Bijbel Studies

belangrijke bijbelverzen

Deel I

Schepping uit god

In het begin schiep God de hemel en aarde. Als we het heelal ter sprake brengen is deze zin het begin van elke discussie. Ongelovigen en ook wetenschappers menen snel dat gelovigen zich blindstaren op allerlei dogma’s als het om existentiële vragen gaat. Maar het heelal is een plaats van wetten en een zekere orde. In Hebreeën 11:3 lezen we over het ontstaan van de aionen en wat wij “tijd” noemen. In Genesis lezen we dat God de schepping uit bestaande substantie schiep. Mensen, koeien, paarden en auto’s zijn allen geschapen uit “stof” dat telkens anders gerangschikt was. Al deze materialen volgen dezelfde natuurwetten. In Romeinen 11:36 lezen we dat het heelal uit God geschapen was. Niet alleen uit God maar ook door en voor God. God zelf is geest of een kracht die achter alle leven zit. In Efeze 1:10-11 lezen we dat het heelal uiteindelijk aan God onderworpen wordt. Het Lichaam van Christus gaat dit doen. Niet voor niets krijgen de gelovigen straks een nieuw lichaam waarmee ze door het heelal kunnen reizen. Laten we niet vergeten dat onder onze voeten ook nog wezens zitten die tot Jezus bekeerd zullen worden. In Openbaring 9:11 wordt de Tartaros genoemd. Wat is dit voor locatie en kunnen we er gezellig picknicken? Zo klinkt het niet. Het klinkt alsof er vijandige wezens in huizen waarbij ik persoonlijk aan Sasquatch denk. Ook deze wezens zullen tot God bekeerd worden.

https://tgulcm.tripod.com/cu/blay3.html

God is één

God is één en niet drie. Dit lezen we in 1 Korinthe 8:6. Uit de onzichtbare Vader zijn alle dingen. En er is één zichtbare opgestane Christus door wie alle dingen zijn. Jezus kwam uit God voort (Johannes 8:42). God openbaart zich in Jezus terwijl op zijn beurt, Jezus de middelaar is tussen God en de mens. Jezus overbrugt ook de kloof tussen geest en materie. Als persoon ondervond Jezus op aarde dezelfde beperkingen als wij. Hij had last van de zwaartekracht en leed honger en dorst. Alle wondergaven die Hij in specifieke situaties had, kreeg hij van God. Het was de Vader die in Jezus werkte (Johannes 14:10). God was in christus en verzoende in christus de wereld met zichzelf.

* Hebreeën 1:10; God spreekt niet tot Jezus maar andersom, zie Psalm 102.

*

Jezus was uit een maagd geboren. Zijn vader was God. De heilige geest had Maria van Nazareth zwanger gemaakt. Was Jozef de biologische vader van Jezus geweest dan was de Bijbel leuk wc papier geweest. De wonderlijke levensloop van Jezus waarin Hij onvermoeid de wil van zijn Vader deed, kon alleen gebeuren omdat God de vader was. De Adamitische mens erft niet de zonde maar de dood. Door de dood zijn we zondig. Jezus had God als Vader en was zonder zonde. De dood was voor hem alleen van belang om deze te overwinnen en eruit op te staan. Jezus werd zelf op allerlei manieren beproefd maar Hij zondigde niet, opnieuw omdat Hij de geest van God had. Zijn verweer bestond telkens uit de de woorden: “er staat geschreven…” De opgestane christus is het hoofd van een nieuwe schepping. Aan het kruis nam Hij de zonde van de hele wereld op zich om deze definitief te vernietigen. Zoveel als er in Adam stierven zoveel worden er in de opgestane christus levend gemaakt. Iedereen wordt uiteindelijk gered.

Jezus is anders

Laten we Jezus niet met andere helden, nephelden vergelijken zoals met Boeddha, Mohammed of Zaratustra. De Jezus in de Bijbel verwijst naar de opgestane die nu al tweeduizend jaar bij zijn Vader in de hemel is, te weten een hemel boven het heelal. Kolossenzen 1:16-17 maakt helder dat het heelal en alles zijn samenhang in de opgestane christus heeft. Over Boeddha of Mohammed lezen we dit niet. Christus bestaat overigens uit zowel het Hoofd, dat de opgestane Jezus is als het lichaam dat door de gelovigen gevormd wordt. Jezus deed bijzondere dingen. Zelfs de storm op het meer gehoorzaamde Hem zodat zijn discipelen heimelijk vroegen wie hij was? Ja, Hij wekte Lazarus op uit de dood. Pantheïsten zien God in alles van de natuur. Maar gelovigen in christus zien de natuur ook in God. Alles is een uitdrukking van God.

De elementen

Jezus die over water liep, de storm toesprak en met een geloof zo klein als een mosterdzaad een berg wilde verplaatsen. Andersom sprak de storm van de woede tegen de zonde, de golfslagen van het water spreken van Gods geduld en de bergen spreken van het fundament en de eindbestemming van Gods plan met de schepping.

*

Godheid versus drie-eenheid

Als God en Christus dezelfde persoon zijn, waarom gebruikt God Hem dan als spreekbuis? En waarom bad Jezus tot zijn Vader in de hemel als Hij zelf God was? Jezus was uit de heilige geest geboren en dus kan de heilige geest niet dezelfde persoon zijn als Jezus. Moslims kennen de drie-eenheid van Mozes, Jezus en Mohammed. Christenen kennen de Vader, Zoon en Heilige Geest maar dit is geen drie-eenheid. Jezus is het kanaal door Wie God de schepping schiep. De heilige geest is de kracht van God. God IS geest.

*

Christus is een prisma

Christus toont ons een samenhang en werkelijkheid die onze pet te boven gaat. Niet alleen de zichtbare maar ook de onzichtbare dingen worden door Hem aan ons geopenbaard. Hoe dichter we Hem naderen hoe meer we van die werkelijkheid te zien krijgen. De oecumene in Romeinen 16 was een totaal andere dan wat wij onder een multiculturele samenleving verstaan. De mens heeft christus ook weer als eindbestemming. Naar Hem keren we terug. Hij kocht ons vrij van de zonde, wij zijn niet van ons zelf. Door de opstanding van Jezus werd Hij de eerst geborene van een nieuwe schepping. Dit is heel iets anders dan jezelf met allerlei cursussen bijspijkeren. Anarchisme is hierom onzin omdat autonome personen niet bestaan. We hebben een eigen wil maar geen eigen vrije wil. Daarbij zijn we bezit van degene die ons vrijkocht van de zonde. Buiten Hem bestaat er niets en heeft niets enig bestaansrecht.

*

Ook als we falen en telkens zondigen houdt God ons nog steeds op koers, in eenheid met christus. Wij vragen wie ons van de dood bevrijd. Het antwoord volgt direct hierop: Christus. Jezus die stervend aan het kruis hing om af te rekenen met de dood terwijl de dood in Hem werkzaam was ter wille van de nieuwe schepping. De opstanding van Jezus waarin het kruis al is inbegrepen is werkzaam in het lichaam van Christus en is geworteld in een overwinning die al behaald is. God kent ons als zittende met christus in de hemel terwijl we onze eigen aardse hulpeloosheid aanschouwen.

*

En het gebeurt dat een ieder die zal aanroepen in de Naam van JAHWEH zal ontsnappen, want op de berg van Zion en in Jeruzalem zal verlossing komen, zoals JAHWEH zegt, en onder de overlevenden die JAHWEH roept. – Joel 2:32

Iedereen die op een bepaald moment de naam van de Here aanroept, zal gered worden. Nu is de vraag; gaf de heilige geest Paulus dit woord, Heer in? In plaats van zoon van god, mensenzoon of Christus… Ik denk van niet. De geest wilde duidelijk maken dat onze redding te maken heeft met een top-down autoriteit; dwz. Met een autoriteit die van boven naar beneden handelt. In tegenstelling met de gedachte dat de redding in onze handen is; namelijk dat god ons redding biedt maar dat we zelf de keuze moeten maken. In Joh. 13:3 staat dit ook: al waargenomen hebbend dat de Vader Hem alle dingen in °handen geeft (geeft = Grieks aoristische tijd) en dat Hij van God uit kwam en tot god weg gaat,”

Redding is dus van de Heer en door de Heer. Het gaat erom dat het Hem plezier brengt in die zin dat Hij alle mensen zal redden. Dit voert terug op Jesaja 53:10: “Hij zal dagen verlengen en het verlangen van JAHWEH zal voorspoedig zijn in Zijn hand.”

En…

JAHWEH ontbloot Zijn arm van heiligheid voor de ogen van alle natiën en allen van de grenzen van het land zien de redding door onze Elohim.”

In al deze verkondigingen is redding direct verbonden met de autoriteit van Christus als Heer.

*

68 Zion

De naam Zion is verbonden aan de gelijknamige berg in Jeruzalem. Deze hoge berg in Mattheüs 4:8 was mijns inziens de Tempelberg op de berg Zion en niet de Mount Everest of zoiets. De berg Zion werd in de Bijbel op een paar manieren beschreven:

  1. Ophel, of de stad van David

  2. De Jebusiet water toevoer

Ophel, de stad van David

Dat Zion de stad van David was, is duidelijk van 2 Samuël 5:7. Ophel en Zion waren dezelfde namen van de hoogste punt van de bergrug die vanaf de berg Moria zuidwaarts loopt. Zion was de naam van een Jebusitisch fort op de top van deze berg, direct boven de Gihon. Toen David dit fort innam werd dit deel de Stad van David genoemd. Jeruzalem was naar de Jebusieten vernoemd. De echte locatie van Zion zal overeenkomen met Jeremia 26:18 en Micha 3:12 waarin we lezen dat Zion geploegd wordt als een veld. Dit kan niet de Haram Sharif zijn waar immers gebouwen staan. De Gihon bron is de sleutel tot de echte locatie van Zion. De ondergrondse rotsen van de Gihon waren door koning Hizkia uitgehakt om water van de bron naar de poel van Siloam te transporteren. Deze poel lag binnen de muur van de stad.

2 De Jebusitische watertoevoer

Mogelijk is de Gihon bron onder de berg Moria zelf, zie ook Psalm 46:4. Het Jebusieten fort van Zion was direct boven deze bron. Voor de tijd van Hezekia was de stad van David afhankelijk van deze bron voor de watertoevoer en dan vooral in tijden van dreiging van buitenaf of wanneer de stad onder vuur lag.

*

De naam Zion is verbonden aan de gelijknamige berg in Jeruzalem. Deze hoge berg in Mattheüs 4:8 was mijns inziens de Tempelberg op de berg Zion en niet de Mount Everest of zoiets. De berg Zion werd in de Bijbel op een paar manieren beschreven:

  1. Ophel, of de stad van David

  2. De Jebusiet water toevoer

  3. Hezekiah’s waterleiding en poel

  4. De inscriptie in Siloam

  5. De tempel van Salomo op de berg Moria

  6. Salomo’s koninklijke bouwers op Moria

  7. Salomo’s heerschappij

De mestpoort van Nehemia

3 Het gesloten systeem en de poel van Hezekia

De uit de rotsen gehakte tunnel, ook wel een gesloten systeem genoemd dat ontdekt werd door Charles Warren in 1867 en als eerste door hem genoemd werd, zorgde voor de transport van het water van de bron naar de poel van Siloam. Dat dit systeem door Hezekia aangelegd was, wordt duidelijk uit de inscriptie die in de tunnel gevonden is. Hij had voor de invasie van de Assyriërs in 603 voor christus de tunnel aangelegd waarmee hij het water van de Gihon naar een nieuwe poel bracht (oude poel staat in Jes. 22:11) die hij aangelegd had voor dat doel (2 Kon. 20:20). Deze poel werd de koningspoel genoemd (Neh. 2:14). Toen het Assyrische leger naderde, stopte Hezekia het water van de fonteinen buiten de stad (2 Kron. 32:3-5), en verborg hij hun in-, en uitgangen. Deze inscriptie in Siloam die in 1880 ontdekt werd op een steen in de rechtermuur van de tunnel, ongeveer  20 voet van de uitgang in de poel van Siloam, is zonder twijfel het werk van Hezekia (zie plaat 103). Interessant is dat de inscriptie de lengte van het watersysteem geeft in cubits waarbij een cubit ongeveer 17,5 inch was. Voor de tijd van Hezekia moet het water dat vanuit de bron vloeide vanuit een lager punt zijn begonnen waarna het over het laagste einde van de Kidron vallei stroomde voorbij de tuin van de koning.

4. De inscriptie van Siloam

De datum van de inscriptie zou rond 607 voor christus zijn. De val van Samaria was in 611 voor christus. Hezekia die voorzag dat Juda ook snel zou vallen, begon werk te maken met het aanleggen van de poel en het watersysteem van 2 Kon. 20:20. Deze job duurde mogelijk 3 jaar. Toen het beleg van Jeruzalem door Sennacherib was begonnen toen Hezkia 14 jaar was, was het watersysteem voltooid en in werking aangezien Hezekia het water van de bronnen buiten de stad stopte. 2 Kron. 32:2-4.

En dus moet het uit de rotsen gehakte watersysteem van Gihon naar Siloam aangelegd zijn tussen Hezekia’s 6de en 14de jaar rond 611-603 voor christus.

De inscriptie is gegrafeerd in Hebreeuwse karakters net als die van de Moabitische steen en beslaat

6 regels. De vertaling is als volgt:

Zie het graafwerk. Dit is de geschiedenis van de doorbraak. Terwijl de werkmensen de houwelen ophieven, ieder naar zijn buurman, en terwijl 3 cubits overbleven, riepen de anderen tot hun buren omdat er een kloof was in de rots rechts. En op de dag van de doorbraak, sloegen de graafwerkers, zij aan zij met houweel aan houweel; en daar vloeide het water vanuit de bron naar de poel over een lengte van 1200 cubits. En een cubit was de hoogte van de rots boven de hoofden van de gravers.

V. De tempel van Salomo op de berg Moria

De map op pagina 105 toont de diverse gebouwen in het tempel gebied op de berg Moria op een grotere schaal. Van illustrators hebben we suffe weergaven van een design van god dat niet door mensen geëvenaard kon worden tot en met indrukwekkende architectonische schetsen van allerlei makelaardij, Fenicisch, Egyptisch, Grieks, Romeins en Gotisch. Niet tevreden met het resultaat voor Salomo’s tempel, gebruikten de tekenaars details uit de aanwijzingen van Ezekiel voor de Millennium Tempel om ze aan de tempel van Salomo toe te voegen. Dan is er de verklaring van David in 1 Kron. 28:12, 19 dat hij directe instructies had gekregen van Jehova voor het patroon van het hele complex dat hij door de geest had verkregen, en “in het schrijven” – in andere woorden, beide model en details die van boven werden geïnspireerd – behoeden ons voor zulke fouten. De tempel was gebouwd volgens een hemels plan en er is een afwezigheid van elk detail dat ons in staat stelt om zo’n gebouw in ere te herstellen. Net als in het geval van de tabernakel worden de essentiële elementen weg gelaten zodat men niet de woonplaats van Jehova kan nabouwen en met het plan voor de tempel zitten we in dezelfde positie. Het plan op pagina 105 handelt vooral over de figuren die in globale lijnen worden gegeven en vooral zicht bieden op de positie van de diverse gebouwen ten opzichte van het altaar of het brandoffer.

Het altaar van het brandoffer is zichtbaar op de zijde van de heilige steen die precies onder het centrum is van het huidige moslim heiligdom dat bekend staat als de Rotskoepel. Dit is de traditionele plaats waar David’s altaar stond, op de dorsvloer van Araunah de Jebusiet. De tempel met zijn poort, de beide pilaren die Jachin en Boaz heten en de gesmolten zee zijn ten westen van het altaar. En de open ruimte, het hof van de tempel is blank gelaten. Voor een goede reden: we hebben geen onthulling over hoe deze ruimte precies ingekleed was. Josephus en de joodse geschriften zijn dus waardeloos om ons informatie te verschaffen over de tempel van Salomo. Dat er een binnen en buitenplaats van de tempel was, is erg waarschijnlijk maar in latere data wordt niet meer van binnen of buitenplaatsen gesproken.

(*1) Deze en de andere hoofdgebouwen van het Haram gebied staan in een stippellijn op de map.

VI. Salomo’s koninklijke gebouwen op de berg Moria

Hier gaat het om andere zaken. Nergens in de bijbel staat dat David of Salomo een goddelijk plan ontvingen voor het “huis van het bos van Libanon.” Daarom is het toegestaan om deze gebouwen zodanig op de kaart te plaatsen dat ze in elk geval voldoen aan de schaarse details die we hebben. Moderne architecten die het huis van Salomo hebben geprobeerd te bouwen, vergeten vaak dat de koning behept was met een speciale wijsheid. Hij was wijs als niemand voor hem. Derhalve zou hij niet de fouten maken bij het bouwen van zijn paleis waarvan enkele critici hem beschuldigen. (*1)

Zijn huis was gebouwd met hout uit het bos van Libanon. Het was 100 cubits lang, 50 cubits breed en 30 cubits hoog. Ondanks dat het aantal ceder pilaren gegeven is, is het onmogelijk om meer te doen dan globaal op het stadsplan aan te geven waar ze misschien stonden. Hetzelfde geldt voor de poortpilaren die samen een enorme poort vormden die de oordeelspoort werd genoemd. De grootte van de poortpilaren zijn ons gegeven en dat is alles. En ons wordt verteld dat het huis van de Farao op deze poort leek. Dus iets van 50 x 30 cubits. De rest van de details is in nevelen gehuld.

(*1)  Prof. STADE geeft in zijn Geschiedenis van het Volk Israel een uitgekiend plan dat opgenomen is in de laatste werken over Jeruzalem. Het plan resoneert prima met de bijbelse verklaringen omtrent (1) het huis van de koning, (2) het huis van het bos van Libanon, (3) de Hal van pilaren, (4) de troonhal, (5) het huis van de dochter van de Farao – terwijl 1 Koningen 7:1-8 duidelijk stelt dat Salomo’s huis en het Huis van het bos van Libanon één zijn.

Dit huis had een poort van pilaren, vermoedelijk ten zuiden en ook lag in het zuiden van de poort de Poort van het oordeel waar Salomo zat om recht te spreken. Deze was, zoals te zien is op pagina 105, gelegen bij de toegang tot de stad van David. Salomo was niet alleen koning maar ook een heer en hij zou nooit willen dat de poort van het oordeel op zijn eigen grond stond. Het huis van de dochter van de Farao zou het gebouwencomplex compleet maken hoewel een deel van de Haram er later aan toegevoegd werd.

VII.  Salomo’s verhoging

Deze verhoging waarlangs Salomo naar het Huis van Salomo ging, was tussen dit huis en de buitenplaats van de tempel en zou 2 of 3 treden bevatten, die beschut waren door een volgende poort van pilaren, net als de andere gebouwen. Het tempelgebied was ongeveer 6 meter hoger dan het huis van de koning en dit hoogteverschil zou de constructie van een verhoging bevestigen. Deze verhoging zou ongewone details bezitten die alleen door God geïnstrueerd waren. De koningin van Sheba leert ons meer hierover, 2 Kon. 10:1-10; 2 Kron. 9:1-12).

Om het huidige niveau van het Haram al Sharif gebied te bereiken ten zuiden van de stad van David, moeten enkele middelen worden onderzocht die deze ophoging konden bewerkstelligen. Dit staat op de map van pag. 105 als een serie van treden die samen een trap vormen en die direct toegang geeft tot een plateau waar ook de Poort van het Oordeel op uitkomt. Dit zou een directe toegang betekenen voor de mensen naar de hal om geoordeeld te worden voor hun overtredingen.

Naast deze grote trap voor de mensen, moet er ook een eenvoudiger weg zijn geweest om van de stad van David naar het tempelgebied te gaan. Mogelijk was dit een schuine of gebogen verhoging. Zie het plan. Deze weg zou ook een dienen voor het leger van de koning. Het bewijs is overdadig dat Salomo een hele serie paarden en gevechtswagens had. Deze zouden niet op het Haram terrein kunnen worden gestald, tegenover de koninklijke gebouwen. Onder de Zuidwestelijke hoek van de Haram is een groot gebied van ondergrondse pilaren en gewelven die bekend staan als Salomo’s stallen. Waarschijnlijk was de paardenpoort vlakbij. Zie plan pag. 100. 

VIII.  De mestpoort van Nehemia

Op de map (pag. 100) staat in stippellijn een lange afvoerpijp van het riool. Deze pijp is van belang om de mestpoort te lokaliseren. Waarschijnlijk is dit riool een indicatie voor de positie van het hoofdriool van het tempelgebied vanaf Salomo en verder. Ook moeten er afvoervoorzieningen zijn aangelegd in de tempelgebouwen zelf, al was het maar voor de afvoer van het bloed van offerdieren. Of voor de afvoer van het water van reinigingsrituelen. Om deze reden moet er een groot rioolsysteem zijn geweest dat de afvoer naar lagere gebieden regelde. Er is nog steeds zo’n systeem zichtbaar dat of door Salomo is aangelegd of later. (*2).

Deze afvoer loopt door de uitloper van de Tyropoeon vallei, voorbij de poel van Siloam, (de koningspoel, Neh. 2:14), en passeert een oude poort ten zuiden van de Oude Poel (Jes. 22:11). Deze poort markeert de positie van Nehemia’s mestpoort. Het rioolsysteem komt hier uit, niet ver van een gebied dat Aceldama heette. Dat dit zo is, wordt bevestigd door het feit dat het riool onder de Zuidelijke muur van Jeruzalem door loopt en vlakbij de poort ligt die er nu nog steeds is en de Arabische naam Bab al Magharibe heeft ofwel, de mestpoort. Het verschil tussen het huidige niveau van de zuidwestelijke muur van de Haram tot aan de mestpoort (ten zuiden van Zion) is 300 voet (zie pag. 100A-B). Dit is een indrukwekkend hoogteverschil om het doel te realiseren dat zo’n riool zou dienen. Dit is tevens de sleutel tot het oplossen van de moeilijkheden die direct te maken hebben met de locatie van de rest van de poorten van Nehemia.

De Vallei Poort vanwaar Nehemia zijn nachtelijke inspectie begon (C.2), en vanwaar de 2 optochten begonnen E. en N. bij de inwijding van de muur (C.12), kan op de uitloper van de Zuidwestelijke heuvel worden gezien. Recente onderzoeken hebben een oude poort onthuld die ook op de map te zien is (p. 100). De mestpoort stond in het uiterste Zuiden van de stad van David. De volgende poort, de Fontein Poort stond vlakbij het terrein waar de trappen van David omhoog leiden naar het hogere gebied van de Stad van David. Ook deze poort moet zeker hebben bestaan. De waterpoort was vlakbij een weg die naar de Gihon voerde. En de andere poorten volgen in opeenvolgende volgorde tot aan de schaapspoort ten Noorden van het Tempelgebied en dichtbij de poel die we van de bijbel kennen als de poel van betsaïda, bij de schaapspoort (Joh. 5:2). De gevangenenpoort zou in het uiterste Noordwesten van het tempelgebied hebben gestaan. Deze zou verbonden zijn geweest met de barakken van de tempelwacht. Vanaf deze poort begon Nehemia de processie die ten Noorden van de Valleipoort begon en bij de inwijding van de muur even stil hield.

Avondmaal als Liefdesmaal

Zwingly zei dat het Avondmaal geen inzetting was. Deze tafel is geen wet maar liefde of agape. Luther en Calvijn hebben hem flink onderschat met deze zienswijze.

*

Eerste prikbord was van Jesaja

Jesaja was niet alleen profeet maar ook geschiedschrijver en hij kende zijn klassiekers. Hij schreef de geschiedenis van Hiskia en van Uzzia. De laatste is verloren gegaan maar we menen toch een samenvatting te hebben gevonden in het werk van Jesaja. Namelijk in 2 Kronieken 18:13-20 en Jesaja 36-39. Verder schrijft hij over de schepping, het paradijs, de Zondvloed, Noach, Sodom, Abraham, de Uittocht uit Egypte, de doortocht door de woestijn, de intocht in Kanaan, de oorlogen van Josef, Gideon en David etc. Hij heeft ook een prikbord geschreven in Jesaja 8:1 en 30:8 waarmee we kunnen zeggen dat er zeker wel eenheid in zijn schrijven is.

Jesaja Prikbord:

En JAHWEH zegt tot mij: Neem voor jezelf een grote rol en schrijf er op met de pen van een sterveling: Maak haast, beroof, de plunderaar schiet op! (8:1)

Kom nu, schrijf het op een tablet voor hen en teken het op in een rol, en het zal worden voor een latere dag, voor de toekomst, tot de aion. (30:8)

*

De Openbaring van Jezus

Het Boek Openbaring is weliswaar door Johannes geschreven maar in opdracht van de opgestane christus. Het is dus de openbaring van Jezus en niet van Johannes. Het boek is gericht aan de slaven in de Eindtijd! Dit zijn de joden die in de laatste dagen zullen meemaken dat de wetteloze zich in de tempel zet. Johannes heeft dus letterlijk de toekomst gezien die zelfs nog voor ons licht. Ja, hij heeft de lichtzee van Babylon gezien, auto’s digitale Billboards en alle technische snufjes van onze tijd en van de toekomst. Paulus heeft zelfs nog veel verder gekeken. Het boek zelf zal in die laatste dagen verboden zijn om te lezen. Er staat dan zelfs de doodstraf op. Openbaring 6:9; 20:4. Het eiland Patmos symboliseert de synagoge in de omringende diaspora.

*

Paulus moest het evangelie als handelswaar aan de man brengen. Zodat hij het verder verspreidde waarna de toehoorders of ontvangers ervan het op hun beurt verder zouden verspreiden.

Net zo interessant is het wat hij tegen Timotheüs zegt;

De apostel schrijft: “Houdt voortdurend in gedachten Jezus Christus, opgewekt zijnde uit de doden uit het zaad van David, naar mijn evangelie”. Aan het feit dat Jezus op de Paasmorgen was opgestaan twijfelde Timotheüs beslist niet, vanwege dat geloof was hij immers een christen.

Paulus opvolger moest echter de levende Here in gedachten houden, die hem voor de strijd had aangeworven (vgl. vs.4) en voor al zijn behoeften bleef zorgen. Hem moest Timotheüs als een “goed soldaat” behagen. Hij was de scheidsrechter, die aan het eind van de spelen de prijzen zou uitreiken (vs.5). Hij zou de zwoegende landman voeden door zijn Woord en Geest (vs.6).

De boodschap is duidelijk. We zijn gered door ons geloof in Hem, de opgestane. Maar we worden pas echt beloond (of niet) naarmate we ook op Hem in ons persoonlijke leven vertrouwen.

*

Hebr. 9:3

Wat betreft Hebr.9:3: inderdaad daar hoort “heiligeN der heiligen” te staan. In de nieuwere versie van ISA is dit trouwens gecorrigeerd maar helaas is die versie nog niet op internet beschikbaar. Blijft over de vraag, hoe kan het heilige der heiligen in Hebr.9:3 “de heiligeN der heiligen” genoemd worden? Ik kan maar één verklaring bedenken en dat is dat het eerste meervoud niet slaat op de ruimte maar op de allerheiligste attributen die zich daar bevonden. Zoals Hebr. 9 vervolgt:

3 …. de heiligen der heiligen, 4 hebbende een reukwerkvat en de ark des verbonds, rondom met goud overtrokken, waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds…”.

*

1 Korinthe 4:7

Sommige mensen kijken op werklozen neer, anderen op gehandicapten. Omdat ze zelf gezond zijn en een goede baan hebben. Maar ze vergeten dan dat alles wat ze zelf hebben verkregen eigenlijk ook uit Gods hand is. Die goede baan die ze net bemachtigd hadden, had ook net aan hun neus voorbij gegaan kunnen zijn. Maar God zorgde ervoor dat ze kregen wat ze nodig hadden. 1 Korinthiërs 4:7

*

Andere levensstijl

Sommige mensen denken onder de straf op de zonde uit te komen door beter te gaan leven. Maar door beter te leven, hef je de zonde niet op. Een gelovige is namelijk om niet gerechtvaardigd.  (Rom. 3:23-24). Vrede met God ontvang je niet door in het vervolg goed je best te gaan doen, door een streng dieet te gaan houden of door je schuld met aalmoezen af te kopen, maar alleen door je vertrouwen te stellen op de Here Jezus (Rom. 5:1-2).

Door rechtvaardiging alleen

Dwaalleraren beweren, dat Christus met Zijn rechtvaardiging de vrome mens te hulp schiet. Gelovigen moeten zich inspannen om bepaalde werken te doen en als ze, na hun uiterste best te hebben gedaan, tekortschieten, dan komt Christus hun te hulp door het ontbrekende aan te vullen. Goede werken zijn volgens zulke mensen noodzakelijk voor het behoud, en de behoudenis is voor een deel uit de wet. Dat staat echter haaks op de boodschap die God bij monde van Paulus in de volkerenwereld heeft doen klinken. “Uit werken der wet zal geen mens gerechtvaardigd worden” (Gal. 2:16b). Door de wet (grondtekst: een wet) zal niemand voor God gerechtvaardigd worden (Gal. 3:11, Rom. 3:20). Geen enkele niet-Jood en ook geen enkele Jood (Rom. 3:30). Christus alléén is het, die de mens rechtvaardigt. Goede werken ontstaan, doordat Hijzelf in Zijn volgelingen leeft en vrucht in hen voortbrengt (Gal. 2:20, Kol. 1:27, vgl. 1 Tim. 6:3). Wie iets anders leert, is van de waarheid beroofd. Het “geloof” waartoe zo iemand oproept, kan de toets niet doorstaan.

Bijbelse duurzaamheid

Wie aan zondaars normen en waarden of wetten predikt, zal aanvankelijk enig succes oogsten. Als mensen bang worden voor de Dag des Oordeels zullen ze zich aan allerlei Bijbelse regels vastklampen. Maar hoe duurzaam zal hun gedragsverandering zijn? Jannes en Jambres, de tovenaars van Egypte imiteerden de tekenen die Mozes deed. Regels naleven is een nabootsing van de genade die Paulus preekte.

*

De waterdoop is één van de meest onbegrepen zaken in de bijbel. Maar Paulus zegt echt dat we de waterdoop van Johannes achter ons moeten laten en de doop in de geest zullen aanvaarden. (Hebreeën 6:1-2) Christus is namelijk niet voor niets gestorven en had onze vrijheid niet voor niets met duur bloed gekocht. Maar al snel na de dood van Paulus keerden veel gelovigen terug naar het rituelen circus dat religie eigen is. Paulus had er tevergeefs nog zo voor gewaarschuwd. En zo kon het gebeuren dat zelfs de grootste kerkvaders als Origenes, Gregorius van Nyssa en jawel, Augustinus de waterdoop tenminste als één van de voorwaarden noemden om gered te worden. De verwarring over de waterdoop luidde een terugkeer in van de genade naar het wetticisme en het ontstaan van allerlei denominaties zoals het katholicisme maar ook het protestantisme.

*

De doortocht van de Israëlieten door de Rode Zee moet iets spectaculairs zijn geweest. Allereerst marcheerde een natie van 3 miljoen mensen door de Rode Zee (Exo. 14:15) waarmee het leiderschap van Mozes werd ingewijd. (N.B. was door de Nijldelta). Deze karavaan was niet alleen lang maar vast en zeker ook erg breed aangezien het allemaal snel moest gebeuren. Er waren wolken boven hen die de regen op hen los lieten (Psalm 77:18). De Israëlieten werden dus tegelijk gedoopt. Deze doopdienst had zelfs een plechtig karakter en ging vergezeld van de donder die als een stem van boven kwam. Deze doortocht moet een enorme indruk hebben gemaakt op de Israëlieten. Zelfs 2000 jaar later schrijft Flavius Josephus er nog over. Hij schrijft dramatisch over de doortocht om dezelfde emoties op te wekken die wij bij Scifi films voelen. Hij schrijft dat de regen uit de lucht stortte en dat er vreselijke donder en bliksem was met vuurstralen. Eigenlijk wil ik hier het Scifi karakter van het hele gebeuren benadrukken zoals je dat ook bij de val van Sodom terug ziet. Dat Flavius gevoelig was voor het zelfde apocalyptische scenario als wij en ook vol verwachting naar dezelfde dingen uitkeek, 2000 jaar geleden. Toch wil ik ook even benadrukken dat deze doop dus niet door onderdompeling tot stand kwam maar door water over hen uit te gieten.

*

David vermoordde ooit Uriah om diens vrouw, Bathseba te jatten. Wat hem ook lukte. De profeet Nathan wist hem te melden dat hun eerste kind snel zou sterven. Dit gebeurde ook. David werd met de neus op de feiten gedrukt door te erkennen dat hij fiks gezondigd had. De tweede zoon overleefde het wel en heette Salomo. Hij zou later koning worden en de tempel bouwen. Hij schreef bovendien Psalm 51:3 en 4 waarin hij God om vergeving vroeg. Dik duizend jaar later werd deze Psalm beantwoord toen Christus aan het kruis stierf. Paulus schreef als antwoord op Psalm 51:3 en 5 zijn passage in de Efeze brief, Efeze 1:7: “in Wie wij de verlossing hebben door Zijn bloed, het laten gaan van de misstappen overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade”.

*

Aan wie betaalde Jezus de losprijs?

In de kerk wordt weleens gezegd dat Jezus een dure prijs betaalde voor onze verzoening. Namelijk met de dood. Overigens werd Hij wel weer opgewekt maar niettemin was zijn lijdensweg en dood op zijn zachtst gezegd een heftig gebeuren. De kerk zegt dat Jezus een losprijs moest betalen aan…. satan? Dit zou dan betekenen dat satan op 1 lijn met god komt te staan. (En dat kan natuurlijk niet). Of betaalde Hij zijn losprijs aan Zijn Vader in de hemel? Ook dit is onwaarschijnlijk omdat God zelf het initiatief nam om zijn Zoon uit de dood op te wekken en ons met Hem te verzoenen. Hoe zit het dan? Als we nu gewoon het woord LOSprijs eens los laten. Hij betaalde gewoon een hoge prijs voor onze verzoening, namelijk tot de dood aan toe. Ik geloof er niets van dat het om een losprijs ging die aan iemand betaald moest worden. Ik zag ooit een film over de eerste Cubaanse vluchtelingen die in New York aankwamen. Onder hen was de dichter Allego Carpentier die later zelfs Aids kreeg. Het had hem behoorlijk wat moeite gekost om zijn vrijheid te bemachtigen. Toen hij in het beloofde land aankwam, was de pret van korte duur. Hij werd als homo geconfronteerd met werkloosheid, discriminatie, concurrentie van Haïtianen en uiteindelijk zelfs aids. Hij merkte op dat de prijs voor zijn zogenaamde vrijheid bij nader inzien te hoog was geweest. Wil dit zeggen dat hij die prijs aan iemand betaalde? Hooguit aan zichzelf misschien? Of aan de dood.

*

Iedereen wordt gered, ook de ongelovigen

Ik haalde eerder het HAVO diploma dan mijn broer omdat ik een dik jaar ouder ben en dus in een klas voor hem zat. In grote lijnen is het ook zo met de redding in christus. We worden allemaal gered. Het enige verschil tussen gelovigen en ongelovigen is dat de gelovigen EERDER gered worden. Navenant aan het eerder genoemde plan van de aionische tijden, is er een fasering zichtbaar in Gods plan waarin Christus als eerste werd opgewekt. 2000 jaar later (en die tijd is nu bijna om) zullen de eerstelingen worden opgewekt uit de dood, te weten de gelovigen van vroeger. Tesamen met de gelovigen van nu zullen ze weg worden gerukt en naar christus op de wolken worden gevoerd. Hij zal geen moeite doen om naar de aarde te komen. Trouwens zijn komst is ook in 2 fasen want later zal Hij wel naar de aarde komen en op de Olijfberg landen om zijn volk te redden. In een 3de fase zullen de ongelovigen uit de dood worden opgewekt waarbij iedereen zal worden geoordeeld naar zijn of haar werken. Daarna gaan de ongelovigen de 2de dood in die de vuurpoel is (de Dode Zee). Aan het einde van de laatste en 5de aion worden ze dan voor de 2de keer opgewekt om voorgoed samen met de eerste kliek gelovigen samen te zijn. God zal dan alles in allen zijn. 1 Kor. 15:28

Jezus is niet alleen de eerstgeborene uit de doden maar ook DER doden of van de doden. Dit zijn dus ook de ongelovigen die in het graf liggen. “Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde…” (1 Korinthe 15:22-23).

*

Een Christelijke auteur biedt ons een goede analogie.

Neem de parallel tussen een fles water en de porno-industrie. We betalen vrolijk een paar euro meer voor een flinke fles met fris water. Is dit eigenlijk niet vreemd? Moet iedereen niet gewoon GRATIS water hebben? Wie is de schuldige? De Klant? Nee, want hij heeft gewoon iets nodig. En de winkel, is die schuldig? Nee, want de winkel verkoopt iets waar behoefte aan is. En het bedrijf dat water in flessen levert? Ook niet. Wie kan het een bedrijf kwalijk nemen dat het iets verkoopt voor winst? Dus wie is er schuldig? Dat is de schurk die ons water verontreinigt. Hij is degene die een markt creëert die er eigenlijk niet had moeten zijn. Als er genoeg vers water van goede kwaliteit was, bestonden er geen bedrijven die water in flessen produceerden. Zo is het ook met de porno industrie. De schuldige is degene die ons brein vergiftigt met de propaganda dat seks fout is, ja zelfs kwaadaardig. Eeuwenlang hebben christenen hun publiek dit ingeprent. Juist daarom hebben Hustler en Playboy zo’n geile markt. Wat vrij toegankelijk zou moeten zijn, is het zwarte schaap van de gemeenschap geworden.

*

Onlangs was er veel te doen over christenen die hun kinderen niet wilden inenten tegen de mazelen. Waarmee ze door besmettingsgevaar ook nog de kinderen van anderen in gevaar brengen. Mogen gelovigen nu wel of niet naar de dokter gaan? Weer haal ik Paulus erbij die de arts Lucas steeds bij zich heeft. Uit de “wij-passages” in het boek Handelingen blijkt, dat Lukas Paulus op zijn zendingsreizen dikwijls heeft vergezeld (Hand. 16:10-17;20:6-16; 21; 27:2 e.v.; 28). Ook elders wordt hij tot diens medewerkers gerekend (Filémon 24) en hij was de enige die de apostel tijdens zijn laatste gevangenschap heeft bijgestaan (2 Tim.4:11). Paulus beschouwde Lukas als een trouwe vriend en noemde hem daarom “de arts, de geliefde”. Blijkbaar oefende Lucas tijdens hun gemeenschappelijke reizen het beroep van arts uit, net zoals Paulus door middel van tenten maken in zijn onderhoud voorzag. Het is dus totaal onbijbels, wanneer moderne christenen menen dat ze voor hun kwalen niet naar een dokter mogen gaan!

*

Diner met Persephone’, Patricia Storage, London, 1996. Het is een Grieks reisboek dat geschreven is door een Amerikaans meisje. Het beschrijft heel duidelijk hoe de Grieken denken. Op pagina 320 is er de beschrijving van het leven van Penelope Benaki Delta, de dochter van een Griekse magnaat, een Onassis type, geboren in Alexandrië in 1874. Ze werd schrijfster. Ze groeide op in Alexandrië, pagina 324: “ze had de vreemde omstandigheid mee dat ze een leven kon leiden met enige macht en privileges in een land met vooral analfabeten, bedienden en bedelaars. Ze zei dat het slaan van Arabieren niet alleen toegestaan maar ook verplicht was. Ze reageerde op haar vader die een tuinman sloeg voor iets waarvan de man verdacht werd maar dat hij misschien helemaal niet gedaan had. Ook vertelde ze van een Britse officier die een Arabier met een zweep in zijn gezicht sloeg. Ze merkte op dat de wortels van het islamitisch fundamentalisme niet in de Koran lagen maar in Europa.

*

Is geloof genetisch bepaald?

Nadat atheïsten hoog van de toren blazen over hoe geweldig de wetenschap toch wel niet is, komt men er na duizenden uren van onderzoek achter dat geloof in het DNA bepaald is. Halleluja! Waarom ziet men dit niet direct aan de urine!

*

Op 6 december 1273 kreeg Thomas van Aquino een knal voor zijn kop in de vorm van een mystieke openbaring. Nadien schreef hij niet meer. Hij zei dat al zijn filosofische beschouwingen in het niet verdwenen in vergelijking met wat hij gezien had. Filosofen hebben toch al de neiging om af en toe rare dingen uit te kramen, wat de reden is dat wetenschappers hen op afstand houden. Een eventuele alliantie tegen religie zit er niet in. Maar met zo’n knetterende ervaring als die van Thomas Aquino blijft er weinig over van het filosofische bolwerk.

*

Een harde knal

Ons heelal is volgens de wetenschappers gevormd door een Big Bang. Maar wat is een big bang precies? Een kilo vuurwerk maar dan 100 triljard keer zo hard? Een hele harde knal? Een explosie waar je de afsluitdijk mee op kunt blazen? Wat het ook is, deze knal vond niet plaats in een tijd en ruimte perspectief want de bedoeling van de keiharde (ja echt een hele harde knal) was dat er juist tijd en ruimte geschapen zou worden in de vorm van een heelal. Ooit wilde in de jaren 70 iemand de gasbel in Groningen opblazen omdat hij boos was op de sociale dienst. Bij Sonja Barend deed hij zijn aankondiging. Sonja was diep onder de indruk. Daar waar anarchisten steeds weer de Afsluitdijk wilden opblazen, had deze man iets ludiekers bedacht. De gasbel in groningen, wat dacht je daarvan? Dat zal me een knal geven, zei Sonja, diep onder de indruk. In dit schema zijn al diverse tijd en ruimte coördinaten zichtbaar. Eerst de plaats van mededeling, bij Sonja, dan is er een gasbel in Groningen etc. En er zit een planning achter. De kans echter dat de explosie van de gasbel tot iets constructiefs leidt zoals een mini heelal is zeer nihil.

Dus waarom lopen zogenaamde wetenschappers dan nog altijd achter het idee van de Big Bang aan? Misschien heeft het hiermee te maken dat de beide woorden van Big Bang bewust gekozen zijn. Ze suggereren misschien een botsing van kosmische met seksuele energie. Veel wetenschappers zijn ook bang voor een begin van het heelal. Ergens heeft de uitdrukking Big Bang toch iets van Genesis waar God aankondigt dat Hij hemel en aarde schiep.

*

Waarom draait de elektron om de kern?. Volgens de atheïsten is het vanwege logica. Maar laten we de karakteristiek van het landschap tegenover de karakteristiek van het heelal zetten. Er zijn universa waarin de elektron bepaalde wetten volgen en er zijn universa waarin dit niet het geval is. In een landschap waarin alles mogelijk is, is niets nodig. In een universum waarin niets nodig is, is alles mogelijk. Het is niets waardoor de elektron bepaalde wetten volgt. Wat is dan de oorzaak? Niets, logica of God, waardoor de elektron bepaalde wetten volgt? Dwang en gehoorzaamheid zijn beide  geen fysische ideeën. De wetten van de natuur zijn geen wetten van logica en zelfs niet wetten die op logica lijken.

*

At the height of the battle of Stalingrad, a young lieutenant with the 24th German Panzer Division wrote in his diary that Stalingrad “by day, is an enormous cloud of burning blinding smoke; it is a vast furnace lit by the reflection of the flames. And when night comes, one of those scorching, howling, bleeding nights, the dogs plunge into the Volga and swim desperately to gain the other bank. The nights of Stalingrad are a terror for them. Animals feel this hell, the hardest stones cannot endure it; only men endure” – Because Man is made in His Image

*

Veel van Luther’s geklets was fallisch. Toen een Waldenser die Lawrence heette en hem bezocht deelde deze met Luther zijn berouw omdat hij zichzelf in zijn jeugd gecastreerd had. Maarten Luther zei dat hij liever 2 piemels erbij had dan dat hij er één af zou snijden. (6)

In een brief aan zijn vriend Justus Jonas begint hij ook al seksueel getint te kletsen, “Mijn Katie groet u en uw familie hartelijk en eerbiedig. Maar, wacht even, als mijn vrouw u groet dan groet ik uw vrouw! Gelijke monniken, gelijke kappen. (7) Zijn seks grappen zaten steeds weer aan een grens en hij joeg de heiligen van zijn tijd steeds de stuipen op het lijf. En nog steeds zijn zijn grappen op het randje. Zes maanden na zijn huwelijk, schreef Luther aan zijn vriend Georg Spalatin, die op het punt stond om een vrouw te trouwen die ook Katie heette. Hij schreef dat het hem speet dat hij niet in staat was om naar de bruiloft van zijn kameraad te reizen. De gevaren van de route waren te groot. Hij schreef,

Ik zal uitrekenen hoelang mijn koerier erover doet om naar jou te komen. In de nacht nadat je deze brief hebt ontvangen, neuk je Katie en zal ik mijn Katie neuken. Zo worden we in liefde met elkaar verenigd.

Peter Koelewijn zong al dat liedje, kom van dat dak af. En het lijkt of we het korte bijbelverhaal ook op zo’n platte manier lezen. Er zijn overigens 2 gevallen van waarop Jezus werd verzocht om van het dak van de tempel af te springen, maar daar gaat het nu even niet om. Satan zei, “spring naar beneden als je de zoon van God bent.”

Jezus zei heel handig dat we God niet moeten verzoeken. De meeste mensen lezen tot hier en niet verder. Ze maken er een humanistisch verhaal van waarin je God niet mag verzoeken. (Oh ja, veel humanisten hebben er geen moeite mee om af en toe God in hun assortiment op te nemen, zo het hun uitkomt).

Maar Jezus zei ook, “er staat geschreven…”

Satan probeert Jezus te vangen door een Psalm te citeren en Hem van een hoogte af te laten springen. De Heer pareert echter met ‘er staat geschreven’. Bij nader inzien sprak die door de tegenstander aangehaalde Psalm niet over toen de Heer in vernedering op aarde kwam, maar als Hij straks in heerlijkheid komt om Zijn volk te verlossen. De satan nam dus een waarheid voor de toekomst en paste die toen toe – op het verkeerde moment dus. Dat is wat bijvoorbeeld Hymeneüs en Filetus ook deden, toen zij de waarheid van de opstanding in de toekomst naar het verleden plaatsten. Vandaar dat Paulus ze met name noemt, omdat zij een verderfelijke leer leerden. Daarom blijven wij bij wat er staat geschreven!

*

Krishnamurti, valse profeet

Krishnamurti die door nogal wat New Agers en links intellectuelen op handen wordt gedragen zegt dat “wanneer je je christen noemt, jezelf afscheidt van de rest en geen deel meer kunt uitmaken van de hele mensheid.”

Nou durf ik ook te stellen dat een heleboel mensen door die zogenaamde mensheid worden buiten gesloten, ook al noemen ze zich geen moslim, christen of nationalist. Er zijn nu eenmaal mensen die niet mee kunnen komen. Maar waar mij het hier om gaat is dat deze zienswijze haaks op de bijbelse boodschap staat. God gebruikt inderdaad een kleine groep mensen – gelovigen – die Hij van de rest van de mensheid apart houdt. Niet om deze groep alleen maar af te zonderen maar juist voor het heil van deze groep. Door de uitverkorenen zal de boodschap van het evangelie aan de rest van de mensen en zelfs hemelse machten worden gebracht. God heeft dus een heel ander idee van eenheid dan Krishnamurti en het Humanisme. Eenheid kan in Zijn ogen alleen bestaan vanuit een prisma dat Christus is. En niet door met alle mensen samen hetzelfde liedje te zingen. Bovendien worden in de volgende aion de volkeren gezegend door Israël.

*

Er waren 3 avondmalen en niet alleen maar 2, aan het einde van de bediening van Jezus.

1 In Johannes 12:1-9 is er een Avondmaal. Waarschijnlijk was dit in het huis van Lazarus (*1), en aangezien dit 6 dagen voor Pesach was, moet het hebben plaatsgevonden op de vrijdag avond, toen Jezus terugkeerde van zijn eerste binnenkomst in Jeruzalem, vanuit Bethphage. Toen Hij daar op de vrijdagnacht sliep en er de laatste sabbat doorbracht; was dit eerste Avondmaal gegeten nadat de sabbat om 6 uur in de middag beëindigd was. Bij dit Avondmaal was er ook een zegening van de Heer door Maria.

2 Het 2de Avondmaal, in Mattheus 26:6-13 vond plaats, 2 dagen voor de Pesach in het huis van Simon de Leproze, dat ook in Bethanië was. Zie Marcus 14:1-9. Tijdens deze Avondmaal was er ook een zalving gaande door een onbekende vrouw. (Bijlage 157, Companion Bible)

*

1 Petrus 1:12

Aan wie het werd onthuld* dat niet aan henzelf, maar aan jullie zij deze dingen bedienden, wat nu aan jullie werd medegedeeld* door hen die het evangelie aan jullie brengen*, in heilige geest uitgezonden* zijnde vanuit de hemel, waarin boodschappers reikhalzend verlangen een kijkje te nemen*.

Wie zijn deze boodschappers? Heel lang is er gedacht dat dit de engelen in de hemel waren. Maar Petrus heeft het hier over de profeten en hoe God de waarheid aan hen verkondigde, toen ze intensief Zijn woord probeerden te doorgronden ten aanzien van de toekomstige genade.

*

De inscripties in het kruis (bijlage 163, Companion Bible)

Elk van de 4 evangeliën geeft een andere inscriptie:

1. Matt. 27:37: dit is Jezus, de Koning van de Joden.

2. Marcus 15:26: de Koning der Joden.

3. Lucas 23:28, Dit is de Koning van de Joden.

4. Johannes 19:19, Jezus van Nazareth, de koning van de Joden.

Hier zien we opnieuw de foute aanname dat deze vergelijkbare maar verschillende notities identiek zijn, zonder naar de exacte woorden zelf te kijken die zijn opgeschreven. Algemeen wordt aangenomen dat er maar 1 notitie was waarna men de tegenstellingen probeert glad te strijken. Maar als we nagaan was er echt gezegd is dan zal alles duidelijk zijn.

I. Marcus 15:26 kan worden weg gelaten want hij zegt niks over een titel (Grieks titlos, Johannes 19:19) die boven een kruis was geschreven. Hij noemt Jezus op basis van de beschuldiging de Koning van de Joden.

II.  Johannes 19:19 spreekt van een titel die door Pilatus was geschreven. Maar nergens wordt gesuggereerd dat dit ter plekke bij het kruis op Golgota gebeurde of dat Pilatus daar überhaupt was.

In het schrijven van Pilatus waren de 3 talen in deze volgorde: 1. Hebreeuws; 2. Grieks; 3. Latijn. En het was gelezen nadat het kruis (of de paal) opgesteld was. Dan de onenigheid tussen de Hogepriesters en Pilatus in Johannes 19:21; deze vond plaats voor het verdelen van de kleren.

III.  De inscriptie in Matt. 27:37 was het resultaat van die discussie; omdat er een andere titel gebracht was die boven Zijn hoofd was geplaatst, NADAT ze zijn kleren hadden verdeeld. Toen ze gingen zitten keken ze naar Hem. (vv. 35, 36).

Er konden geen 2 titels tegelijk zijn en dus zal de eerste zijn weg gehaald. Hiervoor in de plaats kwam een nieuwe. We weten ook niet hoelang de onenigheid duurde tussen Pilatus en de Hogepriester of wat de uitkomst ervan was.

IV.  Iets anders wordt zichtbaar in Lucas 23:38; omdat een ander later werd gebracht, vlak voor de sluitingstijd van het 6de uur toen de duisternis inviel. Het was geschreven in de talen in een verschillende volgorde. 1. Grieks; 2. Latijn en 3. Hebreeuws (vers 38). Het was boven hem bevestigd (Grieks); “na de beschimpingen door het volk (Latijn) daar waar Mattheus’ inscriptie was aangebracht voor de beschimpingen door het volk.

Het resultaat is dat:

1. De inscriptie van Marcus was alleen Zijn aanklacht,

2. De inscriptie van Johannes was de eerste die geschreven was door Pilatus zelf in Hebreeuws, Grieks en Latijn en deze was aangebracht op het kruis voordat Pilatus er vandoor ging.

3. Mattheus had het over de 2de inscriptie die de eerste verving als gevolg van de onenigheid die plaatsvond tussen Pilatus en de Hogepriesters. Deze vervanging van de inscriptie vond plaats boven Zijn hoofd en nadat de kleren waren verdeeld en voor de beschimpingen door het volk.

4. Lucas was de derde en laatste die het over de inscriptie had die boven Hem waren aangebracht. Dit was in 3 talen, Grieks, Latijn en Hebreeuws en niet andersom zoals in Johannes 19:19 staat.

Dergelijke verschillen die snel over het hoofd worden gezien door moderne bijbelvertalers waardoor misverstanden ontstaan, zijn niets anders dan de markeringen van de Goddelijke nauwkeurigheid. Wat bijzonder dat God zulke details gebruikt om Zijn woord kracht bij te zetten.

*

Het Jubeljaar was een voorafschaduwing van de redding van allen. Hier is de tekst: Le 25:10 En gij zult het vijftigste jaar heiligen en in het hele land vrijheid uitroepen voor al zijn inwoners; het zal een jubeljaar voor u zijn, wanneer een ieder van u naar zijn bezit zal terugkeren en een ieder van u naar zijn familie zal terugkeren. Le 25:11 Een jubeljaar zal dat vijftigste jaar voor u zijn; daarin zult u niet zaaien, noch oogsten wat uit zichzelf groeit, noch de druiven plukken van de ontklede wijnstokken. In dat jaar werden alle schulden en misdaden kwijtgescholden. Als je je voorouderlijk land moest verkopen, kreeg je dat in dat jaar terug. In feite was de prijs van alle grondverkopen gebaseerd op hoe lang het duurde tot het volgende jubeljaar. Dus als het 49 jaar zou duren, zou de prijs hoog zijn, maar als het maar een paar jaar zou zijn, dan zou de prijs laag zijn. Het idee was dat al het onrecht zou worden rechtgezet, alle misdaden zouden worden vergeven, en het was een herinnering dat God de baas was, niet zij. Ik las eens een commentaar waarin werd gespeculeerd dat de Israëlieten zelfs nooit één Jubeljaar vierden op de manier waarop het in de Wet was geschreven (zie Leviticus 25). Een onderdeel daarvan was de ‘Kinsman-verlosser’, een familielid dat de prijs voor je kon betalen als je het zelf niet kon betalen. Dit wordt getoond in het boek Ruth, toen Boaz optrad om de verlosser van Ruths bloedverwant te worden, om het bezit terug te kopen dat haar man had verloren. Dat is een beeld van Christus, die de Bloedverwant-Verlosser is voor de hele schepping. Geweldige waarheid.

*

De schepping van het licht in Genesis

In het boek Genesis leren we snappen waar de schepping om draait omdat we hierin de tegenhanger van onze nieuwe schepping zien in christus Jezus, 2 Korinthe 5:17. In het licht dat opeens in de duisternis scheen, in Genesis 1,2,3 zien we het licht dat in onze harten scheen om ons de kennis van God te geven in de persoon van christus Jezus, 2 Korinthe 4:6. De ongelovigen snappen niks van deze materie en doen Genesis liever af als een mythe. Nog liever geloven zij in Plato’s Atlantis verhaal. Volgens Efeze 4:17 zijn hun harten verblind.

Eerste en laatste Adam

In de eerste Adam zien we de laatste Adam, in de eerste mens zien we de 2de mens, de heer van de hemel, 1 Korinthe 15:47. In het zaad van de vrouw zien we de komende zoon van Abraham, de zoon van David, de mensenzoon, de zoon van God. Het kerkvolk ziet alleen de krijsende baby in de kribbe. In de dood van Christus, zien we de schaduw van de volgende 2000 jaar.

EXODUS vertelt ons van het lijden en de glorie van Mozes zoals Genesis dit doet van Jozef. In beide gevallen zien we een type van het lijden en de glorie van christus. Het lijden van Jozef begon met zijn afwijzing. Zijn broers vroegen hem: “zult u inderdaad over ons regeren?” En de vraag van de 2 Hebreeërs: “Wie maakte u tot een heerser over ons?” In dit alles zien we de afwijzing van christus door dezelfde vragen, Lucas 19:11.

ESTHER ziet het zaad dat verborgen is en tzt. geboren zal worden in de volheid van de tijd. Zijn wil en macht zijn manifest is het verslaan van alle vijanden ondanks de wetten van de Meden en de Perzen.

*

Job, echt gebeurd?

Veel vrijzinnigen en intellectuelen nemen het verhaal van Job met een korrel zout. Mooi verhaal, niks mis mee. Maar wel een VERHAAL. Dat Job alles kwijtraakte incluis zijn vrouw en kinderen kan toch niet waar zijn.

Echt wel.

Ezekiel 14:14 en 20 noemen Job in één adem met Daniël en Noach. Jacob 5:11 noemt hem een echt mens. Job is een vervolg op Genesis. In Genesis begint het met de eerste dagen van de schepping en gaat het door tot de ramp van Babel.

IJs en sneeuw bij Job.

Job 6:16 heeft het over een soort ijstijd met ijs en sneeuw. Job was bekend met ijs en sneeuw: 24:19. Job 37:10 en 38:30 tonen ons een landschap met bevroren meren en misschien zelfs zeeën. Het Hebreeuwse woord “tahoom” of “tahom” dat in 38:30 staat en wordt gebruikt voor de diepte, kan ook worden gebruikt voor oceaan. Het regende ook veel bij Job; Job 37:6 en 9. En er was vaak onweer waar de mensen zelfs bang voor waren, dus het moet wel hevig zijn geweest. Job 36:32-37:4. Men dacht zelfs dat onweer en bliksem van God kwamen. Job 38:34-35. Zelfs de dieren sloegen op de vlucht en konden onderdak vinden, 37:8. Maar de mensen NIET. Job 24:7-8. De daklozen waren pas echt de pineut. Ze lagen in de stromende regen nat te worden en hadden geen beschutting. Er waren aardbevingen en vulkaanuitbarstingen, Job 14:18 en 9:5. Hierdoor werden steden tot ruïnes (Job 15:28) en werden de mensen massaal dakloos waarna ze uiteraard onderdak zochten, (Job 24:7-8). Van de daklozen werd gezegd: ze liggen de hele nacht naakt, zonder kleren en ze hebben geen mogelijkheid om zich te beschutten tegen de kou. Ze zochten zelfs hun heil in de bergen om onder de rotsen daar te schuilen. Blijkbaar waren de grotten dicht geraakt. Niet alleen de aarde schudde, de oceanen gingen ook tekeer. Er waren enorme tsunami’s. Zie job 7:12 en 12:15. Wachters waren op hun post gezet om voor de volgende vloedgolf te waarschuwen: 7:12. Die vloedgolven kwamen en gingen. Ze waren duidelijk geen eenmalige gebeurtenis: Job 12:15-16. In deze wereldwijde chaos, mogelijk als gevolg van de val van Babylon, werden de daklozen de outlaws van de gemeenschap. In plaats van dat ze geholpen werden, werden ze vervloekt en opgejaagd. Job. 30:3-8.

Door gebrek en door ernstige honger knaagden zij dor land. Gisternacht was er verwoesting en nutteloosheid. Die zeepostelein plukken onder de struik en de wortel van de jeneverbes was hun brood, van het lichaam worden ze uitgedreven; men schreeuwt tegen hen als tegen de dief. In verschrikkelijke waterlopen tabernakelen ze, in holen van de grond en grotten. Tussen de struiken balken zij, onder de prikkelige acanthus blijven zij bij elkaar. Zonen van verdorvenheid, zelfs zonen zonder naam, ze werden afgesneden van het land.”

Toen Job opeens zelf ziek, arm en dakloos werd, werd hij ook behandeld als uitschot. (Job 19:13-19; 30:9-10).

*

Vleselijk denken

Vegetariërs en veganisten eten geen vlees maar denken juist wel vleselijk. Vleselijk denken betekent dat we door het doen van bepaalde werken aan Gods voorwaarden kunnen voldoen. Hiermee ontkennen we het Kruis van Golgotha. Jezus volbracht immers het reddende werk voor ons. Eigenlijk ging het al mis in Genesis 3 toen Adam en Eva zondigden door de serpent te geloven en niet God. Ze erkenden God als God. Maar God had zich nog niet als hun Vader geopenbaard. Blijkbaar ontstaat er wrok als we God niet als onze Vader erkennen. Christus stierf niet om onze vriendschappelijkheid jegens hem met Hem verzoend zou worden. Maar Hij stierf opdat onze vijandschap met Hem verzoend zou worden. Hij blijft de eeuwige vriend van hen die vol wrok jegens Hem zijn. God houdt van zijn vijanden die vijandelijk gemaakt zijn door hun vleselijke mentaliteit. Toen Jezus werd gekruisigd, zouden we eigenlijk voor eeuwig gestraft moeten worden. Maar God wekte Hem op uit de dood en schonk ons genade. Voor velen is God een lastige bemoeial, een man met een vieze baard die mee gluurt als we ons ‘s nachts aftrekken op een foto van de buurvrouw. De apostel Paulus had door dat gelovigen er sinds de opstanding van Christus heel anders in staan. God werkt in en door ons.

*

Handelingen 7:15 en 16

En Jacob daalde* af in Egypte en sterft*, hij en onze °vaders, [Gen. 46:5,6] – [Gen. 49:33] en zij werden overgebracht* naar Sichem en zij werden geplaatst* in de tombe die Abraham kocht* voor een prijs in zilver van de zonen van Emmor in Sichem.

*

Wie had gelijk, Stefanus of Lucas?

In oude vertaalversies staat dat Jacob naar beneden ging in egypte en stierf. Hij werd in een tombe gezet die Abraham kocht met een prijs van zilver van de zonen van Emmor in Sichem. Maar deze vertalingen zijn niet goed. Dean Alford vond in de toespraak van Stefanus 7 historische fouten. Over Hand. 7:16 zegt hij, “de tombe van Macpelah was van Efron de Hittiet gebracht en was in Hebron en niet in Sichem. Hier was ook Jacob begraven. Maar Josef was naar Sichem gebracht en in de grond begraven die door Jacob gekocht was van de zoon van Hamor, de vader van Sichem. Deze tegenstrijdigheid moeten we onderzoeken. ”

F.F. Bruce van de Universiteit van Manchester zegt in zijn toelichting op Handelingen dat, “het uitvergroten van de beide transacties in vers 16 moet worden vergeleken met andere voorbeelden van de bondigheid in deze toespraak; zoals bijvoorbeeld de schijnbare uitvergroting van de 2 roepingen van Abraham in vers 2 en van de 2 aanhalingen in vers 7. Voor een betere vertaling pakken we er een boek bij dat “The Critical English Testament” Volume 2 heet en al gepubliceerd was in 1866. Hierin staat:

Jacob stierf en onze vaders ook, (Jozef); en (na het voorbeeld van Abraham, Sarah, Isaak en Rebecca, wilden ze rust hebben in het beloofde land, Gen. 50:13, 25), werden ze naar Sichem gebracht (in het heiligdom van Hebron, Gen. 23:19). En ze werden in het heiligdom gelegd van Hebron dat Abraham (en Jacob) gekocht had voor een som geld (en 100 lammeren) van de zonen van Emmor (de vader) van Sichem (en van Efron).

Twee bekende weergaven van een dubbele aankoop (Gen. 23 en 33) en een dubbele begrafenis lopen door elkaar heen; Genesis 50, Joshua 24. Beide bijbelgedeelten vullen elkaar aan en wel die leemten die bij de ander juist voor verwarring zorgen. De beknoptheid die bij deze hele spirituele gloed hoort, gaf Stefanus een goede mogelijkheid om de details vast te houden. Het was Jacob die in het heiligdom van Hebron was begraven en Josef in het land van Sichem. Net als de Vaders die in Egypte stierven. Sommigen zijn misschien in beide plaatsen begraven. Josephus zegt dat ze in Hebron waren begraven en Hieronymus dat hun graftomben in Sichem staan. Ene Peterius zegt dat ze van Shechem naar Hebron waren overgebracht. Het zou voor Stefanus teveel tijd kosten om deze details uit de doeken te doen. Maar hij heeft ze wonderwel samengevoegd. Het stuk over Abraham is dus onveranderd en we hoeven het stuk over Jacob ook niet te veranderen. Flavius Josephus zegt dan ook: “Stefanus heeft de tijd niet om op allerlei geschiedenissen in te gaan, en dus combineert hij de beide verklaringen van 2 verschillende heiligdommen, plaatsen en aankopen. In één verhaal noemt hij de echter koper en laat hij de verkoper weg, in een ander stuk van zijn verhaal doet hij dit andersom; waarmee hij 2 partijen maakt uit 4 die tegenover elkaar staan. Hoe vaak de naam van de koper ook verbeterd wordt, toch is het niet waar dat Jacob in Sichem is begraven. Abraham kocht een heiligdom van de zonen van Heth, Genesis 23. En daar was Jacob ook begraven, Genesis 49 en 50. Jacob kocht een veld van de zonen van Emmor, Gen. 33; Josef was daar ook begraven, Jozua 24. Hier hebben we al een duidelijke contour van de 2 samenvoegingen en we zien hoe Stefanus zeer kundig de beide aankopen in één onderbracht. Op dezelfde manier zien we iets voor vers 7 hoe Stefanus de 2 profetieën aan Abraham en Mozes tot één samenvoegt: Exodus 3:12; Genesis 15:16: en in verse 9, verenigt hij in 1 woord de verkoop van Jozef en diens verdwijning naar Egypte. In vers 43 voegt hij een paar woorden van Amos samen met het vertrek naar Babylon van Jeremia.

*

AMOS 3:6

Indien er kwaad komt in de stad en JAHWEH het niet deed?

In een goed gevulde design winkel pik je net die spullen eruit die je wilt hebben en die je nog kunt betalen. De rest laat je liggen. Maar in de bijbel werkt dat niet helemaal. Als je er een mooie bijbelvers uitpikt, zul je ook naar de context kijken. Amos 3:6 is zo’n vers. De Companion Bible van EW Bullinger zegt dat er met de echte betekenis van kwaad (kwaad ingepast in oordeel) geen noodzaak is om de Hebreeërs geweld aan te doen om het rechtvaardig handelen van Jehova te legitimeren of te verdedigen. Wat is de algemene betekenis van de passage? Is het niet zo dat als er onheil over Israel komt, er dan een reden voor moet zijn? Als de leeuw brult, dan zoekt hij een prooi. Als Jehova zich roert, dan zullen de mensen beven. Alleen U van alle volkeren die ik uit Egypte voerde, zal ik kennen. Daarom zal ik u bezoeken voor alle overtredingen. Maar gelukkig doet Adonai Jehova niets zonder eerst zijn geheim te verkondigen aan de profeten. En daarom waarschuwt Amos het ongehoorzame volk. Als het kwaad over de steden komt, laat de inwoners dan weten dat dit van Jehova komt. Het is zijn stem. De pest is in het Hebreeuws deber, dat verwant is aan dabar (spreken). God sprak tegen zijn oude volk door middel van pest en calamiteiten. Amos heeft het duidelijk niet over het kwaad dat door de inwoners zelf wordt gedaan maar over kwaad dat over hen komt door Jehova. Het is aan hen om uit te zoeken wat ze fout deden. De vertaling “tenzij de Heer het heeft gedaan” klopt wel aardig. Dit woord tenzij lijkt op het Hebreeuwse woord “als” in combinatie met “niet.” Net zoals in het Grieks de combinatie van (ei mE, “als niet”) op tenzij of behalve slaat. Enige verwarring ontstaat rondom vers 8, “wie kan profeteren?” We kunnen het zo zien; “een leeuw brult; wie zal er niet bang zijn?” Dan wel, Adonai spreekt; wie zal zich niet verbergen? In plaats van profeteren (inba), is “verstoppen” (ichba) een optie.

*

De rijke hoop op zijn redding

In het eerste hoofdstuk van zijn brief aan de Efeziërs schrijft Paulus dat hij voor hen bidt, opdat zij verlichte ogen van het verstand mogen hebben. Met die verlichte ogen konden ze dan onder meer weten wat de hoop van Gods roeping is (vs. 18). Op zich toch wel opvallend dat hij dit aan deze gelovigen schrijft! Hij bidt dus dat zij de hoop van de roeping van God zouden mogen verstaan. Door heel Gods plan heen worden mensen uit deze wereld geroepen. Zo’n verzameling van ‘uitgeroepenen’ heet: gemeente (de letterlijke betekenis van het oorspronkelijke woord voor ‘gemeente’ is ‘uitroeping’). De gemeente van nu wordt ook wel lichaam van Christus genoemd. Daartoe ben je nu, als gelovige, geroepen. Het is zaak om te wandelen in overeenstemming met deze roeping (Efe. 4:1). En … gebed in lijn met Paulus’ gebed is blijkbaar nodig om de hoop van de huidige roeping te begrijpen. Alleen al het feit dat hiervoor gebeden moet worden, laat zien dat er iets bijzonders aan de hand is. Hoop heeft met onze toekomstverwachting te maken. Maar Paulus had – tijdens de Handelingentijd en dus vóór het schrijven van de Efezebrief – over die toekomstverwachting toch al heel wat verkondigd en geschreven (denk aan 1 Thess. 4:13-5:4; 2 Tess. 2:1-3a; 1 Kor. 1:7 en 15:51-53; etc.)?

De ‘hoop van de roeping’ was toch wel al bekend, zou je zeggen. En dat klopt ook! Tenminste: de hoop van díe roeping was bekend; daar hoefde je ook niet meer om te bidden. Dat Paulus in de Efezebrief (en dat is ná de Handelingentijd) zo nadrukkelijk aangeeft voor de gelovigen te bidden, opdat zij de hoop van Gods roeping zouden verstaan, laat wel zien dat de hoop en toekomstverwachting van nu fundamenteel verschilt van die in de Handelingentijd. Het is goed om daar eens over na te denken! We kunnen alles niet zomaar op één hoop gooien. Er zijn verschillen. Daarom kon Paulus met betrekking tot de hoop en roeping van nu schrijven:

“… het leven is voor mij Christus en het sterven is winst” (Fil. 1:21). Sterven is winst! En dat terwijl hij gedurende de Handelingenperiode nog tegen het sterven op zag (zie 2 Kor. 5:1-4; hij wilde liever niet sterven = ontkleed worden). Inderdaad: er is een fundamenteel verschil …

*

De transformerende overgang

Het Griekse woord metanoia is doorgaans vertaald met bekering. De gedachte is dan dat het om een verandering van houding en bewustzijn gaat maar veel meer gaat het om het zich omdraaien naar YHWH. De ervaring die hiermee geboeid is staat in 2 Kor. 3:14-18 waar Paulus bekeerd wordt. Hij verklaart hier de bekering vanuit een bewustwording die in een legale verhouding staat tot God, tot de verhouding tot God door wat we ZIEN in het aangezicht van Jezus Christus. In de passage staat:

Maar hun °denken werd verhard*, want tot op vandaag de dag blijft dezelfde bedekking op de lezing van het oude verbond, niet weggenomen, omdat zij alleen in Christus verdwijnt. Maar tot op vandaag, steeds wanneer Mozes gelezen wordt, ligt er een bedekking op hun °hart. Maar steeds wanneer het zou terugkeren* tot de Heer, wordt de bedekking opgeheven. Nu, de Heer is de geest en waar de geest van de Heer is, is vrijheid. En wij allen, die een onbedekt gezicht hebben, die de heerlijkheid van de Heer weerspiegelen, wij worden veranderd in hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals van de Heer, Die geest is.”

Samenvatting: de resultaten van hun intellectuele arbeid, en van hun gedachten werden versteend. Ze werden verhard en eeltachtig. Dit laatste woord werd een medische term voor een dikkere verharde huid. Het woord bedekking heeft wat van een sluier die steeds aanwezig blijft bij het lezen van het Oude Testament. Ofwel, het Oude Verbond is tot niets terug gebracht in de eenheid met Christus. Tot op de dag van vandaag, als Mozes gelezen wordt, ligt er een sluier over hun harten. Maar de tijd komt dat het hart zich om zal draaien richting de Heer. En wanneer de sluier weg genomen wordt. Zie Exodus 34:34 waar Mozes naar binnen ging om met YHWH te kletsen. Dezelfde handeling werd verricht door de echtgenoot tegenover de bruid na de bruiloftsceremonie. En nu bestaat de Heer voort in de geest; zodat waar het adem effect van de Heer vrijheid is. Maar wijzelf, hebben een gezicht dat onbedekt is en onbedekt blijft terwijl we door een spiegel voortdurend de glorie van de Heer observeren en in zijn glorie, onszelf. En terwijl we zelf voortdurend getransformeerd worden in hetzelfde beeld van glorie tot glorie in overeenstemming met de geest en houding van christus. In de context van dit hoofdstuk in 2 Korinthe is hier sprake van een transformatie van de glorie van Mozes naar de glorie van christus dan wel van een van tijd tot tijd transfiguratie van de glorie van de mensheid naar de glorie van de gezalfde op een individuele basis.

De bekering van het zich verhouden tot God volgens de Wet, naar het zich verhouden tot God op dezelfde manier waarop Hij zich tot ons verhoudt, is een proces dat ons weg houdt van het verstaan van God die de relatie met ons op een wettische basis vasthoudt tot een ware God die Zichzelf steeds aan ons geeft in de genade; welke de levensdynamiek wordt in hen die gered waren in het bloed van christus. Dan is er een transitie die langs zwaait door crises die zo nu en dan plaatsvinden en waarbij we vooruitkomen van het horen van de Heer tot het zien van Hem. En waarbij de eerste de reden is voor de laatste. Met zien bedoel ik in essentie het ontvangen van hem, dat wel of niet een visuele ontmoeting kan inhouden zoals deze door Paulus werd ervaren op de weg naar Damascus. Een dergelijke ervaring hadden veel gelovigen op wat voor manier dan ook. Vaak gaat een persoonlijke crisis gepaard met een doop in de geest op hetzelfde moment. En het zien van de Heer is ook een metafoor voor een meer indringende kennis van Hem.

