jaar de Messias gedood zal worden terwijl er niets is om hem te veroordelen. In de 19de eeuw heeft Robert Anderson (politieman betrokken bij Jack The Ripper zaak) aangetoond dat toen Jezus van Nazareth op 10 Nisan van het jaar 32 op een ezel Jeruzalem binnen reed zoals de profeet Zakariah had voorspeld, het op de dag af 483 jaar was na het bevel van Artaxerxes om Jeruzalem te herbouwen!
Titus
Dan volgt de verwoesting van Jeruzalem onder Titus in het jaar 70 van onze jaartelling. Het joodse volk wordt bijna 2000 jaar onder de gojim verstrooid maar er moet nog een laatste 7 jaar komen. De 70 x 7 jaar moet volgemaakt worden. Dan zal de Messias komen om zijn koninkrijk op te richten zoals Gabriël dit aan Daniël voorzegd heeft.
*
Genade versus Wet
In 2 Timotheus 1:15 keert iedereen zich af van Paulus. Waarom? Er staat letterlijk dat deze mensen worden weg getrokken van Paulus. Waardoor dan? Antwoord: door de wet. De mensen keerden zich niet per sé van Jezus af maar wel van genade! Paulus’ boodschap was teveel God en te weinig mens. De drive om “zelf iets te doen” om gered te worden was te groot. De gelovigen konden niet langer onderscheid maken tussen hun eigen bijzondere roeping en die van Israël. Misschien mag genade op deze manier een goedkope oplossing lijken om gered te worden. Dit is niet correct. Genade is niet goedkoop maar VRIJ!
*
door Harry Fox
Hoe ouder ik word, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat de verklaring van de apostelen in Romeinen 6:14 , dat gelovigen in christus niet langer onder de wet maar onder genade vallen, van immense betekenis is. Deze verklaring opent onze ogen voor het radicale verschil tussen de 2 soorten relaties die we met God hebben die Paulus benadrukt in hoofdstuk 3 van Galaten: het verschil tussen een bilateraal verbond en een unilaterale overeenkomst. Het bilaterale verbond verwijst naar de relatie die God met Israel bevestigde door Mozes; de unilaterale overeenkomst verwijst naar de relatie die God met Abraham onderhield 430 jaar eerder. Onder het bilaterale verbond, wisselden God en Israel van nakoming. Dat wil zeggen: alles wat God zou doen voor Israel hing af van in hoeverre Israel God gehoorzaamde. Maar wat God Abraham beloofde hing alleen van hemzelf af zoals Paulus in Romeinen 4:20,21 bevestigt: “maar aan de belofte Gods heeft hij niet getwijfeld…”
Wat had God beloofd? Het antwoord staat in Genesis 12:1-3 en 15:5,6 waar God belooft Abraham’s gids te zijn naar een land dat voor hem bestemd is en voor zijn vele nakomelingen en door 1 van hen (per Galaten 3:16) God alle families op aarde zou zegenen (Galaten 3:8). De vervulling van die unilaterale belofte in christus door wie God handelde om ons te redden, niet als antwoord op onze gehoorzaamheid maar juist ondanks ons tekort schieten daarvan. Dus Paulus zegt in Romeinen 5:6,8 &10 dat terwijl we hulpeloos waren (in gehoorzaamheid) christus op het juiste tijdstip stierf voor de goddelozen. Dus… God toonde zijn liefde voor ons daarin dat terwijl we nog zondaren waren, christus voor ons stierf. Dus, terwijl we nog vijanden van God waren, werden we verzoend met God door de dood van zijn zoon. Als het volle belang van deze kolossale informatie echt tot ons doordringt, worden we vervuld met zoveel dankbaarheid voor Gods onvoorwaardelijke liefde en genade voor ons (welke Paulus geloof noemt, dat we worden aangezet om veel gehoorzamer aan Gods geboden te worden dan wanneer we hem onder de wet blijven dienen. Iemand zei eens dat het verschil tussen wet en genade is dat we onder de wet 6 dagen werken en op de 7de dag rusten, terwijl we onder de genade op de eerste dag rusten en op de andere 6 dagen werken. Wat een verschil in uitgangspunt tussen beide vormen van werken! Werken onder de wet is een last, inadequaat en leidt vaak tot een burn-out terwijl werken uit genade vreugde brengt, rust geeft en productief is (Matt. 11:28-30). Werken uit genade is ook van een betere kwaliteit. Het verschil tussen wat echt belangrijk is en wat op de tweede plaats komt, komt duidelijk tot uiting. (zie: Matt. 23:23-24).
*
De verklaring in Romeinen 6:14 is van immens belang. Gelovigen vallen niet langer onder de wet maar onder genade. De mensheid snapt het belang hiervan niet goed genoeg. Het verbond dat God met Mozes sloot was onder voorwaarden. Als Israël god gehoorzaamde dan hielp God Israël. Bij Abraham was alles anders, zie Galaten 3. God deed Abraham een paar beloften. Hij zou een zoon krijgen en de stamvader van een groot volk worden en een eigen land krijgen dat we thans kennen als Israel. Dit hing niet van Abraham af maar was een eenzijdig besluit van God, zie Romeinen 4:20. Zo schenkt God de gelovigen van nu ook genade. De constructie lijkt wel op die van een onvoorwaardelijk basisinkomen. God schenkt ons geen genade omdat we aan bepaalde eisen voldoen maar omdat we juist niet aan bepaalde eisen voldoen, zie Romeinen 5:6, 8 en10. Terwijl we nog vijanden waren van God stierf Jezus voor onze zonden. Als we dit werkelijk snappen dan snappen we pas echt waarom we God dankbaar moeten zijn. Werken onder de wet is een last en leidt vaak tot een burn out terwijl werken uit genade vreugde brengt en productief is (Matt. 11:28-30). Werken uit genade is ook van een betere kwaliteit. Het verschil tussen wat echt belangrijk is en wat op de tweede plaats komt, komt duidelijk tot uiting. (zie: Matt. 23:23-24). In de tijd van Paulus begrepen de mensen dit onderscheid ook al niet. In 2 Timotheus 1:15 keert iedereen zich af van Paulus. Waarom? De mensen werden weggetrokken van Paulus. Waardoor? Door de wet. De mensen snapten genade niet en vielen terug op de schijnzekerheid die de wet bood. Bovendien willen de mensen graag zelf iets doen om gered te worden.
*
Oorsprong van de mens 2; parallellisme
Hoe werd de mens een levende ziel? De ziel is uniek voor de mens. Andere dieren in genesis hebben ook een ziel. Een ziel hebben, betekent een zelfbewustzijn hebben wat integraal is met ons deelachtig zijn in God. Hij heeft het leven in ons geblazen. Met onze ziel hebben we een antenne voor onze toekomstige bestemming in Christus. Alleen kunnen we dit niet goed vatten. We voelen dat ons een soort van bestemming wacht maar snappen nog niet helemaal hoe dit werkt. Ergens diep in ons voelen we dit. Ergens weten we dat we stiekem meer zijn dan wat we nu zijn. Juist om die reden is onze ziel extreem gevoelig voor de gedachte dat we misschien toch onze bestemming zouden missen. De ziel zal steeds proberen om naar onze bestemming toe te bewegen maar daarin falen omdat de zonde steeds weer toeslaat. Dit is een vreselijk gevoel: onze ziel schotelt ons een vreselijke spiegel voor. De zonde komt niet uit de mens voort die tevergeefs op eigen kracht zijn bestemming te bereiken. De zonde is een cadeau van niemand minder dan God zelf die speciaal voor ons de aionen heeft geschapen met daarin de zonde. Het Oude Testament kent zoiets als parallellisme. Een auteur maakt een statement en herhaalt de achterliggende gedachte met andere woorden of gebruikt een metafoor of analogie. In genesis waar God de mens maakt uit het stof van de aarde en hem vervolgens de levensadem in blaast, zien we deze vorm van parallellisme. Verderop meldt God dat Hij de mens in de Tuin van Eden zet. Beide mededelingen drukken het zelfde uit op verschillende creatieve manieren. De ziel vertoont af en toe het gedrag van de slang die Eden binnensloop om allereerst Eva te misleiden. De vrouw die uit Adam was genomen stemt overeen met de ontvankelijke natuur van Adams nieuwe persoonlijkheid. Ik durf de stelling aan dat onze rebellie tegen God juist voorkomt uit de frustratie om op eigen kracht onze bestemming te bereiken. Deze frustratie leidt tot pijn en vervolgens tot rancune en rebellie. Het verhaal waarin de mens in de tuin van Eden wordt geplaatst is een andere beschrijving van de omstandigheid waarbij God de mens tot een levende ziel maakte. Voor die tijd had de mens zeker niet dezelfde capaciteit als nadat God hem de levensadem had ingeblazen. In de eerste aanvang toen de mens werd gemaakt was hij een simpele creatuur zonder de complexiteit die bij onze toekomstige bestemming hoort. In de eerste instantie had Adam een dierlijke uitstraling en relatie met de wereld om hem heen. God boeide hem niet. Een innerlijk gevoel van een goddelijke bestemming had hij evenmin. Adam was aanvankelijk toegerust op de natuurlijke wereld om hem heen. Als God tegen hem sprak had hij dit niet eens door gehad. Eerst moest hij de ziel verwerven die hem in staat maakte om te begrijpen wat een goddelijke bestemming is. Als mensenras hebben wij samen de capaciteit voor de volheid van God, maar die capaciteit op zichzelf is waardeloos. Wat een rare situatie: om een capaciteit voor de volheid van God te hebben die straks alles in allen zal zijn (1 Kor. 15:28) en tegelijk compleet onwetend hiervan te zijn! Hier doet de Levensboom zijn intrede. Alleen door van zijn vruchten te snoepen kan het menselijk potentieel voor heerlijkheid worden gerealiseerd. De Boom van kennis van Goed en Kwaad vertoont gelijkenis met alles dat onze “slang-uit Eden” kwetsbaarheid als antwoord geeft op ons dilemma om op eigen kracht onze bestemming te bereiken. De levensboom is de geest en de geest is het zaad van Christus. We ontvangen de geest en krijgen het nieuwe zaad dat al door de dood heen is gegaan en zelfs is opgestaan uit de dood. Juist daarom moesten Adam en Eva het paradijs uit, opdat ze niet meer van de levensboom konden eten en alleen nog van die andere boom. Ze werden de aionen in gestuurd. De vrucht van de boom van kennis werd in de aionen meegesleurd de dood in en later een vrucht van glorie. Beide verhalen van het ontstaan van de mensheid tonen alvast het beeld van God die alles in allen zal zijn.
*
De grote opsomming
Hij maakte ons het mysterie bekend volgens zijn wil, en somde alle dingen in christus op, op aarde en in de hemel. Efe. 1:9-10
Deze Efeziërs verzen zijn een zeer korte samenvatting van Gods meesterlijke plan. Dit mysterie is heden geopenbaard aan een select gezelschap dat deze boodschap begrijpt, hoewel iedereen het kan lezen in de bijbel. In Romeinen 11:36 staat “ek” (komt voort uit het midden) en “dia” (door het midden) en “eis” (richting en dwars door het midden.) Het midden is de plaats om te zijn. The place to be.
De oude profeten hadden maar weinig door van wat God echt van plan was en dit geldt nog steeds voor het grootste deel van het christendom dat de rest van de mensheid de eeuwige hel verklaart. Niets van de genade die we ontvangen is afhankelijk van ons. Het is dan ook niet terecht om te zeggen dat we Gods genade moeten WILLEN aannemen. Er valt niets te willen voor ons. God doet het werk; niet wij. Wij KUNNEN hier zelfs niets aan toevoegen. God wacht niet op ons tot we spectaculaire dingen doen. Dat doet Hij zelf wel. We hoeven er niet op aan te dringen een 3de tempel te bouwen in Jeruzalem. Zoals God zich niet laat manipuleren door ons gebed, zo hoeven we ook niet aan te dringen op zijn heilsplan. Gods bestuur heeft de dingen in onze eon zo gereld als ze zijn. Daar kunnen we zelf niets aan veranderen. Wij zijn GEEN helpers van God. Hoe hard religie ook schreeuwt dat we God wel moeten helpen. Zij die christelijke politiek willen bedrijven en een theocratie willen, zullen zich vooral baseren op Oud Testamentische regels en een Christelijke Sharia invoeren. Met alle gevolgen van dien. De gedachte om God te willen helpen wordt gevoed door natuurrampen zoals nu in Haïti, 2010. Elke keer met dit soort rampen profeteert men een Eindtijd scenario. Maar welke Eindtijd? Jezus bedoelde met Eindtijd in de eerste plaats de verwoesting van Jeruzalem en het einde van de wet van Mozes.
Alles om ons heen is geen doom maar glorie op glorie. God heeft ons niet afgeschreven al lijkt dit misschien zo. Hij brengt verandering op verandering om zijn glorie te prijzen. Wij zijn bestemd voor deze glorie waar de hele schepping op wacht. Hoe zit het met de eerder genoemde opsomming? Dit komt van het griekse woord “anakephalaiomai” en betekent opsommen onder 1 hoofd. Bij elkaar halen, verzamelen onder 1 hoofd. Alles wordt gecentreerd in christus. Alles wordt gerestaureerd in hem en meer dan dat. Dit proces is al klaar omdat God ons in christus heeft ingesloten. Onze reactie is die van “ja maar…” Efe. 1:10 zegt ALLES. De hele schepping is in christus besloten. Johannes 1:3 zegt dat alles in christus zijn bestemming krijgt en buiten hem niets. 1 Kor. 15 zegt dat we zonder de opstanding van christus een miserabel lot zouden hebben. Maar door de opstanding wacht ons allen een glorierijke toekomst. Religie wil hiervan maken dat een groot deel van de mensheid eeuwig in een hel knettert en mixt het oude met het nieuwe verbond. Maar de waarheid is juist tegengesteld, namelijk de hele schepping is besloten in christus. In de eerste Adam stierf iedereen en in de laatste Adam – Jezus Christus – zal iedereen worden behouden. In volgorde: eerst Christus zelf, dan de huidige gelovigen die bij christus horen en in de volgende aionen de rest van de mensheid. Vanaf de komende eon zal Christus weer regeren met de apostelen over de aarde tot alle vijanden inclusief de dood onder zijn voeten liggen. Iedereen zal erkennen dat Jezus Heer is, ook de mensen die nu niet geloven in Hem. Daarna zal Christus zichzelf onderschikken aan zijn vader en alles zal in allen zijn, 1 Kor. 15:28.
*
Wat is een inter testamentische periode?
Wat een rare uitdrukking; bedoelt men hiermee de tijd tussen Maleachi en het Nieuwe Testament? Njet! Het kenmerkende aan deze periode was juist een geestelijke stilte. Er gebeurde op dat vlak niet zoveel. Deze stilte duurde tot aan Johannes de Doper. Die riep op tot bekering. Het Koninkrijk van God kwam er aan. Er is een theorie dat de Tweede Wereldoorlog pas eindigde in 1989 toen de Muur viel. Wat je ook van zo’n theorie vindt, er zit een kern van waarheid in. Zo houdt het Oude Testament ook niet op bij Maleachi maar ver in het Nieuwe Testament. Bijna 40 jaar zelfs vanaf Jezus, niet zomaar een getal. Hebreeën 8:13 zegt “een nieuw verbond.” Het oude is voorbij. En wat oud is gaat voorbij. Het woordt nooit in ere hersteld. Hebreeën is duidelijk voor het jaar 70 geschreven toen Jeruzalem werd verwoest. Er komen nogal wat verwijzing in voor naar offers en tempel rituelen die toen plaatsvonden in de stad. Daarom spreekt de auteur ook van het oude dat op het punt stond om te verdwijnen. Als het nieuwe verbond inmiddels in werking was getreden waarom was het oude verbond dan nog aanwezig? Men bevond zich tijdens Hebreeën in een overgangsperiode, een speciale tijd van genade voor wat ik het natuurlijke Israël noem, om een deel van het geestelijke Israël te worden voor de verwoesting van Jeruzalem begon. In Hebreeën 10:9 staat dat God het oude wegvaagt voor het nieuwe begint.
Je kunt niet tegelijk jood en christen zijn en tegelijk het oude en nieuwe verbond aanhangen. Een mix van beide verbonden vernietigen de boodschap van God maar is duidelijk zichtbaar in het hedendaagse Judeo-Christendom dat de boodschap van God heeft verzwakt. Een voorbeeld is Matheus 17:5 waar Jezus de berg afkomt en zijn discipelen beneden wachten. God zegt: dit is mijn geliefde zoon. Voor veel christenen tellen alleen deze woorden en de rest erom heen doet er niet toe. In Openbaring 1 zegt Jezus dat we goed moeten horen wat de heilige geest zegt. Jezus werd niet stil na Handelingen 1. Paulus benadrukt dat de hele bijbel door God is geëxpireerd – ingeademd – en geschikt is voor correctie, herinterpretatie en eindeloos opnieuw bestuderen, 2 Tim. 3:16. Lees niet alleen wat er in de bijbel staat maar ga ook na wie het zegt, wanneer iets is gezegd, waar iets werd gezegd en aan wie. In 2 Tim. 2:15 zegt Paulus: gebruik het woord van God accuraat. Veel christenen volgen de boodschap van de Bergrede en wie kan de waarheid en kracht ervan ontkennen? Maar deze boodschap was gericht aan de joden en bovendien kunnen we zijn leerstellingen toch niet opvolgen. Daarvoor was de Bergrede ook: om ons eigen falen aan de kaak te stellen. De boodschap van de Bergrede is in zekere zin een non-boodschap. Probeer niet zoals Jezus te leven want dit lukt toch niet. Met als gevolg dat je afdrijft van Christus. Toch is er hoop. Namelijk niet wij maar de heilige geest in ons werkt. Wij zitten gevangen in een religieuze mix van oude met nieuwe wijn. We hutsen oud en nieuw verbond door elkaar. We raken ontmoedigt omdat deze methode niet werkt en gaan nog harder bidden. We zitten in onze eigen inter testamentische periode die beroep doet op onze ziel in plaats van geest. Adam was een levende ziel. De levensboom stond er alleen tijdelijk voor hem voor zover het van Gods timing af hing. En niet voor wanneer Adam er zelf klaar voor was om een geestelijk leven te leiden. In 1 Kor. 15:45 lezen we dat Adam een levende ziel was en de laatste Adam, Jezus een levende geest. Jezus stierf met de oude Adam in hem en stond op uit de dood. Wij zijn met hem gestorven en laten we onze eigen inter testamentische periode snel verlaten.
*
De oorsprong van de mens
De bijbel zegt 2 dingen. We komen uit het stof van de aarde. En we komen uit de eeuwige. Te beginnen met het eerste, de mens als stof omdat we onze bestemming vanuit God in de aionen hebben. Ons bestaan vanuit de aionen en de verwachting die we hebben vanuit zo’n zekere basis zijn 2 handen op 1 buik. Wat zegt God hierover en wat zegt God NIET? Kunstenaars laten vaak details weg om het geheel beter uit de verf te laten komen. Zo ook de God van de aionen. Anderzijds zijn we vaak zo geïndoctrineerd met wat er in de bijbel staat dat we juist die delen weg laten die er wel staan en lezen wat er niet staat. De mens als stof is de eerste fase van zijn aionische bestaan. Maar er staat niet dat God een menselijk LICHAAM uit de aarde formeerde dan wel een leeg lichaam waarin hij de mens propte. Wat er wel staat is dat God de mens formeerde uit het stof van de aarde. Veel mensen denken dat God een lichaam creëerde voor een mens dat spoedig geschapen zou worden, in plaats van de mens zelf.
*
Nieuw licht op Jesaja 53
Jesaja 53 slaat op Israël EN Christus. Dit is zo klaar als wat.
Johannes verwijst naar Jesaja 53:1
Joh. 12:38: “wie gelooft wat wij gehoord hebben en aan wie is de arm van IEUE geopenbaard? (Jes. 53:1)
Joh. 12:40 is gelijk aan Jesaja 6:10 – maak het hart van dit volk vet, maak zijn oren doof en doe zijn ogen dichtkleven etc.
Joh. 12:41 is gelijk aan Jesaja 6:5 – dit zei Jesaja omdat hij Zijn heerlijkheid zag en van hem (Jezus) sprak.
Nu komt het: wie is IEUE? Ik zeg Jezus!
Dit betekent dat niet God (AL) maar Jezus zich in het OUDE testament heeft geopenbaard. Aan Abraham, Mozes en nu dus Jesaja. God had de 10 geboden geschreven maar Jezus gaf ze aan Mozes!!!
IEUE-Jezus vocht met Jacob; niet God-Al.
Hoe kan dit? Jezus moest toch nog geboren worden?
Als de zoon van God, na zijn opstanding en nadat hij bij de Vader is geweest, als mens kan verschijnen aan een hele groep gelovigen, welke reden zou er dan zijn dat IEUE, voordat hij de vorm van een slaaf had aangenomen, niet zou kunnen verschijnen aan Abraham?
Conclusie:
Al = God de Vader
IEUE = Jezus als Heer in het OT
*
De Vader en de Zoon
Door Adolph E. Knoch
BRON EN KANAAL
Het verschil tussen God en Jezus wordt duidelijk door twee voorzetsels. Het heelal is ‘uit’ God en alles is ‘door’ onze Here.
Daarom staat er geschreven:
‘voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn en tot Wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn, en wij door Hem’ (1 Kor.8:6).
De tegenstelling die Paulus hier naar voren brengt, is duidelijk: Hij, Christus, is het kanaal en niet de bron of het doel van alles. Bewijs van goddelijke inspiratie is, dat de Schrift steeds hetzelfde standpunt inneemt. Met betrekking tot Christus gaat het hier om een waarheid, die voor alle tijden geldt.
ALLES UIT GOD… DOOR ZIJN GEZALFDE
Nooit lezen wij in de Schrift, dat wij ‘uit’ Christus zijn, maar wel ‘uit’ God. Christus Zelf geeft ons de verzekering, dat Hij van God uitgegaan is (Joh.8:42). Alles is uit God (Rom. 11: 36), maar God houdt zich met ons uitsluitend bezig ‘door’ Zijn Gezalfde. Hoewel alles zijn oorsprong in God, de Vader (de Bron), heeft, wordt alles uitgewerkt door de Zoon (het Kanaal).
MIDDEL
In Joh. 1:3 lezen wij, dat het Woord Gods het ‘middel’ was alles geworden is-, toch is Hij niet Degene, Die het initiatief genomen heeft tot de schepping van alles. Nergens wordt Christus de absolute bron van al het geschapene genoemd. Deze rol past ook absoluut niet bij Zijn taak als Middelaar.
DOOR
Toen Petrus zijn Joodse broeders met Pinksteren toesprak, bevestigde hij, dat God de krachten, wonderen en tekenen ‘door’ Zijn Messias gedaan had (Hand. 2:22), net zoals de wonderen en tekenen later ‘door’ de apostelen ‘heen’ gedaan werden (Hand. 2:43). Bovendien zal God het verborgene der mensen richten ‘door’ Jezus Christus (Rom. 2:16).
UIT-DOOR
Toen Paulus de geweldige waarheid der verzoening verkondigde, legde hij er vooral de nadruk op, dat de verzoening ‘uit’ God is (2 Cor.5:18), en ‘door’ Zijn Zoon (Rom.5: 10-1 l). Zo is ook de Zoon van Gods liefde het kanaal, ‘waardoor’ het doel der wederzijdse verzoening bereikt zal worden (Col. 1: 13,20).
HET AL IS DOOR DE ZOON GESCHAPEN
In de Brief aan de Colossenzen maakt Paulus de hoogste openbaring met betrekking tot Christus bekend:
‘Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene der ganse schepping, want in Hem zijn alle dingen (lett.: is het al) geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten, alle dingen zijn door Hem en tot (lett.: naar binnen in) Hem geschapen; en Hij is vóór alles (lett.: het al) en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;…’ (Kol. 1:15-17).
Hij is het Origineel van Gods schepping, het Begin, de Oorsprong van de schepping Gods, zoals Johannes het in Zijn Openbaring van Jezus Christus uitdrukt. (Openb.3:14).
Hebr.1:2 werpt nog meer licht op de Middelaarsfunctie, waar Hij aangeduid wordt als het Kanaal, ‘waardoor de aionen gemaakt zijn. Daarmee wordt gezegd, dat zowel de tijd als het stoffelijke en de kracht’ door Hem in deze wereld zijn gekomen.
GEVER EN ONTVANGER
God, de Vader, en Christus, het Beeld van de onzichtbare God, staan met elkaar in relatie als Gever en Ontvanger. God gaf aan de Zoon de woorden, die Hij sprak, de Geest, waarmee Hij de woorden doorgaf, de discipelen, die de woorden hoorden. De Allerhoogste kan zulke gaven niet in ontvangst nemen, omdat Hij Zelf de Bron en Eigenaar van alles is. Als wij God iets zouden willen ‘geven’, dan zouden wij in feite slechts teruggeven of erkennen, wat al van Hem is. Maar Christus is een Ontvangende. De woorden, die Christus in het Nieuwe Testament spreekt, lijken voor ons spontane uitingen te zijn, voortkomend uit Zijn eigen geest. Toch zijn die woorden van hogere inspiratie dan die van de anderen, zoals de profeten, psalmisten, geschiedschrijvers, apostelen, enz. Hij probeerde geen levensfilosofie te verbreiden. Hij bezat inzicht van Zijn God en Vader en sprak, zoals geen mens ooit gesproken heeft-, immers, Zijn woorden waren een gave van boven.
DE WIL VAN GOD
Het gebed, dat Hij Zijn discipelen leerde, had tot doel Zijn eigen houding, voor zover het de wil van God betrof, op hen over te dragen (Matth. 6:10; Luc.11:2). Nooit bad Hij de Vader om hulp om Zijn eigen wil te kunnen doen. Zo moesten ook de discipelen geen eigen wil ontwikkelen, maar zich onderschikken aan de wil van God en in die geest handelen. Nooit heeft de Here geprobeerd Zijn eigen wil aan de discipelen op te leggen. Hij eiste van hen slechts gehoorzaamheid in de mate, dat deze gehoorzaamheid Hem ‘gegeven’ werd. Hij kwam niet in Zijn eigen Naam, maar in de Naam van Zijn God en Vader. Het was Zijn taak Zich op de achtergrond te houden, zodat alles rechtstreeks aan de wil van God ondergeschikt is, zonder enige inspraak Zijnerzijds.
ONDERWERPING
De ‘onderschikking’ is de hoogste, voltooiende heerlijkheid van de Zoon Gods. Tijdens de twee laatste aeonen, zal Hij macht en gezag uitoefenen, zodat myriaden Hem ondergeschikt zullen zijn. Hij wordt de Heerser over het heelal; Hij zal al Gods schepselen aan Zich onderschikken. Tijdens het uitoefenen van deze functie treedt Hij op als God; Hij maakt gebruik van de macht en de voorrechten van Zijn God. Terwijl Hij dat doet, wordt Hij ‘God’ genoemd, (1 joh. 5:20). Maar als Hij deze taken uitgevoerd heeft, keert Hij niet terug in de positie van absolute Godheid, zoals de verdedigers van de drie-eenheid menen. Dan legt Hij alle functies neer, die tenslotte slechts aan de Allerhoogste toekomen.
DE MIDDELAAR TUSSEN GOD EN MENSEN
Meestal wordt de bijzondere positie, die Christus als Schakel tussen God en de mensheid inneemt, geheel over het hoofd gezien. Maar de Schrift legt heel expliciet de nadruk op Zijn middelaars-functie: ‘Want er is één God en ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus – Tim.2:5).
*
De oorsprong van de mens 3
In 1 Kor. 15 maakt Paulus een contrast tussen het natuurlijke en geestelijke. Maar… ondanks dit contrast bevestigt hij ook een eenheid tussen beiden. Het geestelijke wordt gevonden in het natuurlijke waarbij het natuurlijke zich het eerst manifesteert in de eonen. Het geestelijke wacht al die tijd tot de levensadem wordt ingeademd vanuit de eeuwigheid in de eonen. Paulus zegt duidelijk: eerst is er het aardse en natuurlijke, daarna pas het geestelijke. God schiep niet iets uit niets, laat staan de mensheid. Maar de mens is wel de kroning op zijn schepping (Gen. 2:7). De mens is niet alleen kroon op de schepping. Maar Jezus Christus is ook gekroond met eer en glorie. Dat zoiets uit “niets” zou voortkomen is absurd. Deze gedachte zet ook de relatie tussen god en mens in een verkeerd licht. Menselijkheid is intrinsiek aan Goddelijkheid die allereerst tot uitdrukking komt in christus. Dit is een andere gedachte dan dat de godheid en de mens die opeens vanuit het niets werd geschapen pas verenigd werden in christus. In Hem is er geen tegenstelling tussen Godheid en menselijkheid. Door zijn geboorte uit een maagd was de menselijkheid aan het hart van de goddelijkheid waarna deze in de eonen werd voortgebracht. Ze hoefden niet samengevoegd te worden omdat de één al voortkwam uit de ander. De menselijkheid kwam intrinsiek voort uit de godheid. De ark van het verbond is hier een beeld van. Hij was gemaakt van hout en versierd met goud. Hout is symbool van mensheid en goud van goddelijkheid. In de godheid is menselijkheid. Het geestelijke is dat wat vanuit de eeuwigheid komt. Het natuurlijke hoort bij de eonen. Geest is de onderliggende realiteit van alles wat God heeft geschapen. Geest is Ongeschapen. Alles wat geschapen is, is dat vanuit de geest. God kan vanuit zijn geest blijkbaar onze eonen scheppen en alles wat zich daarin bevindt. Zonder dat hij stukjes van zichzelf mist. De oneindigheid van de geest kan niet worden gereduceerd.
Er is een verschil tussen God zien in de natuur zoals dit zich soms aan ons openbaart en de tegenovergestelde glorie van God die we zien in het gezicht van Jezus. We kunnen ’s ochtends het raam open doen en overrompeld worden door de aanblik van een dikke laag sneeuw over alles. Dit is echter toch iets anders dan persoonlijk god ontmoeten. Het stof van de bodem waaruit we gevormd zijn had een geest-dimensie. Maar in het begin was de mens natuurlijk en kon hij alleen in zijn eonische materiële vorm communiceren met de geest. God had zich nog niet aan hem geopenbaard. Eerst moest God zijn adem in de mens blazen. De natuur van de geest was overgesprongen op de natuur van de eonen, de ruimte/tijd/materie. En dit is het natuurlijke en een piek in de relatie tussen geestelijke en natuurlijke. Toen Adam de levensadem van God ontving, kreeg hij tevens alvast de levensadem van alle mensen na hem mee. Aan de ene kant komt vanuit de eeuwigheid de glorie-natuur van de geest voort als de natuurlijke. Andersom komt uit het natuurlijke het geestelijke voort. Hier zien we de trapsgewijze schepping van de mens. Eerst gevormd uit het stof van de aarde. En daarna het infuus met de geest van God. De eerste trap is de aardse mens, de tweede trap de hemelse. De eerste en tweede Adam (Christus) zien we hier ook in terug. We zijn dus allen geschapen in de tweede Adam; christus. Adam’s eonische bestaan begon als de eerst geschapene. Jezus’ eonische bestaan begon als de eerst geborene. Er is een zekere circulariteit zichtbaar hier. Zijn geboorte vanuit de eeuwigheid leidt tot zijn eeuwige schepping en die eeuwige creatuurlijke reis leidt tot zijn geboorte in Bethlehem. Zijn schepping begon in de trapsgewijze schepping van Adam. Maar zijn creatuurlijke solidariteit met het Adamitische ras leidt tot zijn geboorte uit Maria. Zijn persoonschap bleef al die tijd verborgen van Adam tot Jezus. De circulariteit wordt hier duidelijk. De Ene van de hemel wordt de Ene van de aarde waarin al de levens van alle levens besloten ligt van het infuus van Adam om zijn Hemelsheid te vernieuwen. Deze uitleg is niet simpel en toont Christus zoals we hem in de spiegel zien. Om het helemaal te begrijpen moeten we hem zelf kennen.
Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God, Rom. 3:23.
Iedereen dreef weg van zijn doel en nu schiet iedereen tekort aan God’s glorie die men zo graag wil. De voortdurende conditie van de mens die tekort schiet voor God als begeleidende factor van de zonde roept de vraag op: wat was er het eerst? Zonde of tekort? Duidelijk is in elk geval dat de voortdurende jacht van de mens op Gods glorie futiel is. Hoe hard hij ook zoekt: hij vist altijd achter het net. Juist als hij denkt dat hij God gevonden heeft, grijpt hij er net naast. In Gods plan zit een element van verval en ontoereikendheid ingebakken, welke door zijn synergetische werking strategisch is voor de ware menselijkheid die haar volheid bereikt in de vereniging met Jezus Christus. Vanuit de eeuwigheid in de eonen gefloept bevond de mens zich in een vervallen staat. Probeer je het voor te stellen: de aanvankelijke race van de mensheid met alle verwachtingen en toen ging een paar seconden de poort van de eonen open. Opeens ontdekken we in ons perfecte lichaam een bot met een kleine scheur erin. Het begon met de 2 fasen waarin de mens uit de grond van de aarde werd opgetrokken. Toen God nog niet zijn adem in de mens had geblazen, was hij toch nog de glorie van God. De hele aarde is vol van Gods glorie zoals de profeten verklaarden. De grond van de aarde waaruit de mens was gevormd was Goddelijk. De profeten zeggen niet voor niets: U bent een God die zichzelf verbergt. God schept uit wat Hij ten geboorte brengt. De hele schepping is van origine geboren. Dit is de glorie-substantie van de Zoon van God en in Hem alle Zonen van God, waaruit God alle dingen formeerde in het bijzonder de aardse menselijkheid van de mens. Daarom wacht de schepping op de openbaring van de zonen van God omdat het zoonschap betekenis geeft aan alles. In de eerste fase van zijn bestaan, zonder de ziel die uniek voor hem was door Gods inademing, waardoor hij anders dan andere schepselen werd; zelfs in dat stadium was de glorie van God in hem verankerd. Maar hij was zich totaal niet bewust van zijn eeuwige origine. Dit bewustzijn was nog niet ontwaakt in hem. De goddelijke inademing, deed hem ontwaken en beseffen dat hij meer was dan een klomp vlees. Vibraties van goddelijkheid welden in hem op en hij voelde de roep in zich naar iets dat God heette. Niettemin werd hij de eonische woestijn in gezonden zonder de benodigde kennis van zijn schepper. Het was de bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem tastend zouden vinden zoals Hand. 17:27 zegt. God had nog niet de hartstochtelijke kwaliteit van liefde in de levens geopend die in de eerste mens geademd waren. Hem was nog niet medegedeeld dat hij en alle nakomelingen in hem afkomstig waren van een schepper. Waarom zo moeilijk? Waarom vertelde God hem niet gewoon het hele verhaal? Waarom? Omdat tekort behoefte oproept. De gedachte dat we iemand nodig hebben buiten ons. Alleen met deze gedachte kunnen we het wonder van Zijn liefde bevatten. We moeten naar God toegetrokken worden. Er is een synergisme dat Gods passie om ons te verheerlijken combineert met onze eigen verwarde weerstand tegen hem. We moeten snappen dat de passie van God die ons geheel in bezit zal nemen dezelfde is als Zijn passie die ALLES van Hemzelf aan ons geeft. De eerste fase schepping is nog steeds in ons aanwezig. Deze eerste fase waarin we uit de aarde waren gevormd en waarin God zijn adem blies, garandeerde de mens zijn unieke kwaliteit van een gedeelde ziel met hem. God verwierp de eerste fase mens niet. Deze vleselijke mens is een onderdeel van ons. Dit is het deel van ons dat geen goddelijke vibraties voelt die bij de 2de fase van onze schepping horen.
Ons dierlijke deel van ons menszijn is simpelweg van de aarde, zonder enig hemels bewustzijn. En onze huidige staat van mens zijn. Deze 2 fasen komen samen waar Adam het heeft over de eerste en laatste Adam. Beiden zijn niet 2 verschillende mensensoorten maar wel 2 verschillende fasen van menswording. We moeten onze eerste fase van menswording ook vasthouden. God heeft deze aardse en natuurlijke mens in ons niet verbannen. Ja sterker, het was in de 2de fase van menswording waarin de zonde in de wereld kwam. Het was de 2de fase mens die de 1ste fase mens de zonde in leidde. Wie was het die besloot om tot zonde te worden voor ons allen? Dit was onze geestelijke staat. Slotsom is dat we niet slechts alleen met Christus in contact moeten blijven maar ook met onze natuurlijke staat.
*
Het verdoemende woord in de uitdrukking vrije wil
We hebben een wil en maken 100den beslissingen de hele dag door. Geef je de planten water of niet? Als je met atheïsten discussieert is het handig om aan deze kant van het verhaal te beginnen. Natuurlijk hebben we een wil. Maar vrij zijn betekent onafhankelijk zijn van invloeden. Dus ook van God, satan of familie-omstandigheden. Zelfs als je wil maar een klein beetje beïnvloed is, is er geen sprake van een vrije wil.
Volwaardige evangelisten
Echte evangelisten volgen de 3 stappen die Paulus in 2 Tim. 4:2 geeft: “verkondig de boodschap, blijf aandringen, wijs terecht en straf of vermaan en blijf smeken.”
Verkondig, vermaan en blijf smeken. Veel christenen blijven steken in vermanen. Weinigen doen alle 3 tegelijk. Bang voor een tegenaanval, lopen we op tenen door een tulpenveld. Toch staat er dat we zijn naam moeten blijven verdedigen. Met alle geduld en tegenslag weliswaar. Het is een glorieus privilege om Gods naam en boodschap te verdedigen. Maar je jaagt tegelijk veel mensen tegen je in het harnas.
De apostel van genade nam namen
Paulus noemt in 2 Tim. 2:17 mensen bij naam die de waarheid geweld aandoen. Hij noemt Philetus en Hymeneus. Zij strooiden de leugen rond dat de opstanding al had plaats gevonden. Paulus zegt dat sommigen zich al van hen hebben afgekeerd en waarschuwt anderen ervoor niet als hen te worden. In onze tijd heb je valse leraren die de vrije wil propageren of eeuwige verdoemenis. Pas op voor hen!
*
God ziet wat wij niet zien
Degene die in de spiegel terugkijkt is je oude mens die voor God niet meer bestaat en gekruisigd is. Dringt jouw haarkruin terug, wordt je haar dunner op je voorhoofd? Dan is dat je oude mens. Maak een sprongetje; als je terugkomt op aarde, ben je de oude mens. Stop met eten en drinken. Als je over een dag verschrikkelijke honger krijgt, is dat je oude mens. Je oude mens is er nog steeds; is niet dood maar God rekent hem wel als dood. Dit is dus een staaltje van geloof boven zichtbare feiten. 2 Kor. 5:7. Dus u ook; rekent uzelf als dood en leef verder in christus jezus, Rom. 6:11.
Rekenen als god
Uw geloof/ons geloof is gebouwd op het feit dat Christus daadwerkelijk is gestorven. Je wandelt nu door het leven en gelooft wat God van jou denkt en niet meer wat je van jezelf denkt. Romeinen 6 staat vol met feiten waarop ons geloof gebaseerd is. Voordien werd je in water gedoopt en gereinigd. Paulus brengt een radicaal nieuwe doop. Deze doop heeft niets te maken met water, johannes de doper of wachten op de messias. De betekenis is wel dezelfde en symboliseert reiniging en vereniging. Het verschil tussen de ene doop en de nieuwe doop is niet de betekenis van het woord zelf. Maar de club waar je nu bij hoort en het medium dat jouw gedoopt maakt. Bij Johannes was de club, zij die op de messias wachtten. Het medium wast water. Met de doop in de dood van christus is de club, zij die geloven wat god over hen zegt. Het medium is geloof. Enkele details over de nieuwe doop:
Rom. 6:3 – we zijn met hem begraven.
Rom. 6:5 – als we delen in zijn dood, zullen we ook delen in zijn opstanding.
Rom. 6:6 – onze oude mens is met hem gekruisigd.
2000 jaar geleden besloot God jou ceremonieel te reinigen en met hem te verenigen en jou te dopen. Hij reinigde jou van zonde en veroordeling. Hij verenigde jou met zijn Zoon. Wat was zijn medium waarmee hij jou zijn nieuwe club binnenvoerde? Geloof. In plaats van kletsnat te worden, hoef je nu simpel te zeggen: “Ik geloof wat U over mij zegt, God.” Op het moment dat je zegt, “ik geloof U god,” hoor je bij de nieuwe club die het “lichaam van christus” heet. Niet veel mensen zijn in deze club. Om wat voor reden ook geeft God aan slechts een paar mensen het radicale geloof om henzelf te zien zoals God hen ziet. Jezelf zien zoals God je ziet, betekent ophouden met jezelf te veranderen en volledig op de dood en opstanding van Christus te vertrouwen. Zoveel gemakkelijker is het om je bij een religie aan te sluiten. Waarom? Omdat je bij religie de oude mens kunt vasthouden en dat voelt veiliger. Geen enkele religie op aarde beschouwt de oude mens als gekruisigd. Liever rakelt men de oude mens op en verkleedt deze als een modepop. God zegt dat de oude mens gestorven is. Maar wie gelooft hem? Het is gemakkelijker om gevoelens en ervaringen te geloven. Het is gemakkelijker om te werken om God een plezier te doen en je eigen vlees en oude mens te veranderen dan te geloven in wat god zegt. Gemakkelijker in deze is zeker niet vreedzamer. De doop in de dood van christus is een verschuiving van de oude denkwijze naar een nieuwe levenshouding. In plaats van ervan te balen dat je weer gezondigd hebt, reken jezelf dood voor de zonde en levend in christus, Rom. 6:11. Reken jezelf gestorven met christus in je dagelijkse wandel. Is degene die je in de spiegel ziet te krachtig voor jou om God te durven geloven? Als je begrijpt dat alles wat er aan het kruis van Golgota gebeurde door God in gang gezet was voor JOU, dan kun je je geloof laten groeien op basis van deze feiten. Paulus noemt dit “toerekenen.” Voor zover er een goed Nederlands woord voor is. Reken jezelf dood voor de zonde, Rom. 6:11. Rekenen is denken. Als je gelooft dat Jezus 2000 jaar geleden echt gestorven is, wordt dit denken een stuk gemakkelijker. Iets echt zeker weten is iets anders dan jezelf iets voorhouden wat je niet echt gelooft. De bijbel plaatst zeker weten (vers 6) voor rekenen (vers 11). Het komt erop neer dat je jezelf niet iets voor kunt houden wat je niet echt gelooft. Luister ook eens naar een “hel en verdoemenispreek.” In hoeverre kun je jezelf voorhouden dat zo’n preek waarheid bevat?
Gestorven met christus
Kun je je herinneren dat je gestorven was met christus? Natuurlijk niet. 2000 jaar geleden was je nog niet eens geboren. Maar voel je dat je gestorven bent met hem? Voel je de pijn van de spijkers in je handen? De pijn van de zweepslagen? Herinner je dat je tegen 2 dieven naast je sprak? Natuurlijk niet. Je was niet echt op Golgota. En toch rekent God jou alsof je erbij was. Sterker nog: dat feit is de basis van jouw geloof. Het feit is niet dat je daar was maar dat god je rekent alsof je erbij was. En dit moet je nog geloven ook, diep geloven omdat het waarheid is. Als je verwacht te voelen dat dit allemaal waar is, dan zit je op het verkeerde spoor. Veel religie is terug te voeren op oefening om onzichtbare feiten te voelen. De christelijke religie benadrukt continu gevoelens. We moesten voelen dat we rechtvaardig waren; we moesten voelen dat we gered waren; we moesten voelen dat we God waardig waren. We moesten de geest van god voelen. Maar wat God ons toerekent heeft niets te maken met voelen. Het gaat hier om de feiten en het feit is dat God ons zondigen en onze onzekere “ik” als gestorven beschouwt. Wil je in christus wandelen? Bouw je geloof dan op feiten en niet op gevoelens. Er is geen betere weg om aan de gestoorde roetsjbaan van het leven te ontsnappen dan geloof dat gebouwd is op feiten.
*
Beverly Hills; ik deed iets slechts
Naarmate ik ouder wordt, trap ik steeds minder in de val van deze aion. Deze aion promoot alles wat sexy, sterk, groot, leuk en rijk is. Wat zei Jezus over de tempel? Zie Mat. 24:1. Er staat: de leerlingen vestigden zijn aandacht op de tempel. Dit geeft aan hoe trots ze op de tempel waren. Zijn antwoord was even verrassend: “hebben jullie dat alles goed gezien? ik verzeker jullie: geen steen zal op de andere blijven.”
De bijbel zegt dat alles wat zichtbaar is, tijdelijk is. 2 Kor. 4:18. Er staat niet bij hoe die zichtbare dingen verdwijnen.
Beter dan zwart goud; thee!
Feiten blijven feiten, ook al zijn ze onzichtbaar. Al duizenden jaren blijven feiten onaangeroerd door ervaringen, gevoelens en geloof. Dit zal wel zo blijven. Feiten laten zich niet intimideren door opinies. Geloof dat gebaseerd is op ervaringen in plaats van feiten zal altijd het onderspit delven. Waarom? Ervaring is een onbetrouwbare ijkmaat van de geestelijke realiteit. Denk aan Petrus die over water wandelde. Zo gauw hij vertrouwde op de ervaring van het woeste water in plaats van op de feiten, namelijk dat christus hem zei over het water naar hem toe te komen, ging hij ten onder. Hetzelfde zal met u gebeuren als u de ogen van de feiten afhoudt en op ervaringen afgaat. Ontdekt God’s feiten en baseer daar je geloof op. Dan pas zul je echte ervaringen krijgen. Is dit geen paradox? De paradox is dat onze ervaringen verbeteren als we ze negeren en ons richten op christus. Als je dit doet dan:
… Ken Gods feiten, Leef door geloof, Ervaar Gods kracht
*
Geloof is gebaseerd op onzichtbare feiten
Hebreeën 11:1 leert ons dat geloof een overtuiging is die te maken heeft met onzichtbare dingen. De verleiding bestaat om het woord “onzichtbaar” te vervangen door “niet echt.” Als iets onzichtbaar is, zal het wel niet echt zijn. Bied weerstand aan die verleiding en hij zal van je wegvlieden. Dat wat je niet ziet is zeker niet alleen maar fictief. Kun je de dampkring zien? Nee. Maar hij bestaat wel. China kan ik niet zien en valt onder de categorie “onzichtbaar.” Toch bestaat het omdat er genoeg betrouwbare ooggetuigen zijn die er wel zijn geweest. Nog afgezien van foto’s en atlassen. Zo is het met de bijbel ook. Jezus leefde echt, ging de dood tegemoet, nam onze zonden mee het graf in maar stond ook weer op, de zonden daar achterlatend. En wij waren gerechtvaardigd. Omdat geloof feiten nodig heeft, zorgde God ervoor dat er zo‘n 500 ooggetuigen waren die de opgestane christus zagen waarna de apostel Paulus er verslag van maakte. 1 Kor. 15:6. Waarom zo’n gedoe met een kruisiging en dood als geloof gebaseerd kon zijn op fictie? Is geloof zonder werken alleen nutteloos? Is dit niet de doctrine van Jacob? In het evangelie van Paulus staat geloof los van werken. Maar niet van feiten. Deze feiten zijn Gods werken en niet de onze.
Werkwoord of zelfstandig naamwoord?
God belooft ons in de psalmen de verlangens van ons hart. Ik wil van alles, een Mercedes, lekker meid en uiteraard geld en gezondheid. Hmm, wat klopt er niet aan deze conclusie? “Verlangen” is een werkwoord, geen zelfstandig naamwoord. Is die Mercedes jouw wens of die van God?
*
Geloof als magie
Er is een mantra in het moderne Christendom die zegt: geloof en het zal gebeuren. Geloof is dus de motor van je christelijke bewustzijn. Ha, wat een misvatting. Feiten, ja zelfs onzichtbare feiten zijn de motoren van ons christen zijn. Het geloof is de wagen. Feiten mogen onzichtbaar zijn maar ze blijven niettemin feiten. De nadruk op geloof, juist bij het evangelie van Paulus neemt niet weg dat het geloof de wagen is en niet de motor. Geloof antwoordt op feiten en niet andersom. Neem Romeinen 8:28: “We weten dat God alles ten goede werkt voor hen die God lief hebben en geroepen zijn volgens de bedoeling die hij van tevoren had uitgestippeld en hen het evenbeeld te laten worden van zijn Zoon.”
Er zijn 3 feiten in deze vers:
1. God werkt alles ten goede voor hen die God lief hebben.
2. God heeft een doel voor ieder van ons.
3. Ieder van ons is van tevoren bestemd om evenbeeld van zijn zoon te worden.
Lezen we hier over mooie vrouwen, geld en een dikke Mercedes? Nee. We lezen dat God alles ten goede laat werken voor ons. Verder leren we het feit dat we een belangrijk deel zijn van Gods grote plan. Ten derde plande God alles lang voor de schepping alles voor ons en kende Hij ons voor we geboren waren. Drie verbazingwekkende feiten; wie kan dan nog teleurgesteld zijn? Geloof is niet de motor die de onzichtbare feiten dicteert maar de wagen die hen volgt.
*
Het is niet goed voor de mens om alleen te zijn; dus maak ik een kameraad voor hem
Het lijkt bijna of deze openbaring vooraf ging aan de schepping eerder in genesis. Alsof de boel wordt omgedraaid. De liefde en warmte die god voor ons voelt, is de reden waarom hij alles heeft gemaakt om ons te ondersteunen zoals de zon, ziel en miereneter. Johannes 3:16 zegt: God had de wereld zo lief dat Hij zijn eigen zoon gaf. De liefde die God voor ons heeft bracht hem ertoe het één en ander voor ons te doen. In genesis zien we dat “één en ander doen” eerst en daarna de liefde. God vond het nodig om eerst de ramen uit de mouwen te stropen. Wanneer we zijn macht zien, zijn we geneigd uit angst hard weg te rennen. Maar dan ademt god direct zijn statement uit in genesis 2:18 en slaken wij vervolgens een kreet van verlichting. God lijkt niet langer alleen maar een woeste schepper die de natuurelementen onder zijn beheer heeft maar ook een liefdevolle Vader. Hij maakte juist alles voor ons. Daar was wat natuurgeweld voor nodig maar niettemin deed hij het voor ons. Hij dacht de hele tijd aan ons en aan ons verlangen om niet alleen te zijn. Hij wil niet dat wij alleen zijn en hij wil ook zelf niet alleen zijn.
Het is niet goed voor de mens om alleen te zijn; ik zal een helper voor hem maken die hem aanvult, Gen. 2:18
Deze statement nog een keer. Aanvullen maakt iets compleet. Er was een tijd in het heelal toen God om zich heen keek maar niemand respons gaf. God zei: hallo maar niemand antwoordde. Hallohallohallo, riep God. Net of hij het tegen een echoput sprak. En dus schiep God christus als zijn aanvulling, Kol. 1:19, 2:9. Maar toen keek christus rond en zag hij dat hij alleen was, afgezien van God dan. Uit christus kwam een metaforisch lichaam, een band van broeders die het lichaam van christus werden. Dit lichaam werd zijn aanvulling, Efe. 4:13. Het begin was er om eenzaamheid tegen te gaan. Maar het was nog lang niet genoeg. God wilde dat christus meer gezelschap kreeg en zo regelde voor christus een denkbeeldige bruid, namelijk het gelovige deel van Israël. Christus eindigt met overvloedig gezelschap en alles wat christus krijgt, krijgt God ook. Christus heeft gezelschap in zowel de hemel als op aarde. In de hemel heeft hij zijn lichaam, op aarde heeft hij zijn bruid. Het idee van gezelschap dat we allen willen is een diepe waarheid. Nu kijken we naar de “aanvulling” die God aan Adam gaf in Eden. Dit was Eva. Dit is wat dichter bij huis en concreter zodat we het beter snappen dan geklets over lichaam in de hemel en bruid op aarde. Ooit een man en vrouw gezien die hand in hand liepen? Dan krijg je een beeld van hoe God en christus denken. Adam en Eva zijn simpele beelden van dit alles, ja. Maar zij illustreren dezelfde waarheid in de hogere geestelijke wereld. Dit is Gods beeld om ons te instrueren. Daarom heeft hij man en vrouw geschapen. De waarheid is altijd dezelfde maar God geeft ons zondagschoolplaatjes die passen bij ons bevattingsvermogen. Als je een getrouwd stel hebt, snap je christus en god. Het gaat niet alleen per sé om een seksuele relatie. Het gaat wel om gezelschap en liefde. De schepping van adam en uit hem, eva was niet een bijkomstigheid die nooit meer herhaald zou worden. Het systeem wordt juist steeds weer herhaald. Niet de daad zelf, Eva uit een lichaam halen maar wel de daad van het scheppen van mensen en hen samen brengen om de eenzaamheid teniet te doen. Hij schiep niet 2 seksen, alleen om het ras voort te blijven brengen. De seksen zijn een levend voorbeeld van hoe christus en god zijn, hoe god met ons is en hoe christus met zijn lichaam is. Het gaat steeds weer om gezelschap en een geneesmiddel tegen eenzaamheid. Het beeld verandert steeds weer. Het begon in de tuin van eden toen adam tevergeefs onder de dieren naar zijn maat zocht.
Het is niet goed voor de mens als hij alleen is. Daarom maak ik een metgezel voor hem die hem aanvult, Gen. 2:18
Dit is de eerste warme en pluizige passage in de bijbel. De basis ervan is een verlangen naar gezelschap en een genezing voor de eenzaamheid. Het gaat over gezelschap, iets dat we allemaal nodig hebben. Zelfs God, zelfs christus. Alle aardse gezelschap en seksualiteit is een beeld hiervan. Voor de “warme en pluizige” passage in Genesis waren we getuige van Gods verbazingwekkende macht toen hij de chaos op aarde tot een nieuwe orde herschiep. God heeft sterke spieren en grote spierballen; dat weten we nu. Maar hij heeft ook een hart. Geeft hij om gevoelens? Zeker; hij kan een miereneter, palmboom en zon maken. Maar hij zal ons ook aan zijn borst duwen en ons lief hebben. Zeker weten.
De aionen gaan over gezelschap
Eén van de eerste episoden in de geschiedenis van het heelal was de schepping van christus, Openbaring 3:14. Hiermee kwam God tegemoet aan zijn eigen verlangen naar gezelschap. Het laatste dat aan het einde van de aionen gebeurt is dat God alles in allen wordt: 1 Kor. 15:28. Op dit punt aangekomen omarmt God alles wat hij ooit geschapen heeft; alles en iedereen. Er is liefde en wederkerige liefde en niemand is meer eenzaam. Vijanden van god zoals gevallen engelen zoeken nu toenadering, wijs geworden door hun ervaringen met het kwaad. Wat is dat, een hulp-maatje voor Adam? Wat hier bedoeld wordt is dat God iemand zocht die helemaal bij Adam paste. Niet alleen voor hem maar ook net als hem, iemand die op hem leek. De beste vertaling is waarschijnlijk dat Eva een aanvulling was voor Adam. Zij maakte hem compleet.
Gemaakt in het beeld van God. Hoe dan?
God is een geestelijk wezen en als hij zijn macht demonstreert in de schepping, zien we die geest. Maar wat is geest? God is ook liefde. Dit zien we terug in zijn statement richting Adam: het is niet goed dat de mens alleen is. Het is een vreemde zaak omdat God de hele schepping in 6 dagen zou maken en dan zegt dat het goed is. En toch ontbreekt er iets. Dit heeft te maken met het ontbreken van kennis van goed en kwaad. Daarom: zie je die boom daarginds? Dat is de boom van kennis van goed en kwaad. Adam en Eva zullen hiervan eten opdat ze proeven wat goed en kwaad is. Ze moeten leren snappen wat contrast is om straks volledig deel te nemen in Gods scheppingsplan en om Gods diepe genegenheid voor de schepping te snappen. Liefde is bijna de tegenpool van eenzaamheid. Liefde is genegenheid. Liefde zal deze affectie op een object projecteren en heeft het object tevens nodig om affectie terug te krijgen. God plantte dit in de mensheid en wij zijn gemaakt in Zijn beeld.
*
Lijden voor liefde
Grote verhalen als Prins Charming of Cinderella stimuleren ons omdat we geraakt worden door het lijden van mensen voor degenen van wie ze houden. Liefde inspireert lijden en andersom. Dit zit niet per ongeluk in de mensheid gebakken. God lijdt ook voor liefde. Dit lijden doet hij door zijn zoon. Dus als je meisje van je dromen door een boerenpummel voor je neus wordt weg gekaapt, weet je wat God bedoelt met lijden voor liefde.
Het nijlpaard was niet geschikt als vrouw voor Adam
Adam had eerst geen gezelschap en daar leed hij duidelijk om. Het gezelschap dat hij had was bijvoorbeeld een nijlpaard. Een heel aardig dier maar hij kon er niet verliefd op worden. De Tuin van Eden had niet zomaar deze naam. Eden betekende luxe. Adam had dus niets te klagen. Waarschijnlijk had hij geen gouden kranen en truffels maar verder kon hij zijn buikje vol eten. Al moest er wel voor gewerkt worden. Zo moest hij alle diersoorten een naam geven. Zijn buik was niet hongerig maar zijn hart des temeer. Vol bewondering keek hij naar de giraffen en het nijlpaard. Waarom kon God niets iets maken dat beter bij hem paste? Het grote probleem was dat hij geen wanhopig gebrek voelde in zijn hart. Misschien voelde hij iets als hij de dieren seks zag hebben met elkaar. Hij voelde dat hij iets miste maar dit gevoel was niet wanhopig. Dus werd een deel van Adam weg gehaald en vorm gegeven tot een andere mens die best wel op hem leek. Maar toch ook weer niet. Een vrouw; dit was het meest merkwaardige wezen dat hij toch nog toe gezien had. Een vrouw was weer iets anders dan een nijlpaard of giraf. Met deze vrouw werd hij één vlees waarna de mensheid in vorm compleet was.
*
Paulus zet gelovigen tegenover zowel seculieren als religieuzen
God is de redder van alle mensen, 1 Tim. 4:10. Niet iedereen echter zal de komende 2 aionen leven. Te weten, de aanstaande 1000 jaar als het koninkrijk van christus er is. En de nieuwe hemel en aarde van de 5de aion. De gelovigen leven het aionische leven. Nergens in de bijbel wordt gesproken van eeuwig leven. Gelovigen leven eeuwig omdat God hen onsterfelijk maakt. Dat is eeuwig vanuit ander perspectief bezien. 1 Kor. 15:54. Dankzij het kruis wordt iedereen ooit onsterfelijk. De gelovigen worden dit alleen eerder dan de rest. 1 Kor. 1:23-24 stelt dat de religieuzen zich in hetzelfde kamp bevinden als de seculieren. Religieuzen lijken christenen maar geloven in de vrije wil, ofwel in hun eigen geloof in christus. En niet in christus zelf. Wat typeert religieuzen? Redding door henzelf. Voor de religieuze persoon is het kruis een hete angel die te volledig af is. Religieuzen zeggen dat we nog steeds moeten werken voor ons geloof. Het geloof in de vrije wil ligt hieraan ten grondslag. De dood van christus is feitelijk overbodig geworden hierdoor.
Kruisloos Christendom
Toen christus stierf, scheurde God het gordijn van de tempel dat hem van de mensheid scheidde. Religieuze leiders echter weefden dit gordijn weer aan elkaar. Christus deed de oude mens weg en stond op uit de dood als nieuwe mens. Christendom en andere religies deden de nieuwe mens weg en lieten de oude weer opstaan uit de dood. (Dat is knap!) Velen van hen wapperen met de handen in de lucht en aanbidden de knappe Jezus van de kerk. Voor de ongelovige is de kruisdood van Jezus totale dwaasheid en lariekoek. Voor de religieuze is het kruis “teveel af.” Het kruis zegt: dit is wat het vlees God aandoet. Het kruis toont de mens op zijn slechtst. En nota bene dit is waar christus voor stierf. Na het kruis kan het vlees nooit meer zeggen: God, ik zal door werken en goede daden bij u in een wit voetje komen. Daar is het te laat voor. Het vlees kan zichzelf niet redden of God behagen. Rom. 8:3. Het vlees heeft laten zien wat het waard is. De gekruisigde zegt tenslotte: het vlees is voorbij. Ik ben gestorven voor het ergste wat het vlees God aan kan doen. Daarentegen heb ik zelfs een nieuwe mens geschapen door mijn opstanding. Ik zie wie u in de toekomst bent, niet wie u nu bent. Ik ben gestorven voor alle fouten en misstappen, dus nu kunt u het nieuwe leven leven. Net als vroeger de joden, kunnen veel gelovigen de eenvoud van deze boodschap niet vatten. De joden hielden zich vast aan de wet van Mozes, de christenen aan de gedachte van de vrije wil. Christus is voor ons gestorven toen wij nog schuldig en hulpeloos waren, Rom. 5:6, 8. Deze vers kondigt het einde aan van menselijke religie.
Christus deed zijn best voor ons toen wij op ons slechtst waren. Hieraan kunnen wij niets toevoegen, geen offers of goede werken. God deed zijn best voor ons toen wij zijn zoon vermoordden. Wat voor hoogstandjes kunnen we hier nog aan toevoegen? Goed doen voor christus leidt dus automatisch tot hem kwaad doen. Natuurlijk worden wij aangespoord het goede te doen voor elkaar; maar niet in de hoop dat we hier later een extra beloning voor krijgen. Wees blij: Jezus gaf jou al jouw beloning; echter gebaseerd op Zijn werk en niet op jouw werk. Helaas is de wereld één grote oppervlakkige religie aan het worden met het christendom aan de top. Dit is de essentie van de profetie van Daniel 7, de 4 beesten die Daniel uit de zee zag opkomen. De 4 beesten beelden de 4 religies uit, en de monsterlijke religie die Daniel zag was het christendom. Het christendom zal met militair geweld andere religies onder zich schikken. Maar militair ingrijpen is niet genoeg want je kunt nooit 4 totaal andere religies opslokken zonder dat dit consequenties heeft. Daarom zal men ook steeds verder wegdrijven van het kruis van Golgota. Niet voor niets is het kruis al een soort modedingetje geworden. Hoeveel jongeren dragen het niet omdat het trendy is zonder dat ze iets met Jezus hebben? Niet het kruis staat meer centraal in het christendom maar acceptatie en populariteit. Echte toegewijden zullen zich voortdurend verdiepen in wat genade nu precies is. Nederigheid volgt dan vanzelf.
*
Satan probeerde 3 keer het kruis te voorkomen
Satan wilde christus dood. Maar hij was juist bang voor het kruis. Hij wist dat haar schaamte de menselijke trots zou breken. Vandaag de dag is het satan gelukt om van het kruis een populair modedingetje te maken dat juist menselijke trots uitdrukt. De eerste keer dat satan probeerde om Jezus te vermoorden was toen deze Hem vroeg van het dak van de tempel te springen. Of hij zou dood neervallen, of de engelen zouden hem redden. In dat laatste geval had hij zich verheerlijkt en zeker niet vernederd. Zijn 2de poging kwam uit de mond van Petrus die Jezus vermaande niet naar Jeruzalem te gaan. Daar zou hij immers sterven. Satan’s 3de poging kwam aan het kruis zelf. Hij zei: ga van het kruis af: Mat. 27:40. Jezus peinsde er niet over. Niet dat hij het vreselijk naar zijn zin had aan dat kruis. Maar Hij wilde zijn vader gehoorzamen. Laten wij hetzelfde doen en wegvluchten van het beeldschone christendom met haar hallelujah gezang.
*
Lammeren op de slachtbank
Vreselijk als een lam wordt geslacht; dierenbeulerij. Jezus is stil als een lam als hij naar het kruis wordt gevoerd. Een gewoon lam weet niet wat hem te wachten staat en is inderdaad de rust zelve. Jezus staart ook stilzwijgend de duisternis in maar weet heel goed wie zijn tegenstander is. De romeinen zien de zon opgaan en kijken naar het plaveisel. Maar Jezus kijkt veel dieper en ziet het dodenrijk voor hem liggen. De Hades of Sheol, zo men wil; daar zal hij straks 3 dagen zijn. Pas na zijn vreselijke gebed in de tuin van Gethsemané werd hij het Lam. Terwijl de politieke en religieuze krachten om hem heen in opperste staat van paraat waren en zenuwachtig de afloop beslechtten, gaf Jezus geen krimp. Hij was overgeschakeld op de automatische piloot. Nu is het onze beurt om onze slachting te ondergaan. Schakel over op de automatische piloot en laat de wereld zijn gang gaan. Laat jezelf afwijzen en uitkotsen. Blijf wandelen en ademen; blijf uit de buurt van het dodenrijk, we wachten op de messias uit de hemel. Dan zal onze glorie volgen. Alles zal nieuw zijn, vooral onze zintuiglijke waarnemingen.
NB.
Deze aion loopt op zijn eind. Belangrijk is om juist nu geworteld te raken in het geloof en de misleidingen van satan te ontwijken.
*
De apostelen wilden lijden voor Jezus. Hoe deden ze het?
De apostelen verlieten het Sanhedrin, verheugd dat ze waardig bevonden waren deze vernedering te ondergaan omwille van de naam van Jezus. – Hand. 5:41
Johannes herhaalde de opmerking van Jezus: gezegend bent u als u wordt vervolgd in Mijn naam. Voor u wacht een beloning in de hemelen. Mat. 5:11-12. Het was niet alleen het vooruitzicht van de schat in de hemel dat de apostelen met vreugde vervulde. Ze hielden ook van Jezus. Ook na zijn opstanding hadden ze meer dan eens brood met hem gebroken. En nu maakte hetzelfde Sanhedrin dat Jezus vermoord had, jacht op hen. Tegelijk wierp hun werk vruchten af en bekeerden ze de één na de ander. Jezus had voor onze zonden geleden. Wat overbleef was lijden om Hem. Mensen kunnen de grootste ellende doorstaan als ze zicht hebben op een doel. Voor Jezus was het duidelijk: na de kruisiging en de dood zou alles voorbij zijn. Dan zou Hij opstaan uit de dood. (Heb. 12:2).
De vernedering van christus
Als je naar een willekeurig kruis met Jezus kijkt in een kerk en je staat erbij stil, kun je je er een voorstelling van maken hoe hij geleden heeft. Waarom moest het allemaal zo extreem gaan? Ja, het was nodig dat hij voor de zonden van de wereld stierf, maar moest dit zo wreed? Waarom? Misschien vinden we het antwoord in de uitdrukkingen “kruis van christus” en “woord van christus.” Hier staat: diepzinnige welsprekendheid zou het kruis van zijn kracht beroven: 1 Kor. 1:17-18.
Woord en kruis van christus zijn een manier om de dood van christus te benadrukken. De manier waarop dit gebeurde was vitaal. Paulus maakt duidelijk onderscheid tussen doop en het brengen van het evangelie. Hij zet de doop tegenover het kruis. Dopen is mensenwerk. Ter contrast: alle mensenwerk stopt bij het kruis. Waarom? Omdat ieder Godvrezend mens dat het lijden van christus ziet, aan de grond genageld is. Hij kan niet verder. Hij kan zich niet laten dopen omdat zijn benen niet meer werken. Als de spijkers hem doorboren en Hij zijn laatste zucht uitslaakt met de woorden: het is gebeurd, dan zien we wat het betekent om in de dood van christus te zijn gedoopt. Rom. 6:3. We komen niet eens meer op het idee om onze eigen werken te roemen. Christus was 3 dagen dood. Zo dood als een pier. Gedurende deze 3 dagen waren wij ook dood. 2 Kor. 5:14. Dode mensen kunnen niet voor God werken, zelfs christus niet. Maar daarna wekte zijn vader hem op uit de dood. Toen christus zijn ogen open deed, kwamen alle herinneren terug. Met dit verschil dat hij nu een zucht van verlichting slaakte. Hij bleef even liggen om alles te overdenken. Het was hem gelukt; of eigenlijk was het zijn vader gelukt.
Zijn vertrouwen in zijn vader was niet voor niets geweest. Het ergste was voorbij. Hem wachtte slechts glorie op glorie. En hij zou straks zijn vader weerzien. Dat was het aller mooiste. Toen Jezus opstond om de wereld te begroeten, deden wij hetzelfde. Wij liepen met hem het nieuwe leven in, Rom. 6:4. Het nieuwe leven betekent niet dat we moeten werken voor onze redding. Dan zou christus dit ook weer moeten doen. Eén keer aan het kruis was genoeg voor hem. Het nieuwe leven betekent God bedanken dat het shockerende offer voorbij is. Het nieuwe leven betekent het goede te doen dat op je pad komt. Dit is Gods gift aan ons.
Vijanden van het kruis
Velen leven als vijand van het kruis. Fil. 3:18. Het maffe van deze vers is dat vijanden van christus op het eerste gezicht juist volgelingen van hem lijken. Paulus beschrijft hen echter in 1 Kor. 15:2 als geloofs vijandelijk. Ze zijn tevergeefs tot geloof gekomen. Wie zijn deze mensen? Ze roepen de naam Jezus van de daken maar weigeren voor Hem te lijden. Populariteit, niet lijden is het sleutelwoord van het christendom. Veel kerken zijn vooral op de ziel gericht in plaats van de geest. Onzichtbare, hemelse zegeningen worden genegeerd voor aardse emoties en hallelujah geroep. Aan de andere kant worden heidense ideeën als hel en verdoemenis of vrije wil opeens verheerlijkt. Een christen in naam alleen verliest het aionische leven. 2 Thes. 1:8. Gelovigen die in Jezus geloven maar vijanden van het kruis zijn, zijn gered maar verliezen hun aionische beloning. 1 Kor. 3:15. Ze hebben in het heden wel een leuke tijd gehad met hallelujah zingen.
Streven naar een betere opstanding
Er bestaat iets als een betere opstanding. Voor sommigen is de opstanding een 1000-voudige kwantumloop. Zie Hebreeën 11:31-35. De schrijver noemt de helden van Israël en hun machtige daden: Rahab, Gideon, David, Samuel, Jefta en anderen. Ze ontsnapten aan het zwaard en werden sterk in de strijd. Andere helden verliep het minder voorspoedig. Vers 35: “anderen werden gemarteld tot de dood erop volgde en wilden van geen vrijlating weten omdat ze uitzagen naar een betere opstanding. Israëlieten die werden vermoord voor hun geloof, krijgen een betere opstanding, beter zelfs dan die van David. Dit stemt overeen met wat Jezus tegen de discipelen zegt op de Olijfberg, namelijk dat vervolging om Hem een kostbare schat in de hemel opleverde. Dat is het evangelie van de besnijdenis. Wat zegt Paulus? Er zijn aardse en hemelse lichamen. Maar de glorie verschilt. Zoals hemellichamen verschillend schitteren en de ene ster veel meer schittert dan de andere en de zon en maan nog meer, zo zullen wij straks ook verschillend schitteren. Zo is de opstanding straks ook: 1 Kor. 15:40-42. Zoals de ene ster feller schittert dan de andere, zo zullen onze posities straks ook verschillen. Sommigen van ons zullen letterlijk met christus regeren en heersen; anderen zullen ternauwernood gered worden en mogen blij zijn dat ze het aionische leven beërven. Waarin zit hem het verschil? In lijden, vernedering en dit vol te houden. Proeven van de schaamte van het kruis en eronder te blijven. Zoals we samen stierven, zo zullen we samen ook weer leven; als we volhouden zullen we samen heersen. 2 Tim. 2:11-12. Zij die samen met christus stierven erven aionisch leven. Maar samen heersen met christus vereist volharding. Volharding vereist lijden. Onder het lijden blijven en geen uitweg zoeken, dat is volharding. Voor hen die nu lijden vanwege hun geloof zeg ik: geef de moed niet op. De betere opstanding komt eraan.
Waarom stelen we inferieure kostbaarheden van Israël?
De geestelijke zegeningen die God over ons uitgiet door de dood en opstanding van christus en naar ons communiceert via de heilige psychopaat Paulus van Tarsus, gaat alle eerdere zegeningen van voorgaande eeuwen en tijdperken te boven. Paulus is de enige die het woord “transcendent” gebruikt om de geestelijke zegeningen onder woorden te brengen. Het is niet dat Israël geen vreugde, genade of vrede geniet. Natuurlijk doen zij dat. Transcendentie heeft te maken met de mate waarin, de graad van iets. Onze hemelse verwachting staat ver boven Israël’s aardse erfenis. Paulus zegt wat onze transcendente zegeningen zijn: 2 Kor. 3:10, de glorie, 2 Kor. 4:7, de macht, 2 Kor. 4:17, de last van glorie, 2 Kor. 9:14, genade, Efe. 1:19, de grootheid van zijn macht voor ons. Dus waarom maakt men zich zo druk om Israël’s zegeningen??
*
Leven in de geestelijke nieuwe schepping
Vergeving zegt: je was fout maar ik vergeef je.
Rechtvaardiging zegt: je was NIET fout.
Het is onmogelijk om een gerechtvaardigd persoon te vergeven. Zo kijkt God naar je: je bent recht. Dit klinkt nog beter dan rechtvaardig. Rechtvaardiging hoort bij Paulus, niet bij Petrus. Zelfs in het aanstaande 1000 jarige koninkrijk van God zal Israël niet gerechtvaardigd zijn op de transcendente manier waarop paulus dit bedoelt. Israël zal dan rechtvaardig zijn als de zich compleet aan de wet houdt maar niet transcendentaal rechtvaardig. Ze zal gerechtvaardigd worden op grond van de wet, niet door geloof. Israël is “recht” omdat ze “recht” doet. We niet. Wij zijn “recht” omdat we vertrouwen op een levende god die onze rechtvaardigheid baseert op het werk van christus, niet op het onze. Israël werkt beneden een coöperatief verzoeningsplan. Veel christenen mixen wet met genade en gebruiken het woord rechtvaardiging als een hol begrip.
De nieuwe aarde van Openbaring 21 typeert onze nieuwe geestelijke realiteit
De aarde zal tijdens het komende millennium van christus dezelfde zijn als nu. Hij zal geen nieuwe maak zijn maar een regeneratie van hetzelfde rauwe materiaal. Denk aan de pottenbakker en de klei uit Jer. 18. De pottenbakker gebruikt voor een nieuw kunstwerk niet opeens papier-maché maar gebruikt dezelfde klomp klei. Dit geldt niet voor de Nieuwe Aarde. Na het Millennium Koninkrijk van christus zal de huidige aarde worden verbrand, 2 Petr. 3:10-13. Dit is de equivalent van de pottenbakker die overschakelt op papier-mache. Op de nieuwe aarde is er geen dood of lijden. God zelf wandelt met de mens. Tijdens het millennium koninkrijk zal er nog steeds de dood zijn. De fysieke waarheden van de nieuwe aarde zijn nu van ons in de geest. Onze hemelse zegeningen overstijgen de aardse zegeningen van Israël. Zo verschilt de nieuwe aarde ook van het millennium koninkrijk van Christus. Als Paulus het in 2 Kor. 5:17 over iets nieuws heeft, vergeet dan het rauwe materiaal. God heeft ons voorbij de regeneratie gesleurd. De nieuwe aarde van nieuw materiaal is zo’n onthutsend concept dat de gelovigen voor de verwerkelijking ervan moeten bidden, Efe. 1:15-23. God ziet onze oude Adam niet meer maar ziet ons levend in christus. Niet alleen dat maar ook de geest van god dwarrelt in ons (1 Kor. 3:16). En zal ons nooit meer verlaten. Denk hier eens over na!
*
Hoe zoeken we geluk?
Rechtvaardiging behoort tot een radicaal nieuwe sfeer waarin u en ik binnenwandelen. Deze sfeer is een door God-ingeademde realiteit, een bubbel van plezier dat ons met geluk vervult door er alleen al aan te denken. Deze sfeer staat bijbels bekend als de geestelijke nieuwe schepping waarvan Paulus spreekt: 2 Kor. 5:16-17.
Israël’s uitdaging is om het vlees te hervormen. Onze uitdaging is om het denken te veranderen.
Je zou denken dat veranderen van denken makkelijker is dan het vlees te veranderen. Dit is juist niet zo. Hervorming van denken vereist een praktisch ontkennen van wat we om ons heen zien. Wat zien we dan? We zien alles wat bij de oude schepping hoort: dood, zonde, ontmoediging, etc. etc. Zien anderen ons als een nieuwe schepping? Uhm, niet echt. Maar misschien zouden ze ons wel zo zien als wij ons eerst als een nieuwe schepping zien. Ik snap waarom zoveel mensen steeds weer naar het evangelie van de besnijdenis terugkeren: omdat het zoveel eenvoudiger is om handen en voeten te geven aan wat we zien; de zichtbare wereld. Maar is deze realiteit? Misschien moeten we ons hier ook in trainen om te snappen dat we tot een andere realiteit behoren die niet zichtbaar is. Dat maakt pas echt gelukkig.
De gave van een vliegtuigcrash mentaliteit
Stel je zit in een vliegtuig en weet dat je over enkele seconden tegen een berg te pletter vliegt. Geen leuk nieuws natuurlijk. Maar probeer het ook eens van de andere kant te bekijken. God gebruikt alles ten goede van ons. Misschien komen we die laatste seconden wel tot geloof. En na de knal, doen we de oogjes open en kijken we recht in de ogen van Jesus. Uiteraard zijn we in de tussentijd een hele tijd dood geweest. Maar omdat we daar niks van weten, kun je het gevoelsmatig zo zien dat die knal ons over enkele seconden bij Jezus brengt.
*
Onzichtbare zegeningen overtreffen alles wat zichtbaar is.
Een voordeel aan de boodschap aan Abraham van de besnijdenis, Gal. 2:7 is dat de zegeningen voor Israël zichtbaar zijn. Denk aan het manna dat uit de hemel kwam, het water dat uit de rots kwam, de pilaren van rook en vuur, etc. En niet te vergeten de tempel van salomon. Welk land beloofde God zijn volk? Een land van melk en honing? Zoniet het evangelie van genade. Onze zegeningen zijn onzichtbaar maar gaan de zegeningen van Israel ver te boven. Hoe kan dit? Een man die melk drinkt kan zich nog steeds veroordeeld voelen; een vrouw die honing op haar biscuit smeert kan zichzelf nog steeds waardeloos voelen voor god. Daarentegen brengt het evangelie van genade vrede met God, Rom. 5:1 en de kennis dat zonde ons niet langer van hem kan scheiden, Rom. 8:1. Hoe we ook falen, we blijven aan Hem gekoppeld. Toen Israël God ongehoorzaam was, faalden de melk en honing. Als wij God ongehoorzaam zijn, vloeit Gods genade over ons, Rom. 5:20. We hebben de loterij gewonnen.
Geld versus hemelse zegeningen
In Handelingen 16 zijn Paulus en Silas in de Macedonische stad Philippi. Ze vinden daar een groep vrouwen die bij een rivier aan het bidden is. Ze ontvangen Paulus’ evangelie van genade en Ene Lydia nodigt Paulus en Silas uit in haar huis. Hiervoor zal ze t.z.t. Worden beloond door christus. Daarna hebben beiden een beetje pech als ze een vrouw tegenkomen met een Pythongeest. Deze boze geest herkent de geest van God in Paulus en Silas en schreeuwt hen na: “deze mannen zijn slaven van de hoogste god die u redding belooft!”
Dit gaat zo de hele week door tot Paulus er gek van wordt. Hij wijst de boze geest terecht zodat deze uit de vrouw verdwijnt. De meesters van de vrouw zijn woest. Zij was immers een inkomstenbron voor hen. Ze intimideren Paulus en Silas en drijven hen naar de markt en klagen hen aan. De aanklacht ging alleen over geld. Hun inkomen was verdwenen. Als Paulus’ boodschap de schatkist van de stad had gespekt of de portemonnee’s van de aanwezigen, dan was er niets aan de hand geweest. Anno 2010 is geld nog steeds het criterium waarop Paulus wordt beoordeeld. Zijn boodschap brengt gelovigen geestelijke zegeningen, Efe. 1:3. Het probleem hiermee is dat het allemaal onzichtbaar is. Toen Paulus zelf in de Arabische woestijn veelvuldige verschijningen van christus ervaarde, was hij de rijkste man ter wereld. Hij was de eerste mens van het lichaam van christus. Hij snapte dat God de mensheid door christus zag. Hij was de eerste die van een hemelse bestemming hoorde. Niettemin was hij op aarde de eeuwige zwerver die zijn kleren misschien wel van tentdoek maakte. Hier zijn ze dan, Paulus en Silas. Ze slepen zich voort door het stof van de woestijn maar reizen in een heilige waas. Paulus zou deze waas omschrijven als een werkelijkheid van Christus die niemand aan kan raken. Feitelijk zijn zij de 2 rijkste mannen op aarde en niemand heeft dit door. Waar is hun rijkdom? Onzichtbaar in elk geval. Niemand die dit snapt. Maar waar ze onderweg gaan of staan; hun rijkdom wordt vermenigvuldigd door het Woord. Daarom willen ze er met iedereen over kletsen die ze tegenkomen. Geef Paulus een half uur en hij zal je dezelfde informatie geven als die hij zelf ontvangen had van Christus. Ook op de meest onbegaanbare plaatsen in de woestijn. En dat terwijl over 2 dagen de overheid van Filippi hen in de bajes zal gooien en hen zelfs zal slaan. 2000 jaar later is de meerderheid van het christendom deze boodschap eveneens vergeten of heeft haar op zijn minst verdraaid.
*
Niet geld is de bron van alle kwaad maar de zwak voor geld
Zie 1 Tim. 6:10. Het word “zwak” is niet goed vertaald. Het griekse woord is philarguria. Nog het beste te vertalen met “ziek”. Een ander grieks woord is orgeo dat zichzelf verlengen of uitstrekken betekent. Verlengen we ons zelf financieel? Als we meer uitgeven dan we ons kunnen veroorloven, dan hunkeren we naar geld. We worden weg gedreven van ons geloof en beschadigen onszelf. Deze dingen kunnen geen gevolgen zijn maar ZULLEN gebeuren. Het is oorzaak en gevolg. Afdwalen van het geloof kan subtiel gaan als we christus inruilen voor het verlangen naar een betere baan. Het medicijn hiertegen staat in 1 Kor. 7:31. “De wereld die wij kennen gaat ten onder.” Alles waaraan de mens hecht wordt straks aan de kant geschoven. Heiligen wordt wakker en blijf weg van de beerput.
God weet hoeveel geld we NIET nodig hebben
In Mat. 17:24 zijn inners van tempelbelasting aan het woord. Tegen Petrus zeggen ze: draagt uw meester de dubbel drachme niet af? Petrus wist dit niet zo zeker en zei maar ja. Toen hij bij Jezus kwam, was deze hem voor en vroeg hem: van wie innen de heersers op aarde belasting? Van hun eigen kinderen of van anderen? Petrus antwoordde: van anderen. Jezus zei toen: dan zijn de kinderen dus vrijgesteld. Maar laten we hen niet voor het hoofd stoten. Ga naar het meer, vang een vis en in de bek vind je een muntstuk. Petrus zal wel even met zijn hoofd hebben geschud onderweg naar het meer. Wat moest hij nu weer met een vis? Jezus sprak de laatste tijd zoveel wartaal. Maar toen hij een vis ving en er een muntstuk in de bek zat, zal hij raar hebben opgekeken. God weet hoeveel geld we nodig hebben. Als het nodig was geweest voor zijn plan kon hij geld aan bomen laten groeien. Daarentegen weet hij wat we nodig hebben en regelt hij dingen zo dat we naar Hem toe moeten komen voor onze behoeften. God weet ook hoeveel we niet nodig hebben.
*
Het lichaam van christus
Om effectief te zijn, mag de evangelist die de boodschap van genade verkondigt geen vertrouwen hebben in het vlees. Hij/zij moet door hebben dat de boodschap die hij verkondigt van God komt en zeker niet van hemzelf. Deze vorm van nederigheid is voor velen een grote opgave. En verder moeten wij als gelovigen beseffen dat we een gemeenschap van gelovigen zijn. Veel gelovigen voelen zich alleen en hebben niemand om hun glorieuze boodschap mee te delen. Maar wees gerust; u bent niet alleen; we zijn met velen; alleen zijn we verspreid over de wereld. Het lichaam van christus leeft en weet zich door God gesteund. De eenheid van dit lichaam is beschreven in Kol. 2:19. Hier staat dat God het hele lichaam door pezen en gewrichtsbanden wordt voorzien en samengehouden, groeiend de groei van God. Een opmerkelijke zin. Het woord pezen komt in de meeste vertalingen voor maar is ook fout vertaald. Het Griekse woord hier is haphe en betekent “aanraken.” Paulus gebruikt het fysiologisch waarmee het zoiets betekent als het resultaat van voedsel dat in contact komt/ aangeraakt wordt met de verteerde tractie.”
Er gebeuren 2 dingen aan het lichaam van christus in deze passage: het wordt ondersteund/voorzien en verenigd. De ondersteuning/voorziening komt van de aanraking, de vereniging komt door de gewrichtsbanden. Dit zijn figuurlijke beschrijvingen van letterlijke waarheden. Mediteer over deze anologie van Paulus en stel vast hoe God letterlijk voor ons zorgt als een eenheid. Gewrichtsbanden zijn banden van wit vibrerend weefsel die botten vasthouden en ze met elkaar verbinden. Denk aan je eigen knie die zo soepel mee beweegt als je rent en zo zeer doet als hij gekneusd is. Zo hecht zijn we een eenheid met elkaar, althans vanuit God’s perspectief. Maar hoe zit het met dat voedsel dat in aanraking komt met “verteerde tractie” (ook wel poep geheten)? Zijn we een grote darmsliert? Wees gerust; we zijn een kleine darmsliert. Een grote darm absorbeert water van onverteerd voedsel en dan, poep je de rest uit. Maar de kleine darm is waar de meeste nutriënten van onverteerd voedsel worden geabsorbeerd. Dit wonder gebeurt via kleine vingerachtige dingetjes die microvilli heten. Als deze microvilli het voedsel aanraken, beginnen ze er nutriënten aan te onttrekken die ze vervolgens aan de bloedstroom toevoegen. Deze miljoenen microvilli werken als soldaten samen in de darm en vormen een eenheid. Ze zitten zo dicht op elkaar gepakt dat het vakwerk vereist om de taken te differentiëren. Dat zijn wij! Deze Bijbelstudie is slechts een stukje van Gods ondersteuning en ik dank u voor deelname hieraan.
*
Lesbiese seks
Vrouwen die het met vrouwen deden, werden onder de wet van Mozes niet gestenigd. Volgens Leviticus 20 is homoseksualiteit een kapitale zonde. Seks met familie ook. Lev. 20:13 veroordeelt mannen die het met mannen doen. Het gaat hier om het penetreren van elkaar. Er staat ook iets over mannen die het met dieren doen. Maar nergens staat iets over de vrouwenliefde. Dit is logisch want vrouwen kunnen elkaar niet penetreren. Blijkbaar gebeurt er geestelijk en lichamelijk iets van belang bij penetratie van man in man of dier. In 1 Kor. 6:16 wordt een man die een hoer penetreert 1 lichaam met haar. Paulus leert ons in 1 Kor. 11:14 dat de natuur zelf ons leert dat een man met lang haar eigenlijk niet staat en bij een vrouw juist mooi is. Vrouwen kunnen elkaars schouders masseren en door de haren strelen. Als mannen dit doen in het openbaar, krijgen ze op hun lazer. Vrouwelijke intimiteit zegt ons iets over de schoonheid en elegantie van God.
*
Hoe zit het met homo’s?
Zie Romeinen 5:18,19. Hier leren we dat apart van christus iedereen zondaar is en veroordeeld zou worden, samen met homo’s. Sommige christenen zeggen dat Christus homo’s niet kan redden als ze zich niet bekeren. Gelukkig heeft christus de velen gerechtvaardigd door de Adam zondaars waren geworden. Laten we verder kijken naar 1 Kor. 15:22. Christenen sterven net als homo’s maar… worden ook net als homo’s weer opgewekt. Als homo’s zondaars zijn dan is het zo dat christus zondaars rechtvaardigt. In 1 Kor. 6:9-10 noemt Paulus homo’s, hoerenlopers en dronkaards in dezelfde categorie als hebzuchtigen. Homo’s hoerenlopers en sodomieten zijn allen mannen. Zij penetreren elkaar. Vrouwen kunnen dit niet en worden daarom niet genoemd. Huwelijk tussen man en vrouw is heilig.
De zonde van romeinen 1:26
Hier wordt gesproken over vrouwen die het met dieren doen. Bestialiteit heet dat. Dit verwijst ook naar Leviticus 20:16. Het gaat tegen de natuurlijke orde in van God die bepaald wordt door penetratie en waardoor ons menselijk ras in Zijn beeld voort bestaat. Nogmaals: vrouwen die met vrouwen slapen, penetreren elkaar niet en worden dus niet veroordeeld door de wet van mozes. Het homohuwelijk tussen mannen is een menselijke absurditeit. Het huwelijk is een goddelijke institutie voor mannen en vrouwen. Als je als homo toch dergelijke gevoelens hebt voor andere mannen, kun je proberen elkaar lief te hebben zonder elkaar te penetreren. Als je kind homo is of zelfs moordenaar of verkrachter: laat het aan god over. Het blijft je kind en houdt de relatie in stand met de genade die je zelf ook ontvangen hebt van christus. Laat Hem oordelen; doe dit niet zelf. Het is jouw probleem niet.
*
Zijn Jezus’ woorden ook voor ons bedoeld?
De bediening van Jezus was gericht op Israël (Mat. 15:24). Inderdaad, niets ervan is voor ons bedoeld, hoewel we wel veel kunnen leren in algemene zin van wat Jezus gezegd en gedaan heeft. Maar zijn instructies om huis en haard achter je te laten om Hem te volgen, zijn niet voor ons bedoeld. Paulus is onze apostel. Daarmee zet ik Paulus niet tegenover Christus. Immers, Paulus kreeg zijn instructies van christus. Paulus geeft ons aansporingen in plaats van bevelen. Dit is de natuur van de genade.
