Bijbel Studies
belangrijke bijbelverzenDeel I
Schepping uit god
In het begin schiep God de hemel en aarde. Als we het heelal ter sprake brengen is deze zin het begin van elke discussie. Ongelovigen en ook wetenschappers menen snel dat gelovigen zich blindstaren op allerlei dogma’s als het om existentiële vragen gaat. Maar het heelal is een plaats van wetten en een zekere orde. In Hebreeën 11:3 lezen we over het ontstaan van de aionen en wat wij “tijd” noemen. In Genesis lezen we dat God de schepping uit bestaande substantie schiep. Mensen, koeien, paarden en auto’s zijn allen geschapen uit “stof” dat telkens anders gerangschikt was. Al deze materialen volgen dezelfde natuurwetten. In Romeinen 11:36 lezen we dat het heelal uit God geschapen was. Niet alleen uit God maar ook door en voor God. God zelf is geest of een kracht die achter alle leven zit. In Efeze 1:10-11 lezen we dat het heelal uiteindelijk aan God onderworpen wordt. Het Lichaam van Christus gaat dit doen. Niet voor niets krijgen de gelovigen straks een nieuw lichaam waarmee ze door het heelal kunnen reizen. Laten we niet vergeten dat onder onze voeten ook nog wezens zitten die tot Jezus bekeerd zullen worden. In Openbaring 9:11 wordt de Tartaros genoemd. Wat is dit voor locatie en kunnen we er gezellig picknicken? Zo klinkt het niet. Het klinkt alsof er vijandige wezens in huizen waarbij ik persoonlijk aan Sasquatch denk. Ook deze wezens zullen tot God bekeerd worden.
https://tgulcm.tripod.com/cu/blay3.html
God is één
God is één en niet drie. Dit lezen we in 1 Korinthe 8:6. Uit de onzichtbare Vader zijn alle dingen. En er is één zichtbare opgestane Christus door wie alle dingen zijn. Jezus kwam uit God voort (Johannes 8:42). God openbaart zich in Jezus terwijl op zijn beurt, Jezus de middelaar is tussen God en de mens. Jezus overbrugt ook de kloof tussen geest en materie. Als persoon ondervond Jezus op aarde dezelfde beperkingen als wij. Hij had last van de zwaartekracht en leed honger en dorst. Alle wondergaven die Hij in specifieke situaties had, kreeg hij van God. Het was de Vader die in Jezus werkte (Johannes 14:10). God was in christus en verzoende in christus de wereld met zichzelf.
* Hebreeën 1:10; God spreekt niet tot Jezus maar andersom, zie Psalm 102.
*
Jezus was uit een maagd geboren. Zijn vader was God. De heilige geest had Maria van Nazareth zwanger gemaakt. Was Jozef de biologische vader van Jezus geweest dan was de Bijbel leuk wc papier geweest. De wonderlijke levensloop van Jezus waarin Hij onvermoeid de wil van zijn Vader deed, kon alleen gebeuren omdat God de vader was. De Adamitische mens erft niet de zonde maar de dood. Door de dood zijn we zondig. Jezus had God als Vader en was zonder zonde. De dood was voor hem alleen van belang om deze te overwinnen en eruit op te staan. Jezus werd zelf op allerlei manieren beproefd maar Hij zondigde niet, opnieuw omdat Hij de geest van God had. Zijn verweer bestond telkens uit de de woorden: “er staat geschreven…” De opgestane christus is het hoofd van een nieuwe schepping. Aan het kruis nam Hij de zonde van de hele wereld op zich om deze definitief te vernietigen. Zoveel als er in Adam stierven zoveel worden er in de opgestane christus levend gemaakt. Iedereen wordt uiteindelijk gered.
Jezus is anders
Laten we Jezus niet met andere helden, nephelden vergelijken zoals met Boeddha, Mohammed of Zaratustra. De Jezus in de Bijbel verwijst naar de opgestane die nu al tweeduizend jaar bij zijn Vader in de hemel is, te weten een hemel boven het heelal. Kolossenzen 1:16-17 maakt helder dat het heelal en alles zijn samenhang in de opgestane christus heeft. Over Boeddha of Mohammed lezen we dit niet. Christus bestaat overigens uit zowel het Hoofd, dat de opgestane Jezus is als het lichaam dat door de gelovigen gevormd wordt. Jezus deed bijzondere dingen. Zelfs de storm op het meer gehoorzaamde Hem zodat zijn discipelen heimelijk vroegen wie hij was? Ja, Hij wekte Lazarus op uit de dood. Pantheïsten zien God in alles van de natuur. Maar gelovigen in christus zien de natuur ook in God. Alles is een uitdrukking van God.
De elementen
Jezus die over water liep, de storm toesprak en met een geloof zo klein als een mosterdzaad een berg wilde verplaatsen. Andersom sprak de storm van de woede tegen de zonde, de golfslagen van het water spreken van Gods geduld en de bergen spreken van het fundament en de eindbestemming van Gods plan met de schepping.
*
Godheid versus drie-eenheid
Als God en Christus dezelfde persoon zijn, waarom gebruikt God Hem dan als spreekbuis? En waarom bad Jezus tot zijn Vader in de hemel als Hij zelf God was? Jezus was uit de heilige geest geboren en dus kan de heilige geest niet dezelfde persoon zijn als Jezus. Moslims kennen de drie-eenheid van Mozes, Jezus en Mohammed. Christenen kennen de Vader, Zoon en Heilige Geest maar dit is geen drie-eenheid. Jezus is het kanaal door Wie God de schepping schiep. De heilige geest is de kracht van God. God IS geest.
*
Christus is een prisma
Christus toont ons een samenhang en werkelijkheid die onze pet te boven gaat. Niet alleen de zichtbare maar ook de onzichtbare dingen worden door Hem aan ons geopenbaard. Hoe dichter we Hem naderen hoe meer we van die werkelijkheid te zien krijgen. De oecumene in Romeinen 16 was een totaal andere dan wat wij onder een multiculturele samenleving verstaan. De mens heeft christus ook weer als eindbestemming. Naar Hem keren we terug. Hij kocht ons vrij van de zonde, wij zijn niet van ons zelf. Door de opstanding van Jezus werd Hij de eerst geborene van een nieuwe schepping. Dit is heel iets anders dan jezelf met allerlei cursussen bijspijkeren. Anarchisme is hierom onzin omdat autonome personen niet bestaan. We hebben een eigen wil maar geen eigen vrije wil. Daarbij zijn we bezit van degene die ons vrijkocht van de zonde. Buiten Hem bestaat er niets en heeft niets enig bestaansrecht.
*
Ook als we falen en telkens zondigen houdt God ons nog steeds op koers, in eenheid met christus. Wij vragen wie ons van de dood bevrijd. Het antwoord volgt direct hierop: Christus. Jezus die stervend aan het kruis hing om af te rekenen met de dood terwijl de dood in Hem werkzaam was ter wille van de nieuwe schepping. De opstanding van Jezus waarin het kruis al is inbegrepen is werkzaam in het lichaam van Christus en is geworteld in een overwinning die al behaald is. God kent ons als zittende met christus in de hemel terwijl we onze eigen aardse hulpeloosheid aanschouwen.
*
En het gebeurt dat een ieder die zal aanroepen in de Naam van JAHWEH zal ontsnappen, want op de berg van Zion en in Jeruzalem zal verlossing komen, zoals JAHWEH zegt, en onder de overlevenden die JAHWEH roept. – Joel 2:32
Iedereen die op een bepaald moment de naam van de Here aanroept, zal gered worden. Nu is de vraag; gaf de heilige geest Paulus dit woord, Heer in? In plaats van zoon van god, mensenzoon of Christus… Ik denk van niet. De geest wilde duidelijk maken dat onze redding te maken heeft met een top-down autoriteit; dwz. Met een autoriteit die van boven naar beneden handelt. In tegenstelling met de gedachte dat de redding in onze handen is; namelijk dat god ons redding biedt maar dat we zelf de keuze moeten maken. In Joh. 13:3 staat dit ook: al waargenomen hebbend dat de Vader Hem alle dingen in °handen geeft (geeft = Grieks aoristische tijd) en dat Hij van God uit kwam en tot god weg gaat,”
Redding is dus van de Heer en door de Heer. Het gaat erom dat het Hem plezier brengt in die zin dat Hij alle mensen zal redden. Dit voert terug op Jesaja 53:10: “Hij zal dagen verlengen en het verlangen van JAHWEH zal voorspoedig zijn in Zijn hand.”
En…
“JAHWEH ontbloot Zijn arm van heiligheid voor de ogen van alle natiën en allen van de grenzen van het land zien de redding door onze Elohim.”
In al deze verkondigingen is redding direct verbonden met de autoriteit van Christus als Heer.
*
68 Zion
De naam Zion is verbonden aan de gelijknamige berg in Jeruzalem. Deze hoge berg in Mattheüs 4:8 was mijns inziens de Tempelberg op de berg Zion en niet de Mount Everest of zoiets. De berg Zion werd in de Bijbel op een paar manieren beschreven:
-
Ophel, of de stad van David
-
De Jebusiet water toevoer
Ophel, de stad van David
Dat Zion de stad van David was, is duidelijk van 2 Samuël 5:7. Ophel en Zion waren dezelfde namen van de hoogste punt van de bergrug die vanaf de berg Moria zuidwaarts loopt. Zion was de naam van een Jebusitisch fort op de top van deze berg, direct boven de Gihon. Toen David dit fort innam werd dit deel de Stad van David genoemd. Jeruzalem was naar de Jebusieten vernoemd. De echte locatie van Zion zal overeenkomen met Jeremia 26:18 en Micha 3:12 waarin we lezen dat Zion geploegd wordt als een veld. Dit kan niet de Haram Sharif zijn waar immers gebouwen staan. De Gihon bron is de sleutel tot de echte locatie van Zion. De ondergrondse rotsen van de Gihon waren door koning Hizkia uitgehakt om water van de bron naar de poel van Siloam te transporteren. Deze poel lag binnen de muur van de stad.
2 De Jebusitische watertoevoer
Mogelijk is de Gihon bron onder de berg Moria zelf, zie ook Psalm 46:4. Het Jebusieten fort van Zion was direct boven deze bron. Voor de tijd van Hezekia was de stad van David afhankelijk van deze bron voor de watertoevoer en dan vooral in tijden van dreiging van buitenaf of wanneer de stad onder vuur lag.
*
De naam Zion is verbonden aan de gelijknamige berg in Jeruzalem. Deze hoge berg in Mattheüs 4:8 was mijns inziens de Tempelberg op de berg Zion en niet de Mount Everest of zoiets. De berg Zion werd in de Bijbel op een paar manieren beschreven:
-
Ophel, of de stad van David
-
De Jebusiet water toevoer
-
Hezekiah’s waterleiding en poel
-
De inscriptie in Siloam
-
De tempel van Salomo op de berg Moria
-
Salomo’s koninklijke bouwers op Moria
-
Salomo’s heerschappij
De mestpoort van Nehemia
3 Het gesloten systeem en de poel van Hezekia
De uit de rotsen gehakte tunnel, ook wel een gesloten systeem genoemd dat ontdekt werd door Charles Warren in 1867 en als eerste door hem genoemd werd, zorgde voor de transport van het water van de bron naar de poel van Siloam. Dat dit systeem door Hezekia aangelegd was, wordt duidelijk uit de inscriptie die in de tunnel gevonden is. Hij had voor de invasie van de Assyriërs in 603 voor christus de tunnel aangelegd waarmee hij het water van de Gihon naar een nieuwe poel bracht (oude poel staat in Jes. 22:11) die hij aangelegd had voor dat doel (2 Kon. 20:20). Deze poel werd de koningspoel genoemd (Neh. 2:14). Toen het Assyrische leger naderde, stopte Hezekia het water van de fonteinen buiten de stad (2 Kron. 32:3-5), en verborg hij hun in-, en uitgangen. Deze inscriptie in Siloam die in 1880 ontdekt werd op een steen in de rechtermuur van de tunnel, ongeveer 20 voet van de uitgang in de poel van Siloam, is zonder twijfel het werk van Hezekia (zie plaat 103). Interessant is dat de inscriptie de lengte van het watersysteem geeft in cubits waarbij een cubit ongeveer 17,5 inch was. Voor de tijd van Hezekia moet het water dat vanuit de bron vloeide vanuit een lager punt zijn begonnen waarna het over het laagste einde van de Kidron vallei stroomde voorbij de tuin van de koning.
4. De inscriptie van Siloam
De datum van de inscriptie zou rond 607 voor christus zijn. De val van Samaria was in 611 voor christus. Hezekia die voorzag dat Juda ook snel zou vallen, begon werk te maken met het aanleggen van de poel en het watersysteem van 2 Kon. 20:20. Deze job duurde mogelijk 3 jaar. Toen het beleg van Jeruzalem door Sennacherib was begonnen toen Hezkia 14 jaar was, was het watersysteem voltooid en in werking aangezien Hezekia het water van de bronnen buiten de stad stopte. 2 Kron. 32:2-4.
En dus moet het uit de rotsen gehakte watersysteem van Gihon naar Siloam aangelegd zijn tussen Hezekia’s 6de en 14de jaar rond 611-603 voor christus.
De inscriptie is gegrafeerd in Hebreeuwse karakters net als die van de Moabitische steen en beslaat
6 regels. De vertaling is als volgt:
Zie het graafwerk. Dit is de geschiedenis van de doorbraak. Terwijl de werkmensen de houwelen ophieven, ieder naar zijn buurman, en terwijl 3 cubits overbleven, riepen de anderen tot hun buren omdat er een kloof was in de rots rechts. En op de dag van de doorbraak, sloegen de graafwerkers, zij aan zij met houweel aan houweel; en daar vloeide het water vanuit de bron naar de poel over een lengte van 1200 cubits. En een cubit was de hoogte van de rots boven de hoofden van de gravers.
V. De tempel van Salomo op de berg Moria
De map op pagina 105 toont de diverse gebouwen in het tempel gebied op de berg Moria op een grotere schaal. Van illustrators hebben we suffe weergaven van een design van god dat niet door mensen geëvenaard kon worden tot en met indrukwekkende architectonische schetsen van allerlei makelaardij, Fenicisch, Egyptisch, Grieks, Romeins en Gotisch. Niet tevreden met het resultaat voor Salomo’s tempel, gebruikten de tekenaars details uit de aanwijzingen van Ezekiel voor de Millennium Tempel om ze aan de tempel van Salomo toe te voegen. Dan is er de verklaring van David in 1 Kron. 28:12, 19 dat hij directe instructies had gekregen van Jehova voor het patroon van het hele complex dat hij door de geest had verkregen, en “in het schrijven” – in andere woorden, beide model en details die van boven werden geïnspireerd – behoeden ons voor zulke fouten. De tempel was gebouwd volgens een hemels plan en er is een afwezigheid van elk detail dat ons in staat stelt om zo’n gebouw in ere te herstellen. Net als in het geval van de tabernakel worden de essentiële elementen weg gelaten zodat men niet de woonplaats van Jehova kan nabouwen en met het plan voor de tempel zitten we in dezelfde positie. Het plan op pagina 105 handelt vooral over de figuren die in globale lijnen worden gegeven en vooral zicht bieden op de positie van de diverse gebouwen ten opzichte van het altaar of het brandoffer.
Het altaar van het brandoffer is zichtbaar op de zijde van de heilige steen die precies onder het centrum is van het huidige moslim heiligdom dat bekend staat als de Rotskoepel. Dit is de traditionele plaats waar David’s altaar stond, op de dorsvloer van Araunah de Jebusiet. De tempel met zijn poort, de beide pilaren die Jachin en Boaz heten en de gesmolten zee zijn ten westen van het altaar. En de open ruimte, het hof van de tempel is blank gelaten. Voor een goede reden: we hebben geen onthulling over hoe deze ruimte precies ingekleed was. Josephus en de joodse geschriften zijn dus waardeloos om ons informatie te verschaffen over de tempel van Salomo. Dat er een binnen en buitenplaats van de tempel was, is erg waarschijnlijk maar in latere data wordt niet meer van binnen of buitenplaatsen gesproken.
(*1) Deze en de andere hoofdgebouwen van het Haram gebied staan in een stippellijn op de map.
VI. Salomo’s koninklijke gebouwen op de berg Moria
Hier gaat het om andere zaken. Nergens in de bijbel staat dat David of Salomo een goddelijk plan ontvingen voor het “huis van het bos van Libanon.” Daarom is het toegestaan om deze gebouwen zodanig op de kaart te plaatsen dat ze in elk geval voldoen aan de schaarse details die we hebben. Moderne architecten die het huis van Salomo hebben geprobeerd te bouwen, vergeten vaak dat de koning behept was met een speciale wijsheid. Hij was wijs als niemand voor hem. Derhalve zou hij niet de fouten maken bij het bouwen van zijn paleis waarvan enkele critici hem beschuldigen. (*1)
Zijn huis was gebouwd met hout uit het bos van Libanon. Het was 100 cubits lang, 50 cubits breed en 30 cubits hoog. Ondanks dat het aantal ceder pilaren gegeven is, is het onmogelijk om meer te doen dan globaal op het stadsplan aan te geven waar ze misschien stonden. Hetzelfde geldt voor de poortpilaren die samen een enorme poort vormden die de oordeelspoort werd genoemd. De grootte van de poortpilaren zijn ons gegeven en dat is alles. En ons wordt verteld dat het huis van de Farao op deze poort leek. Dus iets van 50 x 30 cubits. De rest van de details is in nevelen gehuld.
(*1) Prof. STADE geeft in zijn Geschiedenis van het Volk Israel een uitgekiend plan dat opgenomen is in de laatste werken over Jeruzalem. Het plan resoneert prima met de bijbelse verklaringen omtrent (1) het huis van de koning, (2) het huis van het bos van Libanon, (3) de Hal van pilaren, (4) de troonhal, (5) het huis van de dochter van de Farao – terwijl 1 Koningen 7:1-8 duidelijk stelt dat Salomo’s huis en het Huis van het bos van Libanon één zijn.
Dit huis had een poort van pilaren, vermoedelijk ten zuiden en ook lag in het zuiden van de poort de Poort van het oordeel waar Salomo zat om recht te spreken. Deze was, zoals te zien is op pagina 105, gelegen bij de toegang tot de stad van David. Salomo was niet alleen koning maar ook een heer en hij zou nooit willen dat de poort van het oordeel op zijn eigen grond stond. Het huis van de dochter van de Farao zou het gebouwencomplex compleet maken hoewel een deel van de Haram er later aan toegevoegd werd.
VII. Salomo’s verhoging
Deze verhoging waarlangs Salomo naar het Huis van Salomo ging, was tussen dit huis en de buitenplaats van de tempel en zou 2 of 3 treden bevatten, die beschut waren door een volgende poort van pilaren, net als de andere gebouwen. Het tempelgebied was ongeveer 6 meter hoger dan het huis van de koning en dit hoogteverschil zou de constructie van een verhoging bevestigen. Deze verhoging zou ongewone details bezitten die alleen door God geïnstrueerd waren. De koningin van Sheba leert ons meer hierover, 2 Kon. 10:1-10; 2 Kron. 9:1-12).
Om het huidige niveau van het Haram al Sharif gebied te bereiken ten zuiden van de stad van David, moeten enkele middelen worden onderzocht die deze ophoging konden bewerkstelligen. Dit staat op de map van pag. 105 als een serie van treden die samen een trap vormen en die direct toegang geeft tot een plateau waar ook de Poort van het Oordeel op uitkomt. Dit zou een directe toegang betekenen voor de mensen naar de hal om geoordeeld te worden voor hun overtredingen.
Naast deze grote trap voor de mensen, moet er ook een eenvoudiger weg zijn geweest om van de stad van David naar het tempelgebied te gaan. Mogelijk was dit een schuine of gebogen verhoging. Zie het plan. Deze weg zou ook een dienen voor het leger van de koning. Het bewijs is overdadig dat Salomo een hele serie paarden en gevechtswagens had. Deze zouden niet op het Haram terrein kunnen worden gestald, tegenover de koninklijke gebouwen. Onder de Zuidwestelijke hoek van de Haram is een groot gebied van ondergrondse pilaren en gewelven die bekend staan als Salomo’s stallen. Waarschijnlijk was de paardenpoort vlakbij. Zie plan pag. 100.
VIII. De mestpoort van Nehemia
Op de map (pag. 100) staat in stippellijn een lange afvoerpijp van het riool. Deze pijp is van belang om de mestpoort te lokaliseren. Waarschijnlijk is dit riool een indicatie voor de positie van het hoofdriool van het tempelgebied vanaf Salomo en verder. Ook moeten er afvoervoorzieningen zijn aangelegd in de tempelgebouwen zelf, al was het maar voor de afvoer van het bloed van offerdieren. Of voor de afvoer van het water van reinigingsrituelen. Om deze reden moet er een groot rioolsysteem zijn geweest dat de afvoer naar lagere gebieden regelde. Er is nog steeds zo’n systeem zichtbaar dat of door Salomo is aangelegd of later. (*2).
Deze afvoer loopt door de uitloper van de Tyropoeon vallei, voorbij de poel van Siloam, (de koningspoel, Neh. 2:14), en passeert een oude poort ten zuiden van de Oude Poel (Jes. 22:11). Deze poort markeert de positie van Nehemia’s mestpoort. Het rioolsysteem komt hier uit, niet ver van een gebied dat Aceldama heette. Dat dit zo is, wordt bevestigd door het feit dat het riool onder de Zuidelijke muur van Jeruzalem door loopt en vlakbij de poort ligt die er nu nog steeds is en de Arabische naam Bab al Magharibe heeft ofwel, de mestpoort. Het verschil tussen het huidige niveau van de zuidwestelijke muur van de Haram tot aan de mestpoort (ten zuiden van Zion) is 300 voet (zie pag. 100A-B). Dit is een indrukwekkend hoogteverschil om het doel te realiseren dat zo’n riool zou dienen. Dit is tevens de sleutel tot het oplossen van de moeilijkheden die direct te maken hebben met de locatie van de rest van de poorten van Nehemia.
De Vallei Poort vanwaar Nehemia zijn nachtelijke inspectie begon (C.2), en vanwaar de 2 optochten begonnen E. en N. bij de inwijding van de muur (C.12), kan op de uitloper van de Zuidwestelijke heuvel worden gezien. Recente onderzoeken hebben een oude poort onthuld die ook op de map te zien is (p. 100). De mestpoort stond in het uiterste Zuiden van de stad van David. De volgende poort, de Fontein Poort stond vlakbij het terrein waar de trappen van David omhoog leiden naar het hogere gebied van de Stad van David. Ook deze poort moet zeker hebben bestaan. De waterpoort was vlakbij een weg die naar de Gihon voerde. En de andere poorten volgen in opeenvolgende volgorde tot aan de schaapspoort ten Noorden van het Tempelgebied en dichtbij de poel die we van de bijbel kennen als de poel van betsaïda, bij de schaapspoort (Joh. 5:2). De gevangenenpoort zou in het uiterste Noordwesten van het tempelgebied hebben gestaan. Deze zou verbonden zijn geweest met de barakken van de tempelwacht. Vanaf deze poort begon Nehemia de processie die ten Noorden van de Valleipoort begon en bij de inwijding van de muur even stil hield.
Avondmaal als Liefdesmaal
Zwingly zei dat het Avondmaal geen inzetting was. Deze tafel is geen wet maar liefde of agape. Luther en Calvijn hebben hem flink onderschat met deze zienswijze.
*
Eerste prikbord was van Jesaja
Jesaja was niet alleen profeet maar ook geschiedschrijver en hij kende zijn klassiekers. Hij schreef de geschiedenis van Hiskia en van Uzzia. De laatste is verloren gegaan maar we menen toch een samenvatting te hebben gevonden in het werk van Jesaja. Namelijk in 2 Kronieken 18:13-20 en Jesaja 36-39. Verder schrijft hij over de schepping, het paradijs, de Zondvloed, Noach, Sodom, Abraham, de Uittocht uit Egypte, de doortocht door de woestijn, de intocht in Kanaan, de oorlogen van Josef, Gideon en David etc. Hij heeft ook een prikbord geschreven in Jesaja 8:1 en 30:8 waarmee we kunnen zeggen dat er zeker wel eenheid in zijn schrijven is.