Deze gezegende, voortdurende transitie zal als hij voltooid is, onze transformatie in het beeld van God’s zoon opnemen. We horen de stem van de Heer opdat we Hem van aangezicht tot aangezicht zullen zien. Denk niet dat Hij sinds uw bekering klaar met u is. Dat was pas het begin. Als het alleen bij het horen van Zijn stem bleef, en het zien van Hem achterwege bleef, dan zouden we het nog moeilijk krijgen als we Hem straks ECHT zien als Hij terug komt. Het gaat er juist om dat het horen steeds meer zien wordt. Veel kerk christenen zijn vooral gericht op het horen van zijn stem. Maar de overgang naar het zien van hem wordt ook duidelijk in het boek Openbaring waar Johannes eveneens getuigt van een dergelijke ervaring als die Paulus had. Ook Johannes beleefde een ervaring van horen naar zien.

*

Jezus zei dat Hij ons naar zich toe trekt. Wij horen zijn stem. Maar voorbij dat horen is het zien van Hem zoals Hij is. Traceer de rode draad in de bijbel van God’s bedoeling om ons uiteindelijk tot een van gezicht tot gezicht confrontatie te laten komen. Jesaja zag de Heer en kwam overeind en de uitstraling ervan vulde de hele tempel. Mozes sprak met god van gezicht tot gezicht. Van het woord dat er vanaf het begin was, schreef Johannes: dat wat onze ogen hebben gezien… Paulus schrijft een reflectie hierop in zijn brief aan Korinthe: “Heb ik Jezus, onze Heer niet gezien?”

Paulus die eerst al het woord van god hoorde door Stefanus, werd verder geleid tot hij de Heer zelf zag als een enorm lichtschijnsel. Door het hele boek Openbaring heen, zal Johannes Jezus gepresenteerd aan hem op de vele manieren die ons duidelijkheid verschaffen over de volheid van zijn perfecte menselijkheid. Opmerkelijk is het dat hij Hem eerst zag ten midden van de 7 gouden lampen standaarden welke de genoemde vergaderingen of gemeenten waren. Net zoals Jezus zelf zei dat Hij de Vader zag en diens werken deed, zo zullen we Hem steeds meer zien zoals Hij is. Hij keek dan in het gezicht van de godheid vanwaar Hij zelf ooit vandaan kwam en vanwaar Hij ons ook opdraagt om naar Hem op te zien om samen met Hem deel te nemen aan de goddelijke natuur. De inhoud van dat Woord komt van die “van gezicht tot gezicht met God” relatie binnen de goddelijke natuur. Volgens de kerk christenen verschijnt christus op vele manieren aan ons, middels de koele bries in de hitte van de zon of middels mensen die ons helpen als ze op ons pad komen. Maar… vanuit de optiek van dit stuk gaat het erom dat we Hem moeten zien. Er is een eigenaardige verstrengeling ten aanzien van de verwachting om Hem te zien komen in Wie we de eenheid en de heiliging van de velen zien. Hebreeën 2 zegt dat we de mens nog niet zien als de verheerlijkte zoals God hem maakte met alle dingen onder zijn voeten. Maar in het voortdurend Jezus zien, zien we het voltooide doel van de mensheid gerealiseerd worden in en door Zijn menselijke ervaring waarbij Hij in zichzelf veel zonen in de heerlijkheid brengt. Als we Hebreeën 2 vergelijken met Romeinen 8, zien we een opeenvolging van een gericht zien van Hem. We zien hoe Jezus Zijn broeders in heerlijkheid bracht en hoe vervolgens de rest van de schepping ons ziet. Straks zijn we met Hem het brandpunt van wat de schepping ziet.

*

Wat een idee om de eeuwige dood te bedenken.

De dood die eindeloos doorgaat, zonder einde. Dan geef je veel macht aan de dood, vooral als je bedenkt dat Jezus de macht heeft om de dood te overwinnen en dat de dood volgens de bijbel ooit verwoest zal worden. Volgens Paulus zal God ooit alles in allen zijn. Maar als de dood eeuwig voortduurt zal er nog een andere alles zijn, namelijk de dood die alles heeft opgeslokt. Het gaat dan niet om de dood als iets dat het leven annexeert maar om een eeuwig durende staat van anti leven existentie zonder liefde en genade en door god naar de totale duisternis verbannen. Deze gedachte staat haaks op de claim dat Jezus alle dingen weer nieuw gaat maken. Dankzij Zijn opstanding gaat het leven straks door en zeker niet de dood. Jezus’ eigen ervaring van de dood was de dood die alle doden insloot. Dat zegt de bijbel, dat Christus voor allen stierf, om ons allen bij God te brengen. In 2 Kor. 5:14 staat hoe de dood van christus zich verhoudt tot de dood van de hele mensheid.

Want de liefde van Christus dringt ons, dit oordelend*: dat één ten behoeve van allen stierf*, dus zijn zij allen gestorven.”

Dat is wat er bedoeld wordt met dat christus voor ons allen stierf. We moesten sterven, en dus ontmoette de dood van alle generaties van verleden, heden en toekomst zijn bestemming in christus. En opdat de dood uiteindelijk zelf volledig sterft. Het leven is dan geleefd en de dood is dan gestorven.

Die eens en voor altijd stierf aan de zonde, maar toch leeft; Hij leeft voor God.” – Rom. 6:10. De bestemming van de dood is niet om eeuwig door te gaan.

De bestemming van de dood is om te sterven. Gods waarschuwing aan Adam en Eva was… “stervende, zult u zeker sterven.”

Lees dit: Niet stervende, zul je continu sterven zonder einde; stervende zul je zeker sterven. De dood schakelt het leven niet uit maar andersom. De dood wordt opgezogen in het leven door de opstanding van christus. De bron van het uiteinde van de dood is hetzelfde als de bron van het leven dat voortgaat: Christus Jezus die opgewekt is uit de dood. Een nadere uitleg van Rom. 6:10 luidt: “voor de dood stierf Hij eenmaal door de zonde; maar het leven leeft hij tot God. De dood stierf hij maar het leven leeft Hij. De dood is gestorven en het leven is geleefd. Jezus vergaarde alle dood bijeen in Zijn dood en leeft nu. En dat niet alleen, Hij leeft en wij leven in Hem. Omdat Hij leeft, kan ik morgen tegemoet zien. Omdat Hij de toekomst in handen heeft. Het leven is ook de moeite waard omdat Hij leeft. Zoals de dood door 1 mens in de schepping kwam, zo komt de dood ook aan zijn eind door 1 mens. Volgens Paulus zal de hele mensheid in Christus vergaderd worden omdat Hij de volheid is van het goddelijk lichaam. De dood teveel macht geven door deze eeuwig te laten duren voor de ongelovigen is een aanfluiting voor de macht van de opwekking uit de dood van Jezus.

*

144. De 3 dagen en 3 nachten van Mattheus 12:40

Het feit dat de uitdrukking “3 dagen” wordt gebruikt door Hebreeuws idioom voor elk willekeurig deel van 3 dagen en 3 nachten is niet het twistpunt. Dat was namelijk de gangbare manier van rekenen. Net zoals het gebruikt was voor jaren. Maar als er ook staat “3 nachten” naast 3 dagen, dan houdt de uitdrukking op met een idioom te zijn en wordt hij een letterlijke verklaring. Als de Hebreeuwse dag begon met zonsondergang, dan was de dag gerekend van de ene zonsondergang tot de andere; met 12 uur in een dag, (Johannes 11:9) gerekend van zonsopgang en 12 uur van de nacht van zonsondergang. Een avond-morgen, was dus gebruikt voor een hele dag van 24 uur, net als in Genesis 1. De uitdrukking een nacht en een dag in 2 Kor. 11:25 slaat op een complete dag. (Gr. nuchthemeron).

Als Esther zegt ((Est. 4:16) “vast voor me en eet en drink niet, gedurende 3 dagen”, definieert ze als Jodin zijnde haar betekenis als zijnde 3 complete dagen omdat ze eraan toevoegt, nacht of dag. Als geschreven is dat het vasten op de 3de dag eindigde, (5:1) dan moet deze 3de dag ook de 3de nacht hebben ingesloten. Net zo stelt de schrift dat de jonge man (in 1 Samuel 30:12) geen brood had gegeten en geen water had gedronken voor 3 dagen en 3 nachten. Als de jonge man de reden hiervoor toelicht, zegt hij, “omdat ik me al 3 dagen ziek voel.” Hij bedoelt 3 complete dagen en nachten omdat hij Egyptenaar is (vv. 11, 13). En dus rekende hij zijn dag as het begin van de zonsopgang op de Egyptische manier. Zijn “3 dagen die voorbij gingen” verwijst naar het begin van zijn ziekte en omsluit de hele periode, wat de reden is voor het feit dat hij de hele periode zonder vreten zat. Als er staat dat Jona 3 dagen en 3 nachten in de vis was, dan is dat precies hoe het was. Zie Jona 1:17 en Matt. 12:40; 16:4. Lucas 11:30. In de uitdrukking “het hart van de aarde” (Mat. 12:40), is de betekenis dezelfde als het hart van de zee. Het woord hart wordt hier figuurlijk gebruikt. Zie Ps. 46:2.  Jer. 51:1.  Eze. 27:4, 25, 26, 27; 28:2. Het woord wordt gebruikt voor schepen die zeilen, in het hart van de zee. Zie Eze. 27:25, 26; 28:8; en ook voor mensen die in het hart van de zee wonen, op eilanden (Eze. 28:2).  Jona gebruikt het Hebreeuwse woord beten ( = baarmoeder) op dezelfde manier. (2.2).

*

Koning David die al zoveel vrouwen had, kreeg op zijn sterfbed nog het mooiste meisje bij zich, een maagd.  – 1 Koningen 1:1-4

Dit was met de bedoeling om hem op te geilen. Zijn geilheid zou zijn lichaam weer een tikje tot leven brengen en het opwarmen. We zien dus de figuur:

Mooi meisje – geilheid – opwarming.

Het lichaam van het meisje zelf voegde niets toe aan de vele vrouwen die David al had. Het was puur de geilheid die ze teweegbracht in hem en waardoor hij opwarmde. Geilheid heeft dus een helende werking.

Iemand schrijft,

Hoe wist het hof rond David dat de koning stervende was? Ze brachten een mooi jong meisje… Toen hij niet reageerde, wisten ze dat hij zijn laatste adem had uitgeblazen. Veel mensen geven hun doodstrijd veel eerder op. 

*

Het dopen van dieren

Het Oude Testament kent een toekomstige doop die door middel van sprenkeling zal plaatsvinden (Jesaja 52:13-15, Ezechiel 36:24-27). De Septuagint heeft Jesaja 52:13-15 als “zich verbazen” weer gegeven, maar het betreft duidelijk een verbazing over de sprenkeling, want het zal een volstrekt unieke en ongehoorde uitstorting van de heilige geest zijn. De Heer zal het reine water dat uit de troon van God stroomt, te weten, de heilige geest, op ALLE vlees sprenkelen (Joël 2:28, Hand. 2:17), met als verbazingwekkend resultaat dat Israël, de volken en zelfs de vissen, dieren en vogels met de geest vervuld worden. Op die dag zal de grote opdracht uit Mattheus 28:19-20 in vervulling gaan. Dit is de toekomstige doop met de geest.

*

De Derde Dag

Als hij eerst over zijn lijden begint, (Mat. 16:21) zegt Jezus erbij dat hij op de 3de dag opgewekt zal worden uit de dood. In Johannes 2:19 had hij die 3 dagen al genoemd als de tijd waarbinnen hij de tempel zou herbouwen. Waarmee hij zijn lichaam bedoelde. De uitdrukking komt 11 keer voor met een verwijzing naar Zijn opstanding (Matt. 16:21; 17:23; 20:19. Marcus 9:31; 10:34. Lucas 9:22; 18:33; 24:7, 46. Hand. 10:40. 1 Kor. 15:4.). De uitdrukking “na 3 dagen” staat in Marcus 8:31 voor dezelfde gebeurtenis genoemd. Dit laat zien dat de uitdrukking 3 dagen in Mattheus 12:40 3 dagen omvat en de voorafgaande 3 nachten. Het is waar dat een 3de dag deel uitmaakt van de 3 dagen, inclusief 2 nachten. Maar NA 3 dagen en 3 nachten kan niet zo worden uitgelegd. Deze volle periode bevestigt de opstanding van de Heer op de 3de dag van de 3 dagen, die elk voorafgaan aan een nacht. Maar wat is er zo bijzonder aan deze periode van 3 dagen? Waarom niet 2 of 4 dagen? Waarom per sé 3 dagen en niet meer of minder.

1.  We merken op dat de man zichzelf verontreinigde door een lijk aan te raken zichzelf zou reinigen op de 3de dag. (Num. 19:11, 12).

2.  Het vlees van het vredesoffer zou niet worden bewaard tot na de 3de dag maar moest dan verbrand worden omdat het niet meer geschikt was als voedsel (Lev. 7:17, 18).

3.  John Lightfoot (1602-75) citeert een Talmoedische traditie over dat het rouwen over de doden tot een climax kwam op de 3de dag omdat de geest niet geacht werd zich al geheel terug getrokken te hebben uit het lichaam. (Works, Pitman’s ed., vol. xii. pp. 351-353).

4.  Herodotus getuigt ervan dat het balsemen niet plaatsvond tot na 3 dagen (Herod. ii. 86-89).

5.  De Joden accepteerden geen bewijs van identificatie van een dood lichaam na 3 dagen.

Deze periode is gekozen door de Heer (Jehova in het type van Jona) om het feit van de opstanding in verband te brengen met de zekerheid van de dood. En dus om er zeker van te zijn dat degene echt dood was. Anders kan hij/zij ook niet weer opstaan. Van Jezus wordt weleens gezegd dat Hij niet echt dood was, maar slechts in trance was of zoiets. Daarom heeft God deze periode aangehouden. Lazarus was al 4 dagen dood, wat nadrukkelijk door Martha was uitgesproken als bewijs dat hij echt dood was. Hij stonk zelfs, (John 11:17, 39). Dan is het ook nog zo dat het rottingsproces in het warme Midden Oosten veel sneller gaat dan bij ons, zodat de spreekwoordelijke 3 dagen helemaal een goede deadline was. Erna was er zeker geen hoop meer.  

*

Jesaja als historicus

Jesaja was niet alleen profeet maar ook geschiedschrijver en hij kende zijn klassiekers. Hij schreef de geschiedenis van Hiskia en van Uzzia. De laatste is verloren gegaan maar we menen toch een samenvatting te hebben gevonden in het werk van Jesaja. Namelijk in 2 Kronieken 18:13-20 en Jesaja 36-39. Verder schrijft hij over de schepping, het paradijs, de Zondvloed, Noach, Sodom, Abraham, de Uittocht uit Egypte, de doortocht door de woestijn, de intocht in Kanaan, de oorlogen van Josef, Gideon en David etc. Hij heeft ook een Bulletin Board geschreven in Jesaja 8:1 en 30:8 waarmee we kunnen zeggen dat er zeker wel eenheid in zijn schrijven is.

*

Avondmaal als liefdemaal/Agape

Zwingly zei dat het Avondmaal geen inzetting was. Deze tafel is geen wet maar liefde of agape. Luther en Calvijn hebben hem flink onderschat met deze zienswijze.

*

180. Chronologie van Handelingen

In 29 na het begin van de jaartelling regeert Tiberias in zijn 18de jaar. Pontius Pilatus is dan al 3 jaar diens gevolmachtigde. Zie Lucas 3:1, 23; Hand. 1:4-2:13. Jezus zou dan op 7 april sterven en op 13 mei ten hemel stijgen. Pinksteren is dan op 23 mei. Een jaar later, in 30 na het begin van de jaartelling werden de Twaalf gereed gemaakt voor hun aanstaande bediening. De 2 jaar daarna worden beschreven in Handelingen 2:14 en 8:1. De bediening van Petrus en Johannes en de anderen aan de natiën. In Jeruzalem. Het 35 na het begin van de jaartelling wordt genoemd in Hand. 7:59-8:4 en in 8:5-40. Stefanus sterft als martelaar en het begin van de bediening aan de diaspora. Ook in dit jaar de missie van Filippus in Samaria. In 36 na het begin van de jaartelling was Pilatus afgezet en Caiafas ook. Zie Hand. 9:32-10:48. De missie van Petrus in het land van Israel begint.

In 37 na het begin van de jaartelling sterft Tiberius en komt Caligula aan de macht. Zie Hand. 9:1-19 en Gal. 1:17. De bekering van Paulus. Hij gaat al direct naar Arabië, naar de berg Siniaï en blijft daar 40 dagen. Daarna keert hij terug naar Damascus. Zie Galaten 1:17. In Hand. 9:25 en 2 Kor. 11:33 ontvlucht Paulus Damascus. Het jaar 38 na het begin van de jaartelling staat in Hand. 10:1-48 en 11:1-18. Petrus en Cornelius treden op en het is het einde van Petrus’ optreden in Jeruzalem. In 39 na het begin van de jaartelling gaat Paulus naar Tarsus en het volgende jaar gaat hij naar Jeruzalem. Het jaar 40 staat in Hand. 9:26, 30 en in Gal. 1:18. Het is het eerste bezoek van Paulus aan Jeruzalem om Petrus te zien. Daarna wordt hij naar Tarsus gezonden. Dan is er zijn missie in Syrië en Cilicië. Terug in Jeruzalem raakt hij in de tempel in trance; Hand. 22:17. In 41 na het begin van de jaartelling regeert keizer Claudius. Herodus Agrippa wordt koning van Judea. (Gal. 1:21).

Het jaar 43 na chr. Staat in Hand. 11:22, 25. Barnabas werd van Jeruzalem naar Antiochië gestuurd, gaat vervolgens naar Tarsus om Paulus te zoeken en brengt hem naar Antiochië. Hier blijven ze een jaar. Het gebeurt in de dagen van Claudius. En Paulus maakt een spirituele reis; hij wordt weg gevoerd in de Heer; 2 Kor. 12:1-4. Het jaar 44 staat in Hand. 12:23. Fadus volgt Herodus Agrippa op. Paulus gaat voor de 2de keer naar Jeruzalem, met Barnabas. Dan keert hij terug naar Antiochië. Het jaar 45 staat in Hand. 11:26, 28, 30. De bediening van Paulus onder de diaspora begint nu apart van Jeruzalem en de Twaalf. Eerst gaat hij van Antiochië naar Cyprus. Vervolgens gaat hij naar Perga in Pamfilië, naar Antiochië in Pisidië, naar Iconium, Lystra, Djerba, en dan terug naar Antiochië. Daar verblijven ze een lange tijd met de discipelen. (Hand. 14:28).

In 46 na chr. Regeert Tiberius Alexander. Zie Hand. 12:24-13:3. De brief van Jacob aan de diaspora. Paulus en Barnabas scheiden hun wegen. Ook de brief van Judas aan de diaspora. Het jaar 47 na chr. Staat in Hand. 13:4-15:1. In 48 na chr. Regeert Herodus Agrippa II. Zie Hand. 25 en 26. In 49 wordt Cumanus procureur. Het jaar 51 staat in Hand. 15:2 en in Gal. 2:1. Paulus gaat voor de 3de keer naar Jeruzalem, voor de Raad, met Barnabas en Titus. De bediening doet hij nu samen met Jeruzalem en de Twaalf. In het jaar 52 wordt Felix procureur. Paulus gaat van Antiochië naar Cilicië, Lycaenië, Galatië, Filippi, Thessaloniki, Berea, Athene en Korinthe waar hij 18 maanden blijft; Hand. 18:11. Dan zeilt hij naar Syrië in de lente van het jaar 54, naar Efeze (zijn eerste bezoek), Caesarea. Hier blijft hij weer enige tijd (Hand. 18:23). Vervolgens gaat hij naar Galatië, Frygië en naar Efeze (2de bezoek). Daar blijft hij voor 2 jaar (Hand. 19:10). Zijn publieke verkondiging van het koninkrijk eindigt; Hand. 19:20.

Het jaar 53 staat in Hand. 15:41-18:22. Herodus Agrippa II wordt Tetrach van Trachonitus. Paulus schrijft nu zijn brieven aan de gemeente in Thessalonica, te weten 1 en 2 Thessalonicenzen en daarna schrijft hij Hebreeën. In het jaar 54 sterft Claudius en volgt keizer Nero hem op. In het jaar 55 zijn we in Hand. 18:23-20:1 aangeland. Het jaar 57 staat in Hand. 20:1, 2. Mogelijk dateren de brieven van Johannes uit dit jaar. In Efeze schrijft paulus in de lente, 1 Korinthe, zijn brief aan de gemeente in Korinthe. Na zijn vertrek uit Efeze gaat hij naar Macedonië en schrijft hij zijn brief 2 Korinthe. Waarschijnlijk doet hij dit in de herfst. In de winter schrijft hij zijn brief aan de gemeente in Galatië, ofwel galaten. In de daarop volgende lente schrijft hij in Korinthe zijn Romeinenbrief.

Het jaar 58 staat in Hand. 20:3-21:15. Paulus verlaat Griekenland, Filippi, Miletus, Caesarea en gaat naar Jeruzalem (tijdens Pinksteren is hij daar). Het is zijn 5de bezoek aan Jeruzalem. Hij wordt er gearresteerd. Dan wordt hij naar Caesarea gestuurd waar hij 2 jaar in de bak zit. Het jaar 59 staat in Hand. 23:33 en 24:27. Paulus wordt rond augustus door Festus naar Rome gestuurd. Maar hij leidt schipbreuk in Malta waar hij in de winter blijft. In het jaar 60 regeert PORCIUS FESTUS. Zie Hand. 27:1, 2 en 27:27-44. Hij komt in de lente in Rome aan waar hij de brieven 1 en 2 Petrus schrijft. Dus aan de apostel Petrus. In het jaar 61 wordt Paulus in Rome in de bak gegooid. Dit is van 61 tot 63. Zie Hand. 28:16. In het jaar 62 komt ene keizer ALBINUS aan de macht omdat Festus sterft. Zie Hand. 28:30. In de komende 2 jaar schrijft Paulus zijn brieven aan de gemeenten in Efeze, Kolosse, Filippi en hij schrijft een brief aan Filemon. Het jaar 63 staat in Filippenzen 2:24 en in Filemon 22. Na een ongeval waardoor hij slecht ziend wordt, gaat hij naar Macedonië waar Handelingen gepubliceerd wordt.

In het jaar 64 staat Rome in brand, gevolgd door een vervolging van deze nieuwe cultus die zich christenen noemen. Deze vervolging duurt 4 jaar tot Nero sterft. In het jaar 66 regeert ene Florus. En de Joodse oorlogen beginnen, vastgelegd door Flavius Josephus. Het jaar 67 staat in 1 Tim. 1:3. Paulus schrijft zijn brief 1 Timotheüs vanuit macedonië of Troas. In 68 sterft Nero. Paulus schrijft zijn brief aan Titus, waarschijnlijk vanuit Korinthe. In het jaar 69 komt Vespasianus aan de macht en Paulus zit weer in de bak in Rome van waaruit hij zijn 2de brief aan Timotheüs schrijft.

*

De positie van de bediening van het boek Handelingen.

1. De titel van het boek was oorspronkelijk waarschijnlijk gewoon Handelingen zoals het ook in de Codex Sinaïtus staat. Het zal geschreven zijn door Lucas, die in Kolosse 4:14 arts wordt genoemd. (Gelovigen mogen dus wel degelijk naar de dokter om zich in te laten enten.) Eusebius schrijft het boek in 300 na chr. ook al aan hem toe in zijn boek “Geschiedenis van de Ecclesia.” Hij schrijft: “Lucas, een arts, heeft ons 2 inspirerende boeken nagelaten. Het ene is het evangelie dat hij in opdracht van Jezus geschreven had. Het andere boek is zijn Handelingen van de apostelen dat samengesteld is van wat hij zelf gezien had en niet van wat hij van anderen had gehoord.

2. Het boek is een schrijfwerk van de handelingen van de heilige geest door getuigen die door God waren uitverkoren tijdens het laatste aanbod aan de kinderen van Israel van nationaal herstel en zegening, op voorwaarde van dat het volk zich zou bekeren als natie. In het Oude Testament was dit aanbod door de aartsvaders gedaan en door de profeten (Hebr. 1:1). Ook toen al was het afgewezen (Zech. 7:12-14). In de evangeliën kreeg het aanbod een laatste kans. Jezus bracht het weer naar voren maar opnieuw werd het afgewezen (Mat. 23:37-39; &c). Het boek Handelingen legt verslag van de 3de en laatste presentatie door de heilige geest en van de uiteindelijke afwijzing door de natie. (Hand. 28:25-28; Rom. 11:25, &c). Door deze gekozen getuigen wordt niet van werken gesproken anders dan die van Petrus, Johannes en later door Paulus.

1. De structuur laat zien dat het boek uit 2 delen bestaat (vergelijk de structuren van Jesaja, Jeremia, Ezechiel) die op hun beurt weer ingedeeld zijn. De eerste portie van 12 hoofdstukken, na de introductie van Hand. 1:105 gaat over de getuige van de apostelen in Jeruzalem, Judea en Samaria. Petrus was de apostel van de besnijdenis (Gal. 2:7) en is de centrale figuur en zijn sectie eindigt met zijn gevangenneming in Jeruzalem in 44 na chr.

De 2de divisie bestaat uit de laatste 16 hoofdstukken en gaat door met de getuigenissen tot aan de uiteinden van de aarde. (vergelijk Hand. 1:8 met Kol. 1:23). Paulus is nu de hoofdpersoon (Galaten 2:7). Deze divisie eindigt waar Paulus in Rome in 61 na chr. In de bak wordt gegooid. Handelingen was waarschijnlijk aan het einde van zijn gevangenschap gepubliceerd, zo rond het jaar 63. De periode die door het bak beslagen wordt is als volgt:

i. van Pinksteren jaar 29 tot Pesach (Hand. 12:3, 4) in 44.

ii. Van Pinksteren (?) van 46 tot het jaar 61.

Deze tijd tussen 29 tot 61 na christus is 32 jaar en moet niet verward worden met de hele periode vanaf na de kruisiging en de anti climax van de nationale afwijzing van Jezus als messias door het volk Israel tot aan de verwoesting van de tempel door Titus; een periode van 40 jaar. De onderscheiden bedieningen van Handelingen is ook zichtbaar in de structuur van het boek. In de vroege sectie, “het getuigenis van de Twaalf” vanaf Hand. 2:5 tot aan Hoofdstuk 12 was aan de joden gericht en aan de proselieten. Zie Hand. 2:10 en 3:26. Ze moesten geloven dat Jezus de Messias was. Zie Hand. 2:31, 36; 3:18, 20; 4:10, 26; 5:42; 8:5, 37; 9:20, 22.

In damascus preekte Paulus in de synagogen dat Jezus de messias was, de Zoon van God en hij bewees dat Jezus de christus was. Er was nog geen verkondiging aan de heidenen (Zie hand. 11:3). Het preken van het Woord was alleen gericht aan de joden Hand. 11:9) en aan de heidense proselieten, dat de gekruisigde Nazarener Jezus was, de messias. De duur van dit getuigenis was 15 jaar. Het 2de deel van Handelingen verhaalt van het apostelschap van Paulus en zijn getuigenis dat nu aan de joden en heidenen hetzelfde was. (Hand. 9:15). Hij was de gekozen persoon om het getuigenis te brengen aan zowel heiden als aan koningen als aan de joden. Zijn onderwerp was Jezus en de opstanding (Hand. 17:18). Niet meer Jezus als messias werd gepreekt maar Jezus als de opgestane uit de dood en die als hoofd was gesteld van een nieuwe mens, zoals voorzegd was in Psalm 2:7. Vergelijk deze Psalm met hand. 13:32-39.

Dit getuigenis duurde 16 jaar namelijk tijdens de arbeid die Paulus verrichte met zijn collega’s totdat Paulus gevangen werd gezet in 61 na chr. De joden kregen nog steeds prioriteit om de boodschap aan te verkondigen. (Hand. 13:5, 14, 42, 43; 14:1; 17:1, 10, 17; 18:4, 7, 19, 26; 19:8).

1. Gedurende de hele periode van Handelingen was het getuigenis begeleid door de wonderlijke gaven die beloofd waren in marcus 16:17, 18. Vergelijk dit ook met Hand. 3:7, 8; 5:5, 10, 15, 16; 6:8; 19:6, 12; 20:9-12; 28:3-6, 8, 9. Aan het einde van deze bediening namen deze wondertekens in aantal af, zoals te lezen is in Fil. 2:26 (62 na chr.); 1 Tim. 5:23 (67 na chr.); 2 Tim. 4:20 (68 na chr.).

Het voorrecht van het verkondigen en getuigen (Jesaja 48:10; 44:8) was van de jood weg genomen en de redding van God werd nu aan de heidenen verkondigd (Hand. 28:28). En nog steeds ook aan de joodse leden van het lichaam van christus. De evangeliën legen vast wat Jezus ging doen en wat hij leerde (Hand. 1:1); na Zijn opstanding ging Hij door met over het Koninkrijk te kletsen; en na zijn hemelvaart nam de heilige geest deze taak over (Joh. 14:16, 17, 26; 15:26; 16.12,13).

Tijdens de Handelingen periode werden de gelovigen in de waarheid geleid in wat eerder ook al verkondigd was. Waar ze eerder niet open voor hadden gestaan, daar moesten ze nu wel naar luisteren. Maar nog steeds kenden zij niet de volledige waarheid. Deze zou pas onthuld worden als de verkondiging van het koninkrijk op zou houden, namelijk omdat de joden het verwierpen. Dit gebeurde na het sluiten van het boek handelingen. En toen aan het begin van deze huidige interim periode die nu al bijna 2000 jaar duurt, werd Israel met blindheid geslagen (Rom. 11:25). De kerk die het lichaam van Christus zou worden, kreeg nu gestalte (Efe. 1:22; 1:6 en 15:14). Deze kerk begon niet met pinksteren zoals algemeen maar onterecht gedacht wordt.

*

192. De Brieven van Paulus

A. Chronologische Volgorde

B. Canonieke Volgorde van de kerk brieven

A. De Eerste groep van de 7 vroege brieven:

1 & 2 Thessalonicenzen, Hebreeën, 1 & 2 Korinthe, Galaten, Romeinen.

B. De Tweede groep van Gevangenisbrieven: Filippenzen, Filemon, Kolossencens, Efeziërs.

Tussen de 1ste en 2de groep zit een hiaat. Als Paulus uit de bajes komt in 63 na christus volgen er 4 jaar in zijn leven die voor ons onduidelijk zijn. Misschien moet hij even bijkomen. Maar we lezen wel enkele hints in Filippenzen 2:24; Filemon 22; 1 Timotheüs 4:13 en 2 Tim. 1:15, 18; 4:10, 13, 20. Titus 1:5; 3:12 over zijn reizen in Azië en Europa, zoals naar Kolosse, Efeze, Dalmatië en mogelijk zelfs naar Spanje. Of hij echt naar Spanje is geweest (Rom. 15:24, 28) zullen we nooit zeker weten. Hoewel Clementus van Rome (Fil. 4:3?) in 91 na christus in een brief aan de Krinthiërs schreef dat Paulus naar het einde van het Westen was geweest. Dit kan Spanje zijn en zelfs nog verder zoals Frankrijk. maar hard bewijs is er niet. Wel is er een inscriptie in Spanje gevonden dat men een nieuw bijgeloof in de kiem had gesmoord. Of dit naar het werk van Paulus verwijst is zeer de vraag. Maar het feit dat het nergens meer genoemd is in zijn latere brieven 1 en 2 Timotheüs en Titus mogen we ook niet zomaar over het hoofd zien.

Derde groep: pastorale brieven: 1 en 2 Timotheüs en Titus.

Het getal 7 is duidelijk aanwezig in de groepen van Paulusbrieven evenals in de canonieke volgorde van de kerkbrieven zoals we hieronder zien. Ze verdelen in 3 groepen, en vormen samen 14 brieven hetgeen uiteraard een veelvoud van 7 is. De eerste groep bestaat uit de 7 vroege brieven (4). De 2de en 3de groepen vormen een andere 7 (4 + 3). De 7de in deze volgorde (Romeinen) en de 14de (2 Timotheus) geven de 2 unieke en vreselijke lijsten van de staat van de wereld voor de eerste komst en idem voor de 2de komst van Christus. Zie Romeinen 1 en 2 Tim. 3.

B. De canonieke volgorde van de kerk brieven.

1. Romeinen (Doctrine en instructie).

2. 1 en 2 Korinthe.

3. Galaten.

1. Efeziërs (Doctrine en instructie).

2. Filippenzen.

3. Kolossenzen.

1. 1 en 2 Thessalonicenzen (Doctrine en instructie).

(1) , (2) , (3) de volgorde volgens Bisschop Lightfoot.

(4) Inclusief Hebreeën. Het herstel van deze brief in zijn historische chronologische volgorde pleit voor de gedachte dat Paulus hem wel degelijk heeft geschreven. Zonder deze brief zouden de brieven van Paulus 13 in totaal zijn, wat niet logisch klinkt. De heilige geest richt zich tot 7 gemeenten. 7 is het getal van geestelijke perfectie, hetzelfde getal dat Jezus zelf aan de vergaderingen van de overwinnaars richt in Openbaring 2 en 3.

In deze brieven hebben we de perfecte belichaming van de lessen van de heilige geest voor de gemeenten. Ze bevatten alle waarheid (Joh. 16:13) waarmee de geest Gods volk leidde. Ze bevatten ook de dingen waarover Jezus op aarde niet kon spreken omdat de tijd er nog niet rijp voor was. Het getal van deze brieven is ook 7. Hun volgorde is ook perfect. Deze volgorde is niet chronologisch maar thematisch en didactisch. De heilige geest plaatst de eerst geschreven brief aan de gemeente van Thessalonica het laatst in de rij. De geest legt ons dus juist een doctrinaal systeem voor. De ontvouwing van deze doctrine vanaf Pinksteren tot aan de gevangenneming van Paulus komt tot ons in de experimentele volgorde waarin de brieven aan de 7 gemeenten worden gezonden.

In alle honderden van Griekse manuscripten van het NT wisselt de volgorde van de brieven nooit. De algemene volgorde van de boeken van het Nt kent 2 groepen: 1. de 4 evangeliën; 2. Handelingen; 3. de algemene brieven; 4 de brieven van Paulus en 5. de Apocalyps. Hoewel de volgorde van deze groepen in enkele manuscripten varieert en de brieven van Paulus van positie variëren ten opzichte van de 4 andere groepen en terwijl ze ook onderling variëren (soms komt Hebreeën na Thessalonicenzen) is de volgorde van deze 7 kerk brieven steeds onveranderlijk. De kerkbrieven komen tot ons in 2 groepen van 3 en 4 (zie boven). De 3 zijn vooral doctrinaal van aard (1). Deze 3 zijn Romeinen, Efeziërs en Thessalonicenzen. En de andere 4 die tussen deze 3 in zijn gevoegd bestaan op hun beurt weer uit 2 divisies die vooral herhaling en correcties bevatten van de eerst genoemde drie. Zie 2 Timotheüs 3:16.

Romeinen komt eerst en bevat de beginselen van de christelijke leer. De mens wordt hierin afgebeeld als hulpeloos en geruïneerd of zelfs als verloren. Dan gaat Romeinen verder met hoe de behouden zondaar samen met christus stierf en ook samen met Hem uit de dood was opgewekt. Efeziërs borduurt hierop verder maar begint niet met de mens maar met god. Hier wordt aan ons de kennis van god en Zijn bedoeling in christus onthult. De climax is in 2 Timotheüs 1:10 als de volheid van de natiën een feit is en het lichaam van christus bestaande uit joden en heidenen ook af is. Dit lichaam zal Zijn boodschap bekend maken aan de hemelse machten. 2 Tim. 3:10.

Thessalonicenzen dat het eerst is geschreven van alle brieven is achteraan geplaatst bij alle brieven. Hierin staat de speciale openbaring over de terugkeer van Jezus. Het is overigens zinloos om gelovigen de boodschap over de terugkeer van Jezus te leren als ze niet eerst kennis hebben genomen van de voorafgaande brieven. Eerst zullen ze uit Romeinen leren wie ze van nature zijn en wat God van hen gemaakt heeft in Christus Jezus; namelijk mede erfgenamen met christus (Rom. 8:17). Totdat de gelovigen door hebben dat God hen gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in de hemel en dat deze zegen IN christus is gelegen (Efeze 1:3) – zullen ze niks begrijpen van de teksten over Zijn terugkeer. (*2)

Opsomming: — De geredde zondaar staat in:

Romeinen, als dood en opgewekt met Christus:

Efeziërs, als gezeten in de hemelingen IN Christus.

Thessalonicenzen, in glorie voor eeuwig met Christus.

(*1) Lightfoot (Biblical Essays, p. 388) zegt over Romeinen en Efeziërs: “Beide zijn lijken eerder op een verdrag dan op een normale brief.”

(*2) De introductie noten en structuur in beide laten ons de reikwijdte zien van de brief en zijn lessen aan ons.

*

Vers 16 in Jesaja 48 is niet uitgesproken door Jesaja maar door Jezus zelf. Zie ook Jes. 45:19 en Joh. 18:20.

*

193. Het Mysterie.

Duidelijk is dat God zijn wil op diverse manieren kenbaar had gemaakt (Heb. 1:1, 2). Maar ook dat hij bepaalde dingen geheim hield omdat de tijd ervoor nog niet rijp was. Het woord musterion is verbonden met diverse dingen in het Nieuwe Testament die nog geheim waren gehouden.

1. Het werd gebruikt voor de geheimen van het Koninkrijk: dat verborgen was gebleven tot de Heer het aan de discipelen had geopenbaard (niet aan het volk) in Matt. 13:10, 11. Van tevoren was het niet bekend dat het koninkrijk afgewezen zou worden en dat er zo’n lange interval zou komen. Dit wisten zelfs de profeten niet die het koninkrijk wel voorzegd hadden. (1Pet. 1:10-12).

2. In Rom. 11 wordt het gebruikt in verband met de duur van Israel’s blindheid. Die blindheid zelf was geen geheim omdat deze al voorzegd was in Jesaja 6:9, 10. Maar de lange duur ervan was wel onbekend tot Paulus de waarheid ervan onthulde in Romeinen 11:25.

3. Het woord werd door Jezus gebruikt in relatie tot de opstanding, die nooit eerder aan de mensen van God bekend was gemaakt. Jezus had er tegen Martha over gesproken (Joh. 11:25, 26), maar hoewel ze het wel geloofde wat Hij zei, begreep ze er niet veel van. De gemeente in Thessalonicenzen die er ook van gehoord hadden (1 Thess. 4:13), snapten iets beter waar de woorden in Johannes 11:25, 26 over gingen.

Maar in 1 Korinthe 15:51 was het geheim volledig en eenvoudig bekend gemaakt. En dat was dat we niet allen zullen slapen als Hij terugkomt. Tot op dat moment was de gedachte geweest dat iedereen zou sterven om weer opgewekt te worden (Heb. 9:27). Nu werd er opeens gezegd dat niet iedereen zou sterven maar dat zij die aanwezig waren bij Zijn wederkomst, niet zouden sterven (1 Thess. 4:15, en Fil. 3:14).

4. Naast deze goddelijke geheimen was er het geheim van de voorzegde wetteloosheid (2 Thess. 2:7 en Dan. 12:4). Deze wetteloosheid was al in werking tijdens de periode van Handelingen. En als de natie zich bekeerd had na de oproep van de dienaren in Mattheus 22:4 (Hand. 2:38; 3:12-26; &c), zouden de Wetteloze en zijn trawanten direct gekomen zijn (Dan. 8:23). Maar nu het koninkrijk zich terugtrok, deed de Wetteloze hetzelfde en wacht deze meneer tot de tijd daar is.

5. Maar het grote geheim dat ons vandaag de dag bezig houdt was niet onthuld tot na de sluiting van die bediening die door handelingen werd omsloten. Zie Hand. 28:17-31.

Paulus kon niet over het grote geheim van Gods wil schrijven tot aan het einde van zijn bediening. Wat dit geheim was, staat in zijn gevangenis brieven. Alleen hierin staan de dingen die altijd geheim waren gehouden vanaf het begin van de wereld (Romeinen 16:25). Het was nu geopenbaard aan Paulus in Kolosse 1:26. Het gaat om de naschriften in Rom. 16:25, 26. Efeze 3:1-12. Kol. 1:24-27. Het noemen van het mysterie in Romeinen 16:25, 26 had velen perplex doen staan omdat de openbaring vooral in de brief aan de Efeziërs stond. Het werd gesuggereerd dat de brief van oorsprong eindigde in Romeinen 16:24. En dat de toeschrijving (vv. 25-27) door Paulus zelf toegevoegd was toen hij Rome had bereikt (1) om de structuur te voltooien door deze gelijk te maken met de toeschrijving in Hoofdstuk 11:33-36; en (2) om de Epanados/introversie te voltooien als contrast met Gods evangelie dat onthult was door de profeten in het Oude Testament en dat nooit verborgen was geweest (1:2, 3) samen met het mysterie dat wel altijd verborgen was gebleven tot aan 16:25-27.

Er is geen twijfel over de algemene volgorde van de brieven en de data zijn op gissingen berust. Romeinen 16:27 is niet de openbaring van het mysterie zoals dit in de gevangenisbrieven werd onthuld aan ons. Romeinen en Efeziërs zijn dus 2 centrale brieven van de chronologische groepen: de ene die het einde is van de ene groep en de andere die het begin is van een nieuwe groep. Paulus is wel de schrijver van beide. Het grote geheim dat geopenbaard werd kan niet verwijzen naar de zegening van de heidenen in relatie met Israël. Dit was namelijk nooit een geheim. Beide zegeningen waren gelijk openbaar gemaakt in Genesis 12:3; en dit feit wordt telkens naar voren gebracht in het Oude Testament. Zie Genesis 22:18; 26:4; Deut. 32:8. Psalm 18:49; 67:1, 2; 72:17; 117:1. Jesaja 11:10; 49:6. Lucas 2:32. Rom. 15:8-12. Maar het geheim dat openbaar werd gemaakt in de gevangenisbrieven was nooit onderwerp van een voorafgaande openbaring. In Efeziërs 3:5 staat dat het NU geopenbaard zal worden. Dus was het eerder geheim gehouden. Het gaat nu duidelijk over de heidenen en het was door de apostelen verklapt dat de heidenen in een gelijk lichaam werden ondergebracht als de gelovige joden. Waarom God dit zolang verborgen heeft gehouden, weten we niet. Wat we wel weten is dat als God het eerder geopenbaard had, dat Israël een goed excuus had gehad om het koninkrijk en die rare Jezus af te wijzen.

Het geheim betreft wel alleen de gelovigen in Christus (Romeinen 16:26). De ongelovigen komen in een volgende aion aan de beurt om na hun opstanding en oordeel gered te worden. Abraham kreeg diverse goddelijke openbaringen voor de kiezen. Vanaf zijn roeping in Genesis 11 was hij een rechtvaardige man. In Hoofdstuk 12 van dat boek gelooft hij Gods beloften aan hem meteen. In hoofdstuk 13 gelooft hij Gods belofte ten aanzien van het beloofde land. In Hoofdstuk 15 doet God een merkwaardige belofte aan hem met betrekking tot het zaad dat God hem zou geven. Deze mysterieuze belofte was nog gekker dan de vorige maar Abraham geloofde god op diens woord en dit feit maakte hem rechtvaardig, namelijk door zijn geloof alleen. Dan zijn wij aan de beurt om Abraham na te volgen in diens geloof. Namelijk als we de gevangenisbrieven erop naslaan.

Verschillende dopen

In het oude Testament slaat het woord baptismos op iedere ceremoniële vorm van sprenkeling, begieten en wassing zoals blijkt uit Heb. 6:2 en 9:10. In de geschriften van Paulus vinden we een totaal ander woordgebruik. Daar betekent baptismos indompeling om er nooit meer uit te gaan; éénwording met de gekruisigde en opgestane Heer. Zie Kol. 2:12; Efe. 4:5. Toen de kerk de verschillen uit het oog verloor tussen deze ene doop en de voorgaande ceremoniële dopen, is ze de belangrijkste bewijsgrond uit het oog verloren voor de zekerheid van het geloof. Verder is er maar één geval van onderdompeling in het Oude Testament en dat vinden we in Lev. 11:32 waar van onreine dingen wordt gezegd dat die in het water moeten worden gezet en onrein blijven tot de avond. Het betreft hier dus voorwerpen en geen personen.

*

Als een Dief in de Nacht

Wanneer komt Jezus terug? Veel gelovigen menen op grond van Mattheus 24:43 dat we dit tijdstip niet weten. Maar deze vers is voor de Joden bedoeld. Onze richtingaanwijzer voor zijn terugkomst is 1 Thess. 5:2. Maar als het geheim is wanneer Hij terugkomt dan is de Bijbel geen goede gids. Stel je koopt een plattegrond van Amsterdam. Her en der op de kaart ontbreken hele vlakken. Er staat: het is geheim waar het Rijksmuseum staat en het is geheim hoe je er komt. Zo’n kaart is dan nutteloos. De passages over dat Hij terugkomt als een dief in de nacht in Matt. 24:43; Lucas 12:39; 1 Thess. 5:2; 2 Petrus 3:10 en Ope. 16:15 duiden er eerder op dat Hij niet welkom is voor een grote groep mensen dan dat Hij onverwachts komt. In Lucas worden 2 groepen religieuzen onderscheiden. De echte kerk in Lucas 12:35 ziet wel degelijk naar Hem uit maar er is ook een valse kerk die vooral met zichzelf bezig is en die beschreven staat in Lucas 12:39. Voor hen is het niet zo handig als Jezus terugkomt. Lucas maakt nogmaals een onderscheid tussen de verstandige dienaar in Lucas 12:42 die Hem wel degelijk verwacht en de kwade dienaar in Lucas 12:45 die juist niet zo op Zijn terugkeer zit te wachten. Dit is de misleide kerk die vooral moralistisch bezig is. Er is ook een overeenkomst tussen de woorden “want in het uur dat jullie niet denken” in Lucas 12:40 en de woorden “op een dag waarop hij niet hoopt” in Lucas 12:46. Jezus maakt Zijn terugkomst niet bekend aan de ware gelovigen op een uur of tijdstip waarop ze Hem niet terug verwachten. Het is een algemene waarschuwing aan de valse kerk die satan heeft gezaaid. Natuurlijk zal gaandeweg duidelijk worden wanneer Hij wel terugkomt. Een dief in de nacht komt altijd ongelegen… voor de valse kerk.

*

Zoveel kerken menen dat we de hele dag gedood worden om ons geloof zoals in Psalmen 44:22 staat. Omdat er in NL. niet zoveel gedood wordt, hebben vrijzinnige intellectuele theologen ervan gemaakt dat beledigen en godslasteren ook doden is. Zo worden we via een abstracte omweg toch nog gedood. En dat de hele dag door. Gelukkig maar. En anders menen ze dat elders ter wereld mensen om hun geloof worden gedood. Maar… daar gaat de passage in Psalmen 44 helemaal niet over. Maar deze vers slaat op de joden in Israel en in het bijzonder in Jeruzalem in de Grote verdrukking die over de aarde komt. De vers heeft antecedenten in Zecharia 13:8; 14:2 en Openbaring 13:1-10. Een deel van Israel zal worden omsingeld en de inwoners zullen worden afgeslacht. Openbaring is dus helemaal niet bedoeld voor de gelovigen van nu maar voor de joden die tijdens de Verdrukking leven en vooral voor de joden die in de laatste dagen in de gemeenten in Turkije leven.

*

Armageddon

Het leger van het Armageddon dat tegen Israel optrekt zal zich verzamelen in het dal van Megiddo. Daar komt de naam Armageddon ook vandaan. Maar wat is dit voor een leger? Zijn het aardse legers of is er meer aan de hand? Jesaja 24:21 suggereert dat de aardse legers worden samengevoegd met de demonische legers uit de hemel waarna ze samen optrekken;

En het gebeurt in die dag dat JAHWEH een controle zal brengen over de menigte van de hoogte in de hoogte en over de koningen van de grond op de grond.

*

veel intellectuelen buigen zich dezer dagen over de vraag of de bijbel wel van God is. Want als God niet bestaat dan is de bijbel toch een rare anomalie. Ook moderne intellectuele vrijzinnige progressieve ruimdenkende theologen menen dat de bijbel een mooie verzameling verhalen is en meer niet. De Koran met de Donald Duck vergelijken is volgens de intellectuele progressieve ruimdenkende vrijzinnige theologen een belediging waarmee je andere groepen kunt kwetsen. Maar de bijbel afdoen als een bundel van interessante verhalen die je op een rustig moment bij een knapperend haardvuur kunt lezen met een kom soep bij de hand, is juist een verlichte zienswijze.

Deze ruimdenkende progressieve vrijzinnige intellectuele theologen hebben nog nooit gehoord van het mysterie van christus dat sinds de grondlegging verborgen was. Kijk dat er profetieën uitkomen in het Nieuwe Testament die ooit in het Oude Testament voorspeld waren, is een interessante zienswijze om tegen de Bijbel aan te kijken. Maar wat als Paulus opeens iets onthult dat tegen deze hele zienswijze ingaat? Het mysterie aangaande de ecclesia van God, was geheim gehouden sinds de grondlegging van de wereld (Romeinen 16:25). In de eeuwen en millennia daarvoor, was het niet bekend bij de mensen (Efeze 3:5). Het was voor de generaties verborgen gehouden maar nu bekend gemaakt aan de heiligen (Kol. 1:26). Als het om vervullingen ging van oude profetieën, dan had je achteraf kunnen zeggen dat de bijbel mensenwerk was. Maar het onthullen van het mysterie van het lichaam van christus aan Paulus en van het bij behorende principe van de aionen, kon geen mens bedacht hebben. Het druiste zelfs in tegen wat er voorafgaand in de bijbel was gepredikt. Namelijk dat de natiën hun heil via Israël zouden ontvangen. Deze verkondigingen van Paulus duiden er dus op dat ze direct van God komen en niet van ons zelf. En dus hebben we geen andere keuze dan om zijn brieven serieus te nemen.

*

De hoer draagt de naam van de stad (Openbaring 17:5,18) maar kan er niet mee vereenzelvigd worden. De hoer zit op het beest met zeven koppen en tien horens (=tien koningen) terwijl de tien koningen de vrouw haten en haar ondergang bewerken. Maar diezelfde koningen weeklagen bij de ondergang van de stad (18:9). Ik versta het zo: de stad Babylon zal worden opgebouwd door Joden vanuit het Joodse land. Een Joods project in Irak. Het wordt een giga-macht en het wereldhandelscentrum. Maar de Joden worden gehaat en zodra het pact van tien koningen haar kans ruikt, ontdoet ze zich van hen.

*

Apart van van bovenaf geboren worden, voegde Jezus er nog een noodzakelijkheid aan toe om het koninkrijk van God binnen te gaan. Het gaat dan om één van de meest provocerende paradoxen in de bijbel. Namelijk dat je het koninkrijk niet binnen kunt gaan, als je niet eerst als de kinderen wordt. Het koninkrijk van God binnen gaan is zowel een eerste ervaring als een voortdurende. Na het binnengaan van het koninkrijk, krijgen we te maken met een traject van openbaringen na openbaringen. Deze verdere penetratie in de regel van God in Jezus en de geestelijke volwassenwording van de gelovige vallen binnen hetzelfde schema. Zodoende ontstaat er de paradox: We worden volwassener als we meer kind worden. Onze Vader in de hemel cultiveert in ons een kinderlijke geest. Dit houdt in dat de integrale kwaliteit van het leven van christus in jou als gelovige wordt uitgewerkt. Jezus is een vriend die dag en nacht over ons waakt. Daarom vindt Hij het ook zo leuk als we ook dag en nacht met Hem bezig zijn en over hem kletsen met anderen. Vertel Hem wat je bezighoudt en wat je dwars zit. Ontdoe je van orthodox christelijk taalgebruik en vertel het Hem gewoon. Laat je dogmatische correctheid varen en vertel als een kind over de schaamte die je voelt wanneer je steeds weer faalt in je leven. Zeg Hem dat je vaker boos bent dan dat je liefde voelt. Natuurlijk weet Hij allang wat er in je omgaat. Maar het gaat erom dat je zelf deze dingen in woorden eruit gooit. Dus vertel je verhaal aan Hem, ook over de zorgen van anderen en Hij zal altijd antwoorden.

*

Babylon was ooit de hoofdstad van een wereldrijk. De invloed van Nebukanedzar was voelbaar over de hele wereld en dan bedoel ik ook tot in landen als Japan en Chili. In de Eindtijd zal Babylon weer worden herbouwd. De stad zal dan de zetel zijn van de wetteloze en de anti christ. Babylon zal GEEN bolwerk van commercie zijn omdat het vooral een stad is waar dingen gekocht worden. Er zal op een oneerlijke manier aan geld worden gekomen, zoals je nu ziet hoe het er bij bankiers en op de beurzen aan toe gaat. De output zal een valse religie van vrouwaanbidding zijn, zoals je nu al ziet met betrekking tot de Maria verering in de katholieke kerk. Babylon staat voor alles wat heidens en afgodisch is. Weinig mensen weten dat Babylon een voorganger had. Babylon was namelijk de stad waar de grote afval van God na de Zondvloed begon. Hij was gesticht door Nimrod (Gen. 10:10). Babylon had echter een voorloper. Voor de grote vloed was er ook een enorme stad. Dit was de stad van Kaïn. Hij noemde zijn stad naar zijn zoon Henoch. Deze stad heette dus Henoch. Ook deze stad kenmerkte zich door een grote heidense afval. Hier is mogelijk de verstoring van de mensheid begonnen die absurde vormen aannam met half menselijke wezens en reuzen als de Nefilim, Refaïm en de Anakim. Dit waren de Titanen uit de Griekse mythologie. De aanbidding van Isis, Ishtar en Ashtaroth hebben hier ook mee te maken. In Zecharia 5:1-11 staat beschreven hoe Babylon herbouwd zal worden in het land van Sinear/Irak,

“En hij zei tot mij: Om er een huis voor te bouwen in het land van Sinear. En het wordt gevestigd en het wordt daar gelaten op haar fundament.”

Deze vervulling brengt ons terug naar Babylon in Daniël 1:2 en zelfs naar Genesis 11:2-9. De zonde van Babylon is de perfectionering van de aanbidding van de vrouw.

*

Hoe schiet ik tekort om in de vreugde van de Heer te delen. Want ik voel me helemaal niet zo vrolijk. Maar de vreugde van de Heer is niet af te leiden aan mijn emoties maar deze is IN de Heer. De vrede van God is Gods vrede, de kracht van de Heer is de Here’s kracht; de liefde van God is Gods liefde. De kennis en het geloof van de Zoon van God waardoor we vastklampen aan de volle gestalte van Christus, is de Zoon van Gods geloof en kennis, etc. Hoewel Jezus alles van het hierboven genoemde wil delen met zijn schepping, zijn deze dingen allereerst van God zelf. Dus de vreugde van de Heer is allereerst Zijn vreugde. Kijk naar je medegelovigen als het ware van bovenaf. Niet vanuit het werelds perspectief. Kijk op naar Gods vreugde vanuit Zijn perspectief ver boven ons waar Christus aan Zijn rechterhand zit. Mediteer op wat God vreugdevol maakt en je bent half op weg naar het delen in Zijn vreugde. Waarom is God zo blij? Omdat Hij de uitkomst van Zijn plan met ons weet. Hij weet dat hij het grote veld bezit waar die ene parel in is begraven… ergens. En voor de zekerheid heeft Hij dat hele veld gered om jou terug te krijgen. Zijn parel met de grote prijs: jij, samen met de hele mensheid. De vreugde van de Heer is een 2de rangs ervaring voor Hem. Iets diep binnenin Hem zorgt ervoor dat Hij vol van vreugde is. Dat “iets” is Zijn kennis over dat niets Hem in de weg kan staan om Zijn goedheid over de schepping uit te gieten. De vreugde van de Heer is een extatische vreugde, ofwel extreme vreugde. Dus ga niet op je eigen gevoel af maar leer God kennen en deel in Zijn vreugde.

*

Het begin van de Eindtijd staat beschreven in Daniel 11:5. Deze zal niet aanvangen voordat de koning van het Noorden op het toneel verschijnt. Maar er zijn 3 koningen van het Noorden. De eerste koning was voordien prins van de koning van het Zuiden. Deze eerste koning voert veel oorlogen. Na zijn dood wordt hij opgevolgd door degene die het 7de hoofd wordt genoemd en die in het boek Openbaring staat beschreven als degene die vermoord wordt. (Dan. 11:20). Vanaf de opkomst van de eerste koning van het Noorden tot de moord op degene die het 7de hoofd wordt genoemd, spreken we van de periode die Eindtijd heet. Dit is dan inclusief de eerste helft van de 7 jaar waarin de wetteloze opereert. Als deze 7de koning weer uit de Abyss krabbelt en de 8ste koning wordt, dan stopt hij direct het dagelijkse offer. Vanaf hier beginnen de laatste 3,5 jaar tot aan het einde van de verdrukking. Dit zijn de dagen van Daniel 10:14 die corresponderen met Daniel 11:31 en verder. Deze eindtijd die in Daniel genoemd wordt, heet Sunteleia. De wegrukking van de ecclesia in 1 Thess. 4 en de prijs van de hoge roeping van God in Christus in Fil. 3:14 zullen al plaatsvinden voor het begin van de eindtijd. Hoelang duurt deze eindtijd? Mogelijk 33 jaar plus de 7 jaar van de wetteloze zodat het totaal 40 jaar wordt.

*

Armageddon scenario:

We hebben de wetteloze en anti-Christ tegen Christ.

Engelen tegen engelen.

Bovennatuurlijke wezens tegen de verheerlijkte gelovigen.

Stervelingen tegen stervelingen; Israel tegen de andere vijandige landen.

*

Leven uit het geloof

Bekende woorden uit Hebreeën 11, waar ze wel twintig keer voorkomen. Het geloof in dat hoofdstuk is vooral het vertrouwen in de door God gesproken woorden. Het is goed te weten dat geloof in de Bijbel niet zomaar iets wazigs is. Integendeel! Bij ‘geloven’ gaat het om zekerheid, overtuigd zijn. Daarom lees je in de Bijbel over de “volle zekerheid van het geloof” (Hebr. 10:22). In de gelovige groeit het geloof tot een steeds grotere vanzelfsprekendheid … een vaste grond, een bewijs. Het is bijna niet te doorgronden hoe dit werkt. Maar één ding weten we wel: de zekerheid van ons geloof ligt in het verlossingswerk van onze Redder. Wist u dat ons nieuwe leven, onze rechtvaardiging, de vergeving van onze zonden, de bevoorrechte positie die we in Christus hebben, allemaal terug te voeren zijn op het geloof van Gods Zoon? Toen Hij als Mens op aarde was en Zijn taak volbracht, deed Hij dat in vol geloof en vertrouwen op de Vader. Zoals dat zo mooi verwoord is in Psalm 27: “Als Ik niet had geloofd dat Ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden” (vs. 13). Hij vertrouwde de Vader tot het einde toe. En op grond daarvan hebben wij de rechtvaardigheid “door het geloof van Christus” (Fil. 3:9; Statenvertaling).

*

Leven uit geloof

Bekende woorden uit Hebreeën 11, waar ze wel twintig keer voorkomen. Het geloof in dat hoofdstuk is vooral het vertrouwen in de door God gesproken woorden. Het is goed te weten dat geloof in de Bijbel niet zomaar iets wazigs is. Integendeel! Bij ‘geloven’ gaat het om zekerheid, overtuigd zijn. Daarom lees je in de Bijbel over de “volle zekerheid van het geloof” (Hebr. 10:22). In de gelovige groeit het geloof tot een steeds grotere vanzelfsprekendheid … een vaste grond, een bewijs. Het is bijna niet te doorgronden hoe dit werkt. Maar één ding weten we wel: de zekerheid van ons geloof ligt in het verlossingswerk van onze Redder. Wist u dat ons nieuwe leven, onze rechtvaardiging, de vergeving van onze zonden, de bevoorrechte positie die we in Christus hebben, allemaal terug te voeren zijn op het geloof van Gods Zoon? Toen Hij als Mens op aarde was en Zijn taak volbracht, deed Hij dat in vol geloof en vertrouwen op de Vader. Zoals dat zo mooi verwoord is in Psalm 27: “Als Ik niet had geloofd dat Ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden” (vs. 13). Hij vertrouwde de Vader tot het einde toe. En op grond daarvan hebben wij de rechtvaardigheid “door het geloof van Christus” (Fil. 3:9; Statenvertaling).

*

Genesis 6:3; de mens 120 jaar?

In Genesis 6:3, één vers voordat de mysterieuze nefilim hun intrede doen in de Bijbel, wordt er gesproken over 120 jaar van Gods geest. Onterecht is deze vers vaak opgevat als zou de mens door de zondeval niet meer ouder worden dan 120 jaar. Terwijl er daarna in de bijbel nog steeds mensen voorkomen die veel ouder worden. Hoe zit het dan? Het antwoord is dat deze 120 jaar op de volwassenwording van Israel slaat. Het gaat dan om 120 jubeljaren, dus 120 x 50 = 6000 jaar, gerekend vanaf het begin van de wereld tot aan de Apocalyps. Deze 6000 jaar is nagenoeg om en dus maken we zeer boeiende tijden mee.

*

Bij de term Sola Scriptura denken we aan de woorden van Luther die zich alleen op de Schrift wilde baseren. Maar helemaal compleet is dit niet. In Joodse zin bevat de Sola Scriptura ook wel wat traditie. Mozes ontving op de berg Sinaï (in Saudi Arabië) niet alleen de Tora maar ook de uitleg erbij. Deze mondelinge Tora vindt volgens de Joodse overlevering zijn basis in Exodus 18:20. Mozes gaf deze uitleg door aan de 70 oudsten die recht spraken over het volk. Jezus verwijst naar deze rechtspraak als Hij zegt dat de farizeeën op de stoel van Mozes zitten en dat er naar hen geluisterd moet worden als ze leren en rechtspreken. Tenzij ze werken verzinnen die van de instructie afwijken. (Matth. 23:2). Deze mondelinge Tora heet officieel de mondelinge overlevering zodat het woord Tora naar de directe openbaring van God refereert; Exo. 24:12. In Deut. 1:5 staat dat Mozes de Tora begon te ontvouwen. De letter van de Tora hoeft niet ontvouwen te worden maar wel de betekenis. Mozes ontving de inzettingen en gaf deze door.

In de Bergrede noemt Jezus enkele leringen uit de Mondelingen traditie (Matth. 5). Ten aanzien van Zijn oordeel over echtscheidingen citeert Hij de mondelinge traditie hierover. Namelijk die van de school van Shammai uit het Oude Testament die leerde dat een man alleen mocht scheiden na huwelijkse ontrouw van zijn vrouw. Jezus was dus best wel streng als het ging om echtscheidingen. In Matth. 5:43 zegt Jezus tegen de discipelen dat hen gezegd is dat ze hun vijanden moeten haten. Deze uitspraak staat niet in het oude Testament maar ze komen van de sekte der Essenen in Qumran. Er waren een paar stromingen in de tijd van Jezus, zoals de Farizeeërs, Sadduceeërs, Essenen en de Zeloten. Het opmerkelijke van de Essenen was dat ze alvast het Einde der Tijden afwachtten bij de Dode Zee. Terwijl Jezus degene was die de regie hierover zou gaan hebben. Jezus had zich blijkbaar verdiept in al deze sekten. Nog spontaner is het dat Hij er serieus op ingaat. Deze Essenen zagen zichzelf als de Zonen van het licht. Ze hadden een eigen Handboek van Discipline. Hierin werd opgeroepen om de zonen van de duisternis te haten. Jezus reageert hierop tijdens de Bergrede. Hij heeft dus op zijn minst kennis genomen van de Essenen. Ook is duidelijk dat Hij bij geen van de genoemde groepen hoorde. Jezus vierde ook het Chanoekafeest in de tempel in Jeruzalem hoewel het geen officieel door God ingesteld feest was. Vrij vertaald uit: Wake Up, blz. 36-37, Arno Lamm & Emile – Andre Vanbeckevoort.

*

In Jesaja 21: 4 staat: “Mijn hart dwaalt, een beven maakt mij bang. De schemer van mijn genoegen doet mij sidderen.”

Het lijkt hier alsof Jesaja zijn angstaanjagende visioen beschrijft. Maar wat hij werkelijk beschrijft is hoezeer de Babylonische heersers naar deze feestdag hadden verlangd. Ze hadden er een hele tijd naartoe geleefd zoals wij dit kennen van Koningsdag. Tijdens dit uitbundige feest met veel zuipen en vreten, liet men het niet na om de God van Israel te beledigen. En uitgerekend op deze nacht gebeurde het dat de vreugde in een handomdraai omsloeg in vrees. Immers, Darius de Medeër stond voor de poort. Tijdens het feest verscheen er opeens vanuit het niets een hand die wat mysterieuze woorden op de muur schreef. De koning Belshazaar, opvolger van Nebukanedzar en zijn gemaal waren stomverbaasd en konden bovendien de woorden niet lezen. In vers 5 staan deze woorden: “Dek de tafel! Waak in de wachttoren! Eet! Drink! Sta op, leiders! Zalf het schild!” – Daniel 5 en Jeremia 51 geven meer commentaar op deze profetie.

*

Jesaja 26:9

Met mijn ziel verlang ik naar U. Ja, met mijn geest in mij zoek ik U vroeg, want wanneer Uw gerichten over het land zijn, leren zij die in de woonplaats verblijven rechtvaardigheid.

Deze vers verwijst niet naar de algemene oordelen die door de eeuwen heen plaatsvinden maar naar de oordelen in de laatste dagen, namelijk die van de Grote Verdrukking. Onze verwachting (ons = ecclesia) staat haaks op die van Israel, vroeger. Wij nemen aan dat we vlak voor de verdrukking worden weg gegrist door Christus. Israel verwachtte haar messias juist samen met allerlei oordelen over de volkeren. Elders in de bijbel staat inderdaad dat de messias Israel te hulp komt in een tijd van grote verdrukking. Vers 9 is een prachtige poëtische solo waarin de profeet zich van de last ontdoet van het brengen van zo’n zware profetie die hij moest brengen. Nogmaals slaan de gerichten in deze vers niet op de algemene oordelen die thans over de aarde komen. De volkeren worden immers met de dag onvoorzichtiger en dit zal tijdens de grote verdrukking nog veel chaotischer zijn. Openbaring 16 zegt 3 keer dat de volkeren die geslagen worden door de gerichten, God vervloekten of Hem tenminste lasterden. Niettemin weten we weer van Openbaring 15:4 dat de mensen en volkeren die de gerichten hadden overleefd na afloop hun Heer zullen aanbidden en naar Jeruzalem zullen komen, juist dankzij Zijn gerichten.

De eerste helft van vers 10 bevat een rechtvaardiging van de gerichten van God. Maar het 2de deel laat ons zien dat er zelfs tijdens de regering van Christus gedurende de 1000 jaar nog steeds mensen zijn die onrecht doen. En die zich niks aantrekken van de nieuwe koning. Jesaja 26:10, “Indien de boosaardige genade bewezen wordt leert hij geen rechtvaardigheid. In het land van correctheden zal hij onrecht bedrijven en ziet hij de praal van JAHWEH niet.”

*

Pleïaden

Genesis 1:18; start met de eerste letter in het 11de woord en tel steeds 54 letters terug. Dan ontstaat er het woord pleïaden. (ELS 54, Equidistant Letter Sequences).

*

Jesaja was niet alleen een profeet maar hij was ook een schrijver in dienst van God. En hij was een dichter. Hij schreef het eerste prikbord voor zover bekend. In Jesaja 8:1 schrijft hij een tekst op een prikbord zodat iedereen deze kon zien. Deze tekst luidde als volgt:

*

Vertrouw niet op de mens die snel zal sterven, Maar vertrouw op de levende God; Het meest gezegend is de man wiens helper is Hij,

Die de hemel en aarde maakte en de aarde en de zee.

Veel gelovigen menen dat ze zonder strijd of tegenslag hoeven te leven als ze eenmaal de heilige geest hebben. Volgens Paulus was tegenslag intrinsiek aan het leven dat in deze wereld geleefd wordt. Aan de andere kant is worstelen met tegenslag paradoxaal genoeg integraal aan het binnengaan van de rust. Zo bestaat er bij veel gelovigen de fantasie dat de geestelijke reis kan geschieden zonder met tegenslag te moeten worstelen. Wat er dan gebeurt is dat we het bewustzijn van onze strijd onderdrukken waarna we in het onderbewuste terechtkomen met onze strijd. En zo gaan we op een oneerlijke manier om met onze mede gelovigen. Stel dat je bijvoorbeeld temperamentvol bent. Dan moet je bijvoorbeeld vechten tegen woede-uitbarstingen. Die zijn het gevolg van het zwakke vlees. Ook dit moet je samen met christus oplossen. Paulus deed er nog een schep bovenop en beschouwde ons als wezens die in een vijandig werelds systeem leefden, zelfs nu we de geest van god hebben. Maar in dat wereldse systeem is een boze geest actief met wie we geconfronteerd worden. We vechten dus niet tegen de camouflage van vlees en bloed maar juist tegen deze boosaardige geest in de wereld. Dank de Here dat we worstelen, al is het zeker niet eeuwig maar alleen tijdelijk. Het kan bovendien zo zijn dat je verslagen wordt. Maar niet voor eeuwig. Het lichaam van christus kan niet vastgebonden of opgesloten worden.

*

Hardop tegen jezelf zeggen dat je moet blijven geloven, is geen manier van doen. Maar onder het beheer van God ben je vanzelf gekoppeld aan de objectieve vermaning van het Woord zelf om te blijven geloven. Door in Hem te blijven geloven, worden we compleet gemaakt. De redding in het Nieuwe Testament draait niet om het ontsnappen aan een hel of om het naar de hemel gaan. Het gaat erom dat we een heel nieuwe persoon worden waarin Christus de dood steeds verder vernietigt. We bidden liever voor aardse dingen die bij ons passen dan om volkomen en volmaakt te worden. De essentie van het christelijke leven is niets anders dan in Hem te BLIJVEN geloven. Zie 1 Joh. 5:5.

*

Paulus zegt dat in Hem alle dingen geschapen zijn. De hele schepping is dus geschapen in een persoon. Zijn persoonschap is de container van alles wat bestaat. Buiten Hem is er niets. God, de vader, liet de Zoon geboren worden, en binnen het wezen van de Zoon, vormde Hij de oneindige uithoeken van het heelal, middels het scheppen van tijd en materie. De Ene in wie alles geschapen is, kwam tot ons als een individueel persoon. En terwijl Hij als mens tijdelijk onder ons was, was Hij tegelijk de Kosmische Christus en Jezus van Nazareth. De oude schepping eindigde met Zijn dood en de nieuwe schepping kwam met Hem uit het graf tevoorschijn. In Hem is alles aanwezig. Dit geheel sluit ook ONSZELF in, zodat we in Hem onszelf hebben. We waren nooit verloren voor Hem maar wel voor ons zelf. We kenden Hem niet en dus kenden we onszelf niet. Zoek dus niet naar je eigen identiteit maar zoek Hem in de eerste plaats. Zie Kolossenzen 1:16-17

De Ene is de bron van alle eenheid. Deze essentiële eenheid van alle dingen is DE waarheid waar alle mystici naar verwijzen. Oecumene bedrijven met andere culturen en religies, anders dan vanuit Christus, is hetzelfde als op een strategische manier je doel te missen. Eén kleine appelpit zal tot de groei van een appelboom leiden en vervolgens tot meer appelpitten etc. Tot er uiteindelijk een appelboomgaard ontstaat. En meer nog: de bestemming van die ene appelpit lag in die zelfde pit opgeslagen, namelijk om zich te vermeerderen tot een appelboomgaard. Zo kwam onze natuurlijke mens uit die ene Adam voort. Zo kwam uit die Ene Zoon van God een hele schare voort. Onze essentiële eenheid met God en met elkaar komt voort uit die Ene geboren Zoon Wiens Zoonschap het geheel van alle Zoonschap vastlegt. De wereld bevat 7 miljard mensen. God heeft ons niet allemaal tegelijk geschapen. Hij schiep ons in 1 man, Adam die in de Ene was, Christus.

*

De joden van het babylon in de Eindtijd zullen gestraft worden voor het bloedvergieten van hun voorgangers van de eeuwen daarvoor. Zo doortastend is Gods oordeel dat de joden in de toekomst worden gestraft voor de huidige Goldman Sacks, Rothchilds etc. Immers; als de joden in de toekomst nu geleefd hadden, hadden ze ook de wereld uitgebuit. De joden van het toekomstige Babylon zullen in weelde baden en de wereld zal aan hun voeten liggen. Vandaar dat de wereld de joden steeds meer zal gaan haten. Dit principe van dat toekomstige generaties (joden) zullen boeten voor hun voorgangers staat ook beschreven in Mattheüs 23:35. De Joden van de generatie van Jezus werden immers ook verantwoordelijk gehouden voor de misdaden die lang daarvoor gepleegd waren. Zie Openbaring 18:24.

*

Halelujah zingen

In kerken hoor je wel eens hallelujah gezang. Er zijn ook wel wat populaire liedjes over gemaakt. Maar deze kreet hoort niet bij onze genade bedeling. Halleluja volgt altijd op het uitvoeren van een oordeel. Zie Psalmen 104:35, 105:45, 106:1; 111:1; 112:1; 113:1; 115:18; 116:19; 117:2; 135:1; 146:1, 10; 147:1, 20; 148:1, 14; 149:1,9; 150:1, 6. En Openbaring 19:1,3,4,6.

*

Van liefde en waarheid

Niets kan de liefde vertrappen, ook de dood niet. De liefde is geduldig of zoals Paulus het zegt: “liefde faalt nooit” waarmee gezegd is dat liefde een bedoeling heeft. Op onze zoektocht naar liefde, komen we oog in oog te staan met de waarheid. Liefde en waarheid gaan hand in hand. De liefde wordt in veel vertalingen voorgesteld als een motor die ophoudt met te lopen als de benzine op is. Maar dit is natuurlijk onzin. De liefde zegt niet tegen ons: “oké, ik stop ermee want de dood neemt het straks voor de eeuwigheid van me over.” Mijn levensduur zit erop. Jij gaat nu eeuwig naar de hel en dus kan ik niks meer voor je doen. Dat is natuurlijk niet wat de liefde zegt of doet. Anders zou het liefde met beperkingen zijn. En dat is niet wat Paulus zegt. De liefde gaat na de opstanding van de doden gewoon door in de volgende aionen.