Vragen/antwoord
Moeten we Christus gehoorzamen? Nou, het zit zo: er is een roep, ook in de boodschap van genade (paulus) om het goede te doen en ons beschaafd te gedragen. Aan de andere kant kunnen we dit alleen doen door de kracht van de heilige geest: 2 Kor. 1:12. En toch worden we aangespoord het goede te doen. Dit heeft te maken met absolute versus relatieve waarheden. In absolute zin kunnen we onszelf niet gedragen zoals God het wil, tenzij Hij ons de kracht daartoe geeft. In relatieve zin, mogen we proberen om ons netjes te gedragen, in elk geval niet andersom.
Relatief: we gedroegen onszelf.
Absoluut: Gods genade hield ons in het gareel.
Paulus heeft het in Romeinen 1:5 over gehoorzaamheid in geloof. Dit is niet het type van Mozes’ wet die zei: doe dit en doe dat. Deze gehoorzaamheid komt totaal van Gods genade en laat ons zeggen: door de genade van God ben ik wie ik ben (1 Kor. 15:10). Deze gehoorzaamheid herkent God als de bron van handelen. Dit is niet moeten gehoorzamen maar willen gehoorzamen. Bij de wet van Mozes, moest Israël gehoorzamen. Wij willen gehoorzamen, 1 Kor. 3:16. God houdt ons niet verantwoordelijk voor ons handelen. Hij is verantwoordelijk voor ons en niet andersom. Desalniettemin zullen we ons straks rekenschap moeten geven van onze levens, Rom. 14:12. Er is een groot verschil tussen verantwoordelijkheid en rekenschap geven. De weerman geeft rekenschap voor het weer maar is niet verantwoordelijk voor het weer!
*
Zonde en Wet
Als heidenen nooit onder de wet waren, zijn ze dan wel zondig? Immers, de wet was er om de zonde te openbaren.
Het punt is hier dat de wet te snel wordt geassocieerd met de wet van Mozes. Dit is niet altijd het geval. In de Tuin van Eden was er al een wet: eet niet van de Boom van goed en kwaad. Bovendien worden mensen geoordeeld door de wet van hun eigen geweten: Rom. 2:15. Je kunt tegen je eigen geweten zondigen. Dit geweten is een wet in zichzelf. Niemand kan zijn geweten volledig gehoorzamen. Daarom zijn we gerechtvaardigd in en door het bloed van christus. Rom. 5:9.
Wat is ons geloof?
Een gelovige hoeft geen alverzoener te zijn. Wel zul je geloven dat Christus is gestorven voor onze zonden. 1 Kor. 15:3. Dan komt satan binnen en maakt het verhaal ingewikkeld. 1 Tim. 4:1-2. De doctrine van de vrije wil bijvoorbeeld weerhoudt mensen ervan in de dood van christus te geloven voor zonden. Hoe? Men zegt dat je zelf de keuze moet maken voor God. Zoniet dan kies je feitelijk voor de eeuwige hel. Een andere dwaalleer van satan is die van de 3-eenheid. Als Jezus God is, en God niet sterven kan, dan kon Jezus ook niet sterven. Bovendien worden we niet eens door ons eigen geloof gered maar door het geloof van christus in zijn vader. Rom. 3:21. Je kunt het ook omdraaien: iedereen die door God is voorbestemd voor het aionische leven, gelooft in deze dingen. En zal dus niet naar dwaalleren van demonen luisteren.
*
Was Paulus een valse profeet?
Paulus was helemaal geen valse profeet maar juist Gods ultieme gekozen instrument om Gods nieuwe boodschap van genade te verkondigen aan de heidenen. Veel mensen begrijpen niet van Paulus omdat ze zijn leer niet kunnen verenigen met overige teksten uit de bijbel die wet en werken propageren. Paulus had een andere openbaring gekregen voor ons, los van Petrus en de 12 discipelen. Met Paulus deed de genade zijn intrede.
Als niemand rechtvaardig is, hoe kan ik dan rechtvaardig zijn? Wat moet ik ervoor doen?
Antwoord: niets. Je bent al gerechtvaardigd in christus: Rom. 3:21-23. Je oude mens is dood en begraven, Rom. 6:6. Zijn opstanding verzekert die van jou. Rom. 6:5. God en christus zien jou beiden als een nieuwe schepping, 2 Kor. 5:17. Misschien voel je het niet zo maar gevoelens zijn onbetrouwbare antennes in deze. Geloof wat er in Romeinen 6 staat, daar gaat het om.
Klei, geen marionetten
Als god almachtig is en mensen hun kwade streken op hun af kunnen schuiven, zijn we dan geen marionetten? En waarvoor zou God ons dan nog oordelen en straffen als Hij achter onze kwade streken zit?
Antwoord: we zijn geen marionetten in zijn handen maar klei. Zie hem als een pottenbakker. Romeinen 9.
We leven in een relatieve wereld
In absolute zin is alles van God. Maar we leven ook op een relatieve manier en zullen hierover verantwoording afleggen aan Christus. Ons geloof is geworteld in het absolute (god doet alles) maar we leven in het relatieve (dit moet ik doen). God oordeelt mensen in overeenstemming met wat in hun harten is. Hij doet dit voor hun eigen bestwil. Het punt voor de grote witte troon is niet: “wie heeft jou zover gebracht om dit te doen?” Maar: “Wat deed je?” Het is in overeenstemming met de motivatie tijdens de zonde. God oordeelt “potten” die hijzelf hard gebakken heeft: Romeinen 9. Wie ben jij om God ter verantwoording te roepen? (Rom. 9:20). Maar Paulus zei dit op een manier alsof hij een uur later met jou een bier zou drinken.
God is een mens. Echt niet.
Brengt God ook het kwaad op ons dak? Deze gedachte is niet zozeer irrationeel als wel emotioneel beladen. Wie wil er nu een God die verkrachting en kanker toelaat? Toch staat in Efe. 1:11 dat God alles ten goede gebruikt voor wie hem liefhebben. Alles laat geen ruimte voor twijfel. Ook het lijden hoort erbij. Wij mensen hebben moeite met deze gedachte. Maar god is geen mens. Tijdelijk kwaad is essentieel voor eeuwige zegen. Het punt hier is dat God juist geen mens is.
De schepping van satan
Om zijn liefde en macht te tonen, zou God een vijand scheppen waartegen Hij kon vechten. Omdat God aanvankelijk alleen was, moest hij er één maken. Met tegenzin, maar toch deed hij het. In Jesaja 45:7 staat ook dat God zelf kwaad op ons dak stuurt. Dit is een emotioneel geladen item. God is in het hart van het kwaad. Zie ook Joh. 8:44 en 1 Joh. 3:8. In Job 26:13 staat iets opmerkelijks. Zijn hand vormde de kronkelende slang. Veel foute vertalingen beweren dat God de slang doorboort. Maar in de grondtekst staat het woord “vormen.”
De heilige geest geeft Job 2 manieren om de schepping van hemel en slang te beschrijven. En tevens 2 verschillende bronnen van goddelijk handelen voor elke creatie. Dit is geen toeval. God versierde de hemel door zijn geest. Versieren heft met “schoonheid” te maken. God maakte de hemel decoratief. Neem als voorbeeld het plezier van een kunstenaar die een stuk canvas beschildert. Daarnaast maakt hij de slang, het serpent. Versiert hij die? Nee. Hij vormde de slang alleen maar maakte deze niet mooi. De kille slang stond tegenover het versierde hemelrijk. Het Hebreeuwse woord voor vormen in deze is chalal. De hemel komt uit Zijn hart, de slang uit zijn hand. De hemel was mooi, de slang puur functioneel. Zo is het ook met het kwaad in de wereld. God is er niet per sé blij mee als Hij kwaad op jouw pad brengt. Maar ook is Hij niet gek. Hij weet wat Hij doet. Door de pijn heen, brengt Hij jouw dichter bij hem. Hij ziet het einde van waar Hij jou wil hebben. En dat jij ooit te zien krijgt.
Satan had geen schijn van kans om anders te worden dan hij werd gemaakt. Hetzelfde geldt voor deze aion.
Prediker 7:12 – wijsheid biedt de mens meer schaduw dan bezit. Wie kan recht maken wat de Eeuwige omver heeft gegooid? Misschien is het een schok te constateren dat God zelf dingen omver gooit. Denk aan Jezus die de tafels van de geldwisselaars omver gooide. God maakt dingen soms krom of gooit ze door de war. Waarom doet hij dat? Om contrast te scheppen voor zijn eigen rechtheid. Vers 12: het voordeel van kennis is dat wijsheid degenen in leven houdt die haar bezitten. Als je gefrustreerd bent van God of genoeg hebt van je geloof of zelfs je leven, zul je hier toch doorheen moeten, zelfs met een glimlach als je begrijpt dat satan is zoals Hij is. Net zo is onze aion boosaardig omdat dit Gods bedoeling is, Gal. 1:4. Je zult niet gefrustreerd raken als je weet dat je toch nier recht kunt zetten wat God krom heeft gezet. Stop met vechten tegen God en de boze wereld. Zonder uiteraard fatalistisch te worden.
*
Paarden en kaarten
Tijdens een stage leerde ik dat je van achter naar voren moet plannen. Je begint achteraan en plant terug. Zo zit het verzoeningsplan van God ook min of meer in elkaar. Juist daarom ook schiep God satan. Hoe kon hij mensen redden als ze niet eerst verloren waren? Hoe kon hij mensen met zich verzoenen als ze niet eerst vervreemd en ontworteld waren van Hem? En waar zou de zoete, eeuwige smaak van de vrijheid blijven zonder tijdelijke slavernij? Wat ik zeg is dit: het medicijn was er al voor de kwaal in Gods verzoeningsplan.
1 Petrus 1:19-20: christus, een lam zonder smet met kostbaar bloed is al ver voor de grondvesting van de wereld voor ons uitgekozen, en nu is hij aan het einde van de tijd verschenen aan u.
Openbaring 13:8: het lam dat geslacht is, vanaf het begin van de wereld. De zonde heeft Gods verzoeningsplan niet verstoord maar onthult juist de redding. EERST kwam de redding, DAARNA de zonde. God zag de zonde niet aan en zei tot zichzelf: wat zal ik hier eens tegenin brengen? De zonde overkwam Hem niet. Dit is wat het gangbare christendom ons leert. Daarom loopt het christendom ook achter het kwaad aan. En daarom kan het christendom ook niet de uiteindelijke verzoening van het heelal leren. God begon de planning achterstevoren om het middel eerder te hebben dan het medicijn. Het christendom begint voorste achteren om het medicijn bij de kwaal te zoeken. Daarom zit het christendom muurvast en beweegt het niet voor of achterwaarts.
Waarom schiep God zijn eigen vijand?
Om te beginnen mag je je realiseren dat God zijn eigen vijand schiep. Met deze wetenschap sta je al ver boven de meeste theologen. Alsof we aan hen nu zoveel waarde moeten hechten… God kan alleen in dit opzicht worden vergeleken met Walt Disney. Elk drama vereist tegenspelers. Toen God alleen was in het heelal, wie zou hem tegenwicht bieden? Apart van tegenwicht of tegenstand, moest Gods ware aard ook worden geopenbaard. Wie was God? Ook dit heeft hij gemeen met Robin Hood en Mickey Mouse. Schepselen die afhankelijk zijn van contrast voor hun openbaring, moeten zien, horen en voelen wat of wie God is. Daarom moet men ook weten wat God NIET is. Daarom schiep God een tegenstander. Dit betekent niet dat Hij dit met plezier deed. Misschien deed hij het wel met tegenzin. Waarschijnlijk had Hij flink de pest in. Wij hebben hiervoor een uitdrukking: noodzakelijk kwaad.
Is satan een gevallen engel?
Het Christendom leert ons dat God satan goed schiep maar dat hij een gevallen engel werd en daarna slecht was. Satan viel. Misschien over een verlengsnoer of anders van een gammel krukje. God deed nog zo zijn best om satan goed te maken maar satan had zijn puberstreken en raakte op het verkeerde pad; drugs, verkeerde vrienden, etc. God was dus niet verantwoordelijk voor satan’s kwajongensstreken en diens val. Misschien een klein beetje. Satan zelf is schuld aan zijn eigen val. Dit probeert men als een geruststellende gedachte te poneren. Maar is een geruststellende god ook een almachtige god? Nee! Dan is de val van satan helemaal niet geruststellend. Want kan God satan dan wel stoppen als deze nog een keer in opstand komt? Als het God de eerste keer al niet lukte, zal het Hem nu wel lukken? Als het 1 keer misging, kan het opnieuw en opnieuw en opnieuw misgaan. Als God zelf niet verantwoordelijk is voor satan’s kwajongensstreken, wie is dan eigenlijk de baas in het heelal? Als dit niet duidelijk is, noem ik dit helemaal geen geruststelling. Jezus zegt dat satan helemaal niet gevallen is. Ja, hooguit zal hij in de toekomst uit de hemel vallen. Dat staat ons nog te wachten. Maar Jezus noemt hem een moordenaar vanaf het begin. Joh. 3:8. In Spreuken 16:4 staat dat God ook het kwaad heeft geschapen voor de ondergang. In Jesaja 54:16 staat: ik riep de vernietiger om verderf te zaaien. Deze beide bijbelverzen slaan de gedachten van een vrije wil en eeuwige hel aan stukken. De waarheid is: God heeft satan geschapen zoals deze nu is: boosaardig. Veel gelovigen hebben er moeite mee te geloven dat God ook het kwaad schiep. Maar diverse bijbelverzen getuigen hiervan zoals Jesaja 45:7, Efe. 1:11, Hand. 17:25 en Kol. 1:17..
*
Dag van de mens, here en god
Dag van de mens: 1 Kor. 4:3, van Adam tot Openbaring; van Genesis 1:27 tot Openbaring 1:10.
Dag van de Here: Openbaring 1:10, van openbaring tot de verwoesting van de 2de aarde; van Ope. 1:10 tot Ope. 21:1.
Dag van God: 2 Petrus 3:12; van de Nieuwe Hemel en aarde tot de voleinding van de aionen; van Ope. 21:1 tot 1 Kor. 15:24-28.
*
Romeinen 1 versus Romeinen 12
In Romeinen 1:21-24 staat: “hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet dank en eer gebracht die hem toekomt. Hun onverstandig hart is verduisterd. Ze beweren wijs te zijn maar zijn dwaas en hebben god ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, dieren. Daarom heeft God hen uitgeleverd aan zedeloosheid waarmee ze hun lichaam onteren.”
Als gelovigen, stelt God ons in staat om de hobbels van deze aion te overkomen. Belangrijk kenmerk van de Dag van de Mens is de universele gebrekkigheid van de mens om God te eren en Hem te erkennen als de almachtige God, Hem te danken voor alles, inclusief het kwaad, en Hem te geloven. Daarom wordt het mensenhart verduisterd en gaat de lijst met zonden alsmaar door. Het remedie is om Hem in alles te eren, Hem te danken voor Zijn redding, en Zijn woord te geloven. Paulus heeft dit door en schrijft verder hierover in de hoofdstukken 3 tot 11 waarin hij gedetailleerd de soevereiniteit van God beschrijft en de gebrekkigheid van de mens om zichzelf te redden en het eenmalige reddingswerk van Christus. Het resultaat: Romeinen 12:
Dag van de Here
Wat is de dag van de Here? Voor het goede antwoord moet je zeker niet op de kalender kijken. De Dag van de Here is niet zondag en ook niet zaterdag. We moeten hier anders tegenaan kijken. De apostel Johannes zat vast op Patmos in de Aegeïsche Zee en heeft het juiste antwoord. Hoor hem in Openbaring 1:10: “Op de Dag van de Here raakte ik in vervoering.”
Johannes zegt niet OP de Dag van de Here maar IN de Dag van de Here. In het eerste geval zouden we de dag letterlijk nemen. De Dag van de Here is een tijdperk. God heeft 3 dagen voor ons apart gezet. Gedurende die 3 dagen handelt hij in ons leven en openbaart Hij zichzelf aan de mensen.
Deze dagen zijn:
– De dag van de mens
– de dag van de Heer
– de dag van God
3 dagen die 4 aionen omvatten. Dat is een grote kalender. Paulus omschrijft de dag van de mens in 1 Kor. 4:3 – “een menselijke instelling oordeelt niet over mij; noch ik oordeel over mezelf; ik ben mij van geen kwaad bewust maar dit betekent niet dat mij niet ten laste kan worden gelegd. Het is de Heer die over mij oordeelt. De dag van de mens is de Dag waarop de mens zichzelf ondervraagt en God zich stil houdt. Doel van de Dag van de Mens is om de mens te laten zien dat hij op eigen kracht niet rechtvaardig kan worden. De waarheid omtrent de Dag van de Mens is tegelijk de grootste schreeuw van de mensheid: als God almachtig is, waarom laat Hij de ellende in de wereld dan toe? Het antwoord is simpel: wij leren hierdoor hoe futiel we zijn, niet in staat om zelf rechtvaardig te worden. De mens moet geen theorie leren; hij moet deze levensles zelf leven. Wat een openbaring is dit: Mijn God, de ellende in de wereld is juist bedoeld voor deze aion! God heeft ons niet verlaten. Hij werkt IN de frustratie om ons te vernederen en ons voor te bereiden voor het gezegende contrast van Zijn heerschappij. Deze Goddelijke stilte is ook weer relatief. Een betere uitdrukking is actieve stilte. Gods absentie is zo krachtig dat hij schreeuwt! Voor hen voor wie Gods woord bestemd is, is Zijn Goddelijke stilte een trompetgeschal van wijsheid. God demonstreert Zijn wijsheid door de mens chronisch te laten blunderen. Geen wonder dat Paulus schrijft dat Hij zich van geen kwaad bewust is maar dat God hem maar moet oordelen. De Dag van de Mens onthult een set van principes, een manier van leven en van denken die tegen alles wat goddelijk is ingaat. Waarom zou Paulus zich hieraan ondergeschikt maken? Hij zegt: de Dag van de Mens kan mij onderzoeken en testen op alle mogelijke manieren. De Dag van de Mens demonstreert niet de wijsheid van de Mens maar zijn Domheid. Zal ik me dan door deze dwaasheid laten onderzoeken? En mij erdoor laten oordelen? Nee toch? De Dag van de Mens loopt op zijn einde. In de geest, ging Johannes die dag al binnen en deelde met ons Zijn glorie, duur en compleetheid. Deze Dag van de Mens zal uiteindelijk alle menselijke trots in stukken slaan. Voor het eerst in duizenden jaren zal de hand van God door de hemel steken. Zijn stilte zal eindigen en niemand zal Hem meer de gek aansteken of vragen of Hij wel bestaat!
Wat een openbaring!
De geschiedenis van de mens begint met YHWH (Here) niet met Elohim!
In Genesis 1:1 staat dat Elohim hemel en aarde schiepen. Elohim is één van Gods titels. Het betekent “plaatser.” Deze titel plaatst Hem boven tijd aangezien door Christus tijd werd gemaakt. In de titel Elohim zien we Gods macht. Maar is Hij niet dezelfde God die dagelijks voor ons zorgt? Toch wel. Maar in deze gedaante noemt Hij zichzelf YHWH of Here. YHWH is zijn betekenis in de tijd. En betekent: zal-is-was. God bestaat niet alleen in de toekomst; Hij is ook de god van nu en het verleden (was). Deze titel YHWH verschijnt het eerst in Genesis 2:5-7. Veel mensen vragen zich af waarom er 2 scheppingsverhalen zijn van de mens. Eén in Ge. 1:27 en de andere in 2:7. De eerste notitie toont Gods macht; de 2de zij zorg. In Gen. 1:27 is hij Elohim en schept hij Adam. In 2:7 is Hij YHWH Elohim en vormt hem. Dezelfde God met verschillende aspecten. Al Elohim zet God het decor. Als YHWH verbindt hij zich met de geschiedenis van de mens vanuit het standpunt van tijd. Plaats en tijd; Elohim en YHWH. De geschiedenis van de mens zal een keer eindigen.
Wat is de Dag van God?
Petrus zegt: “u die uitziet naar de Dag van God en het aanbreken hiervan bespoedigt.” 2 Petrus 3:12. Die dag gaan de hemelsferen in vlammen op en de elementen vatten vlam en smelten weg. Wij vertrouwen op een nieuwe hemel en aarde waar gerechtigheid woont. Dit is de 5de aion. Op deze nieuwe aarde is geen tempel nodig. God zelf wandelt met de mens zoals Hij dit ooit met Adam deed. Openbaring 21:3. Deze aion heet de Dag van God in contrast met de Dag van de Here in de 4de aion als God nog steeds onzichtbaar aanwezig is achter het tempelgordijn.
*
De Dag van de Here keert alles om!
Adios menselijke instituten; welkom christus
Als de Dag van de Mensen alsmaar voort zou duren, zou het nooit meer goed komen. Doel van de crisis in Openbaring (en van al onze persoonlijke crises) is voor de mens om vernederd te worden en voor God om verheerlijkt te worden. Dit doet pijn zolang het duurt maar brengt op de duur zegeningen. Wat is er goed aan een crisis die niet uiteindelijk het lijden van de mens tot een ommekeer zal brengen? Nog absurder zou een eeuwige crisis zijn. Wij, als leden van het lichaam van christus leren een harde les in deze aion. De wereld op drift en het afvallige Israël in het bijzonder leert door 10 voudige horror. De Dag van de Here begint met terreur en horror en eindigt in zegening. Zie wat de Dag des Mensen Christus aandeed! De Dag des Heren twijfelde aan Hem, sloeg Hem en nagelde Hem aan het kruis. Hij zei dat Hij een koning was. Dus maakte de Dag des Mensen een kroon van dorens en zette deze op Zijn hoofd tot hij bloedde. De Dag van de Here zegt: tot hier en niet verder! Op deze dag zal Christus een kroon dragen met edelstenen terwijl de hoogmoed van de mens zal worden vernederd. Dit staat in Jesaja: “wie hoogmoedig was, slaat de ogen neer, wie trots was, buigt het hoofd.” Jes. 2:11. Vers 19 gaat verder: “men schuilt weg in rotsspelonken, in holen in de grond, op de vlucht voor de vreselijke macht van de Here.” Deze vers correspondeert met hoofdstuk 6 van Openbaring. “Koning, rijken, machthebbers, iedereen trachtte zich in grotten te verbergen.” Jes. 6:15. Hierna zal God door de terreur heen, de mensheid grote veranderingen brengen. Jesaja 2:4, “Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een oordeel vellen; zij zullen hun wapens omsmeden tot ploegijzers.” 3,5 jaar van zware verdrukking leidt tot 1000 jaar vrede.
*
Wat het betekent om gedoopt te worden
De waterdoop reinigt met water. De figuurlijke doop met de heilige geest. De geest doet hetzelfde als wat het water doet maar dan zonder handdoek. Vandaag zijn we gedoopt in de dood van christus. – Rom. 6:3-4. Een waterdoop verenigt middels een doopceremonie, een figuurlijke doop doet dit middels de heilige geest. Zij die zich destijds door Johannes de Doper in de Jordaan lieten dopen, hoorden bij dezelfde club als Johannes die zich identificeerde met de komende messias en zijn koninkrijk. Doop in de dood van christus, brengt ons in de club die het lichaam van christus heet. Het verenigt zijn leden, niet met het koninkrijk van christus maar met christus zelf.
Als ik iemand zie die gedoopt wordt met water, denk ik, weer iemand die tot een andere club hoort dan ik.
U was al 2000 jaar geleden gedoopt
“We zijn met christus gedoopt in zijn dood, om met zijn opwekking een nieuw leven te leiden. Romeinen 6:3-4.
Als mensen mij vragen of ik gedoopt ben, zeg ik : ja, 2000 jaar geleden. Je opnieuw in water laten dopen is de grote waarheid ontkennen van de doop in de dood van christus. Het is een terugkeer naar het doden van lammeren voor vergeving van zonden.
Heeft de doop in de heilige geest te maken met in tongen spreken?
In Handelingen is dit zeker het geval. Johannes de Doper zei dat degene die na hem kwam in geest en vuur zou dopen. De geest kwam op de discipelen in de bovenkamer en ze begonnen in verschillende talen te spreken, Handelingen 2:4. Opnieuw de vraag:
Wat deed God met de geest daarna? En in onze tijd? In plaats van dat de geest op ons komt, kont ze IN ons. 1 Kor. 3:16. De vele verschillende talen van Pinksteren stelden de kliek in Jeruzalem in staat om de boodschap van Petrus te horen, ieder in zijn eigen taal. Er is vandaag de dag geen noodzaak voor een dergelijke manifestatie. Zeggen dat we vandaag in de heilige geest gedoopt willen worden is het ontkennen van de inwoning van de geest. We worden niet aangespoord om een tweede zegening te ontvangen zoals in het hoofdstuk van Handelingen, 2000 jaar geleden tijdens Pinksteren. Die tijd hebben we gehad. We zijn nu gezegend met iedere geestelijke zegening tussen de hemelse machten. Efe. 1:3.
De doop heeft mensen in zijn macht
De doop is een leer uit de bijbel. Maar dat is de besnijdenis ook. En je zonden belijden op het hoofd van een geit. En het bouwen van een Ark. Zij die dopen of zich laten dopen zijn net zo gestoord als zij die zich vrijwillig laten kruisigen om christus te volgen. In 1 Petrus 3:21 staat dat zoals water de 8 zielen in de Ark redde, zo redt de doop jou nu ook. Inderdaad, er was een tijd dat de doop u redde. Petrus voegt er later aan toe dat de doop u redde door de opstanding van christus. Dit is een tweeledige redding, gebaseerd op het evangelie van de besnijdenis. Deze boodschap was destijds voor de Israëlieten bestemd en luidde dat niet alleen het kruis redding bracht maar kruis plus doop en bekering. Zie Handelingen 2:38. Betekent dit dat doop en bekering ook nu nodig zijn? Moeten we de boodschap verkondigen dat christus u van de zonde redt, of dat vergeving van zonde door het kruis komt plus de doop en bekering? Wat zegt God over de doop in de tijd ver daarna? Als we dit niet goed uitzoeken, zou je zomaar een Ark bouwen omdat Noach dit ook deed. Of een schaap offeren of misschien wel je eigen zoon! Het probleem ligt in de verdeling van de geschriften in Oud en Nieuw Testament. Veel mensen zien het Oude Testament niet zitten als een gids voor hun leven. Het Nieuwe Testament wel. Het probleem is dat er veel onderscheid bestaat, juist ook in het Nieuwe Testament in voor wie wat bedoeld is. Bijvoorbeeld, de slogan: bekeer je en laat je dopen is een Nieuwe Testament doctrine. Zullen we hier dan maar gehoor aan geven? Hoe zouden we dit kunnen doen in de wetenschap dat deze boodschap niet alleen gericht was aan de Israëlieten maar ook aan die Israëlieten die Jezus kruisigden? Twee verzen hiervoor zegt Petrus: laat het hele huis van Israël met zekerheid weten dat God hem zowel christus als heer maakt, deze Jezus die jullie hebben gekruisigd. – Handelingen 2:36.
De oproep tot bekering had in deze context te maken met het van gedachten veranderen over het vermoorden van de messias. Hoe kunnen we ons hier nu van bekeren, anno 2010? Dit kunnen we niet. Ik heb niet hard geschreeuwd om Barabbas vrij te laten. U wel?
En wat riep Johannes de Doper nu precies? Hij riep: bekeer je, het koninkrijk is nabij! Mat. 3:2. Dit koninkrijk van de hemelen was het 1000 jarige koninkrijk dat aan Israël was beloofd. Dopen door Johannes betekende een bekering van zonde ter voorbereiding van dit koninkrijk. Het had niets met het kruis van Christus te maken. De doop van Johannes had niets te maken met geloven in Jezus of zijn naam belijden. Hoe kon dit ook als Jezus nog aan de wereld moest worden voorgesteld? Hij die na mij komt, is sterker dan ik (Mat. 3:11). Paulus bracht een nieuwe boodschap aan de rest van de wereld. En ja, inderdaad doopte hij ook nog wat mensen in het begin. Niet in water maar in de naam van christus Jezus. Maar hier is de sleutel tot de dienstbaarheid van Paulus: Zijn dienstbaarheid ging van glorie tot glorie! 2 Kor. 3:18. Met andere woorden, de Paulus midden in Handelingen is niet de Paulus van de Efeziërs. Paulus verwijderde langzaam maar zeker alle ceremoniën en rituelen uit zijn boodschap, zodat deze uiteindelijk een boodschap werd van pure genade. Tot op vandaag de dag.
Eén Heer, één geloof, één doop,” Efe. 4:5
Als waterdoop (1 Petrus 3:21) en geestelijke doop (1 Kor. 12:13) beiden dopen zijn uit de geschriften, terwijl er vandaag maar één doop is (Efe. 4:5), welke is dit dan? Water of geest?
*
Het evangelie dat mensen onderscheidt
Het evangelie van de besnijdenis is in overeenstemming met het vlees. Het is de boodschap die mens onderscheidt. En wel als jood van de rest van de natiën. De wet van Mozes die alleen tot Israël kwam, bevatte honderden dingen die mensen fysiek moesten doen. En anders vielen ze bij God uit de gunst. Dit onderscheidde Israël niet alleen van de rest van de wereld, maar onderscheidde Israëlieten ook onderling. Als je bijvoorbeeld op de sabbat dingen verzamelde, werd je gestenigd. Als je rustte op de sabbat en een lekkere maaltijd nuttigde, werd je niet gestenigd. Dit wakkerde trots aan onder Israëlieten: “haha, ik at een lekkere maaltijd en jij werd gestenigd.” Petrus’ roep om bekering en doop op Pinksteren was een roep om en publiek te laten zien dat je innerlijk was veranderd. Christen houden hier ook van om aan de hele wereld te laten zien wie ze zijn. Liefst met TV camera’s erbij. Om die reden is pure genade leuk maar staat ook eigendunk in de weg, zeker als je op TV komt. De boodschap van de besnijdenis sluit hier perfect op aan, op dit openbare gedoe. Jacob zegt in Jac. 2:14-17 dat geloof zonder werken dood is. Dit is volledig in overeenstemming met de boodschap van de besnijdenis. De besnijdenis is een boodschap voor de ogen en de camera’s. De boodschap van onbesnedenen is verschillend. Luister naar Paulus in 2 Kor. 5:16 – “we beoordelen niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld; ook christus niet.”
De boodschap van Paulus is een boodschap van geloof, niet van vlees. In een boodschap van geloof en NIET van werken, is pochen volledig onmogelijk gemaakt. (Rom. 3:27). Daarom hebben velen zoveel moeite met deze boodschap van de onbesnedenen. Om die reden ook zullen er veel minder leden zijn van het lichaam van christus dan proselieten van het Judaïsme, christenen geheten.
*
Dingen DOEN voor god
Er is niets tegen dingen doen voor God. Wel tegen dingen DOEN. Als de nadruk te zeer komt te liggen op eigen werken, ben je fout bezig. Dit is misschien niet wat je zou verwachten. Veel gelovigen vertalen de laatste verzen Mattheus 28 naar vandaag de dag toe: vlieg uit en breng de goede boodschap van Jezus aan de rest van de wereld. Het is echter duidelijk dat de discipelen de rest van de wereld nooit bereikt hebben, laat staan ook maar één ziel hebben gedoopt in de naam van de vader, zoon en heilige geest. Als klap op de vuurpijl besluit Jezus zijn lessen met de woorden, “ik zal altijd bij u zijn tot aan het einde van de aion! Waarna hij prompt vertrekt. Het is duidelijk dat deze grote opdracht niet wordt vervuld tot Jezus terugkeert om zijn 1000 jarige rijk te inaugureren en de discipelen op de 12 tronen zet.
*
De vrijheid om fouten te maken
Alleen door de zekerheid van Gods onveranderlijke affectie voor ons kunnen we echt leven, Rom. 8:1. Zij die constant bang zijn om fouten te maken in Gods ogen, zullen nooit verder komen op de grote reis. Onze zekerheid in christus begrijpen is de sleutel. Weten dat er een vangnet is, maakt een groot verschil in de typen van bewegingen die we uitvoeren op deze hoge trapeze die we het leven noemen. Waar we ook gaan, nooit zullen we ons thuis verlaten. Genade laat ons niet zonder grenzen. Zelfs als we de verste uithoeken van het heelal konden zien, zouden we Gods hand nabij ervaren. En toch houdt God onze persoonlijke grenzen verborgen voor ons. Waarom? Omdat er plezier is in het proces van ontdekken. Het leven is een avontuur van het ontdekken van wie we zijn. Niet alleen in christus maar ook in de wereld. Dank God voor deze soort van genade die ons de vrijheid geeft om zelf onze grenzen te ontdekken. En die ons tegelijk verzekert dat we nooit uit de nabijheid van Gods hand raken.
Een bastaard evangelie bestaat
“Het verbaast me dat u zich zo snel tot een verschillend evangelie hebt gekeerd. Er is geen ander evangelie maar wel mensen die verwarring zaaien.” Galaten 1:6-7.
In de dagen van Paulus zijn er net als nu 2 evangeliën: 1. het evangelie van de besnijdenis, welke Gods boodschap aan Israël is ten aanzien van politieke suprematie over de aarde. En 2. het evangelie van de onbesnedenen, welke God’s boodschap aan de rest van de wereld is ten aanzien van politieke suprematie in de hemelen = heelal. Het eerste evangelie is een mix van wet genade terwijl het tweede pure genade predikt. Paulus waarschuwt de Galaten voor het eerste. Paulus noemt dit verstoorde evangelie een non-evangelie dat verstoord is door de wet. Hij noemt dit evangelie verschillend maar niet anders omdat er geen ander evangelie is. Als het om het evangelie van de besnijdenis ging, was het een ander evangelie geweest omdat dit evangelie tenminste legitiem is. Maar het was geen ander evangelie maar een bastaard evangelie omdat het een mix predikte van wet en genade. Het is hetzelfde evangelie dat vandaag de dag door traditionele christenen wordt gepredikt: red jezelf door genade.
Gered door werken of genade?
Jacob zegt dat geloof zonder werken ons niet kan redden, Jac. 2:14. Paulus zegt dat we gerechtvaardigd zijn los van werken, Rom. 3:28. Wie heeft er gelijk? Het heeft hiermee te maken dat beiden zich tot een andere doelgroep richten. Jacob zegt dat geloof zonder werken de Israëlieten niet kan redden. De titel van het boek is dan ook: Jacob aan de 12 stammen. Paulus schrijft aan de rest van de wereld, natiën genoemd. In Romeinen 11:13 noemt hij zichzelf de apostel van de natiën. Dit werken/geloof argument is het verschil tussen de evangeliën van besnijdenis en onbesnedenen. Jacob is een vierkante paal en Paulus is een rond gat. Als je dat door hebt, zie je dat de bijbel zichzelf helemaal niet tegenspreekt.
Genade is vreugde en vrijheid om te leven
Het malle gezicht van een baviaan, de lichtgevende strepen op een vis, de gestreepte Zebra en ringen om saturnus; zijn ze echt noodzakelijk nodig? Nee. Maar ze verzekeren ons dat God er vreugde in schiep toen hij ermee bezig was. Van zijn hemelse palet bracht hij zijn eigen kunstwerken voort. Genade is dat wat ons in staat stelt om vreugde te hebben in het leven. Het Griekse woord “charis” betekent vreugde. Definitie van genade is: een daad die blijdschap voortbrengt. Theologisch gezien is genade toebedeeld aan hem die het juist niet verdient. Dit is wat blijdschap voortbrengt. Een voorbeeld is wat god voor moordenaar Saulus van Tarsus deed die op weg was naar Damascus om gelovigen te vervolgen. God zei onderweg tegen hem: “Saulus, ik weet dat je een gestoorde halve gare psychopaat bent maar toch houd ik van je. Die Jezus die je vervolgt, dat ben ik. Ik ben voor jou gestorven.”
Deze ontmoeting veranderde Paulus niet in een theoloog.
Hij werd geen religieuze fundamentalist nadien. Hij was juist een religieuze fundamentalist voor die tijd. Nu werd hij vervuld van blijdschap. Wat? Zelfs nadat zijn messias hem met blindheid had geslagen? Ja.
*
Religie sleept mensen naar de “dood zone.”
Iemand die de Mount Everest beklom zei: je kunt 100.000 goede stappen zetten om de top te bereiken. Slechts 1 foute stap kan fataal zijn. De berg tolereert geen misstappen. Dat is de wet van Mozes. Paulus schijft (met blijdschap) in Galaten 3:10 – “zij die onder de wet zijn, zijn vervloekt. Immers, er staat geschreven: vervloekt is hij die niet aan alle geboden voldoet.”
Eén misstap in de wet betekent de dood. Wat als God net zo hardvochtig was? Velen denken dat hij dat inderdaad is. Hij suggereerde deze rol toen hij de wet van Mozes voorschreef. Maar alleen als voorwendsel voor de op handen zijnde genade die daarna zou volgen. Nu deze genade is geopenbaard wandelen alleen dwazen in de dodenzone. Deze dodenzone heeft veel getrainde en sterke klimmers het leven gekost. Dat betekent dat de Mount Everest beklimmen intensieve training vereist. Op dit punt is er sowieso geen blijdschap en vreugde meer maar harde spartaanse discipline. En angst die op ieder’s gezicht leesbaar is. Vervang religieuzen voor klimmers en kerk/moskee/synagoge voor de Mount Everest en je hebt een goede beschrijving van het gevaarlijke leven dat je binnen het religieuze domein leidt.
*
Onze enige zachte steen
Niets wat zichtbaar is, beschermt ons. We hebben nauwelijks genoeg kleren. We leven voor voedsel, water, licht en warmte. De leden van onze gemeente zijn versnipperd over de hele aardbol. We hebben een oude fiets. Geen organisatie claimt ons. We zijn nu het tegenovergestelde van wat we straks zullen zijn. De wereld heeft ons al 10 keer opgeslokt. Nu al 100 keer. We verliezen de race om het leven. Dit is het David en Goliath syndroom. Het is God die ons verzekert dat we straks het tegenovergestelde zullen zijn van nu.
Alleen onze verandering rechtvaardigt ons bestaan
Als we straks eindelijk zijn zoals we bestemd waren, zal alles duidelijk worden. Niet voor de kerkgangers. Zij waren christenen, maar wel voor de leden van het lichaam van christus. Christenen zijn rijk en populair, leden van het lichaam van christus zijn arm en worden veracht. Onze wapenuitrusting is onzichtbaar. Voor de wereld zijn we naakt en weerloos. Maar onze verandering straks, zal alles rechtvaardigen.
Wat een openbaring
Wat gebeurde er met David’s 4 overgebleven stenen?
In 1 Samuel 17:40 staat: “hij pakte zijn stok, zocht 5 ronde stenen uit de rivierbedding en stopte die in zijn herderstas. Toen liep hij op de Filistijn af.”
5 is het getal van genade. David zocht 5 ronde stenen die de genade suggereerden van God die bij hem was. En in de strijd tegen Goliath, gebruikte hij slechts 1 steen; 1 het nummer van God. 4 stenen bleven over. Wat gebeurde ermee?
4 is het getal van wereldwijde bedekking: de 4 seizoenen, de 4 windstreken, de 4 delen van een dag. De 4 richtingen van een kompas. God zal straks de aarde schoonvegen van alle vijandigheden omwille van zijn volk Israël. Als haar vijanden haar straks omringen, zal God hen symbolisch met de 4 overgebleven stenen omver kegelen. Dan zal ook David’s grotere zoon zijn troon betreden.
*
Als ik zwak ben, ben ik sterk, 2 Korinthe 12:10
2 Kor. 12:10 is een feit en geen theorie. Als objectieve waarheid werkt deze. Als je zwak bent, ben je sterk. Als ik het niet meer zie zitten of geen geld meer heb, herinner ik me deze waarheid. Als ik dat doe, voel ik de schok van die uitspraak. Zwakheid als kracht is zo tegengesteld aan hoe de wereld werkt. Probeer op zo’n moment te beseffen, “dikke koe, ik ben juist sterk hierdoor, door mijn gesputter en geklaag.” Inderdaad is dit een schok om te realiseren. Dat zwakte daadwerkelijk kracht is, is werkelijk verbazingwekkend.
David en Goliath Syndroom
Neem de reus Goliath uit Gad, een Filistijn nota bene. We zouden kunnen zeggen een Palestijn. De kleine opdonder David zal hem knock out schieten met een enkele steen. En vervolgens zijn reputatie vestigen. Hij zal:
a. koning worden van Israël
b. type zijn van de komende messias
c. een man naar Gods hart
d. een briljante psalmist worden.
Niemand in het Israëlitische leger weet dit. Men neemt hem eigenlijk niet zo serieus. En de Filistijnen al helemaal niet. Maar weet David het zelf ook, wat hem allemaal te wachten staat? Zo ja, dan zou hij geweten hebben dat hij aan 1 enkele steen genoeg had. David wist het maar tegelijk ook niet, wat er allemaal uit zijn avontuur voortkwam. Jezus had eenzelfde ervaring in Gethsemané. Hij wist dat hij voorbestemd was voor het kruis en toch voor dat ene moment wist hij het niet. Hij riep: “als het mogelijk is, Vader, laat deze beker dan aan mij voorbij gaan.”
*
Als het mogelijk is?
Hij wist het, maar tegelijk ook niet. David ervoer hetzelfde. Zijn menselijkheid versluierde zijn geloof. Het werd het geloof van de mens die hem had gevraagd om zijn zieke zoon te genezen. “Geloof je dat ik het kan?” vroeg Jezus hem. “Ja,” zei de man, “maar kom mijn ongeloof te hulp.” Dit is het beste dat we kunnen doen. Onze grootste daden van geloof hebben een twijfel in zich die in de fabriek op maat is gezaagd. Blijkbaar is het deel van onze zwakte dat we 100% zeker zijn van dingen. En ook weer niet. Dit is het David/Goliath syndroom. Dit syndroom betekent dat God er hard aan werkt om zijn gelovigen alle mogelijke nadelen op de weg te brengen voordat hij hen de overwinning geeft. David’s geval maakt dit duidelijk. De soldaten om hem heen lachen hem uit. Rot op, zeggen ze. David was een éénling. Hij praatte in zichzelf op afgelegen heuvels. Hij tuurde uren naar de sterren, at honing met zijn vingers. En hij stapte op die enge Filistijn af.
Schaapherder David weigert de wapenuitrusting van Saul
David paste Saul’s wapenuitrusting aan maar deed deze weer af. “Ik ben dit niet gewend. Ik kan hier niet mee lopen,” zei hij tegen Saul. – 1 Samuel 17:38-39.
Als god wil dat je gaat, waar dan heen, zal het David en goliath syndroom jou juist al die dingen afpakken die de wereld noodzakelijk zou vinden vindt voor een dergelijke job. Dit is omdat het Gods klus moet zijn en niet de jouwe. Dit moet bovendien duidelijk zijn voor de rest van de wereld. Als het leger Goliath geveld had met bijlen en speren, dan had niemand geloofd dat het Gods werk was geweest. Maar als God dit door een schaapherder laat doen die te iel is om rechtop te staan en alleen met een kei kan gooien, gaat de wereld nadenken over zo’n voorval. David legde dit uit aan zijn leger toen hij op weg ging naar goliath. Hij zegt: “de here heeft geen zwaard of lans nodig om te overwinnen.” – 1 Samuel 17:47. Griekse atleten liepen renden naakt. Paulus zegt ook dat we de wedstrijd rennen en spoort ons aan om ons van die dingen te ontdoen die het goddelijke proces alleen maar in de weg staan. Wij hebben er nogal moeite mee om afstand te doen van deze handige dingen; al zijn het maar diploma’s waarmee we verder zouden kunnen komen. Dus doet god dit wel voor ons. Hij neemt ons af wat we volgens hem niet nodig hebben en wat we zelf ook niet graag opgeven. We kunnen niet falen omdat onze zwakte nu als kracht geldt en ons falen als succes. Alleen god werkt op deze manier. David probeerde de wapenuitrusting uit. Maar hij besloot de strijd toch maar zonder deze ballast aan te gaan.
*
God heeft een heftige tijd voor mij in petto
God heeft mooie dingen voor mij in petto. Alleen nu, in dit leven doet het zeer. Zoals je een computerprogramma installeert met de “set-up” zo is dit leven de set up voor het komende. Deze set up behoort ook tot het David en Goliath syndroom. Als eenzame gelovige ben ik omringd door grote kerken die het schijnbaar beter weten dan ik. Als ik de stad uit fiets, kom ik langs grote meubel boulevards, nieuwbouw, vierbaanswegen en wegen in aanleg. Als ik ernaar kijk, lijkt het of deze dingen niet aan mij besteed zijn: een groot winkelcentrum met dure spullen die ik toch niet kan kopen… Pas later zie ik het kruis met het bordje erboven:
Toekomstige kerk van de heilige Drie-eenheid en Babylon. Het zoveelste bastion met opzwepende muziek. Tegelijk kom ik nauwelijks rond van mijn inkomen. In de supermarkt moet ik afwegen of ik echt wel kaas wil kopen. Dan maar een week later naar de kapper. Sorry voor de arrogantie. Maar ik ben één van de weinigen die de ECHTE boodschap van christus verkondigt. Dus schreeuw ik boos naar God: beste God, wat doe je? Uw vijanden hebben het goed en kunnen van alles kopen, hebben een dak boven hun hoofd en kunnen op vakantie en nota bene uw naam en uw kruis lasteren. En ik, nota bene degene die als één van de weinigen weet wat de toekomende aionen ons brengen zullen, kan niet eens een stuk kaas kopen. En mij, degene die u heeft uitverkoren als één van de weinigen op aarde om uw zuivere boodschap te verkondigen, laat u met lege handen in een grote supermarkt staan. Ofwel: het David en Goliath Syndroom.
Waarom god, waarom?
Opeens kreeg ik het door: het David en Goliath Syndroom natuurlijk! God is mij aan het voorbereiden voor een episch einde. Hij maakt Goliath kleiner en kleiner. Hij geeft hem steeds meer en meer zwaarden. Goliath vreet zijn buik vol, breidt zijn garderobe uit en smijt links en rechts met geld. Ik zoek in de tussentijd naar kartonnen dozen voor de boodschappen omdat ik geen plastic tas meer kan betalen. Maar er is één ding dat ik vergeten ben: David wint. Ik word op het slagveld gezet. En Goliath ook. Er komt een heftige tijd aan!
*
Vergelijk en sterf
Paulus schreef in Fil. 4:11 – ik heb geleerd om tevreden te zijn met wie IK ben. Deze tweede ik heb ik in hoofdletters geschreven en is de sleutel tot de hele vers. Hoe leren we tevredenheid?
– Stop met jezelf te vergelijken met anderen.
– Stop met je omstandigheden te vergelijken met die van anderen.
Jouw leven is jouw leven en van niemand anders. God brengt beproevingen op jouw weg die Hij bij anderen niet doet. Dat is geen teken dat god een hekel aan jou heeft maar van jou houdt. Hebreeën 12 leert ons dat God hen disciplineert die Hij lief heeft. Discipline is een teken van God’s liefde, niet van zijn ongenoegen. In vroegere tijden was het misschien een teken van straf als God je in de kraag pakte. Maar nu is het een teken van liefde. Het is ook niet zo dat hij andere mensen niet disciplineert en dus een hekel aan hen heeft. Het is simpelweg nog niet hun tijd. Discipline brengt ons tot God. We zijn geen fatalisten. Natuurlijk proberen we onze omstandigheden te verbeteren. Maar terwijl we dit doen, blijven we tevreden. We hoeven alleen het laatste woord te benadrukken in de zin: Ik ben tevreden met wie ik ben.” Daar ben je, midden in de chaos misschien maar vlakbij God.
*
Waarom is tevredenheid zo moeilijk?
Levend middenin de 3de en boze aion, is het moeilijk om tevreden te zijn. Het is zelfs de vraag of tevredenheid onze natuurlijke staat is. Anders had de apostel Paulus niet gezegd dat hij dit moest leren. Fil. 4:11 – Ik heb geleerd om tevreden te zijn met wie ik ben.
Het Griekse woord voor tevreden is “autarkes.” Het betekent zoiets als “zelf-toereikend.” In welke omstandigheden Paulus zich ook bevond; zijn mentale positie was gelijk. Hij voelde zich thuis in zijn eigen vel. Hoe krijgt een normaal mens dit voor elkaar zonder drugs? Om te beginnen is het goed om te weten dat God in alles werkt naar het raadsbesluit van zijn wil, Efe. 1:11. Als we dit weten, dat God ook het kwaad gebruikt ten goede van ons, zijn we al een heel stuk verder. In Romeinen 8:28 weet paulus te melden dat niets, ook de dood niet ons van christus kan scheiden. Hij kon Fil. 4:11 nooit schrijven zonder grondig in deze waarheden te geloven. Hoe kon hij tevreden zijn als hij wist dat mensen de vrije wil hebben om gods plan te dwarsbomen en zichzelf tot een eeuwige hel te verdoemen? Of dat beproevingen in zijn leven een teken waren van God’s ongenoegen. Ik geloof dat Paulus zelf Hebreeën schreef.
Voor discipline zult u volharden.
Tevredenheid tijdens lijden komt van het besef dat degene die jou met de zweep dresseert van jou houdt. Hebr. 12:11. Erna zijn we beter af dan ervoor. Er is geen betere weg naar tevredenheid tijdens welke beproeving dan ook dan het besef dat God dit voor jou doet en wel voor jouw bestwil en niet omdat God een hekel aan jou heeft. Alles werkt voor jou ten goede. Als je moeder op sterven ligt, besef dan dat ze bij god in veilige handen is. Maak je niet druk. God weet wat hij doet.
*
Onze tevredenheid is voor het lot van de anderen
Nu god jou met genade overspoelt en je tevreden bent in alles, kun je ruimschoots bijdragen in goede werken. 2 Kor. 9:8. Waar komt deze vers vandaan? Tevredenheid is geen eindstation voor ons zelf maar bevrijdt ons om aan anderen te geven. We zijn geroepen om in dit leven het lijden te verlichten van anderen. Dit kunnen we alleen als we zelf tevreden zijn. Nog een goede reden dus om tevreden te zijn. God wil dat je geld verdient om je familie te onderhouden en dat wat belangrijk is in het leven te kunnen kopen. Zoals alles wat met Bijbelstudies te maken heeft. Maar als gelovige moet je de dunne lijn in de gaten houden tussen geld verkrijgen en je stressen voor geld. Niet voor niets zegt Paulus in 1 Tim. 6:8 – als je eten hebt en een dak boven je hoofd, mag je tevreden zijn. Streven naar meer geld zal jou stress bezorgen. Geld is niet de oorzaak van alle ellende maar hebzucht. Spreuken 17:1 zegt: beter droog brood en vrede dan een huis vol met eten en ruzie.
Tevredenheid is beter dan achter geld aanlopen
Toegewijd zijn aan tevredenheid is een groot kapitaal. We kregen bij de geboorte niets mee en als we sterven kunnen we ook niets meenemen. De wereld beoordeelt ons naar de bankrekening. Zonder geld worden we gezien als losers. Om die reden werken we dag en nacht om aan geld te komen. Wat we zouden moeten doen is aan tevredenheid werken. Paulus leert ons dat tevredenheid beter is dan geld. Blijkbaar kun je tevredenheid meenemen je graf in. De beurzen meten jouw welvaart met een beurskoers. God doet dit met een tevredenheidsmeter. Je familie ondersteunen is 1 ding maar als je hen geen tevredenheid meegeeft, heb je je familie niet goed ondersteund.
Ik ben dus ik krimp van schaamte
Laat God weten wat je doormaakt, ook al disciplineert Hij je. Waarom schaam je je? Omdat er niets is dat verlichting brengt. Je probeert aan jezelf te ontsnappen maar dit lukt niet. Gekreun en gejank ontsnapt aan je lippen. De tijd voor verlichting is nog niet gekomen. Je moet er nog even doorheen. Dat is wat kronkelen is. Jouw recalcitrantie kaatste je terug in je zelf. Deze recalcitrantie is het tegenovergestelde van kronkelen. Je bent in staat om jezelf in de grond te boren. Maar niemand die je daar vindt. Instinctief weet je dit en daarom ben je er ook weer bang voor. Ook voor zelfmoord. Je roept God aan maar hij antwoordt niet. Dankzij deze woorden weet je echter dat je niet alleen bent. Andere mensen gaan door een zelfde hel. Jij bent nakomeling van Adam. Niemand lijdt alleen. Alleen christus leed alleen. Die eenzame beproeving zal jou nooit overkomen. Zijn Vader zag zijn lijden op golgota maar de kaarsen gingen voor hem uit. Het zweet druppelde van zijn wenkbrauwen. Dat was jouw zonde. Dat zul je zelf nooit doormaken. Nooit. Treuren duurt voor de nacht. In de ochtend komt het eerste sprankje plezier weer. Je denkt opens ook weer aan god. Een paar uur later sta je op uit de tombe en ga je op zoek naar anderen voor wie christus stierf. Op deze boulevard van de anderen, laat God zien dat hij in alles is.
De gezegendheid van geloven
Paulus beschreef als geen ander de gezegendheid van geloven. En raakte daarmee als geen ander ooit voor of na hem het hart van de gelovige: Gods gerechtigheid waarvan de profeten al getuigden, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar. God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus geloven. – Romeinen 3:21. De rechtvaardigheid van God is manifest. In de waarheid en genade komt zij in de harten van de mensen. Het geloof van Christus. Wat een kanaal voor de stroom van God’s genade. Hoeveel verder reikt dit dan ons eigen kleine geloof? Onze rechtvaardigheid is een gebroken riet. Hoe kan ethiek vrede en leven geven? Slechts 1 leven en 1 geloof konden God behagen. Alleen christus kon hardop zeggen: “ik doe alleen wat mijn vader wil.”
*
De toereikendheid van de boodschap
Evangelisten doen steeds gekker om aandacht te krijgen. Ze zwaaien met armen en gebruiken retoriek om het woord van god te verkondigen. Deze emotioneel getinte methoden klinken zo mooi omdat de boodschap zo belabberd is. Men probeer op een ludieke, grappige manier duidelijk te maken dat je zelf een keuze moet maken voor Christus. Anders ga je naar de hel. Deze boodschap is een nachtmerrie. Maar mooie verpakt en omgeven met hallelujah muziek, maakt het dat mensen de boodschap nog geloven ook. Wat een contrast met onze boodschap van genade. “Ik schaam me niet voor het evangelie, want het is de kracht van god die werkt voor iedereen die gelooft.” Romeinen 1:16.
De simpele aankondiging van het offer van christus heeft kracht. Het maakt niet uit hoe iemand het zegt, zolang je zegt: “christus stierf voor je zonden.” Het is een voltooid werk dat opereert ondanks jou. In de tuin van gethsemané zei Jezus alleen: “Ik ben Hij.” En de soldaten vielen achterover. Over deze kracht heb ik het. Het is de boodschap, niet de boodschapper.
Jonah: wereldklasse evangelist
Wie was vroeger de meest effectieve evangelist? Jezus of Jonah? Antwoord is Jonah. Jezus had slechts een handvol mensen bekeerd tot de boodschap van heb je naaste lief. Jonah bekeerde 120.000 mensen. En dat op een simpele namiddag. Waarom deed God dit met Jona? En… waarom wil hij dat ik dit verhaal opschrijf en online zet??
God wil ons een les leren over de mensen die hij uitkiest voor zijn boodschap. Het gaat alleen om god en niet om de boodschappers. Toen God Jona vroeg om bekering te preken aan de Ninevieten, zei Jona “nee.” Vervolgens bracht hij verschillende weken door om een plan te verzinnen om aan God’s verzoek te ontkomen. Misschien moest hij maar naar de andere kant van de wereld afreizen. Naar Mexico of zo. Noach had het al eens geprobeerd in een grote ark; dus dat moest hij dan ook maar doen. God zou hem nooit terugvinden in zo’n grote houten boot. Inderdaad kostte het God vele uren om Jona terug te vinden op die grote zee. Toen Hij Jona gevonden had, besloot hij een zware storm op hem af te sturen om het avontuur groter te maken. De matrozen hadden vrij snel door dat de storm met deze vreemde verstekeling te maken had en aarzelden niet om hem overboord te kwakken. Daar spartelde Jona in het water, zoals Paulus eeuwen later zou doen. God besloot nu een grote vis op hem af te sturen. Jona wou immers avontuur, zo had God begrepen. Merkwaardig genoeg redde de vis zijn leven. Niet alle vissen zijn zo barmhartig maar deze wel. Als je een slechte dag hebt kun je het beste door een vis worden opgevreten. De vis spuwde Jona 3 dagen later uit op een mooi palmenstrand. Niet ver van Niniveh! God vroeg hem opnieuw om de Ninevieten op te roepen zich te bekeren. Dit keer ging er een lichtje branden bij Jona. Zelfs na zijn zee-avontuur was zijn houding nog iets lager dan die van de engelen. Hij zei: nog 40 dagen en Niniveh zal verwoest worden. (Jona 3:4). Stel je voor als een dominee dit in de kerk zou zeggen: nog 40 dagen en Amsterdam zal worden verwoest. Hij zou met kop en kont uit de kerk worden gezet. Jona wel. Hij wandelde voort als een depressieve pinguin, maakte geen hallelujah geluiden of zoiets maar deed wat hij moest doen. Met tegenzin weliswaar. Hij stonk nog steeds een uur in de wind naar ingewanden van een vis en stond nog steeds met 1 been in de hades. En hij moest anderen oproepen om zich te bekeren? Het resultaat van Jona’s dienstbaarheid komt tot uitdrukking in de volgende vers: toen geloofden de inwoners van Niniveh in God. Dit waren 120.000 mensen. De bekering van de stad was zo overweldigend dat God zijn plan herzag om de stad te verwoesten. Maar Jona niet. Hij was zo in extase door het succes van zijn oproep dat hij woest werd. Immers, de Ninevieten moesten volgens hem allemaal dood. (Jona 1:4). Wat een mooi einde voor een mens vernederend verhaal. Het hele verhaal van Jona is duidelijk genoeg voor ons om ons te instrueren over de mensen die God gebruikt.
*
Wat een openbaring!
De echte naam van Matteus was Levi Alpheus
In Matteus 9:9 staat: “Jezus die langskwam, zag een man die men matteus noemde.” Dus blijkbaar heette hij anders. In Markus 2:14 staat zijn echte naam: Levi Alpheus. Hoe zou de rest heten?
*
Gospel Spel
Welke slogan zou pakkend zijn om ongelovigen over de streep te trekken? “U bent dood in overtredingen en zonde?” Fout! Hoe kan een dode nu antwoorden op een goede boodschap? Of deze: onze god is een boze god. Sorry, maar onze god heeft zich met de wereld verzoend. Hij glimlacht tegen iedereen. Hij is vooral niet boos. Of zeg je tegen de ongelovige: God biedt ook jou redding aan. Ook niet waar. Redding is een goddelijke handeling en heeft niets met jouw keuze of beslissing te maken. Of ga je hallelujah met je armen wapperen? Zoals Italianen doen op de scooter. Ook de Paus doet dit. Nee, het correcte antwoord is: christus stierf voor onze zonden. Dit is het hele verhaal in 5 woorden. Deze slogan is geschreven in verleden tijd. Het is dus onzin dat de zonde nog tussen jou en god zou staan. Jezus Christus, de goddelijke zoon van God, rekende af met de zonde. Aan het kruis zei hij: het is volbracht. Misschien ben je al 30 jaar christen maar hoor je dit voor het eerst.
Ik voel zoveel kracht
Bedtijd is mijn favoriete tijd omdat het de dood simuleert. Elke nacht als je het dekbed over je heen trekt is het net een mini begrafenis. Dan zeg je: adios gemene wereld. Ga maar een paar uur door zonder mij. Goedenacht zeggen we ook tegen de doden. Daarna gaan we verder en nemen we een vette hamburger om onze eigen afstervende lichamen te onderhouden. Dan beseffen we: het dodenrijk is zo slecht nog niet. Geen rekeningen, incasso’s, insecten, hitte en ziekte meer. Om nog maar te zwijgen van alle oorlogen en rampen die je moet missen. Geen dominante bazen of lange werktijden meer. En als je je ogen open doet, kijk je recht in het gezicht van christus. Nu snap je hoe ik zo krachtig over god kan schrijven. Als ik zwak ben, ben ik sterk: 2 Kor. 12:10. Neem deze vers letterlijk en zie wat ze met je doet.
*
Paulus weigerde om zichzelf te oordelen
Zelfreflectie vond Paulus maar tijdsverspilling. God moest dat maar doen. 1 Kor. 4:1-5. Hij zegt dat hij zich van geen kwaad bewust is maar dat God andere maatstaven hanteert. Wie had er belangrijker werk te doen dan Paulus? En wie zou er een meer onbevlekt C.V. nodig hebben dan hij? Hij dacht dat zijn motieven zuiver waren maar vertrouwde zichzelf toch niet. Hij wist dat God andere maatstaven hanteerde. Satan zou hem hebben opgescheept met uren en dagen van introspectie en zelfreflectie. Paulus weigerde om dat spel mee te spelen. Maak het beste van je leven en kijk vooruit naar de toekomst. Doe als paulus en vergeet de dingen die achter je liggen. Iedereen heeft foute dingen gedaan. Niemand’s motieven zijn zuiver. Erken dat en leer ermee leven. Biedt zonodig verontschuldigingen aan en leef verder. Vertrouw op god en ga verder in het leven.
*
Je kunt het evangelie van Gods genade leven in deze moeilijke tijd
Stop met streven en erken dat God almachtig is; ook in jouw leven. Overdenk deze woorden nog eens goed. Weinig mensen snappen de diepte hiervan. Het antwoord op jouw streven om rechtvaardig te zijn is niet jouw eigen inzet. Het is het geloof van christus. Word het licht van deze wereld; niet door je rechten te verdedigen of je met politiek in te laten maar door Christus in jou te laten werken. Erken en herken dat Hij in jou werkt. Geloof zijn beloften; dit geloof zal jou tot rechtvaardigheid worden gerekend.
Als paulus zich schikte naar de overheden, waarom werd hij dan vervolgd en gevangen gezet?
Hij werd niet vervolgd omdat hij crimineel bezig was maar omdat hij in de waarheid leefde en deze verkondigde. De wereld haat de waarheid. Christus zei ook al: de wereld haat mij zonder reden. Hij had immers geen enkele wet overtreden. Als hij wel een wet had overtreden, hadden de joden hem ook niet zonder reden gehaat. De joden en Romeinen haatten hem VANWEGE zijn totale onderschikking en nederigheid. Zo verging het ook Paulus.
Onderschikking aan boosaardige overheden
Paulus noemt een paar dingen die ons vreemd voorkomen:
– Zegen hen die jou vervolgen; vervloek hen niet.
– Vergeldt kwaad niet met kwaad.
– Als uw vijand honger heeft, geef hem dan eten.
– Onderschik u aan overheden; dit voeg ik uit Romeinen 13:1 in, in Romeinen 12. Romeinen 13:1-5 is een voortzetting van de lijst van christus kenmerken van Romeinen 12.
De lijst in Romeinen 12 past ook bij onze houding jegens overheden. Immers alle overheden zijn door god ingesteld. Dus zegen de belastinginners, ziekenfonds, deurwaarder, etc. Bid niet tegen hen maar zegen hen.
We moeten de wereld niet altijd willen veranderen
Als je de wereld wilt veranderen, doe dit dan. Maar als je er hartkloppingen van krijgt, zit je op een fout spoor. Als gelovigen moeten wij de dunne lijn in de gaten houden tussen de wereld veranderen en gefrustreerd raken. Als het je lukt om de wereld te veranderen en tegelijk kalm te blijven, zit je op het goede spoor. Zoniet, voel je dan vrij binnen de slavernij van een boosaardige overheid. Het is ook goed om de wereld niet te willen veranderen. Trouwens deze boze aion is ook niet bedoeld om goed te worden.
Waarom de wereld vals is
Het tijdperk van de heidenen heeft een andere agenda dan dat van het Koninkrijk van God. T.z.t. zal God demonstreren wat hij van plan is door zijn zoon. Nu is het nodig om de futiliteit en falen van menselijke overheden aan te tonen. Mensen die over mensen heersen veroorzaken rampen en calamiteiten. Net zoals het voor een zondaar nodig is om te beseffen dat hij een God nodig heeft, zo moeten de overheden dit ook leren. Dank God hiervoor, dat hij autoriteit geeft aan heersers die deze niet aankunnen maar hij straks alles zal transformeren in christus.
Weke kerkdoctrines door geen onderscheid te maken tussen absolute en relatieve waarheden
De bijbel kent absolute en relatieve waarheden. God weet alles, is een absolute waarheid. God die vraagt: Adam, waar ben je? Suggereert dat God opeens niet alles meer weet. Hier gaat het om een relatieve waarheid. God daalt af tot het communicatieniveau van de mens die hij net geschapen heeft. De kerk haalt deze beide waarheden door elkaar en zegt bijvoorbeeld dat de mens een vrije wil heeft. Men maakt dan de fout dat men bijbelverzen die Gods absolute soevereiniteit tonen naast bijbelverzen zet waarin mensen keuzes maken. Dan lijkt het of het in beide gevallen om absolute waarheden gaat. Als men besefte dat God absolute soevereiniteit bezit en de mens alleen relatieve, zou men niet tot zulke doctrines komen als van de vrije wil.
Absoluut is vanuit het perspectief van God, naar de mens toe.
Relatief is vanuit het perspectief van de mens naar de andere mens toe.
Geflipte onderzoeker van de bijbel
In Romeinen 3:10 staat dat niemand rechtvaardig is. In Lucas 1:5-6 staat dat Zecharia en Elisabeth rechtvaardig werden genoemd door god. Hoe zit het?
In Romeinen 3:11 staat: er is niemand die god zoekt. Maar in Mat. 7:7 staat: zoek en u zult vinden.
Hoe zit het? In het eerste geval gaat het om het absolute perspectief van God uit. In het tweede geval gaat het om het relatieve perspectief vanuit de mens. De mens zoekt god niet uit zichzelf. Maar als de mens dit volgens Mat. 7:7 wel doet, komt dat omdat God hem eerst heeft gezocht.
De hele bijbel is waar; wat is het perspectief?
God spreekt over zichzelf in relatie tot de mens. Dit is het relatieve perspectief. In Lucas 1 waar Zecharia en Elisabeth rechtvaardig worden genoemd, is dit in relatie tot de priesters. In relatieve zin zijn ze rechtvaardig. In vergelijking met clowns als Ananias en Caiafas waren ze rechtvaardig. In Romeinen 3:10 spreekt God in absolute zin uit dat niemand rechtvaardig is. Er is dus geen tegenspraak met Lucas 1, alleen een ander perspectief. Als de bijbel zegt dat alle mensen uit god zijn maar sommige mensen niet; hoe kan dit? In absolute zin zijn alle mensen uit god. Maar in relatie met ongelovigen zijn in de eerste instantie alleen de gelovigen mensen van god. Jezus zei dat de farizeeërs kinderen van satan waren. Dit was in relatieve zin, in relatie tot de apostelen die natuurlijk aanhangers van christus waren. In absolute zin waren ook de farizeeërs kinderen van God. Waarom kiezen sommigen voor god en anderen niet? Omdat God hen eerst gekozen heeft en die anderen niet. Voor god kiezen is dus alleen in relatieve zin. In absolute zin kiest god voor de gelovige.
Vrije wil
Jan: Openbaring 3:20 zegt dat christus aan de deur staat en klopt. Als je open doet, komt hij binnen.
Ik: dit zegt niets over de vrije wil.
Jan: echt wel.
Ik: wat er staat is dat christus aan de deur staat en klopt. En dat sommigen antwoorden en anderen niet.
Jan: eh?
Ik: waarom antwoorden sommigen wel en anderen niet?
Jan: geen idee.
Ik: je gaat al 30 jaar naar de kerk en je hebt geen idee? In Openbaring 3:20 beschrijft christus wat op het toneel gebeurt. Dit is het relatieve perspectief. Christus beschrijft het absolute perspectief aan zijn discipelen in Mat. 13:11: “aan jullie is de kennis gegeven van het geheim van het koninkrijk van de hemelen. Aan hen niet.”
Jan: wil je zeggen dat God zelf besluit wie de deur opendoet en wie niet?
Ik: niet ik maar de bijbel. Zie Johannes 6:44.
Waarom brengt God absolute en relatieve verzen in de bijbel?
God is barmhartig en snapt de tekortkomingen van de schepping. Velen kunnen de waarheid niet aan. Zeg mensen: je kunt niet tot christus komen, tenzij God je trekt, en men keert zich van je af. Deze absolute waarheid staat echter in Johannes 6:44. Zij die volwassen zijn in christus verlangen naar de absolute waarheid. Voor hen licht God de sluier op. Alles is uit God: 2 Kor. 5:18.
Weten waarom dingen gebeuren, waarom er kwaad is in de wereld, is wat de volwassen gelovige wil.
Grote vis syndroom
Waarom omarmen veel mensen het relatieve standpunt en negeren ze het absolute? Omdat het relatieve standpunt mensen zich groter doet voelen. Mensen zien zichzelf liever als een grote vis in een kleine vijver. Men wil graag weten voor de ander dat men zelf voor christus heeft gekozen. Het merendeel van de christenen wandelt om het absolute perspectief heen.
Alles wat uit geloof is, is geen zonde
Als je twijfelt over wat je mag eten, ben je al veroordeeld. Alles wat niet uit geloof is, is zonde, Rom. 14:23.
Het is je eigen geweten, niet God, dat dingen tot zonde maakt. God geeft een ieder een vaste hoeveelheid geloof. Hoeveel geloof heb je? Meet je vrijheid. Zij met weinig geloof hebben weinig vrijheid; zij met veel geloof hebben veel vrijheid en wandelen in alle vrijheid. Alles wat uit geloof is, is geen zonde. Paulus heeft het eerst nog over eten maar later geldt dit voor alles. Gelukkig wie zich niet schuldig voelt over zijn overtuiging, Rom. 14:22.
Christus at met hoeren en belastinginners
“Ik ben ervan overtuigd dat u niet dan het goede wilt en dat het u niet aan kennis ontbreekt zodat u in staat bent om elkaar terecht te wijzen.” Rom. 15:14.
Jezus bracht nogal wat tijd door met het schuim van de samenleving. En dit beviel hem goed. Voor wie rein zijn is alles rein. Maar voor wie bezoedeld en ongelovig zijn is niets rein want zowel hun verstand als geweten is bezoedeld. Titus 1:15. Jezus had enorm veel geloof. Aap hem niet na maar laat uw eigen geweten en geloof uw gids zijn. Toch is het opvallend dat prostituees eerder het koninkrijk van christus binnengaan dan priesters, Mat. 21:31.
Geestelijk masochisme
Paulus zegt in 2 Kor. 7:4 dat hij overspoeld werd van vreugde in al zijn beproevingen. Dit klinkt pervers. Niet alleen Paulus had deze tic. In Handelingen 5:41 juichten de apostelen van blijdschap dat ze mochten lijden voor christus. Waren deze mensen masochisten? Ja. Ze converteerden hun pijn naar vreugde door hun lijden te associëren met iets dat hen extreem fantastisch voorkwam: de liefde en acceptatie van christus. Hetzelfde met Stefanus: hoe kon iemand vreugde beleven aan steniging? Zoiets als dit: “Ik zie de hemel opengaan en de mensenzoon aan de rechterhand van god zitten.” Handelingen 7:56. Grijs is een mooie kleur voor een pak. Zakenlieden zijn er blij mee. Maar als het aankomt op een vreugdevol leven in christus, heeft grijs gebrek aan geloof. Verzeker je er zelf van wat je gelooft en hoe je wilt leven. Besluit wie je echt bent en waar het om gaat en vertrouw op god. De één beschouwt bepaalde dagen als en feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat ieder zijn eigen overtuiging volgen, Romeinen 14:5-6. Voor de joden was vroeger de sabbat belangrijk. Voor ons zijn alle dagen gelijk. Ook de zondag is een zelfde dag als de rest van de week. Niet iedereen weet dit. Maar zij die dit wel weten, weten dit met hun hele hart. Probeer anderen hiervan te overtuigen, bijvoorbeeld zij die nog steeds de zondag als een heilige dag vieren. Luisteren ze niet, geef ze dan over aan God. Als ze het doen voor de glorie van God, herkent God dit. Het gaat mij verder niet aan hoe een ander met god omgaat. Mijn eigen overtuiging is een aangelegenheid tussen mij en god, Romeinen 14:22. Overtuiging komt van het griekse woord “dokimazo” waar het engelse woord test vandaan komt. We testen allen onze grenzen. Hoe vrij zijn we in christus? Mogen we op zondag slapen? Mogen we naar hardrock muziek luisteren op zondag? Als je de grenzen hiervan aftast en nog steeds Gods warme glimlach voelt, dan ben je verzekerd van je vrijheid. Leef erin! Doe wel voorzichtig in de nabijheid van een zwakkere broeder of zuster. Als u hem/haar aanstoot geeft, wandel je niet langer in liefde (Rom. 14:15. Eet geen karbonaadje op de sabbat in een synagoge.
*
Glorieuze gedachten excursies
“Schenk aandacht aan alles wat waar is, aan alles wat lof verdient.” Fil. 4:8. Aandacht schenken aan is in de grondtekst verwoord met “rekenen” in de zin van aanrekenen. Rekenen is een activiteit van de hersenen. De gedachten kunnen overal heengaan zonder het lichaam. Het verstand is onze grootste gift die ons toegang verschaft tot God’s totale kaleidoscoop. Onderweg in een trein hoef je je niet te vervelen. Laat je gedachten afdwalen naar een ruige kroeg met harde muziek of juist rustige muziek. Denk aan je knappe vriendin, nieuwe fiets, auto of vakantie die eraan komt. Of juist aan de vakantie waar je vorig jaar was. Laat je gedachten op volle kracht werken. En God zweeft boven al deze activiteiten.
*
Geest van God
We hebben de geest van God, 1 Kor. 3:16. Alles dat leeft heeft geest. Christus had de geest zonder eindigheid, Joh. 3:34. Wij hebben hetzelfde alleen gedoseerd. Daarom kunnen we niet alles wat Christus deed; onze geest wil wel maar het vlees is zwak. Het vlees overstelpt onze geest een groot deel van de tijd. Dit doet God expres zo opdat we op Hem vertrouwen en niet op onszelf. Neem het jezelf dan niet al te kwalijk als je steeds faalt.
Waar is Jezus
Op de dag dat we in een oogwenk transformeren tot een nieuw lichaam, zullen we het begin zijn van een nieuwe mensheid: Efe. 2:15. Opnieuw zullen we een ziel hebben die dingen waarneemt die we ons nu niet kunnen voorstellen. En voor ons zal een man staan: Jezus. Hem zullen we als eerste zien. En dit is de grap: Jezus heeft ook een lichaam; Hij is uit de dood op gestaan en ten hemel gevaren. Hij is “ergens” in het hier en nu. Met Hem zullen we de komende aionen regeren. We zullen de littekens van zijn wonden zien. De hemelse machten zullen getuige van dit alles zijn en zich verbazen over hoe Christus en zijn lichaam eindelijk verenigd zijn.
Wat is Glorie?
Veel gelovigen, ik incluis denken bij glorie alleen aan zichzelf en de toekomstige plek in de hemel. Terwijl het juist andersom moet: welke glorie geven we aan God? En wat betekent alles in allen? Dit laatst zoveel als dat ieder individu ooit vervuld zal worden met de geest van God; 1 Kor. 15:28.
Komen we met dezelfde lichamen uit het graf bij de opstanding?
Lazarus stond met hetzelfde lichaam op uit de dood. Maar wij niet. Veel mensen zijn gecremeerd. Waarom zou God hen met hetzelfde lichaam weer opwekken? Ons eigen lichaam regenereert zichzelf iedere 7 jaar. Dus waarom zou God zich aan het patroon van ons oude lichaam houden? Onze identiteit is vastgelegd in de geest die we ontvangen, niet in onze lichamen. Als we worden opgewekt uit de dood, keert de geest naar ons terug en zijn we dezelfde mensen die we waren met dezelfde identiteit. Alleen met andere lichamen.
1 Korinthiërs 15:21
Zoals door 1 man, Adam allen onder de zonde kwamen, zo wordt door 1 man, Jezus iedereen gered. Mooi maar ook ongrijpbaar en geeft je een hulpeloos gevoel vanuit beide perspectieven.
2 Korinthiërs 12:9
Kracht wordt zichtbaar in mijn zwakheid; aldus laat ik de kracht van de geest van God toe. Welk bedrijf durft dit te zeggen: hoi, ik heb afgelopen kwartaal 10% verlies geleden; en wat? Ik neem nog wat personeel aan dat zo dom is als het achtereind van een varken! Dit is wel waar god begint en Hij de grootste zondaar van de wereld uitkiest om zijn plan te verwezenlijken! Saulus van Tarsus!
In onze zwakheid zijn we sterk
Het mooie van geloof is dat je altijd God de schuld kunt geven. Als het flink misgaat kun je zeggen: het is God die me liet falen. Als het een beetje misgaat, kun je zeggen: g’dverd’’’sorry, in mijn zwakheid ben ik sterk: 2 Kor. 12:9. Komt er de zoveelste tandartsrekening in de bus, ga dan vloeken! Verdomme, de doden hoeven in elk geval geen rekeningen te betalen. Ik wou dat ik dood was! Uit recalcitrantie vreet je 4 repen chocola op tot de chocola uit je oren kruipt. Immers, in je zwakheid, ben je sterk! Besef dan, dat je de tandarts met zijn rekeningen juist moet zegenen. En hoe groots God in je leven werkt; dan krijg je weer een lach op je gezicht. God gebruikt de tandarts ook om jouw geloof te sterken!
We hebben ieder onze eigen geest
1 Korinthiërs 3:16 – de geest van God vaart in ons en blijft in ons en wordt onze geest. Als we doodgaan, keert de geest terug naar God en keert ons lichaam terug tot stof. De ziel lost helemaal op. Als je blauw en geel uit elkaar trekt, verdwijnt groen in het niets. Groen is een samengestelde kleur; de ziel is ook zoiets en kan zonder lichaam en geest niet bestaan. In Lucas 23:46 beveelt Jezus zijn geest in zijn vader’s handen. Jezus was 3 dagen dood terwijl zijn geest bij de Vader verbleef. Blijkbaar kan de geest bestaan zonder bewustzijn te hebben.
Galaten 5:17
Wat de geest verlangt is in strijd met het vlees; en wat het vlees verlangt is in strijd met de geest. De geest behoedt ons voor echte calamiteiten en eenzijdig het vlees na te jagen. Zonder geest zouden wij echt beesten zijn. Maar… andersom ook: het vlees behoedt ons ervoor om 100% geheel volgens de geest te leven. Dit heeft God expres zo bepaald om ons te laten ervaren dat we afhankelijk zijn van God.
*
Stop met streven
Psalm 46:10 stelt dat we op moeten houden met streven en moeten snappen dat “Ik God ben.” In de grondtekst staat: rustig aan en weet dat ik Elohim ben. Dit is iets anders dan “doe maar rustig aan.”
In Jesaja 13:7 is het woord Raphah vertaald met zoiets als “word slap of mank.” Dit is een negatieve betekenis. Maar psalm 46:10 maakt er een advies van. In Jesaja 13:6-7 staat dat de dag van de Here nabij is en de ontzagwekkende komt. Daarom trillen alle handen en verweekt ieders hart van angst. Vertaal dit naar Psalm 46:10 en je ziet dat je het rustig aan moeten doen in die zin dat we op god moeten vertrouwen. Jesaja 13:6-7 betekent dat we in de tijd van vernedering leven. We moeten niet zelf proberen om te streven. Dat is Gods zaak. Hij zorgt dat we krijgen wat we nodig hebben. Straks als we verhoogd worden, zullen we onze handen uit de mouwen steken en pakken wat we willen. Burn outs ontstaan omdat we teveel willen. Laat die stress achter je en je vingers slap hangen en je hart smelten. Weet eerst dat Hij God is. Psalm 46:10 heeft dus de positieve variant van Jesaja 13:6-7.
Breekpunten
Net als je geld hebt gespaard, wordt het weer van je afgenomen: belastingaanslag of verzekering. Je wordt er niet goed van en komt op een soort breekpunt terecht. De strijd verlaat je en je geeft je over aan de stroom van gebeurtenissen. Je ziet wel hoe het verder gaat. Je hebt 4-5 jaar energie gestopt in een opleiding en op de valreep haal je het niet. Alles voor niets. Dan kom je op een breekpunt terecht. Waar je zo bang voor was, gebeurt ook nog eens: je bent weer helemaal terug bij af. Erger nog; je bent al je geld kwijt dat je had geïnvesteerd. Dan besef je: god geeft en neemt. Dit soort lijden is niet het lijden van het kruis maar van de Tuin van Gethsemane. Je vraagt God wanhopig of er niet een andere manier is om je brood te verdienen en toch nog de opleiding af te maken. Maar god beslist dat het anders moet. Dit besef komt tot uiting in “uw wil geschiede.” Graag had je een diploma gehad en een mooie baan. Maar God beslist anders. Na het “uw wil geschiede” vervolg je de lijdensweg een stuk makkelijker. Het besef dat God jouw weg heeft bepaald en dit onafwendbaar is, geeft een zekere rust. Zoals Jezus tegen Pilatus zei: Alles staat vast en je kunt er niets aan veranderen. Een letterlijke slaaf bezit niets, zelfs geen familie. Alles wat hij heeft, komt van god. Treur niet; in de volgende aionen zul je alles hebben wat je nu mist. God werkt met breekpunten. Hij breekt ons en als we dit eenmaal door hebben, snappen we dat verzet nutteloos is.
Regeren met christus
Als je toch behouden bent, waarom zou je je dan nog verder druk maken? Ga lekker naar het casino en leef erop los. Inderdaad, dit kan. Behouden worden zul je toch wel. Maar deelnemen in het koninkrijk van god is niet hetzelfde als meeregeren. Vooral carrièrezoekers horen er niet bij. Ahum, ook seks voor het huwelijk (ja, we gaan conservatief doen) hoort in dit rijtje; zeker als je het herhaaldelijk doet. Het gaat immers om penetratie, een duur woord dat echter wel de spijker op je kop slaat. Wandel volgens je roeping. Efe. 4:1. Dit behoeft uitleg. Redding is uit genade. Meeregeren met christus ook. Het is niet zo dat God een extra beloning geeft aan hen die zich krampachtig netjes gedragen, geen carrière najagen of geen seks voor het huwelijk willen. Nee, het is juist dat God hen van tevoren heeft uitgekozen voor deze levenswandel en ervoor zorgt dat ze deze dingen gewoon nalaten.
Aionisch leven
Gods kalender bestaat uit 5 tijdperken, aionen geheten. Dit woord aionen komt ongeveer 75 keer voor in het Nieuwe Testament en is door de eeuwen heen foutief vertaald met woorden als eeuwig of wereld. Elk mens dat ooit geboren is, zal ooit eeuwig leven, samen met God. Niet iets vaags met een ziel die voortleeft maar in een nieuw lichaam. Dit zal gebeuren omdat God ooit de dood teniet doe: 1 Kor. 15:26. Dit doet hij door christus. Een beperkte groep mensen zal echter voor die tijd leven; voordat God de dood teniet doet. Zij zullen in de komende 2 aionen leven. Dit noemt men aionisch leven.
*
De hemelse machten kennen ons
De hemelse machten (buitenaardsen) kennen ons; in het bijzonder de ecclesia. Ze weten waar we wonen, kennen onze namen en zelfs onze bestemming. In Efeziërs 3:9-11 onthult Paulus een groot geheim; namelijk dat alle facetten van Gods genade NU aan de hemelse machten bekend worden gemaakt door de ekklesia. We kunnen deze wezens niet zien maar andersom wel. Ze zien ons wel degelijk. Zelfs al zijn ze in een ander melkwegstelsel. Immers, wie zegt dat ze hetzelfde gezichtsvermogen hebben als wij? Net als Jezus Christus bewegen we ons anoniem door de menigte. Maar let op; niet helemaal anoniem want als je omhoog kijkt, kijken ontelbare gezichten ons aan.
*
Waarom zoveel strijd?
Waarom worstel ik met mijn computer? Met huisvesting, met de belastingen? Om dezelfde reden als waarom Paulus schipbreuk leed. Wij lijden omwille van christus die zelf ook geleden heeft. Fil. 1:29-30. Goliath ging verliezen en David winnen. Maar nadat er een uitvoerige strijd was geleverd tussen Israën en de Filistijnen. Eerst moeten we de angst van koning Saul voelen en Goliath’s gebrul horen. Kan David niet gewoon erop uit trekken en vechten? Nee. Saul moet eert zijn wapenuitrusting aanbieden aan David. Deze test hem eerst uit en kijkt of hij past. Waarom geen relaxte exodus uit Egypte? Waarom zoveel doden onder de Egyptenaren? En Jezus zelf. Die kan niet met een verdovingsspuit worden omgebracht maar moet nog eens extra pijn lijden. Inclusief de wanhoop in Gethsemané, het verraad van Petrus, de confrontaties met Pilatus en Herodus. Strijd hoort bij God’s eer en kan niet los worden gezien van ons lijden. Geen kleine strijd is te klein voor Gods eer: ook niet als je weer de sok in de wasmachine bent kwijt geraakt.
Jezus Christus of Christus Jezus?
De 12 apostelen gebruiken de naam Jezus Christus, Petrus voorop. Jezus is dan wel de gezalfde en uit de dood opgestaan. Maar Petrus noemt Jezus nog steeds een aardse Jezus met een verwijzing naar Israël. Paulus gebruikt beide namen. Om te beginnen noemt hij hem ook Jezus Christus waarmee hij dezelfde persoon bedoelt als de 12 apostelen voor hem. Maar hij noemt hem in Efeziërs 1:1 Christus Jezus. Hij heeft als enige de boodschap gekregen dat een select gezelschap op aarde ook deelt in de titel christus. Ze worden het lichaam van christus genoemd. De besneden heiligen voor Paulus zijn geen deel van het lichaam van christus maar vormen de bruid van het lam. Onder hen de 12 apostelen en ook Maria van Nazareth. Ope. 19:7-8.
Waarom gingen Paulus en Silas na alle stokslagen in de bajes van Filippi zingen? Hand. 16.
Ze zongen niet direct. Eerder op de dag waren ze gevangen gezet. Pas tegen middernacht gingen ze zingen en bidden. Dit moet om te beginnen een vreemde ervaring zijn geweest voor de bewakers en anderen die hiervan hoorden. Zo ook voor ons. Rond middernacht realiseerden paulus en Silas zich opeens iets; iets dat wij ons ook realiseren. Namelijk de fantastische beloning die ons wacht als we lijden voor christus. Nog even en we gaan het aionische leven tegemoet in het heelal.
*
Allah zegt: ajuus paraplu
Op een weblog van een moslima kwam ik de volgende vraag tegen: is zakah geven genoeg of moeten we ook anderen aanmoedigen om zakah aan de armen te geven? En dit is nu net het punt. De vraag hier is: wanneer doe je genoeg voor Allah? Moslims moeten de 5 pilaren van de islam praktiseren, zakah geven aan de armen en ramadan vieren. En als het kan naar Mekka gaan. Is dit genoeg om Allah tot dienst te zijn? Dat weet je nooit. Misschien moet je wel meer zakah geven? Je kunt ook zeggen dat Allah op deze manier aan het lijntje wordt gehouden. Immers, zolang je aan deze rituelen voldoet, is Allah tevreden en ben jij tevreden. Tegelijk houdt Allah jou ook aan het lijntje. Want je weet nooit zeker of Allah jou de hemel binnen laat. Stel je hebt 1 keer ramadan overgeslagen. Of stiekem een keer toch iets gegeten overdag. Ziet Allah dit door de vingers? Kortom: er ontstaat een soort van symbiotische relatie tussen Allah en de gelovige. Men houdt elkaar aan het lijntje. Wat is de rol van Allah in dit geheel? Nadat hij hemel en aarde heeft geschapen, heeft hij niet veel meer te doen. Aan het einde van de rit mag hij een stempel zetten of je hel of hemel ingaat? Allah is gereduceerd tot een kantoorklerk. De islam is politiek en Allah is een ambtenaar. Meer is hij niet. Als Allah slim is, zet hij een stempelautomaat neer in de hemel. Dan heeft hij de handen vrij en kan hij vakantie vieren. De islam is een religie die erg op het “ik” is gericht. De moslim moet van alles doen en Allah kijkt zwijgend toe en zet aan het einde van de rit een stempel. Hoe anders is het bij Jezus christus. Hij heeft zelf de verzoening aan het kruis tot stand gebracht en trekt ons naar de vader toe. Daar kan Allah jaloers op zijn. Mohammed komt al helemaal niet in het verhaal voor. Weet je wat ik denk? Ik denk dat Allah zegt: ajuus paraplu; ik word christen!
*
Geweldig stuk over de grote opdracht die Jezus aan de 12 gaf en dus niet voor ONS bestemd is!
Waarom in God geloven?
God wil wat we in zijn onzichtbare zoon geloven om behouden te worden. Waarom zo’n vreemde constructie? Waarom zegt God niet dat je een oranje trui moet dragen om behouden te worden? Wat is er zo specifiek aan geloof? Daarvoor moeten we terug naar Adam en Eva. God had Adam gezegd dat hij niet van die ene Boom van Kennis mocht eten. Van de rest wel. Toen kwam Eva en toen kwam ook de slang (satan). Die bracht Eva in verwarring. Wat gebeurde er toen? Eva ging twijfelen aan wat God nu precies gezegd had. Ze geloofde God niet meer op Zijn woord. Sterker nog: God werd als onbetrouwbaar voorgesteld en als vijand. God wilde gewoon niet dat wij net als Hem zouden worden. Dat was de boodschap van de slang. Adam en Ea reageerden hierop met ongeloof naar God toe. Met Jezus heeft God dit systeem hersteld. Het eerste wat hersteld moet worden is de vertrouwensband tussen God en de mens. De mens moet God weer durven geloven. Het ongeloof van Eva moet worden omgezet in het geloof van de mens in God. Door dit geloof ziet de mens dat God geen strenge Vader in de hemel is bij wie we niks goed kunnen doen of een tiran die ons met de eeuwige hel dreigt, maar dat Hij een God is die achter ons staat. Met en oranje trui aan winnen we misschien wel de WK maar is het vertrouwen in God nog niet hersteld. Alleen het geloof dat de opgestane Heer ons geeft, laat ons zien wie onze Vader in de hemel echt is.