Jesaja Prikbord:
En JAHWEH zegt tot mij: Neem voor jezelf een grote rol en schrijf er op met de pen van een sterveling: Maak haast, beroof, de plunderaar schiet op! (8:1)
Kom nu, schrijf het op een tablet voor hen en teken het op in een rol, en het zal worden voor een latere dag, voor de toekomst, tot de aion. (30:8)
*
De Openbaring van Jezus
Het Boek Openbaring is weliswaar door Johannes geschreven maar in opdracht van de opgestane christus. Het is dus de openbaring van Jezus en niet van Johannes. Het boek is gericht aan de slaven in de Eindtijd! Dit zijn de joden die in de laatste dagen zullen meemaken dat de wetteloze zich in de tempel zet. Johannes heeft dus letterlijk de toekomst gezien die zelfs nog voor ons licht. Ja, hij heeft de lichtzee van Babylon gezien, auto’s digitale Billboards en alle technische snufjes van onze tijd en van de toekomst. Paulus heeft zelfs nog veel verder gekeken. Het boek zelf zal in die laatste dagen verboden zijn om te lezen. Er staat dan zelfs de doodstraf op. Openbaring 6:9; 20:4. Het eiland Patmos symboliseert de synagoge in de omringende diaspora.
*
Paulus moest het evangelie als handelswaar aan de man brengen. Zodat hij het verder verspreidde waarna de toehoorders of ontvangers ervan het op hun beurt verder zouden verspreiden.
Net zo interessant is het wat hij tegen Timotheüs zegt;
De apostel schrijft: “Houdt voortdurend in gedachten Jezus Christus, opgewekt zijnde uit de doden uit het zaad van David, naar mijn evangelie”. Aan het feit dat Jezus op de Paasmorgen was opgestaan twijfelde Timotheüs beslist niet, vanwege dat geloof was hij immers een christen.
Paulus‟ opvolger moest echter de levende Here in gedachten houden, die hem voor de strijd had aangeworven (vgl. vs.4) en voor al zijn behoeften bleef zorgen. Hem moest Timotheüs als een “goed soldaat” behagen. Hij was de scheidsrechter, die aan het eind van de spelen de prijzen zou uitreiken (vs.5). Hij zou de zwoegende landman voeden door zijn Woord en Geest (vs.6).
De boodschap is duidelijk. We zijn gered door ons geloof in Hem, de opgestane. Maar we worden pas echt beloond (of niet) naarmate we ook op Hem in ons persoonlijke leven vertrouwen.
*
Hebr. 9:3
Wat betreft Hebr.9:3: inderdaad daar hoort “heiligeN der heiligen” te staan. In de nieuwere versie van ISA is dit trouwens gecorrigeerd maar helaas is die versie nog niet op internet beschikbaar. Blijft over de vraag, hoe kan het heilige der heiligen in Hebr.9:3 “de heiligeN der heiligen” genoemd worden? Ik kan maar één verklaring bedenken en dat is dat het eerste meervoud niet slaat op de ruimte maar op de allerheiligste attributen die zich daar bevonden. Zoals Hebr. 9 vervolgt:
“3 …. de heiligen der heiligen, 4 hebbende een reukwerkvat en de ark des verbonds, rondom met goud overtrokken, waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds…”.
*
1 Korinthe 4:7
Sommige mensen kijken op werklozen neer, anderen op gehandicapten. Omdat ze zelf gezond zijn en een goede baan hebben. Maar ze vergeten dan dat alles wat ze zelf hebben verkregen eigenlijk ook uit Gods hand is. Die goede baan die ze net bemachtigd hadden, had ook net aan hun neus voorbij gegaan kunnen zijn. Maar God zorgde ervoor dat ze kregen wat ze nodig hadden. 1 Korinthiërs 4:7
*
Andere levensstijl
Sommige mensen denken onder de straf op de zonde uit te komen door beter te gaan leven. Maar door beter te leven, hef je de zonde niet op. Een gelovige is namelijk om niet gerechtvaardigd. (Rom. 3:23-24). Vrede met God ontvang je niet door in het vervolg goed je best te gaan doen, door een streng dieet te gaan houden of door je schuld met aalmoezen af te kopen, maar alleen door je vertrouwen te stellen op de Here Jezus (Rom. 5:1-2).
Door rechtvaardiging alleen
Dwaalleraren beweren, dat Christus met Zijn rechtvaardiging de vrome mens te hulp schiet. Gelovigen moeten zich inspannen om bepaalde werken te doen en als ze, na hun uiterste best te hebben gedaan, tekortschieten, dan komt Christus hun te hulp door het ontbrekende aan te vullen. Goede werken zijn volgens zulke mensen noodzakelijk voor het behoud, en de behoudenis is voor een deel uit de wet. Dat staat echter haaks op de boodschap die God bij monde van Paulus in de volkerenwereld heeft doen klinken. “Uit werken der wet zal geen mens gerechtvaardigd worden” (Gal. 2:16b). Door de wet (grondtekst: een wet) zal niemand voor God gerechtvaardigd worden (Gal. 3:11, Rom. 3:20). Geen enkele niet-Jood en ook geen enkele Jood (Rom. 3:30). Christus alléén is het, die de mens rechtvaardigt. Goede werken ontstaan, doordat Hijzelf in Zijn volgelingen leeft en vrucht in hen voortbrengt (Gal. 2:20, Kol. 1:27, vgl. 1 Tim. 6:3). Wie iets anders leert, is van de waarheid beroofd. Het “geloof” waartoe zo iemand oproept, kan de toets niet doorstaan.
Bijbelse duurzaamheid
Wie aan zondaars normen en waarden of wetten predikt, zal aanvankelijk enig succes oogsten. Als mensen bang worden voor de Dag des Oordeels zullen ze zich aan allerlei Bijbelse regels vastklampen. Maar hoe duurzaam zal hun gedragsverandering zijn? Jannes en Jambres, de tovenaars van Egypte imiteerden de tekenen die Mozes deed. Regels naleven is een nabootsing van de genade die Paulus preekte.
*
De waterdoop is één van de meest onbegrepen zaken in de bijbel. Maar Paulus zegt echt dat we de waterdoop van Johannes achter ons moeten laten en de doop in de geest zullen aanvaarden. (Hebreeën 6:1-2) Christus is namelijk niet voor niets gestorven en had onze vrijheid niet voor niets met duur bloed gekocht. Maar al snel na de dood van Paulus keerden veel gelovigen terug naar het rituelen circus dat religie eigen is. Paulus had er tevergeefs nog zo voor gewaarschuwd. En zo kon het gebeuren dat zelfs de grootste kerkvaders als Origenes, Gregorius van Nyssa en jawel, Augustinus de waterdoop tenminste als één van de voorwaarden noemden om gered te worden. De verwarring over de waterdoop luidde een terugkeer in van de genade naar het wetticisme en het ontstaan van allerlei denominaties zoals het katholicisme maar ook het protestantisme.
*
De doortocht van de Israëlieten door de Rode Zee moet iets spectaculairs zijn geweest. Allereerst marcheerde een natie van 3 miljoen mensen door de Rode Zee (Exo. 14:15) waarmee het leiderschap van Mozes werd ingewijd. (N.B. was door de Nijldelta). Deze karavaan was niet alleen lang maar vast en zeker ook erg breed aangezien het allemaal snel moest gebeuren. Er waren wolken boven hen die de regen op hen los lieten (Psalm 77:18). De Israëlieten werden dus tegelijk gedoopt. Deze doopdienst had zelfs een plechtig karakter en ging vergezeld van de donder die als een stem van boven kwam. Deze doortocht moet een enorme indruk hebben gemaakt op de Israëlieten. Zelfs 2000 jaar later schrijft Flavius Josephus er nog over. Hij schrijft dramatisch over de doortocht om dezelfde emoties op te wekken die wij bij Scifi films voelen. Hij schrijft dat de regen uit de lucht stortte en dat er vreselijke donder en bliksem was met vuurstralen. Eigenlijk wil ik hier het Scifi karakter van het hele gebeuren benadrukken zoals je dat ook bij de val van Sodom terug ziet. Dat Flavius gevoelig was voor het zelfde apocalyptische scenario als wij en ook vol verwachting naar dezelfde dingen uitkeek, 2000 jaar geleden. Toch wil ik ook even benadrukken dat deze doop dus niet door onderdompeling tot stand kwam maar door water over hen uit te gieten.
*
David vermoordde ooit Uriah om diens vrouw, Bathseba te jatten. Wat hem ook lukte. De profeet Nathan wist hem te melden dat hun eerste kind snel zou sterven. Dit gebeurde ook. David werd met de neus op de feiten gedrukt door te erkennen dat hij fiks gezondigd had. De tweede zoon overleefde het wel en heette Salomo. Hij zou later koning worden en de tempel bouwen. Hij schreef bovendien Psalm 51:3 en 4 waarin hij God om vergeving vroeg. Dik duizend jaar later werd deze Psalm beantwoord toen Christus aan het kruis stierf. Paulus schreef als antwoord op Psalm 51:3 en 5 zijn passage in de Efeze brief, Efeze 1:7: “in Wie wij de verlossing hebben door Zijn bloed, het laten gaan van de misstappen overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade”.
*
Aan wie betaalde Jezus de losprijs?
In de kerk wordt weleens gezegd dat Jezus een dure prijs betaalde voor onze verzoening. Namelijk met de dood. Overigens werd Hij wel weer opgewekt maar niettemin was zijn lijdensweg en dood op zijn zachtst gezegd een heftig gebeuren. De kerk zegt dat Jezus een losprijs moest betalen aan…. satan? Dit zou dan betekenen dat satan op 1 lijn met god komt te staan. (En dat kan natuurlijk niet). Of betaalde Hij zijn losprijs aan Zijn Vader in de hemel? Ook dit is onwaarschijnlijk omdat God zelf het initiatief nam om zijn Zoon uit de dood op te wekken en ons met Hem te verzoenen. Hoe zit het dan? Als we nu gewoon het woord LOSprijs eens los laten. Hij betaalde gewoon een hoge prijs voor onze verzoening, namelijk tot de dood aan toe. Ik geloof er niets van dat het om een losprijs ging die aan iemand betaald moest worden. Ik zag ooit een film over de eerste Cubaanse vluchtelingen die in New York aankwamen. Onder hen was de dichter Allego Carpentier die later zelfs Aids kreeg. Het had hem behoorlijk wat moeite gekost om zijn vrijheid te bemachtigen. Toen hij in het beloofde land aankwam, was de pret van korte duur. Hij werd als homo geconfronteerd met werkloosheid, discriminatie, concurrentie van Haïtianen en uiteindelijk zelfs aids. Hij merkte op dat de prijs voor zijn zogenaamde vrijheid bij nader inzien te hoog was geweest. Wil dit zeggen dat hij die prijs aan iemand betaalde? Hooguit aan zichzelf misschien? Of aan de dood.
*
Iedereen wordt gered, ook de ongelovigen
Ik haalde eerder het HAVO diploma dan mijn broer omdat ik een dik jaar ouder ben en dus in een klas voor hem zat. In grote lijnen is het ook zo met de redding in christus. We worden allemaal gered. Het enige verschil tussen gelovigen en ongelovigen is dat de gelovigen EERDER gered worden. Navenant aan het eerder genoemde plan van de aionische tijden, is er een fasering zichtbaar in Gods plan waarin Christus als eerste werd opgewekt. 2000 jaar later (en die tijd is nu bijna om) zullen de eerstelingen worden opgewekt uit de dood, te weten de gelovigen van vroeger. Tesamen met de gelovigen van nu zullen ze weg worden gerukt en naar christus op de wolken worden gevoerd. Hij zal geen moeite doen om naar de aarde te komen. Trouwens zijn komst is ook in 2 fasen want later zal Hij wel naar de aarde komen en op de Olijfberg landen om zijn volk te redden. In een 3de fase zullen de ongelovigen uit de dood worden opgewekt waarbij iedereen zal worden geoordeeld naar zijn of haar werken. Daarna gaan de ongelovigen de 2de dood in die de vuurpoel is (de Dode Zee). Aan het einde van de laatste en 5de aion worden ze dan voor de 2de keer opgewekt om voorgoed samen met de eerste kliek gelovigen samen te zijn. God zal dan alles in allen zijn. 1 Kor. 15:28
Jezus is niet alleen de eerstgeborene uit de doden maar ook DER doden of van de doden. Dit zijn dus ook de ongelovigen die in het graf liggen. “Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde…” (1 Korinthe 15:22-23).
*
Een Christelijke auteur biedt ons een goede analogie.
Neem de parallel tussen een fles water en de porno-industrie. We betalen vrolijk een paar euro meer voor een flinke fles met fris water. Is dit eigenlijk niet vreemd? Moet iedereen niet gewoon GRATIS water hebben? Wie is de schuldige? De Klant? Nee, want hij heeft gewoon iets nodig. En de winkel, is die schuldig? Nee, want de winkel verkoopt iets waar behoefte aan is. En het bedrijf dat water in flessen levert? Ook niet. Wie kan het een bedrijf kwalijk nemen dat het iets verkoopt voor winst? Dus wie is er schuldig? Dat is de schurk die ons water verontreinigt. Hij is degene die een markt creëert die er eigenlijk niet had moeten zijn. Als er genoeg vers water van goede kwaliteit was, bestonden er geen bedrijven die water in flessen produceerden. Zo is het ook met de porno industrie. De schuldige is degene die ons brein vergiftigt met de propaganda dat seks fout is, ja zelfs kwaadaardig. Eeuwenlang hebben christenen hun publiek dit ingeprent. Juist daarom hebben Hustler en Playboy zo’n geile markt. Wat vrij toegankelijk zou moeten zijn, is het zwarte schaap van de gemeenschap geworden.
*
Onlangs was er veel te doen over christenen die hun kinderen niet wilden inenten tegen de mazelen. Waarmee ze door besmettingsgevaar ook nog de kinderen van anderen in gevaar brengen. Mogen gelovigen nu wel of niet naar de dokter gaan? Weer haal ik Paulus erbij die de arts Lucas steeds bij zich heeft. Uit de “wij-passages” in het boek Handelingen blijkt, dat Lukas Paulus op zijn zendingsreizen dikwijls heeft vergezeld (Hand. 16:10-17;20:6-16; 21; 27:2 e.v.; 28). Ook elders wordt hij tot diens medewerkers gerekend (Filémon 24) en hij was de enige die de apostel tijdens zijn laatste gevangenschap heeft bijgestaan (2 Tim.4:11). Paulus beschouwde Lukas als een trouwe vriend en noemde hem daarom “de arts, de geliefde”. Blijkbaar oefende Lucas tijdens hun gemeenschappelijke reizen het beroep van arts uit, net zoals Paulus door middel van tenten maken in zijn onderhoud voorzag. Het is dus totaal onbijbels, wanneer moderne christenen menen dat ze voor hun kwalen niet naar een dokter mogen gaan!
*
‘Diner met Persephone’, Patricia Storage, London, 1996. Het is een Grieks reisboek dat geschreven is door een Amerikaans meisje. Het beschrijft heel duidelijk hoe de Grieken denken. Op pagina 320 is er de beschrijving van het leven van Penelope Benaki Delta, de dochter van een Griekse magnaat, een Onassis type, geboren in Alexandrië in 1874. Ze werd schrijfster. Ze groeide op in Alexandrië, pagina 324: “ze had de vreemde omstandigheid mee dat ze een leven kon leiden met enige macht en privileges in een land met vooral analfabeten, bedienden en bedelaars. Ze zei dat het slaan van Arabieren niet alleen toegestaan maar ook verplicht was. Ze reageerde op haar vader die een tuinman sloeg voor iets waarvan de man verdacht werd maar dat hij misschien helemaal niet gedaan had. Ook vertelde ze van een Britse officier die een Arabier met een zweep in zijn gezicht sloeg. Ze merkte op dat de wortels van het islamitisch fundamentalisme niet in de Koran lagen maar in Europa.
*
Is geloof genetisch bepaald?
Nadat atheïsten hoog van de toren blazen over hoe geweldig de wetenschap toch wel niet is, komt men er na duizenden uren van onderzoek achter dat geloof in het DNA bepaald is. Halleluja! Waarom ziet men dit niet direct aan de urine!
*
Op 6 december 1273 kreeg Thomas van Aquino een knal voor zijn kop in de vorm van een mystieke openbaring. Nadien schreef hij niet meer. Hij zei dat al zijn filosofische beschouwingen in het niet verdwenen in vergelijking met wat hij gezien had. Filosofen hebben toch al de neiging om af en toe rare dingen uit te kramen, wat de reden is dat wetenschappers hen op afstand houden. Een eventuele alliantie tegen religie zit er niet in. Maar met zo’n knetterende ervaring als die van Thomas Aquino blijft er weinig over van het filosofische bolwerk.
*
Een harde knal
Ons heelal is volgens de wetenschappers gevormd door een Big Bang. Maar wat is een big bang precies? Een kilo vuurwerk maar dan 100 triljard keer zo hard? Een hele harde knal? Een explosie waar je de afsluitdijk mee op kunt blazen? Wat het ook is, deze knal vond niet plaats in een tijd en ruimte perspectief want de bedoeling van de keiharde (ja echt een hele harde knal) was dat er juist tijd en ruimte geschapen zou worden in de vorm van een heelal. Ooit wilde in de jaren 70 iemand de gasbel in Groningen opblazen omdat hij boos was op de sociale dienst. Bij Sonja Barend deed hij zijn aankondiging. Sonja was diep onder de indruk. Daar waar anarchisten steeds weer de Afsluitdijk wilden opblazen, had deze man iets ludiekers bedacht. De gasbel in groningen, wat dacht je daarvan? Dat zal me een knal geven, zei Sonja, diep onder de indruk. In dit schema zijn al diverse tijd en ruimte coördinaten zichtbaar. Eerst de plaats van mededeling, bij Sonja, dan is er een gasbel in Groningen etc. En er zit een planning achter. De kans echter dat de explosie van de gasbel tot iets constructiefs leidt zoals een mini heelal is zeer nihil.
Dus waarom lopen zogenaamde wetenschappers dan nog altijd achter het idee van de Big Bang aan? Misschien heeft het hiermee te maken dat de beide woorden van Big Bang bewust gekozen zijn. Ze suggereren misschien een botsing van kosmische met seksuele energie. Veel wetenschappers zijn ook bang voor een begin van het heelal. Ergens heeft de uitdrukking Big Bang toch iets van Genesis waar God aankondigt dat Hij hemel en aarde schiep.
*
Waarom draait de elektron om de kern?. Volgens de atheïsten is het vanwege logica. Maar laten we de karakteristiek van het landschap tegenover de karakteristiek van het heelal zetten. Er zijn universa waarin de elektron bepaalde wetten volgen en er zijn universa waarin dit niet het geval is. In een landschap waarin alles mogelijk is, is niets nodig. In een universum waarin niets nodig is, is alles mogelijk. Het is niets waardoor de elektron bepaalde wetten volgt. Wat is dan de oorzaak? Niets, logica of God, waardoor de elektron bepaalde wetten volgt? Dwang en gehoorzaamheid zijn beide geen fysische ideeën. De wetten van de natuur zijn geen wetten van logica en zelfs niet wetten die op logica lijken.
*
At the height of the battle of Stalingrad, a young lieutenant with the 24th German Panzer Division wrote in his diary that Stalingrad “by day, is an enormous cloud of burning blinding smoke; it is a vast furnace lit by the reflection of the flames. And when night comes, one of those scorching, howling, bleeding nights, the dogs plunge into the Volga and swim desperately to gain the other bank. The nights of Stalingrad are a terror for them. Animals feel this hell, the hardest stones cannot endure it; only men endure” – Because Man is made in His Image
*
Veel van Luther’s geklets was fallisch. Toen een Waldenser die Lawrence heette en hem bezocht deelde deze met Luther zijn berouw omdat hij zichzelf in zijn jeugd gecastreerd had. Maarten Luther zei dat hij liever 2 piemels erbij had dan dat hij er één af zou snijden. (6)
In een brief aan zijn vriend Justus Jonas begint hij ook al seksueel getint te kletsen, “Mijn Katie groet u en uw familie hartelijk en eerbiedig. Maar, wacht even, als mijn vrouw u groet dan groet ik uw vrouw! Gelijke monniken, gelijke kappen. (7) Zijn seks grappen zaten steeds weer aan een grens en hij joeg de heiligen van zijn tijd steeds de stuipen op het lijf. En nog steeds zijn zijn grappen op het randje. Zes maanden na zijn huwelijk, schreef Luther aan zijn vriend Georg Spalatin, die op het punt stond om een vrouw te trouwen die ook Katie heette. Hij schreef dat het hem speet dat hij niet in staat was om naar de bruiloft van zijn kameraad te reizen. De gevaren van de route waren te groot. Hij schreef,
Ik zal uitrekenen hoelang mijn koerier erover doet om naar jou te komen. In de nacht nadat je deze brief hebt ontvangen, neuk je Katie en zal ik mijn Katie neuken. Zo worden we in liefde met elkaar verenigd.
Peter Koelewijn zong al dat liedje, kom van dat dak af. En het lijkt of we het korte bijbelverhaal ook op zo’n platte manier lezen. Er zijn overigens 2 gevallen van waarop Jezus werd verzocht om van het dak van de tempel af te springen, maar daar gaat het nu even niet om. Satan zei, “spring naar beneden als je de zoon van God bent.”
Jezus zei heel handig dat we God niet moeten verzoeken. De meeste mensen lezen tot hier en niet verder. Ze maken er een humanistisch verhaal van waarin je God niet mag verzoeken. (Oh ja, veel humanisten hebben er geen moeite mee om af en toe God in hun assortiment op te nemen, zo het hun uitkomt).
Maar Jezus zei ook, “er staat geschreven…”
Satan probeert Jezus te vangen door een Psalm te citeren en Hem van een hoogte af te laten springen. De Heer pareert echter met ‘er staat geschreven’. Bij nader inzien sprak die door de tegenstander aangehaalde Psalm niet over toen de Heer in vernedering op aarde kwam, maar als Hij straks in heerlijkheid komt om Zijn volk te verlossen. De satan nam dus een waarheid voor de toekomst en paste die toen toe – op het verkeerde moment dus. Dat is wat bijvoorbeeld Hymeneüs en Filetus ook deden, toen zij de waarheid van de opstanding in de toekomst naar het verleden plaatsten. Vandaar dat Paulus ze met name noemt, omdat zij een verderfelijke leer leerden. Daarom blijven wij bij wat er staat geschreven!
*
Krishnamurti, valse profeet
Krishnamurti die door nogal wat New Agers en links intellectuelen op handen wordt gedragen zegt dat “wanneer je je christen noemt, jezelf afscheidt van de rest en geen deel meer kunt uitmaken van de hele mensheid.”
Nou durf ik ook te stellen dat een heleboel mensen door die zogenaamde mensheid worden buiten gesloten, ook al noemen ze zich geen moslim, christen of nationalist. Er zijn nu eenmaal mensen die niet mee kunnen komen. Maar waar mij het hier om gaat is dat deze zienswijze haaks op de bijbelse boodschap staat. God gebruikt inderdaad een kleine groep mensen – gelovigen – die Hij van de rest van de mensheid apart houdt. Niet om deze groep alleen maar af te zonderen maar juist voor het heil van deze groep. Door de uitverkorenen zal de boodschap van het evangelie aan de rest van de mensen en zelfs hemelse machten worden gebracht. God heeft dus een heel ander idee van eenheid dan Krishnamurti en het Humanisme. Eenheid kan in Zijn ogen alleen bestaan vanuit een prisma dat Christus is. En niet door met alle mensen samen hetzelfde liedje te zingen. Bovendien worden in de volgende aion de volkeren gezegend door Israël.
*
Er waren 3 avondmalen en niet alleen maar 2, aan het einde van de bediening van Jezus.
1 In Johannes 12:1-9 is er een Avondmaal. Waarschijnlijk was dit in het huis van Lazarus (*1), en aangezien dit 6 dagen voor Pesach was, moet het hebben plaatsgevonden op de vrijdag avond, toen Jezus terugkeerde van zijn eerste binnenkomst in Jeruzalem, vanuit Bethphage. Toen Hij daar op de vrijdagnacht sliep en er de laatste sabbat doorbracht; was dit eerste Avondmaal gegeten nadat de sabbat om 6 uur in de middag beëindigd was. Bij dit Avondmaal was er ook een zegening van de Heer door Maria.