*

De eerste komst van Jezus is ook in tweeën verdeeld; In Micha 5:2 staat dat Hij voortkomt UIT en in Zecharia 9:9 staat dat Hij ergens binnenkomt. Als je deze beide verklaringen niet in 2 stukken snijdt, trek je hele rare conclusies. De oplossing is dat Jezus UIT Bethlehem kwam en dat Hij 30 jaar later Jeruzalem binnenkwam. Zo is ook de 2de komst van Hem in 2 fasen gedeeld. Eerst komt Hij middels de grote wegrukking de ecclesia halen waarna Hij zoveel jaar later terugkomt om Israël bijeen te roepen. Eigenlijk zou je de 2de komst in 3 stukken kunnen delen als je de opstanding van de doden erbij rekent.

*

Het schijnt dat we er langzamerhand uitkomen; uit de crisis. Hoe vaak hebben we het niet gehoord: ‘We moeten zorgen dat Nederland sterker uit de crisis komt’. Nederland misschien, maar hoe zit het met de Nederlanders zelf? Mogelijk ondervind je allerlei gevolgen; minder of geen werk; moeite om alles nog te kunnen betalen. De ‘hebberigheid’ van mensen is vaak als een van de oorzaken van de crisis genoemd. Is dat veranderd? Niet helemaal … want rijk is rijker geworden en arm armer. En zo gaat het allemaal weer verder… op naar de volgende crisis.

Het woord krisis komt 49 (=7×7) maal voor in het Nieuwe Testament. Het wordt dan vertaald met woorden als “gericht” en “oordeel”. Bijvoorbeeld in Hebreeën 9:27, waar staat dat het voor de mensen beschikt is eenmaal te sterven en daarna het oordeel, of: daarna de crisis!
Aan het Griekse woord
krisis zijn allerlei andere woorden verbonden: krino (scheiden, oordelen, onderscheid maken); krima (oordeel in de zin van vonnis); kriterion (criterium, een regel aan de hand waarvan je oordeelt); kritikos (in staat om te onderscheiden) en krites (rechter).
Paulus kijkt aan het einde van zijn leven met liefde en vol verwachting uit naar het moment (“die dag”) dat hij uit handen van de rechtvaardige Rechter (
Krites) de krans van de rechtvaardigheid zal ontvangen (2 Tim. 4:6-8). Hij zal die inderdaad ontvangen, want hij heeft (volgens de regels van) de goede strijd gestreden (vgl. 2 Tim. 2:5).

De goede strijd heeft in deze tijd (= de bedeling van het geheimenis) alles te maken met de boodschap van het geheimenis van Christus. Deze boodschap bepaalt ons bij de rijke positie die we als gelovigen in Christus ontvangen hebben! Tevens zullen wij eens in die positie en op die dag met onze Verlosser mogen verschijnen (Kol. 3:4). Wie in het licht van die verwachting leeft, is zich bewust dat de Heer hem of haar nabij is; die hoeft zijn hoop niet te vestigen op onzekere rijkdom, “maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten” (1 Tim. 6:17).

*

– Zonde is relatief, niet absoluut. De aard van de zonde ligt niet in de daad zelf maar in haar relatie met hen die er het lijdend voorwerp van zijn. Neem als voorbeeld de kus van Judas, een onschuldige handeling met grote gevolgen. – A. E. Knoch

– De Schepping was niet een daad van een neutrale, ongevoelige macht, zonder doel of onderwerp maar de prestatie van een harts hongerige Vader. Die aan het zoeken was naar de bevrediging van zijn sluimerende liefde. Die eerst de redding van zijn schepselen verzekerde, voordat Hij ze voor een ogenblik verloor. Opdat ze de diepten van Zijn aanhankelijkheid leerden onderscheiden. – Adolph E. Knoch

*

Handelingen 16:16-23

In deze passage wordt Paulus achtervolgd door een vrouw die een boze geest heeft, een pythongeest genaamd. Wat is dit voor rare naam? De Hebreeën gebruiken deze naam voor de Cobra. Deze geest waarde rond in Delfi en deed aan waarzeggingen. Tot Apollo die slang doodde waarin de geest zat. Nu ging Apollo waarzeggen als gever van Godsspraken. Hij gebruikte hiervoor een vrouw die orakels gaf in zijn naam. Ze had dus deze Pythongeest. Blijkbaar liepen er meer vrouwen rond in Delphi en omgeving die deze geest hadden want er liep er ook één achter Paulus aan. Ook deze slavin was een spreekbuis, een medium van de duivel. De Talmoed verklaart naar aanleiding van Leviticus 20:27: “De dodenbezweerder is de Python die uit zijn okselholte spreekt, en de waarzegger is de Python die met de mond spreekt (Strack-Billerbeck II, blz. 743). Dit soort occulte praktijken zijn voor de HERE een gruwel (Deut. 18:10- 12).

Satan daalde dus af in deze vrouw om Paulus te achtervolgen. Toen Paulus de geest bestrafte, ging de geest in de autoriteiten zitten die Paulus zouden volgen, en nam hij een brullende houding aan. Het orakel van Delfi is dus geen leuke toeristische attractie of een klassiek verhaal uit de oudheid dat je als intellectueel moet kennen. Nee, het is een waarzeggingsformule die direct van satan komt middels zijn handlanger Apollo die op zijn beurt weer een priesteres gebruikt. De God van de joden laat op een wonderbaarlijke manier Paulus tegen deze vrouw optreden, om ons duidelijk te maken dat Hij de vloer aanveegt met het orakel van Delfi dat ons zo klassiek in de oren klinkt.

http://www.oudesporen.nl/Download/OS1254.pdf

*

Lucas 1:46; – Maria van Nazareth: “Mijn ziel vergroot de Heer (1 Sam 2:1).

In deze passage vinden we de rechtmatige plaats van de ziel; namelijk de plaats van het herkennen en verheerlijken van Christus als zijn redder. Christus redt ons ALS Heer. Hij redt ons door de uitoefening van Zijn heerschappij. Het woord van God heeft de geest van Maria verenigd met Zijn geest, en haar ziel geïnformeerd dat deze alleen geactiveerd wordt binnen deze vereniging van de beide geesten. Dit vergroten van onze ziel, gebeurt alleen als God zichzelf in en door ons verhoogt. Hoe tegenstrijdig is het als mensen God willen verhogen! Alleen God kan God verhogen. Veel van onze zogenaamde glorie die we aan God denken te brengen is in werkelijkheid stro. Als God ons een geschenk geeft, dan geeft Hij het en dan pas wordt het van ons. Dit geldt ook voor de ziel. Maar alleen in eenheid met Hem, blijft onze ziel vervolgens actief.

Hoe zwaar wordt de last op onze ziel als we een autonoom functionerende ziel denken te hebben en we los gekoppeld van Christus verder durven te gaan! Hoe strijden we dagelijks tegen de bierkaai als we de ziel autonoom durven te maken. Ik heb een keer een aflevering gezien van Star Trek waarbij één persoon verlof kon krijgen om naar de aarde terug te keren. Dit was gebaseerd op een loting. Doch, één passagier had geen zin om de loting af te wachten en kaapte het schip om zijn verlof alvast af te dwingen. Uiteindelijk werd hij in een bevrijdingsactie neer geschoten. Toen bleek dat het ene winnende lot voor hem was bedoeld. De man had dus alle moeite voor niks gedaan en was bovendien dood. Zo vergaat het ook onze ziel als we hem proberen op te eisen voor zichzelf. Dan dragen we een zware last mee. Hoe anders reageerde Maria toen de engel haar het winnende lot voorhield, dat ze de messias zou baren! Ze deed geen poging om onafhankelijk te worden; ze werd geen feministe of activiste; ze geloofde alleen de woorden van de engel.

*

Het Jubeljaar was een voorafschaduwing van de redding van iedereen:

Lev. 25:10 – En jullie zullen het vijftigste jaar heiligen en jullie verkondigen vrijheid in het land aan al die er in wonen. Het zal voor jullie een jubel zijn. En een ieder zal terugkeren naar zijn bezit en een man zullen jullie naar zijn familie terugzenden.

Lev. 25:11 – Het zal voor jullie een jubel zijn, het vijftigste jaar. Jullie zullen niet zaaien en jullie zullen niet oogsten van het zelf gezaaide en jullie zullen niet plukken van de afgelegen wijnstokken.

In dat jaar waren alle schulden vergeven. Als je het land van je familie en voorvaderen moest verkopen, dan kreeg je het in dat Jubeljaar terug. De prijs van alle landverkopen was gebaseerd op hoelang het nog duurde tot het eerst volgende Jubeljaar. Als het Jubeljaar net geweest was en je nog 49 jaar moest wachten, was de prijs voor een lap grond die je verkocht, hoog. Als je vlakbij een Jubeljaar zat, dan was de prijs laag. De idee was dat alle fouten uit het verleden recht gezet zouden worden en dat alle misdaden vergeven werden. Het was een herinnering aan God die alles onder controle had en niet de mensen zelf. Als je zelf niet je schuld kon betalen, kon een familielid dit voor je doen. Dit staat in het boek Ruth, waar Boaz ervoor zorgde dat Ruth het land terug kon krijgen dat haar man verloren had. Dat is een beeld van christus die de redder is van alle mensen.

Als je je voorouderlijk land moest verkopen, kreeg je dat in dat jaar terug. In feite was de prijs van alle grondverkopen gebaseerd op hoe lang het duurde tot het volgende jubeljaar. Dus als het 49 jaar zou duren, zou de prijs hoog zijn, maar als het maar een paar jaar zou zijn, dan zou de prijs laag zijn. Het idee was dat alle onrecht zou worden rechtgezet, alle misdaden zouden worden vergeven, en het was een herinnering dat God de baas was, niet zij. Ik las eens een commentaar waarin werd gespeculeerd dat de Israëlieten zelfs nooit één Jubeljaar vierden op de manier waarop het in de Wet was geschreven (zie Leviticus 25). Een onderdeel daarvan was de ‘Kinsman-verlosser’, een familielid dat de prijs voor je kon betalen als je het zelf niet kon betalen. Dit wordt aangetoond in het boek Ruth, toen Boaz optrad om de verlosser van Ruths bloedverwant te worden, om het bezit terug te kopen dat haar man had verloren. Dat is een beeld van Christus, die de Bloedverwant-Verlosser is voor de hele schepping. Geweldige waarheid.

*

Paulus schreef over Jezus: de dood die Hij stierf… maar het leven dat Hij leefde. Door Jezus sterven we de dood en leven we het leven. Dit is wat Paulus zegt. De dood wordt stervende en het leven wordt samen geleefd naar de opstanding ten volheid. De dood was in Adam en Eva aanwezig in zijn aanvankelijke vorm van sterfelijkheid. Deze werd geactiveerd door de ongehoorzaamheid van Adam. Sindsdien dragen we allen in onze lichamen de dood die sterft, 2 Kor. 4:10.

De dood parasiteert op het leven. Dood is wel dood. Er is niet zoiets als een geestelijke dood. Adam en Eva gingen na hun overtreding door maar nu met de dood als parasiet in hen. Het leven kwam vanuit de eeuwigheid de aionen binnen. God schiep de aionische tijden buiten zichzelf om er de schepping in onder te brengen en er de dood een rol te laten spelen. De dood kan niet in Gods eeuwigheid bestaan maar rolde wel de aionen binnen omdat hij ondergeschikt was aan sterfelijkheid. Onze sterfelijkheid maakt ons vatbaar voor de dood. Maar de dood beëindigt het leven niet maar andersom, beëindigt het leven de dood. De bestemming van de dood is om te sterven. Tegelijk is de dood net een virus dat aan volgende generaties wordt doorgegeven. De dood van alle generaties, ook van de toekomstige kwam samen in de dood van christus. In Zijn dood stierf de dood compleet. Onze sterfelijkheid maakt ons ondergeschikt aan de ijdelheid waar Prediker het over heeft. Het leven dat in Adam geblazen werd had geen begin of einde. Het geparasiteer van de dood leidde uiteindelijk tot de dood van Christus. Met Zijn opstanding begon echter een nieuwe episode met een nieuwe schepping.

*

De heerschappij van de dood

Het Nieuwe Testament verklapt ons iets wat onderhuids aanwezig was in het oude Testament. Namelijk dat de dood regeert. Het was wachten op de uitglijder in de Tuin van Eden. De dood is aanwezig in het stof van de aarde en in de mens in de vorm van sterfelijkheid. We zien dit terug in het lijden van de schepping. In de geest van de schepping ligt oneindigheid besloten die in de aionen ondergeschikt is gemaakt aan de beperking van de sterfelijkheid. God zelf vond de dood uit. Deze dood parasiteert op het leven. In het boek Job zien we hoe de dood toeslaat als God de teugels laat vieren. Satan heeft relatieve macht binnen de absolute macht die God heeft. De verwoesting van satan dient Gods ultieme doel om de schepping nieuw te maken. Waarom moet het op zo’n ingewikkelde manier gebeuren waarbij de schepping eerst verwoest wordt en de dood mens en dier te grazen neemt? Dit heeft met het winst principe te maken. Jezus gaf ons de vergelijking van de talenten. God wil met de schepping met winst eindigen. Uit God komt dus meer God voort zoals bij de celdeling van een plant. We zullen anders tegen de dood aankijken. In Adam sterft iedereen, maar sinds Christus de laatste Adam is, zal iedereen ook levend gemaakt worden. Of zie het zo: Een kritische levensmassa stapelt zich op binnen de interactie van hen die al overleden zijn en van hen die in leven zijn. Als deze kritische massa zijn volheid bereikt, zal er een restant van mensen zijn dat bijna niet kan sterven. Heet je die priestergroep welkom die in het water van de Jordaan staat, terwijl de grotere groep de jordaan eerst oversteekt? Verwelkom je eerder de dood die in je werkt, opdat het leven in anderen werkt? Het staat eraan te komen dat we dieper over deze dingen na moeten denken.

*

Gelovigen krijgen te maken met frustratie, zowel individueel als collectief. Judas Iskariot had waarschijnlijk ook deze frustratie. Hij wilde Jezus in de schijnwerpers zetten in plaats van Hem te doden. Als Jezus tegenover de Romeinen dan wel de Hogepriesters Zijn wonderen deed dan zou de wereld eens wat zien. Achter deze verklaarbare wens van Judas stak een satanisch complot. Jezus zou door de daad van Judas niet in de schijnwerpers worden gezet maar gekruisigd worden. Jezus kon met één vingerknip het Romeinse leger wegvagen. Dat zou Judas weleens willen zien. Maar het tegenovergestelde gebeurde nadat hij Jezus aan de Hogepriester had overgeleverd. Jezus stond echter ook weer op uit de dood waarmee Hij de schepping redde en de Eerstgeborene van een nieuwe mens was. Onze frustraties zullen we ook telkens weer te boven komen dankzij de opstanding van Jezus. Als de frustratie je overvalt, geef deze de tijd om uit te zieken. En geef vooral het kruis van Golgota de tijd om de frustratie compleet te vernietigen. Frustratie zal worden omgezet in juichstemming, nota bene door de dood van Jezus. Veel gelovigen doen onbewust hetzelfde als Judas en dringen er bij God op aan om hun gebeden te vervullen en zich aan Zijn woord te houden. Zo proberen ze God te manipuleren. Gebedsdiensten voor gewassen en arbeid hebben ook dit karakter. Door massaal te bidden, hoopt men God over de streep te trekken. Te manipuleren dus.

*

was Job uit de bijbel dezelfde persoon als KONING Jobab van Edom? Als Elihu in Job 32:2 gelinkt is aan de verwanten van Abraham, Buz en Aram in Genesis 22:21, dan lijkt het erop dat Job en Jobab, de koning van Edom dezelfde personen zijn. Dan weten we dus ook waar het land Uz lag. Dat was een land dat in elk geval Edom omsloot dat ten zuiden van Israel ligt. In een tijd dat de rotsstad Petra de voorganger was van Mekka.

*

Clinton Ortiz maakt een interessante opmerking over het rijk van de anti christ in de Eindtijd. Dit zal een heropleving van Atlantis zijn dat net als zijn voorganger ook 10 koningen had (Openbaring) of 10 hoorns (Daniel).

*

Farizeïsme is een geest en een ziekte net als alcoholisme. In onze tijd zijn het vooral de moralisten die tegen seks ten strijde trekken die deze geest hebben. De Farizeeër uit de tijd van Jezus wordt niet meer herkend omdat we thans allerlei denominaties hebben zoals katholiek, protestants, charismatisch etc. Zie William Moss, the Spirit of the Pharisee.

*

Op eigen wilskracht proberen om God te leren kennen is het toppunt van futiliteit. God stuurde Zijn Zoon in de wereld opdat deze Zijn Vader aan ons kenbaar zou maken. Van nature zoekt niemand God. We zijn teveel bezig met zelf realisatie wat we dan verwarren met het zoeken naar God. Dan omkleden veel mensen zich voor de bühne met religieuze rituelen en kletspraat om nog wat indruk te maken. Ook als we wel serieus met God bezig zijn, worden we vaak verleid om er een rare mix van spiritualiteit bij te halen.

*

Overvloedige rijkdom

Gelovigen mogen genieten van de rijke zegen waarmee God ons gezegend heeft. In de late brieven van Paulus die over onze bedeling gaan, lezen we hierover. God geeft ons veel meer dan “overvloed”. Deze overvloed die wij ontvangen heeft te maken met de verhoogde positie van christus. Over zijn verhoogde positie lezen we in Efeze 1:20 en 21 en Filippenzen 2:9. In ons is de kracht van christus werkzaam (Efeze 1:19). God toont straks de rijkdom van zijn genade (Efeze 2:6, 7). Wij zullen de liefde van christus leren kennen die de kennis te boven gaat (Efeze 3:19). Vanwege de kennis van christus die Paulus bezat beschouwde hij alles wat hem winst was als schade (Filippenzen 3:8). Als we in alles de Heer blijven verwachten, mogen we weten dat de vrede van God ons bewaakt (Filippenzen 4:7). De genade van God is zeer overvloedig, 1 Timotheüs 1:14.

*

Veel christenen menen net als veel moslims dat straks de Dag des Oordeels komt waarop eindelijk de ongelovigen worden gestraft. Maar zo simpel ligt het nou ook weer niet. Het oordeel heeft met de Doop te maken. De Bijbel kent 3 varianten van de doop:

1. in water, door Johannes de doper tijdens de bediening van Jezus. – Mattheus 11:11

2. In de geest; Efeziërs 4:5; 1 Kor. 12:13 voor hen die in genade leven volgens de overlevering van Paulus.

3. In vuur; om het kaf van het koren te scheiden. Allen die volgens de wet leefden, dus ook volgens de Sharia of de Tora worden in vuur gedoopt. Dit is het oordeel dat niet alleen de ongelovigen zal treffen maar ook degenen die volgens de Wet leven.

*

de wederkomst van Jezus geschiedt in 2 fasen;

– eerst komt hij voor de grote verdrukking terug om de ecclesia te halen die uit genade heeft geleefd. Als er in de dagen van Noach maar 8 personen waren gered van de 8 miljard hoeven we ons geen illusies te maken over dat er maar weinigen gered worden.

– Daarna komt hij terug voor Zijn volk Israel, als hij zijn voeten op de olijfberg zet, ongeveer zoals Neil Armstrong zijn eerste voet op de maan zette.

Voor de joden komt Hij als een dief in de nacht hetgeen erop duidt dat ze Hem wel verwachten maar niet verwelkomen. Voor ons is het wel duidelijk wanneer Hij komt: 1 Thess. 5:4. Het verschil tussen Zijn komst voor Israel en voor ons is zichtbaar in de redding van Dorcas door Petrus in Hand. 9:36 en de redding van Eutychus door Paulus in Hand. 20:9. Ook als je in slaap valt, zal Hij je halen bij de wegrukking.

De zegels:

1ste zegel: komst van de anti christ, Openbaring 6:2

2de zegel: oorlog tussen Oost en West, Openbaring 6:3

3de zegel: pest, Openbaring 6:3

4de zegel: graanprijs schiet omhoog en wordt 8 keer zo duur.

5de zegel: de grote verdrukking, Openbaring 6:9

*

Waarom besneed Paulus Timotheus wel en Titus niet? En ging hij niet tegen zijn eigen leer in van de onbesnedenen? Nou, Timotheus werd als jood beschouwd omdat zijn moeder jodin was. Onbesneden mocht hij geen enkele synagoge in en kon hij dus ook niet het evangelie preken. En dus werd hij bij wijze van uitzondering besneden door Paulus. Paulus ging nog steeds naar de synagogen in Handelingen 16 om er het evangelie te brengen, dat Jezus de verlosser van de joden was. Als hij iemand bij zich had die Jood en onbesneden was dan zou dit een grote hindernis zijn voor de joden om naar de boodschap te luisteren. De joden probeerden Paulus toch al op elke misstap te betrappen om hem aan te klagen en dit zou er ook één van zijn.

*

Hoe belangrijk tussenzinnen kunnen zijn, blijkt wel uit de passage van 1 Korinthe 15:20-28. Hierin verklapt Paulus tussen neus en lippen door het geheim van de opstanding van iedereen en niet alleen van de gelovigen. Hij vertelt hier dat iedereen in zijn eigen rangorde zal opstaan uit de dood en dat de dood de laatste vijand is die ongedaan gemaakt zal worden. In vers 29 pikt hij de draad weer op van vers 19. Dergelijke tussenstukjes zijn een goudmijn voor bijbel studenten. Efeze hoofdstuk 3 is ook een tussenstuk dat over de aionen gaat. En tenslotte is er Genesis 2:10-14 waarin de contouren van de wereld van voor de Zondvloed worden beschreven. Deze zag er in grote lijnen net zo uit als onze wereld. Al voor de Zondvloed waren de rivieren de Tigris en de Eufraat er. En ze zijn er nog steeds. De mogelijkheid bestaat dat de grote bergen er ook al waren zoals de Himalaya’s. De orthodoxe leer is dat ze door de zondvloed onder water stonden. Het water moet dan wel heel hoog gestaan hebben. De orthodoxe leer is dan dat de bergen voor de Zondvloed minder hoog waren. Misschien is dit zo maar een andere optie is dat ze bedolven werden onder het water dat van boven kwam; dus uit de hemel.

*

Al vroeg in de bijbel, in 2 Kronieken 9:21 vinden we enkele indische woorden. Dat is wel een exotische afwisseling naast de rest van de hebreeuwse tekst. Het gaat om de woorden ivoor, apen en pauwen. Deze woorden verraden bovendien dat er 2 Tarsisvloten waren; één vanuit Tyrus die naar Tarsish/Engeland voer en weer terug. En een Oostelijke vloot die om Afrika naar Tyrus voer en weer terug. Maar hoe zit het met die pauwen en apen? Mogelijk maakten de schepen een omweg door eerst naar India te varen om daar de pauwen en apen in te laden, waarna ze weer terug voeren en hun reis om Afrika vervolgden. In Egypte of Libië overwinterde de vloot om er graan te verschepen. Dit was dus de vloot van koning Hiram die samen met Tarshish/Engeland de wereldzeeën bevoer. Bij hem sloot zich bovendien koning Salomo aan.

*

Paulus noemt het ras van Goden als hij in Griekenland is. Daarmee citeert hij nota bene de dichters “Aratus van Cicilië” en Cleanthes van Lystra. Die hebben het natuurlijk over de goden van de Olympus met een verwijzing naar het Atlantis verhaal. – Handelingen 17:28.

http://spindleworks.com/library/rfaber/aratus.htm

*

In Jeruzalem was er in de tijd van Paulus al strijd om het leiderschap van de eerste gemeente. Jezus had duidelijk de 12 apostelen en Petrus uitgeroepen om het evangelie verder te brengen. Maar Jacob die de broer van Jezus was, trok veel volgelingen aan vanwege zijn bloedlijn en vleselijke positie. Zie Galaten 1:19. Hij trok de gelovigen weer terug naar de wet, daar waar Paulus juist genade probeerde te preken. Paulus bad in Romeinen 15:31 om verlost te worden van de wetticisten. Zie verder Handelingen 21.

*

Bewijs dat Jezus de zoon van God is: Johannes 5:26/1:4; Marcus 5:35-42; Lucas 7:11-16; Johannes 11:44. Hij wekt nogal wat doden op. God is een god van tijd (aionen) en van materie (kosmos). Als YHWH manifesteert hij zich als de god van tijd en als elohim als god van de kosmos. Elke kosmos (wereld) heeft een corresponderende aion. Dit weten we uit Efeziërs 2:2. Deze vers is de rosettasteen om de werelden die onze aarde gekend heeft te corresponderen met de bijbehorende aion.

2 Petrus 3:6 gaat over de toenmalige wereld van Genesis 1:1 tot 1:2. Deze wereld was goed geschapen maar eindigde in een chaos. En in de nederwerping van de wereld gevolgd door een complete duisternis.

2 Petrus 2:5 gaat over de oude wereld van voor de Zondvloed. Deze eindigde weliswaar met een grote vloed maar niet met een nederwerping of met een duisternis. Toen Noach eindelijk na zoveel dagen uit zijn ark durfde te stappen was er in elk geval licht.

*

Paulus in Athene

In het jaar 51 na christus bezocht Paulus Athene, de hoofdstad van Griekenland. Athene was een trotse stad en dat liet ze weten ook. Ze ging er prat op dat ze beroemde dichters, denkers en schrijvers had voortgebracht. Ook was ze de bakermat van de democratie en het intellectuele centrum van de beschaafde wereld. Geen wonder dat Lucas die we kennen van zijn evangelie en die waarschijnlijk scheepsarts was op het schip waarop Paulus als passagier mee voer, een verslag maakt van de toespraak die Paulus op de Areopagus houdt. Dit is een heuvel in Athene waar de geleerden met elkaar discussieerden. Het boek Handelingen is overigens het 2de deel van het verslag van Lucas. In Handelingen 17 is deze toespraak van Paulus op de Areopagus beschreven. Het verslag is in zoverre een hoogtepunt binnen het Nieuwe Testament omdat het de confrontatie beschrijft tussen het prille christendom en het ultieme heidendom.

Paulus brengt het nieuws van de redding door de opgestane christus in het bijzonder aan de filosofen. Die op hun beurt Paulus maar een rare snoeshaan vinden. Hij weerlegt hun filosofieën maar probeert zijn toehoorders wel serieus te nemen. Hij test de valse geest van de Atheense filosofen en laat hen zien dat deze niet uit God is. Hij citeert zelfs een Griekse dichter die Aratus heette en die veel geciteerd werd. Zoals Rusland Poesjkin heeft, zo had het Athene van Paulus Aratus. In Handelingen 17:28 citeert Paulus de Phaenomena van Aratus om de Atheners te laten zien dat hun religie heidens is. Hij was dus goed op de hoogte van wat de dichters en filosofen in zijn tijd naar voren brachten. Hij gebruikt niet voor niets een dichter die de Atheners bij voorbaat respecteerden.

Hij gebruikt de taal van de stoïcijnen en de epicuristen die op dat moment in zwang waren in Athene. De leer van de stoïcijnen komt erop neer dat voor de mens alles globaal van tevoren bepaald is maar dat de mens een vrije wil heeft om hierop te reageren. Het komt er dus op aan op de reactie van de mens op wat op hem afkomt. Dit gaat dus in tegen het bijbelse principe dat de mens wel een eigen wil heeft maar geen eigen vrije wil. De epicuristen geloofden niet in voorbestemming hoewel ze niet uitsloten dat er goden waren. Hun leer was om van het leven te genieten en een leven zonder pijn te leiden. Paulus weerlegt hun opvatting dat goden in tempels aanbeden moeten worden c.q. Dat ze met beelden aanbeden moeten worden. Paulus citeert Aratus in zoverre dat ook de laatste meent dat mensen zich van hun afgoden moeten bekeren. Ook het veelgodendom van de stoïcijnen is een afwijking van de ene ware God die zich in Christus heeft geopenbaard. Op deze Areopagus werd meer dan alleen gediscussieerd. De bijnaam was de heuvel van Mars. Deze heuvel was tevens de plaats waar de eerste rechtspraak plaatsvond die ooit door de godin Pallas Athene in het leven geroepen was. Door de opkomst van de democratie verloor deze rechtspraak op de Areopagus heuvel aan betekenis. In de dagen van Paulus werden er mogelijk religieuze zaken besproken. Sommigen hebben geopperd dat Paulus zich verdedigde tegen de aanklagers omdat hij vanwege zijn religieuze overtuigingen in een proces was terecht gekomen.

Paul begint met een compliment aan de toehoorders. Hij noemt hen erg religieus (vers 22). De vele tempels en afgodsbeelden waren hem natuurlijk niet ontgaan. Maar de toehoorders zijn niet onder de indruk van zijn geslijm. Zijn 2de poging om de toehoorders aan zich te binden is specifieker. Hij wijst hen op een inscriptie in een altaar met als tekst: “aan de onbekende god.” Paulus legt hen uit wie die onbekende god is, namelijk de god die zich in christus heeft geopenbaard. Afgoderij is het eerste kind dat sneuvelt in het betoog van Paulus. Hij raakt hiermee aan het hart van het Griekse religieuze denken. De goden van de Olympus werden van oudsher geëerd maar in de dagen van Paulus waren ze steeds meer van hun menselijkheid en lichamelijkheid ontdaan. De stoïcijnen die in Handelingen 17:18 worden genoemd dachten dat Zeus geen menselijke vorm had maar een kracht was die alle dingen en wezens infiltreerde. Een heilige geest dus maar dan wel een heidense heilige geest. Ze noemden dit principe de rede ofwel in het Grieks, de Logos. Zeus was dus volgens de stoïcijnen een kracht zonder lichaam. Deze gedachte, hoe fout ook, kwam al dichter in de buurt van de verklaring van Paulus dat je God niet langer in een tempel kon aanbidden. (vers 24). En dus kan God ook niet aanbeden worden als een mens. Hij gebruikt dezelfde taal als de stoïcijnen maar preekt niet dezelfde filosofie. Als je Jesaja 42:5 en Exodus 20:11 erbij pakt dan zie je dat Paulus’ beschrijving van God de schepper puur bijbels is. Hij haakt alleen in op hun zienswijze dat hun God, Zeus de schepper van het heelal is. Paulus citeert Aratus om aan zijn toehoorders aan te geven dat God niet door menselijke voorstelling kan worden uitgebeeld in kunstwerken. Hand. 17:29.

De dichter Aratus en zijn gedicht Phaenomena

Aratus leefde in de 4de en 3de eeuw voor christus. Hij kwam vermoedelijk uit dezelfde streek als waar Paulus vandaan kwam, Cilicië. Hij studeerde de stoïcijnse filosofie in Athene aan een school die ooit door Zeno was opgericht. Hij schreef een editie van Homerus’ Odysseus maar het enige werk dat bewaard bleef is Phaenomena. Het is uit dit gedicht dat Paulus in Hand. 17:28 citeerde. Het gedicht gaat over de sterren en het weer. Hesiodus had ook al eens zoiets geschreven dat als titel “Astronomie” heette.

Aratus was geïnspireerd door Homerus en Hesiodus.

Zijn gedicht viel in goede smaak, ook mij de Romeinen. Cicero vertaalde het werk in het Latijn en Vergilius was ook door Phaenomena geïnspireerd toen hij Georgics schreef. En dat terwijl het gedicht op het eerste gezicht een almanak voor boeren leek met geklets over weer en sterren. De Stoïcijnse filosofie is ook terug te vinden in Phaenomena. De openingszin gaat over de almacht van Zeus. Het gedicht gaat ongeveer zo:

Want elke straat en elke marktplaats is vol van Zeus.”

Zelfs de zee en de haven zijn vol van zijn godheid.

Want wij zijn zijn nakomelingen.”

We hebben al gezegd dat Zeus werd gezien als een kracht of als een heidense heilige geest die alles en iedereen infiltreerde en ook in alles en iedereen resideerde. Dat kon je ook zien: de straten en marktplaats waren vol van Zeus en van beelden van hem. Hij was een pantheïstische god geworden. De mens is onderdeel van een geheel en is zo zijn bestaan verschuldigd aan Zeus. Aratus zegt letterlijk dat wij als mensen van hetzelfde ras zijn als Zeus. De antieke weergod is dus door de stoïcijnen veranderd in een abstracte kracht die de hele wereld doordrenkt. Paulus citeert deze vers om de absurditeit van deze hele gedachte aan te tonen. Handelingen 17:24-31 verklaren de woorden van Paulus die niet zozeer meegaat in de Hellenistische visie dat de mens nageslacht is van Zeus maar wel dat God zichzelf als schepper openbaart in het Oude Testament. De mens was geschapen naar het beeld van God zoals onthuld werd in Genesis 1:26-27.

Paulus citeert de zin “want wij zijn Zijn nakomelingen” niet op de manier zoals de stoïcijnen dit doen. Hij wil er juist mee aangeven dat God gruwt van afgoderij. In vers 24 had hij al gezegd dat God niet in een plaats woont die door mensenhanden is gemaakt. Nadat hij Aratus heeft geciteerd zegt hij nog eens dat de godheid niet zoiets is als goud, zilver of steen (vers 25). Het kan ook zijn dat hij ene Aristobulus citeerde, een jood die op zijn beurt Aratus had geciteerd. Ook was er een andere Griekse dichter die Cleanthes heette en ook over de nakomelingen van Zeus had gedicht. Paulus heeft hier het 2de gebod voor ogen dat zegt dat je geen afgodsbeelden mag maken. Zie Leviticus 26:1. De stoïcijnen hadden terecht gezegd dat als de mens een nakomeling is van God, dat God dus niet als een dood object kan worden voorgesteld. Paulus zegt zelf dat Gods eeuwige macht en kracht zichtbaar is in de schepping (Romeinen 1:20). Paulus benadrukt ook dat de gelovigen de tempel van God vormen en dus zal een tempel vol met afgodsbeelden niks te maken hebben met het aanbidden van God. Zie ook 2 Korinthe 6:16. Zijn conclusie is dat de Atheners die zichzelf zo intellectueel vonden de glorie van een onsterfelijke god hadden ingeruild voor beelden die de sterfelijke mens uitbeeldden.

Paulus is het ook niet eens met het begeleidend principe dat de stoïcijnen voor God gebruiken. Hij beweert juist dat God de schepper is, een echte realiteit. In vers 25 zegt hij dat God de schepper is van het heelal en dat Hij dus geen menselijke afgoderij nodig heeft. Mogelijk had Paulus hier Psalm 50:7-15 in gedachten waarin God zegt dat hij geen offers van stervelingen hoeft. Alles onder de hemel en in de hemel is immers van Zijn hand. Ook laat Paulus zien dat God niet alleen schepper is maar ook een rechter die straks zal oordelen. Dit lijkt in niks meer op de theologie van de stoïcijnen en epicuristen. Tenslotte leert hij de eigenwijze Atheres dat hun redding in de opgestane christus is die de dood heeft overwonnen. Hij weerlegt niet alleen hun theologie en filosofie maar spoort hen ook aan om de redding te aanvaarden die in christus is. In vers 30 zegt Paulus dat de Atheners zich vroeger nog konden verschuilen achter het aanbidden van een onbekende god. Maar nu God zich geopenbaard heeft in Zijn zoon die inmiddels de dood had overwonnen, hebben ze geen smoes meer. Er komt namelijk een oordeel en de Atheners kunnen zich al hun filosofieën ten spijt maar beter bekeren. God heeft de verzekering van het toekomstig oordeel gegeven door zijn zoon op te wekken uit de dood. Jezus en de opstanding zijn inderdaad de belangrijkste thema’s van zijn toespraak. Het mocht niet baten; de meeste Atheners haakten af maar een enkeling was geïnteresseerd in wat Paulus gezegd had, onder wie ene Dionysius en Damaris. De filosofische intellectuele Atheners konden in elk geval niet meer zeggen dat de boodschap van de redding in christus nooit aan hun verkondigd was.

*

De Schipbreuk van Paulus op Malta

De keizerlijke garde van Augustus (Handelingen 27:1-2)

Paulus wordt met wat andere gevangenen overhandigd aan een centurion van de keizerlijke garde van Augustus. In Caesarea gaat hij aan boord. Hij heeft 2 metgezellen die op zijn hand zijn: de schrijver van Handelingen, genaamd Lucas en ene Aristarchus. Volgens enkele inscripties zou er in de eerste eeuw na Christus in Palestina zoiets hebben bestaan als de keizerlijke garde van Augustinus. Maar historisch bewijs leert ons dat het de plicht van de centurions in het leger was om gevangenen te begeleiden. Het ging dus niet om de centurion van een hulpkonvooi of hulplegioen die Paulus begeleidde. De term Keizerlijke garde van Augustus duidde blijkbaar op de troepenmacht van de keizer. Ene Plinius schrijft veel later dat er inderdaad ooit een romein was geweest die onderweg naar rome in gevangenschap 2 slaven mocht meenemen. Mogelijk doelde hij hiermee op Paulus. Dus het kan zijn dat Lucas en Aristarchus inderdaad mee mochten als medewerkers van Paulus. Maar ze waren waarschijnlijk ook gewoon medepassagiers.

Van Caesaria naar Myra (Hand. 27:3-5)

Het schip verlaat Caesaria en komt de volgende dag aan in Sidon. Als ze Sidon verlaten worden ze door de wind een andere richting op gestuwd dan ze willen. Ze passeren het Noord Oosten van Cyprus. Deze westenwind plaatst de gebeurtenis in de vroege herfst. Ze moesten ten Noordoosten om Cyprus heen om de tocht westwaarts te vervolgen. Handelingen 27:9 bevestigt ook dat het vroege herfst was. Pas toen hun boot de kust van Cilicië in Zuid Turkije bereikte, konden ze de vaart erin zetten. Ze maakten ook gebruik van zeestromen maar als er een westenwind stond dan duurde een tocht van Sidon naar Myra 9 dagen zeilen.

Het Egyptische graanschip (Handelingen 27:6)

Als ze aankomen in Myra, zet de centurion Paulus en de andere gevangenen over op een graanschip uit Alexandrië dat op weg is naar Rome. Een schip uit Alexandrië kon in de herfst niet direct in Noordwestelijke richting varen naar Rome. Het moest eerst naar het Noorden varen, naar Myra. Dit kwam door de Westenwind. Dezelfde westenwind die Paulus snel naar Sidon had gebracht vanuit Caesaria, zorgde ervoor dat zijn schip ten Noorden langs Cyprus moest varen en dat het schip uit Alexandrië eerst naar Myra moest. Lucas zegt in Handelingen 27:2 dat het schip dat ze in Caesaria namen een aantal plaatsen aandeed in Zuid Turkije en dus niet direct naar Rome voer. Myra was een grote overstaphaven voor schepen. Het is dus niet vreemd dat Paulus hier aankwam en van schip moest wisselen. Van Myra naar Kreta (Handelingen 27:7-8). Het betreffende Egyptische graanschip vaart moeizaam voort. Met veel moeite bereikt het de stad Cnidus omdat het zoveel tegenwind had. Vanaf hier besluit de kapitein Zuidwestelijk te varen om het zuiden van Kreta te bereiken. Nadat ze eerst Kaap Salomé bereiken aan de Oostflank van het eiland, varen ze langs de zuidkust. Met veel moeite bereiken ze een haven die Kali Limenes ofwel Goede Havens heette. De afstand van Myra tot Cnidus is niet zo groot en kon in een dag overbrugd worden. Maar Lucas meldt dat ze er enkele dagen over doen, door de tegenwind.

Het schip kon moeilijk verder westelijker komen dan Cnidus en ging dus Zuidwestelijk varen om achter Kreta terecht te komen. Dit zegt ons dat de wind van richting was veranderd. De wind zou nu uit Noordwestelijke richting komen anders konden ze met een Westelijke wind de Egeïsche Zee hebben bereikt ten Noorden van Kreta. Met een Zuidwesten wind hadden ze nooit Kreta kunnen bereiken. Vanaf Kaap Salomé voeren ze langs de Zuidkust van Kreta waarbij het eiland als een windscherm tegen de wind diende. In de plaats Goede havens wachtten ze op een verandering van de windrichting.

*

De storm

Ze zeilen naar Foenix (Hand. 27:12)

Het was na de Joodse Verzoeningsdag van Midden Oktober toen de wind van richting veranderde. Er kwam nu een zuidenwind en de kapitein besloot direct naar Foenix te varen dat in het Westen van Kreta lag. Omdat het al laat in het seizoen was, was zijn beslissing niet zonder risico. Lucas meende dat Goede Havens geen geschikte plaats was om er te overwinteren en daarom wilden de kapitein en bemanning naar Foenix doorvaren. Het gevaar van een plotseling opkomende storm die het schip kon breken was zeker aanwezig. Het kan zijn dat de kapitein een landrot was die geen verstand had van de zee. Rome had in dit seizoen meestal graantekort en en dus bood keizer Claudius waaghalzen een extra bonus in het vooruitzicht als ze toch de overtocht waagden in het naseizoen. Vanuit Foenix was het eenvoudiger om naar Rome te varen. De exacte locatie van Foenix is ook onbekend. De plaats die overeenkomt met de beschrijving van Lucas heeft te ondiep water maar dit kan vroeger anders zijn geweest.

De storm (Hand. 27:13-20)

Na zijn vertrek uit Goede Havens, bleef het schip vlak langs de kust van Kreta varen. Dit bewijst dat Lucas een goede observator was maar geen zeeman. Het schip had geen keus. Kaap Matala ligt 7 kilometer ten zuidwesten van Goede Havens. Het schip moest oppassen dat het niet tegen de kust van Kreta verpletterd zou worden en daarom afstand houden. Vanaf Kaap Matala was het 34 mijl naar Foenix en ze konden binnen enkele uren over zijn met de zuidenwind in hun rug. Maar het ergste gebeurde: het weer sloeg om en een storm kwam op vanaf het vasteland van Kreta met zijn hoge bergen. Het schip moest keren en zelfs vluchten. De zeelui noemden deze wind “Euraquilo. Het is een sterke Noordoosten wind. Lucas schrijft dat ze op de vlucht voor de wind tijdelijk konden schuilen achter een klein eiland dat Clauda heette (Cauda) dat ten zuidwesten lag van Kaap Matala.

Nu hadden de zeelui 2 mogelijkheden: of wegvluchten voor de storm en op de kust van Noord Afrika geworpen worden. Blijkbaar was dat een nachtmerrie scenario. Of ze konden het schip verstevigen met touwen en tegen de storm in proberen te varen. Omdat we weten dat het schip bij Malta schipbreuk leed, weten we dat het tegen de wind in voer. Terwijl ze achter Clauda schuilden, deden ze 3 dingen; eerst haalden ze de reddingssloep binnenboord die al die tijd aan een touw achter de boot had gehangen. Vervolgens versterkten ze het schip met touwen er omheen. En ze haalden het grootste zeil omlaag. Lucas schrijft dat het schip 14 dagen lang in de Adriatische zee rond dobberde en dat de storm ook zolang duurde. Deze zee betrof vroeger een groter gebied dan nu en reikte zover als Sicilië en Kreta. (vers 17:27). Na deze 14 dagen kwam de lang gevreesde schipbreuk op het eiland Malta. Aan boord van het schip waren 276 mensen. Van Clauda tot Malta is 477 mijl. Volgens Lucas duurde deze tocht 14 dagen.

De schipbreuk

Middernacht op de 14de dag; Handelingen 27:27-32

Op Malta is een inham die de naam Baai van Paulus heeft. Volgens Lucas “dachten” de zeelieden dat ze dichtbij land waren. Ondanks de harde storm hadden ze toch nog gevoel voor land in zicht. Mogelijk hoorden ze de golven tegen de kust botsen. We hebben ook het verslag van een schipbreuk in de 19de eeuw in dezelfde locatie. Het was een Brits schip dat de baai vanuit het Oosten naderde en waarbij de zeelui het Punt van Koura als eerste zag. Mogelijk zagen de zeelui van Lucas deze landengte in zee ook. Toen het schip met Lucas en Paulus aan boord op een afstand van 15 fatoms de kust van Malta naderde, gooiden de zeelui het anker uit, uit angst om anders op de klippen te lopen. Een anker uitgooien, in het hart van de storm is het stomste wat je kunt doen. Maar de kleiïge ondergrond van de baai van Paulus was stevig genoeg om het anker vast te houden. Het anker was van achter het schip uit gegooid. De wind zou nu het voorsteven van het schip bijsturen in de richting van de baai. Terwijl dit gebeurt, dreigt er bijna muiterij. Een paar zeelui laten stiekem de reddingsboot in het water vallen onder het voorwendsel dat ze ankers neerlaten. Maar eigenlijk willen ze vluchten. Dit zou overigens een zelfmoordpoging zijn om middenin een storm in het donker de kust proberen te bereiken. Blijkbaar zijn ze erg wanhopig. Maar dit betekent niet dat de passage verzonnen is.

Het wrak (Hand. 27:33-44)

In de ochtend herkende niemand de kustlijn van Malta. Hetgeen niet zo vreemd was aangezien de haven aan de andere kant van het eiland was. Wel zagen ze een zandstrand dat er thans niet meer is. Wat er vervolgens gebeurt is dat de roeiriemen worden losgemaakt, dat de ankertouwen worden doorgesneden en dat het voorzeil wordt opgeheven. Waarschijnlijk is het hoofdzeil gescheurd door de storm. In vers 27:41 zegt Lucas dat het schip aan de grond loopt op een zandbank. Het kan ook gaan om een vaargeul tussen 2 zandbanken in. Dit kan in de buurt zijn geweest van het kleine Salmonetta eiland dat vlakbij de haven ligt. Het achtersteven van het schip brak door de kracht van de golven maar de voorsteven niet. De passagiers bereikten de kust door er naartoe te zwemmen of door zich vast te klampen aan drijvend materiaal als planken. Wonderlijk genoeg overleefde iedereen het. Even wonderlijk was het dat het schip niet verder in tweeën brak.

Van Malta naar Rome; Handelingen 28

Toen ze aangespoeld waren op het eiland hoorden ze van de eilandbewoners dat ze op Malta waren. Het regende en die regen was erg koud. De eilandbewoners waren barbaren maar hen bij wijze van uitzondering goed gezind aangezien schipbreukelingen meestal werden vermoord of als slaaf werden verhandeld. De eilandbewoners verzamelen hout en bouwen een vuur voor de drenkelingen. Als Paulus wat takken op het vuur gooit, floept er een slang uit het hout en deze bijt hem. De eilandbewoners verwachten dat Paulus het lootje legt maar er gebeurt niets en vervolgens denken ze dat hij een god is. In het hedendaagse Malta zijn er haast geen bomen meer en al helemaal geen giftige slangen. In de tijd van Paulus waren veel eilanden in de Middellandse Zee begroeid met bossen. Of er giftige slangen waren, is niet bekend afgezien van deze passage in Handelingen. In vers 7 zegt Lucas dat ze vervolgens te gast zijn op Malta bij een man die Publius heette en die de eerste man van het eiland werd genoemd. Oude manuscripten leren ons inderdaad dat er zo’n rang en positie op het eiland was. In vers 11 zegt Lucas dat ze 3 maanden in Malta bleven voordat ze door voeren naar Italië. Waarschijnlijk was dit half februari. Vanaf de haven in Malta voeren ze naar Syracuse in Sicilië en daarna naar Rhegium in Italië. Daarna kregen ze een zuidenwind en deden ze er 2 dagen over om naar Puteoli te varen. Dit was de algemene opslaghaven voor Egyptisch graan en de 2de haven na Ostia bij Rome.

Paulus verbleef een week in Rome. Mogelijk vond de centurion het oké om even te pauzeren na alles wat er gebeurd was. Paulus kon nu alvast bij de gemeente in Rome langs gaan. Ook zal hebben meegespeeld dat Paulus een Romeins staatsburger was. Mogelijk had het er ook mee te maken dat de herbergen in de haven van slechte kwaliteit waren omdat ze verplicht waren om een deel van hun voorraad af te staan aan soldaten en overheidsdienaren. De centurion heeft misschien hulp nodig gehad van de christenen die Paulus er ontmoette. Toen Paulus na al deze tegenslagen in Rome aankwam, werd hij 2 jaar in de bajes gezet in afwachting van zijn rechtszaak. We weten niet of de rechtszaak daadwerkelijk plaatsvond. Er is een traditie uit de 2de eeuw die beweert dat Paulus inderdaad voor het gerecht kwam maar dat hij vrijgesproken werd en dat hij daarna op missie naar Spanje ging waar hij opnieuw werd opgepakt. Hij werd opnieuw naar Rome gebracht en onder Nero terechtgesteld. Of dit verhaal klopt zullen we nooit weten.

*

de antichrist zal het ultieme teken van God nadoen; namelijk vuur uit de hemel op aarde laten neerdalen, op verzoek. Zie 1 Koningen 18:24; Openbaring 13:13. En hij zal een geest aan het beeld van het beest geven in Openbaring 13:15.

*

De termen Oud en Nieuw Testament zijn ongelukkig gekozen en net als de benaming Openbaring van Johannes onbijbels. En als iets onbijbels is dan zit de kerk erachter. Ik heb altijd geleerd dat het Oude Testament Hebreeuws was en het Nieuwe Testament Grieks. Dit Nieuwe testament zou bij Mattheüs beginnen. Een Testament is trouwens een nalatenschap van iemand die dood is. Jezus was weliswaar dood maar hij was ook weer opgewekt uit de dood. Dus het woord Testament is ongelukkig gekozen. Het woord verbond is een beter woord. Maar ook dan is het mysterie van het oude en nieuwe verbond nog niet helder verklaard. Ik heb een hele tijd gedacht dat het nieuwe verbond ergens in Handelingen 13 begint daar waar Paulus voor het eerst afzwaait naar de natiën. Het hele stuk ervoor, inclusief de evangeliën van Mattheus, Lucas, Markus en Johannes horen dan nog bij het Oude Verbond omdat Jezus speciaal voor de joden kwam. Bekend was al dat ooit de natiën zouden worden gezegend maar dan wel via Israel. Paulus doet in Handelingen iets wat tegen alle verwachtingen ingaat. Hij brengt de nieuwe genadeboodschap onafhankelijk van Israel naar de natiën, te beginnen met Griekenland. Dit was hem nooit zo snel gelukt als de personage van Heracles niet een beetje op die van Jezus had geleken. Maar dat is even een ander verhaal.

Op dit moment ben ik in nieuw vaarwater terechtgekomen met mijn theorie. Ik denk dat er misschien helemaal geen nieuw verbond is, laat staan een nieuw Testament. Het nieuwe verbond was aangekondigd in Jeremia 31:31-34 en treedt pas in werking NA de grote verdrukking, als Jezus is terug gekeerd op aarde en als hij het nieuwe Israel uit de volkeren vergadert. Het oude verbond was ook niet per sé Hebreeuws maar was het verbond dat met Israel was gemaakt op de berg Sinaï. Dit was een bilateraal verbond. De Joden deden hun best voor God die hen op hun beurt tegemoet kwam. Het nieuwe verbond zal ook voor het nieuwe Israel zijn maar eenzijdig uitgaan van Jehova, de God van de materie en de wereld. YHWH is de titel van de God van de aionen.

En hoe zit het dan met de genade boodschap van Paulus aan de natiën buiten Israel om? Ik kan voorlopig alleen maar vaststellen dat dit helemaal geen verbond is maar een anomalie in Gods plan. ik heb heel lang gedacht dat het Nieuwe Testament in handelingen 13 begon en zeker niet in Mattheus. Maar nu durf ik nog een stap verder te gaan. Er is helemaal geen nieuwe Testament. Er was ooit zoiets als een oud verbond dat God met Israel sloot op de berg Sinaï in Saudi Arabië. Dit was een bilateraal verbond. De joden moesten zich inzetten voor God die op zijn beurt de joden rechtvaardigheid schonk. In Jeremia 31:31-34 wordt er gesproken van een nieuw verbond. Maar dit gaat pas in, NA de grote verdrukking. Het geldt bovendien opnieuw voor het in ere herstelde Israel en zal dan unilateraal zijn. De genade komt dan eenzijdig van God. In de tussentijd zitten we noch met het oude, noch met het nieuwe verbond. De klok staat al 2000 jaar stil en in feite zitten we in een tussentijd. Paulus noemt onze episode het evangelie van de onbesnedenen, namelijk voor de heidenen die in Jezus geloven.

*

Nemen we de Babylonische ballingschap als referentie dan waren de profeten voor die tijd Jesaja, Jeremia, Hosea, Amos, Joel, Obadja, Jona, Micha, Nahoem en Habbakuk. Deze profeten waren op de hoogte van de eerste komst van Jezus. De profeten NA de ballingschap waren op de hoogte van de 1ste en 2de komst van Jezus. Tussen beide gebeurtenissen plaatsten ze Israel in ballingschap. De profeet Ezekiel ziet verder en ziet het einde van de 4de aion ofwel van het Messiaanse koninkrijk. Net zoals Johannes en Petrus dit zagen. Paulus gaat verder. Hij ziet ook het einde van de 5de aion, als de Zoon zijn taak neerlegt omdat regeren niet meer nodig is. Daarna zal God alles in allen zijn. veel mensen denken dat er 4 evangeliën zijn net zoals ze denken dat er 2 testamenten zijn. Er zijn maar 2 evangeliën; die voor de besnijdenis en voor de onbesnedenen:

1: evangelie voor de besnijdenis (Israel) om gerechtvaardigd te worden moest je aan wat criteria voldoen: A. gedoopt worden; B. je bekeren (Hand. 2:38); C. goede werken verrichten (Jacob 2:14).

2. Evangelie voor de onbesnedenen: alleen uit geloof; Romeinen 8:1.

*

De anti christ is mogelijk de personage in Openbaring 13:11. Of hij ook de personages is in 2 Thess. 2:8; Ope. 13:1; Daniel 9:26 moet verder uitgezocht worden. Maar waarschijnlijk wel. En mogelijk is hij ook dezelfde personage als in Mattheus 24:24; Marcus 13:22. Noot: misschien is de personage in Daniel 9:26 toch christus.

Hoe kun je de geest van de anti christ herkennen?

1. Ontkenning dat Jezus de christus is.

2. Verloochenen van de Vader en de Zoon.

3. Ontkenning van dat Jezus 2000 jaar geleden in het vlees kwam. (1 Joh. 4:3).

4. Ontkenning dat Jezus terugkomt in het vlees (2 Joh. 7).

Punt 4 is nooit geassocieerd met openlijke oppositie maar met geheime misleiding.

*

Gods plan met de schepping is verdeeld in 5 aionen. Van de eerste aion weten we niet veel. Deze bevond zich tussen Genesis 1:1 en 1:2. Tussen beide verzen zit dus een hele aion verstopt. Maar we weten niet hoelang deze duurde. Misschien was het de periode voordat Eva van de vrucht at van de Boom van kennis van Goed en Kwaad. Dus de korte tijd dat Adam en Eva in de Tuin van Eden waren voordat de zonde er zijn intrede deed.

Maar het kan ook zijn dat er nog een andere, voorgaande periode mee wordt bedoeld. Deze eerste aion werd afgesloten met de nederwerping van de wereld. In vers 2 staat dat de wereld in chaos verkeerde, wat enigszins aan het boek van Velikovski doet denken: Werelden in Botsing. Jesaja 45:18 zegt dat God de wereld natuurlijk niet in een chaos schiep. Dus is er iets gebeurd waardoor deze chaos kon ontstaan. Tot zover de eerste aion. De 2de aion was de wereld tot aan de Zondvloed van Noach. Daarna kwam de 3de aion waarin we nu zitten en deze zal worden afgesloten met de grote verdrukking. Onze aion heet de Dag van de Mensen. 1 Kol. 4:3. De 4de aion is de dag van de Heer en de 5de aion is de Dag van God. De 4de en 5de aion zijn de goede aionen waarin alles recht wordt gezegd. Ze staan in schril contrast met onze huidige aion en ook met de 2de. Ze worden wel de aionen der aionen genoemd, hetgeen dus dubbel meervoud is en nooit op een eeuwigheid kan slaan, zoals een eeuwige hel.

De uitdrukking aionen der aionen staat in: Openbaring 1:6, 18; 4:9, 10; 5:13; 7:12; 10:6; 11:15; 14:11; 15:7; 19:3; 20:10; 22:5.

*

Vanaf het 20ste jaar van Ataxerxes (Nehemia 2:1-5) tot de binnenkomst van christus in Jeruzalem (Lucas 19:37, 44) is 173880 dagen ofwel 69 jaarweken. Een jaar heeft hierbij 360 dagen.

*

Is God onze letterlijke of metaforische Vader?

Jezus is onze letterlijke redder, dus waarom zou God niet onze letterlijke Vader zijn? Op aarde werkt het zo dat mannen bij vrouwen kinderen verwekken. Misschien kunnen we ook zo naar God kijken; dat Hij geestelijke lendenen heeft en geestelijk zaad. God brengt als Vader zijnde een familiaal potentieel tot stand waarin de Vader en moeder en de Zoon en dochter verborgen zitten. Hoe konden Adam en Eva opeens hun gender eigenschappen krijgen? Met hun schepping werd een groot geheim van God geopenbaard. God is de Eeuwige die steeds meer zichzelf wordt, vanuit de diepten van Zijn eigen wezen. Eerst werd de Zoon vanuit God voortgebracht en vanuit de Zoon werden nieuwe Zonen geroepen. Het boek Hebreeën laat zien hoe Jezus Zijn Vader dankt voor de kinderen die deze Hem heeft gegeven; de kinderen die de Vader aan de Zoon gaf. Net zoals Abraham door Izaak te verwekken ook het zaad doorgaf waarmee Izaak kinderen verwekte. Alle kinderen en kleinkinderen van Izaak kwamen uit dat ene zaad van Abraham voort. Doordat God een Zoon verwekte, werd Hij zomaar Vader. Deze ene Zoon verwekt nog steeds geestelijke kinderen. De gelovigen gaan straks niet zomaar naar de hemel. Ze gaan terug naar hun Vader. In Efeziërs 3:14-15 lezen we hier over. Elke paternalistische groep die van buitenaf door christus aan God wordt toegevoegd is van binnen uit God.

Het woord verantwoordelijkheid staat niet in de bijbel, de joden werden zelfs geacht om het koninkrijk af te wijzen en om de messias niet te erkennen. Hadden ze Hem wel aanvaard, dan klopte de profetie niet en was Hij de valse messias geweest. Johannes 19:37; de bijbel kent 5 werelden die met 5 aionen corresponderen. Voordat het koninkrijk van Christus opgezet gaat worden, zal er tussen elke oude en nieuwe aion een oordeel komen. Als de Joden Hem ontvangen hadden dan was het koninkrijk niet gekomen. Het woord verantwoordelijkheid is dus onbijbels. We mogen blij zijn dat de Joden hun verantwoordelijkheid niet hadden genomen. Dan waren wij er niet geweest want dan waren de heidennatiën uit elkaar gespat. De huidige merkwaardige bediening van de afgelopen 2000 jaar was als geheim verborgen gebleven in God (Efeziërs 3:9).

*

Johannes 14:2: mijn vaders huis heeft veel woningen. Slaat op de tempel in Jeruzalem. In de muren ervan waren veel ruimtes en portalen en verblijfplaatsen gemaakt voor de priesters en Levieten die er verbleven. Heeft dus niks met hemelse woningen te maken. De hemelse bestemming was immers nog niet bekend gemaakt tot aan Paulus die deze vanuit de gevangenis openbaarde. De vrijzinnig protestanten maken er een ruimdenkend verhaal van; namelijk dat deze vers te maken heeft met een grote tolerantie van God, NRC Handelsblad, dec. 1994. Het woord kwetsbaar wordt er ook weer bij gehaald.

*

Komt onze redding van God alleen of moeten we hier zelf ook iets voor doen? Duidelijk is dat God ons zijn zoon schonk zonder dat we erom gevraagd of gebeden hadden. Jezus was overgeleverd aan de heidenen omdat God dit wilde en niet omdat de heidenen dit wilden. In Jesaja 46:9-10 lezen we over de almacht van God. In Jesaja 53:10 lezen we dat God zijn Zoon zal laten verbrijzelen, opnieuw, zonder dat iemand hierom gevraagd had. In Johannes 6:29 lezen we ook dat het Gods werk is als we in Christus geloven. Jezus is alles wat God aan de mensheid te melden heeft. De hele Schrift verwijst naar Hem en is niet goddelijk geïnspireerd maar geëxpireerd, Jesaja 55:11. Vroeger sprak God tot ons door de profeten, nu door de Zoon, Hebreeën 1:2. Zo is geloof het geschenk van onze Vader, die God is, Efeze 2:8-9. Dit geschenk kan niet worden afgewezen. God schiep ons zonder onze toestemming, zo legt Hij ook het geloof in ons. Wel kan er een tijdelijke afwijzing volgen. Jezus werd door de Joden afgewezen en eigenlijk ook door het christendom dat niks van genade snapt. Andersom: als de Joden het Koninkrijk van God niet hadden afgewezen dan was ons genade-tijdperk niet aangebroken. Maar ook deze afwijzing van de Joden is tijdelijk want God sluit een nieuw verbond met hen. Het Woord van God is uitgezonden om Zijn wil en werk te doen. Een tijdelijke afwijzing van Zijn Zoon hoort daar ook bij.

*

Johannes 13:18; over het verraad van Judas. Het spectaculaire van het verhaal is dat Jezus andersom Judas niet heeft verraden. Hij had aan de rest van de groep duidelijk kunnen maken wie Hem over zou leveren aan de Romeinen. Dat heeft Hij niet gedaan.

*

het echte thema tussen Jezus en Pilatus was dat de vraag of hij bezig was om de heerschappij in Rome omver te werpen. Was dat niet zo, dan kon Hij gaan. De werkelijke grond waarom Hij veroordeeld was, had te maken met religieuze zaken. Daar was Pilatus niet geïnteresseerd in en dus kon Jezus feitelijk gaan. Pilatus dreigde Hem nog dat hij hem kon laten executeren. Waarop Jezus antwoordde dat Pilatus zijn autoriteit alleen van boven kreeg. Er stond nog een hemelse macht boven hem. Pilatus vroeg Hem of Hij de Zoon van God was. Daar kreeg Pilatus geen antwoord op. Maar Pilatus begreep dit zwijgen beter dan wanneer Jezus hem direct antwoord had gegeven. Het is duidelijk wie hier de angsthaas is. Feitelijk zou Jezus moeten sidderen van angst nu hij voor Pilatus stond maar het was omgekeerd.

*

In Johannes 13:37 zegt Petrus dat hij zijn ziel voor Jezus wil afleggen. Waarschijnlijk is dit in vervulling gegaan toen Petrus in Babylon werd gekruisigd.

*

In Johannes 21:23 zegt Jezus dat zijn geliefde discipel Johannes blijft tot Hij terugkomt. Betekent dit dat Johannes 2000 jaar oud is? En waar is hij dan? Mogelijk is deze profetie in vervulling gegaan toen Jezus hem in de geest meenam naar de Dag des Oordeels. Zie Openbaring 1:1. In de geest wordt Johannes mee gevoerd naar een toekomst die voor ons nog niet bestaat. Hij is in de geest letterlijk aanwezig bij de joden van de Eindtijd die het zwaar te verduren hebben. Dus in de geest blijft hij inderdaad aanwezig tot Jezus terugkomt. En zo weten wij ook zeker dat Hij terugkomt want Johannes heeft Hem gezien.

*

Het boek Handelingen is een voortzetting van Lucas. Petrus opent voor de joden de deur van het koninkrijk daar waar Paulus hem later weer dichtgooit. De continue afwijzing van het koninkrijk door de Joden is een centraal punt in Handelingen. Ergens vindt er een kettingreactie plaats als Stefanus wordt gestenigd, waarna Saulus van Tarsus wordt geïntroduceerd; waarna christenen in Judea en Samaria worden vervolgd; waarna Paulus op weg naar Damascus wordt geroepen. Als Jacob wordt vermoord, scheidt Paulus zich af van de rest. Als de joden in Jeruzalem Paulus willen doden, vlucht deze naar Rome tot Israel opzij wordt gezet en de redding van God naar de natiën wordt gebracht.

*

De interval tussen de opstanding en de ten hemelstijging van Jezus was bedoeld om zonder meer te bewijzen dat Hij daadwerkelijk was opgestaan uit de dood en dat Hij de discipelen nogmaals instrueerde over het koninkrijk van God. Opstanding en hemelvaart van Jezus zijn 2 dominerende getuigenissen in dit boek.

*

De ballingschap van Israël naar Assyrië is bekend. Israël was het 10 stammenrijk tegenover het zuidelijke Juda dat uit 2 stammen bestond. Beide rijken waren ooit uit elkaar gegaan na een ruzie over de opvolging van koning Salomon. Juda werd 70 jaar naar Babylon verbannen en kwam weer terug. Algemeen wordt aangenomen dat Israël niet meer terugkwam en opging in de volkeren. Om te beginnen was Samaria de hoofdstad van Israël. De koning van Assyrië stuurde kolonisten naar het gebied van Samaria terug om het gebied te herbevolken (2 Koningen 17:24-27). Ze trouwden met de overgebleven Joden die er nog woonden en zo ontstond er een gemengd ras van Samaritanen. Maar de joden in Jeruzalem erkenden deze bastaards niet en wilden niet met hen samenwerken om de tempel in Jeruzalem te herbouwen. Om die reden jutten de bastaard Samaritanen de Perzische koning Cyrus op tegen de Joden om de herbouw van de tempel tegen te houden. Om het nog erger te maken, bouwden ze nu hun eigen tempel op de berg Gerizim en ze aanbaden de Wet. Ze erkenden alleen de 5 boeken van Mozes. En zo ontstond er een wederzijdse jaloezie tussen de Samaritanen en de Joden. Desalniettemin stonden de Samaritanen dichterbij de joden dan enig ander volk en ze waren er als de kippen bij toen Jezus zijn boodschap in Judea verkondigde.

*

De beenderen van Jozef waren door Mozes van Egypte over gebracht naar Israël, Exo. 13:19. De rest van de aartsvaders waren naar Shechem overgebracht waar Jacob een lap grond had gekocht, Gen. 33:19.

*

Handelingen 22:9; Paulus ziet onderweg naar Damascus een fel licht van de opgestane Christus. De andere die bij hem waren zagen het ook maar hoorden geen stem spreken. Dat kwam omdat ze verder weg waren. Dus de boodschap was exclusief bestemd voor Saulus die later Paulus zou heten en niet voor de rest die met hem mee reisde.

*

Paulus verbleef 3 jaar in Arabië. Waar precies weten we niet maar Paulus noemt deze periode om aan te geven dat hij zijn nieuwe evangelie niet van de andere apostelen kon hebben ontvangen. (Galaten 1:17-18). Saulus van Tarsus die later Paulus ging heten toen hij Christus ontmoet had, was aanvankelijk een enorme vervolger van de christenen. Hij stond aan het hoofd van de groep die Stefanus had laten stenigen. Hij was aangesteld door de apostelen om aalmoezen uit te delen aan de weduwen zodat de apostelen zich op het brengen van het evangelie konden concentreren. Saulus vatte deze nieuwe christelijke missie niet en voelde zich als Joodse opper farizeeër verplicht om deze nieuwe tak van de joden te vervolgen. De aardse boodschap dat Jezus de Zoon van David was, was feitelijk te gering voor hem. Zijn ogen gingen pas open toen hij begreep wie de opgestane Jezus werkelijk was: de Zoon van God. De andere apostelen hadden Jezus tot dan toe alleen Zoon van David genoemd, zelfs tot in de Handelingen periode. Vervolgens filterde Paulus Hem uit de geschriften en snapte hij eindelijk dat deze Zoon van God degene was Wie hij altijd vervolgd had en dat deze zelfde persoon ook degene was Wie hij op de weg naar Damascus had ontmoet.

*

Cornelius

Proselieten waren niet-Joden die zich tot het Jodendom bekeerden. Er waren 2 soorten proselieten; proselieten van rechtvaardigheid en proselieten van de poort. De eerste was proseliet door besnijdenis en door inwijding in de Joodse wetten en rituelen. Ze werden geabsorbeerd door het Joodse volk. De proselieten van de poort vreesden God en beschouwden de God van Israël als de enige ware God. Ze waren echter niet besneden en deden niet aan alle rituelen mee. Door de Joden werden ze niettemin als heidenen beschouwd. Aan een Ethiopische proseliet was in Handelingen 8 het evangelie gebracht door Filippus. Dan, in Handelingen 10 werd een Romeinse proseliet van de poort voor ons gebracht. Hij heette Cornelius. De Romein was een afstammeling van Jafet en de Ethiopiër was een afstammeling van Ham. Het evangelie dat naar de natiën zou gaan had hiermee de juiste ingang gevonden voor de zonen van Noach. In Handelingen 15:7 lezen we dat niet Paulus maar Petrus was uitgekozen om als eerste het evangelie naar de natiën te brengen. Dit had met Cornelius de Romein te maken. De boodschap van het koninkrijk dat door de 12 apostelen was gebracht reikte het verst in Cornelius, de Romein. Dit legde een zware last op Petrus want niemand van de Joden kon erbij dat zo’n proseliet van de poort ook bij de koninkrijks opdracht hoorde.

Een oude petitie van koning Salomon (1 Koningen 8:41-43) bevestigde dat gebeden van niet-Joden ook door God gehoord werden. Ook het gebed van Cornelius werd verhoord. Cornelius moest echter wel leren dat dat al zijn zegeningen tot hem kwamen via Israël. Een kenmerk van de afval van Israël is dat het weigert om het kanaal te zijn voor de zegeningen van de rest van de wereld. Ook in Handelingen 10 had Petrus een visioen gekregen waarin hij te horen kreeg dat hij onreine reptielen mocht eten. Hij begreep dat er iets aan het veranderen was in de bediening van God. Dit visioen maakte het hem makkelijker om zich open te stellen voor Cornelius die bovendien aalmoezen aan de Joden gaf. Deze aalmoezen waren een schaduw van hoe enkele natiën straks in de Eindtijd Israël trouw blijven (Mat. 25:31-46). De zegen van Cornelius is verbonden met die van Israël. De zegen van de gelovigen is juist gevolg van de afvalligheid van Israël en verbonden met de geheime bediening waar de profeten niets van wisten.

Petrus en Paulus hadden een verschillende bediening. Petrus verkondigde het aanstaande Koninkrijk van God en alles wat aan de marteldood van Jezus vooraf ging. Paulus begon zijn verkondiging met de opstanding. Zijn boodschap ging over het Lichaam van Christus. God had Cornelius aangewezen om de kloof tussen Petrus en Paulus te overbruggen. (Wist Cornelius veel…) Dit bewijst dat ons geloof volledig uit God is en dat de vrije wil niet bestaat. Het evangelie dat Petrus verkondigde werd ook het evangelie van de besnedenen genoemd omdat de Joden zich moesten besnijden. Het evangelie van Paulus was het evangelie van de onbesnedenen omdat de gelovigen in het Lichaam van Jezus zich niet hoefden te besnijden. Dankzij Cornelius was Petrus ook in staat om het nieuwe evangelie te begrijpen dat door Paulus aan de natiën verkondigd werd. De reis die Petrus maakte van Joppa naar Caesarea ging langs de grenzen van het land. Caesarea lag aan de uiterste grens, vlakbij de heidenwereld.

*

De bestemming van de mensheid is “leven in overvloed.” Om deze reden stuurde God Zijn Zoon voor ons. Onze behoeften wortelen in onze bestemming. Iedereen zal zijn of haar bestemming bereiken. Dit zagen we al bij Saulus die Paulus werd toen hij door Christus geroepen werd. Adam zondigde waarna de mensheid opeens sterfelijk was. De zonde was nu niet meer het eerste probleem maar de dood was dit. Juist om deze reden verkondigt het Lichaam van Christus de opstanding van Christus. De mensheid moet weten dat de dood niet het einde is. Maar dat juist het leven in overvloed het einde is. De dood beëindigt niet het leven maar het is juist andersom; het leven beëindigt de dood. De dood is slechts de intro van Gods plan waarin het leven zegeviert.

*

De lariekoek van deutero-Jesaja

De moderne theologen menen dat het 2de deel van Jesaja (40-66) niet door Jesaja zelf is geschreven. Ongeveer eenzelfde gedachte als dat Prediker niet door Salomon geschreven zou zijn. Allereerst is het raar dat deze kritiek zo laat komt terwijl Jesaja een meesterlijke schrijver en profeet was. Daarbij citeert Flavius Josephus Jesaja (Antiquiteiten Boek XI; i.2) als hij zegt dat Cyrus de Grote van Gods wil afwist om de tempel in Jeruzalem te herbouwen. Sterker nog: toen Cyrus in Jeruzalem aankwam, las hij over zijn eigen profetie. Hij was zo geroerd door het feit dat hij Gods profetie over zichzelf las dat hij besloot mee te werken aan de bouw van de tempel en de joden de vrijheid liet. (Later las Alexander de Grote trouwens de profetie over zichzelf en de verwoesting van Tyrus.)

Het ligt voor de hand om te denken dat Flavius Josephus op de hoogte was van maar 1 boek van Jesaja. Dit wordt bevestigd door Ezra 1:2, 3 en 6:2,3. Hier lezen we dat koning Cyrus de God van de Joden erkende als de heer van hemel en aarde. En dat deze god hem de opdracht had gegeven om de tempel in Jeruzalem te herbouwen. Cyrus kon deze woorden alleen uit Jesaja hebben opgepikt: 44:28 en 45:1. Als Jesaja dit deel zelf niet geschreven had, dan was Cyrus dus voor de gek gehouden. Voor een hoaxer was het onmogelijk om zo’n verheven idee van God te hebben om een opdracht voor een toekomstige Cyrus te verzinnen.