*
“God had voor ons iets beters om naar uit te kijken, opdat zij niet zonder ons geperfectioneerd zullen worden,” – Hebreeën 11:40.
Wie zijn zij en ons? De eersten zijn zij die stierven in geloof. Met ons worden degenen bedoeld tot wie Paulus schreef en Paulus zelf. Zij waren de gestorvenen; ons heeft betrekking op degenen die mogelijk levend achterbleven. In 1 Thess. 4 wordt hetzelfde gezegd met betrekking tot zij en wij. Wij zijn de levenden als christus terugkomt. Zij zijn de gestorvenen die eerst op zullen staan. Eerst staan zij op, daarna worden wij die levend achterbleven samen met hen opgenomen, de Here tegemoet in de lucht. Zij die opstaan uit de dood worden volmaakt net als wij die overbleven. Dit volmaakt worden lezen we in Lucas 13:32 waar jezus zegt dat hij op de 3de dag volmaakt wordt. In de dood is geen volmaaktheid, zodat degenen die stierven in geloof eerst op moeten staan uit de dood. Daarom worden zij niet zonder ons volmaakt (Hebr. 11:40). En de ons hebben iets beters, namelijk: levend achterblijven.
“Zij zonder ons niet” vindt zijn tegenhanger in het “te zamen met hen” in 1 Thess. 4:17. Paulus had in Hebr. 10:37 al gezegd: “Nog even en de komende zal arriveren en zal niet uitstellen.” In hier in Hebr. 11:40 was dan in 1 keer dat goede en betere voor handen. Elke geloofsgetuige uit Hebreeën 11 geloofde wat hij/zij van God gehoord had. In onze tijd heeft God gesproken door Paulus (2 Tim. 1:8), de gevangene van Jezus Christus (Efe. 3:1) voor ons heidenen. Door Paulus hen liet God ons dingen zien die christus nog niet kon zeggen. Het is onze plicht om te geloven wat we gehoord hebben, zodat we uitzien naar de toekomende dingen die geschreven zijn om ons te onderwijzen.
*
God geeft ons de gave van het niet voelen van zijn controle
Hoe kan God alles uitwerken volgens zijn wil (Efeze 1:11) en kunnen 6 miljard mensen tegelijk een vrije wil hebben? De menselijke wil is er dag en nacht. De koning van Assyrië besloot uit eigen wil tegen Israël op te trekken. Wat hij niet door had, was dat zijn besluit direct beïnvloed was door god. Zo’n wil die door alles tegelijk beïnvloed werd, in het bijzonder door god, is geen vrije wil. We hebben allen een wil maar geen vrije wil. Waarom bestaan we dan eigenlijk? Zit god een potje schaak te spelen met zichzelf? Het is slechts in het waarneembare dat we leven en leren. God heeft ons de gave gegeven van het “niet voelen” van zijn controle. Maar deze gave is niet zo gemakkelijk omdat we juist daardoor iedere dag weer piekeren over beslissingen die we zullen nemen. Maar ook daardoor zijn we in staat om uiteindelijk bij God te rade te gaan met onze tranen, zorgen en geluk. Het hele idee erachter is om ons nederig aan Zijn voeten te krijgen.
Koning van Assyrië had geen idee van God’s controle
God doet wat hij wil in deze wereld, Efe. 1:11. Niet altijd zijn de bewoners van de aarde zich daarvan bewust. Zij die dat wel zijn, zeggen dat God alles doet meewerken ten goede. En dat alles van God is, ook het kwaad. 2 Kor. 5:18. Maar de meeste mensen willen hier niet aan en belijden dat ze zelf althans nog een redelijke hoeveelheid vrije wil hebben. Zo iemand was de koning van Assyrië. Over hem kun je lezen in Jesaja 10. Hij verveelde zich of lag met zichzelf in de knoop. Op een bepaald moment besloot Hij Israël aan te vallen. Hij dacht dat dit zijn eigen idee was. Hij had er geen idee van dat God hem aanspoorde om Israël aan te vallen.
Wat? Zou God een heidense koning aansporen om zijn eigen uitverkoren volk aan te vallen? Echt wel. Lees Jesaja 10:7 maar eens: “je koning zend ik naar een goddeloos volk… maar zo heeft hij het niet bedoeld. Hij heeft iets anders in de zin. Hij streeft naar de ondergang van talloze volken.”
Op de dag dat Assyrië zijn campagne begon tegen Israël waren er 2 bedoelingen die gelijktijdig optraden. 1. die van God en 2. die van de koning van Assyrië. De koning had de intentie om Israël met de grond gelijk te maken. God wilde alleen zijn volk tuchtigen voor hun eigen goedwil. God wist wat hij deed. En de koning van Assyrië wist ook wat hij deed. Het punt was dat de laatste het niet van de eerste wist. De koning van Assyrië had niet door dat hij slechts een marionet was van God. Dit laatste is een mysterie want God doet alles in overeenstemming met zijn wil en gebruikt zelfs het kwaad, Efe. 1:11.
God oordeelt het arrogante hart van de koning van Assyrië
Waarom oordeelt God mensen als Hij de mensen zelf aanzet tot handelen? God kiest een mens niet op grond van diens daden maar omdat hij hem roept, Romeinen 9:11. De boodschap is perfect hier: God’s bedoeling is niet een probeersel dat afhankelijk is van wat wij doen maar een zaak van zekerheid in gang gezet door zijn besluit. Hij besluit wat hij gaat doen en zijn besluit vloeit over in ons. Opnieuw de vraag waarom God ons dan oordeelt als hij ons gedrag en onze wandelt bepaalt? Het antwoord is verbluffend: wie bent u om Gods redenen te bevragen? In Jesaja 10 laat God ons een voorbeeld zien van hoe hij te werk gaat, middels de koning van Assyrië. Het komt erop neer dat God onze harten oordeelt. Wat gaat er in ons om? Daar gaat God op af. Hij oordeelt het arrogante hart van de koning van Assyrië en diens hoogmoed. Zie ook Jesaja 10:12-13. De koning beweerde namelijk dat hij het op eigen kracht had gedaan en ook nog wijs was. Waar het God om gaat is de gedachte van de koning die uit eigen vrije wil dacht te handelen. Het handelen zelf kon God niet zoveel schelen. God wist immers wat de koning zou doen. Daartoe had God hem zelf aangespoord. God wilde deze koning de last van ijdelheid laten voelen en hem daarvan bevrijden. De schepping leert door contrast. God schept dat contrast. Bovendien oordeelt hij ons voor onze bestwil. Als ik iets fout doe, voel ik me slecht tegenover god. Waarom is dat zo als God in me werkt?
God’s bedoeling is om ons te beproeven. In de eb en vloed van het leven zijn we ons doorgaans onbewust van God’s controle over ons. Dit heeft God met opzet zo geregeld opdat we de ups en downs in ons leven zelf kunnen beleven. Het is juist de bedoeling dat we ons slecht voelen als we iets hebben gedaan dat niet door de beugel kan. Maar niet langer dan nodig is om van onze fouten te leren. Als je je slecht blijft voelen, vergeet je dat God ook jouw fouten gebruikt voor jouw ultieme einddoel dat juist goed zal zijn. Gebruik je slechte gevoel en misbruik het niet. Veroordeel jezelf niet, dat neemt god jou wel kwalijk. Ga niet te ver!
*
Met 2 simpele vragen zet God ons op onze plaats
In Jesaja 10:15 staat: “schept een bijl op tegen wie ermee hakt? Verheft een zaag zich tegen wie hem hanteert? Alsof de scepter heerst over wie hem vast heeft. Alsof de stok optilt wie hem omhoog houdt.”
Deze merkwaardige vragen zitten op de hielen van een God die claimt achter de koning van Assyrië te zitten die Israël aan wil vallen. God zette de koning hiertoe aan maar deze dacht dat het zijn eigen briljante idee was . Dit wordt uitgelegd in Jesaja 10:13 – “uit eigen kracht heb ik dit gedaan, want ik ben wijs.” Deze koning benadrukt de menselijke vrije wil in een korte slagzin: “mijn hand,” “mijn wijsheid.” “Ik deed het;” etc. Maar nee. De claim van de koning is net zo belachelijk als de bijl die opschept tegen de houthakker. Snappen we hoe dom het is als een bijl de houthakker de les zou lezen? Prima, dan is de menselijke vrije wil ook dom.
God handelt in alles; geloof het of niet
Sta me toe in het hoofd te kruipen van de koning van Assyrië. Omringd door knappe vrouwen zit ik in mijn paleis. Opeens wil ik Israël aanvallen. Zomaar een opwelling. Achteraf vraag ik me af of het een vlaag van verstandsverbijstering was. Misschien. Of misschien had ik iets verkeerd gegeten? Al dit soort aanleidingen zijn relatieve oorzaken. De absolute oorzaak staat in Jesaja 10:7. De God van Israël stuurde de koning op Zijn volk af. De koning zou dit nooit hebben geloofd en veel christenen hebben hier vandaag de dag ook problemen mee. Aan de ene kant bidden ze zich suf om in gebedsbijeenkomsten God’s wil te manipuleren. Maar als gewone gebeurtenissen tot actie aanzetten, is het opeens vrije wil. En doet God niet meer mee. Maar God is niet helemaal gek. Natuurlijk zit hij overall achter. Jesaja 10 laat ons hier voorbeelden van zien. God handelt in alles, ook het kwade, naar zijn wil, Efe. 1:11.
*
God verzekert ons ervan dat we allen onze eigen koppigheid ervaren
Als God het kwaad toestaat, hoe kan het goede dat kwaad veroorzaakt aan Hem worden toegeschreven?
Romeinen 11:32 –“Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.”
Dit illustreert het doel van het kwaad, namelijk: contrast. Zonder zonde en frustratie kunnen we nooit weten wat God’s genade is. God zorgt ervoor dat we allen ervaren wat het is om buitenstaander te zijn zodat Hij persoonlijk de deur opent en ons verwelkomt. Let op de woorden: God verzekert ons ervan… Het is zo belangrijk voor God dat zijn schepselen eerst koppigheid en ontworteling ervaren van zijn liefde en genade, dat Hij ons ervan verzekert dat dit aan ons gebeurt. Hoe doet hij dit? Hij is wijs en brengt kwaad op onze weg: Jesaja 31:2. Kwaad is moreel neutraal en kan voor iets goeds worden gebruikt. Ongehoorzaamheid of zo men wil, koppigheid is essentieel voor een later verstaan van God’s welkome armen. Zo essentieel dat God niet achterover leunt en hoopt dat we in zijn armen vliegen. Nee, hij zorgt ervoor dat we in onze radeloosheid toevlucht zoeken tot hem. Klinkt dit als een God die met plezier het kwaad toelaat in zijn eigen schepping? Nee. Dit is een God die het kwaad actief gebruikt ten goede van zijn schepsels. Het is helemaal niet gezegd dat God daar zo blij mee is of plezier aan beleeft. God is geen sadist maar gebruikt contrast.
Moe van het wachten?
Moe van het wachten op christus? Dan zul je inderdaad erg moe zijn.
“Wij danken u in onze gebeden en gedenken hoe krachtig u standhoudt en blijft hopen op de komst van christus.” – 1 Thess. 1:2-3.
Ben je bezorgd dat je niet genoeg doet voor christus? Stop daarmee en stap uit het spoor van satan. Jouw leven rammelt van alle kanten en toch wacht je op christus. Je blijft geloven in zijn woorden en beloften. Volgens Paulus is dit standvastig blijven hopen ook werken voor christus, wat nogal wat tijd in beslag neemt. Paulus dankt God voor u. Dus waarom ga je niet lekker lui achterover liggen? Of lekker surfen op het internet? In plaats van je druk te maken?
*
Anti bezorgdheid cursus
Zorgen maken is in het Grieks, Merimnao. Meri betekent deel en mnao betekent herinneren. Zorgen maken is dus herinneren in meerdere delen. Denk aan een boodschappenlijst. Boodschappen doen met een lijst is geen leuke excursie. Je moet steeds de lijst bijhouden. Je zorgen maken, lijkt hierop. Als je je constant zorgen maakt, mis je zoveel moois van het leven. In plaats van hiervan te genieten, analyseer je die momenten of zelfs deelmomenten. Is een mooi moment teveel van het goede? Of te weinig? Om jezelf te genezen van zorgen, begin bij de supermarkt. Geniet van het aanbod en laat de boodschappenlijst thuis. Wat een plezier om een rij lang naar de zakken chips te kijken. Al die mooie kleuren en lekkere chipjes. Een volgens de valkuil is om chips met elkaar te vergelijken of te kijken hoeveel vet erin zit. Is de ene ervaring beter dan de andere? Dat zal best maar als we gaan analyseren is geen enkele ervaring meer goed. Geniet ook van de aanbiedingen zoals damesondergoed dat vlak voor de kassa ligt. Aan het einde van de trip zit je vol mooie indrukken. En wat wil een mens nog meer? We hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen, 1 Tim. 6:7. Misschien is dit de sleutel tot een zorgenvrij leven; om geen stukjes uit mooie momenten te hakken, behalve de momenten zelf. Dan zullen we zien dat er mooie momenten genoeg zijn.
Kwalificaties voor heersen met christus
Gods kwalificaties om te regeren met christus staan haaks op de wereldse waarden. De wereld draagt je op handen als je kunt demonstreren hoe goed je gepresteerd hebt en succesvol bent of zelfvertrouwen hebt.
Maar als we het over Gods idee van kwalificaties hebben, gaat het om 2 dingen:
– ervaring met het kwaad
– karakter
Het w0ord “verdragen” is een belangrijke kwalificatie voor als we later willen regeren met christus. Hun kun je iets verdragen als er niets te verdragen is? Dus God brengt een zekere maat van kwaad in ons leven. Het kwaad is het doek waarop we het meesterwerk van het verdragen kunnen schilderen. Dus vergeet alle mooi bedoelde werken, succes, giften of zelfvertrouwen. Als je ook op God vertrouwt in moeilijke tijden, ben je een hartslag weg van hemelse grootsheid.
Feit
Jezus die aan het kruis hangt en nog steeds van de mensen houdt was één van de grootste manifestaties van God’s macht. – 1 Kor. 1:23-24.
Waarom zegt God niks?
“Ik bid me suf maar God zegt niks.”
Als je naar het Oude Testament kijkt, naar de evangeliën of Handelingen, zie je God in actie. God handelde destijds wat openlijker bijvoorbeeld omdat God zijn volk Israël uit Egypte wilde leiden. Maar dit is niet zijn huidige methode. Jezus zei tegen Thomas: zalig zijn zij die niet zien maar wel geloven. Jezus introduceerde hier een nieuw tijdperk van geestelijke manifestatie: geloof. Niets is voor God belangrijker dan geloof. En niets moedigt geloof meer aan dan de onzichtbare dingen. Dat is wat geloof is: dingen niet zien. (Heb. 11:1). God spreekt tot u middels stille manifestaties zoals plezier, liefde, rust, vrede en geduld, allen gaven van de geest. Hij spreekt ook door Zijn woord. Ben je bang dat God jou of jouw gebeden negeert of jou helemaal niet ziet? Lees dan Romeinen, hoofdstukken 5 t/m 8.
Ren voor de winnende prijs
Alle gelovigen zijn geroepen door God. Maar niet iedereen zal met hem regeren in het heelal. Zoals de sterren verschillend schijnen, zo zullen gelovigen ook verschillende rangen en taken krijgen. 1 Kor. 15:40-42. Paulus spreekt in 2 Tim. 4:8 van een krans van gerechtigheid die de Heer aan de gelovige zal geven. Wat is deze krans? Geen redding; redding is aan niemand betaald omdat het een gratis gift is, Efe. 2:8-9. We zijn al gered, apart van onze eigen werken, 2 Tim. 1:9. De actieve werkwoordsvorm die Paulus gebruikt in 2 Tim. 4:8 is “ik heb,” met de nadruk op “ik.”
“Ik heb de goede strijd gestreden.”
“Ik heb de wedloop volbracht.”
Dit is geen les over de vrije wil. Zoals God sommige mensen geloof geeft om het evangelie te geloven, zo geeft hij sommige gelovigen de energie om Gods werk te doen. Deze energie en verlangen zijn net zo goed een gift als redding. Paulus zegt dat we niets hebben dat ons niet gegeven is. Maar het wordt aan ons gepresenteerd alsof we ervoor gestreden hebben. In 1 Kor. 9:24-27 vergelijkt Paulus ons met atleten die een wedloop doen. Ook zij rennen zich suf in afwachting van de prijs. Ook hier weer is de prijs geen redding maar regeren met christus. 2 Tim. 2:11-13 maakt onderscheid tussen basis redding en regeren:
“als wij met hem gestorven zijn, zullen we ook met hem leven; als wij volharden, zullen we met hem ook heersen; als wij hem verloochenen, zal hij ons ook verloochenen; als wij hem ontrouw zijn; blijft hij ons trouw; want zichzelf verloochenen kan hij niet.”
Het samen sterven en samen leven in deze passage is de algemene redding die elke gelovige wacht. Dit hebben alle gelovigen op basis van de dood van christus. Romeinen 6:8 zegt: “zoals we samen stierven met christus, geloven we dat we samen met hem zullen leven.” Onze eigen werken hebben hier niets mee van doen. “Volharden” is geen voorwaarde voor redding. Maar zij die volharden zullen met christus regeren. Volharding betekent een flinke mate van lijden voor het geloof. Als we niet willen lijden voor christus, dan zal hij ons diskwalificeren om met hem te regeren; niet van de redding. Die is gegarandeerd. Dat hij ons onze redding niet kan afmaken, staat in het laatste deel van de vers: “hij kan zichzelf niet verloochenen.”
Wat houdt mee regeren met christus in? Geen idee. Maar waarschijnlijk zullen we een kijkje in de keuken nemen van de wonderen van de schepping en de machten die het heelal hebben geschapen. Ik kan niet wachten…
Bewijs voor de macht van god
Je zou geloven dat de macht van god te maken heeft met hallelujah zingen, handen klappen en vreugde dansen. Dan wel genezen te worden van migraine. Her en der mogen deze dingen misschien plaatsvinden. Maar goddelijke activiteit heeft hogere doelen in gedachten. Zoals Paulus schrijft in 1 Kol. 1:9-12.
“U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet, uw kennis van god zal groeien. En u zult door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen.”
Wat een statement: “de kracht ontvangen.” Je zou denken dat er volgt: “om over water te lopen.”
Maar nee; ze krijgen de kracht om te volharden, zelfs met geduld en plezier. Niet werken of liefdadigheid zijn kwalificaties voor regeren met christus maar volharden met plezier en geduld. Het meest opvallende deel van deze vers is “met plezier en geduld.” Je hebt inderdaad de macht van God nodig om te volharden met plezier en geduld. Volharden is 1 ding, maar met plezier en geduld is een goddelijke gave. Juist deze volharding maakt de gelovige gereed om straks met christus te regeren. En het wordt nog gekker in vers 12: breng met vreugde dank aan de Vader.” Bent u dit? Die dit doet? Lijden, met plezier volharden en de Vader ervoor danken? Gefeliciteerd, dan bezit je alle kracht van god. Of je ermee in het nieuws komt, is een tweede.
*
Sabbat betekent ophouden, niet rusten
Had God multivitamine nodig?
Genesis 2:2 zegt: “op de 7de dag voltooide God zijn werk en hij rustte op de 7de dag.” De concordante vertaling zegt: “God hielp op met werken op de 7de dag.” Sabbat betekent ophouden met werken en niet rust. Ik wil opmerken dat God niet moe wordt van werken en rust nodig heeft. Hij pufte niet moe neer op de 7de dag om even een biertje te pakken. Nee hoor; Hij was helemaal niet moe maar de schepping was af. Dus waarom zou hij doorgaan? Als wij denken dat we niet genoeg doen voor God, nemen we even rust om energie te verzamelen. Deze pauze noemen we sabbat. Waarom vinden we geen echte sabbat uit? En stoppen we met indruk te maken op god?
*
Is Jezus echt gestorven?
Jezus zegt dat hij de vernielde tempel in 3 dagen op zal bouwen (Joh. 2:19). Als hij de tempel was, hoe kon hij zichzelf weer uit het graf beuren als hij dood was?
A. Christus stond op uit de dood, na 3 dagen. Maar dit deed hij niet zelf. Er zijn 3 Griekse woorden voor opstaan uit de dood: anistemi (opstaan), egeiro (opwekken), zoopoeio (levend maken). Veel bijbels halen deze 3 woorden door elkaar. Dit is onterecht want ze corresponderen met onze ziel, lichaam en geest. En zie hoe precies de openbaring van zijn Vader is: de ziel wordt gewekt (egeiro), het lichaam staat op (anistemi) en de geest wordt weer levend (zoopoeio) in de zin van onsterfelijk. De geest krijgt weer leven voorbij het bereik van de dood. De geest was terug gekeerd naar God de Vader en was er al die tijd maar blijkbaar in een soort slaaptoestand. Wat een precisie! Neem Lazarus; hij was opgewekt en stond op uit de dood. Maar niet levend gemaakt voorbij de dood. Jezus kon geen van drieën. Hij was dood. Romeinen 8:11 spreekt van de geest van Hem die Christus uit de dood opwekt. God, zijn Vader wekte zijn zoon op uit de dood. Daarna stond Christus zelf op (anistemi).
*
Dood is de ultieme vernedering
De eerste leugen van satan tegen de mensheid vond plaats in de tuin van Eden: u zult niet sterven, genesis 3:4. Zo erg christenen satan haten, zo omarmen ze direct of indirect deze leugen. Het christendom heeft met andere religies gemeen dat ze in de onsterfelijkheid van de ziel gelooft. Men zegt: we zijn bang voor de dood. We willen niet dood. Het is niet eerlijk dat we doodgaan. We zijn mensen en dus gemaakt naar het beeld van god. Dus waarom zouden we sterven? Dus geloven we niet dat we ECHT sterven. Jezus zei wel dat we opstaan uit de dood. Maar hij bedoelde waarschijnlijk dat we een SOORT van opstanding tegemoet gaan uit een SOORT van dood. We houden niet van de dood en vinden ons daar te goed voor. Dus zeggen we dat onze ziel misschien wel voort leeft na de dood. Na dit leven blijft de ziel eeuwig bij God of satan. Deze gedachte is tenminste niet zo vernederend als de gedachte dat er tussen dood en opstanding helemaal niets meer is. De leugen van satan heeft de meerderheid van de christenen weer in zijn greep.
*
De glorieuze slavernij van Gods zoon
De zoon van god was geen slaaf en kon dit nooit worden of zijn. Dus daalde hij af naar de aarde om voor de lol een tijdje slaaf te zijn. Hij werd eerst een foetusje in de baarmoeder van ene Maria waarna de cellen in zijn lichaam zich vermeerderden. Om zijn bevallige status nog eens te bevestigen krijste hij bij de geboorte moord en brand, slechts omringd door zijn ouders en de dieren in de stal. Net als Adam het met dieren moest stellen, was ook Hij omringd door dieren. 32 jaar laten deed hij de sandalen van stervelingen los en waste hun voeten. De stervelingen protesteerden hiertegen. Een messias moest geen voeten wassen. Ze wisten niet dat Hij het einde bewaakte van het wasritueel. Hij was zo zeker van zijn Vader’s hoge dunk van hem dat hij zonder aarzeling kon neerknielen voor de discipelen en inwendig lachte om zijn houding en staat. Later kon hij aan het kruis nog éénmaal omlaag kijken en beseffen dat zijn schaamte niets was in vergelijking met het plezier van het gehoorzamen aan zijn vader’s wil.
Er is een principe in Gods programma dat de laagste ooit de hoogste zal worden. Daarom kon Jezus zeggen tegen de mensen: mijn juk is zacht. De paradox is hier dat zelfpromotie juist zwaar is terwijl je ziel te ruste leggen bij Hem als een weekend op de Bahama’s voelt. Allen willen we graag vakantie en hiermee kunnen we beginnen door alvast plat te gaan liggen. Ga op de grond liggen met je gezicht naar de grond en zeg tegen christus dat je moe bent van jezelf. Bid ook voor andere mensen. Denk aan alle mensen die anderen geweld aan doen. Bid dat God’s programma en en jouzelf door nederigheid wijzer maakt. Kijk nu op naar de hemel. Er is geen overgave dan de overgave van jezelf aan je vader in de hemel. Dit is een bevrijding van zelfkickerij en egotripperij. Jezus deed dit naakt aan het kruis en u kunt het op de vloer doen. Of waar dan ook! Maar besef wel dat niet alleen God en christus maar de hele hemelse wereld met alle hemelse machten naar jou kijken. Schaam je niet. Als je je armen en benen ver genoeg uitspreidt, zullen de hemelse machten tot tranen toe geroerd zijn.
Jezus, het beeld van de onzichtbare God
In 2 Kor. 4:4 noemt Palus Christus, “het beeld van de onzichtbare god.” Als je een foto van je zoon laat zien, dan is die foto niet werkelijk die persoon maar een beeld ervan. Christus is een foto van zijn Vader. Hij lijkt in alle opzichten op zijn vader, op dat ene punt na dat Hij god niet is en dus ook niet onzichtbaar is. Christus is juist wel zichtbaar. Hij zegt ook: ik kan niets van mezelf doen; alles wat ik doe is de wil van mijn vader, Joh. 5:30. De vader is groter dan ik, 1 Joh. 14:28. God heeft ons vaders en zonen gegeven om ons te laten snappen hoe de relatie tussen god en christus is. Jezus zegt dat de Vader groter is dan Hijzelf. Veel christenen zeggen het omgekeerd, namelijk dat christus God is, de Vader. We denken zelfs dat we god hiermee een plezier doen door hem en zijn zoon één persoon te maken. Dit is zeker niet zo. Het is juist zijn glorie om zich straks onder te schikken aan zijn vader. Mogen we dit zomaar van hem afpakken? Nee toch? Tegelijk is christus zo’n perfect beeld van God dat hij het waard is om de titels van God aan te nemen. Hij is het waard om God genoemd te worden en als God aanbeden te worden. Dat is niet zomaar wat. Toen de ongelovige thomas zijn hand in de wond stak in de zij van Jezus, zei hij terecht, Mijn here en mijn god. Thomas sprak hem rechtmatig aan. Als Gods beeld is christus de enige god die we ooit zullen zien. Niemand heeft ooit God gezien, Joh. 1:18. De 3-eenheid is een leer van demonen, 1 Tim. 4:1. Deze leer is door satan in de mensheid geïnjecteerd door satan via het concilie van Nicea in 325 na Christus. Dit om miljoenen mensen af te houden van geloof in de dood en opstanding van christus, zelfs als ze toegeven dat ze wel geloven in zowel christus als zoon van god als in de 3-eenheid. Wat een meesterwerk van misleiding!
Jezus is de zoon en dus niet de vader
Absolute Godheid kan niet sterven. Als Jezus echte godheid was geweest, kon hij niet sterven. Maar hij stierf wel. Dus is de 3-eenheid een valse leer. Immers, de zoon is niet de vader. Als de 3-eenheid wel waar was, is een fundament van het geloof omver gehaald, namelijk dood en opstanding van christus. Iedereen haat de dood. Paulus noemt de dood niet voor niets een vijand: 1 Kor. 15:26. De dood haalde Jezus niet uit het graf. De bijbel is er duidelijk over dat Jezus echt stierf. Dus niet een ziel die na zijn dood ging maar dood als een pier.
*
Het geloof van christus doet mij versteld staan
Jezus is gestorven en was zo dood als een pier. Hoe misleidend is dus de gedachte van de 3-eenheid! De dood begrijpen is belangrijk om ook de opstanding te begrijpen. Dan begrijpen we ook het geloof van christus in zijn vader toen hij aan het kruis zei; ik geef mijn geest aan u over. Als hij niet echt zou sterven, had hij gemakkelijk praten. Dan was de consequentie niet zo erg geweest. Maar Christus wist dat hij morsdood zou gaan en niet meer op eigen kracht in staat was om uit de dood op te staan. Hij had het kruis kunnen ontvluchten en misschien een schroothandel kunnen beginnen ergens in het verre Schotland. Dan had jaren later geen haan meer naar hem gekraaid. Maar hij wist wat hem te wachten stond en vertrouwde toch op zijn Vader. Veel gelovigen, misschien ik inclusief bevatten misschien toch niet helemaal de diepte van dit vertrouwen.
*
Jezus ging nergens heen toen hij dood was; hij was zo dood als een pier
Een bekende leer in de kerk is dat Jezus weliswaar 3 dagen dood was maar intussen de zielen in het onderaardse de vrijheid verkondigde. Deze ene zin roept al veel vragen op: welke zielen in welk onderaardse? En was Jezus dan niet dood? In 1 Petrus 3:18-20 staat deze passage, “naar het lichaam werd hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt; hij is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen en aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen.”
De gedachte waarmee men hier vaak de fout in gaat is dat “naar het lichaam gedood” en “naar de geest tot leven gewekt” simultaan gebeuren. Dit is niet zo; er zaten juist 3 dagen tussen. Dit zien we ook met Lazarus. Hij ging dood, verbleef in de tombe en werd pas later weer opgewekt. En had een goed ontbijt. Hoe is het mogelijk! Aan dit voorbeeld zien we dat er best meerdere dagen tussen dood en opstanding kunnen zitten. Het is niet zo dat God er “vlug bij moet zijn” om een dode weer op te kunnen wekken. De geesten aan wie Christus het goede nieuws verkondigde waren overigens geen geesten van doden. Punt 1 keert de geest na de dood terug naar God. Een dode is dus echt dood. Wat voor geesten waren het dan wel? Zij waren niet-menselijke, kwade geesten die de mensen van Noach’s generatie tot zonde aanzetten. Dus wie kan het schelen of christus wel of niet stierf? U! Alleen als je snapt dat christus echt stierf, kun je zijn geloof appreciëren waarmee hij als een lam naar de slachtbank van het kruis ging. Tenzij zijn Vader hem op zou wekken, zou hij eeuwig dood blijven. En dat wist hij. En hij kon hier tijdelijk aan ontsnappen door eventueel weg te vluchten. Het is Zijn geloof in Zijn Vader dat ons redt. Rom. 3:21-23. Gods gerechtigheid waarvan de profeten getuigden, wordt ook buiten de wet om zichtbaar.
*
Een bekende leer in de kerk is dat Jezus weliswaar 3 dagen dood was maar intussen de zielen in het onderaardse de vrijheid verkondigde. Deze ene zin roept al veel vragen op: welke zielen in welk onderaardse? En was Jezus dan niet dood? In 1 Petrus 3:18-20 staat deze passage, “naar het lichaam werd hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt; hij is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen en aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen.”
*
Wat een openbaring!
Satan maakt steeds weer de verkeerde beslissingen. Afgezien van zijn vermomming als sinterklaas eens per jaar. Dat komt omdat hij steeds weer reageert op wat god aan de oppervlakte doet. Beter had hij Gods diepten kunnen bestuderen. Satan is geen diepe denker. Het kruis van christus is een goed voorbeeld. Hij dacht werkelijk dat door christus te vermoorden, diens zege einde verhaal was. Dit doet hij ook in uw leven. Door beproevingen op uw weg te sturen, hoopt hij u van uw geloof te helpen. Tot op zekere hoogte geeft hij u “Job-beproevingen.” Hij snapt niet dat lijden omwille van christus u bij God op een wit voetje brengt. Fil. 1:29. En dat u ervoor beloond wordt. Er komt een punt dat satan door heeft dat al deze tegenwerkingen alleen maar voordelen op voordelen worden.
Kun je jouw redding verknallen?
Nee. Maar dit verdient enige toelichting. Efe. 1:3-5. God koos ons voor de nederwerping de wereld. Het woord nederwerping is hier opvallend. Er was een tijd dat het heelal een beeld van perfectie was. In diezelfde dagen koos God ons als zijn zonen en dochters. We werden getekend, verzegeld en overgeleverd als zonen van god. Niet alleen voordat we geboren waren maar zelfs voordat de zonde ons geïnfecteerd had. De intrede van de zonde kan uw positie niet veranderen. Als je een regenjas aan doet voordat de bui losbarst, wordt je dan nat? Nee toch? Als je dus aan Gods doel voldeed voor de zonde intrad, kan de zonde hier niets aan veranderen. Wel kan de zonde de bevatting hiervan verstoren.
Geef het me snel, here Jezus. Of niet
Soms wordt een gebed na 20 jaar pas verhoord. Kan dat niet sneller. Vast wel. Als God het na 20 seconden zou willen doen, kon het ook. Maar blijkbaar doet het dan ook 1000 x zoveel pijn. God heeft zo zijn eigen redenen om met onze koppigheid om te gaan. Van boven af gezien lijken wij mensen allen dronken. Maar er schuilt een groot idee achter Gods gekte. In zijn vreemde manier van wandelen met ons, is hij goedaardig bezig. Liefde is geduld en een gebed kan pas jaren later verhoord worden: 1 Kor. 13.
Waarom jij en niet zij?
De leer van de menselijke vrije wil schept praktiserende humanisten. Sommige humanisten hebben een belangrijke titel en verklaren zichzelf tot gezagvoerders van hun eigen levens en bestemmingen. Je zou hen haast christenen noemen. Tegelijk roepen ze hardop: Jezus heeft mij gered; het was 100% Jezus.
*
De grote wegname is zo praktisch als maar wat
De 144.000 uit Openbaring 5:10 zijn gelovigen uit Israël die een natie van priesters gaan worden en over de aarde gaan regeren. Dus waarom zouden ze met de grote opname mee ten hemel worden gevoerd? Het lichaam van christus, van de andere kant (wij) gaat Gods genade aan de hemelse machten (buitenaardsen) brengen. Efeziërs 2:6-7. Weg genomen worden op warpsnelheid naar de 3de hemel, is dat niet gek genoeg?
Overleef je het?
Wij, de levenden worden tegelijk weggevoerd met hen op de wolken om de Here in de lucht te ontmoeten. – 1 Thess. 4:17.
Paulus noemt ons “wij die overleven.” Hij vergelijkt ons met de doden. Zoiets als ouders die werden overleefd door hun kinderen. Het Griekse woord voor overleven is “perileipomai.” Een overleveraar leeft niet zozeer door maar wordt omringd door gebrek/tekort. Een overleveraar van een dode echtgenoot, heeft de echtgenoot als gebrek. De overleveraar van een huisbrand heeft gebrek aan onderkomen. De overleveraar van een vliegtuigcrash heeft gebrek aan alles en iedereen die bij hem in het vliegtuig zat. Iemand die bortskanker heeft overleefd lijdt gebrek aan een borst. Waaraan lijden wij gebrek? Eigenlijk niet veel. God doet alles voor ons, inclusief ons vertrouwen in het vlees wegnemen. Uit ons zelf kunnen we ons niet aan de dood ontsnappen. Christus komt voor ons, de gestrande overleveraars. Zijn we slechts aan het overleven? Mooi zo; Christus is onze redder uit de komende oordeel, 1 Thess. 1:10.
Het medicijn van immanent vluchtgedrag
Is het echt zo dat Christus letterlijk uit de hemel afdaalt op de wolken, de doden opwekt en ons dan wegneemt van de aarde? Opdat wij hem letterlijk in de lucht tegemoet komen? En daarna met hem de rest van ons eeuwige bestaan (eerst aionisch) met hem delen in het heelal?
Ja!
Zie 1 Thess. 4:13-18. Dit is de beroemde “grote opnamepassage.”
Het correcte Griekse woord is harpazo. Dit betekent “weg getrokken.” Zoals een wolf zijn prooi bespringt en wegvoert. Met behoorlijke kracht dus. Het woord beschrijft de actie van een wolf in Johannes 10:12. “Ik ben de ideale herder. De ideale herder legt zijn ziel af ten gunste van de schapen. Een huurling is geen herder maar laat de schapen in de steek. Dan komt de wolf en grijpt een schaap in de kraag “harpazo.”
De harpazo richt zich op de honger van degene die ons wegvoert, christus, veel meer dan op ons. We wachten op zijn komst ja, maar zijn verlangen overstijgt het onze. Hij weet veel meer over onze nieuwe bestemming dan wij. Vergeleken met hem zijn we slechts mild geïnteresseerd in onze hemelse bestemming. Christus’ verlangen naar ons is zodanig dat hij hongerig is als een wolf. Dit vergeten wij wel eens. Wij denken dat de grote wegrukking voor christus niet veel voorstelt anders dan weer een dag uit zijn hemelse kantoorbaan. Net als wij wacht Hij al 2000 jaar op de ontmoeting met ons. Bovendien is onze focus verkeerd. Wij zien deze wegrukking als escapisme. Zie het meer als “naar christus toe-isme.”
De grote wegrukking gaat niet in de eerste plaats over ons maar over christus! Straks zullen we schijt hebben aan zwaartekracht en wegvliegen van de aarde, het heelal in zoeven! Ik wil de melodieën van de hemelen horen en de hemelse machten zien die het heelal schiepen door christus. Ik wil nooit moe worden, voortdurend wakker zijn en permanent af zijn van armoede, ziekte en moeheid. Ik voel deze extase bij Paulus. Hij nodigt ons uit voor onze komende transformatie: “wees blij met onze hoop; anders zou je tot zorgen vervallen net als de rest die geen verwachtingen heeft.”
Paulus leidt zijn leerstellingen in als remedie voor persoonlijk lijden. De komst van christus ziet hij als balsem voor onze wonden, speciaal van overleden dierbaren. Niet voor niets zullen eerst de doden opstaan. En niet alleen zullen zij opstaan maar wij zelf zullen onsterfelijke lichamen krijgen. Deze verzen gaan over ons. Paulus zegt: troost elkaar met deze woorden: 1 Thess. 4:18.
Haal troost uit deze woorden. Leun lui achterover, wordt eigenzinnig en geniet ervan. Mijn persoonlijke theorie is dat vlak voor de grote wegrukking iedere heilige acuut lijdt. Onder alle heiligen zal lijden zijn. God brengt ieder van ons in een penibele situatie zodat de transformatie naar ons nieuwe lichaam zo’n groot contrast zal zijn dat het voelt alsof we letterlijk uit ons lichaam springen.
*
Orgasme: microkosmos van wegvluchten
Hoe voelt dat? Overgaan van de huidige boze aion naar de nieuwe in bovendien een nieuw lichaam? God heeft ons een hint gegeven: het seksuele orgasme. Toen God Eva uit Adam schiep, schiep hij gelijktijdig het seksuele verlangen. Bovendien was er een rib weggehaald uit Adam wat de nood van Adam nog groter maakte. De vrouw heeft sindsdien meer dan wat dan ook de attentie van de man. Dit is wel een beetje mysterieus. En met welk doel? Met de scheiding van de seksen en bijhorend verlangen, voorzag God de mensheid en mee kijkende engelen met een voortdurend voorbeeld van zijn trekkende kracht aan de mens. De vrouw stelt god voor en de man het mensenras. Adam betekent mensheid en Eva betekent leven. De aantrekkingskracht tussen beide seksen brengt mogelijk de sterkste verbinding in de menselijke ervaring. Met de intentie om ons een idee te geven van de ervaring tussen mens en god. Toppunt van deze aantrekkingskracht is het seksuele orgasme. Deze ervaring is bijna ondragelijk. Is deze ervaring nodig voor voortplanting? Nee. Als aantrekkingskracht tussen man en vrouw de vergelijking is van het menselijke verlangen naar God, is het orgasme een glorieuze voorproef van de komende glorie. Onze lichamen kunnen een aionisch orgasme niet aan. Maar straks gaat dit wel komen. Alleen daarom al hebben we nieuwe lichamen nodig.
*
Wegrukking
Zij die ontkennen dat er een wegrukking is voor de grote verdrukking, maken geen onderscheid tussen het lichaam van christus en Israël. Dan is er ene mevrouw Margaret McDonald. Zij was een visionair en geboren in 1815 in schotland. She grabbelde in allerlei ongeestelijke zaken. Toen ze 15 was, kreeg ze naar eigen zeggen een visioen over de wegrukking voor de grote verdrukking. Daar schreef ze over. Sindsdien beweert iedereen dat zij de gedachte heeft verzonnen dat er een grote wegrukking komt. Wat dom! Iedereen weet dat zij de hamburger heeft uitgevonden.
*
God bedacht de 3delige formule van een verhaal
Schrijven kent een 3 fasen formule: begin, middenstuk en eind. In het begin zegt de auteur zijn karakters neer. Daarna brengt hij hen in moeilijkheden. Tenslotte hebben ze geleerd van hun fouten en redt de auteur hen. Het was niet de mens die deze formule bedacht; God deed dit met de eerste verzen van Genesis 1:1-2.
*
God maakt een man blind om zijn macht te tonen
In Johannes 9:1-3 komt Jezus met zijn discipelen langs een blinde man. Ze vragen hem waarom de man blind is. Heeft hij gezondigd? En wat dan nog? Is dat dan een reden om hem blind te maken? Jezus geeft een verbluffend antwoord: hij is blind omdat de werken van god in hem zichtbaar worden. Realiseer je wat deze passage ons zegt? God maakte een man opzettelijk blind. Opdat zijn zoon hem kon genezen. Waarvoor? Dat Zijn grootse werken aan het daglicht zouden komen en bekend zouden worden. Het grote plaatje hierbij is Genesis 1:1-2. God schept de aarde alleen om hem vervolgens te vernietigen. Waarvoor? Om zijn macht te tonen. Niemand zondigde. God zelf zondigde ook niet al maakte satan er een potje van. Dit was juist Gods bedoeling. God wilde dat satan er een potje van maakte. Dan kon hij vervolgens zijn macht tonen. Hier is geen sprake van dualisme. God heeft satan totaal onder controle. Nu het kleine plaatje: jouw leven. Rabbi, wie zondigde (jij?) dat je in zulke belabberde toestanden bent terechtgekomen? Jezus: niemand zondigde. Jouw moeilijkheden komen van God zelf opdat zijn werken in jou zichtbaar worden. Dit is de 3de act van het drama dat jouw leven is.
Hoe doet God zaken?
God is in zekere zin voorspelbaar en heft niets te verbergen. Hij wil juist bekend worden. Hij wil dat jij weet wat Hij doet. Hoe god handelt door de aionen heen zien we in Genesis 1:1-2.
“Elohim schiepen de hemelen en aarde. De aarde werd een chaos en ledig en duister. Maar de geest van Elohim zweefde over de wateren.”
Drie woorden vallen op:
schiep, werd, vibreerde
Al jouw persoonlijke beproevingen kennen dit systeem. Het eerste dat God doet is scheppen. Jij bent zijn schepping, de pot, de klei die hij kneedt. Tot dusver hebben we hier geen problemen mee. Waar we wel problemen mee hebben is dat de aarde woest en ledig wordt, gedirigeerd door God. En dit is nog maar de eerste akte. God schept en verwoest. Dus eerst schept hij. Dan doet hij een stap terug om zijn kunstwerk te bewonderen. Dan kijkt hij hoe het nog beter kan. Als je een mooi kunstwerk ziet, is de verwoesting al onderweg. Het gaat nooit andersom. Deze schepping en verwoesting is Gods werk. Maar ook bij de verwoesting hoeven we niet te wanhopen. Want Gods geest vibreert alweer over de wateren. En zo ook boven ons verstoorde leven. De geest is licht en warm maar zweeft ter contrast over de zware duisternis. Hij leeft voor de 3de akte. De eerste twee verduurt hij.
Dit doet God steeds
God schept Adam en Eva. Het volgende dat we van beiden weten is dat ze opens die mooie Tuin van Eden uit worden gejaagd. En nu vibreert de geest van God weer. Het decor wordt gezet voor de redder. Zonder zonde geen redder. God schiep Adam om over de aarde te heersen. Adam deed dit korte tijd (God schiep hemel en aarde) maar toen gooide God zelf de boel omver (de aarde werd een chaos). Engelen bewaakten daarna de Boom van Leven. Is dit permanent? Nee. De mensheid zal ooit weer heersen over hemel en aarde. Maar eerst na een flinke periode van nederigheid en discipline. God vergeet zijn eerst belofte niet. Hij vertelt Eva dat zijn nageslacht zal baren dat de tegenstander zal verslaan. Ze krijgt een zoon, Kaïn en denkt: dit is degene. Ja en nee. Ja, haar nageslacht zal satan ooit verslaan. Maar nee, het is niet Kaïn, maar iemand die pas over 4000 jaar geboren wordt. Loog God? Nee. Eva kende Gods hele plan niet. God roept Israël bij de berg Sinaï als zijn volk. Maar Mozes is de berg nog niet afgedaald of dat goddelijke volk danst rond een gouden kalf. God schiep Israël om haar te breken. Hij scheidt zelfs een tijd van haar. Is dit het einde? Nee. Hij zal boven zijn volk vibreren en zijn macht tonen aan zijn volk. Niet alleen zijn macht maar ook zijn liefde tegenover haar zwakte. In de tussentijd bezoekt God de rest van de wereld, natiën genoemd.
Geef niet op; we gaan voor het graan!
Hoe kan het dat je de stem van God hoort op de gekste plaatsen waar anderen hem niet horen of zelfs naar de kerk gaan om hem te horen? Het antwoord is: God spreekt tot jou en niet tot alle anderen. Zie ook Matheus 13:11 waar christus zegt: “aan jullie is het geheim van het koninkrijk der hemelen gegeven, aan de rest niet.”
Het is niet aan jezelf te danken dat je God hoort en het is ook niet de schuld van anderen dat ze de stem van God niet horen.
Paulus voegt eraan toe: je moet in alles nuchter zijn, je lijden aanvaarden, je werk als verkondiger van het evangelie doen, je dienende taak vervullen. God ruïneert de carièrre van Saulus in een uur en herstelt hem dan als Paulus. God deelt deze laatste akte nog weer in. God zegt tegen Paulus:
“je bent het eerste lid van het lichaam van christus en je wordt mijn getuige voor koningen.”
Het volgende dat Paulus weet is dat hijzelf geslagen en gestenigd wordt, een hobby die hij vroeger uitoefende. Hij lijdt schipbreuk en wordt achtervolgd door bandieten. Was hij nog maar Saulus. Dan kon hij er tenminste zelf op los meppen. Daarna geeft God hem een visioen van de 3de hemel in de tijd. Daarna sterft Paulus eenzaam in Rome. Wacht maar tot hij straks opstaat uit de dood. Een hint voor ons evangelie van rechtvaardiging uit geloof kwam ooit tot Abraham. God zei tegen hem: jouw nageslacht zal talrijk zijn als de sterren. Abraham begon ze te tellen maar gaf op na 95. Hij geloofde God en God rekende hem dit tot rechtvaardigheid. Het volgende dat we weten is dat rechtvaardigheid uit geloof opeens verdwijnt van het podium en plaatsmaakt voor de wet van Mozes. Vergeet God zijn belofte van rechtvaardigheid uit geloof? Nee hoor. De wet die veel later kwam (430 jaar) maakt de belofte aan Abraham niet ongedaan, Galaten 3:17. Christus heeft beloofd dat we worden weg genomen om samen met Hem te zijn aan de rechterhand van God voor het aionische leven. En ook daarna. Tot nu toe merken we hier weinig van en gaan we maar naar een rockconcert om de pijn te stillen. Niks op tegen maar maakt deze ervaring de belofte van christus ongedaan? Nee! De grote opname is een essentieel deel van de beloften van God. Ze zijn het 2de werkwoord van Gods “3 werkwoorden” project. Blijf erbij want de geest van God vibreert al over ons. Nog heel even maar en het is zover. De 2000 jaar zijn op 20 jaar na, om.
*
Hoeveel jota’s passen er in een “beetje?”
Staat God ons een klein beetje vrije wil toe? Is God aardig en gunt hij ons een beetje vrije wil? En hoeveel is “een beetje?” Een jota? Hoeveel jota’s gaan er in een beetje? Misschien 31 of slechts 4? Hoeveel jota’s kost het me om mijn schoenen te strikken uit vrije wil? Of om heen en terug naar Parijs te rijden? Of om christus aan te nemen? Of om hem af te wijzen? En wat is een beetje vrije wil waarmee ik christus kan aannemen of afwijzen? Kan ik dit beetje wissen tegen 3 jota’s? Dit beetje vrije wil waarmee ik christus afwijs, is beslissend voor de komende aionen met al hun duizenden jaren. Dus wil ik dan precies weten waar God’s beschikken eindigt en het mijne begint. Is er een scheidslijn tussen beiden? Nee, die is er niet. Gods controle heeft geen einde. God handelt in ALLES in overeenstemming met zijn wil, Efe. 1:11. Als je dan een lijn wilt trekken, trek hem dan tussen onverschilligheid en geloof.
God heeft alles onder controle
God stuurt alles zonder alles te controleren. Onwetendheid is de koning van deze wereld en denken de vijand. Als “denken” de schaal bepaalde van het gevecht van acceptabele tegenstellingen, dan zou onwetendheid oprijzen om het denken te weerstaan. Wat is er zo waardevol dat onwetendheid denken zou weerstaan? Deze kostbaarheid zit binnen in een diamant in een vitrine in een goed bewaakt museum. Deze kostbaarheid bestaat uit 3 woorden: “ik accepteerde christus.”
*
Praten versus spelen
Vlees en geest werken elkaar tegen. De geest wil best geloven dat God alles beschikt. Maar het vlees wil ook een stuk van de cake. Als je de gemiddelde christen vraagt of God soeverein is, zegt deze “ja.” Dat is de geest die antwoordt. Maar als je dezelfde christen vraagt of de mens ook vrije wil heeft, is het antwoord waarschijnlijk ook “ja.” Dat is het vlees. De gemiddelde christen lijdt nogal onder dit innerlijke conflict. De geest wil dat God alles beschikt maar het vlees wil ook een plak van de koek. Zelfs een klein plakje is al genoeg zolang het er maar op neer komt dat God niet “alles” beschikt. Dus de meeste christenen spreken zich wel goed uit over god maar hun vlees speelt een ander spel.
*
Niemand heeft een jota vrije wil
De bijbel zegt: niemand zoekt god, niemand snapt zijn woord; Rom. 3:10-12. En: uit genade, door geloof ben je behouden, niet uit eigen kracht of werken maar door wat God in jou werkt, opdat niemand roemt op zijn eigen werken: Efe. 2:8-9. God geeft aan een ieder geloof naar zijn maatstaf. Rom. 12:3. Wie denkt u die u bent? Alles wat u bezit is u geschonken, 1 Kor. 4:7. Door de genade van God ben ik wie ik ben, 1 Kor. 15:10.
Verander het kanaal: ben ik de enige die dit kan?
Vanuit absoluut perspectief bekeken, handelt god in alles in overeenstemming met de raad van Zijn wil, Efe. 1:11. En is het god die in ons werkt, Fil. 2:13. Dit is het deel van Gods handelen waar we niet altijd rekening mee houden. Dit is wel typerend. Hoe vaak denk je overdag bewust aan je hart, of het wel goed tikt? Of dat je nieren het nog wel goed doen? Ik niet of nauwelijks, zelfs niet als ik een vette hamburger eet. Dus of we ons ergens wel of niet ergens van bewust zijn, zegt niet zoveel. Het relatieve standpunt zegt iets over hoe we ons verhouden tot de wereld. B.v.: als IK door het rode stoplicht rijd, krijg ik misschien een ongeluk. Het woord IK staat hier centraal. Het woord “ik” is koning in het relatieve standpunt. Geen wonder want het is perfect natuurlijk. In absolute zin kan alleen God ervoor zorgen dat ik op de rem trap voor het rode stoplicht. Inderdaad, dit is zo. Dit is de absolute hartslag van mijn en uw leven. Gods beschikking over alles en elk detail houdt ons op de been. Doorgaans staan we hier niet bij stil.
* Klein voorbeeld van wim: in 2008 ging ik met de fiets onderuit. God zorgde ervoor dat er geen auto aankwam waardoor het ongelukje niet nog erger werd. Niettemin liep ik verwondingen op en kwam ik in het ziekenhuis terecht. Daar constateerde men dat mijn bloeddruk veel te hoog was. Ik moest blijven en kreeg medicijnen. Na 2,5 week mocht ik pas weer weg. Jammer van dat ongeluk maar anders had ik nooit ontdekt dat mijn bloeddruk te hoog was. Of misschien wel door een beroerte. Het ongeluk was een goddelijke ingreep, hoe vervelend ook. Had god dit niet anders kunnen doen? Vast wel, maar blijkbaar had hij er reden voor om het zo te laten gebeuren. Voordat zoiets gebeurt, leef ik in het relatieve en zeg ik; “het is aan mij.” Ik had op de fiets beter uit moeten kijken. Inderdaad had het veel erger gekund. Een halve minuut later en ik was misschien midden op straat overreden. Achteraf gesproken zeg ik, ik leef in het absolute en zeg: “blijkbaar moest het op deze manier gebeuren van God.”
God’s totale controle
Geloof in Gods totale controle over alles is het beste. God schenkt ons onwetendheid over zijn dagelijkse plannen voor ons. Dit heeft zijn voordelen. In Fil. 2:12 staat: blijf u inspannen voor uw redding. Voelt het alsof God elk detail in uw leven regelt? Natuurlijk niet. Zodoende blijft het leven voort krabbelen als een avontuur van willen en doen. Lees verder: in vers 13 staat: want het is God die zowel het willen als handelen in u teweeg brengt. We kunnen niet eens verliezen! We genieten van het leven alsof het vrij is. En tegelijk doet God alles. Alles wat we doen is voorbestemd door God. Deze waarheid gaat tegen elke religie in, inclusief het christendom.
*
Menselijke natuur is niet zondig
“Hun zonde komt voort uit een gebrek, niet vanuit een natuur.”
Terwijl de menselijke natuur niet zondig is, wordt zonde verbreid door natuurlijke middelen. Wij allen erven een natuur die wordt aangetast door de zonde, toch zijn we zondaars “door de natuur,* ” dat wil zeggen door verwekking, een natuurlijk proces. Zelfs op die manier is de natuur zelf niet zondig. Het is slechts de methode, het middel, de weg die door de zonde gebruikt wordt. Wat wordt overgebracht door of door middel van de natuur moet niet worden verward met de natuur zelf. Allen zondigden, of misten doel. En waarom zondigden ze? Het antwoord wordt meteen gegeven. Omdat “ze de heerlijkheid van God derven (missen of ontberen)” (Rom 3:23). Dit wordt vervangen door “omdat hun natuur gevallen is en zondig is geworden”.
Maar hoe meer we de Schriften doorzoeken, hoe meer we ons zullen verwonderen over de ongelooflijke nauwkeurigheid en waarheidszin van deze aanklacht tegen het menselijk ras. Hun zonde komt voort uit een gebrek, niet vanuit een natuur. Het is zo noodzakelijk dat we de volle betekenis vatten van wat het woord “derven” inhoudt dat we een volledige concordantie van alle vindplaatsen zullen geven.
http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/kwaad_zonde_008.htm
*
Zelfrechtvaardiging versus genade
Om de mensheid te snappen moet je naar slechts 2 personen kijken: Adam en Christus. Alles wat er tussen zit, is toeschouwer. Hoe werk ik dit uit ten aanzien van onze redding in christus? Een sigaret roken is zondigen omdat we heel goed weten dat dit slecht is. Overmatig vet eten ook, stelen, vreemdgaan, maar ook zaken als onzekerheid zijn vormen van zonde. In Romeinen 7:2-3 staat dat een vrouw overspelig is als zij er een andere man op nahoudt. Is haar man dood, dan mag ze een andere man kiezen. Ofwel: het ene moment is ze zondig bezig en in het 2de deel van de zin is er niets aan de hand. Wat is het verschil? Het verschil zit hem niet in de vrouw maar in haar man. Is deze dood of levend? Dat is het criterium. Dit voorbeeld moet ons aan het denken zetten. Onze goede daden maken ons niet rechtvaardig in onze oude mens in Adam. In christus maken onze slechte daden ons niet schuldig. Immers, Christus rekende ons rechtvaardig, niet toen we oude dametjes de weg over hielpen, maar juist toen we hen bestalen. In onze slechtste daden kwam Hij ons tegemoet door het Kruis. Zie Romeinen 5:8. Christus stierf voor ons toen we nog zondaren waren. Dit beeld maakt ons duidelijk dat wij tussen deze tegenpolen zweven; tussen Adam en Christus. Het ene moment zijn we schuldig, het andere moment zijn we opeens rechtvaardig. Net als bij het voorbeeld van die overspelige vrouw. Het ene moment was ze overspelig, in een andere situatie was ze rechtvaardig. Dit is een radicale les voor ons, immers het kruis van Golgota (Paal mag ook) IS radicaal. Onze rechtvaardiging hangt zeker niet af van ons zelf of van hoeveel oude dametjes we de straat over helpen maar van Hem die voor onze zonden aan het kruis stierf. Ga lekker achterover leunen en laat Christus het werk in jou doen. Inderdaad, in het vlees geldt nog steeds de wet van wat we zaaien, we ook zullen oogsten. Maar geestelijk gezien zijn we in christus rechtvaardig.
– Bevrijding van de zonde komt niet door deze te overwinnen maar door hem te doden.
– Bevrijding van de zonde verandert niet de zonde maar uw houding ten aanzien van de zonde.
Vernietigen in de bijbel
Wij kunnen een van onze broeders vernietigen door voedsel te eten dat hij onrein acht (Rom. 14:15; 1 Kor. 8:11). Ontneemt ons eten hem het leven? Dat zou wel een heel eenvoudige manier zijn om legaal een moord te plegen! Vernietiging en verloren gaan zijn het voorspel voor de redding. Het betekent nooit volkomen vernietiging, hoe dicht ook het in sommige gevallen die gedachte schijnt te benaderen. Lees meer:
http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_vernietiging.htm
*
Christendom verwart het Lam met het kruis
De christelijke religie vertelt je dat je een nieuwe schepping bent in christus. En dat al je gerechtvaardigd bent voor je zonden. Tegelijk zeggen ze dat je je zonden moet belijden en jezelf moet veranderen voor christus. De bron van deze verwarring is het feit dat men geen onderscheid kan maken tussen tussen de boodschap van de besnijdenis en die voor de onbesnedenen. Het Lam van Israël (die alleen bekering vroeg) en de man die aan het kruis (of paal) stierf zijn 2 perspectieven vanuit dezelfde messias geredeneerd. De gekruisigde heeft de oude schepping volledig mee getrokken de dood en en ziet u nu als een nieuwe schepping in Hem, waarbij bekering een verdoemd woord is. De oplossing voor dit dilemma: Ga niet meer naar plaatsen waar je die verwarrende boodschappen hoort (kerk).
*
Pleidooi voor alverzoening
Adolph E. Knoch
Zij die menen dat ongelovigen voor eeuwig verloren gaan mogen wel eens een toontje lager zingen. Ze vergeten dat Jezus oorspronkelijk alleen voor de joden kwam. Wij, uit de volkeren kwamen er in de eerste instantie niet aan te pas. Christus, ja zelfs Paulus zijn tot het uiterste gegaan om Israël te bewegen hun messias te aanvaarden. Toen dit niet gebeurde, richtte Paulus zich pas tot ons. Allemaal volgens Gods plan natuurlijk. Maar waar het in dit stuk om gaat is dat wij God alleen maar dankbaar mogen zijn dat wij die ook eens niet de eerste keuze waren en eeuwig verdoemd leken, een kans hebben gekregen. Zal God die ons tenslotte heeft geroepen zich niet alsnog ontfermen over de ongelovigen? Jezus zelf was zeer duidelijk over het feit dat Hij slechts gezonden was voor het huis van Israel. Hij verbood Zijn zeventig discipelen zelfs naar een ander dan hun eigen volk te gaan. Paulus zei van Hem dat Hij een dienaar van de besnijdenis was. Vóór Golgotha werd dit niet herroepen. Pas na Israels verwerping werden Gods plannen met betrekking tot heel de mensheid bekend gemaakt. Wie zou er vandaag de dag aan denken om christenen te dwingen zich te laten besnijden, of de Mozaïsche offerdiensten en rituelen in onze moderne kerken in te voeren? Wij herkennen wat exclusief tot de mensen van het Oude Verbond behoorde. Toch falen we als het erom gaat de scheidslijn te trekken op het punt waar Israel werd verworpen en Paulus de opdracht krijgt om de volkeren te dienen. Wij eigenen ons weloverwogen toe wat Jezus Zelf zorgvuldig alleen voor Israel bepaalde. Verkondigden Jezus, Johannes de Doper, de Twaalven en de Zeventig de boodschap van het nabijgekomen Koninkrijk der hemelen aan het Joodse volk met zijn Koning en hulp voor de mensen op deze aarde? Of gingen zij naar alle naties met het evangelie van het kruis, dat alle barrières tussen Joden en heidenen omver haalde? Net zo goed als we weten dat de boodschap van het kruis pas verkondigd werd nadat Israel was verworpen, weten wij dat het niet verkondigd kon worden voordat er een kruis was! Zo zouden we ook moeten weten dat levende leden nooit afgesneden zouden worden van de boodschap van het koninkrijk, waar zij bij horen, om hen te dwingen tot de boodschap van het kruis, waarmee zij organisch gezien nooit in harmonie kunnen komen.
*
Petrus en Paulus hadden verschillend geloof ten aanzien van hun redding
Wat moet een Israëliet geloven om gered te worden?
Het lichaam van christus slaat op de volkeren die gehoor geven aan het goede nieuws van Paulus. Israël hoorde het nieuws van Petrus. Dit was het zelfde goede nieuws dat God Abraham gaf in Genesis 10. Zij worden de bruid van het Lam genoemd. In 1 Kor. 15:3-4 legt Paulus het geloof uit aan het lichaam van Christus: 1. geloven aan de dood voor onze zonden. 2. het graf van christus. 3. de opstanding van christus. Behalve het thema van zonde, gaat het vooral over dood en opstanding. Paulus gaf ons deze boodschap niet voordat Jezus uit de dood was opgewekt. Hij had de boodschap zelfs niet eerder ontvangen. Hoe kon een boodschap die gebaseerd was op dood en opstanding ook eerder gehoord worden dan na zijn opstanding? Maar dit roept wel vragen op:
Was de boodschap van besnijdenis aan de joden gebaseerd op de dood en opstanding van christus? Niet alleen was deze boodschap aangekondigd in Genesis 10 maar ook herhaald door Jezus zelf, VOORDAT hij was gekruisigd. Onze Heer zegt tegen Martha in Johannes 11:26: “iedereen die leeft en in mij gelooft, zal in de aion zeker niet sterven. Geloof jij dat?”
Ze antwoordde: “ja Heer, ik heb geloofd dat u de christus bent, de Zoon van God, die in de wereld komt.”
Dus om het 1000 jarige koninkrijk binnen te mogen gaan zal een Israëliet dit geloven: “Jezus is de messias, de gezalvde, de Zoon die door God naar de wereld was gezonden, om zijn hulpeloze natie, Israël in haar zegenrijke millennium te leiden. De woorden van Jezus in Johannes 3:36 bevestigen dit:
“Wie in de Zoon gelooft heeft aionisch leven. Maar wie koppig is tegen de Zoon zal geen leven zien, maar de verontwaardiging van God blijft op hem.”
Ook Petrus schrijft in Johannes 6:69: “wij hebben geloofd en wij weten dat u de heilige van god bent.”
Johannes schrijft in Joh. 1:12: “Doch wie Hem aannamen, aan hen geeft hij het recht kinderen van God te worden, aan die in Zijn naam geloven.”
Conclusie: Israëlieten worden gered door in de naam van Jezus te geloven en niet in de dood en opstanding van christus. Die boodschap was gereserveerd voor Paulus. Het kruis van Christus werd het fundament voor een nieuwe boodschap, aan de rest van de wereld gericht.
*
Heilige Geest is een ding, geen persoon
Het is de geest van waarheid. Dit is de onzijdige geest van een ding (waarheid). Zeker, waarheid is in het Grieks vrouwelijk, maar dat maakt het nog niet tot een persoon. En zelfs als het dat zou doen, zelfs de geest van een persoon is een ding! Overweeg eens onderstaande lijst van dingen die allen een geest hebben. Is het niet boven alle twijfel verheven dat de geest van een ding (wat ook het geslacht in het Grieks zijn mag) een ding moet zijn? De geest van waarheid is een levende kracht die in waarheid aanwezig is, de energie die het uitdeelt, waarheid, levend en handelend in ons. Dit is nauw verbonden met de geest van God, maar er zeer zeker niet identiek aan. De volgende lijst van zinsneden is te vinden in de Schrift. Hier wordt geest gevolgd door de genitief van een ding.
Naast de geest van waarheid (Joh. 14:17; 15:26; 16:13; 1 Joh. 5:6), zijn er
– de geest van zwakheid (Luc. 13:11)
– de geest van heiligheid (Rom. 1:4)
– de geest van zoonschap (Rom. 8:15)
– de geest van bedwelming (Rom. 11:8)
– de geest van mensheid(1Kor. 2:11)
– de geest van zachtmoedigheid (1Kor. 4:21; Gal. 6:1)
– de geest van wijsheid (Efe. 1:17)
– de geest van bescheidenheid (2Tim. 1:7)
– de geest van genade(Heb. 10:29)
– de geest van heerlijkheid (1Petrus 4:14)
– de geest van misleiding (1Joh. 4:6)
– de geest van leven (Openb. 11:11)
– de geest van profetie (Openb. 19:10)
*
Dopen in naam van 3-eenheid?
Er is misschien geen enkele andere passage waarvan wordt verondersteld dat ze het bewijs levert voor de “Drie-eenheid” als Mattheüs 28:19. ” doopt hen in de naam van de Vaders en van de Zoon en van de heilige geest.” Maar er is geen enkel grond voor dit idee. Dopen werd niet noodzakelijkerwijze gedaan in de naam van de godheid. De apostelen gebruikten deze formule nooit. Op verstandige wijze varieerden zij de naam en titel van onze Heer, omdat dit in harmonie was met de voorwaarden waaronder de doop aan de dopelingen werd gebracht. Het is pas wanneer het koninkrijk op Aarde is opgezet, dat deze drievoudige formule gebruikt zal gaan worden. De heilige geest wordt in die tijd speciaal toegevoegd, omdat het een tijd zal zijn waarin de geest van God wonderen zal bewerken onder alle vlees, en hun doop is daartoe de introductie; ze is niet een ontleding van de personen van een Drie-eenheid. Zo’n belangrijke onthulling moet niet verward worden met een terloopse verklaring bij een ander thema. Wanneer het onderwerp zelf besproken wordt, wordt de eenheid van God verzekerd en meervoudigheid afgewezen.
*
Satan richt zich op de geest, niet op vlees
Over het algemeen mogen we de misdaden die worden begaan door of via de Satan, als geestelijk rangschikken. Ze zijn gericht tegen God en Zijn grote doel, meer dan dat ze betrekking hebben op de verdorvenheid van de mens. Zelfs als ze betrekking hebben op het vlees, richten ze zich op de geest. Misschien is wel de meest treffende passage om het verschil aan te tonen tussen Satan en het vlees wel 1 Korinthe 5:1-5. Korinthe schijnt een zeer immorele stad geweest te zijn. Zelfs een van de heiligen daar zonk beneden het peil van die gedegenereerde tijd, en Paulus, hoewel niet aanwezig, geeft de ecclesia richtlijnen om met deze zaak om te gaan. We zouden kunnen denken dat hij in de klauwen van Satan was gevallen, en dat de apostel een manier zou zoeken om hem uit de macht van de Tegenstander te verlossen. Maar hij doet precies het tegenovergestelde! Hij wordt niet weggerukt van Satan zodat hij kan worden gered, maar aan de Tegenstander uitgeleverd zodat zijn vlees kan worden vernietigd. Zodoende wordt zijn geest gered in de dag van de Heer Jezus. Satan is een geest en heeft te maken met onze geesten, niet met ons vlees, behalve waar het reageert op de geest.
*
Eigendomsrecht van Abraham
Het woord vastgoedkavel is een andere manier om permanent bezit in het Hebreeuws uit te drukken. Toen zijn vrouw Sara stierf, wilde Abraham een plaats voor haar en voor zichzelf in het land als een teken van zijn geloof in Gods belofte. Jozef had dezelfde wens. Ook zijn beenderen werden daar begraven. (Gen. 50:25). Daarom verzocht Abraham een kavel vastgoed (A.V. possession = bezit) waarin hij zijn doden kon begraven. Na enig typisch onderhandelen, kocht hij de spelonk van Machpéla voor dit doel. Het veld, de bomen en de spelonk werden allen “zeker gemaakt” door het betalen van een grote som zilver (Gen. 23:3-20) zodat Abraham voor altijd de “koper” of eigenaar werd.
En hoe opmerkelijk het ook mag lijken, het is nog steeds van hem!
Niemand heeft ooit gedurfd zijn (eigendoms)recht erop te betwisten. Ik weet niet wat de huidige legale status ervan is, maar ik acht dat geen enkel stuk onroerend goed het (eigendoms)recht zo goed verzekerd heeft als de graftombe van Abraham. Als hij vandaag zou opstaan, zou niemand proberen deze van hem af te nemen. En het zal van hem blijven zolang als de aarde bestaat, als een teken dat Gods belofte zal worden ingelost. Het land zelf is zo’n “vastgoedkavel”. Het zal van Abraham zijn voor de eonen (Gen. 17:8).
*
Things that matter
One could well argue that the story of Christ is highly unusual, and were it not for its embedding in two thousand years of social history, few would accept it as anything but a peculiarly implausible fairy story, as unbelievable as any UFO, bigfoot, ghost story. But her beliefs are backed by all that cultural embedding, and her religion responds as if threatened by claims of the unapproved paranormal. She doesn’t go so far as to say the paranormal is the providence of the Devil, but I suspect she believes it. Her dogma was the source of my fear of sharing, most of the reason for my silence, and why I knew this might not end well.”
*
… ik wil hier het punt benadrukken dat de mens geen geest is. Hij is in de kern grond, en zijn geest is niet, strikt en analytisch genomen, een apart wezen, een andere persoonlijkheid dan zijn vlees, maar een kracht die voortgebracht wordt door de verbranding van de adem en het lichaam. Ik geloof dat er geesten zijn zonder lichamen. Ik weet dat zij het menselijk lichaam kunnen binnengaan en controleren door de menselijke geest te overmannen. Maar ik kan geen grond vinden voor de veronderstelling dat de menselijke geest van deze soort is. Het lichaam van de mens is niet slechts een huis voor de geest, maar een essentiële factor bij de productie van zijn geest. Er kan geen menselijke geest zijn zonder een lichaam en adem.
*
Paulus schreef aan de Korinthiërs over het evangelie dat hij eerst aan hen bracht. Zij die het aionische leven delen in het lichaam van christus (Hand. 13:48) zullen het volgende geloven: 1 Kor. 15:3-4;
“want ik geef door aan jullie ten eerste wat ook ik aanvaardde: dat christus stierf voor onze zonden, naar de schriften.” (Zie ook Jesaja 53:8,9). En dat Hij werd begraven en dat Hij werd opgewekt op de 3de dag naar de schriften.” (Zie ook Psalm 16:10).
Dit zijn de basiselementen:
1. christus stierf
2. voor onze zonden
3. hij was begraven
4. en weer opgewekt
Hoeveel christenen geloven dit echt? Eén op de 100.000, hooguit! Doctrines van demonen leren ons dat je na de dood direct naar hel of hemel gaat. Dit betekent dus al dat de dood ontkend wordt. De doctrine van de 3-eenheid leert in feite hetzelfde. Als Jezus zijn Vader was, is hij dus niet gestorven.
Leer van demonen verstoort de boodschap van Paulus
Satan kent deze 4 basiselementen uit 1 Kor. 15:3-4 ook. Hij weet bovendien dat de gelovigen straks zijn plaats in gaan nemen in het heelal (Efe. 1:20-23). Net als bij Eva en de vrucht weet hij ook nu weer massa’s gelovigen te misleiden. In 1 Tim. 4:1 noemt Paulus dit de leer van demonen.
Basiselement 1: Christus stierf; satan heeft hiertoe de valse leer van de 3-eenheid geïntroduceerd. Dat Jezus en zijn Vader dezelfde god zijn. Als dit waar was, kon christus niet sterven. Immers God kan niet sterven.
Basiselement 2: Voor onze zonden; satan heeft hierop de valse doctrine van de vrije wil geïntroduceerd. Deze vrije wil suggereert dat ondanks het kruis je zonden jouw veroordelen. Hier bovenop heeft men nog de doctrine van een eeuwige hel verzonnen, mocht voorgaande ellende nog niet erg genoeg zijn. Men zegt dat je alleen aan de hel kunt ontsnappen als je zelf voor god kiest. In wezen wordt hier de dood van christus voor onze zonden mee ontkend. Als je toch zelf kunt kiezen, maakt het niet uit of christus voor je zonden is gestorven. Basiselement 3: graf en opwekking van christus; satan doet zich nu voor als een engel van licht om de opgestane christus te imiteren. 2 Kor. 11:14-15. Hij en zijn handlangers houden zich vooral op in de hallelujahhallen van het christendom.
*
Op een dag zal Israël in Jeruzalem aankomen
Ezekiel 11: 13-18. – “Ik wierp me voorover en schreeuwde: ‘Ach HEER, mijn God, gaat u nu ook de rest van het volk nog vernietigen?’ Daarna richtte de HEER zich weer tot mij: ‘Mensenkind, het zijn je eigen broeders en zusters, je verwanten en alle andere Israëlieten in ballingschap, tegen wie de inwoners van Jeruzalem zeggen: “Blijf waar je bent, ver verwijderd van de HEER, want aan ons is het land in eigendom gegeven!” Maar geef daarop dit antwoord: “Dit zegt God, de HEER: Al heb ik hen weggevoerd naar verre volken, al heb ik hen over vele landen verspreid en al kunnen ze mij in die landen niet in een tempel vereren, toch zeg ik hun dit: Ik zal jullie weghalen bij die volken, ik zal jullie terugbrengen uit de landen waarover jullie verspreid zijn en ik zal jullie je land teruggeven! Dan zullen zij daarheen terugkeren en alle afschuwelijke afgoden uit het land verwijderen.”
Stel je de schok voor als God straks het echte Israël naar voren roept om de bedriegers te vervangen die nu in Palestina leven.”
Grote wegrukking is alleen voor het lichaam van christus
De meeste christenen snappen de essentie niet van het evangelie van Paulus. Om te beginnen weerhoudt de gedachte van de Drie-eenheid hen in het geloof in de dood van christus. Desondanks kunnen ze de boodschap van Petrus snappen dat Jezus hun redder is. Maar de doctrine van de vrije wil maakt ook gehakt van deze laatste strohalm. Men plaatst zichzelf in de plaats van Jezus. Men zegt: ik ben gered omdat IK in Jezus geloof. Dit maakt deze christenen hooguit tot afvallige joden of zelfs ongelovige heidenen. En dus zullen ze er niet bij zijn bij de grote wegrukking omdat alleen het lichaam van christus zal worden weg gevoerd. Wat betekent dit? Dat veel van deze christenen achterblijven en inderdaad in de grote verdrukking terecht zullen komen.
*
Veel gelovigen houden van de wet, niet van genade; ze kunnen Jezus niet in christus veranderen. Zijn zij wel het lichaam van christus?
Mogelijk horen ze niet tot het lichaam van christus. Maar dit zegt niet dat ze niet gered zijn. Jawel, iemand kan in Jezus geloven en NIET tot het lichaam van christus behoren. Zoals Petrus. Hij zat met Paulus aan dezelfde tafel in Antiochië. Beiden geloofden ze in Jezus christus. Maar de één was bestemd voor het heelal (Paulus; Efe. 2:6). En de ander tot herder van de wereld (Petrus, Mat. 19:28). Beiden omarmden ze een verschillende boodschap. (Galaten 2:7). Het ene evangelie was niet beter dan het andere, ze waren alleen verschillend. De meeste christenen omarmen de boodschap van de besnijdenis. Ze falen tegelijk omdat ze in Israël’s valkuil vallen van zelfrechtvaardiging. De remedie? Een stevig oordeel. En geloof maar: dat komt eraan.
De restant van Romeinen 11
In de huidige bedeling zal er ook een restant zijn net als met Israël en Juda die weggevoerd werden en de eerste niet terugkwam. – Romeinen 11:5.
Toen Paulus aan de Romeinse heiligen hun zegeningen in christus onthulde, los van de wet, zullen ze gedacht hebben: God is klaar met Israël. Maar Paulus besteedt heel hoofdstuk 11 aan het verwerpen van dit idee. God verwerpt zijn mensen niet die hij van tevoren al kende: Romeinen 11:2. Maar de romeinen wilden bewijs. Paulus geeft hen dit door Elija te citeren: vers 2-5. Elija dacht in een tijd van grote afvalligheid dat hij nog de enige gelovige was. Maar God zei tegen hem: ik heb 7000 mannen over gehouden die niet voor Baäl buigen. Zo zal er in de huidige bedeling ook een restant zijn die volgens de genade blijft behouden. God laat zichzelf nooit alleen zonder een geloofsgetuige. Als Israël op het punt staat van uitsterven, zegt god opeens: er is een restant. Toen en nu. We zijn nog steeds in de dagen van Paulus. Sommige mensen denken dat de boodschap van de besnijdenis niet operationeel is vandaag de dag. Dat alle gelovigen automatisch bij het lichaam van christus behoren. Zijn zeggen feitelijk dat het restant van Romeinen 11 Israëlieten zijn die over sprongen naar Paulus om zich bij het lichaam van christus te voegen. Dit is onmogelijk. De hele clou van dit hoofdstuk 11 is dat God zijn volk een eigen roeping belooft. Zie Romeinen 11:25-26.
“En zo zal Israël worden gered. Uit Zion zal de verlossende arriveren. Hij zal de oneerbiedigen van Jacob afwenden.”
Dit is duidelijk de roeping van de besnijdenis. Dus hoe kon een restant van Israël die de besnijdenis zou verlaten om zich bij het lichaam van christus te voegen door paulus worden aangehaald als bewijs dat God de boodschap van de besnijdenis zal vervullen? Dat zou net zoiets zijn als een kleine mand met sinaasappels aanbieden als bewijs dat de appels er ook vanzelf in zullen komen. De restant is de besnijdenis. Wij zijn nog steeds in deze bedeling waarvoor dit geldt. Dus zijn er nog steeds besnijdenis gelovigen onder ons.
*
Dit deel uit de kronieken kan worden gedateerd in het midden van de 1e eeuw v. Chr., maar is er nog ander documentatiemateriaal dat veel verder teruggaat. Een voorbeeld (waarover Flinders Petrie vreemd genoeg zwijgt) is het verhaal van twee mannen, Belinus en Brennius in Geoffreys Latijnse versie, en Beli en Bran in het Welsh (15). Een deel van dit verhaal vertelt hoe Bran een invasie in Italië leidde en Rome plunderde. Zekere geleerden waren er snel bij om te beweren dat Rome nooit door Britten werd geplunderd, en dat het verhaal een onzinnige fictie is. Maar als zij de Romeinse geschiedschrijvers hadden gelezen dan waren zij wel op andere gedachten gekomen, want de plundering van Rome door de Kelten is zeer gedetailleerd beschreven door een vroege historicus van Rome, en het vroege Britse verslag van deze gebeurtenis is bevestigd en verder uitgewerkt op alle punten. De historicus in kwestie is Livius (Titus Livius, 59 v.Chr. – 17 n.Chr.), wiens Geschiedenis van Rome uit niet minder dan 142 boeken bestond, hoewel er slechts 35 tot op vandaag zijn bewaard gebleven. Het is boek 5 van Livius’ geschiedenis dat het verhelderende verhaal bevat dat nu volgt (16). Volgens Livius vond de plundering van Rome door de Gallische Kelten plaats in ongeveer 390 v. Chr., en we zullen zien hoe precies dit verhaal overeenkomt met de chronologie van gebeurtenissen en personen die men vindt in de Britse kroniek. Voor ons is van groter belang het feit dat Livius de namen van hen die de planning en de leiding van de aanval op zich hadden genomen, heeft bewaard. De eerste naam is die van de koning van de Biturgen, een Gallisch volk dat zijn naam gaf aan de moderne stad Bourges. De koning was Ambitgatus, en Livius vertelt ons dat hij twee neven had, de een heette Bellovesus en de ander Segovesus. Deze twee namen verschijnen ook in het Britse verslag waar zij worden gegeven als Beli in de Welshe kroniek en Belinus en Segnius (de koning van de Allobroges of Bourgondiërs) in Geoffrey van Monmouth. De Welshe kroniek noemt Segnius als de prins van de Bourgondiërs (d.w.z. Byrgwin, een ander woord voor Allobroges) maar noemt zijn naam niet. Elke naam moet echter wel genoemd zijn in het oorspronkelijke Britse bronmateriaal en van daaruit vermeld in Geoffrey of in de Welshe kroniek. Livius geeft hier interessante details over de Keltische koninklijke families van de vroege 4e eeuw v.Chr. Volgens zowel Geoffrey als de Welshe kroniek, waren de vader en de moeder van Belinus en Brennius Dunvallo Molmutius (Welsh: Dyfnal Moel Myd) en Tonuuenna (Welsh: Tonwen). We weten uit de genealogie, waarop zowel Geoffrey als de Welshe kroniek zijn gebaseerd (zie bijlage 7) dat Dunvallo van Britse afkomst was. Dat betekent dat Tonuuenna, van wie de genealogie niet gegeven wordt, de zuster zou kunnen zijn van de Gallische koning, Ambitgatus, zoals door Livius wordt gesuggereerd, wanneer hij Bellovesus (de Britse Belinus en de zoon van Tonuuenna) de neef van Ambitgatus noemt. Er is niets vreemds of onmogelijks in zo’n relatie. Het huwelijk tussen de Britse en continentale Keltische koninklijke families zou een geheel natuurlijke en te verwachten zaak zijn. Dat brengt ons tot de naam van de leider van de Gallische plundering van Rome, die Livius Brennus noemt (18). Dat is praktisch gelijk aan de vertaling in het Latijn van de Britse naam Bran die Geoffrey geeft (Brennius), en het feit dat Geoffrey en Livius zulke onderscheiden en onafhankelijke autoriteiten zijn, maakt duidelijk dat geen van beiden de namen verzonnen van de personen zoals zij die verder beschreven. Dat noch Geoffrey noch de Welshe kroniek slechts kopieën waren of herschrijvingen van Livius’ verhaal, is overduidelijk als men de Britse kroniek vergelijkt met die van Livius. Er zijn veel te veel belangrijke en fundamentele verschillen tussen beide om te suggereren dat de één afhankelijk is van de ander. En toch verwijzen zij, onafhankelijk van elkaar, naar dezelfde historische gebeurtenis, namelijk de Keltische plundering van Rome in ca. 390 v. Chr., maar zij zien die gebeurtenis vanuit een verschillend kamp. – Bron: Bill Cooper: na de zondvloed
*
In de 19de eeuw zijn op het Sinaï-schiereiland inscripties ontdekt in de Wadi Moekatteb. Ze lijken de uittocht van het joodse volk te beschrijven en ingekerfd te zijn door Israëlieten die tijdens de uittocht door dit gebied trokken. De inscripties bevinden zich aan de westkant van het Sinaïgebied en wijzen erop dat de schrijvers van die kant kwamen toen ze uit Egypte waren getrokken via de Rietzee. De opstand van Mirjam tegen haar broer Mozes is in een inscriptie beschreven evenals de opstandigheid van het volk als het dorst en honger heeft. We lezen dat de Here water uit de rots deed stromen en dat Hij kwartels gaf waar ze vervolgens ziek van werden (Ex. 16:13 en Num. 11:31-32). Er waren zelfs afbeeldingen van kwartels bij. Opvallend is dat er in de academische wereld nauwelijks aandacht is besteed aan deze vondst. Een hint dus om de inscripties toch nader te onderzoeken. Dat ze oud zijn, is zeker. In 10 voor Chr. werden ze al genoemd door ene diodorus Siculus. Hij had het al over zeer oude inscripties in onbekende taal.
bron: H. van Winkelhoff
*
Zijn woestijnen een gevolg van de Zondvloed?
Wat eens vruchtbaar gebied was met een weelderige flora en fauna werd door de reusachtige Zondvloed voorgoed om zeep geholpen. De sporen zijn nog steeds zichtbaar. Op het Tibetaans plateau, het hoogste plateau ter wereld, gemiddeld vijfduizend meter boven de zeespiegel, vinden we talloze meren, verspreid in het westelijk en noordwestelijk gebied en meestal zout of alkalihoudend. Ook hier wijzen de overgebleven sporen er duidelijk op, dat dit hoge plateau eens bedekt was door een grote zee. In Afrika worden opgedroogde of kleiner geworden meren van soortgelijk karakter aangetroffen. Zelfs de Sahara was niet altijd een woestijn. Het netwerk van een goed te onderscheiden stelsel van rivieren is duidelijk zichtbaar en bovendien werden door mensen gemaakte werktuigen in overvloed gevonden. Zoutpannen of zoutafzettingen, die in allerlei gebieden van de Russische steppen en in de westelijke Noord-Amerikaanse prairiën voorkomen, en die vaak resten van zeedieren bevatten, zijn ook een bewijs van zulke binnenzeeën. – Bron: Rehwinkel
*
In 1824 wordt het begrip al in het Kunstwoordenboek van ene meneer P. Weiland aangegeven:
“verwereldlijking. 1. overgang vanuit een geestelijke in een wereldse of wereldlijke toestand; 2. opheffing van kerkelijke organisaties en instellingen. Afgeleid van het Latijnse woord seculum, dat eeuw betekent”.
Seculier heeft volgens mij 2 richtingen:
– als de invloed van de kerk of het geloof op de samenleving verdwijnt, maar ook…
– als de kerk zelf wereldser wordt of het geloof gemengd wordt met wereldse ideeën.
*
2 Timotheus 2:22 – jeugdige lusten.
wat hiermee bedoeld? seksuele losbandigheid? Misschien ook wel. Maar in deze context wordt er RELIGIE mee bedoeld.
Namelijk, religie als een circus van werken om God te behagen. En dit terwijl Paulus net de genade had gepreekt.
*
Verleden, heden, toekomst
Paulus leert ons dat God de schepping in 3 tijden heeft onder verdeeld: Efeze 2:7-13.
– Verleden: “ooit” (:11)
– Heden: “maar nu” (:13)
– Toekomst: “komende aionen” (:7)
Dit onderscheid is nodig om het onderscheid tussen Israël en de natiën respectievelijk het lichaam van christus te doorzien. In het verleden was er onderscheid tussen Israël en de natiën. In het heden was die muur doorbroken en in de toekomst gaat het lichaam van christus in de aionen regeren in de hemelen.
*
Het geloof van Mozes, Hebr. 11:28
Door het geloof maakte hij het pascha en het gieten van het bloed, opdat niet de vernietiger van de eerstgeborenen met hen in contact zou komen*. [Ex. 12:21-30 – Hebr. 11:28
Deze vers wordt doorgaans uitgelegd alsof Mozes zijn geloof GEBRUIKTE ergens voor, in dit geval het pascha. Het is exact andersom: het geloof gebruikte hem… De heilige geest zet ons aan tot actie middels geloof en niet andersom.
*
wordt satan gered?
Wordt satan gered aan het einde van de aionen? Worden alle muggen ook gered? Dat is nog maar helemaal de vraag. God is een genadevolle God en dus misschien zien we enkele van onze huisdieren terug voor het plezier van de vroegere eigenaren. Dit wil echter niet zeggen dat alle honden laat staan muggen gered worden. Het zijn zomaar gedachten.
– Rechtvaardiging is voor zondaren
– Verzoening is voor vijanden
– Gered zijn is uit de dood.
Is de vorst van Tyrus in Ezekiel 28 satan? Hierover is al veel geschreven. Duidelijk is dat de verzen 1-11 en 12-21 twee aparte delen zijn. In het eerste deel gat het duidelijk om een man. Maar in het 2de deel wordt een link gelegd naar Adam in de tuin van Eden. Hij wordt zelfs cherub genoemd, niet omdat hij vleugels had maar omdat hij beschikking had over de hele aarde en mogelijk zelfs toegang had tot de hemelse gewesten.
*
zonde versus werken
Oke, als je er vanuit gaat dat ongelovigen niet naar een (eeuwige) hel gaan maar geoordeeld worden juist om behouden te worden, dan wordt alles anders. De gelovigen zijn niet apart gezet door God om in een vage abstracte hemel te komen terwijl de rest van de mensheid in de hel knettert. Nee, de gelovigen zijn juist geroepen als eerstelingen om het evangelie straks aan de rest van de schepping te brengen. Door de gelovigen worden straks de ongelovigen ook behouden. Israël gaat in de volgende aion op aarde verder met volkeren EN dieren bekeren. Wij brengen het nieuws aan de hemelse machten. Het sleutelwoord in dit hele verhaal is het woord eon hetgeen een langere periode van tijd is. De bijbel onderscheidt 5 eonische tijden. Wij zitten in de middelste eon om precies te zijn aan het einde van de middelste eon. De volgende, 4de eon staat voor de deur die 1000 jaar zal duren en de regeerperiode van christus is. In de komende 1000 jaar zullen de landen en volkeren als geheel worden geoordeeld ten aanzien van hun houding tegenover Israèl tijdens de grote verdrukking.
In de daarop volgende 5de eon die vele duizenden jaren zal duren worden de ongelovigen opgewekt uit de dood. Ze worden geoordeeld ten behoudenis en niet voor eeuwige foltering. Het oordeel over hen zal desalniettemin hard zijn en wel aanvoelen als een hel. Ze zullen de 2de dood in gaan waaruit ze ook weer opstaan om tenslotte alles in allen te zijn met God, 1 Kor. 15:28. De bijbel kent niet zoiets als eeuwig leven, wel de uitdrukking “alles in allen” zijn. De gelovigen zullen in de tussen tijd wel leven, te weten het zogenaamde aionische leven krijgen. Zij zullen in de perioden die voor ons liggen door leven terwijl de rest van de mensheid, de ongelovigen dood zijn in afwachting van hun opstanding. Waar het mij nu om gaat: in deze huidige eon worden de gelovigen beproefd vanwege hun zonden. In de toekomst in de 5de aion als de ongelovigen opstaan uit de dood, worden ze geoordeeld om hun werken, zowel de goede als de slechte. Dit is wel een verschil. Het gaat dan niet meer om de zonde maar om de werken die iemand gedaan heeft. Deze werken worden door het vuur gezuiverd en verbrand. De ongelovigen worden dus door het vuur heen gered. Ik laat even in het midden of dit letterlijk vuur van de Dode Zee is of dat het hier om het vuur van de wet gaat of om allebei.