2 Het 2de Avondmaal, in Mattheus 26:6-13 vond plaats, 2 dagen voor de Pesach in het huis van Simon de Leproze, dat ook in Bethanië was. Zie Marcus 14:1-9. Tijdens deze Avondmaal was er ook een zalving gaande door een onbekende vrouw. (Bijlage 157, Companion Bible)
*
1 Petrus 1:12
Aan wie het werd onthuld* dat niet aan henzelf, maar aan jullie zij deze dingen bedienden, wat nu aan jullie werd medegedeeld* door hen die het evangelie aan jullie brengen*, in heilige geest uitgezonden* zijnde vanuit de hemel, waarin boodschappers reikhalzend verlangen een kijkje te nemen*.
Wie zijn deze boodschappers? Heel lang is er gedacht dat dit de engelen in de hemel waren. Maar Petrus heeft het hier over de profeten en hoe God de waarheid aan hen verkondigde, toen ze intensief Zijn woord probeerden te doorgronden ten aanzien van de toekomstige genade.
*
De inscripties in het kruis (bijlage 163, Companion Bible)
Elk van de 4 evangeliën geeft een andere inscriptie:
1. Matt. 27:37: dit is Jezus, de Koning van de Joden.
2. Marcus 15:26: de Koning der Joden.
3. Lucas 23:28, Dit is de Koning van de Joden.
4. Johannes 19:19, Jezus van Nazareth, de koning van de Joden.
Hier zien we opnieuw de foute aanname dat deze vergelijkbare maar verschillende notities identiek zijn, zonder naar de exacte woorden zelf te kijken die zijn opgeschreven. Algemeen wordt aangenomen dat er maar 1 notitie was waarna men de tegenstellingen probeert glad te strijken. Maar als we nagaan was er echt gezegd is dan zal alles duidelijk zijn.
I. Marcus 15:26 kan worden weg gelaten want hij zegt niks over een titel (Grieks titlos, Johannes 19:19) die boven een kruis was geschreven. Hij noemt Jezus op basis van de beschuldiging de Koning van de Joden.
II. Johannes 19:19 spreekt van een titel die door Pilatus was geschreven. Maar nergens wordt gesuggereerd dat dit ter plekke bij het kruis op Golgota gebeurde of dat Pilatus daar überhaupt was.
In het schrijven van Pilatus waren de 3 talen in deze volgorde: 1. Hebreeuws; 2. Grieks; 3. Latijn. En het was gelezen nadat het kruis (of de paal) opgesteld was. Dan de onenigheid tussen de Hogepriesters en Pilatus in Johannes 19:21; deze vond plaats voor het verdelen van de kleren.
III. De inscriptie in Matt. 27:37 was het resultaat van die discussie; omdat er een andere titel gebracht was die boven Zijn hoofd was geplaatst, NADAT ze zijn kleren hadden verdeeld. Toen ze gingen zitten keken ze naar Hem. (vv. 35, 36).
Er konden geen 2 titels tegelijk zijn en dus zal de eerste zijn weg gehaald. Hiervoor in de plaats kwam een nieuwe. We weten ook niet hoelang de onenigheid duurde tussen Pilatus en de Hogepriester of wat de uitkomst ervan was.
IV. Iets anders wordt zichtbaar in Lucas 23:38; omdat een ander later werd gebracht, vlak voor de sluitingstijd van het 6de uur toen de duisternis inviel. Het was geschreven in de talen in een verschillende volgorde. 1. Grieks; 2. Latijn en 3. Hebreeuws (vers 38). Het was boven hem bevestigd (Grieks); “na de beschimpingen door het volk (Latijn) daar waar Mattheus’ inscriptie was aangebracht voor de beschimpingen door het volk.
Het resultaat is dat:
1. De inscriptie van Marcus was alleen Zijn aanklacht,
2. De inscriptie van Johannes was de eerste die geschreven was door Pilatus zelf in Hebreeuws, Grieks en Latijn en deze was aangebracht op het kruis voordat Pilatus er vandoor ging.
3. Mattheus had het over de 2de inscriptie die de eerste verving als gevolg van de onenigheid die plaatsvond tussen Pilatus en de Hogepriesters. Deze vervanging van de inscriptie vond plaats boven Zijn hoofd en nadat de kleren waren verdeeld en voor de beschimpingen door het volk.
4. Lucas was de derde en laatste die het over de inscriptie had die boven Hem waren aangebracht. Dit was in 3 talen, Grieks, Latijn en Hebreeuws en niet andersom zoals in Johannes 19:19 staat.
Dergelijke verschillen die snel over het hoofd worden gezien door moderne bijbelvertalers waardoor misverstanden ontstaan, zijn niets anders dan de markeringen van de Goddelijke nauwkeurigheid. Wat bijzonder dat God zulke details gebruikt om Zijn woord kracht bij te zetten.
*
Het Jubeljaar was een voorafschaduwing van de redding van allen. Hier is de tekst: Le 25:10 En gij zult het vijftigste jaar heiligen en in het hele land vrijheid uitroepen voor al zijn inwoners; het zal een jubeljaar voor u zijn, wanneer een ieder van u naar zijn bezit zal terugkeren en een ieder van u naar zijn familie zal terugkeren. Le 25:11 Een jubeljaar zal dat vijftigste jaar voor u zijn; daarin zult u niet zaaien, noch oogsten wat uit zichzelf groeit, noch de druiven plukken van de ontklede wijnstokken. In dat jaar werden alle schulden en misdaden kwijtgescholden. Als je je voorouderlijk land moest verkopen, kreeg je dat in dat jaar terug. In feite was de prijs van alle grondverkopen gebaseerd op hoe lang het duurde tot het volgende jubeljaar. Dus als het 49 jaar zou duren, zou de prijs hoog zijn, maar als het maar een paar jaar zou zijn, dan zou de prijs laag zijn. Het idee was dat al het onrecht zou worden rechtgezet, alle misdaden zouden worden vergeven, en het was een herinnering dat God de baas was, niet zij. Ik las eens een commentaar waarin werd gespeculeerd dat de Israëlieten zelfs nooit één Jubeljaar vierden op de manier waarop het in de Wet was geschreven (zie Leviticus 25). Een onderdeel daarvan was de ‘Kinsman-verlosser’, een familielid dat de prijs voor je kon betalen als je het zelf niet kon betalen. Dit wordt getoond in het boek Ruth, toen Boaz optrad om de verlosser van Ruths bloedverwant te worden, om het bezit terug te kopen dat haar man had verloren. Dat is een beeld van Christus, die de Bloedverwant-Verlosser is voor de hele schepping. Geweldige waarheid.
*
De schepping van het licht in Genesis
In het boek Genesis leren we snappen waar de schepping om draait omdat we hierin de tegenhanger van onze nieuwe schepping zien in christus Jezus, 2 Korinthe 5:17. In het licht dat opeens in de duisternis scheen, in Genesis 1,2,3 zien we het licht dat in onze harten scheen om ons de kennis van God te geven in de persoon van christus Jezus, 2 Korinthe 4:6. De ongelovigen snappen niks van deze materie en doen Genesis liever af als een mythe. Nog liever geloven zij in Plato’s Atlantis verhaal. Volgens Efeze 4:17 zijn hun harten verblind.
Eerste en laatste Adam
In de eerste Adam zien we de laatste Adam, in de eerste mens zien we de 2de mens, de heer van de hemel, 1 Korinthe 15:47. In het zaad van de vrouw zien we de komende zoon van Abraham, de zoon van David, de mensenzoon, de zoon van God. Het kerkvolk ziet alleen de krijsende baby in de kribbe. In de dood van Christus, zien we de schaduw van de volgende 2000 jaar.
EXODUS vertelt ons van het lijden en de glorie van Mozes zoals Genesis dit doet van Jozef. In beide gevallen zien we een type van het lijden en de glorie van christus. Het lijden van Jozef begon met zijn afwijzing. Zijn broers vroegen hem: “zult u inderdaad over ons regeren?” En de vraag van de 2 Hebreeërs: “Wie maakte u tot een heerser over ons?” In dit alles zien we de afwijzing van christus door dezelfde vragen, Lucas 19:11.
ESTHER ziet het zaad dat verborgen is en tzt. geboren zal worden in de volheid van de tijd. Zijn wil en macht zijn manifest is het verslaan van alle vijanden ondanks de wetten van de Meden en de Perzen.
*
Job, echt gebeurd?
Veel vrijzinnigen en intellectuelen nemen het verhaal van Job met een korrel zout. Mooi verhaal, niks mis mee. Maar wel een VERHAAL. Dat Job alles kwijtraakte incluis zijn vrouw en kinderen kan toch niet waar zijn.
Echt wel.
Ezekiel 14:14 en 20 noemen Job in één adem met Daniël en Noach. Jacob 5:11 noemt hem een echt mens. Job is een vervolg op Genesis. In Genesis begint het met de eerste dagen van de schepping en gaat het door tot de ramp van Babel.
IJs en sneeuw bij Job.
Job 6:16 heeft het over een soort ijstijd met ijs en sneeuw. Job was bekend met ijs en sneeuw: 24:19. Job 37:10 en 38:30 tonen ons een landschap met bevroren meren en misschien zelfs zeeën. Het Hebreeuwse woord “tahoom” of “tahom” dat in 38:30 staat en wordt gebruikt voor de diepte, kan ook worden gebruikt voor oceaan. Het regende ook veel bij Job; Job 37:6 en 9. En er was vaak onweer waar de mensen zelfs bang voor waren, dus het moet wel hevig zijn geweest. Job 36:32-37:4. Men dacht zelfs dat onweer en bliksem van God kwamen. Job 38:34-35. Zelfs de dieren sloegen op de vlucht en konden onderdak vinden, 37:8. Maar de mensen NIET. Job 24:7-8. De daklozen waren pas echt de pineut. Ze lagen in de stromende regen nat te worden en hadden geen beschutting. Er waren aardbevingen en vulkaanuitbarstingen, Job 14:18 en 9:5. Hierdoor werden steden tot ruïnes (Job 15:28) en werden de mensen massaal dakloos waarna ze uiteraard onderdak zochten, (Job 24:7-8). Van de daklozen werd gezegd: ze liggen de hele nacht naakt, zonder kleren en ze hebben geen mogelijkheid om zich te beschutten tegen de kou. Ze zochten zelfs hun heil in de bergen om onder de rotsen daar te schuilen. Blijkbaar waren de grotten dicht geraakt. Niet alleen de aarde schudde, de oceanen gingen ook tekeer. Er waren enorme tsunami’s. Zie job 7:12 en 12:15. Wachters waren op hun post gezet om voor de volgende vloedgolf te waarschuwen: 7:12. Die vloedgolven kwamen en gingen. Ze waren duidelijk geen eenmalige gebeurtenis: Job 12:15-16. In deze wereldwijde chaos, mogelijk als gevolg van de val van Babylon, werden de daklozen de outlaws van de gemeenschap. In plaats van dat ze geholpen werden, werden ze vervloekt en opgejaagd. Job. 30:3-8.
“Door gebrek en door ernstige honger knaagden zij dor land. Gisternacht was er verwoesting en nutteloosheid. Die zeepostelein plukken onder de struik en de wortel van de jeneverbes was hun brood, van het lichaam worden ze uitgedreven; men schreeuwt tegen hen als tegen de dief. In verschrikkelijke waterlopen tabernakelen ze, in holen van de grond en grotten. Tussen de struiken balken zij, onder de prikkelige acanthus blijven zij bij elkaar. Zonen van verdorvenheid, zelfs zonen zonder naam, ze werden afgesneden van het land.”
Toen Job opeens zelf ziek, arm en dakloos werd, werd hij ook behandeld als uitschot. (Job 19:13-19; 30:9-10).
*
Vleselijk denken
Vegetariërs en veganisten eten geen vlees maar denken juist wel vleselijk. Vleselijk denken betekent dat we door het doen van bepaalde werken aan Gods voorwaarden kunnen voldoen. Hiermee ontkennen we het Kruis van Golgotha. Jezus volbracht immers het reddende werk voor ons. Eigenlijk ging het al mis in Genesis 3 toen Adam en Eva zondigden door de serpent te geloven en niet God. Ze erkenden God als God. Maar God had zich nog niet als hun Vader geopenbaard. Blijkbaar ontstaat er wrok als we God niet als onze Vader erkennen. Christus stierf niet om onze vriendschappelijkheid jegens hem met Hem verzoend zou worden. Maar Hij stierf opdat onze vijandschap met Hem verzoend zou worden. Hij blijft de eeuwige vriend van hen die vol wrok jegens Hem zijn. God houdt van zijn vijanden die vijandelijk gemaakt zijn door hun vleselijke mentaliteit. Toen Jezus werd gekruisigd, zouden we eigenlijk voor eeuwig gestraft moeten worden. Maar God wekte Hem op uit de dood en schonk ons genade. Voor velen is God een lastige bemoeial, een man met een vieze baard die mee gluurt als we ons ‘s nachts aftrekken op een foto van de buurvrouw. De apostel Paulus had door dat gelovigen er sinds de opstanding van Christus heel anders in staan. God werkt in en door ons.
*
Handelingen 7:15 en 16
En Jacob daalde* af in Egypte en sterft*, hij en onze °vaders, [Gen. 46:5,6] – [Gen. 49:33] en zij werden overgebracht* naar Sichem en zij werden geplaatst* in de tombe die Abraham kocht* voor een prijs in zilver van de zonen van Emmor in Sichem.
*
Wie had gelijk, Stefanus of Lucas?
In oude vertaalversies staat dat Jacob naar beneden ging in egypte en stierf. Hij werd in een tombe gezet die Abraham kocht met een prijs van zilver van de zonen van Emmor in Sichem. Maar deze vertalingen zijn niet goed. Dean Alford vond in de toespraak van Stefanus 7 historische fouten. Over Hand. 7:16 zegt hij, “de tombe van Macpelah was van Efron de Hittiet gebracht en was in Hebron en niet in Sichem. Hier was ook Jacob begraven. Maar Josef was naar Sichem gebracht en in de grond begraven die door Jacob gekocht was van de zoon van Hamor, de vader van Sichem. Deze tegenstrijdigheid moeten we onderzoeken. ”
F.F. Bruce van de Universiteit van Manchester zegt in zijn toelichting op Handelingen dat, “het uitvergroten van de beide transacties in vers 16 moet worden vergeleken met andere voorbeelden van de bondigheid in deze toespraak; zoals bijvoorbeeld de schijnbare uitvergroting van de 2 roepingen van Abraham in vers 2 en van de 2 aanhalingen in vers 7. Voor een betere vertaling pakken we er een boek bij dat “The Critical English Testament” Volume 2 heet en al gepubliceerd was in 1866. Hierin staat:
“Jacob stierf en onze vaders ook, (Jozef); en (na het voorbeeld van Abraham, Sarah, Isaak en Rebecca, wilden ze rust hebben in het beloofde land, Gen. 50:13, 25), werden ze naar Sichem gebracht (in het heiligdom van Hebron, Gen. 23:19). En ze werden in het heiligdom gelegd van Hebron dat Abraham (en Jacob) gekocht had voor een som geld (en 100 lammeren) van de zonen van Emmor (de vader) van Sichem (en van Efron).
Twee bekende weergaven van een dubbele aankoop (Gen. 23 en 33) en een dubbele begrafenis lopen door elkaar heen; Genesis 50, Joshua 24. Beide bijbelgedeelten vullen elkaar aan en wel die leemten die bij de ander juist voor verwarring zorgen. De beknoptheid die bij deze hele spirituele gloed hoort, gaf Stefanus een goede mogelijkheid om de details vast te houden. Het was Jacob die in het heiligdom van Hebron was begraven en Josef in het land van Sichem. Net als de Vaders die in Egypte stierven. Sommigen zijn misschien in beide plaatsen begraven. Josephus zegt dat ze in Hebron waren begraven en Hieronymus dat hun graftomben in Sichem staan. Ene Peterius zegt dat ze van Shechem naar Hebron waren overgebracht. Het zou voor Stefanus teveel tijd kosten om deze details uit de doeken te doen. Maar hij heeft ze wonderwel samengevoegd. Het stuk over Abraham is dus onveranderd en we hoeven het stuk over Jacob ook niet te veranderen. Flavius Josephus zegt dan ook: “Stefanus heeft de tijd niet om op allerlei geschiedenissen in te gaan, en dus combineert hij de beide verklaringen van 2 verschillende heiligdommen, plaatsen en aankopen. In één verhaal noemt hij de echter koper en laat hij de verkoper weg, in een ander stuk van zijn verhaal doet hij dit andersom; waarmee hij 2 partijen maakt uit 4 die tegenover elkaar staan. Hoe vaak de naam van de koper ook verbeterd wordt, toch is het niet waar dat Jacob in Sichem is begraven. Abraham kocht een heiligdom van de zonen van Heth, Genesis 23. En daar was Jacob ook begraven, Genesis 49 en 50. Jacob kocht een veld van de zonen van Emmor, Gen. 33; Josef was daar ook begraven, Jozua 24. Hier hebben we al een duidelijke contour van de 2 samenvoegingen en we zien hoe Stefanus zeer kundig de beide aankopen in één onderbracht. Op dezelfde manier zien we iets voor vers 7 hoe Stefanus de 2 profetieën aan Abraham en Mozes tot één samenvoegt: Exodus 3:12; Genesis 15:16: en in verse 9, verenigt hij in 1 woord de verkoop van Jozef en diens verdwijning naar Egypte. In vers 43 voegt hij een paar woorden van Amos samen met het vertrek naar Babylon van Jeremia.
*
AMOS 3:6
Indien er kwaad komt in de stad en JAHWEH het niet deed?
In een goed gevulde design winkel pik je net die spullen eruit die je wilt hebben en die je nog kunt betalen. De rest laat je liggen. Maar in de bijbel werkt dat niet helemaal. Als je er een mooie bijbelvers uitpikt, zul je ook naar de context kijken. Amos 3:6 is zo’n vers. De Companion Bible van EW Bullinger zegt dat er met de echte betekenis van kwaad (kwaad ingepast in oordeel) geen noodzaak is om de Hebreeërs geweld aan te doen om het rechtvaardig handelen van Jehova te legitimeren of te verdedigen. Wat is de algemene betekenis van de passage? Is het niet zo dat als er onheil over Israel komt, er dan een reden voor moet zijn? Als de leeuw brult, dan zoekt hij een prooi. Als Jehova zich roert, dan zullen de mensen beven. Alleen U van alle volkeren die ik uit Egypte voerde, zal ik kennen. Daarom zal ik u bezoeken voor alle overtredingen. Maar gelukkig doet Adonai Jehova niets zonder eerst zijn geheim te verkondigen aan de profeten. En daarom waarschuwt Amos het ongehoorzame volk. Als het kwaad over de steden komt, laat de inwoners dan weten dat dit van Jehova komt. Het is zijn stem. De pest is in het Hebreeuws deber, dat verwant is aan dabar (spreken). God sprak tegen zijn oude volk door middel van pest en calamiteiten. Amos heeft het duidelijk niet over het kwaad dat door de inwoners zelf wordt gedaan maar over kwaad dat over hen komt door Jehova. Het is aan hen om uit te zoeken wat ze fout deden. De vertaling “tenzij de Heer het heeft gedaan” klopt wel aardig. Dit woord tenzij lijkt op het Hebreeuwse woord “als” in combinatie met “niet.” Net zoals in het Grieks de combinatie van (ei mE, “als niet”) op tenzij of behalve slaat. Enige verwarring ontstaat rondom vers 8, “wie kan profeteren?” We kunnen het zo zien; “een leeuw brult; wie zal er niet bang zijn?” Dan wel, Adonai spreekt; wie zal zich niet verbergen? In plaats van profeteren (inba), is “verstoppen” (ichba) een optie.
*
De rijke hoop op zijn redding
In het eerste hoofdstuk van zijn brief aan de Efeziërs schrijft Paulus dat hij voor hen bidt, opdat zij verlichte ogen van het verstand mogen hebben. Met die verlichte ogen konden ze dan onder meer weten wat de hoop van Gods roeping is (vs. 18). Op zich toch wel opvallend dat hij dit aan deze gelovigen schrijft! Hij bidt dus dat zij de hoop van de roeping van God zouden mogen verstaan. Door heel Gods plan heen worden mensen uit deze wereld geroepen. Zo’n verzameling van ‘uitgeroepenen’ heet: gemeente (de letterlijke betekenis van het oorspronkelijke woord voor ‘gemeente’ is ‘uitroeping’). De gemeente van nu wordt ook wel lichaam van Christus genoemd. Daartoe ben je nu, als gelovige, geroepen. Het is zaak om te wandelen in overeenstemming met deze roeping (Efe. 4:1). En … gebed in lijn met Paulus’ gebed is blijkbaar nodig om de hoop van de huidige roeping te begrijpen. Alleen al het feit dat hiervoor gebeden moet worden, laat zien dat er iets bijzonders aan de hand is. Hoop heeft met onze toekomstverwachting te maken. Maar Paulus had – tijdens de Handelingentijd en dus vóór het schrijven van de Efezebrief – over die toekomstverwachting toch al heel wat verkondigd en geschreven (denk aan 1 Thess. 4:13-5:4; 2 Tess. 2:1-3a; 1 Kor. 1:7 en 15:51-53; etc.)?
De ‘hoop van de roeping’ was toch wel al bekend, zou je zeggen. En dat klopt ook! Tenminste: de hoop van díe roeping was bekend; daar hoefde je ook niet meer om te bidden. Dat Paulus in de Efezebrief (en dat is ná de Handelingentijd) zo nadrukkelijk aangeeft voor de gelovigen te bidden, opdat zij de hoop van Gods roeping zouden verstaan, laat wel zien dat de hoop en toekomstverwachting van nu fundamenteel verschilt van die in de Handelingentijd. Het is goed om daar eens over na te denken! We kunnen alles niet zomaar op één hoop gooien. Er zijn verschillen. Daarom kon Paulus met betrekking tot de hoop en roeping van nu schrijven:
“… het leven is voor mij Christus en het sterven is winst” (Fil. 1:21). Sterven is winst! En dat terwijl hij gedurende de Handelingenperiode nog tegen het sterven op zag (zie 2 Kor. 5:1-4; hij wilde liever niet sterven = ontkleed worden). Inderdaad: er is een fundamenteel verschil …
*
De transformerende overgang
Het Griekse woord metanoia is doorgaans vertaald met bekering. De gedachte is dan dat het om een verandering van houding en bewustzijn gaat maar veel meer gaat het om het zich omdraaien naar YHWH. De ervaring die hiermee geboeid is staat in 2 Kor. 3:14-18 waar Paulus bekeerd wordt. Hij verklaart hier de bekering vanuit een bewustwording die in een legale verhouding staat tot God, tot de verhouding tot God door wat we ZIEN in het aangezicht van Jezus Christus. In de passage staat:
“Maar hun °denken werd verhard*, want tot op vandaag de dag blijft dezelfde bedekking op de lezing van het oude verbond, niet weggenomen, omdat zij alleen in Christus verdwijnt. Maar tot op vandaag, steeds wanneer Mozes gelezen wordt, ligt er een bedekking op hun °hart. Maar steeds wanneer het zou terugkeren* tot de Heer, wordt de bedekking opgeheven. Nu, de Heer is de geest en waar de geest van de Heer is, is vrijheid. En wij allen, die een onbedekt gezicht hebben, die de heerlijkheid van de Heer weerspiegelen, wij worden veranderd in hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals van de Heer, Die geest is.”