Een tegenargument zou zijn dat Jesaja over zaken in het verleden schreef alsof het land al verwoest was. Maar hij leefde een halve eeuw voor de ballingschap en hij spreekt dus over dingen in de toekomst. De theologie kent zoiets als de Profetische Perfectum. Hiermee wordt bedoeld dat profetieën in de tegenwoordige of zelfs verleden tijd worden geschreven alsof ze al gebeurd zijn. Het effect van deze constructie is dat de profeet zichzelf met de toekomst identificeert. Henoch deed dit ook. Hij schreef: “de Heer KWAM met duizend heiligen.” Het gaat hier echter om de toekomende tijd. In het Nieuwe Testament vinden we hetzelfde fenomeen waarbij het Messiaanse oordeel gebracht wordt alsof het al heeft plaatsgevonden. (Jacob 5:1-6).

https://archive.org/details/deechtheidvanhe00rutggoog

Moderne theologen die de constructie van de Deutero-Jesaja hadden bedacht, merkten op dat de stijl van deel 2 (Jesaja 40-66) zoveel anders is dan deel 1. (Voorbeelden: 41:14,15; 42:10, 11; 43:20; 44:23; 45:8; 46:1; 47:1-10; 49:20, 21; 54:1-6; 50:2; 50:3; 52:1, 2; 47:1-10; 55:12; 63:3; 60:13; 62:5).

Het is ondenkbaar dat een hoaxer die tijdens het einde van de ballingschap leefde toen de Hebreeuwse taal aan het eroderen was, Jesaja geëvenaard had in schrijfstijl en deze zelfs ver overtroffen had. We zien hier juist een nieuwe fase van Jesaja die op een volwassen manier zijn dichtkunst toont. En waarom zou een briljante schrijver als Jesaja niet verschillende schrijfstijlen kunnen aannemen? Jesaja gebruikt frequent taalvormen als antitheses en paronomasia maar dan altijd op een natuurlijke manier. De zogenaamde NEP intellectuelen willen gewoon even hun naam op de theologische kaart zetten. Ze menen dat het argument van stijlverschil van Jesaja 40-66 met Jesaja 1-39 een kwestie van illusie is. Vooral het feit dat Jesaja 40-66 te universalistisch zou zijn en niet zou passen bij Jesaja 1-39. Maar hebben deze oecumenische flapdrollen Jesaja 2:2-4 wel eens gelezen waarin van de bekering van alle natiën wordt gesproken? Zie ook Jesaja 11:4-10; 12:4-6; 25:6, 7.

De critici beweren dat Jesaja niet zijn eigen naam onder zijn werk had gezet. Dit pleit echter alleen maar voor hem. Hij noemde zijn roeping in Hoofdstuk 6. Daar waar hij eerder over zonde en oordeel spreekt, spreekt hij later over genade en de complete bevrijding. De rode lijn van een restant van heiligen loopt door het hele boek, ook door de laatste 20 hoofdstukken. Het idee van het oordeel dat wordt uitgedrukt in de naam “Maher-shalal-hash-baz” komt ook in het hele boek voor. Jesaja profeteerde tijdens de regeerperiode van de godvruchtige koning Hizkia.

Zijn naam betekent “YHWH is mijn kracht.” Jesaja schrijft in zijn hele boek, in zowel de eerste als in de laatste hoofdstukken over deze mooie naam (1:24; 4:1; 22:21; 27:5; 28:22; 33:22; 35:3; 41:6; 7, 9, 13; 45:1; 51:18; 54:2; 56:2; 6; 64:7). De poëtische naam voor Egypte, “Rahab” staat in 30:7 en in 51:9. Rahab staat ook in Psalm 87:4 en 89:10 waarin Egypte als hoogmoedig en trots wordt voorgesteld. De vlag voor de natiën in relatie tot het herstel van Israël staat ook in beide delen van Jesaja (11:12; 18:3; 49:22; 62:10; 66:19). Het idee van afgoderij in tuinen verschijnt ook in 1:29 en ook in 65:3 en 66:17. Ook de uitdrukking: “de Mond van de Heer heeft het gezegd” staat in beide delen (1:20; 21:17; 22:25; 24:3; 25:8; 40:5; 58:14). De schrijver van de laatste 27 hoofdstukken laat duidelijk zien dat hij niet meer in Babylon woont maar in het heilige land. De geografie van deze hoofdstukken wijst naar een schrijven in Canaan. De naam Babylon duikt maar 3 keer op tegen 160 keer in het boek Jeremia. Namen van onbekende steden in Canaan duiken wel op in de laatste 27 hoofdstukken, zoals Achor en Sharon. De kennis van de schrijver over de natiën wijst ook in de richting van Canaan. Hij heeft het over een omgeving die aan Canaan doet denken, niet aan Babylon. Hij noemt bergen, heuvels, rotsen. Babylon was vooral een grote vlakte.

De schrijver noemt stenen die in Canaan voorkomen en niet in Babylon (48:19; 57:6; 62:10; 51:1; 50:7). Hetzelfde geldt voor de plantenwereld die hij noemt: seder, mirtestruik, olijf, pijnboom, beuk, cypresse, iep, wijnstok. Ook het gebruik van houtsoort in de bouw wijst op Canaan. De Babyloniërs gebruikten palmtakken als bouwmaterialen maar Jesaja noemt in de laatste 27 hoofdstukken het hout van de seder of cypressen, eik of pijnboom (44:13-16).. Ook de gewassen die Jesaja later noemt komen voor in Canaan: riet en vlas. Granen als gerst en tarwe die in Babylon groeiden, worden niet genoemd. Ook maakt hij geen melding van de dieren die in Babylon voorkwamen zoals alligators en flamingo’s.
De afgodenverering vond in Babylon plaats in tempels maar Jesaja noemt juist loofbomen als de eik waaronder afgoderij plaatsvond. (Jes. 1:29; 57:5-7). Ook noemt hij het brengen van kindoffers wat in Canaan voorkwam maar niet in Babylon. In Babylon werden lammeren geoffered aan Bel en Nebo maar geen kinderen. Zelfs in het wrede Babylon waren de inwoners niet zo bruut als in Juda. In Babylon waren 4 meesterwerken van architectuur: de hoge en brede muur van Babylon; de tempel van Bel; het koninklijk paleis van Neriglissar (559-556 voor Chr.) en de hangende tuinen. Maar Jesaja noemt ze niet. Dus hij was zeker in de laatste 27 hoofdstukken niet in Babylon.

Jesaja’s boek werd in tweeën gehakt door de moderne critici zoals Jesaja zelf doormidden werd gezaagd. Het ontkennen van de authenticiteit van het boek heeft een diepere oorzaak. Men rebelleert namelijk tegen Christus zelf die Zijn meeste citaten uit Jesaja haalde (40:3; 42:1; 61:1, 2; 40:3; 53:1; 53:7, 8; 65:1, 2 vergelijk met Mat. 3:3; 12:17; Lucas 4:17-19; Joh. 1:23; 12:38; Hand. 8:28-33; Rom. 10:20). Christus en zijn apostelen geloofden dat Jesaja de schrijver van het hele boek was en niet alleen van de hoofdstukken 1-19. Het is echter niet zo dat alle profetieën in Jesaja zijn vervuld. Het woord “mala” heeft 2 betekenissen: compleet maken in de zin van iets tot een einde brengen zoals in 1 Koningen 1:14 waarin Tathan tegen Bethsheba zegt dat hij haar woorden zal bekrachtigen (1 Kon. 2:27). En mala betekent vervullen. Jesaja is één boek maar het is slechts gedeeltelijk vervuld.

*

Uitstorting van de heilige geest,

Veel gelovigen denken dat de uitstorting van de heilige geest die in Jesaja genoemd werd, plaatsvond op Pinksteren. Dit is pertinent niet waar. Allereerst zal ik de verzen in Jesaja geven: 4:4; 32:15-18; Ezechiel 36:27-35; 37:6, 14; Joël 2:28 en Zecharia 12:10. Niet één van deze beloften omtrent de uitstorting van de geest was vervuld op Pinksteren.

  1. de geest was alleen uitgestort over een paar duizend mensen en niet over het hele volk Israël.

  2. Israël wandelt nu nog steeds in duisternis en is nog niet gereinigd door de geest.

  3. Na Pinksteren ging het snel bergafwaarts met Israel dat een leeg en woest land werd. Jesaja 32:15-18 en Ezechiel 36:27-35 laten zien dat de uitstorting van de geest ook gepaard gaat met een ander aanzien van het land. Dit zal vruchtbaarder worden.

  4. De vruchten van deze uitstorting werden nooit in de natiën gerealiseerd, waar Jesaja 44:5 wel naar verwijst.

Sarah en Hannah

Jesaja 54:1, 7 verwijst naar Sarah en Hannah. De laatste duikt ook op in 1 Samuel 2. Israel wordt als een vrouw voorgesteld in de relatie tussen God en Zijn volk. Dit verbond was op de berg Horeb bekrachtigd maar Israël reageerde hierop met overspel. Israël was als vrouw van God ongelovig en onvruchtbaar. Om die reden liet God haar een moment in de steek. Vers 7 is een historische verwijzing naar Sara en Hanna. Een eenzame verlaten vrouw in de woestijn in het Midden Oosten voelde dat haar geluk verwoest was. Een nageslacht was alles wat ze hebben wilde. Deze vrouw, Israël is nu nog een verstotene. Maar op een dag zal ze haar geluk niet op kunnen. De basis voor dit geluk zal een talrijk nageslacht zijn. Ze zal meer nageslacht hebben dan de getrouwde vrouw. De verlaten en getrouwde vrouw worden hier tegenover elkaar gezet. Desolaat betekent vernietigd en slaat op de verwoesting van Jeruzalem. YHWH zal haar weer opzoeken en de draad met haar weer oppikken. Ze zal dan een groter nageslacht krijgen dan wanneer ze trouw was gebleven aan god.

*

Jesaja 57:1-2 verwijst naar een periode van vervolging. Het kan hier niet gaan om de periode van na de 70 jaar ballingschap omdat er toen geen afgoderij was onder de joden. En er was ook geen koning als in vers 9. Het gaat hier mogelijk om de regeerperiode van Manasseh. Op grond van 2 Koningen 21:16 weten we dat er onder Manasseh veel bloedvergieten was. De beschrijving van 2 Koningen 21 en 2 Kronieken 33 komen overeen met Jesaja 57:1-5. Het is mogelijk dat Jesaja de eerste paar jaar van de regeerperiode van Manasse leefde. Hij was een ooggetuige van de vervolgingen onder Manasse. Deze vervolgingen zijn een schaduw van de Verdrukking die straks over Israël komen gaat. De eerste 2 verzen (Jes. 57:1-2) zijn een type van de wegrukking van de ecclesia. In Jes. 57:9 wordt een koning genoemd. Deze is Moloch, de anti christ. Zie Johannes 5:43; Daniël 9:27.

wat een openbaring: Plato’s beroemde grot is de onderwereld en niet iets vaags met ideeënwereld. Ook Atlantis is de Sheol, de navel van de zee: Jona 2:3.

Bron: Bruce Louden, Homer’s Odyssey and the Near East

Plato plaatst zijn Allegorie tegen de achtergrond van een afdaling naar de Sheol. De grot wordt steeds voorgesteld als een onderwereld. (Katabasis Rep. 514a3). Elke keer als Plato erover schrijft, gebruikt hij het woord “katabaino” (Rep. 516e3: katabas, 519d5: katabainein, 520CI: katabateon). Al deze werkwoorden zijn verwant aan katabasis, als een afdaling naar de Sheol. Als Socrates uitlegt hoe iemand de grot kon verlaten, verwijst hij naar Achilles die liever als pauper op aarde wilde leven dan als een held in de sheol (Rep. 516d5-6; Od. II.489-90). Plato verwijst specifiek naar Odysseus II, als Socrates Achilles citeert ten aanzien van de sheol. Achilles was een nazaat van de Griekse afgod Zeus en dus geen mens. Net als de overige helden van Troje was hij een demonisch wezen. Erg merkwaardig dat hij over dagloners kletst.

Nightingale (2004:102) over de passage in 516e

Achilles zegt dat wat belangrijk in de Sheol is, van geen waarde in het aardse leven is. Deze opmerking anticipeert op de reactie van Plato’s protagonist in de Allegorie.

* En is de grot van Mohammed misschien ook een aanduiding van de Sheol? Net zoals de grot van Kalypso van Ogygia dit was.

*

“Zie, de winter is voorbij. De regentijd is over, helemaal voorbijgegaan … de zangtijd is aangebroken …”

Deze dichterlijke woorden komen uit Hooglied 2:11. Ze spreken over de lente, zoals die in de toekomst zal aanbreken voor het volk Israël en dan ook voor deze wereld. Het koninkrijk van God wordt op aarde openbaar. Het is de zegenrijke tijd waarin alles tot bloei komt. Letterlijk in de natuur, en ook geestelijk onder de mensen. Israël zal dan een ‘lof en een sieraad’ zijn voor de HEERE. De volkeren zullen onderwezen worden in de wegen van God. Zoals een bloem zich ontsluit en tot volle bloei komt, zo zal Gods heil zich ontvouwen voor alle volkeren der aarde. Tijd om te zingen, zoals de psalmist zegt: “Zing voor de HEERE een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand en Zijn heilige arm hebben Hem heil gebracht” (Psalm 98:10). Vooruitlopend op het grote heil, dat op aarde zal neerdalen, mogen wij nu al weten dat de ‘zangtijd’ is aangebroken. En sinds de opstanding van Christus kennen wij een nieuw lied! Een lied van liefde en genade, van overwinning en onvergankelijk leven. Ook Paulus zingt mee in het koor: “Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen …” (Tïtus 2:11). En … kun je zingen, zing dan mee! Zie ook,

https://raymondhausoul.be/03Poetische/22%20Hooglied_Wijsheden%20voor%20het%20meisje.pdf

*

Is het Christendom tovenarij?

Ik heb al een hele tijd mijn bedenkingen over het officiële christendom. Is het gebaseerd op tovenarij? Volgens de katholieke traditie was Petrus de eerste Paus. Maar welke Petrus bedoelen ze? Toch niet Simon Petrus de tovenaar uit Handelingen 8:9? Begon hij in Rome de eerste christelijke sekte?

*

De boot werd verplaatst

In Johannes 6:19 liep Jezus over het water. Er zijn veel vrijzinnige pseudo-intellectuele verklaringen voor deze gebeurtenissen bedacht. Het water zou bevroren zijn geweest, wat vervolgens het dilemma oplevert van hoe de boot kon varen. Of er lag een pier vlak onder het water die uitgerekend bij de boot uitkwam. Maar waarom accepteren we niet gewoon wat er staat? Dan Jezus over het water liep. Veel Bijbelstudenten missen de laatste zin van vers 21: de boot met de inzittenden was plotseling op het strand. Dus nadat Jezus over het water naar de boot was gelopen en in de boot was geklommen, werd de boot met man en macht op een bovennatuurlijke wijze naar de kust verplaatst.

*

In Adam en in Christus

Door John Gavazzoni

Wie de geboorte en levensloop van Adam wil begrijpen, moet diens relatie met Jezus snappen die de laatste Adam was. In 1 Korinthe 15:22 staat: “Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.” Als je deze vers leest, dan lijkt het of christus en Adam tegenover elkaar staan. Maar het tegendeel is waar: Adam kon alleen IN Christus bestaan, ook al werd de laatste veel later geboren. Als we dan in ogenschouw nemen dat de hele mensheid uit Adam voortkwam, dan bestaan we dus allemaal in Christus. Het evangelie begint in feite in Genesis. Het zaad van de hele bijbelse openbaring is hier al gezaaid. In Genesis 1:1 staat: “In begin schiep Elohim de hemelen en het land.” Als je het woord “begin” vervangt door “eerstgeborenen” dan werden hemel en aarde in Christus geschapen. De boodschap van de Kolossenzenbrief is dat IN Christus alle dingen geschapen zijn, inclusief Adam die het hoofd van de mensheid was. In de Scripture4all-versie staat in de rechterkolom dat alles DOOR Hem geschapen is. Maar in de tekst zelf staat het woord “in.” Waarom de rechterkolom zovaak de conventionele vertaling volgt en ook het woord eeuwig weergeeft als er aionisch moet staan, is me niet helemaal duidelijk. We komen allen voort uit Adam die met Eva het eerst zondigde. Maar gelukkig zijn we in Adam ook in Christus. Als we onze plaats in Adam zouden inruilen, dan zouden we onze door god gegeven mensheid wegdoen; dezelfde mensheid die in Christus verheerlijkt werd. We zouden dan de verhoogde plaats die de mens in Christus heeft gekregen afstaan, namelijk die van het lichaam van Christus dat het hoofd van de schepping is. Maar als we in Christus zijn, hoe konden we dan ooit vallen? Hiervoor geef ik een voorbeeld: stel dat je gif inneemt, wat niet zo moeilijk is als we weten wat er allemaal in ons eten zit. Dit gif verandert onze persoonlijkheid niet. Desalniettemin doet het wel zijn werking en bovendien wordt het doorgegeven aan onze nakomelingen. Zo ging het ook met de zonde. We kregen opeens niet vier armen en vijf benen door de zonde maar we werden wel sterfelijk. Dit gif van de zonde kwam ons bestaan in Christus binnen, zonder dat het Zijn puurheid beïnvloedde. Maar zelfs onze dood werd door Zijn dood aan het kruis genageld. We realiseren ons nog te weinig dat de sfeer van Adam zich binnen de sfeer van Christus bevindt. Omdat Hij onze bron is maar ook de grens waarbinnen we bewegen zijn we nooit in staat geweest om uit Hem te breken; ook al zouden we dit willen. We zijn daarentegen genoodzaakt om verder af te dalen in Zijn onmetelijke diepten. Hij is de onontkoombare Christus aan Wie we niet kunnen ontsnappen. Dat is het hart van het evangelie. Vanaf het eeuwige moment dat we deel hadden in Zijn geboorte uit God, waarna we verder trokken op onze aionische tijd-ruimte-vlees/materie-reis tot we terugkeerden naar onze Vader, was het hele traject dat we aflegden in Christus. Als we de val van Adam en Eva te slordig opvatten en denken dat we met hun verbanning uit de Tuin van Eden ook zelf uit Christus waren gesmeten, dan moeten we eraan herinnerd worden dat de Tuin van Eden zelf ook een type van Christus was. Het was in deze tuin waar de eerste zonde begaan werd. Toen Christus onze zonden aan het kruis nagelde, demonstreerde God op een levendige manier dat Hij in de persoon van Zijn Zoon onze zonde in Zichzelf droeg.

*

In Adam en in Christus

De schepping van Adam kan niet los worden gezien van de geboorte van Christus die de laatste Adam was. In 1 Korinthe 15:22 staat: “Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.” In deze vers staan Adam en Christus zeker niet tegenover elkaar. Integendeel, in Kolossenzen 1:16-17 staat dat alle dingen door Christus geschapen waren, ook al was Jezus eerst nog niet geboren. Als de hele mensheid uit Adam voortkwam dan bestaan we allemaal in christus. Het evangelie begint eigenlijk al in Genesis. In Genesis 1:1 lezen we hoe God in het begin hemel en aarde schiepen. Als we het woord “begin” door het woord “eerstgeborenen” vervangen dan bestaan we allen in christus. We komen allen voort uit Adam die met Eva het eerst zondigde. Maar gelukkig zijn we in Adam ook in Christus. Als we onze plaats in Adam zouden inruilen, dan zouden we onze door god gegeven mensheid wegdoen; dezelfde mensheid die in Christus verheerlijkt werd. Het gif van de zonde dat Adam innam veranderde onze persoonlijkheid niet maar maakte ons wel sterfelijk. Ons bestaan bleef echter in Christus wiens puurheid intact bleef. Uiteindelijk werd onze dood door Zijn dood aan het kruis genageld. Snap dit, dat de sfeer van Adam zich binnen de sfeer van christus bevindt. Hij is de bron maar ook de grens van ons bestaan. We zijn niet bij machte om uit Hem te breken, als we dit al zouden willen. Daarentegen zijn we genoodzaakt om verder af te dalen in zijn diepten. Hij is de onontkoombare christus aan wie we niet kunnen ontsnappen. Als we denken dat we met de verbanning van Adam en Eva uit de Tuin van Eden ook uit christus gesmeten ware dan mogen we onthouden dat de Tuin van Eden zelf een type van christus was. In deze Tuin werd de eerste zonde begaan. Christus nagelde deze zonde aan het kruis.

*

Is het boek Daniël authentiek?

Algemeen wordt aangenomen dat het boek Daniel in de tijd van de Makkabeeën is ontstaan, rond 164 voor christus. Is dat wel zo? Men denkt dit omdat het in het Aramees is geschreven.

In 1965 hebben Baumgartner, Schaeder, Koopmans en Hospers aangetoond dat het Aramees in Daniel tot het rijksaramees behoort. Deze taal werd vanaf de 7de eeuw voor christus gebruikt om te communiceren in hun uitgestrekte veroveringsgebieden. Het boek Daniel kan daarom zeker worden gedateerd in de 6de eeuw voor christus, de tijd van de ballingschap. In 1982 heeft ook Archer aangegeven dat het Aramees van Daniel overeenstemt met dat wat in het Oosten, in Babel werd gesproken, meer dan met het Aramees van Palestina. Bij een datering in de tijd van de Makkabeeën zou juist het omgekeerde het geval moeten zijn. In hoofdstuk 5 staat het drinkgelach van koning Belshatzar. In die nacht veroverden de Perzen Babel. In die nacht ook schreef een mysterieuze hand op de muur de woorden “Mene mene tekel upharsin.”

Na de uitleg van Daniel over de betekenis van Mene Tekel geeft koning Belshatzar hem de hoogste positie in zijn koninkrijk. Hij benoemt Daniel tot 3de man van het rijk. Derde man, moet dat niet tweede man zijn?

2de of 3de man

Een hele tijd was er niets bekend over deze koning van Babel. Men kende wel Nabonidus de laatste heerser over het Chaldese rijk. Onder hem veroverden de Perzen Babel, werd aangenomen. In 1854 werden in Zuid-Irak in de plaats Al-Muqayyar kleitabletten gevonden. Die waren daar ooit door meneer Nabonidus gedeponeerd. In deze kleitabletten spreekt meneer Nabonidus over zichzelf en zijn zoon Bel-sjar-oesoer. In Ur werden ook zulke inscripties gevonden. Ook hierin komen beide namen naast elkaar voor. Bel-sja-oesoer zou regent zijn in Babel tijdens het verblijf van zijn vader in Tema. Hij droeg dus de titel koning omdat hij de feitelijke macht over Babel uitoefende. Hij kon Daniel echter moeilijk 2de man maken, wel 3de. Deze geschiedenis in het boek Daniel is door een insider geschreven, door Daniël zelf dus.

7 x 7 jaar

In de eerste periode van 7 x 7 jaar werd Jeruzalem door Nechemya en Ezra herbouwd. Hierna volgde een periode van 62 x 7 jaar = 434 jaar van moeilijke tijden voor Israël. Na die periode van samen 69 x 7 jaar = 483 jaar zal er een gezalfde komen, een Messias. De engel Gabriël deelt Daniël mee dat na deze 69 x 7 jaar de Messias gedood zal worden terwijl er niets is om hem te veroordelen. In de 19de eeuw heeft Robert Anderson (politieman betrokken bij Jack The Ripper zaak) aangetoond dat toen Jezus van Nazareth op 10 Nisan van het jaar 32 op een ezel Jeruzalem binnen reed zoals de profeet Zakariah had voorspeld, het op de dag af 483 jaar was na het bevel van Artaxerxes om Jeruzalem te herbouwen!

Titus

Dan volgt de verwoesting van Jeruzalem onder Titus in het jaar 70 van onze jaartelling. Het joodse volk wordt bijna 2000 jaar onder de gojim verstrooid maar er moet nog een laatste 7 jaar komen. De 70 x 7 jaar moet volgemaakt worden. Dan zal de Messias komen om zijn koninkrijk op te richten zoals Gabriël dit aan Daniël voorzegd heeft.

*

Vrije Wil of niet? – door Janna Levin

http://www.jannalevin.com/

Kiezen we een appel bij de groenteboer en is dat een onvermijdelijke consequentie van elke gebeurtenis sinds het begin van de tijd? Komt deze zin voort uit determinisme? Ik kies ervoor om hem op te pakken en weer neer te leggen. De kwantummechanica zegt “nee” het hele universum is niet slechts een complexe flipperkast die met van tevoren bepaalde, onvermijdelijke gevolgen in beweging is gezet. De kwantummechanica zegt dat er alleen waarschijnlijke gevolgen zijn. Maar geeft dat mij werkelijk een vrije wil? Ik ken geen makkelijke manier om dubbelzinnigheid en onzekerheid te vermengen tot een diepzinnige definitie van zelfbepaling. Als dit leven zich telkens weer zou herhalen zou er een eindige waarschijnlijkheid zijn dat ik een andere reeks keuzes zou maken, niet uit wijsheid of uit vrije wil maar op grond van louter toeval. Toeval is geen keuze. Wat ga ik nu doen? De appel oppakken? Hem neerleggen? Ik heb het GEVOEL dat ik een keuze heb. Als vrije wil een illusie is, dan is het wel een overtuigende illusie.

Zelfs het argument dat we in vrije wil moeten geloven om de maatschappij te beschermen impliceert dat we de mening van mensen kunnen veranderen door iets anders te geloven, wat een keuze impliceert, wat een wil impliceert. Als iemand zich apathisch op de bank laat ploffen omdat hij er door één of andere discussie van overtuigd is dat hij in feite geen wil heeft, dan is die apathie ook een consequentie van oftewel determinisme ofwel toeval, zo niet een gedetermineerde consequentie van elke voorgaande gebeurtenis dan wel een willekeurige fluctuatie van het toeval langs een vrijwel gedetermineerde baan. Door middel van de inifinitesimaalrekening kunnen we in vergelijkingen begrijpen hoe dynamische systemen zich in de loop van de tijd ontwikkelen. hierdoor wordt determinisme geformaliseerd. Geef een begintoestand en we kunnen de vergelijkingen volgen tot een onvermijdelijke, precieze uitkomst. De universele aard van Newtons inzichten verankerde het begrip determinisme in de natuurfilosofie. De deterministische aard van oorzaak en gevolg werd heel belangrijk in andere takken van de filosofie en heeft een duidelijke invloed gehad op onze moderne culturele opvattingen. Determinisme en causaliteit worden verzwakt door de kwantumtheorie die werkt ook al wordt hij slecht begrepen.

En laat ik mijn mond maar houden over kwantummechanica en determinisme. Er is een onoplosbaar filosofisch debat dat telkens weer zijn lelijke kop opsteekt over de onmogelijkheid van de vrije wil in een leven dat door determinisme wordt beheerst. De versimpelde kern van het betoog is ongeveer als volgt: als elk atoom in onze lichamen slechts een mechanische baan volgt die precies wordt bepaald door de natuurwetten dan hebben wij geen vrije wel. Onze keuzen liggen van tevoren vast en het enige wat wij doen is het onvermijdelijke effect van al die eerdere oorzaken bewerkstelligen. Een deterministisch heelal is als een film waarvan het eind al is opgenomen. We weten niet hoe hij afloopt, dus hebben we de indruk dat het gebeuren zich in een ware tijd afspeelt en hebben we het gevoel van spontaniteit maar het eind is al geschreven, al bepaald. Misschien heeft de natuur onze waarneming op die manier beperkt om ons te behoeden voor de volstrekt ontmoedigende situatie als we zouden weten hoe het afloopt, maar niettemin is het een illusie. Als we zouden willen weten wie Kennedy vermoordde, zouden we uit kunnen rekenen hoe lang het licht uit 1963 erover zou doen om de eindige ruimte te doorkruisen, een telescoop bouwen die sterk genoeg is, die de juiste kant op richten en kijken hoe die vreselijke dag in de echobeelden wordt herhaald.

*

De 2 hersenhelften van ons brein en religie

Alfabetten met klinkers worden van links naar rechts geschreven. Andere, zoals het Hebreeuws bevatten alleen medeklinkers worden van rechts naar links geschreven. Onze hersenen hebben ook 2 helften. Het linkerdeel is analytisch, objectief, afstandelijk, lineair en logisch. Het splitst dingen op in hun componenten. De rechterhelft is holistisch, integrerend, zelfs intuïtief. Het kan goed patronen herkennen en inspelen op persoonlijke relaties, inclusief nonverbale expressies. Deze helft speelt een grote rol bij emotionele intelligentie. De neurowetenschapper Robert Ornstein noet deze helft de zetel van creativiteit en ziel. De linkerhelft controleert de rechterkant van het lichaam en andersom. Als we ons hoofd naar rechts bewegen, gebruiken we de linker hersenhelft en andersom. Als we een alfabet lezen, zoals Nederlands dat klinkers bevat, is elk woord in meerdere of mindere mate verstaanbaar. Dus kunnen we de linkerhelft gebruiken die analytisch is en bewegingen naar rechts controleert zoals Engels lezen dat van links naar rechts is geschreven. Maar niet als het om een alfabet gaat zonder klinkers. Als je ons alfabet zonder klinkers zou nemen weet je niet of het een pot of put is. Dat moet dan uit de context blijken. Dan gebruik je de rechterhelft die holistisch in elkaar steekt en bewegingen naar links registreert. Daarom worden alfabetten zonder klinkers waarschijnlijk van rechts naar links geschreven.

s Werelds eerste alphabet was een proto-Sinaïtisch schrift. Het was de voorloper van het Hebreeuws dat een variëteit van vormen doorliep maar een alfabet zonder klinkers bleef. Het eerste alfabet met klinkers was het oude Grieks. Dit was net als Hebreeuws geschreven van rechts naar links, toen slang-gewijs (boustophedon) en veranderde elke keer van richting. Uiteindelijk ging het van links naar rechts waarna een patroon was gevestigd voor andere alfabetten met klinkers. Nu snappen we waarom het Oude Griekenland de wereld zijn eerste wetenschappen en filosofie gaf, beide domeinen van de linker hersenhelft. Nu snappen we ook waarom de wereld van het oude Israël met zijn integrerende visie en monotheïsme zo anders was. De Tora met zijn nadruk op persoonlijke relaties, de liefde van God, naaste en vreemdeling, is het werk van de rechter hersenhelft. We kunnen verder speculeren hoe het christendom een synthese van beiden werd. Zijn stichter was joods en stapte in de religieuze vallei van het Judaïsme. Maar de eerste christelijke teksten waren geschreven en werden gelezen in het grieks. Het resultaat was een set van rechter hersenhelft ideeën die werden gedecodeerd in een linker hersenhelft alfabet en cultuur. Uit die creatieve spanning werd de westerse beschaving geboren. De gevolgtrekking is net zo belangrijk. Het menselijk brein is het product van 2 invloedsferen. Als de verbindingen tussen beiden worden verbroken, is het resultaat een disfuntioneren van de persoonlijkheid. We hebben beiden nodig: de analytische linker hersenhelft die ons in staat stelt dingen apart te zien hoe ze werken, en de integrerende rechterhelft die dingen in hun samenhang beziet. Religie heeft wetenschap nodig en wetenschap heeft religie nodig. Samen gaan ze op net als de twee hersenhelften van ons brein.

*

De zelfdoding van Jezus Christus

Het doet me denken aan de grootste en meest unieke zelfdoding aller tijden, namelijk die van Jezus aan het kruis. Wij normale mensen hebben pillen nodig, een touw, scherpe mesjes om ons lichaam te dwingen de geest los te laten, Jezus aan het kruis stuurde zijn geest naar de Schepper alsof je een gebiedend gebaar maakt naar een hond met de opdracht: haal de stok die ik weggegooid heb. Jezus immers, leverde zijn (levens)geest over aan zijn Vader zoals ook het volk en de overpriesters Jezus aan Pilatus overgeleverd hadden. De Griekse taal gebruikt hiervoor hetzelfde woord (zie Johannes 18: 35 met Johannes 19: 30). Jezus gaf de geest ~ Jezus gebood zijn geest. Ik heb een boek dat heet “Le suicide du Christ” (de zelfdoding van de Christus). Daarin worden de bijbelse teksten verder uitgediept en ook de commentaren van de Kerkvaders die ook geloofden dat Jezus zelf actief het leven gegeven heeft als ware het en is het ook zo een zelfdoding.

We denken wel eens. Eerst zei Jezus: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Toen verkeerde Hij in uiterste wanhoop. Toen zei Hij: Het is volbracht. Toen zou Hij zich weer als het ware rustiger hebben gevoeld en tenslotte: Vader, in Uw Handen beveel Ik Mijn Geest. En dat zou dan het toppunt weer zijn van geloofsvertrouwen en voelde Hij zich omgeven door God. Het lijkt mij meer voor de hand om te geloven dat Jezus AL deze uitspraken deed als inderdaad een groot gelovige, een rechtvaardige, maar dat Hij zich inderdaad vereenzelvigde met al die mensen die zich totaal verlaten voelde en zo voelde het bij Hem ook aan. Toen Jezus zei: Het is volbracht! Toen wist Hij dat Hij in staat was om het leven af te leggen (// met iemand die bij zijn/haar volle verstand het besluit genomen heeft om er een einde aan te maken). Toen Hij levensgeest aan de vader overgaf, was Hij als iemand die de pillen tot zich nam. Enerzijds totaal overmeesterd door de leegte van het bestaan met alle ellende van de wereld op zijn schouders, anderzijds met het vertrouwen dat de Heer ook zijn Herder is (de omcirkeling van Psalm 23).

En zo omvat het lijden van Christus ook het lijden van de zelfmoordenaar. Niets kan hem/haar scheiden van God en zijn liefde welke is in Christus Jezus, Onze Here (Romeinen 8: 39). De conclusie dat een christen zichzelf mag doden wil ik zeker NIET trekken en is ook niet de intentie van mijn stukje. Wel, dat een christen het zo zwaar in het leven kan krijgen dat hij/zij zichzelf toch van het leven beroofd. Dat wil niet zeggen dat God zo iemand niet hoeft. Integendeel, juist Jezus aan het kruis (nu uiteraard de opgestane Heer) ontfermt Zich over hem/haar, meer dan we ons kunnen voorstellen.

*

Handelingen als voorbeeld voor de kerk?

Veel christenen baseren zich op het boek Handelingen als uitgangspunt voor de gemeente. Te beginnen bij Hoofdstuk 2 gaan ze ijverig dopen en geforceerd in tongen spreken. Sommigen geven al hun spullen weg of delen alles met elkaar. De volgende stap is een pelgrimsreis naar Israël. En sommigen proberen hun oma uit de dood op te wekken. Maar het Handelingen experiment is een recept voor falen. Waarom? Omdat Handelingen bestuurlijk gezien al faalde. Het begon goed maar eindigde met de dood van Jacob, Petrus die werd verbannen, hongersnood in jerusalem en de joden uiteen gedreven naar alle uithoeken van de wereld. Bestuurlijk gezien was Handelingen BEDOELD om te falen. Waarom? Het was een zoveelste demonstratie van koppigheid van Israël. Eigenwijsheid sterft een zware dood.

*

Genade versus Wet

In 2 Timoteus 1:15 keert iedereen zich af van Paulus. Waarom? Er staat letterlijk dat deze mensen worden weg getrokken van Paulus. Waardoor dan? Antwoord: door de wet. De mensen keerden zich niet per sé van Jezus af maar wel van genade! Paul’s boodschap was teveel God en te weinig mens. De drive om “zelf iets te doen” om gered te worden was te groot. De gelovigen konden niet langer onderscheid maken tussen hun eigen bijzondere roeping en die van Israël. Misschien mag genade op deze manier een goedkope oplossing lijken om gered te worden. Dit is niet correct. Genade is niet goedkoop maar VRIJ!

*

Wet versus Genade

door Harry Fox

Hoe ouder ik word, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat de verklaring van de apostelen in Romeinen 6:14 , dat gelovigen in christus niet langer onder de wet maar onder genade vallen, van immense betekenis is. Deze verklaring opent onze ogen voor het radicale verschil tussen de 2 soorten relaties die we met God hebben die Paulus benadrukt in hoofdstuk 3 van Galaten: het verschil tussen een bilateraal verbond en een unilaterale overeenkomst. Het bilaterale verbond verwijst naar de relatie die God met Israel bevestigde door Mozes; de unilaterale overeenkomst verwijst naar de relatie die God met Abraham onderhield 430 jaar eerder. Onder het bilaterale verbond, wisselden God en Israel van nakoming. Dat wil zeggen: alles wat God zou doen voor Israel hing af van in hoeverre Israel God gehoorzaamde. Maar wat God Abraham beloofde hing alleen van hemzelf af zoals Paulus in Romeinen 4:20,21 bevestigt: “maar aan de belofte Gods heeft hij niet getwijfeld…”

Wat had God beloofd? Het antwoord staat in Genesis 12:1-3 en 15:5,6 waar God belooft Abraham’s gids te zijn naar een land dat voor hem bestemd is en voor zijn vele nakomelingen en door 1 van hen (per Galaten 3:16) God alle families op aarde zou zegenen (Galaten 3:8). De vervulling van die unilaterale belofte in christus door wie God handelde om ons te redden, niet als antwoord op onze gehoorzaamheid maar juist ondanks ons tekort schieten daarvan. Dus Paulus zegt in Romeinen 5:6,8 & 10 dat terwijl we hulpeloos waren (in gehoorzaamheid) christus op het juiste tijdstip stierf voor de goddelozen. Dus… God toonde zijn liefde voor ons daarin dat terwijl we nog zondaren waren, christus voor ons stierf. Dus, terwijl we nog vijanden van God waren, werden we verzoend met God door de dood van zijn zoon. Als het volle belang van deze kolossale informatie echt tot ons doordringt, worden we vervuld met zoveel dankbaarheid voor Gods onvoorwaardelijke liefde en genade voor ons (welke Paulus geloof noemt, dat we worden aangezet om veel gehoorzamer aan Gods geboden te worden dan wanneer we hem onder de wet blijven dienen. Iemand zei eens dat het verschil tussen wet en genade is dat we onder de wet 6 dagen werken en op de 7de dag rusten, terwijl we onder de genade op de eerste dag rusten en op de andere 6 dagen werken. Wat een verschil in uitgangspunt tussen beide vormen van werken! Werken onder de wet is een last, inadequaat en leidt vaak tot een burnout terwijl werken uit genade vreugde brengt, rust geeft en productief is (Matt. 11:28-30). Werken uit genade is ook van een betere kwaliteit. Het verschil tussen wat echt belangrijk is en wat op de tweede plaats komt, komt duidelijk tot uiting. (zie: Matt. 23:23-24).

*

Oorsprong van de mens 2; parallellisme

Hoe werd de mens een levende ziel? De ziel is uniek voor de mens. Andere dieren in genesis hebben ook een ziel. Een ziel hebben, betekent een zelfbewustzijn hebben wat integraal is met ons deelachtig zijn in God. Hij heeft het leven in ons geblazen. Met onze ziel hebben we een antenne voor onze toekomstige bestemming in Christus. Alleen kunnen we dit niet goed vatten. We voelen dat ons een soort van bestemming wacht maar snappen nog niet helemaal hoe dit werkt. Ergens diep in ons voelen we dit. Ergens weten we dat we stiekem meer zijn dan wat we nu zijn. Juist om die reden is onze ziel extreem gevoelig voor de gedachte dat we misschien toch onze bestemming zouden missen. De ziel zal steeds proberen om naar onze bestemming toe te bewegen maar daarin falen omdat de zonde steeds weer toeslaat. Dit is een vreselijk gevoel: onze ziel schotelt ons een vreselijke spiegel voor. De zonde komt niet uit de mens voort die tevergeefs op eigen kracht zijn bestemming te bereiken. De zonde is een cadeau van niemand minder dan God zelf die speciaal voor ons de aionen heeft geschapen met daarin de zonde. Het Oude Testament kent zoiets als parallellisme. Een auteur maakt een statement en herhaalt de achterliggende gedachte met andere woorden of gebruikt een metafoor of analogie. In genesis waar God de mens maakt uit het stof van de aarde en hem vervolgens de levensadem in blaast, zien we deze vorm van parallellisme. Verderop meldt God dat Hij de mens in de Tuin van Eden zet. Beide mededelingen drukken het zelfde uit op verschillende creatieve manieren.

De ziel vertoont af en toe het gedrag van de slang die Eden binnensloop om allereerst Eva te misleiden. De vrouw die uit Adam was genomen stemt overeen met de ontvankelijke natuur van Adam’s nieuwe persoonlijkheid. Ik durf de stelling aan dat onze rebellie tegen God juist voorkomt uit de frustratie om op eigen kracht onze bestemming te bereiken. Deze frustratie leidt tot pijn en vervolgens tot rancune en rebellie. Het verhaal waarin de mens in de tuin van Eden wordt geplaatst is een andere beschrijving van de omstandigheid waarbij God de mens tot een levende ziel maakte. Voor die tijd had de mens zeker niet dezelfde capaciteit als nadat God hem de levensadem had ingeblazen. In de eerste aanvang toen de mens werd gemaakt was hij een simpele creatuur zonder de complexiteit die bij onze toekomstige bestemming hoort. In de eerste instantie had Adam een dierlijke uitstraling en relatie met de wereld om hem heen. God boeide hem niet. Een innerlijk gevoel van een goddelijke bestemming had hij evenmin.

Adam was aanvankelijk toegerust op de natuurlijke wereld om hem heen. Als God tegen hem sprak had hij dit niet eens door gehad. Eerst moest hij de ziel verwerven die hem in staat maakte om te begrijpen wat een goddelijke bestemming is. Als mensenras hebben wij samen de capaciteit voor de volheid van God, maar die capaciteit op zichzelf is waardeloos. Wat een rare situatie: om een capaciteit voor de volheid van God te hebben die straks alles in allen zal zijn (1 Kor. 15:28) en tegelijk compleet onwetend hiervan te zijn! Hier doet de Levensboom zijn intrede. Alleen door van zijn vruchten te snoepen kan het menselijk potentieel voor heerlijkheid worden gerealiseerd. De Boom van kennis van Goed en Kwaad vertoont gelijkenis met alles dat onze “slang-uit Eden” kwetsbaarheid als antwoord geeft op ons dilemma om op eigen kracht onze bestemming te bereiken. De levensboom is de geest en de geest is het zaad van Christus. We ontvangen de geest en krijgen het nieuwe zaad dat al door de dood heen is gegaan en zelfs is opgestaan uit de dood. Juist daarom moesten Adam en Eva het paradijs uit, opdat ze niet meer van de levensboom konden eten en alleen nog van die andere boom. Ze werden de aionen in gestuurd. De vrucht van de boom van kennis werd in de aionen meegesleurd de dood in en later een vrucht van glorie. Beide verhalen van het ontstaan van de mensheid tonen alvast het beeld van God die alles in allen zal zijn.

*

De grote opsomming

Hij maakte ons het mysterie bekend volgens zijn wil, en somde alle dingen in christus op, op aarde en in de hemel. Efe. 1:9-10

Deze Efeziërs verzen zijn een zeer korte samenvatting van Gods meesterlijke plan. Dit mysterie is heden geopenbaard aan een select gezelschap dat deze boodschap begrijpt, hoewel iedereen het kan lezen in de bijbel. In Romeinen 11:36 staat “ek” (komt voort uit het midden) en “dia” (door het midden) en “eis” (richting en dwars door het midden.) Het midden is de plaats om te zijn. The place to be. De oude profeten hadden maar weinig door van wat God echt van plan was en dit geldt nog steeds voor het grootste deel van het christendom dat de rest van de mensheid de eeuwige hel verklaart. Niets van de genade die we ontvangen is afhankelijk van ons. Het is dan ook niet terecht om te zeggen dat we Gods genade moeten WILLEN aannemen. Er valt niets te willen voor ons. God doet het werk; niet wij. Wij KUNNEN hier zelfs niets aan toevoegen. God wacht niet op ons tot we spectaculaire dingen doen. Dat doet Hij zelf wel. We hoeven er niet op aan te dringen een 3de tempel te bouwen in Jeruzalem. Zoals God zich niet laat manipuleren door ons gebed, zo hoeven we ook niet aan te dringen op zijn heilsplan. Gods bestuur heeft de dingen in onze eon zo gereld als ze zijn. Daar kunnen we zelf niets aan veranderen. Wij zijn GEEN helpers van God. Hoe hard religie ook schreeuwt dat we God wel moeten helpen. Zij die christelijke politiek willen bedrijven en een theocratie willen, zullen zich vooral baseren op Oud Testamentische regels en een Christelijke Sharia invoeren. Met alle gevolgen van dien.

De gedachte om God te willen helpen wordt gevoed door natuurrampen zoals nu in Haïtie, 2010. Elke keer met dit soort rampen profeteert men een Eindtijd scenario. Maar welke Eindtijd? Jezus bedoelde met Eindtijd in de eerste plaats de verwoesting van Jeruzalem en het einde van de wet van Mozes. Alles om ons heen is geen doom maar glorie op glorie. God heeft ons niet afgeschreven al lijkt dit misschien zo. Hij brengt verandering op verandering om zijn glorie te prijzen. Wij zijn bestemd voor deze glorie waar de hele schepping op wacht. Hoe zit het met de eerder genoemde opsomming? Dit komt van het griekse woord “anakephalaiomai” en betekent opsommen onder 1 hoofd. Bij elkaar halen, verzamelen onder 1 hoofd. Alles wordt gecentreerd in christus. Alles wordt gerestaureerd in hem en meer dan dat. Dit proces is al klaar omdat God ons in christus heeft ingesloten. Onze reactie is die van “ja maar…” Efe. 1:10 zegt ALLES. De hele schepping is in christus besloten.

Johannes 1:3 zegt dat alles in christus zijn bestemming krijgt en buiten hem niets. 1 Kor. 15 zegt dat we zonder de opstanding van christus een miserabel lot zouden hebben. Maar door de opstanding wacht ons allen een glorierijke toekomst. Religie wil hiervan maken dat een groot deel van de mensheid eeuwig in een hel knettert en mixt het oude met het nieuwe verbond. Maar de waarheid is juist tegengesteld, namelijk de hele schepping is besloten in christus. In de eerste Adam stierf iedereen en in de laatste Adam – Jezus Christus – zal iedereen worden behouden. In volgorde: eerst Christus zelf, dan de huidige gelovigen die bij christus horen en in de volgende aionen de rest van de mensheid. Vanaf de komende eon zal Christus weer regeren met de apostelen over de aarde tot alle vijanden inclusief de dood onder zijn voeten liggen. Iedereen zal erkennen dat Jezus Heer is, ook de mensen die nu niet geloven in Hem. Daarna zal Christus zichzelf onderschikken aan zijn vader en alles zal in allen zijn, 1 Kor. 15:28.

*

Wat is een intertestamentische periode?

Wat een rare uitdrukking; bedoelt men hiermee de tijd tussen Maleachi en het Nieuwe Testament? Njet! Het kenmerkende aan deze periode was juist een geestelijke stilte. Er gebeurde op dat vlak niet zoveel. Deze stilte duurde tot aan Johannes de Doper. Die riep op tot bekering. Het Koninkrijk van God kwam er aan. Er is een theorie dat de Tweede Wereldoorlog pas eindigde in 1989 toen de Muur viel. Wat je ook van zo’n theorie vindt, er zit een kern van waarheid in. Zo houdt het Oude Testament ook niet op bij Maleachi maar ver in het Nieuwe Testament. Bijna 40 jaar zelfs vanaf Jezus, niet zomaar een getal. Hebreeën 8:13 zegt “een nieuw verbond.” Het oude is voorbij. En wat oud is gaat voorbij. Het wordt nooit in ere hersteld. Hebreeën is duidelijk voor het jaar 70 geschreven toen Jeruzalem werd verwoest. Er komen nogal wat verwijzing in voor naar offers en tempel rituelen die toen plaatsvonden in de stad. Daarom spreekt de auteur ook van het oude dat op het punt stond om te verdwijnen. Als het nieuwe verbond inmiddels in werking was getreden waarom was het oude verbond dan nog aanwezig? Men bevond zich tijdens Hebreeën in een overgangsperiode, een speciale tijd van genade voor wat ik het natuurlijke Israël noem, om een deel van het geestelijke Israël te worden voor de verwoesting van Jeruzalem begon. In Hebreeën 10:9 staat dat God het oude wegvaagt voor het nieuwe begint.

Je kunt niet tegelijk jood en christen zijn en tegelijk het oude en nieuwe verbond aanhangen. Een mix van beide verbonden vernietigen de boodschap van God maar is duidelijk zichtbaar in het hedendaagse Judeo-Christendom dat de boodschap van God heeft verzwakt. Een voorbeeld is Matheus 17:5 waar Jezus de berg afkomt en zijn discipelen beneden wachten. God zegt: dit is mijn geliefde zoon. Voor veel christenen tellen alleen deze woorden en de rest erom heen doet er niet toe. In Openbaring 1 zegt Jezus dat we goed moeten horen wat de heilige geest zegt. Jezus werd niet stil na Handelingen 1. Paulus benadrukt dat de hele bijbel door God is geëxpireerd – ingeademd – en geschikt is voor correctie, herinterpretatie en eindeloos opnieuw bestuderen, 2 Tim. 3:16. Lees niet alleen wat er in de bijbel staat maar ga ook na wie het zegt, wanneer iets is gezegd, waar iets werd gezegd en aan wie. In 2 Tim. 2:15 zegt Paulus: gebruik het woord van God accuraat.

Veel christenen volgen de boodschap van de Bergrede en wie kan de waarheid en kracht ervan ontkennen? Maar deze boodschap was gericht aan de joden en bovendien kunnen we zijn leerstellingen toch niet opvolgen. Daarvoor was de Bergrede ook: om ons eigen falen aan de kaak te stellen. De boodschap van de Bergrede is in zekere zin een non-boodschap. Probeer niet zoals Jezus te leven want dit lukt toch niet. Met als gevolg dat je afdrijft van Christus. Toch is er hoop. Namelijk niet wij maar de heilige geest in ons werkt. Wij zitten gevangen in een religieuze mix van oude met nieuwe wijn. We hutsen oud en nieuw verbond door elkaar. We raken ontmoedigd omdat deze methode niet werkt en gaan nog harder bidden. We zitten in onze eigen intertestamentische periode die beroep doet op onze ziel in plaats van geest. Adam was een levende ziel. De levensboom stond er alleen tijdelijk voor hem voor zover het van Gods timing af hing. En niet voor wanneer Adam er zelf klaar voor was om een geestelijk leven te leiden. In 1 Kor. 15:45 lezen we dat Adam een levende ziel was en de laatste Adam, Jezus een levende geest. Jezus stierf met de oude Adam in hem en stond op uit de dood. Wij zijn met hem gestorven en laten we onze eigen intertestamentische periode snel verlaten.

*

De oorsprong van de mens

De bijbel zegt 2 dingen. We komen uit het stof van de aarde. En we komen uit de eeuwige. Te beginnen met het eerste, de mens als stof omdat we onze bestemming vanuit God in de aionen hebben. Ons bestaan vanuit de aionen en de verwachting die we hebben vanuit zo’n zekere basis zijn 2 handen op 1 buik. Wat zegt God hierover en wat zegt God NIET? Kunstenaars laten vaak details weg om het geheel beter uit de verf te laten komen. Zo ook de God van de aionen. Anderzijds zijn we vaak zo geïndoctrineerd met wat er in de bijbel staat dat we juist die delen weg laten die er wel staan en lezen wat er niet staat. De mens als stof is de eerste fase van zijn aionische bestaan. Maar er staat niet dat God een menselijk LICHAAM uit de aarde formeerde dan wel een leeg lichaam waarin hij de mens propte. Wat er wel staat is dat God de mens formeerde uit het stof van de aarde. Veel mensen denken dat God een lichaam creëerde voor een mens die spoedig geschapen zou worden, in plaats van de mens zelf.

*

Adolph E. Knoch: Vader en Zoon

BRON EN KANAAL

Het principiële verschil, dat duidelijk de positie van God, de Vader, en onze Here Jezus Christus openbaart, maakt de relatie, die Zij hebben ten aanzien van het universum duidelijk door het gebruik van twee voorzetsels. Het heelal is ‘uit’ God en alles is ‘door’ onze Here.

Daarom staat er geschreven:

‘voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn en tot Wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn, en wij door Hem’ (1 Kor. 8:6). De tegenstelling die Paulus hier naar voren brengt, is duidelijk en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar; het is de sleutel tot de taak, die Christus tijdens de loop der eonen op Zich genomen heeft. Niets ontstaat oorspronkelijk uit Hem of wordt voleindigd tot (lett.: naar binnenin) Hem, hoewel Hij de oorsprong en de voltooiing is. Van begin tot eind wordt alles ‘door’ Hem. Hij, Christus, is het kanaal en niet de bron of het doel van alles. Bewijs van goddelijke inspiratie is, dat de Schrift steeds hetzelfde standpunt inneemt. Met betrekking tot Christus gaat het hier om een waarheid, die voor alle tijden geldt.

ALLES UIT GOD… DOOR ZIJN GEZALFDE

Nooit lezen wij in de Schrift, dat wij ‘uit’ Christus zijn, maar wel ‘uit’ God. Christus Zelf geeft ons de verzekering, dat Hij van God uitgegaan is (Joh.8:42). Alles is uit God (Rom. 11: 36), maar God houdt zich met ons uitsluitend bezig ‘door’ Zijn Gezalfde. Hoewel alles zijn oorsprong in God, de Vader (de Bron), heeft, wordt alles uitgewerkt door de Zoon (het Kanaal). Alleen als wij ons strikt houden aan de nauwkeurige uitspraken van de Schrift, kunnen wij ons een duidelijke voorstelling maken van de verhouding van de Vader tot de Zoon.

MIDDEL

In joh. 1:3 lezen wij, dat het Woord Gods het ‘middel’ was alles geworden is-, toch is Hij niet Degene, Die het initiatief genomen heeft tot de schepping van alles. Nergens wordt Christus de absolute bron van al het geschapene genoemd. Deze rol past ook absoluut niet bij Zijn taak als Middelaar; het zou zelfs een lastering zijn ten opzichte van de Allerhoogste. De opvatting, dat alles ‘uit’ Christus is, heeft tot de verwarring geleid, die als een sluier over de christelijke theologie hangt.

DOOR

Toen Petrus zijn Joodse broeders met Pinksteren toesprak, bevestigde hij, dat God de krachten, wonderen en tekenen ‘door’ Zijn Messias gedaan had (Hand.2:22), net zoals de wonderen en tekenen later ‘door’ de apostelen ‘heen’ gedaan werden (Hand. 2:43). Bovendien kunnen wij lezen, dat God het verborgene der mensen zal richten ‘door’ Jezus Christus (Rom. 2:16).

UIT-DOOR

Toen Paulus de geweldige waarheid der verzoening verkondigde, legde hij er vooral de nadruk op, dat de verzoening ‘uit’ God is (2 Cor. 5:18), en ‘door’ Zijn Zoon (Rom.5: 10-1 l). Zo is ook de Zoon van Gods liefde het kanaal, ‘waardoor’ het doel der wederzijdse verzoening bereikt zal worden (Col. 1: 13,20). Het behoeft nauwelijks betoog, dat de redding ‘door’ Christus tot ons gekomen is. God Zelf is onze Redder (1 Tim. I:I; 4:10). Daarbij zette Hij Zijn Zoon niet buiten spel. Hij bewerkte de verlossing (redding, lett.: vrijkoping) ‘door’ Zijn Geliefde (Ef. 1:6-7). En dat geldt voor de hele schepping.

*

HET AL IS DOOR DE ZOON GESCHAPEN

In de Brief aan de Colossenzen maakt Paulus de hoogste openbaring met betrekking tot Christus bekend:

‘Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene der ganse schepping, want in Hem zijn alle dingen (lett.: is het al) geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten, alle dingen zijn door Hem en tot (lett.: naar binnen in) Hem geschapen; en Hij is vóór alles (lett.: het al) en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;…’ (CoL1:15-17). Hij is het Origineel van Gods schepping, het Begin, de Oorsprong van de schepping Gods, zoals Johannes het in Zijn Openbaring van Jezus Christus uitdrukt. (Openb.3:14). Hebr. 1:2 werpt nog meer licht op de Middelaarsfunktie, waar Hij aangeduid wordt als het Kanaal, ‘waardoor de aeo¬nen gemaakt zijn. Daarmee wordt gezegd, dat zowel de tijd als het stoffelijke en de kracht’ door Hem in deze wereld zijn gekomen.

NIET IN ALLEN IS DEZE KENNIS

Hoewel dit alles voor onze kennis van de heerlijkheid van onze God en Zijn Christus noodzakelijk is, moeten wij daar¬bij vooral de vermaning van de apostel in 1 Cor.8 niet vergeten. Daar brengt Paulus eerst het onderscheid tussen God en Christus naar voren (8:4-7). In de verzen 1-2 schrijft hij:

‘De kennis (op zichzelf) maakt opgeblazen, maar de liefde sticht (lett.: bouwt op). Indien iemand zich inbeeldt enige kennis verworven te hebben, dan heeft hij nog niet leren kennen, zoals het behoort;…’

In onze tijd zijn er kennelijk weinigen, die over de kennis beschikken, waarover de apostel hier spreekt. Als de Corinthiërs geweten hadden, dat er maar één God is, uit Wie het’ar is (d.w.z.: met inbegrip van de offers aan de goden), dan zouden zij geen last van hun geweten gehad hebben bij het eten van offervlees. Oprechte liefde houdt rekening met de zwakheid van de naaste, die niets weet van de vrijheid in Christus (Ga1.2:4) en zich opwindt, als hij ziet, dat wij schijnbaar iets doen, wat in strijd met de wil van God is. Hoewel de meesten van ons geen offervlees zullen eten, kan er toch sprake zijn van ‘ontwijding van de sabbat’, als wij op zondag werken. Er zijn gelovigen, die dat zien als in strijd met Gods gebod en Zijn Woord.

Daarom moeten wij ervoor zorgen, dat onze kennis geen steen des aanstoots is voor de zwakken in het geloof en in liefde dragen,wat tot de onmondigheid en ongeloof hoort. Laten wij nooit blijk geven van een verkeerde en aanstoot¬gevende gezindheid, die een kenmerk van dwaling is. Zelfs hen moeten wij dragen, die Gods meest geweldige heerlijkheden die Hij ons in Zijn Woord openbaart, tegen spreken. Zonder Zijn genade zouden wij ons hieraan vast en zeker ook schuldig maken. Daarom moeten wij bidden, dat onze wandel zo is, dat wij enigen mogen gewinnen om over de diepere waarheden na te denken en ze aan te nemen. Heel duidelijk zegt immers het Woord, dat in dit tijdperk die ken¬nis niet bij allen is (1 Cor.8:7). Laten wij ons verblijden over het licht, dat ons geschonken is. Alles is uit God en door Zijn Zoon, onze Here Jezus Christus.

GEVER EN ONTVANGER

God, de Vader, en Christus, het Beeld van de onzichtbare God, staan met elkaar in relatie als Gever en Ontvanger. God gaf aan de Zoon de woorden, die Hij sprak, de Geest, waarmee Hij de woorden doorgaf, de discipelen, die de woorden hoorden, Zijn macht, Zijn troon en Zijn heerlijk-heid. Allemaal gaven van God aan Hem. De Allerhoogste kan zulke gaven niet in ontvangst nemen, omdat Hij Zelf de Bron en Eigenaar van alles is. Als wij God iets zouden willen ‘geven’, dan zouden wij in feite slechts teruggeven of erkennen, wat al van Hem is. Maar Christus is een Ontvangende. Dat is de heerlijkheid die Hem toebedeeld is en die Hij met betrekking tot God bezit.

De woorden, die Christus in het Nieuwe Testament spreekt, lijken voor ons spontane uitingen te zijn, voortkomend uit Zijn eigen geest. Toch zijn die woorden van hogere inspiratie dan die van de anderen, zoals de profeten, psalmisten, geschiedschrijvers, apostelen, enz. Hun uitspraken zijn ons in hun eigen, door God geïnspireerde woorden overgeleverd. Maar bij Hem zijn de woorden zelf een gave van God aan Hem, en door Hem aan Zijn discipelen. Hij probeerde geen levensfilosofie te verbreiden. Hij bezat inzicht van Zijn God en Vader en sprak, zoals geen mens ooit gesproken heeft-, immers, Zijn woorden waren een gave van boven.

*

Hij zei:

‘( .. ) want de woorden , die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven’ (joh. 17:8), en:

‘Ik heb hun Uw Woord gegeven’ (17.14).

Hij ontving al Zijn discipelen als een geschenk van God. Hij heeft dan ook nooit beweerd, dat Hij hen door eigen overredingskracht overtuigd zou hebben. Hij verwachtte nooit, dat iemand Hem volgen zou, tenzij, de Vader het Hem toevertrouwen zou (Joh.6:37). Omdat zij een gave van de Vader aan Hem waren, stonden zij niet alleen onder Zijn bescherming, maar ook onder die van de Vader (joh. 10:29). Zijn gebed naar het evangelie van Johannes, is dan ook overvloeiend van smekingen voor hen, die de Vader Hem gegeven had: zij moesten eeuwig (lett.: aeonisch) leven ontvangen (joh. 17:2); Hij openbaarde aan deze mensen de Naam van Zijn Vader, maar zij waren nog steeds het eigendom van de Vader (17:11); Christus had hen bewaard (17:12), en zij moesten Zijn heerlijkheid aanschouwen (17:24).

Het gehele gericht is aan de Zoon ‘gegeven’ Het was geen geboorterecht; dat komt alleen de Allerhoogste toe. Het werd aan de Zoon, op grond van Zijn menszijn, toevertrouwd (joh. 5:22,26,27). Alle heerschappij is eveneens een gave aan de Zoon (Matth. 28:18; Joh. 17:2). God de Heer zal Hem de troon van Zijn Vader David geven (Luc. 1:32). Alle heerlijkheid die Hij in de toekomst bezitten zal, is afkomstig van de Vader (Joh. 17:22,24; 1 Petr. 1:21). Door dit alles wordt bewezen, dat Hij de grote ‘Ontvanger’ is. Het doet absoluut geen afbreuk aan de heerlijkheid van Jezus, als Hij aan Zijn God de plaats als grote ‘Gever’ inruimt.

DE WIL VAN GOD

Het gebed, dat Hij Zijn discipelen leerde, had tot doel Zijn eigen houding, voor zover het de wil van God betrof, op hen over te dragen (Matth.6:10; Luc.11:2). Nooit bad Hij de Vader om hulp om Zijn eigen wil te kunnen doen. Zo moesten ook de discipelen geen eigen wil ontwikkelen, maar zich onderschikken aan de wil van God en in die geest handelen. Nooit heeft de Here geprobeerd Zijn eigen wil aan de discipelen op te leggen. Hij eiste van hen slechts gehoorzaamheid in de mate, dat deze gehoorzaamheid Hem ‘gegeven’ werd. Hij kwam niet in Zijn eigen Naam, maar in de Naam van Zijn God en Vader. Het was Zijn taak Zich op de achtergrond te houden, zodat alles rechtstreeks aan de wil van God ondergeschikt is, zonder enige inspraak Zijnerzijds.

Hiertegen zouden wij kunnen inbrengen, dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen de tijd vóór de vleeswording van Christus en de jaren van Zijn aardse loopbaan, zoals ook tussen die van Zijn huidige en toekomstige heerlijkheid. Meestal wordt er dan gezegd, dat Zijn ontlediging een verklaring zou zijn voor Zijn onderschikking hier op aarde. Het antwoord is eenvoudig, als wij Zijn relatie tot God na de afloop der aeonen beschouwen. Neemt Hij dan Zijn plaats als Heerser in en laat Hij de onderschikking aan de Allerhoogste over? Precies het tegenovergestelde is het geval. Wij weten maar weinig over de tijd na de voleinding. Wel wordt er een duidelijke uitspraak gedaan over Zijn uiteindelijke positie in het heelal: ook de Zoon zal Zich onderschikken aan God, tesamen met al het andere geschapene (1 Cor. 15:28).

*

ONDERWERPING

De ‘onderschikking’ is de hoogste, voltooiende heerlijkheid van de Zoon Gods. Tijdens de twee laatste aeonen, zal Hij macht en gezag uitoefenen, zodat myriaden Hem ondergeschikt zullen zijn. Hij wordt de Heerser over het heelal; Hij zal al Gods schepselen aan Zich onderschikken. Tijdens het uitoefenen van deze functie treedt Hij op als God; Hij maakt gebruik van de macht en de voorrechten van Zijn God. Terwijl Hij dat doet, wordt Hij ‘God’ genoemd, (1 joh. 5:20). Maar als Hij deze taken uitgevoerd heeft, keert Hij niet terug in de positie van absolute Godheid, zoals de verdedigers van de drie-eenheid menen. Dan legt Hij alle functies neer, die tenslotte slechts aan de Allerhoogste toekomen. Vrijwillig doet Hij afstand van de troon, geeft Zijn beschikkingsrecht over de schepping op en neemt de plaats in van een ondergeschikte.

Ook beweert men wel, dat Zijn onderschikking zich beperkt tot Zijn middelaarsfunctie. Een feit is echter, dat Zijn taak als Middelaar bij de afsluiting van de aeonen beëindigd is; dan is er geen Koning en ook geen Hogepriester meer. Dan is Hij zelfs geen Profeet meer. Al Zijn bemiddelingstaken zijn dan uitgevoerd. Bij de voltooiing verdwijnen zij, omdat zij hun doel gediend hebben. De onderschikking wordt nadrukkelijk beperkt tot Zijn Persoon. Hij heet dan ook geen Christus meer, maar ‘Zoon.’… zal ook de Zoon zelf aan Hem onderschikken, die Hem alles ondergeschikt heeft, opdat God zij alles in allen’ (1 Cor. 15:28). Dan heeft Hij al het overige aan God ondergeschikt en voegt Zich in de rij van de ondergeschikten, opdat God ‘alles’ in allen’ kan zijn. Hij is de Enige, Die, toegevoegd aan al het overige, de onderschikking aan God alles omvattend maakt.

(3)

DE MIDDELAAR TUSSEN GOD EN MENSEN

Veel uitleg ter verduidelijking van de ‘Godheid van Christus’ heeft vaak versluierend gewerkt op het begrijpen van de unieke heerlijkheid van de Middelaar tussen God en Mensen: Christus Jezus. Meestal wordt de bijzondere positie, die Christus als Schakel tussen God en de mensheid inneemt, geheel over het hoofd gezien. Maar de Schrift legt heel expliciet de nadruk op Zijn middelaarsfunctie: ‘Want er is één God en ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus – Tim.2:5). Zij, die Hem, hetzij als absolute Godheid, hetzij als slechts een mens zien, zien hierbij niet alleen de waarheid over het hoofd, die Paulus naar voren brengt, maar tevens alle goddelijke uitspraken, waarin Christus de kloof tussen ons en God overbrugt.

DE UNIEKE POSITIE VAN CHRISTUS

Alle gelovigen geloven, dat Christus de Middelaar tussen God en mensheid is. Velen houden Hem voor de absolute Godheid, maar zijn dan wel genoodzaakt hierbij wat beperkende aantekeningen te maken. Weer anderen zien in Hem de ware mens’, die beter en verhevener is dan alle andere mensen. Maar zelden blijkt er een duidelijk begrip te bestaan voor Zijn werkelijke positie. Maar het is helemaal niet nodig om naar compromissen te zoeken tussen deze tegenstrijdige beweringen; beide opvattingen zijn nl. onjuist, hoewel er in beide wel iets van waarheid zit. Wij moeten niet toestaan, dat zulke verklaringen ons beroven van de Middelaar, Christus, Die wij zo nodig hebben. De oplossing van het probleem is de geweldige waarheid, dat onze Here uniek is, volkomen anders dan welke andere persoonlijkheid in het heelal ook. Hij is uit twee verschilllende bronnen afkomstig. Zijn Geest kwam, in afwijking van de menselijke geest, ‘rechtstreeks’ van God. Zijn lichaam was echter geheel gelijk aan dat van een mens. Zijn ziel, dus het bewustzijn, dat Hij kreeg door de verbintenis van Geest en lichaam, was iets bijzonders. Door Zijn ziel kon Hij recht-streeks in contact treden met de Allerhoogste en Zich anderzijds ook neerbuigen tot de verdorven toestand van de mens. Onze Here was dus naar Zijn Wezen, een echte Middelaar.

*

MIDDELAAR

Wat willen wij hier nu eigenlijk naar voren brengen? Welnu, dat de overeenkomst van Christus met God, in plaats van Hem in te lijven in de zogenaamde ‘Godheid’, in zichzelf het meest bevredigende bewijs is, dat Hij niet de Allerhoogste Zelf is. Niets of niemand komt overeen met zichzelf, behalve in overdrachtelijke zin. In ‘identiek zijn’ kan geen sprake meer zijn van gelijkenis of overeenkomst. Dit kan ook niet beperkt worden tot ‘persoonlijkheid’, want Christus en God lijken op elkaar, afgezien van ‘persoonlijkheid’

*

DE RELATIE VAN CHRISTUS TOT GOD

Kennis van God is het hoogste doel van het menselijk denkvermogen. Het is ‘één’ van de lessen, die wij uit Zijn schepping en Zijn Woord moeten leren, dus het doel van elke vorm van leven en ervaring. Iets van Zijn eigenschappen zouden wij kunnen leren kennen uit Zijn werken; maar God kan Zich alleen volkomen openbaren in Zijn Woord, dat Zijn Zoon ons bekend maakt. Als wij ‘Hem’ zien, ontdekken wij de Vader (joh.14:9). Als wij zo met Christus vertrouwd raken, leren wij God kennen. Meestal richten gelovigen zich alleen op Christus en Zijn relatie tot de mensheid als Redder en Heer. Hopelijk hebben mijn lezers Zijn genade reeds ondervonden en zijn zij daarom bereid met mij mee te gaan naar het verheven terrein van Zijn relatie tot Zijn God en Vader. Dat doel hebben wij met dit hoofdstukje op het oog. God wordt door Christus geopenbaard op grond van een reeks overeenkomsten en tegenstellingen. Christus is de Middelaar tussen de mensheid en God en stelt ons de Allerhoogste voor op een manier, die binnen het bereik van onze zintuigen valt. Onze ogen zien God in Zijn zichtbare Beeld. Onze oren horen God door Zijn vlees geworden Woord. Maar gelijktijdig ontmoeten wij een enorme tegenstelling tussen Beiden; immers, God is de ‘bron’ van het bestaande, terwijl Christus het ‘kanaal’ is waarlangs God werkt.

ECHTE KENNIS VAN HEM

Elke vorm van kennis is betrekkelijk en het resultaat van vergelijkbare tegenstellingen. Daarom is er niets belangrijkers dan een zorgvuldige beschouwing van de beide meest Verhevener in het hele universum. Het is opvallend, dat in de praktijk blijkt, dat wij gemakkelijker twee zaken kunnen leren, die verband met elkaar houden, dan één. Het is prak¬tisch onmogelijk om God te leren kennen zonder Zijn Christus. Wel zijn daartoe pogingen aangewend, doordat men God bekleed heeft met filosofische attributen, zoals ‘almacht’ of ‘alomtegenwoordigheid’. Maar zo is men nooit tot echte kennis van Hem gekomen. Zo is het ook onmogelijk veel over onze Heer te weten te komen zonder kennis van Zijn relatie tot God. Daarom is de weg tot dit doel, die de meeste zegen afwerpt, beide te bestuderen. Daarom is onze bespreking tweeledig- gelijkheid en tegenstelling. Als de Zoon niet op de Vader zou lijken, hoe zouden wij in Hem dan de Vader kunnen zien? Als Hij in ‘alles’ gelijk zou zijn aan de Vader, dan zou Hij met de Vader identiek zijn, en even onnaspeurlijk als de Ene, Die Hij moet openbaren. Zijn Middelaarsfunctie vereist, dat Hij beide is, gelijk en ongelijk. Als God onzichtbaar is, moet de Zoon zichtbaar zijn. Omdat God onhoorbaar is, moet het Woord door ons gehoord kunnen worden. In beide gevallen moeten de aanblik en de stem zo zijn, alsof God Zichzelf, als dat al mogelijk zou zijn, aan onze ‘zintuigen’ openbaarde.

Christus is het Beeld van God en de Uitdrukking van de Godheid (Hebr. 1:3). Een logische gevolgtrekking is, dat Hij daarom niet Zelf de Godheid kan zijn. Het standbeeld hoog in het Andesgebergte is niet de Christus Zelf, hoewel het, heel juist, ‘de Christus van de Andes’ genoemd wordt. De middelaarstaak maakt het noodzakelijk, dat onze Heer, de God van onze ziel is, een openbaring van de Godheid, die beantwoordt aan onze zintuigen; dat er beelden en woorden gebruikt worden, die geschikt zijn voor gezicht en ons gehoor. ‘Wij moeten God zien, wij moeten God horen!’ is een kreet, die vaak in gelovige kringen te horen is. Maar dat is onmogelijk in absolute zin. Het wordt relatief gerealiseerd in de ene Middelaar. In Hem zien wij niet ‘Hemzelf’ alleen, maar Zijn God. Door Hem horen wij ‘niet Zijn woorden’, maar die van Zijn Vader. Niets kan meer afbreuk doen aan de zaak van Christus, dan wanneer Hij Zichzelf zou open¬baren, Zijn eigen woorden uitspreken of Zijn eigen wil gehoorzamen. Hoewel ‘lijkend op’ de Godheid, is het unieke van Christus juist Zijn zelfverloochening en onderschikking aan Zijn Vader. Daarom is Hij noch zo maar een mens noch de absolute Godheid, maar de Middelaar tussen deze twee.

DE ZENDER EN DE GEZONDENE

God is de Zender, maar wordt Zelf nooit gezonden. Het is Zijn Zoon, Die gezonden wordt. Nooit zendt de Zoon de Vader uit. Dit is een essentiële waarheid met betrekking tot de wederzijdse verhouding tussen de Vader en Zijn Zoon. De hele Schrift getuigt van deze waarheid. De ver-schillende functies worden ook nooit omgekeerd. God Zelf is steeds de Zender, terwijl de Zoon altijd de Gezondene is. Dit feit is een weerspiegeling van de eigen heerlijkheid van Beiden. God zou nooit de Allerhoogste kunnen zijn, als Hij door iemand anders gezonden zou kunnen worden. Het werk van Christus zou weinig betekenis hebben, als Zijn Vader Hem niet gezonden had.