*
Sarah’s verjongingskuur
God beloofde aan Abraham en Sarah een kind toen Sarah 90 was. Sarah heette eerst Sarai en Abraham heette eerst Abram. Aan beide namen is een H toegevoegd. De H doet aan hard ademen denken. En dit doet weer denken aan de heilige geest die over beiden kwam en hen regenereerde/verjongde. Dit komt overeen met het verhaal dat Abraham naar Gerar reisde. Abimalech nam Sarah waarvan Abraham zei dat ze zijn zus was. Koningen zochten bovendien geen oud wijf uit maar jonge maagden. Het had er alle schijn van dat Abraham en Sarah flink verjongd waren. Sarah leek opeens weer op een jonge vrouw hoewel ze al 90 jaar op aarde rond zwierf.
*
goed en kwaad voorbij
Wat er in de tuin van Eden gebeurde met Eva toen ze door de slang misleid werd was geen ongeluk of toeval. Nee, god had het zelf zo georchestreerd. Was er WEL sprake geweest van een zondeval dan zou god zich hebben laten verrassen door het kwaad. Dit zou 2 dingen betekenen: – het kwaad zou van een andere bron komen dan van God en dus zou God dan niet almachtig zijn. Jesaja 45:7 spreekt andere taal, namelijk dat God zelf het kwaad schept.
– als god zich toen liet verrassen door het kwaad, kan hij zich nog wel eens vergissen in zijn eigen schepping. En is een goede afloop twijfelachtig.
Maar het was god zelf die 2 bomen in de tuin van Eden plantte, een boom van goed EN van kwaad. Beide bomen hebben dezelfde goddelijke oorsprong. Als we ons teveel focussen op goed of kwaad dan missen we iets: dan missen we het leven. Goddelijk leven staat los van goed of kwaad. Het komt van weer een andere boom. God schiep het kwaad als deel van zijn plan. Het kwaad floepte niet zijn schepping binnen na verloop van tijd zoals je de huisdeur open doet en opeens kriebelt er een grote spin naar binnen. Nee, God schiep zelf het kwaad en plaatste het zelfs in het midden van de tuin. Het is de kern van zijn plan om zijn zoon alles in allen te laten zijn. Zoals hij ook de Farao op het schaakbord zetten en tegen hem zegt: voor deze zaak heb ik je groot gemaakt. Het gaat dus allemaal om God en in dit geval om zijn zoon door wie de eonen zijn geschapen. Het leven van een gelovige heeft niks te maken met de menselijke perceptie van goed of kwaad. Het gaat alleen over diens goddelijke leven dat van een totaal andere boom komt. Het gaat om de goddelijke les in het leven zelf: Galaten 2:20.
“Ik werd samen met Christus gekruisigd, toch leef ik. Niet langer leef ik, maar Christus in mij; en wat ik nu leef in het vlees, leef ik in geloof van de Zoon van °God, Die mij liefheeft* en Zichzelf voor mij overgeeft*.” [Joh, 13:1] – [1Tim. 2:6]
*
Paulus leert geen hel
Paulus is onze gespreksvoerder. Hij heeft het nergens over de hel. Meen je tegen beter weten in dat dit wel zo is, dan heb je het fout. Sterker nog; hoe kon het gebeuren dat het christendom zo tegen de leer van Paulus in gaat? Vooral op dit punt? Of heeft Paulus iets begrepen dat het christendom over het hoofd ziet? Neem Handelingen 20:26-27
Daarom getuig ik tot jullie op deze dag, dat ik rein ben van het bloed van allen, [Eze. 3:18] want ik deinsde* niet terug jullie te informeren* van de gehele raad van °God. [Luc. 7:30]
Dit is nogal een statement die hij maakt. Hij heeft het over het bloed van allen en de gehele raad van God. Als hij het woord hel nergens noemt dan mogen we dat wel serieus nemen. Paulus was het patroon van de eerste nieuwe schepping na Jezus. Bovendien leert hij ons om hem te volgen, 1 Kor. 4:15-17; 11:1; Fil. 3:17. Trouw is het woord en alle welkom waard, dat Christus Jezus in de wereld kwam* om zondaren te redden*, van wie ik de eerste ben. [Luc. 15:2] Maar door dit is mij barmhartigheid getoond*, dat eerst in mij Christus Jezus al Zijn geduld zou tentoonspreiden*, tot patroon1) voor die op het punt staan in Hem te geloven, tot aionisch leven. Paulus leerde ons om vast te houden aan het gezonde woord, 2 Tim. 1:13. Heeft hij het over een hel? Nee dus. WIJ hebben het over een hel en zijn verstrikt geraakt in tradities die voorbij gaan aan de boodschap van Paulus. Paulus zegt dit zelf al:
Daarom dan, broeders, staat vast en houdt jullie aan de tradities die jullie geleerd* werden, hetzij door het woord, hetzij door een brief van ons. – 2 Thess. 2:15
Houd je aan Paulus en het woord hel verdwijnt vanzelf uit uw woordgebruik. En een eindeloze hel al helemaal.
*
Paulus leert geen hel
Paulus is onze gespreksvoerder. Hij heeft het nergens over de hel. Meen je tegen beter weten in dat dit wel zo is, dan heb je het fout. Sterker nog; hoe kon het gebeuren dat het christendom zo tegen de leer van Paulus in gaat? Vooral op dit punt? Of heeft Paulus iets begrepen dat het christendom over het hoofd ziet? Neem Handelingen 20:26-27
Daarom getuig ik tot jullie op deze dag, dat ik rein ben van het bloed van allen, [Eze. 3:18] want ik deinsde* niet terug jullie te informeren* van de gehele raad van °God. [Luc. 7:30]
Dit is nogal een statement die hij maakt. Hij heeft het over het bloed van allen en de gehele raad van God. Als hij het woord hel nergens noemt dan mogen we dat wel serieus nemen. Paulus was het patroon van de eerste nieuwe schepping na Jezus. Bovendien leert hij ons om hem te volgen, 1 Kor. 4:15-17; 11:1; Fil. 3:17.
Trouw is het woord en alle welkom waard, dat Christus Jezus in de wereld kwam* om zondaren te redden*, van wie ik de eerste ben. [Luc. 15:2] Maar door dit is mij barmhartigheid getoond*, dat eerst in mij Christus Jezus al Zijn geduld zou tentoonspreiden*, tot patroon1) voor die op het punt staan in Hem te geloven, tot aionisch leven. Paulus leerde ons om vast te houden aan het gezonde woord, 2 Tim. 1:13. Heeft hij het over een hel? Nee dus. WIJ hebben het over een hel en zijn verstrikt geraakt in tradities die voorbij gaan aan de boodschap van Paulus. Paulus zegt dit zelf al:
Daarom dan, broeders, staat vast en houdt jullie aan de tradities die jullie geleerd* werden, hetzij door het woord, hetzij door een brief van ons. – 2 Thess. 2:15
Houd je aan Paulus en het woord hel verdwijnt vanzelf uit uw woordgebruik. En een eindeloze hel al helemaal.
belijdenissen als wachtwoorden
De wachtwoorden om bij een kerkelijke groep te horen variëren van tijd tot tijd en van groep tot groep. Je zou deze wachtwoorden beter helemaal kunnen vermijden om je aan een groep of kerk te conformeren. Beter kun je in God’s achterkamers blijven waar je beter niets kunt zeggen anders dan wat gegrom of een zucht van twijfel te slaken. Een wachtwoord of toezegging voor een kerk zegt zo weinig en gaat zo voorbij aan de heilige geest omdat onze toezeggingen precies moeten aansluiten bij een kerk. Het eisen van zo’n wachtwoord of belijdenis voor een kerk betekent dat een kerk pas in de 2de plaats belangstelling heeft voor de betreffende persoon en in de 1ste plaats voor een meestal standaard voor gekauwde belijdenis. Jezus keek ook naar de mens en niet naar het woord. Toen een overspelige vrouw bij hem werd gebracht, zagen de aanklagers een vrouw die de wet van Mozes had gebroken. Jezus zag daarentegen een gebroken vrouw. Hij ging ook liever aan tafel met zondaren dan met Farizeeërs die de juiste belijdenissen en wachtwoorden verlangden om bij iemand aan tafel te zitten. Bovendien kwam geen van deze betweters op het idee om hem zelf uit te nodigen. Conclusie: wees voorzichtig met belijdenissen en al helemaal als ze als wachtwoorden moeten dienen om toe te treden tot de zoveelste kerk.
Kenneth L. Wilson (1916-?) Editor of The Christian Herald) Have Faith Without Fear (1970), pages 34-36
*
geestelijke oorlogsvoering
een gelovige hoeft natuurlijk geen tempelier te worden en een machinegeweer aan te schaffen om de vijand uit te schakelen. Er is wel degelijk sprake van geestelijke oorlogsvoering boven onze hoofden. Een paar opmerkingen hierover. Als we geloven gaat de heilige geest samen op met onze eigen geest. Met dit verschil dat de heilige geest oneindig veel meer waarneemt. Dus…
1. Wij kunnen deel uitmaken van een gebedsbijeenkomst zonder dat wij dit zelf door hebben. Dat wij in een hangmat boven een wit strand hangen op dat moment doet hier niets aan af.
2. Uw geest is betrokken in een oorlog die al vanaf het begin der schepping speelt.
3. Jouw plaats en roeping in die oorlog zullen uitmaken welk leven je op aarde leeft en waar je gaat en staat.
*
genesis 12:3
Genesis 12:3 – En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden. mensen die menen dat ze door God zijn uitverkoren en de rest van de mensheid (voor eeuwig) naar de hel gaat, moeten maar eens stil staan bij deze vers. Allereerst mag men natuurlijk blij zijn dat wij gelovigen naast Israël ook geroepen zijn als dienaren van God. Dus laten we dan even een toontje lager zingen. Maar deze vers geeft aan dat God juist een selecte groep uitkiest om de rest van de mensheid te bereiken. Wij zijn niet uitverkoren om de rest van de mensheid in een magnetron te zien branden maar juist om hen redding te brengen. Overigens geldt dit voor Israël en gaan wij naar het heelal.
*
OT lezen is saai
waarom is het Oude Testament lezen zo saai? Nou omdat dit het kanaal van israel is. Telkens gaat het weer om israel. Als je denkt dat je met het nieuwe testament wat meer behapbare kost leest, dan kom je ook van een koude kermis thuis. Het nieuwe testament gaat met de 4 evangeliën* nog een heel stuk door op de oude voet. De getuigenissen van Johannes, marcus, mattheus en lucas zijn nog steeds voor israel. In Mattheus 10:5-7 heeft Jezus het over het koninkrijk der hemelen. Dit is echter een hemels koninkrijk op aarde voor de joden tzt. Is hemelen hetzelfde als hemel? Nee dus. Jezus had nooit iets aan de joden geopenbaard over de hemel zoals hij dit later deed aan Paulus. In Genesis 1:1 maakte god aarde en hemel om nooit meer op die hemel terug te komen. Het koninkrijk der hemelen dat Jezus noemt in Mattheus 10 is hetzelfde dat hij ooit beloofd had aan Abraham, namelijk een hemels koninkrijk op aarde. Om die reden was christus dienaar van de besnijdenis geworden om de beloften van de aartsvaders waar te maken volgens Romeinen 15:8. Dit koninkrijk is hemels van karakter, het is niet het koninkrijk IN de hemel maar VAN de hemelen. Maar de locatie is op aarde. Onze opdracht staat slechts beschreven in de brieven van Paulus.
*
God en christendom
het christendom probeert steeds weer regeringen en overheden te beïnvloeden voor christus. Maar God heeft ons dit nooit opgedragen. Ons domein is eerder het interpersoonlijke om christus te promoten. Het gaat om persoonlijke relaties met hem. We brengen het goddelijke licht niet om de legitimiteit van de duisternis aan de kaak te stellen. Wel als contrast voor de duisternis.
“opdat jullie onberispelijke en onvermengde kinderen van God mogen zijn*, smetteloos te midden van een verkeerd en verdorven geslacht, onder wie jullie schijnen als hemellichten in de wereld,” [Deut. 32:5] – [1 Thess. 2:19] – Fil. 2:15. Neem Paulus in Rome. God gaf hem de gelegenheid om Zijn woord te brengen binnen de invloed van de keizerlijke omgeving. Deze invloed was echter geen politieke maar een hemelse waarbij sommige toehoorders werden getransformeerd tot heiligen.
“Jullie groeten al de heiligen, in het bijzonder die uit het huis van de keizer.” [Filip. 1:13] – Fil. 4:22
Binnen het lichaam van christus is niemand jood of heiden. Gelovigen zijn niet langer deel van de landen maar een nieuwe schepping. Er is voor de gelovige geen nationalisme meer. We zijn niet langer Nederlander of Amerikaan of Israëliet, socialist of communist. Galaten 3 leert ons dat we niet jood of heiden meer zijn. Maar een nieuwe schepping in christus. Alle muren en grenzen zorgen voor conflicten maar voor ons bestaan ze niet meer. Voor Paulus was heiden alles buiten joods. Maar volgens Paulus zijn we noch heiden noch joods als we geloven in christus. We zijn het lichaam van christus, nationalisme bestaat niet meer. Paulus’ instructies ten aanzien van ons en de overheid beperken zich tot onze houding en verantwoording ten aanzien van hen van de overheid. Nergens is sprake van instructies voor revolutionaire tendenzen. Integendeel, dank de overheid, zelfs de meest onrechtvaardige opdat je een rustig en vredig leven zult hebben, 1 Tim. 2:1-2. Paulus was geen activist. Hij doet zelfs geen poging om de slavernij af te willen schaffen. Dit was niet zijn agenda. Zijn agenda was hemels. Hij gaf geen lezingen voor overheden over de negatieve effecten van slavernij. Nee, hij instrueerde slaven en hun meesters rechtstreeks, Efe. 6:5-9. Hij is er duidelijk over dat gelovigen hier op aarde op vreemde grond zijn. Hier mogen we eens een middag goed op mediteren, wat dit voor ons betekent. We zijn vreemden op deze aarde.
*
Ons hemelse staatsburgerschap
“Is het toegestaan als een mens, een Romein en onveroordeeld, gegeseld wordt?” [Hand. 16:37] – Paulus
Veel mensen menen dat het hier om een politieke beschouwing van Paulus gaat. Dit is niet waar. Waar gaat deze passage nu echt over? Handelingen was niet door Paulus geschreven. Het boek verhaalt over de overgangs geschiedenis van de val van Israel en de opkomst van het lichaam van christus. Om te kijken wat voor ons, geldt, het lichaam van christus moeten we naar de geschriften van Paulus kijken. Paulus verwees zelden naar het Romeinse recht. En zeker niet als inmenging in politiek. Jezus en Paulus deden nooit pogingen om het romeinse politieke systeem te hervormen. Hij verwees zelden naar zijn staatsburgerschap, zelfs niet als hij gevaar liep. Hij kreeg zelfs 39 stokslagen, iets waar een Romein voor beschermd was. Paulus wilde al heel lang naar Rome maar liep steeds vertraging op door vervolging door de joden. Hij plande vervolgens een trip naar Jeruzalem om de heiligen daar te bezoeken. Daarna zou hij naar Rome gaan. We spreken lente 54 na christus, Handelingen 19:21. Hij schreef aan de heiligen in Rome om hem te informeren over zijn plannen om naar hen toe te komen. (Lente 58 na chr.) In Jeruzalem stuitte hij op veel weerstand. Hij zon op een kans om uit de klauwen van de joden te geraken en naar Rome te kunnen. Derhalve zei hij: “Is het toegestaan als een mens, een Romein en onveroordeeld, gegeseld wordt?”
Paulus deed beroep op de civiele autoriteiten om in overeenstemming met de wet te handelen waaraan zij gebonden waren. Hij appelleerde aan het Romeinse recht, waardoor hij uit de handen van de joden bleef die hem vervolgden. Ook de joden waren gebonden aan dit romeinse recht. Hij had nu bovendien een alibi om naar Rome te gaan door met het romeinse recht te scheperen. (lente 59 na chr.) De overheid zag Paulus als een Romein, en Paulus herinnerde de overheid hier graag aan om hun eigen recht toe te passen. Dus moest hij naar Rome en ging hij onder Romeinse autoriteit daarheen. Dit voorbeeld van Paulus leert ons niet om politiek te worden. Paulus ontving nogal wat openbaringen tijdens zijn leven. Hoe zat het daarmee? Voordat we op de politieke toer gaan. Paulus schrijft: “ik zal komen met gezichten en openbaringen van de Heer.” – 2 Kor. 12:1.
Nadat hij zich op Zijn romeinse staatsburgerschap had beroept, legde hij zijn latere openbaringen uit. In de bajes schreef hij ze aan de Fillippenzen. Hij schrijft nota bene: ons staatsburgerschap is in de hemel! (lente 62 na chr. Fil. 3:20). Deze uitspraak staat wel heel erg haaks op zijn eerdere beroep op zijn romeins staatsburgerrecht. Hij schreef niet: we hebben naast ons aardse staatsburgerschap ook nog een hemels staatsburgerschap. Nee, hij schrijft na zijn nieuwste openbaringen die hij van Christus kreeg dat we nu maar 1 staatsburgerschap hebben: in de hemel. Vanuit zijn gevangenschap binnen het aardse staatsburgerschap schrijft hij over de vrijheid van zijn hemelse staatsburgerschap.
*
Seks als plicht
Laat de man tot de vrouw de verplichting leveren en zo ook de vrouw tot de man. – 1 Kor. 7:3
De omgang tussen man en vrouw in de vorm van en huwelijk is levenslang. Het huwelijk brengt inderdaad een verplichting voor elkaar mee. In het Grieks is dit woord verplichting vertaald met opheilō. Man en vrouw zijn gebonden. Het lichaam van een man behoort aan zijn vrouw en andersom. Men mag elkaar dus geen seks weigeren, dit is zelfs fraude: 1 Kor. 7:5. Juist om satan geen kans te geven je te verleiden tot seks met anderen of naar de hoeren te gaan, mag je elkaar niet weigeren. Kern van het huwelijk is dat twee één zijn met seks als belangrijkste bindmiddel. Dit is de betekenis van trouwen: een daad van vereniging. Elkaar seks onthouden is dus fraude bij uitstek tenzij het natuurlijk te maken heeft met lichamelijke beperkingen. De enige andere uitzonderingen om elkaar seks te weigeren zijn vasten en gebed. De reden hiervoor is simpel: geen seks, dan ook geen eten. Je zou dus letterlijk van honger sterven als je de ander steeds seks onthoudt.
Wij denken dat het andersom is: als je erop los neukt, komt er nooit brood op de plank. Maar God draait het duidelijk om. Het vasten heeft hier geen medische betekenis en is duidelijk gekoppeld aan gebed. Paulus geeft een voorbeeld van een stel dat zo in beslag wordt genomen door dagelijkse beslommeringen dat ze geen zin meer hebben in fysiek genot als seks. De tijd die ze ooit aan seks en eten besteedden, gaat nu op aan hun strijd tegen de dagelijkse beslommeringen. Er is een duidelijk verband tussen het genot van eten en seks. Ook wanneer men even geen seks wil i.v.m. gebed en vasten moet dit in onderlinge overeenstemming gebeuren. En bovendien mag dat gebed en vasten maar beperkt duren. Anders maakt satan misbruik van je verlangens. Zelfs van de grootste beproevingen kom je af en toe bij om even een pot bier te pakken. Koning David beurde zichzelf ook op na de dood van zijn zoon, 2 Samuel 12:20.
In vers 5 staat: “en jullie opnieuw hetzelfde zouden zijn.”
Je ziet dus een beeld van seks – gebed/vasten – weer seks. Dit is een beeld van een man/vrouw eenheid die zich in een continue huwelijksstaat bevindt. Inbreuk maken op elkaars seksuele plichten ten opzichte van elkaar is niets anders dan rebellie tegen god.
*
onontkoombaar leiderschap
de man is het hoofd van de vrouw net zo is christus hoofd van het lichaam
Het huwelijk is gods ontwerp voor man en vrouw ongeacht hoeveel samenlevingsvormen er tegenwoordig zijn. De man is het hoofd van het huwelijk en legt verantwoording af aan God. Het humanisme heeft van het huwelijk een samenwoningsmodel gemaakt maar dit was niet de bedoeling. Het huwelijk is deels gedefinieerd als de man als hoofd over de vrouw. Zonder dit hoofd is er geen huwelijk. Mannen moeten derhalve toegewijd zijn aan hun vrouwen zoals christus aan het lichaam. Maar de man wordt nergens opgedragen om het hoofd te zijn over de vrouw. Namelijk, de man IS dit al. Zelfs als de man niet van zijn vrouw houdt, is hij hoofd over haar, een slecht hoofd maar nogtans een hoofd. De man bevindt zich dus in een positie van onontkoombaar leiderschap. Zelfs al maakt hij er een potje van, hij blijft het hoofd van zijn vrouw. Als hij er vandoor gaat naar de andere kant van de wereld, blijft hij hoofd in afwezigheid maar is hij nog steeds haar hoofd. Zijn afwezigheid zal het huis domineren. Hoeveel gezinnen worden niet gekenmerkt door de ene lege stoel aan tafel? Bij huwelijksproblemen is de man verantwoordelijk. Verantwoordelijkheid is niet hetzelfde als schuld. Als de vrouw vreemd is gegaan, is ze natuurlijk schuldig maar HIJ blijft verantwoordelijk voor alles. Op een schip is de kapitein ook verantwoordelijk voor fouten van een dronken zeeman aan boord. De zeeman zou volgende maand toch een andere baan krijgen. Hij is schuldig maar de kapitein is verantwoordelijk.
*
De Joden en de Magiërs
Veel joden bewonderden de magiërs uit het Oosten. Niet alleen omdat hun voorvader Daniël onder hen had verkeerd maar ook omdat de magiërs niet zoals andere magiërs aan afgoderij deden. Ze maakten geen beelden van hun goddelijke associaties wat deze ook waren en in feite waren ze heidenen die naar monotheïsme neigden. Ook Philo had ontzag voor hen en noemden hen serieuze wetenschappers van een niveau om koningen te adviseren. Cicero en Plutarch leren ons dat Magiërs de speciale taak hadden om koningen te adviseren. Eigenlijk hielden ze zich alleen bezig met koninklijke zaken. Ze stonden in zo’n hoog aanzien dat Herodus zelfs meer vertrouwen in hun had dan in zijn eigen astrologen. Geen wonder dus dat ze cadeau’s gaven aan de ouders van Jezus. Een eeuw later zou Tiridates hetzelfde doen en cadeau’s schenken aan keizer Nero. Al met al is het dus zeker niet verbazingwekkend dat Herodus flink in de war was van hun komst. De geschenken die de magiërs aan de ouders van Jezus gaven, goud, mirre en wierook waren al genoemd in Jesaja 60:6 als geschenken die buitenlandse heersers op een dag aan Israël’s messias zouden brengen. We weten niet precies hoeveel magiërs naar Israël afreisden maar we vermoeden dat het er 12 waren. De gedachte dat er maar 3 magiërs waren is gebaseerd op het feit dat er 3 cadeau’s waren geschonken. Bovendien moeten de magiërs hebben geweten dat deze koning heel iets anders was dan de koningen waar ze tot nu toe mee te maken hadden gehad.
*
God woont in Damascus, NIET in Jeruzalem
De berg Hermon bij Damascus was de heilige berg van de antieke wereld waar afgoden werden vereerd. Aan de voet van de berg was een plaats die Banias heette. Dat was een zeer oecumenische plek waar ALLE goden werden aanbeden. Uitgerekend deze plaats koos God de Vader uit om zijn zoon Jezus tot redder van de wereld uit te roepen. En NIET Jeruzalem. De belangrijkste gebeurtenis van het Nieuwe testament gebeurde op de top van de Hermon berg bij Damascus! En NIET in Jeruzalem. Ja, wat er op Golgota gebeurde was ook belangrijk. Maar Jezus en zijn apostelen kregen hun opdracht op de Hermon van God zelf. De Hermon was de eerste berg van Zion! Daar kwam God de Vader in het vlees en NIET in Jeruzalem. Ook niet op de berg Sinaï. Maar wel op de heilige berg van de antieke wereld die zoveel afgoden vereerden. Dat was de plaats waar Jezus tot redder van de hele wereld werd geroepen. Hier was het waar God de Vader zei: “Dit is mijn geliefde Zoon.” (Mat. 17:5). Alles wat Jezus daarna deed werd op de Hermon in gang gezet. Zie ook Psalm 133:3. De reden waarom de schrijvers van het Nieuwe Testament de profetie van de 30 zilverstukken van Judas selecteerden was omdat Judas het geld in het heiligdom van de tempel gooide. Het gaf aan dat God de tempel allang niet meer zag als een heilige plek maar eerder als een zakencentrum waar van alles verhandeld werd. De tempel was een werkplaats geworden voor pottenbakkers (Zecharia 11:12,13). De Nieuw Testamentische priesters verbonden het geld van Judas met de werkplaats van pottenbakkers (Mat. 27:3-10). Dit betekende dat God tijdens de kruisiging van Jezus de tempel niet langer als een heilige plaats beschouwde. Het scheuren van het gordijn was het teken dat God de tempel verliet en naar Damascus verhuisde.
*
De geografie van de hemel
Hoog boven de sterren is de 3de hemel! Met ontelbare INWONERS zoals openbaring 7:9 ons leert.
Laat dit maar eens op u inwerken…
( – )
In Openbaring 21:2 wordt het merkwaardige hemelse jeruzalem beschreven.
Wacht eens even… een jeruzalem in de hemel, dus…
Ergens daarboven is een stad, een replica van Jeruzalem!
Openbaring gaat nog een stukje verder: dit mysterieuze Jeruzalem “ergens” boven ons hoofd heeft dezelfde politieke en huiselijke invloedssfeer als haar replica op aarde. Met 1 verschil; het hemelse jeruzalem is 1000 maal zo groot! (Openbaring 21:16)
De inwoners zijn echter even groot als wij zoals ook Jezus na zijn opstanding eruit zag als wij. Doch was Hij een goddelijke mens en één met de Vader. God zelf, een goddelijk wezen ziet eruit als een mens!!! Hebr. 1:3; Joh. 14:9; 2 kor. 4:4; Kol. 1:15–16. Ook wordt met aardse maten gemeten in het hemelse jeruzalem. De hemelse stad is ongeveer 1500 mijl in het vierkant.
En die inwoners daar ver boven ons hoofd? Wie zijn dat?
Wie wonen er eigenlijk boven onze hoofden? Volgens het boek Openbaring krioelt het daarboven van volksstammen, naties, inwoners en tongen: Ope. 7:9, 12:12, 13:6 en 19:1 waar van zeer veel inwoners wordt gesproken. Dit zijn geen aardse mensen maar hemelse wezens. Het aardse jeruzalem was de hoofdstad van de 12 stammen van Israël in de tijd van david en salomon. Zo is de hemelse tegenhanger een stad met 12 poorten met de individuele namen van de 12 stammen van israël boven iedere poort. Ook staan de namen van de 12 apostelen in de poorten gegraveerd. Of…….. moeten we de boel omdraaien en zeggen dat de 12 stammen van Israël en de 12 apostelen genoemd waren na de namen die in de 12 poorten van de hemelse stad gegraveerd staan???
Drie hemelen
De eerste hemel is de atmosfeer rondom ons waarin ook de vogels vliegen en waar het weer zijn gang gaat. De 2de hemel is waar de planeten en sterren zijn. Deze hemel staat in Genesis 1:14-18. In de 3de hemel woont God. Hij woont in een paleis dat in een stad staat binnen een gebied dat Jeruzalem heeft ofwel Berg Zion. De tuin van eden en het land van eden waren een exacte weergave van Gods hemelse residentie. De 24 priesterlijke divisies in salomons tempel (1 Kron. 24:1-18) symboliseerden de 24 oudsten uit openbaring 5:8. De bijbel zegt dat de 4 rivieren, de Eufraat, Tigris, Pison en Gihon het land van Eden gescheiden binnenkwamen tot ze in de Tuin van Eden samenvloeiden tot 1 rivier die het verlengde was van de Gihon. Dus het water dat uit de Tuin van God kwam was de Gihonrivier die een stuk breder was omdat deze een samenvoeging met de andere 3 was. Toen David en salomon hun tempel bouwden, gebeurde dit boven de enige bron in jeruzalem, de Gihonbron. Beiden, Gihonbron en zijn hemelse tegenhanger stemmen ook overeen met de Waters van Redding waarover David zingt in Psalm 87:1-3,7; Psalm 29:2-3, 9-10, Psalm 104:3 en Psalm 36:7-9.
Dus de aardse rivier Gihon ontleende zijn naam aan zijn hemelse tegenhanger in de 3de hemel.
Onze hemelse equivalenten
Er is zeker een hemelse regio die Perzië heet omdat de engel Gabriël tegen de prins van Persië vocht IN De HEMEL. Inderdaad staat er in Openbaring 12:7 dat er een oorlog wordt gevoerd in de hemel. Later vocht Gabriël tegen de prins van Javan (het hemelse Griekenland en de Balkan) in de hemel en zeker niet tegen het aardse griekenland. Maar zowel Perzië als Griekenland hebben hun equivalenten in de hemel. Daniël was in staat om met de hulp van zijn tegenhanger in de hemel tegen de hemelse machten te strijden: Daniel 10:21, 8:9-10, Daniel 11-12:4. Wat gebeurt er als er in de hemel oorlog is? Dat heeft zijn weerslag op de aarde. We hebben dan vergelijkbare oorlogen op aarde. Zie Ope. 12:12-17. Soms echter, gaan gebeurtenissen op aarde vooraf aan gebeurtenissen in de hemel. Jezus heeft het over een tijd van grote verdrukking op aarde. Deze tijd zal zo erg zijn als geen enkele periode daarvoor (Mat. 24:15-29). Maar in Daniel 12:1 begint de tijd van de verdrukking pas na de 3,5 jaar en vindt plaats tijdens de opstanding van de doden.
Openbaring 7:9 stelt dat er een enorme menigte in de hemel is die niemand kan tellen, van alle naties, volkeren, mensen en tongen die voor de troon van het lam staan. Dit zijn HEMELSE wezens en geen aardse. Zij komen uit de Hemelse Periode van de grote Kwelling (Dan. 12:1) en niet de aardse die Jezus in Mat. 24 noemt. Dus noemt de bijbel 2 grote perioden van verdrukking – één in de hemel die zo heftig als als nooit tevoren en een andere op aarde. Alle profetieën over Perzië, Javan, de koning van het Noorden en de koning van het Zuiden in Daniel 10:21 en Daniel 11 tot 12:4 gaan over de oorlogen in de hemel en niet op aarde! Deze oorlogen zijn voornamelijk tussen de aartsengelen Gabriël en Michaël en de hemelse prinsen van Perzië en Javan en met de hemelse machten die we de koningen van het Noorden en Zuiden noemen. De gebieden Edom, Moab en Ammon die genoemd worden in Daniel 11:41 zijn hemelse gebieden, geen aardse. En als het hemelse Jeruzalem 1000 maal grote is dan het aardse jeruzalem, dan zullen het hemelse Perzië, Edom, Moab en Ammon ook 1000 maal groter zijn dan de aardse tegenhangers. En dus zal het hemelse Nederland 1000 keer groter zijn dan ons land op aarde. Er zijn grote massa’s naties, stammen, mensen en talen die de 3de hemel bewonen. Daar kunnen wij met ons verstand niet bij maar het is wel degelijk zo. Deze mensen zijn niet op aarde maar wonen in de 3de hemel en hebben hun eigen hemelse oorlogen en periode van de grote verdrukking (Ope. 7:9-17). Ook mensen op aarde hebben hun hemelse tegenhangers in de vorm van engelen in de hemel. Jezus zei dat kinderen hun beschermengelen hebben (Mat. 18:10). Petrus had een engel die er precies als hijzelf uitzag, Hand. 12:15. De engel van de profeet Samuel heette zelfs Samuel (1 Sam. 28:11-15). De aarde is dus een patroon van de hemel maar dan in het klein. De hemelse regionen zijn gigantisch veel groter dan onze aardse regionen maar de inwoners zien er net zo uit als wijzelf. In de hemel is er evenveel diversiteit als op aarde. In de hemel zijn dezelfde oorlogen gevoerd als op aarde. Maar spoedig zal dit allemaal voorbij zijn.
*
Je vader is in de HEL
je vader is net overleden en was ongelovig. Waar is hij nu? een onhandige dominee beantwoordt de vraag: hij is in de HEL. Nu komt het woord hel nergens in de grondtekst van de bijbel voor. Wel is het een verbastering van 3 woorden:
1. je vader is in het gehenna. Nou geweldig, dan pakken we een vliegtuig naar Tel Aviv, de trein naar Jeruzalem en gaan we naar het Hinnomdal. Daar zal hij dan zijn. Hij is dus helemaal niet dood.
2. Je vader is in de Tartarus: nou nou, dat was voor de boze geesten en zo erg was pa nou ook weer niet. Bovendien leefde pa niet toen Noach leefde.
3. Je Vader is in de Hades: nou, dat is goed, dan ligt hij te slapen naast David en Abraham en de anderen. Joh. 11:11-14.
*
Predikte Jezus in de hel?
1 Petrus 3:19 wordt zo uitgelegd dat Jezus na zijn sterven naar de hel ging/afdaalde om het evangelie aan de verloren zieltjes te prediken. Die zondaars knetteren dan in het hellevuur en moeten ook nog kracht opbrengen om naar Jezus’ geklets te luisteren. Bovendien staat in Prediker dat de doden niets weten. Dus hoe kan Jezus dan preken? Er zijn 2 zaken die we in de gaten moeten houden.
1. Jezus preekte nadat hij levend was gemaakt in de geest, dus NA zijn opstanding (vers 18).
2. en de doelgroep bestond niet uit zondige zieltjes die werden gemarteld in het hellevuur. Nee, het ging hier sowieso niet om mensen maar om geesten ofwel bovennatuurlijke wezens (boze geesten) die de mensen in de dagen van Noach aangezet hadden tot vernietiging.
Deze mysterieuze wezens zijn onsterfelijk en verblijven onder de aarde, zie Fil. 2:10. Ook zij zullen ooit hun knieën buigen voor Christus.
*
Mat. 12:32, lastering heilige geest
In Mat. 12:32 staat dat afwijzen van de heilige geest niet vergeven zal worden. Wat moet ik me hierbij voorstellen? Er staat niets bij over een vlammende hel. Marcus 3:28-29 geeft een aanwijzing. De straf die hierop staat is aionisch. Wat wil dit zeggen? Heel simpel dat degenen die de heilige geest afwijzen c.q. een wonder van haar toeschrijven aan satan het aionische leven zullen mislopen. Net als alle ongelovigen. Dit betekent niet dat men eindeloos in een oven wordt gegooid. Maar simpel dat men de komende 2 aionen niet mee zal maken, afgezien van een korte tijd waarin men in de 5de aion geoordeeld zal worden. Daarbij heeft jezus het duidelijk tegen de joden die hem op dat moment niet gehoorzamen. En niet tegen ons als lichaam van christus. Dat is wel een verschil. Hoeveel gelovigen hebben wel niet in de rats gezeten omdat ze bang waren dat ze de heilige geest hadden gelasterd en nu eeuwig hun lot verspeeld hadden. Maar de passage is helemaal niet voor ons. Wij, vanaf Paulus zijn van het Lichaam van Christus en alles voor Paulus was Israël. Voor hen was de waarschuwing op dat moment bedoeld. De Israëlieten wisten heel goed dat er een nieuwe aion aan stond te komen, namelijk een 1000 jarig rijk. Als ze de heilige geest lasterden zouden ze dit dus mislopen en niet tzt uit de dood worden opgewekt om deze 1000 jaar met Hem te regeren. Maar wat zou er met deze lasteraars NA die 1000 jaar gebeuren? Heel eenvoudig: net als alle ongelovigen zouden ze uit de dood worden opgewekt in het begin van de 5de aion en geoordeeld worden, niet als straf maar ter rechtzetting van hun zonden om hen alsnog te redden. Dit gaat ons als lichaam van christus echter niets aan.
Dreiging met de hel, Mat. 5:29
In Mattheus 5:29-30 zegt Jezus dat je beter je oog uit kunt rukken (niet doen) als dit je naar de zonde leidt, en naar het vuur van de hel. Vele gelovigen hebben hierdoor in angst gezeten. Maar op de meeste van deze bange mensen was deze vers niet eens van toepassing. Jezus had het duidelijk tegen de joden met het oog op een toekomstig Israëlisch koninkrijk der hemelen. Niet in de hemel maar een hemels koninkrijk op aarde. Jezus heeft het woord hel nooit gebruikt, wel gehenna, hetgeen in zijn tijd een crematorium was buiten Jeruzalem. Stel je voor dat alle ongelovigen wel naar de hel zouden gaan. Dan moeten ze allemaal worden samengepropt in een dal van vallei van 762 x 61 meter.
*
Creatieve oplossing voor de zonde
het christendom heeft een grappige oplossing voor de zonde bedacht. Deze doet god tzt in quarantaine. Weet u wat quarantaine is? Hier moesten de astronauten in toen ze terugkwamen van de maan. In christelijke zin is zo’n quarantaine ergens heel ver weg een donkere ruimte, eventueel met veel vuur, aan de andere kant van het heelal. Waar dus alle ongelovige zondaren heengaan na de dood. Hitler’s concentratiekampen zijn er niets bij vergeleken met dit enge oord. Maar is dit God’s oplossing? Is de God die het heelal heeft geschapen niet wat vindingrijker? Intussen leven de gelovigen zich in de rest van het heelal uit met oneindige feesten zonder zich iets aan te trekken van die ene verre plek, hel genaamd, waar iedereen tandenknarsend zit te gillen van de pijn. Hoe kan zo´n raar idee ontstaan? Het probleem is dat het christendom heidense elementen heeft overgenomen uit de griekse mythologie, Orpheus, Pythagoras, Plato, Homerus, Virgilius, uit Dante’s inferno en deze zaken met de bijbel heeft verenigd. Wel knap overigens om de bijbel zo uit te leggen dat Plato er ook mee uit de voeten kan. Maar wat zegt de bijbel nu? Lees Romeinen 5:20 hiervoor:
waar zonde toeneemt*, overstijgt* de genade (zie ook Galaten 3:19)
* hel komt niet in de grondtekst voor, wel het woord gehenna = hinnomdal
*
klagen en kreunen – door John R Gavazzoni
Wat moet een christen doen?
Veel christenen prediken hoe we een goed christen moeten worden, bijvoorbeeld door aan liefdadigheid te doen. Ik beschouw deze stemmen als de essentie van de anti christ, immers alleen Christus is God’s weg. Zelf kun je niets aan je bestemming in Christus toevoegen, ook niet door elke vrijdag oude dametjes te helpen met boodschappen doen. Maar wat moet je dan wel doen als christen? Antwoord: kreunen, klagen en steunen: Rom. 8:22. Wij, Nederlanders hebben blijkbaar een extra talent gekregen om goed christen te worden. Blijf klagen en kreunen want dat is wat de hele schepping doet en dat is ook wat je in werkelijkheid doet, alleen probeer je je gekreun en geklaag te onderdrukken omdat je er nu eenmaal niet veel vrienden mee maakt die overigens net zo hard klagen.
Al dit gekreun en geklaag is volgens Paulus het gekreun van de weeën die aan onze nieuwe geboorte vooraf gaan. Dit gekreun is het gekreun van de Heilige Geest, van de hele schepping en komt volgens Paulus van de pijn van onze geboorte. Gevangen in ons gekreun, zitten we met de hele schepping in het proces van de echte geboorte. Hoe raar het klinkt, onze corrupte, verstoorde schepping is de baarmoeder waaruit ons nieuwe leven voortkomt. Zo gaat het in het normale leven ook. Als een kind eraan komt, komt het en kan de moeder alleen maar afwachten. Ook het kind zelf heeft er weinig medezeggenschap over wanneer en hoe het ter wereld komt. Zo zullen ook de gelovigen een nieuwe schepping zijn. Hoe vreemd dan ook dat gelovigen denken dat ze door liefdadigheid wel hun bestemming in christus kunnen beïnvloeden. En dat niet alleen, maar welke kerk predikt nu dat je moet gaan klagen in plaats van oude dametjes te helpen met de boodschappen te dragen? Geen enkele kerk. Eerder wordt een boodschap verkondigd die hier haaks op staat als het al niet zo is dat een kerk zich ervoor zou schamen een degelijke boodschap uit te dragen. Maar, beste kerken, het kind dat dit keer voortgebracht moet worden is te groot voor jullie, dus begin maar vast lekker te kreunen en te steunen, te kankeren en te klagen. Rom. 8:22 – Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan.
*
Herstel van alles
De bijbel kent 114 manieren om Jezus te prijzen. Daarentegen spreekt Hebreeën 13 over Jezus die buiten het kamp lijdt en ons aanspoort ons bij hem te voegen om in zijn lijden te delen. We hebben hier immers geen permanente stad maar we verlangen juist naar de stad die spoedig de onze zal zijn. Deze wereld is niet ons thuis, we zijn vreemdelingen in een vreemd land en het valt soms niet mee onder die omstandigheden Jezus te eren. Het licht van ons lichaam is het oog. Kijk je normaal uit je ogen, dan is je lichaam vol licht. Kijk je boos uit je ogen, dan is er duisternis in je, Lukas 11:34. Hieruit kun je al opmaken dat er niet 2 rivaliserende machten in de schepping zijn maar 1, YHWH met wie we van doen hebben. En zelfs als we weten dat YHWH alles voor ons kan doen, kunnen we hooguit op het geloof van ons heldere oog vertrouwen als YHWH niet alles doet wat we vragen, of zelfs helemaal niets doet. Ook als de gevangenisdeuren gesloten blijven, de trouwring niet gevonden wordt, blijft dat heldere oog in Gods richting kijken. Daar is niets op tegen. Ik wil God graag leren kennen in de duisternis waar alle hoop vervlogen lijkt, wetende dat hij alles voor me kan doen. Wat we het liefst willen is helderheid. Net als bij Elisha de profeet die over de Shunammitische vrouw zei: “laat haar alleen, want zij heeft verdriet en de Here heeft het voor mij verborgen gehouden,” 2 Koningen 4:27. Jesaja zegt tegen de Here: u bent waarachtig een God die zich verborgen houdt: Jes. 45:15. De Here zegt tot Jeruzalem door Jesaja: voor een kort moment heb ik u afgewezen, maar met diepe compassie breng ik u terug. Jes. 54:7-8. Dit was een antwoord op Koning David’s vraag: mijn god, mijn god, waarom heeft u mij verlaten? Psalm 22:1.
Als Jezus zich verlaten voelde, hoeven we niet gek op te kijken als we ons soms ook zo voelen. Als God ons de genade heeft geschonken om naar alles, wat het ook is, te kijken met een helder oog, duurt de doodsstrijd niet zo lang, hoewel de pijn die we voelen intens kan zijn. Zo hadden wij ooit een prachtige herdershond die de schrik van alle katten was. En ook van alle honden, want hij was de sterkste. Tot hij dood ging. Dat was wel even tandenknarsen. Maar ook zijn leven is in Gods handen. Valt er niet 1 mus dood neer als God het niet wil? Matteus 10:29. Wat voor mussen geldt, zal toch zeker ook voor herdershonden gelden? Wat een ontzagwekkende verklaring over Gods zorg over zijn hele schepping.
Hij heeft de hele schepping onder frustratie gebracht in hoop. Welke hoop? Dat de schepping zelf bevrijd zal worden uit zijn verval. Rom. 8:21. Nadat Petrus en Johannes de kreupele man hadden genezen bij de poort (Handelingen 3:1-10) kwamen de mensen van alle kanten op hun af. Petrus verzekerde hun: Dat is Jezus die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd aanbreekt waarin alles moet worden hersteld. ”Hand. 3:21. Petrus heeft het dus niet alleen over mensen maar over alles: onze huisdieren maar ook: handdoeken, typemachines, fietsen, alles!
Toen God in Genesis de aarde schiep met ALLES erop en eraan, zag hij tenslotte dat het goed was. Erg goed zelfs. De mens was bovendien zijn ultieme schepping waarvan de schrijver in de Bijbel zegt: wie is de mens, dat u aan hem denkt? Het mag zo zijn dat de mens tijdelijk onder de engel staat maar dat zal spoedig veranderen. Alles wordt straks aan de mens ondergeschikt gemaakt. We zien dit terug in de schrijver die het papier onderwerpt, de schilder die het doek vol schildert, of de koning op de troon. En hier ligt het grote probleem. Alles is aan ons ondergeschikt, alleen zien we dat niet zo. Mogelijk omdat ons oog niet helder is. Niettemin moedigt de schrijver ons aan: “maar we zien Jezus die iets minder was dan de engelen, nu gekroond in glory en eer omdat hij de dood heeft ondergaan, opdat hij door de genade van God ieders dood mocht proeven. Zo is de cirkel van het lijden weer rond, met dit verschil dat we in het midden van de ellende God nog helderder zien dan eerst. We kunnen in Christus rusten en ophouden met werken, bezorgdheden en angsten.
Eigenlijk zijn er 3 testamenten: eerst Gods verbond met Abraham, een unilateraal verbond. Daarna met Mozes een bilateraal verbond tussen God en Israel. En dan nu de vervulling van het eerste verbond dat God in het begin maakte met de HELE schepping. God zegt van zijn NIEUWE schepping in Christus: het is erg goed en dat slaat op alles, de tuinstoelen, de radiowekkers, de fotolijstjes, de ozonlaag; ALLES. Paulus zegt het ook nog eens: God zal alles in zijn zoon christus samenbrengen: ALLES. Dus ook het Boeddhisme, de islam, Hindoeïsme. In christus zijn we uitverkoren om aan de rest van de schepping het goede nieuws te brengen. Nu en in de volgende eeuw. Efe. 1:9-11. In Efe. 4 zegt paul dat Hij die naar de aarde is afgedaald, ook naar de hemel is opgestegen om ALLE dingen met hemzelf te vervullen. ALLES: boeken, dieren, stoelen, pannen, stripboekjes, etc. Maar ook geestelijk.
Als voorbeeld neem ik een boer die zijn land bewerkt. Neemt hij niet af en toe even pauze en gaat hij niet het onkruid en het afval of de dode gewassen om de zoveel tijd verwijderen en op de grote stapel verbranden? Zo werkt God in ons ook. God cultiveert zijn veld in ons waarin ook het onkruid is gezaaid. Hij zal het verwijderen op dezelfde manier als waarop hij met andere onvolkomenheden in ons omgaat. Hij is het reinigende vuur in ons: Mat. 13:36-43, Heb. 12:29. Jezus geeft en neemt maar ooit zal ik onze hond weer terugzien maar dan wel in verheerlijkte vorm. En ook de andere spullen die ik niet meer heb.
*
Verzoening – door David Ord
Over Sodom en Gomorra. God verbrandde de steden van de vlakten. Judas 7 zegt dat deze mensen de wraak van het eeuwige vuur zouden proeven. Definitief dus. De inwoners van Sodom zijn nu in het eeuwige vuur. Maar wat zegt Jezus in Matteus 11 en 12? Het komende oordeel zal dragelijker zijn voor de inwoners van Sodom dan voor de huidige generatie. Wat? Tolerantie, in het oordeel? Hoe werkt tolerantie in het oordeel? Worden de vlammen van de hel wat lager gezet? De inwoners van Tyrus en Sodom zullen opstaan en de generatie veroordelen tegen wie Jezus persoonlijk sprak. Opstanding van de inwoners van Sodom die al hun eeuwige straf ondergaan … staan op uit de vlammen van het eeuwige hellevuur? Jezus zei dat als de inwoners van Sodom en Tyrus zijn boodschap hadden gehoord, ze zich zouden bekeren. Dus: als ze het alleen maar hadden gehoord, waren ze al in staat geweest om zich te bekeren. Zo slecht waren ze blijkbaar toch niet. Helaas, te laat, ze zitten al midden in de vlammen. Had Jezus maar eerder moeten komen. Maar dan hadden ze zich zeker bekeerd! En hoe wist Jezus eigenlijk dat de inwoners van Sodom en Tyrus zich zouden hebben bekeerd? Behalve als het zo gebeurt dat iemand het echte nieuws hoort, dit ook oppikt. Blijkbaar zijn we gemaakt voor redding en niet voor verdoemenis. Laten we nu eens kijken naar Ezekiel 16. In het oordeel zal het volk van Israel hersteld worden in zijn oorspronkelijke staat. Samen met hun, zal ook het volk van Tyrus en Sodom in de oorspronkelijke staat worden hersteld.
Wat?
Mensen die in het eeuwige vuur branden, worden hersteld in hun oorspronkelijke staat? En God zal een verbond met hun sluiten en hun vergeven. Dat zal nogal verrassend zijn voor Israel omdat juist Israel zoveel meer slechte dingen heeft gedaan dan Sodom. Het zal een eeuwig verbond zijn dat hun zal beschamen want Israel heeft het goede nieuws wel degelijk gehoord maar destijds niet ontvangen. Hier zijn dan Israel, Sodom, Tyrus, allen samen verenigd, hersteld en vergeven.
*
zonde en vergeving
Het ligt niet aan jou als mens. Het gaat niet om of je je een zondaar voelt, maar dat is wat God zegt wat je bent. Omdat je niet als mens vanuit jezelf tot eer van Hem kunt leven, mis je je doel als mens. Dat is een feit, omdat je als nakomeling van Adam sterveling bent. Niemand heeft gevraagd of Hij voor de zonden zou sterven, God wilde het, en dat is allesbepalend. Daarmee is Hij dus ook voor jouw zonden gestorven. Al die gedachten van dr. Stephen Jones: het komt mij allemaal heel gekunsteld over. Paulus geeft geen hints dat de feesten van de Heer door het lichaam van Christus vervuld moeten worden. Eerder zijn wij al deel van de nieuwe schepping in Christus. Dat wij eerst de ander moeten vergeven is een voorwaarde die het evangelie niet kent. Het is juist genade! Dat sluit alle werken van de mens uit. Daarom hangt het niet van jouw keuze af, maar van Hem. Dank Hem daarvoor!
*
God vermeerderde zichzelf vanuit zijn eeuwigheid in iets dat we aionen noemen en op eindigheid duidt. Weliswaar duurt die eindigheid duizenden jaren of wellicht nog langer maar er komt ooit een eind aan als God alles in allen zal zijn, 1 Kor. 15:28. God plaatste de mens in die aionen die gevuld waren met materie van werelden zoals de aarde. De mens kon zijn schepper op deze manier mooi verheerlijken. Heerlijkheid in deze zin is iets anders dan het woord dat wij kennen voor als iets lekker gesmaakt heeft. De betekenissen lijken wel op mekaar maar bijbelse heerlijkheid heeft eerder te maken met verhoging. God maakte dus de mens in een eindig domein, opgedeeld in aionische perioden slechts met het doel om hem te verheerlijken. Maar dit niet alleen: ook Hij zou zich verheerlijken in de mensen. Hij zou zich openbaren in de mensen en zich direct in hen verheerlijken. Dit ging een tijd goed tot Eva van de boom van goed en kwaad at waardoor de mens helemaal sterfelijk werd. De eindigheid van de aionen en sterfelijkheid van de mens resoneerden nu voorgoed met elkaar. Het doel van het heelal: om god te verheerlijken alsook om god zich in het heelal te laten verheerlijken in de zin van verhoogd worden.
*
Jezus was D-O-O-D
Jezus was dood… 3 dagen lang.
Ja, mensen laat deze zin maar eens tot je doordringen, op je inwerken, of schrijf hem op papier en eet hem op of zoiets. Jezus stierf voor onze zonden (niet in plaats van). Dus was hij dood. En wel 3 dagen lang. Dat de zoon van god dood is geweest, de man die zoveel wonderen deed en mensen uit de dood opwekte maar nu zelf dood ging, is wel iets om even bij stil te staan. Je hoort vaak: Jezus deed wonderen, liep over water, vermenigvuldigde brood of genas zieken. Inderdaad, dat deed hij allemaal. Maar wat je nooit eens hoort is dat hij ook dood is geweest. De slogan dat hij voor onze zonden is gestorven is zo’n mantra geworden dat de dood er nauwelijks in terug te vinden is. Maar hij was wel degelijk dood. En dus mogen wel wat kritische zijn over het hiernamaals. Als we direct na dit leven naar hetzij een hemel of hel gaan, ontkennen we nogal wat, namelijk een fundamenteel onderdeel van de missie van Jezus.
*
martin zender over de dood
De meeste christenen ontkennen de dood zonder dit zelf te beseffen. Ze menen dat ze na dit leven direct naar de hemel gaan. En dat ongelovigen direct na dit leven naar de hel gaan. Dat betekent dus dat je niet dood gaat. Men neemt dan aan dat de ziel of geest na dit leven verder gaat. En dat was de grote leugen van de slang in de tuin van Eden: als je van de boom van goed en kwaad eet zul je niet sterven. Direct al in genesis werd de dood ontkend. Deze gedachte vind je in alle religies terug alsook in de reïncarnatie gedachte. Dus als christenen fel ageren tegen reïncarnatie mogen ze ook wel eens het hiernamaals onder de loep nemen. Hoe anders is de waarheid van de bijbel? Ja, het is nog veel erger, men zegt dat jezus na zijn kruisdood meteen naar het paradijs ging. En dus ging hij niet dood. En dus is hij niet voor onze zonden gestorven. En dus is hij een leugenaar. Men haalt een uitspraak aan van Jezus die zegt tegen één van de bandieten nast hem: ik zeg u heden zult u met mij in het paradijs zijn. Of zei hij: ik zeg u heden: u zult met mij in het paradijs zijn… wel een verschil, zo’n komma.
*
god’s helpende hand?
God heeft ons mooi tuk. Als mensen doen we vaak onze best om onder verplichtingen uit te komen. Bijvoorbeeld zeggen dat je kiespijn hebt als je een afspraak niet ziet zitten. Bij god is het anders. We zijn gedoemd, verplicht, voorbestemd, geroepen, hoe je het noemen wilt, om gelijkvormig te worden aan het beeld van God. En dit keer valt er geen ontkomen aan. Paulus was geroepen en dus verplicht om aan joden en heiden de genadeboodschap te brengen. Denk ook aan Jona die onder zijn goddelijke opdracht probeerde uit te komen. Het gaat hier niet om een wettelijke verplichting maar om een verplichting die te maken heeft met onze uiteindelijke bestemming om gelijk te worden naar het beeld van god. Het is een verplichting die zinspeelt op de intrinsieke natuur van de mens zoals we ooit naar gods gelijkenis waren geschapen. Ook jouw bestemming zal je niet loslaten. Het lijkt een mantra maar onze bestemming is liefde al is dit woord wel een beetje uitgekauwd. Naarmate we groeien in christus worden we ons steeds bewuster hiervan, namelijk dat we de neiging hebben om af te willen drijven van onze bestemming die tegelijk steeds duidelijker wordt. Christus dealde met de verplichting van het kruis.
God is geen schuldenaar die ons iets geeft als we ons netjes gedragen. Integendeel draagt hij zijn doel zonder enige schuld uit met als begin het ondergeschikt maken van de hele schepping aan ijdelheid. Uit deze ijdelheid zal hij ons ook weer bevrijden. Hoe zullen we reageren op de tsunami van ellende die ons dagelijks overstroomt? We hebben de neiging om langs ethische en morele lijnen naar antwoorden te zoeken waarbij we het dan niet nalaten om ons een stukje van het hogere dat boven ons uitstijgt aan morele waarden toe te eigenen. Christus leert ons dat er maar 1 weg is, die van de liefde. Maar hoe werkt liefde precies in de praktijk? Wat is een daad van liefde? We kennen een principe van liefde uit 1 Kor. 13. Maar dit principe in concrete situaties toepassen zal niet werken! We zullen dan handelen als goden die kennis hebben van goed en kwaad. In plaats van onze zintuigen te trainen door liefde om onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Een groot verschil.
Eén van de omwentelingen die we ondergaan als we onder onze goddelijke verplichtingen uit proberen te komen heeft te maken met het instinct van zelfbehoud. Geconfronteerd met kwaad, keren we het de rug toe omdat het al snel teveel wordt voor ons. We KUNNEN nu eenmaal niet reageren met onvoorwaardelijke liefde op mishandeling, misleiding, onbegrip, vooroordelen, onrecht, noem maar op zoals het 2000 jaar geleden allemaal gekruisigd is. Onmogelijk! Totdat je door hebt dat je dit niet kunt, kun je nooit door hebben dat je het wel kunt. Gods mogelijkheden rijzen op uit ons onvermogen. Genade duikt op waar pathetisch onvermogen ons gevangen houdt in ijdelheid. Wat we niet kunnen dat kunnen we niet. Maar in christus kunnen we alles wel. In hem zijn we meer dan overwinnaars. De heilige geest is echter niet alleen naar ons gestuurd voor dat wat we niet kunnen. Dan zouden we kunnen zeggen tegen god: beste god, genade heb ik niet nodig alleen hier en daar een helpende hand. Als onze liefde en vergeving niet van binnenuit komt, moeten we wachten op de Here. We moeten op zijn vrij gegeven genade wachten terwijl we weten dat hij ons tekortschietingen om anderen te vergeven niet tegen ons gebruikt. God heeft ons op een plek gezet waar we allerlei relationele, financiële en andere beproevingen ondergaan. De situaties waarin god ons verzeild laat raken schreeuwen erom om recht gezet te worden. Wie we echt zijn in Hem kan niet lang meer onderdrukt worden. Daarom noemde Johannes ons alvast Gods kleine kinderen. Voordat je in staat bent om de ander te vergeven of zelfs lief te hebben moet je eerst snappen dat je gods kind bent. Je bent vergeven, onvoorwaardelijk zelfs. De wereld of satan kan 10 kilometer beton over het zaad in je storten maar vroeg of laat zal het zijn weg naar buiten vinden. Uiteindelijk zal alles wat we doen in perfecte overeenstemming zijn met wie we daadwerkelijk zijn in christus.
*
binnen iedere Jacob ligt een Esau
Er is zoiets dat je het wezen, de grond of het zijn van god kunt noemen. Dit geldt ook voor ons. Om de zaak ingewikkeld te maken: we hebben een Zijn in het eeuwige wezen van god. Daarnaast is dat wezen van god geplaatst in de aionische schepping. We hebben een eeuwige tak die geworteld is in het eeuwige bestaan van god. Daarnaast bestaan we in het aionische leven dat verstoord is sinds Adam en Eva. God is een familiale eenheid. De mens behoort tot deze eenheid die echter verstoord is in het aionische leven. Deze emigratie vanuit het eeuwige wezen van god naar het verstoorde aionische leven introduceert een systeem van mens-naar-god en mens-naar-mens relatie. De relatie van god naar ons toe blijft ongewijzigd en is door ons niet beïnvloedbaar.
Het lijden dat bij onze emigratie in deze aionische wereld hoort, wordt verbitterd door de andere realiteit van onze wezen dat gegrond is in onze Vader in de hemel. God roept ons weer naar huis toe maar het is tevens in hem dat ons eigen wezen ons roept om terug te gaan naar god. Allen voelen we dat thuis aan ons trekt. Voor de gelovigen is de roep van ons hemelse thuis meer onweerstaanbaar. We hebben een innerlijke en uiterlijke mens. Voor de ongelovige is het christus die heimelijk roept, voor de gelovige begint christus al een nieuwe schepping te vormen. Karl Barth zag deze spanning terug in de spanning tussen Israël en de kerk alsook in de relatie van God met Esau en Jacob. Binnen iedere Jacob ligt een Esau en andersom. In Romeinen 9:14-29 staat: Jacob had ik lief en Esau haatte ik. Deze passage doet denken aan de wolkkolom tussen het kamp van de Egyptenaren en het kamp van Israël. Bij het eerste werd het donker, bij het tweede licht. Zo is het bij gelovigen; zij zijn het licht in de duisternis. De ongelovigen die op eigen werken vertrouwen blijven als een donkere wolk.
God is de god van Esau OMDAT hij de god van Jacob is. Hij is de god van beroering omdat hij de god van verlossing is. Hij verwerpt opdat hij zal uitverkiezen. We mogen nooit de 2 kanten van deze crisis uit het oog verliezen. Het verdragen van deze crisis is noodzakelijk voor de verlossing ervan. God waakt over onze innerlijke mens. Maar tegelijk voelen we de afwijzing van dezelfde god van onze uiterlijke mens in deze aionische wereld. Maar zelfs de uiterlijke mens heeft zijn wortels in het wezen van God die de schepping onder ijdelheid bracht. Er is een “nee” van god tegen onze eigen pogingen om met hem in het reine te komen. Tegelijk is er een onvoorwaardelijke “ja” van god die in de diepste eeuwige vereniging geworteld is van de schepper met zijn schepping. Het is God die de grote scheiding tussen onze innerlijke mens en de uiterlijke mens, tussen Jacob en Esau overbrugt door deze kloof met zichzelf te vullen. Als onze Vader en redder deze kloof dicht, ontmoeten we hem en onze eigen echte realiteit.
*
heeft god bestaansrecht?
Waarom moeten god en jezus worden aanbeden? Als god de schepper is en Jezus zijn beeld? Zij hebben ons geschapen en dus waarom zouden we er nog een aanbidding aan toevoegen? God als de Ene aanbidden door de Velen die wij zijn helpt ons zeker om God’s ideale positie ver boven alles te zien. Het is hetzelfde als van god een idool c.q. object maken. Maar de god die boven alles is, is tevens door alles en in alles. Heeft god bestaansrecht zonder ons? Die vraag kun je je stellen. Is God zonder ons nog steeds god? Volgens Paulus heeft god een zaad en dit zaad is christus. Uit dit zaad is de Ene geboren waarin de velen besloten liggen, wij dus. Dus wij met ons allen maken de Ene wie hij is. Wij, de velen in hem hebben ons wezen in hem. We zijn niet een bulk van kleine onsamenhangende wezens in hem. We waren al aanwezig in het zaad vanaf het begin. De mensheid die ooit t.z.t. zal worden gemanifesteerd als lichaam van christus hoort bij de essentie die godheid is. Dat wat in hem is, maakt hem wie hij is. Paulus zegt dat de ecclesia zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in alles vult. Onze vader heeft het zo uitgekiend dat in zijn zoon alle volheid aanwezig zou zijn. En de velen zijn de volheid in hem die in hem aanwezig zijn terwijl hij in ons aanwezig is. De Ene in ons maakt ons wat we zijn en andersom. Wij in hem maken hem tot wie hij is.
We zijn allen intrinsiek aan het eeuwige begin dat voor de aionen begon en aan de voleinding die christus IS. Daarom zullen we als hem zijn als hij verschijnt en zullen we hem zien zoals hij is. Hij is immers de optelsom van ons allen. Toen god zijn zoon naar ons stuurde in de gedaante van jezus van nazareth kwam hij naar ons en in ons en met ons in hemzelf. Hij kwam vanuit de eeuwigheid in de aionen toen het zaad van de goddelijke mensheid van Eva naar Maria ging. De Ene als velen (wij) en de velen als de Ene. Als zoon is hij de eerstgeborene en zijn wij in hem. Als christus is hij het begin van de schepping van god. Toen god zijn zoon geboren liet worden werden wij met hem mee geboren. Toen hij de schepping schiep, schiep hij ons en alles in hem. De mensheid kwam uit het hart van god. Zonder de mensheid en schepping zou god niet god zijn zoals hij is. Door in de aionen geboren te worden was god nog steeds god. Dit is misschien wat Paul Tillich bedoelt met de grond van het wezen. Gods doel is de mensheid. Zonder ons zou god niet zijn wie hij is.
*
50 chromosomen
een mens heeft 23 paar chromosomen, 46 in totaal. Wij zijn de tempel van god. Het griekse woord voor tempel is Naos en komt 46 keer voor in het nieuwe testament. Het zou zomaar kunnen dat we als we getransformeerd worden opeens 50 chromosomen hebben, het getal van het jubeljaar.
*
Sterrenbeelden 5
Niet alleen de bijbel maar ook de dierenriem vertelt van het evangelie. God heeft de sterrenbeelden zo gerangschikt dat we er niet bij kunnen maar wel kunnen zien wat het evangelie is.
Vissen: De egyptische naam van de dierenriem van Denderah is Pisces Hori, ofwel, Hij die komt. Hebreeuws: Dagim, de vissen (Gen. 48:16). De 2 vissen betreffen een aardse en hemelse roeping; de ene vis ligt horizontaal de andere kijkt hemelwaarts. De heldere ster is Okda hetgeen de verenigde betekent. De andere heet Al Samaca, hooghouden, staande houden, handhaven, Jes. 41:8-10.
De Band. De egyptische naam is U-or; hetgeen betekent; Hij die komt om hen samen te binden (Hos. 11:4).
Andromeda: De naam in de dierenriem van Denderah is Set hetgeen betekent: gezeten als een koningin. Ook Sirco dat de geketende betekent. De heldere ster is Al Piratz hetgeen de gebrokene betekent. De volgende, Mirach, betekent de zwakke. Al Amok betekent neergestoken, Jes. 54:11-14, Jer. 14:17.
Cepheus: de koning. In de dierenriem van Denderah is dit Pe-ku-hor: deze komt om te heersen. Cepheus is Grieks van het Hebreeuwse Zemah dat de tak betekent. De Ethipische naam is Hyh, de koning. De heldere ster is Deramin hetgeen snel komen betekent. De volgende heldere ster is Al Phirk dat de redder betekent.De volgende heldere ster is Al Raï = Hij die breekt en vertrapt. Jeremiah 31:1.
Ram. Wordt in Arabische benaming ook wel eens met Lam en schaap verward. Al Hamel = het schaap. Hebreeuws: Taleh = het lam. De Accadische naam was Bar-Ziggar = het altaar dat recht maakt/ het offer van rechtvaardigheid. De heldere ster is El Nath: de gewonde of geslagene. Al Sharatan = de vertrapte of gewonde. Zie Openbaring 5:9-12.
Cassiopeia: de getroonde vrouw. Arabisch: El Seder, de bevrijde. In de dierenriem van Denderah heet de ster Set = gezeten als een koningin. De volgende ster heet Kaph: de tak, Jes. 54:5-8. Jer. 31:3-12. Psalm 45:9-17.
Cetus: zeemonster of walvis. De grote vijand verslagen: Openbaring 20:10. De naam in de dierenriem van Denderah is Knem = onderworpen. De heldere ster is Menkar: de vijand geketend. De volgende ster is Diphda = overwonnen of verslagen. Een andere ster is Mira = de rebel. Job 41:1-10, Jes. 51:22, Psalm 74:12-14.
Perseus: de breker. In de dierenriem van Denderah is dit Kar Knem: hij die vecht en onderwerpt. De heldere ster is Mirfak = hij die helpt. De volgende, Al Genib = hij die weg draagt. De volgende is Athik = hij die breekt.
Taurus: stier: de messias die komt om te oordelen. Hebreeuws: Shur = komen en heersen. De heldere ster is AL Debaran = de leider of gouverneur. De volgende is Al Nath: gewond of geslagen. De Pleïaden groep is Kimah = accumulatie. Job 9:9, Amos 5:8. De heldere ster is AL Cyorie = het centrum. De Hebreeuwse naam is Succoth hetgeen tenten betekent.
Orion. De komende prins. Het licht komt voort door de redder. In de dierenriem van Denderah is het Ha-ga-t; Hij die triomfeert. Hebreeuws: Or = licht of voortkomend als licht. Job 9:9. Amos 5:8. De heldere ster is Betelgeuze: de tak die komt, Maleachi 3:2. Rigel is de volgende heldere ster: de voet van hem die verbrijzelt. De volgende is Bellatrix: snel verwoestend. Dan heb je Al Nitak: de gewonde.
Eridanus: de rivier van het oordeel. In de dierenriem van Denderah is het Peh-ta-t: de monding van de rivier. De heldere ster is Achernar = het achterste deel van de rivier. Zie Dan. 7:9-11, Psalm 97:3-5; 50-3, Hab. 3:5, Jes. 30:27-33, Jes. 66:15, Nahum 1:5, 6. 2 Thess. 1:7, 8.
Auriga, de schaapherder. Jes. 40:10, 11. Ezek. 34:22. De heldere ster is Alioth = a vrouwelijke geit. De Latijnse naam is Capella met dezelfde betekenis. De volgende heldere ster is Menkilinon = de band van de geiten; gebonden om nooit kwijt te raken. Johannes 10:11. In de dierenriem van Denderah draagt de schaapherder een scepter (Trun), aan de top met een geit, onderaan met een kruis. Mal. 4:1-3. Psalm 37:38-40.
Tweelingen: in de dierenriem van Denderah heet dit Clusus, de plaats van Hij die komt. De oude koptische naam was Pi-Mahi, de verenigde. De wortel genoemd in Exodus 26:24 is samen gebonden. De heldere ster is Apollo, de heerser of rechter. De volgende is Hercules, die komt om te werken en lijden. Een andere ster is Al Hena: de gewonde. Jes. 4:2, 32:1, Jer. 23:5, 6.
LEPUS, haas: de vijand onder de voeten verbrijzeld. In de dierenriem van Denderah is de naam Bashti beki, de gevallene beschaamd. De heldere ster is Arnebo: de vijand van hem die komt. Andere sterren zijn Takis, de gebondene, Sugia, de verleider: Jes. 63:3, 4.
Grote Hond: Sirius, de prins. In de dierenriem van Denderah is het Apes, “het hoofd.” In de Perzische dierenriem is het een wolf. De heldere ster is Sirius, de prins. De volgende ster heet Mirzam, de prins. Een andere ster is Wesen, degene die schijnt. Een andere ster is Adhara: de glorieuze. Jes. 9:6, 55:4, Daniel 8:23, 25.
Kleine Hond: de 2de hond. In de dierenriem van Denderah is dit Sebak: de overwinnaar. De heldere ster is Procyon: de redder. De volgende ster is Gomeisa: degene die voor anderen de last draagt. Zie Jes. 49:24, 59:19, 53:12.
*
echtscheidingsbrief, Mat. 5:31
In Mattheus 5:31-32 staat dat wie zijn vrouw verlaat haar een echtscheidingsbrief moet meegeven. Allereerst moet zo’n vrouw de kans krijgen om met een ander te trouwen om te overleven aangezien ze anders tot prostitutie zal vervallen. Als ze iemand anders zou trouwen zonder geldige echtscheidingspapieren dan zou ze ook overspel plegen. Als ze met echtscheidingspapieren met een ander zou trouwen zou dit hoererij zijn maar geen overspel. Iemand moet getrouwd zijn om overspel te kunnen plegen. Maar in feite gaat het hier om het onderscheid tussen Israël en Juda. Israël werd in ballingschap gestuurd omdat ze ongehoorzaam was. Ze werd naar Assyrië afgevoerd om nooit meer terug te komen. Een eeuw later zou Juda naar Babylon worden afgevoerd. Een man hoeft geen echtscheidingspapieren aan een hoer te geven. Of Paulus geeft een voorbeeld van een man die met zijn moeder slaapt. Deze man hoeft zijn moeder geen echtscheidingspapieren te geven aangezien het per definitie hoererij is. Een man kan een hoer hooguit wegsturen of door zelf weg te gaan. Zo verging het ook Israël en Juda. Ze gehoorzaamden god niet en werden niet alleen van elkaar gescheiden maar ook weg gevoerd naar vreemde volkeren.
God moest scheiden van Israël om zich van het oude verbond te kunnen verwijderen en zo een nieuw verbond in te kunnen stellen. Als God Israël op een wettige manier had weg gestuurd was er geen plaats geweest voor een nieuw verbond. Dan zouden we allen als Hagar hebben geleefd, als slaven onder het oude verbond. We mogen god danken dat hij een wettige regeling voor scheiding heeft opgenomen in zijn wet en ons de mogelijkheid biedt om een nieuw verbond aan te gaan en als de vrije Sarah te leven. In Hosea 2:9 zegt dat Israel terug gaat naar haar eigen man. Hieruit blijkt dat Israël gescheiden was en haar man God was. Deze profetie is niet gericht aan Juda zodat het Israël is die haar man, Jezus Christus moet zoeken in ballingschap. Het volk van Israël is verspreid onder de volkeren en moet Christus zien te vinden. Volgens de wet mag een man niet met dezelfde vrouw weer trouwen. En dus daalde god af als messias naar de aarde om te sterven en op te staan uit de dood, klaar voor een nieuw verbond en een nieuw begin.
*
Discriminatie in de kerk 2
ergens in het land is een kerk in opspraak omdat een vrouw niet op de kansel mag. Ik heb hier eerder mijn visie op gegeven en gezegd dat beleidsplannen van de kerk waarin de positie van vrouwen wordt achtergesteld, alsmede een functie op de kansel alsmede de kerk zelf, Babylonische gedrochten zijn. Ik denk dat dit conflict onderdeel is van een grotere strijd achter de schermen tussen David en Absalom. De kerk is onderdeel van het gedachtegoed dat op een moment in de geschiedenis alle landen in de wereld door krijgen dat Christus terug zal komen en ook nog eens 1000 jaar zal regeren. Hier mogen we natuurlijk naar uitzien al mogen we ook beseffen dat hij met harde hand zal regeren.
De kerken nemen alvast een voorproef op deze gedachte door het heft in eigen hand te nemen en middels beleidsplannen vast te stellen hoe ze tegen bijbels regeren aankijken. Vrouwen en homo’s eruit, gekken en werklozen achterin, rijkeluiszoontjes op de voorste banken en verder liederen zingen tot je scheel ziet op de vroege zondagochtend. We mogen met zijn allen best uitzien naar het komende 1000 jarige rijk waarin christus zal regeren nu de huidige 3de aion zich aan het oprollen is. Israël zal weer een voorname positie krijgen in de wereld en via haar zullen alle volkeren tot God worden bekeerd. dit is allemaal waar en biedt een hoopvol toekomstscenario. Maar er is nog iets anders. Voor de gelovigen van nu telt niet zozeer het komende 1000 jarige vredesrijk van christus dat overigens, hoe vreedzaam ook, korte metten zal maken met overtreders. Voor ons telt het komende priesterschap en onze gedaanteverandering die straks van kracht zullen zijn.
Wij zullen straks getransformeerd worden en het eerste geboorterecht krijgen. Het is de aloude strijd tussen David en Absalom. David kreeg het eerste geboorterecht dat Absalom op een politieke manier van hem afhandig probeerde te maken. De strijd over vrouwen op de kansel heeft ook veel weg van de strijd van Absalom om het koninkrijk van God in politieke termen op te vatten en niet in geestelijke. Deze vrouw om wie het gaat wil duidelijk een statement maken, namelijk dat vrouwen even goed kunnen preken als mannen. Kan wel zijn maar daar gaat het helemaal niet om. Het gaat om ons eerste geboorterecht en niet om politieke macht binnen de kerk zoals Absalom zou willen. Als je dan het woord discriminatie in de mond neemt, maak dan onderscheid tussen de politieke en geestelijke variant van Gods aanstaande koninkrijk. Dat doet deze vrouw ook niet. Blijkbaar is haar plek op de kansel haar meer waard dan haar eerste geboorterecht. Maar dat moet ze natuurlijk helemaal zelf weten.
*
Sterrenbeelden en cyclus
De sterrenbeelden vertellen van het evangelie. In voorgaande bijdragen heb ik wat geschreven over de betekenissen van de sterrenbeelden die voor het grote publiek verloren zijn gegaan. Er is ook een relatie met de seizoenen. De sterrenbeelden zwijgen, ze zijn zo gerangschikt door god zelf. Adam en de aartsvaders na hem hebben de tekenen opgeschreven. Maar hun betekenissen spreken boekdelen: Psalm 19:1-6. De sterrenbeelden zijn niet alleen tekenen maar ook voor de seizoenen. Ik heb het dan niet over de 4 jaarseizoenen die wij kennen maar de cycli van tijd. De lichtbrengers uit genesis 1:14 benadrukken dit: en voor seizoenen, dagen en jaren.” Het gaat hier om gezette tijden. Zon maan en sterren zijn dus voor gezette tijden. Er zijn 10 van zulke cycli die de indruk wekken dat ze ooit tegelijk zijn begonnen:
1. de cyclus van 24 uur van de dag
2. de baan van de maan om de aarde
3. de maancyclus die op hetzelfde moment begon als de zonnecyclus
4. de dagelijkse baan van de zon
5. de zonnecirkel die samenvalt met de eerste van de 7 jaar van de beweging van de maan en zichzelf elke 365 dagen herhaalt.
6. het begin van een week van 7 dagen op de 1ste dag van de week, van de eerste maand van het eerste jaar van de eerste zonnecyclus.
7. de eerste eclips van een cyclus van 18 jaar en 11 dagen waaraan de astronomen in de oudheid de naam saros gaven. Elke saros had een gemiddeld van 70 eclipsen in 2 porties waren verdeeld van 594 jaar en 666 jaar met in totaal 1260 jaar.
8. Een omloop van Sirius ten opzichte van de zon in een cyclus van 162 jaar
9. De samenstand van Venus met aarde en zon
10. de grote cyclus van de precessie van de aardas
*
sterren en sterrenbeelden 4
De sterrenhemel was generaties lang een reserveboek van God naast de geschriften die pas door Mozes werden gebundeld, hoewel ze wel eerder waren opgeschreven. Mensen moesten zich behelpen met God’s woord door naar de hemel te kijken. Veel betekenissen van sterren en sterrenbeelden zijn helaas verloren gegaan. Maar onomstotelijk bevat de sterrenhemel en in het bijzonder de dierenriem het verhaal van het evangelie.
Maagd: de ster Al Zimach valt hier op. Zemach betekent de tak, Jes. 4:2, Jer. 23:5,6. Zech. 3:8, 6:12.
Hoofdhaar: degene waarnaar uit wordt gekeken, Hag. 2:7, Num. 24:17. In Egypte heet dit sterrenbeeld Shes-nu, de gewenste zoon.
Paardmens: Hebr.: Al Beze, de verachte, Jes. 53:3.
Bootes, (Hebr. die zal komen), Psalm 96:13. Hebr. Arcturus, Hij die komt, Job 9:9. Egyptisch: Smat, degene die heerst.
Weegschaal, was vroeger het altaar met de 2 sterren Zuben al Genubi = de prijs die genoeg is en alles dekt.
Crux, kruis, Hebr. afhakken, Daniël 9:26.
Wolf, Grieks: Thera = beest.
Noorderkroon: Hebr. atarah, een koninklijke kroon. Arabisch: Al iclil, een juweel. De heldere ster: Al phena, de ster die schijnt.
Schorpioen: Hebr. akrab, Psalm 91:13. De koptische naam is Isidis, de aanval van de vijand. In het Arabisch is het Al Aterah, het verwonden van degene die komt. Antares is verwonden. In het Hebreeuws heet deze ster Lezuth, perversiteit.
Slang: de heldere ster is Anak = omringen. In het Hebreeuws heet dit sterrenbeeld Kelalah, de vervloekte. In het arabisch, Al hay, het reptiel.
Slangendrager: de heldere ster is Ras al hagus, het hoofd van hem die vasthoudt. Andere namen zijn Megeras: twisten, vechten. In de dierenriem van Denderah is hij Api-bau, de chef die komt. Andere sterren zijn triophas: onder de voet vertrappen; Saiph, de gekneusde, Carnebas, eveneens de gekneusde.
Hercules: in de dierenriem van Denderah heet hij Bau: Hij die komt. In het Arabisch: Al Giscale, de krachtige. De heldere ster is Ras al Gethi: het hoofd van hem die verbrijzelt.
Boogschutter: Hebr. Kesheth, Genesis 21:20. De heldere ster heet channun, de sierlijke, Psalm 45:2. In het Akkadisch heet hij Nun-ki, prins van de aarde. In de dierenriem van Denderah is Pi-maere sierlijkheid en Knem, Hij die overwint.
Lier: (Psalm 65:1). De heldere ster heet Wega hetgeen betekent: Hij die verhoogd zal worden. In de dierenriem van Denderah is Fent-Kar: de slang die overheerst wordt.
Sterrenbeeld Ara, een altaar op de kop dat naar de Tartarus wijst, Jes. 63:4,5. In het Arabisch is Al mugamra de voltooiing of voleinding. Ps. 21:9-12.
Draak: dit rondt het eerste boek af. De draak is geveld. Sterrenbeeld walvis rondt het 2de boek af. De Leviathan is gebonden. Hydra rondt het 3de boek af. De oude slang is vernietigd, de draak is vertrapt. Psalm 91:13; 74:12-14, Jes. 27:1. In de dierenriem van Denderah is het een slang onder de voorpoten van boogschutter die Her-fent heet: de slang vervloekt. De heldere ster heet Thuban, de listige.
Steenbok: de bok van de verzoening. In de dierenriem van Denderah en Esneh, is Hu-penius de offerplaats. De heldere ster is Al Gedi: het kind. De volgende heldere ster is Deneb al gedi: het offeren van het kind.
Pijl: psalm 38:2, Jes. 53:4,5. Hebreeuws: Shamad hetgeen verwoesting betekent.
Arend: de arend, doorboord en gewond en die neervalt. De heldere ster: Al tair, betekent de gewonde. Alle anderen zijn gelijk.
Dolfijn: altijd een vis vol leven met het hoofd opgeheven. Hebreeuws: Dalaph, hetgeen uitgieten van water betekent. Het Arabisch voor Dalaph betekent “kom vlug.”
Waterman: hij heeft 2 kruiken in de dierenriem van Denderah. Uit één van de urnen kwam een vis. De Hebreeuwse naam is Dali hetgeen waterkruik betekent, Num. 24:7. De heldere ster is Sa’ad al Melik, de volgende heldere ster is Sa’ad al Sund hetgeen “die gaat en terugkomt,” betekent. Zie jesaja 32:1, 2, 35:1, 6, 41:18.
Zuidervis: Arabisch: Formalhaut: de mond van de vis. In de dierenriem van Denderah heet deze Aar, een stroom.
Pegasus: het gevleugelde paard. In het Hebreeuws is het Peha, de chef en “sus” het paard. De heldere ster is Merhak hetgeen “terugkomen van ver” betekent.
Zwaan: de heldere ster is Deneb, hetgeen het oordeel betekent. Deneb wordt ook Adige genoemd, hetgeen “snel vliegen” betekent. De tweede ster is Al Bireo met dezelfde betekenis: snel vliegen. Twee anderen: Azel: die gaat en snel terugkomt.
*
Romeinen 7:12, de wet is heilig en goed
De wet van Mozes beschermde slachtoffer maar tot op zekere hoogte ook de dader. Om te voorkomen dat mensen eigenhandig op pedofielenjacht gaan is er de wet van Mozes. De verhouding tussen straf en overtreding raakt uit het zicht. Het merkwaardige van alles is dat de topbankiers met rust worden gelaten. Blijkbaar speelt bij eigen rechter spelen ook mee hoe gemakkelijk het is om iemand te pakken. Ook hier is de verhouding tussen straf en overtreding zoek.
*
Sterren en sterrenbeelden 3
Het boek van de hemel met in het bijzonder de dierenriem was generaties lang het ijkpunt voor mensen om de boodschap van God te verstaan. God maakte niet zozeer de sterren maar hele sterrenbeelden. De mens kon er immers toch niet bij. De sterrenbeelden lagen erbij zoals God ze gerangschikt had. De aartsvaders tekenden ze op met hun betekenissen. De geërodeerde vormen van deze betekenissen vinden we terug in de astrologie en griekse mythologie. Hieronder wordt het hemelse boek verder ontleed.
1ste boek: de redder; het lijden van christus
I maagd (A)
de profetie van het beloofde zaad
1. Hoofdhaar, (de verlangde). vrouw en kind zijn degenen waarna in alle landen verlangd wordt.
2. Centaurus (paard/mens) met 2 naturen. het verachte zonde-offer
3. Bootes, de Ene die komt met een tak
II weegschaal (B)
het verzoenende werk van de redder
1. Zuiderkruis, het kruis gedragen
2. wolf, het Lam geslagen
3. noorderkroon, de kroon gedragen
III schorpioen (B)
Het conflict met de redder
1. slang, die de man in de hiel aanvalt
2. slangendrager, de man die de slang grijpt
3. hercules, de machtige die overwint
IV boogschutter, de triomf van de redder
1. Lier, de beloning wordt voorbereid voor de overwinnaar
2. Altaar, het vuur bereid voor Zijn vijanden.
3. Draak, de draak die wordt neergeslagen
2de boek, degenen die gered zijn
I. steenbok (C), resultaat van het lijden van de redder
1. Pijl. De pijl die God afvuurt
2. Arend, de verslagene die valt
3. Dolfijn, degene die is opgestaan uit de dood
II waterman (D)
De zegeningen verzekerd
1. Zuidervis, de zegeningen geschonken
2. de zegeningen die vlug komen
3. zwaan, de gezegende die spoedig terugkomt om te zegenen
III vissen (D)
De zegeningen in afwachting
1. walvis, de grote vijand
2. Andromeda, de uitverkorenen in slavernij
3. cepheus, de bevrijder die komt om ons te bevrijden
IV ram (C)
De zegeningen ontvangen
1. Casiopeia. uit gevangenschap bevrijd
2. walvis (Cetus), de grote vijand gebonden
3. perseus, de messias die ons bevrijdt
3de boek, de redder
De glorie die volgt
I. stier (E), de messias die zal regeren
1. Orion, de redder die voortschrijdt als licht
2. Eridanus (rivier eridanus). De wraak die vooruit breekt als bloed
3. Voerman, veiligheid voor Zijn uitverkorenen in de dag van wraak
II Tweeling (F)
De messias als de prins der prinsen
1. Haas, de vijand die vertrapt wordt onder de voet
2. Grote hond, de komende prins in alle glorie
3. kleine hond, de verheerlijkte redder
III kreeft (F)
De verkregen beloningen van de messias
1. kleine beer, de kleine schaapskooi
2. grote beer, de kooi en de kudde
3. schip (argo), de pelgrim die weer thuiskomt
IV leeuw (E)
De verkregen triomf van de messias
1. waterslang, de oude slang vernietigd
2. beker, de beker met wraak die wordt leeg gegoten
3. raaf, de prooi-vogels die worden verslonden
*
sterren en sterrenbeelden 2
sterrenbeelden en dierenriem zien er op het gezicht willekeurig gerangschikt uit. Net als de sterren. Als je naar de sterrenbeelden krijgt wijst niets erop dat ze dieren of zelfs dingen voorstellen. Een steelpan is ook maar een steelpan, niet waar? De tekens en sterrenbeelden waren eerst ontworpen en benoemd; daarna werden de bijbehorende beelden erbij getekend. De waarheid was vastgelegd in de hemel waar niemand bij kon. Later werd de schrift steeds meer gelezen en vervaagde de kennis van de sterrenbeelden en hun betekenissen van het woord van God. Feit blijft echter dat het woord van God vanaf het begin al door Adam was opgeschreven. Erger nog, het verhaal van God dat in de dierenriem geschreven stond, leefde voort in mythen en sagen zoals die van de Griekse oudheid. Psalm 19 bevat een verwijzing naar de 2 boeken van openbaringen, de dierenriem en de schriften met een plotselinge verandering in vers 7. De leer is vastgelegd in de structuur van de Psalm:
A. 1-4, de hemelen
B. 4-6, in hen, de zon
A. 7-10, de geschriften
B. 11-14, in hen, uw dienstknecht
In deze structuur benadrukt elke lijn de uitwerking van een ontwerp. In de eerste helft zijn alle uitdrukkingen astronomisch, in de 2de helft letterlijk. Voor de betekenis van de woorden moet je naar de Psalm kijken. Het eerste deel verwijst niet naar de wonderen van de schepping maar naar de openbaring. Ze verhalen (Gen. 24:66, Ps. 71:15) of profeteren dag en nacht. Maar wat profeteren ze? Het antwoord is: Genesis 3:15. De ene centrale waarheid van de Ene die zal komen, lijden en uiteindelijk zal overwinnen.
Maar waar haken we in, in de dierenriem met dit verhaal?
Door de precessie van de aardas schuift de zon ieder jaar iets op. Om de 2000 jaar begint de zon het jaar in een nieuw sterrenbeeld. Men snapte dit vroeger en men snapte ook dat wij zoveel generaties later niet zouden weten wanneer en waar de zon ooit begonnen was met opkomen. De Sfinx was gebouwd als een gedenkteken. Deze had het hoofd van een vrouw en en het lichaam van een leeuw (of hond?) als teken dat het boek in de hemel met het teken van maagd begon en bij Leeuw zal eindigen. Het woord sfinx komt van het Griekse sphingo, dat samenvoegen betekent, in dit geval de beide einden van deze hemelkoepel. Er zijn 12 dierentekens in de riem, eveneens het getal van perfectie heerschappij van een regering. Ze zijn verdeeld in 3 boeken met 4 hoofdstukken. 3 x 4 is ook weer 12 als goddelijk produkt in hemel en op aarde. Elk boek bevat 4 tekenen die elk gerangschikt zijn door structuur op steeds dezelfde manier. Dit zijn de 3 boeken:
1. de redder, zijn eerste komst
A. maagd, de profetie van het beloofde zaad.
B. weegschaal, het werk van de redder, genade
B. schorpioen, het conflict van de redder
A. boogschutter, de profetie vervuld.
2. de redder
C. steenbok, de profetie van de uitlevering
D. waterman, de resultaten van het reddende werk opgestapeld
D. vissen, de resultaten van het reddende werk genoten
C. ram, de geprofeteerde uitlevering vervuld
3. de redder
E. stier, de profetie van het komende oordeel
F. tweelingen, de heerschappij van de messias in volle glorie
F. kreeft, de positie van de messias veilig gesteld
E. leeuw, de profetie van de overwinning vervuld.
Elk van de 4 hoofdstukken in elk van deze 3 boeken bestaat uit 3 secties; en elke sectie is vertegenwoordigd door een sterrenbeeld. Er zijn dus 36 (3×12) sterrenbeelden, die met de 12 tekenen 48 (4×12) in totaal zijn.