Samenvatting: de resultaten van hun intellectuele arbeid, en van hun gedachten werden versteend. Ze werden verhard en eeltachtig. Dit laatste woord werd een medische term voor een dikkere verharde huid. Het woord bedekking heeft wat van een sluier die steeds aanwezig blijft bij het lezen van het Oude Testament. Ofwel, het Oude Verbond is tot niets terug gebracht in de eenheid met Christus. Tot op de dag van vandaag, als Mozes gelezen wordt, ligt er een sluier over hun harten. Maar de tijd komt dat het hart zich om zal draaien richting de Heer. En wanneer de sluier weg genomen wordt. Zie Exodus 34:34 waar Mozes naar binnen ging om met YHWH te kletsen. Dezelfde handeling werd verricht door de echtgenoot tegenover de bruid na de bruiloftsceremonie. En nu bestaat de Heer voort in de geest; zodat waar het adem effect van de Heer vrijheid is. Maar wijzelf, hebben een gezicht dat onbedekt is en onbedekt blijft terwijl we door een spiegel voortdurend de glorie van de Heer observeren en in zijn glorie, onszelf. En terwijl we zelf voortdurend getransformeerd worden in hetzelfde beeld van glorie tot glorie in overeenstemming met de geest en houding van christus. In de context van dit hoofdstuk in 2 Korinthe is hier sprake van een transformatie van de glorie van Mozes naar de glorie van christus dan wel van een van tijd tot tijd transfiguratie van de glorie van de mensheid naar de glorie van de gezalfde op een individuele basis.
De bekering van het zich verhouden tot God volgens de Wet, naar het zich verhouden tot God op dezelfde manier waarop Hij zich tot ons verhoudt, is een proces dat ons weg houdt van het verstaan van God die de relatie met ons op een wettische basis vasthoudt tot een ware God die Zichzelf steeds aan ons geeft in de genade; welke de levensdynamiek wordt in hen die gered waren in het bloed van christus. Dan is er een transitie die langs zwaait door crises die zo nu en dan plaatsvinden en waarbij we vooruitkomen van het horen van de Heer tot het zien van Hem. En waarbij de eerste de reden is voor de laatste. Met zien bedoel ik in essentie het ontvangen van hem, dat wel of niet een visuele ontmoeting kan inhouden zoals deze door Paulus werd ervaren op de weg naar Damascus. Een dergelijke ervaring hadden veel gelovigen op wat voor manier dan ook. Vaak gaat een persoonlijke crisis gepaard met een doop in de geest op hetzelfde moment. En het zien van de Heer is ook een metafoor voor een meer indringende kennis van Hem.
Deze gezegende, voortdurende transitie zal als hij voltooid is, onze transformatie in het beeld van God’s zoon opnemen. We horen de stem van de Heer opdat we Hem van aangezicht tot aangezicht zullen zien. Denk niet dat Hij sinds uw bekering klaar met u is. Dat was pas het begin. Als het alleen bij het horen van Zijn stem bleef, en het zien van Hem achterwege bleef, dan zouden we het nog moeilijk krijgen als we Hem straks ECHT zien als Hij terug komt. Het gaat er juist om dat het horen steeds meer zien wordt. Veel kerk christenen zijn vooral gericht op het horen van zijn stem. Maar de overgang naar het zien van hem wordt ook duidelijk in het boek Openbaring waar Johannes eveneens getuigt van een dergelijke ervaring als die Paulus had. Ook Johannes beleefde een ervaring van horen naar zien.
*
Jezus zei dat Hij ons naar zich toe trekt. Wij horen zijn stem. Maar voorbij dat horen is het zien van Hem zoals Hij is. Traceer de rode draad in de bijbel van God’s bedoeling om ons uiteindelijk tot een van gezicht tot gezicht confrontatie te laten komen. Jesaja zag de Heer en kwam overeind en de uitstraling ervan vulde de hele tempel. Mozes sprak met god van gezicht tot gezicht. Van het woord dat er vanaf het begin was, schreef Johannes: dat wat onze ogen hebben gezien… Paulus schrijft een reflectie hierop in zijn brief aan Korinthe: “Heb ik Jezus, onze Heer niet gezien?”
Paulus die eerst al het woord van god hoorde door Stefanus, werd verder geleid tot hij de Heer zelf zag als een enorm lichtschijnsel. Door het hele boek Openbaring heen, zal Johannes Jezus gepresenteerd aan hem op de vele manieren die ons duidelijkheid verschaffen over de volheid van zijn perfecte menselijkheid. Opmerkelijk is het dat hij Hem eerst zag ten midden van de 7 gouden lampen standaarden welke de genoemde vergaderingen of gemeenten waren. Net zoals Jezus zelf zei dat Hij de Vader zag en diens werken deed, zo zullen we Hem steeds meer zien zoals Hij is. Hij keek dan in het gezicht van de godheid vanwaar Hij zelf ooit vandaan kwam en vanwaar Hij ons ook opdraagt om naar Hem op te zien om samen met Hem deel te nemen aan de goddelijke natuur. De inhoud van dat Woord komt van die “van gezicht tot gezicht met God” relatie binnen de goddelijke natuur. Volgens de kerk christenen verschijnt christus op vele manieren aan ons, middels de koele bries in de hitte van de zon of middels mensen die ons helpen als ze op ons pad komen. Maar… vanuit de optiek van dit stuk gaat het erom dat we Hem moeten zien. Er is een eigenaardige verstrengeling ten aanzien van de verwachting om Hem te zien komen in Wie we de eenheid en de heiliging van de velen zien. Hebreeën 2 zegt dat we de mens nog niet zien als de verheerlijkte zoals God hem maakte met alle dingen onder zijn voeten. Maar in het voortdurend Jezus zien, zien we het voltooide doel van de mensheid gerealiseerd worden in en door Zijn menselijke ervaring waarbij Hij in zichzelf veel zonen in de heerlijkheid brengt. Als we Hebreeën 2 vergelijken met Romeinen 8, zien we een opeenvolging van een gericht zien van Hem. We zien hoe Jezus Zijn broeders in heerlijkheid bracht en hoe vervolgens de rest van de schepping ons ziet. Straks zijn we met Hem het brandpunt van wat de schepping ziet.
*
Wat een idee om de eeuwige dood te bedenken.
De dood die eindeloos doorgaat, zonder einde. Dan geef je veel macht aan de dood, vooral als je bedenkt dat Jezus de macht heeft om de dood te overwinnen en dat de dood volgens de bijbel ooit verwoest zal worden. Volgens Paulus zal God ooit alles in allen zijn. Maar als de dood eeuwig voortduurt zal er nog een andere alles zijn, namelijk de dood die alles heeft opgeslokt. Het gaat dan niet om de dood als iets dat het leven annexeert maar om een eeuwig durende staat van anti leven existentie zonder liefde en genade en door god naar de totale duisternis verbannen. Deze gedachte staat haaks op de claim dat Jezus alle dingen weer nieuw gaat maken. Dankzij Zijn opstanding gaat het leven straks door en zeker niet de dood. Jezus’ eigen ervaring van de dood was de dood die alle doden insloot. Dat zegt de bijbel, dat Christus voor allen stierf, om ons allen bij God te brengen. In 2 Kor. 5:14 staat hoe de dood van christus zich verhoudt tot de dood van de hele mensheid.
“Want de liefde van Christus dringt ons, dit oordelend*: dat één ten behoeve van allen stierf*, dus zijn zij allen gestorven.”
Dat is wat er bedoeld wordt met dat christus voor ons allen stierf. We moesten sterven, en dus ontmoette de dood van alle generaties van verleden, heden en toekomst zijn bestemming in christus. En opdat de dood uiteindelijk zelf volledig sterft. Het leven is dan geleefd en de dood is dan gestorven.
“Die eens en voor altijd stierf aan de zonde, maar toch leeft; Hij leeft voor God.” – Rom. 6:10. De bestemming van de dood is niet om eeuwig door te gaan.
De bestemming van de dood is om te sterven. Gods waarschuwing aan Adam en Eva was… “stervende, zult u zeker sterven.”
Lees dit: Niet stervende, zul je continu sterven zonder einde; stervende zul je zeker sterven. De dood schakelt het leven niet uit maar andersom. De dood wordt opgezogen in het leven door de opstanding van christus. De bron van het uiteinde van de dood is hetzelfde als de bron van het leven dat voortgaat: Christus Jezus die opgewekt is uit de dood. Een nadere uitleg van Rom. 6:10 luidt: “voor de dood stierf Hij eenmaal door de zonde; maar het leven leeft hij tot God. De dood stierf hij maar het leven leeft Hij. De dood is gestorven en het leven is geleefd. Jezus vergaarde alle dood bijeen in Zijn dood en leeft nu. En dat niet alleen, Hij leeft en wij leven in Hem. Omdat Hij leeft, kan ik morgen tegemoet zien. Omdat Hij de toekomst in handen heeft. Het leven is ook de moeite waard omdat Hij leeft. Zoals de dood door 1 mens in de schepping kwam, zo komt de dood ook aan zijn eind door 1 mens. Volgens Paulus zal de hele mensheid in Christus vergaderd worden omdat Hij de volheid is van het goddelijk lichaam. De dood teveel macht geven door deze eeuwig te laten duren voor de ongelovigen is een aanfluiting voor de macht van de opwekking uit de dood van Jezus.
*
144. De 3 dagen en 3 nachten van Mattheus 12:40
Het feit dat de uitdrukking “3 dagen” wordt gebruikt door Hebreeuws idioom voor elk willekeurig deel van 3 dagen en 3 nachten is niet het twistpunt. Dat was namelijk de gangbare manier van rekenen. Net zoals het gebruikt was voor jaren. Maar als er ook staat “3 nachten” naast 3 dagen, dan houdt de uitdrukking op met een idioom te zijn en wordt hij een letterlijke verklaring. Als de Hebreeuwse dag begon met zonsondergang, dan was de dag gerekend van de ene zonsondergang tot de andere; met 12 uur in een dag, (Johannes 11:9) gerekend van zonsopgang en 12 uur van de nacht van zonsondergang. Een avond-morgen, was dus gebruikt voor een hele dag van 24 uur, net als in Genesis 1. De uitdrukking een nacht en een dag in 2 Kor. 11:25 slaat op een complete dag. (Gr. nuchthemeron).
Als Esther zegt ((Est. 4:16) “vast voor me en eet en drink niet, gedurende 3 dagen”, definieert ze als Jodin zijnde haar betekenis als zijnde 3 complete dagen omdat ze eraan toevoegt, nacht of dag. Als geschreven is dat het vasten op de 3de dag eindigde, (5:1) dan moet deze 3de dag ook de 3de nacht hebben ingesloten. Net zo stelt de schrift dat de jonge man (in 1 Samuel 30:12) geen brood had gegeten en geen water had gedronken voor 3 dagen en 3 nachten. Als de jonge man de reden hiervoor toelicht, zegt hij, “omdat ik me al 3 dagen ziek voel.” Hij bedoelt 3 complete dagen en nachten omdat hij Egyptenaar is (vv. 11, 13). En dus rekende hij zijn dag as het begin van de zonsopgang op de Egyptische manier. Zijn “3 dagen die voorbij gingen” verwijst naar het begin van zijn ziekte en omsluit de hele periode, wat de reden is voor het feit dat hij de hele periode zonder vreten zat. Als er staat dat Jona 3 dagen en 3 nachten in de vis was, dan is dat precies hoe het was. Zie Jona 1:17 en Matt. 12:40; 16:4. Lucas 11:30. In de uitdrukking “het hart van de aarde” (Mat. 12:40), is de betekenis dezelfde als het hart van de zee. Het woord hart wordt hier figuurlijk gebruikt. Zie Ps. 46:2. Jer. 51:1. Eze. 27:4, 25, 26, 27; 28:2. Het woord wordt gebruikt voor schepen die zeilen, in het hart van de zee. Zie Eze. 27:25, 26; 28:8; en ook voor mensen die in het hart van de zee wonen, op eilanden (Eze. 28:2). Jona gebruikt het Hebreeuwse woord beten ( = baarmoeder) op dezelfde manier. (2.2).
*
Koning David die al zoveel vrouwen had, kreeg op zijn sterfbed nog het mooiste meisje bij zich, een maagd. – 1 Koningen 1:1-4
Dit was met de bedoeling om hem op te geilen. Zijn geilheid zou zijn lichaam weer een tikje tot leven brengen en het opwarmen. We zien dus de figuur:
Mooi meisje – geilheid – opwarming.
Het lichaam van het meisje zelf voegde niets toe aan de vele vrouwen die David al had. Het was puur de geilheid die ze teweegbracht in hem en waardoor hij opwarmde. Geilheid heeft dus een helende werking.
Iemand schrijft,
Hoe wist het hof rond David dat de koning stervende was? Ze brachten een mooi jong meisje… Toen hij niet reageerde, wisten ze dat hij zijn laatste adem had uitgeblazen. Veel mensen geven hun doodstrijd veel eerder op.
*
Het dopen van dieren
Het Oude Testament kent een toekomstige doop die door middel van sprenkeling zal plaatsvinden (Jesaja 52:13-15, Ezechiel 36:24-27). De Septuagint heeft Jesaja 52:13-15 als “zich verbazen” weer gegeven, maar het betreft duidelijk een verbazing over de sprenkeling, want het zal een volstrekt unieke en ongehoorde uitstorting van de heilige geest zijn. De Heer zal het reine water dat uit de troon van God stroomt, te weten, de heilige geest, op ALLE vlees sprenkelen (Joël 2:28, Hand. 2:17), met als verbazingwekkend resultaat dat Israël, de volken en zelfs de vissen, dieren en vogels met de geest vervuld worden. Op die dag zal de grote opdracht uit Mattheus 28:19-20 in vervulling gaan. Dit is de toekomstige doop met de geest.
*
De Derde Dag
Als hij eerst over zijn lijden begint, (Mat. 16:21) zegt Jezus erbij dat hij op de 3de dag opgewekt zal worden uit de dood. In Johannes 2:19 had hij die 3 dagen al genoemd als de tijd waarbinnen hij de tempel zou herbouwen. Waarmee hij zijn lichaam bedoelde. De uitdrukking komt 11 keer voor met een verwijzing naar Zijn opstanding (Matt. 16:21; 17:23; 20:19. Marcus 9:31; 10:34. Lucas 9:22; 18:33; 24:7, 46. Hand. 10:40. 1 Kor. 15:4.). De uitdrukking “na 3 dagen” staat in Marcus 8:31 voor dezelfde gebeurtenis genoemd. Dit laat zien dat de uitdrukking 3 dagen in Mattheus 12:40 3 dagen omvat en de voorafgaande 3 nachten. Het is waar dat een 3de dag deel uitmaakt van de 3 dagen, inclusief 2 nachten. Maar NA 3 dagen en 3 nachten kan niet zo worden uitgelegd. Deze volle periode bevestigt de opstanding van de Heer op de 3de dag van de 3 dagen, die elk voorafgaan aan een nacht. Maar wat is er zo bijzonder aan deze periode van 3 dagen? Waarom niet 2 of 4 dagen? Waarom per sé 3 dagen en niet meer of minder.
1. We merken op dat de man zichzelf verontreinigde door een lijk aan te raken zichzelf zou reinigen op de 3de dag. (Num. 19:11, 12).
2. Het vlees van het vredesoffer zou niet worden bewaard tot na de 3de dag maar moest dan verbrand worden omdat het niet meer geschikt was als voedsel (Lev. 7:17, 18).
3. John Lightfoot (1602-75) citeert een Talmoedische traditie over dat het rouwen over de doden tot een climax kwam op de 3de dag omdat de geest niet geacht werd zich al geheel terug getrokken te hebben uit het lichaam. (Works, Pitman’s ed., vol. xii. pp. 351-353).
4. Herodotus getuigt ervan dat het balsemen niet plaatsvond tot na 3 dagen (Herod. ii. 86-89).
5. De Joden accepteerden geen bewijs van identificatie van een dood lichaam na 3 dagen.
Deze periode is gekozen door de Heer (Jehova in het type van Jona) om het feit van de opstanding in verband te brengen met de zekerheid van de dood. En dus om er zeker van te zijn dat degene echt dood was. Anders kan hij/zij ook niet weer opstaan. Van Jezus wordt weleens gezegd dat Hij niet echt dood was, maar slechts in trance was of zoiets. Daarom heeft God deze periode aangehouden. Lazarus was al 4 dagen dood, wat nadrukkelijk door Martha was uitgesproken als bewijs dat hij echt dood was. Hij stonk zelfs, (John 11:17, 39). Dan is het ook nog zo dat het rottingsproces in het warme Midden Oosten veel sneller gaat dan bij ons, zodat de spreekwoordelijke 3 dagen helemaal een goede deadline was. Erna was er zeker geen hoop meer.
*
Jesaja als historicus
Jesaja was niet alleen profeet maar ook geschiedschrijver en hij kende zijn klassiekers. Hij schreef de geschiedenis van Hiskia en van Uzzia. De laatste is verloren gegaan maar we menen toch een samenvatting te hebben gevonden in het werk van Jesaja. Namelijk in 2 Kronieken 18:13-20 en Jesaja 36-39. Verder schrijft hij over de schepping, het paradijs, de Zondvloed, Noach, Sodom, Abraham, de Uittocht uit Egypte, de doortocht door de woestijn, de intocht in Kanaan, de oorlogen van Josef, Gideon en David etc. Hij heeft ook een Bulletin Board geschreven in Jesaja 8:1 en 30:8 waarmee we kunnen zeggen dat er zeker wel eenheid in zijn schrijven is.
*
Avondmaal als liefdemaal/Agape
Zwingly zei dat het Avondmaal geen inzetting was. Deze tafel is geen wet maar liefde of agape. Luther en Calvijn hebben hem flink onderschat met deze zienswijze.
*
180. Chronologie van Handelingen
In 29 na het begin van de jaartelling regeert Tiberias in zijn 18de jaar. Pontius Pilatus is dan al 3 jaar diens gevolmachtigde. Zie Lucas 3:1, 23; Hand. 1:4-2:13. Jezus zou dan op 7 april sterven en op 13 mei ten hemel stijgen. Pinksteren is dan op 23 mei. Een jaar later, in 30 na het begin van de jaartelling werden de Twaalf gereed gemaakt voor hun aanstaande bediening. De 2 jaar daarna worden beschreven in Handelingen 2:14 en 8:1. De bediening van Petrus en Johannes en de anderen aan de natiën. In Jeruzalem. Het 35 na het begin van de jaartelling wordt genoemd in Hand. 7:59-8:4 en in 8:5-40. Stefanus sterft als martelaar en het begin van de bediening aan de diaspora. Ook in dit jaar de missie van Filippus in Samaria. In 36 na het begin van de jaartelling was Pilatus afgezet en Caiafas ook. Zie Hand. 9:32-10:48. De missie van Petrus in het land van Israel begint.
In 37 na het begin van de jaartelling sterft Tiberius en komt Caligula aan de macht. Zie Hand. 9:1-19 en Gal. 1:17. De bekering van Paulus. Hij gaat al direct naar Arabië, naar de berg Siniaï en blijft daar 40 dagen. Daarna keert hij terug naar Damascus. Zie Galaten 1:17. In Hand. 9:25 en 2 Kor. 11:33 ontvlucht Paulus Damascus. Het jaar 38 na het begin van de jaartelling staat in Hand. 10:1-48 en 11:1-18. Petrus en Cornelius treden op en het is het einde van Petrus’ optreden in Jeruzalem. In 39 na het begin van de jaartelling gaat Paulus naar Tarsus en het volgende jaar gaat hij naar Jeruzalem. Het jaar 40 staat in Hand. 9:26, 30 en in Gal. 1:18. Het is het eerste bezoek van Paulus aan Jeruzalem om Petrus te zien. Daarna wordt hij naar Tarsus gezonden. Dan is er zijn missie in Syrië en Cilicië. Terug in Jeruzalem raakt hij in de tempel in trance; Hand. 22:17. In 41 na het begin van de jaartelling regeert keizer Claudius. Herodus Agrippa wordt koning van Judea. (Gal. 1:21).
Het jaar 43 na chr. Staat in Hand. 11:22, 25. Barnabas werd van Jeruzalem naar Antiochië gestuurd, gaat vervolgens naar Tarsus om Paulus te zoeken en brengt hem naar Antiochië. Hier blijven ze een jaar. Het gebeurt in de dagen van Claudius. En Paulus maakt een spirituele reis; hij wordt weg gevoerd in de Heer; 2 Kor. 12:1-4. Het jaar 44 staat in Hand. 12:23. Fadus volgt Herodus Agrippa op. Paulus gaat voor de 2de keer naar Jeruzalem, met Barnabas. Dan keert hij terug naar Antiochië. Het jaar 45 staat in Hand. 11:26, 28, 30. De bediening van Paulus onder de diaspora begint nu apart van Jeruzalem en de Twaalf. Eerst gaat hij van Antiochië naar Cyprus. Vervolgens gaat hij naar Perga in Pamfilië, naar Antiochië in Pisidië, naar Iconium, Lystra, Djerba, en dan terug naar Antiochië. Daar verblijven ze een lange tijd met de discipelen. (Hand. 14:28).
In 46 na chr. Regeert Tiberius Alexander. Zie Hand. 12:24-13:3. De brief van Jacob aan de diaspora. Paulus en Barnabas scheiden hun wegen. Ook de brief van Judas aan de diaspora. Het jaar 47 na chr. Staat in Hand. 13:4-15:1. In 48 na chr. Regeert Herodus Agrippa II. Zie Hand. 25 en 26. In 49 wordt Cumanus procureur. Het jaar 51 staat in Hand. 15:2 en in Gal. 2:1. Paulus gaat voor de 3de keer naar Jeruzalem, voor de Raad, met Barnabas en Titus. De bediening doet hij nu samen met Jeruzalem en de Twaalf. In het jaar 52 wordt Felix procureur. Paulus gaat van Antiochië naar Cilicië, Lycaenië, Galatië, Filippi, Thessaloniki, Berea, Athene en Korinthe waar hij 18 maanden blijft; Hand. 18:11. Dan zeilt hij naar Syrië in de lente van het jaar 54, naar Efeze (zijn eerste bezoek), Caesarea. Hier blijft hij weer enige tijd (Hand. 18:23). Vervolgens gaat hij naar Galatië, Frygië en naar Efeze (2de bezoek). Daar blijft hij voor 2 jaar (Hand. 19:10). Zijn publieke verkondiging van het koninkrijk eindigt; Hand. 19:20.
Het jaar 53 staat in Hand. 15:41-18:22. Herodus Agrippa II wordt Tetrach van Trachonitus. Paulus schrijft nu zijn brieven aan de gemeente in Thessalonica, te weten 1 en 2 Thessalonicenzen en daarna schrijft hij Hebreeën. In het jaar 54 sterft Claudius en volgt keizer Nero hem op. In het jaar 55 zijn we in Hand. 18:23-20:1 aangeland. Het jaar 57 staat in Hand. 20:1, 2. Mogelijk dateren de brieven van Johannes uit dit jaar. In Efeze schrijft paulus in de lente, 1 Korinthe, zijn brief aan de gemeente in Korinthe. Na zijn vertrek uit Efeze gaat hij naar Macedonië en schrijft hij zijn brief 2 Korinthe. Waarschijnlijk doet hij dit in de herfst. In de winter schrijft hij zijn brief aan de gemeente in Galatië, ofwel galaten. In de daarop volgende lente schrijft hij in Korinthe zijn Romeinenbrief.
Het jaar 58 staat in Hand. 20:3-21:15. Paulus verlaat Griekenland, Filippi, Miletus, Caesarea en gaat naar Jeruzalem (tijdens Pinksteren is hij daar). Het is zijn 5de bezoek aan Jeruzalem. Hij wordt er gearresteerd. Dan wordt hij naar Caesarea gestuurd waar hij 2 jaar in de bak zit. Het jaar 59 staat in Hand. 23:33 en 24:27. Paulus wordt rond augustus door Festus naar Rome gestuurd. Maar hij leidt schipbreuk in Malta waar hij in de winter blijft. In het jaar 60 regeert PORCIUS FESTUS. Zie Hand. 27:1, 2 en 27:27-44. Hij komt in de lente in Rome aan waar hij de brieven 1 en 2 Petrus schrijft. Dus aan de apostel Petrus. In het jaar 61 wordt Paulus in Rome in de bak gegooid. Dit is van 61 tot 63. Zie Hand. 28:16. In het jaar 62 komt ene keizer ALBINUS aan de macht omdat Festus sterft. Zie Hand. 28:30. In de komende 2 jaar schrijft Paulus zijn brieven aan de gemeenten in Efeze, Kolosse, Filippi en hij schrijft een brief aan Filemon. Het jaar 63 staat in Filippenzen 2:24 en in Filemon 22. Na een ongeval waardoor hij slecht ziend wordt, gaat hij naar Macedonië waar Handelingen gepubliceerd wordt.