Wij kunnen ons moeilijk voorstellen, dat de absolute Godheid gezonden zou kunnen worden. Wie zou dat dan moeten doen? Wie zou zich het recht kunnen aanmatigen Hem van de ene naar de andere plaats te sturen? Welke mens zou de wijsheid kunnen bezitten om Hem een bepaalde verblijfplaats toe te wijzen? Hoe zou Hij, Die alomtegenwoordig is, aan zo’n beslissing gevolg kunnen geven? Eén van de met ‘Voorwaar, voorwaar’ beginnende uitspraken van onze Here legt er sterk de nadruk op, dat een slaaf niet boven zijn heer staat noch de ‘apostel (lett.: gezondene) boven de heer, die hem gezonden heeft (Joh. 13:16 – Vgl. de trefwoorden ‘schicken; ‘beauftrag-‘ en ‘lenden’ op blz. 564 en 572 van het Stichwort-Konkordanz in het ‘Konkordantes Neues Testament’). Hij, die gezonden wordt, is altijd ondergeschikt aan degene, die zendt. Al kan er sprake zijn van een wederzijdse afspraak tussen gelijken, toch valt die gelijkheid weg, zodra de ene partij op aanwijzing van de andere, vertrekt. De Zoon kwam om de wil te doen van Hem, Die Hem ‘gezonden’ had (Joh.6:38-40). De wil van God was Zijn spijze (4:34) en vormde de basis van Zijn oproep aan de mensen. Hij zei tot hen: ‘Ik kan van MIJZELF niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, doch de wil van Hem, Die Mij gezonden heeft’ (Joh.5:30).

De absolute Godheid kan niet door een ander ‘gezonden’ worden. God gaat, ongehinderd door wie dan ook, waarheen het Hem behaagt, en zonder daarvoor, menselijkerwijs gesproken, ‘toestemming’ nodig te hebben; Hij is immers alomtegenwoordig! Hij zendt uit, maar wordt Zelf door niemand uitgezonden. Hij geeft de opdrachten, maar niemand kan Hem iets opdragen; Hij geeft niemand, ook al zou Hij daartoe volmacht bezitten, het recht Hem te zenden. Met betrekking tot de Godheid is Christus niet de Zender, maar de Gezondene. In Zijn toespraak tot de Joden, toen zij om een teken vroegen, legt onze Here opnieuw de nadruk op Zijn afhankelijkheid van de God, Die Hem ‘gezonden’ had. Hij zegt tot hen:

‘Want Ik ben van de hemel neergedaald, niet om Mijn wil te doen, maar de wil van Hem, Die Mij gezonden heeft. En dit is de wil van Hem, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren late gaan , maar het opwekken ten jongsten (lett.: laatsten) dage’ (Joh. 6:38-39). Bij alles wat Hij deed, werd Zijn wil geheel overstraald door de wil van God.

DE ESSENTIE VAN DE GODHEID

Het verschil tussen God en Christus is op essentiële punten groot. Vaak is er sprake van het ‘wezen’ Gods of van de zgn. 1 natuur ‘van God-, meestal bedoelt men dan de essentie van de Godheid, nl.: Zijn almacht, alwetenheid en alomtegenwoordigheid. Dit zijn uitsluitend eigenschappen van God en niet van de Zoon. Christus heeft een God, Die Hij dient en aanbidt. Hij is het Kanaal, maar niet de Bron. Christus heeft een wil, maar die is afhankelijk van een hogere Wil. Hij ont¬vangt Zijn volmacht van Iemand, Die boven Hem staat. Hij wordt gezonden en ontvangt Zijn opdrachten van een hogere Macht. Niets daarvan is verenigbaar met het begrip ‘absolute Godheid’. De Allerhoogste heeft geen God en aanbidt niemand; Hij is de bron van elke bestaansvorm en is aan geen enkele andere wil ondergeschikt-; Hij geeft en zendt uit, maar kan Zelf van niemand een opdracht ontvangen; Hij ‘is’ boven alles, er is geen God, Die boven Hem staat.

Het doet geen enkele afbreuk aan de heerlijkheid van onze Redder, dat Hij een Ander vereert en het in alles met Hem eens is; ook dat Hij niet de bron is van alles en dat Hij in alles ondergeschikt is aan de wil van de Vader en van Hein Zijn volmacht ontvangt, vermindert Zijn aanzien op geen enkele wijze. Immers, het zijn ‘Zijn’ heerlijkheden. Hij is geen rivaal van God, maar Degene, Die Hem openbaart. Hij is niet Zijn Meester, maar onze Middelaar. Gods heerlijkheid ligt in Zijn openbaring van Zichzelf-, de heerlijkheid van Christus is Zijn zelfverloochening. Nadat Hij zijn middelaarsfunctie voltooid zal hebben, zal ook de Zoon ondergeschikt en geen hoogste in rang meer zijn. Als wij ons in geloof naar het begin en het doel uitstrekken, zien wij altijd eerst de Zoon als het Beeld en de gevolmachtigde van God. Maar dat wil niet zeggen, dat Hij God in de schaduw stelt of Zijn Hoogheid niet Hein deelt. Het is juist Zijn onderschikking, waardoor God ‘alles’ in ‘allen’ kan worden.

*

Oorsprong van de mens 5

Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God, Rom. 3:23. Iedereen dreef weg van zijn doel en nu schiet iedereen tekort aan God’s glorie die men zo graag wil. De voortdurende conditie van de mens die tekort schiet voor God als begeleidende factor van de zonde roept de vraag op: wat was er het eerst? Zonde of tekort? Duidelijk is in elk geval dat de voortdurende jacht van de mens op Gods glorie futiel is. Hoe hard hij ook zoekt: hij vist altijd achter het net. Juist als hij denkt dat hij God gevonden heeft, grijpt hij er net naast. In Gods plan zit een element van verval en ontoereikendheid ingebakken, welke door zijn synergetische werking strategisch is voor de ware menselijkheid die haar volheid bereikt in de vereniging met Jezus Christus. Vanuit de eeuwigheid in de eonen gefloept bevond de mens zich in een vervallen staat. Probeer je het voor te stellen: de aanvankelijke race van de mensheid met alle verwachtingen en toen ging een paar seconden de poort van de eonen open. Opeens ontdekken we in ons perfecte lichaam een bot met een kleine scheur erin. Het begon met de 2 fasen waarin de mens uit de grond van de aarde werd opgetrokken. Toen God nog niet zijn adem in de mens had geblazen, was hij toch nog de glorie van God. De hele aarde is vol van Gods glorie zoals de profeten verklaarden. De grond van de aarde waaruit de mens was gevormd was Goddelijk. De profeten zeggen niet voor niets: U bent een God die zichzelf verbergt. God schept uit wat Hij ten geboorte brengt. De hele schepping is van origine geboren.

Dit is de glorie-substantie van de Zoon van God en in Hem alle Zonen van God, waaruit God alle dingen formeerde in het bijzonder de aardse menselijkheid van de mens. Daarom wacht de schepping op de openbaring van de zonen van God omdat het zoonschap betekenis geeft aan alles. In de eerste fase van zijn bestaan, zonder de ziel die uniek voor hem was door Gods inademing, waardoor hij anders dan andere schepselen werd; zelfs in dat stadium was de glorie van God in hem verankerd. Maar hij was zich totaal niet bewust van zijn eeuwige origine. Dit bewustzijn was nog niet ontwaakt in hem. De goddelijke inademing, deed hem ontwaken en beseffen dat hij meer was dan een klomp vlees. Vibraties van goddelijkheid welden in hem op en hij voelde de roep in zich naar iets dat God heette. Niettemin werd hij de eonische woestijn in gezonden zonder de benodigde kennis van zijn schepper.

Het was de bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem tastend zouden vinden zoals Hand. 17:27 zegt. God had nog niet de hartstochtelijke kwaliteit van liefde in de levens geopend die in de eerste mens geademd waren. Hem was nog niet medegedeeld dat hij en alle nakomelingen in hem afkomstig waren van een schepper. Waarom zo moeilijk? Waarom vertelde God hem niet gewoon het hele verhaal? Waarom? Omdat tekort behoefte oproept. De gedachte dat we iemand nodig hebben buiten ons. Alleen met deze gedachte kunnen we het wonder van Zijn liefde bevatten. We moeten naar God toegetrokken worden. Er is een synergisme dat Gods passie om ons te verheerlijken combineert met onze eigen verwarde weerstand tegen hem.

We moeten snappen dat de passie van God die ons geheel in bezit zal nemen dezelfde is als Zijn passie die ALLES van Hemzelf aan ons geeft. De eerste fase schepping is nog steeds in ons aanwezig. Deze eerste fase waarin we uit de aarde waren gevormd en waarin God zijn adem blies, garandeerde de mens zijn unieke kwaliteit van een gedeelde ziel met hem. God verwierp de eerste fase mens niet. Deze vleselijke mens is een onderdeel van ons. Dit is het deel van ons dat geen goddelijke vibraties voelt die bij de 2de fase van onze schepping horen. Ons dierlijke deel van ons menszijn is simpelweg van de aarde, zonder enig hemels bewustzijn. En onze huidige staat van mens zijn. Deze 2 fasen komen samen waar Adam het heeft over de eerste en laatste Adam. Beiden zijn niet 2 verschillende mensensoorten maar wel 2 verschillende fasen van menswording. We moeten onze eerste fase van menswording ook vasthouden. God heeft deze aardse en natuurlijke mens in ons niet verbannen. Ja sterker, het was in de 2de fase van menswording waarin de zonde in de wereld kwam. Het was de 2de fase mens die de 1ste fase mens de zonde in leidde. Wie was het die besloot om tot zonde te worden voor ons allen? Dit was onze geestelijke staat. Slotsom is dat we niet slechts alleen met Christus in contact moeten blijven maar ook met onze natuurlijke staat.

*

De oorsprong van de mens 3

In 1 Kor. 15 maakt Paulus een contrast tussen het natuurlijke en geestelijke. Maar… ondanks dit contrast bevestigt hij ook een eenheid tussen beiden. Het geestelijke wordt gevonden in het natuurlijke waarbij het natuurlijke zich het eerst manifesteert in de eonen. Het geestelijke wacht al die tijd tot de levensadem wordt ingeademd vanuit de eeuwigheid in de eonen. Paulus zegt duidelijk: eerst is er het aardse en natuurlijke, daarna pas het geestelijke. God schiep niet iets uit niets, laat staan de mensheid. Maar de mens is wel de kroning op zijn schepping (Gen. 2:7). De mens is niet alleen kroon op de schepping. Maar Jezus Christus is ook gekroond met eer en glorie. Dat zoiets uit “niets” zou voortkomen is absurd. Deze gedachte zet ook de relatie tussen god en mens in een verkeerd licht. Menselijkheid is intrinsiek aan Goddelijkheid die allereerst tot uitdrukking komt in christus.

Dit is een andere gedachte dan dat de godheid en de mens die opeens vanuit het niets werd geschapen pas verenigd werden in christus. In Hem is er geen tegenstelling tussen Godheid en menselijkheid. Door zijn geboorte uit een maagd was de menselijkheid aan het hart van de goddelijkheid waarna deze in de eonen werd voortgebracht. Ze hoefden niet samengevoegd te worden omdat de één al voortkwam uit de ander. De menselijkheid kwam intrinsiek voort uit de godheid. De ark van het verbond is hier een beeld van. Hij was gemaakt van hout en versierd met goud. Hout is symbool van mensheid en goud van goddelijkheid. In de godheid is menselijkheid. Het geestelijke is dat wat vanuit de eeuwigheid komt. Het natuurlijke hoort bij de eonen. Geest is de onderliggende realiteit van alles wat God heeft geschapen. Geest is Ongeschapen. Alles wat geschapen is, is dat vanuit de geest. God kan vanuit zijn geest blijkbaar onze eonen scheppen en alles wat zich daarin bevindt. Zonder dat hij stukjes van zichzelf mist. De oneindigheid van de geest kan niet worden gereduceerd. Er is een verschil tussen God zien in de natuur zoals dit zich soms aan ons openbaart en de tegenovergestelde glorie van God die we zien in het gezicht van Jezus. We kunnen ’s ochtends het raam open doen en overrompeld worden door de aanblik van een dikke laag sneeuw over alles. Dit is echter toch iets anders dan persoonlijk god ontmoeten.

Het stof van de bodem waaruit we gevormd zijn had een geest-dimensie. Maar in het begin was de mens natuurlijk en kon hij alleen in zijn eonische materiële vorm communiceren met de geest. God had zich nog niet aan hem geopenbaard. Eerst moest God zijn adem in de mens blazen. De natuur van de geest was overgesprongen op de natuur van de eonen, de ruimte/tijd/materie. En dit is het natuurlijke en een piek in de relatie tussen geestelijke en natuurlijke. Toen Adam de levensadem van God ontving, kreeg hij tevens alvast de levensadem van alle mensen na hem mee. Aan de ene kant komt vanuit de eeuwigheid de glorie-natuur van de geest voort als de natuurlijke. Andersom komt uit het natuurlijke het geestelijke voort. Hier zien we de trapsgewijze schepping van de mens. Eerst gevormd uit het stof van de aarde. En daarna het infuus met de geest van God. De eerste trap is de aardse mens, de tweede trap de hemelse. De eerste en tweede Adam (Christus) zien we hier ook in terug.

We zijn dus allen geschapen in de tweede Adam; christus. Adam’s eonische bestaan begon als de eerst geschapene. Jezus’ eonische bestaan begon als de eerst geborene. Er is een zekere circulariteit zichtbaar hier. Zijn geboorte vanuit de eeuwigheid leidt tot zijn eeuwige schepping en die eeuwige creatuurlijke reis leidt tot zijn geboorte in Bethlehem. Zijn schepping begon in de trapsgewijze schepping van Adam. Maar zijn creatuurlijke solidariteit met het Adamitische ras leidt tot zijn geboorte uit Maria. Zijn persoonschap bleef al die tijd verborgen van Adam tot Jezus. De circulariteit wordt hier duidelijk. De Ene van de hemel wordt de Ene van de aarde waarin al de levens van alle levens besloten ligt van het infuus van Adam om zijn Hemelsheid te vernieuwen. Deze uitleg is niet simpel en toont Christus zoals we hem in de spiegel zien. Om het helemaal te begrijpen moeten we hem zelf kennen.

*

Het verdoemende woord in de uitdrukking vrije wil

Het verdoemende woord is niet wil maar vrij. We hebben een wil en maken honderden beslissingen de hele dag door. Geef je de planten water of niet? Als je met atheïsten discussieert is het handig om aan deze kant van het verhaal te beginnen. Natuurlijk hebben we een wil. Maar vrij zijn betekent onafhankelijk zijn van invloeden. Dus ook van God, satan of familie-omstandigheden. Zelfs als je wil maar een klein beetje beïnvloed is, is er geen sprake van een vrije wil.

*

Volwaardige evangelisten

Echte evangelisten volgen de 3 stappen die Paulus in 2 Tim. 4:2 geeft: “verkondig de boodschap, blijf aandringen, wijs terecht en straf of vermaan en blijf smeken.”

Verkondig, vermaan en blijf smeken. Veel christenen blijven steken in vermanen. Weinigen doe alle 3 tegelijk. Bang voor een tegenaanval, lopen we op tenen door een tulpenveld. Toch staat er dat we zijn naam moeten blijven verdedigen. Met alle geduld en tegenslag weliswaar. Het is een glorieus privilege om Gods naam en boodschap te verdedigen. Maar je jaagt tegelijk veel mensen tegen je in het harnas.

*

De apostel van genade noemde namen

Paulus noemt in 2 Tim. 2:17 mensen bij naam die de waarheid geweld aandoen. Hij noemt Philetus en Hymeneus. Zij strooiden de leugen rond dat de opstanding al had plaats gevonden. Paulus zegt dat sommigen zich al van hen hebben afgekeerd en waarschuwt anderen ervoor niet als hen te worden. In onze tijd heb je valse leraren die de vrije wil propageren of eeuwige verdoemenis. Pas op voor hen!

*

God ziet wat wij niet zien

Degene die in de spiegel terugkijkt is je oude mens die voor God niet meer bestaat en gekruisigd is. Dringt jouw haarkruin terug, wordt je haar dunner op je voorhoofd? Dan is dat je oude mens. Maak een sprongetje; als je terugkomt op aarde, ben je de oude mens. Stop met eten en drinken. Als je over een dag verschrikkelijke honger krijgt, is dat je oude mens. Je oude mens is er nog steeds; is niet dood maar God rekent hem wel als dood. Dit is dus een staaltje van geloof boven zichtbare feiten. 2 Kor. 5:7. Dus u ook; rekent uzelf als dood en leef verder in christus jezus, Rom. 6:11.

Rekenen als god

Uw geloof/ons geloof is gebouwd op het feit dat Christus daadwerkelijk is gestorven. Je wandelt nu door het leven en gelooft wat God van jou denkt en niet meer wat je van jezelf denkt. Romeinen 6 staat vol met feiten waarop ons geloof gebaseerd is. Voordien werd je in water gedoopt en gereinigd. Paulus brengt een radicaal nieuwe doop. Deze doop heeft niets te maken met water, johannes de doper of wachten op de messias. De betekenis is wel dezelfde en symboliseert reiniging en vereniging. Het verschil tussen de ene doop en de nieuwe doop is niet de betekenis van het woord zelf. Maar de club waar je nu bij hoort en het medium dat jouw gedoopt maakt. Bij Johannes was de club, zij die op de messias wachtten. Het medium wast water. Met de doop in de dood van christus is de club, zij die geloven wat god over hen zegt. Het medium is geloof. Enkele details over de nieuwe doop: Rom. 6:3 – we zijn met hem begraven. Rom. 6:5 – als we delen in zijn dood, zullen we ook delen in zijn opstanding. Rom. 6:6 – onze oude mens is met hem gekruisigd.

We hoeven ons niet meer in water te laten dopen, niet door onderdompeling of sprenkeling. We laten ons nu in de geest dopen. 2000 jaar geleden besloot God jou ceremonieel te reinigen en met hem te verenigen en jou te dopen. Hij reinigde jou van zonde en veroordeling. Hij verenigde jou met zijn Zoon. Wat was zijn medium waarmee hij jou zijn nieuwe club binnenvoerde? Geloof. In plaats van kletsnat te worden, hoef je nu simpel te zeggen: “Ik geloof wat U over mij zegt, God.” Op het moment dat je zegt, “ik geloof U god,” hoor je bij de nieuwe club die het “lichaam van christus” heet. Niet veel mensen zijn in deze club. Om wat voor reden ook geeft God aan slechts een paar mensen het radicale geloof om henzelf te zien zoals God hen ziet. Jezelf zien zoals God je ziet, betekent ophouden met jezelf te veranderen en volledig op de dood en opstanding van Christus te vertrouwen. Zoveel gemakkelijker is het om je bij een religie aan te sluiten. Waarom? Omdat je bij religie de oude mens kunt vasthouden en dat voelt veiliger. Geen enkele religie op aarde beschouwt de oude mens als gekruisigd. Liever rakelt men de oude mens op en verkleedt deze als een modepop. God zegt dat de oude mens gestorven is. Maar wie gelooft hem? Het is gemakkelijker om gevoelens en ervaringen te geloven. Het is gemakkelijker om te werken om God een plezier te doen en je eigen vlees en oude mens te veranderen dan te geloven in wat god zegt.

*

Gestorven met christus

Weet je nog hoe je gestorven was met Christus? Natuurlijk niet want je was nog lang niet geboren toen de handen van Jezus doorboord werden. Desalniettemin rekent God het alsof je erbij was. Maar probeer het niet te voelen of je voor te stellen dat de spijkers door jouw handen gingen. Veel religie is terug te voeren op oefening om onzichtbare feiten te voelen. De christelijke religie benadrukt continu gevoelens. We moesten voelen dat we rechtvaardig waren; we moesten voelen dat we gered waren. We moesten de geest van god voelen. Maar wat God ons toerekent heeft niets te maken met voelen. Het gaat hier om de feiten en het feit is dat God ons zondigen en onze onzekere “ik” als gestorven beschouwt. Wil je in christus wandelen? Bouw je geloof dan op feiten en niet op gevoelens.

*

Geloof is gebaseerd op onzichtbare feiten

Hebreeën 11:1 leert ons dat geloof een overtuiging is die te maken heeft met onzichtbare dingen.

De verleiding bestaat om het woord “onzichtbaar” te vervangen door “niet echt.” Als iets onzichtbaar is, zal het wel niet echt zijn. Bied weerstand aan die verleiding en hij zal van je wegvlieden. Dat wat je niet ziet is zeker niet alleen maar fictief. Kun je de dampkring zien? Nee. Maar hij bestaat wel. China kan ik niet zien en valt onder de categorie “onzichtbaar.” Toch bestaat het omdat er genoeg betrouwbare ooggetuigen zijn die er wel zijn geweest. Nog afgezien van foto’s en atlassen. Zo is het met de bijbel ook. Jezus leefde echt, ging de dood tegemoet, nam onze zonden mee het graf in maar stond ook weer op, de zonden daar achterlatend. En wij waren gerechtvaardigd. Omdat geloof feiten nodig heeft, zorgde God ervoor dat er zo‘n 500 ooggetuigen waren die de opgestane christus zagen waarna de apostel Paulus er verslag van maakte. 1 Kor. 15:6. Waarom zo’n gedoe met een kruisiging en dood als geloof gebaseerd kon zijn op fictie? Is geloof zonder werken alleen nutteloos? Is dit niet de doctrine van Jacob? In het evangelie van Paulus staat geloof los van werken. Maar niet van feiten. Deze feiten zijn Gods werken en niet de onze.

*

Romeinen 8:28

In Romeinen 8:28 staat: “We weten dat God alles ten goede werkt foor hen die God lief hebben en geroepen zijn volgens de bedoeling die hij van tevoren had uitgestippeld en hen het evenbeeld te laten worden van zijn Zoon.”

Er zijn 3 feiten in deze vers:

1. God werkt alles ten goede voor hen die God lief hebben.

2. God heeft een doel voor ieder van ons.

3. Ieder van ons is van tevoren bestemd om evenbeeld van zijn zoon te worden.

Wij denken dat God ons een nieuwe Mercedes geeft als we genoeg in Hem geloven. Maar in Romeinen 8:28 lezen we niks over een Mercedes. We lezen dat God alles ten goede laat werken voor ons. Verder leren we het feit dat we een belangrijk deel zijn van Gods grote plan. Ten derde plande God alles lang voor de schepping alles voor ons en kende Hij ons voor we geboren waren. Drie verbazingwekkende feiten; wie kan dan nog teleurgesteld zijn? Geloof is niet de motor die de onzichtbare feiten dicteert maar de wagen die hen volgt.

*

De aionen gaan over gezelschap

Eén van de eerste episoden in de geschiedenis van het heelal was de schepping van christus, Openbaring 3:14. Hiermee kwam God tegemoet aan zijn eigen verlangen naar gezelschap. Het laatste dat aan het einde van de aionen gebeurt is dat God alles in allen wordt: 1 Kor. 15:28. Op dit punt aangekomen omarmt God alles wat hij ooit geschapen heeft; alles en iedereen. Er is liefde en wederkerige liefde en niemand is meer eenzaam. Vijanden van god zoals gevallen engelen zoeken nu toenadering, wijs geworden door hun ervaringen met het kwaad. Wat is dat, een hulp-maatje voor Adam? Wat hier bedoeld wordt is dat God iemand zocht die helemaal bij Adam paste. Niet alleen voor hem maar ook net als hem, iemand die op hem leek. De beste vertaling is waarschijnlijk dat Eva een aanvulling was voor Adam. Zij maakte hem compleet.

Lijden voor liefde

Grote verhalen als Prins Charming of Cinderella stimuleren ons omdat we geraakt worden door het lijden van mensen voor degenen van wie ze houden. Liefde inspireert lijden en andersom. Dit zit niet per ongeluk in de mensheid gebakken. God lijdt ook voor liefde. Dit lijden doet hij door zijn zoon. Dus als je meisje van je dromen door een boerenpummel voor je neus wordt weg gekaapt, weet je wat God bedoelt met lijden voor liefde.

*

Lammeren op de slachtbank

Vreselijk als een lam wordt geslacht; dierenbeulerij. Jezus is stil als een lam als hij naar het kruis wordt gevoerd. Een gewoon lam weet niet wat hem te wachten staat en is inderdaad de rust zelve. Jezus staart ook stilzwijgend de duisternis in maar weet heel goed wie zijn tegenstander is. De romeinen zien de zon opgaan en kijken naar het plaveisel. Maar Jezus kijkt veel dieper en ziet het dodenrijk voor hem liggen. De Hades of Sheol, zo men wil; daar zal hij straks 3 dagen zijn. Pas na zijn vreselijke gebed in de tuin van Gethsemané werd hij het Lam. Terwijl de politieke en religieuze krachten om hem heen in opperste staat van paraat waren en zenuwachtig de afloop beslechtten, gaf Jezus geen krimp. Hij was overgeschakeld op de automatische piloot. Nu is het onze beurt om onze slachting te ondergaan. Schakel over op de automatische piloot en laat de wereld zijn gang gaan. Laat jezelf afwijzen en uitkotsen. Blijf wandelen en ademen; blijf uit de buurt van het dodenrijk, we wachten op de messias uit de hemel. Dan zal onze glorie volgen. Alles zal nieuw zijn, vooral onze zintuiglijke waarnemingen.

NB.

Deze aion loopt op zijn eind. Belangrijk is om juist nu geworteld te raken in het geloof en de misleidingen van satan te ontwijken.

*

De apostelen wilden lijden voor Jezus. Hoe deden ze het?

De apostelen verlieten het Sanhedrin, verheugd dat ze waardig bevonden waren deze vernedering te ondergaan omwille van de naam van Jezus. – Hand. 5:41

Johannes herhaalde de opmerking van Jezus: gezegend bent u als u wordt vervolgd in Mijn naam. Voor u wacht een beloning in de hemelen. Mat. 5:11-12. Het was niet alleen het vooruitzicht van de schat in de hemel dat de apostelen met vreugde vervulde. Ze hielden ook van Jezus. Ook na zijn opstanding hadden ze meer dan eens brood met hem gebroken. En nu maakte hetzelfde Sanhedrin dat Jezus vermoord had, jacht op hen. Tegelijk wierp hun werk vruchten af en bekeerden ze de één na de ander. Jezus had voor onze zonden geleden. Wat overbleef was lijden om Hem. Mensen kunnen de grootste ellende doorstaan als ze zicht hebben op een doel. Voor Jezus was het duidelijk: na de kruisiging en de dood zou alles voorbij zijn. Dan zou Hij opstaan uit de dood. (Heb. 12:2).

*

De vernedering van christus

Als je naar een willekeurig kruis met Jezus kijkt in een kerk en je staat erbij stil, kun je je er een voorstelling van maken hoe hij geleden heeft. Waarom moest het allemaal zo extreem gaan? Ja, het was nodig dat hij voor de zonden van de wereld stierf, maar moest dit zo wreed? Waarom? Misschien vinden we het antwoord in de uitdrukkingen “kruis van christus” en “woord van christus.” Hier staat: diepzinnige welsprekendheid zou het kruis van zijn kracht beroven: 1 Kor. 1:17-18.

Woord en kruis van christus zijn een manier om de dood van christus te benadrukken. De manier waarop dit gebeurde was vitaal. Paulus maakt duidelijk onderscheid tussen doop en het brengen van het evangelie. Hij zet de doop tegenover het kruis. Dopen is mensenwerk. Ter contrast: alle mensenwerk stopt bij het kruis. Waarom? Omdat ieder Godsvrezend mens dat het lijden van christus ziet, aan de grond genageld is. Hij kan niet verder. Hij kan zich niet laten dopen omdat zijn benen niet meer werken. Als de spijkers hem doorboren en Hij zijn laatste zucht uitslaakt met de woorden: het is gebeurd, dan zien we wat het betekent om in de dood van christus te zijn gedoopt. Rom. 6:3. We komen niet eens meer op het idee om onze eigen werken te roemen.

Christus was 3 dagen dood. Zo dood als een pier. Gedurende deze 3 dagen waren wij ook dood. 2 Kor. 5:14. Dode mensen kunnen niet voor God werken, zelfs christus niet. Maar daarna wekte zijn vader hem op uit de dood. Toen christus zijn ogen open deed, kwamen alle herinneren terug. Met dit verschil dat hij nu een zucht van verlichting slaakte. Hij bleef even liggen om alles te overdenken. Het was hem gelukt; of eigenlijk was het zijn vader gelukt. Zijn vertrouwen in zijn vader was niet voor niets geweest. Het ergste was voorbij. Hem wachtte slechts glorie op glorie. En hij zou straks zijn vader weerzien. Dat was het aller mooiste. Toen Jezus opstond om de wereld te begroeten, deden wij hetzelfde. Wij liepen met hem het nieuwe leven in, Rom. 6:4. Het nieuwe leven betekent niet dat we moeten werken voor onze redding. Dan zou christus dit ook weer moeten doen. Eén keer aan het kruis was genoeg voor hem. Het nieuwe leven betekent God bedanken dat het shockerende offer voorbij is. Het nieuwe leven betekent het goede te doen dat op je pad komt. Dit is Gods gift aan ons.

Vijanden van het kruis

Velen leven als vijand van het kruis. Fil. 3:18. Het maffe van deze vers is dat vijanden van christus op het eerste gezicht juist volgelingen van hem lijken. Paulus beschrijft hen echter in 1 Kor. 15:2 als geloofs vijandelijk. Ze zijn tevergeefs tot geloof gekomen. Wie zijn deze mensen? Ze roepen de naam Jezus van de daken maar weigeren voor Hem te lijden. Populariteit, niet lijden is het sleutelwoord van het christendom. Veel kerken zijn vooral op de ziel gericht in plaats van de geest. Onzichtbare, hemelse zegeningen worden genegeerd voor aardse emoties en hallelujah geroep. Aan de andere kant worden heidense ideeën als hel en verdoemenis of vrije wil opeens verheerlijkt. Een christen in naam alleen verliest het aionische leven. 2 Thes. 1:8. Gelovigen die in Jezus geloven maar vijanden van het kruis zijn, zijn gered maar verliezen hun aionische beloning. 1 Kor. 3:15. Ze hebben in het heden wel een leuke tijd gehad met hallelujah zingen.

*

Mijn nepbaan voor christus

Wij werklozen die de dagen slijten met werken voor god, Bijbelstudies vertalen, etc. worden door weinigen serieus genomen. Zoniet voor parasiet of gek versleten. Wacht maar tot de opstanding; dan zullen ze zien wat ons werk werkelijk heeft voorgesteld. Men zal zeggen: we dachten dat hij een eikel was, een zielepoot, een eenzame seksueel gefrustreerde randdebiel. En kijk hem nu eens! Het zal een “Jozef” moment zijn die na lange tijd door zijn broeders wordt herkend: oh jee! Er zijn veel manieren om kwaad te lijden voor christus. Een werklozenbestaan, gewijd aan christus is er één van. Nederigheid wordt gemakkelijker naarmate de dag van de opstanding nadert.

*

Leven in geestelijk nieuwe schepping

De zegeningen die God over ons uitgiet na de opstanding van Jezus gaat veel verder dan de zegeningen die Israël kreeg. Paulus zegt wat onze transcendente zegeningen zijn: 2 Kor. 3:10, de glorie, 2 Kor. 4:7, de macht, 2 Kor. 4:17, de last van glorie, 2 Kor. 9:14, genade, Efe. 1:19, de grootheid van zijn macht voor ons. Dus waarom maakt men zich zo druk om Israël’s zegeningen??

  • Vergeving zegt: je was fout maar ik vergeef je.

  • Rechtvaardiging zegt: je was NIET fout.

Het is onmogelijk om een gerechtvaardigd persoon te vergeven. Zo kijkt God naar je: je bent recht. Dit klinkt nog beter dan rechtvaardig. Rechtvaardiging hoort bij Paulus, niet bij Petrus. Zelfs in de komende vierde aion zal Israël niet gerechtvaardigd zijn op de transcendente manier waarop paulus dit bedoelt. Israël zal dan rechtvaardig zijn als de zich compleet aan de wet houdt maar niet transcendentaal rechtvaardig. Ze zal gerechtvaardigd worden op grond van de wet, niet door geloof. Israël is “recht” omdat ze “recht” doet. Wij niet. Wij zijn “recht” omdat we vertrouwen op een levende god die onze rechtvaardigheid baseert op het werk van christus, niet op het onze. Israël werkt op aarde aan een coöperatief verzoeningsplan. Veel christenen mixen wet met genade en gebruiken het woord rechtvaardiging als een hol begrip.

De nieuwe aarde van Openbaring 21 typeert onze nieuwe geestelijke realiteit

De aarde zal tijdens de vierde aion dezelfde zijn als nu. Hij zal geen nieuwe maak zijn maar een regeneratie van hetzelfde rauwe materiaal. Denk aan de pottenbakker en de klei uit Jer. 18. De pottenbakker gebruikt voor een nieuw kunstwerk niet opeens papier-maché maar gebruikt dezelfde klomp klei. Dit geldt niet voor de Nieuwe Aarde. Na afloop van de vierde aion zal de huidige aarde worden verbrand, 2 Petr. 3:10-13. Dit is de equivalent van de pottenbakker die overschakelt op papier-maché. Op de nieuwe aarde is er geen dood of lijden. God zelf wandelt met de mens. Tijdens het millennium koninkrijk van de vierde aion zal er nog steeds de dood zijn. De fysieke waarheden van de nieuwe aarde zijn nu van ons in de geest. Onze hemelse zegeningen overstijgen de aardse zegeningen van Israël. Zo verschilt de nieuwe aarde ook van het millennium koninkrijk van Christus. Als Paulus het in 2 Kor. 5:17 over iets nieuws heeft, vergeet dan het rauwe materiaal. God heeft ons voorbij de regeneratie gesleurd. De nieuwe aarde van nieuw materiaal is zo’n onthutsend concept dat de gelovigen voor de verwerkelijking ervan moeten bidden, Efe. 1:15-23. God ziet onze oude Adam niet meer maar ziet ons levend in christus. Niet alleen dat maar ook de geest van god dwarrelt in ons (1 Kor. 3:16). En zal ons nooit meer verlaten. Denk hier eens over na!

*

Onzichtbare zegeningen overtreffen alles wat zichtbaar is.

Een voordeel aan de boodschap aan Abraham van de besnijdenis, Gal. 2:7 is dat de zegeningen voor Israël zichtbaar zijn. Denk aan het manna dat uit de hemel kwam, het water dat uit de rots kwam, de pilaren van rook en vuur, etc. En niet te vergeten de tempel van salomon. Welk land beloofde God zijn volk? Een land van melk en honing? Zoniet het evangelie van genade. Onze zegeningen zijn onzichtbaar maar gaan de zegeningen van Israel ver te boven. Hoe kan dit? Een man die melk drinkt kan zich nog steeds veroordeeld voelen; een vrouw die honing op haar biscuit smeert kan zichzelf nog steeds waardeloos voelen voor god. Daarentegen brengt het evangelie van genade vrede met God, Rom. 5:1 en de kennis dat zonde ons niet langer van hem kan scheiden, Rom. 8:1. Hoe we ook falen, we blijven aan Hem gekoppeld. Toen Israël God ongehoorzaam was, faalden de melk en honing. Als wij God ongehoorzaam zijn, vloeit Gods genade over ons, Rom. 5:20. We hebben de loterij gewonnen.

*

Geld versus hemelse zegeningen

In Handelingen 16 zijn Paulus en Silas in de Macedonische stad Philippi. Ze vinden daar een groep vrouwen die bij een rivier aan het bidden is. Ze ontvangen Paulus’ evangelie van genade en Ene Lydia nodigt Paulus en Silas uit in haar huis. Hiervoor zal ze t.z.t. Worden beloond door christus. Daarna hebben beiden een beetje pech als ze een vrouw tegenkomen met een Pythongeest. Deze boze geest herkent de geest van God in Paulus en Silas en schreeuwt hen na: “deze mannen zijn slaven van de hoogste god die u redding belooft!”

Dit gaat zo de hele week door tot Paulus er gek van wordt. Hij wijst de boze geest terecht zodat deze uit de vrouw verdwijnt. De meesters van de vrouw zijn woest. Zij was immers een inkomstenbron voor hen. Ze intimideren Paulus en Silas en drijven hen naar de markt en klagen hen aan. De aanklacht ging alleen over geld. Hun inkomen was verdwenen. Als Paulus’ boodschap de schatkist van de stad had gespekt of de portemonnees van de aanwezigen, dan was er niets aan de hand geweest. Anno 2010 is geld nog steeds het criterium waarop Paulus wordt beoordeeld. Zijn boodschap brengt gelovigen geestelijke zegeningen, Efe. 1:3. Het probleem hiermee is dat het allemaal onzichtbaar is. Toen Paulus zelf in de Arabische woestijn veelvuldige verschijningen van christus ervaarde, was hij de rijkste man ter wereld. Hij was de eerste mens van het lichaam van christus. Hij snapte dat God de mensheid door christus zag. Hij was de eerste die van een hemelse bestemming hoorde. Niettemin was hij op aarde de eeuwige zwerver die zijn kleren misschien wel van tentdoek maakte.

Hier zijn ze dan, Paulus en Silas. Ze slepen zich voort door het stof van de woestijn maar reizen in een heilige waas. Paulus zou deze waas omschrijven als een werkelijkheid van Christus die niemand aan kan raken. Feitelijk zijn zij de 2 rijkste mannen op aarde en niemand heeft dit door. Waar is hun rijkdom? Onzichtbaar in elk geval. Niemand die dit snapt. Maar waar ze onderweg gaan of staan; hun rijkdom wordt vermenigvuldigd door het Woord. Daarom willen ze er met iedereen over kletsen die ze tegenkomen. Geef Paulus een half uur en hij zal je dezelfde informatie geven als die hij zelf ontvangen had van Christus. Ook op de meest onbegaanbare plaatsen in de woestijn. En dat terwijl over 2 dagen de overheid van Filippi hen in de bajes zal gooien en hen zelfs zal slaan. 2000 jaar later is de meerderheid van het christendom deze boodschap eveneens vergeten of heeft haar op zijn minst verdraaid.

*

Niet geld is de bron van alle kwaad maar de zwak voor geld

Zie 1 Tim. 6:10. Het word “zwak” is niet goed vertaald. Het griekse woord is philarguria. Nog het beste te vertalen met “ziek”. Een ander grieks woord is orgeo dat zichzelf verlengen of uitstrekken betekent. Verlengen we ons zelf financieel? Als we meer uitgeven dan we ons kunnen veroorloven, dan hunkeren we naar geld. We worden weg gedreven van ons geloof en beschadigen onszelf. Deze dingen kunnen geen gevolgen zijn maar ZULLEN gebeuren. Het is oorzaak en gevolg. Afdwalen van het geloof kan subtiel gaan als we christus inruilen voor het verlangen naar een betere baan. Het medicijn hiertegen staat in 1 Kor. 7:31. “De wereld die wij kennen gaat ten onder.” Alles waaraan de mens hecht wordt straks aan de kant geschoven. Heiligen wordt wakker en blijf weg van de beerput.

God weet hoeveel geld we NIET nodig hebben

In Mat. 17:24 zijn inners van tempelbelasting aan het woord. Tegen Petrus zeggen ze: draagt uw meester de dubbel drachme niet af? Petrus wist dit niet zo zeker en zei maar ja. Toen hij bij Jezus kwam, was deze hem voor en vroeg hem: van wie innen de heersers op aarde belasting? Van hun eigen kinderen of van anderen? Petrus antwoordde: van anderen. Jezus zei toen: dan zijn de kinderen dus vrijgesteld. Maar laten we hen niet voor het hoofd stoten. Ga naar het meer, vang een vis en in de bek vind je een muntstuk. Petrus zal wel even met zijn hoofd hebben geschud onderweg naar het meer. Wat moest hij nu weer met een vis? Jezus sprak de laatste tijd zoveel wartaal. Maar toen hij een vis ving en er een muntstuk in de bek zat, zal hij raar hebben opgekeken. God weet hoeveel geld we nodig hebben. Als het nodig was geweest voor zijn plan kon hij geld aan bomen laten groeien. Daarentegen weet hij wat we nodig hebben en regelt hij dingen zo dat we naar Hem toe moeten komen voor onze behoeften. God weet ook hoeveel we niet nodig hebben.

*

Een gelovige moet blijven beseffen dat het evangelie van genade dat hij verkondigt van God komt en niet van hemzelf. Daarnaast vormen gelovigen een gemeenschap. Veel gelovigen voelen zich alleen. Maar wees gerust; we zijn met velen; alleen zijn we verspreid over de wereld. Het lichaam van christus leeft en weet zich door God gesteund. De eenheid van dit lichaam is beschreven in Kol. 2:19. Hier staat dat God het hele lichaam door pezen en gewrichtsbanden wordt voorzien en samengehouden, groeiend de groei van God.

Lesbische seks

Vrouwen die het met vrouwen deden, werden onder de wet van Mozes niet gestenigd. Volgens Leviticus 20:13 is homoseksualiteit een kapitale zonde. Seks met familie ook. Het gaat hier om het penetreren van elkaar. Er staat ook iets over mannen die het met dieren doen. Maar nergens staat iets over de vrouwenliefde. Dit is logisch want vrouwen kunnen elkaar niet penetreren. Blijkbaar gebeurt er geestelijk en lichamelijk iets van belang bij penetratie van man in man of dier. In 1 Kor. 6:16 staat dat een man die een hoer penetreert 1 lichaam met haar wordt. Paulus leert ons in 1 Kor. 11:14 dat de natuur zelf ons leert dat mannelijk gedrag anders is dan vrouwen. Vrouwen kunnen elkaars schouders masseren en door de haren strelen. Als mannen dit doen in het openbaar, krijgen ze op hun lazer. Vrouwelijke intimiteit zegt ons iets over de schoonheid en elegantie van God. In 1 Kor. 6:9-10 noemt Paulus homo’s, hoerenlopers en dronkaards in dezelfde categorie als hebzuchtigen. Homo’s, hoerenlopers en sodomieten zijn allen mannen. Zij penetreren elkaar. Vrouwen kunnen dit niet en worden daarom niet genoemd.

De zonde van romeinen 1:26

Hier wordt gesproken over vrouwen die het met dieren doen. Bestialiteit heet dat. Dit verwijst ook naar Leviticus 20:16. Het gaat tegen de natuurlijke orde in van God die bepaald wordt door penetratie en waardoor ons menselijk ras in Zijn beeld voort bestaat. Nogmaals: vrouwen die met vrouwen slapen, penetreren elkaar niet en worden dus niet veroordeeld door de wet van mozes. Het homohuwelijk tussen mannen is een menselijke absurditeit. Het huwelijk is een goddelijke institutie voor mannen en vrouwen. Als je als homo toch dergelijke gevoelens hebt voor andere mannen, kun je proberen elkaar lief te hebben zonder elkaar te penetreren. Als je kind homo is of zelfs moordenaar of verkrachter: laat het aan god over. Het blijft je kind en houdt de relatie in stand met de genade die je zelf ook ontvangen hebt van christus. Laat Hem oordelen; doe dit niet zelf. Het is jouw probleem niet.

*

Zijn Jezus’ woorden ook voor ons bedoeld?

De bediening van Jezus was gericht op Israël (Mat. 15:24). Inderdaad, niets ervan is voor ons bedoeld, hoewel we wel veel kunnen leren in algemene zin van wat Jezus gezegd en gedaan heeft. Maar zijn instructies om huis en haard achter je te laten om Hem te volgen, zijn niet voor ons bedoeld. Paulus is onze apostel. Daarmee zet ik Paulus niet tegenover Christus. Immers, Paulus kreeg zijn instructies van christus. Paulus geeft ons aansporingen in plaats van bevelen. Dit is de natuur van de genade.

Vragen/antwoord

Moeten we Christus gehoorzamen? Nou, het zit zo: er is een roep, ook in de boodschap van genade (paulus) om het goede te doen en ons beschaafd te gedragen. Aan de andere kant kunnen we dit alleen doen door de kracht van de heilige geest: 2 Kor. 1:12. En toch worden we aangespoord het goede te doen. Dit heeft te maken met absolute versus relatieve waarheden. In absolute zin kunnen we onszelf niet gedragen zoals God het wil, tenzij Hij ons de kracht daartoe geeft. In relatieve zin, mogen we proberen ons ons netjes te gedragen, in elk geval niet andersom.

Relatief: we gedroegen onszelf.

Absoluut: Gods genade hield ons in het gareel.

Paulus heeft het in Romeinen 1:5 over gehoorzaamheid in geloof. Dit is niet het type van Mozes’ wet die zei: doe dit en doe dat. Deze gehoorzaamheid komt totaal van Gods genade en laat ons zeggen: door de genade van God ben ik wie ik ben (1 Kor. 15:10). Deze gehoorzaamheid herkent God als de bron van handelen. Dit is niet moeten gehoorzamen maar willen gehoorzamen. Bij de wet van Mozes, moest Israël gehoorzamen. Wij willen gehoorzamen, 1 Kor. 3:16. God houdt ons niet verantwoordelijk voor ons handelen. Hij is verantwoordelijk voor ons en niet andersom. Desalniettemin zullen we ons straks rekenschap moeten geven van onze levens, Rom. 14:12. Er is een groot verschil tussen verantwoordelijkheid en rekenschap geven. De weerman geeft rekenschap voor het weer maar is niet verantwoordelijk voor het weer!

*

Zonde en Wet

Als heidenen nooit onder de wet waren, zijn ze dan wel zondig? Immers, de wet was er om de zonde te openbaren. Het punt is hier dat de wet te snel wordt geassocieerd met de wet van Mozes. Dit is niet altijd het geval. In de Tuin van Eden was er al een wet: eet niet van de Boom van goed en kwaad. Bovendien worden mensen geoordeeld door de wet van hun eigen geweten: Rom. 2:15. Je kunt tegen je eigen geweten zondigen. Dit geweten is een wet in zichzelf. Niemand kan zijn geweten volledig gehoorzamen. Daarom zijn we gerechtvaardigd in en door het bloed van christus. Rom. 5:9.

Wat is ons geloof?

Een gelovige hoeft geen alverzoener te zijn. Wel zul je geloven dat Christus is gestorven voor onze zonden. 1 Kor. 15:3.

Dan komt satan binnen en maakt het verhaal ingewikkeld. 1 Tim. 4:1-2. De doctrine van de vrije wil bijvoorbeeld weerhoudt mensen ervan in de dood van christus te geloven voor zonden. Hoe? Men zegt dat je zelf de keuze moet maken voor God. Zo niet dan kies je feitelijk voor de eeuwige hel. Een andere dwaalleer van satan is die van de 3-eenheid. Als Jezus God is, en God niet sterven kan, dan kon Jezus ook niet sterven. Bovendien worden we niet eens door ons eigen geloof gered maar door het geloof van christus in zijn vader. Rom. 3:21. Je kunt het ook omdraaien: iedereen die door God is voorbestemd voor het aionische leven, gelooft in deze dingen. En zal dus niet naar dwaalleren van demonen luisteren.

Was Paulus een valse profeet?

Paulus was helemaal geen valse profeet maar juist Gods ultieme gekozen instrument om Gods nieuwe boodschap van genade te verkondigen aan de heidenen. Veel mensen begrijpen niet van Paulus omdat ze zijn leer niet kunnen verenigen met overige teksten uit de bijbel die wet en werken propageren. Paulus had een andere openbaring gekregen voor ons, los van Petrus en de 12 discipelen. Met Paulus deed de genade zijn intrede. Als niemand rechtvaardig is, hoe kan ik dan rechtvaardig zijn? Wat moet ik ervoor doen? Antwoord: niets. Je bent al gerechtvaardigd in christus: Rom. 3:21-23. Je oude mens is dood en begraven, Rom. 6:6. Zijn opstanding verzekert die van jou. Rom. 6:5. God en christus zien jou beiden als een nieuwe schepping, 2 Kor. 5:17. Misschien voel je het niet zo maar gevoelens zijn onbetrouwbare antennes in deze. Geloof wat er in Romeinen 6 staat, daar gaat het om.

Klei, geen marionetten

Als god almachtig is en mensen hun kwade streken op hun af kunnen schuiven, zijn we dan geen marionetten? En waarvoor zou God ons dan nog oordelen en straffen als Hij achter onze kwade streken zit? Antwoord: we zijn geen marionetten in zijn handen maar klei. Zie hem als een pottenbakker. Romeinen 9.

*

We leven in een relatieve wereld

In absolute zin is alles van God. Maar we leven ook op een relatieve manier en zullen hierover verantwoording afleggen aan Christus. Ons geloof is geworteld in het absolute (god doet alles) maar we leven in het relatieve (dit moet ik doen). God oordeelt mensen in overeenstemming met wat in hun harten is. Hij doet dit voor hun eigen bestwil. Het punt voor de grote witte troon is niet: “wie heeft jou zover gebracht om dit te doen?” Maar: “Wat deed je?” Het is in overeenstemming met de motivatie tijdens de zonde. God oordeelt “potten” die hijzelf hard gebakken heeft: Romeinen 9. Wie ben jij om God ter verantwoording te roepen? (Rom. 9:20). Maar Paulus zei dit op een manier alsof hij een uur later met jou een bier zou drinken.

*

Martin Zender, de schepping van satan

God is een mens. Echt niet.

Brengt God ook het kwaad op ons dak? Deze gedachte is niet zozeer irrationeel als wel emotioneel beladen. Wie wil er nu een God die verkrachting en kanker toelaat? Toch staat in Efe. 1:11 dat God alles ten goede gebruikt voor wie hem liefhebben. Alles laat geen ruimte voor twijfel. Ook het lijden hoort erbij. Wij mensen hebben moeite met deze gedachte. Maar god is geen mens. Tijdelijk kwaad is essentieel voor eeuwige zegen. Het punt hier is dat God juist geen mens is.

De schepping van satan

Om zijn liefde en macht te tonen, zou God een vijand scheppen waartegen Hij kon vechten. Omdat God aanvankelijk alleen was, moest hij er één maken. Met tegenzin, maar toch deed hij het. In Jesaja 45:7 staat ook dat God zelf kwaad op ons dak stuurt. Dit is een emotioneel geladen item. God is in het hart van het kwaad. Zie ook Joh. 8:44 en 1 Joh. 3:8. In Job 26:13 staat iets opmerkelijks. Zijn hand vormde de kronkelende slang. Veel foute vertalingen beweren dat God de slang doorboort. Maar in de grondtekst staat het woord “vormen.”

De heilige geest geeft Job 2 manieren om de schepping van hemel en slang te beschrijven. En tevens 2 verschillende bronnen van goddelijk handelen voor elke creatie. Dit is geen toeval. God versierde de hemel door zijn geest. Versieren heft met “schoonheid” te maken. God maakte de hemel decoratief. Neem als voorbeeld het plezier van een kunstenaar die een stuk canvas beschildert. Daarnaast maakt hij de slang, het serpent. Versiert hij die? Nee. Hij vormde de slang alleen maar maakte deze niet mooi. De kille slang stond tegenover het versierde hemelrijk. Het Hebreeuwse woord voor vormen in deze is chalal. De hemel komt uit Zijn hart, de slang uit zijn hand. De hemel was mooi, de slang puur functioneel. Zo is het ook met het kwaad in de wereld. God is er niet per sé blij mee als Hij kwaad op jouw pad brengt. Maar ook is Hij niet gek. Hij weet wat Hij doet. Door de pijn heen, brengt Hij jouw dichter bij hem. Hij ziet het einde van waar Hij jou wil hebben. En dat jij ooit te zien krijgt. Satan had geen schijn van kans om anders te worden dan hij werd gemaakt. Hetzelfde geldt voor deze aion.

Prediker 7:12 – wijsheid biedt de mens meer schaduw dan bezit. Wie kan recht maken wat de Eeuwige omver heeft gegooid? Misschien is het een schok te constateren dat God zelf dingen omver gooit. Denk aan Jezus die de tafels van de geldwisselaars omver gooide. God maakt dingen soms krom of gooit ze door de war. Waarom doet hij dat? Om contrast te scheppen voor zijn eigen rechtheid.

Vers 12: het voordeel van kennis is dat wijsheid degenen in leven houdt die haar bezitten. Als je gefrustreerd bent van God of genoeg hebt van je geloof of zelfs je leven, zul je hier toch doorheen moeten, zelfs met een glimlach als je begrijpt dat satan is zoals Hij is. Net zo is onze aion boosaardig omdat dit Gods bedoeling is, Gal. 1:4. Je zult niet gefrustreerd raken als je weet dat je toch niet recht kunt zetten wat God krom heeft gezet. Stop met vechten tegen God en de boze wereld. Zonder uiteraard fatalistisch te worden.

*

Waarom schiep god zijn vijand? CG 1:20

Paarden en kaarten

1 Petrus 1:19-20: christus, een lam zonder smet met kostbaar bloed is al ver voor de grondvesting van de wereld voor ons uitgekozen, en nu is hij aan het einde van de tijd verschenen aan u. Openbaring 13:8: het lam dat geslacht is, vanaf het begin van de wereld. De zonde heeft Gods verzoeningsplan niet verstoord maar onthult juist de redding. EERST kwam de redding, DAARNA de zonde. God zag de zonde niet aan en zei tot zichzelf: wat zal ik hier eens tegenin brengen? De zonde overkwam Hem niet. Dit is wat het gangbare christendom ons leert. Daarom loopt het christendom ook achter het kwaad aan. En daarom kan het christendom ook niet de uiteindelijke verzoening van het heelal leren. God begon de planning achterstevoren om het middel eerder te hebben dan het medicijn. Het christendom begint voorste achteren om het medicijn bij de kwaal te zoeken. Daarom zit het christendom muurvast en beweegt het niet voor of achterwaarts.

*

Waarom schiep God zijn eigen vijand?

Als God almachtig is dan schiep hij ook satan. In het boek Job lezen we dat satan alleen een relatieve macht heeft, voor zover God dit hem toelaat. De schepping moet leren wie God is maar ook wie God NIET is. Daarom schiep God een tegenstander, waarmee niet gezegd is dat Hij dit met plezier deed. Misschien schiep God, satan wel met tegenzin of had Hij flink de pest in.

Is satan een gevallen engel?

Het Christendom leert ons dat God satan goed schiep maar dat satan een gevallen engel werd en daarna slecht was. Misschien viel satan over een verlengsnoer of van een gammel krukje. Of satan kreeg de verkeerde vrienden en raakte van het padje. Satan struikelde en werd een duivel. God stond met Zijn handen in het haar. Want als satan viel dan kon zoiets nog weleens gebeuren. Jezus noemt satan een moordenaar vanaf het begin, Johannes 3:8. In Spreuken 16:4 staat dat God ook het kwaad heeft geschapen voor de ondergang. In Jesaja 54:16 staat: ik riep de vernietiger om verderf te zaaien. Deze beide bijbelverzen slaan tevens de gedachten van een vrije wil en eeuwige hel aan stukken. De waarheid is: God heeft satan geschapen zoals deze nu is: boosaardig. Veel gelovigen hebben er moeite mee te geloven dat God ook het kwaad schiep. Maar diverse bijbelverzen getuigen hiervan zoals Jesaja 45:7, Efe. 1:11, Hand. 17:25 en Kol. 1:17.

Dag van de mens, here en god

Dag van de mens: 1 Kor. 4:3, van Adam tot Openbaring; van Genesis 1:27 tot Openbaring 1:10.

Dag van de Here is niet de zondag maar is een tijdperk dat aanbreekt als Jezus terugkomt: Openbaring 1:10, van openbaring tot de verwoesting van de 2de aarde; van Ope. 1:10 tot Ope. 21:1.

Dag van God: 2 Petrus 3:12; van de Nieuwe Hemel en aarde tot de voleinding van de aionen; van Ope. 21:1 tot 1 Kor. 15:24-28.

*

Romeinen 1 versus Romeinen 12

In Romeinen 1:21-24 staat: “hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet dank en eer gebracht die hem toekomt. Hun onverstandig hart is verduisterd. Ze beweren wijs te zijn maar zijn dwaas en hebben god ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, dieren. Daarom heeft God hen uitgeleverd aan zedeloosheid waarmee ze hun lichaam onteren.”

Wij leven thans in de dag van de mens. Wij zullen God voor alles danken maar helaas doet een groot deel van de mensheid dit niet waardoor de zonde toeneemt. Dan is er de Dag van de Heer. In Openbaring 1:10 schreef hij “In de Dag van de Here raakte ik in vervoering.” Johannes schreef niet “op” maar “in” de Dag van de Heer. Dit slaat dus op een tijdperk. God heeft 3 dagen voor ons apart gezet. Gedurende die 3 dagen handelt hij in ons leven en openbaart Hij zichzelf aan de mensen.

Deze dagen zijn:

– De dag van de mens

– de dag van de Heer

– de dag van God

Dit zijn drie dagen die vier aionen beslaan. Paulus omschrijft de dag van de mens in 1 Kor. 4:3 – “een menselijke instelling oordeelt niet over mij; noch ik oordeel over mezelf; ik ben mij van geen kwaad bewust maar dit betekent niet dat mij niet ten laste kan worden gelegd. Het is de Heer die over mij oordeelt.”

Doel van de Dag van de Mens is dat de mens inziet dat hij op eigen kracht niet rechtvaardig kan worden. Tevens horen we de grootste schreeuw van de mens: als er een god is waarom is er zoveel ellende op aarde? Het antwoord is dat de mens leert hoe futiel hij is. De mens moet geen theorie leren maar de levensles zelf leven. God werkt in de frustratie om ons te vernederen en ons voor te bereiden om onze komende taak. Gods zwijgen klinkt voor de gelovige als geschal. De Dag van de Mensheid demonstreert de domheid van de mens. Elohim was de titel van God als schepper toen Hij in Genesis 1:1 hemel en aarde schiep. Elohim staat boven de tijd aangezien de aionische tijden door Christus gemaakt waren. God in de gedaante van onze Vader die zich met ons bemoeit heeft de titel YHWH. YHWH is de God van de tijd en betekent “zal is was”. De God van de toekomst is tevens de God van het verleden. Er zijn twee scheppingsverhalen, in Genesis 1:27 en 2:7. In het eerste geval toont God zijn macht, in het tweede geval zijn zorg. Elohim zet het decor en YHWH verbindt zich met de geschiedenis van de mens vanuit het standpunt van de aionische tijden. De Dag van God vangt aan met de vijfde aion als er een nieuwe hemel en aarde geschapen worden, 2 Petrus 3:12; Openbaring 21:3. God wandelt dan zelf met de mens zoals Hij dit ooit met Adam deed. In de vierde aion is God nog steeds onzichtbaar achter het tempelgordijn. In de Dag van de Here worden hoogmoedigen op hun plaats gezet, Jesaja 2:11. In Jesaja 6:15 lezen we dat zelfs koningen en machthebbers in rotsen schuilen. 3,5 jaar van grote Verdrukking luiden duizend jaar vrede in.

*

De fout om Babylon te vergeestelijken

De naam Babylon wordt te snel als metafoor gebruikt voor alles wat naar vijandschap jegens God riekt. Protestanten menen dat Babylon het katholieke systeem is; christenen zeggen dat het de wereld is of een tot leven geroepen nieuw Romeins imperium. Al deze beweringen hebben een groot ongeloof in wat God openbaart (niet verbergt). In de openbaring (niet verberging) van Jezus Christus, beschrijft God een letterlijke stad in het huidige Irak. Deze stad is de voormalige hoofdstad van 3 wereldrijken en wordt het commerciële hoofdkwartier van het afvallige jodendom van de Eindtijd. Een hoofdkwartier ook dat de hele wereld in zijn greep zal houden. In Openbaring 18:4 staan woorden als magnaten, schepen, grote stad, kostbare bezittingen; duidelijk genoeg dus. Het boek Openbaring leert ons dat Babylon nog 1 keer een krachtige hoofdstad zal zijn. Aan het einde van deze huidige aion zal ze de wereldhoofdstad van de commercie zijn en het thuis van de afvallige zonen van Jacob. Dit is het financiële epicentrum van het zogenoemde ijzeren koninkrijk, zoals geprofeteerd in Daniel 2. Het zal de opvolger zijn van het Babylonische, Medo-Persische en de Griekse rijken, de enige rijken op aarde die de hele wereld domineerden. Degenen die Babylon vergeestelijken, vergeestelijken niet alleen het aanstaande Babylon weg maar ook het aanstaande 1000 jarige millennium met Jeruzalem als hoofdstad. De vorige wereldrijken zijn bij iedereen met enig historisch besef bekend evenals de letterlijke rol van de hoofdstad Babylon hierin. Deze historische settingen zijn echter geprofeteerd in de droom van Nebukadnezzar, Daniel 2. Maar dan plotseling, koerst men een totaal andere richting in als het op Eindtijd Babylon aankomt. En erger, ontkent men het komende koninkrijk van christus. Als de drie voorgaande wereldrijken letterlijk waren, waarom zou het vierde wereldrijk figuurlijk bedoeld zijn?

*

Wie is de vrouw die op het rode wilde beest zit in Openbaring 17? En wat is het wilde beest?

Wat Johannes zag, is het figuratieve deel van Openbaring. De toelichting van God aan Johannes over wat hij zag, is het letterlijke deel. Namelijk: de vrouw die je zag is de grote stad (Ope. 17:18). Zie je: wat Johannes zag was figuurlijk; wat God ermee bedoelde was letterlijk. De vrouw is figuurlijk, de stad is letterlijk. Zo ook ten aanzien van het wilde Beest uit openbaring. Het heeft 7 hoofden (figuurlijk) die 7 koningen uitbeelden (letterlijk, Ope. 17:9). Dit wilde beest is een samensmelting van de 4 beesten uit Daniel 7. Dit is het aanstaande wereldrijk in het Midden-Oosten. Als je het totaal aantal horens en hoofden van de 4 beesten uit Daniel optelt, zijn ze gelijk aan het aantal hoofden en horens van het ene wilde beest van Openbaring. Vergelijk Dan. 7:1-7 met Ope. 13:1. Geweldig! En verder: het wilde beest dat ik zag, zeg Johannes (13:2) was net een luipaard, en zijn voeten waren van een beer en de mond van een leeuw. Ook toevallig de beesten uit Daniel 7. De luipaard heeft misschien met de islam te maken en duidt op het Eindrijk van het Midden-Oosten.

*

Hemel boven de aarde

Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zover gaan mijn wegen jullie wegen te boven en mijn plannen jullie plannen. – Jesaja 55:9.

De aarde is een arena van vernedering, laagheid en geringheid. Apollo 8 was de eerste mannelijke missie naar een ander hemellichaam, de maan. Toen pas begrepen we echt hoe nietig we zijn. Het universum bestaat bijbels gezien uit 2 delen: het heelal en de aarde. Overal waar onze voeten niet zijn, is er al hemel. De aarde is de enige plaats in het heelal met mensen. En wij mensen zijn door God uitverkoren om straks over het heelal te regeren. De tabernakel van Mozes was een stukje hemel op aarde en troonde dit tussen vleugels van cherubim. We kunnen Gods directe aanwezigheid niet verdragen zelfs al daalt Hij af naar ons niveau en woont Hij in een tent. Daarom stuurde hij ons Jezus Christus. Door zijn bloed is Hij voor ons bereikbaar geworden. Dankzij Hem hebben wij door 1 geest toegang gekregen tot de Vader. Efe. 2:17.

*

Wat het betekent om gedoopt te worden

De waterdoop reinigt met water. De figuurlijke doop met de heilige geest. De geest doet hetzelfde als wat het water doet maar dan zonder handdoek. Vandaag zijn we gedoopt in de dood van christus. – Rom. 6:3-4.

Een waterdoop verenigt middels een doopceremonie, een figuurlijke doop doet dit middels de heilige geest. Zij die zich destijds door Johannes de Doper in de Jordaan lieten dopen, hoorden bij dezelfde club als Johannes die zich identificeerde met de komende messias en zijn koninkrijk. Doop in de dood van christus, brengt ons in de club die het lichaam van christus heet. Het verenigt zijn leden, niet met het koninkrijk van christus maar met christus zelf. Als ik iemand zie die gedoopt wordt met water, denk ik, weer iemand die tot een andere club hoort dan ik. U was al 2000 jaar geleden gedoopt.

We zijn met christus gedoopt in zijn dood, om met zijn opwekking een nieuw leven te leiden. Romeinen 6:3-4.

Als mensen mij vragen of ik gedoopt ben, zeg ik : ja, 2000 jaar geleden. Je opnieuw in water laten dopen is de grote waarheid ontkennen van de doop in de dood van christus. Het is een terugkeer naar het doden van lammeren voor vergeving van zonden. Heeft de doop in de heilige geest te maken met in tongen spreken? In Handelingen is dit zeker het geval. Johannes de Doper zei dat degene die na hem kwam in geest en vuur zou dopen. De geest kwam op de discipelen in de bovenkamer en ze begonnen in verschillende talen te spreken, Handelingen 2:4. Opnieuw de vraag:

Wat deed God met de geest daarna? En in onze tijd? In plaats van dat de geest op ons komt, komt ze IN ons. 1 Kor. 3:16. De vele verschillende talen van Pinksteren stelden de kliek in Jeruzalem in staat om de boodschap van Petrus te horen, ieder in zijn eigen taal. Er is vandaag de dag geen noodzaak voor een dergelijke manifestatie. Zeggen dat we vandaag in de heilige geest gedoopt willen worden is het ontkennen van de inwoning van de geest. We worden niet aangespoord om een tweede zegening te ontvangen zoals in het hoofdstuk van Handelingen, 2000 jaar geleden tijdens Pinksteren. Die tijd hebben we gehad. We zijn nu gezegd met iedere geestelijke zegening tussen de hemelse machten. Efe. 1:3.

De doop heeft mensen in zijn macht

De doop is een leer uit de bijbel. Maar dat is de besnijdenis ook. En je zonden belijden op het hoofd van een geit. En het bouwen van een Ark. Zij die dopen of zich laten dopen zijn net zo gestoord als zij die zich vrijwillig laten kruisigen om christus te volgen. In 1 Petrus 3:21 staat dat zoals water de 8 zielen in de Ark redde, zo redt de doop jou nu ook. Inderdaad, er was een tijd dat de doop u redde. Petrus voegt er later aan toe dat de doop u redde door de opstanding van christus. Dit is een tweeledige redding, gebaseerd op het evangelie van de besnijdenis. Deze boodschap was destijds voor de Israëlieten bestemd en luidde dat niet alleen het kruis redding bracht maar kruis plus doop en bekering. Zie Handelingen 2:38.

Betekent dit dat doop en bekering ook nu nodig zijn? Moeten we de boodschap verkondigen dat christus u van de zonde redt, of dat vergeving van zonde door het kruis komt plus de doop en bekering? Wat zegt God over de doop in de tijd ver daarna? Als we dit niet goed uitzoeken, zou je zomaar een Ark bouwen omdat Noach dit ook deed. Of een schaap offeren of misschien wel je eigen zoon! Het probleem ligt in de verdeling van de geschriften in Oud en Nieuw Testament. Veel mensen zien het Oude Testament niet zitten als een gids voor hun leven. Het Nieuwe Testament wel. Het probleem is dat er veel onderscheid bestaat, juist ook in het Nieuwe Testament in voor wie wat bedoeld is. Bijvoorbeeld, de slogan: bekeer je en laat je dopen is een Nieuwe Testament doctrine. Zullen we hier dan maar gehoor aan geven? Hoe zouden we dit kunnen doen in de wetenschap dat deze boodschap niet alleen gericht was aan de Israëlieten maar ook aan die Israëlieten die Jezus kruisigden? Twee verzen hiervoor zegt Petrus: laat het hele huis van Israël met zekerheid weten dat God hem zowel christus als heer maakt, deze Jezus die jullie hebben gekruisigd. – Handelingen 2:36.

De oproep tot bekering had in deze context te maken met het van gedachten veranderen over het vermoorden van de messias. Hoe kunnen we ons hier nu van bekeren, anno 2010? Dit kunnen we niet. Ik heb niet hard geschreeuwd om Barabbas vrij te laten. U wel? En wat riep Johannes de Doper nu precies? Hij riep: bekeer je, het koninkrijk is nabij! Mat. 3:2. Dit koninkrijk van de hemelen was het 1000 jarige koninkrijk dat aan Israël was beloofd. Dopen door Johannes betekende een bekering van zonde ter voorbereiding van dit koninkrijk. Het had niets met het kruis van Christus te maken. De doop van Johannes had niets te maken met geloven in Jezus of zijn naam belijden. Hoe kon dit ook als Jezus nog aan de wereld moest worden voorgesteld? Hij die na mij komt, is sterker dan ik (Mat. 3:11). Paulus bracht een nieuwe boodschap aan de rest van de wereld. En ja, inderdaad doopte hij ook nog wat mensen in het begin. Niet in water maar in de naam van christus Jezus. Maar hier is de sleutel tot de dienstbaarheid van Paulus: Zijn dienstbaarheid ging van glorie tot glorie! 2 Kor. 3:18. Met andere woorden, de Paulus midden in Handelingen is niet de Paulus van de Efeziërs. Paulus verwijderde langzaam maar zeker alle ceremoniën en rituelen uit zijn boodschap, zodat deze uiteindelijk een boodschap werd van pure genade. Tot op vandaag de dag.

*

Eén Heer, één geloof, één doop,” Efe. 4:5

Als waterdoop (1 Petrus 3:21) en geestelijke doop (1 Kor. 12:13) beiden dopen zijn uit de geschriften, terwijl er vandaag maar één doop is (Efe. 4:5), welke is dit dan? Water of geest?

*

Het evangelie dat mensen onderscheidt

Het evangelie van de besnijdenis is in overeenstemming met het vlees. Het is de boodschap die mens onderscheidt. En wel als jood van de rest van de natiën. De wet van Mozes die alleen tot Israël kwam, bevatte honderden dingen die mensen fysiek moesten doen. En anders vielen ze bij God uit de gunst. Dit onderscheidde Israël niet alleen van de rest van de wereld, maar onderscheidde Israëlieten ook onderling. Als je bijvoorbeeld op de sabbath dingen verzamelde, werd je gestenigd. Als je rustte op de sabbath en een lekkere maaltijd nuttigde, werd je niet gestenigd. Dit wakkerde trots aan onder Israëlieten: “haha, ik at een lekkere maaltijd en jij werd gestenigd.” Petrus’ roep om bekering en doop op Pinksteren was een roep om en publiek te laten zien dat je innerlijk was veranderd. Christen houden hier ook van om aan de hele wereld te laten zien wie ze zijn. Liefst met TV camera’s erbij. Om die reden is pure genade leuk maar staat ook eigendunk in de weg, zeker als je op TV komt. De boodschap van de besnijdenis sluit hier perfect op aan, op dit openbare gedoe. Jacob zegt in Jac. 2:14-17 dat geloof zonder werken dood is. Dit is volledig in overeenstemming met de boodschap van de besnijdenis. De besnijdenis is een boodschap voor de ogen en de camera’s. De boodschap van onbesnedenen is verschillend. Luister naar Paulus in 2 Kor. 5:16 – “we beoordelen niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld; ook christus niet.”

De boodschap van Paulus is een boodschap van geloof, niet van vlees. In een boodschap van geloof en NIET van werken, is pochen volledig onmogelijk gemaakt. (Rom. 3:27). Daarom hebben velen zoveel moeite met deze boodschap van de onbesnedenen. Om die reden ook zullen er veel minder leden zijn van het lichaam van christus dan proselieten van het Judaïsme, christenen geheten.

*

Dingen DOEN voor god

Er is niets tegen dingen doen voor God. Wel tegen dingen DOEN. Als de nadruk te zeer komt te liggen op eigen werken, ben je fout bezig. Dit is misschien niet wat je zou verwachten. Veel gelovigen vertalen de laatste verzen Mattheus 28 naar vandaag de dag toe: vlieg uit en breng de goede boodschap van Jezus aan de rest van de wereld. Het is echter duidelijk dat de discipelen de rest van de wereld nooit bereikt hebben, laat staan ook maar één ziel hebben gedoopt in de naam van de vader, zoon en heilige geest. Als klap op de vuurpijl besluit Jezus zijn lessen met de woorden, “ik zal altijd bij u zijn tot aan het einde van de aion! Waarna hij prompt vertrekt. Het is duidelijk dat deze grote opdracht niet wordt vervuld tot Jezus terugkeert om zijn 1000 jarige rijk te inaugureren en de discipelen op de 12 tronen zet.

*

De vrijheid om fouten te maken

Alleen door de zekerheid van Gods onveranderlijke affectie voor ons kunnen we echt leven, Rom. 8:1. Zij die constant bang zijn om fouten te maken in Gods ogen, zullen nooit verder komen op de grote reis. Onze zekerheid in christus begrijpen is de sleutel. Weten dat er een vangnet is, maakt een groot verschil in de typen van bewegingen die we uitvoeren op deze hoge trapeze die we het leven noemen.

*

Waar we ook gaan, nooit zullen we ons thuis verlaten

Genade laat ons niet zonder grenzen. Zelfs als we de verste uithoeken van het heelal konden zien, zouden we Gods hand nabij ervaren. En toch houdt God onze persoonlijke grenzen verborgen voor ons. Waarom? Omdat er plezier is in het proces van ontdekken. Het leven is een avontuur van het ontdekken van wie we zijn. Niet alleen in christus maar ook in de wereld. Dank God voor deze soort van genade die ons de vrijheid geeft om zelf onze grenzen te ontdekken. En die ons tegelijk verzekert dat we nooit uit de nabijheid van Gods hand raken.

Een bastaard evangelie bestaat

Het verbaast me dat u zich zo snel tot een verschillend evangelie hebt gekeerd. Er is geen ander evangelie maar wel mensen die verwarring zaaien.” Galaten 1:6-7.

In de dagen van Paulus zijn er net als nu 2 evangeliën: 1. het evangelie van de besnijdenis, welke Gods boodschap aan Israël is ten aanzien van politieke suprematie over de aarde. En 2. het evangelie van de onbesnedenen, welke God’s boodschap aan de rest van de wereld is ten aanzien van politieke suprematie in de hemelen = heelal. Het eerste evangelie is een mix van wet genade terwijl het tweede pure genade predikt. Paulus waarschuwt de Galaten voor het eerste. Paulus noemt dit verstoorde evangelie een non-evangelie dat verstoord is door de wet. Hij noemt dit evangelie verschillend maar niet anders omdat er geen ander evangelie is. Als het om het evangelie van de besnijdenis ging, was het een ander evangelie geweest omdat dit evangelie tenminste legitiem is. Maar het was geen ander evangelie maar een bastaard evangelie omdat het een mix predikte van wet en genade. Het is hetzelfde evangelie dat vandaag de dag door traditionele christenen wordt gepredikt: red jezelf door genade.