*
ook de sterren
Als de hemellichamen voor het eerst genoemd worden, is het doel van de schepper duidelijk. Genesis 1:14-19 openbaart ons dat ze werden geschapen, niet alleen om dag en nacht van elkaar te onderscheiden en het licht op de aarde te laten schijnen; maar dat ze ook als tekenen dienden en voor de seizoenen en voor dagen en jaren. In het hebreeuws is tekenen “oth” dat van “athah” stamt en komen betekent. Tekenen dus van iets of iemand die komt. Zij die de tekenen begrijpen worden er door verlicht. Zij die er niks van snappen raken er door van slag, Jeremiah 10:2. De sterren zijn genummerd en benoemd. Er zijn 12 tekenen van de dierenriem die “de sterren heten” in Genesis 37:9. Het woord dierenriem betekent stappen of graden, waarmee de stadia worden aangeduid van het pad van de zon door de hemelen dat overeenkomt met de 12 maanden.
Alle sterren waren benoemd door God, Psalm 147:4. De meeste namen zijn verloren geraakt maar meer dan 100 zijn bewaard gebleven door Arabische en Hebreeuwse overleveringen, en worden gebruikt door astronomen vandaag de dag. Hoewel hun betekenissen vaak wel verloren zijn gegaan. Een aantal namen wordt in de bijbel duidelijk genoemd. In Job 9:9 staan “ash” Arcturus, de beer, Kesil, Orion, Kimah, pleiaden. In Johannes 38:31,32 staat mazzaroth, zodiak, in 2 Koningen 23:5 staat “ash” Arcturus met haar zonen, de beer. Zie ook Jes. 13:10 en Amos 5:8. Deze namen en de 12 tekenen voeren terug op de grondlegging van de wereld. Volgens Flavius Josephus is deze astronomie uiteengezet door Adam, Seth en Enoch. Het bewijs hiervoor zien we al in Genesis 11:4 waar we over de Toren van Babel lezen met zijn top tot in de hemel. De tekenen van de zodiac waren waarschijnlijk in de top van de toren gekerfd net zoals in de tempels van Denderah en Esneh het geval was. De Babylonische kleitabletten verwijzen ernaar net als de Griekse mythologie welke een slechte versie is van een oorspronkelijke waarheid die ooit verloren ging. Wie de theorieën van Percy Wiseman kent weet dat Adam niet alleen de eerste mens was maar ook direct na zijn schepping de eerste schrijver. Hij schreef alles op net als de aartsvaders na hem. Dus de boodschap van God stond op de één of andere manier op papier en was voorhanden al was het waarschijnlijk voor een select gezelschap toegankelijk. Mozes heeft het samen gebundeld en de eindredactie gevoerd (net als Paulus vele generaties later). Desalniettemin was de boodschap van God over de hoop voor de hele mensheid in de namen van de sterren vastgelegd en dan met name in de sterrenbeelden en dierenriem. Heel lang moest de mensheid naar boven kijken om Gods bedoeling te ontwaren.
*
boek rechters tegen humanisme
Het boek Rechters in het oude testament is een aanklacht tegen het humanisme:
Rechters 17:6 – In die tijd was er geen koning in Israël; iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was.
Rechters 21:25 – In die tijd was er geen koning in Israël; iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was.
Toen er een tijd wel een koning was in Israël, bleef men humanistisch. Daarop werd het huis van Israel verbannen naar Assyrië. In Hosea 3:4 werd nog eens geprofeteerd over het Huis van Israël zonder koning. Deze situatie deed zich eerder voor in de tijd van de rechters als straf voor het humanisme dat men aanhing. Maar later kwam er dus nog zo’n periode tijdens de ballingschap in Assyrië.
*
afrekenen met Karma
En al was je verleden onbeduidend, je toekomst zal des te grootser zijn. – Job 8:7
De reactie van Bildad aan Job gaat in feite over Karma. Job zou in een vorig leven tekort zijn geschoten waardoor hij nu en in de toekomst gestraft wordt. Maar Job weet uiteindelijk dat het god is die het kwaad op hem afstuurt om het goede te bewerken. Zie ook Jesaja 45:7. Kortom, karma is complete onzin.
*
komen muggen in de hemel?
het heeft er alle schijn van dat een groot deel van de huidige beestjes een gevolg is van de zondeval. Nou is het woord zondeval ook weer een discutabel woord maar laat ik het niet te moeilijk maken. Muggen, kriebels, griebels, spinnen, pissebedden, wespen, schorpioenen, zouden best eens te maken kunnen hebben met de zondeval. Hetzelfde geldt voor bacteriën en virussen. En dus zullen ze ontbreken in het uiteindelijke doel dat God met ons voor heeft. Of in de 5de aion is dit al het geval of na de 5de aion als God alles in allen is. Een heleboel dieren die ooit geleefd hebben zullen er ook niet meer zijn omdat de redding in de eerste plaats voor de mens bedoeld is en de aarde te klein is voor alle dieren. Wel kan het zo zijn dat we een aantal van onze huisdieren weer terugzien. God houdt rekening met onze wensen en daar horen huisdieren zeker ook bij. Ik acht de kans zelfs heel erg groot dat we onze belangrijkste huisdieren terugzien. Ik denk niet direct aan de vissen uit de vissenkom, wel aan katten en honden en dan misschien aan de katten en honden aan wie we het meest gehecht hadden. Huisdieren zijn zeker onderdeel van Gods plan. Onze affectie voor huisdieren is ook een geschenk van God en hij stuurt huisdieren op ons dak om zijn plan met ons te verwezenlijken. Onze huisdieren zijn er niet voor niets. Daar heeft god een bedoeling mee.
*
bijbelse rente
De islam kent het idee van islamitische bankieren waarbij geen rente geheven mag worden. De bijbel gaat hier toch wat anders mee om. Een bank is technisch gezien een Babylonische instelling. God verbiedt het niet om rente te vragen van een vreemdeling, Deut. 23:20. Het is ook geen zonde om rente te krijgen over geld dat je op de bank hebt. Het probleem is dat rente vragen niet in alle omstandigheden gewenst is. Wanneer wel en niet is een vraag die we beter moeten bekijken vanuit bijbels oogpunt. Het lijkt hier om details te gaan maar waarschijnlijk gaat het hier om bijbelse principes ten aanzien van geld waardoor de schuldencrisis voorkomen had kunnen worden.
*
Door de onvermoeibare inspanning van geologen en andere natuurgeleerden leverde de aarde fysisch bewijs in overvloed ter bevestiging van Mozes’ weergave van een wereldomvattende zondvloed. Het onderzoek van een deel van zulk bewijs zal nu onze aandacht in deze studie vragen. Het eerste van dit soort van bewijs dat ik wil voorleggen, is wat de geologen noemen “opeenhopingen van afval (“rubble drift”) en met beenderen gevulde aardspleten”.
Met “rubble drift” wordt bedoeld een soort afzetting of bezinksel bestaande uit massief, hoekig, naar beneden gestort materiaal, onordelijk en ongelijkmatig afgezet in plaatselijke holten en neerslaggebieden, meestal vol met verbrijzelde beenderen. En met “met beenderen gevulde spleten” worden bedoeld grote spleten of scheuren in de aarde, die gevormd worden door een of andere heftige vervorming van het aardoppervlak. Zulke spleten zijn op vele plaatsen op de aarde gevonden en sommige meten een diepte van 40 tot 100 meter. Zij zijn gevuld met puin dat er spoedig, nadat ze ontstonden, in terecht kwam. Dit verklaart waarschijnlijk waarom ze zich niet weer sloten. Zulke spleten zijn gevonden in Engeland, Frankrijk, Zuid-Spanje, Duitsland, Rusland en elders. Het interessante punt van deze spleten zijn de resten die erin voorkomen, want ze zijn gevuld met de resten van dieren, waaronder die van olifant, rhinoceros, nijlpaard, rendier, paard, varken en os. De gevonden beenderen kunnen niet van dieren afkomstig zijn die er levend invielen of er begraven werden, want geen skelet is compleet. Ze kunnen er niet door rivieren aangevoerd zijn, want degenen die ze onderzochten, vonden geen sporen dat ze gerold zijn. Ook konden de beenderen geen lange tijd aan het weer zijn blootgesteld geweest, want geen vertoont tekenen van verwering. Dat water iets met deze opeenhoping te doen heeft gehad is duidelijk door het algemeen aaneengekit zijn van deze afzettingen met kalk.
Voorts is opgemerkt door een bekwaam geoloog als Prestwich, dat deze met beenderen gevulde spleten meestal voorkomen op eenzaam gelegen heuvels van aanmerkelijke hoogte, plekken waar we verwachten, dat dieren samendrommen zullen op zoek naar veiligheid voor de naderende vloed. In doodsschrik vluchtend en opgejaagd door een gemeenschappelijk gevaar zochten vleeseters en planteneters gelijkelijk ontkoming op dezelfde hoogte om er een gemeenschappelijk graf in het water te vinden. Een zeer opmerkelijk klassiek voorbeeld van zo’n eenzaam gelegen heuvel komt in Bourgondië (Frankrijk) in het dal van de Saóne voor. De heuvel steekt ongeveer 300 meter boven de omringende vlakte uit, met steile hellingen aan alle zijden. Een spleet dicht bij de heuveltop is vol met dierenskeletten. Geen skelet is heel, de beenderen zijn gebroken en liggen wanordelijk dooreen, zijn noch door verwering aangetast noch is er aan geknaagd. Weer hebben we het vreemde verschijnsel dat beren, wolven, paarden en ossen, dieren die gewoonlijk niet vreedzaam samen voorkomen, een eenzaam gelegen heuvel beklommen om er te sterven en hun overblijfselen bleven in een gemeenschappelijk graf bewaard. Een watervloed als beschreven in Genesis biedt de redelijkste verklaring van dit verschijnsel. Een ander zeer spectaculair voorbeeld van een met beenderen gevulde aardspleet vond men op het eenzame kleine eiland Cerigo, bij Corfu voor de kust van Griekenland. Deze komt voor op een kale berg in de vorm van een afzetting van fossielen, op korte afstand van de zee.
Hij wordt de berg van beenderen genoemd. Hij meet anderhalve kilometer omtrek aan de voet en is van beneden tot aan de top bedekt met beenderen. De aard van deze berg zowel als van de reeds genoemde plaatsen is zodanig, dat dieren er niet zouden zijn samen gekomen om te grazen, maar de redelijke oplossing voor dit verschijnsel is het opkomen van een watervloed die ze deze hoogte opdreef. Daar kwamen ze om en werden door eenzelfde watervloed begraven. Volgens Prestwich wijst de afzetting van los gesteente in Engeland er op dat het land was overstroomd tot een hoogte van tenminste driehonderd meter, terwijl we op het vasteland gegevens aantreffen die wijzen op een overstroming tot bijna duizend meter. Eveneens werden zulke belangwekkende voorbeelden van deze soort afzettingen in de Rots van Gibraltar gevonden, waar spleten, bijna honderd meter diep en gevuld met resten gelijk aan de zojuist genoemde, werden gevonden. De resten van dieren die beschreven worden, zijn praktisch dezelfde als die, welke in de heuvels van Frankrijk werden gevonden. Deze aardspleten bevinden zich bij Gibraltar op verschillende hoogten. De hoogste ligt op driehonderd dertig meter. Men zegt dat er in één door mensen gemaakte werktuigen zijn gevonden. – bron: Rehwinkel
*
De Zondvloed is echt gebeurd. Alle volkeren in de wereld kennen sterk gelijkende verhalen over een grote watervloed en een boot met mensen die hieraan ontsnapte. Het Gilgamesj Epos is een slap aftreksel van het Genesisverhaal maar vertoont niettemin zoveel overeenkomsten dat de historiciteit van de Zondvloed er alleen maar meer betrouwbaar door wordt. Blijkbaar was de Zondvloed een ramp van extreme proporties zoals de aarde nooit gezien had. En heeft ze een onuitwisbare indruk achtergelaten tot op de dag van vandaag. Maar niet alleen dat. Het verhaal van Noach is een ultiem verhaal van hoop em redding temidden van een enorme catastrofe. En verder zien we het verhaal van de Zondvloed teug in feesten en rituelen van volkeren over de hele wereld. De Nieuwjaarsviering wordt bijvoorbeeld over de hele wereld gevierd rond eind oktober/begin November bij het verdwijnen van de Pleiaden. Deze viering is vaak verbonden met een herdenking van de voorouders. De inboorlingen van Australië vierden de dag ongeveer op de genoemde tijd. Bij die gelegenheid verfden ze een witte streep op hun armen, benen en bovenlijf en hun dans bij het schijnsel van het vuur deed ze op feestende skeletten lijken. In Peru begon het nieuwe jaar bij het begin van november en werd Ayamarka genoemd, hetgeen “een lichaam uitdragen” betekent. Het feest werd gevierd ter gedachtenis van de doden door zang en muziek en door het plaatsen van voedsel en dranken op de graven van de doden. De Hindoes vieren hun dodenfeest Durga, oorspronkelijk hun nieuwjaarsdag en gehouden op de zeventiende november.
*
Archeologen I. Finkelstein en N.A. Silberman stellen vraagtekens bij bijbelse verhalen over David en Salomo. Maar in 1993 werd in Tel Dan een gedeelte van een inscriptie gevonden waarin sprake is van het Huis van David. Deze tekst staat op een gedenksteen waarop Koningen in het Midden Oosten mededelingen lieten zetten over een succes. De steen werd geplaatst in opdracht van een Aramese koning, waarschijnlijk Hasaël die Dan tijdelijk bezet had. De inscripties dateren uit 810 voor Christus en zijn de op één na oudste tekst buiten de bijbel waarin het Huis van David genoemd wordt dat op het koninkrijk Juda slaat. Later bleek dat ook in inscripties van Koning Mesa van Moab (850 v. chr.) het Huis van David genoemd wordt. Koning Mesa van Moab liet daarop in 840 v. chr. verslag doen van de opstand van de Moabieten na de dood van Achab in 853 v. chr. 2 Kon. 1:1). – Bron: J.G. van der Land, Stichting BGA
*
Forma Urbis Severiana
Dit was een stapdsplan voor Rome in 193-211 dat in Rome aan een muur hing. Die muur staat er nog steeds en de pinnen waarmee het stadsplan aan de muur waren bevestigd kun je deels nog zien. Geschiedenis komt tot leven. Maar waar is het stadsplan zelf gebleven? Tegenwoordig zie je in elk gemeentehuis wel een stadsplan liggen waarin de ontwikkelingen voor de komende 10 jaren worden uitgebeeld. Zoiets was dit ook. En de kans is best groot dat delen van dit stadsplan volgend jaar opgegraven worden.
http://www.ritmeyer.com/2010/08/20/the-destruction-of-jerusalems-temple-and-rome/
*
Christus heeft je niet voor niets bevrijd
Veel gelovigen kunnen er nog steeds niet bij. Ze lezen over Galaten 5:1 heen waarin duidelijk staat dat christus ons bevrijd heeft – VOOR DE VRIJHEID. Wij mensen zijn zo onwennig met vrijheid dat God dergelijke nadrukkelijke statements maakt in zijn boek. Christus zegt: ik heb u bevrijd. Wij antwoorden: mooi, als dank zullen we niet meer roken, geen vieze boekjes meer lezen en elke zondag naar de kerk gaan. Wij gebruiken de vrijheid mooi om onszelf opnieuw allerlei beperkingen op te leggen en noemen dit voor het gemak religie. We zullen nooit meer in een korte broek de kerk binnen gaan. Stel je voor zeg. Die vrijheid moet niet te erg worden. Het kwartje wil maar niet vallen. Dat woord vrijheid is toch wel lastig. Dat christus ons VOOR DE VRIJHEID bevrijd heeft, is zo mogelijk nog lastiger. We zijn niet alleen bevrijd maar ook nog eens voor de vrijheid. Dit is niet een theoretische vrijheid maar iets waarin christus ons wil laten wandelen. Hij wil dat wij dit ook doen. Hij wil dat wij met de gratis verkregen vrijheid experimenteren op concrete manieren om van de mooie dingen van het leven te genieten en hier dankbaar voor te zijn zonder schuldgevoelens te krijgen. Jezus wil dat we stoppen met leven alsof moeder Theresa over onze schouders mee gluurt. Doe rustig aan voordat je overspannen raakt.
Oefen in rustig aan doen
Sommige mensen kunnen geen pauze houden. Zo was er een zakenman die werd opgejaagd door zijn eigen winsten. Pauzes waren er niet bij. Nadat hij uitgeput raakte, doorzag hij dat het God zelf was die hem ervan weerhield om steeds meer winst te vergaren. Waarom? Dat wilde de man wel eens weten. God deed dit om de man nederig te maken. De man zou afhankelijk zijn van God en niet van rijkdom. Opdat de man elke dag uitzag naar de wederkomst van christus. De man zag in dat hij met niets op de wereld was gekomen en ook niets mee zijn graf in kon nemen. En dus deed hij nogal wat dingen de deur uit. Hij kreeg door dat het leven om andere zaken draaide. Inderdaad; als christus ons weghaalt van deze aarde en ons op de wolken naar hen toetrekt, zullen we ons opeens heel erg licht voelen. We zullen ons niet druk maken om het feit dat het gas in de keuken nog aanstaat of dat de deur nog open staat en iedereen naar binnen kan. Dit is onze waarheid die we nu al moeten oefenen. Spoedig zullen we hemelse lichamen hebben en de geest van christus. Laten we er vast aan wennen hoe dit voelt. Ik zou zeggen: vereenvoudig jezelf.
*
Kijk naar de lelies
Wees niet bang om je ziel te verliezen – Mat. 6:25
Jezus wees enkele mensen op de lelies. Van die onbeduidende bloemetjes die je algauw over het hoofd ziet. Jezus zei: zien die lelies er overspannen uit? Nee toch? Hebben ze kringen om hun ogen van moeheid? Zitten ze aan hun 3de pot koffie? Niks van dat alles en zie eens hoe mooi ze zijn. Ze vertrouwen op hun schepper. De mensen keken hem verbaasd aan maar Jezus zei: wees als die lelies. In Mat. 6:25 staat hierop aansluitend: wees niet bezorgd om uw ziel te verliezen, of wat jullie zullen eten of drinken of aan zullen trekken. Is de ziel niet meer dan het voedsel en het lichaam dan de kleding?
Werk. Koop mooie kleren, drink koffie, koop een mooie auto, draag make-up. Maar houd 1 ding in de gaten: zorg dat je er niet overspannen van raakt om voor je nieuwe kleren te werken. Relax en houd die houding vast. Je bent in een veld met andere lelies, wees net als hen. Je leeft in een zeepbel; wees blij! We zijn zeepbel mensen. Misschien voel je je niet zo geïsoleerd maar dat ben je wel. Als je opeens een seconde gede-Isoleerd zou worden, zou je direct weer terug willen. Deze zeepbel is christus. 1 Johannes 4:4 zegt: “groter is Hij die in u is dan diegene die in de wereld is.” Dat is jouw zeepbel. Deze zeepbel beschermt je tegen diegene die in de wereld is: satan. De geest van God maakt zijn huis in jou (1 Kor. 3:16) en dit is permanent. Deze geest heeft onbegrensde macht maar God perkt die macht nog een korte tijd in. Maar zelfs die begrensde macht van de geest is sterker dan de macht van de lunatic die onze planeet in zijn macht heeft. De geest van God straalt letterlijk van jou af, hoe gering ook, maar deze is nog steeds een zeepbel. Dank God ervoor. Het is beter dan dat satan uit jou straalt. Het maakt ook helemaal niet uit hoe sterk de wand van onze zeepbellen is. Het is de sterkste zeepbel in het heelal. Het enige dat je hoeft te doen is je ervan bewust te zijn. Geloof God dat je in zijn zeepbel zit. Deze onzichtbare zeepbel is echter dan je huid.
God zal samen met de beproeving ook de voortzetting maken
Wat wordt bedoeld met 1 Kor. 10:13? Hoe kun je een beproeving verdragen en tegelijk hieraan ontsnappen?
Dit kan ook niet. De Concordant Versie geeft de goede vertaling weer: niet ontsnappen is het woord maar voortzetting. Grieks: ekbasis. Terwijl je je beproeving ondergaat, laat God je zien hoe het hele proces zal uitwerken. Hij zal je het goede ding laten zien waar je in terechtkwam na de beproeving. Korter gezegd: Hij geeft je een visie van de toekomst. God zegt; ik weet dat de beproeving hard is maar kijk ook eens naar wat ik jou in het vooruitzicht stel! En hier volgt een korte filmclip die je gedurende je beproevingen mag bekijken: De Here zelf zal uit de hemel neerdalen en een commando schreeuwen naar de doden in Hem die letterlijk uit hun graven zullen opstaan. Waarna zullen wij, de levenden worden weg gerukt met hen in de wolken om de Here in de lucht te ontmoeten. Dan zullen we altijd met Hem samen zijn. – 1 Thes. 4:16-18. een mooi vooruitzicht toch?
Wie kan het schelen als men denkt dat je een nietsnuttenbaan hebt?
Ik wist wat ik met mijn leven wilde doen
Jezus zegt: wordt als en kind. Ik werd een kind, net toen ik eindelijk een gezin en baan had. Ik keek in de spiegel en zei tegen mezelf: wat nu? Ik had een goed betaalde baan en 3 koters. Dit was leuk maar die baan was niet mijn passie. Eigenlijk wilde ik schrijver worden en meer over God weten. Ik nam een sprong in het diepe en de maanden daarop waren vol angst over mijn financiële toekomst. Zou ik het wel redden en was ik niet gewoon erg dom bezig? Maar ik besloot als een kind in God te blijven geloven die aan mijn financiële noden tegemoet zou komen. Een andere kinderlijke uitspraak uit een film was: bouw het en ze komen vanzelf. Dit ging over het verwoesten van een akker om daarop een diamanten baseball te bouwen waarna de dode baseballspelers vanzelf uit de dood op zouden staan. Tegen een financieel adviseur zei ik ook zoiets: “ik ga een nieuwsbrief beginnen.” Hij keek me meewarig aan en vroeg me wat ik ervoor zou vragen? “Niks,” zei ik om de verwarring nog groter te maken. De adviseur liet me weten dat we verschillend over het leven dachten en we nooit in geen 10.000 jaar tot overeenstemming zouden komen over een loopbaan. Hij schudde zijn hoofd, pakte zijn koffer en nam vriendelijk afscheid. Maar de geest van God lachte in zijn vuistje en zei: trek je niks van die knakker aan en ga gewoon door op de weg die ik je ingefluisterd heb. Dus begon ik aan mijn nieuwsbrief en verhalen die in de eerste instantie nog aan niemand gericht waren. Maar de lezers kwamen vrij snel en bleven komen en hun aantal neemt nog steeds toe. Een ander gezegde is: als je van een berg springt, bouw je onderweg vleugels. Ook dit heeft te maken met geloof. In naam van Jezus; duik lekker je warme bedje in.
Erger dan de Hamburger is de uitvinding van elektrisch licht. We kunnen nu opblijven tot na middernacht en weer om 6:30 opstaan en aan het werk gaan. We maken zo een heleboel mee; veel meer dan onze voorouders die vroeg naar bed gingen. Maar wat zou Jezus doen? Hij zou lekker het licht uitdoen en zijn bed in duiken.
*
Stellingen bij de lezing van ing. H. Wiegers
1. De ‘geschiedkundige’ natuurwetenschappen als historische geologie, historische astronomie (astrofysica) en paleontologie zijn noch echte geschiedwetenschappen, noch echte natuurwetenschappen, maar speculatieve natuurfilosofie.
2. Spreken over een hoge ouderdom van aarde en heelal is alleen mogelijk door het actualiteitsprincipe (in het heden ligt het verleden) als dogma te gebruiken. Daardoor acht men onbegrensd extrapoleren vanuit het heden naar het verleden een vanzelfsprekende zaak.
3. De geologische tijdschaal is geen echt tijdrekenkundig kader, maar een schema gebaseerd op de volgorde van geologische biologische sporen van feiten’. Deze ‘feiten’ zijn met behulp van de idee van veronderstelde progressie in de ontsluiting van het leven- gereconstrueerd.
4. Het reduceren van de schepping tot wat daarover geopenbaard is in Genesis 1: 1, 2 is een gevolg van het” natuurwetenschappelijk toegankelijk maken” van het daarop aansluitende deel van Genesis 1. De scheppingsweek wordt zo vervangen door de zg. kosmische evolutie van het geschapene. Consequent redeneren vanuit deze gedachte leidt tot ondermijning van de waarheid van de Heilige Schrift.
5. Het door de Wijsbegeerte der Wetsidee gepostuleerde wordings- of ontsluitingsproces is een speculatieve evolutionistische idee, die in feite in de plaats komt van Gods betrouwbare openbaring over zijn scheppingswerk.
*
I don’t have any friends
I feel as if I am drifting through life as an anonymous specter, without a home and no family and no friends, a disconnected cipher alienated from the currents of reality,
I am a loser.
Can I ask you all a question?
If a lonely loner has a brilliant idea but no one cares what he thinks does he really exist? My only dream is to someday clean the spills off the floor at a local supermarket. And on my walk home I will wonder what other people are feeling as I pass them in the street, imagining what it would be like if they were my friends.
I am a dreamer. Cheers to the white nights illuminated by my unreality.
*
Samenvatting:
Op deze pagina wordt gekeken naar enkele gebeurtenissen bij de intocht, wordt de realiteit daarvan vastgesteld, en worden de archeologische bevindingen kritisch bekeken. Ook in dit geval dient de geschreven tekst de eerste, tweede en derde belangrijkste bron te zijn en kan de archeologie hoogstens ondersteunend zijn. Maar nooit bepalend. Zoals in steeds meer theologie wordt verondersteld. Het gebied dat Israël na de veroveringstochten onder Jozua bewoonde. Ik denk dat velen van ons van huis uit en door de vertellingen op school de indruk hebben gekregen dat Israël zo ongeveer het hele land bewoonde. Maar de werkelijkheid is helemaal anders. Israël woonde deels aan de overkant van de Jordaan (wat nu Jordanië is) en voor de rest in een stuk Jordaandal rond Jericho (daar lag ook het verzamelpunt ‘Gilgal’), een deel van de centrale heuvelrug vanaf ter hoogte van Jericho tot Sichem ongeveer, een een stukje van de westelijke hellingen van die heuvelrug (zie het kaartje hierbij). Pas later, onder David en Salomo, breidde de bevolking zich snel uit en bewoonde een groot deel van het gebied dat eeuwen lang ‘Palestina’ heeft geheten.
Dat wil niet zeggen dat vanaf het begin geen enkele Israëliet ergens anders is gaan wonen. De Danieten bijv. vestigden zich een tijdlang in de buurt van de Filistijnse steden, ten zuidwesten van het centrale gebied. Later, na Simson, die hen de Filistijnen een beetje van het lijf hield, migreerden zij als geheel naar het noorden, bij de Golan, aan de bronnen van de Jordaan. Wie wel eens in Israël geweest is en de bronnen van de Jordaan heeft bezocht, is er langs gereden (Tell Dan), het is één van de toeristische punten daar. De Danieten moordden daar de hele bevolking van een stad uit (Laïs), verbrandden die, bouwden hem weer op en gingen daar wonen. Zij noemden de stad ‘Dan’, naar hun stamvader. In Richteren 17 en 18 lees je de hele geschiedenis. Die verklaart tegelijkertijd ook, waarom koning Jerobeam in Dan een vereringsplaats aanwees: die was er namelijk al door de handelwijze van de Danieten.
*
Lichtsnelheid onder vuur
Samenvatting: De lichtsnelheid wordt heden ten dage algemeen beschouwd als constant, waarmee dan een hele serie andere ‘natuurconstanten’ dus ook constant = onveranderlijk zijn. Setterfields onderzoek geeft aanleiding om daar grote vraagtekens bij te zetten. En hij is beslist niet de enige. Hieronder volgt het verhaal. Setterfield nam als uitgangspunt voor zijn rapport alle bekende metingen van de lichtsnelheid, en onderwierp die aan rigoureuze tests. Zo selecteerde hij de onbetrouwbare uitkomsten er uit. De metingen van de lichtsnelheid waren gedaan met behulp van diverse methodes. Het opmerkelijke was, dat de metingen voor elke methode een gestadige afname van de lichtsnelheid lieten zien. Het meest opvallend waren de metingen, gedaan op het Pulkovo observatorium bij St. Petersburg, die vanaf 1735-1942 uitgevoerd zijn met de aberratiemethode, met hetzelfde instrument, en door een opvolging van slechts een gering aantal waarnemers. Een karakteristiek van deze methodiek is dat de gemeten waarden systematisch te hoog zijn, maar zij zijn dat dus over de hele meetperiode. De error bars van de Pulkovo metingen tot 1800 overlappen die na 1850 niet, en de error bars na 1850 overlappen die na 1920 niet. Er is dus een onmiskenbare en onloochenbare afname. Dat dit heden ontkend wordt, zegt meer over het gebrek aan contact met de realiteit van de huidige natuurkundigen, dan over deze reeks metingen. Zie onderaan bijlage 3 voor detailinformatie.
*
Antiochië als nieuwe geestelijke hoofdstad van de wereld
In het begin van het boek Handelingen is Jeruzalem Gods hoofdkwartier. Later opereert Paulus vanuit Antiochië (Hand. 11:25). Antiochië bestaat in het Grieks uit 2 elementen “In plaats van” en “ophouden/handhaven.” Gods waarheid wordt nu gehandhaafd HIER, tussen de heidenen in plaats van in Jeruzalem waar juist de afvalligheid heerst. – bron martin zender
*
Soms gaan dingen opeens heel snel. Zo had je na de oorlog het Duitse Wirtschaftswunder. Duitsland rees heel snel uit zijn as. Na de val van de Berlijnse muur viel de ene dictatuur na de andere in oost-Europa. En hoe snel werd Dubai niet uit de grond gestampt? Het boek Handelingen is ook zo’n boek waarin de gebeurtenissen opeens heel snel gaan.
Handelingen als overgangsboek
Vanaf het eerste begin had God de bedoeling om 2 boodschappen naar de aarde te sturen. Hij had 2 dingen om duidelijk te maken over zichzelf. Allereerst dat Hij zo perfect was dat geen enkele mens en geen enkel vlees iets aan Hem kon toevoegen. Laat staan trots op zichzelf kon zijn. Ten tweede dat Hij zo vol genade en liefde was dat zelfs de grootste bankrover voor altijd bij Hem zou zijn. En dat niet alleen; maar Hem ook in het heelal zou gaan vertegenwoordigen voor de hemelse machten. Je zou verwachten dat er wel een flinke overgangsperiode tussen beiden zou zitten. We zouden 10 boeken nodig hebben om deze overgang van 1 naar 2 te beschrijven. God deed het in 1 klap: het boek Handelingen. Hij schiep de aarde in 6 dagen dus waarom zou Hij zijn hele plan niet in 1 boek ontvouwen? Als je zo tegen het boek Handelingen aankijkt, snap je er meer van dan menig theoloog. In de eerste hoofdstukken zit Israël bijna tegen het Koninkrijk van God aan. De rest van de wereld komt in het verhaal helemaal niet voor. Maar in Hoofdstuk 12 is de situatie andersom. Israël’s fortuin is helemaal weg gezakt. Stefanus is gestenigd, de discipelen zijn versnipperd geraakt en Jacob is vermoord. In hoofdstuk 9 echter, roept God Saulus en al in hoofdstuk 13 kunnen de natiën hun geluk niet op dankzij een onvoorwaardelijke genade die wordt geopenbaard door deze vreemde eenling. Aan het eind van Handelingen is Paulus in Rome waar hij een brief schrijft aan de Efeziërs. Israël is nu (tijdelijk) opzij gezet (Hand. 28:25-28) tot wanneer de voleinding van de natiën een feit is. Zou u zoveel kunnen opschrijven met zo weinig woorden. – door martin zender
*
Kwam dit stuk van een THEOLOOG tegen. Wat? Juist, een THEOLOOG. Die moet dan wel de waarheid spreken. De man heet Labuschagne van achternaam. Hij zal toch niet familie zijn van de gelijknamige theoloog uit Zuid Afrika? Ik had ooit een boek dat in de open haard is verdwenen van Oscar Labuschagne dat heette Gods oude Plakboek. Er stond zoveel onzin in dat ik de bladzijden nog net niet als WC papier heb gebruikt. Maar goed, deze theoloog vertelt met veel bombarie dat hij de orthodoxie achter zich heeft gelaten. Oh ja? Vervolgens kraamt hij zoveel onzin uit dat ik aan het vak van theologie begin te twijfelen. Dat deed ik toch al. Als een oversekste contactgestoorde werkloze boerenpummel als ik een professor in de theologie kan corrigeren, is er toch wel iets mis in dit kikkerland. Afgezien van het weer dan.
Deze meneer zegt tussen neus en lippen door dat God Jezus heeft geadopteerd. Dat is nu juist wat orthodoxen denken. Wie Efeziërs 1:4 kent weet dat we voor de nederwerping van de wereld in Hem zijn uitverkoren. Zie ook Openbaring 13:8. Het Lam van God is voor de grondlegging van de wereld geslacht. In geestelijke zin dus al ver voor Golgota. Verder kan de auteur er ook niet bij dat Jezus zo makkelijk meeging in het OFFER van de kruisdood. Jamaar de kruisdood was ook helemaal geen offer. Het woord offer is sowieso ongelukkig gekozen. Zijn opstanding en later hemelvaart waren het offer in de zin van dat ze overeenkwamen met de liefelijke reuk die opsteeg na het slachten van een bok ergens in het OT. Voor zonden werden nooit offers gebracht. Zonden werden bedekt. De opstanding van christus was het antwoord van God op het geweld dat de mensheid Hem had aangedaan. Voor het eerst werd niet kwaad met kwaad vergeld maar toonde God Zijn ware liefde. Niet door de mens te straffen voor het mishandelen van Zijn Zoon maar door Hem uit de dood op te wekken waardoor de mensheid met Hem verzoend werd. Dat Christus geofferd moest worden om een boze God tevreden te stellen, is heidense onzin.
*
Zien de buitenaardsen ons?
Efeziërs 3:10 is één van de meest mysterieuze verzen uit de bijbel. Er staat: het geheim dat verborgen was in de aionen in God, dat NU bekend zou worden aan OVERHEDEN en GEZAGHEBBERS in de HEMELSE gewesten. In deze ene zin staan zoveel dingen tegelijk die vragen oproepen dat je er alleen al een boek over zou kunnen schrijven. Om te beginnen: hoezo geheim? Welk geheim? Van het lichaam van christus, dus, de Ecclesia. Maar wat heeft deze ecclesia te maken met de gezaghebbers en overheden in de hemelse gewesten? Wat zijn die hemelse gewesten precies? Ergens in het heelal blijkbaar. En hoezo zijn daar dan gezaghebbers en overheden? Komt het erop neer dat we het hier gewoon over buitenaardsen hebben? Prima dan, maar wat heben zij met ons te maken, de Ecclesia? De vers wekt de indruk dat er een verband is tussen het lichaam van christus en de buitenaardsen, of iets bijbelse uitgedrukt, hemelingen. Welk verband is dat dan? En wat betekent het woord “NU?” Blijkbaar is er een direct verband en worden we NU al geacht het geheim bekend te maken aan de hemelingen. We laten dit mysterie even voor wat het is, ondanks de vele vragen die overblijven. Als ik het woord hemelingen ruim vertaal met buitenaardsen, dan resteert de vraag: hoe kunnen wezens op honderden, zoniet duizenden of zelfs miljoenen lichtjaren afstand ons zien? Immers, als we een boodschap moeten overbrengen, moet me deze kunnen waarnemen. Mogelijk hebben andere wezens andere zintuigen dan wij waarmee ze ons wel degelijk kunnen waarnemen.
Dit doet me denken aan het volgende. In 1974 werd met de grootste telescoop ter wereld, de Arecibo Telescoop een boodschap de ruimte in gezonden zomaar naar een wilekeurig gebied in het heelal. Nog los van de vraag of deze boodschap ooit opgepikt zou worden en of er daarginds levendeze wezens zouden zijn, zou het minstens duizend jaar duren voordat de boodschap over zou komen. En dan nog weer 1000 jaar voor een retourantwoord. U begrijpt het al, de strekking van het hele project was erg onduidelijk. Men stuurde een DNA-kaart van de mens de ruimte in met een kaart erbij van ons zonnestelstel. De buitenaardsen moesten dan maar snappen dat wij homo sapiens waren, met mes en vork aten, op zaterdag naar de kroeg gingen en de 3de planeet vanaf de zon bevolkten. Volgens schrijver Harry Mulisch was het misschien niet zo slim om zomaar zo’n boodschap het heelal in te sturen. Misschien waren die buitenaardsen wel helemaal niet zo aardig. Misschien konden we ons beter gedeisd houden, een gedachte die onlangs door Stephen Hawkins werd gedeeld.
Om het hele verhaal nog bizarder te maken, verscheen in 2001 een retourboodschap in het graanveld aan de voet van de Chilbolton telescoop in Engeland. Het had er alle schijn van dat dit het antwoord was op Arecibo. Er verscheen een DNA-kaart in het graan en een gezicht dat menselijke trekken had maar niet helemaal. Ook de DNA-kaart leek op die van ons maar had toch enkele afwijkingen. Dit was al verbazingwekkend genoeg. In plaats van dat men bliepjes en piepjes opving met de dure telescoop, kreeg men het antwoord digitaal in het graan gescand in het veld ervoor. Kon het nog gekker. Je zou bijna zeggen: zonde van al het geld om dure telescopen te bouwen. Laten we voortaan graanvelden gebruiken als radiotelescopen. Een vraag die ook rees was hoe het kon dat er al zo snel antwoord volgde!! Geen 2000 maar slechts 27 jaar later kregen we al respons. Niet op de manier waarop men verwacht had, middels signalen die zouden worden opgepikt door de Arecibo telescoop. Maar middels rare tekens in het graan, elders op aarde. Men kan dus zeggen dat de buitenaardsen, wie ze ook zijn, veel meer van ons weten dan we denken en dat ze veel directer kunnen reageren op wat we hier op aarde doen. Dat laatste wordt ook versterkt door geruchten over ingrijpen van UFO’s bij nucleaire installaties. Blijkbaar wordt elke beweging op aarde nauwlettend gevolgd door “iemand daarboven.”
Terug naar Efeziërs 3:10. Het is dus helemaal niet ondenkbaar dat de Ecclesia NU al “zaken doet” met de buitenaardsen, hemelingen genoemd. De grote afstand van duizenden lichtjaren maakt hen blijkbaar niet onbereikbaar voor ons. Nu al zijn we op een geestelijke manier bezig met hen. Straks zullen we daadwerkelijk fysiek het heelal in trekken.
*
Het lichaam van christus gaat straks het heelal in!
‘Wat een fijne woorden zijn dat toch he, in 1 Thessalonicenzen 4:13-18.
In de Angelsaksische landen spreekt men van ‘The blessed hope’, en dat is het zeker. Wij kunnen wel zeggen: onze heerlijke verwachting. Het is zo iets bijzonders wat er gaat plaatsvinden, in één klap worden alle gelovigen van het lichaam van Christus verzameld. Geweldig.
‘Er zijn heel wat gelovigen, die zeggen dat wij na een zekere periode weer terug zullen keren op aarde. Hoe zit dat?’
Men beweert dat. ja. Eerst naar boven, weggerukt en daarna weer met de voeten op aarde, om ons dan aan te sluiten bij Israël en in een ondergeschikte positie aan hen deel zullen hebben aan het koninkrijk op aarde. Naar de boodschap van Paulus in Efeziërs 2:6,7 klopt die gedachtegang niet. De gemeente, het lichaam van Christus, zal in de komende eonen de overstijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid over ons in Christus Jezus, tentoonspreiden te midden van de hemelingen. ‘De komende eonen zijn de 1000 jaren en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde?’ Precies. Al die tijd zal het lichaam van Christus niet op aarde, maar te midden van de hemelingen het verzoeningswerk van de zoon van Gods liefde uitdragen en de hemelse machten en krachten brengen tot onderschikking aan Christus. ‘Groots, zo’n toekomst. Het overtreft al wat je zelf maar zou kunnen bedenken!’ – http://www.da-ath.nl/
*
EZECHIËL HEEFT MEER TE VERTELLEN OVER DE OPSTANDING DER DODEN DAN MENIGEEN BESEFT.
HET DAL VAN DE DORRE DOODSBEENDEREN, WAT ZEGT DIT ONS?
Vanaf zijn jeugd was Ezechiël getraind en opgeleid om priester te worden, maar zijn hoop en verwachtingen werden grof verstoord door de invasie van Nebukadnezar’s leger in Juda, wat tot gevolg had dat hij, Ezechiël, samen met vele anderen in Babylon terecht kwamen. Wat had dit voor gevolgen? Was daarmee zijn taak en zijn droom vervlogen? God echter, besliste anders en Ezechiël zou ondanks Babylon uitgroeien tot een der grootste profeten die wij kennen vanuit God’s Woord, de bijbel!
Toen Ezechiël ongeveer 30 jaar was, (opmerkelijk: op zijn 30ste!!) begon hij verbazingwekkende visioenen te krijgen van de Almachtige God. Dat feit staat zeer, zeer nauwkeurig geboekstaafd. Ezechiël was een wat wij noemen: ‘Pietje Precies’. Zelfs de dag waarop een en ander gebeurde hield hij bij. Zie Ezech.1:1 Wat zegt: ( in S.V. vertaling) ‘In het dertigste jaar, in de vierde maand, op de vijfden derzelve maand, als ik in het midden der weggevoerden was bij de rivier (de) Chebar, zo geschiedde het dat de hemelen werden geopend, en ik de gezichten Gods zag’. De onzichtbare grenzen, de afscheidingen die er zijn tussen de hemel en de aarde werden op een bovennatuurlijke manier voor Ezechiël geopend, dan wel weggenomen.
meer: http://boinnk.nl/smf/index.php?topic=59.msg281#msg281
*
Paulus en alverzoening 2
door Thomas Talbott
Zie ook 1 Kor. 15:22: Want evenals in °Adam allen stervend zijn, zo zullen ook in °Christus allen levend gemaakt worden. In deze verzen wordt “allen” steeds in parallelle zin gebruikt binnen 1 vers. Het zijn contrastverzen die uit 2 tegenpolen bestaan. Het eerste “allen” bepaalt de reikwijdte voor het 2de “allen.”
Sommigen doen hun uiterste best om de alverzoening uit deze verzen te filteren. Men zegt bijvoorbeeld dat de eerste “Allen” op Jezus zou slaan. Of dat deze eerste allen alleen op de nakomelingen van Abraham slaat. Of desnoods op alleen de kerk. Maar Jezus is natuurlijk niet veroordeeld in Adam en ook ontvangt Hij niet de redding die Hij zelf brengt. Ook in de andere teksten noemt Paulus “allen” alle nakomelingen van Adam zonder Jezus. In Romeinen 5:12 noemt de Paulus de groep alle mensen die gezondigd hebben, ofwel iedereen behalve Jezus. In vers 15 maakt hij onderscheid tussen de Ene en de velen. De ene is Adam zelf die eerst zondigde en de velen die stierven als gevolg van Adam’s zonde. De “velen” is hier niet gebruikt als een minder grote groep dan allen. Het bereik van de velen is hetzelfde als van “allen” in vers 18. Hij gebruikt het woord velen in vers 18 en 19 als contrast met de ene. Door de overtreding van de ene stierven de velen. Op dezelfde manier laat Paulus in vers 14 zien dat de ene Adam een type was van Jezus. Jezus staat als 2de Adam in dezelfde relatie tot de velen als Adam. Met dit verschil dat Gods genade voor de velen nu overvloedig is. Niet alleen dat de verdoemenis over de mensheid nu wordt opgeheven maar de hele mensheid wordt nu ook een nieuwe schepping. Ten aanzien van 1 Kor. 15:22 zou je hetzelfde kunnen zeggen. “Want evenals in °Adam “allen” stervend zijn, zo zullen ook in °Christus allen levend gemaakt worden.”
Het 2de “allen” zou men beperkt kunnen uitleggen tot alleen de mensen die in christus geloven.
Zomaar zeggen dat het 2de “allen” alleen op gelovigen slaat, is geen bewijs voor enige beperkingen aan deze 2de allen. Dan zou men eerst hard moeten maken dat onder het eerste allen mensen vallen die nooit bij christus zullen horen. Dit is tegenstrijdig met de hele context maar ook met de volgende claim van Paulus dat de hele schepping aan christus zal worden onder geschikt. In 1 Kor. 15:28 zal alles aan God worden onder geschikt. Jawel, eerst wordt de dood aan christus ondergeschikt en daarna zal Christus zelf aan Zijn Vader worden onder geschikt. De hele schepping en in het bijzonder alle mensen zullen bij hun Vader horen. Hoorden ze voor die tijd dan niet bij hun Vader? Jawel, maar nu weten ze dit. De meest natuurlijke verklaring voor 1 Kor. 15:22 is dat hier voor het woord “allen” dezelfde vlieger opgaat als bij Romeinen 5:18. Critici merken op dat beide passages heel ergens anders over gaan. Paulus wil beweren dat de gelovigen alleen in Christus kunnen worden opgewekt. Hierin hebben deze critici op zich gelijk als het gaat om 1 Kor. 15:22. Maar waarom zou dit alle mensen uitsluiten die in Adam zijn gestorven? De critici vergeten dat het hele traject van de verzen 20-28 over veel meer dingen gaan dan alleen het opwekken van heiligen uit de dood. Namelijk de hele schepping en zelfs de dood zullen aan Christus en uiteindelijk aan Zijn Vader worden ondergeschikt.
*
Gered uit de grote verdrukking
Het lichaam van Christus wordt weg gerukt voor de grote verdrukking:
Romeinen 5:9 – Veel meer dan, nu gerechtvaardigd zijnde* in Zijn bloed, zullen wij door Hem gered worden van de toorn. [1 Thess. 1:10]
1 Thess. 1:6 – En jullie zijn imitatoren van ons geworden* en van de Heer, het woord ontvangend* in veel verdrukking met blijdschap van heilige geest, [1Kor. 4:16] – [Hand. 17:5-9]
1 Thess. 1:10 – en te wachten op Zijn °Zoon uit de hemelen, Die Hij opwekt* uit de doden, Jezus, Die ons redt uit de komende verontwaardiging. [Titus 2:13] – [Hand. 17:31] – [1 Thess. 5:9]
1 Thess. 5:9 – want °God plaatste* ons niet tot verontwaardiging, maar tot verkrijging van redding door onze °Heer, Jezus Christus, [2 Thess. 2:13]
*
Paulus en alverzoening
door Thomas Talbott
En wanneer Hem het al zal zijn onderschikt, dan zal Hij, de Zoon, worden onderschikt aan Hem die Hem het al Onderschikt*, opdat °God zij alles in allen. – 1 Kor. 15:28
Dat iedereen met God zal worden verzoend is in het Nieuwe Testament zo duidelijk dat het een mysterie is dat er zolang over een eeuwige hel is gekibbeld. Best knap om zo’n overduidelijke verklaring van de verzoening van iedereen weg te wissen. Paulus zegt duidelijk dat God alle dingen aan Christus gaat onderschikken inclusief de dood. En dat God alle dingen en iedereen in Hem gaat verzoenen. De moeite die velen doen om deze verklaringen weg te moffelen is misschien wel een eer aan de kracht van deze passages. Er staat ook nog iets anders in het Nieuwe Testament. Jezus zal terugkomen om te oordelen en te heersen met een ijzeren staaf. Juist deze passage wordt niet altijd goed begrepen waardoor er snel misverstanden ontstaan over het lot van ongelovigen. Men is snel geneigd om de triomf en overwinning van God op de dood dan maar weg te moffelen. De ironie is dat Paulus ook hier een pasklare toelichting op geeft en beiden, oordeel en overwinning met elkaar verenigt. Probleem is dat deze uitleg zo haaks staat op het denken van velen dat zo geïndoctrineerd is dat men gewoon blind is voor de tekst die men voor zich heeft. Het merkwaardige is dat de gedachte van een eeuwige hel juist weer niet in het Nieuwe testament voorkomt. Men leest dingen die er niet staan en leest dingen niet die er wel staan. Erg merkwaardig allemaal. Laten we eerst Romeinen 5:18 eens lezen: “Zo dan, omdat het door één overtreding voor alle mensen kwam tot veroordeling, zo komt het door één rechtvaardige daad voor alle mensen tot rechtvaardiging van leven.” [Rom. 6:7] – Romeinen 5:18
Paulus gebruikt 2 keer expliciet het woord allen in 1 vers. Beide zinnen zijn uitersten van elkaar maar het woord allen wordt in parallel verband gebruikt. Het gaat in beide gevallen om alle mensen. De eerste keer worden ze allen veroordeeld, de tweede keer worden ze allen gerechtvaardigd. En dat in 1 vers. Toch is het handig om ook de context van deze zin erbij te halen. Sommigen proberen een woord als allen juist bij voorbaat uit de context te halen en zoeken net zolang in de bijbel tot ze een betekenis tegenkomen die niet letterlijk op alle mensen slaat. Dit slaat nergens op. Als er in een schoenenwinkel staat: “uitverkoop” dan weten we dat het om schoenen gaat en niet om de kassa’s of de schrappen. In Lucas 21:17 bijvoorbeeld staat dat de discipelen door allen worden gehaat om Zijn naam. Ook hier is allen niet alle mensen. De discipelen zullen niet door elkaar worden gehaat om Zijn naam. Allen moet in dit soort voorbeelden met een korrel zout worden genomen. Anders zouden de discipelen zichzelf moeten haten. Als allen hier letterlijk op alle mensen sloeg, zou Petrus zichzelf moeten haten en Johannes zichzelf etc. Op ongeveer 50 plaatsen in het Nieuwe testament worden allen en alles of alle in beperkte zin gebruikt. In Romeinen 5:18 valt een beperkt gebruik van allen niet hard te maken. Neem de grondwet. Deze zegt dat alle mensen gelijk zijn. Als je documenten opduikelt uit dezelfde tijd als waarin de Grondwet tot stand kwam dan kom je hier en daar misschien interpretaties tegen waarin niet alle mensen gelijk zouden zijn. Dit maakt de verklaring in de grondwet niet anders. Hetzelfde geldt voor Romeinen 5:18.
In Efeze 1:11 zegt paulus dat God alle dingen naar Zijn wil gebruikt. Hij noemt hier geen opsomming van wat alle zou kunnen betekenen. Hier slaat alle op alle gebeurtenissen. Alles wat in de wereld gebeurt, valt onder Gods voorzienigheid. Zelfs als Paulus niet de auteur van Efeze is, dan zien we een gelijke vers in Romeinen 8:28 waar alle dingen meewerken ten goede voor die Hem lief hebben. Het gaat hier duidelijk niet om sommige gebeurtenissen maar om ALLE gebeurtenissen. In 1 Kor. 15:27 staat dat God alle dingen aan Christus zal onderwerpen. Uiteraard gaat het hier om alle geschapen dingen in de eonen en dus niet om God. God zal niet zichzelf in christus onderwerpen. Dat wordt trouwens een vers later in vers 28 bevestigd. Het gaat om elk lid van de groep die Paulus in gedachten heeft. Hetzelfde geldt voor Romeinen 3:23 waar “want allen zondigden en gebrek hebben aan de heerlijkheid van °God.” Het gaat hier niet om vogels of kikkers maar om de voornamelijk menselijke nakomelingen van Adam. Onder voornamelijk menselijke nakomelingen verstaat Paulus dus niet christus. De grammatica van Romeinen 5:18 is het volgende bewijs voor dat allen ongelimiteerd is. Het wordt 2 keer in parallelle zin gebruikt in 1 vers. In Romeinen 11:32 staat weer zo’n voorbeeld: Want °God heeft °allen onder koppigheid besloten*, opdat Hij °allen mededogen zou betuigen*. [Gal. 3:22]
Zie ook 1 Kor. 15:22: Want evenals in °Adam allen stervend zijn, zo zullen ook in °Christus allen levend gemaakt worden. In deze verzen wordt allen steeds in parallelle zin gebruikt binnen 1 vers. Het zijn contrastverzen die uit 2 tegenpolen bestaan. Het eerste “allen” bepaalt de reikwijdte voor het 2de “allen.”
*
Moeten we iedere overheid gehoorzamen?
Dit is een lastige. En dat niet alleen. Petrus zegt van niet, Paulus van wel. Petrus zegt in Handelingen 4 tegen het Sanhedrin dat hij God moet gehoorzamen boven de overheid op aarde. Paulus zegt in Romeinen 13 het omgekeerde: we moeten de overheid juist gehoorzamen. Toen Petrus voor het Sanhedrin stond, was Handelingen 4 nog niet eens geschreven. Hij volgde het evangelie van de besnijdenis die heel erg gericht is op religie en niet op genade. Vanaf handelingen 28:28 is het koninkrijk van God terzijde geschoven, zij het tijdelijk. Nu is de genade aan de beurt. Rom. 11:25. Genade betekent je politieke vijanden zegenen. Het zijn immers de hemelse machten waartegen we vechten. Petrus herkent later ook deze ommekeer in 1 Petrus 2:13-14. Elke overheid, hoe belabberd ook is immers ingesteld door God.
*
Elke fout die je maakt, is een zonde – martin zender
Op zich is de definitie van zondigen als doel missen juist. Richteren 20:16 gebruikt men in de vertaling het woord ‘missen’ en dat is daar gelet op het tekstverband juist. In de grondtekst staat daar het werkwoord voor zondigen: chata. Adam en Eva zondigden als eerste mens. Zij overtraden wat God gezegd had. Zij waren bedoeld om tot eer van God te leven, maar kwamen daar niet aan toe. Zonde is wetteloosheid zegt Johannes in 1 Johannes 3:4. Dat houdt in, dat steeds wanneer een schepsel afwijkt van de wetmatigheid die God meegaf, er sprake is van zondigen. Adam en Eva waren niet onsterfelijk, maar konden wel heel lang blijven leven als zij alleen van de boom des levens zouden eten. Zij aten echter van de boom van kennis van goed en kwaad en weken daarmee af van de weg (wetmatigheid) die God had aangegeven. Dat is zonde. Daardoor trad het stervensproces in werking en werd tegelijkertijd de weg naar de boom des levens afgesneden. Omdat de mens daarna het sterven erfde van het eerste mensenpaar (Romeinen 5:12), is de mens vervolgens omdat ie zwak is (hij sterft namelijk) niet in staat te leven tot Gods eer. Daarmee mist hij zijn doel en zondigt (Romeinen 3:23). Uit dat sterveling en dus zondaar zijn (in Adam zondigde de hele mensheid!) komen allerlei zonden voort. Er was en is dus niet aan te ontkomen.
*
Wat is Zonde?
Het woord ‘zonde’ wordt altijd gelieerd aan overtreding. Niet bij Paulus die verkondigde dat we niet onder de wet leven. Bij Paulus is zonde niet iets doen wat niet geoorloofd is (“alle dingen zijn geoorloofd”) maar met wat niet nuttig is (1 Kor. 10:23). Met recht dus: doel mist. Alles wat je doet zonder doel is dus zonde. Ik ken gelovigen die vaak roepen “alles is geoorloofd!” (terecht!) maar zich nooit de vraag stellen: wat is nuttig? Oftewel: wat bouwt op (mijzelf dan wel anderen)? (1 Kor. 10:24). En: wat verheerlijkt God?
“Of gij dus eet of drinkt, of wat dan ook doet, doet het alles ter ere Gods” (1 Kor. 10:31).
*
Geboorte VOOR schepping
weer zo’n lastige vertaling van John Gavazzoni
Dat wat uit Geest geboren is, is Geest. – Johannes 3:6.
God is niet de schepper van geesten maar de Vader van Geesten. Onder theologen waart de gedachte om de 2 scenario’s van schepping in Genesis te verzoenen. In het eerste geval wordt de mens geschapen naar de gelijkenis van Christus. In het 2de geval wordt de mens uit de klei getrokken. Maar klopt dit wel? Sommige theologen menen dat in het eerste geval de mens is geschapen als geest, waarna zijn fysieke hebben en houden later aan hem werd toegevoegd. De gedachte hierachter is dat we onszelf niet langer zien als louter fysieke wezens. Deze gedachte gaat voorbij aan de hele rode draad door de bijbel waarin het lichaam zeer positief wordt belicht. Met als klapstuk het letterlijke Lichaam van Christus als mysterie dat Paulus openbaart. De gedachte van theologen die de betekenis van het lichaam afzwakt, doet ons subtiel van de kennis van God afdwalen. En van Zijn wens dat wij Hem leren kennen. Niets is meer kostbaar voor God dan dat wij Hem leren kennen als onze Vader. Een Vader schept geen kinderen maar produceert ze. Hij laat ze geboren worden. De origine van ons wezen kwam van de Goddelijke potentie om zowel Ouderlijk als kinderlijk te worden. De Goddelijke impuls brengt zijn mannelijke essentie voort als zaad/sperma (Grieks, Sperma) op zoek naar zijn vrouwelijke tegenhanger om hun gezamenlijke familie geboren te laten worden in de Ene in Wie de volheid van de Godheid woont. Dit is geen schepping maar geboorte. De menselijke reproductie is hier een afspiegeling van en getuigt van geboorte als oorsprong en niet van schepping.
We zijn niet gemaakt om te ZIJN door een daad van schepping maar vanuit die geboorte die een echtelijke oorsprong heeft binnen de Goddelijke natuur. Menselijke reproductie kan alleen geschieden door zwangerschap, bevruchting en geboorte. Zonder dit principe zou het schepsel hooguit een houten pop zijn. Van de geest-substantie die hieruit ontstond, schiep God de stof waaruit Hij ons in Adam vormde. Wij zijn kinderen van God en niet slechts schepsels van hem. Ons eeuwige wezen dat voortkomt uit Hem, is een lichamelijk wezen. Er is niet zoiets als een lichaamsloze geest. We hadden lichamen vanaf het begin. Onze huidige lichamen komen van dat eeuwige lichaam. In de huidige staat zijn we in een vervallen staat maar deze vervallen staat kan onze verheerlijkte originele staat niet aantasten. Van binnenuit was je lichaam gevormd uit verheerlijkte stof.
Laat ons de mens scheppen naar het beeld van christus had zijn wezen al in het wezen van God. Hij was ergens uit gemaakt. En dat ergens of iets was het materiaal van zijn geest en zoonschap. Hij had een wezen in en uit de diepten van God VOOR de 2 scheppingsverklaringen in de bijbel. Binnen de eeuwige Godheid lag onze menselijkheid in vereniging met de Echte Mens die wachtte op zijn geboorte, opdat de Godheid zichzelf zou voltooien als familie. Ons wezen bestond voor de schepping. Het woord voor is in deze een concessie aan ons lineaire tijdsdenken. Maar theologisch betekent VOOR, dat waar alle dingen op zijn gebouwd, zoals Hij voor alles is en in Hem alles bij elkaar wordt gehouden. De Ark van het Verbond is hier een symbool van, gemaakt van hout, dat de mensheid symboliseert en bedekt met goud als symbool van God. Binnen de Godheid ligt de mensheid; het hout binnen het goud. De incarnatie in het vlees was niet een radeloze stap B. van God om te redden wat er te redden viel nadat Eva door de slang was misleid. De incarnatie was God die God was in de eon zoals Hij in de eeuwigheid is. Onze geboorte-oorsprong is niet te bevatten in een lineaire tijdslijn maar binnen de eeuwigheid van God. De geboorte heeft eerder te maken met Hem waarop alles gebouwd is en van waaruit alles voortkomt. Als Paulus zegt, dat Christus VOOR alle dingen is, kunnen we maar moeilijk vatten waar hij het over heeft, gewend als we zijn aan lineair tijdsdenken.
*
Zwangere woorden tegen een zwijgende hemel
door robert Anderson
Waarom zwijgt de hemel vandaag de dag tegen alle ellende die onder haar ogen plaats vindt? Waarom zijn er geen wonderen als in de tijd van Jezus? Waarom worden zieken niet spontaan genezen en doden niet opgewekt? Een pasklaar antwoord is dat we in een zogenaamde bedeling (tijdsperk) leven waarin de hemel zich heeft terug getrokken en massale wonderen niet worden toegestaan. Bij het aanbreken van de komende eon die voor de deur staat zullen er weer grote wonderen zijn, groter dan in de tijd van Jezus. Het zwijgen van de hemel is geen machteloos zwijgen maar een Sabbaticaal zwijgen. Een zwijgen dat de weg openhoudt voor genade voor de grootste misdadiger en zondaar. Zou je dit zwijgen willen opheffen, prima, dan houdt de bedeling van genade ook op. Dit staat ook te gebeuren. Wonderen zullen straks weer op grote schaal plaatsvinden maar dan wel in de Dag van Wraak van het Lam als Israël straks over de wereld regeert en het lichaam van christus over het heelal. De grote wonderen uit de tijd van Jezus zijn getransformeerd in het lijden van Paulus, 2 Kor. 11:23-33:
Zijn zij dienaren van Christus? (Ik spreek dwaas zijnde). Ik ben boven hen in veel meer zwoegen, in veel meer gevangenissen, in overmatige slagen, in vele malen doden. [1 Kor. 15:10] – [1 Kor. 15:30-32] Van Joden kreeg* ik vijf maal de veertig min één slagen, [Deut. 25:3] drie maal ben ik met staven gegeseld*, eenmaal ben ik gestenigd*, drie maal heb ik schipbreuk geleden, een dag en een nacht heb ik in een moeras doorgebracht, [Hand. 16:22] op reizen vele malen in gevaren van rivieren, in gevaren van rovers, in gevaren door rasgenoten, in gevaren door heidenen, in gevaren in de stad, in gevaren in de verlatenheid, in gevaren op zee, in gevaren onder valse broeders, met zwoegen en werken, vaak in waken, in honger en dorst, in vele malen vasten, in koude en naaktheid, [2 Kor. 6:4,5] nog afgezien van wat daar °buiten is, dat wat mij dagelijks overkomt, de zorg voor al de ecclesias. Is iemand zwak? En zou ik niet zwak zijn?
Iemand wordt verstrikt en ik zou niet in brand staan? [1 Kor. 9:22] Als er geroemd moet worden, dan zal ik roemen van mijn °zwakheid. [2 Kor. 12:5,9] De God en Vader van de Heer Jezus, de zijnde gezegend in de aionen, heeft waargenomen dat ik niet lieg. [1 Tim. 2:7] In Damascus bewaakte de stadhouder van koning Aretas de stad van de Damaskenen om mij te arresteren*, en door een venster in de muur werd ik neergelaten* in een mand van wilgentakken, en ik ontsnapte aan zijn °handen. [Hand. 9:24,25]. Dit is een heel ander soort “wonder” dan wat jezus deed, zoals mensen genezen. Het grote wonder dat er nu plaats vindt, is dat de geest telkens geactiveerd wordt in zij die Zijn stem horen.
*
Wim Hoogendijk live over de hel
Wim Hoogendijk live over de hel: mooie opmerking die gemaakt werd: eindeloosheid is geen joods begrip en is heel iets anders dan het bijbelse eeuwig. We moeten niet vergeten dat het woord eeuwig zeer vaak als metafoor wordt gebruikt. B.v. de treinreis duurde een eeuwigheid.
*
De dagen van Noach en Nu
De geschiedenis van de dagen van Noach van grote betekenis voor ons. In het 6de hoofdstuk van Genesis vinden wij een nauwkeurig verslag van de dagen van Noach. Dit Bijbels en historisch verslag is voor ons van het allerhoogste belang. De Here Jezus Zelf heeft immers verklaard, dat deze geschiedenis zich zal herhalen: ‘Gelijk de dagen van Noach alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des Mensen’ (Matth. 24 : 37). De zonden en ongerechtigheden, die kenmerkend waren voor de dagen van Noach, zullen eveneens kenmerkend zijn voor de dagen, die onmiddellijk voorafgaan aan de komst van de Zoon des Mensen op aarde. Zij waren in Noachs dagen de directe aanleiding tot het oordeel van de zondvloed; zij zuilen in de eindtijd eveneens de directe aanleiding vormen tot een nog groter en verschrikkelijker oordeel, dat over de ganse aarde komen zal.
De goddeloosheid en verdorvenheid van het mensdom bereikte in de ‘dagen van Noach’ zulk een hoogtepunt, dat de maat van Gods toorn vol werd en Zijn lankmoedigheid jegens de bewoners der aarde uitgeput raakte, zodat Zijn rechtvaardig en verschrikkelijk oordeel onvermijdelijk werd. Het was een goddelijk ‘tot hiertoe en niet verder’. En Gods normen zijn vandaag niet veranderd. Hij heeft in het verleden ‘de oude wereld niet gespaard’. Hij zal in de toekomst ook de moderne wereld niet sparen. Met rasse schreden nadert de dag des oordeels, waarin ‘de Here zal komen als vuur en Zijn wagens zullen zijn als een storm, om Zijn toorn te openbaren in gloed en Zijn dreiging in vuurvlammen; te vuur en te zwaard zal de Here gericht houden over al wat leeft’. (Jes. 66 : 15, 16).
Daarom is het voor ons een dure plicht, om het ontstaan, de voortgang en de voleinding van de goddeloosheid en de verdorvenheid onder de bewoners der aarde vóór de zondvloed nauwkeurig te bestuderen, voor zover het God behaagd heeft ons daarover in te lichten. Wij dienen onszelf op de hoogte te stellen niet alleen van het zaaien, maar ook van het groeien en het rijpen van de oogst der ongerechtigheid, waarin tenslotte de Almachtige vanuit de hemel Zijn blinkende sikkel geslagen heeft. Wij moeten daarbij vooral ook letten op de verschillende oorzaken van het kwaad, die successievelijk openbaar werden en tevens op de bijzondere invloed, die elk van deze gehad heeft op de zo snel ontaardende menselijke samenleving. Als wij dat doen, zullen wij onszelf wapenen tegen de gevaren en verzoekingen, die zich in onze tijd rondom ons vermenigvuldigen; en wij zullen beter in staat zijn de dreigende tekenen van onze tijd te onderscheiden.
De Kenmerken Van de De Dagen van Noach
Snelle groei van de wereldbevolking
Het eerste kenmerk, dat ons over die dagen van goddeloosheid wordt meegedeeld, is de snelle groei van de wereldbevolking ‘Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen’ (Gen. 6:l). Bevolkingsaanwas heeft in de geschiedenis altijd geleid, niet alleen tot vermeerdering, maar vooral ook tot intensivering van de zonde. Elke vorm van kwaad, voorkomend in dun bevolkte streken, treft men vanzelfsprekend ook aan, waar mensen zich hebben vermenigvuldigd. Maar bovendien zijn er ontelbare zonden, die karakteristiek zijn voor dichtbevolkte gebieden. Hoe talrijker mensen worden, hoe sterker zij zich wanen en hoe meer zij elkaar aansporen en steunen in openlijke rebellie tegen God. Ook in onze tijd kunnen wij reeds constateren, dat de bolwerken van het rationalisme en atheïsme speciaal te vinden zijn in de grote steden.
Snelle ontwikkeling van cultuur, kunst en wetenschap
De geweldige toename van de wereldbevolking ging gepaard met een snelle vooruitgang van de menselijke beschaving en wetenschap. Kaïn had zijn nakomelingen geleerd om volksgemeenschappen te stichten en steden te bouwen (Gen. 4 : 17); en de zonen van Lamech – ongetwijfeld spoedig door vele anderen gevolgd – hadden technische en schone kunsten ingevoerd. Hoe het ook zij, de mens bleek zeer vernuftig in het bedenken van middelen, die moesten dienen om de zware arbeid, waartoe hij na de zondeval en de vloek was veroordeeld, zoveel mogelijk te verzachten. (Gen. 4 : 20, 22). Vanaf het allereerste begin heeft hij er naar gestreefd, om door zijn eigen inspanningen het verloren paradijs terug te winnen. En daarbij moeten wij zeker niet uit het oog verliezen, dat de mensen in die tijd geen 70 of 80, maar bijna 1000 jaar oud werden! Dat feit moet wel op enorme wijze hebben bijgedragen tot de snelle ontwikkeling van wetenschap, techniek en kunst.
Het enig vermeld voorbeeld van techniek in die dagen is de ark, die door een nakomeling van Seth werd gebouwd en die in afmetingen het grootste schip van onze tijd evenaarde. Verder kunnen wij ervan verzekerd zijn, dat de machtige bouwwerken van Noachs nakomelingen – ná de zondvloed – ontsproten zijn uit herinneringen aan voormalige grootheid en uit fragmenten van wetenschap, overgeleverd door hun voorouders, die een deel van hun bestaan hebben doorgebracht in de voorgaande eeuw van menselijke glorie en verdorvenheid. In dit licht moeten wij misschien zien het gewaagde plan tot bouw van een toren, die letterlijk tot in de wolken zou reiken; de verbazingwekkende en kunstig versierde bouwwerken van Babylon en Nineve; de wonderbare structuur van de eerste piramide, als bewijs van de diepgaande kennis, die men toen reeds bezat op het gebied van astronomie – bijna op hetzelfde peil van de tegenwoordige, hooggeroemde wetenschap. En dan te bedenken, dat al deze grootse werken nog tot stand zijn gekomen tijdens het lange leven van Sem, en waarschijnlijk ook in dat van zijn broers Cham en Japhet.
Ook moeten wij de ontdekkingen van de laatste decennia niet vergeten, betreffende de oeroude beschaving van de Arcadiërs, wier bestaan ruim een halve eeuw geleden nog nauwelijks bekend was. Hun taal is een ‘dode taal’ geworden, maar het werd – evenals het Latijn in de middeleeuwen, – de wetenschappelijke taal, alleen nog gebruikt door de geleerden – en dat twintig eeuwen voor Christus. Zo groot was hun wetenschappelijke kennis, dat de beroemde bibliotheek van Sargon 1 ‘de eerste Semiet, die de oude wereld veroverde’ (Zie Prisma pocket 553 ‘Opgravingen in Bijbelse grond’) propvol stond met boeken, die we melden van technische termen in de oude Arcadische taal. In de astronomische afdeling was een catalogus met een gebruiksaanwijzing voor eventuele gegadigden, hoe hij bij de bibliothecaris een bepaald boek kon aanvragen. Deze vernuftige methode kan niet anders dan het resultaat zijn van de ervaringen van een aantal opeenvolgende geslachten van bibliothecarissen. Hebben we nog een sterker bewijs nodig voor de hoge graad van ontwikkeling in literatuur en wetenschap, en voor het bestaan van een aanzienlijk aantal mensen in die grijze oudheid, die lezen en schrijven konden?
Volgens Berosus was er al voor de zondvloed een ‘stad der boeken’ in Babylonië. En van Sisuthros, de Chaldeeuwse Noach, luidt de overlevering, dat hij zijn boeken voor de zondvloed begroef te Sippara, om ze na het verlaten van de ark weer op te graven. Maar behalve de overlevering zijn er onomstotelijke bewijzen, dat er in oeroude tijden bibliotheken bestaan hebben in Erech, Ur, Cutha en Larsa, waaraan tevens observatoria en universiteiten verbonden waren. Als wij al deze gegevens eerlijk op hun waarde gaan schatten, dan moeten wij wel tot de conclusie komen, dat de bewoners der aarde voor de zondvloed tot een zeer hoge graad van ontwikkeling en beschaving zijn gekomen – een hoogte, die wij in bepaalde opzichten nog maar nauwelijks bereikt hebben, hoezeer wij ook op onze ‘verlichte eeuw’ prat gaan.
*
welke kerk?
je hoort wel eens zeggen:
– zoek een kerk die bij je past
– hoeveel mensen zijn er bij jouw kerk?
– wat zegt uw kerk hierover?
– onze kerk is in het centrum; goed bereikbaar.
– we zijn laat voor de kerk.
– onze kerk krijgt subsidie
om bij de woorden van Peter Lord te blijven: wanneer houden we nou eens op Adam en Eva te zijn en de slang te gehoorzamen en te zijn wie we niet zijn en niet te zijn wie we wel zijn? Wanneer houden we op naar de kerk te gaan en snappen we dat we ZELF de kerk ZIJN. We ZIJN de kerk.
– hoeveel leden heeft je kerk? Alsof je dit kunt tellen? Alleen God weet wie werkelijk tot het Lichaam van christus behoort. Statistieken over kerkverlaten of inschrijvingen in kerk registers zijn het ontkennen van het ware lichaam van christus.
– Onze kerk is in het centrum. Best maar dit is NIET God’s kerk; die is echt niet van stenen en cement en houten kerkbanken: Handelingen 17:24.
– we zijn laat voor de kerk; kom opschieten. (is zondagochtend 9 uur laat?) We zijn helemaal niet laat. We ZIJN de kerk. Hoe kun je nou te laat zijn voor jezelf? We kunnen we te laat zijn voor het Babylonische systeem van stenen en cement.
Koninkrijken van deze wereld
Hans Teeuwen maakt terecht een bepaalde manier van geloven belachelijk. De geen taboes kennende cabaretier Hans Teeuwen maakt meteen in zijn show “Trui” dat geloof belachelijk waarin beweerd wordt dat God regeert en waarin Gods bestuur hier op aarde goedgepraat wordt met de voor ongelovigen totaal nietszeggende en alles vergoelijkende slogan “des Heren wegen zijn ondoorgrondelijk”. Ja, ja, moeten we dàt geloven? God zou met alles een bedoeling hebben en alles wat hier op aarde gebeurd is op de een of andere manier besloten in zijn raadsbesluit? Is dat een nu excuus: nu begrijpen wij dat uiteraard niet, maar later, als je in de hemel bent, kan God je dat allemaal haarfijn uit de nu duistere doeken doen???
Teeuwen haalt dan de verschrikkingen uit de concentratiekampen aan. Hoe zit dat dan? Hij speelt vervolgens dan dat hij in de hemel aangekomen is. God legt aan hem uit hoe de vork in de steel zit, van: kijk, dat moet je zo zien dus, daarom dit en dat, vervolgens zus en zo, met als uitkomst: tatarataaa!! Teeuwen heeft zijn hand dan op zijn mond en knikt bevestigend. Natuurlijk, stom dat hij dat niet eerder zo zag. Volstrekt logisch wat er in de concentratiekampen gebeurde. God had er allemaal een duidelijke bedoeling mee. Het kon en hoefde ook niet anders. Teeuwen kan het helemaal vatten. Niks aan de hand! DUS NIET!! DUS NIET!! DUS NIET!! Het publiek in de zaal voelt tot diep in zijn vezels aan dat je niet kunt aankomen met een Godsbestuur waarin zelfs de onvoorstelbare gruwelijkheden van de concentratiekampen netjes een burgerlijk plekje krijgen en volstrekt bevredigend verklaard zijn. Wat zijn dat voor mensen, die dàt geloven?
Het evangelie maakt ons meteen duidelijk wie het voor het zeggen heeft
Bij de verzoeking van Jezus in de woestijn lees je onder andere “Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en zeide tot Hem:
Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt” (Mattheüs 4: 8 en 9). De Heer spreekt de duivel juist dan (!) niet tegen in de zin van: “wie denk je wel dat je bent. De koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid behoren jou helemaal niet toe. Jij kunt mij niet iets aanbieden wat je niet hebt.”
Dus, het betekent zoveel als dat de macht en heerlijkheid van met name het Romeinse keizerrijk niet zozeer in handen lag van mensen maar van de duivel zelf. Wie trekt er aan de touwtjes? Wie heeft hier regeringsmandaat? Het is de duivel!! Het antwoord dat meteen weer duizend andere vragen oproept op de vraag “waarom is er zoveel ellende in de wereld?” luidt toch simpelweg: niet God staat daarachter, maar boze kwalijke machten die niet veel goeds op hebben met de mensen. Ook de rest van het Nieuwe Testament maakt duidelijk dat niet God regeert of dat Jezus regeert maar dat de duivel de god van deze eeuw is (2 Corinthiërs 4: 4). De wereld waarin wij leven ligt in den boze (Galaten 1: 4) en de duivel gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden (1 Petrus 5: 8). De gruwelijkheden die de nazi’s in de vorige eeuw begaan hebben, hebben een occulte achtergrond.
De mensen die zich hieraan schuldig hebben gemaakt, zijn daaraan volledig schuldig maar zij zijn wel beïnvloed en gemanipuleerd door hogere duistere machten waarvan de duivel aan het hoofd staat. Je kunt het God niet verwijten dat het allemaal behoort bij zijn duistere en onbegrijpelijke wegen waardoor Hij tot zijn doel komt. Het zou anders onzinnig zijn dat de duivel en zijn trawanten later ooit in de poel van vuur en zwavel geworpen zouden moeten worden waar zij tot in de eeuwigheden van de eeuwigheden gepijnigd zullen worden (= de vergelding bewust ondergaan en daarna voor altijd vernietigd worden, een tegengestelde schepping).
Betekent Hemelvaart niet dat Jezus is begonnen met te regeren?
Dat hoopten de discipelen eigenlijk wel meteen. Petrus roept het volk op om tot inkeer en berouw te komen opdat God vanuit de hemel Jezus zende en opdat dát in vervulling mag gaan waar de Oud Testamentische profetieën boordevol van staan (Handelingen 3: 19 – 21). Dan zullen de volkeren geen oorlog meer leren, dan zal het wolf bij het schaap verkeren, dan zal de aarde vol zijn van de kennis des Heren etc. Jezus staat met andere woorden te popelen om te regeren en om zijn macht direct en zichtbaar uit te oefenen. Inderdaad, Hemelvaart is zoiets als een bekroning! Hij heeft alle macht in hemel en op aarde gekregen. De cruciale vraag is echter of Hij die macht ook uitoefent!! Toen koning David tot vorst gezalfd werd (1 Samuël 10: 1) was hij nog niet meteen de koning die zijn macht implementeerde.
God was met David maar zijn tijd om te regeren was nog niet gekomen. Dit geldt ook voor de Hemelvaart van Jezus. In heel het boek Handelingen lees je dat de Joden worden opgeroepen om zich tot de Messias te bekeren zodat het Koninkrijk eindelijk kan beginnen. Maar dit aanbod dat werd ondersteund door de plaatselijke tekenen, krachten en wonderen werd net als vòòr het kruis andermaal verworpen. Het volk wil maar niet geloven. Jezus staat klaar aan de rechterhand van de Vader om te kunnen komen (Handelingen 7: 55) maar de Vader moet tegen Hem zeggen: “Ge moet nog even wachten!”
Dus
Het een en ander houdt wel in dat er andere machten in het Midden Oosten en in de wereld het voor het zeggen hebben. De afgelopen eeuwen zijn een lange getuigenis dat het hier beneden nog lang niet is. Het een en ander is eerder een bewijs voor het bestaan van de duivel dan van een God die liefde en almacht is. De aansprakelijkheid van de mens blijft ook recht overeind staan. Wie zich laat beïnvloeden is niet onschuldig. Iemand die dronken is en een ongeluk veroorzaakt kan de drank niet de schuld geven. De bijbelse boodschap is wel zo duidelijk dat eens de Boze zijn koninkrijken en hun heerlijkheid zal teruggeven is het niet goedschiks dan wel kwaadschiks (daar gaat het grootste gedeelte van het laatste bijbelboek Openbaring over). De uiteindelijke afloop van de wereldgeschiedenis is zonder meer positief. De Heer regeert, ja, maar dan wel in ons hart en daardoor in ons leven en in onze daden. Momenteel zijn er andere machten in het spel. De duisternis daarvan mag je niet terugleiden naar God die juist Licht is. Ik denk dat Teeuwen nog lang niet tevreden zou zijn met zo’n antwoord, maar het is goed te beseffen dat de wereld waarin we nu leven het niet waard is om bezongen te worden met:
de Heer regeert! Als je dat zingt, dan kijk je naar de toekomst en dat geeft voor het heden de nodige moed. God heeft uiteindelijk (!!) toch alles in zijn hand, de hele wereld!
*
Jihad, versus goed soldaat van God
“Lijd samen kwaad met mij als goed soldaat van Christus Jezus. Niemand die oorlog voert is betrokken bij zijn onderhoudszaken, opdat hij zou behagen die hem aanwerft” – 2 Tim. 2:3,4
Je hoort wel eens over moslims die jihad willen voeren om hun zin te krijgen. Nu kunnen christenen er ook wat van. Er zijn nogal wat oorlogen gevoerd in naam van God. Ik zeg niet dat God geen oorlogen op ons dak stuurt (zie Jesaja 45:7). Ik zeg alleen dat de vers uit 2 Tim. 2:3,4 door veel gelovigen verkeerd wordt begrepen. God roept Timotheus op om een goed soldaat te zijn. Maar niet door zijn spieren te sterken zoals Jihadisten doen of door oorlog te voeren of moderne wapens te kopen. Nee, Paulus bedoelt heel iets anders met soldaat zijn, namelijk LIJDEN.
Een goed soldaat van God moet het lijden kunnen verdragen dat hem overkomt. Timotheus werd op een bepaald moment onder druk gezet door religieuze en politieke leiders. Hij had het hier best moeilijk mee maar ging niet naar een psychiater of psycholoog voor zover die er al waren. Nee, hij kon het lijden verduren door gezond verstand. Dit zijn niet zomaar loze woorden. Paulus waarschuwt ons niet voor koffievlekken in een mooie jurk. Nee, waar Paulus het over heeft is het lijden dat ons te wachten staat in de zin van geestelijke instorting, honger, ziekte en verminking. – Bron: Adolph E. Knoch, het probleem van het lijden
*
de volgende Zondvloed over 1000 jaar
Heeft de eerste Zondvloed de aarde vernietigd? Nee. Er kwam juist een nieuwe wereld uit voort. Deze wereld is nog steeds de wereld zoals wij die kennen en zal tenminste nog 1000 jaar voortbestaan. Aan het einde van de volgende 4de eon zal de wereld niet worden verwoest door water maar door vuur. Wat is dit voor vuur? Mijns inziens is dit de heilige geest. Er zal een 2de Zondvloed over de aarde komen, dit keer van de heilige geest. Ze wereld zal niet worden verwoest maar gereinigd. De regenboog was altijd het symbool dat God de aarde nooit zou verwoesten. Maar wel reinigen. De wereld zal in de toekomst opnieuw worden bedekt, niet met water maar met geest. zie: Num. 14:21; Jes. 6:3 and 11:9; Ps. 72:19; Hab. 2:14
*
Hebreeën 6
Hebreeën 6 is verwarrend. Als iemand zich van God heeft afgekeerd kan hij zich geen 2de keer bekeren. Maar deze passage is bedoeld voor Israël. Haar geloof was gebaseerd op tekens. Op Pinksteren zagen ze veel tekens. En ook waren er wonderen. Israël baseerde alles op deze tekens. De schrijven van Hebreeën zegt dat als Israël na het zien van deze tekens zich nog steeds van God afkeert, ze geen verdere tekens zullen zien. Ze zullen moeten vertrouwen op de levende God en niet op tekens.
*
Psalm 22
Mijn kritische intellectuele schooljuf die ik eerder noemde vond dat psalm 22 helemaal niet per sé over Jezus hoefde te gaan. Haar kritische blik zei dat de chronologie van de psalm omgekeerd was aan de gebeurtenissen rond Jezus. Terloops merk ik hier op dat er een rechte lijn loopt van de doop van Jezus tot aan zijn dood. Over wie gaat psalm 22 dan wel? Over David zelf misschien? Ik wil wedden dat mijn kritische intellectuele schooljuf nooit Hebreeën 2:12 heeft gelezen. Hierin wordt direct verwezen naar Psalm 22 die dus over Jezus gaat: “Ik zal Uw Naam aan Mijn broeders bekendmaken; te midden van de ecclesia zal Ik U psalmzingen.”
*
discussie over eeuwige hel
Ik dook middenin een discussie over een eeuwige hel en kwam een mooie oprechte bekentenis tegen:
Dag André en Simon,
jullie discussie is in relatie tot mijn eigen verhaal zo helpend, omdat ik aan het proberen ben van mijn fobie voor het christendom in het algemeen en voor de Bijbel in het bijzonder af te komen. En dan bedoel ik precies dat ziektebeeld, inclusief lastige symptomen. Juist die eeuwige foltering, de tweede dood of dat juist allemaal niet is de kern daarvan. Als heidens kind zat ik in een afgesloten dorp op een katholieke kloosterschool. Niet te bekeren, voor eeuwig verdoemd: de demoniserende werking van de Bijbel bepaalde tientallen jaren van mijn leven, ook toen ik allang voor mijn gevoel had afgerekend met ‘die verhalen’ en het existentialisme e.d. had leren kennen. Niets is minder waar geweest: het woekerde ondergronds in mijn geest (en ziel?) voort.
Gaandeweg in – vrijwel digitaal – contact met Simon durfde ik de Bijbel in mijn huis te bekijken. Die was er allang, in verschillende vertalingen zelfs, maar die kamer betrad ik vrijwel nooit. Die was van mijn man en ik was er zeer bang voor, juist vanwege dat Boek. Nu lees ik het opnieuw, soms ordelijk, soms thematisch, soms grasduinend. Het gekke is: hoewel ik allerlei passages zie met een mogelijk vertoornde God (zelden Jezus overigens, tenzij Hij terecht tegen de woekeraars in de tempel optreedt of zo) komen de teksten mij vooral liefdevol, optimistisch over. Het accent ligt ineens heel anders. Het doet me vechten voor/over ‘vergeving’ m.b.t. daders in mijn leven. Moeten zij eeuwig gefolterd worden? Ooit een zoete gedachte, ergens ver weg in mijn wezen. Hoe het wel zit, weet ik niet, maar één besef is heel helder: afrekenen met hoop op hun eeuwige brandende ‘leven’, verlost mij van verwoestende wrok en geeft me vrijheid. Af en toe heb ik nu dagen dat ik dat proef. Daar wil ik er veel, veel meer van hebben: Liefde overwint! Maar wat is het moeilijk om dat werkelijk te geloven. En verder, André, die kerkdiensten-zin: ‘God laat nooit varen Zijn goede werken’? Het zei me in eerste instantie niets, want ik heb maar weinig kerkdiensten meegemaakt en al helemaal niet bewust. Het verwijst naar die voor mij ambivalente tekst: “De levende God is en Redder van alle mensen, speciaal van de gelovigen”. 1Tim. 4 vers 9-11, 2 vers 6-7. Wat is er met die gelovigen? Wáár geloven ze precies in? Zo duidelijk is dat namelijk helemaal niet. Simon, jouw ‘helft’ van de discussie hier, maakt op zo’n liefdevolle wijze duidelijk inzichtelijk hoe dat werkt bij echte christelijke mensen die ‘ongelovigen’ willen redden. Jullie zijn trouwens beiden voor mij zo christelijk als maar zijn kan. Bijzonder om een discussie mee te mogen maken over zo’n kernthema tussen zulke oprecht gelovige mannen.
* N.B. het bijzondere voor de gelovigen is dat iedereen gered wordt maar alleen zij het aionische leven erven.
*
vervolg Mattheus 25
‘Ik ben heel erg benieuwd wie nu eigenlijk ‘de duivel en zijn engelen’
zijn uit vers 41!
In feite is het minder moeilijk dan het lijkt. Vanuit de traditie wordt dit altijd gezien als de satan met zijn engelen. Omdat er ook over ‘eeuwig vuur’ wordt gesproken, denkt men onmiddellijk aan de poel van vuur in Openbaring 20-22. Daartoe is echter gezien het tekstverband van Mattheüs 25:31-46 niet zoveel aanleiding.
‘Huh? Het gaat dus niet over de tegenstander, de oude slang, de satan?’
Gelet op het tekstverband zou je heel goed aan een specifiek volk kunnen denken, dat als dé tegenwerker van Gods volk gekenmerkt kan worden. Zo’n volk kan ook allerlei boodschappers erop uit sturen om het antisemitisme aan te wakkeren en andere volkeren op te zetten tegen Israël. Dat volk -als grote tegenstander van Israël- zal dan in de komende eon (en misschien wel eonen) afgesneden zijn van de zegeningen die Israëlen de schapenvolkeren wel genieten. Die insnoeiing is dan eonisch vuur, en dan vuur gezien als een zuiverende weg, een louteringsweg.
‘Nou, dit heb ik nog nooit eerder gehoord. Maar de satan komt toch in de poel van vuur?’
Ja, en daar zullen alleen hij, de valse profeet en het beest gepijnigd worden, aangezien het om geestelijke machten gaat. Mensen gaan onmiddelijk dood in de poel van vuur. Deze drie niet. Het zijn geesten, en die sterven niet in vuur. Zij sterven sowieso niet, zij worden gepijnigd. Er wordt nergens bij de poel van vuur gezegd, dat er hele volkeren in worden geworpen. Wel individuele mensen, en voor hen is het dan de tweede dood.
‘Nou hier ga ik eens goed over nadenken, het zet mijn denken over deze dingen wel op zijn kop!’
Dat zal best nog vaker gebeuren als je je verdiept in Zijn woord. Dan blijken de dingen anders te zijn dan je of men denkt. Maar we gaan morgen verder, met iets dat de gemoederen vaak bezig houdt, heeft gehouden en nog zal houden.
‘Ja, nu wil ik weten, wat dat onderwerp is!’ Even geduld nog, morgen gaan we daarmee beginnen! www.da-ath.nl
*
“Beter” als Hebreeuwse gedachte
Het Hebreeuws kent een sleutelgedachte, namelijk het woord beter:
Jezus was beter dan de boodschappers.
(engelen zijn boodschappers in de zin van profeten; engelen duiden zowel op profeten als bovenaardse wezens)
Jezus was beter dan Mozes.
Jezus was beter dan Jozua
Jezus biedt een betere hoop dan zijn voorgangers.
Jezus heeft een beter testament.
Jezus had een betere bediening.
Jezus bracht een beter verbond.
Jezus was een beter offer.
Jezus kwam van een beter land.
Jezus had een betere opstanding.
Jezus was beter dan de wet.
*
theologie
Theologie gaat steeds minder over god. Daarentegen gaat ze steeds meer over een afdeling van de antieke geschiedenis die geabsorbeerd wordt door miniscule details van historische en literaire kritiek. Het hele theologische kader begint buiten zijn proporties te raken.
Oliver Fielding Clarke, For Christ’s Sake (1963)
*
bij de wortel van het vlees
Bij de wet van Mozes leidde zonde tot wraak. In de boodschap van Paulus leidt zonde juist tot meer zegeningen. Slechts weinigen weten dit. Doorgaans mixt men de wet met genade en verwart men het Lam met het kruis. Men denkt dat men een soort jood is en verzint rare uitdrukkingen als christelijke sabbat waarbij men dan ook nog anderen veroordeelt die zich niet aan deze christelijke sabbat houden. Hoe Israël maar ook de meeste christenen hun best doen om zichzelf voor god te bewijzen. Neem dit weg en er is geen verschil met andere religies en mensen. Paulus haalt het vlees bij de wortel weg.