In het jaar 64 staat Rome in brand, gevolgd door een vervolging van deze nieuwe cultus die zich christenen noemen. Deze vervolging duurt 4 jaar tot Nero sterft. In het jaar 66 regeert ene Florus. En de Joodse oorlogen beginnen, vastgelegd door Flavius Josephus. Het jaar 67 staat in 1 Tim. 1:3. Paulus schrijft zijn brief 1 Timotheüs vanuit macedonië of Troas. In 68 sterft Nero. Paulus schrijft zijn brief aan Titus, waarschijnlijk vanuit Korinthe. In het jaar 69 komt Vespasianus aan de macht en Paulus zit weer in de bak in Rome van waaruit hij zijn 2de brief aan Timotheüs schrijft.
*
De positie van de bediening van het boek Handelingen.
1. De titel van het boek was oorspronkelijk waarschijnlijk gewoon Handelingen zoals het ook in de Codex Sinaïtus staat. Het zal geschreven zijn door Lucas, die in Kolosse 4:14 arts wordt genoemd. (Gelovigen mogen dus wel degelijk naar de dokter om zich in te laten enten.) Eusebius schrijft het boek in 300 na chr. ook al aan hem toe in zijn boek “Geschiedenis van de Ecclesia.” Hij schrijft: “Lucas, een arts, heeft ons 2 inspirerende boeken nagelaten. Het ene is het evangelie dat hij in opdracht van Jezus geschreven had. Het andere boek is zijn Handelingen van de apostelen dat samengesteld is van wat hij zelf gezien had en niet van wat hij van anderen had gehoord.
2. Het boek is een schrijfwerk van de handelingen van de heilige geest door getuigen die door God waren uitverkoren tijdens het laatste aanbod aan de kinderen van Israel van nationaal herstel en zegening, op voorwaarde van dat het volk zich zou bekeren als natie. In het Oude Testament was dit aanbod door de aartsvaders gedaan en door de profeten (Hebr. 1:1). Ook toen al was het afgewezen (Zech. 7:12-14). In de evangeliën kreeg het aanbod een laatste kans. Jezus bracht het weer naar voren maar opnieuw werd het afgewezen (Mat. 23:37-39; &c). Het boek Handelingen legt verslag van de 3de en laatste presentatie door de heilige geest en van de uiteindelijke afwijzing door de natie. (Hand. 28:25-28; Rom. 11:25, &c). Door deze gekozen getuigen wordt niet van werken gesproken anders dan die van Petrus, Johannes en later door Paulus.
1. De structuur laat zien dat het boek uit 2 delen bestaat (vergelijk de structuren van Jesaja, Jeremia, Ezechiel) die op hun beurt weer ingedeeld zijn. De eerste portie van 12 hoofdstukken, na de introductie van Hand. 1:105 gaat over de getuige van de apostelen in Jeruzalem, Judea en Samaria. Petrus was de apostel van de besnijdenis (Gal. 2:7) en is de centrale figuur en zijn sectie eindigt met zijn gevangenneming in Jeruzalem in 44 na chr.
De 2de divisie bestaat uit de laatste 16 hoofdstukken en gaat door met de getuigenissen tot aan de uiteinden van de aarde. (vergelijk Hand. 1:8 met Kol. 1:23). Paulus is nu de hoofdpersoon (Galaten 2:7). Deze divisie eindigt waar Paulus in Rome in 61 na chr. In de bak wordt gegooid. Handelingen was waarschijnlijk aan het einde van zijn gevangenschap gepubliceerd, zo rond het jaar 63. De periode die door het bak beslagen wordt is als volgt:
i. van Pinksteren jaar 29 tot Pesach (Hand. 12:3, 4) in 44.
ii. Van Pinksteren (?) van 46 tot het jaar 61.
Deze tijd tussen 29 tot 61 na christus is 32 jaar en moet niet verward worden met de hele periode vanaf na de kruisiging en de anti climax van de nationale afwijzing van Jezus als messias door het volk Israel tot aan de verwoesting van de tempel door Titus; een periode van 40 jaar. De onderscheiden bedieningen van Handelingen is ook zichtbaar in de structuur van het boek. In de vroege sectie, “het getuigenis van de Twaalf” vanaf Hand. 2:5 tot aan Hoofdstuk 12 was aan de joden gericht en aan de proselieten. Zie Hand. 2:10 en 3:26. Ze moesten geloven dat Jezus de Messias was. Zie Hand. 2:31, 36; 3:18, 20; 4:10, 26; 5:42; 8:5, 37; 9:20, 22.
In damascus preekte Paulus in de synagogen dat Jezus de messias was, de Zoon van God en hij bewees dat Jezus de christus was. Er was nog geen verkondiging aan de heidenen (Zie hand. 11:3). Het preken van het Woord was alleen gericht aan de joden Hand. 11:9) en aan de heidense proselieten, dat de gekruisigde Nazarener Jezus was, de messias. De duur van dit getuigenis was 15 jaar. Het 2de deel van Handelingen verhaalt van het apostelschap van Paulus en zijn getuigenis dat nu aan de joden en heidenen hetzelfde was. (Hand. 9:15). Hij was de gekozen persoon om het getuigenis te brengen aan zowel heiden als aan koningen als aan de joden. Zijn onderwerp was Jezus en de opstanding (Hand. 17:18). Niet meer Jezus als messias werd gepreekt maar Jezus als de opgestane uit de dood en die als hoofd was gesteld van een nieuwe mens, zoals voorzegd was in Psalm 2:7. Vergelijk deze Psalm met hand. 13:32-39.
Dit getuigenis duurde 16 jaar namelijk tijdens de arbeid die Paulus verrichte met zijn collega’s totdat Paulus gevangen werd gezet in 61 na chr. De joden kregen nog steeds prioriteit om de boodschap aan te verkondigen. (Hand. 13:5, 14, 42, 43; 14:1; 17:1, 10, 17; 18:4, 7, 19, 26; 19:8).
1. Gedurende de hele periode van Handelingen was het getuigenis begeleid door de wonderlijke gaven die beloofd waren in marcus 16:17, 18. Vergelijk dit ook met Hand. 3:7, 8; 5:5, 10, 15, 16; 6:8; 19:6, 12; 20:9-12; 28:3-6, 8, 9. Aan het einde van deze bediening namen deze wondertekens in aantal af, zoals te lezen is in Fil. 2:26 (62 na chr.); 1 Tim. 5:23 (67 na chr.); 2 Tim. 4:20 (68 na chr.).
Het voorrecht van het verkondigen en getuigen (Jesaja 48:10; 44:8) was van de jood weg genomen en de redding van God werd nu aan de heidenen verkondigd (Hand. 28:28). En nog steeds ook aan de joodse leden van het lichaam van christus. De evangeliën legen vast wat Jezus ging doen en wat hij leerde (Hand. 1:1); na Zijn opstanding ging Hij door met over het Koninkrijk te kletsen; en na zijn hemelvaart nam de heilige geest deze taak over (Joh. 14:16, 17, 26; 15:26; 16.12,13).
Tijdens de Handelingen periode werden de gelovigen in de waarheid geleid in wat eerder ook al verkondigd was. Waar ze eerder niet open voor hadden gestaan, daar moesten ze nu wel naar luisteren. Maar nog steeds kenden zij niet de volledige waarheid. Deze zou pas onthuld worden als de verkondiging van het koninkrijk op zou houden, namelijk omdat de joden het verwierpen. Dit gebeurde na het sluiten van het boek handelingen. En toen aan het begin van deze huidige interim periode die nu al bijna 2000 jaar duurt, werd Israel met blindheid geslagen (Rom. 11:25). De kerk die het lichaam van Christus zou worden, kreeg nu gestalte (Efe. 1:22; 1:6 en 15:14). Deze kerk begon niet met pinksteren zoals algemeen maar onterecht gedacht wordt.
*
192. De Brieven van Paulus
A. Chronologische Volgorde
B. Canonieke Volgorde van de kerk brieven
A. De Eerste groep van de 7 vroege brieven:
1 & 2 Thessalonicenzen, Hebreeën, 1 & 2 Korinthe, Galaten, Romeinen.
B. De Tweede groep van Gevangenisbrieven: Filippenzen, Filemon, Kolossencens, Efeziërs.
Tussen de 1ste en 2de groep zit een hiaat. Als Paulus uit de bajes komt in 63 na christus volgen er 4 jaar in zijn leven die voor ons onduidelijk zijn. Misschien moet hij even bijkomen. Maar we lezen wel enkele hints in Filippenzen 2:24; Filemon 22; 1 Timotheüs 4:13 en 2 Tim. 1:15, 18; 4:10, 13, 20. Titus 1:5; 3:12 over zijn reizen in Azië en Europa, zoals naar Kolosse, Efeze, Dalmatië en mogelijk zelfs naar Spanje. Of hij echt naar Spanje is geweest (Rom. 15:24, 28) zullen we nooit zeker weten. Hoewel Clementus van Rome (Fil. 4:3?) in 91 na christus in een brief aan de Krinthiërs schreef dat Paulus naar het einde van het Westen was geweest. Dit kan Spanje zijn en zelfs nog verder zoals Frankrijk. maar hard bewijs is er niet. Wel is er een inscriptie in Spanje gevonden dat men een nieuw bijgeloof in de kiem had gesmoord. Of dit naar het werk van Paulus verwijst is zeer de vraag. Maar het feit dat het nergens meer genoemd is in zijn latere brieven 1 en 2 Timotheüs en Titus mogen we ook niet zomaar over het hoofd zien.
Derde groep: pastorale brieven: 1 en 2 Timotheüs en Titus.
Het getal 7 is duidelijk aanwezig in de groepen van Paulusbrieven evenals in de canonieke volgorde van de kerkbrieven zoals we hieronder zien. Ze verdelen in 3 groepen, en vormen samen 14 brieven hetgeen uiteraard een veelvoud van 7 is. De eerste groep bestaat uit de 7 vroege brieven (4). De 2de en 3de groepen vormen een andere 7 (4 + 3). De 7de in deze volgorde (Romeinen) en de 14de (2 Timotheus) geven de 2 unieke en vreselijke lijsten van de staat van de wereld voor de eerste komst en idem voor de 2de komst van Christus. Zie Romeinen 1 en 2 Tim. 3.
B. De canonieke volgorde van de kerk brieven.
1. Romeinen (Doctrine en instructie).
2. 1 en 2 Korinthe.
3. Galaten.
1. Efeziërs (Doctrine en instructie).
2. Filippenzen.
3. Kolossenzen.
1. 1 en 2 Thessalonicenzen (Doctrine en instructie).
(1) , (2) , (3) de volgorde volgens Bisschop Lightfoot.
(4) Inclusief Hebreeën. Het herstel van deze brief in zijn historische chronologische volgorde pleit voor de gedachte dat Paulus hem wel degelijk heeft geschreven. Zonder deze brief zouden de brieven van Paulus 13 in totaal zijn, wat niet logisch klinkt. De heilige geest richt zich tot 7 gemeenten. 7 is het getal van geestelijke perfectie, hetzelfde getal dat Jezus zelf aan de vergaderingen van de overwinnaars richt in Openbaring 2 en 3.
In deze brieven hebben we de perfecte belichaming van de lessen van de heilige geest voor de gemeenten. Ze bevatten alle waarheid (Joh. 16:13) waarmee de geest Gods volk leidde. Ze bevatten ook de dingen waarover Jezus op aarde niet kon spreken omdat de tijd er nog niet rijp voor was. Het getal van deze brieven is ook 7. Hun volgorde is ook perfect. Deze volgorde is niet chronologisch maar thematisch en didactisch. De heilige geest plaatst de eerst geschreven brief aan de gemeente van Thessalonica het laatst in de rij. De geest legt ons dus juist een doctrinaal systeem voor. De ontvouwing van deze doctrine vanaf Pinksteren tot aan de gevangenneming van Paulus komt tot ons in de experimentele volgorde waarin de brieven aan de 7 gemeenten worden gezonden.
In alle honderden van Griekse manuscripten van het NT wisselt de volgorde van de brieven nooit. De algemene volgorde van de boeken van het Nt kent 2 groepen: 1. de 4 evangeliën; 2. Handelingen; 3. de algemene brieven; 4 de brieven van Paulus en 5. de Apocalyps. Hoewel de volgorde van deze groepen in enkele manuscripten varieert en de brieven van Paulus van positie variëren ten opzichte van de 4 andere groepen en terwijl ze ook onderling variëren (soms komt Hebreeën na Thessalonicenzen) is de volgorde van deze 7 kerk brieven steeds onveranderlijk. De kerkbrieven komen tot ons in 2 groepen van 3 en 4 (zie boven). De 3 zijn vooral doctrinaal van aard (1). Deze 3 zijn Romeinen, Efeziërs en Thessalonicenzen. En de andere 4 die tussen deze 3 in zijn gevoegd bestaan op hun beurt weer uit 2 divisies die vooral herhaling en correcties bevatten van de eerst genoemde drie. Zie 2 Timotheüs 3:16.
Romeinen komt eerst en bevat de beginselen van de christelijke leer. De mens wordt hierin afgebeeld als hulpeloos en geruïneerd of zelfs als verloren. Dan gaat Romeinen verder met hoe de behouden zondaar samen met christus stierf en ook samen met Hem uit de dood was opgewekt. Efeziërs borduurt hierop verder maar begint niet met de mens maar met god. Hier wordt aan ons de kennis van god en Zijn bedoeling in christus onthult. De climax is in 2 Timotheüs 1:10 als de volheid van de natiën een feit is en het lichaam van christus bestaande uit joden en heidenen ook af is. Dit lichaam zal Zijn boodschap bekend maken aan de hemelse machten. 2 Tim. 3:10.
Thessalonicenzen dat het eerst is geschreven van alle brieven is achteraan geplaatst bij alle brieven. Hierin staat de speciale openbaring over de terugkeer van Jezus. Het is overigens zinloos om gelovigen de boodschap over de terugkeer van Jezus te leren als ze niet eerst kennis hebben genomen van de voorafgaande brieven. Eerst zullen ze uit Romeinen leren wie ze van nature zijn en wat God van hen gemaakt heeft in Christus Jezus; namelijk mede erfgenamen met christus (Rom. 8:17). Totdat de gelovigen door hebben dat God hen gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in de hemel en dat deze zegen IN christus is gelegen (Efeze 1:3) – zullen ze niks begrijpen van de teksten over Zijn terugkeer. (*2)
Opsomming: — De geredde zondaar staat in:
Romeinen, als dood en opgewekt met Christus:
Efeziërs, als gezeten in de hemelingen IN Christus.
Thessalonicenzen, in glorie voor eeuwig met Christus.
(*1) Lightfoot (Biblical Essays, p. 388) zegt over Romeinen en Efeziërs: “Beide zijn lijken eerder op een verdrag dan op een normale brief.”
(*2) De introductie noten en structuur in beide laten ons de reikwijdte zien van de brief en zijn lessen aan ons.
*
Vers 16 in Jesaja 48 is niet uitgesproken door Jesaja maar door Jezus zelf. Zie ook Jes. 45:19 en Joh. 18:20.
*
193. Het Mysterie.
Duidelijk is dat God zijn wil op diverse manieren kenbaar had gemaakt (Heb. 1:1, 2). Maar ook dat hij bepaalde dingen geheim hield omdat de tijd ervoor nog niet rijp was. Het woord musterion is verbonden met diverse dingen in het Nieuwe Testament die nog geheim waren gehouden.
1. Het werd gebruikt voor de geheimen van het Koninkrijk: dat verborgen was gebleven tot de Heer het aan de discipelen had geopenbaard (niet aan het volk) in Matt. 13:10, 11. Van tevoren was het niet bekend dat het koninkrijk afgewezen zou worden en dat er zo’n lange interval zou komen. Dit wisten zelfs de profeten niet die het koninkrijk wel voorzegd hadden. (1Pet. 1:10-12).
2. In Rom. 11 wordt het gebruikt in verband met de duur van Israel’s blindheid. Die blindheid zelf was geen geheim omdat deze al voorzegd was in Jesaja 6:9, 10. Maar de lange duur ervan was wel onbekend tot Paulus de waarheid ervan onthulde in Romeinen 11:25.
3. Het woord werd door Jezus gebruikt in relatie tot de opstanding, die nooit eerder aan de mensen van God bekend was gemaakt. Jezus had er tegen Martha over gesproken (Joh. 11:25, 26), maar hoewel ze het wel geloofde wat Hij zei, begreep ze er niet veel van. De gemeente in Thessalonicenzen die er ook van gehoord hadden (1 Thess. 4:13), snapten iets beter waar de woorden in Johannes 11:25, 26 over gingen.
Maar in 1 Korinthe 15:51 was het geheim volledig en eenvoudig bekend gemaakt. En dat was dat we niet allen zullen slapen als Hij terugkomt. Tot op dat moment was de gedachte geweest dat iedereen zou sterven om weer opgewekt te worden (Heb. 9:27). Nu werd er opeens gezegd dat niet iedereen zou sterven maar dat zij die aanwezig waren bij Zijn wederkomst, niet zouden sterven (1 Thess. 4:15, en Fil. 3:14).
4. Naast deze goddelijke geheimen was er het geheim van de voorzegde wetteloosheid (2 Thess. 2:7 en Dan. 12:4). Deze wetteloosheid was al in werking tijdens de periode van Handelingen. En als de natie zich bekeerd had na de oproep van de dienaren in Mattheus 22:4 (Hand. 2:38; 3:12-26; &c), zouden de Wetteloze en zijn trawanten direct gekomen zijn (Dan. 8:23). Maar nu het koninkrijk zich terugtrok, deed de Wetteloze hetzelfde en wacht deze meneer tot de tijd daar is.
5. Maar het grote geheim dat ons vandaag de dag bezig houdt was niet onthuld tot na de sluiting van die bediening die door handelingen werd omsloten. Zie Hand. 28:17-31.
Paulus kon niet over het grote geheim van Gods wil schrijven tot aan het einde van zijn bediening. Wat dit geheim was, staat in zijn gevangenis brieven. Alleen hierin staan de dingen die altijd geheim waren gehouden vanaf het begin van de wereld (Romeinen 16:25). Het was nu geopenbaard aan Paulus in Kolosse 1:26. Het gaat om de naschriften in Rom. 16:25, 26. Efeze 3:1-12. Kol. 1:24-27. Het noemen van het mysterie in Romeinen 16:25, 26 had velen perplex doen staan omdat de openbaring vooral in de brief aan de Efeziërs stond. Het werd gesuggereerd dat de brief van oorsprong eindigde in Romeinen 16:24. En dat de toeschrijving (vv. 25-27) door Paulus zelf toegevoegd was toen hij Rome had bereikt (1) om de structuur te voltooien door deze gelijk te maken met de toeschrijving in Hoofdstuk 11:33-36; en (2) om de Epanados/introversie te voltooien als contrast met Gods evangelie dat onthult was door de profeten in het Oude Testament en dat nooit verborgen was geweest (1:2, 3) samen met het mysterie dat wel altijd verborgen was gebleven tot aan 16:25-27.
Er is geen twijfel over de algemene volgorde van de brieven en de data zijn op gissingen berust. Romeinen 16:27 is niet de openbaring van het mysterie zoals dit in de gevangenisbrieven werd onthuld aan ons. Romeinen en Efeziërs zijn dus 2 centrale brieven van de chronologische groepen: de ene die het einde is van de ene groep en de andere die het begin is van een nieuwe groep. Paulus is wel de schrijver van beide. Het grote geheim dat geopenbaard werd kan niet verwijzen naar de zegening van de heidenen in relatie met Israël. Dit was namelijk nooit een geheim. Beide zegeningen waren gelijk openbaar gemaakt in Genesis 12:3; en dit feit wordt telkens naar voren gebracht in het Oude Testament. Zie Genesis 22:18; 26:4; Deut. 32:8. Psalm 18:49; 67:1, 2; 72:17; 117:1. Jesaja 11:10; 49:6. Lucas 2:32. Rom. 15:8-12. Maar het geheim dat openbaar werd gemaakt in de gevangenisbrieven was nooit onderwerp van een voorafgaande openbaring. In Efeziërs 3:5 staat dat het NU geopenbaard zal worden. Dus was het eerder geheim gehouden. Het gaat nu duidelijk over de heidenen en het was door de apostelen verklapt dat de heidenen in een gelijk lichaam werden ondergebracht als de gelovige joden. Waarom God dit zolang verborgen heeft gehouden, weten we niet. Wat we wel weten is dat als God het eerder geopenbaard had, dat Israël een goed excuus had gehad om het koninkrijk en die rare Jezus af te wijzen.
Het geheim betreft wel alleen de gelovigen in Christus (Romeinen 16:26). De ongelovigen komen in een volgende aion aan de beurt om na hun opstanding en oordeel gered te worden. Abraham kreeg diverse goddelijke openbaringen voor de kiezen. Vanaf zijn roeping in Genesis 11 was hij een rechtvaardige man. In Hoofdstuk 12 van dat boek gelooft hij Gods beloften aan hem meteen. In hoofdstuk 13 gelooft hij Gods belofte ten aanzien van het beloofde land. In Hoofdstuk 15 doet God een merkwaardige belofte aan hem met betrekking tot het zaad dat God hem zou geven. Deze mysterieuze belofte was nog gekker dan de vorige maar Abraham geloofde god op diens woord en dit feit maakte hem rechtvaardig, namelijk door zijn geloof alleen. Dan zijn wij aan de beurt om Abraham na te volgen in diens geloof. Namelijk als we de gevangenisbrieven erop naslaan.
Verschillende dopen
In het oude Testament slaat het woord baptismos op iedere ceremoniële vorm van sprenkeling, begieten en wassing zoals blijkt uit Heb. 6:2 en 9:10. In de geschriften van Paulus vinden we een totaal ander woordgebruik. Daar betekent baptismos indompeling om er nooit meer uit te gaan; éénwording met de gekruisigde en opgestane Heer. Zie Kol. 2:12; Efe. 4:5. Toen de kerk de verschillen uit het oog verloor tussen deze ene doop en de voorgaande ceremoniële dopen, is ze de belangrijkste bewijsgrond uit het oog verloren voor de zekerheid van het geloof. Verder is er maar één geval van onderdompeling in het Oude Testament en dat vinden we in Lev. 11:32 waar van onreine dingen wordt gezegd dat die in het water moeten worden gezet en onrein blijven tot de avond. Het betreft hier dus voorwerpen en geen personen.
*
Als een Dief in de Nacht
Wanneer komt Jezus terug? Veel gelovigen menen op grond van Mattheus 24:43 dat we dit tijdstip niet weten. Maar deze vers is voor de Joden bedoeld. Onze richtingaanwijzer voor zijn terugkomst is 1 Thess. 5:2. Maar als het geheim is wanneer Hij terugkomt dan is de Bijbel geen goede gids. Stel je koopt een plattegrond van Amsterdam. Her en der op de kaart ontbreken hele vlakken. Er staat: het is geheim waar het Rijksmuseum staat en het is geheim hoe je er komt. Zo’n kaart is dan nutteloos. De passages over dat Hij terugkomt als een dief in de nacht in Matt. 24:43; Lucas 12:39; 1 Thess. 5:2; 2 Petrus 3:10 en Ope. 16:15 duiden er eerder op dat Hij niet welkom is voor een grote groep mensen dan dat Hij onverwachts komt. In Lucas worden 2 groepen religieuzen onderscheiden. De echte kerk in Lucas 12:35 ziet wel degelijk naar Hem uit maar er is ook een valse kerk die vooral met zichzelf bezig is en die beschreven staat in Lucas 12:39. Voor hen is het niet zo handig als Jezus terugkomt. Lucas maakt nogmaals een onderscheid tussen de verstandige dienaar in Lucas 12:42 die Hem wel degelijk verwacht en de kwade dienaar in Lucas 12:45 die juist niet zo op Zijn terugkeer zit te wachten. Dit is de misleide kerk die vooral moralistisch bezig is. Er is ook een overeenkomst tussen de woorden “want in het uur dat jullie niet denken” in Lucas 12:40 en de woorden “op een dag waarop hij niet hoopt” in Lucas 12:46. Jezus maakt Zijn terugkomst niet bekend aan de ware gelovigen op een uur of tijdstip waarop ze Hem niet terug verwachten. Het is een algemene waarschuwing aan de valse kerk die satan heeft gezaaid. Natuurlijk zal gaandeweg duidelijk worden wanneer Hij wel terugkomt. Een dief in de nacht komt altijd ongelegen… voor de valse kerk.