*

Gered door werken of genade?

Jacob zegt dat geloof zonder werken ons niet kan redden, Jac. 2:14. Paulus zegt dat we gerechtvaardigd zijn los van werken, Rom. 3:28. Wie heeft er gelijk? Het heeft hiermee te maken dat beiden zich tot een andere doelgroep richten. Jacob zegt dat geloof zonder werken de Israëlieten niet kan redden. De titel van het boek is dan ook: Jacob aan de 12 stammen. Paulus schrijft aan de rest van de wereld, natiën genoemd. In Romeinen 11:13 noemt hij zichzelf de apostel van de natiën. Dit werken/geloof argument is het verschil tussen de evangeliën van besnijdenis en onbesnedenen. Jacob is een vierkante paal en Paulus is een rond gat. Als je dat door hebt, zie je dat de bijbel zichzelf helemaal niet tegenspreekt.

Genade is vreugde en vrijheid om te leven

Het malle gezicht van een baviaan, de lichtgevende strepen op een vis, de gestreepte Zebra en ringen om saturnus; zijn ze echt noodzakelijk nodig? Nee. Maar ze verzekeren ons dat God er vreugde in schiep toen hij ermee bezig was. Van zijn hemelse palet bracht hij zijn eigen kunstwerken voort. Genade is dat wat ons in staat stelt om vreugde te hebben in het leven. Het Griekse woord “charis” betekent vreugde. Definitie van genade is: een daad die blijdschap voortbrengt. Theologisch gezien is genade toebedeeld aan hem die het juist niet verdient. Dit is wat blijdschap voortbrengt. Een voorbeeld is wat god voor moordenaar Saulus van Tarsus deed die op weg was naar Damascus om gelovigen te vervolgen. God zei onderweg tegen hem: “Saulus, ik weet dat je een gestoorde halve gare psychopaat bent maar toch houd ik van je. Die Jezus die je vervolgt, dat ben ik. Ik ben voor jou gestorven.”

Deze ontmoeting veranderde Paulus niet in een theoloog. Hij werd geen religieuze fundamentalist nadien. Hij was juist een religieuze fundamentalist voor die tijd. Nu werd hij vervuld van blijdschap. Wat? Zelfs nadat zijn messias hem met blindheid had geslagen? Ja.

*

Martin Zender: David en Goliath syndroom

Onze enige zachte steen

Niets wat zichtbaar is, beschermt ons. We hebben nauwelijks genoeg kleren. We leven voor voedsel, water, licht en warmte. De leden van onze gemeente zijn versnipperd over de hele aardbol. We hebben een oude fiets. Geen organisatie claimt ons. We zijn nu het tegenovergestelde van wat we straks zullen zijn. De wereld heeft ons al 10 keer opgeslokt. Nu al 100 keer. We verliezen de race om het leven. Dit is het David en Goliath syndroom. Het is God die ons verzekert dat we straks het tegenovergestelde zullen zijn van nu. Voor de wereld zijn we naakt en weerloos. Maar onze verandering straks, zal alles rechtvaardigen.

*

Wat gebeurde er met David’s 4 overgebleven stenen?

In 1 Samuel 17:40 staat: “hij pakte zijn stok, zocht 5 ronde stenen uit de rivierbedding en stopte die in zijn herderstas. Toen liep hij op de Filistijn af.”

5 is het getal van genade. David zocht 5 ronde stenen die de genade suggereerden van God die bij hem was. En in de strijd tegen Goliath, gebruikte hij slechts 1 steen; 1 het nummer van God. 4 stenen bleven over. Wat gebeurde ermee?

4 is het getal van wereldwijde bedekking: de 4 seizoenen, de 4 windstreken, de 4 delen van een dag. De 4 richtingen van een kompas. God zal straks de aarde schoonvegen van alle vijandigheden omwille van zijn volk Israël. Als haar vijanden haar straks omringen, zal God hen symbolisch met de 4 overgebleven stenen omver kegelen. Dan zal ook David’s grotere zoon zijn troon betreden.

*

Als ik zwak ben, ben ik sterk, 2 Kor. 12:10

2 Kor. 12:10 is een feit en geen theorie. Als objectieve waarheid werkt deze. Als je zwak bent, ben je sterk. Als ik het niet meer zie zitten of geen geld meer heb, herinner ik me deze waarheid. Als ik dat doe, voel ik de schok van die uitspraak. Zwakheid als kracht is zo tegengesteld aan hoe de wereld werkt. Probeer op zo’n moment te beseffen, “dikke koe, ik ben juist sterk hierdoor, door mijn gesputter en geklaag.” Inderdaad is dit een schok om te realiseren. Dat zwakte daadwerkelijk kracht is, is werkelijk verbazingwekkend.

*

Schaapherder David weigert de wapenuitrusting van Saul

David paste Saul’s wapenuitrusting aan maar deed deze weer af. “Ik ben dit niet gewend. Ik kan hier niet mee lopen,” zei hij tegen Saul. – 1 Samuel 17:38-39.

Als god wil dat je gaat, waar dan heen, zal het David en goliath syndroom jou juist al die dingen afpakken die de wereld noodzakelijk zou vinden vindt voor een dergelijke job. Dit is omdat het Gods klus moet zijn en niet de jouwe. Dit moet bovendien duidelijk zijn voor de rest van de wereld. Als het leger Goliath geveld had met bijlen en speren, dan had niemand geloofd dat het Gods werk was geweest. Maar als God dit door een schaapherder laat doen die te iel is om rechtop te staan en alleen met een kei kan gooien, gaat de wereld nadenken over zo’n voorval.

David legde dit uit aan zijn leger toen hij op weg ging naar goliath. Hij zegt: “de here heeft geen zwaard of lans nodig om te overwinnen.” – 1 Samuel 17:47. Griekse atleten liepen renden naakt. Paulus zegt ook dat we de wedstrijd rennen en spoort ons aan om ons van die dingen te ontdoen die het goddelijke proces alleen maar in de weg staan. Wij hebben er nogal moeite mee om afstand te doen van deze handige dingen; al zijn het maar diploma’s waarmee we verder zouden kunnen komen. Dus doet god dit wel voor ons. Hij neemt ons af wat we volgens hem niet nodig hebben en wat we zelf ook niet graag opgeven. We kunnen niet falen omdat onze zwakte nu als kracht geldt en ons falen als succes. Alleen god werkt op deze manier. David probeerde de wapenuitrusting uit. Maar hij besloot de strijd toch maar zonder deze ballast aan te gaan.

*

God heeft een heftige tijd voor mij in petto

God heeft mooie dingen voor mij in petto. Alleen nu, in dit leven doet het zeer. Zoals je een computerprogramma installeert met de “set-up” zo is dit leven de set up voor het komende. Deze set up behoort ook tot het David en Goliath syndroom. Als eenzame gelovige ben ik omringd door grote kerken die het schijnbaar beter weten dan ik. Als ik de stad uit fiets, kom ik langs grote meubel boulevards, nieuwbouw, vierbaanswegen en wegen in aanleg. Als ik ernaar kijk, lijkt het of deze dingen niet aan mij besteed zijn: een groot winkelcentrum met dure spullen die ik toch niet kan kopen… Pas later zie ik het kruis met het bordje erboven:

Toekomstige kerk van de heilige Drie-eenheid en Babylon. Het zoveelste bastion met opzwepende muziek. Tegelijk kom ik nauwelijks rond van mijn inkomen. In de supermarkt moet ik afwegen of ik echt wel kaas wil kopen. Dan maar een week later naar de kapper. Sorry voor de arrogantie. Maar ik ben één van de weinigen die de ECHTE boodschap van christus verkondigt. Dus schreeuw ik boos naar God: beste God, wat doe je? Uw vijanden hebben het goed en kunnen van alles kopen, hebben een dak boven hun hoofd en kunnen op vakantie en nota bene uw naam en uw kruis lasteren. En ik, nota bene degene die als één van de weinigen weet wat de toekomende aionen ons brengen zullen, kan niet eens een stuk kaas kopen. En mij, degene die u heeft uitverkoren als één van de weinigen op aarde om uw zuivere boodschap te verkondigen, laat u met lege handen in een grote supermarkt staan. Ofwel: het David en Goliath Syndroom.

*

Vergelijk en sterf

Paulus schreef in Fil. 4:11 – ik heb geleerd om tevreden te zijn met wie IK ben. Deze tweede ik heb ik in hoofdletters geschreven en is de sleutel tot de hele vers. Hoe leren we tevredenheid?

– Stop met jezelf te vergelijken met anderen.

– Stop met je omstandigheden te vergelijken met die van anderen.

Jouw leven is jouw leven en van niemand anders. God brengt beproevingen op jouw weg die Hij bij anderen niet doet. Dat is geen teken dat god een hekel aan jou heeft maar van jou houdt. Hebreeën 12 leert ons dat God hen disciplineert die Hij lief heeft. Discipline is een teken van God’s liefde, niet van zijn ongenoegen. In vroegere tijden was het misschien een teken van straf als God je in de kraag pakte. Maar nu is het een teken van liefde. Het is ook niet zo dat hij andere mensen niet disciplineert en dus een hekel aan hen heeft. Het is simpelweg nog niet hun tijd. Discipline brengt ons tot God. We zijn geen fatalisten. Natuurlijk proberen we onze omstandigheden te verbeteren. Maar terwijl we dit doen, blijven we tevreden. We hoeven alleen het laatste woord te benadrukken in de zin: Ik ben tevreden met wie ik ben.” Daar ben je, midden in de chaos misschien maar vlakbij God.

Voor discipline zult u volharden.

Tevredenheid tijdens lijden komt van het besef dat degene die jou met de zweep dresseert van jou houdt. Hebr. 12:11. Er is geen betere weg naar tevredenheid tijdens welke beproeving dan ook dan het besef dat God dit voor jou doet en wel voor jouw bestwil en niet omdat God een hekel aan jou heeft. Alles werkt voor jou ten goede. Als je moeder op sterven ligt, besef dan dat ze bij god in veilige handen is. Maak je niet druk. God weet wat hij doet. De wereld beoordeelt ons naar de bankrekening. Zonder geld worden we gezien als losers. Paulus leert ons dat tevredenheid beter is dan geld. Blijkbaar kun je tevredenheid meenemen je graf in.

*

Ik schaam me niet voor het evangelie, want het is de kracht van god die werkt voor iedereen die gelooft.” Romeinen 1:16.

De simpele aankondiging van het offer van christus heeft kracht. Het maakt niet uit hoe iemand het zegt, zolang je zegt: “christus stierf voor je zonden.” Het is een voltooid werk dat opereert ondanks jou. In de tuin van gethsemané zei Jezus alleen: “Ik ben Hij.” En de soldaten vielen achterover. Over deze kracht heb ik het. Het is de boodschap, niet de boodschapper.

Jona: wereldklasse evangelist

Wie was vroeger de meest effectieve evangelist? Jezus of Jonah? Antwoord is Jonah. Jezus had slechts een handvol mensen bekeerd tot de boodschap van heb je naaste lief. Jonah bekeerde 120.000 mensen. En dat op een simpele namiddag.

Waarom deed God dit met Jona? En… waarom wil hij dat ik dit verhaal opschrijf en online zet??

God wil ons een les leren over de mensen die hij uitkiest voor zijn boodschap. Het gaat alleen om god en niet om de boodschappers. Toen God Jona vroeg om bekering te preken aan de Ninevieten, zei Jona “nee.” Vervolgens bracht hij verschillende weken door om een plan te verzinnen om aan God’s verzoek te ontkomen. Misschien moest hij maar naar de andere kant van de wereld afreizen. Naar Mexico of zo. Noach had het al eens geprobeerd in een grote ark; dus dat moest hij dan ook maar doen. God zou hem nooit terugvinden in zo’n grote houten boot. Inderdaad kostte het God vele uren om Jona terug te vinden op die grote zee. Toen Hij Jona gevonden had, besloot hij een zware storm op hem af te sturen om het avontuur groter te maken.

De matrozen hadden vrij snel door dat de storm met deze vreemde verstekeling te maken had en aarzelden niet om hem overboord te kwakken. Daar spartelde Jona in het water, zoals Paulus eeuwen later zou doen. God besloot nu een grote vis op hem af te sturen. Jona wou immers avontuur, zo had God begrepen. Merkwaardig genoeg redde de vis zijn leven. Niet alle vissen zijn zo barmhartig maar deze wel. Als je een slechte dag hebt kun je het beste door een vis worden opgevreten. De vis spuwde Jona 3 dagen later uit op een mooi palmenstrand. Niet ver van Niniveh! God vroeg hem opnieuw om de Ninevieten op te roepen zich te bekeren. Dit keer ging er een lichtje branden bij Jona. Zelfs na zijn zee-avontuur was zijn houding nog iets lager dan die van de engelen. Hij zei: nog 40 dagen en Niniveh zal verwoest worden. (Jona 3:4).

Stel je voor als een dominee dit in de kerk zou zeggen: nog 40 dagen en Amsterdam zal worden verwoest. Hij zou met kop en kont uit de kerk worden gezet. Jona wel. Hij wandelde voort als een depressieve pinguin, maakte geen hallelujah geluiden of zoiets maar deed wat hij moest doen. Met tegenzin weliswaar. Hij stonk nog steeds een uur in de wind naar ingewanden van een vis en stond nog steeds met 1 been in de hades. En hij moest anderen oproepen om zich te bekeren? Het resultaat van Jona’s dienstbaarheid komt tot uitdrukking in de volgende vers: toen geloofden de inwoners van Niniveh in God. Dit waren 120.000 mensen. De bekering van de stad was zo overweldigend dat God zijn plan herzag om de stad te verwoesten. Maar Jona niet. Hij was zo in extase door het succes van zijn oproep dat hij woest werd. Immers, de Ninevieten moesten volgens hem allemaal dood. (Jona 1:4). Wat een mooi einde voor een mens vernederend verhaal. Het hele verhaal van Jona is duidelijk genoeg voor ons om ons te instrueren over de mensen die God gebruikt.

*

In Matteus 9:9 staat: “Jezus die langskwam, zag een man die men matteus noemde.” Dus blijkbaar heette hij anders. In Markus 2:14 staat zijn echte naam: Levi Alpheus. Hoe zou de rest heten?

*

Hoe zullen we het evangelie aan ongelovigen brengen? Het correcte antwoord is: christus stierf voor onze zonden.

*

Job was koning Jobab van Edom. Hij was geen slaaf van mensen maar wel van zijn beproevingen en angsten.

*

Ik voel zoveel kracht

Bedtijd is mijn favoriete tijd omdat het de dood simuleert. Elke nacht als je het dekbed over je heen trekt is het net een mini begrafenis. Dan zeg je: adios gemene wereld. Ga maar een paar uur door zonder mij. Goedenacht zeggen we ook tegen de doden. Daarna gaan we verder en nemen we een vette hamburger om onze eigen aftervende lichamen te onderhouden. Dan beseffen we: het dodenrijk is zo slecht nog niet. Geen rekeningen, incasso’s, insecten, hitte en ziekte meer. Om nog maar te zwijgen van alle oorlogen en rampen die je moet missen. Geen dominante bazen of lange werktijden meer. En als je je ogen open doet, kijk je recht in het gezicht van christus. Nu snap je hoe ik zo krachtig over god kan schrijven. Als ik zwak ben, ben ik sterk: 2 Kor. 12:10. Neem deze vers letterlijk en zie wat ze met je doet.

*

Paulus weigerde om zichzelf te oordelen

Zelfreflectie vond Paulus maar tijdsverspilling. God moest dat maar doen. 1 Kor. 4:1-5. Hij zegt dat hij zich van geen kwaad bewust is maar dat God andere maatstaven hanteert. Wie had er belangrijker werk te doen dan Paulus? En wie zou er een meer onbevlekt C.V. nodig hebben dan hij? Hij dacht dat zijn motieven zuiver waren maar vertrouwde zichzelf toch niet. Hij wist dat God andere maatstaven hanteerde. Satan zou hem hebben opgescheept met uren en dagen van introspectie en zelfreflectie. Paulus weigerde om dat spel mee te spelen. Maak het beste van je leven en kijk vooruit naar de toekomst. Doe als paulus en vergeet de dingen die achter je liggen. Iedereen heeft foute dingen gedaan. Niemand’s motieven zijn zuiver. Erken dat en leer ermee leven. Biedt zonodig verontschuldigingen aan en leef verder. Vertrouw op god en ga verder in het leven. Word het licht van deze wereld; niet door je rechten te verdedigen of je met politiek in te laten maar door Christus in jou te laten werken. Erken en herken dat Hij in jou werkt. Geloof zijn beloften; dit geloof zal jou tot rechtvaardigheid worden gerekend.

*

Jezus werd zonder reden gehaat. De joden en Romeinen haatten hem VANWEGE zijn totale onderschikking en nederigheid. Zo verging het ook Paulus. Onderschik u aan overheden; dit voeg ik uit Romeinen 13:1 in, in Romeinen 12. Romeinen 13:1-5 is een voortzetting van de lijst van christuskenmerken van Romeinen 12. De lijst in Romeinen 12 past ook bij onze houding jegens overheden. Alle overheden zijn door god ingesteld. Dus zegen de belastinginners, ziekenfonds, deurwaarder, etc.

*

Waarom de wereld vals is

Het tijdperk van de heidenen heeft een andere agenda dan dat van het Koninkrijk van God. T.z.t. zal God demonstreren wat hij van plan is door zijn zoon. Nu is het nodig om de futiliteit en falen van menselijke overheden aan te tonen. Mensen die over mensen heersen veroorzaken rampen en calamiteiten. Net zoals het voor een zondaar nodig is om te beseffen dat hij een God nodig heeft, zo moeten de overheden dit ook leren. Dank God hiervoor, dat hij autoriteit geeft aan heersers die deze niet aankunnen maar hij straks alles zal transformeren in christus.

*

In Romeinen 3:10 staat dat niemand rechtvaardig is. In Lucas 1:5-6 staat dat Zacharia en Elisabeth rechtvaardig werden genoemd door god. Hoe zit het?

In Romeinen 3:11 staat: er is niemand die god zoekt. Maar in Mat. 7:7 staat: zoek en u zult vinden.

Hoe zit het? In het eerste geval gaat het om het absolute perspectief van God uit. In het tweede geval gaat het om het relatieve perspectief vanuit de mens. De mens zoekt god niet uit zichzelf. Maar als de mens dit volgens Mat. 7:7 wel doet, komt dat omdat God hem eerst heeft gezocht. God spreekt over zichzelf in relatie tot de mens. Dit is het relatieve perspectief. In Lucas 1 waar Zecharia en Elisabeth rechtvaardig worden genoemd, is dit in relatie tot de priesters. In relatieve zin zijn ze rechtvaardig. In vergelijking met clowns als Ananias en Caiafas waren ze rechtvaardig. In Romeinen 3:10 spreekt God in absolute zin uit dat niemand rechtvaardig is. Er is dus geen tegenspraak met Lucas 1, alleen een ander perspectief. Als de bijbel zegt dat alle mensen uit god zijn maar sommige mensen niet; hoe kan dit? In absolute zin zijn alle mensen uit god. Maar in relatie met ongelovigen zijn in de eerste instantie alleen de gelovigen mensen van god.

*

Als je twijfelt over wat je mag eten, ben je al veroordeeld. Alles wat niet uit geloof is, is zonde, Rom. 14:23. Het is je eigen geweten, niet God, dat dingen tot zonde maakt. God geeft een ieder een vaste hoeveelheid geloof. Hoeveel geloof heb je? Meet je vrijheid. Zij met weinig geloof hebben weinig vrijheid; zij met veel geloof hebben veel vrijheid en wandelen in alle vrijheid. Alles wat uit geloof is, is geen zonde. Paulus heeft het eerst nog over eten maar later geldt dit voor alles. Gelukkig wie zich niet schuldig voelt over zijn overtuiging, Rom. 14:22.

*

Paulus zegt in 2 Kor. 7:4 dat hij overspoeld werd van vreugde in al zijn beproevingen. Dit klinkt pervers. Niet alleen Paulus had deze tic. In Handelingen 5:41 juichten de apostelen van blijdschap dat ze mochten lijden voor christus. Waren deze mensen masochisten? Ja. Ze converteerden hun pijn naar vreugde door hun lijden te associëren met iets dat hen extreem fantastisch voorkwam: de liefde en acceptatie van christus. Hetzelfde met Stefanus: hoe kon iemand vreugde beleven aan steniging? Zoiets als dit: “Ik zie de hemel opengaan en de mensenzoon aan de rechterhand van god zitten.” Handelingen 7:56.

*

Glorieuze gedachten excursies

Schenk aandacht aan alles wat waar is, aan alles wat lof verdient.” Fil. 4:8. Aandacht schenken aan is in de grondtekst verwoord met “rekenen” in de zin van aanrekenen. Rekenen is een activiteit van de hersenen. De gedachten kunnen overal heengaan zonder het lichaam. Het verstand is onze grootste gift die ons toegang verschaft tot God’s totale kaleidoscoop. Onderweg in een trein hoef je je niet te vervelen. Laat je gedachten afdwalen naar een ruige kroeg met harde muziek of juist rustige muziek. Denk aan je knappe vriendin, nieuwe fiets, auto of vakantie die eraan komt. Of juist aan de vakantie waar je vorig jaar was. Laat je gedachten op volle kracht werken. En God zweeft boven al deze activiteiten.

*

Niet iedereen sterft

Paulus schrijft in 1 Kor. 15:51: “ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt.”

Dit is de wegname van het lichaam van christus. Maar wacht: is deze vers niet in tegenspraak met 1 Kor. 15:22? “Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door christus allen levend worden gemaakt.” Het werkwoord “sterven” staat in de onvoltooide tijd: “zoals in Adam allen aan het sterven zijn.”

Waar gaat de ziel heen na de dood?

De ziel gaat nergens heen want ze is samengesteld uit geest en lichaam. Zoals groen uit blauw en geel bestaat. De ziel wordt in de bijbel ook “het” genoemd. Zoals een persoonlijkheid soms neutraal wordt. Als iemand saai is geworden, zeggen we “waar is Dudley’s persoonlijkheid gebleven?”

Als je groen hebt en je haalt blauw en geel eruit hou je niks over en zeker geen groen. Het groen lost op in het niets. Het Hebreeuwse woord voor het onzienbare is Sheol en het Griekse woord is Hades. Hier gaat de ziel na de dood figuurlijk heen.

Hades is niet heet

Psalm 115:17: de doden kunnen God niet prijzen.

Dat is een goede beschrijving van het graf: doodse stilte. Prediker 9:9-10 bevestigt dit gebrek aan activiteit in het graf. Geniet van elke dag in het leven want er zijn geen daden, kennis of wijsheid in het dodenrijk. De gangbare gedachte is dat mensen na de dood direct naar hemel of hel gaan. Dit is dus niet zo. Men gaat naar het dodenrijk. De wijze zegt dat niet de hel heet is maar dat we nu zweten onder de zon. Tenzij je in Groenland woont. Dood is het tegenovergestelde van leven. Openbaring 20:5 leert ons dat de rest van de doden (de ongelovigen) pas na 1000 jaar opstaan. De dood is een terugkeer. Het lichaam keert terug naar het stof van de aarde. En de geest keert terug naar God, Prediker 12:7.

Christus bevestigt de terugkeer van de geest als hij aan het kruis zijn laatste woorden uitspreekt: vader in uw handen beveel ik mijn geest: Joh. 23:46. Hoe zit het met de ziel? De ziel is onze sensaties; alles wat we waarnemen. De ziel is technisch geen onderdeel van ons. We bestaan niet uit ziel zoals we uit geest en lichaam bestaan. Het feit dat we kunnen horen, zien, ruiken en voelen, en ons van dingen bewust zijn is het resultaat van de combinatie van lichaam en geest. Zie Genesis 2:7 waar YWHW de mens uit het stof der aarde vormde en hem vervolgens zijn geest inblies. Waarna het nieuwe schepsel een levende ziel werd. Geest en lichaam resulteren in bewustzijn. Adam was geen ziel tot de geest zijn lichaam binnenkwam. Een mens heeft geen ziel maar wordt er één, figuurlijk gesproken. Als onze geest na de dood terugkeert naar God, heeft zij dan bewustzijn? Nee. Zie hiervoor Genesis 2:7. Het gaat echt om de combinatie van lichaam en geest. Het lichaam gaat omlaag en keert terug in de aarde en de geest gaat naar boven, naar god. Een grotere tegenstelling is er niet. Lichaam en geest zijn verder van elkaar weg dan wat ook in de schepping. Daarin is geen plaats voor bewustzijn. Zo is het met de mensheid. Men kan een lichaam hebben zonder een geest. Hier kom ik nog op terug.

Onze geest bestaat na de dood door bij God

Als we opstaan uit de dood weten we alles nog van ons leven voor de dood. Waarom moesten we alle ellende ondergaan als we toch niets mee kunnen nemen voor ons volgende leven? Het doel van kwaad is om als contrast te dienen voor de komende glorie. Er kan straks geen glorie zijn als er eerst geen kwaad was. Waar zijn onze herinneringen opgeslagen? Niet in het lichaam. Dit is straks een losse verzameling stof na de dood. Ook niet in de ziel. Deze is alleen een computerscherm dat dingen registreert. Onze levens zijn opgeslagen in onze geesten. De geest is onze harde schijf waarop alles is opgeslagen. Deze harde schijf keert terug naar God die hem in bewaring neemt.

Zie ook het voorbeeld van de opwekking van de dochter van Jaïrus in Lucas 8:55. Het meisje wordt wakker en de geest keert in haar terug. Niet DE geest maar HAAR geest. Waar was deze? Bij god! Dit moet ons een comfortabel gevoel geven. Dat onze harde schijf straks een externe harde schijf wordt die achter slot en grendel zit bij God. De geest van ieder van ons is blijkbaar een persoonlijk essentie. De geest leeft niet voort in de dood maar bestaat wel degelijk. Bewustzijn is blijkbaar niet nodig voor het bestaan zoals ook wordt aangetoond als we slapen. We bestaan en leven als we slapen maar zijn ons niet bewust van het leven. Als we dood zijn, bestaan we zeker niet langer. Maar onze geesten bestaan nog wel. Ze zijn “ergens.” Bij God. Onze geest verdwijnt na de dood niet zoals de ziel. Onze geest composteert ook niet zoals ons lichaam. Onze geesten en die van onze geliefden zijn een schat die wordt bewaard bij God na onze dood. We krijgen ze terug in de opstanding en samenvoeging met ons nieuwe lichaam. Dan hebben we dus ook een nieuwe ziel die het onzichtbare waarneemt. Wacht maar wat we waarnemen met onze nieuwe monitoren!

*

Het geniale van gelijktijdig plezier

Christus noemde de dood een soort slaap. (Joh. 11:11-14). De dood scheidt ons van God maar de staat van niet-bewustzijn is een verademing en zelfs geniaal. Hoe gaat dit met de “grote wegname?” Is onze grote wegname gelijktijdig met die van de overleden gelovigen? Is de apostel Paulus al in de hemel? Waar hij mij straks verwelkomt? Nee, ook hij is dood, samen met alle doden, gelovig of ongelovig. En de doden weten niets: ze hebben het niet warm of koud; ze hebben geen honger of dorst. Ze hebben geen besef van tijd. Paulus wordt straks pas na 2000 jaar weer wakker bij zijn opstanding. Maar omdat hij zich nergens van bewust was, lijkt het net of er een seconde tussen zijn dood en opstanding zat. Hij is zich niet bewust van de afgelopen 2000 jaar. Het moment van zijn dood, zal voor hem in subjectieve zin hetzelfde voelen als het moment van zijn opstanding. Zodoende zullen we allen de verrassing van christus als hij ons komt halen gelijktijdig ervaren, zowel wij als zij die lang geleden stierven. Wat geniaal van God!

*

Geest van God

We hebben de geest van God, 1 Kor. 3:16. Alles dat leeft heeft geest. Christus had de geest zonder eindigheid, Joh. 3:34. Wij hebben hetzelfde alleen gedoseerd. Daarom kunnen we niet alles wat Christus deed; onze geest wil wel maar het vlees is zwak. Het vlees overstelpt onze geest een groot deel van de tijd. Dit doet God express zo opdat we op Hem vertrouwen en niet op onszelf. Neem het jezelf dan niet al te kwalijk als je steeds faalt.

Waar is Jezus

Op de dag dat we in een oogwenk transformeren tot een nieuw lichaam, zullen we het begin zijn van een nieuwe mensheid: Efe. 2:15. Opnieuw zullen we een ziel hebben die dingen waarneemt die we ons nu niet kunnen voorstellen. En voor ons zal een man staan: Jezus. Hem zullen we als eerste zien. En dit is de grap: Jezus heeft ook een lichaam; Hij is uit de dood op gestaan en ten hemel gevaren. Hij is “ergens” in het hier en nu. Met Hem zullen we de komende aionen regeren. We zullen de littekens van zijn wonden zien. De hemelse machten zullen getuige van dit alles zijn en zich verbazen over hoe Christus en zijn lichaam eindelijk verenigd zijn.

*

Wat is Glorie?

Veel gelovigen, ik incluis denken bij glorie alleen aan zichzelf en de toekomstige plek in de hemel. Terwijl het juist andersom moet: welke glorie geven we aan God? En wat betekent alles in allen? Dit laatst zoveel als dat ieder individu ooit vervuld zal worden met de geest van God; 1 Kor. 15:28.

Komen we met dezelfde lichamen uit het graf bij de opstanding?

Lazarus stond met hetzelfde lichaam op uit de dood. Maar wij niet. Veel mensen zijn gecremeerd. Waarom zou God hen met hetzelfde lichaam weer opwekken? Ons eigen lichaam regenereert zichzelf iedere 7 jaar. Dus waarom zou God zich aan het patroon van ons oude lichaam houden? Onze identiteit is vastgelegd in de geest die we ontvangen, niet in onze lichamen. Als we worden opgewekt uit de dood, keert de geest naar ons terug en zijn we dezelfde mensen die we waren met dezelfde identiteit. Alleen met andere lichamen.

*

1 Korinthiërs 15:21

Zoals door 1 man, Adam allen onder de zonde kwamen, zo wordt door 1 man, Jezus iedereen gered. Mooi maar ook ongrijpbaar en geeft je een hulpeloos gevoel vanuit beide perspectieven.

*

2 Korinthiërs 12:9

Kracht wordt zichtbaar in mijn zwakheid; aldus laat ik de kracht van de geest van God toe. Welk bedrijf durft dit te zeggen: hoi, ik heb afgelopen kwartaal 10% verlies geleden; en wat? Ik neem nog wat personeel aan dat zo dom is als het achtereind van een varken! Dit is wel waar god begint en Hij de grootste zondaar van de wereld uitkiest om zijn plan te verwezenlijken! Saulus van Tarsus!

In onze zwakheid zijn we sterk

Het mooie van geloof is dat je altijd God de schuld kunt geven. Als het flink misgaat kun je zeggen: het is God die me liet falen. Als het een beetje misgaat, kun je zeggen: g’dverd’’’sorry, in mijn zwakheid ben ik sterk: 2 Kor. 12:9. Komt er de zoveelste tandartsrekening in de bus, ga dan vloeken! Verdomme, de doden hoeven in elk geval geen rekeningen te betalen. Ik wou dat ik dood was! Uit recalcitrantie vreet je 4 repen chocola op tot de chocola uit je oren kruipt. Immers, in je zwakheid, ben je sterk! Besef dan, dat je de tandarts met zijn rekeningen juist moet zegenen. En hoe groots God in je leven werkt; dan krijg je weer een lach op je gezicht. God gebruikt de tandarts ook om jouw geloof te sterken!

*

Galaten 5:17

Wat de geest verlangt is in strijd met het vlees; en wat het vlees verlangt is in strijd met de geest. De geest behoedt ons voor echte calamiteiten en eenzijdig het vlees na te jagen. Zonder geest zouden wij echt beesten zijn. Maar… andersom ook: het vlees behoedt ons ervoor om 100% geheel volgens de geest te leven. Dit heeft God expres zo bepaald om ons te laten ervaren dat we afhankelijk zijn van God.

*

Stop met streven

Psalm 46:10 stelt dat we op moeten houden met streven en moeten snappen dat “Ik God ben.” In de grondtekst staat: rustig aan en weet dat ik Elohim ben. Dit is iets anders dan “doe maar rustig aan.”

In Jesaja 13:7 is het woord Raphah vertaald met zoiets als “word slap of mank.” Dit is een negatieve betekenis. Maar psalm 46:10 maakt er een advies van. In Jesaja 13:6-7 staat dat de dag van de Here nabij is en de ontzagwekkende komt. Daarom trillen alle handen en verweekt ieders hart van angst. Vertaal dit naar Psalm 46:10 en je ziet dat je het rustig aan moeten doen in die zin dat we op god moeten vertrouwen. Jesaja 13:6-7 betekent dat we in de tijd van vernedering leven. We moeten niet zelf proberen om te streven. Dat is Gods zaak. Hij zorgt dat we krijgen wat we nodig hebben. Straks als we verhoogd worden, zullen we onze handen uit de mouwen steken en pakken wat we willen. Burn outs ontstaan omdat we teveel willen. Laat die stress achter je en je vingers slap hangen en je hart smelten. Weet eerst dat Hij God is. Psalm 46:10 heeft dus de positieve variant van Jesaja 13:6-7.

*

Breekpunten

Net als je geld hebt gespaard, wordt het weer van je afgenomen: belastingaanslag of verzekering. Je wordt er niet goed van en komt op een soort breekpunt terecht. De strijd verlaat je en je geeft je over aan de stroom van gebeurtenissen. Je ziet wel hoe het verder gaat. Je hebt 4-5 jaar energie gestopt in een opleiding en op de valreep haal je het niet. Alles voor niets. Dan kom je op een breekpunt terecht. Waar je zo bang voor was, gebeurt ook nog eens: je bent weer helemaal terug bij af. Erger nog; je bent al je geld kwijt dat je had geïnvesteerd. Dan besef je: god geeft en neemt. Dit soort lijden is niet het lijden van het kruis maar van de Tuin van Gethsemane. Je vraagt God wanhopig of er niet een andere manier is om je brood te verdienen en toch nog de opleiding af te maken. Maar god beslist dat het anders moet. Dit besef komt tot uiting in “uw wil geschiede.” Graag had je een diploma gehad en een mooie baan. Maar God beslist anders.

Na het “uw wil geschiede” vervolg je de lijdensweg een stuk makkelijker. Het besef dat God jouw weg heeft bepaald en dit onafwendbaar is, geeft een zekere rust. Zoals Jezus tegen Pilatus zei: Alles staat vast en je kunt er niets aan veranderen. Een letterlijke slaaf bezit niets, zelfs geen familie. Alles wat hij heeft, komt van god. Treur niet; in de volgende aionen zul je alles hebben wat je nu mist. God werkt met breekpunten. Hij breekt ons en als we dit eenmaal door hebben, snappen we dat verzet nutteloos is.

*

Aionisch leven

Gods kalender bestaat uit 5 tijdperken, aionen geheten. Dit woord aionen komt ongeveer 75 keer voor in het Nieuwe Testament en is door de eeuwen heen foutief vertaald met woorden als eeuwig of wereld. Elk mens dat ooit geboren is, zal ooit eeuwig leven, samen met God. Niet iets vaags met een ziel die voortleeft maar in een nieuw lichaam. Dit zal gebeuren omdat God ooit de dood teniet doe: 1 Kor. 15:26. Dit doet hij door christus. Een beperkte groep mensen zal echter voor die tijd leven; voordat God de dood teniet doet. Zij zullen in de komende 2 aionen leven. Dit noemt men aionisch leven.

*

Alle autoriteit komt van boven, Romeinen 13:1, Johannes 19:11. In de Bijbel staat een overheid “onder God” (Rom.13:1). Een overheid dient niet gecontroleerd te worden door ‘het volk’ maar “naar recht en gerechtigheid” (vergl. Jes.32:1).

*

De hemelse machten kennen ons

De hemelse machten (buitenaardsen) kennen ons; in het bijzonder de ekklesia. Ze weten waar we wonen, kennen onze namen en zelfs onze bestemming. In Efeziërs 3:9-11 onthult Paulus een groot geheim; namelijk dat alle facetten van Gods genade NU aan de hemelse machten bekend worden gemaakt door de ekklesia. We kunnen deze wezens niet zien maar andersom wel. Ze zien ons wel degelijk. Zelfs al zijn ze in een ander melkwegstelsel. Immers, wie zegt dat ze hetzelfde gezichtsvermogen hebben als wij? Net als Jezus Christus bewegen we ons anoniem door de menigte. Maar let op; niet helemaal anoniem want als je omhoog kijkt, kijken ontelbare gezichten ons aan.

*

In 1 Korinthe 15:40 staat dat er aardse en hemelse lichamen zijn. De hemelse lichamen schitteren anders dan de aardse. En elk hemels lichaam schittert weer anders, al naar gelang zijn functie. Net zoals de sterren verschillend schitteren. Onze voorgangers, de heiligen der besnijdenis zoals de 12 apostelen en Maria van Nazareth etc. horen straks bij het aardse lichaam. Wij als Lichaam van Christus mogen er trots op zijn dat we in deze bedeling geboren zijn en straks hemelse lichamen hebben. Nu komt hij: in welke mate zullen we straks zelf regeren met christus? Dit hangt ervan af, hoe groot onze beproeving nu is geweest. En hoezeer we volhard hebben, 2 Timotheüs 2:12. Als je wel gelooft dat christus uit de dood is opgestaan maar verder niet meer omkijkt naar het evangelie, blijf je echt wel behouden voor het aionische leven. Maar zul je niet met christus regeren. Ga niet ten onder aan de druk van deze boze aion. Blijf in het programma.

En hier zien we een ander verschil met de joden. Als wij falen in deze aion en de beproevingen niet (willen) dragen, krijgen we toch deel aan het aionische leven. Als de joden falen, niet. Mat. 10:22, 24:13. Onze bediening is immers geheel uit genade. Waarom worstel ik met mijn computer? Met huisvesting, met de belastingen? Om dezelfde reden als waarom Paulus schipbreuk leed. Wij lijden omwille van christus die zelf ook geleden heeft. Fil. 1:29-30. Goliath ging verliezen en David winnen. Maar nadat er een uitvoerige strijd was geleverd tussen Israën en de Filistijnen. Eerst moeten we de angst van koning Saul voelen en Goliath’s gebrul horen. Kan David niet gewoon erop uit trekken en vechten? Nee. Saul moet eert zijn wapenuitrusting aanbieden aan David. Deze test hem eerst uit en kijkt of hij past. Waarom geen relaxte exodus uit Egypte? Waarom zoveel doden onder de Egyptenaren? En Jezus zelf. Die kan niet met een verdovingsspuit worden omgebracht maar moet nog eens extra pijn lijden. Inclusief de wanhoop in Gethsemané, het verraad van Petrus, de confrontaties met Pilatus en Herodus. Strijd hoort bij God’s eer en kan niet los worden gezien van ons lijden. Geen kleine strijd is te klein voor Gods eer: ook niet als je weer de sok in de wasmachine bent kwijt geraakt.

*

Jezus Christus of Christus Jezus?

De 12 apostelen gebruiken de naam Jezus Christus, Petrus voorop. Jezus is dan wel de gezalfde en uit de dood opgestaan. Maar Petrus noemt Jezus nog steeds een aardse Jezus met een verwijzing naar Israël. Paulus gebruikt beide namen. Om te beginnen noemt hij hem ook Jezus Christus waarmee hij dezelfde persoon bedoelt als de 12 apostelen voor hem. Maar hij noemt hem in Efeziërs 1:1 Christus Jezus. Hij heeft als enige de boodschap gekregen dat een select gezelschap op aarde ook deelt in de titel christus. Ze worden het lichaam van christus genoemd. De besneden heiligen voor Paulus zijn geen deel van het lichaam van christus maar vormen de bruid van het lam. Onder hen de 12 apostelen en ook Maria van Nazareth. Ope. 19:7-8.

*

Waarom gingen Paulus en Silas na alle stokslagen in de bajes van Filippi zingen? Hand. 16. Ze zongen niet direct. Eerder op de dag waren ze gevangen gezet. Pas tegen middernacht gingen ze zingen en bidden. Dit moet om te beginnen een vreemde ervaring zijn geweest voor de bewakers en anderen die hiervan hoorden. Zo ook voor ons. Rond middernacht realiseerden paulus en Silas zich opeens iets; iets dat wij ons ook realiseren. Namelijk de fantastische beloning die ons wacht als we lijden voor christus. Nog even en we gaan het aionische leven tegemoet in het heelal.

*

Problemen met internetverbinding

Dit stuk schrijf ik na inspiratie door martin zender die iets vergelijkbaars schrijft. Mijn nieuwe Telfort internetverbinding liet het afweten. Dus ik bel de helpdek van telfort. Godzijdank hebben ze een goeie helpdesk. Kost wel het nodige. Het zijn geen goedkope gesprekken. Dan krijg je een voice mail aan de lijn. Een oefening in geduld. Ik word 6 maal door verbonden. Dan krijg ik een onaardige vrouw aan telefoon die mij meedeelt dat de service van Telfort maar beperkt is. “We kunnen niet bij elk wissewasje u te woord staan.” Ik sta op het punt om uit mijn vel te springen. Dit zal sowieso averechts werken. Maar ik realiseer me opeens: deze boze aion is de aion van strijd. Ik zal die internetverbinding wel weer goed krijgen. Maar net zoals Paulus schipbreuk leed, zal het mij ook de nodige frustraties gaan kosten.

*

Christus: automatische piloot

We zijn onwetend over de meeste functies van ons lichaam. Hoe klopt ons hart? Dit wordt niet gestuurd door onze gedachten. En hoe werken onze nieren? Iemand achter de machine moet zijn gedachten erbij houden. Desondanks gaan we de nacht in zonder bang te zijn of ons lichaam het niet laat afweten. Natuurlijk kan dit gebeuren; er zijn genoeg mensen die in hun slaap een hartstilstand krijgen. Maar door de bank genomen maken we ons niet druk of ons hart de volgende ochtend nog wel klopt. Hoe kan dit zo? Het antwoord staat in Kolossenzen 1:17. Christus zorgt voor cohesie. Alles heeft zijn cohesie in hem. De geest van god houdt ons op de been; fysiek en geestelijk.

*

Wat een openbaring!

In 1 Korinthe 15:51 vertelt paulus een geheim. Hij vertelt over het wegnemen van de gelovigen naar de hemel; de eerste mensen met een nieuw lichaam sinds Jezus. Algemeen wordt deze passage in verband gebracht met Daniel 12:2 dat over de 2de komst van christus gaat. Maar wacht; als de boodschap van Paulus een geheim was, kan het dus niet te maken hebben met Daniel 12:2. Dit was immers al bekend.

*

Waarom 2 evangelies?

Als god ons alleen van een hel wil redden waarom dan zo moeilijk? Waarom dan een boodschap van de 12 apostelen en een boodschap van Paulus? Geef de mensheid een wet waar ze niet aan kunnen voldoen; stuur ze er bij voorbaat een offer achteraan waar ze eventueel in kunnen geloven en offer dat. God ziet ons en de wereld wat diverser dan zo’n ééndimensionale benadering. In Efeziërs 3:10 staat mooi omschreven hoe door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend zal worden aan alle vorsten en heersers in het heelal. God zegt: met de boodschap van besnijdenis heb ik bewezen dat de mensheid zelfs niet onder ideale omstandigheden zichzelf rechtvaardig kan maken. Galaten 2:7. Hier heb ik een gedetailleerde beschrijving gegeven over wat mij gelukkig maakt: de wet. Ik zit midden tussen de mensen (Tabernakel) en stuurde hen mijn profeten: Mozes en anderen. En ik vergeef hen 1 keer per jaar al hun zonden op de grote verzoendag. Het resultaat: meer ellende dan ooit. Door de werken van de wet zal niemand gerechtvaardigd worden. Rom. 3:20. Ben ik, ontevreden? Nee. Integendeel. Ik heb de mensheid laten zien dat ze zelfs onder ideale omstandigheden incapabel zijn om rechtvaardig te worden. Nu wil ik het anders doen. Ik wil het de mensheid zo moeilijk mogelijk maken. Ik zal mezelf tussen oversekste idioten gooien en tegen hen schreeuwen: mooi, omdat jullie in mijn zoon geloven, zijn jullie rechtvaardig. Van deze liefde die ik geef aan jullie is het hele heelal getuige: Efe. 3:1-3. Ik noem dit het evangelie van de onbesnedenen. Galaten 2:7.

*

Hebben Petrus en Paulus beiden dezelfde boodschap?

Petrus en paulus noemen zich beiden apostelen van jezus christus. Dus preekten ze hetzelfde evangelie? Nou niet helemaal. Jan Peter Balkenende en Wim Kok noemden zich beiden minister president van ons land. Maar ze hadden een totaal andere boodschap. Bovendien noemt Paulus zich apostel van Christus en Jezus en Petrus noemt zich apostel van Jezus Christus. De namen worden omgedraaid. Paulus noemt christus eerst omdat hij het over de verhoogde Jezus heeft. Petrus richt zich tot Israel dat Jezus alleen van het vlees kent. Wij kennen hem niet meer van het vlees maar zijn met hem gezeten tussen de hemelse machten: Efe. 2:6.

*

De grote opdracht uit Matteus 28

Jezus zegt tegen de apostelen dat ze naar de natiën zullen gaan en iedereen zullen dopen in de naam van de Vader, Zoon en Heilige geest. En hij zegt: Ik zal bij u zijn tot het einde van de eeuw. Is dit alles gebeurd? Nee. Hooguit is Paulus tot in Rome en Arabië geweest. Maar de rest kwam niet ver. Dus deze opdracht slaat op de volgende (4de) aion als de apostelen hun werk voortzetten en inderdaad deze opdracht alsnog zullen uitvoeren. Christus zal dan met hen zijn tot het einde van de aion en wellicht ook de 5de aion.

*

Sabbat betekent ophouden, niet rusten

Had God multivitamine nodig?

Genesis 2:2 zegt: “op de 7de dag voltooide God zijn werk en hij rustte op de 7de dag.” De concordante vertaling zegt: “God hielp op met werken op de 7de dag.” Sabbat betekent ophouden met werken en niet rust. Ik wil opmerken dat God niet moe wordt van werken en rust nodig heeft. Hij pufte niet moe neer op de 7de dag om even een biertje te pakken. Nee hoor; Hij was helemaal niet moe maar de schepping was af. Dus waarom zou hij doorgaan? Als wij denken dat we niet genoeg doen voor God, nemen we even rust om energie te verzamelen. Deze pauze noemen we sabbat. Waarom vinden we geen echte sabbat uit? En stoppen we met indruk te maken op god?

*

Allah zegt: ajuus paraplu

Op een weblog van een moslima kwam ik de volgende vraag tegen: is zakah geven genoeg of moeten we ook anderen aanmoedigen om zakah aan de armen te geven? En dit is nu net het punt. De vraag hier is: wanneer doe je genoeg voor Allah? Moslims moeten de 5 pilaren van de islam praktiseren, zakah geven aan de armen en ramadan vieren. En als het kan naar Mekka gaan. Is dit genoeg om Allah tot dienst te zijn? Dat weet je nooit. Misschien moet je wel meer zakah geven? Je kunt ook zeggen dat Allah op deze manier aan het lijntje wordt gehouden. Immers, zolang je aan deze rituelen voldoet, is Allah tevreden en ben jij tevreden. Tegelijk houdt Allah jou ook aan het lijntje. Want je weet nooit zeker of Allah jou de hemel binnen laat. Stel je hebt 1 keer ramadan overgeslagen. Of stiekem een keer toch iets gegeten overdag. Ziet Allah dit door de vingers? Kortom: er ontstaat een soort van symbiotische relatie tussen Allah en de gelovige. Men houdt elkaar aan het lijntje.

Wat is de rol van Allah in dit geheel? Nadat hij hemel en aarde heeft geschapen, heeft hij niet veel meer te doen. Aan het einde van de rit mag hij een stempel zetten of je hel of hemel ingaat? Allah is gereduceerd tot een kantoorklerk. De islam is politiek en Allah is een ambtenaar. Meer is hij niet. Als Allah slim is, zet hij een stempelautomaat neer in de hemel. Dan heeft hij de handen vrij en kan hij vakantie vieren. De islam is een religie die erg op het “ik” is gericht. De moslim moet van alles doen en Allah kijkt zwijgend toe en zet aan het einde van de rit een stempel. Hoe anders is het bij Jezus christus. Hij heeft zelf de verzoening aan het kruis tot stand gebracht en trekt ons naar de vader toe. Daar kan Allah jaloers op zijn. Mohammed komt al helemaal niet in het verhaal voor. Weet je wat ik denk? Ik denk dat Allah zegt: ajuus paraplu; ik word christen!

*

Waarom zegt God niks?

Ik bid me suf maar God zegt niks.”

Als je naar het Oude Testament kijkt, naar de evangeliën of Handelingen, zie je God in actie. God handelde destijds wat openlijker bijvoorbeeld omdat God zijn volk Israël uit Egypte wilde leiden. Maar dit is niet zijn huidige methode. Jezus zei tegen Thomas: zalig zijn zij die niet zien maar wel geloven. Jezus introduceerde hier een nieuw tijdperk van geestelijke manifestatie: geloof. Niets is voor God belangrijker dan geloof. En niets moedigt geloof meer aan dan de onzichtbare dingen. Dat is wat geloof is: dingen niet zien. (Heb. 11:1). God spreekt tot u middels stille manifestaties zoals plezier, liefde, rust, vrede en geduld, allen gaven van de geest. Hij spreekt ook door Zijn woord. Ben je bang dat God jou of jouw gebeden negeert of jou helemaal niet ziet? Lees dan Romeinen, hoofdstukken 5 t/m 8.

Als God je de geest geeft – kijk uit

Opeens kwam er een gebrul uit de hemel, als van een gewelddadige luchtstroom, en dit vulde het hele huis waar ze zaten. Het is ongebruikelijk om het woord gewelddadig in verband met God te zien worden genoemd. En al helemaal in verband met het zegenen van mensen. Toch is het een aantekening van hoe de geest van God op de discipelen kwam op Pinksteren. Maar de gewelddadige manier waarop God handelt is voor ons ook net zo. Pinksteren was een tijd van wonderen en tekenen voor Israël. Voor ons is het nu een tijd van achterover leunen in het gezicht van onevenredig kwaad dat om zich heen slaat. De geest van God die de hele schepping in werking zet komt onveranderd tot ons als destijds tot de 12 discipelen. We zien dat wel geen vlammen boven de hoofden van mensen of horen gebrul uit de hemel.

Maar op de dag dat je tot geloof kwam, werd je letterlijk van je sokkel geblazen. Je WIST dat er iets met je gebeurd was. Het was niet een vage stem die tegen je zei: wil je alsjeblieft in God geloven? Dan ga je naar de hemel. Nee, je werd door de geest zelf van je sokkel geblazen. Als het echt een wervelwind was geweest, was je dwars door de muur geblazen. Het kwam zo gewelddadig dat het jouw helemaal vulde. En wat was jouw rol daarin? De discipelen zaten lekker achterover in een stoel. Mensen die echt de geest van God krijgen, kunnen ook niet anders dan languit achterover zitten en afwachten. Ze kunnen alleen “wow” zeggen. Zo wachten we op dezelfde manier op de grote wegrukking. Christus komt zeer spoedig terug om ons op te halen. Wij zitten achterover en wachten af. Als het moment daar is, zal het als een tornado zijn.

*

Gods geest maakt haar thuis in jou

Het lijkt of God ons verlaten heeft. Jezus was hier ooit maar ging weer weg. Hij zei dat hij terug zou komen maar dit duurt maar. Dus blijven we alleen achter. Of lijkt dit maar zo? God ademde diep in sommige mensen om ervoor te zorgen dat ze God’s aanwezigheid voelden. Alsof God in hen woonde en zei: “wandel en wees niet bang. Ik heb alles onder controle.”

Toen de discipelen in de bovenkamer zaten met Pinksteren bezaten ze al een zekere hoeveelheid van God’s geest. Maar iedereen op aarde had dit ook omdat niemand zonder de geest van God kan leven. Wat aan die 12 discipelen was gegeven was een extra ademstoot, met een diepere en bredere uitademing uit God’s mond. Deze adem bracht de 12 in een veel betere gemoedstoestand dan andere mensen. Wij zijn ook gevuld met deze geest. En het is het 2de beste dat we van God kunnen hebben op aarde naast onze toekomstige plaats in het heelal. Deze volheid van de geest manifesteert zich in verschillende tijdperken op verschillende manieren. In de tijd van de discipelen maakte de geest hen tot het spreken in andere talen zodat iedereen hen gelijktijdig kon horen. De geest van God maakt ons in onze tijd kalm en in afwachting van christus terwijl de rest van de wereld steeds verder afdrijft.

*

Psychedelische man

Als je een medicijn kon kopen tegen alle ellende in je leven, zou je dat direct doen. Of een medicijn dat je vreugde zou geven te midden van een chaotische wereld, ook dat zou je direct kopen. Dit medicijn heb je al. Het is de heilige geest van God die in jou woont. Weet je niet dat je een tempel bent van God waarin de geest zich haar thuis maakt? 1 Kor. 3:16. Deze geest kun je niet voelen of proeven. Maar zij is er wel en zal zich mogelijk in jou manifesteren via een vreedzame houding. Lees 1 Kor. 3:16 nog eens over en besef dat je de geest van God hebt. Net als ieder levend wezen maar dan alleen meer en dieper. Deze vers is belangrijk om vast te houden en over te lezen. In plaats van het nieuws te kijken of de WK kun je deze vers over en over lezen en tegen jezelf zeggen: geloof ik niet dat de geest van God in me woont? Oké, ik kan haar niet voelen maar ze is wel in me. Het lukt me niet om het te geloven. In plaats daarvan maak ik me wel druk om hoe mijn haar geknipt is, hoe mijn nieuwe broek staat of depressief ik me voel. Maar ik sta er zelden bij stil dat ik de tempel van God ben. Misschien moet ik God binnenin me meer aandacht besteden. In plaats van steeds maar de buitenwereld in de gaten te houden, moet ik mezelf als tempel van God leren zien. Wat een wondere wereld trouwens, binnenin me.

*

Weersta Satan met kalme woorden, niet met gewelddadig

Dit deed Jezus ook toen satan hem verzocht. De geest van God had Jezus naar de woestijn geleid. Hij vastte daar 40 dagen. Toen kwam satan hem op de proef stellen: maak van deze stenen brood. Satan probeerde Jezus ervan te overtuigen dat hij NU zijn goddelijke krachten zou manifesteren in plaats van zich aan het kruis te laten vernederen. Satan zei: als je Gods zoon bent, maak van deze stenen brood. Jezus antwoordde: van brood alleen kun je niet leven. Jezus relaxt en brengt de last op Gods schouders. Waarschijnlijk is hij zo moe dat hij niet eens zijn arm op kan heffen. Hij zegt alleen: ik eet alleen wat God zegt. Satan daagt hem daarna opnieuw uit: spring van het dak van de tempel. Satan nam hem mee naar die locatie. Jezus was mogelijk niet eens in staat om zelf de tempel te beklimmen. Hij antwoordt: je zult God niet op de proef stellen. Jezus’ nonchalante, onverschillige houding dreef satan waarschijnlijk tot woede. Zodoende deed hij Jezus het laatste aanbod: hij nam hem mee naar de hoogste berg en zei dat alle koninkrijken van Hem konden zijn. Weer was Jezus onverschillig. Satan verslaan is makkelijker dan koffie zetten, zelfs als je moe bent. Als je tong droog is en je kunt het woord God niet meer uitspreken hoef je alleen even naar de hemel te wijzen om satan erop te attenderen wie jouw Heer is.

*

Geweldig stuk over de grote opdracht die Jezus aan de 12 gaf en dus niet voor ONS bestemd is!

Waarom in God geloven?

God wil wat we in zijn onzichtbare zoon geloven om behouden te worden. Waarom zo’n vreemde constructie? Waarom zegt God niet dat je een oranje trui moet dragen om behouden te worden? Wat is er zo specifiek aan geloof? Daarvoor moeten we terug naar Adam en Eva. God had Adam gezegd dat hij niet van die ene Boom van Kennis mocht eten. Van de rest wel. Toen kwam Eva en toen kwam ook de slang (satan). Die bracht Eva in verwarring. Wat gebeurde er toen? Eva ging twijfelen aan wat God nu precies gezegd had. Ze geloofde God niet meer op Zijn woord. Sterker nog: God werd als onbetrouwbaar voorgesteld en als vijand. God wilde gewoon niet dat wij net als Hem zouden worden. Dat was de boodschap van de slang. Adam en Ea reageerden hierop met ongeloof naar God toe.

Met Jezus heeft God dit systeem hersteld. Het eerste wat hersteld moet worden is de vertrouwensband tussen God en de mens. De mens moet God weer durven geloven. Het ongeloof van Eva moet worden omgezet in het geloof van de mens in God. Door dit geloof ziet de mens dat God geen strenge Vader in de hemel is bij wie we niks goed kunnen doen of een tiran die ons met de eeuwige hel dreigt, maar dat Hij een God is die achter ons staat. Met een oranje trui aan winnen we misschien wel de WK maar is het vertrouwen in God nog niet hersteld. Alleen het geloof dat de opgestane Heer ons geeft, laat ons zien wie onze Vader in de hemel echt is.

*

Zij en ons, Hebreeën 11:40

God had voor ons iets beters om naar uit te kijken, opdat zij niet zonder ons geperfectioneerd zullen worden,” – Hebreeën 11:40. Wie zijn zij en ons? De eersten zijn zij die stierven in geloof. Met ons worden degenen bedoeld tot wie Paulus schreef en Paulus zelf. Zij waren de gestorvenen; ons heeft betrekking op degenen die mogelijk levend achterbleven. In 1 Thess. 4 wordt hetzelfde gezegd met betrekking tot zij en wij. Wij zijn de levenden als christus terugkomt. Zij zijn de gestorvenen die eerst op zullen staan. Eerst staan zij op, daarna worden wij die levend achterbleven samen met hen opgenomen, de Here tegemoet in de lucht. Zij die opstaan uit de dood worden volmaakt net als wij die overbleven. Dit volmaakt worden lezen we in Lucas 13:32 waar jezus zegt dat hij op de 3de dag volmaakt wordt. In de dood is geen volmaaktheid, zodat degenen die stierven in geloof eerst op moeten staan uit de dood. Daarom worden zij niet zonder ons volmaakt (Hebr. 11:40). En de ons hebben iets beters, namelijk: levend achterblijven.

Zij zonder ons niet” vindt zijn tegenhanger in het “te zamen met hen” in 1 Thess. 4:17. Paulus had in Hebr. 10:37 al gezegd: “Nog even en de komende zal arriveren en zal niet uitstellen.” In hier in Hebr. 11:40 was dan in 1 keer dat goede en betere voor handen. Elke geloofsgetuige uit Hebreeën 11 geloofde wat hij/zij van God gehoord had. In onze tijd heeft God gesproken door Paulus (2 Tim. 1:8), de gevangene van Jezus Christus (Efe. 3:1) voor ons heidenen. Door Paulus heen liet God ons dingen zien die christus nog niet kon zeggen. Het is onze plicht om te geloven wat we gehoord hebben, zodat we uitzien naar de toekomende dingen die geschreven zijn om ons te onderwijzen.

*

God geeft ons de gave van het niet voelen van zijn controle

Hoe kan God alles uitwerken volgens zijn wil (Efeze 1:11) en kunnen 6 miljard mensen tegelijk een vrije wil hebben? De menselijke wil is er dag en nacht. De koning van Assyrië besloot uit eigen wil tegen Israël op te trekken. Wat hij niet door had, was dat zijn besluit direct beïnvloed was door god. Zo’n wil die door alles tegelijk beïnvloed werd, in het bijzonder door god, is geen vrije wil. We hebben allen een wil maar geen vrije wil. Waarom bestaan we dan eigenlijk? Zit god een potje schaak te spelen met zichzelf? Het is slechts in het waarneembare dat we leven en leren. God heeft ons de gave gegeven van het “niet voelen” van zijn controle. Maar deze gave is niet zo gemakkelijk omdat we juist daardoor iedere dag weer piekeren over beslissingen die we zullen nemen. Maar ook daardoor zijn we in staat om uiteindelijk bij God te rade te gaan met onze tranen, zorgen en geluk. Het hele idee erachter is om ons nederig aan Zijn voeten te krijgen.

Koning van Assyrië had geen idee van God’s controle

God doet wat hij wil in deze wereld, Efe. 1:11. Niet altijd zijn de bewoners van de aarde zich daarvan bewust. Zij die dat wel zijn, zeggen dat God alles doet meewerken ten goede. En dat alles van God is, ook het kwaad. 2 Kor. 5:18. Maar de meeste mensen willen hier niet aan en belijden dat ze zelf althans nog een redelijke hoeveelheid vrije wil hebben. Zo iemand was de koning van Assyrië. Over hem kun je lezen in Jesaja 10. Hij verveelde zich of lag met zichzelf in de knoop. Op een bepaald moment besloot Hij Israël aan te vallen. Hij dacht dat dit zijn eigen idee was. Hij had er geen idee van dat God hem aanspoorde om Israël aan te vallen. Wat? Zou God een heidense koning aansporen om zijn eigen uitverkoren volk aan te vallen? Echt wel. Lees Jesaja 10:7 maar eens: “je koning zend ik naar een goddeloos volk… maar zo heeft hij het niet bedoeld. Hij heeft iets anders in de zin. Hij streeft naar de ondergang van talloze volken.”

Op de dag dat Assyrië zijn campagne begon tegen Israël waren er 2 bedoelingen die gelijktijdig optraden. 1. die van God en 2. die van de koning van Assyrië. De koning had de intentie om Israël met de grond gelijk te maken. God wilde alleen zijn volk tuchtigen voor hun eigen goedwil. God wist wat hij deed. En de koning van Assyrië wist ook wat hij deed. Het punt was dat de laatste het niet van de eerste wist. De koning van Assyrië had niet door dat hij slechts een marionet was van God. Dit laatste is een mysterie want God doet alles in overeenstemming met zijn wil en gebruikt zelfs het kwaad, Efe. 1:11.

God oordeelt het arrogante hart van de koning van Assyrië

Waarom oordeelt God mensen als Hij de mensen zelf aanzet tot handelen? God kiest een mens niet op grond van diens daden maar omdat hij hem roept, Romeinen 9:11. De boodschap is perfect hier: God’s bedoeling is niet een probeersel dat afhankelijk is van wat wij doen maar een zaak van zekerheid in gang gezet door zijn besluit. Hij besluit wat hij gaat doen en zijn besluit vloeit over in ons. Opnieuw de vraag waarom God ons dan oordeelt als hij ons gedrag en onze wandelt bepaalt? Het antwoord is verbluffend: wie bent u om Gods redenen te bevragen? In Jesaja 10 laat God ons een voorbeeld zien van hoe hij te werk gaat, middels de koning van Assyrië. Het komt erop neer dat God onze harten oordeelt. Wat gaat er in ons om? Daar gaat God op af. Hij oordeelt het arrogante hart van de koning van Assyrië en diens hoogmoed. Zie ook Jesaja 10:12-13. De koning beweerde namelijk dat hij het op eigen kracht had gedaan en ook nog wijs was. Waar het God om gaat is de gedachte van de koning die uit eigen vrije wil dacht te handelen. Het handelen zelf kon God niet zoveel schelen. God wist immers wat de koning zou doen. Daartoe had God hem zelf aangespoord. God wilde deze koning de last van ijdelheid laten voelen en hem daarvan bevrijden. De schepping leert door contrast. God schept dat contrast. Bovendien oordeelt hij ons voor onze bestwil.

*

Als ik iets fout doe, voel ik me slecht tegenover god. Waarom is dat zo als God in me werkt? God’s bedoeling is het om ons te beproeven. In de eb en vloed van het leven zijn we ons doorgaans onbewust van God’s controle over ons. Dit heeft God met opzet zo geregeld opdat we de ups en downs in ons leven zelf kunnen beleven. Het is juist de bedoeling dat we ons slecht voelen als we iets hebben gedaan dat niet door de beugel kan. Maar niet langer dan nodig is om van onze fouten te leren. Als je je slecht blijft voelen, vergeet je dat God ook jouw fouten gebruikt voor jouw ultieme einddoel dat juist goed zal zijn. Gebruik je slechte gevoel en misbruik het niet. Veroordeel jezelf niet, dat neemt god jou wel kwalijk. Ga niet te ver!

*

Met 2 simpele vragen zet God ons op onze plaats

In Jesaja 10:15 staat: “schept een bijl op tegen wie ermee hakt? Verheft een zaag zich tegen wie hem hanteert? Alsof de scepter heerst over wie hem vast heeft. Alsof de stok optilt wie hem omhoog houdt.”

Deze merkwaardige vragen zitten op de hielen van een God die claimt achter de koning van Assyrië te zitten die Israël aan wil vallen. God zette de koning hiertoe aan maar deze dacht dat het zijn eigen briljante idee was . Dit wordt uitgelegd in Jesaja 10:13 – “uit eigen kracht heb ik dit gedaan, want ik ben wijs.” Deze koning benadrukt de menselijke vrije wil in een korte slagzin: “mijn hand,” “mijn wijsheid.” “Ik deed het;” etc. Maar nee. De claim van de koning is net zo belachelijk als de bijl die opschept tegen de houthakker. Snappen we hoe dom het is als een bijl de houthakker de les zou lezen? Prima, dan is de menselijke vrije wil ook dom.

God handelt in alles; geloof het of niet

Sta me toe in het hoofd te kruipen van de koning van Assyrië. Omringd door knappe vrouwen zit ik in mijn paleis. Opeens wil ik Israël aanvallen. Zomaar een opwelling. Achteraf vraag ik me af of het een vlaag van verstandsverbijstering was. Misschien. Of misschien had ik iets verkeerd gegeten? Al dit soort aanleidingen zijn relatieve oorzaken. De absolute oorzaak staat in Jesaja 10:7. De God van Israël stuurde de koning op Zijn volk af. De koning zou dit nooit hebben geloofd en veel christenen hebben hier vandaag de dag ook problemen mee. Aan de ene kant bidden ze zich suf om in gebedsbijeenkomsten God’s wil te manipuleren. Maar als gewone gebeurtenissen tot actie aanzetten, is het opeens vrije wil. En doet God niet meer mee. Maar God is niet helemaal gek. Natuurlijk zit hij overall achter. Jesaja 10 laat ons hier voorbeelden van zien. God handelt in alles, ook het kwade, naar zijn wil, Efe. 1:11.

*

God verzekert ons ervan dat we allen onze eigen koppigheid ervaren

Als God het kwaad toestaat, hoe kan het goede dat kwaad veroorzaakt aan Hem worden toegeschreven?

Romeinen 11:32 –“Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.”

Dit illustreert het doel van het kwaad, namelijk: contrast. Zonder zonde en frustratie kunnen we nooit weten wat God’s genade is. God zorgt ervoor dat we allen ervaren wat het is om buitenstaander te zijn zodat Hij persoonlijk de deur opent en ons verwelkomt. Let op de woorden: God verzekert ons ervan… Het is zo belangrijk voor God dat zijn schepselen eerst koppigheid en ontworteling ervaren van zijn liefde en genade, dat Hij ons ervan verzekert dat dit aan ons gebeurt. Hoe doet hij dit? Hij is wijs en brengt kwaad op onze weg: Jesaja 31:2. Kwaad is moreel neutraal en kan voor iets goeds worden gebruikt. Ongehoorzaamheid of zo men wil, koppigheid is essentieel voor een later verstaan van God’s welkome armen. Zo essentieel dat God niet achterover leunt en hoopt dat we in zijn armen vliegen. Nee, hij zorgt ervoor dat we in onze radeloosheid toevlucht zoeken tot hem. Klinkt dit als een God die met plezier het kwaad toelaat in zijn eigen schepping? Nee. Dit is een God die het kwaad actief gebruikt ten goede van zijn schepsels. Het is helemaal niet gezegd dat God daar zo blij mee is of plezier aan beleeft. God is geen sadist maar gebruikt contrast.

*

God doet kwaad maar zondigt nooit

Jesaja 45:7 zegt dat God het kwaad op ons dak stuurt. Mensen kunnen dit niet geloven als ze dit lezen. Waarom heeft men hier zoveel moeite mee? Omdat men kwaad verwart met zonde. Wat is kwaad? In Genesis 37:33 noemde Jacob het beest dat zijn zoon vermoord zou hebben “kwaad.” Wat was volgens Jacob kwaadaardigheid? Een kwaadaardig beest had hem verslonden; Jozef is zonder twijfel aan stukken gescheurd.

Een kwaadaardig beest is dat wat afbreekt, ontmantelt en verscheurt. Dit is het tegenovergestelde van een goed beest zoals een lam dat weinig anders doet dan grappig springen en om zich heen koekeloeren. Maar is een leeuw of een lam een zondaar? Misschien dat je nieuwe Pitbull je schoenen aan flarden scheurt. Had je nu maar een poedel gekocht. Maar dan stuur je die pitbull niet naar de dominee om zich te laten bekeren. In Numeri 20:5 zei Israël tot Mozes: waarom heb je ons uit Egypte laten voeren om ons in deze boosaardige plaats te laten ronddwalen? Kan een woestijn zondigen? Natuurlijk niet. De Israëlieten wisten dat kwaad betekent dat iets uiteen wordt gescheurd of in stukken wordt gehakt. Ze verwarden dit niet met moreel verval. Kwaad is moreel neutraal. Juist daarom kan God het scheppen en gebruiken zonder te zondigen. Waarom zou God dat doen? Opdat Hij ons kan beter maken en ons door de ervaring heen sterker en wijzer kan maken.

*

Zat God achter de Holocaust?

Ja. Dit is even slikken maar als God almachtig is, zat hij ook achter de Holocaust. Zie alweer Jesaja 45:7.

Kwaad is tijdelijk en God zal het ten goede gebruiken en alle dingen tot hemzelf terug doen keren, Romeinen 11:36. De meeste slachtoffers van de Holocaust waren joden die niet in Jezus geloofden. Ook zij zullen opstaan uit de dood, alsnog hun oordeel ondergaan en met God worden verzoend. Dit klinkt wreed en is dat misschien ook wel. Maar wat is de andere kant van het verhaal? Stel dat de schepping een toevallige chaos zou zijn geweest en de slachtoffers van de Holocaust nooit meer uit de dood op zouden staan? Dan was het helemaal niet te verteren wat er in de oorlog is gebeurd. Stel dat het kwaad niet tijdelijk maar eeuwig zou zijn. Dan was er helemaal geen hoop, voor niemand. Gelukkig is er wel een God die af en toe onbeschrijflijke dingen doet maar zorgt voor een goede uitkomst. Dan zullen ook de slachtoffers van de Holocaust Hem eren. God schept kwaad voor het contrast met het goede dat straks komt.

*

Kwaad

(Motief is alles)

Timothy McVeigh blies een gebouw op midden in de stad in Oklahoma. Met vele slachtoffers als gevolg, waaronder nogal wat kinderen. Een week later werd met eenzelfde explosief een ander gebouw ontmanteld dat tegen de vlakte moest voor nieuwbouw. Wat is het verschil?

Allereerst, wat zijn de overeenkomsten? In beide gevallen werd er schade aangericht aan een gebouw. Dit is wat kwaad is: ontmanteling, destructie. Het hebreeuwse woord is “ra.” Dat zoiets betekent als versplinteren, uiteenvallen. Dit woord heeft geen morele bijklank. Kwaad kan dus ten goede als ten kwade worden aangewend. Nu gaat het om de motieven. In het ene geval was haat het motief; de dader wilde mensen vermoorden. Dat deed hij ook en hij zondigde erop los. In het tweede geval verrichtte men ook kwaad aan, nu aan een oud gebouw. Maar zondigde men in het tweede geval? Nee. Hun intentie was juist om levens te redden anders zou het gebouw vandaag of morgen vanzelf instorten. Met alle gevolgen van dien. Ze verrichtten een kwaadaardige daad, vergelijkbaar met die van McVeigh maar zondigden niet. De één pakt een hamer en slaat een ruit in en wordt een held, de ander doet hetzelfde en komt in de bajes terecht. De daad was hetzelfde. Maar de motieven waren anders. De eerste probeerde een kind te redden uit een brandend huis, de tweede was met een inbraak bezig en zondigde. Dit is wat kwaad tot zonde of iets goeds maakt. En daarom kan God ook kwaad gebruiken zonder te zondigen. Zijn motieven zijn altijd goed. God schiep het kwaad opdat we de aanwezigheid van het goede zullen waarderen. Als het kwaad zijn noodzakelijke werk heeft gedaan, zal God het voorgoed uit het heelal bannen: 1 Kor. 15:26.

*

Ik ben gelovig, geen alverzoener

Geloof in God als redder van alle mensen maakt me niet meer een alverzoener dan geloof in de doop van de dood van christus (Romeinen 6:14) mij een baptist maakt. Ik noem mezelf simpelweg een gelovige. Ik geloof dat Jezus Christus stierf, niet alleen voor mijn zonden maar voor de zonden van de hele wereld, 1 Joh. 2:2. Ik geloof dat christus dezelfde mensen rechtvaardig maakt die Adam tot zondaren maakte, Rom. 5:19. Alverzoeners geloven dat God iedereen redt omdat Hij nu eenmaal een toffe peer is. ik geloof dat de hele schepping terugkeert naar God vanwege het offer van christus aan het kruis. Zie. Kol. 1:20. Betekent dit dat God geen toffe peer is? Hij is een rechtvaardige rechter en een liefdevolle Vader, dat is hij. De bijbel noemt hem nergens een toffe peer. Alverzoeners distantiëren zich vaak van oordelen die komen gaan. Ik geloof in alle oordelen die in de bijbel worden genoemd. Ik geloof in het tandenknarsen en een poel van vuur met zwavel en andere ongein. Ik geloof dat de ongelovige geoordeeld zal worden voor de witte troon naar aanleiding van zijn/haar daden en dat dit behoorlijk pijn zal doen. Ze zullen ook het aionische leven mislopen. Uiteindelijk zullen ze toch gered worden. Niet omdat God zo’n toffe peer is maar omdat zijn titel “redder van alle mensen” dit onderschrijft.