*
hoe werken engelen?
In Daniel 10 vast en bidt de profeet 21 dagen voordat hij een antwoord krijgt van een anonieme engel. Nee niet van Anonymous maar van een echte engel. Deze engel zei hem dat hij 21 dagen was tegen gehouden door de prins van het koninkrijk van Perzië. Hoe kon een koning van Perzië een engel tegen houden om het woord aan Daniël te brengen? Hier zien we hoe engelen functioneren; namelijk door mensen. Zij werken hun bediening voor god uit door mensen. Zo werkt het met boze geesten ook. Zij gebruiken de Breiviksjes en Volkertjes om onheil te brengen op aarde.
*
Zionisme en nationalisme
U bent mijn volk NIET en ik zal NIET uw god zijn, Hosea 1:9
Israel was ooit God’s hoofd onder de volkeren, Deut. 28:13; maar na vele waarschuwingen is ze nu het restant, Deut. 28:44. In plaats van een lichtend voorbeeld te zijn voor de natiën is Israël nu verblind, Rom. 11:25. God’s scheiding van Israel was geprofeteerd door Jesaja 50:1; nationaal zijn ze Lo-Ammi, NIET meer zijn Volk, Hosea 1:9. Maar dit zou allemaal tijdelijk zijn. In deze aion van genade is de muur tussen jood en heiden weg gevallen, Efeze 2:14. Er is geen verschil tussen jood en griek, Romeinen 10:12; daar God alle landen inclusief Israel in ongeloof heeft geslagen om zich over alle landen te ontfermen. Gelovige joden en heidenen zijn nu samen 1 lichaam door het kruis, Efeze 2:16. Het nationalisme van de heidenen is een groot exportproduct richting israel. Zionisme is hun variant hiervan met de bedoeling op eigen kracht en buiten God om zich een eigen joodse staat te vestigen. Er is geen enkel verschil tussen zionisme en nationalisme. De meeste christenen prikken hier niet doorheen. Joden zijn niet beter dan welk ander volk en Israel is niet beter dan welk ander land. We moeten zo tegen Israel aankijken, waar God haar nu heeft geplaatst, namelijk op 1 dezelfde lijn met de rest van de wereld. Maar… God is nog niet klaar met Israel. Als hij zijn huidige werk met de ecclesia, het lichaam van christus voltooid heeft, zal hij zich weer tot zijn volk Israel keren en haar tot hoofd van de wereld maken. De wereld zal naar haar toe komen om de nieuwe koning te eren, Jesaja 60:3. Wat een glorieus plan. En hoe weinig gelovigen snappen dit. Op dit moment is Israel slechts een land ten midden van de rest van de wereld. Israel steunen heeft geen andere geestelijke waarde dan Luxemburg steunen.
*
seks als plicht, 1 Kor. 7:3
Laat de man tot de vrouw de verplichting leveren en zo ook de vrouw tot de man. – 1 Kor. 7:3
De omgang tussen man en vrouw in de vorm van en huwelijk is levenslang. Het huwelijk brengt inderdaad een verplichting voor elkaar mee. In het Grieks is dit woord verplichting vertaald met opheilō. Man en vrouw zijn gebonden. Het lichaam van een man behoort aan zijn vrouw en andersom. Men mag elkaar dus geen seks weigeren, dit is zelfs fraude: 1 Kor. 7:5. Juist om satan geen kans te geven je te verleiden tot seks met anderen of naar de hoeren te gaan, mag je elkaar niet weigeren. Kern van het huwelijk is dat twee één zijn met seks als belangrijkste bindmiddel. Dit is de betekenis van trouwen: een daad van vereniging. Elkaar seks onthouden is dus fraude bij uitstek tenzij het natuurlijk te maken heeft met lichamelijke beperkingen. De enige andere uitzonderingen om elkaar seks te weigeren zijn vasten en gebed. De reden hiervoor is simpel: geen seks, dan ook geen eten. Je zou dus letterlijk van honger sterven als je de ander steeds seks onthoudt. Wij denken dat het andersom is: als je erop los neukt, komt er nooit brood op de plank. Maar God draait het duidelijk om.
Het vasten heeft hier geen medische betekenis en is duidelijk gekoppeld aan gebed. Paulus geeft een voorbeeld van een stel dat zo in beslag wordt genomen door dagelijkse beslommeringen dat ze geen zin meer hebben in fysiek genot als seks. De tijd die ze ooit aan seks en eten besteedden, gaat nu op aan hun strijd tegen de dagelijkse beslommeringen. Er is een duidelijk verband tussen het genot van eten en van seks. Ook wanneer men even geen seks wil i.v.m. gebed en vasten moet dit in onderlinge overeenstemming gebeuren. En bovendien mag dat gebed en vasten maar beperkt duren. Anders maakt satan misbruik van je verlangens. Zelfs van de grootste beproevingen kom je af en toe bij om even een pot bier te pakken. Koning David beurde zichzelf ook op na de dood van zijn zoon, 2 Samuel 12:20.
In vers 5 staat: “en jullie opnieuw hetzelfde zouden zijn.”
Je ziet dus een beeld van seks – gebed/vasten – weer seks. Dit is een beeld van een man/vrouw eenheid die zich in een continue huwelijksstaat bevindt. Inbreuk maken op elkaars seksuele plichten ten opzichte van elkaar is niets anders dan rebellie tegen god.
*
2 x 490 jaar
In Daniel 9:24 staat iets over 70 jaarweken die tot de komst van de messias leiden. Het gaat hier om jaren of zelfs sabbatsjaren. 70 sabbatsjaren zijn een periode van 490 jaar. Als je vanaf de tijd van Ataxerxes rekent in 458 voor christus kom je 490 jaar later in 33 na christus uit als Jezus aan het kruis sterft. Zie Secrets of Time, pp. 107-110. Maar er is nog een andere 490 jaar cyclus. Als we bij Ezra beginnen toen de mensen het Feest van Tabernakelen gingen vieren volgens de wet komen we 490 jaar later uit in 46 na Christus. Precies het jaar waarin Paulus zijn bediening begon in Handelingen 11:27:30. Het getal 46 duikt bovendien op in Handelingen 13:46 als Paulus zich losmaakt van de andere apostelen en de genade boodschap aan de natiën brengt. – bron: Stephen Jones
*
“Beter” als Hebreeuwse gedachte
Het Hebreeuws kent een sleutelgedachte, namelijk het woord beter: Jezus was beter dan de boodschappers. (engelen zijn boodschappers in de zin van profeten; engelen duiden zowel op profeten als bovenaardse wezens)
Jezus was beter dan Mozes.
Jezus was beter dan Jozua
Jezus biedt een betere hoop dan zijn voorgangers.
Jezus heeft een beter testament.
Jezus had een betere bediening.
Jezus bracht een beter verbond.
Jezus was een beter offer.
Jezus kwam van een beter land.
Jezus had een betere opstanding.
Jezus was beter dan de wet.
moet God met een hoofdletter?
god, christus en heer werden in de Griekse manuscripten niet met een hoofdletter geschreven. Het waren immers geen namen. Omdat algemeen aanvaard is dat we dit wel doen, kunnen we een compromis maken. Jezus is een naam en mag dus met een hoofdletter. Jezus Christus dus ook. Als Christus direct naar de persoon verwijst dan mag dit ook met een hoofdletter hoewel Christus natuurlijk geen achternaam is maar meer een titel of status. In andere gevallen wanneer naar de god wordt verwezen of de heer, is een hoofdletter niet wenselijk tenzij aan het begin van een zin.
*
Welk geloof?
welk geloof had jezus het over? het geloof van de joden natuurlijk in een tijd dat er nog geen jehova’s hare krishna’s en pauzen waren. dit was een ander geloof dan dat van het lichaam van christus dat inmiddels had kennis gemaakt met de opgestane. Paulus schrijft ook aan de verschillende gemeenten in Korinthe en Galatie. Maar zijn dit wel verschillende gemeenten of is het 1 gemeente verspreid over diverse locaties? Dat laatste natuurlijk. Zo had je de:
kerken van de heidenen: rom. 16:4
kerken van christus: rom. 16:16
kerken van God, 1 Kor. 11:16
kerken van de heiligen, 1 Kor. 14:33
kerken van azie, 1 kor. 16:19
kerken van macedonie, 2 kor. 8:1
geen van deze kerken was door mensen gemaakt. En dit is het verschil met nu: we hebben nu verschillende kerken door mensen gemaakt met verschillende boodschappen op verschillende locaties. Paulus spreekt van 1 kerk, niet door mensen gemaakt op verschillende locaties. Amerika heeft 1 vloot verspreid over de wereld. In de volksmond zegt men dat amerika meer vloten heeft maar in feite is het 1 vloot. Zo was het ook met de kerk het geval. Helaas moet ik zeggen, was. Wat ooit 1 kerk was, zijn nu ontelbare door mensen bedachte denominaties.
*
Ontworteling
het gevoel van ontworteling ken ik maar al te goed; weg van mijn ouders, familie en wonend in vreemde steden. Maar er gaat niks boven de stad van je jeugd. Jane Apor kwam uit Toronto en verhuisde achtereenvolgens naar de bruisende metropolen van New York en London. Ze ontdekte het vrije bohemien leven en genoot erop los. Door de aanslagen van 11 september verliet ze New York toch maar en kwam weer in Toronto terecht, nog even saai maar wel herontdekte ze haar geboortestad. Ze zei: New York en London waren in vorige fasen van haar leven bruikbaar om nieuwe inzichten te verkrijgen over het leven. Maar toen ik terug was, ontdekte ik opnieuw mijn wortels. Familie is belangrijker voor een mens dan je zou denken. – uit Richard Florida: Who’s your City?
*
Handelingen 5
Jezus zei tegen de 12 apostelen dat ze op een dag over de aarde zouden regeren. In de volgende eon zullen ze hun hoofdkwartier wellicht in de hoofdstad van de wereld, Jeruzalem hebben en over Israël en de wereld regeren. Een mooi vooruitzicht, nietwaar? In Handelingen 5 echter, worden ze als schapen het Sanhedrin binnen geleid. Moet je dit beeld eens even vasthouden. De toekomstige wereldleiders worden als criminelen in een achterkamertje van het Sanhedrin bij elkaar gepropt en vernederd. Ooit zal de wereld aan hun voeten liggen en voor hen beven. Maar op dat moment zegt de priester hen te stoppen met preken en over Jezus te kletsen. Petrus geeft hier geen gehoor aan. Met als gevolg dat de toekomstige wereldheersers worden geslagen en geschopt. In de verzen 41 en 42 staat dat ze dit helemaal niet erg vonden maar blij waren met hun vernederingen omwille van Christus. Hadden ze er een advocaat bij gehaald om hun recht te claimen? Nee, daar hadden ze helemaal geen tijd voor en geen zin in.
*
Geroepen voor rare situaties
opdat niemand zou wankelen in deze °verdrukkingen van ons, want jullie hebben waargenomen dat wij daartoe zijn bestemd. [Efe. 3:13] – [2 Tim. 3:12] – 1 Thess. 3:3
Mensen in de nabije omgeving van Paulus zouden hem niet serieus kunnen nemen. Ten eerste om zijn rare boodschap van genade maar ook omdat Paulus nogal wat moest lijden. Een dienaar van God behoorde wonderen te doen en niet zoveel ellende tegelijk over zich heen te krijgen als hij. We kunnen vaststellen dat Paulus vaak op het verkeerde moment op de verkeerde plek was. Dom? Nee, God stuurde hem juist naar dergelijke hachelijke situaties waarin hij terechtkwam. De achterbuurten van Jeruzalem, schipbreuken, noem maar op. Hij werd erop af gestuurd juist met de bedoeling om gekweld te worden. Blijkbaar had God er een doel mee voor om Paulus op het onheil en vervolgens het onheil op Paulus af te sturen. Blijkbaar zat er een betekenis in, in het kwaad dat hem overkwam. God deed dit niet voor Zijn eigen lol maar voor Paulus’ bestwil. Net als Paulus mogen wij ook in de regen zingen en God danken. Zolang we in rare situaties terechtkomen, moeten we snappen dat we die niet geheel alleen aan ons zelf te danken hebben. God heeft ons bestemd voor locaties waar we onheil kunnen verwachten. Wat u ook overkomt, God heeft u in die situatie gebracht. Met een zeker doel. En u bent niet alleen. Hij is er ook nog.
*
de waarheid, hartman out
We hoeven niet te zoeken om de waarheid te vinden. Er is één waarheid waar ieder mens met een beetje verstand zonder meer op kan komen. Deze waarheid is zo sterk alomwezig dat geen mens ervoor kan vluchten. Sterker nog, deze waarheid ondergaan we allemaal en wordt een steeds evidentere gegeven zodat elke loochening ervan een steeds grotere mate van krankzinnigheid oplevert. Deze waarheid werd uitgesproken in de hof van Eden toen gezegd werd: “stervende zult gij sterven!” (Genesis 2: 17).
Oftewel: het leven is niets anders dan een gestadige dood. Op het leven staat de doodstraf die vroeg of laat toegepast zal worden, of je nu hoog of laag springt. Er valt niet aan te ontkomen. Er bestaat maar één waarheid: dat is dat de mens wanneer hij aan zichzelf wordt overgelaten totaal niet verschilt van een dier of plant. Mensen trekken zich aan hun eigen haren in allerlei bochten omhoog en verzinnen allerlei religies en filosofische systemen om de waanzin en de absurditeit van de kortstondigheid en de vergankelijke te verbloemen. Ja, men perverteert en sublimeert deze waarheid tot een intuïtief gegeven dat de dood slechts een doorgang zou zijn tot een hoger leven of ander bewustzijn. De hardcore atheïsten slaan in hun waanzin door tot de gedachte dat je blij moet zijn omdat het leven geen zin heeft, anderen zien hun bestaan als een vrolijkheid die je zo moet genieten en erin op moet gaan als ware de vergankelijkheid een blijvend achterhorizonse hel. Ecco de meest beklagenswaardigste van alle mensen. Ze vieren een feestje terwijl voortgaande op het slachtveld de kogels op het slachtveld hun om de oren vliegen tot het moment zij zelf getroffen worden. Er is maar één waarheid: U/JIJ/IK GA(AT) DOOD.
Er is maar één absurde absolute leugen: het kruis op Gogolta met het daarbij behorende lege graf!! Daarbij zal ieder dood mens zich levend schrikken!! Een mens “leeft’ tijdelijk voort in:* door het planten van een boom* door het verwekken van een kind* door het schrijven van een boek maar vergankelijkheid blijft de constante. Tot zover zijn we het met elkaar eens. maar het KRUIS en het LEGE GRAF zijn de omkering van alle waarden (aldus het christelijk atheïstisch manifest). Daar zit’ m de CRUX! WAANZIN baart daar ZIN. DE DOOD is daar DOOD. HET LEVEN is daar ONVERGANKELIJK. De rest is IJDELHEID DER IJDHELHEDEN!
*
Gebondenheid 2
En nu, neem waar*, ik, gebonden door de geest, ga naar Jeruzalem, niet wetende het in haar mij ontmoetende, [Hand. 19:21] meer dan dat de heilige °geest stad na stad getuigt, tot mij zeggend dat er voor mij banden en kwelling blijven. [Hand. 9:16] Maar met geen woord maak ik de ziel kostbaar voor mijzelf, zo mijn °loopbaan en de bediening te volmaken*, die ik kreeg* van de Heer Jezus, om het evangelie van de genade van °God te betuigen*. [Hand. 21:13] – [2 Tim. 4:7]
En nu, neem waar*, ik, gebonden door de geest, ga naar Jeruzalem, niet wetende het in haar mij ontmoetende, [Hand. 19:21] meer dan dat de heilige °geest stad na stad getuigt, tot mij zeggend dat er voor mij banden en kwelling blijven. [Hand. 9:16] Maar met geen woord maak ik de ziel kostbaar voor mijzelf, zo mijn °loopbaan en de bediening te volmaken*, die ik kreeg* van de Heer Jezus, om het evangelie van de genade van °God te betuigen*. [Hand. 21:13] – [2 Tim. 4:7] En nu, neem waar*, ik, gebonden door de geest, ga naar Jeruzalem, niet wetende het in haar mij ontmoetende, [Hand. 19:21]
*
– Handelingen 20:22-24
Hoe kunnen gebondenheid, kwellingen en perfectie in 1 zin voorkomen? Het kan. Gods wegen zijn hoger dan de onze. Hier volgt een korte scene van Paulus:
Om middernacht nu waren Paulus en Silas biddend en zingend tot God. De gevangenen nu luisterden naar hem. Plotseling nu gebeurde* een grote aardbeving, zodat de funderingen van de gevangenis geschud* worden. Onmiddellijk werden alle deuren geopend* en alle boeien kwamen* los.
– Handelingen 16:24-26
Een uur later hoorden de gevangenbewaarder en zijn familie het evangelie en waren ze gered. Gevangenen met hun voeten geketend die liederen zingen maken nu eenmaal indruk op mensen. Later schreef Paulus vanuit Rome:
Maar ik wil dat jullie weten, broeders, dat wat mij overkomt meer tot vooruitgang van het evangelie is geworden, [2 Tim. 2:9] zodat mijn °banden in Christus kenbaar zijn geworden* in heel het praetorium1) en aan heel de rest, [Efe. 3:1] en de meerderheid van de broeders in de Heer, vertrouwen hebbend door mijn °banden, hadden meer overvloedig de moed om onbevreesd het woord te spreken.
– Fil. 1:12-14
Zwakheid met genade is een machtige combinatie. Jezus verraste Pilatus door kalm tegen hem te spreken. En aan het kruis vergaf Hij zijn moordenaars. Velen van ons klagen al als het stoplicht te lang op rood blijft. Misschien zouden we doorlopend grote tegenslagen willen hebben in plaats van de hele dag door van die kleine etterdingen die tegen zitten. Het is de algemeenheid van het leven die juist zo vermoeiend is. Maar besef dan dat dit leven Gods beproeving voor ons is. Als een slaaf van christus loop ik onopgemerkt en arm door het leven op een vreemde planeet. Met de rug sta ik tegen de muur. Gen kant kan ik uit. Tijd om te zingen en Hem te danken.
*
Gebondenheid
Vandaag alweer op alle fronten mislukt? Slecht geslapen terwijl je eindelijk eens goed wilde slapen, je kinderen die je zo dierbaar zijn uitgefoeterd terwijl dit nu net niet de bedoeling was. Je buurvrouw had hulp nodig maar weer liet je het afweten omdat je nog 10 kleine klussen moest doen. We komen niet uit met ons geld en krijgen niet de baan die we zouden willen hebben. We zouden graag kunstenaar willen worden ons in het leven storten maar durven dit niet uit angst voor het onzekere. Iedere dag is opnieuw een strijd. Maar waarom falen we toch steeds? Het antwoord laat zich raden. God heeft ons afgrijselijk gebonden. Hij heeft ons zo gebonden opdat we niet kunnen doen wat we willen. Jezus zelf kende de gebondenheid van dit leven waarmee God ons allen heeft opgescheept. In Fil. 2:5-11 staat het volgende:
Laat dit de gezindheid zijn bij jullie, welke ook was in Christus Jezus, Die in de vorm van God behorend, het niet roof acht* gelijk te zijn aan God, [Joh. 1:2] maar Zichzelf leeg maakt*, de vorm aannemend* van een slaaf, in gelijkenis van mensen is geworden* en in uiterlijke vorm gevonden wordend* als mens, [2 Kor. 8:9] – [Joh. 1:14] maakt* Hij Zich nederig en gehoorzaam wordend* tot de dood, ja de dood van het kruis. [Joh. 10:17]
Daarom ook verhoogt* °God Hem hooglijk en geeft* Hem genadevol de Naam boven iedere °naam, [Hand. 2:33] – [Efe. 1:21] opdat in de Naam van Jezus iedere knie zou buigen*, van hemelingen en van aardsen en van onderaardsen, en iedere tong zou belijden° dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God, de Vader. Jezus zelf werd in Zijn gebondenheid mens. En dan in de ergste variant. Hij wist wat honger, eenzaamheid, depressie en ontworteling was. Hij wilde met de lichtsnelheid vooruit flitsen zoals Hij deed voordat Hij in het vlees kwam. Maar nu op aarde duurde het een uur om van Nazareth naar Canaän te komen. Onderweg moest Hij rusten, stoppen, drinken en bidden en misschien wel uit frustratie huilen. Juist hierom, om deze vernedering heeft God Hem verhoogd. Laten we berusten in onze gebondenheid en beperkingen aangezien ze van Goddelijke oorsprong zijn. Ze gaan vooraf aan de verheerlijking die op stapel staat. Er is betekenis in zwetende handen. Laten we berusten in onze schitterende tekortkomingen. Gods dienaren doen hun beste werk als ze gebonden zijn.
*
Is de hel bijna voor iedereen? Ja en dan Nee
hartman out
Gaat bijna iedereen naar de hel? Daarop luidt het antwoord: ja en nee! Het is namelijk maar net de vraag wat je onder de “hel” verstaat. Op de vraag: Zijn het weinigen die behouden worden? luidt het antwoord: Velen zullen strijden om in te gaan en het niet kunnen (Lucas 13: 23 en verder). Het is duidelijk: de poort is eng en weinigen zijn het die de weg die ten leven leidt, zullen vinden (Mattheüs 7: 14). Met andere woorden: de meeste mensen, ja miljarden mensen komen in de hel om het maar eens even semi-pseudo-krampachtig-Kneviliaans te stellen. Het antwoord is JA! Maar leest gij ook wat gij helaas niet verstaat zoals het ons in een perspectief wordt voorgehouden in het laatste bijbelboek? Daar zien we een grote schare die niemand tellen kan (Openbaring 7: 9). Hé, dat klinkt al heel anders dan “weinigen”! In de laatste hoofdstukken lezen we over ‘Gods woonplaats onder mensen die zijn volken zijn (21: 3). De volken zullen in het licht van het Nieuwe Jeruzalem leven en de koningen betuigen aldaar hun lof en eer (21: 26). Het wordt me daar toch nog een best drukke boel. Het nieuwe Jeruzalem is zo groot dat als dat Nieuwe Jeruzalem dezelfde bevolkingsdichtheid zou hebben als het huidige Jeruzalem er zo’n 150 miljard mensen kunnen leven. Me dunkt dat de wereldbevolking in haar totaliteit met overleden wereldburgers bij lang na niet zo groot is (geweest).
Het antwoord op de vraag: gaat bijna iedereen naar de hel, is dan weer NEE, NEE, NEE. Wat is de hel ook al weer? De hel is de plek voor al die mensen die geen plaats/plek hebben in het Koninkrijk van Jezus Christus. Dat is is de buitenste duisternis, daar is het tandengeknars en geween. Dat doet pijn zoals vlammen zeer pijnlijk zijn. Punt is nu dat we de hel AARDS moeten zien en GEOGRAFISCH aanwijsbaar. Alles wat buiten het Koninkrijk valt en buiten de aardse regering van de Messias vanuit Jeruzalem is duisternis (Jesaja 60: 2). De hel is niets anders dan de gehenna, het dal van Hinnom waar Jesaja ook duidelijk over spreekt (66: 24). Maar het lijkendal zal zelfs ook eens gereinigd zijn (Jeremia 31: 40). Dat geeft de burger weer moed. Die reiniging en lediging van het lijkendal is niets anders dan dat in Christus ALLEN levend gemaakt zullen worden (1 Corinthiërs 15: 22). Met andere woorden: de hel is voor bijna iedereen (heel ongenuanceerd geredeneerd waar Knevel nog een puntje aan kan zuigen) maar blijft dat niet voor iedereen. En zo blijkt dus dat de Schrift zich niet tegenspreekt maar ons een beeld voorhoudt dat dreigend en angstaanjagend is (de oordelen zijn geen pretje) maar ook bevrijdend en getuigend van Gods almacht en liefde, maw: het evangelie.
*
Openbaring 6:5, hoge voedselprijzen
De opstanden in Noord Afrika zijn een direct gevolg van de hoge voedselprijzen en verder van de algehele uitzichtsloosheid en werkloosheid. In Mattheus 24:7 staat dat er hongersnoden zullen zijn. Zo erg is het misschien nog niet hoewel er zeker delen in de wereld zijn aan te wijzen waar er wel hongersnood is. En wat te denken van onze eigen voedselbanken? Maar in Openbaring 6:5 staat wel iets dat mijn aandacht heeft getrokken, namelijk dat de prijzen van voedsel zullen stijgen, zozeer dat mensen hun hele inkomen eraan uitgeven. Er staat geen economisch model bij geschreven of een analyse van een kapitalistisch systeem dat niet meer werkt. Nee er staat dat er een ruiter op een zwart paard achter zit. Economen snappen hier niets van en ik ook eigenlijk niet. Maar het is duidelijk dat er wel degelijk occulte krachten achter onze wereldsystemen schuilgaan. Moeten we bang zijn voor stijgende voedselprijzen? Ik persoonlijk ben eigenlijk wel bang voor de stijgende huren. Maar Mattheus 6:25 zegt dat we ons nergens zorgen over hoeven te maken. Nergens worden alledaagse economische situaties zo direct met de bijbel verbonden als hier in Openbaring 6:5 en Mattheus 6:25. Voor mij komt het erop aan: mijn geloof wordt getest.
*
6de eeuw v. chr. en Babylon
Hoever reikte het domein van Nebukadnezzar? Alleen het huidige Irak? Daniël 4:22 zegt tot het einde van de aarde. Ene Megasthenes schrijft dat Nebukadnezzar bekend was van Spanje tot India. we moeten heel voorzichtig zijn met het afwimpelen van Daniël 4:22. Misschien was de invloed van Nebukadnezzar veel wereld omvattender dan we tot nog toe aannamen. Veel religieuze leiders in al die werelddelen zijn door hem beïnvloed, zoals Confucius, Boeddha. In de 6de eeuw voor christus vond er een omslag plaats. Alle oude politieke en religieuze systemen kwamen aan hun einde. Nebudaknedzar was Gods instrument hiervoor om korte metten te maken met deze systemen. Jeremia 25:9-11, 12-33, 27:6-7. De mensheid werd door revoluties een kopje kleiner gemaakt. Het koninkrijk van Babylon bleef als aandenken en restant van een Berlijnse muur achter ter herinnering aan die roerige tijd, Daniel 2:38. Een onderdeel van Nebukanedzar’s aanpak was om de bewoners van hun land te jagen en hun religies te verwoesten of te vervangen door een eigen religie. Hier zien we de opkomst van religieuze figuren in Azië die zo op elkaar lijken.
Confucius in China
Boedha in India
Zarathoestra in Perzië
Thales in Griekenland
Ezechiël, Daniël en Jeremia
Ook de stam van Judah werd weg gevoerd naar Babylon. Jeremiah zegt dat al deze mensen ooit weer naar hun land terug zouden keren, Jeremiah 50:16. Met als gevolg dat de Babylonische leer werd geïntroduceerd in de plaatselijke leerstellingen. Alle religies in Azië en Noord Afrika werden beïnvloed door Babylon. Van daaruit verspreidden ze zich naar China en Japan en zelfs de Amerika’s. Het Babylonische systeem had ook het Judaïsme ingesloten en zal in de toekomst weer eindigen in Babylon. Ope. 17:5.
*
Verschil gelovigen/ongelovigen
Zijn gelovigen beter dan ongelovigen? Nee. Het verschil tussen beiden zit in de timing. Stel ik wil met wat kennissen naar Moskou en krijg het visum eerder dan zij. Dan ga ik eerder naar Moskou voordat mijn visum niet meer geldig is. Dus ben ik er eerder. Ben ik daarom ook sneller of beter? Nee, ik heb gewoon geluk gehad en had de timing mee. Zo vergaat het ongelovigen ook. 2 Kor. 15:23 leert ons dat iedereen levend gemaakt wordt maar wel in fasen. Eerst was er Jezus, daarna volgen wij en de heiligen van vroeger. En over dik 1000 jaar staan de ongelovigen op. Die ondergaan eerst hun oordeel, komen vervolgens in de 2de dood terecht en staan weer op waarna ze levend gemaakt worden. Ze missen het eonische leven dat wij als gelovigen krijgen. Maar verder is er geen fundamenteel verschil.
*
Waarom is er veel ellende op de wereld? Satan is op dit moment de Overste van deze wereld. Jezus ontkende dit niet toen satan Hem probeerde te verzoeken in Mattheüs 4: 8 en 9. In de dagen van Jezus hadden de Romeinen niet de macht maar was de Pax Romana in handen van satan. Net zoals nu het neoliberalisme in handen is van satan. Het is satan die over de wereld regeert, 2 Corinthiërs 4: 4, Galaten 1:4, 1 Petrus 5: 8. Ook de gruwelijkheden die de nazi’s in de vorige eeuw begaan hebben, hadden een occulte achtergrond. Zij die zich door de demonen of satan lieten beïnvloeden zijn nog steeds schuldig aan hun daden. Een dronken automobilist die iemand doodrijdt is net zo schuldig als hij onder invloed is. Wel gebruikt God deze duistere zaakjes om tot Zijn doel te komen. Niet voor niets worden de duivel en zijn handlangers tzt in de brandende vuurpoel geknikkerd. Hemelvaart was een keerpunt waarbij Jezus de touwtjes in handen kreeg. Blijkbaar is Jezus nog steeds startklaar en niet echt aan zet, gezien de chaos in de wereld. Toen koning David tot vorst gezalfd werd (1 Samuël 10: 1) was hij nog niet meteen de koning die zijn macht implementeerde. Jezus was destijds startklaar (Handelingen 7:55) maar het Joodse volk wilde niet in Hem geloven. En dus werd het Koninkrijk van God voor Israël tweeduizend jaar uitgesteld. Het evangelie van genade dat gebaseerd was op de opstanding van Jezus ging nu naar de heidenen.
*
Troonsectie en tempelsectie
Het boek Openbaring is verdeeld in 2 secties: de Toonsectie, Ope. 4:1-11:18 en de Tempelsectie: Ope. 11:19 en verder. De troonsectie handelt over de politieke dominantie over de aarde en de tempelsectie handelt over de religieuze dominantie. In het aanstaande 1000 jarige koninkrijk van de 4de eon is Israël zowel het volk van koningen als priesters. Dus zowel politiek als religieus de hoofdrolspeler op aarde. Daarom moeten de koninkrijken en religieuze systemen van deze eon worden vernietigd. Dit gebeurt in het boek openbaring. In de Troonsectie (Ope.:1-5) herstellen de 7 zegels de aardse politieke systemen voor God. In de tempel sectie vagen de 7 trompetten uit Ope. 8:2 alle religie van de aardbodem. Religie is altijd demonisch geïnspireerd en de ultieme broedplaats van zonden. De boze geesten achter demonen hebben met name het christendom geïnfiltreerd daar deze religie het dichtstbij de waarheid staat en tegelijk zover ervan af. Het verwoesten van religie gaat gepaard met het uitroeien van haar volgelingen. Deze taak heeft God aan 4 engelen toe bedeeld die nu nog aan de rivier de Eufraat zijn gebonden. Als de Eufraat opdroogt zullen ze ook loskomen en een 3de van de mensheid uitroeien. Ofwel: christendom is slechts één van de religies, niet meer en niet minder.
*
Roemen in de Here
Die roemt, laat hem in de Here roemen! – 1 Kor. 1:31/ 2 Kor. 10:17
Religie heeft alle kenmerken van eigen roem. Mensen houden van religie want door eigen werken krijg je eigen dunk. Zorgen voor de naaste kan een sport worden en tot eigen dunk leiden. Paulus was ook zo iemand die in het vlees roemde en trots was op zijn eigen religieuze prestaties door zich aan de wet te houden. Tot hij erachter kwam dat er een nieuwe boodschap voorhanden kwam, die van genade. Toen meende hij dat je nooit in je eigen vlees mag roemen voor God. 1 Kor. 1:29. Vanaf nu beschouwde hij al zijn eigen religieuze overwinningen als vuilnis. Fil. 3:8. Voortaan zou hij alleen roemen in het kruis van de Here Jezus. Waar is het roemen dan? Het is nu uitgesloten, door de wet van het geloof. – Rom. 3:27. De mens wordt gewogen naar zijn roemen. Roemt hij veel in zichzelf dan is zijn beloning straks nihil of zelfs verliest hij het eonische leven. Daarom zullen wij alleen in de Here roemen om wat Hij voor ons heeft gedaan.
*
Omarm Paulus
Geloof de boodschap die Paulus brengt voor het te laat is
de boodschap van genade die Paulus ons bracht, is niet voor iedereen weg gelegd. Dat je zomaar GRATIS verzoend bent met God, is voor mensen een vreemde zaak, gewend als we zijn om in termen van voor wat hoort wat te denken. Het christendom is de gevaarlijkste religie die er is. Omdat ze zo dichtbij de waarheid zit en tegelijk er zo ver vanaf. Het verzoenende werk van christus aan het kruis wordt ingeruild voor onze eigen vrije wil en de prijs die door christus betaald is voor onze zonden wordt ingeruild voor een eeuwige hel voor ongelovigen. Immers als christus voor iedereen gestorven is, waarom zou er dan nog een eeuwige hel zijn? Het christendom zit vol demonische leerstellingen. Men aanbidt een karikatuur van christus, in plaats van Hem als zoon van god te zien. Om de christenen weg te houden van het kwaad in hun midden, houdt satan hen druk bezig met vechten tegen abortus, homohuwelijk en porno.
Dit geeft hen bovendien een goed gevoel waardoor ze nog verder verblind raken voor het kwaad in hun midden. Dit kwaad is samengevat in hun beeld van een zwakke god en falende messias. Een zwakke god die een groot deel van de mensheid voorgoed laat creperen in een hel en een falende messias die afhankelijk is van de vrije wil van mensen om Zijn verzoening te aanvaarden. Mensen heb de valstrik toch door voor het te laat is: de valstrik is een mix van geloof in vrije wil, 3-eenheid en eeuwige hel. De vrije wil vervangt het offer van christus voor de menselijke keuze voor het kruis. De 3-eenheid ontkent de dood van christus; eeuwige hel drijft normale mensen in handen van de vrije wil gedachte. Omarm de genade die Paulus ons brengt. Deze bedeling van genade alsook de eon is aan het eindigen. Als je de boodschap van genade omarmt erf je het aionische leven, anders niet of zul je op zijn minst een zeer lage rang krijgen in het toekomende rijk zoals de sterren verschillend schitteren.
*
4 engelen doden gelovigen
Tijdens de grote verdrukking die wereldwijd zal gelden maar vooral in Israël zullen 4 engelen de aanhangers van de 4 wereldreligies doden. Te beginnen met het christendom: of er wordt in de kerken een vrijzinnig geloof gepredikt waarin geen plaats is voor de opgestane christus. Het evangelie is een sociale boodschap geworden. Of er wordt over hel en verdoemenis gepreekt dan wel de 3-eenheid. Paulus noemt dit in 1 Tim. 4:1 leringen van demonen. We moeten dit niet onderschatten. God rekent af met het kwaad, ook met religie. Een paar duizend jaar geleden had Hij er een Zondvloed voor over om de hele wereldbevolking van de kaart te vagen, op 8 mensen na die in een Ark ontsnapten. In 1 Samuel 15:2-3 zegt God dat alles en iedereen van de Amalekieten vernietigd moet worden. Kijken we naar onze eigen tijd. Onze bedeling van genade had een begin en heeft ook een eind. Ook de eon waarin we leven duurt niet eeuwig voort. Er komt een eind aan. Wij kunnen ons dit niet voorstellen omdat we zo gewend zijn aan de bedeling van genade waarin alles mag. Er komt een tijd aan van grote verdrukking. Jezus zegt in Matt. 24:21-22 dat er een tijd aan komt van verdrukking zoals er nog nooit eerder is geweest op aarde.
Sommigen menen dat deze tijd al is geweest in 70 na christus toen Jeruzalem werd verwoest. Maar hoe leggen ze dan uit dat een 3de van de aarde werd verwoest? Openbaring 8:7, 9:15. Of wanneer het 1000 jarige vredesrijk is geweest, Openbaring 20:6. Of hoe we opeens op een nieuwe aarde met een nieuwe hemel zouden leven? Ope. 21:1. Waarin geen dood meer is. Paulus zegt dat er een tijd komt waarin afgerekend wordt met hen die geen gehoor gaven aan het evangelie van genade. 2 Thess. 1:6-9. Dit zal gebeuren tijdens de periode die grote verdrukking wordt genoemd. Deze periode vindt plaats nadat het lichaam van christus is weg gegrist. Het tijdperk van de natiën is dan voltooid. Paulus noemt in 2 Thess. 1:6-9 twee groepen die flink op hun donder krijgen na dit tijdperk van genade: degenen die zonder god hebben geleefd; de ongelovigen EN degenen die wel God hebben gekend maar niet de boodschap van genade hebben aangenomen en toch weer de wet hebben nageleefd. Wat deze 2de groep betreft: ze horen het evangelie wel maar handelen er niet naar. De boodschap dat mensen eeuwig in een hel zouden branden ontkent het offer van christus voor onze zonden. Als het lichaam van christus is weg gegrist naar christus zal het christendom nog steeds bestaan op aarde en zelfs de allesomvattende religie zijn. Hieraan zal Christus een einde maken. Voordat Hij zijn 1000 jarige vredesrijk op aarde installeert rekent hij af met 2 angels: politiek en religie, vooral met het christendom.
*
De God van Israël is Anders
Dat H²O de scheikundige formule voor water is, dat een steen van een bepaald gewicht altijd met een exact te berekenen versnelde vaart naar beneden valt, zijn wetenschappelijke waarheden die berusten op de betrouwbaarheid, de ‘emeth’ van Israëls God en op de getrouwheid van Zijn hemelse (= verborgen) gedienstige geesten (tsêbha`oth).
*
Wat haat God?
Neus peuteren? Duimzuigen? PORNO???
In Spreuken 6:16-19 staat een rijtje opgesomd van dingen die God haat. Het zijn 6 dingen dus het valt nog mee:
Zes dingen haat de HEER, zeven dingen zijn hem een gruwel: ogen die hooghartig kijken en een tong die liegt, handen die onschuldig bloed vergieten en een hart dat op het kwade zint, voeten die zich naar de misdaad reppen en getuigen die bedriegen, altijd liegen, en zij die stoken tussen broers. Staat hier porno tussen? NEE. Wat er wel staat vindt men dikwijls terug in religie. Als we naar Genesis 3 kijken zien we dat Satan’s activiteiten vooral gericht zijn op religie. We moeten dan eerder naar het altaar kijken dan naar de politiek om te zien wat satan uitspookt met ons.
*
een leger van 200 miljoen valt Israël aan?
In Openbaring 9:13-19 wordt een groot leger genoemd dat bij de rivier de Eufraat hoort en wacht tot het zijn tijd is, wat dit ook mag zijn. Dit is een demonisch leger dat uit de Tartaros komt. Ik denk hierbij aan ufo’s. In elk geval zijn het geen Chinezen.
*
Wereld gebedsdag
vandaag is het wereld gebedsdag (of zoiets). Met trots wordt vermeld dat er 173 landen meedoen. Men bidt volgens een thema en doet dit 24 uur lang, gezamenlijk onder begeleiding van zang en muziek. Dan is er ook nog een opbrengst in het spel. Die gaat na afloop naar een goed doel in Kameroen. Het valt mee dat er geen gokautomaat bij wordt gehaald. Wie weet, gaat dat ding tijdens het bidden rinkelen. Is dit gristelijk? Nee. Het doet me denken aan Elia die het tegen Izebel en Achab moest opnemen. Zo goed ken ik al die bijbelverhalen ook weer niet. Maar het staat me bij dat Izebel een paar honderd man optrommelde om tot hun God te bidden en Elia er alleen voorstond. God koos natuurlijk de kant van Elia, de éénling. De massa’s die nu bidden doen me eerder denken aan de menigte van Izebel die wanhopig probeerde te bidden dan aan Elia de eenling. Is men soms bang dat God het ene gebed van een eenling niet verhoort? Bid zonder poespas, staat er in de bijbel. Dus waarom zou men 24 uur lang bidden? Is men bang dat God het anders niet verhoort? En wie geeft de bidders en kerken het recht om een thema uit te zoeken? Kameroen, in dit geval. Is God het hier wel mee eens? Ofwel, is een bidstonde zoals dit zo mooi heet, niet eerder een manier om God te manipuleren? Het grote probleem hierbij is dat God zich niet laat manipuleren. Ik ga vandaag voor Spitsbergen bidden, precies 2 seconden lang. Eens kijken wiens gebed God verhoort. De eventuele opbrengst gaat naar een goed doel: mezelf.
*
Eeuwige hel en verdoemenis?
De gedachte van een eeuwige hel en verdoemenis lijkt veel meer op gnostiek en reïncarnatie dan menig christen wil geloven. Centrale idee is dat de dood wordt ontkend. Hoe zit dit? Bij de reïncarnatie gaat de ziel steeds in een ander lichaam over. De mens is dus niet echt dood want de ziel leeft blijkbaar voort. Men probeert dit rad van wedergeboorte juist te doorbreken door ooit een keer een hoogste bestemming te bereiken waarin men niet meer wedergeboren hoeft te worden. Zo is het met hel en verdoemenis in feite ook. Doe je best om middels werken voor God in een goed blaadje terecht te komen. Zodat je ontsnapt aan de eeuwige hel en in de hemel komt. De gnostiek doet er een schepje bovenop door de ziel na de dood voort te laten leven en dus de dood te ontkennen. En door het lichaam te miskennen als een lastige ballast. De dood is voor gnostici niet veel anders dan een bevrijding van de ziel uit het lichaam. Deze gedachte doet aan de reïncarnatie denken maar ook aan de hel en verdoemenis gedachte. Veel christenen geloven dat ze na de dood direct in hemel of hel komen. Dit betekent dan dat ze niet dood gaan. En dat is nu juist de grote leugen die al sinds de slang in de tuin van Eden de ronde doet. De slang zei tegen Eva: als je van deze vrucht eet, zul je niet sterven. Sindsdien proberen alle religies om de dood te ontkennen op wat voor manier dan ook. Het officiele christendom staat veel dichterbij het boeddhisme dan de meeste gelovigen zelf door hebben.
*
Steniging stefanus legaal?
Waarom konden de Joden Stefanus stenigen terwijl het voor Joden niet was “geoorloofd iemand ter dood te brengen” (Joh. 18:31)?
Vermoedelijk omdat er één uitzondering bestond, nl. wanneer het een misdaad tegen de tempel betrof. Denk aan het opschrift bij de soreg (over niet-joden die op straffe van de dood de binnenste voorhof zouden betreden). Stefanus had volgens de getuigen, lasterlijke woorden gesproken tegen de heilige plaats (slot Hand. 6) en kon daarom worden geëxecuteerd. Bij Jezus was dat ook aanvankelijk de beschuldiging maar omdat de getuigen hierover niet overeenstemden (Mar. 16:57-59), was dit juridisch niet valide.
*
Geloof zit hem in kleine dingen
geloof in God zit hem volgens mij ook in kleine dagelijkse dingen. Gisteren was ik bij de kapper. het begon al goed want er waren 3 wachtenden voor me en er waren 2 dames die uitgebreid een permanent wilden hebben. Dus het duurde wel even voordat ik aan de beurt was. De anderen berustten in dit feit, namen een bak koffie uit een automaat die er stond en lazen wat door de tijdschriften. Ooit had ik me voorgenomen om altijd een boek bij me te hebben voor dit soort situaties. Maar dit werkt bij chaoten als ik ook niet. Mijn neurotische aanleg begon me algauw op te spelen in combinatie met claustrofobie. Ik keek of ik ergens een WC zag. Die bleek aanwezig en de buitendeur stond ook op een kier. Dat gaf enige rust. IK vroeg aan de andere wachtenden of ze dachten dat ze lang werk hadden. Ze schudden van “nee” en vroegen geïrriteerd of ik haast had.
“Een beetje,” zei ik aangezien ik geen zin had in discussies over neurosen en fobieën waar ze volgens mij toch niks van snapten.
Daarentegen kreeg ik een hele preek over me heen over ongeduldige mensen als ik. Ik was jong en moest geduld leren. Amen. Ik hield wijselijk mijn mond want hoe moest ik nogmaals uitleggen dat ik neurotisch ben. Ik probeerde tot God te bidden terwijl die knakker er niet genoeg van kreeg om mij de les te lezen. Gelukkig antwoordde God, en zat er opeens schot in de zaak en kwam ik snel aan de beurt. Ik ben nog nooit zo mooi geknipt en toen ik buiten in de zon zat, was er niets aan de hand en vroeg ik me voor de zoveelste keer in mijn leven af waar ik me zo druk over had gemaakt.
*
Ontkenning van de dood
Kernmerkend aan alle religies is dat de dood wordt ontkend. Gisteren nog zei iemand tegen me dat het pijn deed als je gecremeerd werd. Immers je ziel leefde nog. Als je dan door vraagt wat zo iemand ermee bedoelt, krijg je onsamenhangende antwoorden. Ziehier een bijdrage van Da-ath.
‘Je hebt, als je het woord hebt leren kennen, wel de waarheid van dat woord onder handbereik.’
Jawel. Pilatus vroeg zich al handen in onschuld wassend af: wat is waarheid? En die stond voor Hem! De Heer Jezus Christus ís de waarheid in levende lijve! En in het hogepriesterlijk gebed bad Hij ook tot Zijn Vader:
‘Heilig hen in Uw waarheid, Uw woord is de waarheid.’ (Johannes 17:17).
Daarin zouden de discipelen en ook wij geheiligd worden!
‘Dat woord he, daar draait het uiteindelijk allemaal om. De slang wil dat steeds in discussie brengen.’
Dat is al heel snel te merken in de hof, als de Nachasj (de slang) bij Maninne komt en haar aan het twijfelen brengt over wat God gezegd heeft. Na de verwarring keert de slang de uitspraak van God om en ontkent dat de mens zal sterven. Daarna slingerde hij de gedachte van de onsterfelijke ziel de wereld in en die leer wordt in het heidendom volop gevonden. Ook Plato dacht dat de mens een onsterfelijke ziel heeft, wat niet het geval is.
‘De leer van de ontkenning van de dood heeft ook in christelijke kring veel aanhang, evenals in de evangelische wereld.’
Dat is in strijd met wat de Schrift openbaart over de toestand van de mens nadat hij dood gegaan is. De Schriften leren daarover, dat de mens van niets weet als hij gestorven is. Net alsof je slaapt, geen zieleslaap dus. Het is een vergelijking die de Heer Jezus zelf ook gebruikt. Zulke fundamentele waarheden worden ontkend door een behoorlijk groot deel van de christenheid.
‘Men heeft op dat punt de waarheid losgelaten. En te vrezen valt, dat er nog veel meer waarheid van het Woord verloren is geraakt!’
Daarom wijst de apostel zijn opvolger Timotheüs ook nadrukkelijk en steeds weer op de Schriften. Dáár gaat het om. Die zou Timotheüs bewaren en aan de gelovigen voorhouden, opdat zij door de vertroosting van de Schriften de verwachting vast zouden houden (Romeinen 15:4). Water is eerste levensbehoefte voor een mens, zeker die in het Midden-Oosten. Net als de Schriften voor de gelovigen!
*
stenochoria
Wat zal ons scheiden van de liefde van °Christus? Droefheid, of spanning, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard? Zoals geschreven werd: dat wij vanwege U de hele dag gedood worden; wij worden gerekend als slachtschapen. [Psalm 44:23] Maar in dit alles zijn wij meer dan veroverend, door Die ons liefheeft*. [Joh. 16:33] .
– Romeinen 8:35-37
Het woord spanning is hier het meest in het oog springend omdat we dit allemaal wel eens kennen. Het Griekse woord voor spanning is stenochoria. En betekent zoiets als kramp ruimte. Kramp ruimte is het gevoel dat alles tegenzin, werk, familie, relaties, geld, noem maar op. Alles zit tegen. Je bent met handen en voeten gebonden. Het ergste: je voelt je alleen en verlaten. Waarom doet God dit? Het antwoord is verbluffend: God gebruikt je als een voorbeeld van verovering. Je bent een voorbeeld voor de hemelse machten die meekijken en alles zien wat je doet. Efeziërs 3:10. Ze sidderen om de Zonen van God zo verkrampt te zien terwijl ze tegelijk God danken voor alle beproevingen. Zit je in de rats? Mooi zo. Verbluf de hemelse machten door God te danken.
*
glas in lood
In Zijn laatste uren op deze wereld was Christus kalm. Hij deed wat mensen zeiden of vroegen en er was geen tegenstand in zijn woorden te bespeuren. Hij leefde in Zijn eigen wereld die onze pet te boven gaat. Twee werelden kwamen hier bij elkaar: de hemelse wereld van Zijn Vader en onze wereld waarin Hij moet lijden. Er was helemaal geen reden voor Hem om kalm te zijn. Eerder voor paniek of woede. Ook Pilatus kreeg een koude douche toen hij Jezus uitvroeg. Jezus zweeg en Pilatus raakte geïrriteerd. Deze zei dat hij de bevoegdheid had om met Jezus te doen wat hij wilde. Waarop Jezus eindelijk van wal stak. Hij zei dat Pilatus geen enkele macht had, anders dan welke hem door Zijn Vader in de hemel was gegeven, Johannes 19:11. Pilatus snapte niks van dergelijke wartaal. Wat destijds voor Jezus gold, geldt nu voor ons. Onder welk rot regime wij ook terecht komen, als we geloven, zijn we vrij. Immers er is geen enkele autoriteit die niet in handen van God is. En hier ontmoeten onze wereld en de hemel elkaar. De wereld lijkt af en toe zo intimiderend en overweldigend dat geen enkel probleem oplosbaar lijkt. En toch is 2000 jaar geleden al korte metten gemaakt met welke beproeving dan ook. Juist deze vreemde interactie tussen hemel en aarde zorgde voor Jezus’ vreemde houding in zijn laatste dagen. Hij was een levend stuk glas in lood. Laten wij dit ook zijn.
*
God ontmoet ons nu!
Mee huilen met de slachtoffers in Japan mag. Maar wat daar allemaal gebeurt is wel HUN beproeving. Jij hebt je eigen beproevingen. U bent niet geroepen om datgene te doorstaan wat de Japanners op dit moment doorstaan. Andersom zijn anderen niet geroepen om dat te doorstaan wat u doorstaat. God geeft ons wat we nodig hebben voor de DAGELIJKSE beproevingen, niet die van een ander maar die van u. God beproeft ons NU. Het menselijke instinct is sterk gericht om te overleven. We kunnen meer aan dan we denken. God geeft ons de middelen om ons door een moeilijke periode heen te slaan. Na afloop haalt Hij die middelen weer weg en snappen we niet hoe we ons er doorheen konden slaan. Daarom zouden we de ramp in Japan zelf ook overleven net zoals de Japanners hem uiteindelijk te boven komen. Het malle is dat we achteraf zeggen dat we niet weten hoe we het overleefd hebben. Inderdaad, neemt God na afloop de middelen weg die ons door de beproeving heen hielpen. Evenmin weten we waar de hulpmiddelen vandaan kwamen of waar ze gebleven zijn, mochten we nog een keer in zo’n beproeving terechtkomen.
Heb je 1000 euro op zak als je brood gaat kopen bij de bakker? Nee toch? Zo’n groot bedrag heb je alleen nodig als je een dure aankoop doet. Het zou zelfs een psychische belasting zijn voor ons om elke dag met 1000 euro op zak te lopen. Zo heb je ook neurotische mensen die alles kopen en bewaren voor het geval ze ooit in een situatie terechtkomen waarin ze het nodig hebben. Maar steeds dragen ze die ballast mee en misschien komt die situatie wel nooit. Hun leven is erg gecompliceerd en zwaar. Dit is precies hoe “zorgen” werken. Ze verpesten ons leven en binden ons aan alle kanten vast. Als we ons druk maken om de toekomst, dan maken we ons druk om iets dat misschien nooit zal gebeuren. God komt ons NU te hulp. Maak je je toch zorgen om de toekomst of om de toekomst en beproevingen van anderen, dan is dit een eenzame solotoer. Daarom drukken zorgen zo op ons: ze isoleren ons. Maak gebruik van de middelen die je NU hebt. God is met ons in het hier en NU.
*
een hemels vaderland?
Abraham verbleef in het land der belofte. En dat wordt t.z.t. een hemels vaderland. Niet IN de hemel maar hemels… op aarde
1. Een hemels vaderland is wat anders dan een vaderland in de hemel. “Hemels” kan een plaatsaanduiding zijn maar ook een karakterisering van oorsprong en kwaliteit. Zoals de “hemelse gaven” in Hebr.6:4 geen gaven IN de hemel zijn maar hemelse gaven OP aarde. Abraham vertrok naar “het land der belofte” zegt Hebr. 11:9 en dát land wordt een hemels land. Hemel op aarde.
2. De zegen is per definitie slechts weggelegd voor wie gelooft. Paulus citeert in Rom. 11:26 de profeet Jesaja en bevestigt dat de Verlosser zal komen tot Sion en de goddeloosheden van Jakob zal afwenden. Dan wordt Jakob Israël.
3. De ure die zou komen dat men niet meer zou aanbidden in Jeruzalem, gaat over nu en de twee millennia die achter ons liggen. Jezus sprak deze woorden trouwens in Samaria waar Hij “twee dagen” verbleef. Daarna kwam Hij in Kana, waar Hij eerder op een “derde dag” aanwezig was op een bruiloft. Wie het (profetisch) vatten kan, vatte het…
4. God kan niet liegen. Als je dat hermeneutiek noemt, prima. Als dienaar der besnijdenis heeft Jezus de beloften der vaderen BEVESTIGD. Dat is het tegenovergestelde van: veranderd.
*
Het unieke van de Bijbel
We zijn enthousiast over de Bijbel omdat we hebben ontdekt dat dit boek ieder mens hoop biedt. Volgens de Koran is er alleen hoop voor wie zich tijdig aan Allah onderwerpen. (de meeste christenen prediken op dat punt trouwens hetzelfde als de Koran). Volgens het boeddhisme gaat alles uiteindelijk op in het niets. Maar volgens de Bijbel wordt elk mens eens onsterfelijk en heel. Hoewel dat einddoel niet zonder slag of stoot wordt bereikt. Daarom is de Bijbel het interessantste boek dat er bestaat. Oordeelt u zelf…
*
de volgende Zondvloed over 1000 jaar
Heeft de eerste Zondvloed de aarde vernietigd? Nee. Er kwam juist een nieuwe wereld uit voort. Deze wereld is nog steeds de wereld zoals wij die kennen en zal tenminste nog 1000 jaar voortbestaan. Aan het einde van de volgende 4de eon zal de wereld niet worden verwoest door water maar door vuur. Wat is dit voor vuur? Mijns inziens is dit de heilige geest. Er zal een 2de Zondvloed over de aarde komen, dit keer van de heilige geest. De wereld zal niet worden verwoest maar gereinigd. De regenboog was altijd het symbool dat God de aarde nooit zou verwoesten. Maar wel reinigen. De wereld zal in de toekomst opnieuw worden bedekt, niet met water maar met geest. – zie: Num. 14:21; Jes. 6:3 en 11:9; Ps. 72:19; Hab. 2:14
*
meet God met 2 maten?
‘Het bemoedigt mij steeds, als ik hoor van de genade zoals Paulus die verkondigde.’
En dat is niet de enige die over genade van God schreef. Dat gebeurt heel de Bijbel door. Er zijn vele situaties te bedenken, waarin mensen van het volk Israël formeel volgens de Thora gestenigd hadden moeten worden, maar dat het gericht niet kwam. En dat God ook niet aandrong op een vergelding van de gedane zonde.
‘Maar als ik naar Ananias en Saffira kijk, dan zie je dat zij geld achterhielden en de apostelen bedrogen, en zij werden onmiddellijk gedood.’
Hun vergrijp zouden wij minder ernstig opvatten als bijvoorbeeld David en Batseba, waarbij Uria via een omweg weliswaar, maar toch door David de dood in werd gejaagd. En David hoefde niet gestenigd te worden, terwijl dat strikt genomen volgens de Thora wel moest gebeuren! Waarom mocht David wel blijven leven en Ananias en Saffira niet?
‘Ik zou het eigenlijk niet weten. Meet God dan met twee maten? Dat verafschuwt Hij toch juist?’
Het is een kwestie van verschillende tijden. Bij Ananias en Saffira waren de krachten van het koninkrijk van de hemelen op aarde werkzaam. In dat koninkrijk zal gerechtigheid regeren en zonde direct onderdrukt worden.
‘De ziel die zondigt zal sterven’. Gevolg van deze drastische ingreep was dat er grote vrees op de gemeenten viel. Zij lieten het wel uit hun hoofd om dit soort dingen te doen. Door de heilige geest hadden de apostelen door wat het verborgen motief was.
‘En bij David was de heerschappij van de Thora het principe?’
Jawel, maar er was ook vergeving mogelijk, dat bleek in die situatie van David waarin hij ernstig zondigde tegen de mensen en tegen God. De profeet Nathan kwam een jaar later bij hem en confronteerde David. Dat bracht een heel proces van verdriet en berouw bij David teweeg. Hij ontving vergeving van Jahweh. Onder de Thora moest de mens zelf, vanuit zijn eigen kunnen, de Thora gehoorzamen. Maar de zonde moest toenemen, zegt Paulus! Morgen verder! – www.da-ath.nl
*
Mysteries van Golgota
De geheimen van Golgota en de verloren geschiedenis van de kruisiging van Jezus
Literatuur: Ernest L. Martin, The Secrets of Golgota
Is het mysterieuze altaar van Ezekiel 43:21 buiten het heiligdom de sleutel tot de plaats waar jezus werd gekruisigd?
Jezus is gekruisigd nabij de zuidelijke bergtop van de Olijfberg. De 3 compartimenten van de tabernakel en tempels corresponderen met de 3 secties van de bijbel. Zo is het ook met de 3 gebieden van het Land van Eden. En zo kunnen we ook de plaats lokaliseren waar Jezus werd gekruisigd. Deze basale informatie herbergt zoveel informatie dat we opeens een heleboel te weten kunnen komen over de kruisiging van Jezus en nog veel meer. Geografie is de sleutel tot het mysterie van Golgota.
*
De Tuin van Eden
De Tuin van Eden lag in het Land van Eden. De Tuin bestond uit 2 delen. Het eerste deel was het voornaamste deel en het binnenste gebied waar god direct contact had met Adam en Eva. Dit binnenste gebied correspondeerde met het heiligste heiligdom in de tabernakel en tempels waar God zijn zetel had. Het 2de deel van de Tuin was het deel buiten dit gebied maar nog steeds binnen de Tuin. Het had duidelijke grenzen met het omringende land van Eden. Dit 2de deel van de Tuin beantwoorde aan een gebied ten oosten van het heiligste heiligdom en werd de heilige plaats genoemd in de tabernakel en tempels. Hier voerden de priesters hun diensten uit. Buiten de Tuin van Eden lag het Land van Eden. Adam en Eva werden hier naartoe verbannen. Het was juist in dit gebied bij de oostelijke poort waar Kaïn en Abel een altaar bouwden voor god die nog steeds in de Tuin rondhing. Dit altaar was gebouwd bij de oostelijke ingang naar de Tuin. En daar brachten zij hun offers. Dit specifieke altaar werd bekend als het altaar van brandoffers, direct oostelijk van de heilige plaats in de tabernakel en de latere tempels. De joodse autoriteiten begrepen dat het hele gebied van Eden symbolisch was voor het Hof van de Israëlieten in de tabernakel en tempels. En het omvatte ook de gebieden rond de heiligdommen die het Kamp van Israël werden genoemd. Dus de 2 delen van de Tuin en het Land van Eden samen werden geïdentificeerd als de 3 compartimenten in de tabernakel en de latere tempels, te weten: 1. Het heiligste heiligdom, 2. De Heilige plaats stelde de 2 delen van de Tuin voor en 3. Het Hof van Israël met het Kamp van Israël stelden de rest van het Land van Eden voor. Laten we eens naar dat Land van Eden kijken.
Het land van Eden had grenzen
Kaïn werd uit het Land van Eden verdreven. Dus kwam hij in het land van Nod terecht, dat het land van zwerven betekent. Dit land lag ten oosten van Eden. In de tijd van de latere tempels beantwoordde dit gebied aan de gebieden van de heidenen buiten Jeruzalem (ofwel buiten het Kamp gebied van Israël). Het was in dit gebied ten Oosten van Eden toen God zei dat Kaïn een dieroffer aan de poort zou brengen. Dit dieroffer zou tegen de deur aan liggen en een zware last zijn. Geen wonder want Kaïn had flink gezondigd door zijn broer Abel te vermoorden. Dus zou god een dier offeren dat correspondeerde met een zware schuld. Het offer moest levend naar de deur worden gebracht. Deze deur was de oostelijke ingang terug van Nod naar het Land van Eden. Het offer werd op een altaar gelegd of gezet direct voor de oostelijke ingang naar het Land van Eden.
*
De sleutel naar de plaats van de kruisiging van Jezus
In de tijd van de latere tempels was er een altaar dat correspondeerde met het altaar waarop Kaïn zijn offer bracht voor de oostelijke ingang van het Land van Eden. Ezekiel zei dat dit altaar ten oosten stond van de tempel en BUITEN het heiligdom, Ezekiel 43:21. Dit was een heilig stuk huisraad dat bij de tempeldienst hoorde maar dus buiten het heiligdom stond. Op dit altaar werden door Mozes enkele hoofdzonde offers tot as verbrand. Onder andere het offer van de rode vaars werd op dit oostelijke altaar gebracht buiten het heiligdom. In termen van Eden gesproken, bevond dit altaar zich ten oosten van Eden. En waar bevond het altaar zich in verhouding tot de tempel? In de tijd van Jezus bevond dit buitenste altaar zich bij de zuidelijke top van de Olijfberg, direct ten oosten van de tempel. Het was hetzelfde type altaar waar Kaïn zijn offer bracht in Genesis 4:7. In de tijd van Mozes was het Kamp van Israël synoniem met het Land van Eden. Het altaar van Kaïn was analoog aan dat van Mozes (en later salomon en herodus) dat hij buiten het kamp van Israël positioneerde. Ezekiel zei niet alleen dat dit altaar in het oosten stond buiten het heiligdom (Eze. 43:21) maar zelf ook een heilidom was (Eze. 44:1). Dit altaar bevond zich 2000 cubits ten oosten van het centrale deel van de tempel. Dit alles is de sleutel tot de locatie waar Jezus is gekruisigd.
Symbolische relaties
De overeenkomsten tussen het altaar van Kaïn in het land van Nod en het altaar van de rode vaars op de Olijfberg (Eze. 44:1) zijn een aanwijzing dat Jezus gekruisigd is oostelijk van de tempel. Dit zou overeenkomen met het speciale zondeoffer voor moord dat Kaïn moest brengen op het altaar voor de ingang van het Land van Eden. In Hebreeën 13:11:13 staat dat de kruisiging buiten de poort en buiten het kamp van Israël plaatsvond dat werd geassocieerd met het Jeruzalem van de eerste eeuw. Voor ons mag deze aanwijzing niet duidelijk genoeg zijn maar iedere scholier in die tijd wist wel degelijk wat er met die uitdrukking werd bedoeld. Namelijk dat Jezus was gekruisigd op de Olijfberg. Hebreeën biedt genoeg informatie om uit te maken dat Golgota zich op de zuidelijke top van de Olijfberg moet hebben bevonden.
Tempel en geografie
De tempel van Jeruzalem volgde het patroon van de tabernakel die Mozes bouwde in de woestijn. En zoals we hebben gezien was deze tabernakel weer een afspiegeling van de Tuin van Eden en het Land van Eden. Hiermee houden de vergelijkingen niet op. De tempel en haar omgeving was een afspiegeling van Gods hemelse paleis en zijn hemelse omgeving (Hebr. 8:5, 9:23). De tabernakel was een draagbaar dingetje. En hoewel de latere tempel van salomon was gebouwd van steen, houd en edelmetalen, noemde men de tempel in de volksmond “de tent.” De schrijver van het boek Hebreeën noemt de tempel van Herodus “de tent.”
De tempel, ofwel tent had 3 compartimenten en DRIE altaars! Ja inderdaad, niet twee maar DRIE altaars! Het 3de altaar is waar Jezus werd gekruisigd. Het heiligste heiligdom lag in het westelijke deel van de tempel. Hier woonde god en hij keek dus naar het oosten waar zich de 2 andere compartimenten bevonden waar de priesters en het volk hun tempeldiensten bewezen. Het 2de deel bevond zich ten oosten van het heiligste heiligdom en werd de heilige plaats genoemd, waar alleen priesters binnen mochten komen. In dit compartiment was het eerste altaar geplaatst vlak voor het gordijn van de ingang naar het heiligste heiligdom. In dit zelfde compartiment maar verder naar het oosten stond het 2de altaar van brandoffers. Ten oosten hiervan was de 3de sectie van de tempel die het hof van de Israëlieten werd genoemd en dat verdeeld was in 2 delen; het westelijke deel voor de mannen en het oostelijke deel voor de vrouwen. Tenslotte, buiten dit 3de compartiment had Herodus nog iets gebouwd dat we het hof van de heidenen noemen. Formeel hoorde dit deel niet bij de tempel maar het was er zeker aan gelieerd. Hier mochten de heidenen de God van Israël aanbidden. Het hof der heidenen has een oostelijke muur met 1 poort die de tempelberg scheidde van een diep ravijn dat langs de hele muur lag. Dit ravijn heette Kidron en wordt vele malen genoemd in de bijbel zoals in 1 Koningen 15:13; 2 Kronieken 30:14; Jeremiah 31:40; Johannes 18:1. In de tijd van Jezus was er een brug van deze oostelijke poort van de tempel naar de top van de Olijfberg. Priesters hadden deze brug over de Kidronvallei gebouwd. De brug was gebouwd voor offerdoeleinden en derhalve de brug van de rode vaars genoemd (Shekalim 4:2). Hij verbond de enige poort in de muur van het Hof der Heidenen met een geheiligde weg over de brug die leidden naar een DERDE altaar bij de top van de Olijfberg! Dit altaar wordt in hebreeën geassocieerd met de kruisiging van Jezus.
Het DERDE altaar van de tempel
In Hebreeën 13:10-13 wordt een 3de altaar genoemd buiten het kamp waar Jezus heeft geleden. Heej, dit lijkt wel heel erg op Ezekiel 43:21. Dit 3de altaar bij de top van de Olijfberg was het altaar waar de rode vaars werd geslacht en verbrand, en waar de speciale zondeoffers werden verbrand volgens de wet van mozes (Lev. 4:12). Dit 3de altaar was het heiligdom buiten de tempel van Ezekiel 44:1. Dit 3de altaar was het type altaar waarop Caïn zijn zondeoffer moest leggen, vlak buiten de poort van het Land van Eden.
*
De betekenis van het 3de altaar
Veel theologen en christenen weten nauwelijks van dit 3de altaar buiten de poort dan wel bij de top van de Olijfberg. In de tijd van Mozes was het heiligste gebied van het hele kamp van Israël voor de ingang van het heiligdom, aan de oostkant. Hier hadden Mozes en Aaron en zijn zonen hun tenten opgezet (Numeri 3:38). Het oostelijke gebied was de kant van het heiligdom dat werd bestuurd door de stam van Judah waaruit later Koning David voort zou komen en nog later een Messias (Numeri 2:3). Het is zelfs zo dat de schrijver van Hebreeën het thema van de tabernakel gebruikt om ons te laten zien hoe Jezus de rituelen van Mozes vervulde met betrekking van zondoffers. En de locatie buiten het kamp in Leviticus 4:12 was identiek met de plaats buiten het kamp in Numeri 19:3. Ook de offerrituelen van tempel en tabernakel komen overeen. De priester die op dit 3de altaar buiten de poort de koe offerde moest in het westen het gordijn voor de oostelijke ingang van de tempel kunnen zien. Net zoals Mozes het gordijn voor de ingang van de tabernakel zag. Dit was één van de redenen waarom de oostelijke muur iets lager was dan de andere muren.
Een panoramisch beeld van Jeruzalem
Vanaf dit 3de altaar waar de rode vaars werd geofferd, het Miphkad Altaar geheten, kon je een behoorlijk eind uitkijken. Je kon het gordijn zien dat voor de oostingang hing van de Heilige plaats (dus niet het heiligste heildigdom). Het altaar van brandoffers was ten zuidoosten van dit gordijn. Het gordijn van volgens Josephus 82 voet hoog en 24 voet breed. Dus zeg maar zo hoog als een gebouw van 8 verdiepingen. Het was dit gordijn dat in tweeën scheurde toen Jezus doodging. Dit gordijn was opgehangen aan een stenen bovendrempel die meer dan 30 ton woog. These enorme dimensies geven ons een beeld van de grootsheid van het tempelgebied. En daarom was het ook niet moeilijk om het gordijn waar te nemen vanaf de Olijfberg. Vanaf de Olijfberg moet dit een indrukwekkend gezicht zijn geweest, zoals ook de apostelen beaamden: Mat. 24:1-3.
Terug naar de kruisiging van Jezus. De schrijver van Hebreeën schrijft: “de kadavers van de offerdieren worden buiten het kamp verbrand.” – Hebr. 13:11. Deze tekst is geschreven binnen de context van de kruisiging van Jezus. Hij schrijft: het bloed van de offerdieren wordt het heiligdom binnen gebracht.” Hij refereert duidelijk aan de tempel die op dat moment bestaat en zeker niet aan het tabernakel van Mozes. De schrijver zegt dat Jezus buiten de stadspoort heeft geleden. Voor een jood uit de 1ste eeuw was het een uitgemaakte zaak dat hiermee een zeer bekende locatie buiten de tempel werd bedoeld en wel de Olijfberg. Het kamp van Israël had in de wildernis geen zichtbare fysieke muur om zich heen. Dit kamp had alleen een denkbeeldige grens die zich 2000 cubits van het centrale deel van de tabernakel bevond. Ook in de tijd van Jezus had het kamp rond Jeruzalem geen muren. De 4 muren die er wel waren, waren niet de grenzen van het kamp. De echte grenzen van het kamp van Israël bestonden uit een cirkel met een radius van 2000 cubits rond de tempel. Dit is waarom het 3de altaar voor de rode vaars en andere zondeoffers bij de top van de Olijfberg lag, vlak voor de oostgrens van het kamp. Dit was bijna een halve mijl verder dan de oostelijke muur van jeruzalem. Het Kamp van Israël was dus totaal iets anders dan het ommuurde Jeruzalem. De Bijbelse uitdrukking “buiten het kamp” betekent dus minsten 2000 cubits buiten de tempel. Welke offers ook gebracht werden, vredesoffers, brandoffers, maaltijdoffers, zondeoffers etc., altijd werden ze ten oosten van de tempel of tabernakel geofferd. Dus waarom zou Jezus daar een uitzondering op zijn?
*
De Gold rush van Jeruzalem – door Ernest L Martin
Geen steen op de andere (de goldrush in Jeruzalem)
Onder Herodus de Grote werd Jeruzalem uitgebreid tot een stad die zich architectonisch kon meten met Rome. Wij denken, ach, Jeruzalem, 2000 jaar geleden, dat kanniet wat zijn, schaapherders en waterputten, meer niet. Dan hebben wij het mis. Herodus was de Alexander de Grote van de stadsvernieuwing. Zoals Alexander de grote op zijn 16de de hele antieke wereld veroverde en tot India kwam, zo maakte Herodus van Jeruzalem een stad die haar weerga niet kende en nu nog indruk op ons zou maken. Merkwaardig dus dat wij zo nonchalant doen over het Jeruzalem ten tijde van Jezus. Herodus breidde de tempel van Salomon uit en vergrootte het Romeinse Fort Antonia waardoor de stad een metropolitisch aangezicht kreeg. Er is zoveel meer te zeggen over Jeruzalem dan wij ons realiseren. De naam betekent Stad van Vrede en dat terwijl er om de haverklap geweld is en er zoveel oorlogen zijn geweest om de stad, meer dan om welke anders stad ter wereld ook. Jeruzalem was een modern, geciviliseerd en geürbaniseerd deel van het romeinse rijk toen Jezus leefde. Van de keizers Tiberius tot Titus was Jeruzalem een zeer welvarende stad.
Jeruzalem was met recht absoluut de zusterstad van Rome, de enige stad die zich met Rome kon meten! Drie grote bouwwerken bepaalden dat moderne stadsgezicht, het Romeinse Fort Antonia, Het paleis van Herodus en de Tempel van Herodus. Deze bouwwerken werden in de tijd van Jezus vergeleken met de bouwwerken in Egypte dan wel met het Colosseum in Rome. De Tempel van Herodus kon zich met gemak daarmee meten. Jeruzalem had net als Rome een amfitheater en een hippodrome voor paardenraces. Het Jeruzalem van Jezus was niet zomaar een stad! En zelfs nu zouden wij onder de indruk zijn van de de majestueuze bouwwerken in Jeruzalem. Als je naar de Klaagmuur kijkt, een restant van Fort Antionia (en NIET van de tempel van Herodus) dan zie je dat daar een ongelofelijk bouwwerk moet hebben gestaan. Ook cultureel kon Jeruzalem zich met Rome meten en zouden wij ons als moderne mensen er goed kunnen vermaken. Waar komt dat idee vandaan dat Jeruzalem in de tijd van Jezus een achterlijk agrarisch buitenaf gelegen oord was? Dat stamt uit de 19de en begin 20ste eeuw toen Jeruzalem dat inderdaad was en gebukt ging onder Turkse overheersing. Door oorlogen geteisterd ging Jeruzalem de duistere middeleeuwen in.
De tempels die Jeruzalem vergeten is
De eerste tempel was een tent. Dat was in de tijd van Mozes. De tent werd tabernakel genoemd, een duur woord voor een tent die in 3 compartimenten was verdeeld: een buitenste deel van de tent waar de Israëlieten mochten rondlopen, een binnenste deel waar de priesters hun diensten hielden en het aller binnenste stuk dat het Heiligste heiligdom werd genoemd en waar god woonde en waar de hogepriester 1 maal per jaar kwam. De tent was zo groot als een baseballveld en overdag zweefde er een wolk boven en ’s nachts een licht. De tent was draagbaar en werd meegenomen naar de volgende plek, was 100 voet breed en in de lengte iets langer. Toen Canaan was veroverd werd de tabernakel opgezet op een plaats die schedel heette, 35 mijl boven jerusalem. In de 15 de eeuw voor christus toen Mozes de joden uit Egypte leidde, tot de tijd van David en Salomon in 1000 voor christus werd de tempel van steen gebouwd in Jeruzalem. Dat deed Salomon de zoon van David. De tempel stond daar tot het begin van 500 voor christus toen ze werd verwoest door de babyloniërs en koning Nebudkanezzar. De tempel werd totaal verwoest en bleef dat 70 jaar lang. Daarna werd zij herbouwd door koning Zerubabel en de hogepriester Jozua. Daarna werd zij in de 2de eeuw voor christus nogmaals verwoest door de maccabeeën. In 20 voor christus herbouwde koning Herodus de tempel en verdubbelde de grootte.
Ze was een vierkant gebouw van 600 bij 600 voet en 450 voet hoog. De stad van David lag in de zuidoostelijke hoek van Jeruzalem. Dit gebied heette berg Zion. Tegenwoordig kennen wij dit als de tempelberg. Er waren 2 heuvels, de zuidelijke heette Zion en de noordelijke heette Ophel. Beiden heuvels vertegenwoordigden de stad van David en op de Ophel bouwde Salomon de tempel. Die bouwde hij boven de enige waterbron die er toen was in Jeruzalem, de Gihonbron, genoemd naar de Gihonrivier in Eden. Dit alles was op de zuidoostelijke hoek. De tempel van Herodus was 450 voet hoog vanaf de bodem van de Kedron vallei aan de zuidoostelijke hoek. In de noordoostelijke hoek was de tempel maar 300 voet hoog en 200 voet aan de noordwestelijke hoek. Maar aan de zuidoostelijke hoek, waar Jezus door satan heen was gevoerd om er vanaf te springen, was de tempel 450 voet hoog. Het was een enorm ontzagwekkend gebouw, zelfs voor onze maatstaven. Dit was de tempel waar Jezus vanaf moest springen van satan, waar Jezus in is geweest en waar hij over sprak. Deze tempel was degene waarvan Jezus zei dat er geen steen van op de andere zou blijven. Een knappe prestatie overigens van de romeinen om zo´n groot gebouw te verwoesten.
De tempel was eigenlijk een toren. Dit geeft aan dat God niet per sé problemen had met de bouw van hoge torens, zoals de Toren van Babel. Alleen die laatste stond op de verkeerde locatie. De spraakverwarring in Babel werd later recht gezet door het spreken in tongen in de tijd van de apostelen. De toren bestond voornamelijk uit trappen. Op het dak van de toren was een platform waar de eigenlijke tempel stond met ook weer 3 compartimenten. De grote piramide van Giza was in hoogte iets lager dan de tempel van Herodus. Als deze tempel nu nog had bestaan was ze één van de wereldwonderen geweest. Des temeer zeggingskracht krijgt de profetie van Jezus die al zei dat geen enkele steen van de tempel op de andere zou blijven. Waarom lieten de romeinen geen steen op de andere? Waarom waren ze zo obsessief aan het verwoesten? Het antwoord is simpel. Na de verwoesting, keerden ze elke steen om van de huizen van de joden alsmede van de tempel, omdat ze op zoek waren naar goud! Dat hadden de inwoners overal in verstopt. Het gevolg was dat de prijs van goud halveerde in het oostelijke deel van het romeinse rijk omdat er zoveel goud was gevonden in de ruines van Jeruzalem. Jezus deed de profetie in het jaar 30, 2 dagen voor zijn kruisiging. De romeinen vervulden zijn profetie 40 jaar later, binnen een generatie na de dood van Jezus.
*
christenen willen messias liefst vermoorden
Wij… christenen hebben een bepaald (Humanistisch) beeld van Jezus. Hij was een zachtaardige man die vriendelijk glimlachte en kinderen over hun bol streek. Maar wat als Hij terugkomt en heel anders blijkt te zijn? De vorige keer werden we gefopt en werd Hij niet herkend. Als Hij terug komt, bestaat dat gevaar weer. Wat moeten we met een Heer die oorlog en ziekte op ons afstuurt, over UFO’s kletst en pedofielen omarmt? Het liefst zouden we Hem kruisigen omdat Hij niet aan ons beeld van een messias voldoet. De mainstream christenen willen geen God die oorlog en kwaad op ons pad stuurt maar een liefdevolle God die het liefst op de cover van de Playboy kan.
*
De 7 fasen van geloof
Fase 1
God geeft Adam slechts weinig en eenvoudige levensregels betreffende goed en kwaad. De afstand tussen God en Adam was als die in een beginnend menselijk gezin, evenals in de situatie van Noach na de zondvloed. Alle mensen leefden vanaf Adam en Eva tot aan Abraham bij deze beperkte kennis van God. Deze 1ste fase duurde tot aan de roeping van Abraham, op 99 jarige leeftijd, dat is dus bijna 2000 jaar later. Ongeveer een vijfde deel van de wereldbevolking (anno 2008) volgt de basisregels van Abraham, zoals ook de moslimwereld. Alle mensen die niet pretenderen Abraham als hun geestelijk vader te hebben, verkeren nog steeds in de eerste fase, zoals Hindoes en Boeddhisten. God leert hun op hun eigen wijze ervaring op te doen met goed en kwaad en geeft hen tevens een korte levensuur van 30 jaar.
*
Fase 2
Degenen die Abraham wel erkennen als hun vader, met de besnijdenis, verkeren in de 2de fase, zoals de moslims. Zij erkennen niet dat Gods onderwijs vervolgens verder gaat volgens via Izaäk. In deze 2de fase wordt God’s omgang met Abraham volwassen. God gaat enige tijd na de Zondvloed met Abraham om als een vriend.
Fase 3
In deze fase 3 geeft Mozes Israël zijn wetgeving in de eerste 5 bijbelboeken (Thora). Ook de Sadduceeën en Samaritanen hebben zich beperkt tot deze eerste 5 boeken van Mozes. De Samaritanen waren van grote betekenis. In de eerste eeuw na christus bestond hun volk uit 3 miljoen mensen. De meesten gaven hun Mozesgeloof op en emigreerden naar Zuid Europa waar ze katholiek werden. Inderdaad, de zuid-italianen zijn de nazaten van de samaritanen! Zie ook: Ernest L. Martin: The People that History Forgot.
Fase 4
Deze 4de fase heeft de wetten van Mozes tot basis die betrekking hebben op het ontstaan van het koninkrijk van David en Salomo en de komst van een koning in Jeruzalem. Veel joden leven in deze 4de Mozaïsche fase. Zij verwachten een messiaanse koning in de naaste toekomst, die Israël zal verlossen aan het einde van de huidige eeuw. Zij geloven niet dat Jezus de bedoelde messias was.
Fase 5
Deze 5de fase omvat een aantal meest Joodse bekeerlingen die geloven dat Jezus wel degelijk op aarde is gekomen om de plaats van Mozes en diens godsdienst in te nemen. Zij worden messiaanse joden genoemd.
Fase 6
Na de opstanding van jezus is er een nieuwe christenheid ontstaan, gebaseerd op genade van God en geloof in Hem. Het was niet een systeem afhankelijk van de wetten van Mozes en de 10 geboden. Deze verbondsbevolking omvat een derde van alle mensen op aarde zoals katholieken, bekeerde joden en protestanten alsmede talloze splintergroepen.
Fase 7
Een toenemend aantal volwassen christenen erkent het onderwijs van “het geheimnis.” dat onderwijs betreft dat de gehele mensheid bestemd is om “in christus” op te wassen tot volwaardige leden van de goddelijke familie in de hemelen. Dat is de positie in Efe. 1:10. Zij zullen ook deel uitmaken van het aionische leven, de vorige 6 groepen niet. Pas daarna zullen allen in allen zijn, ook de mensen uit de eerdere fasen. Efe. 2:19-22.
*
Hebreeën 6
Hebreeën 6 is verwarrend. Als iemand zich van God heeft afgekeerd kan hij zich geen 2de keer bekeren. Maar deze passage is bedoeld voor Israël. Haar geloof was gebaseerd op tekens. Op Pinksteren zagen ze veel tekens. En ook waren er wonderen. Israël baseerde alles op deze tekens. De schrijven van Hebreeën zegt dat als Israël na het zien van deze tekens zich nog steeds van God afkeert, ze geen verdere tekens zullen zien. Ze zullen moeten vertrouwen op de levende God en niet op tekens.
*
Psalm 22
Mijn kritische intellectuele schooljuf die ik eerder noemde vond dat psalm 22 helemaal niet per sé over Jezus hoefde te gaan. Haar kritische blik zei dat de chronologie van de psalm omgekeerd was aan de gebeurtenissen rond Jezus. Terloops merk ik hier op dat er een rechte lijn loopt van de doop van Jezus tot aan zijn dood. Over wie gaat psalm 22 dan wel? Over David zelf misschien? Ik wil wedden dat mijn kritische intellectuele schooljuf nooit Hebreeën 2:12 heeft gelezen. Hierin wordt direct verwezen naar Psalm 22 die dus over Jezus gaat:
“Ik zal Uw Naam aan Mijn broeders bekendmaken; te midden van de ecclesia zal Ik U psalm zingen.”
*
Psalm 8
Psalm 8 is een verwarrende Psalm. Deze begint met kletsen over de Here en wisselt ergens middenin af met geklets over het mensenkind. Waar gaat het nu over? Je krijgt de indruk dat de psalm over de mensen gaat. Maar in Hebreeën 2:8 (Concordant) staat het antwoord, namelijk dat psalm 8 over Christus gaat net als in feite alle of de meeste psalmen. Zo moet je de Tenach lezen, met het Nieuwe Testament erbij, dan snap je waar alles over gaat.
*
vervolg Mattheus 25
‘Ik ben heel erg benieuwd wie nu eigenlijk ‘de duivel en zijn engelen’
zijn uit vers 41!
In feite is het minder moeilijk dan het lijkt. Vanuit de traditie wordt dit altijd gezien als de satan met zijn engelen. Omdat er ook over ‘eeuwig vuur’ wordt gesproken, denkt men onmiddellijk aan de poel van vuur in Openbaring 20-22. Daartoe is echter gezien het tekstverband van Mattheüs 25:31-46 niet zoveel aanleiding.
‘Huh? Het gaat dus niet over de tegenstander, de oude slang, de satan?’
Gelet op het tekstverband zou je heel goed aan een specifiek volk kunnen denken, dat als dé tegenwerker van Gods volk gekenmerkt kan worden. Zo’n volk kan ook allerlei boodschappers erop uit sturen om het antisemitisme aan te wakkeren en andere volkeren op te zetten tegen Israël. Dat volk -als grote tegenstander van Israël- zal dan in de komende eon (en misschien wel eonen) afgesneden zijn van de zegeningen die Israëlen de schapenvolkeren wel genieten. Die insnoeiing is dan eonisch vuur, en dan vuur gezien als een zuiverende weg, een louteringsweg.
‘Nou, dit heb ik nog nooit eerder gehoord. Maar de satan komt toch in de poel van vuur?’
Ja, en daar zullen alleen hij, de valse profeet en het beest gepijnigd worden, aangezien het om geestelijke machten gaat. Mensen gaan onmiddelijk dood in de poel van vuur. Deze drie niet. Het zijn geesten, en die sterven niet in vuur. Zij sterven sowieso niet, zij worden gepijnigd. Er wordt nergens bij de poel van vuur gezegd, dat er hele volkeren in worden geworpen. Wel individuele mensen, en voor hen is het dan de tweede dood.
‘Nou hier ga ik eens goed over nadenken, het zet mijn denken over deze
dingen wel op zijn kop!’
Dat zal best nog vaker gebeuren als je je verdiept in Zijn woord. Dan blijken de dingen anders te zijn dan je of men denkt. Maar we gaan morgen verder, met iets dat de gemoederen vaak bezig houdt, heeft gehouden en nog zal houden. – www.da-ath.nl
*
Mattheüs 25:35
‘Als je anderen helpt, komt dat dan voort uit Mattheüs 25, waar de Heer zegt, dat je Hem bijvoorbeeld kleding (vers 36) hebt gegeven.’
Het is heel mooi als je iemand concreet kunt helpen door bijvoorbeeld het geven van heel praktische hulp als voedsel, kleding en dergelijke. Als dat op je weg komt, doe je dat gewoon, als je kunt. Gaan we echter kijken naar dit tekstverband hier, dan wordt het wel een ander verhaal. Het gaat hier om een gericht dat de Heer houdt over volkeren (zie 25:31,32). Die volkeren worden in beeldspraak voorgesteld als bokken en schapen en de Heer zelf als Herder.
‘En de teksten waarin de Heer die concrete hulp noemt dan?’
Dat gaat om vers 35-40 en 42-45. Het gaat bijvoorbeeld om opzoeken in de gevangenis, kleding en voedsel geven, ontvangen in huis van vreemdelingen. De Heer noemt degenen die dat overkomt Zijn broeders (vers 40).
Maar wacht even, het gaat toch om volkeren? Dat staat toch in vers 32?
Ja, daar kun je niet onderuit. Soms worden de genoemde teksten over concrete hulp hieruit gehaald en als basis voor een christelijke organisatie gemaakt. Je kunt je afvragen of dat terecht is. Want waar het eigenlijk om gaat, is het opvangen en helpen van mensen van het volk Israël in de periode van met name de grote verdrukking die nog komt en de periode daarna.
‘He, dat wordt dus een beoordeling per volk over hoe zij Israël bejegend hebben?’
Je kunt niet anders dan tot die slotsom, tot die conclusie komen. De Heer zal zitten (vers 31), Hij gaat er dus de tijd voor nemen, om die beoordeling te doen. Misschien zullen vertegenwoordigers van de volkeren komen, wie weet de koningen, of de regeerders van die dagen. Die zullen dan rekenschap af moeten leggen hoe zij Gods volk hebben behandeld in de ergste periode van antisemitisme die de wereld nog zal doormaken.
‘Als ik het goed lees, kun je niet aan die gedachten ontkomen.’
Daardoor zullen de volkeren aan de rechterhand van de Koning het goede van het koninkrijk gaan genieten. Dat wordt in vers 46 ‘eonisch leven’ genoemd, dus het leven genieten met Israël in het komende Messiaanse rijk van Jezus Christus. Zij worden ‘gezegenden’ (vers 34) genoemd.
‘En die volkeren aan de linkerhand van de Koning in vers 41 dan?’
Die komen in het eonische vuur, waarvan in vers 46 gezegd wordt, dat dat de eonische insnoeiing (Grieks: kolasis) is. Het betreft een uitwerking van dit gericht van Mattheüs 25 over die specifieke volkeren.
‘Maar wie zijn die duivel en zijn engelen?’
Daar kijken wij morgen naar! – www.da-ath.nl
*
de comma Johanneum
http://christenkringweert.nl/allerlei/342-tekst-drie-eenheid-later-toegevoegd
Wat is de comma Johanneum? Het gaat om 1 Johannes 5:7-8. In de oorspronkelijke Griekse tekst staat er niets na de komma. En dus de komma zelf ook niet, die is er later aan toegevoegd om de 3-eenheid aan de schrift toe te voegen. Natuurlijk, Vader, Zoon en Heilige Geest komen in het Nieuwe Testament aan de orde, maar de aard van de relatie is niet duidelijk.
*
Jezus versus Jozef
Jezus kwam de eerste keer als Juda; namelijk als de lijdende koning die zou sterven voor onze zonden. Dan heb je Jozef die door zijn broers aan de Farao’s verkwanseld was. Dit is het 2de type van Jezus; namelijk om de wereld te redden door het preken van het evangelie van het koninkrijk dwars door de wereld heen. Jozef had goed door dat God achter het scenario zat waarbij zijn broers hem in Egypte hadden gedumpt.
*
twiet
wat abram met Hagar deed, deed God met Egypte:
– Abram nam Hagar en bracht Ismael voort.
– God nam egypte en bracht Israël voort.