*
Zoveel kerken menen dat we de hele dag gedood worden om ons geloof zoals in Psalmen 44:22 staat. Omdat er in NL. niet zoveel gedood wordt, hebben vrijzinnige intellectuele theologen ervan gemaakt dat beledigen en godslasteren ook doden is. Zo worden we via een abstracte omweg toch nog gedood. En dat de hele dag door. Gelukkig maar. En anders menen ze dat elders ter wereld mensen om hun geloof worden gedood. Maar… daar gaat de passage in Psalmen 44 helemaal niet over. Maar deze vers slaat op de joden in Israel en in het bijzonder in Jeruzalem in de Grote verdrukking die over de aarde komt. De vers heeft antecedenten in Zecharia 13:8; 14:2 en Openbaring 13:1-10. Een deel van Israel zal worden omsingeld en de inwoners zullen worden afgeslacht. Openbaring is dus helemaal niet bedoeld voor de gelovigen van nu maar voor de joden die tijdens de Verdrukking leven en vooral voor de joden die in de laatste dagen in de gemeenten in Turkije leven.
*
Armageddon
Het leger van het Armageddon dat tegen Israel optrekt zal zich verzamelen in het dal van Megiddo. Daar komt de naam Armageddon ook vandaan. Maar wat is dit voor een leger? Zijn het aardse legers of is er meer aan de hand? Jesaja 24:21 suggereert dat de aardse legers worden samengevoegd met de demonische legers uit de hemel waarna ze samen optrekken;
En het gebeurt in die dag dat JAHWEH een controle zal brengen over de menigte van de hoogte in de hoogte en over de koningen van de grond op de grond.
*
veel intellectuelen buigen zich dezer dagen over de vraag of de bijbel wel van God is. Want als God niet bestaat dan is de bijbel toch een rare anomalie. Ook moderne intellectuele vrijzinnige progressieve ruimdenkende theologen menen dat de bijbel een mooie verzameling verhalen is en meer niet. De Koran met de Donald Duck vergelijken is volgens de intellectuele progressieve ruimdenkende vrijzinnige theologen een belediging waarmee je andere groepen kunt kwetsen. Maar de bijbel afdoen als een bundel van interessante verhalen die je op een rustig moment bij een knapperend haardvuur kunt lezen met een kom soep bij de hand, is juist een verlichte zienswijze.
Deze ruimdenkende progressieve vrijzinnige intellectuele theologen hebben nog nooit gehoord van het mysterie van christus dat sinds de grondlegging verborgen was. Kijk dat er profetieën uitkomen in het Nieuwe Testament die ooit in het Oude Testament voorspeld waren, is een interessante zienswijze om tegen de Bijbel aan te kijken. Maar wat als Paulus opeens iets onthult dat tegen deze hele zienswijze ingaat? Het mysterie aangaande de ecclesia van God, was geheim gehouden sinds de grondlegging van de wereld (Romeinen 16:25). In de eeuwen en millennia daarvoor, was het niet bekend bij de mensen (Efeze 3:5). Het was voor de generaties verborgen gehouden maar nu bekend gemaakt aan de heiligen (Kol. 1:26). Als het om vervullingen ging van oude profetieën, dan had je achteraf kunnen zeggen dat de bijbel mensenwerk was. Maar het onthullen van het mysterie van het lichaam van christus aan Paulus en van het bij behorende principe van de aionen, kon geen mens bedacht hebben. Het druiste zelfs in tegen wat er voorafgaand in de bijbel was gepredikt. Namelijk dat de natiën hun heil via Israël zouden ontvangen. Deze verkondigingen van Paulus duiden er dus op dat ze direct van God komen en niet van ons zelf. En dus hebben we geen andere keuze dan om zijn brieven serieus te nemen.
*
De hoer draagt de naam van de stad (Openbaring 17:5,18) maar kan er niet mee vereenzelvigd worden. De hoer zit op het beest met zeven koppen en tien horens (=tien koningen) terwijl de tien koningen de vrouw haten en haar ondergang bewerken. Maar diezelfde koningen weeklagen bij de ondergang van de stad (18:9). Ik versta het zo: de stad Babylon zal worden opgebouwd door Joden vanuit het Joodse land. Een Joods project in Irak. Het wordt een giga-macht en het wereldhandelscentrum. Maar de Joden worden gehaat en zodra het pact van tien koningen haar kans ruikt, ontdoet ze zich van hen.
*
Apart van van bovenaf geboren worden, voegde Jezus er nog een noodzakelijkheid aan toe om het koninkrijk van God binnen te gaan. Het gaat dan om één van de meest provocerende paradoxen in de bijbel. Namelijk dat je het koninkrijk niet binnen kunt gaan, als je niet eerst als de kinderen wordt. Het koninkrijk van God binnen gaan is zowel een eerste ervaring als een voortdurende. Na het binnengaan van het koninkrijk, krijgen we te maken met een traject van openbaringen na openbaringen. Deze verdere penetratie in de regel van God in Jezus en de geestelijke volwassenwording van de gelovige vallen binnen hetzelfde schema. Zodoende ontstaat er de paradox: We worden volwassener als we meer kind worden. Onze Vader in de hemel cultiveert in ons een kinderlijke geest. Dit houdt in dat de integrale kwaliteit van het leven van christus in jou als gelovige wordt uitgewerkt. Jezus is een vriend die dag en nacht over ons waakt. Daarom vindt Hij het ook zo leuk als we ook dag en nacht met Hem bezig zijn en over hem kletsen met anderen. Vertel Hem wat je bezighoudt en wat je dwars zit. Ontdoe je van orthodox christelijk taalgebruik en vertel het Hem gewoon. Laat je dogmatische correctheid varen en vertel als een kind over de schaamte die je voelt wanneer je steeds weer faalt in je leven. Zeg Hem dat je vaker boos bent dan dat je liefde voelt. Natuurlijk weet Hij allang wat er in je omgaat. Maar het gaat erom dat je zelf deze dingen in woorden eruit gooit. Dus vertel je verhaal aan Hem, ook over de zorgen van anderen en Hij zal altijd antwoorden.
*
Babylon was ooit de hoofdstad van een wereldrijk. De invloed van Nebukanedzar was voelbaar over de hele wereld en dan bedoel ik ook tot in landen als Japan en Chili. In de Eindtijd zal Babylon weer worden herbouwd. De stad zal dan de zetel zijn van de wetteloze en de anti christ. Babylon zal GEEN bolwerk van commercie zijn omdat het vooral een stad is waar dingen gekocht worden. Er zal op een oneerlijke manier aan geld worden gekomen, zoals je nu ziet hoe het er bij bankiers en op de beurzen aan toe gaat. De output zal een valse religie van vrouwaanbidding zijn, zoals je nu al ziet met betrekking tot de Maria verering in de katholieke kerk. Babylon staat voor alles wat heidens en afgodisch is. Weinig mensen weten dat Babylon een voorganger had. Babylon was namelijk de stad waar de grote afval van God na de Zondvloed begon. Hij was gesticht door Nimrod (Gen. 10:10). Babylon had echter een voorloper. Voor de grote vloed was er ook een enorme stad. Dit was de stad van Kaïn. Hij noemde zijn stad naar zijn zoon Henoch. Deze stad heette dus Henoch. Ook deze stad kenmerkte zich door een grote heidense afval. Hier is mogelijk de verstoring van de mensheid begonnen die absurde vormen aannam met half menselijke wezens en reuzen als de Nefilim, Refaïm en de Anakim. Dit waren de Titanen uit de Griekse mythologie. De aanbidding van Isis, Ishtar en Ashtaroth hebben hier ook mee te maken. In Zecharia 5:1-11 staat beschreven hoe Babylon herbouwd zal worden in het land van Sinear/Irak,
“En hij zei tot mij: Om er een huis voor te bouwen in het land van Sinear. En het wordt gevestigd en het wordt daar gelaten op haar fundament.”
Deze vervulling brengt ons terug naar Babylon in Daniël 1:2 en zelfs naar Genesis 11:2-9. De zonde van Babylon is de perfectionering van de aanbidding van de vrouw.
*
Hoe schiet ik tekort om in de vreugde van de Heer te delen. Want ik voel me helemaal niet zo vrolijk. Maar de vreugde van de Heer is niet af te leiden aan mijn emoties maar deze is IN de Heer. De vrede van God is Gods vrede, de kracht van de Heer is de Here’s kracht; de liefde van God is Gods liefde. De kennis en het geloof van de Zoon van God waardoor we vastklampen aan de volle gestalte van Christus, is de Zoon van Gods geloof en kennis, etc. Hoewel Jezus alles van het hierboven genoemde wil delen met zijn schepping, zijn deze dingen allereerst van God zelf. Dus de vreugde van de Heer is allereerst Zijn vreugde. Kijk naar je medegelovigen als het ware van bovenaf. Niet vanuit het werelds perspectief. Kijk op naar Gods vreugde vanuit Zijn perspectief ver boven ons waar Christus aan Zijn rechterhand zit. Mediteer op wat God vreugdevol maakt en je bent half op weg naar het delen in Zijn vreugde. Waarom is God zo blij? Omdat Hij de uitkomst van Zijn plan met ons weet. Hij weet dat hij het grote veld bezit waar die ene parel in is begraven… ergens. En voor de zekerheid heeft Hij dat hele veld gered om jou terug te krijgen. Zijn parel met de grote prijs: jij, samen met de hele mensheid. De vreugde van de Heer is een 2de rangs ervaring voor Hem. Iets diep binnenin Hem zorgt ervoor dat Hij vol van vreugde is. Dat “iets” is Zijn kennis over dat niets Hem in de weg kan staan om Zijn goedheid over de schepping uit te gieten. De vreugde van de Heer is een extatische vreugde, ofwel extreme vreugde. Dus ga niet op je eigen gevoel af maar leer God kennen en deel in Zijn vreugde.
*
Het begin van de Eindtijd staat beschreven in Daniel 11:5. Deze zal niet aanvangen voordat de koning van het Noorden op het toneel verschijnt. Maar er zijn 3 koningen van het Noorden. De eerste koning was voordien prins van de koning van het Zuiden. Deze eerste koning voert veel oorlogen. Na zijn dood wordt hij opgevolgd door degene die het 7de hoofd wordt genoemd en die in het boek Openbaring staat beschreven als degene die vermoord wordt. (Dan. 11:20). Vanaf de opkomst van de eerste koning van het Noorden tot de moord op degene die het 7de hoofd wordt genoemd, spreken we van de periode die Eindtijd heet. Dit is dan inclusief de eerste helft van de 7 jaar waarin de wetteloze opereert. Als deze 7de koning weer uit de Abyss krabbelt en de 8ste koning wordt, dan stopt hij direct het dagelijkse offer. Vanaf hier beginnen de laatste 3,5 jaar tot aan het einde van de verdrukking. Dit zijn de dagen van Daniel 10:14 die corresponderen met Daniel 11:31 en verder. Deze eindtijd die in Daniel genoemd wordt, heet Sunteleia. De wegrukking van de ecclesia in 1 Thess. 4 en de prijs van de hoge roeping van God in Christus in Fil. 3:14 zullen al plaatsvinden voor het begin van de eindtijd. Hoelang duurt deze eindtijd? Mogelijk 33 jaar plus de 7 jaar van de wetteloze zodat het totaal 40 jaar wordt.
*
Armageddon scenario:
We hebben de wetteloze en anti-Christ tegen Christ.
Engelen tegen engelen.
Bovennatuurlijke wezens tegen de verheerlijkte gelovigen.
Stervelingen tegen stervelingen; Israel tegen de andere vijandige landen.
*
Leven uit het geloof
Bekende woorden uit Hebreeën 11, waar ze wel twintig keer voorkomen. Het geloof in dat hoofdstuk is vooral het vertrouwen in de door God gesproken woorden. Het is goed te weten dat geloof in de Bijbel niet zomaar iets wazigs is. Integendeel! Bij ‘geloven’ gaat het om zekerheid, overtuigd zijn. Daarom lees je in de Bijbel over de “volle zekerheid van het geloof” (Hebr. 10:22). In de gelovige groeit het geloof tot een steeds grotere vanzelfsprekendheid … een vaste grond, een bewijs. Het is bijna niet te doorgronden hoe dit werkt. Maar één ding weten we wel: de zekerheid van ons geloof ligt in het verlossingswerk van onze Redder. Wist u dat ons nieuwe leven, onze rechtvaardiging, de vergeving van onze zonden, de bevoorrechte positie die we in Christus hebben, allemaal terug te voeren zijn op het geloof van Gods Zoon? Toen Hij als Mens op aarde was en Zijn taak volbracht, deed Hij dat in vol geloof en vertrouwen op de Vader. Zoals dat zo mooi verwoord is in Psalm 27: “Als Ik niet had geloofd dat Ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden” (vs. 13). Hij vertrouwde de Vader tot het einde toe. En op grond daarvan hebben wij de rechtvaardigheid “door het geloof van Christus” (Fil. 3:9; Statenvertaling).
*
Leven uit geloof
Bekende woorden uit Hebreeën 11, waar ze wel twintig keer voorkomen. Het geloof in dat hoofdstuk is vooral het vertrouwen in de door God gesproken woorden. Het is goed te weten dat geloof in de Bijbel niet zomaar iets wazigs is. Integendeel! Bij ‘geloven’ gaat het om zekerheid, overtuigd zijn. Daarom lees je in de Bijbel over de “volle zekerheid van het geloof” (Hebr. 10:22). In de gelovige groeit het geloof tot een steeds grotere vanzelfsprekendheid … een vaste grond, een bewijs. Het is bijna niet te doorgronden hoe dit werkt. Maar één ding weten we wel: de zekerheid van ons geloof ligt in het verlossingswerk van onze Redder. Wist u dat ons nieuwe leven, onze rechtvaardiging, de vergeving van onze zonden, de bevoorrechte positie die we in Christus hebben, allemaal terug te voeren zijn op het geloof van Gods Zoon? Toen Hij als Mens op aarde was en Zijn taak volbracht, deed Hij dat in vol geloof en vertrouwen op de Vader. Zoals dat zo mooi verwoord is in Psalm 27: “Als Ik niet had geloofd dat Ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden” (vs. 13). Hij vertrouwde de Vader tot het einde toe. En op grond daarvan hebben wij de rechtvaardigheid “door het geloof van Christus” (Fil. 3:9; Statenvertaling).
*
Genesis 6:3; de mens 120 jaar?
In Genesis 6:3, één vers voordat de mysterieuze nefilim hun intrede doen in de Bijbel, wordt er gesproken over 120 jaar van Gods geest. Onterecht is deze vers vaak opgevat als zou de mens door de zondeval niet meer ouder worden dan 120 jaar. Terwijl er daarna in de bijbel nog steeds mensen voorkomen die veel ouder worden. Hoe zit het dan? Het antwoord is dat deze 120 jaar op de volwassenwording van Israel slaat. Het gaat dan om 120 jubeljaren, dus 120 x 50 = 6000 jaar, gerekend vanaf het begin van de wereld tot aan de Apocalyps. Deze 6000 jaar is nagenoeg om en dus maken we zeer boeiende tijden mee.
*
Bij de term Sola Scriptura denken we aan de woorden van Luther die zich alleen op de Schrift wilde baseren. Maar helemaal compleet is dit niet. In Joodse zin bevat de Sola Scriptura ook wel wat traditie. Mozes ontving op de berg Sinaï (in Saudi Arabië) niet alleen de Tora maar ook de uitleg erbij. Deze mondelinge Tora vindt volgens de Joodse overlevering zijn basis in Exodus 18:20. Mozes gaf deze uitleg door aan de 70 oudsten die recht spraken over het volk. Jezus verwijst naar deze rechtspraak als Hij zegt dat de farizeeën op de stoel van Mozes zitten en dat er naar hen geluisterd moet worden als ze leren en rechtspreken. Tenzij ze werken verzinnen die van de instructie afwijken. (Matth. 23:2). Deze mondelinge Tora heet officieel de mondelinge overlevering zodat het woord Tora naar de directe openbaring van God refereert; Exo. 24:12. In Deut. 1:5 staat dat Mozes de Tora begon te ontvouwen. De letter van de Tora hoeft niet ontvouwen te worden maar wel de betekenis. Mozes ontving de inzettingen en gaf deze door.
In de Bergrede noemt Jezus enkele leringen uit de Mondelingen traditie (Matth. 5). Ten aanzien van Zijn oordeel over echtscheidingen citeert Hij de mondelinge traditie hierover. Namelijk die van de school van Shammai uit het Oude Testament die leerde dat een man alleen mocht scheiden na huwelijkse ontrouw van zijn vrouw. Jezus was dus best wel streng als het ging om echtscheidingen. In Matth. 5:43 zegt Jezus tegen de discipelen dat hen gezegd is dat ze hun vijanden moeten haten. Deze uitspraak staat niet in het oude Testament maar ze komen van de sekte der Essenen in Qumran. Er waren een paar stromingen in de tijd van Jezus, zoals de Farizeeërs, Sadduceeërs, Essenen en de Zeloten. Het opmerkelijke van de Essenen was dat ze alvast het Einde der Tijden afwachtten bij de Dode Zee. Terwijl Jezus degene was die de regie hierover zou gaan hebben. Jezus had zich blijkbaar verdiept in al deze sekten. Nog spontaner is het dat Hij er serieus op ingaat. Deze Essenen zagen zichzelf als de Zonen van het licht. Ze hadden een eigen Handboek van Discipline. Hierin werd opgeroepen om de zonen van de duisternis te haten. Jezus reageert hierop tijdens de Bergrede. Hij heeft dus op zijn minst kennis genomen van de Essenen. Ook is duidelijk dat Hij bij geen van de genoemde groepen hoorde. Jezus vierde ook het Chanoekafeest in de tempel in Jeruzalem hoewel het geen officieel door God ingesteld feest was. Vrij vertaald uit: Wake Up, blz. 36-37, Arno Lamm & Emile – Andre Vanbeckevoort.
*
In Jesaja 21: 4 staat: “Mijn hart dwaalt, een beven maakt mij bang. De schemer van mijn genoegen doet mij sidderen.”
Het lijkt hier alsof Jesaja zijn angstaanjagende visioen beschrijft. Maar wat hij werkelijk beschrijft is hoezeer de Babylonische heersers naar deze feestdag hadden verlangd. Ze hadden er een hele tijd naartoe geleefd zoals wij dit kennen van Koningsdag. Tijdens dit uitbundige feest met veel zuipen en vreten, liet men het niet na om de God van Israel te beledigen. En uitgerekend op deze nacht gebeurde het dat de vreugde in een handomdraai omsloeg in vrees. Immers, Darius de Medeër stond voor de poort. Tijdens het feest verscheen er opeens vanuit het niets een hand die wat mysterieuze woorden op de muur schreef. De koning Belshazaar, opvolger van Nebukanedzar en zijn gemaal waren stomverbaasd en konden bovendien de woorden niet lezen. In vers 5 staan deze woorden: “Dek de tafel! Waak in de wachttoren! Eet! Drink! Sta op, leiders! Zalf het schild!” – Daniel 5 en Jeremia 51 geven meer commentaar op deze profetie.
*
Jesaja 26:9
Met mijn ziel verlang ik naar U. Ja, met mijn geest in mij zoek ik U vroeg, want wanneer Uw gerichten over het land zijn, leren zij die in de woonplaats verblijven rechtvaardigheid.
Deze vers verwijst niet naar de algemene oordelen die door de eeuwen heen plaatsvinden maar naar de oordelen in de laatste dagen, namelijk die van de Grote Verdrukking. Onze verwachting (ons = ecclesia) staat haaks op die van Israel, vroeger. Wij nemen aan dat we vlak voor de verdrukking worden weg gegrist door Christus. Israel verwachtte haar messias juist samen met allerlei oordelen over de volkeren. Elders in de bijbel staat inderdaad dat de messias Israel te hulp komt in een tijd van grote verdrukking. Vers 9 is een prachtige poëtische solo waarin de profeet zich van de last ontdoet van het brengen van zo’n zware profetie die hij moest brengen. Nogmaals slaan de gerichten in deze vers niet op de algemene oordelen die thans over de aarde komen. De volkeren worden immers met de dag onvoorzichtiger en dit zal tijdens de grote verdrukking nog veel chaotischer zijn. Openbaring 16 zegt 3 keer dat de volkeren die geslagen worden door de gerichten, God vervloekten of Hem tenminste lasterden. Niettemin weten we weer van Openbaring 15:4 dat de mensen en volkeren die de gerichten hadden overleefd na afloop hun Heer zullen aanbidden en naar Jeruzalem zullen komen, juist dankzij Zijn gerichten.
De eerste helft van vers 10 bevat een rechtvaardiging van de gerichten van God. Maar het 2de deel laat ons zien dat er zelfs tijdens de regering van Christus gedurende de 1000 jaar nog steeds mensen zijn die onrecht doen. En die zich niks aantrekken van de nieuwe koning. Jesaja 26:10, “Indien de boosaardige genade bewezen wordt leert hij geen rechtvaardigheid. In het land van correctheden zal hij onrecht bedrijven en ziet hij de praal van JAHWEH niet.”
*
Pleïaden
Genesis 1:18; start met de eerste letter in het 11de woord en tel steeds 54 letters terug. Dan ontstaat er het woord pleïaden. (ELS 54, Equidistant Letter Sequences).
*
Jesaja was niet alleen een profeet maar hij was ook een schrijver in dienst van God. En hij was een dichter. Hij schreef het eerste prikbord voor zover bekend. In Jesaja 8:1 schrijft hij een tekst op een prikbord zodat iedereen deze kon zien. Deze tekst luidde als volgt:
*
Vertrouw niet op de mens die snel zal sterven, Maar vertrouw op de levende God; Het meest gezegend is de man wiens helper is Hij,
Die de hemel en aarde maakte en de aarde en de zee.
Veel gelovigen menen dat ze zonder strijd of tegenslag hoeven te leven als ze eenmaal de heilige geest hebben. Volgens Paulus was tegenslag intrinsiek aan het leven dat in deze wereld geleefd wordt. Aan de andere kant is worstelen met tegenslag paradoxaal genoeg integraal aan het binnengaan van de rust. Zo bestaat er bij veel gelovigen de fantasie dat de geestelijke reis kan geschieden zonder met tegenslag te moeten worstelen. Wat er dan gebeurt is dat we het bewustzijn van onze strijd onderdrukken waarna we in het onderbewuste terechtkomen met onze strijd. En zo gaan we op een oneerlijke manier om met onze mede gelovigen. Stel dat je bijvoorbeeld temperamentvol bent. Dan moet je bijvoorbeeld vechten tegen woede-uitbarstingen. Die zijn het gevolg van het zwakke vlees. Ook dit moet je samen met christus oplossen. Paulus deed er nog een schep bovenop en beschouwde ons als wezens die in een vijandig werelds systeem leefden, zelfs nu we de geest van god hebben. Maar in dat wereldse systeem is een boze geest actief met wie we geconfronteerd worden. We vechten dus niet tegen de camouflage van vlees en bloed maar juist tegen deze boosaardige geest in de wereld. Dank de Here dat we worstelen, al is het zeker niet eeuwig maar alleen tijdelijk. Het kan bovendien zo zijn dat je verslagen wordt. Maar niet voor eeuwig. Het lichaam van christus kan niet vastgebonden of opgesloten worden.
*
Hardop tegen jezelf zeggen dat je moet blijven geloven, is geen manier van doen. Maar onder het beheer van God ben je vanzelf gekoppeld aan de objectieve vermaning van het Woord zelf om te blijven geloven. Door in Hem te blijven geloven, worden we compleet gemaakt. De redding in het Nieuwe Testament draait niet om het ontsnappen aan een hel of om het naar de hemel gaan. Het gaat erom dat we een heel nieuwe persoon worden waarin Christus de dood steeds verder vernietigt. We bidden liever voor aardse dingen die bij ons passen dan om volkomen en volmaakt te worden. De essentie van het christelijke leven is niets anders dan in Hem te BLIJVEN geloven. Zie 1 Joh. 5:5.