*

God legt de mens kwelling op, Prediker 1:13

Tanden poetsen voor het slapen, bijvoorbeeld. Eerst met een borstel tussen de tanden purken, dan poetsen. En voor het slapen een beugel in tegen tanden knarsen. Kosten beugel: 50 euro, purkborstels: 2,75 euro (5 stuks), tandenborstel: 2 euro, tandpasta: 2 euro. En ’s nachts kan ik niet slapen omdat die beugel steeds los schiet. Het zijn de kleine irritaties.

*

Kleine irritaties zijn erger dan grote rampen

Een psycholoog zei eens dat mensen zich makkelijker over een ramp heen kunnen zetten dan over de 100 kleine irritaties elke dag. Als je huis afbrandt, heb je misschien nog hulp van buren of familie. Hoe vervelend ook, uiteraard. Iets, diep in de mens vecht terug en de menselijke geest overwint. Maar wie staat er voor je klaar als je de sleutels kwijt bent of de kraan lekt? Of de deurkruk rammelt? De meeste irritaties in het leven zijn kleine en juist daarom onderschat de geest ze. Er gaat geen alarm af, wat zou gebeuren bij een grote ramp. Dus het verstand absorbeert de kleine irritaties. Jezus zei in Mattheus 6:34 dat elke dag zijn eigen dosis kwaad heeft. Jezus heeft het duidelijk niet over grote rampen. Waarom? Omdat die ons niet dagelijks raken. Hij had het over de kleine dingen die ons dagelijks lasting vallen: een ruit kapot, grasmachine stuk, ruis op TV, etc. Jezus had het over alles met een “treiterbegin.” Word je al gek van de electriciteitssnoeren die steeds weer in de weg liggen? Elke keer schuif je ze met de voet onder de bank. En op de één of andere manier floepen ze er na een paar uur weer vanzelf onderuit. En struikel je er bijna over. Koot en Bie noemden dit “ballen in je buik.” Ga je al uit je dak van al die kleine irritaties? Dat moet ook. De kleine irritaties in ons dagelijkse leven zijn legitiem kwaad en Jezus herkende ze als noodzakelijk. Scheld er niet op los maar geef ze allen over aan God. Juist deze irritaties zijn door God aan jou gegeven om jou nederigheid bij te brengen: Prediker 1:13. En het werkt!

*

Moe van het wachten op christus? Dan zul je inderdaad erg moe zijn.

Wij danken u in onze gebeden en gedenken hoe krachtig u standhoudt en blijft hopen op de komst van christus.” – 1 Thess. 1:2-3.

Ben je bezorgd dat je niet genoeg doet voor christus? Stop daarmee en stap uit het spoor van satan. Jouw leven rammelt van alle kanten en toch wacht je op christus. Je blijft geloven in zijn woorden en beloften. Volgens Paulus is dit standvastig blijven hopen ook werken voor christus, wat nogal wat tijd in beslag neemt. Paulus dankt God voor u. Dus waarom ga je niet lekker lui achterover liggen? Of lekker surfen op het internet? In plaats van je druk te maken?

*

Anti bezorgdheid cursus

Zorgen maken is in het Grieks, Merimnao. Meri betekent deel en mnao betekent herinneren. Zorgen maken is dus herinneren in meerdere delen. Denk aan een boodschappenlijst. Boodschappen doen met een lijst is geen leuke excursie. Je moet steeds de lijst bijhouden. Je zorgen maken, lijkt hierop. Als je je constant zorgen maakt, mis je zoveel moois van het leven. In plaats van hiervan te genieten, analyseer je die momenten of zelfs deelmomenten. Is een mooi moment teveel van het goede? Of te weinig? Om jezelf te genezen van zorgen, begin bij de supermarkt. Geniet van het aanbod en laat de boodschappenlijst thuis. Wat een plezier om een rij lang naar de zakken chips te kijken. Al die mooie kleuren en lekkere chipjes. Een volgende valkuil is om chips met elkaar te vergelijken of te kijken hoeveel vet erin zit. Is de ene ervaring beter dan de andere? Dat zal best maar als we gaan analyseren is geen enkele ervaring meer goed. Geniet ook van de aanbiedingen zoals damesondergoed dat vlak voor de kassa ligt. Aan het einde van de trip zit je vol mooie indrukken. En wat wil een mens nog meer? We hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen, 1 Tim. 6:7. Misschien is dit de sleutel tot een zorgenvrij leven; om geen stukjes uit mooie momenten te hakken, behalve de momenten zelf. Dan zullen we zien dat er mooie momenten genoeg zijn.

*

Kwalificaties voor heersen met christus

Gods kwalificaties om te regeren met christus staan haaks op de wereldse waarden. De wereld draagt je op handen als je kunt demonstreren hoe goed je gepresteerd hebt en succesvol bent of zelfvertrouwen hebt. Maar als we het over Gods idee van kwalificaties hebben, gaat het om 2 dingen:

– ervaring met het kwaad

– karakter

Het word “verdragen” is een belangrijke kwalificatie voor als we later willen regeren met christus. Hun kun je iets verdragen als er niets te verdragen is? Dus God brengt een zekere maat van kwaad in ons leven. Het kwaad is het doek waarop we het meesterwerk van het verdragen kunnen schilderen. Dus vergeet alle mooi bedoelde werken, succes, giften of zelfvertrouwen. Als je ook op God vertrouwt in moeilijke tijden, ben je een hartslag weg van hemelse grootsheid.

Feit: Jezus die aan het kruis hangt en nog steeds van de mensen houdt was één van de grootste manifestaties van God’s macht. – 1 Kor. 1:23-24.

*

Waarom zegt God niks?

Ik bid me suf maar God zegt niks.”

Als je naar het Oude Testament kijkt, naar de evangeliën of Handelingen, zie je God in actie. God handelde destijds wat openlijker bijvoorbeeld omdat God zijn volk Israël uit Egypte wilde leiden. Maar dit is niet zijn huidige methode. Jezus zei tegen Thomas: zalig zijn zij die niet zien maar wel geloven. Jezus introduceerde hier een nieuw tijdperk van geestelijke manifestatie: geloof. Niets is voor God belangrijker dan geloof. En niets moedigt geloof meer aan dan de onzichtbare dingen. Dat is wat geloof is: dingen niet zien. (Heb. 11:1). God spreekt tot u middels stille manifestaties zoals plezier, liefde, rust, vrede en geduld, allen gaven van de geest. Hij spreekt ook door Zijn woord. Ben je bang dat God jou of jouw gebeden negeert of jou helemaal niet ziet? Lees dan Romeinen, hoofdstukken 5 t/m 8.

*

Bewijs voor de macht van god

Je zou geloven dat de macht van god te maken heeft met hallelujah zingen, handen klappen en vreugde dansen. Dan wel genezen te worden van migraine. Her en der mogen deze dingen misschien plaatsvinden. Maar goddelijke activiteit heeft hogere doelen in gedachten. Zoals Paulus schrijft in 1 Kol. 1:9-12.

U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet, uw kennis van god zal groeien. En u zult door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen.”

Wat een statement: “de kracht ontvangen.” Je zou denken dat er volgt: “om over water te lopen.”

Maar nee; ze krijgen de kracht om te volharden, zelfs met geduld en plezier. Niet werken of liefdadigheid zijn kwalificaties voor regeren met christus maar volharden met plezier en geduld. Het meest opvallende deel van deze vers is “met plezier en geduld.” Je hebt inderdaad de macht van God nodig om te volharden met plezier en geduld. Volharden is 1 ding, maar met plezier en geduld is een goddelijke gave. Juist deze volharding maakt de gelovige gereed om straks met christus te regeren. En het wordt nog gekker in vers 12: breng met vreugde dank aan de Vader.” Bent u dit? Die dit doet? Lijden, met plezier volharden en de Vader ervoor danken? Gefeliciteerd, dan bezit je alle kracht van god. Of je ermee in het nieuws komt, is een tweede.

*

Ren voor de winnende prijs

Alle gelovigen zijn geroepen door God. Maar niet iedereen zal met hem regeren in het heelal. Zoals de sterren verschillend schijnen, zo zullen gelovigen ook verschillende rangen en taken krijgen. 1 Kor. 15:40-42. Paulus spreekt in 2 Tim. 4:8 van een krans van gerechtigheid die de Heer aan de gelovige zal geven. Wat is deze krans? Geen redding; redding is aan niemand betaald omdat het een gratis gift is, Efe. 2:8-9. We zijn al gered, apart van onze eigen werken, 2 Tim. 1:9. De actieve werkwoordsvorm die Paulus gebruikt in 2 Tim. 4:8 is “ik heb,” met de nadruk op “ik.”

Ik heb de goede strijd gestreden.”

Ik heb de wedloop volbracht.”

Dit is geen les over de vrije wil. Zoals God sommige mensen geloof geeft om het evangelie te geloven, zo geeft hij sommige gelovigen de energie om Gods werk te doen. Deze energie en verlangen zijn net zo goed een gift als redding. Paulus zegt dat we niets hebben dat ons niet gegeven is. Maar het wordt aan ons gepresenteerd alsof we ervoor gestreden hebben. In 1 Kor. 9:24-27 vergelijkt Paulus ons met atleten die een wedloop doen. Ook zij rennen zich suf in afwachting van de prijs. Ook hier weer is de prijs geen redding maar regeren met christus. 2 Tim. 2:11-13 maakt onderscheid tussen basis redding en regeren:

als wij met hem gestorven zijn, zullen we ook met hem leven; als wij volharden, zullen we met hem ook heersen; als wij hem verloochenen, zal hij ons ook verloochenen; als wij hem ontrouw zijn; blijft hij ons trouw; want zichzelf verloochenen kan hij niet.”

Het samen sterven en samen leven in deze passage is de algemene redding die elke gelovige wacht. Dit hebben alle gelovigen op basis van de dood van christus. Romeinen 6:8 zegt: “zoals we samen stierven met christus, geloven we dat we samen met hem zullen leven.” Onze eigen werken hebben hier niets mee van doen. “Volharden” is geen voorwaarde voor redding. Maar zij die volharden zullen met christus regeren. Volharding betekent een flinke mate van lijden voor het geloof. Als we niet willen lijden voor christus, dan zal hij ons diskwalificeren om met hem te regeren; niet van de redding. Die is gegarandeerd. Dat hij ons onze redding niet kan afmaken, staat in het laatste deel van de vers: “hij kan zichzelf niet verloochenen.”

Wat houdt mee regeren met christus in? Geen idee. Maar waarschijnlijk zullen we een kijkje in de keuken nemen van de wonderen van de schepping en de machten die het heelal hebben geschapen. Ik kan niet wachten…

*

Is Jezus echt gestorven?

Jezus zegt dat hij de vernielde tempel in 3 dagen op zal bouwen. (Joh. 2:19). Als hij de tempel was, hoe kon hij zichzelf weer uit het graf beuren als hij dood was?

A. Christus stond op uit de dood, na 3 dagen. Maar dit deed hij niet zelf. Er zijn 3 Griekse woorden voor opstaan uit de dood: anistemi (opstaan), egeiro (opwekken), zoopoeio (levend maken). Veel bijbels halen deze 3 woorden door elkaar. Dit is onterecht want ze corresponderen met onze ziel, lichaam en geest. En zie hoe precies de openbaring van zijn Vader is: de ziel wordt gewekt (egeiro), het lichaam staat op (anistemi) en de geest wordt weer levend (zoopoeio) in de zin van onsterfelijk. De geest krijgt weer leven voorbij het bereik van de dood. De geest was terug gekeerd naar God de Vader en was er al die tijd maar blijkbaar in een soort slaaptoestand. Wat een precisie! Neem Lazarus; hij was opgewekt en stond op uit de dood. Maar niet levend gemaakt voorbij de dood. Jezus kon geen van drieën. Hij was dood. Romeinen 8:11 spreekt van de geest van Hem die Christus uit de dood opwekt. God, zijn Vader wekte zijn zoon op uit de dood. Daarna stond Christus zelf op (anistemi).

*

Dood is de ultieme vernedering

De eerste leugen van satan tegen de mensheid vond plaats in de tuin van Eden: u zult niet sterven, genesis 3:4. Zo erg christenen satan haten, zo omarmen ze direct of indirect deze leugen. Het christendom heeft met andere religies gemeen dat ze in de onsterfelijkheid van de ziel gelooft. Men zegt: we zijn bang voor de dood. We willen niet dood. Het is niet eerlijk dat we doodgaan. We zijn mensen en dus gemaakt naar het beeld van god. Dus waarom zouden we sterven? Dus geloven we niet dat we ECHT sterven. Jezus zei wel dat we opstaan uit de dood. Maar hij bedoelde waarschijnlijk dat we een SOORT van opstanding tegemoet gaan uit een SOORT van dood. We houden niet van de dood en vinden ons daar te goed voor. Dus zeggen we dat onze ziel misschien wel voort leeft na de dood. Na dit leven blijft de ziel eeuwig bij God of satan. Deze gedachte is tenminste niet zo vernederend als de gedachte dat er tussen dood en opstanding helemaal niets meer is. De leugen van satan heeft de meerderheid van de christenen weer in zijn greep.

*

Jezus, het beeld van de onzichtbare God

In 2 Kor. 4:4 noemt Palus Christus, “het beeld van de onzichtbare god.” Als je een foto van je zoon laat zien, dan is die foto niet werkelijk die persoon maar een beeld ervan. Christus is een foto van zijn Vader. Hij lijkt in alle opzichten op zijn vader, op dat ene punt na dat Hij god niet is en dus ook niet onzichtbaar is. Christus is juist wel zichtbaar. Hij zegt ook: ik kan niets van mezelf doen; alles wat ik doe is de wil van mijn vader, Joh. 5:30. De vader is groter dan ik, 1 Joh. 14:28. God heeft ons vaders en zonen gegeven om ons te laten snappen hoe de relatie tussen god en christus is. Jezus zegt dat de Vader groter is dan Hijzelf. Veel christenen zeggen het omgekeerd, namelijk dat christus God is, de Vader. We denken zelfs dat we god hiermee een plezier doen door hem en zijn zoon één persoon te maken. Dit is zeker niet zo. Het is juist zijn glorie om zich straks onder te schikken aan zijn vader. Mogen we dit zomaar van hem afpakken? Nee toch? Tegelijk is christus zo’n perfect beeld van God dat hij het waard is om de titels van God aan te nemen. Hij is het waard om God genoemd te worden en als God aanbeden te worden. Dat is niet zomaar wat. Toen de ongelovige thomas zijn hand in de wond stak in de zij van Jezus, zei hij terecht, Mijn here en mijn god. Thomas sprak hem rechtmatig aan. Als Gods beeld is christus de enige god die we ooit zullen zien. Niemand heeft ooit God gezien, Joh. 1:18. De 3-eenheid is een leer van demonen, 1 Tim. 4:1. Deze leer is door satan in de mensheid geïnjecteerd door satan via het concilie van Nicea in 325 na Christus. Dit om miljoenen mensen af te houden van geloof in de dood en opstanding van christus, zelfs als ze toegeven dat ze wel geloven in zowel christus als zoon van god als in de 3-eenheid. Wat een meesterwerk van misleiding!

*

Jezus is de zoon en dus niet de vader

Absolute Godheid kan niet sterven. Als Jezus echte godheid was geweest, kon hij niet sterven. Maar hij stierf wel. Dus is de 3-eenheid een valse leer. Immers, de zoon is niet de vader. Als de 3-eenheid wel waar was, is een fundament van het geloof omver gehaald, namelijk dood en opstanding van christus. Iedereen haat de dood. Paulus noemt de dood niet voor niets een vijand: 1 Kor. 15:26. De dood haalde Jezus niet uit het graf. De bijbel is er duidelijk over dat Jezus echt stierf. Dus niet een ziel die na zijn dood ging maar dood als een pier.

*

Het geloof van christus doet mij verstelt staan

Jezus is gestorven en was zo dood als een pier. Hoe misleidend is dus de gedachte van de 3-eenheid! De dood begrijpen is belangrijk om ook de opstanding te begrijpen. Dan begrijpen we ook het geloof van christus in zijn vader toen hij aan het kruis zei; ik geef mijn geest aan u over. Als hij niet echt zou sterven, had hij gemakkelijk praten. Dan was de consequentie niet zo erg geweest. Maar Christus wist dat hij morsdood zou gaan en niet meer op eigen kracht in staat was om uit de dood op te staan. Hij had het kruis kunnen ontvluchten en misschien een schroothandel kunnen beginnen ergens in het verre Schotland. Dan had jaren later geen haan meer naar hem gekraaid. Maar hij wist wat hem te wachten stond en vertrouwde toch op zijn Vader. Veel gelovigen, misschien ik inclusief bevatten misschien toch niet helemaal de diepte van dit vertrouwen.

Jezus ging nergens heen toen hij dood was; hij was zo dood als een pier

Een bekende leer in de kerk is dat Jezus weliswaar 3 dagen dood was maar intussen de zielen in het onderaardse de vrijheid verkondigde. Deze ene zin roept al veel vragen op: welke zielen in welk onderaardse? En was Jezus dan niet dood? In 1 Petrus 3:18-20 staat deze passage, “naar het lichaam werd hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt; hij is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen en aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen.”

De gedachte waarmee men hier vaak de fout in gaat is dat “naar het lichaam gedood” en “naar de geest tot leven gewekt” simultaan gebeuren. Dit is niet zo; er zaten juist 3 dagen tussen. Dit zien we ook met Lazarus. Hij ging dood, verbleef in de tombe en werd pas later weer opgewekt. En had een goed ontbijt. Hoe is het mogelijk! Aan dit voorbeeld zien we dat er best meerdere dagen tussen dood en opstanding kunnen zitten. Het is niet zo dat God er “vlug bij moet zijn” om een dode weer op te kunnen wekken. De geesten aan wie Christus het goede nieuws verkondigde waren overigens geen geesten van doden. Punt 1 keert de geest na de dood terug naar God. Een dode is dus echt dood. Wat voor geesten waren het dan wel? Zij waren niet-menselijke, kwade geesten die de mensen van Noach’s generatie tot zonde aanzetten. Dus wie kan het schelen of christus wel of niet stierf? U! Alleen als je snapt dat christus echt stierf, kun je zijn geloof appreciëren waarmee hij als een lam naar de slachtbank van het kruis ging. Tenzij zijn Vader hem op zou wekken, zou hij eeuwig dood blijven. En dat wist hij. En hij kon hier tijdelijk aan ontsnappen door eventueel weg te vluchten. Het is Zijn geloof in Zijn Vader dat ons redt. Rom. 3:21-23. Gods gerechtigheid waarvan de profeten getuigden, wordt ook buiten de wet om zichtbaar.

*

God schiep Adam met een faalchip

De uitdrukking faalchip staat niet in Genesis. Maar wat er met Adam gebeurde staat beschreven in 1 Kor. 15:45-46. “Er wordt een aards lichaam gezaaid maar een geestelijk lichaam opgewekt. Als er een aards lichaam is, is er ook een geestelijk lichaam. De eerste Adam werd een aards wezen, de laatste Adam werd een levend makende geest.”

De ziel is alles wat met onze zintuigen en emoties te maken heeft. De ziel staat tegenover de geest. Daar we nogal ruw worden gedirigeerd door onze zielen, worden we met de zonde in aanraking gebracht. Dingen als chocola, seks en sport lijken aangenaam voor ons. Geestelijke lichamen hebben dit probleem niet. Aardse lichamen staan 1 verleiding af van daadwerkelijk falen. Het grote geheim is dat God Adam ziels/aards heeft geschapen. Niet als experiment maar als garantie van falen en zonde. God zondigde zelf niet toen hij dit deed want het was juist zijn bedoeling dat dit zou gebeuren. Als God Adam perfect had willen maken, had hij hem direct geestelijk gemaakt. Hij ging zelfs nog een stap verder: God schiep Adam niet alleen aards maar noemde hem ook nog goed. Menselijk falen is de enige mogelijke achtergrond voor een goddelijke openbaring. God schiep Adam juist om hem te doen falen opdat hij de schepping van de openbaring van christus verzekerde.

Satan wil je graag een groot plezier doen

Arme Petrus. Hij wilde alleen maar helpen. Jezus had tegen zijn discipelen gezegd dat hij naar Jeruzalem zou gaan en veel moest lijden. Misschien zelfs vermoord zou worden. Hij voegde eraan toe dat hij toch wel op zou staan uit de dood. Petrus hoorde dat laatste deel niet. Hij riep Jezus ter verantwoording, daar waar je het andersom zou verwachten. “Niets van wat u zei, mag u overkomen, heer,” zei Petrus. Was dat geen blijk van medeleven van Petrus? Misschien eerder een emotionele reactie. Jezus was niet onder de indruk van deze emotie, hoe goed bedoeld ook. Hij keerde zich zelfs van hem af en bestrafte hem: Petrus jij redeneert volgens de logica van mensen en niet vanuit Gods standpunt. Het menselijke standpunt beperkt zich tot korte termijn voordeel. Dit kan zich ook in liefdadigheid uiten als we onmiddellijk het beste willen voor de medemens. Of natuurlijk voor onszelf. Hier is niks op tegen tot het tegen de wil van god in gaat. Wat wil God? Jezus zei dit hardop maar Petrus ging er niet op in. Jezus van een marteldood redden stond niet in Gods agenda. Petrus had zijn twijfels hierover. Wij weten beter of toch niet? Ondanks de chaos in de wereld denken we dat God op vakantie is. Jezus noemde Petrus zelfs “satan” om op die manier te denken. En wij doen ons best om te geloven dat alleen het goede van god komt. En dat alles wat slecht is van satan komt. We trappen dan in dezelfde val als Petrus.

Maar zie hier de vreemde tegenstelling: het was Petrus’ wens om Jezus te redden van het lijden, en zijn wens van een welvarend, plezierig leven voor Jezus was van satan. Jawel, satan die Jezus een plezierig leven wenst. Juist het lijden dat jezus te wachten stond was van god. Hebben we vaker dingen andersom? Jazeker, weinig van het kwaad in de wereld komt ons zinnig over. Wat we om ons heen zien, lijkt eerder zinloos. Petrus had de woorden gemist over de opstanding en alleen het eerste deel van de boodschap gehoord. Hij sloot zich er in zekere zin voor af, stond oog in oog met de waarheid en zei: nee, ik ben het hier niet mee eens. We moeten oppassen om niet in dezelfde fouten te vervallen. Het boek Openbaring leert ons dat de ergste tijd die de aarde ooit zal zien, voor ons ligt. Moeten we bidden om de wereld ervoor te behoeden? Al het kwaad leidt mogelijk tot iets goeds. God schiep het kwaad zelf, Jes. 45:7 als contrast voor het goede. Het ergste komt nog maar het beste komt daarna!

*

Hitler redden lijkt op de apostel Paulus redden

In 1 Tim. 1:15 legt Paulus het werk van Christus uit in 9 woorden: christus kwam in de wereld om zondaren te redden.

Probeer eens de diepte van deze verklaring te vatten. Dat valt nog niet mee. Paulus vervolgt met de woorden”Ik ben de grootste zondaar. Als christus mij redt, dan redt hij anderen zeker. Nog zo’n zin waar we best even bij stil mogen staan. Wij noemen Adolf Hitler misschien de grootste zondaar van onze tijd. Saulus van Tarsus was erger. Hitler wilde de joden vermoorden maar paulus vocht tegen christus zelf. Toen Christus eindelijk aan hem verscheen, zei hij; “ik ben Jezus die jij zo vervolgt.”

Op de dag dat Saulus op weg ging naar Damascus om de naam van christus voorgoed uit de geschiedenisboeken te schrappen, bereidde god een openbaring van diepten voor van genade welke de wereld nooit eerder gezien had. Zoekt God hiervoor een gepolijste kandidaat? Iemand die net een Miss verkiezing heeft gewonnen? De winnaar van de staatsloterij? Nee, hij doet het tegenovergestelde en zoekt iemand die eigenlijk van de rotsen moest worden gegooid. Een echte klootzak. Hij is de pottenbakker en zoekt de slechtste pot uit; zeker niet de beste. Gods motto is: hoe slechter, hoe beter. Als mensen hun liefde willen tonen, overspoelen ze hun vrienden ermee. God overspoelt zijn vijanden met liefde. Wat eigenaardig ven Hem.

*

Wat een openbaring!

Satan maakt steeds weer de verkeerde beslissingen. Afgezien van zijn vermomming als sinterklaas eens per jaar. Dat komt omdat hij steeds weer reageert op wat god aan de oppervlakte doet. Beter had hij Gods diepten kunnen bestuderen. Satan is geen diepe denker. Het kruis van christus is een goed voorbeeld. Hij dacht werkelijk dat door christus te vermoorden, diens zege einde verhaal was. Dit doet hij ook in uw leven. Door beproevingen op uw weg te sturen, hoopt hij u van uw geloof te helpen. Tot op zekere hoogte geeft hij u “Job-beproevingen.” Hij snapt niet dat lijden omwille van christus u bij God op een wit voetje brengt. Fil. 1:29. En dat u ervoor beloond wordt. Er komt een punt dat satan door heeft dat al deze tegenwerkingen alleen maar voordelen op voordelen worden.

Kun je jouw redding verknallen?

Nee. Maar dit verdient enige toelichting. Efe. 1:3-5. God koos ons voor de nederwerping de wereld. Het woord nederwerping is hier opvallend. Er was een tijd dat het heelal een beeld van perfectie was. In diezelfde dagen koos God ons als zijn zonen en dochters. We werden getekend, verzegeld en overgeleverd als zonen van god. Niet alleen voordat we geboren waren maar zelfs voordat de zonde ons geïnfecteerd had. De intrede van de zonde kan uw positie niet veranderen. Als je een regenjas aan doet voordat de bui losbarst, wordt je dan nat? Nee toch? Als je dus aan Gods doel voldeed voor de zonde intrad, kan de zonde hier niets aan veranderen. Wel kan de zonde de bevatting hiervan verstoren.

*

Goddelijke sturing

God stuurt elke actie van iedereen in het grote drama van het leven. Dit maakt ons niet tot robots. Eerder zijn wij klei in handen van de pottenbakker. (Rom. 9:20-21). Koning Nebukadnezzar geloofde dit nadat hij diverse maanden gras had gegeten als een koe. Zijn inzicht: de mensen zijn niets. God doet wat hij wil en niemand kan er iets tegenin brengen. Veel mensen, ook gelovigen, willen hier niet aan dat alles – ook het slechte uit God komt. Dat is wel wat 2 Kor. 5:18 zegt. Hoe sneller dit men wel accepteert, hoe sneller men vooruit schrijdt in de dingen van God.

*

De eenvoud van God: Romeinen 11:36

Alles is uit god, door god en in God. Iemand van 6 kan dit begrijpen. Intellectuelen en theologen niet. Ze verzinnen moeilijke theorieën die niemand snapt en waarmee ze ook nog promoveren. Denk als een kind en je snapt wat Gods bedoeling is. De geringste zal straks de grootste worden. Dit is een goddelijk principe.

*

Heel Azië keerde zich van Paulus af

Als we 2 Tim. 1:15 lezen waar allen in Azië zich van Paulus afkeerden, vragen we ons af waarom?

Wees u hiervan bewust, dat iedereen in de provincie van Azië zich van mij afkeerden.”

Deze mensen waren van Paulus afgekeerd. Waardoor? Door de WET.

Zij die zich van Paulus afkeerden, keerden zich niet noodzakelijkerwijs van Jezus af. Ze keerden zich van het evangelie van genade af. Deze boodschap was teveel God en te weinig mens. De drang om “iets te doen” was te groot. En de gelovigen konden niet langer hun speciale roeping onderscheiden van die van Israël.

Sorry voor de verwarring, mensen

Veel mensen vinden dat Paulus teveel genade leert. God krijgt teveel de bal toegespeeld. Mensen zouden lui worden hierdoor. De redding is te goedkoop! Een goed antwoord zou zijn: “dit is niet de bedoeling. Redding is niet goedkop maar gratis!”

Feit

Paulus een slaaf van christus, uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen… het evangelie van zijn zoon… Romeinen 1:3. Het evangelie gaat niet over de zondaar maar over God’s Zoon.

Jezus Christus, de perfecte brug tussen god en mens

Theologen zeggen dat Jezus volledig God en volledig mens was. Geen van beiden is waar. Jezus demonstreerde vaak genoeg dat hij zelf ook een God had. Hij bad tot zijn vader in de tuin van Gethsemané, Matt. 26:39. Hij zei dat zijn vader groter was dan Hijzelf, Joh. 14:28. Hij claimde dat Hij de woorden van Zijn Vader sprak, niet zijn eigen, Joh. 14:24. Zoiets kan niet worden gezegd van iemand die volledig God is. Maar alleen maar mens was hij ook niet. Hij was geboren uit een vrouw, een maagd nog wel, maar tegelijk de enige mens tot dan toe die voortkwam door de Geest van God in plaats van sperma. Laten we christus aanbidden zoals wie Hij is: een unieke schepping en perfecte brug tussen God en mens.

Voor mij is leven christus en sterven winst, Fil. 1:21

Dacht Paulus dat sterven hem met christus zou verzoenen? Nee. Hij wist dat de enige manier waarop hij christus kon zien door de opstanding was en niet door de dood. Maar het is een misvatting om dood met opstanding te verwarren.

*

Waarom zo negatief? De evangeliën zijn joods

De 4 evangeliën zijn joods. Veel mensen hebben dit niet door. Bijvoorbeeld: alles aan de armen geven, je huis en haard opgeven, je familie achterlaten om Jezus te volgen. Was destijds gericht aan de joden. Of rijkdom dat jou de toegang ontzegd tot het koninkrijk. Dit was aan de joden gericht. Je kruis opnemen of je leven verliezen om het te winnen; was voor de joden. Jezus was de laatste profeet van het Oude Testament. Zijn boodschap danste om de wet van Mozes en dreigde hier al een beetje van los te raken. Veel mensen mixen wet en genade. God heeft hen geprogrammeerd om dingen te WILLEN doen. De boodschap van Paulus staat hier haaks op en is er één van NIET werken. (Romeinen 4:5). Hij vertelt van God’s blijdschap, 1 Tim. 1:11 en onze hulpeloosheid, Rom. 5:6. Het evangelie van de onbesnedenen is een welkome boodschap van genade en blijheid. Dus waarom zouden we gefrustreerd rondlopen van boodschappen die ooit voor joden bedoeld waren? Luister naar Paulus.

Wil je falen? Bouw een kerk naar het model van Handelingen

Moderne christenen lezen in Handelingen hoe een ideale kerk eruit zou zien. Men probeert in tongen te spreken, doopt erop los tot de vonken er vanaf vliegen en roept op tot bekering. Sommigen geven al hun hebben en houden weg. Of men probeert zelfs doden op te wekken. Maar de formule in Handelingen is gedoemd om te mislukken. De gemeente in Handelingen mislukte zelf. Ze begon goed maar eindigde ermee dat Jacob werd vermoord, Petrus werd verbannen, Jeruzalem uitstierf en de joden versnipperd raakten. Het hele scenario was zelfs BEDOELD om te falen. Waarom? Om de koppigheid van Israël te demonstreren. Blijkbaar valt koppigheid moeilijk uit te roeien.

Het tegengestelde van uitverkiezing is niet eeuwige verdoemenis

In Lucas 23:35 wordt Jezus de uitverkorene van God genoemd. Gekozen worden is uitverkoren worden. Als Jezus de uitverkorene is, zijn wij dus blijkbaar niet uitverkoren. Uiteraard gaat deze vlieger niet op. Uitverkiezing is nooit een eindstation maar een middel naar een einde dat redding heet. Jezus de uitverkorene verdoemt niet maar redt. Voor God is uitverkiezing niet een middel om de niet uitverkorenen te verdoemen. Maar juist een weg om ook hen te redden. God gebruikt de uitverkorenen om de niet-uitverkorenen te redden. De uitverkorenen zijn uitverkoren om te redden en niet om achterover te leunen en toe te kijken hoe de rest van de mensheid in een vuurpoel brandt. Zoals het met christus is, zo is het ook met ons en het herstelde Israël. Haar uitverkorenheid dient ter redding van de aarde. Onze om de hemel te redden. De uitverkorenen redden, de niet-uitverkorenen worden gered. Dus iedereen wordt gered.

Beter dan de loterij winnen

Uitverkiezing is redding “Plus.” Het is meer dan redding. Het is een vreemde eer die niet alleen ons redt maar ons tevens aan de frontlinie plaats van al Gods toekomstige activiteiten.

*

Een hele grote sprong

Wij zijn de eersten die onsterfelijkheid meemaken! Behalve Jezus is niemand ooit onsterfelijk geweest. Lazarus werd opgewekt maar stierf opnieuw. Hij werd niet levend gemaakt in de zin van een nieuwe schepping buiten bereik van de dood. Neil Armstrong was de eerste man op de maan. En dus in de hemel. Alles boven de aarde is hemel. Maar vergeleken met hem gaan wij straks een veel grotere sprong in de ruimte maken.

*

Zo heeft God de wereld lief

God had de wereld zo lief dat hij zijn enge geliefde zoon gaf.” “Had lief” is hier in de aorische tijd, niet verleden tijd. De aorische tijd betekent een tijdsloze waarheid. “A” betekent “niet” en “orist” betekent “horizon.” De aorische tijd heeft geen horizon. Had God de wereld vroeger lief en nu niet meer? Integendeel; God heeft de wereld tijdloos lief.

*

Feit

Jouw vertrouwen in God versterken en jezelf gezond wantrouwen is God’s ultieme reden voor elke ervaring die hij in jouw leven brengt. ELKE.

1 Timoteus 4:10: vooral van gelovigen

God is de redder van de hele mensheid, vooral van gelovigen, 1 Tim. 4:10. Gods waarheden hebben 2 niveau’s: 1 voor de gelovige en 1 voor de ongelovige. God redt iedereen. Maar deze waarheid rust alleen op hen die ervan weten (gelovigen). Daarom is God genadevol tot het einde maar geeft hij meer aan de gelovigen. Zelfs al is God de redder van alle mensen, dan maakt hij toch verschil tussen gelovigen en ongelovigen. Zo zal de gelovige dit ook doen.

3 mannen illustreren Gods 3 programma’s

God heeft 3 programma’s op de stoof borrelen:

Hij zal een koninkrijk op aarde vestigen met Israël aan het hoofd.

Hij heeft geloof het kanaal gemaakt waardoor mensen snappen wat redding is. Hij zal uiteindelijk de hele mensheid zegenen met eeuwig leven. God maakt mensen vertegenwoordigers van alles wat hij doet. Voor zijn koninkrijk op aarde, zet God de troon van David voort. Waar God het over redding door geloof heeft, zet hij de lijn van Abraham voort. Als God de hele mensheid wil redden, zet hij de lijn van Adam voort. Adam, Abraham en David zijn de menselijke 3-eenheid. Voor ons zijn dit meer dan namen. Wij weten dat ze aan een programma zijn verbonden. Wie is God? God is de Vader van Jezus Christus (2 Kor. 1:3). Jezus is zijn trots en genot. God is onzichtbaar en we kunnen Hem niet apart kennen van christus die Hem ontvouwt, Joh. 1:18. Ik kan God geen groter plezier doen dan hem te associëren met zijn zoon en met alles dat Hij bewerkstelligd heeft door zijn zoon.

Gods vrede: voor allen, maar slechts enkelen geloven dit

God verzoende door christus de wereld met zichzelf, 2 Kor. 5:19. Dit betekent dat god vrede met de wereld kreeg na het drama van Golgota. Verzoening is éénrichtingsverkeer: van God naar de mens. Als de mens deze waarheid accepteert en verzoend wordt met God, dan is er verzoening welke vrede is. Deze vrede van God is VOOR allen en OP allen die geloven, Romeinen 3:22. Gods waarheden hebben 2 niveau’s: 1 voor de gelovige, nu (OP hen) en 1 voor de ongelovigen later (VOOR hen). Verschil tussen beiden? Verlichting.

*

De apostel Petrus is geen lid van het lichaam van christus

Volgens sommigen zijn er geen 2 evangeliën van besnijdenis en onbesnedenen (Gal. 2:7). Ze zeggen dit omdat er volgens hen in christus geen jood of Griek is. (Gal. 3:28). Dit klopt voor het lichaam van christus. Het lichaam van christus is 1 lichaam en geen 2 (Efe. 1:4). Dit komt allemaal van Paulus. Maar dan had je ook nog Petrus. Paulus verbeurde zijn Israëlitische identiteit (Fil. 4:7). Petrus niet. En dit werd ook niet van hem verwacht. Jezus beloofde Petrus dat deze op één van de 12 tronen zou zitten en over de 12 stammen van Israël zou oordelen (Mat. 19:28). De besnijdenis is ook 1 lichaam.

*

Jij beslist of mensen sterven of leven

In relatieve zin bepaal jij of mensen leven of sterven in de volgende aionen. Zie 2 Kor. 2:14-16. De beste ervaring die iemand kan hebben is in contact komen met jou als boodschapper van christus. Als je van Gods genade en liefde spreekt, manifesteer je de geur van zijn kennis. Voor sommigen stinkt deze, voor anderen zeker niet. Als iemand jou afwijst, wijst degene God af. Hun afwijzing van jouw boodschap scheidt hen van God voor de aionen. Hun korte ontmoeting met jou blijft als bewijs staan tegen hen.

*

De aarde schoonvegen

God kan de aarde niet schoonvegen van het kwaad totdat wij, de gelovigen ervan weg genomen zijn. Zolang gaan mensen door met gek doen en hun dagelijkse leven. Vanwege ons: 2 Thess. 2:6-8.

Wij zijn ambassadeurs van christus

2 Kor. 5:20 leert ons dat we ambassadeurs zijn van christus. Ben je depressief omdat je geen officiële titel hebt in deze wereld? Nou, de meest nobele titel heb je alvast: ambassadeur van christus. God smeekt de mensheid via ons en door ons. God zelf is in deze aion stil maar laat zijn stem via ons klinken. Hoeveel mensen hebben de boodschap van de verzoening van God naar de wereld? Een paar honderd. Lees je het goed? Jawel, hooguit een paar honderd mensen weten echt wat het evangelie is. Als mensen jouw boodschap afwijzen, wijzen ze God af.

*

Vriendschap met de wereld kan zo goed en rechtvaardig lijken

Als we aan werelds genot denken, denken we aan seks, drugs en rock en roll. Denk subtieler. Ook nette burgers hebben hun seks, drugs en rock ’n roll:

Het op zich nemen van veel verplichtingen en wereldse zorgen. Proberen het iedereen naar de zin te maken. Meer van zichzelf denken dan zou moeten. De wereld beloont hen die zich uit de slof werken, zichzelf geven tot ze een burn out krijgen en dan zichzelf feliciteren omdat men uitgeput is. Wat verwacht God van ons? We moeten juist wijs, juist, en toegewijd leven in de huidige aion. Titus 2:12.

*

Feit: Paulus was het eerste lid van het lichaam van christus. Niemand voor hem kan dus bij dit lichaam horen. Rom. 8:30.

Jezus is God niet. De 3-eenheid is bluf.

In 2 Kor. 1:3 staat dat God de vader is en christus zoon en heer. Zijn grootste vreugde is om zijn vader’s wil te doen. Hoe kan hij dat doen als hijzelf de vader is? Neem hem zijn pleziertjes niet weg!

*

Grote menselijke vooruitgang maakt geen vooruitgang in God

Onze wereld kent een populair gezegde: God helpt hen die zichzelf helpen. Dit is natuurlijk niet zo. In Romeinen 5:6 staat dat God de hulpelozen helpt. Niettemin probeert de wereld zichzelf gelukkig te maken met religieuze muziek, handengeklap, religie, educatie en politiek. Alles wat de zenuwen streelt. Wij, de mensen vonden seks uit, is het niet? Ook dit is niet zo maar een uitvinding van God. We hoeven maar naar het oude rome te kijken om te zien dat elk pleziertje al uitgeprobeerd is. En Rome werd alleen maar kleiner. In plaats van het oude Rome opnieuw uit te vinden, zullen we beter het boek Prediker lezen. Hierin staat dat plezier najagen het najagen van wind is. Wat de mens niet kan, heeft christus al voor ons gedaan, Efe. 2:13-14.

God heeft het grootste werk voor ons gedaan door ons lid te maken van zijn lichaam. Wij gaan straks het heelal in. Dit voorrecht mogen wij wel eens overwegen. Moeten wij hem geen tegenprestatie leveren? Dit laatste is puur menselijk geredeneerd. Het is het denken van de oude mens. De nieuwe mens De nieuwe mens denkt: “als God zoveel goeds voor me deed toen ik nog een zondaar was (Romeinen 5:6), hoeveel goeds zal hij voor me doen nu ik gerechtvaardigd ben!” Rom. 5:9. Klinkt egoïstisch? Is het niet. Het is het ultieme compliment aan christus.

Wees voorzichtig met volledige overgave

Iedereen wil met god wandelen maar velen zeggen dat ze één met de geest zijn. Dit is new age kletskoek. We voorzien onszelf met Gods wil door de bijbel. Dit maakt ons intelligent. De bijbel is de virusscan tegen demonische invloeden. Alleen de geest van God kan een mens hierin leiden. Geef je verstand niet zomaar over. Nodig God niet uit, “in je.” Je bent geen vacuum. God woont al in jou. Een neutraal verstand waar het woord geen voet aan de grond heeft, is een rood tapijt voor satan. De remedie hiertegen: laat het woord van god rijkelijk in je vloeien, Kol. 3:16.

*

We zijn het Nazareth van de Melkweg

Kijk eens naar de positie van onze zon in de melkweg. We zitten sowieso niet in het centrum. Zelfs niet in de buitenwijken. Onze locatie is bijna naar buiten geslingerd, het niets in. Wij zitten in de sloppenwijken van de Melkweg. En juist hier stierf christus aan het kruis. Dit is tevens de enige plek in het heelal waar de toekomstige heersers van het heelal wortel schieten. Onze kleine planeet is het morele en politieke centrum van het heelal. Nathanaël zei van Jezus: kan er iets goeds komen uit Nazareth? De hemelse machten (buitenaardsen) zeggen: “kan er iets goeds komen uit de Melkweg?” Wacht maar af!

*

Werkte Paulus’ nederigheid tegen zijn vrijmoedigheid?

Paulus had last van een paradox. Aan de ene kant preekte hij vrijmoedig het evangelie van christus; weliswaar een andere boodschap dan zijn voorgangers maar toch preekte hij de boodschap zoals wij die kennen, die van genade. Tegelijk vernederde God hem om de haverklap. Paulus vraagt zijn vrienden om voor hem te bidden voor vrijmoedigheid. Aan de andere kant schrijft hij: “bovendien kwam ik bij u in al mijn zwakte en was ik angstig en onzeker. De boodschap die ik verkondigde overtuigde niet door wijsheid maar door de kracht van de geest.” 1 Korinthe 2:3-5. Echte vrijmoedigheid komt niet van de menselijke mogelijkheid om te slagen maar van de goddelijke mogelijkheid om te falen.

*

Geloof op zich is waardeloos

In Romeinen 4:16 staat: Gods belofte van onze redding is “van geloof dat in overeenstemming is met genade.”

Kan geloof onze zonden wegnemen? Nee. Geeft het ons rust en vrede? Nee. Dit is geen boodschap van Jacob waar geloof met werken moet worden verrijkt. Ik heb het nu over dat wat VOOR geloof komt, namelijk Gods genade. Rechtvaardigheid en vrede zijn giften; geloof is het door god gekozen kanaal dat ons voorziet in deze giften. Genade is de motor, geloof de carrosserie. Geloof dat overeenstemt met genade, daar gaat het om.

1 Johannes 3:9 zegt: “Iedereen die uit god geboren is, zondigt niet.”

Deze vers verwijst naar Israël in het komende millennium als christus regeert. Israël wordt nationaal herboren. Dus betrek het niet op jezelf. Als je wilt weten welke waarheid voor jou in het hier en nu geldt, lees dan Paulus: “wat zal mij redden uit de dood?” Romeinen 7:24. Antwoord: genade!

*

De grote wegname is zo praktisch als maar wat

De 144.000 uit Openbaring 5:10 zijn gelovigen uit Israël die een natie van priesters gaan worden en over de aarde gaan regeren. Dus waarom zouden ze met de grote opname mee ten hemel worden gevoerd?

Het lichaam van christus, van de andere kant (wij) gaat Gods genade aan de hemelse machten (buitenaardsen) brengen. Efeziërs 2:6-7. Weg genomen worden op warpsnelheid naar de 3de hemel, is dat niet gek genoeg?

Overleef je het?

Wij, de levenden worden tegelijk weggevoerd met hen op de wolken om de Here in de lucht te ontmoeten. – 1 Thess. 4:17.

Paulus noemt ons “wij die overleven.” Hij vergelijkt ons met de doden. Zoiets als ouders die werden overleefd door hun kinderen. Het Griekse woord voor overleven is “perileipomai.” Een overleveraar leeft niet zozeer door maar wordt omringd door gebrek/tekort. Een overleveraar van een dode echtgenoot, heeft de echtgenoot als gebrek. De overleveraar van een huisbrand heeft gebrek aan onderkomen. De overleveraar van een vliegtuigcrash heeft gebrek aan alles en iedereen die bij hem in het vliegtuig zat. Iemand die bortskanker heeft overleefd lijdt gebrek aan een borst. Waaraan lijden wij gebrek? Eigenlijk niet veel. God doet alles voor ons, inclusief ons vertrouwen in het vlees wegnemen. Uit ons zelf kunnen we ons niet aan de dood ontsnappen. Christus komt voor ons, de gestrande overleveraars. Zijn we slechts aan het overleven? Mooi zo; Christus is onze redder uit de komende oordeel, 1 Thess. 1:10.

Het medicijn van immanent vluchtgedrag

Is het echt zo dat Christus letterlijk uit de hemel afdaalt op de wolken, de doden opwekt en ons dan wegneemt van de aarde? Opdat wij hem letterlijk in de lucht tegemoet komen? En daarna met hem de rest van ons eeuwige bestaan (eerst aionisch) met hem delen in het heelal?

Ja!

Zie 1 Thess. 4:13-18. Dit is de beroemde “grote opnamepassage.”

Het correcte Griekse woord is harpazo. Dit betekent “weg getrokken.” Zoals een wolf zijn prooi bespringt en wegvoert. Met behoorlijke kracht dus. Het woord beschrijft de actie van een wolf in Johannes 10:12. “Ik ben de ideale herder. De ideale herder legt zijn ziel af ten gunste van de schapen. Een huurling is geen herder maar laat de schapen in de steek. Dan komt de wolf en grijpt een schaap in de kraag “harpazo.”

De harpazo richt zich op de honger van degene die ons wegvoert, christus, veel meer dan op ons. We wachten op zijn komst ja, maar zijn verlangen overstijgt het onze. Hij weet veel meer over onze nieuwe bestemming dan wij. Vergeleken met hem zijn we slechts mild geïnteresseerd in onze hemelse bestemming. Christus’ verlangen naar ons is zodanig dat hij hongerig is als een wolf. Dit vergeten wij wel eens. Wij denken dat de grote wegrukking voor christus niet veel voorstelt anders dan weer een dag uit zijn hemelse kantoorbaan. Net als wij wacht Hij al 2000 jaar op de ontmoeting met ons. Bovendien is onze focus verkeerd. Wij zien deze wegrukking als escapisme. Zie het meer als “naar christus toe-isme.”

De grote wegrukking gaat niet in de eerste plaats over ons maar over christus! Straks zullen we schijt hebben aan zwaartekracht en wegvliegen van de aarde, het heelal in zoeven! Ik wil de melodieën van de hemelen horen en de hemelse machten zien die het heelal schiepen door christus. Ik wil nooit moe worden, voortdurend wakker zijn en permanent af zijn van armoede, ziekte en moeheid. Ik voel deze extase bij Paulus. Hij nodigt ons uit voor onze komende transformatie: “wees blij met onze hoop; anders zou je tot zorgen vervallen net als de rest die geen verwachtingen heeft.”

Paulus leidt zijn leerstellingen in als remedie voor persoonlijk lijden. De komst van christus ziet hij als balsum voor onze wonden, speciaal van overleden dierbaren. Niet voor niets zullen eerst de doden opstaan. En niet alleen zullen zij opstaan maar wij zelf zullen onsterfelijke lichamen krijgen. Deze verzen gaan over ons. Paulus zegt: troost elkaar met deze woorden: 1 Thess. 4:18. Haal troost uit deze woorden. Leun lui achterover, wordt eigenzinnig en geniet ervan. Mijn persoonlijke theorie is dat vlak voor de grote wegrukking iedere heilige acuut lijdt. Onder alle heiligen zal lijden zijn. God brengt ieder van ons in een penibele situatie zodat de transformatie naar ons nieuwe lichaam zo’n groot contrast zal zijn dat het voelt alsof we letterlijk uit ons lichaam springen.

*

Orgasme: microkosmos van wegvluchten

Hoe voelt dat? Overgaan van de huidige boze aion naar de nieuwe in bovendien een nieuw lichaam? God heeft ons een hint gegeven: het seksuele orgasme. Toen God Eva uit Adam schiep, schiep hij gelijktijdig het seksuele verlangen. Bovendien was er een rib weggehaald uit Adam wat de nood van Adam nog groter maakte. De vrouw heeft sindsdien meer dan wat dan ook de attentie van de man. Dit is wel een beetje mysterieus. En met welk doel? Met de scheiding van de seksen en bijhorend verlangen, voorzag God de mensheid en mee kijkende engelen met een voortdurend voorbeeld van zijn trekkende kracht aan de mens. De vrouw stelt god voor en de man het mensenras. Adam betekent mensheid en Eva betekent leven. De aantrekkingskracht tussen beide seksen brengt mogelijk de sterkste verbinding in de menselijke ervaring. Met de intentie om ons een idee te geven van de ervaring tussen mens en god. Toppunt van deze aantrekkingskracht is het seksuele orgasme. Deze ervaring is bijna ondragelijk. Is deze ervaring nodig voor voortplanting? Nee. Als aantrekkingskracht tussen man en vrouw de vergelijking is van het menselijke verlangen naar God, is het orgasme een glorieuze voorproef van de komende glorie. Onze lichamen kunnen een aionisch orgasme niet aan. Maar straks gaat dit wel komen. Alleen daarom al hebben we nieuwe lichamen nodig.

Wegrukking

Zij die ontkennen dat er een wegrukking is voor de grote verdrukking, maken geen onderscheid tussen het lichaam van christus en Israël. Dan is er ene mevrouw Margaret McDonald. Zij was een visionair en geboren in 1815 in schotland. Ze grabbelde in allerlei ongeestelijke zaken. Toen ze 15 was, kreeg ze naar eigen zeggen een visioen over de wegrukking voor de grote verdrukking. Daar schreef ze over. Sindsdien beweert iedereen dat zij de gedachte heeft verzonnen dat er een grote wegrukking komt. Wat dom! Iedereen weet dat zij de hamburger heeft uitgevonden!

*

Hoe doet God zaken? – door martin zender

God bedacht de 3delige formule van een verhaal

Schrijven kent een 3 fasen formule: begin, middenstuk en eind. In het begin zegt de auteur zijn karakters neer. Daarna brengt hij hen in moeilijkheden. Tenslotte hebben ze geleerd van hun fouten en redt de auteur hen. Het was niet de mens die deze formule bedacht; God deed dit met de eerste verzen van Genesis 1:1-2.

God maakt een man blind om zijn macht te tonen

In Johannes 9:1-3 komt Jezus met zijn discipelen langs een blinde man. Ze vragen hem waarom de man blind is. Heeft hij gezondigd? En wat dan nog? Is dat dan een reden om hem blind te maken? Jezus geeft een verbluffend antwoord: hij is blind omdat de werken van god in hem zichtbaar worden. Realiseer je wat deze passage ons zegt? God maakte een man opzettelijk blind. Opdat zijn zoon hem kon genezen. Waarvoor? Dat Zijn grootse werken aan het daglicht zouden komen en bekend zouden worden. Het grote plaatje hierbij is Genesis 1:1-2. God schept de aarde alleen om hem vervolgens te vernietigen. Waarvoor? Om zijn macht te tonen. Niemand zondigde. God zelf zondigde ook niet al maakte satan er een potje van. Dit was juist Gods bedoeling. God wilde dat satan er een potje van maakte. Dan kon hij vervolgens zijn macht tonen. Hier is geen sprake van dualisme. God heeft satan totaal onder controle. Nu het kleine plaatje: jouw leven. Rabbi, wie zondigde (jij?) dat je in zulke belabberde toestanden bent terechtgekomen? Jezus: niemand zondigde. Jouw moeilijkheden komen van God zelf opdat zijn werken in jou zichtbaar worden. Dit is de 3de act van het drama dat jouw leven is.

Hoe doet God zaken?

God is in zekere zin voorspelbaar en heeft niets te verbergen. Hij wil juist bekend worden. Hij wil dat jij weet wat Hij doet. Hoe god handelt door de aionen heen zien we in Genesis 1:1-2.

Elohim schiepen de hemelen en aarde. De aarde werd een chaos en ledig en duister. Maar de geest van Elohim zweefde over de wateren.”

Drie woorden vallen op:

schiep, werd, vibreerde

Al jouw persoonlijke beproevingen kennen dit system. Het eerste dat God doet is scheppen. Jij bent zijn schepping, de pot, de klei die hij kneedt. Tot dusver hebben we hier geen problemen mee. Waar we wel problemen mee hebben is dat de aarde woest en ledig wordt, gedirigeerd door God. En dit is nog maar de eerste akte. God schept en verwoest. Dus eerst schept hij. Dan doet hij een stap terug om zijn kunstwerk te bewonderen. Dan kijkt hij hoe het nog beter kan. Als je een mooi kunstwerk ziet, is de verwoesting al onderweg. Het gaat nooit andersom. Deze schepping en verwoesting is Gods werk. Maar ook bij de verwoesting hoeven we niet te wanhopen. Want Gods geest vibreert alweer over de wateren. En zo ook boven ons verstoorde leven. De geest is licht en warm maar zweeft ter contrast over de zware duisternis. Hij leeft voor de 3de akte. De eerste twee verduurt hij.

Dit doet God steeds

God schept Adam en Eva. Het volgende dat we van beiden weten is dat ze opens die mooie Tuin van Eden uit worden gejaagd. En nu vibreert de geest van God weer. Het decor wordt gezet voor de redder. Zonder zonde geen redder. God schiep Adam om over de aarde te heersen. Adam deed dit korte tijd (God schiep hemel en aarde) maar toen gooide God zelf de boel omver (de aarde werd een chaos). Engelen bewaakten daarna de Boom van Leven. Is dit permanent? Nee. De mensheid zal ooit weer heersen over hemel en aarde. Maar eerst na een flinke periode van nederigheid en discipline. God vergeet zijn eerst belofte niet. Hij vertelt Eva dat zijn nageslacht zal baren dat de tegenstander zal verslaan. Ze krijgt een zoon, Kaïn en denkt: dit is degene. Ja en nee. Ja, haar nageslacht zal satan ooit verslaan. Maar nee, het is niet Kaïn, maar iemand die pas over 4000 jaar geboren wordt. Loog God? Nee. Eva kende Gods hele plan niet. God roept Israël bij de berg Sinaï als zijn volk. Maar Mozes is de berg nog niet afgedaald of dat goddelijke volk danst rond een gouden kalf. God schiep Israël om haar te breken. Hij scheidt zelfs een tijd van haar. Is dit het einde? Nee. Hij zal boven zijn volk vibreren en zijn macht tonen aan zijn volk. Niet alleen zijn macht maar ook zijn liefde tegenover haar zwakte. In de tussentijd bezoekt God de rest van de wereld, natiën genoemd.

Geef niet op; we gaan voor het graan!

Hoe kan het dat je de stem van God hoort op de gekste plaatsen waar anderen hem niet horen of zelfs naar de kerk gaan om hem te horen? Het antwoord is: God spreekt tot jou en niet tot alle anderen. Zie ook Matheus 13:11 waar christus zegt: “aan jullie is het geheim van het koninkrijk der hemelen gegeven, aan de rest niet.”

Het is niet aan jezelf te danken dat je God hoort en het is ook niet de schuld van anderen dat ze de stem van God niet horen. Paulus voegt eraan toe: je moet in alles nuchter zijn, je lijden aanvaarden, je werk als verkondiger van het evangelie doen, je dienende taak vervullen. God ruïneert de carièrre van Saulus in een uur en herstelt hem dan als Paulus. God deelt deze laatste akte nog weer in. God zegt tegen Paulus:

je bent het eerste lid van het lichaam van christus en je wordt mijn getuige voor koningen.”

Het volgende dat Paulus weet is dat hijzelf geslagen en gestenigd wordt, een hobby die hij vroeger uitoefende. Hij lijdt schipbreuk en wordt achtervolgd door bandieten. Was hij nog maar Saulus. Dan kon hij er tenminste zelf op los meppen. Daarna geeft God hem een visioen van de 3de hemel in de tijd. Daarna sterft Paulus eenzaam in Rome. Wacht maar tot hij straks opstaat uit de dood. Een hint voor ons evangelie van rechtvaardiging uit geloof kwam ooit tot Abraham. God zei tegen hem: jouw nageslacht zal talrijk zijn als de sterren. Abraham begon ze te tellen maar gaf op na 95. Hij geloofde God en God rekende hem dit tot rechtvaardigheid. Het volgende dat we weten is dat rechtvaardigheid uit geloof opeens verdwijnt van het podium en plaatsmaakt voor de wet van Mozes. Vergeet God zijn belofte van rechtvaardigheid uit geloof? Nee hoor. De wet die veel later kwam (430 jaar) maakt de belofte aan Abraham niet ongedaan, Galaten 3:17. Christus heeft beloofd dat we worden weg genomen om samen met Hem te zijn aan de rechterhand van God voor het aionische leven. En ook daarna. Tot nu toe merken we hier weinig van en gaan we maar naar een rockconcert om de pijn te stillen. Niks op tegen maar maakt deze ervaring de belofte van christus ongedaan? Nee! De grote opname is een essentieel deel van de beloften van God. Ze zijn het 2de werkwoord van Gods “3 werkwoorden” project. Blijf erbij want de geest van God vibreert al over ons. Nog heel even maar en het is zover. De 2000 jaar zijn op 20 jaar na, om!

*

Theologisch correct?

Hoe kan ik je helpen?

Zou deze boodschap uw leven veranderen? Veel kerken geven je geen vrede maar betere fysieke omstandigheden; althans zo claimen ze. Ze genezen je van aids, homoseksualiteit etc. etc. Zelfs als ze dit echt konden, hoe lang zou je er gelukkig mee zijn? Het evangelie van Paulus gaat over vrede en zekerheid in christus. Dit geeft je een zekere ruggengraat om fysieke pijn te verduren. Andersom niet. Iemand die genezen is van kanker moet nog maar afwachten of hij ook de vrede van christus voelt.

Weet mijn kerk niet wat echte liefde is?

Zelfs heidenen weten hoe ze een depressieve buurman moeten helpen. Wat is het doel van je kerk? De boodschap van de gekruisigde christus brengen of lekkere broodjes maken voor elkaar? De eerste taak is om de boodschap van genade te onderscheiden van alles wat haar verwatert. Paulus vond dit zo belangrijk dat hij dit in Galaten 1:8 schreef. Hij gebruikt het woord “anathema.” Dit betekent “vervloekt ben je.”

In 1 Thes. 1:8-9 zegt hij dat zij die de boodschap van genade niet onderscheiden, zich blootstellen aan uitsluiting van het aionische leven. Sommige gelovigen zeggen: we discussiëren geen doctrine in de kerk omdat je er tweedeling door krijgt. Dit klinkt vredig maar is het tegenovergestelde. Als een andere gelovige de boodschap van genade en wet door elkaar mixt, moet je hem/haar juist op de vingers tikken. Is uitsluiting van het aionische leven dan zo’n vredig vooruitzicht? Makkelijker is het om doctrine te negeren en broodjes te bakken voor elkaar, maar worden we er beter van? Niet als de kerk geworteld is in emotionele liefde in plaats van echte liefde.

*

Heb je naaste lief als jezelf; sorry naaste…

Je naaste liefhebben als jezelf; wil je naaste dit wel? Stel dat jezelf liefhebben betekent dat je elke ochtend om 6 uur opstaat, 10 kilometer hardloopt, jezelf van alles ontzegt, nooit een lekkere pizza eet, en nooit eens gek doet. Of je drinkt 10 glazen water per dag en nooit eens bier. Immers, water is een fundament uit de bijbel die vol staat van putten en levende bronnen. Lief hebben is ook een beetje hard voor jezelf zijn. Hoe houdt God van ons? Kijk terug op je beproevingen van de afgelopen maand en dan snap je hoe God je lief heeft. God disciplineert degene die Hij lief heeft. Elke vader die zijn kinderen lief heeft, disciplineert ze. Dus voortaan eerst vragen aan de naaste of hij/zij wel lief gevonden wil worden door jou.

Theologisch correct

Het is modern om te vinden dat ieder zijn eigen waarheid heeft, vooral als het om God gaat. Een objectieve waarheid bestaat niet. De waarheid schep je zelf. Tegelijk mag je niet politiek incorrect zijn. In deze nadagen van de Verlichting met bloemen, harten en misplaatste zelfdunk is liefde vooral emotioneel gedefinieerd. M.a.w., ik kan alleen van je houden als ik tegen je zeg, hoe goed je bezig bent, ook al is dit niet zo. Paulus zegt: al ken ik alle mysteries en heb ik alle kennis; zonder liefde ben ik nog niets. Liefde is emotioneel gedefinieerd en niet bijbels. Mensen die zonder schroom de boodschap van paulus brengen worden arrogant gevonden. Immers, ieder heeft zijn eigen waarheid. De kennis van het aionische leven is men daarbij geheel vergeten. De Verlichtingsfundies weten niet wat aionisch leven is maar claimen wel dat ieder zijn eigen waarheid heeft.

*

Als ik zwak ben, ben ik sterk

Dit zeggen is één ding, maar ernaar leven is een tweede. Erg grappig klinkt het ook al niet. Veel mensen willen juist lol hebben in hun leven. Men wil helemaal geen zin in het leven zoeken maar lol hebben. Maar hebben wij een keuze? Het enige alternatief voor op de bank liggen en wachten tot God in ons werkt is staan en lopen terwijl God in ons werkt.

Satan wil ons tegen elkaar opzetten

Satan wil ons uiteendrijven: familieleden, evangelisten, zakenvrienden, noem maar op. Hij werkt van binnenuit zoals hij deed bij Barnabas en Saulus. We zijn op onze hoede hiertegen. Daarom zeggen we soms tegen elkaar: jij bent een idioot. Dit om erger te voorkomen. Dit lijkt op elke dag een stukje chocola eten om te voorkomen dat je in het weekend opeens 3 repen tegelijk neemt.

*

Niemand heeft een jota vrije wil

De bijbel zegt: niemand zoekt god, niemand snapt zijn woord; Rom. 3:10-12. En: uit genade, door geloof ben je behouden, niet uit eigen kracht of werken maar door wat God in jou werkt, opdat niemand roemt op zijn eigen werken: Efe. 2:8-9. God geeft aan een ieder geloof naar zijn maatstaf. Rom. 12:3. Wie denkt u die u bent? Alles wat u bezit is u geschonken, 1 Kor. 4:7. Door de genade van God ben ik wie ik ben, 1 Kor. 15:10.

*

Verander het kanaal: ben ik de enige die dit kan?

Vanuit absoluut perspectief bekeken, handelt god in alles in overeenstemming met de raad van Zijn wil, Efe. 1:11. En is het god die in ons werkt, Fil. 2:13. Dit is het deel van Gods handelen waar we niet altijd rekening mee houden. Dit is wel typerend. Hoevaak denk je overdag bewust aan je hart, of het wel goed tikt? Of dat je nieren het nog wel goed doen? Ik niet of nauwelijks, zelfs niet als ik een vette hamburger eet. Dus of we ons ergens wel of niet ergens van bewust zijn, zegt niet zoveel. Het relatieve standpunt zegt iets over hoe we ons verhouden tot de wereld. B.v.: als IK door het rode stoplicht rijd, krijg ik misschien een ongeluk. Het woord IK staat hier centraal. Het woord “ik” is koning in het relatieve standpunt. Geen wonder want het is perfect natuurlijk. In absolute zin kan alleen God ervoor zorgen dat ik op de rem trap voor het rode stoplicht. Inderdaad, dit is zo. Dit is de absolute hartslag van mijn en uw leven. Gods beschikking over alles en elk detail houdt ons op de been. Doorgaans staan we hier niet bij stil.

* Klein voorbeeld van henk: in 2008 ging ik met de fiets onderuit. God zorgde ervoor dat er geen auto aankwam waardoor het ongelukje niet nog erger werd. Niettemin liep ik verwondingen op en kwam ik in het ziekenhuis terecht. Daar constateerde men dat mijn bloeddruk veel te hoog was. Ik moest blijven en kreeg medicijnen. Na 2,5 week mocht ik pas weer weg. Jammer van dat ongeluk maar anders had ik nooit ontdekt dat mijn bloeddruk te hoog was. Of misschien wel door een beroerte. Het ongeluk was een goddelijke ingreep, hoe vervelend ook. Had god dit niet anders kunnen doen? Vast wel, maar blijkbaar had hij er reden voor om het zo te laten gebeuren. Voordat zoiets gebeurt, leef ik in het relatieve en zeg ik; “het is aan mij.” Ik had op de fiets beter uit moeten kijken. Inderdaad had het veel erger gekund. Een halve minuut later en ik was misschien midden op straat overreden. Achteraf gesproken zeg ik, ik leef in het absolute en zeg: “blijkbaar moest het op deze manier gebeuren van God.”

*

God’s totale controle

Geloof in Gods totale controle over alles is het beste. God schenkt ons onwetendheid over zijn dagelijkse plannen voor ons. Dit heeft zijn voordelen. In Filippenzen 2:12 staat: blijf u inspannen voor uw redding. Voelt het alsof God elk detail in uw leven regelt? Natuurlijk niet. Zodoende blijft het leven voortkrabbelen als een avontuur van willen en doen. Lees verder: in vers 13 staat: want het is God die zowel het willen als handelen in u teweeg brengt. We kunnen niet eens verliezen! We genieten van het leven alsof het vrij is. En tegelijk doet God alles. Alles wat we doen is voorbestemd door God. Deze waarheid gaat tegen elke religie in, inclusief het christendom.

*

GENESIS VINDT HAAR COMPLEMENT IN OPENBARING

Genesis: Zon, maan en sterren voor het besturen van de Aarde (1:14-16).

Openbaring: Zon, maan en sterren verbonden met het oordeel over de Aarde (6:13; 8:12; 16:8).

Genesis: De duisternis wordt nacht genoemd (1:5).

Openbaring: “er zal geen nacht meer zijn ” (22:5).

http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Bullinger/bullinger_gen_open.htm

*

Menselijke natuur is niet zondig

“Hun zonde komt voort uit een gebrek, niet vanuit een natuur.”

Terwijl de menselijke natuur niet zondig is, wordt zonde verbreid door natuurlijke middelen. Wij allen erven een natuur die wordt aangetast door de zonde, toch zijn we zondaars “door de natuur,* ” dat wil zeggen door verwekking, een natuurlijk proces. Zelfs op die manier is de natuur zelf niet zondig. Het is slechts de methode, het middel, de weg die door de zonde gebruikt wordt. Wat wordt overgebracht door of door middel van de natuur moet niet worden verward met de natuur zelf. Allen zondigden, of misten doel. En waarom zondigden ze? Het antwoord wordt meteen gegeven. Omdat “ze de heerlijkheid van God derven (missen of ontberen)” (Rom 3:23). Dit wordt vervangen door “omdat hun natuur gevallen is en zondig is geworden”. Maar hoe meer we de Schriften doorzoeken, hoe meer we ons zullen verwonderen over de ongelooflijke nauwkeurigheid en waarheidszin van deze aanklacht tegen het menselijk ras. Hun zonde komt voort uit een gebrek, niet vanuit een natuur. Het is zo noodzakelijk dat we de volle betekenis vatten van wat het woord “derven” inhoudt dat we een volledige concordantie van alle vindplaatsen zullen geven.

www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/kwaad_zonde_008.htm

*

Er zijn 2 evangeliën in het Nieuwe Testament, niet 4

Veel mensen denken dat er 4 evangeliën zijn in het Nieuwe Testament. Die van Matteus, Marcus, Lucas en Johannes. Dit is niet waar. Mattheus, Markus, Lucas en Johannes geven 4 verschillende berichten van hetzelfde evangelie. Welk evangelie? Dat van de besnijdenis (Galaten 2:7). Dit werd zo genoemd omdat de Israëlies zich moesten laten besnijden als vorm van nederigheid en hen zo apart te zetten van de rest van de wereld. Evangelie betekent “goed nieuws.” Wat is het goede nieuws dat God aan de Israëlieten gaf? Namelijk dat zij op een dag over de wereld zullen regeren vanuit hun hoofdkwartier in Jeruzalem. Maar er is een tweede evangelie in het Nieuwe Testament. Dit heeft het evangelie van de onbesnedenen. (Gal. 2:7). Dit werd zo genoemd omdat het aan volken werd gebracht die geen eerdere claim hadden op God. Hun piemels bleven intact. Deze boodschap ging niet over een koninkrijk op aarde. Maar in het heelal tussen de sterren, ook wel hemel genoemd. Dit is al 1 reden waarom dit tweede evangelie verschilt van het eerste. Zowel aarde als het heelal moeten verzoend worden met God (Kol. 1:20). God zei tegen Israël: U zult de aarde verzoenen met mij. Goed nieuws dus. Tegen de rest van de wereld zei hij: U zult de hemelen (heelal) met mij verzoenen. Nog beter nieuws maar wel ander nieuws van een ander evangelie met een andere doelgroep.

*

De doctrine van de vrije wil verdoemt iedereen

De bruid van het lam (Israël) en het lichaam van christus hebben een gemeenschappelijk probleem: zelfrechtvaardiging. Paulus schrijft aan de Filippenzen (3:3) dat hij en de andere leden van het lichaam van christus hun glorie hebben in Christus en geen vertrouwen hebben in het vlees. Maar met betrekking tot Israël schrijft Paulus in Romeinen 10:3:

Want onbekend zijn zij met de gerechtigheid van God en hun eigen gerechtigheid proberende te vestigen, waren zij niet ondergeschikt aan de gerechtigheid van God.”

Eigen gerechtigheid proberen te zoeken leidt tot de dood voor het aionische leven. Israël vond dit idee uit, het christendom promoot het vervolgens met de doctrine van de vrije wil. Wat is vrije wil anders dan een eufemisme voor je eigen gerechtigheid bewerkstelligen. En te zeggen: “Ik ben gered om dat IK voor Jezus heb gekozen.” God zal Israël van haar zelfrechtvaardigheid bevrijden als Hij de wet in haar hart schrijft. Ons zal hij er nu al van bevrijden als we aan de lijdende Jezus aan het kruis van Golgota blijven vasthouden. (Ook als dat kruis een paal is geweest.)

*

Petrus en Paulus hadden verschillend geloof ten aanzien van hun redding

Wat moet een Israëliet geloven om gered te worden?

Het lichaam van christus slaat op de volkeren die gehoor geven aan het goede nieuws van Paulus. Israël hoorde het nieuws van Petrus. Dit was het zelfde goede nieuws dat God Abraham gaf in Genesis 10. Zij worden de bruid van het Lam genoemd. In 1 Kor. 15:3-4 legt Paulus het geloof uit aan het lichaam van Christus: 1. geloven aan de dood voor onze zonden. 2. het graf van christus. 3. de opstanding van christus. Behalve het thema van zonde, gaat het vooral over dood en opstanding. Paulus gaf ons deze boodschap niet voordat Jezus uit de dood was opgewekt. Hij had de boodschap zelfs niet eerder ontvangen. Hoe kon een boodschap die gebaseerd was op dood en opstanding ook eerder gehoord worden dan na zijn opstanding? Maar dit roept wel vragen op:

Was de boodschap van besnijdenis aan de joden gebaseerd op de dood en opstanding van christus? Niet alleen was deze boodschap aangekondigd in Genesis 10 maar ook herhaald door Jezus zelf, VOORDAT hij was gekruisigd. Onze Heer zegt tegen Martha in Johannes 11:26: “iedereen die leeft en in mij gelooft, zal in de aion zeker niet sterven. Geloof jij dat?”

Ze antwoordde: “ja Heer, ik heb geloofd dat u de christus bent, de Zoon van God, die in de wereld komt.”

Dus om het 1000 jarige koninkrijk binnen te mogen gaan zal een Israëliet dit geloven: “Jezus is de messias, de gezalvde, de Zoon die door God naar de wereld was gezonden, om zijn hulpeloze natie, Israël in haar zegenrijke millennium te leiden. De woorden van Jezus in Johannes 3:36 bevestigen dit:

Wie in de Zoon gelooft heft aionisch leven. Maar wie koppig is tegen de Zoon zal geen leven zien, maar de verontwaardiging van God blijft op hem.”

Ook Petrus schrijft in Johannes 6:69: “wij hebben geloofd en wij weten dat u de heilige van god bent.”

Johannes schrijft in Joh. 1:12: “Doch wie Hem aannamen, aan hen geeft hij het recht kinderen van God te worden, aan die in Zijn naam geloven.”

Conclusie: Israëlieten worden gered door in de naam van Jezus te geloven en niet in de dood en opstanding van christus. Die boodschap was gereserveerd voor Paulus. Het kruis van Christus werd het fundament voor een nieuwe boodschap, aan de rest van de wereld gericht.

Paulus omhelst het kruis; Petrus niet

Het kruis van Jezus christus is nooit aan Israël gebracht als goed nieuws. Sterker nog: het was iets waarvoor Israël zich zou moeten bekeren:

Laat heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem en Heer en Christus maakt, deze Jezus die jullie kruisigen. Nu horende werden zij in het hart gestoken met berouw. Zij zeiden en tot Petrus en tot de overige apostelen: wat zouden wij moeten doen, mannen, broeders?” – Hand. 2:36-38.