*
Alle gebeurtenissen zijn cyclisch
Aionen en cycli
Binnen het principe van de 5 aionen/tijdperken waarlangs God zijn plan openbaart, is er nog een cyclus van profetische gebeurtenissen zoals deze in Prediker staat beschreven. Jesaja 42:9 zegt al dat gebeurtenissen cyclisch in zichzelf zijn en gedoemd zijn om zich te herhalen.
“Wat eertijds werd voorgezegd, is nu vervuld en ik kondig jullie nieuwe dingen aan, nog voor ze ontkiemen zal ik ze openbaren.” – Jesaja 42:9
“Lang geleden kondigde ik aan wat nog stond te gebeuren, ik heb het uitgesproken, ik heb het laten horen. Onverwachts bracht ik die gebeurtenissen tot stand.
Omdat ik weet dat je onbehandelbaar bent – je nek hard als ijzer, je voorhoofd van brons – heb ik je van tevoren aangekondigd, voordat het gebeurde liet ik het horen, opdat je niet zou zeggen: dat hebben mijn goden gedaan.” – Jesaja 48:3,5
Prediker zegt dat alle gebeurtenissen zich herhalen.
“Alles wat god doet, doet hij voor altijd. Daar is niets aan toe te voegen, daar is niets vanaf te doen. God doet het zo opdat wij ontzag voor hem hebben. Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug.” – Prediker 3:14, 15
Je kunt het ook zo zeggen: God kende al Zijn werken al voordat de aarde was geschapen. – 2 Timoteus 1:9. In het bijzonder alle profetische gebeurtenissen zullen zich cyclisch herhalen.
Verschillende cycli
In Genesis 15:13–16 zegt God dat een generatie gelijk staat aan 100 jaar. Koning Salomon heeft het in Prediker 3:14-15 over gebeurtenissen dit op dat moment gebeuren. Hij merkt daarbij op dat die gebeurtenissen zich ooit al eens hebben voorgedaan.
– Profetische gebeurtenissen in verleden vormen het begin van een thema.
– Profetische gebeurtenissen in het heden vormen een 2de vervulling van een bepaald thema.
– Profetische gebeurtenissen in de toekomst vormen de conclusie en afsluiting van het thema.
Profetische gebeurtenissen dansen dus rond een thema in 3 fasen. God doet dit om ons op te voeden of in hedendaagse termen gezegd, te educatie.
– Eerst vertel je je studenten wat je ze bij wilt brengen.
– Dan leer je ze wat je ze wou bij brengen.
– Tenslotte herinner je hen eraan wat je ze hen hebt bij gebracht.
3-voudig principe in de bijbel
– De 1ste fase van de profetieën komt uit in het Oude Testament. (A-fase)
– De 2de fase van de profetieën komt tot uiting in de tijd van Jezus en de apostelen; de 1ste eeuw van onze jaartelling. (B-fase)
– De 3de fase van de profetieën vindt plaats tijdens de generatie van de Eindtijd. (C-fase)
Voorbeeld
1. de verwoesting van de tempel van Salomon door Nebudkanezzar.
2. de verwoesting van de tempel van Herodus door de romeinen op dezelfde dag, maand en jaar als de 1ste keer, op de avond van de 9 op 10 augustus.
3. deze gebeurtenis zal zich nog een keer herhalen in de Eindtijd door een nieuwe Nebudkanezzar. Deze persoon staat in Jeremiah 51:41 en heet Sesach.
*
In Hosea 6:1-3 zie je dit principe ook weer terug:
“1. Kom laten wij teruggaan naar de Heer! Hij heeft ons verscheurd, hij zal ons genezen; de hand die sloeg zal ons verbinden. 2. Hij redt ons na 2 dagen van de dood, de 3de dag doet hij ons opstaan: in Zijn nabijheid zullen wij leven. 3. Dan zullen wij hem kennen, ernaar jagen om de Heer te kennen.”
“Het visioen wacht tot zijn tijd gekomen is, het getuigt ervan, het liegt niet, ook al is het niet vervuld, wacht maar, het komt zeker, het zal niet uitblijven.” – Habakuk 2:3
“Breng het in deze tijd tot stand” (B-fase) – Habakuk 3:2.
Deze B-fase werd vervuld toen Jezus met zijn Vader samen op de berg Hermon waren. – Markus 9:7. Een mooi uitzicht over Damascus hadden ze trouwens op die berg. En zo werd de Hermon de 2de Zion (Psalm 133;3).
De cyclus in Prediker 1;9
A-fase: Wat er was, zal er altijd weer zijn,
B-fase: Wat er is gedaan,
C-fase: Zal altijd weer worden gedaan, er is niets nieuws onder de zon.
*
De cyclus van Jezus
A: Adam, B: de komst van Jezus 2000 jaar geleden, C: de terugkomst van Jezus. Zo was er ook een 1ste Eliah, een 2de die Johannes de doper was en vlak voor de wederkomst van Jezus zal er een 3de Eliah komen.
Bovendien is er een contrast in types. De 1ste Christus was niet om aan te zien (Jes. 53:2-3). De 2de Christus zal de mooiste van allen zijn (Psalm 45:2).
*
het kamp Israël – door Ernest L. Martin
De astronomische relevantie van het Kamp Israël
In de tijd van Jezus was het zogenaamde “Kamp Israël” rond Jeruzalem gepositioneerd volgens het model van Mozes. Het kamp was geconstrueerd in de vorm van een cirkel met een radius van 2000 cubits vanaf het centrum van het kamp. Deze cirkel was astronomisch in zijn ontwerp. Dit astronomische ontwerp voorzag van een profetisch-, en kalenderthema om de Israëlieten te instrueren. Zowel de tabernakel als de tempel als het Kamp waren zo geconstrueerd dat de hemelse invloedssfeer binnen het aardse Kamp tot uiting kwam. (Exo. 25:9, Hebr. 8:5, 9:23) Het centrale punt van deze astronomische cirkel die Jeruzalem omringde, lag precies tussen de binnenste en buitenste gordijnen van de tempel in de heilige plaats. Dit centrale punt lag precies tussen het noordelijke tafel met 12 broden die de 12 maanden van de dierenriem moesten voorstellen en de menorah aan de zuidzijde die de 7 zichtbare planeten voorstelde. Deze circulaire samenhang van 12 maanden en 7 planeten werd gebruikt in samenhang met de zoneclips. Dit had als effect dat het centrale punt van de dierenriem vlak voor het Heiligste Heilige kwam te liggen en iets ten oosten van het eerste altaar. Mozes had de 12 stammen van Israël rond de cirkel gepositioneerd om het volk Israël kennis te laten maken met Gods plan voor de toekomst. Dit is het type astronomische educatie dat we in Psalm 19 vinden. Deze omgang met astronomie wijkt af van de manier waarop de heidenen in die tijd astrologie bedreven. Zo was de buitengrens van het Kamp van Israël de cirkel die op een straal van 2000 cubits lag vanaf de tempel, om precies te zien vanaf de vloer van de Heilige Plaats. Deze cirkel was net als de dierenriem in 12 delen verdeeld. (Exo. 25:9). Dit astronomische ontwerp weerspiegelde Gods hemelse Hof en de buitenste hemelse gewesten. (Heb. 8:5, 9:23). Elke stam van Israël had zijn eigen teken van de dierenriem. De stam van Judah kreeg de meest vooraanstaande positie en was direct oostelijk van ingang van de tempel en tabernakel gepositioneerd.
4 stammen symboliseerden de 4 seizoenen van het jaar: Judah, Dan, Reuben en Efraïm.
Deze 4 stammen waren 90 graden van elkaar gepositioneerd op de denkbeeldige cirkel. Het dierenriemverhaal begint en eindigt bij de stam van Judah en is gecentreerd rond de messias die bovendien voort zou komen uit deze stam. Het symbool van de stam was dan ook de leeuw. Judah domineerde net als het sterrenbeeld Leeuw het zomerseizoen van de originele profetische kalender. Judah hoorde bij de 5de maand Av. De 2de stam was Dan die bij het sterrenbeeld schorpioen hoorde en zich in het noorden van de cirkel bevond. Dan hoorde bij de herfst. De stam Ruben bevond zich aan de westkant van de cirkel en hoorde bij waterman en de winter van de originele profetische kalender. Tenslotte de stam Efraïm ligt aan zuidzijde van de cirkel en hoorde bij het sterrenbeeld stier en de lente. Daarna begon het oorspronkelijke profetische jaar weer bij Judah, leeuw.
Dan had je nog de cherubs uit Ezekiel 1:4-14 en Openbaring 4:6,7. Ze symboliseerden leeuw, adelaar, mens en os of in hedendaagse termen uitgedrukt: leeuw, schorpioen, Aquarius en stier. Ze waren analoog aan de 4 stammen van Israël: Judah, Dan, Rueben en Efraïm. Ook in de tijd van Jezus was het Kamp van Israël een weerspiegeling van Gods Hof en de omringende hemelse gewesten: Heb. 8:5, 9:23. Het ontwerp van de stammen weerspiegelden in hun positie in het kamp de geschiedenis van de messias van israël. Zijn profetische betekenis ligt BINNEN het kamp en niet erbuiten. Jezus was geboren uit Judah = leeuw. Het eerste teken dat iemand binnen het kamp TEGEN de klok in tegenkwam was maagd. Inderdaad is Jezus uit een maagd geboren. Daarna ontmoet Jezus satan. Dit wordt uitgedrukt in de schorpioen van de stam Dan. Daarna kwam hij in diepe wateren terecht (Psalm 124:4) door zijn kruisiging.
Dit wordt uitgedrukt door de waterman van Rueben. Dan komt de lente, oftewel de opstanding van de dood. Dit wordt uitgedrukt door de stier. Daarna komt men BINNEN het kamp weer uit bij de stam van Judah waar de koningsster Regulus zich in het sterrenbeeld leeuw bevindt. Regulus is bovendien de ster die het dichtst bij de eclips staat, het pad van de zon en zodoende de kroning van Jezus uitbeeldt. Maleachi 4:2. De 4 cherubs zijn de belangrijkste hoofdrolspelers in dit hemelse ontwerp van de dierenriem van de geschiedenis van de messias BINNEN het kamp van Israël. Zie ook Psalm 19 waar de zon opkomt als een bruidegom en een profetie vertelt aan Israël. Paulus refereert ook aan Psalm 19 in Romeinen 10:18 en verwijst naar Jezus en zijn evangelie die voortgaan als de boodschappen in de zon, maan en sterren. De hemelse profetie stond los van de richtingen van het kompas rond Jeruzalem want jezus was door satan in de woestijn ten zuidoosten van jeruzalem bezocht en niet in het noorden waar de stam van Dan zich bevond in het stammenpatroon. Wat wel interessant is, is dat de stam Judah zich ten oosten van de tempel bevond zodat de stam zich altijd voor god bevond die oostwaarts keek. De mensen zouden zich “oriënteren” door het oosten als referentiepunt te nemen zoals wij dat tegenwoordig met het noorden doen. Alle belangrijke optredens en gebeurtenissen van en rondom Jezus – zijn kruisiging, opstanding en terugkeer naar de hemel – vonden plaats BUITEN het kamp tegenover de oostingang.
*
Aionios en aidios 3 pre-Socrates
Om met Aionios voor Socrates te beginnen, schrijft Plutarchus aan Anaximander het idee toe dat chaos en genesis in cycli plaatsvinden “vanuit een oneindige aion.” Maar dit zijn zeker niet Anaximander’s eigen woorden. Hippolytus legt vervolgens uit dat Heraclitus het eeuwige vuur, donderslag noemt. Vergelijkbare termen zijn toegeschreven aan de Pythagoriërs maar dit zijn dan latere interventies. In contrast met aionios is het bijwoord aidios meer gebruikt in de zin van eeuwig of eeuwigdurend, al zo vroeg als het Homerische gedicht aan Hestia en het Hesiodische schild van Heracles. Maar in geen geval slaat de uitdrukking op eeuwig in technische zin. Met de Pre-Socratianen, lijkt de term aidios in de zin van eeuwig op zich zelf te staan, in een serie van verhandelingen die bij Anaximander beginnen en doorgaan tot aan Melissus en verder. Xenophanus gebruikt aidios niet alleen in de zin van onverwoestbaar of onsterfelijk maar ook in de zin van ongeschapen. Hij gebruikte het woord zeer waarschijnlijk in relatie met de god van het heelal. Twee verhandelingen van Heraclitus citeren aidios als een verwijzing naar de eeuwigdurende beweging van dingen die eeuwig zijn en naar cyclisch vuur dat God is. Zijn gebruik van het woord aidios in verband met een cyclisch fenomeen is opvallend. In latere teksten worden terugkerende gebeurtenissen in verband genoemd in verband met aionios.
Met Empedocles hebben het gebruik van de term aidios in zijn Katharmoi gegarandeerd op de kop af, bijna per meter: er is een ding van noodzaak, een antieke verordening van de goden, eeuwig.” Onder de Eleatici, is Parmenides degene die “alles” beschreef als aidios in die zin dat het onvergankelijk is. Net als Melissus, bevestigt Simplicius dat niets dat een begin of einde heeft tegelijk eeuwig kan zijn. Uiteindelijk zei ook Democritus dat tijd aidios was omdat deze alsmaar voortduurt. En het geheel der dingen is ook eeuwig (aïdion to pan). Andersom zou het logisch klinken als de term voor eeuwige zaken die onvergankelijk zijn, onder de kosmologische denkers in de periode voor Plato aidios was en niet aionios. Aidios is in de 5de eeuw het standaard bijwoord voor eeuwig in niet-filosofische zin. Bij Plato vinden we het gebruik van bijde bijwoorden, aionios en aidios in de zin van eeuwig. Het is in de Timaeus waarin plato ingaat op het begrip eeuwigheid. Hier vinden we aidios 6 keer, aion 4 keer en aionios twee keer. Plato introduceert het concept in verband met het model dat de demiurg, als tussengod volgde bij het scheppen van het heelal, door naar het eeuwige te kijken (pros to aïdion, bis). Dan merkt Plato op dat het heelal gezien moet worden als iets dat beweegt en leeft als een beeld van de eeuwige goden (tôn aïdiôn theôn, 37C6). Hij voegt eraan toe dat het heelal zelf een levend ding is (zoion aïdion). Plato zegt verder dat het de natuur van het levende ding was om aionios te zijn maar dat deze kwaliteit niet bij iets kon horen dat geboren was (gennêton). De schepper besloot daarom om een bewegend beeld te maken van de eeuwigheid (eikô d’epenoei kinêton tina aiônos). Toen hij het heelal ordende, maakte hij een eeuwig beeld dat bewoog volgens het nummer dat de eeuwigheid verwoordt, namelijk één (menontos aiônos en heni kat’arithmon iousan aiônion eikona). En dit noemde hij tijd.
Aan de ene kant lijkt het of aionios en aidios inwisselbaar zijn: het model voor het heelal is een eeuwig levend iets (zôion aïdion) en zijn natuur is eeuwig (tou zôou phusis ousa aiônios). Plato heeft in de term aion een aanwijzing gevonden voor zijn idee van eeuwigheid als een staat van tijdloosheid. Met dit nieuwe idee van aion, duikt aionios ook op als teken van dat wat voorbij de tijd ligt. Het was Plato die voor het eerst het idee van eeuwigheid onder woorden bracht. Hij vond wat woorden uit om zijn idee hierover naar buiten te brengen. Zijn idee van tijdloze eeuwigheid bleef beperkt tot Platonisme en aanverwante scholen in de antieke oudheid. Aristoteles gebruikt nergens de term aionios, hoewel hij bijna 300 keer het woord aidios gebruikt, wat zijn voorkeurswoord is om dingen aan te duiden die eeuwig zijn. Hij deed niet veel moeite om Plato’s filosofie over te nemen. Misschien voelde hij wel aan dat aionios een onnodige toevoeging was aan het filosofische woordgebruik sinds aidios al duidelijk genoeg was. of misschien wilde hij niet teveel op Plato lijken en tenminste de indruk wekken dat hij zijn eigen filosofische weg ging. In het Stoïcisme komt aidios meer dan 30 keer voor in de zin van iets dat eeuwig duurt. Het wordt dan in verband gebracht met lichamen en materie, de realiteiten die bestaan volgens het Stoïcistische materialisme, en boven alles wordt het woord aidios toegeschreven aan god of Zeus. Tot de reikwijdte waarin de Stoïcisten aionios en aidios uitwerkten, is er een verband met hun kijk op kosmische cycli. De Epicuristen bewerken het woord aidios tot een ontwerp van de eeuwigheid met zulke onvergankelijke bestanddelen van het universum als atomen en leegte. Epicurius gebruikt aionios met een verwijzing naar een toekomend leven dat de non-Epicuristen verwachten, namelijk met zware straffen: een hiernamaals waarin Epicuristen niet geloven en dat de naam eeuwig (aidios) niet verdient dat gereserveerd wordt voor terugkerende zaken.
*
aionios en aidios 2
Het besef van eeuwigheid is niet simpel, deels omdat eeuwigheid meer betekenissen heeft en deels ook omdat een deel van deze betekenissen een hoog filosofisch abstractiegehalte heeft. Aan de ene kant wekt de term eeuwig associaties op met een erg lange tijd, net als het woord altijd, zonder dat het om een oneindig lange uitgestrekte tijd gaat. Een uitdrukking als “ik zal altijd van je houden” heeft iets tijdloos maar hoeft niet op een letterlijke eeuwigheid te slaan. Het griekse bijwoord aiei heeft net als het woord altijd 2 verschillende betekenissen die beiden naar een oneindige lange periode van tijd verwijzen, gelijk aan het woord voor eeuwig (ik zal altijd van je houden) en naar een handeling die regelmatig herhaald wordt (hij komt altijd te laat in de klas). Er zijn ook tussenvormen van de manier waarop aiei gebruikt wordt in de zin van “dat huis heeft altijd aan die straat gestaan.” Hiermee wordt niet eeuwig bedoeld maar zolang het huis bestaat. Maar het woordt zo gebracht alsof het om een ongelimiteerde tijdsduur gaat. Tegelijk wijst het woord eeuwig op een eindeloze uitgestrektheid van tijd, langer dan we op enige manier zouden kunnen meten met instrumenten. Dit is een wat onduidelijke beschrijving van een tijdspanne die we niet kunnen vatten. Om die reden noemen we eeuwig in de volksmond meestal eindeloos zonder eind. Zelfs met deze rigoreuze gebruiksaanwijzing van het begrip eeuwig zijn er nog 2 varianten mogelijk van hoe we tegen het woord aan kijken. Er is dan een begin maar geen einde. Of zelfs gaat het om een tijdspanne zonder begin en eind maar met een uitgestrektheid in het verleden en naar de toekomst. Dan het bijvoeglijk naamwoord. Dit wijst ook naar een staat van tijdloosheid, namelijk een onveranderlijke staat zonder duur die zeker niet ondergeschikt aan tijd is.
*
Aiônios en aïdios
Literatuur: David Konstan en Ilaria Ramelli: Terms for Eternity
Termen voor eeuwigheid: Aiônios en aïdios in klassieke en christelijke teksten
Termen voor aionios en aidios. Geen van beide woorden kan worden terug gevonden in de werken van Homerus of in de gedichten van Hesiodus. Desondanks is het woord aion met als verbastering aionios, vrij algemeen en dan in de zin van leven of levenstijd. Aidios komt al vroeg voor in de Griekse literatuur. Aionios valt pas op bij Plato. Diens introductie van het woord is filosofisch van belang net als het feit dat Aristoteles het woord vermeed in zijn geschriften. De verdere geschiedenis van deze termen en hun dans met elkaar door de Griekse literatuur en filosofie heen, is fascinerend in zichzelf. Maar het echte werk is de manier waarop beide woorden in de Septuagint en het Nieuwe testament worden gebruikt. En verder ook door christelijke schrijvers na Paulus die de betekenissen van beide woorden kennen, zowel in de heidense literatuur als in de bijbel. En dan is het van belang hoe deze 2 termen geïnterpreteerd worden. Namelijk niets minder dan het vooruitzicht van een eeuwige hel en verdoemenis van de zondaren versus de redding van allen. En dus, wat op het eerste gezicht een droge, saaie taalstudie mag lijken van 2 onbeduidende woorden, is niets minder dan de sleutel tot het verstaan van de oude filosofische en religieuze overtuigingen.
*
Aionios en Aidios 4
Het woord aidios komt algemeen voor in de Griekse literatuur door de Hellenistische periode heen. Het komt dan ook als een verrassing dat in de Septuagint, aidios volledig afwezig is. Het komt slechts 2 keer voor in toegevoegde boeken, de Maccabeeèn en Wijsheid.
Aionios komt daarentegen enorm vaak voor samen met aion. In beide gevallen is de equivalent het Hebreeuwse woord olam.
In Genesis is het verbond met de mensen van na de Vloed aangeduid met de term diathêkê aiônios, net zoals bij het verbond tussen god en Abraham. In Exodus is het de overeenkomst tussen god en Israèl die wordt bekrachtigd door het naleven van de sabbat. Dit naleven van de sabbat is een eeuwig teken van dit verbond door de generaties en aionen heen. Hier zien we het belang van aionios als een vervoeging van aion, dat opgevat moet worden als een bepaalde tijd in het verre verleden of in de toekomst. In het algemeen is de zin van aionios iets dat eeuwenlang kan duren maar zeker niet eeuwig. Dezelfde term wordt gebruikt in genesis, namelijk theos aionios. Het woord verwijst nu naar god. Gaat het hier dan ook om iets dat lang duurt of om een god die eeuwig duurt? Neem Exodus 3:15 waar staat: dit is mijn naam voor eeuwig (aionion). En ik wordt herinnerd door alle generaties [geneôn geneais].” De nadruk op de opeenvolgende generaties suggereert dat aionios hier slaat op zich herhalende tijden in plaats van op een oneindige periode. Veel andere voorbeelden komen voor in latere teksten maar ook hier is het moeilijk om uit te maken of het om eeuwigheid gaat door de afwezigheid van preciese terminologie die de filosofen gebruiken maar die vreemd zijn aan het Hebreeuws. In een aantal gevallen gaat het duidelijk om een verwijzing naar een volgende tijdsperiode, anders dan naar een oneindige tijdsduur. Samenvattend gebruikt de Septuagint het woord aionios op dezelfde manier als aion, namelijk in de zin van een lange tijdsperiode, met een neiging in de zin van eeuwig als het woord naar god verwijst. Aidios komt slechts 2 keer voor in de Septuagint en dan in buiten bijbelse boeken.
*
Aionios en Aidios 5
In het Nieuwe testament als het om een verwijzing naar God gaat, wordt het woord aionios neergezet in de zin van eeuwigdurend.
Maar de precieze waarde van aionios kan niet zomaar worden neergezet met termen als onvergankelijk en andere termen die in het filosofische woordgebruik van Philo van Alexandrië voorkomen. Maar de religieuze tradities hebben juist beide extreme uitersten omarmd. Ene William Russell Straw zegt dat aion alleen eeuwig kan betekenen. Net zo betekent volgens hem aionios in alle gevallen eeuwigdurend. Peder Margido Myhre daarentegen zegt dat de Platonische betekenis van de term “metafysische eindeloosheid” volledig absent is in het Nieuwe Testament. Het idee van een eindeloze straf en marteling in de bijbel, dat geïntroduceerd was door een theologische school die het Grieks niet goed beheerste, maakt van god een tiran. Dan zijn er 2 filosofische invullingen van het woord aidios in het Nieuwe Testament. De eerste keer in Rom. 1:20 verwijst het woord naar de macht en goddelijkheid van god. De tweede keer in Judas 6 wordt aidios gebruikt in de zin van een eeuwige straf. Maar let op, niet van mensen maar van gevallen engelen die nu nog opgesloten zitten in de Tartarus en met eeuwige kettingen zijn vastgeketend (desmois aïdiois). Er is wel uitleg: “tot het oordeel van de grote dag.” De engelen blijven geketend tot de Dag des oordeels. We weten niet wat er met hen na die tijd gebeurt. En waarom wordt aidios gebruikt voor de ketens, in plaats van aionios dat in het volgende vers wordt gebruikt ten aanzien van het vuur waarmee de Sodomieten werden geoordeeld. Misschien omdat ze voortduren vanaf het moment van de gevangenneming van de engelen aan het begin van de wereld, tot het oordeel dat het teken geeft voor de nieuwe aion.
De term geeft de ononderbroken continuïteit aan door de gehele tijd van deze wereld. Dit kan niet op mensen slaan die niet de gehel duur uitzitten van het heelal. Voor hen geldt eerder de opeenvolging van de aionen dan wel generaties. We kijken terug op het gebruik van Origenes van de woorden aionios en aidios. In het werk van Origenes staan veel passages die naar het aionios leven verwijzen volgens de formule van het Nieuwe testament. De nadruk ligt dan niet op eeuwigheid maar meer op het leven in de volgende aion. Een bijzonder geval is Philocalia, waar het aionios leven is gedefinieerd als dat wat plaatsvindt in de toekomende aion. Origenes bevestigt dat God de bijbel “een lichaam gaf aan diegenen die voor ons leefden”, “ons een ziel gaf” en aan de generaties na ons in de volgende aionen een geest gaf opdat ze het aionische leven krijgen. Ook in het commentaar op Mattheus staat het toekomende leven (aionios) in contrast met het leven nu (proskairos). Origenes zet in een paar passages de zichtbare en tijdelijke dingen van de huidige dag af tegen de onzichtbare en blijvende zaken van de wereld die komen zal (aiônia). In overeenstemming met het gebruik van de Septuagint en het nieuwe testament voegt Origenes ook het bijvoeglijk naamwoord aionios aan de kenmerken van god. Eerst spreekt hij van de eeuwige god (tou aiôniou theou) en van het geheim van het mysterie van jezus over een lange tijdspanne (khronois aiôniois), in de zin van “sinds menshenheugenis.” En ook noemt origenes de dagen van de aion en de aionia jaren (etê aiônia), wat op lange tijdsperioden duidt. En hij noemt de uitdrukking eis tous aiônas wat “voor een zeer lange tijd” betekent.”
In het werk van origenes verschijnt het bijvoeglijk naamwoord aidios minder vaak dat aionios. En als het wel voorkomt, dan altijd met een verwijzing naar god in de betekenis van eeuwigheid. In zijn geschriften over de Grondbeginselen in hoofdstuk en paragraaf 3.3.5. maakt hij duidelijk dat hij aion opvat in de zin van een opeenvolging van aionen tot een bepaalde climax bereikt is waarna we de eeuwigheid ingaan. En die noemt hij aidiotes. Eeuwigheid in stricte zin behoort niet bij de aionen die elkaar opvolgen. Daarom regeerde Christus volgens hem zonderin het vlees te zijn voor de aionen en pas in de aionen regeerde hij in het vlees. De komende aion slaat op de volgende wereld (epi ton mellonta aiôna), waar zondaren inderdaad worden overgeleverd aan de pur aionion, te weten het vuur dat bij de toekomende wereld behoort. Het zal erg lang duren maar niet eeuwig. In dit verband is het van belang dat Origenes het vuur van het oordeel pur aiônion noemt maar nooit pur aïdion. Volgens hem is dit vuur niet eeuwig maar behoort het tot de wereld die komt. Het vuur van de komende aion is een tegenhanger van het vuur dat we in de huidige wereld al voelen en het duurt net zolang als de aionen in hun opeenvolging. Hij heeft het ook nooit over thanatos aïdios, or over aïdia oordelen en martelingen. Wel noemt hij de thanatos aiônios of de dood in de toekomende wereld (kolaseis aiônioi), i.e., oordeel in de toekomende wereld. Origenes kende de bijbel goed alsook de klassieke filosofische traditie. Hij bleef erbij dat het oordeel niet eeuwig was maar ervoor diende om de ongelovigen te reinigen, zodat ook zij uiteindelijk gered zouden worden in de eeuwigheid die na de aionen kwam. Zijn beschouwingen over de bijvoeglijke naamwoorden aiônios en aïdios reflecteren zijn sensitiviteit ten aanzien van de betekenis van aidios onder de Grieken en het verschil met het gebruik van het woord in de bijbel. Voor hem was dit nog meer bewijs voor de gedachte van alverzoening.
*
Rechtvaardig gerekend
bron: AE knoch
1. “Deze rekening tot rechtvaardigheid is gerechterlijk genoemd alsof het om een resultaat gaat van een juridische procedure. Het gaat erom dat Abraham het verkeerde pad koos met Hagar maar dat God deze daad door de vingers zag en zijn eigen plan vervalste om het weer op het juiste spoor te krijgen.
2. “Om het nog gekker te maken is de rechtvaardigheid van christus plaatsvervangend gemaakt voor die van de mens.
3. “Rechtvaardig gerekend betekent dat Abraham van zichzelf niet rechtvaardig was.
AE Knoch wijst er terecht op dat deze 3 punten misvattingen zijn. Abraham maakte allereerst wel een juiste keuze door op god te vertrouwen die hem een zoon, nageslacht en een stuk land beloofde. Het was een passieve acceptatie van Abraham die gewoon geloofde wat God tegen hem zei. Het Griekse logizomai, “rekenen,” is van dezelfde stam als het woord Logos (een gedachte; idee; woord). Ik denk dat de woorden beschouwd of gerekend betere vertalingen zijn. Het gaat niet om een juridische verklaring maar om een erkenning van Gods uitverkiezing van Abraham. Gaf God Abraham het geloof? Ja. En met ons geloof in het geloof van Jezus christus zijn we kinderen van Abraham. Abraham’s passieve manier van geloven in god en zijn antwoord hierop, de manier waarop hij wegtrok uit Ur, was later onthuld als zijnde DE WEG, en wel christus. Dit is geen wettelijk feit van iets dat een soort rechtsgrond nodig had. Het geloof dat in Abraham werd geactiveerd, schiep in hem een staat van rechtvaardigheid. En wel een staat van zijn die het woord accepteerde en die god geloofde. Zodoende werd hij rechtvaardig genoemd. Voor ons geldt hetzelfde. Naast het feit dat het geloof in ons wordt geactiveerd, zijn we ook in Hem.
*
Oneindig heelal
God IS eeuwig en Paulus zegt dat God zichzelf vergroot. Het lichaam van christus vergroot de expansie van God. God wordt steeds meer van alles dat hij is vanuit de diepten van alles wat hij is. Er is een multidimensionaal aspect van het heelal dat wetenschappers nu pas doorkrijgen. Als er een dimensie van het heelal is waarbij het heelal zichzelf groter maakt vanuit zijn eigen diepten zonder de afstanden tussen zon en aarde te verstoren, dan snappen we het aionische principe. Toen Jezus bij de Samaritaanse vrouw bij de put was, noemde hij een voorbeeld van aionisch leven dat niet statisch is, gelijk het leven van God in ons. Het water dat ik u geef, zal in u zijn als een bron van water dat opspringt het aionische leven in. Jezus beschreef bij de put geen geestelijke ervaring maar de natuur van leven dat Hij in haar zou planten alleen door haar geloof in Hem. Of preciezer, door haar geloof in zijn geloof in Zijn Vader.
*
De geestelijke betekenis van nummers
Nummers en getallen zijn veel voorkomend in de bijbel. Niet zozeer ten aanzien van bovennatuurlijk ontwerp maar juist met geestelijke betekenis.
1. Duidt op eenheid. De eerste keer dat dingen voorkomen in de bijbel zijn belangrijk, zoals de eerste dag, het eerste licht…
2. Duidt op verschil. Als 2 verschillende personen het over iets eens zijn, dan is het sluitend. Dan wel slaat 2 op tegengesteld, vijandschap, verdeeldheid, zoals het werk van de 2de dag. Vergelijk het gebruik van het woord dubbel in verband met het hart en de tong.
3. Slaat op voltooidheid sinds 3 lijnen een figuur compleet maken. Drie is ook van betekenis voor de goddelijke perfectie en voltooidheid. De 3de dag voltooit de beginselen van het scheppingswerk. De 4de, 5de en 6de dag zijn tegenhangers van de 1ste, 2de en 3de dag en komen aldus overeen met elkaar. Nummer 3 slaat ook op opstanding want op de 3de dag rees de aarde op uit de diepte en de vrucht rees op uit de aarde.
4. duidt op creatieve werken en heeft altijd verwijzingen naar de materièle schepping, zowel in aardse zin bij dingen onder de zon als dingen die onder de zon gebeuren.
5. Duidt op goddelijke genade. Het is 4 + 1. Het is god die zijn giften en zegeningen toevoegt aan het werk van zijn handen. Het Hebreeuwse Ha’aretz is een veelvoud van 4 terwijl Hashamayim (de hemelen) een veelvoud van 5 is. De som van charis (Grieks voor genade) is een veelvoud van 5. Het is het leidende element in de afmetingen van de tabernakel.
6. Duidt op het nummer van de mens. De mens is geschapen op de 6de dag en dit is de eerste keer dat dit nummer voorkomt in de bijbel, zodat het het ultieme nummer is dat in verband wordt gebracht met de mens. Hij werkt 6 dagen, de uren van zijn dag zijn een veelvoud van 6. Athaliah verkreeg 6 jaar lang de troon van Juda. De reus die god uitdaagde (Goliath, Nebuchanedzar en de anti christ) zijn allen gemerkt met dit nummer.
7. Duidt op geestelijke perfectie. Het is het ultieme nummer van het werk van de heilige geest. Hij is de schrijver van de bijbel en 7 is op zijn lijf getattoeerd als een watermerk. Hij is de gever van leven en 7 is het nummer dat elke periode van incubatie en zwangerschap reguleert in mens en dier.
8. Duidt op opstanding, voortplanting, een nieuw begin. De 8 is een nieuwe één. Het is ook de octaaf in de muziek, kleuren, dagen van de week etc. Het nummer heeft te maken met de Here die op de 8ste dag opstond. ‘JJjjIhsous (Jesus) maakt het nummer 888. Zijn veelvoud is terug te vinden in alles dat te maken heeft met de naam van Jezus, zijn volk en werken.
9. Duidt op het uiteindelijke oordeel. Het is 3 x 3, het product van goddelijke voltooidheid. Nummer 9, of zijn veelvoud heeft altijd te maken met het oordeel.
10. Duidt op rangschikkende perfectie. Weer een nieuwe 1.
11. Duidt op chaos omdat het 1 tekort is van 12.
12. Duidt op overheid perfectie. Het nummer is altijd verbonden met de overheid. Dan wel door stammen of apostelen. Of in maateenheden voor de tijd. Of het heeft te doen met de overheid in de hemel of op aarde.
13. Duidt op rebellie, afvalligheid, revolutie etc. De eerste keer dat het getal voorkomt, wordt dit al duidelijk in Genesis 14:4. En de 2de keer bevestigt het, Gen. 17:25. En zijn veelvoud is te zien in alle getallen en nummers van alle namen en passages die met rebellie te maken hebben.
17. Duidt op de combinatie van geest en orde (10+7). Het is het 7de priemgetal net als 13 het 6de priemgetal is.
Zo is 24 een hogere vorm van 12.
25 = 52. Genade geïntensiveerd.
27 = 33. Goddelijkheid geïntensiveerd.
28 = 7×4. Geestelijke perfectie in verband met de aarde.
29 = 33. Intensiveren van goddelijk oordeel.
30 = 3×10. Goddelijke perfectie, in verband gebracht met orde.
40 = 10×4. Goddelijke orde, in verband gbracht met aardse dingen, het nummer van beproeving.
De 4 perfecte nummers, 3, 7, 10 en 12 hebben met elkaar vermenigdvuldigd het nummer 2520. Het is het nummer van chronologische perfectie (7×360).
*
De incarnatie
De wetenschap zoemt in op het godsdeeltje en beweegt hiermee richting de herkenning van een essentie ofwel van een vastgestelde sub-structuur in alle natuurlijke dingen die men geest kan noemen. Deze wetenschappers willen hun vingers niet branden aan het mystieke maar met de benaming gods-deeltje, benaderen ze al behoorlijk het mysterieuze van de schepping. Er is een levenskracht zichtbaar in de natuur. De schepping is levend, vitaal en dynamisch van binnenuit. Er is tevens een innerlijke drijfveer om zichzelf een lichaam aan te meten. Dit zie je bij zaden. Al het organische begint zijn levenstocht in een lichaam en groeit van daaruit groter. En vervolgens wordt een dergelijk organisme een bron voor andere organismen. Dit geldt ook voor ons. Het leven begint niet als een vormeloze geest of als een etherachtig spook. Het zaad is een perfect voorbeeld van dit principe. Vanuit god en vanuit de eeuwigheid, met al een vorm en lichaam, beginnen alle dingen hun aionische bestaan als een incarnatie. De aionische belichaming is dan de andere kant van de medaille van de eeuwige belichaming. Maar beiden horen tot dezelfde constitutie van het leven.
Jezus verklaarde duidelijk de relatie tussen dat wat op aarde is en dat wat in de hemel is. In Mat. 18:18 bijvoorbeeld staat: Ik zeg tot jullie, al wat jullie zullen binden op de Aarde, zal gebonden zijn in de hemel en al wat jullie losmaken op de Aarde, zal losgemaakt zijn in de hemel. Hier zien we een principe aan het werk: Dingen komen naar de aarde zoals ze al in de hemel zijn. Ons aardse bestaan is omringd door een atmosfeer die uit veel lagen bestaat. Met ergens ver daarboven de bovenste hemel die alle onderliggende hemelen zijn wil oplegt. Jezus zit daar ergens en legt dwars door de onderliggende hemelen zijn natuur op aan ons opdat we samen met hem over alle dingen regeren op aarde en in de hemel. Net zolang tot alle knie zal buigen voor Hem. De geest heeft een lichamelijke vorm en komt in die staat vanuit de hemel naar de aarde. Derhalve is het een zeer belangrijke verklaring van de apostelen: “ik geloof in de opstanding van het lichaam. In opstanding keren we terug naar de Vader.
*
De Potterij
De aankoop van het veld van de pottenbakker, Mat. 27:6-8 en Hand. 1:18, 19 en de vervulling van de profetie, Matt. 27:9, 10.
Er zijn 2 moeilijkheden verbonden aan deze verzen:
1. de 2 aankopen en de vervulling van een profetie met betrekking tot en eerdere aankoop.
I. De 2 aankopen
Er waren er twee. De ene door de opperpriester zoals in Mat. 27:6 staat en de ander door Judas Iskariot zoals in hand. 1:18.
1. De aankoop door Judas was gedaan enige tijd voor die van de opperpriesters; er zou immers geen tijd zijn om de aankoop te regelen en deze uit te voeren tussen het verraad en de veroordeling. De aankoop door de opperpriesters was gedaan nadat Judas het geld had terug geworpen.
2. Wat de opperpriesters kochten was een veld, (Gr. agros). Wat Judas had aangeschaft was een plaats. (Gr. chorion).
3. De werkwoorden zijn ook verschillend. In Matt. 27:7 is het werkwoord agorazo = kopen in de open markt (van agora = een marktplaats); terwijl in Hand. 1:18, het werkwoord ktaomai is, bezit verkrijgen (Lucas 18:12; 21:19; Hand. 22:28), en vertaald is met voorzien van in Matt. 10:9. Het zelfstandige naamwoord ktema = bezit (Matt. 19:22. Mar. 10:22. Hand. 2:45; 5:1).
4. Wanneer en hoe Judas zijn plaats verkreeg, wordt ons niet verteld, maar er is geen twijfel over de verklaring in Joh. 12:6 dat hij een dief was. De plaats was gekocht met zijn gestolen geld, het geld dat oneerlijk verkregen was. Dit gestolen geld is NIET hetzelfde als de 30 zilverstukken.
5. De 2 plaatsen hadden verschillende namen. Het veld dat door de opperpriester gekocht was, was oorspronkelijk bekend als het veld van de pottenbakker. En later als “agros haimatos” = bloedveld, te verstaan als het veld dat gekocht was met de prijs van bloed.
Het bezit dat Judas had verkregen droeg een Aramese naam, Hakal Dema dat verbasterd is tot Akeldamach, of Hacheldamach = “plaats (Gr. chorion) van bloed” : een zelfde betekenis maar met een andere reden: er is dus geen discrepantie tussen Matt. 27:6-8 en Hand. 1:18, 19.
II. De vervulling van de profetie, (Matt 27:9,10)
Dan de moeilijkheden met Matt 27:9, 10.
i. Met betrekking tot de eerste moeilijkheid, zijn de woorden die worden geciteerd van Jeremia niet in diens geschriften te vinden. Mattheus zegt ook niet dat Jeremiah dit geschreven heeft maar wel dat deze dit gezegd heeft.
Dit maakt veel verschil. Sommige profetieën zijn geschreven, andere zijn zowel mondeling gedaan als opgeschreven.
ii. De 2de moeilijkheid als zou de profetie van Jeremiah in Zacheria 11:10-13 staan.
Dit kan niet waar zijn. Zach. 11:10 verwijst niet naar een veld of naar de aankoop hiervan. Ten aanzien van de 30 zilverstukken wordt in Zach. gesproken met goedkeuring maar in Mat. zeker niet. Een goede prijs (‘eder hayekar) duidt op overvloed terwijl het werkwoord yakar kostbaar betekent. Zecharias noemt de som geld nergens onbeduidend. Of dat het offer een belediging was. In mat. 27:9 is dit wel zo.
3. De gevers waren de armsten uit de schare. Dit beïnvloedde de waarde. De waarde van de prijs was geaccepteerd als ruim voldoende. Mar. 12:43, 44. 2Kor. 8:12.
4. Het wachten van de armste van de schare was niet vijandig maar vriendelijk, zoals in Spre. 27:18. Uit 450 keer dat het woord shamar voorkomt, is het 14 keer genoemd in vijandige zin.
6. De pottenbakker is een vormgever; dit hoeft niet per sé alleen betrekking te hebben op het knutselen met klei. Ook metalen vallen onder zijn beheer: Gen. 2:7, 8. Ps. 33:15; 94:9. Jes. 43:1, 6, 10, 21; 44:2, 9-12, 21, 24; 45:6, 7; 54:16, 17. Van de 62 keer dat het werkwoord (yazar) voorkomt, heeft 3 kwart niks te maken met het werk van een pottenbakker.
6. Een pottenbakker in verband met de tempel is onbekend in de bijbel.
7. Het materiaal “zilver” is nutteloos voor een pottenbakker maar noodzakelijk voor een vormgever van metalen kruiken. Of voor de betaling van de kunstenaar die hem gesmeed had. (2 Kon. 12:11-16; 22:4-7. 2 Kron. 24:11-13).
8. De profetie van zecharia gaat veel over metalen zoals goud, zilver, lood, tin.
9. Zechariah staat vol met wat de profeet zag en zei maar er zijn maar 2 verwijzingen naar wat hij deed en in beide gevallen gaat het om zilver (6:11; 11:13).
10. De Septuagint, en zijn revisie door Symmachus, leest werp hen (de 30 zilverstukken) in de oven. Voor Mathheus was geschreven, was yatzer vertaald met metaalbewerker en niet met pottenbakker.
12. De personen zijn ook anders; In Mat. lezen we “ze namen” en “ze gaven” de prijs van hem; in Zecharia lezen we Ik nam, Ik wierp, Ik werd op waarde geschat.
13. In Mattheus was het geld gegeven voor het veld; en in Zecharia was het naar de ontwerper geworpen.
14. Mattheus noemt 3 partijen die betrokken zijn bij de transactie; Zecharia noemt er maar één.
15. Mattheus citeert niet alleen de gesproken woorden van Jeremiah, maar noemt hem als de spreker.
iii. Conclusie. Van hieruit trekken we de conclusie dat de passage in Mat. 27:9, 10 niks te maken heeft met Zech. 11:10-13.
1. Als Jeremiah’s gesproken woorden iets te maken hebben met wat genoemd is in Jer. 32:6-9, 43, 44, dan zijn andere woorden er tussen gegooid om de verklaring rond te krijgen. Ze moeten niet worden verward met de geciteerde woorden.
Toen was vervuld wat door Jeremiah voorzegd was: en ze namen de 30 zilverstukken en ze gaven deze voor het veld van de pottenbakker. Mattheus citeert dat wat gesproken was door jeremiah en combineert met de eigenlijke zinsnede een verwijzing tussen haakjes voor de prijs waarvoor Zecharia was gewaardeerd.
2. Was de geldsom 20 zilverstukken geweest in plaats van 30, dan zou er een andere toevoeging tussen haakjes hebben bijgestaan:
“Toen was vervuld dat wat gesproken was door Jeremiah met de woorden: en ze namen de 20 zilverstukken (de prijs van hem die door zijn broers aan Egypte was verkocht) en ze gaven ze voor het veld van de pottenbakker.
3. Of, had de verwijzing te maken met de compensatie voor een verwondig van anderman’s bediende, zoals in Exodus Ex. 21:32, dan was er tussen haakjes deze tekst aan toegevoegd: Toen was vervuld wat de profeet jeremiah al gezegd had: en ze namen de 30 zilverstukken (de prijs voor bediende die door een os was aangevallen) en ze gaven ze aan het veld van de pottenbaker. Een ontworpen toevoeging tussen haakjes door de evangelist die aan Zecharia refereert, in een directe citering van Jeremiah is wel iets anders dan een vergissing of een verdraaiing van de tekst. Zowel de citering zelf als de verwijzing tussen haakjes zijn beide exact gelijk.
*
Voorzetsels
Voor een goed verstaan van het Nieuwe Testament is kennis van de Griekse voorzetsels van belang. Ze kunnen in groepen worden onderverdeeld of volgens het werkwoord waar ze bijhoren, of volgens hun geometrische relaties met een stuk tekst. Of ze kunnen onderverdeeld worden volgens de frequentie van hun voorkomen. Maar hier staan ze in alfabetische volgorde. Er zijn er 18 in getal en ze kunnen als volgt worden gedefinieerd:
i. ana kent allen 1 vorm, de 4de naamval en duidt “op” en “erop” aan. Ana is gevormd van ano (zoals kata is gevormd van kato). In relatie tot een vertikale lijn, duidt het woord op de top. Met nummers wordt het gebruikt als een verdeler (Matt. 20:9, 10. Lucas 9:3. Joh. 2:6); en ook als bijvoeglijk naamwoord (Ope. 21:21).
ii. anti slaat op 1 verbuiging, de 2de naamval en duidt op tegenovergesteld. Het wordt ook gebruikt als “in plaats van” (Matt. 2:22. Lucas 11:11); en duidt op equivalentie (Matt. 20:28. Heb. 12:16. 1Pet. 3:9), terwijl huper op “ten bate van” duidt. (Lucas 6:28. Joh. 17:19).
iii. amphi wordt alleen gebruikt in compositie in het Nieuwe testament en komt nauwelijks voor in het Grieks. Het slaat op ongeveer of rondom.
iv. apo komt in 1 verbuiging voor, de 2de naamval en slaat op de beweging vanaf de oppervlakte van een object, als een lijn die vanaf de rand wordt getrokken. Het staat in contrast met EK, dat op een lijn duidt die vanaf het middelpunt van een oppervlak wordt getrokken.
Het wordt ook gebruikt voor het weg bewegen van een plaats (Matt. 3:16; 8:1. Hand. 15:38); om de afstand tussen 2 plaatsen te markeren, of de tijdsinterval tussen 2 gebeurtenissen. ( Matt. 19:4. Hand. 20:18). Het markeert ook de oorsprong van een bron in gevallen als geboorte, afstamming of woonplaats. (Matt. 2:1; 15:1; 21:11. Hand. 10:23; 17:13), of van informatie (Matt. 7:16).
Apo wordt gebruikt voor voorbij gaan van iedere staat of conditie (Matt. 1:21; 14:2. Mar. 5:34. Hand. 13:8; 14:15. Heb. 6:1).
v. dia behelst 2 verbuigingen, de 2de en 4de naamval.
1. In de 2de naamval heeft het de algemene betekenis van door zoals een oppervlak in tweeën delen door een denkbeeldige lijn. Het sluit ook het idee in van voortkomen uit en heengaan of verlaten. (Mar. 11:16. 1Kor. 3:15. 1Tim. 2:15. 1Pet. 3:20).
2. Met de 4de naamval, lijdend voorwerp heeft het de betekenis van “omdat” (Matt. 27:18. Mar. 2:27. Ope. 4:11), duidend op een opwindende zaak (Hand. 12:20. Rom. 4:25. 1Kor. 11:10), de impulsieve zaak (Joh. 12:9. Rom. 4:23; 15:15. Heb. 2:9), of de toekomende zaak (Rom. 6:19; 8:11; 14:15. Heb. 5:3).
vi. eis kent slechts 1 verbuiging, de 4de naamval, lijdend voorwerp. Euclides gebruikt eis als een lijn wordt getrokken die een andere lijn op een bepaald punt zal kruisen. Dus duidt het op beweging naar een object toe met de bedoeling om het aan te raken. (Matt. 2:11; 3:10. Lucas 8:14. Hand. 16:10).
vii. ek kent maar 1 verbuiging (2de naamval), en duidt op beweging vanuit het binnenste. Het wordt gebruikt voor tijd, plaats en oorsprong.
viii. en kent alleen de 3de naamval en duidt op ergens in zijn of blijven met het idee van rust of iets dat voortduurt. Het heeft ook betrekking op tijd en ruimte (Matt. 14:2. Rom. 1:5, 8; 6:4). En duidt op continuering van tijd in (Matt. 2:1; 27:40. Joh. 11:10).
2. Meervoud is onder (mensen).
Synoniemen voor mens
Er zijn 4 hebreeuwse woorden die met man vertaald zijn. Het is goed om ze te onderscheiden.
1. Adam, gemaakt van het stof van de aarde, de Adamha.
2. ‘Ish, heeft betrekking op mannelijke sekse.
3. ‘Enosh, slaat op de zwakheid van de mens, als fysiek sterfelijk en op zijn karakter als ongeneeslijk.
4. Geber, slaat op zijn kracht, een machtige man.
I. ‘Adam, slaat op de mens in algemene zin. (Gen. 1:26; 2:5; 5:1) Met het lidwoord ervoor slaat het op De Mens, Adam hoewel het vertaald is met “mens” in Genesis 1:27; 2:7, 8, 15, 16, 19, 22, 3:12, 22, 24; 5:1; 6:1, 2, 3, 4. Hierna is het Hebreeuwse Adam = mens gebruikt voor de nakomelingen van Adam. Zo is christus zoon van Adam genoemd en niet een zoon van Enosh.
II. ‘Ish. Komt de eerste keer voor in vrouwelijke vorm, Gen. 2:23, ‘ishah = vrouw. ‘Ish = man of echtgenoot; een man in contrast met een vrouw. Een grootse man in contrast met een gewone man, (Ps. 49:2, waar laag de kinderen van Adam worden genoemd en hoog de kinderen van Ish. Ps. 62:9 en Jes. 2:9; 5:15; 31:8.
Als God als man wordt genoemd, wordt Ish gebruikt (Ex. 15:3. Joz. 5:13. Dan. 9:21; 10:5; 12:6, 7. Zech. 1:8, &c.). Ook in uitdrukkingen als man van god en de man van begrip. Zie Gen. 3:33, 34 en 4:1. Slechts 69 keer is het vertaald als echtgenoot, 12 keer als persoon en 2 keer op elk 39 verschillende manieren.
III. ‘Enosh. Eerste keer in Gen. 6:4, mannen van naam. Altijd in negatieve zin (Jes. 5:22; 45:14. Richters 18:25). Moreel verdorven en fysiek zwak. Het is van anash, ziek zijn, een wrak, zwak en slaat op onvermogen, voor sterkte, fysiek; en voor het goede, moreel (2Sam. 12:15. Job 34:6. Jer. 15:18; 17:9; 30:12, 15. Mic. 1:9).
De contrasten Jes. 2:11 en 17, De ogen van de hooghartigheid van de mens worden omlaag gebracht, en de hoogheid van de sterveling wordt neergebogen. (Jes. 13:12. Job 25:6. Ps. 8:4; 90:3; 144:3. Job 4:17; 10:5; 7:17. Dan. 4:16). Andere onderwijzende passages zijn Jes. 8:1; 66:24. Ezek. 24:17. Jer. 17:16, “dag van de mens. In 1Sam. 4:9 is het meervoud van Ish.
IV. Geber. Eerste keer dat het voorkomt in Gen. 6:4. Machtige mannen, met een verwijzing naar hun fysieke kracht, zoals Enosh doet ten aanzien van verdorvenheid van zijn natuur. Het is 67 keer vertaald met man, 2 keer met machtig, 1 keer met mensenkind en 1 keer met iedereen. In de Septuagint is het 14 keer vertaald met anqrwpos (anthropos) en de rest met ajnhvr (aner).
Zie: Ex. 10:11; 12:37. 1Sam. 16:18. 2Sam. 23:1. Num. 24:3, 15. 1Kron. 26:12; 28:1. 2Kron. 13:3. Ezra 4:21; 5:4, 10; 6:8.
V. Methim (plural) = volwassenen die onderscheiden worden van kinderen, en mannen van vrouwen. Zie: Gen. 34:30. Deut. 2:34; 3:6; 4:27; 26:5; 28:62; 33:6. 1Kron. 16:19. Job 11:3, 11; 19:19; 22:15; 24:12; 31:31. Ps. 17:14; 26:4; 105:12. Jes. 3:25; 5:13; 41:14. Jer. 44:28.
(*1) In Gen. 6:4, hebben we 3 van de 4 woorden: “dochters van de mensen” ( = dochters van de man, Adam] ‘Adam; “machtige mannen” = (geber); “beroemde mannen” = Heb. mannen (‘Enosh) van naam, i.e. bekend om hun morele verdorvenheid.
*
Verzoening
Neem Sodom en Gomorra. God brandde beide steden plat. Judas 7 zegt dat deze mensen het aionische vuur zouden proeven. En wat zegt Jezus in Mat. 11 en 12? Het komende oordeel zal voor de mensen van Sodom en Gomorra draaglijker zijn dan voor deze generatie. Wat staat hier? Draaglijk in een oordeel? Hoe kan een oordeel draaglijk zijn? Door de vlammen van de hel wat minder hard te laten fikken? En wat staat er nog meer? Namelijk dit; de generaties van Tyrus en de generaties van Sodom zullen opstaan uit de dood en de generatie oordelen die Jezus zelf gekend had! En wat zou dit betekenen? Een opstanding van de generatie van Sodom uit de vlammen van de hel om te oordelen over de generatie die Jezus gekend had om deze in een nog hetere hel te gooien? Dus de mensen van Sodom floepen weg uit de brandende hel die nog redelijk draaglijk is met niet 1000 graden celcius maar 400, en staan op uit de dood. Het eerste wat ze doen is oordelen over mensen die ze helemaal niet gekend hebben om deze groep in dezelfde hel te knikkeren als waar ze zojuist zelf vandaan komen. Nu met het verzoek om de thermostaat wat hoger te draaien. Jezus zegt nog iets: als de generaties van Tyrus en Sodom mijn boodschap hadden gehoord, dan hadden ze zich zeker bekeerd. Dit gaat ver boven gods rechtvaardigheid uit. Als deze mensen de boodschap alleen al gehoord hadden, dan hadden ze zich bekeerd. Maar wat een pech want ze waren te laat en zaten middenin de vlammen van de hel. Niettemin ZOUDEN ze zich bekeerd hebben. Ach wat jammer nou. En hoe wist Jezus het zo zeker dat ze zich bekeerd zouden hebben? Omdat de boodschap van god een goddelijke natuurwet volgt, namelijk als iemand de echte zuivere boodschap hoort, dan valt deze in goede aarde. God heeft ons hiervoor gemaakt. We zijn gemaakt voor redding en niet voor verdoemenis. In Mat. 11 en 12 haalt Jezus een passage uit Ezekiel 16 aan. Ergens rond de verzen 51, 52 en 53. In het oordeel wordt het volk van israel hersteld tot in de oorspronkelijke staat.
Wat?
Mensen die in het hellevuur moord en brand schreeuwen, worden hersteld tot in de oorspronkelijke staat? En god zal zelfs een verbond sluiten met deze mensen en hen vergeven. Dat kan Israel in haar broekzak steken want ze heeft meer gezondigd dan zijn zusters zoals Sodom. Het zal een aionisch verbond zijn dat hen zal beschamen want ze hoorden de boodschap in de tijd van Jezus maar het kwartje viel niet. Hier zijn dus Israel, Tyrus en Sodom, al deze mensen vergeven en met elkaar verzoend en ook met god.
*
bewustzijn en conditie 4
Wij zijn inderdaad bannelingen op deze wereld. Maar we horen zelden dat God deze status met ons deelt. God is in staat om vervreemd te zijn van zijn eigen wezen in een uithoek die we de aionen noemen terwijl hijzelf nog thuis is in zijn eigen eeuwigheid waaruit wij ook geboren zijn. Hij is de god van beide dimensies, van de eeuwigheid en van de aionen. De god die aanvankelijk met Adam goed door 1 deur kon gaf zich over aan het verval van de aionen die hijzelf geschapen had. De wereld van het Vlees zoals Karl Barth deze noemde, reikt graag uit naar de andere zijde, die van de eeuwigheid maar loopt vast op een onoverbrugbare scheiding tussen aionen en de eeuwigheid. Maar andersom kan God wel vanuit zijn eeuwigheid doorbreken in onze aionen. En alles wat hij aanraakt is in een moment veranderd. Het eerste teken van Gods handreiking vanuit de eeuwigheid aan ons, is als ons zelfvertrouwen een deuk slaat in de zin van dat we niet in staat zijn om zelf voor god te spelen. Desalnietemin blijven we ons graag gedragen alsof deze wereld ons echte thuis is. Dit systeem kent een eindeloze navolging. De politicus die hardop roept dat als je op hem stemt, hij voor jouw belangen zal opkomen. Of de arts die je op het hart drukt dat hij of zij zich in jouw ziekte zal verdiepen en dat je je vertrouwen volledig in hem moet stellen. En ga zo maar door. De professor die alles wat in zijn tekstboek van jouw cursus staat, waarheid is, en tenslotte is er de wetgever die vaststelt voor jou wat correct gedrag is. En deze mantra: lever je kind over aan het vrije onderwijs en leer het voor zichzelf te denken. Om het vervolgens een intellectueel te laten worden die gaat preken dat onaantastbare tolerantie bijna een ultieme godsvrucht is. Een laatste voorbeeld van onze aionisch existentiële grootheidswaan is om het non-bijbelse christelijke idealen te mengen met nationalisme en zoveel onschuldige burgers het slagveld op te jagen.
*
Genesis, de basis van de goddelijke openbaring
Genesis is de zaad-plot van de hele bijbel. De openbaring van de bijbel rust op genesis en is hier op gebouwd. Genesis is niet alleen de basis van de hele waarheid maar vormt ook deel van alle verdere inspiratie en geeft richting aan de heilige geschriften. Genesis wordt 60 keer genoemd in het Nieuwe Testament; Op de historische feiten in Genesis rust een goddelijk zegel. Zie Matt. 19:4-6; 24:37-39. Marcus 7:4, 10; 10:3-8. Lucas 11:49-51; 17:26-29, 32. Joh. 1:51; 7:21-23; 8:44-56. Genesis en de Pentateuch zijn onder de redactie van Mozes tot stand gekomen. Zie. Deut. 31:9, 10, 24-26. Joz. 1:7; 8:32, 35; 23:6. 1 Kon. 2:3. 2 Kon. 14:6; 23:25. 2 Kron. 23:18; 30:16; 34:14. Ezra 3:2; 7:6. Neh. 8:1. Dan. 9:11, 13. Mal. 4:4. Mar. 12:26. Lucas 2:22. Joh. 7:23. Hand. 13:39; 15:5; 28:23. 1 Kor. 9:9. Heb. 10:28.
*
Perceptie en voorwaarde
Wat is de relatie tussen perceptie en voorwaarde? Is de realiteit iets dat wordt tegengewerkt, anders dan door onze eigen gedachten? Zit het alleen tussen de oren om de realiteit tegen te werken? Zit vijandschap tussen de oren? Zo zijn er ook weer mensen, therapeuten die menen dat het kwaad genezen kan worden door een herprogrammering van ons denken. En worden we zo ook gehersenspoeld door zogenaamde elite predikers die hun eigen ego in de plaats stellen van de bijzondere giften die ze van god hadden ontvangen? En wat kwam er eerst, het kip of het ei? Wat kwam er eerst? Een corruptie in Eva’s denken of was ze net als Adam ondergeschikt gemaakt aan een voorwaarde die tot een corrupt denken heeft geleid. Misschien zitten we nog steeds vast in een slechte droom van toen Adam sliep en Eva uit hem werd genomen en zijn we nog steeds niet ontwaakt. Als mens leven we in een conditie die onvermijdelijk leidt tot het corrupte denken dat onze vervallen staat alleen maar ondersteunt. De serpent in de tuin van eden was integraal aan de vervallen schepping zelf en hij was daar door een goddelijke volmacht geplaatst in de tuin van Eden waarin Adam en Eva waren en waar wij met hen zijn. Iedere poging om met therapie of medicijnen deze vervallen staat tegen te gaan, zal op een dood spoor eindigen. Jezus was ook niet uit de dood opgewekt en aan de rechterhand van god gezet uit psychologische overwegingen. Omdat hij dacht dat hij daar zou zitten. Nee, hij was door god opgewekt uit de dood. Tegelijk zijn zij die op een doodlopend spoor zijn terechtgekomen ook degenen die snappen wat genade is. Saulus van Tarsus was zo iemand die god probeerde te behagen op een religieuze manier. Namelijk door alsmaar de wet te gehoorzamen tot in het extreme toe. Ook de zogenaamde integratieprogramma’s, burgerschapsprogramma’s en hulpverlenings programma’s zijn een variant van deze wet en houden ons juist op de plaats waar we vandaan proberen te komen. Het evangelie gaat hier dwars tegenin en leert ons dat Christus in onze vervallen staat kwam en zo moest lijden tot hij de verwerping door zijn Vader aan de lijve ondervond. Waarna hij vervolgens uit die vervallen staat werd gered door diezelfde vader. Hedendaagse theologie is ook gebaseerd op wetticisme en lijkt in veel opzichten op boeken als The Secret. Wat deze boeken doen, is het kruis van Golgota vermijden. Ze scheren langs het kruis of gaan er met een boog omheen. En ze verheerlijken de kracht in de mens zelf om zijn eigen weg te vinden, los van God, Iets dat Nimrod van Babylon al deed.
*
NIMROD. GEN. 10:8, 9. 1CHRON. 1:10.
Josephus zegt het volgende over hem: Nimrod spoorde de mens aan om zijn geluk niet bij god te zoeken maar bij zichzelf. En al snel veranderde zijn gedachtengoed in tyrannie. De Targum (vertaling) van Jonathan zegt: vanaf de grondlegging van de wereld was nooit iemand gevonden zoals Nimrod, een machtige jager en in opstand tegen de Here. De Jeruzalem Targum (vertaling) zegt: hij was machtig met jagen en in opstand tegen de Here, en hij joeg op mensen. 1 Kron. 1:10 zegt: Cush bracht Nimrod voort die in boosheid verviel omdat hij onschuldig bloed vergoot en tegen Jehova in opstand kwam. Nimrod was de stichter van Babylon en daarmee de grote tegenspeler van God die vooral met jeruzalem bezig was. In Nimrod, probeerde satan de eerste grote wereldse heerser over de mensheid op het toneel te zetten. ER kwamen meer pogingen zoals met Nebuchadnedzar, Alexander, Napoleon en anderen. Uiteindelijk zullen de anti christ en wetteloze komen.
*
Rahab versus de grote verdrukking
Worden de gelovigen voor of na de grote verdrukking weggenomen? Een aanwijzing dat we ervoor worden weggenomen is het verhaal van de hoer Rachab. Het scharlaken koord dat ze als teken voor jozua uit het raam hing, had de kleur van het bloed van christus. Voor Rachab was dit mogelijk het eerste voorwerp dat ze kon vinden om te vluchten voordat de muur van Jericho verwoest zou worden. Maar god had ook hier een bedoeling mee. Niks gebeurt in het verhaal voor niets. Rachab werd gewaarschuwd voordat de stad werd ingenomen en verbrand. Haar huis stond op een muur dus de waarschuwing aan haar moet voor de val van de muur zijn geweest. En als het daarvoor was, dan was het voordat de strijd aanving. Jozua 6:1 zegt, Jericho sloot de poorten toe en was gesloten voor het aangezicht van de kinderen van israël. Er ging niemand meer uit en in. Dan moet Rachab al daarvoor weg gehaald zijn met haar familie en buiten het leger van Israel geplaatst zijn. Voor ons geldt hetzelfde. Ons scharlaken koord is het bloed van christus. Wij worden weg genomen voordat de grote strijd echt begint. Laten wij met ons verstand en hart en geest tot hem uitgaan, Hebr. 13:13 en de verlosser verwachten.
*
Christus als fontein
Een evangelist zal balans aanbrengen in datgene wat hij aan de gelovigen vertelt. Zodat ze niet overmand raken van de vele informatie die op dat moment niet relevant is. Een herder zal voor een moment alle doctrines opzij zetten om even liefdevolle aandacht te geven aan een kudde die deze net even tekort kwam. Het is niet ongebruikelijk dat de gift van de herder en die van de leraar worden samengevoegd. Dan is er zoiets als wat ik noem, christus als fontein om de genoemde balans meer in evenwicht te brengen. Er is een ontkoppeling tussen stroom afwaartse beschouwingen over christus en christus zelf. Deze situatie voert terug op de Tuin van Eden. Het heeft ermee te maken dat er een focus is op iets VAN god en niet op god zelf. En dit is net wat Eva’s aandacht trok. De Boom van kennis van Goed en Kwaad was datgene wat in het bijzonder haar aandacht trok. Ze wist of voelde dat iets de schepping beroerde. Iets dat tegelijk met het goede van de schepping bestond maar een tegengestelde kracht had. De dood was nog niet aanwezig maar het zaad van de dood was wel aanwezig in het aardse, en lag klaar om vrij gelaten te worden. De zonde kwam de wereld binnen VAN binnenuit van onze aardse identiteit. Eva wilde dingen van god weten die hij tot nog toe verborgen had gehouden, ZONDER god zelf te kennen. Goed en kwaad kennen ZONDER god te kennen, is de dood. In Hebreeën is een waarneming van goed en kwaad die bij geestelijke volwassenheid hoort. Maar deze kennis is alleen leven binnen onze eenheid met god.
Er is een fundamentele verleiding die ons ertoe brengt om een gecategoriseerd, rechtlijnig bewijs te leveren van het verschil tussen goed en kwaad. Als je eenheid met god zoekt, zul je niet op zo´n rechte lijn balanceren tussen goed en kwaad maar een nauwe, rommelige, meanderende weg bewandelen. Zo zijn er mensen die de bijbel God´s handleiding noemen voor de levensreis. Een handleiding, kan het nog rechtlijniger? En nu verder. Jezus is de fontein van christus. Alles wat christus voor ons is, vloeit voort uit de verheerlijkte mens, Jezus. Hij is de fontein van onze ware identiteit. De individuele identiteit van Jezus als Heer, is niet opgelost in het niets doordat hij de geïncorporeerde versie van zichzelf werd. Hij werd hoofd van zijn lichaam met veel leden. De verleiding om goed en kwaad apart van god te ontdekken, kunnen we snel meegevoerd worden in het zoeken van dingen die stroomafwaarts te vinden zijn. We verliezen dan snel Hem uit het oog.
Alles wat we wensen, kan worden gevonden in eenheid met hem. Een poging om tot een hoger zelfbewustzijn te komen, zal tot verwijdering van Hem leiden. We zijn een koninkrijk van priesters en regeren mee met Hem maar alleen als Hij ons bevoegdheid geeft. En wat hij ons geeft, is bovendien de geest van het lam en niet van de leeuw, machtswellustig als we zijn. Jezus reageert op ons in de WIJ factor en in de IK factor. De WIJ factor rust op de IK factor. Wat we nodig hebben is de geest van wijsheid en openbaring in de kennis van Hem. Als we los van hem naar kennis van goed en kwaad zoeken, zijn we snel terug bij Eva. God zalfde niet eerst Jezus waarna hij de rest van ons zou zalven. Hij zalfde Jezus en voerde hem toen door de dood en opstanding en verheerlijking zodat Hij onze zalving zou worden. De zalving is in het leven van God. Hij die de Zoon heeft, heeft leven. We hebben een zalving van de Vader omdat we de Zoon hebben. In de doping in de geest, was Jezus die aan de rechterhand van zijn Vader zit, op ons en in ons uitgestrooid. De vraag is deze: heb je nieuw leven van god gekregen net als Jezus dit kreeg? Of kreeg je Jezus, de Christus als uw nieuwe leven? Wat is het verschil tussen Jezus en Christus? Hij is zowel een individu met zijn eigen lichaam, een man als ook de nieuwe ingecorporeerde man met een universele identiteit. Dit lichaam waarvan Paulus schreef in Efeze is het ene lichaam van beiden, de individuele christus als de ingecorporeerde christus.
Hij, de Ene, wordt de velen zodat de velen één worden. God houdt van vermenigvuldiging: Jezus Christus, de perfecte mens die vermeerderd werd om de nieuwe mensheid te worden van perfecte eenheid. Als de bijbel naar hem verwijst als Jezus, is de nadruk op zijn individuele mensheid als redder. In de brieven wordt hij christus Jezus genoemd en Jezus christus. Het effect dat wordt beoogd is duidelijk: de christus is Jezus en jezus is de christus. Als christus Jezus is hij de christus die uit de hemel komt als Jezus en als Jezus christus is hij Jezus die naar de hemel opstijgt als de christus. Hij is de grotere Isaak in en door wie alle kinderen van God zijn geboren. Hij is het zaad waaruit we allen zijn voortgekomen. Zoals een uitverkoren natie voortkwam uit de lendenen van Abraham alleen door Isaak, zo is de grotere Isaak degene in en door wie alle natiën van de aarde gezegend zullen worden. Hoe gezegend? Met het delen in zijn zoonschap.
*
De Massora
Alle oude en beste manuscripten van de Bijbel bevatten op elke pagina zogenaamde kleine lettertjes. Deze kleine letters heten de Massorah Magna of grotere Massorah, terwijl de kleine letters aan de zijkant Massorah Parva heten of kleine Massorah. Het woord Massorah komt van de wortel masar, iets overgeven in de hand van een ander, om het hem in vertrouwen te geven. De kleine letters heten zo omdat ze informatie bevatten die nodig is voor hen die de heilige teksten moesten beheren. De tekst zelf was vastgelegd voordat de Massoreten zich ermee bezig hielden. Dit was het werk geweest van de Soferim (safar betekent nummeren of tellen). Hun werk onder Ezra en Nehemiah, was om de tekst in de juiste volgorde te zetten na hun terugkeer uit Babylon. We lezen hierover in Neh. 8:8. De mannen van de Grote Synagoge voltooiden het werk. Dit werk duurde 110 jaar, van Nehemia tot Simon de eerste, 410 – 300 v. Chr. De Soferim waren de geauthoriseerde corrigeerders van de heilige tekst en toen ze hiermee klaar waren, waren de Masoreten de bewakers ervan. Zij moesten het eindresultaat behouden. De Massoreet heet het venster naar de geschriften. Hij bevat vooral feiten en fenomenen in plaats van commentaren. Hij registreert het aantal keren dat de verschillende brieven voorkomen in de diverse boeken van de bijbel. Het aantal woorden, het middelste woord en het aantal verzen en het middelste vers, het aantal uitdrukkingen en combinaties van woorden etc. Dit alles om de heilige tekst te behouden en om te voorkomen dat een losse tekst verkeerd terechtkomt.
*
Noach, perfect, Gen. 6:9
Het Hebreeuwse woord tamim betekent zonder smet en is het technische woord voor lichamelijke en fysieke perfectie, en niet morale. Het wordt ook gebruikt voor het aanduiden van het offeren van reine dieren. Er staat dan “zonder smet” in Exodus 12:5; 29:1, Lev. 1:3, 10; 3:1, 6; 4:3, 23, 28, 32; 5:15, 18; 6:6; 9:2, 3; 14:10; 22:19; 23:12, 18. Num. 6:14; 28:19, 31; 29:2, 8, 13, 20, 23, 29, 32, 36. Ezek. 43:22, 23, 25; 45:18, 23; 46:4, 6, 13.
Vertaald met zonder vlek, Num. 19:2; 28:3, 9, 11; 29:17, 26.
Vertaald met onbesmet: Ps. 119:1.
Dit laat zien dat Gen. 6:9 niet spreekt van Noach’s morele perfectie maar dat hij en zijn familie alleen hun stamboom rein hadden behouden zonder corruptie van de gevallen engelen.
*
Noach, perfect, Gen. 6:9
Het Hebreeuwse woord tamim betekent zonder smet en is het technische woord voor lichamelijke en fysieke perfectie, en niet morale. Het wordt ook gebruikt voor het aanduiden van het offeren van reine dieren. Er staat dan “zonder smet” in Exodus 12:5; 29:1, Lev. 1:3, 10; 3:1, 6; 4:3, 23, 28, 32; 5:15, 18; 6:6; 9:2, 3; 14:10; 22:19; 23:12, 18. Num. 6:14; 28:19, 31; 29:2, 8, 13, 20, 23, 29, 32, 36. Ezek. 43:22, 23, 25; 45:18, 23; 46:4, 6, 13.
Vertaald met zonder vlek, Num. 19:2; 28:3, 9, 11; 29:17, 26.
Vertaald met onbesmet: Ps. 119:1.
Dit laat zien dat Gen. 6:9 niet spreekt van Noach’s morele perfectie maar dat hij en zijn familie alleen hun stamboom rein hadden behouden zonder corruptie van de gevallen engelen.
*
Sara en Rachab leefden uit geloof en hun geloofsuitingen kwamen overeen.
Sara: zij heeft Hem getrouw geacht, die het beloofd had, vers 11.
Rachab: ik weet, want wij hebben gehoord, Joz. 2:9 en 10.
Beide vrouwen staan model voor gehoorzaamheid uit geloof zoals deze zichtbaar wordt in Abraham en Israel.
In Gen. 17:1 en 17 staat dat de belofte van een Zoon al heel lang voor de geboorte van Isaak aan Abraham gegeven werd. Dit zien we door Gen. 17:15-19 te vergelijken met Gen. 18:10 en 21:5. De eerste keer lachte Abraham, de 2de keer lachte Sara. Uit Gen. 17:15-19 is duidelijk dat Abraham dacht dat de belofte van een zoon uit uw lijf (Gen. 15:4) vervuld moest worden uit ismael. Toen hij van Abram, Abraham werd, als teken van het feit dat hij vader zou zijn van vele volken, zei hij, “och dat Ismael mocht leven voor uw aangezicht. Abraham viel op zijn aangezicht en hij lachte. Dit is een stijlfiguur, Erotesis. Hij heeft met verheuging verlangd, opdat hij de dag van de Here zou zien en hij heeft hem gezien en was verblijd, joh. 8:56. Toen Sara lachte, was er niet deze eerbied. Door het geloof heeft ook Sara kracht ontvangen, net als Abraham. Nu zijn we voorbereid op wat er in gen. 21:1 staat: en de Here bezocht sara gelijk als hij gezegd had en de Here deed aan Sara gelijk als hij gesproken had.
Dit is waar het om gaat bij geloof:
… gelijk als Hij gezegd had… en
Gelijk als Hij gesproken had…
De plannenmakerij van Abraham en Sara was onbruikbaar in de voltooiing van de bedoelingen van de Here. Geloof moet rusten en wachten. Deze vorm van geloof staat ook centraal in de profetie van Habakuk waarop Hebr. 11 gebaseerd is. In Hab. 2:3 en 4 staat, “want het gezicht zal nog tot een bestemde tijd zijn, dan zal hij het op het einde voortbrengen en de rechtvaardige zal door geloof leven.”
Dit was precies wat Sara deed toen ze de betekenis van Gods belofte begreep. Zij maakt hierbij ook deel uit van de wolk van getuigen en ze wordt in verband gebracht met Rachab die op dezelfde manier het andere voorbeeld is van welke conclusie door geloof getrokken wordt. Isaak’s geboorte was het begin van iets nieuws in het huishouden van Abraham. Het stemt overeen met het begin van de nieuwe natuur in de gelovige van vandaag.
*
De Nefilim of reuzen van Genesis 6
De nakomelingen van de gevallen engelen met de dochters van de mensen worden in Gen. 6 Nefilim genoemd. De naam betekent, gevallenen. Wat voor wezens dit precies waren, kan alleen worden opgemaakt uit de bijbel. Ze waren duidelijk groot in gestalte maar zeker ook in hun boze werken. Ze waren bovenmenselijke, abnormale wezens en hun vernietiging was nodig om de voortzetting van het menselijk ras te beschermen. En dus voor de vervulling van het woord van God, Gen 3:15. Dit was waarom de Zondvloed over de wereld van de goddeloze Nefilim kwam, (2Pet. 2:5) zoals geprofeteerd werd door Enoch (Judas 14). Maar we lezen opnieuw over de Nefilim in Num. 13:33: daar zagen we Nefilim, (de zonen van Anak komen van de Nefilim). Hoe kan dit, als ze in de Zondvloed vernietigd waren? Het antwoord staat in Gen. 6:4,
“De nefilim waren in die dagen in het land en bovendien daarna, toen de zonen van de Elohim tot de dochters van de mens kwamen; en zij baarden voor hen, die de machtigen) zijn van de aion, stervelingen van naam. Ze waren roemrucht vanwege hun goddeloosheid.”
Na de Vloed was er een 2de inval van de gevallen engelen. Wel minder in getal en meer beperkt tot een kleiner gebied. Ze hielden zich vooral op in Canaan en werden bekend als de natiën van Canaan. Voor de vernietiging van hen was geen volgende zondvloed maar dit keer het zwaard van Israel nodig. Wanneer vond deze 2de inval plaats van gevallen engelen? In elk geval snel nadat bekend was geworden dat het zaad dat de mensheid zou redden via Abraham liep. Over toen Abraham uit Haran kwam en Canaan binnen ging, lezen we: de Canaaniet was al in het land. In Gen. 14:5 staat dat ze al bekend waren als Refaïm en Emim. Ze woonden rond Asteroth Karnaim en Shaven Kiriathaim. In Gen. 15:18-21 zijn ze al talrijk en worden ze genoemd onder de volken van Canaan, Kenieten, Kenizzieten, Kadmonieten, Hittieten, Perizzieten, Refaïm, Amorieten en de Girgashieten en de Jebusieten. (Gen. 15:19-21; Ex. 3:8, 17; 23:23. Deut. 7; 20:17. Joz. 12:8).
Ze zouden vernietigd worden (Deut. 20:17. Joz. 3:10). Maar israel faalde hierin (Joz. 13:13; 15:63; 16:10; 17:18. Rich. 1:19, 20, 28, 29, 30-36; 2:1-5; 3:1-7); en we weten niet hoeveel van deze reuzen naar het buitenland vluchtten en hun vernietiging voorkwamen. Als we dit wisten, konden we veel problemen oplossen die gerelateerd zijn aan de antropologie. Een andere groepsnaam voor deze reuzen was Anakiem omdat de zonen van Anak van de Nefilim kwamen. Num. 13:23. De Refaïm kwamen van Rapha, een andere beroemdheid onder hen. Vanaf Deut. 2:10 heten ze Emim en Horim en Zamzummijm, vers 20 en 21 en Avim. Als Refaïm waren ze welbekend en berucht maar helaas is hun naam vaak vertaald als giganten of doden. Ze hebben volgens Jes. 26:14 geen opstanding. Ze worden 7 keer doden genoemd, (Job 26:5. Ps. 88:10. Spre. 2:18; 9:18; 21:16. Jes. 14:8; 26:19).
Ook in Jes. 26:14 worden ze reuzen genoemd.
Ze worden 10 keer Refaïm genoemd, in Gen. 14:5; 15:20. Joz. 12:15, 2 Sam. 5:18, 22; 23:13. 1 Kron. 11:15; 14:9; 20:4 Jes. 17:5.
Verder zijn ze vertaald met giganten, Gen. 6:4; Num. 23:33, waar het als Nefilim staat en Job 16:14, waar het als Gibbor staat. De 2de inval vond plaats voor Gen. 14 omdat de Refaïm waren gemengd met de 5 natiën inclusief Sodom en Gomorra. Ze werden verslagen door de 4 koningen onder Chedorlaomer. Hun thuisbasis was duidelijk “Ashtaroth Karnaim”; terwijl de Emim zich op de vlakte van Kiriathaim ophielden (Gen. 14:5).
Anak was een afstammeling van de Nefilim en Rapha was een andere. Ze gaven hun namen aan hun eigen clans. Anak’s vader was Arba, de bouwer van Hebron (Gen. 35:27. Joz. 15:13; 21:11);
Deze Palestijnse tak van de Anakim heette geen Arbahim maar Anakim, naar Anak. Ze waren groot, fors, machtig (Deut. 2:10, 11, 21, 22, 23; 9:2), en maakten duidelijk veel indruk op de 10 spionnen, (Num. 13:33). Og, koning van Bashan wordt beschreven in Deut. 3:11. Hun kracht is zichtbaar in de steden van Bashan tot op de dag van vandaag en we weten niet welke rol ze speelden bij de bouw van de piramiden in Egypte. Arba was herbouwd door de Khabiri, 7 jaar voordat Zoan was gebouwd door de Egyptische farao’s van de 19de dynastie. Num. 13:22. Als deze Nefilim en de tak van de Refaïm geassocieerd waren met Egypte, hebben we een verklaring voor het probleem dat wetenschappers al generaties bezighoudt. Namelijk hoe de grote stenen en monumenten samen werden gebracht. In deze machtige mannen van de oude tijden, hebben we de verklaring van de oorsprong van de Griekse mythologie. Deze mythologie was geen uitvinding van de menselijke geest. Maar hij groeide voort uit tradities en overleveringen en natuurlijk uit Gen. 6:4. Het feit dat ze al bovenmenselijk waren, maakte het makkelijk om vanuit de Griekse mythologie demi-goden van hen te maken. De Babylonische kleitabletten en het Egyptische Dodenboek en de Griekse mythologie en heidense overleveringen zijn de slappe aftreksels van oeroude waarheden en bovendien zijn ze opgehemeld tot heldenverhalen omdat hun oorsprong vergeten was en de herinneringen aan hen vervaagd waren.
*
Wandelen uit geloof
In het oude Israel had je 2 groepen; zij die wandelden naar hun geloof en zij die wandelen naar hun waarneming. Abraham behoorde tot de eerste groep die uit geloof wandelde en zijn buit straks zal krijgen na de opstanding. Van ons wordt hetzelfde verwacht, namelijk dat we ook uit geloof wandelen. In deze context zijn er 2 stappen te onderscheiden:
1. evangelie van genade uit de vroege brieven, 1 en 2 Thessalonicenzen, 1 en 2 Korinthiërs, Galaten en Romeinen.
2. de gevangenisbrieven van Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen.
Dus naast het evangelie der genade is er ook het evangelie der heerlijkheid. Vroeger was het hemelse deel van het koninkrijk bekendgemaakt. Van de opstanding had men ook gehoord. Maar de volle omvang van de goddelijke waarheid was niet bekend. Het geheimnis, de verborgenheid moest geopenbaard worden. Wij verwachten ons erfdeel na de opstanding maar de vraag is, geloven wij dit? Geloven we onze hemelse roeping? Zo ja, dan zullen we leven alsof we in tenten wonen en de wereld zal ons steeds meer als vreemdelingen en als gasten zien.
*
Lastering heilige geest 5
Geen vergeving voor de aionen
Degene die de heilige geest lastert zal een aionisch oordeel ondergaan. Marcus 3:29.
Jezus zei veel dingen tegen de Farizeeërs. Een deel van zijn boodschap was dus aan hen gericht en blijkbaar niet voor niets. Ze volgden strikt de letter van de wet na. En ze hielden ook stijf vast aan tradities. Ze hadden weinig compassie met zieken. De waarheid was dat ze zichzelf voor de voeten liepen met hun rigide regels maar anderen het leven ook onnodig moeilijk maakten. Ze keken op anderen neer en voelden zichzelf moreel verheven boven veel anderen die het niet met hen eens waren. Voorbijgangers keken tegen deze farizeeërs op en zagen hen als verhoogde arrogante zelfingenomen figuren die weinig te maken wilden hebben met het gewone volk anders dan het uit te melken. Lucas. 18:11-12 zegt dit duidelijk. Jezus lag regelmatig met hen in de clinch en verspilde nogal wat woorden aan hen. Jezus sprak op een bittere manier tegen hen zoals hij niet tegen anderen sprak, ook niet tegen hoeren. De Farizeeèrs waren niet alleen zondaren net als hun voorouders en voorgangers maar ze rebelleerden openlijk tegen God. Ze overtraden met name de regel van de wet, `u zult geen anderen goden hebben voor mijn aangezicht.`Ze hadden geen plezier aan God en de stem van de Here maar gaven zich over aan Baal en aten de offers van de doden. Ze jatten geld van de armen, vergoten onschuldig bloed en logen en bedrogen alles bij elkaar. Vele profeten hadden de messias aangekondigd en de mensheid had duizenden jaren op Hem gewacht. Toen het ongelofelijke gebeurde en Hij kwam, ontving zijn eigen volk Hem niet. Ze wezen hem af ook al omdat hij hun werken boos noemde. En ze beschuldigden hem ervan dat hij de zoon van de duivel was. Ze riepen om hem te laten kruisigen. Jezus waarschuwde verder nooit tegen de zonde tegen de heilige geest, ook de hoeren waarschuwde hij niet. Hij noemde deze zonde niet eens. Ook zei hij dit niet tegen de armen en onderdrukten. Maar wel zei hij dit tegen de religieuze leiders van zijn tijd. Omdat ze gezegd hadden dat hij een onreine geest had. Deze enige waarschuwing tegen de doodzonde was gericht tegen de Farizeeèrs. Dit werd benadrukt door het feit dat ze geen vergeving zouden krijgen in deze eeuw. Deze eeuw was de eeuw van de wet. Jezus kwam in de eeuw van de wet om hen te redden die onder de wet waren, Galaten 4:4-5.
De eeuw die komen zou was deze huidige eeuw van de kerk. De twee eeuwen die bedoeld waren in zijn waarschuwing waren die van de wet en die van de genade waarin wij leven. Jezus sprak niet tot de heiligen en ook niet tot U. Zijn woorden waren gericht tegen de heersers van de 1ste eeuw van het koninkrijk van Judah. Ook in Mat. 23 vanaf vers 23 krijgt Jezus er niet genoeg van om de religieuze leiders nog even de oren te wassen. Geen wonder dat hun ergernis met de minuut exponentieel groeit tegen deze vreemde zwamkous die over water loopt en zich Zoon van god noemt. Het liefst zien de Jezus op de bodem van de oceaan in een loden kist met wanden van 3 meter dik liggen. Maar het tegengestelde gebeurt. Jezus noemt een heel rijtje op van dingen die de schriftgeleerden te wachten staan. Ja, zelfs deze generatie zal al die dingen voor de kiezen krijgen. Hij zegt:
Wee jullie, Schriftgeleerden en Farizeeën, hypocrieten! Want jullie bouwen het graf van de profeten en jullie versieren de graftomben van de rechtvaardigen, en jullie zeggen: ‘Indien wij in de dagen van onze °vaders waren, waren wij nooit deelnemers geweest met hen aan het bloed van de profeten.’ Daarom getuigen jullie aan jezelf, dat jullie zonen zijn van die de profeten vermoordden*
20. Wanneer nu jullie Jeruzalem zullen waarnemen omringd door kampementen, weet* dan dat haar °verwoesting nabij is.
De belegering van Jeruzalem onder Titus was één van de meest verschrikkelijke aller tijden. Nadat de stad eenmaal omsingeld was, was de gelegenheid om te ontsnappen afgesneden, en velen die het toch probeerden werden gedood. Duizenden werden gekruisigd en bij vele deserteurs werd de buik opengereten vanwege een gerucht dat zij probeerden hun geld te verbergen door het in te slikken. Anderen aten teveel en barsten uiteen. Meer dan een miljoen vergingen op vreselijke wijze en bijna honderd duizend werden tot slaaf gemaakt en afgevoerd naar Egypte en elders. De stad werd vrijwel geheel verwoest. Er wordt gezegd dat de Christenen in de stad de waarschuwing aannamen en naar de bergen van Juda vluchtten, op tijd om aan de vreselijke verdrukking te ontsnappen.
21 Laat dan die in Judah zijn vluchten naar de bergen en laat die in haar °midden zijn uitgaan in het land, en laat die in het platteland zijn niet in haar binnengaan. Want dit zijn dagen van wraak, om al het geschrevene te vervullen*. Wee die zwanger zijn en de zogenden in die °dagen, want er zal grote nood zijn in het land en verontwaardiging over dit °volk. En zij zullen vallen door de rand van het zwaard en zij zullen in gevangenschap geleid worden in alle natiën en Jeruzalem zal door de natiën vertrapt worden, totdat de tijden van de natiën gevuld* zullen zijn.
Amen! Ik zeg jullie dat dit °geslacht zeker niet voorbij* zal gaan totdat alles zal gebeuren*.
35 jaar nadat deze woorden waren uitgesproken, was het zover en werd jeruzalem onder de voet gelopen. Van 14 april toen het beleg begon tot 1 juli werden 115,800 lichamen begraven. Er werd zoveel goud geplunderd door de Romeinen dat goud in Syrië in waarde halveerde.
Na de verwoesting van Jeruzalem werden de markten van Rome overspoeld met Joodse slaven en de amfitheaters waren gevuld met de arme inwoners die het overleefd hadden en gedwongen waren om elkaar publiekelijk af te slachten in een poging om aan hun meesters te ontkomen. Hoe erg het ook was, dit was nog maar het BEGIN. Jezus had immers gezegd dat de joodse natie niet vergeven zou worden, niet in deze eeuw en ook niet in de volgende eeuw van genade. De woorden “deze dingen” en “deze generatie” zijn belangrijk. In Mat. 23:35-36 staat dat op U al het onschuldige bloed terecht zal komen dat op aarde vergoten is.