*
Paulus zegt dat in Hem alle dingen geschapen zijn. De hele schepping is dus geschapen in een persoon. Zijn persoonschap is de container van alles wat bestaat. Buiten Hem is er niets. God, de vader, liet de Zoon geboren worden, en binnen het wezen van de Zoon, vormde Hij de oneindige uithoeken van het heelal, middels het scheppen van tijd en materie. De Ene in wie alles geschapen is, kwam tot ons als een individueel persoon. En terwijl Hij als mens tijdelijk onder ons was, was Hij tegelijk de Kosmische Christus en Jezus van Nazareth. De oude schepping eindigde met Zijn dood en de nieuwe schepping kwam met Hem uit het graf tevoorschijn. In Hem is alles aanwezig. Dit geheel sluit ook ONSZELF in, zodat we in Hem onszelf hebben. We waren nooit verloren voor Hem maar wel voor ons zelf. We kenden Hem niet en dus kenden we onszelf niet. Zoek dus niet naar je eigen identiteit maar zoek Hem in de eerste plaats. Zie Kolossenzen 1:16-17
De Ene is de bron van alle eenheid. Deze essentiële eenheid van alle dingen is DE waarheid waar alle mystici naar verwijzen. Oecumene bedrijven met andere culturen en religies, anders dan vanuit Christus, is hetzelfde als op een strategische manier je doel te missen. Eén kleine appelpit zal tot de groei van een appelboom leiden en vervolgens tot meer appelpitten etc. Tot er uiteindelijk een appelboomgaard ontstaat. En meer nog: de bestemming van die ene appelpit lag in die zelfde pit opgeslagen, namelijk om zich te vermeerderen tot een appelboomgaard. Zo kwam onze natuurlijke mens uit die ene Adam voort. Zo kwam uit die Ene Zoon van God een hele schare voort. Onze essentiële eenheid met God en met elkaar komt voort uit die Ene geboren Zoon Wiens Zoonschap het geheel van alle Zoonschap vastlegt. De wereld bevat 7 miljard mensen. God heeft ons niet allemaal tegelijk geschapen. Hij schiep ons in 1 man, Adam die in de Ene was, Christus.
*
De joden van het babylon in de Eindtijd zullen gestraft worden voor het bloedvergieten van hun voorgangers van de eeuwen daarvoor. Zo doortastend is Gods oordeel dat de joden in de toekomst worden gestraft voor de huidige Goldman Sacks, Rothchilds etc. Immers; als de joden in de toekomst nu geleefd hadden, hadden ze ook de wereld uitgebuit. De joden van het toekomstige Babylon zullen in weelde baden en de wereld zal aan hun voeten liggen. Vandaar dat de wereld de joden steeds meer zal gaan haten. Dit principe van dat toekomstige generaties (joden) zullen boeten voor hun voorgangers staat ook beschreven in Mattheüs 23:35. De Joden van de generatie van Jezus werden immers ook verantwoordelijk gehouden voor de misdaden die lang daarvoor gepleegd waren. Zie Openbaring 18:24.
*
Halelujah zingen
In kerken hoor je wel eens hallelujah gezang. Er zijn ook wel wat populaire liedjes over gemaakt. Maar deze kreet hoort niet bij onze genade bedeling. Halleluja volgt altijd op het uitvoeren van een oordeel. Zie Psalmen 104:35, 105:45, 106:1; 111:1; 112:1; 113:1; 115:18; 116:19; 117:2; 135:1; 146:1, 10; 147:1, 20; 148:1, 14; 149:1,9; 150:1, 6. En Openbaring 19:1,3,4,6.
*
Van liefde en waarheid
Niets kan de liefde vertrappen, ook de dood niet. De liefde is geduldig of zoals Paulus het zegt: “liefde faalt nooit” waarmee gezegd is dat liefde een bedoeling heeft. Op onze zoektocht naar liefde, komen we oog in oog te staan met de waarheid. Liefde en waarheid gaan hand in hand. De liefde wordt in veel vertalingen voorgesteld als een motor die ophoudt met te lopen als de benzine op is. Maar dit is natuurlijk onzin. De liefde zegt niet tegen ons: “oké, ik stop ermee want de dood neemt het straks voor de eeuwigheid van me over.” Mijn levensduur zit erop. Jij gaat nu eeuwig naar de hel en dus kan ik niks meer voor je doen. Dat is natuurlijk niet wat de liefde zegt of doet. Anders zou het liefde met beperkingen zijn. En dat is niet wat Paulus zegt. De liefde gaat na de opstanding van de doden gewoon door in de volgende aionen.
*
De eerste komst van Jezus is ook in tweeën verdeeld; In Micha 5:2 staat dat Hij voortkomt UIT en in Zecharia 9:9 staat dat Hij ergens binnenkomt. Als je deze beide verklaringen niet in 2 stukken snijdt, trek je hele rare conclusies. De oplossing is dat Jezus UIT Bethlehem kwam en dat Hij 30 jaar later Jeruzalem binnenkwam. Zo is ook de 2de komst van Hem in 2 fasen gedeeld. Eerst komt Hij middels de grote wegrukking de ecclesia halen waarna Hij zoveel jaar later terugkomt om Israël bijeen te roepen. Eigenlijk zou je de 2de komst in 3 stukken kunnen delen als je de opstanding van de doden erbij rekent.
*
Het schijnt dat we er langzamerhand uitkomen; uit de crisis. Hoe vaak hebben we het niet gehoord: ‘We moeten zorgen dat Nederland sterker uit de crisis komt’. Nederland misschien, maar hoe zit het met de Nederlanders zelf? Mogelijk ondervind je allerlei gevolgen; minder of geen werk; moeite om alles nog te kunnen betalen. De ‘hebberigheid’ van mensen is vaak als een van de oorzaken van de crisis genoemd. Is dat veranderd? Niet helemaal … want rijk is rijker geworden en arm armer. En zo gaat het allemaal weer verder… op naar de volgende crisis.
Het woord krisis komt 49 (=7×7) maal voor in het Nieuwe Testament. Het wordt dan vertaald met woorden als “gericht” en “oordeel”. Bijvoorbeeld in Hebreeën 9:27, waar staat dat het voor de mensen beschikt is eenmaal te sterven en daarna het oordeel, of: daarna de crisis!
Aan het Griekse woord krisis zijn allerlei andere woorden verbonden: krino (scheiden, oordelen, onderscheid maken); krima (oordeel in de zin van vonnis); kriterion (criterium, een regel aan de hand waarvan je oordeelt); kritikos (in staat om te onderscheiden) en krites (rechter).
Paulus kijkt aan het einde van zijn leven met liefde en vol verwachting uit naar het moment (“die dag”) dat hij uit handen van de rechtvaardige Rechter (Krites) de krans van de rechtvaardigheid zal ontvangen (2 Tim. 4:6-8). Hij zal die inderdaad ontvangen, want hij heeft (volgens de regels van) de goede strijd gestreden (vgl. 2 Tim. 2:5).
De goede strijd heeft in deze tijd (= de bedeling van het geheimenis) alles te maken met de boodschap van het geheimenis van Christus. Deze boodschap bepaalt ons bij de rijke positie die we als gelovigen in Christus ontvangen hebben! Tevens zullen wij eens in die positie en op die dag met onze Verlosser mogen verschijnen (Kol. 3:4). Wie in het licht van die verwachting leeft, is zich bewust dat de Heer hem of haar nabij is; die hoeft zijn hoop niet te vestigen op onzekere rijkdom, “maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten” (1 Tim. 6:17).
*
– Zonde is relatief, niet absoluut. De aard van de zonde ligt niet in de daad zelf maar in haar relatie met hen die er het lijdend voorwerp van zijn. Neem als voorbeeld de kus van Judas, een onschuldige handeling met grote gevolgen. – A. E. Knoch
– De Schepping was niet een daad van een neutrale, ongevoelige macht, zonder doel of onderwerp maar de prestatie van een harts hongerige Vader. Die aan het zoeken was naar de bevrediging van zijn sluimerende liefde. Die eerst de redding van zijn schepselen verzekerde, voordat Hij ze voor een ogenblik verloor. Opdat ze de diepten van Zijn aanhankelijkheid leerden onderscheiden. – Adolph E. Knoch
*
Handelingen 16:16-23
In deze passage wordt Paulus achtervolgd door een vrouw die een boze geest heeft, een pythongeest genaamd. Wat is dit voor rare naam? De Hebreeën gebruiken deze naam voor de Cobra. Deze geest waarde rond in Delfi en deed aan waarzeggingen. Tot Apollo die slang doodde waarin de geest zat. Nu ging Apollo waarzeggen als gever van Godsspraken. Hij gebruikte hiervoor een vrouw die orakels gaf in zijn naam. Ze had dus deze Pythongeest. Blijkbaar liepen er meer vrouwen rond in Delphi en omgeving die deze geest hadden want er liep er ook één achter Paulus aan. Ook deze slavin was een spreekbuis, een medium van de duivel. De Talmoed verklaart naar aanleiding van Leviticus 20:27: “De dodenbezweerder is de Python die uit zijn okselholte spreekt, en de waarzegger is de Python die met de mond spreekt (Strack-Billerbeck II, blz. 743). Dit soort occulte praktijken zijn voor de HERE een gruwel (Deut. 18:10- 12).
Satan daalde dus af in deze vrouw om Paulus te achtervolgen. Toen Paulus de geest bestrafte, ging de geest in de autoriteiten zitten die Paulus zouden volgen, en nam hij een brullende houding aan. Het orakel van Delfi is dus geen leuke toeristische attractie of een klassiek verhaal uit de oudheid dat je als intellectueel moet kennen. Nee, het is een waarzeggingsformule die direct van satan komt middels zijn handlanger Apollo die op zijn beurt weer een priesteres gebruikt. De God van de joden laat op een wonderbaarlijke manier Paulus tegen deze vrouw optreden, om ons duidelijk te maken dat Hij de vloer aanveegt met het orakel van Delfi dat ons zo klassiek in de oren klinkt.
http://www.oudesporen.nl/Download/OS1254.pdf
*
Lucas 1:46; – Maria van Nazareth: “Mijn ziel vergroot de Heer (1 Sam 2:1).
In deze passage vinden we de rechtmatige plaats van de ziel; namelijk de plaats van het herkennen en verheerlijken van Christus als zijn redder. Christus redt ons ALS Heer. Hij redt ons door de uitoefening van Zijn heerschappij. Het woord van God heeft de geest van Maria verenigd met Zijn geest, en haar ziel geïnformeerd dat deze alleen geactiveerd wordt binnen deze vereniging van de beide geesten. Dit vergroten van onze ziel, gebeurt alleen als God zichzelf in en door ons verhoogt. Hoe tegenstrijdig is het als mensen God willen verhogen! Alleen God kan God verhogen. Veel van onze zogenaamde glorie die we aan God denken te brengen is in werkelijkheid stro. Als God ons een geschenk geeft, dan geeft Hij het en dan pas wordt het van ons. Dit geldt ook voor de ziel. Maar alleen in eenheid met Hem, blijft onze ziel vervolgens actief.
Hoe zwaar wordt de last op onze ziel als we een autonoom functionerende ziel denken te hebben en we los gekoppeld van Christus verder durven te gaan! Hoe strijden we dagelijks tegen de bierkaai als we de ziel autonoom durven te maken. Ik heb een keer een aflevering gezien van Star Trek waarbij één persoon verlof kon krijgen om naar de aarde terug te keren. Dit was gebaseerd op een loting. Doch, één passagier had geen zin om de loting af te wachten en kaapte het schip om zijn verlof alvast af te dwingen. Uiteindelijk werd hij in een bevrijdingsactie neer geschoten. Toen bleek dat het ene winnende lot voor hem was bedoeld. De man had dus alle moeite voor niks gedaan en was bovendien dood. Zo vergaat het ook onze ziel als we hem proberen op te eisen voor zichzelf. Dan dragen we een zware last mee. Hoe anders reageerde Maria toen de engel haar het winnende lot voorhield, dat ze de messias zou baren! Ze deed geen poging om onafhankelijk te worden; ze werd geen feministe of activiste; ze geloofde alleen de woorden van de engel.
*
Het Jubeljaar was een voorafschaduwing van de redding van iedereen:
Lev. 25:10 – En jullie zullen het vijftigste jaar heiligen en jullie verkondigen vrijheid in het land aan al die er in wonen. Het zal voor jullie een jubel zijn. En een ieder zal terugkeren naar zijn bezit en een man zullen jullie naar zijn familie terugzenden.
Lev. 25:11 – Het zal voor jullie een jubel zijn, het vijftigste jaar. Jullie zullen niet zaaien en jullie zullen niet oogsten van het zelf gezaaide en jullie zullen niet plukken van de afgelegen wijnstokken.
In dat jaar waren alle schulden vergeven. Als je het land van je familie en voorvaderen moest verkopen, dan kreeg je het in dat Jubeljaar terug. De prijs van alle landverkopen was gebaseerd op hoelang het nog duurde tot het eerst volgende Jubeljaar. Als het Jubeljaar net geweest was en je nog 49 jaar moest wachten, was de prijs voor een lap grond die je verkocht, hoog. Als je vlakbij een Jubeljaar zat, dan was de prijs laag. De idee was dat alle fouten uit het verleden recht gezet zouden worden en dat alle misdaden vergeven werden. Het was een herinnering aan God die alles onder controle had en niet de mensen zelf. Als je zelf niet je schuld kon betalen, kon een familielid dit voor je doen. Dit staat in het boek Ruth, waar Boaz ervoor zorgde dat Ruth het land terug kon krijgen dat haar man verloren had. Dat is een beeld van christus die de redder is van alle mensen.
Als je je voorouderlijk land moest verkopen, kreeg je dat in dat jaar terug. In feite was de prijs van alle grondverkopen gebaseerd op hoe lang het duurde tot het volgende jubeljaar. Dus als het 49 jaar zou duren, zou de prijs hoog zijn, maar als het maar een paar jaar zou zijn, dan zou de prijs laag zijn. Het idee was dat alle onrecht zou worden rechtgezet, alle misdaden zouden worden vergeven, en het was een herinnering dat God de baas was, niet zij. Ik las eens een commentaar waarin werd gespeculeerd dat de Israëlieten zelfs nooit één Jubeljaar vierden op de manier waarop het in de Wet was geschreven (zie Leviticus 25). Een onderdeel daarvan was de ‘Kinsman-verlosser’, een familielid dat de prijs voor je kon betalen als je het zelf niet kon betalen. Dit wordt aangetoond in het boek Ruth, toen Boaz optrad om de verlosser van Ruths bloedverwant te worden, om het bezit terug te kopen dat haar man had verloren. Dat is een beeld van Christus, die de Bloedverwant-Verlosser is voor de hele schepping. Geweldige waarheid.
*
Paulus schreef over Jezus: de dood die Hij stierf… maar het leven dat Hij leefde. Door Jezus sterven we de dood en leven we het leven. Dit is wat Paulus zegt. De dood wordt stervende en het leven wordt samen geleefd naar de opstanding ten volheid. De dood was in Adam en Eva aanwezig in zijn aanvankelijke vorm van sterfelijkheid. Deze werd geactiveerd door de ongehoorzaamheid van Adam. Sindsdien dragen we allen in onze lichamen de dood die sterft, 2 Kor. 4:10.
De dood parasiteert op het leven. Dood is wel dood. Er is niet zoiets als een geestelijke dood. Adam en Eva gingen na hun overtreding door maar nu met de dood als parasiet in hen. Het leven kwam vanuit de eeuwigheid de aionen binnen. God schiep de aionische tijden buiten zichzelf om er de schepping in onder te brengen en er de dood een rol te laten spelen. De dood kan niet in Gods eeuwigheid bestaan maar rolde wel de aionen binnen omdat hij ondergeschikt was aan sterfelijkheid. Onze sterfelijkheid maakt ons vatbaar voor de dood. Maar de dood beëindigt het leven niet maar andersom, beëindigt het leven de dood. De bestemming van de dood is om te sterven. Tegelijk is de dood net een virus dat aan volgende generaties wordt doorgegeven. De dood van alle generaties, ook van de toekomstige kwam samen in de dood van christus. In Zijn dood stierf de dood compleet. Onze sterfelijkheid maakt ons ondergeschikt aan de ijdelheid waar Prediker het over heeft. Het leven dat in Adam geblazen werd had geen begin of einde. Het geparasiteer van de dood leidde uiteindelijk tot de dood van Christus. Met Zijn opstanding begon echter een nieuwe episode met een nieuwe schepping.
*
De heerschappij van de dood
Het Nieuwe Testament verklapt ons iets wat onderhuids aanwezig was in het oude Testament. Namelijk dat de dood regeert. Het was wachten op de uitglijder in de Tuin van Eden. De dood is aanwezig in het stof van de aarde en in de mens in de vorm van sterfelijkheid. We zien dit terug in het lijden van de schepping. In de geest van de schepping ligt oneindigheid besloten die in de aionen ondergeschikt is gemaakt aan de beperking van de sterfelijkheid. God zelf vond de dood uit. Deze dood parasiteert op het leven. In het boek Job zien we hoe de dood toeslaat als God de teugels laat vieren. Satan heeft relatieve macht binnen de absolute macht die God heeft. De verwoesting van satan dient Gods ultieme doel om de schepping nieuw te maken. Waarom moet het op zo’n ingewikkelde manier gebeuren waarbij de schepping eerst verwoest wordt en de dood mens en dier te grazen neemt? Dit heeft met het winst principe te maken. Jezus gaf ons de vergelijking van de talenten. God wil met de schepping met winst eindigen. Uit God komt dus meer God voort zoals bij de celdeling van een plant. We zullen anders tegen de dood aankijken. In Adam sterft iedereen, maar sinds Christus de laatste Adam is, zal iedereen ook levend gemaakt worden. Of zie het zo: Een kritische levensmassa stapelt zich op binnen de interactie van hen die al overleden zijn en van hen die in leven zijn. Als deze kritische massa zijn volheid bereikt, zal er een restant van mensen zijn dat bijna niet kan sterven. Heet je die priestergroep welkom die in het water van de Jordaan staat, terwijl de grotere groep de jordaan eerst oversteekt? Verwelkom je eerder de dood die in je werkt, opdat het leven in anderen werkt? Het staat eraan te komen dat we dieper over deze dingen na moeten denken.
*
Gelovigen krijgen te maken met frustratie, zowel individueel als collectief. Judas Iskariot had waarschijnlijk ook deze frustratie. Hij wilde Jezus in de schijnwerpers zetten in plaats van Hem te doden. Als Jezus tegenover de Romeinen dan wel de Hogepriesters Zijn wonderen deed dan zou de wereld eens wat zien. Achter deze verklaarbare wens van Judas stak een satanisch complot. Jezus zou door de daad van Judas niet in de schijnwerpers worden gezet maar gekruisigd worden. Jezus kon met één vingerknip het Romeinse leger wegvagen. Dat zou Judas weleens willen zien. Maar het tegenovergestelde gebeurde nadat hij Jezus aan de Hogepriester had overgeleverd. Jezus stond echter ook weer op uit de dood waarmee Hij de schepping redde en de Eerstgeborene van een nieuwe mens was. Onze frustraties zullen we ook telkens weer te boven komen dankzij de opstanding van Jezus. Als de frustratie je overvalt, geef deze de tijd om uit te zieken. En geef vooral het kruis van Golgota de tijd om de frustratie compleet te vernietigen. Frustratie zal worden omgezet in juichstemming, nota bene door de dood van Jezus. Veel gelovigen doen onbewust hetzelfde als Judas en dringen er bij God op aan om hun gebeden te vervullen en zich aan Zijn woord te houden. Zo proberen ze God te manipuleren. Gebedsdiensten voor gewassen en arbeid hebben ook dit karakter. Door massaal te bidden, hoopt men God over de streep te trekken. Te manipuleren dus.
*
was Job uit de bijbel dezelfde persoon als KONING Jobab van Edom? Als Elihu in Job 32:2 gelinkt is aan de verwanten van Abraham, Buz en Aram in Genesis 22:21, dan lijkt het erop dat Job en Jobab, de koning van Edom dezelfde personen zijn. Dan weten we dus ook waar het land Uz lag. Dat was een land dat in elk geval Edom omsloot dat ten zuiden van Israel ligt. In een tijd dat de rotsstad Petra de voorganger was van Mekka.
*
Clinton Ortiz maakt een interessante opmerking over het rijk van de anti christ in de Eindtijd. Dit zal een heropleving van Atlantis zijn dat net als zijn voorganger ook 10 koningen had (Openbaring) of 10 hoorns (Daniel).
*
Farizeïsme is een geest en een ziekte net als alcoholisme. In onze tijd zijn het vooral de moralisten die tegen seks ten strijde trekken die deze geest hebben. De Farizeeër uit de tijd van Jezus wordt niet meer herkend omdat we thans allerlei denominaties hebben zoals katholiek, protestants, charismatisch etc. Zie William Moss, the Spirit of the Pharisee.
*
Op eigen wilskracht proberen om God te leren kennen is het toppunt van futiliteit. God stuurde Zijn Zoon in de wereld opdat deze Zijn Vader aan ons kenbaar zou maken. Van nature zoekt niemand God. We zijn teveel bezig met zelf realisatie wat we dan verwarren met het zoeken naar God. Dan omkleden veel mensen zich voor de bühne met religieuze rituelen en kletspraat om nog wat indruk te maken. Ook als we wel serieus met God bezig zijn, worden we vaak verleid om er een rare mix van spiritualiteit bij te halen.
*
Overvloedige rijkdom
Gelovigen mogen genieten van de rijke zegen waarmee God ons gezegend heeft. In de late brieven van Paulus die over onze bedeling gaan, lezen we hierover. God geeft ons veel meer dan “overvloed”. Deze overvloed die wij ontvangen heeft te maken met de verhoogde positie van christus. Over zijn verhoogde positie lezen we in Efeze 1:20 en 21 en Filippenzen 2:9. In ons is de kracht van christus werkzaam (Efeze 1:19). God toont straks de rijkdom van zijn genade (Efeze 2:6, 7). Wij zullen de liefde van christus leren kennen die de kennis te boven gaat (Efeze 3:19). Vanwege de kennis van christus die Paulus bezat beschouwde hij alles wat hem winst was als schade (Filippenzen 3:8). Als we in alles de Heer blijven verwachten, mogen we weten dat de vrede van God ons bewaakt (Filippenzen 4:7). De genade van God is zeer overvloedig, 1 Timotheüs 1:14.
*
Veel christenen menen net als veel moslims dat straks de Dag des Oordeels komt waarop eindelijk de ongelovigen worden gestraft. Maar zo simpel ligt het nou ook weer niet. Het oordeel heeft met de Doop te maken. De Bijbel kent 3 varianten van de doop:
1. in water, door Johannes de doper tijdens de bediening van Jezus. – Mattheus 11:11
2. In de geest; Efeziërs 4:5; 1 Kor. 12:13 voor hen die in genade leven volgens de overlevering van Paulus.
3. In vuur; om het kaf van het koren te scheiden. Allen die volgens de wet leefden, dus ook volgens de Sharia of de Tora worden in vuur gedoopt. Dit is het oordeel dat niet alleen de ongelovigen zal treffen maar ook degenen die volgens de Wet leven.
*
de wederkomst van Jezus geschiedt in 2 fasen;
– eerst komt hij voor de grote verdrukking terug om de ecclesia te halen die uit genade heeft geleefd. Als er in de dagen van Noach maar 8 personen waren gered van de 8 miljard hoeven we ons geen illusies te maken over dat er maar weinigen gered worden.
– Daarna komt hij terug voor Zijn volk Israel, als hij zijn voeten op de olijfberg zet, ongeveer zoals Neil Armstrong zijn eerste voet op de maan zette.
Voor de joden komt Hij als een dief in de nacht hetgeen erop duidt dat ze Hem wel verwachten maar niet verwelkomen. Voor ons is het wel duidelijk wanneer Hij komt: 1 Thess. 5:4. Het verschil tussen Zijn komst voor Israel en voor ons is zichtbaar in de redding van Dorcas door Petrus in Hand. 9:36 en de redding van Eutychus door Paulus in Hand. 20:9. Ook als je in slaap valt, zal Hij je halen bij de wegrukking.