Waarvan moesten de joden zich bekeren? Van het kruisigen van de messias. Zo werkte het in israël tijdens Pinksteren en zo werkt het nog steeds: Christus is gekruisigd; oh nee! Zo verschillend is het ten aanzien van het lichaam van christus. Paulus schrijft in Galaten 6:14: “Maar moge het niet zo zijn dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heer, Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij werd gekruisigd, en ik voor de wereld.”

Kun je je er iets bij voorstellen als een Israëliet zich vandaag de dag beroemt op het kruis van christus? Als het kruis ook maar genoemd, wordt, kijkt een Israëliet de andere kant op. Dat terwijl de dood van christus voor Israël de vervulling was van het Oude testament type. Het kruis bewees dat lankmoedigheid en nederigheid sterker waren dan het zwaard. Dat terwijl Israël dacht dat het zwaard hen toegang tot het koninkrijk zou verschaffen. Besnijdenis en het Paaslam moesten deze gedachte uit hun hoofden verdrijven. Israël had de dood van christus nodig maar niet het kruis. Het was de MANIER waarop christus stierf en de BETEKENIS hiervan voor de mensheid die Paulus greep en tot schrijven aanzette. Het kruis van christus reikte veel dieper in de behoefte van de mensheid dan Israël zomaar een nieuw hart te geven. Het Paaslam was niet gemarteld, alleen monddood gemaakt. Zoniet christus aan het kruis. De manier waarop hij werd gemarteld zei iets over de toestand van de mensheid dat het genadevolle gedode Lam niet kon bereiken. Het Paaslam laat Israël intact; het kruis legt alles en iedereen het zwijgen op dat op zijn pad komt.

Het kruis van christus zegt:

Het hele ras is compleet. Zie de diepte van het lijden. En de 6 uren aan een Romeinse paal. We trekken hier de mensheid er bij de wortels uit. Zo diep gaat het. Vergeet Abraham en David; we gaan terug naar Adam. Zo erg is het. Zie hoe erg het echt is met de mensheid. Maar als de messias opstaat uit de dood, is er tevens een nieuwe schepping ontstaan in de levens van hen die erin geloven. Petrus heeft dit nooit verkondigd. Hij was geen nieuwe schepping. De nieuwe schepping elimineert israël en Petrus zal een Israëliet zijn in dit koninkrijk. Dat moet hij ook wel zijn. Jezus had hem gezegd dat hij op één van de 12 tronen zou zitten en oordelen over de 12 stammen van Israël (Mat. 19:28). Wat zegt Paulus? Galaten 3:27 – “want jullie zijn allen in christus gedoopt; jullie hebben christus aangedaan. In Hem is geen jood en geen Griek.”

Petrus heeft dit nooit verkondigd. Dit kon hij ook niet. Hij zal een Jood zijn in het koninkrijk. Petrus was niet en is niet in het lichaam van christus. Alleen Paulus legt uit hoe slechts 1 man Adam, de hele mensheid verandert. Niet toevallig roemt alleen Paulus in het kruis. Het is christus aan het kruis, niet het Lam dat werd geofferd voor Israël. Wie maakt de veroordeling van Adam ongedaan? Omarm de boodschap van Paulus; de enige boodschap voor iedereen.

Christendom verwart het Lam met het kruis

De christelijke religie vertelt je dat je een nieuwe schepping bent in christus. En dat al je gerechtvaardigd bent voor je zonden. Tegelijk zeggen ze dat je je zonden moet belijden en jezelf moet veranderen voor christus. De bron van deze verwarring is het feit dat men geen onderscheid kan maken tussen tussen de boodschap van de besnijdenis en die voor de onbesnedenen. Het Lam van Israël (die alleen bekering vroeg) en de man die aan het kruis (of paal) stierf zijn 2 perspectieven vanuit dezelfde messias geredeneerd. De gekruisigde heeft de oude schepping volledig mee getrokken de dood in en ziet u nu als een nieuwe schepping in Hem, waarbij bekering een verdoemd woord is. De oplossing voor dit dilemma: Ga niet meer naar plaatsen waar je die verwarrende boodschappen hoort (kerk).

*

– Bevrijding van de zonde komt niet door deze te overwinnen maar door hem te doden.

– Bevrijding van de zonde verandert niet de zonde maar uw houding ten aanzien van de zonde.

Bron: Martin Zender: How to be free from sin while smoking a cigarette.

*

Vernietigen in de bijbel

Wij kunnen een van onze broeders vernietigen door voedsel te eten dat hij onrein acht (Rom. 14:15; 1Kor. 8:11). Ontneemt ons eten hem het leven? Dat zou wel een heel eenvoudige manier zijn om legaal een moord te plegen! Vernietiging en verloren gaan zijn het voorspel voor de redding. Het betekent nooit volkomen vernietiging, hoe dicht ook het in sommige gevallen die gedachte schijnt te benaderen.

Lees meer:

www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_vernietiging.htm

*

De christelijke religie vertelt je dat je een nieuwe schepping bent in christus. En dat al je gerechtvaardigd bent voor je zonden. Tegelijk zeggen ze dat je je zonden moet belijden en jezelf moet veranderen voor christus. De bron van deze verwarring is het feit dat men geen onderscheid kan maken tussen de boodschap van de besnijdenis en die voor de onbesnedenen. Het Lam van Israël (die alleen bekering vroeg) en de man die aan het kruis (of paal) stierf zijn 2 perspectieven vanuit dezelfde messias geredeneerd. De gekruisigde heeft de oude schepping volledig mee getrokken de dood en en ziet u nu als een nieuwe schepping in Hem, waarbij bekering een verdoemd woord is. De oplossing voor dit dilemma: Ga niet meer naar plaatsen waar je die verwarrende boodschappen hoort (kerk).

*

Pleidooi voor alverzoening

Adolph E. Knoch

Zij die menen dat ongelovigen voor eeuwig verloren gaan mogen wel eens een toontje lager zingen. Ze vergeten dat Jezus oorspronkelijk alleen voor de joden kwam. Wij, uit de volkeren kwamen er in de eerste instantie niet aan te pas. Christus, ja zelfs Paulus zijn tot het uiterste gegaan om Israël te bewegen hun messias te aanvaarden. Toen dit niet gebeurde, richtte Paulus zich pas tot ons. Allemaal volgens Gods plan natuurlijk. Maar waar het in dit stuk om gaat is dat wij God alleen maar dankbaar mogen zijn dat wij die ook eens niet de eerste keuze waren en eeuwig verdoemd leken, een kans hebben gekregen. Zal God die ons tenslotte heeft geroepen zich niet alsnog ontfermen over de ongelovigen? Jezus zelf was zeer duidelijk over het feit dat Hij slechts gezonden was voor het huis van Israel. Hij verbood Zijn zeventig discipelen zelfs naar een ander dan hun eigen volk te gaan. Paulus zei van Hem dat Hij een dienaar van de besnijdenis was. Vóór Golgotha werd dit niet herroepen. Pas na Israels verwerping werden Gods plannen met betrekking tot heel de mensheid bekend gemaakt. Wie zou er vandaag de dag aan denken om christenen te dwingen zich te laten besnijden, of de Mozaïsche offerdiensten en rituelen in onze moderne kerken in te voeren? Wij herkennen wat exclusief tot de mensen van het Oude Verbond behoorde. Toch falen we als het erom gaat de scheidslijn te trekken op het punt waar Israel werd verworpen en Paulus de opdracht krijgt om de volkeren te dienen. Wij eigenen ons weloverwogen toe wat Jezus Zelf zorgvuldig alleen voor Israel bepaalde.

Verkondigden Jezus, Johannes de Doper, de Twaalven en de Zeventig de boodschap van het nabijgekomen Koninkrijk der hemelen aan het Joodse volk met zijn Koning en hulp voor de mensen op deze aarde? Of gingen zij naar alle naties met het evangelie van het kruis, dat alle barrières tussen Joden en heidenen omver haalde? Net zo goed als we weten dat de boodschap van het kruis pas verkondigd werd nadat Israel was verworpen, weten wij dat het niet verkondigd kon worden voordat er een kruis was! Zo zouden we ook moeten weten dat levende leden nooit afgesneden zouden worden van de boodschap van het koninkrijk, waar zij bij horen, om hen te dwingen tot de boodschap van het kruis, waarmee zij organisch gezien nooit in harmonie kunnen komen.

lees meer:

http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_hemel_hel.htm

*

Paulus omhelst het kruis; Petrus niet

Het kruis van Jezus christus is nooit aan Israël gebracht als goed nieuws. Sterker nog: het was iets waarvoor Israël zich zou moeten bekeren:

Laat heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem en Heer en Christus maakt, deze Jezus die jullie kruisigen. Nu horende werden zij in het hart gestoken met berouw. Zij zeiden en tot Petrus en tot de overige apostelen: wat zouden wij moeten doen, mannen, broeders?” – Hand. 2:36-38. Waarvan moesten de joden zich bekeren? Van het kruisigen van de messias. Zo werkte het in israël tijdens Pinksteren en zo werkt het nog steeds: Christus is gekruisigd; oh nee! Zo verschillend is het ten aanzien van het lichaam van christus. Paulus schrijft in Galaten 6:14: “Maar moge het niet zo zijn dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heer, Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij werd gekruisigd, en ik voor de wereld.”

Kun je je er iets bij voorstellen als een Israëliet zich vandaag de dag beroemt op het kruis van christus? Als het kruis ook maar genoemd, wordt, kijkt een Israëliet de andere kant op. Dat terwijl de dood van christus voor Israël de vervulling was van het Oude testament type. Het kruis bewees dat lankmoedigheid en nederigheid sterker waren dan het zwaard. Dat terwijl Israël dacht dat het zwaard hen toegang tot het koninkrijk zou verschaffen. Besnijdenis en het Paaslam moesten deze gedachte uit hun hoofden verdrijven. Israël had de dood van christus nodig maar niet het kruis. Het was de MANIER waarop christus stierf en de BETEKENIS hiervan voor de mensheid die Paulus greep en tot schrijven aanzette. Het kruis van christus reikte veel dieper in de behoefte van de mensheid dan Israël zomaar een nieuw hart te geven. Het Paaslam was niet gemarteld, alleen monddood gemaakt. Zoniet christus aan het kruis. De manier waarop hij werd gemarteld zei iets over de toestand van de mensheid dat het genadevolle gedode Lam niet kon bereiken. Het Paaslam laat Israël intact; het kruis legt alles en iedereen het zwijgen op dat op zijn pad komt.

*

Het kruis van christus zegt:

Het hele ras is compleet. Zie de diepte van het lijden. En de 6 uren aan een Romeinse paal. We trekken hier de mensheid er bij de wortels uit. Zo diep gaat het. Vergeet Abraham en David; we gaan terug naar Adam. Zo erg is het. Zie hoe erg het echt is met de mensheid. Maar als de messias opstaat uit de dood, is er tevens een nieuwe schepping ontstaan in de levens van hen die erin geloven. Petrus heeft dit nooit verkondigd. Hij was geen nieuwe schepping. De nieuwe schepping elimineert israël en Petrus zal een Israëliet zijn in dit koninkrijk. Dat moet hij ook wel zijn. Jezus had hem gezegd dat hij op één van de 12 tronen zou zitten en oordelen over de 12 stammen van Israël (Mat. 19:28). Wat zegt Paulus? Galaten 3:27 – “want jullie zijn allen in christus gedoopt; jullie hebben christus aangedaan. In Hem is geen jood en geen Griek.”

Petrus heeft dit nooit verkondigd. Dit kon hij ook niet. Hij zal een Jood zijn in het koninkrijk. Petrus was niet en is niet in het lichaam van christus. Alleen Paulus legt uit hoe slechts 1 man Adam, de hele mensheid verandert. Niet toevallig roemt alleen Paulus in het kruis. Het is christus aan het kruis, niet het Lam dat werd geofferd voor Israël. Wie maakt de veroordeling van Adam ongedaan? Omarm de boodschap van Paulus; de enige boodschap voor iedereen.

Heilige Geest is een ding, geen persoon

Het is de geest van waarheid. Dit is de onzijdige geest van een ding(waarheid). Zeker, waarheid is in het Grieks vrouwelijk, maar dat maakt het nog niet tot een persoon. En zelfs als het dat zou doen, zelfs de geest van een persoon is een ding! Overweeg eens onderstaande lijst van dingen die allen een geest hebben. Is het niet boven alle twijfel verheven dat de geest van een ding (wat ook het geslacht in het Grieks zijn mag) een ding moet zijn? De geest van waarheid is een levende kracht die in waarheid aanwezig is, de energie die het uitdeelt, waarheid, levend en handelend in ons. Dit is nauw verbonden met de geest van God, maar er zeer zeker niet identiek aan.

De volgende lijst van zinsneden is te vinden in de Schrift. Hier wordt geest gevolgd door de genitief van een ding. Naast

– de geest van waarheid (Joh. 14:17; 15:26; 16:13; 1 Joh. 5:6), zijn er

– de geest van zwakheid(Luc. 13:11)

– de geest van heiligheid (Rom. 1:4)

– de geest van zoonschap (Rom. 8:15)

– de geest van bedwelming (Rom. 11:8)

– de geest van mensheid (1 Kor. 2:11)

– de geest van zachtmoedigheid (1 Kor. 4:21; Gal. 6:1)

– de geest van wijsheid(Efe. 1:17)

– de geest van bescheidenheid (2 Tim. 1:7)

– de geest van genade (Heb. 10:29)

– de geest van heerlijkheid (1 Petrus 4:14)

– de geest van misleiding (1 Joh. 4:6)

– de geest van leven (Openb. 11:11)

– de geest van profetie (Openb. 19:10)

*

Dopen in naam van 3-eenheid?

Er is misschien geen enkele andere passage waarvan wordt verondersteld dat ze het bewijs levert voor de “Drie-eenheid” als Mattheüs 28:19. ” doopt hen in de naam van de Vaders en van de Zoons en van de heilige geest.” Maar er is geen enkel grond voor dit idee. Dopen werd niet noodzakelijkerwijze gedaan in de naam van de godheid.

De apostelen gebruikten deze formule nooit. Op verstandige wijze varieerden zij de naam en titel van onze Heer, omdat dit in harmonie was met de voorwaarden waaronder de doop aan de dopelingen werd gebracht. Het is pas wanneer het koninkrijk op Aarde is opgezet, dat deze drievoudige formule gebruikt zal gaan worden. De heilige geest wordt in die tijd speciaal toegevoegd, omdat het een tijd zal zijn waarin de geest van God wonderen zal bewerken onder alle vlees, en hun doop is daartoe de introductie; ze is niet een ontleding van de personen van een Drie-eenheid. Zo’n belangrijke onthulling moet niet verward worden met een terloopse verklaring bij een ander thema. Wanneer het onderwerp zelf besproken wordt, wordt de eenheid van God verzekerd en meervoudigheid afgewezen. –

www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_heilige_geest.htm

*

Satan richt zich op de geest, niet op vlees

Over het algemeen mogen we de misdaden die worden begaan door of via de Satan, als geestelijk rangschikken. Ze zijn gericht tegen God en Zijn grote doel, meer dan dat ze betrekking hebben op de verdorvenheid van de mens. Zelfs als ze betrekking hebben op het vlees, richten ze zich op de geest. Misschien is wel de meest treffende passage om het verschil aan te tonen tussen Satan en het vlees wel 1 Korinthe 5:1-5. Korinthe schijnt een zeer immorele stad geweest te zijn. Zelfs een van de heiligen daar zonk beneden het peil van die gedegenereerde tijd, en Paulus, hoewel niet aanwezig, geeft de ecclesia richtlijnen om met deze zaak om te gaan. We zouden kunnen denken dat hij in de klauwen van Satan was gevallen, en dat de apostel een manier zou zoeken om hem uit de macht van de Tegenstander te verlossen. Maar hij doet precies het tegenovergestelde! Hij wordt niet weggerukt van Satan zodat hij kan worden gered, maar aan de Tegenstander uitgeleverd zodat zijn vlees kan worden vernietigd. Zodoende wordt zijn geest gered in de dag van de Heer Jezus. Satan is een geest en heeft te maken met onze geesten, niet met ons vlees, behalve waar het reageert op de geest. lees meer:

www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/onsterfelijkeziel.htm

*

Eigendomsrecht van Abraham

Het woord vastgoedkavel is een andere manier om permanent bezit in het Hebreeuws uit te drukken. Toen zijn vrouw Sara stierf, wilde Abraham een plaats voor haar en voor zichzelf in het land als een teken van zijn geloof in Gods belofte. Jozef had dezelfde wens. Ook zijn beenderen werden daar begraven. (Gen. 50:25). Daarom verzocht Abraham een kavel vastgoed (A.V. possession = bezit) waarin hij zijn doden kon begraven. Na enig typisch onderhandelen, kocht hij de spelonk van Machpéla voor dit doel. Het veld, de bomen en de spelonk werden allen “zeker gemaakt” door het betalen van een grote som zilver (Gen. 23:3-20) zodat Abraham voor altijd de “koper” of eigenaar werd. En hoe opmerkelijk het ook mag lijken, het is nog steeds van hem! Niemand heeft ooit gedurfd zijn (eigendoms)recht erop te betwisten. Ik weet niet wat de huidige legale status ervan is, maar ik acht dat geen enkel stuk onroerend goed het (eigendoms)recht zo goed verzekerd heeft als de graftombe van Abraham. Als hij vandaag zou opstaan, zou niemand proberen deze van hem af te nemen. En het zal van hem blijven zolang als de aarde bestaat, als een teken dat Gods belofte zal worden ingelost. Het land zelf is zo’n “vastgoedkavel”. Het zal van Abraham zijn voor de eonen (Gen. 17:8).

Lees meer: http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/abram.htm

*

Tijd in onze bedeling staat stil!

Sommige bijbelstudies zijn zo verrassend dat ze echte eye-openers zijn. Bijvoorbeeld de gedachte dat we sinds de kruisiging van Jezus op Golgotha in een soort van tussentijd leven die eigenlijk niet meetelt. De tijd hield op met tikken. Niet chronologisch maar wel theologisch. Onze tijd is dus eigenlijk een illegale tijd. De klok opwinden is dus theologisch een illegale actie. Ik smul wel van dit soort theorieën.

*

TIJD IN HET “NIEUWE TESTAMENT”

Een opmerkelijk feit, waar gewoonlijk aan wordt voorbij gegaan, is dat de tijd, in verband met Israel en het komende koninkrijk, tijdelijk stil staat in de Griekse Schriften. De klok is gestopt. Het is pas wanneer de Naam Ieue weer verschijnt als “Die is en Die was en Die komende is”(Openb.1:8), de tijdnaam van de Godheid, dat de laatste heptade van Daniël’s profetie van “de zeventig weken” begint en de tijd weer wordt geteld. Het is goed te bedenken dat de berekening van de tijd in de Schriften behoorlijk verschilt van de seculiere chronologie. Ieue telde de tijd niet toen Zijn volk afvallig was of andere alueïm diende. In de periode voorafgaande aan de profeet Samuel waren ze gedurende een totale periode van bijna honderd jaren onderhorig aan vijf verschillende volken. Deze perioden zijn weggelaten uit de Bijbelse chronologie. Ook later, vanaf het moment dat de Messias was afgesneden tot de zeventigste heptade van Daniël, nog in de toekomst, wordt de tijd niet toegepast.

Zo is het ook vandaag. Vanaf de tijd dat ze hun Christus kruisigden, tot de era van Zijn toorn, heeft de tijd stil gestaan. Er zijn slechts 490 telbare jaren vanaf de herbouw van Jeruzalem tot het koninkrijk van Christus (Dan. 9:25), dat nog steeds toekomstig is, hoewel er meer dan tweeduizend jaren aan de wereldse chronologie zijn toegevoegd. Theologisch is het onvergeeflijk deze jaren te tellen. Ze zouden buiten de kaften van de Bijbel moeten blijven, samen met de rest van de wereldse wijsheid, die niet telt.

http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/namen-en-titels-4.htm

*

Things that matter

One could well argue that the story of Christ is highly unusual, and were it not for its embedding in two thousand years of social history, few would accept it as anything but a peculiarly implausible fairy story, as unbelievable as any UFO, bigfoot, ghost story. But her beliefs are backed by all that cultural embedding, and her religion responds as if threatened by claims of the unapproved paranormal. She doesn’t go so far as to say the paranormal is the providence of the Devil, but I suspect she believes it. Her dogma was the source of my fear of sharing, most of the reason for my silence, and why I knew this might not end well.”

*

Geest als verbranding van adem in longen?

… ik wil hier het punt benadrukken dat de mens geen geest is. Hij is in de kern grond, en zijn geest is niet, strikt en analytisch genomen, een apart wezen, een andere persoonlijkheid dan zijn vlees, maar een kracht die voortgebracht wordt door de verbranding van de adem en het lichaam. Ik geloof dat er geesten zijn zonder lichamen. Ik weet dat zij het menselijk lichaam kunnen binnengaan en controleren door de menselijke geest te overmannen. Maar ik kan geen grond vinden voor de veronderstelling dat de menselijke geest van deze soort is. Het lichaam van de mens is niet slechts een huis voor de geest, maar een essentiële factor bij de productie van zijn geest. Er kan geen menselijke geest zijn zonder een lichaam en adem.

http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_wat_is_geest_2.htm

*

Wiskunde als afgoderij

Wiskunde is van een praktisch hulpmiddel tot een tovermiddel op een voetstuk geworden. Wiskunde dicteert ons hoe we het heelal moeten zien. Vooral ook wat er niet is, zoals zwarte gaten. We zien geen ruimtetijd, curven of expansie in het heelal. Desondanks praten wiskundige modellen ons deze dingen wel aan. Dijt het heelal uit? Zo te zien niet. We zien helemaal geen grote objecten die snel van elkaar wegvliegen. We zien juist het tegenovergestelde, namelijk melkwegstelsels die met elkaar botsen. Misschien is het heelal eindig. Maar we hebben nog nooit een grens waargenomen. De zogenaamde roodverschuivingen die als loeiende sirenes voorbij jagen en een uitdijend heelal moesten voorstellen, werden ook op zeer kleine schaal waargenomen; te klein om van expansie te spreken. De tekenen aan de hemel zijn Judasgeiten die ons op een verkeerd been zetten.

hilton Ratcliffe: the Static Universe

*

Is redding een kwestie van de juiste doctrine?

Als ik zeg dat de boodschap van Paulus geloven essentieel is voor de redding voor het aionische leven, maak ik er dan een doctrine van? Nee. Het is juist andersom. Van een correcte doctrine maak ik juist een zaak van redding. Dit is een groot verschil. Ik geloof in Efeziërs 1:4-5 waarin staat dat de leden van het lichaam van christus in Hem zijn uitverkoren voor de grondlegging van de wereld. Deze uitverkorenen zullen tijdens hun leven het juiste geloof toebedeeld krijgen van God. Ik plaats het paard weer voor de wagen in tegenstelling tot het christendom of de islam die het paard achter de wagen hebben gespannen. We zijn niet gered omdat we in de juiste waarheid over God geloven. Maar het is juist andersom. We geloven in de juiste dingen over God omdat we gered zijn. Uitverkoren zijn voor de grondlegging is het paard en de wagen is ons geloof in de waarheid. De boodschap van Paulus geloven is noodzakelijk om tot het lichaam van christus te behoren. God’s genade kan een fout geloof bedekken. Maar zal dit ook gebeuren?

De meeste gelovigen zijn helemaal geen gelovigen. En worden dus niet gered voor het aionische leven. Dit aionische leven van de komende 2 aionen is vreemder dan we durven denken. Het is een genadevolle gift van god maar ook een zeldzame en kostbare gift. De meesten gelovigen slaan de plank helemaal mis ten aanzien van genade en de boodschap van Paulus. We hebben van het woord genade gemaakt: wie kan het schelen wat je gelooft? Dit is genade. En genade bedekt eventueel verkeerd geloof. Ja, inderdaad kan Gods genade een verkeerd geloof bedekken. Maar zal dit ook gebeuren? Stel dat Gods genade ook verkeerd geloof bedekt? Wordt Mohammed Bouyeri dan ook gered voor het aionische leven? Nee dus.

De waarheid geloven is direct gerelateerd aan aionisch leven. Als je dit ontkent, betekent dat de waarheid van genade alle kanten op vliegt. Dan is Mohammed B. onze broeder. Maar dit is niet zo. Niet omdat ik Mohammed Bouyeri niet het aionische leven gun. Maar omdat de relatie tussen waarheid en aionisch leven in de schrift staat. In de schrift staat dat zij die het aionische leven zullen erven tevens in een aantal vaste waarheden zullen geloven met betrekking tot Jezus en zijn werk. Als God’s genade zelfs het verkeerde geloof bedekt, maken we een zooi van de boodschap van Paulus. We zeggen dan: zij die de boodschap van Paulus aannemen zijn leden van het lichaam van christus. Maar ook zij die zijn boodschap niet serieus nemen behoren tot het lichaam van christus. Wat is dan de waarde nog van de boodschap van Paulus? Geen enkele. De boodschap van Paulus was echter zeer specifiek en bevat elementen die alleen voor ons bedoeld zijn. Alleen als we deze boodschap van genade geloven, zijn we gered voor het aionische leven.

Wat moet je geloven om tot het lichaam van christus te behoren?

Paulus zegt het duidelijk in Handelingen 16:31 – “Geloof in de Here Jezus en je zult gered worden.”

Met deze vers komen we al een heel eind. Mohammed B. en Osama Bin Laden zijn al uitgesloten van het aionische leven omdat ze niet in Jezus geloven. Niet dat ik hier plezier in heb. Hen gun ik het aionische leven net zozeer als mezelf. Dus zelfs nu we in een tijdperk leven van genade is het juist belangrijk om in één persoon te geloven, namelijk Jezus: Handelingen 4:12. Maar is het genoeg om in Zijn naam te geloven? In Mattheus 7:22-23 zegt Jezus: “velen hebben in mijn naam demonen uitgeworpen en geprofeteerd. Maar tegen hen zeg ik: ik heb u nooit gekend, ga weg van mij!”

Het is niet genoeg om in Zijn naam te geloven. Is het genoeg om te geloven dat Jezus van God kwam? Dat geloofde de farizeeërs ook. Is het genoeg om te geloven dat God 1 is? Dat geloofden de demonen ook. We moeten verder kijken dan Hand. 16:31. Inderdaad zei paulus: geloof in jezus en je zult gered worden. Maar de notitie eindigt hier niet. Paulus heeft het tegen een gevangene. Maar deze weet nog steeds niet wie Jezus is. En dit is belangrijk om te weten: redding komt door kennis van Jezus. In Romeinen 10:17 staat: “daarom is het geloof uit het bericht en het horen door het woord van christus.”

In Handelingen 16:32 spreken Paulus en Silas namens de gevangene: “”en zij spreken tot hem de woorden van de Heer, samen met al degenen in zijn huis.”

Hier laten Paulus en Silas de vitale details zien met betrekking tot Christus. In vers 43 staat: “daarna hen naar het huis leidende, dekt hij de tafel en verheugt met heel zijn huishouding God geloofd te hebben.”

Het is niet genoeg om te geloven dat Jezus van god kwam of dat God 1 is. Reddend geloof is te geloven wat God over zijn zoon jezus christus zegt.

*

God heeft u miraculeus gered van misleiding

realiseer je hoe vreemd maar ook kostbaar en schaars het aionische leven is. En hoe kostbaar de gift is om te ontsnappen aan religie om de ware stem van God te horen. Als je door hebt hoe zeldzaam jouw roeping is en hoe moeilijk het is om aan de meest eigenzinnige religie op aarde – het christendom – te ontsnappen, dan pas zul je op je knieën vallen en God danken. De slang der misleiding is nog steeds bezig en houdt juist nu het grootste deel van de mensheid in de greep van het valse pad van religie om aionische verwoesting aan te richten.

De basisbeginselen van de boodschap van Paulus

Niet 1 op 100 christenen geloven hierin…

Paulus schreef aan de Korinthiërs over het evangelie dat hij eerst aan hen bracht. Zij die het aionische leven delen in het lichaam van christus (Hand. 13:48) zullen het volgende geloven: 1 Kor. 15:3-4;

want ik geef door aan jullie ten eerste wat ook ik aanvaardde: dat christus stierf voor onze zonden, naar de schriften.” (Zie ook Jesaja 53:8,9). En dat Hij werd begraven en dat Hij werd opgewekt op de 3de dag naar de schriften.” (Zie ook Psalm 16:10).

Dit zijn de basiselementen:

1. christus stierf

2. voor onze zonden

3. hij was begraven

4. en weer opgewekt

Hoeveel christenen geloven dit echt? Eén op de 100.000, hooguit! Doctrines van demonen leren ons dat je na de dood direct naar hel of hemel gaat. Dit betekent dus al dat de dood ontkend wordt. De doctrine van de 3-eenheid leert in feite hetzelfde. Als Jezus zijn Vader was, is hij dus niet gestorven.

*

Leer van demonen verstoort de boodschap van Paulus

Satan kent deze 4 basiselementen uit 1 Kor. 15:3-4 ook. Hij weet bovendien dat de gelovigen straks zijn plaats in gaan nemen in het heelal (Efe. 1:20-23). Net als bij Eva en de vrucht weet hij ook nu weer massa’s gelovigen te misleiden. In 1 Tim. 4:1 noemt Paulus dit de leer van demonen. Basiselement 1: Christus stierf; satan heeft hiertoe de valse leer van de 3-eenheid geïntroduceerd. Dat Jezus en zijn Vader dezelfde god zijn. Als dit waar was, kon christus niet sterven. Immers God kan niet sterven. Basiselement 2: Voor onze zonden; satan heeft hierop de valse doctrine van de vrije wil geïntroduceerd. Deze vrije wil suggereert dat ondanks het kruis je zonden jouw veroordelen. Hier bovenop heeft men nog de doctrine van een eeuwige hel verzonnen, mocht voorgaande ellende nog niet erg genoeg zijn. Men zegt dat je alleen aan de hel kunt ontsnappen als je zelf voor god kiest. In wezen wordt hier de dood van christus voor onze zonden mee ontkend. Als je toch zelf kunt kiezen, maakt het niet uit of christus voor je zonden is gestorven. Basiselement 3: graf en opwekking van christus; satan doet zich nu voor als een engel van licht om de opgestane christus te imiteren. 2 Kor. 11:14-15. Hij en zijn handlangers houden zich vooral op in de hallelujahhallen van het christendom.

*

Genade dupliceert zichzelf niet

Zij die nu niet geloven zullen zeker wel behouden worden. Alleen zullen zij niet in de komende 2 aionen leven. Dit voorrecht is alleen voor degenen die nu wel geloven. Wij maken bij het woord genade een cruciale fout. We menen dat genade zichzelf dupliceert onder de mensen. Dat genade die God uitstrooit over ons, vanzelf bij iedereen terechtkomt. Als een soort virus. Het tegendeel is waar. Hoe meer kostbaar God’s genade is, hoe minder mensen ervan mee krijgen. Paulus zegt niet voor niets in Galaten 5:11 – “als ik nog steeds de besnijdenis preek, waarom word ik dan vervolgd?” Als consequentie hiervan wordt het kruis van Golgotha ook steeds vaker nietig verklaard.

De wet van Mozes was nooit een valstrik zoals het kruis dit was. Dit was logisch omdat iedereen de wet op een bepaalde manier kon snappen. Doe je best voor God en je werd gered. De meeste mensen denken sowieso in termen van wraak. De wet van Mozes sloot hier goed op aan. Oog om oog en tand om tand, werd door iedereen verstaan. Het was een omgekeerde variant van “voor wat hoort wat.” Ik doe dit voor god, dan doet God dat voor mij terug. Andersom: als iemand mij slaat, sla ik hard terug. Een dergelijk mechanisme snappen we wel. Niemand noemt zoiets een valstrik. Maar paulus noemt de boodschap van het kruis wel in zekere zin een valstrik. Waarom? Omdat zijn boodschap van genade zo kostbaar en vreemd is dat slechts weinigen deze snappen. Het is een boodschap waar je maag van omdraait, zoals het zeemonster Jonah uitkotste. De meeste mensen willen hun eigen redding bewerkstelligen. Het werk dat christus voor ons deed, beschaamt religieuze mensen die graag in hun eigen vrije wil geloven. Het kruis van Golgotha staat religieuze mensen alleen maar in de weg. Stiekem hadden ze liever de wet gehad. Zij die wel in de boodschap van genade geloven, danken dit geheel aan God.

*

29 juni 2010,

Ha,

Gecondoleerd met het overlijden van je moeder. Ooit zal je haar terugzien – zonder enige twijfel. Wanneer? Uiterlijk wanneer aan het einde van Christus’ heerschappij de dood als laatste vijand zal worden teniet gedaan (1Kor.15:22-28). Dat kan inderdaad nog duizenden jaren duren. Tijd waar zij zich niet van bewust is, omdat de doden niets weten. Voor iemand die dood is, duurt 1 miljard jaar niet langer dan een fractie van één seconde. In contrast daarmee staat een hel waarin men gefolterd wordt, voortdurend en zonder einde… Het weerzien kan nog aionen duren. Everything will be okay in the end. If it’s not okay, then it’s not the end. Het beste! (komt nog).

*

Wie is mister Radicaal?

Paulus durft het bijna niet hardop te zeggen: ik kreeg mijn evangelie NIET van Petrus. Veel gelovigen denken dat Petrus het enige evangelie kreeg van Jezus en dit aan de Joden leerde vanaf Pinksteren. En dat Paulus dezelfde boodschap – hetzelfde evangelie – aan de rest van de wereld leerde. Maar wat staat er in Galaten 1:11-12? Dat Paulus zijn boodschap niet van een mens had gekregen maar door een directe openbaring van God. Hij zegt met zoveel woorden: “mijn boodschap is niet van Petrus.” Alsof dit nog niet genoeg is, voegt hij eraan toe: “noch werd mij geleerd.” Inderdaad, hij zat nooit op school waar hij bijbelles van Petrus kreeg. Paulus overdacht zijn eigen missie en boodschap op weg naar Damascus toen hij opeens van de verheerlijkte christus hoorde waarvan Petrus nooit had durven dromen. Na 14 jaar ging Paulus terug naar Jeruzalem, opnieuw na een openbaring en legde daar ook het evangelie voor dat hij aan de natiën verkondigde. – Galaten 2:2. Als het evangelie van Paulus hetzelfde was als dat van Petrus, waarom ging Paulus dan terug naar Jeruzalem, aangestuurd door een openbaring bovendien om zijn evangelie aan Petrus te verklaren? Dat zou totaal onnodig zijn geweest. Bijgaand is een lijst met 35 verschillen tussen het evangelie van Paulus en dat van Petrus. Laat deze verschillen goed op je inwerken en je zult zien dat de bijbel zichzelf nooit meer tegenspreekt.

Ik wilde meer weten over Mister “Radicaal.”

Paulus was “anders.” Op de één of andere manier dacht ik dit steeds. Misschien was hij radicaal. En absoluut.

Paulus ging steeds over de top en net een stap verder dan anderen in de bijbel. Waar anderen ons op onze zonden wezen, zei Paulus iets anders: “waar de zonde toeneemt, daar neemt genade nog meer toe.” – Rom. 5:20. Paulus zei dat we gerechtvaardigd waren los van onze werken. – Rom. 3:28. Alle voorgangers keken uit naar een betere aarde in de toekomst. Paulus keek naar het heelal. Hij zei: “we zitten nu al tussen de hemelingen.”

U bent af,” is wat Paulus tegen ons zei. Maar er waren ook werken. Iedereen in de bijbel raadde ons aan om werken te doen voor God, behalve Paulus. Betreffende onze redding zei hij: “als er werken zijn, is er niet langer genade en als er genade is, zijn er niet langer werken.” Wie geloofde zo’n radicale uitspraak? Andere Bijbelvorsers spoorden mij aan om mijzelf te veranderen. Zij waren hervormers. Paulus iets heel anders: je oude mens is dood met christus. Dit is geen reformatie maar revolutie. Paulus slaat alle heilige huisjes kapot. Paulus lezen was alsof je door een gekkenhuis liep. Was het wel echt wat hij zei? Lees de studies van Adolph E. Knoch op de website van Concordant Publishers. Alleen de titels van zijn schrijven beloven een radicale kijk op het evangelie van Paulus. Hoe meer je leest van deze website hoe meer je erachter komt dat Paulus “anders” was. De genade die hij predikt is ECHT en een contrast met elke andere Bijbeluitspraak. Dit betekent niet dat de bijbel zichzelf tegenspreekt. Maar wel dat Paulus een nieuwe openbaring bracht van de verheerlijkte christus.

Paulus schreef de woorden van de verheerlijkte christus

Vroeger wilde ik als Jezus zijn. Zijn bloed aan het kruis maakte diepe indruk op mij, tot angstvisioenen toe. Maar zijn net als hem, lukte niet. Veel humor had hij ook niet. Als mensen Hem iets vroegen, gaf hij van die rare antwoorden. Vaak gebruikte hij gelijkenissen die meer vragen opriepen dan dat ze antwoorden gaven. Als je hem vroeg hoe laat het was, begon hij over Jona te kletsen. Was je even relaxed met Hem, dan begon hij over zijn dood te kletsen. Op een feest zou hij de sfeer verstieren met zijn “wee, wie van u dit doet en dat doet…”

De duistere wolk die om Jezus hing, klaarde tenminste een beetje op met Paulus. Hij was iemand van genade en vrede. “Stop met roddelen over je schoonmoeder, maar hoe dan ook, we zijn gerechtvaardigd.”

Van Abraham tot Mozes onthult God zijn hart aan ons. De wet van Mozes was niet zijn echte hart maar bereidde de weg voor christus. Christus was zijn beeld maar zelfs hij was een dienaar van de besnijdenis. (Rom. 15:8). Ook Hij hield de diepten van zijn vader verborgen. Die eer kwam toe aan een gek uit Tarsus op weg naar Damascus om christenen uit te roeien. Zijn boodschap is: doe rustig aan en maak je niet druk. Mocht deze zin je tegenstaan en onbijbels voorkomen, dan komt dat omdat je een emotionele band hebt met Jezus. Je hebt je hele leven Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes gelezen. Nu je naar Paulus wordt toe getrokken, voel je je schuldig als je niet depressief wordt van zijn boodschap. Jezus wil je naar Paulus toekeren. Waarom niet? Hij zelf riep Paulus voor deze taak. Je bewijst ultieme eer aan de redder door je van de letters in rood bloed te keren naar de laatste grote openbaring van God die aan iemand gegeven was.

*

Twee evangeliën

Veel gelovigen denken dat er of één evangelie is of dat er vier zijn. Feitelijk zijn er twee. Het evangelie van de besnijdenis staat tegenover het evangelie van de onbesnedenen. Het eerste is in overeenstemming met Handelingen 3:24-25, met wat de profeten zeiden. De heiligen regeren over de aarde. – Ope. 5:10. Dan komt Jezus en sterft aan het kruis. Dan komt Paulus met een nieuwe boodschap; die van de onbesnedenen: Efeziërs 3:8-10. De gelovigen leven nu uit genade en heersen tussen de hemelingen. Efe. 2:6-7.

Paar verschillen:

Petrus was binnen Israël geroepen (Mat. 4:18) – Paulus was buiten Israël geroepen (Hand. 9:3)

De boodschap was alleen voor de Israëlieten – De boodschap was voor de rest van de wereld.

De verheerlijking van het aardse – verheerlijking van het hemelse.

Geloof zonder werken is dood (Jacob 2:20) – Alleen geloof (Rom. 4:5).

Waterdoop is nodig (Hand. 2:38) – Geen waterdoop (1 Cor. 1:17)

Israël wordt wedergeboren (Joh. 3:3) – Nieuwe schepping (2 Cor. 5:17).

Een koninkrijk van priesters over de natiën (Ope. 2:26-27) – Een plaats tussen de hemelingen Efe. 2:6.

Christus wordt op aarde ontvangen, Hand. 1:11 – Christus ontmoeten in de lucht (1 Thess. 4:17).

*

Oude inscripties Sinaï over uittocht joden

In de 19de eeuw zijn op het Sinaï-schiereiland inscripties ontdekt in de Wadi Moekatteb. Ze lijken de uittocht van het joodse volk te beschrijven en ingekerfd te zijn door Israëlieten die tijdens de uittocht door dit gebied trokken. De inscripties bevinden zich aan de westkant van het Sinaïgebied en wijzen erop dat de schrijvers van die kant kwamen toen ze uit Egypte waren getrokken via de Rietzee. De opstand van Mirjam tegen haar broer Mozes is in een inscriptie beschreven evenals de opstandigheid van het volk als het dorst en honger heeft. We lezen dat de Here water uit de rots deed stromen en dat Hij kwartels gaf waar ze vervolgens ziek van werden (Ex. 16:13 en Num. 11:31-32). Er waren zelfs afbeeldingen van kwartels bij. Opvallend is dat er in de academische wereld nauwelijks aandacht is besteed aan deze vondst. Een hint dus om de inscripties toch nader te onderzoeken. Dat ze oud zijn, is zeker. In 10 voor Chr. werden ze al genoemd door ene diodorus Siculus. Hij had het al over zeer oude inscripties in onbekende taal. – bron: H. van Winkelhoff

*

Zijn woestijnen een gevolg van de Zondvloed?

Wat eens vruchtbaar gebied was met een weelderige flora en fauna werd door de reusachtige Zondvloed voorgoed om zeep geholpen. De sporen zijn nog steeds zichtbaar. Op het Tibetaans plateau, het hoogste plateau ter wereld, gemiddeld vijfduizend meter boven de zeespiegel, vinden we talloze meren, verspreid in het westelijk en noordwestelijk gebied en meestal zout of alkalihoudend. Ook hier wijzen de overgebleven sporen er duidelijk op, dat dit hoge plateau eens bedekt was door een grote zee. In Afrika worden opgedroogde of kleiner geworden meren van soortgelijk karakter aangetroffen. Zelfs de Sahara was niet altijd een woestijn. Het netwerk van een goed te onderscheiden stelsel van rivieren is duidelijk zichtbaar en bovendien werden door mensen gemaakte werktuigen in overvloed gevonden. Zoutpannen of zoutafzettingen, die in allerlei gebieden van de Russische steppen en in de westelijke Noord-Amerikaanse prairiën voorkomen, en die vaak resten van zeedieren bevatten, zijn ook een bewijs van zulke binnenzeeën. – Bron: Rehwinkel

*

Sporen van de Zondvloed 2

Volgens C. F. Wright bewijst het Baikalmeer in Siberië, waarvan het oppervlak meer dan vijfhonderd meter boven de zeespiegel ligt, dat heel Siberië eens door zeewater overdekt was. Om zijn ideeën te staven brengt hij een aantal bewijzen naar voren, onder andere het feit, dat er in dit meer zeedieren voorkomen, waaronder een arctisch type zeerob, die op een nauwe betrekking wijzen tussen dit meer en de Noordelijke IJszee. De robben die er voorkomen lijken heel veel op de robben, die thans vaak in Spitsbergen worden aangetroffen. Het lijkt ook van betekenis dat soortgelijke robben in de Kaspische Zee gevonden worden. Overblijfselen ervan zijn ook in het Aral Meer aangetroffen. – Bron: Rehwinkel

*

Sporen van de Zondvloed

Door de onvermoeibare inspanning van geologen en andere natuurgeleerden leverde de aarde fysisch bewijs in overvloed ter bevestiging van Mozes’ weergave van een wereldomvattende zondvloed. Het onderzoek van een deel van zulk bewijs zal nu onze aandacht in deze studie vragen. Het eerste van dit soort van bewijs dat ik wil voorleggen, is wat de geologen noemen “opeenhopingen van afval (“rubble drift”) en met beenderen gevulde aardspleten”.

Met “rubble drift” wordt bedoeld een soort afzetting of bezinksel bestaande uit massief, hoekig, naar beneden gestort materiaal, onordelijk en ongelijkmatig afgezet in plaatselijke holten en neerslaggebieden, meestal vol met verbrijzelde beenderen. En met “met beenderen gevulde spleten” worden bedoeld grote spleten of scheuren in de aarde, die gevormd worden door een of andere heftige vervorming van het aardoppervlak. Zulke spleten zijn op vele plaatsen op de aarde gevonden en sommige meten een diepte van 40 tot 100 meter. Zij zijn gevuld met puin dat er spoedig, nadat ze ontstonden, in terecht kwam. Dit verklaart waarschijnlijk waarom ze zich niet weer sloten. Zulke spleten zijn gevonden in Engeland, Frankrijk, Zuid-Spanje, Duitsland, Rusland en elders. Het interessante punt van deze spleten zijn de resten die erin voorkomen, want ze zijn gevuld met de resten van dieren, waaronder die van olifant, rhinoceros, nijlpaard, rendier, paard, varken en os. De gevonden beenderen kunnen niet van dieren afkomstig zijn die er levend invielen of er begraven werden, want geen skelet is compleet. Ze kunnen er niet door rivieren aangevoerd zijn, want degenen die ze onderzochten, vonden geen sporen dat ze gerold zijn. Ook konden de beenderen geen lange tijd aan het weer zijn blootgesteld geweest, want geen vertoont tekenen van verwering. Dat water iets met deze opeenhoping te doen heeft gehad is duidelijk door het algemeen aaneengekit zijn van deze afzettingen met kalk.

Voorts is opgemerkt door een bekwaam geoloog als Prestwich, dat deze met beenderen gevulde spleten meestal voorkomen op eenzaam gelegen heuvels van aanmerkelijke hoogte, plekken waar we verwachten, dat dieren samendrommen zullen op zoek naar veiligheid voor de naderende vloed. In doodsschrik vluchtend en opgejaagd door een gemeenschappelijk gevaar zochten vleeseters en planteneters gelijkelijk ontkoming op dezelfde hoogte om er een gemeenschappelijk graf in het water te vinden. Een zeer opmerkelijk klassiek voorbeeld van zo’n eenzaam gelegen heuvel komt in Bourgondië (Frankrijk) in het dal van de Saóne voor. De heuvel steekt ongeveer 300 meter boven de omringende vlakte uit, met steile hellingen aan alle zijden. Een spleet dicht bij de heuveltop is vol met dierenskeletten. Geen skelet is heel, de beenderen zijn gebroken en liggen wanordelijk dooreen, zijn noch door verwering aangetast noch is er aan geknaagd. Weer hebben we het vreemde verschijnsel dat beren, wolven, paarden en ossen, dieren die gewoonlijk niet vreedzaam samen voorkomen, een eenzaam gelegen heuvel beklommen om er te sterven en hun overblijfselen bleven in een gemeenschappelijk graf bewaard.

Een watervloed als beschreven in Genesis biedt de redelijkste verklaring van dit verschijnsel. Een ander zeer spectaculair voorbeeld van een met beenderen gevulde aardspleet vond men op het eenzame kleine eiland Cerigo, bij Corfu voor de kust van Griekenland. Deze komt voor op een kale berg in de vorm van een afzetting van fossielen, op korte afstand van de zee. Hij wordt de berg van beenderen genoemd. Hij meet anderhalve kilometer omtrek aan de voet en is van beneden tot aan de top bedekt met beenderen. De aard van deze berg zowel als van de reeds genoemde plaatsen is zodanig, dat dieren er niet zouden zijn samen gekomen om te grazen, maar de redelijke oplossing voor dit verschijnsel is het opkomen van een watervloed die ze deze hoogte opdreef. Daar kwamen ze om en werden door eenzelfde watervloed begraven. Volgens Prestwich wijst de afzetting van los gesteente in Engeland er op dat het land was overstroomd tot een hoogte van tenminste driehonderd meter, terwijl we op het vasteland gegevens aantreffen die wijzen op een overstroming tot bijna duizend meter. Eveneens werden zulke belangwekkende voorbeelden van deze soort afzettingen in de Rots van Gibraltar gevonden, waar spleten, bijna honderd meter diep en gevuld met resten gelijk aan de zojuist genoemde, werden gevonden. De resten van dieren die beschreven worden, zijn praktisch dezelfde als die, welke in de heuvels van Frankrijk werden gevonden. Deze aardspleten bevinden zich bij Gibraltar op verschillende hoogten. De hoogste ligt op driehonderd dertig meter. Men zegt dat er in één door mensen gemaakte werktuigen zijn gevonden.

bron: Rehwinkel

*

Van Zondvloed tot Halloween

De Zondvloed is echt gebeurd. Alle volkeren in de wereld kennen sterk gelijkende verhalen over een grote watervloed en een boot met mensen die hieraan ontsnapte. Het Gilgamesj Epos is een slap aftreksel van het Genesisverhaal maar vertoont niettemin zoveel overeenkomsten dat de historiciteit van de Zondvloed er alleen maar meer betrouwbaar door wordt. Blijkbaar was de Zondvloed een ramp van extreme proporties zoals de aarde nooit gezien had. En heeft ze een onuitwisbare indruk achtergelaten tot op de dag van vandaag. Maar niet alleen dat. Het verhaal van Noach is een ultiem verhaal van hoop en redding ten midden van een enorme catastrofe. En verder zien we het verhaal van de Zondvloed teug in feesten en rituelen van volkeren over de hele wereld. De Nieuwjaarsviering wordt bijvoorbeeld over de hele wereld gevierd rond eind oktober/begin November bij het verdwijnen van de Pleiaden. Deze viering is vaak verbonden met een herdenking van de voorouders. De inboorlingen van Australië vierden de dag ongeveer op de genoemde tijd. Bij die gelegenheid verfden ze een witte streep op hun armen, benen en bovenlijf en hun dans bij het schijnsel van het vuur deed ze op feestende skeletten lijken.

In Peru begon het nieuwe jaar bij het begin van november en werd Ayamarka genoemd, hetgeen “een lichaam uitdragen” betekent. Het feest werd gevierd ter gedachtenis van de doden door zang en muziek en door het plaatsen van voedsel en dranken op de graven van de doden. De Hindoes vieren hun dodenfeest Durga, oorspronkelijk hun nieuwjaarsdag en gehouden op de zeventiende november. De Perzen noemden november Mordad, dat is doodsengel, en het dodenfeest, dat op dezelfde tijd als in Peru plaats vond werd als een Nieuwjaarsfeest beschouwd. Bij de oude Druïden was de nacht van de eerste november, waarin zij jaarlijks het herstel van de wereld vierden, vol geheimzinnigheden. Volgens een hiermede verband houdende gewoonte werden de priesteressen verplicht ieder jaar op die tijd het tempeldak af te breken en weer te herstellen als een symbool van de verwoesting en vernieuwing van de wereld. Als een van haar die het materiaal voor het nieuwe dak aan droegen de heilige last liet vallen, werd ze door haar vertoornde gezellinnen gegrepen en in stukken gereten. Diezelfde nacht doofden de Druïden het heilige vuur, dat het gehele jaar door brandend gehouden werd. Op een signaal werden alle vuren in de samenleving gedoofd en men geloofde, dat in de daaropvolgende volledige duisternis, die in het gehele land heerste, de schimmen van allen, die in het voorafgaande jaar gestorven waren op dat moment per boot vervoerd werden naar de rechtszitting van de dodengod. Een vreemd overblijfsel van dit Druïdenfeest is op te merken in het tegenwoordige allowe’en of Hallow Eve, in tal van Angelsaksische landen gevierd op de laatste oktober en Allerheiligen en Allerzielen op de eerste en tweede november. In vroeger jaren waren er zelfs nog meer van zulke overblijfselen, in de Halloween fakkels bij de eren en het vuurwerk in Schotland en Wales, terwijl het in Frankrijk op dat tijdstip gewoonte was om begraafplaatsen te bezoeken en graven van voorouders. Al deze overleveringen hebben een dodenherdenking gemeen en dit lijkt te wijzen op een grote ramp, die het menselijk geslacht overkomen is. – Bron: Rehwinkel

*

Hoge beschaving voor de Zondvloed

Voor de Zondvloed was er een hoogstaande beschaving. Er was zeker geen sprake van barbaren. De volgende teksten bewijzen dit:

Op Kreta werd een paleis opgegraven, dat uit de vroegste tijd na de zondvloed dateert en dat anderhalve hectare grond besloeg met prachtige zalen, gangen, woonkamers, troonzalen en schatkamers en met vele fresco’s, die het schitterende leven van de Heeren en dames van het hof afbeeldden. In het bijzonder wekken de badkamers de verbazing met een afvoersysteem beter dan alles op dit gebied in Europa tot de negentiende eeuw. De buizen konden worden doorgespoeld en een luik maakte inspectie en reparatie mogelijk. Beschreven kleitafeltjes, die gevonden zijn, tonen aan dat de schrijfkunst zelfs verder ontwikkeld was dan in Egypte. In de overblijfselen van Micene in Zuid-Griekenland, vinden we het kolossale gepaard aan kunstzinnige schoonheid, herinnerend aan de bouwers van de piramiden en de Toren van Babel.

Het wetboek van Hammurabi, door een Franse onderzoeker in 1902 in Susa ontdekt, dateert van Abrahams tijd. Dit wetboek is de oudst bekende verzameling wetten in de wereld en het toont aan, dat het volk, waarvoor het was gemaakt, zeer beschaafd en ontwikkeld was. Het beschermde tegen het omkopen van rechters en getuigen, tegen slordige medische praktijkuitoefening en tegen onwetende of oneerlijke aannemers, alsook tegen verdrukking van weduwen en wezen. Eigendomsrechten, akten, testamenten, huwelijksvoorwaarden en rechtsgeldige contracten werden zorgvuldig gewaarborgd. Een soortgelijke hoogontwikkelde beschaving is in China en India gevonden, daterend uit ongeveer dezelfde periode waarin deze vroegste beschavingen bloeiden. Er is maar één verklaring voor deze snelle ontwikkeling onder de volken van na de zondvloed en die is, dat zij vervolgden waar de generatie van Noach was opgehouden. Zij plantten de beschaving van de oude wereld over in de nieuwe, precies als de eerste Europese landverhuizers de cultuur en beschaving van hun moederland meebrachten naar Amerika om ze een nieuwe ontwikkeling te doen ingaan in dit maagdelijke land. Deze conclusies worden bevestigd door recente opgravingen op de plaats van het Bijbelse Ur, aan de benedenloop van de Eufraat, waar Abraham oorspronkelijk woonde. In 1922 kwamen de universiteit van Pennsylvanië en het Brits Museum overeen gezamenlijk opgravingswerkzaamheden te ondernemen op de plaats van het oude Ur van de Chaldeeën. Leonard Woolley werd belast met de leiding van de onderneming. De resultaten overtroffen alle verwachtingen. Zoals Schliemann een reeks van steden vond, de een bovenop de ander gelegen, op de oude plek van het Troje van Homerus, zo ontdekte Woolley op de plaats van het oude Ur de resten van verscheidene steden en beschavingen, elk gebouwd op de resten van zijn voorganger.

Een van de meest verrassende en prachtigste ontdekkingen werd gedaan onder de resten van wat scheen de eerste stad, de grondslag, te zijn. Hij ontdekte dat tot ver beneden de fundamenten diepe kuilen gegraven waren en vervolgens met allerlei materialen gevuld, en op de bodem van deze kuilen vond hij de graven van landsgroten, koningen en koninginnen en bij hun grafkamers lagen de beenderen van vrouwelijke bedienden, harpspelers, krijgslieden en wagen-menners. Hij vond ook sieraden van goud en lazuursteen en andere overblijfselen van verfijnde kunst. Een geraamte, dat van een koningin naar men aannam, had op het hoofd een mooi gouden hoofddeksel of hoofd-tooi. Woolley, de leider van de expeditie, geeft een zeer belangwekkend verslag van deze ontdekkingen in zijn boek: “Ur of the Chaldees”. Een paar citaten uit zijn beschrijving zullen ertoe bijdragen om het beeld van die belangwekkende tijd meer werkelijk te maken.

Hij schrijft: “Aan het einde van het seizoen 1926—7 werden twee belangrijke ontdekkingen gedaan. Op de bodem van een aardschacht, tussen massa’s koperen wapens, werd de beroemde gouden dolk van Ur gevonden, een prachtig wapen met een gouden lemmet, een gevest van lazuursteen met gouden knoppen versierd en de gouden schede prachtig met een opengewerkt motief bewerkt. Een ander voorwerp, nauwelijks minder opmerkelijk, lag erbij, een conisch toelopend gouden tasje, met een patroon van spiralen versierd. Het bevatte een stel kleine toilet-instrumenten, haartangetjes, lancet en kleurstift, ook allemaal goud. Zulke dingen waren nimmer tevoren in de bodem van Mesopotamië aangetroffen. Ze brachten een tot nu toe onvermoede kunst aan het licht en gaven hoop op toekomstige ontdekkingen, die al onze verwachtingen zouden overtreffen . . . Aan het eind, op de resten van een houten baar, lag het lichaam van de koningin, een gouden beker bij haar hand; het bovenlichaam was geheel verborgen onder een massa kralen van goud, zilver, lazuursteen, kornalijn, agaat en chalcedon, die, in lange kettingen, hangend aan een halskraag, een mantel gevormd hadden, die tot aan de taille reikte en onderaan afgezet was met een brede band van langwerpige kralen van lazuursteen, kornalijn en goud; tegen de rechterarm lagen er drie grote gouden spelden met knoppen van lazuursteen en drie amuletten in de vorm van een vis, twee van goud en een van lazuursteen en een vierde in de vorm van twee (sic) zittende gazellen, ook van goud”.

De betekenis van de grote roofdieren

Zijn de grote roofdieren zoals leeuwen, cheeta’s en wolven dan nutteloos in hun ecosysteem? Deze vraag staat naast vragen over de mogelijk veranderde rol van deze dieren in vergelijking met hun rol in de originele schepping. Voor een eventueel verstaan hiervan op dit punt is nog weinig gepubliceerd en is een serieuze bestudering van de Schrift nodig. Als bijdrage hieraan wil ik u enige overwegingen voorleggen. Mijn opvatting hierover met betrekking tot de zondeval is, dat de rol van wolven, leeuwen, beren en vergelijkbare dieren is geworteld in hun instincten, karakter en gedrag. Daarom stel ik dat hun ethologie (leer van het gedrag), eerder dan hun anatomie (lichaamsbouw) van belang is, ondanks hun morfologie die precies passend lijkt voor hun huidige roofdierengedrag. Bepaalde aspecten van de anatomie, zoals het skelet, de spieren, de snelheid, positie van de ogen, gebit en spijsverteringsstelsel komen niet altijd overeen met onze (nogal bevooroordeelde) kennis over hun gedrag als herbivoor, omnivoor of carnivoor. De meeste dieren van tabel 3 worden beschouwd als buitenissige uitzonderingen op de regel. Dat wil zeggen op de regel van de huidige toestand van de schepping, bijv. een carnivore levenswijze hoort bij een carnivore lichaamsbouw en omgekeerd. Maar deze dieren (3a) kunnen ook worden gezien als (zeldzame) voorbeelden van wat de mogelijkheden waren in de originele schepping van voor de zondeval. Zij laten ook zien wat mogelijk is in de toekomst van de Nieuwe Schepping, waarvan we lezen in Jesaja 11:6-7:

‘Dan zal de wolf bij het schaapje verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund. (‘stro’ kan beter vertaald worden met ‘plantenhaksel’) (Vgl. Jesaja 65:25). Meer vragen kunnen worden gesteld. Zouden de predatoren er ook zijn om ons te leren over de gewelddadigheid van de vervloekte schepping van onze dagen? Zijn het in zo’n theologie misschien alleen prachtige schepsels die het overkomen is het ‘verkeerde’ voedsel te eten met het ‘verkeerde’ gedrag in de gevallen schepping? In ieder geval is er in de huidige schepping genoeg aas en vlees om deze dieren te laten overleven. Persoonlijk geloof ik dat ze inderdaad ‘terug’ zullen worden veranderd om planten te eten, zoals Jesaja profeteerde. www.oude-wereld.nl/Amersfoortse%20Studie%20no%2020.pdf

*

Amarna brieven

In 1887 werden kleitabletten gevonden in Midden-Egypte in het gebied dat thans Tell el-Amarna genoemd wordt. Later werden in het gebied nog meer opgravingen gedaan en bij elkaar 380 kleitabletten gevonden waarvan de meeste brieven bevatten die afkomstig waren uit steden in Palestina, Fenicië en Syrië. Al spoedig bleek dat de ruïnes ontdekt waren van de stad Achet Aton, de hoofdstad van Egypte tijdens Farao Amenhotep IV (1352-1336 v. chr.). Deze Amenhotep werd later bekend als Achnaton. Die naam had hij aan zijn idool te danken, de God Aton. Hij liet een nieuwe hoofdstad bouwen, Achet Aton wat horizon van de zonneschijf betekent. Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen wat in het boek Jozua staat en in deze Amarna brieven. De eerste Amarna brief uit Kanaän is afkomstig van Labayoe, bestuurder van de stad Sichem. Brief 2525, regels 5-15 vertellen ons van de stad die werd ingenomen door strijd. De stad werd met “mijn god” ingenomen, aldus Labayoe. Waarschijnlijk bedoelt hij dat de stad in handen was gevallen van de Habiroe of Israëlieten. Dit komt overeen met de situatie die beschreven wordt in het boek Jozua. De Israëlieten hebben zich na de intocht gevestigd in het heuvelland ten zuiden van Sichem en ten noordoosten van Gezer (Joz. 18:1). Brief 271, regel 9-20 gaat over Gezer. Koning Horam van Gezer trok op tegen de Israëlieten maar werd vernietigend verslagen. Zijn opvolger, koning Milikiloe besloot na de nederlaag van zijn voorganger samen te werken met de Israëlieten. In Jozua 16:10 staat inderdaad dat de Israëlieten Gezer niet veroverd hebben. In de Amarnabrieven is herhaaldelijk sprake van bondgenootschappen van stadsvorsten tegen de Habiroe (Israëlieten). Dit komt ook overeen met het beeld uit Jozua van bondgenootschappen tegen de Israëlieten. Soewardata uit brief 290a regel 20-28 was waarschijnlijk koning van Gath. bron: J. van der Land, Van Abraham tot David

*

Hebron in de late Bronstijd

Mozes zond ruim een jaar na de uittocht uit Egypte, toen het volk Israël in Kades Barnea gelegerd was, spionnen om Hebron te verkennen in verband met de komende aanval van de Israëlieten op deze plaats. – Numeri 13:22. Volgens de Israëlische archeloog Israël Finkelstein begonnen de Israëlieten het heuvelland rondom Hebron pas te bewonen in de 11de eeuw v. Chr. Dan zou de verovering van Hebron in de 14de eeuw v. chr. nooit hebben plaatsgevonden en dus de zoveelste mythe zijn uit de Bijbel. Echter, de stedenlijst in Jozua 15:48-60 bevat namen van steden in het gebied van Juda. In deze regio waren 5 districten, elk met hun eigen hoofdstad. Hebron was de hoofdstad van het 2de district. (Joz. 15:52-54) dat 9 steden en de omringende dorpen omvatte. Daarbij had Farao Ramses II een topografische lijst laten maken met steden. Zijn opvolger, Ramses III kopieerde deze lijst en bracht deze aan op de muur van de dodentempel in Medinet Haboe. Daarom staan onmiskenbaar de namen Hebron-Janum-Drbn-Apheqah. We hebben dus uit de tijd van Ramses II een lijst van plaatsen in het district dat Hebron als hoofdstad had. De overeenkomst met de lijst van steden in Jozua 15:52 is opvallend. Ook hierin staan Debir, Janum en Afeka beschreven. Hebron bestond dus al in laat Brons en lag in een bevolkt gebied, omgeven door de zelfde steden die in Jozua 15 genoemd worden.

Bron: Drs. J. van der Land, Van Abraham to David

*

Tel Dan Stele

Archeologen I. Finkelstein en N.A. Silberman stellen vraagtekens bij bijbelse verhalen over David en Salomo. Maar in 1993 werd in Tel Dan een gedeelte van een inscriptie gevonden waarin sprake is van het Huis van David. Deze tekst staat op een gedenksteen waarop Koningen in het Midden Oosten mededelingen lieten zetten over een succes. De steen werd geplaatst in opdracht van een Aramese koning, waarschijnlijk Hasaël die Dan tijdelijk bezet had. De inscripties dateren uit 810 voor Christus en zijn de op één na oudste tekst buiten de bijbel waarin het Huis van David genoemd wordt dat op het koninkrijk Juda slaat. Later bleek dat ook in inscripties van Koning Mesa van Moab (850 v. chr.) het Huis van David genoemd wordt. Koning Mesa van Moab liet daarop in 840 v. chr. verslag doen van de opstand van de Moabieten na de dood van Achab in 853 v. chr. 2 Kon. 1:1).

Bron: J.G. van der Land, Stichting BGA

*

Forma Urbis Severiana

Dit was een stadsplan voor Rome in 193-211 dat in Rome aan een muur hing. Die muur staat er nog steeds en de pinnen waarmee het stadsplan aan de muur waren bevestigd kun je deels nog zien. Geschiedenis komt tot leven. Maar waar is het stadsplan zelf gebleven? Tegenwoordig zie je in elk gemeentehuis wel een stadsplan liggen waarin de ontwikkelingen voor de komende 10 jaren worden uitgebeeld. Zoiets was dit ook. En de kans is best groot dat delen van dit stadsplan volgend jaar opgegraven worden. www.ritmeyer.com/2010/08/20/the-destruction-of-jerusalems-temple-and-rome/

*

Christus heeft je niet voor niets bevrijd

Veel gelovigen kunnen er nog steeds niet bij. Ze lezen over Galaten 5:1 heen waarin duidelijk staat dat christus ons bevrijd heeft – VOOR DE VRIJHEID. Wij mensen zijn zo onwennig met vrijheid dat God dergelijke nadrukkelijke statements maakt in zijn boek. Christus zegt: ik heb u bevrijd. Wij antwoorden: mooi, als dank zullen we niet meer roken, geen vieze boekjes meer lezen en elke zondag naar de kerk gaan. Wij gebruiken de vrijheid mooi om onszelf opnieuw allerlei beperkingen op te leggen en noemen dit voor het gemak religie. We zullen nooit meer in een korte broek de kerk binnen gaan. Stel je voor zeg. Die vrijheid moet niet te erg worden. Het kwartje wil maar niet vallen. Dat woord vrijheid is toch wel lastig. Dat christus ons VOOR DE VRIJHEID bevrijd heeft, is zo mogelijk nog lastiger. We zijn niet alleen bevrijd maar ook nog eens voor de vrijheid. Dit is niet een theoretische vrijheid maar iets waarin christus ons wil laten wandelen. Hij wil dat wij dit ook doen. Hij wil dat wij met de gratis verkregen vrijheid experimenteren op concrete manieren om van de mooie dingen van het leven te genieten en hier dankbaar voor te zijn zonder schuldgevoelens te krijgen. Jezus wil dat we stoppen met leven alsof moeder Theresa over onze schouders mee gluurt.

*

Oefen in rustig aan doen

Sommige mensen kunnen geen pauze houden. Zo was er een zakenman die werd opgejaagd door zijn eigen winsten. Pauzes waren er niet bij. Nadat hij uitgeput raakte, doorzag hij dat het God zelf was die hem ervan weerhield om steeds meer winst te vergaren. Waarom? Dat wilde de man wel eens weten. God deed dit om de man nederig te maken. De man zou afhankelijk zijn van God en niet van rijkdom. Opdat de man elke dag uitzag naar de wederkomst van christus. De man zag in dat hij met niets op de wereld was gekomen en ook niets mee zijn graf in kon nemen. En dus deed hij nogal wat dingen de deur uit. Hij kreeg door dat het leven om andere zaken draaide. Inderdaad; als christus ons weghaalt van deze aarde en ons op de wolken naar hen toetrekt, zullen we ons opeens heel erg licht voelen. We zullen ons niet druk maken om het feit dat het gas in de keuken nog aanstaat of dat de deur nog open staat en iedereen naar binnen kan. Dit is onze waarheid die we nu al moeten oefenen. Spoedig zullen we hemelse lichamen hebben en de geest van christus. Laten we er vast aan wennen hoe dit voelt. Ik zou zeggen: vereenvoudig jezelf.

*

Kijk naar de lelies

Wees niet bang om je ziel te verliezen – Mat. 6:25

Jezus wees enkele mensen op de lelies. Van die onbeduidende bloemetjes die je algauw over het hoofd ziet. Jezus zei: zien die lelies er overspannen uit? Nee toch? Hebben ze kringen om hun ogen van moeheid? Zitten ze aan hun 3de pot koffie? Niks van dat alles en zie eens hoe mooi ze zijn. Ze vertrouwen op hun schepper. De mensen keken hem verbaasd aan maar Jezus zei: wees als die lelies. In Mattheüs 6:25 staat hierop aansluitend: wees niet bezorgd om uw ziel te verliezen, of wat jullie zullen eten of drinken of aan zullen trekken. Is de ziel niet meer dan het voedsel en het lichaam dan de kleding? Werk. Koop mooie kleren, drink koffie, koop een mooie auto, draag make-up. Maar houd 1 ding in de gaten: zorg dat je er niet overspannen van raakt om voor je nieuwe kleren te werken. Relax en houd die houding vast. Je bent in een veld met andere lelies, wees net als hen.

Je leeft in een zeepbel; wees blij!

We zijn zeepbel mensen. Misschien voel je je niet zo geïsoleerd maar dat ben je wel. Als je opeens een seconde gede-Isoleerd zou worden, zou je direct weer terug willen. Deze zeepbel is christus. 1 Johannes 4:4 zegt: “groter is Hij die in u is dan diegene die in de wereld is.” Dat is jouw zeepbel. Deze zeepbel beschermt je tegen diegene die in de wereld is: satan. De geest van God maakt zijn huis in jou (1 Kor. 3:16) en dit is permanent. Deze geest heeft onbegrensde macht maar God perkt die macht nog een korte tijd in. Maar zelfs die begrensde macht van de geest is sterker dan de macht van de lunatic die onze planeet in zijn macht heeft. De geest van God straalt letterlijk van jou af, hoe gering ook, maar deze is nog steeds een zeepbel. Dank God ervoor. Het is beter dan dat satan uit jou straalt. Het maakt ook helemaal niet uit hoe sterk de wand van onze zeepbellen is. Het is de sterkste zeepbel in het heelal. Het enige dat je hoeft te doen is je ervan bewust te zijn. Geloof God dat je in zijn zeepbel zit. Deze onzichtbare zeepbel is echter dan je huid. God zal samen met de beproeving ook de voortzetting maken

*

Wat wordt bedoeld met 1 Kor. 10:13? Hoe kun je een beproeving verdragen en tegelijk hieraan ontsnappen?

Dit kan ook niet. De Concordant Versie geeft de goede vertaling weer: niet ontsnappen is het woord maar voortzetting. Grieks: ekbasis. Terwijl je je beproeving ondergaat, laat God je zien hoe het hele proces zal uitwerken. Hij zal je het goede ding laten zien waar je in terechtkwam na de beproeving. Korter gezegd: Hij geeft je een visie van de toekomst. God zegt; ik weet dat de beproeving hard is maar kijk ook eens naar wat ik jou in het vooruitzicht stel! En hier volgt een korte filmclip die je gedurende je beproevingen mag bekijken: De Here zelf zal uit de hemel neerdalen en een commando schreeuwen naar de doden in Hem die letterlijk uit hun graven zullen opstaan. Waarna zullen wij, de levenden worden weg gerukt met hen in de wolken om de Here in de lucht te ontmoeten. Dan zullen we altijd met Hem samen zijn. – 1 Thes. 4:16-18. een mooi vooruitzicht toch?

*

Wie kan het schelen als men denkt dat je een nietsnuttenbaan hebt?

Ik wist wat ik met mijn leven wilde doen

Jezus zegt: wordt als en kind. Ik werd een kind, net toen ik eindelijk een gezin en baan had. Ik keek in de spiegel en zei tegen mezelf: wat nu? Ik had een goed betaalde baan en 3 koters. Dit was leuk maar die baan was niet mijn passie. Eigenlijk wilde ik schrijver worden en meer over God weten. Ik nam een sprong in het diepe en de maanden daarop waren vol angst over mijn financiële toekomst. Zou ik het wel redden en was ik niet gewoon erg dom bezig? Maar ik besloot als een kind in God te blijven geloven die aan mijn financiële noden tegemoet zou komen. Een andere kinderlijke uitspraak uit een film was: bouw het en ze komen vanzelf. Dit ging over het verwoesten van en akker om daarop een diamanten baseball te bouwen waarna de dode baseballspelers vanzelf uit de dood op zouden staan. Tegen een financieel adviseur zei ik ook zoiets: “ik ga een nieuwsbrief beginnen.” Hij keek me meewarig aan en vroeg me wat ik ervoor zou vragen? “Niks,” zei ik om de verwarring nog groter te maken. De adviseur liet me weten dat we verschillend over het leven dachten en we nooit in geen 10.000 jaar tot overeenstemming zouden komen over een loopbaan. Hij schudde zijn hoofd, pakte zijn koffer en nam vriendelijk afscheid. Maar de geest van God lachte in zijn vuistje en zei: trek je niks van die knakker aan en ga gewoon door op de weg die ik je ingefluisterd heb. Dus begon ik aan mijn nieuwsbrief en verhalen die in de eerste instantie nog aan niemand gericht waren. Maar de lezers kwamen vrij snel en bleven komen en hun aantal neemt nog steeds toe. Een ander gezegde is: als je van een berg springt, bouw je onderweg vleugels. Ook dit heeft te maken met geloof.

In naam van Jezus; duik lekker je warme bedje in

Erger dan de Hamburger is de uitvinding van elektrisch licht. We kunnen nu opblijven tot na middernacht en weer om 6:30 opstaan en aan het werk gaan. We maken zo een heleboel mee; veel meer dan onze voorouders die vroeg naar bed gingen. Maar wat zou Jezus doen? Hij zou lekker het licht uitdoen en zijn bed in duiken.

*

ecologie en rentmeesterschap

Belangrijk binnen levensprocessen zijn terugkoppelingsprocessen. Simpel voorbeeld: als ik fiets en uit de bocht dreig te vliegen, probeer ik te corrigeren voor het te laat is. Alle ‘machinerie van de levende materie’, processen in levende cellen en organismen zijn afhankelijk van feedbackmechanismen.

1. Alle levende entiteiten zijn in de eerste plaats en vooral afhankelijk van informatie en informatiedragers.

2. De terugko