*
Er is geen overgeeflijke zonde
De zonde tegen de heilige geest zal niet worden vergeven in deze huidige aion en ook niet in de aion die komt. Meestal is het woord aion verkeerd vertaald met wereld. Maar een aion is een tijdsvak en de bijbel noemt zelfs meerdere aionen, dus tijdsvakken. Jezus maakte geen contrast tussen deze wereld en de grote eeuwigheid ergens buiten ons. Maar hij noemde 2 aionen, de huidige aion waarin Hij ook leefde en de aion die komen zal. Jezus’ opmerking lijkt tegenstrijdig. Eerst zegt hij dat ALLE zonden worden vergeven, wat goed nieuws is. Dan zegt hij dat sommige zonden niet zullen worden vergeven in deze en de volgende aion. Wat er daarna gebeurt is onduidelijk. Laten we Marcus 3:28-30 goed lezen. Hier staat dat degene die tegen de heilige geest lastert in een aionisch oordeel terechtkomt.
*
Structuur van Hebr. 11:2-40
De verzen 2-12 gaan over bijzondere voorbeelden, de verzen 13-16 gaan over algemene beschouwingen.
De verzen 17-38 geven bijzondere voorbeelden en de verzen 39 en 40 zijn weer algemene beschouwingen. De algemene beschouwingen beginnen met Deze Allen… De eerste van deze beschouwingen vloeit voort uit Abrahams vreemdelingschap. Zo zien we een goddelijke symmetrie opduiken.
De verzen 13-16 gaan dus allen die stierven in overeenstemming met het geloof zonder de belofte te hebben ontvangen. Zij beleden dat ze vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Wie zulke dingen zeggen, zijn duidelijk op zoek naar een thuis. Zowel bij Israël als de gemeente waren er altijd 2 groepen: het zand van het strand en de sterren van de hemel. Abraham’s nageslacht wordt vergeleken met zand of stof in Genesis 13:16; 28:14 en 32:12. Het wordt vergeleken met sterren in Genesis 15:5; 26:3 en Exo. 32:13. Maar in Heb. 11:12 worden ze beiden genoemd omdat het verschil in verband met geloof hier duidelijk wordt. Op de gemeente slaat het sowieso niet daar zij door de eeuwen heen verborgen was, zeker in de tijd van het Oude Testament. Dus zowel zand als sterren slaan op Israel. Zand slaat op wandelen door aanschouwen en sterren slaat op wandelen in geloof. De groep die bij het zand hoort, gelooft god niet op zijn woord en blijft aards gericht. Degenen die als de sterren waren, verwachten ook daadwerkelijk hun hemelse deel. Hebr. 3;1. Zij geloofden god en toonden zo de gehoorzaamheid van het geloof. Men denkt vaak dat het Oude Testament niks zegt over het toekomstige leven. Maar dit is een denkfout. Op de berg Sinaï wordt het nationale leven van Israel uiteengezet, Lev. 18:5. Het woord leven slaat hier op eeuwig leven door geloof in tegenstelling tot eeuwig leven door werken. Vergelijk Jes. 26:19; 38:16, 55:3; Ezekiel 18:19; 20:11, 13, 21; Hosea 6:2; Amos 5:4; Habakuk 2:4 en Galaten 3:12; Rom. 1:17 en Hebr. 10:38. Het Oude Testament geeft veel prijs over het leven na de opstanding. De rechtvaardige zal door geloof leven. Maar hoe zit dat want als dit betrekking zou hebben op de aarde en op aards leven dan zou iedereen leven, ook de ongelovigen. Er wordt dus meer bedoeld met leven. Zoals ook in openbaring 20:5 staat, worden de overige doden niet weer levend totdat de 1000 jaar geëindigd zijn. Er staat in dit verband niet hemel of hemels maar het gaat om een land en een stad die hemels zijn. Johannes ziet deze stad in Openbaring 21:9-27. Alles van de stad is hemels en bovendien daalt ze ook neer uit de hemel. De laatste hoofdstukken van Ezekiel laten zien hoe het beloofde land veranderd wordt in een hemel op aarde. Met dit geloof stierf ook Abraham die Ur verliet en zijn ogen sloot in de verwachting dat het hemelse Jeruzalem ooit op aarde neer zal dalen. Er is dus geen reden om israel haar hemelse roeping te ontzeggen. Beide groepen, zand en sterren slaan niet alleen op Israel maar zeker ook op de gelovigen van vandaag.
*
Geloven we onze hemelse bestemming?
De hemelse belofte om NU al met christus temidden van de hemelingen te regeren klinkt onwaarschijnlijk. Het is hetzelfde aanbod als wat Ur der Chaldeeën was voor Abraham om erop uit te trekken; en wat Kades barnea was voor Israel. Maar Israel geloofde god niet. Ach laten wij toch niet dezelfde fout maken als Israel en gewoon bezit nemen wat ons is toevertrouwd in de brieven aan de Efeziërs, Kolossenzen en Filippenzen. Daar ontdekken we niet alleen de rijkdommen van zijn genade maar ook die van Zijn heerlijkheid.
*
Aorist
Elk werkwoord in Hebreeèn 11 staat in de aoristus, behalve 3 die voltooid zijn. De aorist wil zeggen dat elke gebeurtenis die beschreven is, ook daadwerkelijk gebeurd is. De voltooide tijd wil zeggen dat er iets gebeurd is waarvan de effecten nog steeds merkbaar zijn. Een voorbeeld van de aoristus is Johannes 19:19. Hier staat Pilatus schreef ook een opschrift en zette dat op het kruis. Hier wordt simpelweg aangegeven dat dit feit plaatsvond. In Mat. 21:13 staat: er is geschreven… dan betekent dit dat het geschreven is en wat geschreven is blijft geschreven. Een betere weergave van de voltooide tijd zou hier zijn: er staat geschreven… In Hebr. 11:5 vinden we de eerste van de drie keer dat de voltooide tijd gebruikt wordt. Het Grieks zegt hier: er is getuigd dat Hij god behaagde. Het getuigenis naar Abel werd zichtbaar in het neerdalen van vuur uit de hemel, zo werd Henoch’s getuigenis zichtbaar in het opstijgen naar de hemel. Bij Abel ging het erom dat zijn offer aanvaard werd door god. Bij Henoch behaagde zijn wandel God. Deze 2 worden onderscheiden in Efeze 1:6 en 2 Kor. 5:9. In de eerste tekst staat dat de gelovige begenadigd is in de geliefde en in de laatste staat dat wij begerig zijn om hem welbehagelijk te zijn. In Efeze 1:6 staat charito’o, iemand begunstigen en 2 Kor. 5:9 gebruikt het bijvoeglijk naamwoord euarestos, welbehagelijk. Dit laatste wordt gebruikt voor Henoch in Hebr. 11:5 en 6. Zijn geloof was welbehagelijk ofwel aanvaardbaar voor god. Het offer van Abel werd aanvaard door god. En dit is de relatie tussen de beide mannen. Het eerste heeft met god te maken, het laatste met de mens. Het eerste toont Gods genade in het aanvaarden van Abel’s offer, het laatste toont dat Henoch’s geloof en wandel voor god aanvaardbaar waren.
Nu zijn Henoch’s geloof en zijn wandel verenigd. Hij wandelde door geloof en niet door observatie. God wil dit ook van ons, zoals in 2 Kor. 7 en 9 staat. Henoch werd niet misleid door uiterlijkheden of materialistische voorspoed. Hij zag niet op allerlei sociale misstanden met de bedoeling deze te verbeteren. Nee, hij toont ons dat hij zelfs in de duistere en donkere dagen met god kon wandelen. Dat behaagde god en zijn wegneming is niet zomaar een historisch feit maar een blijvend getuigenis. Henoch geloofde god met betrekking tot het komende oordeel. Zo is het aan de gelovigen van nu om god te geloven met betrekking tot de wegrukking. Toch rust op ons een grotere verantwoordelijkheid. Henoch en collega’s hadden alleen een belofte van god ontvangen. Maar de gelovigen van anno 2012 hebben de hele bijbel inclusief zijn zoon om in te geloven. Veel gelovigen van nu zitten veel meer op de lijn van Abel dan op de lijn van Henoch. Ze geloven wel Abel’s toegang tot god maar niet de wegneming zoals Henoch die kende.
Veel gelovigen belijden dat christus terug zal komen om te oordelen over de levenden en de doden. Maar de hoop op hun eigen verandering, hemelvaart en opstanding leggen ze naast zich neer. Ze zeggen bijna dat christus niet terug hoeft te komen aangezien ze zelf wel naar Hem toe gaan. Henoch is de nieuwe fase na Abel als het gaat om geloof in een nieuwe, volgende openbaring van god. We hebben vrede met god zoals Abel en vrede van god zoals Henoch.
*
niet 2 maar 4 gekruisigden met Jezus
De andere 4 misdadigers die met Jezus werden gekruisigd, Mat. 27:38 en Lucas 23:32
Ook hier weer leert de traditie ons het verkeerde. Eeuwenlang is ons ingefluisterd dat 2 andere bandieten met jezus waren gekruisigd. Maar hoe zit het nou echt? De bijbel zegt alleen dat er 2 dieven (lestai) waren en 2 misdadigers (kakouryoi), Lucas 23:32. Er staat dat beide rovers Hem beledigden (Matt. 27:44. Mar. 15:32); terwijl in Lucas 23:39 staat dat alleen 1 van de misdadigers hem lasterde en de andere misdadiger de eerste berispte voor diens grote mond. Als er alleen 2 waren dan klopt er iets niet. In Lucas 23:32 staat dat 2 misdadigers met hem mee werden gevoerd om te worden gedood (Luke 23:32). Toen ze bij Golgota waren aangekomen, kruisigden ze Hem en de beide misdadigers, met de ene rechts van hem en de andere links van Hem. Weer klopt er iets niet. Want in Mattheus staat dat NA het verdelen van de kleren en NAdat ze waren gaan zitten en hem observeerden, dat er TOEN 2 misdadigers met hem waren gekruisigd, één rechts en één links van hem. (Matt. 27:38. Marcus 15:27). De 2 misdadigers waren al met hem meegevoerd en met hem gekruisigd. Dit voor de rovers erbij kwamen. De eerste 2 misdadigers die met hem waren gekruisigd waren links en rechts van hem opgehangen. De 2 andere rovers die later kwamen werden op dezelfde manier gekruisgd. Er waren nu 2 misdadigers rechts en links van hem gekruisigd. Met jezus in het midden. De misdadigers waren nu dichter bij Jezus dan de rest. En ze konden elkaar ook beter verstaan, Lucas 23:39-43. Johannes bevestigt dit. Hij heeft het alleen over de plaats van handeling, niet over tijd. Hij spreekt algemeen over het feit; waar zij Hem kruisigden* en met Hem twee anderen, hier en daar, maar Jezus in het midden. Joh. 19:18. In openbaring 22:2 hebben we dezelfde uitdrukking als in het Grieks (enteuthen kai enteuthen), dat vertaald is met “aan elke zijde”. Het zou vertaald moeten zijn met “en met Hem anderen, aan elke zijde.”
Johannes zegt verder: (19:32, 33) : waar zij Hem kruisigden* en met Hem twee anderen, hier en daar, maar Jezus in het midden. Maar bij Jezus komend*, namen* zij waar dat Hij al gestorven was, en braken* zij Zijn °benen niet.”
Als er maar 2 misdadigers waren geweest, zouden de soldaten niet naar Jezus zijn gekomen maar zouden ze hem gepaseerd zijn en dan terug zijn gegaan. Maar ze kwamen naar Hem toe nadat ze de benen hadden gebroken van de eerste twee. Er worden 2 woorden gebruikt voor de ander en de anderen in Joh. 19:32 en Lucas 23:32. Zie Ap. 124. 1. In de eerste passage lezen we: “Ze braken de benen van de eerste en van de ander.” Het Grieks is hier allos dat de ander is (de 2de) van de twee als er meer zijn (zie Matt. 10:23; 25:16, 17, 20; 27:61; 28:1. Joh. 18:15, 16; 20:2, 4, 8. en Ope. 17:10). In de laatste passage (Lucas 23:32) is het woord heteros = verschillend: Maar bij Jezus komend*, namen* zij waar dat Hij al gestorven was, en braken* zij Zijn °benen niet. Nu was er in de plaats waar Hij gekruisigd* was een tuin en in de tuin een nieuwe tombe, waarin tot dan toe nog niemand geplaatst was geworden.”
Hieruit blijkt dat er 4 anderen waren gekruisigd met Jezus. In Frankrijk, Bretagne, in de Cotes du Nord is een eigen Golgota dat Les Cinq Croix heet, de 5 kruizen. Er is een groot kruis in het midden met 4 lagere kruizen, 2 aan elke zijde. In de RK zie je weleens tafels met 5 kruizen.
*
De vrouw bij de bron
Water halen in de tijd van Jezus was een gemeenschapstaak die er helemaal bij hoorde. Deze werd vaak uitgevoerd door de vrouwen van een dorp. Het had dezelfde functie als bij ons de ochtendkrant lezen of het 8 uur journaal kijken op TV. Na het water halen, gingen ze bij elkaar zitten en wisselden het nieuws van de dag uit. Maar de auteur benadrukt dat de Samaritaanse vrouw water haalde tijdens het hete middaguur. Waarom ging ze erop uit in het heetst van de dag. Waarom, terwijl de rest van het dorp siësta hield? En waarom haalde ze water ver buiten het dorp dat Sychar heette en waar ze woonde. En waar ook een goede bron was?
Het verhaal gaat niet over de bron maar over onze levens
Deze vrouw was diep getraumatiseerd. Ze had 5 huwelijken achter de rug en had nu haar hoop gezet op een 6de partner. De dorpelingen wezen haar levensstijl af en dus was de vrouw niet welkom bij het ritueel van water halen. Als je Grieks leest, wordt het verhaal pas echt duidelijk omdat er 2 woorden zijn voor bron. De vrouw gebruikt het woord phrear terwijl Jezus het woord pege gebruikt. Dit woord betekent een geiser achtige fonteinachtige bron.
Bronnen en geisers zijn verschillende dingen
Een bron in de tijd van Jezus was niet aangesloten op een kraan. Ze waren diep waardoor water halen een zware klussen was. Het ging bovendien om stilstaand water dat niet bepaald fris en bruisend was. Bovendien kon je maar een bepaalde hoeveelheid naar boven halen daar waar een fontein bruisend water geeft. Het leven van de vrouw was net als dat van de bron. De trauma’s zaten diep en er zat weinig beweging in haar gemoedstoestand. Ze had een eenzaam bestaan, was zwaar belast met de dagelijkse werkzaamheden en ook met de vooroordelen van de anderen die ze te verduren kreeg. Het was moeilijk voor haar om naar de blinkende en mooie kant van het leven te kijken. Alles was nogal snel negatief. Leven was voor haar de tijd uitzitten. Jezus daarentegen zag de blinkende kant van het leven in alle opzichten. Hier wil ik even op inhaken. Jezus had geen zelfhulpcursus gedaan en adviseerde deze ook niet aan de vrouw. Hij hield zich ook niet bezig met positief denken. Nee, hij zag de wereld door een goed oog omdat zijn hart goed was. Jezus wist dat hij de zoon van god was. En zo kijkt hij ook naar ons, als naar toekomstige kinderen van god. Onze echte identiteit is niet wat de wereld van ons heeft gemaakt. De wereld bezorgt ons vaak alleen maar trauma’s. Onze echte identiteit is wat god van ons maakt. Jezus was net als Musa Alami die op de top van een berg stond en naar water zocht. In de verte zag hij alleen de rivier de Jordaan, verder niet. Als er nu maar meer water was, zei hij tegen zijn collega’s. Hier is geen water, zeiden ze terug. Maar tegen beter weten in, ging hij toch graven. Na weken en maanden spitten kwam er toch water tevoorschijn. Ze hadden een ondergrondse rivier aangeboord die er al duizenden jaren onaangeroerd lag. Jezus leefde van deze ondergrondse rivier die hij de Vader noemde die in Hem zat. En tegelijk in wie Hij zelf leefde. Hij putte uit deze rivier die ver beneden de wereldse ruis lag waarmee we dagelijks worden geïndoctrineerd. Zijn dagen waren dan ook betekenisvol en niet zoals die van de vrouw. Jezus hielp de samaritaanse vrouw om haar teleurstellingen om te zetten in een kanaal waarlangs de heilige geest haar ogen zou openen. Toen deze vrouw het beeld van god in zich voelde, verborg ze haar leven niet langer maar lukte het haar om contact te krijgen met de rest van het dorp. Ze kreeg zelfs meer contact dan in de 5 huwelijken die ze had gehad. Voor ons geldt hetzelfde. Bij sommigen van ons is er een bodemloze put in het leven van teleurstellingen. We dragen de pijn hiervan op onze gezichten. Wat Jezus duidelijk maakte aan de Samaritaanse vrouw was dat levensgeluk niet van BUITENAF kan komen. Het moet van binnenuit komen in contact met god die de eeuwige is. Midden in de bitterheid van onze levens wil Jezus ons duidelijk maken dat het verse water voor het oprapen ligt.
*
Waardigheid, axios
Zij die het privilege hebben gekregen om de boodschap van paulus te omarmen hebben ook dezelfde verantwoordelijkheid. Niet die van de donderende waarschuwingen van Sinaì maar juist die van de vermaning van een liefhebbende vader die zijn kinderen groot brengt. De wet van Mozes verlangde van de mens datgene waaraan hij niet kon voldoen. maar de genade voorziet de mens in alles wat nodig is om gods wil te doen. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in het woord axios. In Gen. 23 lezen we over de dood van Sarah. In vers 2 staat: En Abraham komt om over te weeklagen en om over haar te huilen. Maar hij had geen zorgen zoals de rest die geen enkele verwachting hadden. Juist in deze verwachting van de opstanding begraaft Abraham zijn overleden vrouw. Na wat onderhandelingen met de zonen van Heth, wordt de prijs vastgesteld. en Abraham weegt voor Efron het zilver dat hij sprak via de oren van de zonen van Heth: vierhonderd shekels zilver, doorgevend via de koopman. Het wegen van geld gebeurde met een weegschaal met een plaat die aan beide kanten was vastgemaakt. Aan de ene kant was een gewicht dat aangaf hoeveel zilver of goud het land waard was. Aan de andere kant werd het geld of zilver gelegd tot de plaat in balans was. Wat betekende dat het zilver of goud waardig was om het land ermee te kopen. (v. 9). Het woord axios, waardigheid is de weegschaal waaraan de platen hangen die gewichten dragen die corresponderen met een gelijke hoeveelheid goud of zilver. Het gebruik is dit: Ik beveel onze zuster Febe bij u aan, die in dienst staat van de gemeente in Kenchreeën. Ontvang haar in de naam van de Heer, op een wijze die bij de heiligen past. En sta haar bij wanneer ze uw hulp ergens voor nodig heeft, want ze is velen tot steun geweest, ook mij. – Rom. 16:1-2.
1. Ik, die gevangenzit omwille van de Heer, vraag u dan ook dringend de weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen: Efeze 4:1
Leef in overeenstemming met het evangelie van Christus, zodat ik kan horen, of straks zelf kan zien, dat u één van geest bent en samen voor het geloof in het evangelie strijdt. Fil. 1:27.
Dan zult u leven zoals het past tegenover de Heer, hem volkomen waardig. – Kol. 1:10
opdat u een waardig leven zult leiden in de ogen van hen die niet tot de gemeente behoren, en u van niemand afhankelijk bent. – 1 Th. 4:12.
Rom. 1-8 heiligen … Rom. 12-16 Onze wandel
Efe. 1-3 geroepen … Efe. 4-6 Onze wandel
Evangelie … Onze wandel
Here … Onze wandel
God … Onze wandel
Romeinen 16:2. Er is een opwaartse maat van versiesten in de wandel van de heiligen. Romeinen 1-8 gaat over rechtvaardiging en identificatie met Jezus. We leven uit genade en zijn dood voor de zonde, doch niet uit eigen werken of kracht, maar omdat we met christus zijn gekruisigd en ook met hem zijn opgestaan. Romeinen 1-8 is wat ons vastlegt als heiligen. Niet door onze werken maar door god. Breng Romeinen 12-16 in praktijk en we zullen waardig wandelen als heiligen. Romeinen 1-8 ligt aan de linkerkant van de balans en Romeinen 12-16 ligt aan de rechterzijde van de balans. Als we gerechtvaardigd zijn, zal men dit op de één of andere manier aan ons merken. Efeze 4:1, Hier staat de roeping van de ecclesia beschreven die zijn lichaam is. De eerste 3 hoofdstukken gaan over onze positie, ons hemelse lotdeel en andere grote zaken met betrekking tot onze roeping. De laatste 3 hoofdstukken gaan over praktische zaken. Dus de eerste 3 hoofdstukken komen aan de linkerzijde van de schaal en de laatste 3 aan de rechterzijde. In Fil. 1:27 wordt ons opgedragen om waardig te wandelen in overeenstemming met het evangelie. In Kolossenzen en Thess. wandelen we waardig met Christus en God! Hoe kunnen we zelfs een balans hebben met christus en met god zelf? Hoe kan ons leven zo omhoog worden geschaald tot op hun niveau? Dit kan alleen omdat we weten dat god degene is die zelf in ons werkt en wandelt. Als Hij ons een standaard stelt dan voorziet hij ons ook in de middelen hiervoor. De Wet had nooit zo’n hoge standaard als deze.
*
De laatste 12 verzen van Marcus
Veel mensen zijn ervan overtuigd dat de laatste 12 verzen van marcus niet bij zijn evangelie horen. Maar is dit zo? Voor bewijs zoeken we in 3 bronnen: 1. de manuscripten, 2. de versies en 3. de vroege christelijke schrijvers.
A. geen manuscript is ouder dan de 4de eeuw en de 2 oudste zijn zonder de 12 verzen. De rest heeft wel de 12 verzen. En dit zijn er nogal wat.
B. De versies
1. De Syrische versie. De oudste is de syrische versie in uiteenlopende vormen: de peshitto uit de 2de eeuw. En de “Curetonische Syrischen uit de 3de eeuw. Beiden zijn ouder dan de Griekse Masoretische en hebben de 12 verzen. Zo ook is het geval met de Philoxenische (5de eeuw) en de Jeruzalem (5de eeuw).
2. De Latijnse versies. Ene Jerome in 382 na chr., had toegang tot de Griekse MSS en haalt deze 12 verzen er ook bij. Deze versie ook wel Vulgaat genoemd was een revisie van de Vetus Itala, die bij de 2de eeuw hoort en beide verzen omvat.
3. De Gothische versie, anno 350 na chr. bevat de 12 verzen.
4. De Egyptische versies: de Memphitische uit de 4de en 5de eeuw bevat ze, net als de Thebaic uit de 3de eeuw.
5. De Armeense versie uit de 3de eeuw, de Ethiopische uit de 4de tot de 7de eeuw en de Gregorische uit de 6de eeuw bevatten deze verzen.
C. De kerkvaders. Hun woorden, vorm en volgorde kan ons meer inzicht geven. Er zijn meer dan 100 kerkvaders die manuscripten hebben geschreven die ouder zijn dan de oudste Griekse codexen. En tussen 300 en 600 na christus zijn het er al 200 meer. Allen noemen ze de 12 verzen.
Papias, 100 na chr. verwijst naar vers 18.
Justin Martyr, 151 na chr. verwijst naar vers 20.
Irenaeus, 180 na chr. verwijst naar vers 19.
Hyppolytus, 190-227 na chr. verwijst naar verzen 17-19.
Vincentius, 256 na chr. noemt 2 verzen op het 7de concilie van Carthago.
De Acta Pilati, 2de eeuw, citeert de verzen 15, 16, 17 en 18.
De Apostolische belijdenissen noemen verzen 16, 17 en 18.
EUSEBIUS heeft het over deze verzen.
APHRAARTES, een Syrische bischop noemt de verzen 16-18.
AMBROSIUS, aartsbischop van Milaan, citeert vers 15 vier keer en 16, 17 en 18 drie keer en vers 20 één keer.
Chrystosomus noemt vers 9 en zegt dat de verzen 19 en 20 het einde zijn van het evangelie.
D. Wat gedachten over de 12 verzen.
Ze bevatten de belofte van de Here waarvan over de vervulling wordt gesproken in Hebr. 2:4. De verklaring van hen die Hem hoorden was om de bevestiging te zijn van Zijn eigen lessen die Hij op aarde gaf: “God versterkend door tekenen zowel als wonderen en een veelvoud aan krachten en toebedelingen van heilige geest, naar Zijn wil?”
De handelingen van de Apostelen legt de vervulling vast van de belofte van de Here in Marcus 16:17, 18. En in het laatste hoofdstuk staat een climax beschreven van Jezus die met hen samenwerkt (vv. 3, 5, 8, 9). Maar in 1 Kor. 13:8-13 staat dat er een tijd komt dat al deze geestelijke gaven weg gedaan worden. Die tijd viel samen met het sluiten van de bediening door de verwoesting van Jeruzalem. Tot 100 jaar na de verwoesting is er een blanco bladzijde in de kerkgeschiedenis. En een compleet zwijgen van christelijke sprekers en schrijvers. Toen latere vertalers de Griekse manuscripten vonden en de laatste 12 verzen van Marcus lazen maar geen enkel spoor herkenden van de geestelijke gaven in hun eigen wereld, kwamen ze mogelijk tot de conclusie dat deze verzen niet authentiek waren. En dus werden ze al snel weg gelaten. In onze dagen zie je een tegengesteld gebaar. Nogal wat gelovigen baseren zich op de laatste 12 controversiële verzen. Omdat ze nog steeds de geestelijke gaven niet om zich heen zien, forceren ze hun pogingen om deze geestelijke gaven alsnog te verkrijgen. Zo veinzen ze dat ze blinden kunnen genezen met handoplegging of dat ze in tongen kunnen spreken, een handje geholpen door zich in extase over te geven aan muziek waarbij ze wat met de tong rond rollen. Maar ze worden zeker niet geleid door God. 1 Kor. 14:31-33.
De uitdrukking Mensenzoon verwijst naar Daniël 7:13-14, “Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken van de hemel kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van Dagen, en men leidde hem voor deze; en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is één, dat onverderfelijk is.”
*
Dag Henk,
Dat “alles geoorloofd is” is niet mijn bewering, maar wat Paulus bij herhaling in zijn brieven naar voren brengt. Hoe dat zich verhoudt tot de zaken die je noemt (hoererij, afgoderij, spiritisme maar je zou het kunnen uitbreiden naar moord, incest, etc.) is een interessante vraag. Dat zijn zaken die per definitie moreel abject zijn en waarover niet een vraag zou hoeven te bestaan. De dingen waarover jij je bezwaard voelt zijn aardige voorbeelden van zaken die niet moreel zo zwart-wit zijn. – AP
*
Harry Fox
Is it true that the community in Acts never existed? >> My answer is that it did truly exist but was only temporary. Since so many of the 3000 people baptized in response to Peter’s sermon recorded in Acts 2 were among the many who had come from far away places to celebrate the Passover they needed the temporary help given to us by the apostles and the local recently baptized residents of Jerusalem. Once the emergency ended and the out of town converts had returned home the need for temporary help also ended. But to whatever extent such needs occured at other times and places the first century church practiced what the church praticed in Acts 2.
*
Zelfhypnose
Is ook een geloof, in suggestie en de werking van inductie. Volgt het principe van de Boom van Kennis en is hiermee een religieus principe? Een Rabbi zegt dat sommige dingen die onze pet te boven gaan voor ons een gesloten boek blijven. Maar geldt dit ook voor het Lichaam van Christus? Je gedachten opdragen aan God staat ergens in het NT. Hiermee wordt bedoeld dat we de stem van Jezus horen en deze zullen gehoorzamen. Niet dat we elke gedachte aan Jezus opdragen ofschoon dit ook niet verboden is.
*
Kaphar = bedekken, denk aan de Ark van Noach die met pek besmeerd was. Zo werden in het OT ook de zonden bedekt en besmeurd met het bloed van offerdieren. Wij vinden beschutting in het bloed van christus. Jezus is een beschutting voor onze zonden. Dit is universeel.
Katalassoo = verzoenen; vijandschap beëindigd. God verzoende de wereld met zich. Essentie van religie is: dingen doen om God gunstig te stemmen. Maar God trok zijn eigen plan. Wat de mensen Jezus aandeden, rekende God hen niet aan. Integendeel, Hij schonk de mensheid genade. Verzoening geschiedde niet aan maar door het kruis. Kolossenzen 1: door het bloed van het kruis gaat God het AL met zich verzoenen en maakt Hij vijanden tot vrienden. De wereld die God van alles verwijt over het kwaad in de wereld, krijgt zomaar het bewijs van God die zijn zoon door diezelfde wereld aan het kruis laat slaan. God maakt hiervan de verzoening en opstanding. Juist omdat de mensen zijn zoon dood martelden gaf God alle mensen het leven.
Als je verzoend bent dan ben je geen vijand meer. Je hoeft dan geen liefhebber meer van God te worden. De hele mensheid is verzoend. In Romeinen 5:10 staat: door de dood van Gods zoon werden wij verzoend en zijn wij geen vijanden meer. Verzoening is een proces: als iedere vijand een liefhebber van God is geworden. Als je overtuigd bent van Gods liefde dan ben je verzoend. Het gros van de mensheid is nog niet verzoend en is nog steeds vijandig tegenover God. Desalniettemin zal het bloed van het kruis alles en iedereen verzoenen met God. Het is Gods werk. Hij maakt vijanden tot liefhebbers. Gods opdracht: word verzoend! Net als in Genesis: Er zij licht. God verzoent niet alleen vijanden maar ook diegenen die vervreemd van Hem zijn. Ik val in deze categorie.
20/2/2022
https://goedbericht.nl/lezingen/verzoenen-wat-is-dat/
*
My opinion … however you come to believe, you are a believer and a part of the Body of Christ. Thomas doubted and would not believe until he could see and touch … but no one would say he did not believe. I tend to be quite logical myself – and it is a logical consideration of the evidence that supports my belief. Belief must be based on something – else it is just belief based on no reason (some might call it wishful thinking).
*
Bestaat God? Jazeker… Jezus Christus noemt keer op keer zijn vader in de hemel. Tijdens zijn doop in de Jordaan klinkt de stem uit de hemel, “dit is mijn geliefde zoon” – Mattheüs 3:17; Lucas 3:22; voorzegd in Jesaja 42:1. De stem van God horen we ook in Johannes 12:28, Mattheüs 17:7, Lucas 9:35, 2 Petrus 1:17, Johannes 1:32. En Jezus wordt na een vreselijke marteldood twee dagen later, op de derde dag uit de dood opgewekt. In Handelingen 7:55-56 zag Stefanus de hemel open gaan en Jezus aan de rechterhand van zijn vader zitten. De conclusie is duidelijk: de almachtige God bestaat en hij is onze Vader in de hemel die zowel goed als kwaad op ons afstuurt, Jesaja 45:7. https://goedbericht.nl/een-mail-van-een-agnost/ & https://goedbericht.nl/een-mail-van-een-agnost-2/ & https://goedbericht.nl/een-mail-van-een-agnost-3/
*
In 1 Thess.4:14 staat niet dat je gered wordt als je gelooft dat Jezus > opstond uit de dood. Ik zeg niet dat het niet waar is, maar daar staat > dat in ieder geval niet. Het woord ‘gered’ komt in die tekst niet voor. > In dat vers gaat het erover dat de ontslapenen (vers 13) net zo zullen > opstaan als Jezus stierf en opstond (vers 14). Wanneer? Bij de > wegrukking (vers 16-17). > > In Rom.10:9 staan twee dingen genoemd, maar het gaat niet over twee > verschillende dingen. Wie gelooft met het hart (van binnen), spreekt > daar ook over, het komt naar buiten (via de mond). > > Hoe maak jij voor jezelf onderscheid tussen wat je ‘met het hart > gelooft’ en wat je ‘met het verstand’ gelooft? Voor mij bestaat dat > verschil helemaal niet. Het is allebei binnenkant. Het één gaat samen > met het ander. Als je ‘met het hart’ meer de gevoelsmatige kant van het > verhaal bedoelt, is dat sowieso iets dat per persoon sterk verschilt. > > Wat kunnen wij ons voorstellen bij het gericht van de grote witte troon? > De waarheid gaat daar aan het licht komen en alles wordt rechtgezet. Ik > kijk er naar uit. Alles wat krom is, zal worden rechtgezet. Als wij > gelovigen zijn, delen wij in de positie van Christus. Dat betekent dat > we bij dat gericht aan Zijn kant staan. Dan mogen wij daar als gelovigen > nog een taak in hebben ook dat God alles gaat rechtzetten. > > Eerlijk gezegd krijg ik uit je berichtje het idee dat je verstand je > voor de gek houdt en onderscheid wil maken in dingen waarin geen > onderscheid is. Dank God dat Hij je verstand gegeven heeft en Hij je > overtuigd heeft. Ik ben zelf ook meer een denker dan dat ik ‘uit mijn > hart’ leef, geloof, beslissingen neem, enz. Je bent wie je bent, omdat > God je zo gemaakt heeft. Dus het is goed zo. Dank Hem daarvoor! > > Ik hoop dat ik je vragen een beetje beantwoord heb. > > groet en zegen, > Gerard Oudijn
>>
In het Nieuwe Testament wordt een nog veel korter antwoord gegeven op de vraag wat een mens moet doen om gered te worden. Toen de cipier in Filippi aan Paulus en Barnabas vroeg: “Heren, wat moet ik doen om behouden te worden?”, kreeg hij het antwoord: “Geloof in de Heer Jezus en u zult behouden worden, u en uw huis” (Hand.16:30-31). Maar dat antwoord betekent beslist NIET, dat wie bepaalde feiten betreffende Christus voor waar houdt, dankzij die feitenkennis wordt behouden. In Rom.10:9 staat, dat “als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit [de] doden heeft opgewekt, u behouden zult worden”. Ook dat betekent niet, dat wie het zinnetje: “Jezus is Heer” tijdens een kerkdienst nazegt en het als een historisch feit beschouwt dat Hij op een bepaalde datum en tijd is opgestaan, door dit te zeggen en te weten wordt behouden.
“Geloof in de Heer Jezus” wil zeggen: Stel uw vertrouwen op Hem, laat Hem uw verdere leven besturen, dien en volg Hem. “Met uw hart geloven dat God Hem uit [de] doden heeft opgewekt” wil zeggen: op Hem vertrouwen als de levende Heer, die altijd leeft om ons bij te staan, te leiden en voor ons te pleiten. De Enige die nu al een onvergankelijk en blijvend leven bezit. Feitenkennis alleen is niet genoeg: “U gelooft dat God één is? Daar doet u goed aan; de demonen geloven dat ook en zij sidderen” (Jak.2:19). Bijbels geloof houdt naast feitenkennis ook in: God en Zijn Messias liefhebben en vertrouwen. Demonen hebben kennis van de feiten, maar ze hebben God niet lief en ze vertrouwen Hem niet.
De waarheid in Jezus is: dat we de oude (d.w.z. antieke, aftandse, versleten) mens afleggen en de nieuwe (d.w.z. frisse, jonge) mens aandoen (Efe.4:21-24). Ons huidige bestaan is nog maar een beperkte demoversie van het echte, blijvende, volmaakte en onvergankelijke leven dat ons in de toekomst wacht. Onze Heiland Christus Jezus doet de dood te niet en brengt leven en onvergankelijkheid (d.w.z onvergankelijk leven) aan het licht (2 Tim.1:10). Als dát geen goed nieuws is! Want afschaffing van de dood betekent dat de doodstoestand uiteindelijk niet meer zal bestaan en uiteindelijk niemand in de dood zal blijven (noch in de eerste, noch in de tweede). Zodat er zelfs voor de allerergste en meest verstokte zondaar hoop is.
We mogen weten dat Jezus de “Heiland (of: Redder) van de wereld is” (Joh.4:42). Maar van wat er allemaal noodzakelijk is om een hele wereld te redden hebben we geen flauw benul. We weten zelfs niet wat er nodig is om onze buurman of collega te redden. We kunnen alleen maar van de enige Redder getuigen. Voor velen is het oordeel van de grote witte troon blijkbaar noodzakelijk. Een oordeel is per definitie een gebeurtenis waarbij een rechter dingen recht zet. Het is geweldig goed nieuws dat God de dingen niet krom en het kwaad niet ongestraft laat, maar dat Hij recht zal doen en alles recht zal maken. Persoonlijk zou ik oneindig veel liever door God gestraft dan door Gods tegenstander beloond willen worden, want met Zijn straffen heeft God een liefdevol doel. En dan die wachttijd van duizenden jaren… wat doet die tijd er toe als de betrokkenen zich van het interval totaal niet bewust zijn? In hun beleving zal het onvergankelijke leven onmiddellijk volgen op het oordeel van de grote witte troon dat (voor sommigen, niet voor allen) leidde tot een verwijzing naar de vuurpoel (geen plaats van pijniging, maar de tweede dood). We hebben de verzekering, dat God “elke traan van de ogen van de mensen zal afwissen, en de dood niet meer zal zijn” (Openb.21:3-4). In dat licht moeten ook Zijn oordelen worden bezien. Ons advies is: Praat en redeneer niet over God, maar spreek met Hem en luister naar Hem.
*
Hey it’s okay to feel that way! I, too, often feel that God is distant. For now, I believe God wants us to experience what life feels like without Him. Ofc He is here with us. When we finally meet Him we will experience such a contrast of joy that we would have not experienced otherwise. We are exactly where we are meant to be. Heb 2:8: “All dost Thou subject underneath his feet.” For in the subjection of all to him, He leaves nothing unsubject to him. Yet now we are not as yet seeing all subject to him.” Love and grace
*
Details
Deze Vittorio Messori laat zien dat God vaak met uitzonderingen en details werkt. In het boek Handelingen, hoofdstuk 13 werd een proconsul Sergius Paulus genoemd die op Cyprus was. Volgens zelfbenoemde critici heette zo iemand een propraetor die een Romeinse vertegenwoordiger op het eiland was. Tot er in het westen van Cyprus in Paphos een inscriptie gevonden werd met Sergius Paulus, Proconsul. Blijkbaar was deze knakker een uitzondering op de regel. En God propte hem in het Bijbelboek Handelingen. Eventuele Bijbelvervalsers zouden het woord “propraetor” gebruikt hebben. In Handelingen 17 werden de stadsbestuurders van Thessalonici “politarchen” genoemd dat een verder onbekend woord was. Tot ook hiervan inscripties werden opgegraven die bevestigden dat er in Thessalonici functionarissen waren die politarchen genoemd werden. Een andere controverse ging over het Testimonium van de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus waarin hij Jezus de Christus noemde. Zelf benoemde sceptici meenden dat het om een vervalsing ging. Tot er een manuscript van ene Agapius, bisschop van Hiëropolis gevonden werd waarin de tekst van Josephus genoemd werd, maar zonder de rare zinswending die in het eigenlijk manuscript stond. Desalniettemin stond ook in deze geciteerde passage dat Jezus volgens getuigen drie dagen na de kruisiging uit de dood was opgewekt en dat hij leefde. Misschien was hij de Messias waarover de profeten wonderlijke dingen hadden gezegd. Archeologen en historici waren het erover eens dat koning Naibonidus de laatste koning van Babylon was. Alle bronnen noemden deze koning als de laatste. Tot ergens een register ontdekt werd waarin stond dat Naibonidus de supervisie over Babylon tien jaar aan zijn zoon Belshazzar had overgedragen. De enige andere bron waarin deze naam ook genoemd werd was de Bijbel, Daniël 5. Dat zulke uitzonderingen telkens in de Bijbel terechtkomen, geeft te denken. De Bijbel is geen bundel van mooie verhalen waar we van kunnen leren zoals progressieve, ruimdenkende, intellectuele theologen ons voorhouden. De Bijbel is uiterst secuur maatwerk. Alleen een goddelijke almacht kon deze details in de Bijbel opschrijven.
*
Stem uit de hemel
Het bijzondere is dat deze Vader af en toe van zich liet horen. Bij tijd en wijlen kwam er in het Nieuwe Testament nota bene een stem uit de hemel (o.a. Mattheüs 3:17; Lucas 9:35, Johannes 12:28). Wat kunnen we van zo’n buitenaardse stem verwachten? Dat hij ons uitlegt dat we meer respect voor elkaar moeten hebben of dat we het milieu moeten schoonhouden? Of dat we een filter op de knalpijp van de auto moeten monteren om de uitlaatgassen te filteren? Dat we de thermostaat een graad lager zullen zetten en dat we minder vlees zullen consumeren? Of dat de Intergalactische Federatie zich zorgen maakt over onze planeet en ons nauwgezet in de gaten houdt? Of dat we een wetenschappelijk experiment van de Anunnaki zijn?
Niets van dit alles. De stem uit de hemel kwam van God en was telkens een reactie op wat Jezus deed. Deze stem intrigeert mij. Ik kan mijn schouders ophalen en er grappig over doen maar dit lijkt mij niet gepast. Beter is het om op deze stem in te zoomen.
De doop van Jezus in de Jordaan, Mattheüs 3:17
Als Jezus in de rivier de Jordaan gedoopt wordt, horen we een stem uit de hemel komen:
“dit is mijn geliefde zoon” – Mattheüs 3:17; Lucas 3:22; jawel… voorzegd in Jesaja 42:1.
Van een buitenaards wezen zouden we andere taal verwachten. Maar deze stem laat er geen gras over groeien. Een onzichtbaar iemand daarboven heeft de doop van Jezus in de Jordaan gadegeslagen en noemt hem zelfs “mijn geliefde Zoon”. Zomaar een rivier, de Jordaan met een wal met waarschijnlijk riet, krekels en kikkers was het tafereel van een hemelse openbaring. Dit fascineert mij echt wel. De zin is geen abnormaal taalgebruik en ook niet alledaags. Vooral dat woord “geliefde” springt eruit. We zeggen weleens tegen vreemden, “dit is mijn zoon of dit is mijn dochter.” Maar ik heb nooit gehoord dat het woord geliefde eraan te pas kwam. Het is het taalgebruik van God. Ik had misschien gezegd, “mooi dat iedereen nu kan zien dat Jezus mijn Zoon is die nu gedoopt is.” Ik had er een hele toelichting aan vastgeknoopt. God niet, Hij gebruikte vijf woorden om duidelijk te maken wat Hij wilde zeggen. De vijf woorden van God staan 2000 jaar later nog steeds in onze Bijbels. De woorden zijn van God, dat maakt ze zo bijzonder. Had een marktkoopman in Venetië ze uitgesproken dan waren ze in vergetelheid geraakt.
Op dat moment kroop er misschien een sprinkhaan door het gras van de slootkant. Of er was ergens een kikker die kwaakte. Of er was een reiger die op die kikker zat te azen. Of er liep net een koe langs die op zoek was naar een nieuwe graspol. We kennen de verdere omstandigheden niet.
Nog wat: als God zag hoe Jezus gedoopt werd dat ziet Hij u en mij ook. In Psalm 139:2 lezen we dit, dat God het ziet als we zitten en opstaan.
Laat dit gewoon eens op u inwerken…
*
Hi again, Leon. “Ecclesia” is a generic term that can describe any called out group of people. the people Paul was persecuting were not body of Christ members, but members of the Jewish ecclesia. Peter’s people and Paul’s people are all ecclesias. Hell, the mob in Ephesus in Acts (chapter 19, I think) was called, in the text, “this ecclesia.”
Leon, it is a non sequitor to say that the phrase “ecclesia of God” in Corinth is NECESSARILY the same ecclesia that Paul persecuted before there was a body of Christ. “Ecclesia of God” can describe both the Circumcisionists and those of Paul’s gospel. Aren they both called-out groups of people responding to God? The body of Christ ecclesia is “one body.” The body of Christ cannot be split into factions. But even as Paul wrote of the “one body” of the body of Christ, there was another “one body” existing, and it was the body of people of the Circumcision, under Peter. It sounds to me like you think there’s only one gospel? There’s only one calling? Is God then finished with His promises to israel?
*
Hey it’s okay to feel that way! I, too, often feel that God is distant. For now, I believe God wants us to experience what life feels like without Him. Ofc He is here with us. When we finally meet Him we will experience such a contrast of joy that we would have not experienced otherwise. We are exactly where we are meant to be. Heb 2:8: “All dost Thou subject underneath his feet.” For in the subjection of all to him, He leaves nothing unsubject to him. Yet now we are not as yet seeing all subject to him.” Love and grace
*
Op zichzelf lijkt zelfhypnose niet occult, maar er wordt geregeld de vergelijking getrokken met bepaalde oosterse religieuze rituelen, en dat het je erg vatbaar maakt voor suggesties maakt het ook niet ongevaarlijk. Hoe toets je nog wat je opneemt? Dat kan niet bij hypnose. Maar ik vraag me vooral af of we dát echt nodig hebben als Christenen om ons gedrag te veranderen. Hebben we daar niet Gods geest voor gekregen? Is het niet God die het willen en het werken in ons bewerkt? Is het niet de opstandingskracht van Christus die ons in staat stelt anders te wandelen? Volgens mij heb je, als je met God wandelt, zelfhypnose niet nodig. – Zie ook de volgelingen van Hermes lieten Paulus in de steek in 2 Timotheüs 1:15.
*
Beste Henk,
>
> In 1 Thess.4:14 staat niet dat je gered wordt als je gelooft dat Jezus
> opstond uit de dood. Ik zeg niet dat het niet waar is, maar daar staat
> dat in ieder geval niet. Het woord ‘gered’ komt in die tekst niet voor.
> In dat vers gaat het erover dat de ontslapenen (vers 13) net zo zullen
> opstaan als Jezus stierf en opstond (vers 14). Wanneer? Bij de
> wegrukking (vers 16-17).
>
> In Rom.10:9 staan twee dingen genoemd, maar het gaat niet over twee
> verschillende dingen. Wie gelooft met het hart (van binnen), spreekt
> daar ook over, het komt naar buiten (via de mond).
>
> Hoe maak jij voor jezelf onderscheid tussen wat je ‘met het hart
> gelooft’ en wat je ‘met het verstand’ gelooft? Voor mij bestaat dat
> verschil helemaal niet. Het is allebei binnenkant. Het één gaat samen
> met het ander. Als je ‘met het hart’ meer de gevoelsmatige kant van het
> verhaal bedoelt, is dat sowieso iets dat per persoon sterk verschilt.
>
> Wat kunnen wij ons voorstellen bij het gericht van de grote witte troon?
> De waarheid gaat daar aan het licht komen en alles wordt rechtgezet. Ik
> kijk er naar uit. Alles wat krom is, zal worden rechtgezet. Als wij
> gelovigen zijn, delen wij in de positie van Christus. Dat betekent dat
> we bij dat gericht aan Zijn kant staan. Dan mogen wij daar als gelovigen
> nog een taak in hebben ook dat God alles gaat rechtzetten.
>
> Eerlijk gezegd krijg ik uit je berichtje het idee dat je verstand je
> voor de gek houdt en onderscheid wil maken in dingen waarin geen
> onderscheid is. Dank God dat Hij je verstand gegeven heeft en Hij je
> overtuigd heeft. Ik ben zelf ook meer een denker dan dat ik ‘uit mijn
> hart’ leef, geloof, beslissingen neem, enz. Je bent wie je bent, omdat
> God je zo gemaakt heeft. Dus het is goed zo. Dank Hem daarvoor!
>
> Ik hoop dat ik je vragen een beetje beantwoord heb.
>
> groet en zegen,
> Gerard Oudijn
MZTV 1174: Help my unbelief
https://www.youtube.com/watch?v=wqgMsYTF6f8&t=1457s
*
beste andré, GB,
Ik heb dat boek over de Romeinen brief uit en luister ook naar de laatste lezing over Wie ben ik? Zowel boek als lezing zijn wel intrigerend en bieden wel nieuwe perspectieven.
[Andre Piet] Nou, dat is mooi. Daarvoor doen we het, nietwaar?
Toch blijf ik er een Mies Bouman versus Mies Bouhuys gevoel aan over houden. Het heeft een tijd geduurd voordat ik door had dat het om twee verschillende vrouwen ging.
Ik weet niet of de kassa meisjes van de LIDL na het lezen van dat Romeinen boek dichterbij Jezus zullen komen.
[Andre Piet] Tja, ik leg naar vermogen uit wat ik bedoel te zeggen. En voor wie het bestemd is, zal het vatten.
Hoe leg ik hen uit dat Jezus beestachtig aan het kruis vermoord is, ook voor hen, omdat ze eens per maand op het scooter door het rode licht rijden, soms hun kauwgum onder hun stoel plakken of soms de verkeerde lippenstift kopen, eens per maand ruzie met hun vriendje maken?
[Andre Piet] Dat is heel prozaïsch Henk, en jij kan dat honderd keer beter dan ik, maar ik heb volgens mij al vaak uitgelegd hoe de gruwelijke \ dood van Jezus juist de basis legt voor verzoening. Vergelijk het met de misdaad die de broers begingen door Jozef te verkopen en juist via die weg in leven bleven maar ook zich verzoenden met Jozef.
In de lezing zeg je ook dat strijden tegen de zonde in feite ook wettisch en dus zondig is. Maar wie strijdt er nu eigenlijk tegen de zonde? Ik probeer wat minder te eten, vooral kroketten om te voorkomen dat ik niet teveel op Meatloaf ga lijken. En ik probeer mijn bestedingen in te dammen en op geld te letten. Is dat zo erg dan? Of moet ik ook dat aan God over laten?
[Andre Piet] Wat ik bedoel met strijden tegen de zonde is: iets proberen NIET te doen en NIET aan te denken. Dat is een hopeloze strijd. Negeren kun je alleen wanneer je een alternatief hebt om aandacht te geven.
Je schrijft ook ergens dat als je psychiatrische hulp zoekt, je van de oude mens uitgaat en nog niet door hebt dat je een nieuwe schepping in christus bent.
[Andre Piet] Heb ik dat gezegd? Lijkt me sterk. Ik heb wel veel vraagtekens bij psychische hulpverlening, maar dat is wat anders. Veel mensen die denken dat ze psychische ‘kapot’ zijn, zouden heel wat meer gebaat zijn bij gezond te leren denken. Mensen menen b.v. dat hun PC stuk is, terwijl ze alleen het beeldscherm even aan moeten zetten. Dit laatste is een voorbeeld dat ik vorige week zelf meemaakte 😉
Maar geldt dit dan ook voor naar de dokter gaan? Of eigenlijk voor alles? Moet ik niet meer naar de tandarts gaan omdat die tandarts aan mijn oude mensengebit sleutelt?
Nogwat: vroeger had je op TV Tita Tovenaar., Met een handjeklap stond alles stil. Waarom deed god dit niet gewoon zo? Klapte hij een keer met de handen en waren we allen een nieuwe schepping. Dan hoefde Jezus ook niet te sterven, laat staan zo beestachtig.
[Andre Piet] God is geen tovenaar. Het kwade heeft een functie. Een min is voor GOD een plus die nog niet af is, pleeg ik vaak te zeggen. Ik blijft het een mooie metafoor vinden.
tot zover, henk huisman
[Andre Piet] Hopelijk kun je wat met deze verlate reactie.
*
17 juni 2022, Beste Henk, > > In 1 Thess.4:14 staat niet dat je gered wordt als je gelooft dat Jezus > opstond uit de dood. Ik zeg niet dat het niet waar is, maar daar staat > dat in ieder geval niet. Het woord ‘gered’ komt in die tekst niet voor. > In dat vers gaat het erover dat de ontslapenen (vers 13) net zo zullen > opstaan als Jezus stierf en opstond (vers 14). Wanneer? Bij de > wegrukking (vers 16-17). > > In Rom.10:9 staan twee dingen genoemd, maar het gaat niet over twee > verschillende dingen. Wie gelooft met het hart (van binnen), spreekt > daar ook over, het komt naar buiten (via de mond). > > Hoe maak jij voor jezelf onderscheid tussen wat je ‘met het hart > gelooft’ en wat je ‘met het verstand’ gelooft? Voor mij bestaat dat > verschil helemaal niet. Het is allebei binnenkant. Het één gaat samen > met het ander. Als je ‘met het hart’ meer de gevoelsmatige kant van het > verhaal bedoelt, is dat sowieso iets dat per persoon sterk verschilt. > > Wat kunnen wij ons voorstellen bij het gericht van de grote witte troon? > De waarheid gaat daar aan het licht komen en alles wordt rechtgezet. Ik > kijk er naar uit. Alles wat krom is, zal worden rechtgezet. Als wij > gelovigen zijn, delen wij in de positie van Christus. Dat betekent dat > we bij dat gericht aan Zijn kant staan. Dan mogen wij daar als gelovigen > nog een taak in hebben ook dat God alles gaat rechtzetten. > > Eerlijk gezegd krijg ik uit je berichtje het idee dat je verstand je > voor de gek houdt en onderscheid wil maken in dingen waarin geen > onderscheid is. Dank God dat Hij je verstand gegeven heeft en Hij je > overtuigd heeft. Ik ben zelf ook meer een denker dan dat ik ‘uit mijn > hart’ leef, geloof, beslissingen neem, enz. Je bent wie je bent, omdat > God je zo gemaakt heeft. Dus het is goed zo. Dank Hem daarvoor! > > Ik hoop dat ik je vragen een beetje beantwoord heb. > > groet en zegen, > Gerard Oudijn
>>
Beste Henk,
In het Nieuwe Testament wordt een nog veel korter antwoord gegeven op de vraag wat een mens moet doen om gered te worden. Toen de cipier in Filippi aan Paulus en Barnabas vroeg: “Heren, wat moet ik doen om behouden te worden?”, kreeg hij het antwoord: “Geloof in de Heer Jezus en u zult behouden worden, u en uw huis” (Hand.16:30-31). Maar dat antwoord betekent beslist NIET, dat wie bepaalde feiten betreffende Christus voor waar houdt, dankzij die feitenkennis wordt behouden. In Rom.10:9 staat, dat “als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit [de] doden heeft opgewekt, u behouden zult worden”. Ook dat betekent niet, dat wie het zinnetje: “Jezus is Heer” tijdens een kerkdienst nazegt en het als een historisch feit beschouwt dat Hij op een bepaalde datum en tijd is opgestaan, door dit te zeggen en te weten wordt behouden.
“Geloof in de Heer Jezus” wil zeggen: Stel uw vertrouwen op Hem, laat Hem uw verdere leven besturen, dien en volg Hem. “Met uw hart geloven dat God Hem uit [de] doden heeft opgewekt” wil zeggen: op Hem vertrouwen als de levende Heer, die altijd leeft om ons bij te staan, te leiden en voor ons te pleiten. De Enige die nu al een onvergankelijk en blijvend leven bezit. Feitenkennis alleen is niet genoeg: “U gelooft dat God één is? Daar doet u goed aan; de demonen geloven dat ook en zij sidderen” (Jak.2:19). Bijbels geloof houdt naast feitenkennis ook in: God en Zijn Messias liefhebben en vertrouwen. Demonen hebben kennis van de feiten, maar ze hebben God niet lief en ze vertrouwen Hem niet.
De waarheid in Jezus is: dat we de oude (d.w.z. antieke, aftandse, versleten) mens afleggen en de nieuwe (d.w.z. frisse, jonge) mens aandoen (Efe.4:21-24). Ons huidige bestaan is nog maar een beperkte demoversie van het echte, blijvende, volmaakte en onvergankelijke leven dat ons in de toekomst wacht. Onze Heiland Christus Jezus doet de dood te niet en brengt leven en onvergankelijkheid (d.w.z onvergankelijk leven) aan het licht (2 Tim.1:10). Als dát geen goed nieuws is! Want afschaffing van de dood betekent dat de doodstoestand uiteindelijk niet meer zal bestaan en uiteindelijk niemand in de dood zal blijven (noch in de eerste, noch in de tweede). Zodat er zelfs voor de allerergste en meest verstokte zondaar hoop is.
We mogen weten dat Jezus de “Heiland (of: Redder) van de wereld is” (Joh.4:42). Maar van wat er allemaal noodzakelijk is om een hele wereld te redden hebben we geen flauw benul. We weten zelfs niet wat er nodig is om onze buurman of collega te redden. We kunnen alleen maar van de enige Redder getuigen. Voor velen is het oordeel van de grote witte troon blijkbaar noodzakelijk. Een oordeel is per definitie een gebeurtenis waarbij een rechter dingen recht zet. Het is geweldig goed nieuws dat God de dingen niet krom en het kwaad niet ongestraft laat, maar dat Hij recht zal doen en alles recht zal maken. Persoonlijk zou ik oneindig veel liever door God gestraft dan door Gods tegenstander beloond willen worden, want met Zijn straffen heeft God een liefdevol doel. En dan die wachttijd van duizenden jaren… wat doet die tijd er toe als de betrokkenen zich van het interval totaal niet bewust zijn? In hun beleving zal het onvergankelijke leven onmiddellijk volgen op het oordeel van de grote witte troon dat (voor sommigen, niet voor allen) leidde tot een verwijzing naar de vuurpoel (geen plaats van pijniging, maar de tweede dood). We hebben de verzekering, dat God “elke traan van de ogen van de mensen zal afwissen, en de dood niet meer zal zijn” (Openb.21:3-4). In dat licht moeten ook Zijn oordelen worden bezien.
Ons advies is: Praat en redeneer niet over God, maar spreek met Hem en luister naar Hem. Groeten, Het “Bijbels Denken” team
Waarom moest Jezus zo wreed sterven?
Waarom werd Jozef door zijn broers in een put gegooid en later aan de Midjanieten verkocht? Had God de broers van Jozef niet op een andere manier kunnen bereiken? Misschien wel maar God koos voor deze manier, mogelijk om de harten van zijn broers te winnen. Jezus moest eerst sterven om nieuw leven te geven, wat volgens Johannes 12:23-25 een Bijbels principe is. Maar om te verzoenen was het bloed van het kruis nodig (Kolossenzen 1:20). Jezus droeg onze schuld, te weten het onrecht dat wij Hem aandeden, waarmee God Zijn liefde voor ons bewees (Romeinen 5:8). In deze Bijbelverzen zien we soms niet alle logica maar hoe meer we erover nadenken hoe meer logica we ontdekken. Jezus moest ook sterven om de Eersteling te zijn die uit de doden opgewekt werd. God had met een vingerknip de dood weg kunnen toveren. Maar door Zijn Zoon door ons aan het kruis te laten nagelen en Hem weer op te wekken en ons genade te schenken toonde Hij hoever Hij met ons wilde gaan. God betaalde een prijs door Zijn Zoon dood te laten martelen om ons van Zijn liefde te overtuigen. Met een vingerknip je liefde bewijzen overtuigt niemand. Door een groot offer te brengen overtuig je tenminste meer mensen.
*
Arbeidsethos
Ik wil een ander detail noemen. Paulus wordt door veel moralisten of Calvinisten als voorbeeld naar voren geschoven van hoe een gelovige in zijn eigen onderhoud dient te voorzien. Paulus hield immers niet “de hand op” maar hij bouwde tenten van geitenhaar toen hij in Korinthe was (Handelingen 18:3). Waarschijnlijk maakte hij ook mantels van geitenhaar. Of dit propaganda voor geiten of hard werken is, laat ik in het midden. Het zal u verbazen maar die mantels worden in Tarsus nog steeds gemaakt (Van den Berg, z.j.-i). Diezelfde moralisten zijn voor de rest vaak behoorlijk wettisch ingesteld en noemen nooit het Jubeljaar. Ze pikken Paulus eruit wanneer het hen uitkomt. Het tenten maken had hij waarschijnlijk van Priscilla en Aquila afgekeken die op die manier in Korinthe hun geld verdienden. Tenten maken klinkt heel wat deftiger dan ons huidige fabriekswerk. Bovendien hoefde Paulus niet eerst langs een uitzendbureau om te horen dat hij niet de vereiste kwalificaties had om een tent te bouwen en er dus geen werk voor hem was. In zijn tijd ging werk vinden een stuk anarchistischer. We lezen verder niet over zijn beroep als tentenmaker. Wel lezen we over zijn vele reizen die hij maakte. Hij was dus zeker niet non-stop aan het werk. Ik wil hier een paar dingen tegenin brengen. Allereerst was Achaje de regio waar veel kletsmajoren en zelfbenoemde filosofen voor geld hun gekwaak aan de man brachten. Ze waren dus kwaakchirurgen. Paulus wilde vooral niet de indruk wekken dat hij voor het geld preekte. Dit wil niet zeggen dat hij nooit giften kreeg. Want wie betaalde al zijn reizen? Met tenten bouwen werd hij vast geen miljonair. In 1 Korinthe 9:11-12 lezen we dat Paulus nergens aanspraak op maakte. Dan blijft het een mysterie hoe hij de huur van de School van Tyrannus betaalde (Handelingen 19:9) en later de huur van zijn appartement in Rome (Handelingen 28:30). Uit een mail van een collega bleek dat Paulus alleen in 1 Korinthe 9 geen aanspraak op donaties maakte maar verder wel. Diverse keren ontving hij donaties zoals we lezen in Filippenzen 4:15-18 en 2 Korinthe 11:7-9. Een evangelist mocht geld ontvangen voor zijn diensten: 1 Korinthe 9:11, Galaten 6:6. De tegenprestatie voor het brengen van het evangelie hoefde niet per sé geld te zijn. Een evangelist kon onderweg ook ergens overnachten en mee-eten met wat de pot schafte (Lukas 10:5-7). De strekking om voor je eigen brood te werken gold met name voor de gemeenten in Korinthe en Thessalonica (Bridgeman, 2011). Blijkbaar parasiteerden enkele gemeenteleden hier op de ecclesia. Dat Paulus en Barnabas zich het apezuur werkten was geen regel voor de rest van de ecclesia (1 Korinthe 9:6, 12). De Bijbel bestuderen is in onze tijd een veel tijdrovender klus dan in de tijd van Paulus (Bridgeman, 2011). Als gelovigen fulltime ongeschoold werk verrichten dan hebben ze nauwelijks tijd over om de Bijbel te bestuderen. Zo’n combinatie houdt niemand vol. Uiteraard loert het gevaar om de hoek dat evangelisten het evangelie gebruiken om er geld mee te verdienen. Dit is niet de invalshoek van mijn betoog. Paulus eiste nooit geld voor zijn prediking maar hij ontving wel degelijk giften. Paulus en Barnabas waren ook niet getrouwd omdat ze zich volledig aan hun missie wijdden. Diezelfde Calvinisten die hardop preken dat “we” moeten werken voor ons geld, preken ook “gezinswaarden”. Een belangrijke opmerking: hard werken en je eigen brood verdienen kan ook tot trots leiden. Als we een uitkering aanvragen dan geven we toe dat we niet op eigen kracht kunnen overleven in de jungle van de arbeidsmarkt. We geven toe dat we afhankelijk zijn van anderen (vrije vertaling van Bridgeman, 2000, kopje: Second, we should not have a self-sufficient mentality). Een stap verder is het om toe te geven dat we afhankelijk zijn van God. Dan is er de passage in 2 Thessalonicenzen 3:10. Deze is door de eeuwen heen door moralisten misbruikt om de armen ongelofelijk veel pijn te doen. Armen zouden lui zijn en daarom niet werken. Dan hoefden ze ook niet te eten. Wat werd er bedoeld met niet willen werken? Ging het alleen om betaald werk of ook om onbetaalde inzet voor de oecumene? De klassieke discussie over arbeidsethos en het verschil tussen werk en arbeid mis ik in 2 Thessalonicenzen 3. Tegenover 2 Thessalonicenzen 3:10 wil ik de vele andere passages over de armen zetten waar ik de moralisten nooit over hoor. We noemden Tabitha die de armen hielp (Handelingen 9:36-37). Dan waren er de rijke joden die geld aan de arme broeders stuurden (Handelingen 11:29-30). Cornelius gaf aalmoezen aan de armen (Handelingen 10:2). Petrus drukte Paulus op het hart om de armen niet te vergeten (Galaten 2:10). Paulus bracht geld naar de arme gemeente in Jeruzalem (Romeinen 15:25–28, 1 Korinthe 16:1–4, 2 Korinthe 8–9). Hij was niet alleen positief over de collecte maar deed er actief aan mee. Het was een cadeau van de heidenen aan de Joden in Jeruzalem. En Jezus zelf nam het in Markus 12:41-44 voor de arme weduwe op. In onze eenzijdige fixatie op 2 Thessalonicenzen 3:10 zagen we de collectes voor de armen over het hoofd. Ons huidige sociale vangnet is misschien wel een vervulling van Galaten 2:10. Paulus zou zeker positief staan tegenover een stabiele sociale zekerheid. Des temeer houden we tijd over voor het evangelie als we ons niet druk hoeven te maken over armenzorg. Zeker als we de armenzorg van Paulus binnen de brede context van het evangelie van de besnijdenis plaatsen dan past in onze tijd sociale zekerheid zeker binnen de Bijbelse boodschap. In de diverse kerkdiensten die ik bijwoonde ging het nooit over deze passages. Altijd kwam abortus weer voorbij. In 1 Samuël 2:8 staat dat God de armen uit de losse aarde opricht. Ook het Lied van Maria van Nazareth in Lucas 1:46-55 gaat over sociale wantoestanden. Er hangt duidelijk een socialistische sluier over heen. We kunnen de arbeidsmarkt anno 2019 ook niet één op één vergelijken met de omstandigheden in de tijd van Paulus en Jezus. In de tijd van Paulus was er echte slavernij. In onze tijd is de arbeidsmarkt vooral complex en een ondoorzichtige jungle. Rudolph O. Yeager merkte ook op dat Palus zijn teksten uiteraard ver voor de ‘industriële revolutie’ schreef (Yeager, 1998, p. 311). Sindsdien zorgen allerlei maatschappelijke patronen voor werkloosheid en uitbuiting. Dat men betaalde arbeid heeft wil bovendien nog niet zeggen dat men rond kan komen. Mensen die simpelweg geen werk kunnen vinden, vallen buiten de horizon van 2 Thessalonicenzen 3:10. Hier rust in het Westen echter een taboe op. Een antwoord van de werkenden is vaak dat als je maar wilt er wel werk te vinden is. Ze zijn de spreekwoordelijke “beste stuurlui die aan wal staan”. En die ook aan wal moeten blijven. Betaald baanloos zijn betekent niet dat iemand niks hoeft te doen. Een werkloze kan zich op Bijbelstudies richten of zich vrijwillig voor de gemeente inzetten. In 2 Thessalonicenzen 3:10 speelde ook mee dat sommige mensen van de ecclesia hun baan opzegden of ophielden met werken omdat ze dachten dat de terugkeer van Jezus nabij was. In 1 Korinthe 7 had Paulus iets vergelijkbaars geschreven over het huwelijk. Waarom zouden mensen trouwen als het Koninkrijk aanstaande was? Sommige mensen van de ecclesia vertaalden deze denkwijze naar hun werkzaamheden. Ze gokten erop dat de ecclesia hen zou onderhouden. Paulus zei hen dat ze juist moesten blijven doorwerken om de ecclesia niet tot last te zijn. Deze gang van zaken kunnen we niet zomaar op de structurele werkloosheid in 2019 toepassen welke een direct gevolg is van het kapitalisme. Paul Heintzman schreef ook dat we 2 Thessalonicenzen 3:10 in de context moeten lezen van de aanstaande verwachting van het Koninkrijk in de dagen van Paulus (Heintzman, 2005). Wat werd er in 2 Thessalonicenzen met “werk” bedoeld? Alleen betaalde arbeid? Ieder rottig rotbaantje dat maar geld opleverde? Of werd er ook in algemene zin “inzet” voor de samenleving mee bedoeld? Het ging erom dat gelovigen in financieel opzicht niet op de ecclesia leunden. Een huidige werkloze ontvangt een uitkering die door belastinggeld wordt opgebracht, wat een groot verschil is met de situatie van toen. Het werkwoord “thelei” – “willen” – in 2 Thessalonicenzen 3:10 maakt de discussie alleen maar complexer. Dan staat er: wie niet “wil” werken, die zal niet eten. Maar wat is niet “willen” werken? Betekent “niet elk rot baantje willen accepteren” hetzelfde als “niet willen” werken? En moeten we minimaal veertig uur per week rotwerk verrichten om aan het woord “thelei” te voldoen? In dat geval leidt “thelei” onherroepelijk tot discriminatie. Alleenstaanden zullen langer moeten werken dan samenwonenden die immers de vaste lasten kunnen delen. Wat doen we met mensen die de lotto winnen of een joekel van een erfenis binnen slepen? Zij hoeven niet te werken maar kunnen ervoor kiezen om te luilakken of zich in te zetten voor het evangelie. Vallen zij ook buiten de kaders van 2 Thessalonicenzen 3:10? Sommige mensen zijn laatbloeiers en vinden via een omweg een manier om in hun levensonderhoud te voorzien. Een gloeiende opmerking: mensen die afhankelijk zijn van giften of een uitkering geven feitelijk toe dat ze op eigen kracht niet alles kunnen (vrije vertaling van Bridgeman, 2011, kopje: Second, we should not have a self-sufficient mentality). De hele Bijbel preekt afhankelijkheid van God. Onafhankelijkheid kan ook een vorm van afgoderij worden! Atlantis was een eiland dat zelfvoorzienend en onafhankelijk van de wereld was. Uitgerekend om deze reden werd het eiland gestraft waarna het in de golven verdween. Zeus zei niet: tjonge, wat hebben jullie, Atlantiërs de boel goed voor elkaar. Jullie kunnen tenminste op eigen benen staan. Integendeel, Zeus sloeg met de vuist op tafel tot het eiland ten onder ging. Waarmee Zeus op de stoel van God ging zitten… Het doorgedraaide arbeidsethos van onze tijd klinkt eerder Platonisch dan Bijbels. Plato schreef: ‘Elkeen moet het werk doen dat hem is opgedragen. Dat moet hij doen en niemand heeft de tijd om ziek te zijn en te genezen’ (Plato, geciteerd in Moerland, z.j.). Met zulke verklaringen vragen we ons af waarom Plato zo’n belangrijke filosofische positie in het Westers denken inneemt.
Gewone arbeiders
Een andere truc vanuit de vrome hoek is het om te beweren dat gelovigen zich als gewone arbeiders (lees: slaven) moeten gedragen. Paulus was immers ook een gewone hardwerkende arbeider die na zijn simpele arbeid weinig anders deed dan in de Bijbel lezen. Toch? Om te beginnen had zijn beroep vast en zeker meer status dan dat van een moderne fabrieksarbeider. De kans is groot dat Paulus toegang had tot de elite van het Romeinse Rijk. Hij zou goed bevriend zijn geweest met zowel Seneca als Gallio. Hij groette de gelovigen in het huis van de keizer (Nero?) (Filippenzen 4:22). Hij was een intellectueel (Handelingen 26:24). Hij was zeker meer dan een moderne fabrieksarbeider. De vrome predikanten doen er een schep bovenop door te beweren dat het evangelie voor ongeletterde mensen bedoeld was. De passage in Handelingen 4:13 waarin Johannes en Petrus ongeletterde mensen genoemd werden, wordt door sommige Bijbel uitleggers uitvergroot. Lucas en Paulus waren immers intellectuelen en de moeder van Jezus was tenminste politiek bewust zoals we in Lucas 1:46-55 lezen. Ook Jezus was van alle markten thuis. Hij was tenminste een kosmopoliet. Het evangelie is voor de uitverkorenen en niet per sé voor Jan met de Pet die alleen geschikt is voor het rechtbuigen van bananen. De verloren zoon in Lucas 15 paste ervoor om varkens te hoeden, wat altijd nog een betere job was dan het moderne fabriekswerk. Hij keerde terug naar zijn vader. De laatste berispte hem niet en zei niet tegen hem dat hij maar naar de varkens terug moest gaan. Deze vader ontving zijn zoon met open armen en vierde zelfs een klein feestje. De Bijbel preekt nergens dat een werknemer met ieder rotbaantje tevreden moet zijn. In de praktijk zijn het bovendien niet de luilakken die het rotwerk verrichten maar de pechvogels. Moralisten en Calvinisten lijken eerder op de afgunstige broer dan op de verloren zoon. En laten we het eens over het jubeljaar hebben. In 1 Korinthe 7:21-24 lezen we dat “slaven” de mogelijkheid kunnen benutten om vrij te worden van hun slavernij. Zoals je geroepen werd mag je blijven. Was je ongetrouwd dan hoef je niet per sé te trouwen. Was je werkloos dan maak ik eruit op dat je je werkloze tijd in elk geval mag benutten om werk voor God te doen. Dit is een persoonlijke interpretatie. De koers moet volgens mij zijn om toch werk te vinden. Maar lukt dit niet dan kun je in je vrije tijd God eren door het evangelie te brengen. In Filemon 10 en Titus 2 staan ook nog verzen over deze materie. Om appels met peren te vergelijken daagt Paulus in 1 Korinthe 7:7 gelovigen uit om niet te trouwen. Ze hebben dan meer tijd over om zich met het evangelie bezig te houden. Geldt zoiets ook voor het verrichten van arbeid? In 1 Korinthe 7:21-23 staat dat slaven de mogelijkheid moeten kunnen benutten om vrij te worden. Zoals ik het lees is de voorwaarde dan wel dat ze zich inzetten voor het evangelie. Vrijheid is er niet voor bedoeld om te lanterfanten. Moet u toch vroeg opstaan en zwaar werk doen dan wordt u hiervoor in de toekomende aionen beloond (Kolossenzen 1:12 & 3:24). In de brief aan een baas die Filemon heette werd diens slaaf Onesimus genoemd. Hij was gevlucht en verdoemd tot een leven in de sloppen van Rome. Hij was in de kraag gevat en in de bajes gesmeten waar hij Paulus ontmoette en tot bekering in Jezus kwam. Paulus nam het in een brief aan Filemon voor Onesimus op en schreef dat hij hem goed kon gebruiken. Desalniettemin stuurde hij hem toch weer terug naar Filemon met het verzoek aan de laatste om Onesimus netjes te behandelen. Filemon had immers ook een baas in de hemel. Beiden waren nu broeders in christus. In 1 Timotheüs 1:10 veroordeelde Paulus de mensenhandelaars. In onze tijd denken we aan vrouwenhandelaren maar wellicht ook aan die “cowboys” – “farao” werkgevers die al te gretig naar goedkope arbeidskrachten, zoals kansloze werklozen zoeken. In de Tenach was een slaaf nooit langer dan zeven jaar slaaf. De Exodus was juist een ontsnapping uit de slavernij in Egypte. Vervolgens gaf God de geboden aan Mozes om een herhaling van slavernij te voorkomen. In Deuteronomium 23:15 was een “Ebed”een slaaf die de vrijheid had om weg te lopen als hij niet goed behandeld werd door zijn meester. Paulus stelde de gezagsverhoudingen tussen een meester en een slaaf niet ter discussie. Het hele “systeem” was hierop gebaseerd. De Bijbel preekt geen ‘revolutie’ maar een ‘reformatie’ (Van den Belt, 2006, kopje geen revolutie). Alle verhoudingen worden t.z.t. door God recht gezet. Dankzij God is de naam van zomaar een slaaf die Onesimus heette in het boek van de mensheid – de Bijbel – terechtgekomen. God bemoeit zich direct met onze arbeidsverhoudingen.
Gehoorzamen van overheden
Een volgende truc om het volk te onderdrukken had met Romeinen 13:1-7, Titus 3:1 en 1 Petrus 2:13-14 te maken. In deze passage staat dat we ons zullen onderschikken aan elke overheid. Eén van de redenen waarom het schrijven van dit boek zolang duurde was dat ik tussendoor een mini-onderzoek naar Romeinen 13:1-7 deed. Rome had de geest van Atlantis en dus leek het me zinnig om me hierin te verdiepen. Mijn conclusie is dat ik allerlei tegenstrijdige conclusies tegenkwam waaruit ik zelf een tegenstrijdige conclusie filterde. Globaal zijn er twee groepen: hardliners die zelfs menen dat Nazi-Duitsland door God georchestreerd was, wat ik zelf ook geloof. Als je die lijn doortrekt dan ben je verplicht om mee te werken aan de massavernietiging van de Joden. Je dient immers de nazi overheid te gehoorzamen. Op zijn minst dien je te weigeren om Joden bij je onder te laten duiken. Je kunt de holocaust dan simpelweg afdoen met het excuus “moest van God, zie Romeinen 13”. Je vergeet dan dat de hoer Rahab in Jozua 2 ook spionnen onderdak bood en tegen de afgezanten van de koning loog. Romeinen 13 was desalniettemin later geschreven wat niet wil zeggen dat we de hele thematiek van het gehoorzamen van overheden alleen op Romeinen 13 zullen projecteren. Bovendien komen we nogal wat dilemma’s tegen als we er zo tegenaan kijken. Veel nazi misdadigers werden na de oorlog alsnog vervolgd en zeker niet met rust gelaten, zoals we in Romeinen 13:3 lezen. Hoe zat het bovendien met de geallieerde soldaten? Zij moesten hun eigen overheden gehoorzamen maar gingen tegen de nazi overheid in. Waren ze nu gehoorzaam of ongehoorzaam? Als de verzetsmensen Bijbels gezien ongehoorzaam waren en dus zondigden dan zitten we met een venijnig dilemma: Nazi-Duitsland was door God gelegitimeerd terwijl het verzet Bijbels gezien zondig was. De Bijbel zet wel vaker zaken op de kop, maar laten we hierin niet overdrijven. Wat doen we bovendien met de verzen in Romeinen 13:5 waarin ons geweten wordt aangesproken of met 13:8 waarin opgedragen wordt om de ander lief te hebben. Een paar kanttekeningen: de Romeinenbrief was pas later in hoofdstukken ingedeeld. Bijbels gezien bestond er niet zoiets als Romeinen 13 dat simpelweg een voortzetting van Romeinen 12 is dat eerder ook niet bestond. In Handelingen 9:25 verstopte Paulus zich in Damascus in een mand om voor zowel de Joden als het stadsbestuur te vluchten. Hij was zelf ongehoorzaam aan de overheid. In 2 Korinthe 11:33 lezen we hierover ook weer. De ontsnapping van Paulus leek op die van de hoer Rachab en haar gezin. Ook zij loog tegen de autoriteiten om de Joodse spionnen te beschermen (Jozua 2). In Handelingen 22:25 beriep Paulus zich op de Romeinse keizer om zich te verdedigen. Dit was ook de reden waarom hij naar Rome gestuurd werd. Tegenover de gehoorzaamheid van Abraham aan God om zijn zoon Izaak te offeren (Genesis 22) stond de leugen van Rachab in Jozua 2 tegen haar autoriteiten. We zullen het gehoorzamen aan de overheid wel in de juiste proporties blijven zien (Allen, 2001-b, p. 158). Tegenover de harde lijn die ik net noemde waarbij we zelfs Nazi-Duitsland tot in het uiterste zullen gehoorzamen is er een andere groep die de nuance ziet. Dat in vers 13:5 het geweten genoemd werd, zette mij aan het denken. Zo erg kan het dus niet zijn om de overheid te gehoorzamen. Of werd met het geweten bedoeld dat we alles aan God overlaten en we de overheid dus toch strikt zullen gehoorzamen? In Efeziërs 6:1 lezen we dat kinderen hun ouders zullen gehoorzamen. Maar wat als de ouders hun kinderen opdragen om een fiets te jatten. Hieraan zullen hun kinderen geen gehoor geven. Waarom zullen we dan wel aan destructieve overheidsmaatregelen gehoor geven? Geen ouder zal een ziek kind naar school sturen. Waarom zullen we wel een overheid gehoorzamen die werknemers steeds zieker maakt door de aow leeftijd te verhogen tot werknemers met de rollator naar het werk gaan? We zullen onze ouders eren, dus onze ouderen ook. Volgens hetzelfde principe zullen vrouwen zich aan hun mannen onderschikken (Efeziërs 5:22-23; 1 Korinthe 11:3). Als een man zijn vrouw slecht behandelt dan kan ze beter bij hem weggaan. Deze vlieger gaat mijns inziens ook op voor overheden of werkgevers: als ze ons structureel slecht behandelen, kunnen we ons beter terugtrekken, voor zover dit mogelijk is. Op een weblog werd gesuggereerd dat we ons wel aan de overheid zullen ‘onderwerpen’ maar haar gezag niet zullen ‘erkennen’ als zijnde door God ingesteld (Veen, 2014). Wel zullen we aardse overheden zegenen, ook als ze in uniformen met hakenkruizen rondlopen. God maakt van iedere “min”een “plus”. In Openbaring 13 lezen we dat de aardse overheden boosaardig zijn.
Op de website van HetBesteNieuws las ik dat onze moderne democratie door ene Adam Weishaupt was uitgedacht (Janse, z.d.-a). Voortaan was niet ‘de heerser de baas maar de burger’ (Janse, z.d.-a). Alsof er dingen “gespiegeld” waren. Voor het principe van onderschikken in Romeinen 13 maakte dit niet uit. We blijven onderschikt aan de aardse heersers. Paulus werd zelf in Handelingen 16 door de overheid in de bajes gesmeten. Handelingen 16 was ook het hoofdstuk waarin we de pythongeest van Atlantis tegenkwamen. De Romeinse overheid liet hem dus ook niet met rust. In Handelingen 16 lezen we hoe Atlantis gereageerd zou hebben op de komst van Paulus. Hij werd in dat geval per direct in de bajes geknikkerd.
Ook Klaas Goverts schreef over Romeinen 13. Veel studies van Klaas Goverts zijn in boekvorm uitgegeven en zo ik begrijp valt zijn commentaar op de Romeinen brief onder nummer 70 op de boekenlijst, waarschijnlijk onderverdeeld in A t/m E. Volgens de filosoof Emmanuel Levinas kon het ‘kwaad’ in de ‘staat’ incarneren (Levinas in Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E3 afkomstig van een oud Word bestand dat ik ooit ontving). Bij de staat denk ik aan de Republiek van Plato waarin ook het Atlantis verhaal opgenomen was. Merkwaardig dat Atlantis tien koningen had waar ik bij een republiek juist niet aan denk. Atlantis was blijkbaar een incarnatie van het kwaad. Levinas noemt de ‘hoogste wil’ (Levinas in Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E3). Volgens Klaas Goverts kunnen we met deze hoogste wil ‘het gevaar’ ‘voorzien’ (Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E3). Als de vertaling van Romeinen 13:1 is dat elke overheid “onder” God is dan betekent dit dat God er niet per sé achter staat (Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E20). In de Bijbel was het Naboth die in 1 Koningen 21:1-2 tegen het grootgrondbezit van koning Achab tekeer ging (Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E20). Alle grond was immers van God. We zien hier een voorbeeld waarbij het kapitalisme – en dus Atlantis – op de hak wordt genomen. Het is een sprekend voorbeeld omdat koning Atlas van Atlantis volgens Kritias 114 ook een grootgrondbezitter was. Klaas Goverts gaat zover dat we tegen de boze geesten bidden die de overheid beïnvloeden (Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E20). Deze gebeden lijken op de geestelijke verdedigingswapens in Efeziërs 6:18-19. In Efeziërs 6:1 schreef Paulus dat kinderen hun ouders zullen gehoorzamen. En als we onze ouders zullen eren dan zullen we ook voor een lagere aow leeftijd bidden.
In 1 Korinthe 7:23 schreef Paulus dat we de gelegenheid zullen aangrijpen om vrij te komen. We zullen ons niet binden aan mensen of organisaties. Vrijheid is in de ogen van Paulus niet hetzelfde als vrijblijvendheid. We zullen onze vrije tijd primair gebruiken voor het evangelie en niet voor van alles en nog wat. Het is een lichtpuntje dat Paulus niet het woord “gehoorzamen” maar “onderschikken” gebruikte. Laat staan dat Paulus ons opdroeg om de overheid eindeloos te gehoorzamen. Uit onderschikking volgt niet automatisch gehoorzaamheid. In Romeinen 13:4 lezen we dat de overheid is ingesteld om voor God het goede te doen. Dankzij de genade van God komen sommige overheden er tijdelijk mee weg als ze er een potje van maken. Matthew Trewhella schreef dat als we de staat ongegeneerd gehoorzamen ‘ongeacht’ wat de staat doet, we van de ‘staat’ een ‘God’ maken (Trewhella, 2013, p. 79). Laten we niet vergeten dat Adam en Eva uit de Tuin van Eden verbannen werden om het onderscheid tussen goed en kwaad te leren. Een overheid die het kwade bewerkt doet simpelweg niet Gods wil ook al was farao een werktuig van God. Plato beweerde ook dat het volk de overheid moest gehoorzamen (Plato, De Staat, 382, 389; De Wetten 492 geciteerd in Moerland, z.j.) maar als ik het goed begrijp was Paulus er in Romeinen 13:1-7 minder strikt in dat Plato. De vraag is vooral of we de overheid eindeloos zullen gehoorzamen? Met Matthew Trewhella denk ik van niet (Trewhella, 2013, Appendix A, passim). In Romeinen 13:1-7 lezen we inderdaad niet dat we de overheden eindeloos zullen gehoorzamen. Monica A. Stubbs schreef in haar boek Indebted Love dat Romeinen 13:1-7 een ‘rhetorische shocktherapie’ was (Stubbs, 2013, p. 121). Een dergelijke conclusie was een vorm van ‘wakker worden’ uit een ‘diepe slaap’ zoals in Romeinen 13:11 geschreven staat (Stubbs, 2013, p. 120). De mensheid kwam erachter dat ze gevangen zat in de heidense heerschappij van wereldse heersers in een ‘gesloten wereld’ waarin geen ‘uitgang’ was (Freire in Stubbs, 2013, p. 120). Dit doet ons denken aan de Grot van Plato en aan Atlantis. Maar het wakker worden heeft zeker ook betrekking op het alert blijven op de terugkeer van Jezus waarover we in Filippenzen 3:20 lezen (Harrison, 1995, p. 142). Volgens mevrouw Stubbs is Romeinen 13:1-7 eerder ‘beschrijvend’ dan ‘voorschrijvend’ van karakter (Stubbs, 2013, p. 140). Ongehoorzaamheid aan de overheid levert net als gehoorzaamheid ook de nodige dilemma’s op. Als een protestactie tegen een overheidsmaatregel werkt, bijvoorbeeld om studenten te compenseren voor een lening die ze aangingen dan ga je misschien grenzen verleggen. Het ligt voor de hand om tegen steeds meer overheidsmaatregelen te protesteren in de hoop om kleine succesjes los te peuteren. Dit was niet de bedoeling van Romeinen 13. Zelf denk ik dat we de overheid “in principe” zullen gehoorzamen. Dit strookt met het geweten dat in 13:5 genoemd werd, wat er ook mee bedoeld werd. Als een overheid “destructief” wordt zullen we mijns inziens op de rem trappen. De vraag is in hoeverre trots dan weer een rol speelt. Willen we ons niet door God laten vernederen of hebben we simpelweg geen “zin” om een bepaalde overheidsmaatregel na te volgen? Overheidsmaatregelen kunnen tot een burn-out leiden, tot je de overheid simpelweg niet meer “kunt” gehoorzamen. De overheid zullen we als onze meerdere erkennen. Betekent dit automatisch dat we eindeloos aan elke maatregel gehoor geven? Zo ja, waarom schreef Paulus dit niet letterlijk op in Romeinen 13? Sinterklaas is bijvoorbeeld onze meerdere. Dit betekent niet dat we automatisch verplicht zijn om bij hem op schoot te gaan zitten. Op grond van Romeinen 13 zullen we niet de staf in zijn reet duwen als hij “te ver” gaat. Maar we zullen hem ook niet eindeloos gehoorzamen als hij “te ver” gaat. In 1 Petrus 2:17-18 lezen we een hele andere Petrus dan in Handelingen 5:29. Tussendoor had Paulus de Romeinenbrief geschreven waar Petrus door beïnvloed was (Zender, 2019-f). In Galaten 2:7 lezen we bovendien dat Petrus niet bij het Lichaam van Christus hoorde maar bij de heiligen van Israël. Zij gaan straks op aarde regeren terwijl het Lichaam in de hemel verder gaat. 1 Petrus 2:17-18 gaat tegen alle menselijke gevoel in en kenmerkt de scheidslijn tussen een papieren God en een levende God. Everett F. Harrison schreef ook dat Paulus zijn woorden matigde door in Romeinen 13:5 de term ‘submission’ – onderschikking in plaats van ‘obey’ gehoorzamen te gebruiken (Harrison, 1995, p. 136). Niet voor niets resulteerde het Joodse verzet tegen Rome in de daarop volgende verwoesting van Jeruzalem en de ‘verstrooiing’ van de Joden over de wereld (Harrison, 1995, p. 137). Dan schrijft Everett Harrsion weer dat onderschikking aan de overheid niet hetzelfde is ‘blind’ ‘conformisme’ (Harrison, 1995, p. 138). Romeinen 13 treft de onderkant van de samenleving het hardst omdat hij het meest afhankelijk van de overheid is. Dit mag er niet toe leiden dat gelovigen in een betere positie hierbij wegkijken. Romeinen 13:1-7 vereist een radicaal andere kijk op het leven dan welke we vanuit het Humanisme gewend zijn.
Hannah Whitall Smith schreef in haar boek Is God in Everything hoe we samen met een levende God met irritante buren en lastige overheden om dienen te gaan. Alles wat op ons pad komt was immers door God gestuurd, ook de minder leuke dingen. In een mail schreef een christen-anarchist dat we voor de boze overheden zullen bidden en geen geweld tegen hen zullen gebruiken. Iemand anders schreef dat deze discussie al lang voortwoekert en er maar weinig christenen zijn die onbeperkte gehoorzaamheid aan de overheden preken. We kunnen het ook anders zien: als Paulinisch Christenen een nazi overheid moeten gehoorzamen dan zit er al iets mis. Die christenen hadden zich beter in een vroeg stadium met politiek kunnen bemoeien om vervelende keuzes in een later stadium te voorkomen. Om terug te keren naar ons thema: op Atlantis heerste ook de Pax Romana, een heidense dictatuur. Meer leesvoer: Christopher Goodman: How Superior Powers Ought to be Obeyed by Their Subjects and Wherein They May Lawfully by God’s Word be Disobeyed and Resisted; Neil Elliott, Liberating Paul; Richard Horsley, Paul and Empire, Joseph Fitzmyer, Romans. En de website: http://magdeburgconfession.com/mag/. Uiteraard schreven Martin Zender en Goedbericht ook de nodige studies over deze materie. Off topic: In Romeinen 15:24 werd Spanje al genoemd en het was Jezus zelf die Rome noemde (Handelingen 19:21; 23:11). In Romeinen 16 lezen we over de diverse oecumene in Rome in de dagen van Paulus. Deze bestond echter alleen IN Christus. Jezus spoorde zijn discipelen duidelijk aan om naar Europa te trekken.