De zegels:
1ste zegel: komst van de anti christ, Openbaring 6:2
2de zegel: oorlog tussen Oost en West, Openbaring 6:3
3de zegel: pest, Openbaring 6:3
4de zegel: graanprijs schiet omhoog en wordt 8 keer zo duur.
5de zegel: de grote verdrukking, Openbaring 6:9
*
Waarom besneed Paulus Timotheus wel en Titus niet? En ging hij niet tegen zijn eigen leer in van de onbesnedenen? Nou, Timotheus werd als jood beschouwd omdat zijn moeder jodin was. Onbesneden mocht hij geen enkele synagoge in en kon hij dus ook niet het evangelie preken. En dus werd hij bij wijze van uitzondering besneden door Paulus. Paulus ging nog steeds naar de synagogen in Handelingen 16 om er het evangelie te brengen, dat Jezus de verlosser van de joden was. Als hij iemand bij zich had die Jood en onbesneden was dan zou dit een grote hindernis zijn voor de joden om naar de boodschap te luisteren. De joden probeerden Paulus toch al op elke misstap te betrappen om hem aan te klagen en dit zou er ook één van zijn.
*
Hoe belangrijk tussenzinnen kunnen zijn, blijkt wel uit de passage van 1 Korinthe 15:20-28. Hierin verklapt Paulus tussen neus en lippen door het geheim van de opstanding van iedereen en niet alleen van de gelovigen. Hij vertelt hier dat iedereen in zijn eigen rangorde zal opstaan uit de dood en dat de dood de laatste vijand is die ongedaan gemaakt zal worden. In vers 29 pikt hij de draad weer op van vers 19. Dergelijke tussenstukjes zijn een goudmijn voor bijbel studenten. Efeze hoofdstuk 3 is ook een tussenstuk dat over de aionen gaat. En tenslotte is er Genesis 2:10-14 waarin de contouren van de wereld van voor de Zondvloed worden beschreven. Deze zag er in grote lijnen net zo uit als onze wereld. Al voor de Zondvloed waren de rivieren de Tigris en de Eufraat er. En ze zijn er nog steeds. De mogelijkheid bestaat dat de grote bergen er ook al waren zoals de Himalaya’s. De orthodoxe leer is dat ze door de zondvloed onder water stonden. Het water moet dan wel heel hoog gestaan hebben. De orthodoxe leer is dan dat de bergen voor de Zondvloed minder hoog waren. Misschien is dit zo maar een andere optie is dat ze bedolven werden onder het water dat van boven kwam; dus uit de hemel.
*
Al vroeg in de bijbel, in 2 Kronieken 9:21 vinden we enkele indische woorden. Dat is wel een exotische afwisseling naast de rest van de hebreeuwse tekst. Het gaat om de woorden ivoor, apen en pauwen. Deze woorden verraden bovendien dat er 2 Tarsisvloten waren; één vanuit Tyrus die naar Tarsish/Engeland voer en weer terug. En een Oostelijke vloot die om Afrika naar Tyrus voer en weer terug. Maar hoe zit het met die pauwen en apen? Mogelijk maakten de schepen een omweg door eerst naar India te varen om daar de pauwen en apen in te laden, waarna ze weer terug voeren en hun reis om Afrika vervolgden. In Egypte of Libië overwinterde de vloot om er graan te verschepen. Dit was dus de vloot van koning Hiram die samen met Tarshish/Engeland de wereldzeeën bevoer. Bij hem sloot zich bovendien koning Salomo aan.
*
Paulus noemt het ras van Goden als hij in Griekenland is. Daarmee citeert hij nota bene de dichters “Aratus van Cicilië” en Cleanthes van Lystra. Die hebben het natuurlijk over de goden van de Olympus met een verwijzing naar het Atlantis verhaal. – Handelingen 17:28.
http://spindleworks.com/library/rfaber/aratus.htm
*
In Jeruzalem was er in de tijd van Paulus al strijd om het leiderschap van de eerste gemeente. Jezus had duidelijk de 12 apostelen en Petrus uitgeroepen om het evangelie verder te brengen. Maar Jacob die de broer van Jezus was, trok veel volgelingen aan vanwege zijn bloedlijn en vleselijke positie. Zie Galaten 1:19. Hij trok de gelovigen weer terug naar de wet, daar waar Paulus juist genade probeerde te preken. Paulus bad in Romeinen 15:31 om verlost te worden van de wetticisten. Zie verder Handelingen 21.
*
Bewijs dat Jezus de zoon van God is: Johannes 5:26/1:4; Marcus 5:35-42; Lucas 7:11-16; Johannes 11:44. Hij wekt nogal wat doden op. God is een god van tijd (aionen) en van materie (kosmos). Als YHWH manifesteert hij zich als de god van tijd en als elohim als god van de kosmos. Elke kosmos (wereld) heeft een corresponderende aion. Dit weten we uit Efeziërs 2:2. Deze vers is de rosettasteen om de werelden die onze aarde gekend heeft te corresponderen met de bijbehorende aion.
2 Petrus 3:6 gaat over de toenmalige wereld van Genesis 1:1 tot 1:2. Deze wereld was goed geschapen maar eindigde in een chaos. En in de nederwerping van de wereld gevolgd door een complete duisternis.
2 Petrus 2:5 gaat over de oude wereld van voor de Zondvloed. Deze eindigde weliswaar met een grote vloed maar niet met een nederwerping of met een duisternis. Toen Noach eindelijk na zoveel dagen uit zijn ark durfde te stappen was er in elk geval licht.
*
Paulus in Athene
In het jaar 51 na christus bezocht Paulus Athene, de hoofdstad van Griekenland. Athene was een trotse stad en dat liet ze weten ook. Ze ging er prat op dat ze beroemde dichters, denkers en schrijvers had voortgebracht. Ook was ze de bakermat van de democratie en het intellectuele centrum van de beschaafde wereld. Geen wonder dat Lucas die we kennen van zijn evangelie en die waarschijnlijk scheepsarts was op het schip waarop Paulus als passagier mee voer, een verslag maakt van de toespraak die Paulus op de Areopagus houdt. Dit is een heuvel in Athene waar de geleerden met elkaar discussieerden. Het boek Handelingen is overigens het 2de deel van het verslag van Lucas. In Handelingen 17 is deze toespraak van Paulus op de Areopagus beschreven. Het verslag is in zoverre een hoogtepunt binnen het Nieuwe Testament omdat het de confrontatie beschrijft tussen het prille christendom en het ultieme heidendom.
Paulus brengt het nieuws van de redding door de opgestane christus in het bijzonder aan de filosofen. Die op hun beurt Paulus maar een rare snoeshaan vinden. Hij weerlegt hun filosofieën maar probeert zijn toehoorders wel serieus te nemen. Hij test de valse geest van de Atheense filosofen en laat hen zien dat deze niet uit God is. Hij citeert zelfs een Griekse dichter die Aratus heette en die veel geciteerd werd. Zoals Rusland Poesjkin heeft, zo had het Athene van Paulus Aratus. In Handelingen 17:28 citeert Paulus de Phaenomena van Aratus om de Atheners te laten zien dat hun religie heidens is. Hij was dus goed op de hoogte van wat de dichters en filosofen in zijn tijd naar voren brachten. Hij gebruikt niet voor niets een dichter die de Atheners bij voorbaat respecteerden.
Hij gebruikt de taal van de stoïcijnen en de epicuristen die op dat moment in zwang waren in Athene. De leer van de stoïcijnen komt erop neer dat voor de mens alles globaal van tevoren bepaald is maar dat de mens een vrije wil heeft om hierop te reageren. Het komt er dus op aan op de reactie van de mens op wat op hem afkomt. Dit gaat dus in tegen het bijbelse principe dat de mens wel een eigen wil heeft maar geen eigen vrije wil. De epicuristen geloofden niet in voorbestemming hoewel ze niet uitsloten dat er goden waren. Hun leer was om van het leven te genieten en een leven zonder pijn te leiden. Paulus weerlegt hun opvatting dat goden in tempels aanbeden moeten worden c.q. Dat ze met beelden aanbeden moeten worden. Paulus citeert Aratus in zoverre dat ook de laatste meent dat mensen zich van hun afgoden moeten bekeren. Ook het veelgodendom van de stoïcijnen is een afwijking van de ene ware God die zich in Christus heeft geopenbaard. Op deze Areopagus werd meer dan alleen gediscussieerd. De bijnaam was de heuvel van Mars. Deze heuvel was tevens de plaats waar de eerste rechtspraak plaatsvond die ooit door de godin Pallas Athene in het leven geroepen was. Door de opkomst van de democratie verloor deze rechtspraak op de Areopagus heuvel aan betekenis. In de dagen van Paulus werden er mogelijk religieuze zaken besproken. Sommigen hebben geopperd dat Paulus zich verdedigde tegen de aanklagers omdat hij vanwege zijn religieuze overtuigingen in een proces was terecht gekomen.
Paul begint met een compliment aan de toehoorders. Hij noemt hen erg religieus (vers 22). De vele tempels en afgodsbeelden waren hem natuurlijk niet ontgaan. Maar de toehoorders zijn niet onder de indruk van zijn geslijm. Zijn 2de poging om de toehoorders aan zich te binden is specifieker. Hij wijst hen op een inscriptie in een altaar met als tekst: “aan de onbekende god.” Paulus legt hen uit wie die onbekende god is, namelijk de god die zich in christus heeft geopenbaard. Afgoderij is het eerste kind dat sneuvelt in het betoog van Paulus. Hij raakt hiermee aan het hart van het Griekse religieuze denken. De goden van de Olympus werden van oudsher geëerd maar in de dagen van Paulus waren ze steeds meer van hun menselijkheid en lichamelijkheid ontdaan. De stoïcijnen die in Handelingen 17:18 worden genoemd dachten dat Zeus geen menselijke vorm had maar een kracht was die alle dingen en wezens infiltreerde. Een heilige geest dus maar dan wel een heidense heilige geest. Ze noemden dit principe de rede ofwel in het Grieks, de Logos. Zeus was dus volgens de stoïcijnen een kracht zonder lichaam. Deze gedachte, hoe fout ook, kwam al dichter in de buurt van de verklaring van Paulus dat je God niet langer in een tempel kon aanbidden. (vers 24). En dus kan God ook niet aanbeden worden als een mens. Hij gebruikt dezelfde taal als de stoïcijnen maar preekt niet dezelfde filosofie. Als je Jesaja 42:5 en Exodus 20:11 erbij pakt dan zie je dat Paulus’ beschrijving van God de schepper puur bijbels is. Hij haakt alleen in op hun zienswijze dat hun God, Zeus de schepper van het heelal is. Paulus citeert Aratus om aan zijn toehoorders aan te geven dat God niet door menselijke voorstelling kan worden uitgebeeld in kunstwerken. Hand. 17:29.
De dichter Aratus en zijn gedicht Phaenomena
Aratus leefde in de 4de en 3de eeuw voor christus. Hij kwam vermoedelijk uit dezelfde streek als waar Paulus vandaan kwam, Cilicië. Hij studeerde de stoïcijnse filosofie in Athene aan een school die ooit door Zeno was opgericht. Hij schreef een editie van Homerus’ Odysseus maar het enige werk dat bewaard bleef is Phaenomena. Het is uit dit gedicht dat Paulus in Hand. 17:28 citeerde. Het gedicht gaat over de sterren en het weer. Hesiodus had ook al eens zoiets geschreven dat als titel “Astronomie” heette.
Aratus was geïnspireerd door Homerus en Hesiodus.
Zijn gedicht viel in goede smaak, ook mij de Romeinen. Cicero vertaalde het werk in het Latijn en Vergilius was ook door Phaenomena geïnspireerd toen hij Georgics schreef. En dat terwijl het gedicht op het eerste gezicht een almanak voor boeren leek met geklets over weer en sterren. De Stoïcijnse filosofie is ook terug te vinden in Phaenomena. De openingszin gaat over de almacht van Zeus. Het gedicht gaat ongeveer zo:
“Want elke straat en elke marktplaats is vol van Zeus.”
Zelfs de zee en de haven zijn vol van zijn godheid.
Want wij zijn zijn nakomelingen.”
We hebben al gezegd dat Zeus werd gezien als een kracht of als een heidense heilige geest die alles en iedereen infiltreerde en ook in alles en iedereen resideerde. Dat kon je ook zien: de straten en marktplaats waren vol van Zeus en van beelden van hem. Hij was een pantheïstische god geworden. De mens is onderdeel van een geheel en is zo zijn bestaan verschuldigd aan Zeus. Aratus zegt letterlijk dat wij als mensen van hetzelfde ras zijn als Zeus. De antieke weergod is dus door de stoïcijnen veranderd in een abstracte kracht die de hele wereld doordrenkt. Paulus citeert deze vers om de absurditeit van deze hele gedachte aan te tonen. Handelingen 17:24-31 verklaren de woorden van Paulus die niet zozeer meegaat in de Hellenistische visie dat de mens nageslacht is van Zeus maar wel dat God zichzelf als schepper openbaart in het Oude Testament. De mens was geschapen naar het beeld van God zoals onthuld werd in Genesis 1:26-27.
Paulus citeert de zin “want wij zijn Zijn nakomelingen” niet op de manier zoals de stoïcijnen dit doen. Hij wil er juist mee aangeven dat God gruwt van afgoderij. In vers 24 had hij al gezegd dat God niet in een plaats woont die door mensenhanden is gemaakt. Nadat hij Aratus heeft geciteerd zegt hij nog eens dat de godheid niet zoiets is als goud, zilver of steen (vers 25). Het kan ook zijn dat hij ene Aristobulus citeerde, een jood die op zijn beurt Aratus had geciteerd. Ook was er een andere Griekse dichter die Cleanthes heette en ook over de nakomelingen van Zeus had gedicht. Paulus heeft hier het 2de gebod voor ogen dat zegt dat je geen afgodsbeelden mag maken. Zie Leviticus 26:1. De stoïcijnen hadden terecht gezegd dat als de mens een nakomeling is van God, dat God dus niet als een dood object kan worden voorgesteld. Paulus zegt zelf dat Gods eeuwige macht en kracht zichtbaar is in de schepping (Romeinen 1:20). Paulus benadrukt ook dat de gelovigen de tempel van God vormen en dus zal een tempel vol met afgodsbeelden niks te maken hebben met het aanbidden van God. Zie ook 2 Korinthe 6:16. Zijn conclusie is dat de Atheners die zichzelf zo intellectueel vonden de glorie van een onsterfelijke god hadden ingeruild voor beelden die de sterfelijke mens uitbeeldden.
Paulus is het ook niet eens met het begeleidend principe dat de stoïcijnen voor God gebruiken. Hij beweert juist dat God de schepper is, een echte realiteit. In vers 25 zegt hij dat God de schepper is van het heelal en dat Hij dus geen menselijke afgoderij nodig heeft. Mogelijk had Paulus hier Psalm 50:7-15 in gedachten waarin God zegt dat hij geen offers van stervelingen hoeft. Alles onder de hemel en in de hemel is immers van Zijn hand. Ook laat Paulus zien dat God niet alleen schepper is maar ook een rechter die straks zal oordelen. Dit lijkt in niks meer op de theologie van de stoïcijnen en epicuristen. Tenslotte leert hij de eigenwijze Atheres dat hun redding in de opgestane christus is die de dood heeft overwonnen. Hij weerlegt niet alleen hun theologie en filosofie maar spoort hen ook aan om de redding te aanvaarden die in christus is. In vers 30 zegt Paulus dat de Atheners zich vroeger nog konden verschuilen achter het aanbidden van een onbekende god. Maar nu God zich geopenbaard heeft in Zijn zoon die inmiddels de dood had overwonnen, hebben ze geen smoes meer. Er komt namelijk een oordeel en de Atheners kunnen zich al hun filosofieën ten spijt maar beter bekeren. God heeft de verzekering van het toekomstig oordeel gegeven door zijn zoon op te wekken uit de dood. Jezus en de opstanding zijn inderdaad de belangrijkste thema’s van zijn toespraak. Het mocht niet baten; de meeste Atheners haakten af maar een enkeling was geïnteresseerd in wat Paulus gezegd had, onder wie ene Dionysius en Damaris. De filosofische intellectuele Atheners konden in elk geval niet meer zeggen dat de boodschap van de redding in christus nooit aan hun verkondigd was.
*
De Schipbreuk van Paulus op Malta
De keizerlijke garde van Augustus (Handelingen 27:1-2)
Paulus wordt met wat andere gevangenen overhandigd aan een centurion van de keizerlijke garde van Augustus. In Caesarea gaat hij aan boord. Hij heeft 2 metgezellen die op zijn hand zijn: de schrijver van Handelingen, genaamd Lucas en ene Aristarchus. Volgens enkele inscripties zou er in de eerste eeuw na Christus in Palestina zoiets hebben bestaan als de keizerlijke garde van Augustinus. Maar historisch bewijs leert ons dat het de plicht van de centurions in het leger was om gevangenen te begeleiden. Het ging dus niet om de centurion van een hulpkonvooi of hulplegioen die Paulus begeleidde. De term Keizerlijke garde van Augustus duidde blijkbaar op de troepenmacht van de keizer. Ene Plinius schrijft veel later dat er inderdaad ooit een romein was geweest die onderweg naar rome in gevangenschap 2 slaven mocht meenemen. Mogelijk doelde hij hiermee op Paulus. Dus het kan zijn dat Lucas en Aristarchus inderdaad mee mochten als medewerkers van Paulus. Maar ze waren waarschijnlijk ook gewoon medepassagiers.
Van Caesaria naar Myra (Hand. 27:3-5)
Het schip verlaat Caesaria en komt de volgende dag aan in Sidon. Als ze Sidon verlaten worden ze door de wind een andere richting op gestuwd dan ze willen. Ze passeren het Noord Oosten van Cyprus. Deze westenwind plaatst de gebeurtenis in de vroege herfst. Ze moesten ten Noordoosten om Cyprus heen om de tocht westwaarts te vervolgen. Handelingen 27:9 bevestigt ook dat het vroege herfst was. Pas toen hun boot de kust van Cilicië in Zuid Turkije bereikte, konden ze de vaart erin zetten. Ze maakten ook gebruik van zeestromen maar als er een westenwind stond dan duurde een tocht van Sidon naar Myra 9 dagen zeilen.
Het Egyptische graanschip (Handelingen 27:6)
Als ze aankomen in Myra, zet de centurion Paulus en de andere gevangenen over op een graanschip uit Alexandrië dat op weg is naar Rome. Een schip uit Alexandrië kon in de herfst niet direct in Noordwestelijke richting varen naar Rome. Het moest eerst naar het Noorden varen, naar Myra. Dit kwam door de Westenwind. Dezelfde westenwind die Paulus snel naar Sidon had gebracht vanuit Caesaria, zorgde ervoor dat zijn schip ten Noorden langs Cyprus moest varen en dat het schip uit Alexandrië eerst naar Myra moest. Lucas zegt in Handelingen 27:2 dat het schip dat ze in Caesaria namen een aantal plaatsen aandeed in Zuid Turkije en dus niet direct naar Rome voer. Myra was een grote overstaphaven voor schepen. Het is dus niet vreemd dat Paulus hier aankwam en van schip moest wisselen. Van Myra naar Kreta (Handelingen 27:7-8). Het betreffende Egyptische graanschip vaart moeizaam voort. Met veel moeite bereikt het de stad Cnidus omdat het zoveel tegenwind had. Vanaf hier besluit de kapitein Zuidwestelijk te varen om het zuiden van Kreta te bereiken. Nadat ze eerst Kaap Salomé bereiken aan de Oostflank van het eiland, varen ze langs de zuidkust. Met veel moeite bereiken ze een haven die Kali Limenes ofwel Goede Havens heette. De afstand van Myra tot Cnidus is niet zo groot en kon in een dag overbrugd worden. Maar Lucas meldt dat ze er enkele dagen over doen, door de tegenwind.
Het schip kon moeilijk verder westelijker komen dan Cnidus en ging dus Zuidwestelijk varen om achter Kreta terecht te komen. Dit zegt ons dat de wind van richting was veranderd. De wind zou nu uit Noordwestelijke richting komen anders konden ze met een Westelijke wind de Egeïsche Zee hebben bereikt ten Noorden van Kreta. Met een Zuidwesten wind hadden ze nooit Kreta kunnen bereiken. Vanaf Kaap Salomé voeren ze langs de Zuidkust van Kreta waarbij het eiland als een windscherm tegen de wind diende. In de plaats Goede havens wachtten ze op een verandering van de windrichting.
*
De storm
Ze zeilen naar Foenix (Hand. 27:12)
Het was na de Joodse Verzoeningsdag van Midden Oktober toen de wind van richting veranderde. Er kwam nu een zuidenwind en de kapitein besloot direct naar Foenix te varen dat in het Westen van Kreta lag. Omdat het al laat in het seizoen was, was zijn beslissing niet zonder risico. Lucas meende dat Goede Havens geen geschikte plaats was om er te overwinteren en daarom wilden de kapitein en bemanning naar Foenix doorvaren. Het gevaar van een plotseling opkomende storm die het schip kon breken was zeker aanwezig. Het kan zijn dat de kapitein een landrot was die geen verstand had van de zee. Rome had in dit seizoen meestal graantekort en en dus bood keizer Claudius waaghalzen een extra bonus in het vooruitzicht als ze toch de overtocht waagden in het naseizoen. Vanuit Foenix was het eenvoudiger om naar Rome te varen. De exacte locatie van Foenix is ook onbekend. De plaats die overeenkomt met de beschrijving van Lucas heeft te ondiep water maar dit kan vroeger anders zijn geweest.
De storm (Hand. 27:13-20)
Na zijn vertrek uit Goede Havens, bleef het schip vlak langs de kust van Kreta varen. Dit bewijst dat Lucas een goede observator was maar geen zeeman. Het schip had geen keus. Kaap Matala ligt 7 kilometer ten zuidwesten van Goede Havens. Het schip moest oppassen dat het niet tegen de kust van Kreta verpletterd zou worden en daarom afstand houden. Vanaf Kaap Matala was het 34 mijl naar Foenix en ze konden binnen enkele uren over zijn met de zuidenwind in hun rug. Maar het ergste gebeurde: het weer sloeg om en een storm kwam op vanaf het vasteland van Kreta met zijn hoge bergen. Het schip moest keren en zelfs vluchten. De zeelui noemden deze wind “Euraquilo. Het is een sterke Noordoosten wind. Lucas schrijft dat ze op de vlucht voor de wind tijdelijk konden schuilen achter een klein eiland dat Clauda heette (Cauda) dat ten zuidwesten lag van Kaap Matala.
Nu hadden de zeelui 2 mogelijkheden: of wegvluchten voor de storm en op de kust van Noord Afrika geworpen worden. Blijkbaar was dat een nachtmerrie scenario. Of ze konden het schip verstevigen met touwen en tegen de storm in proberen te varen. Omdat we weten dat het schip bij Malta schipbreuk leed, weten we dat het tegen de wind in voer. Terwijl ze achter Clauda schuilden, deden ze 3 dingen; eerst haalden ze de reddingssloep binnenboord die al die tijd aan een touw achter de boot had gehangen. Vervolgens versterkten ze het schip met touwen er omheen. En ze haalden het grootste zeil omlaag. Lucas schrijft dat het schip 14 dagen lang in de Adriatische zee rond dobberde en dat de storm ook zolang duurde. Deze zee betrof vroeger een groter gebied dan nu en reikte zover als Sicilië en Kreta. (vers 17:27). Na deze 14 dagen kwam de lang gevreesde schipbreuk op het eiland Malta. Aan boord van het schip waren 276 mensen. Van Clauda tot Malta is 477 mijl. Volgens Lucas duurde deze tocht 14 dagen.
De schipbreuk
Middernacht op de 14de dag; Handelingen 27:27-32
Op Malta is een inham die de naam Baai van Paulus heeft. Volgens Lucas “dachten” de zeelieden dat ze dichtbij land waren. Ondanks de harde storm hadden ze toch nog gevoel voor land in zicht. Mogelijk hoorden ze de golven tegen de kust botsen. We hebben ook het verslag van een schipbreuk in de 19de eeuw in dezelfde locatie. Het was een Brits schip dat de baai vanuit het Oosten naderde en waarbij de zeelui het Punt van Koura als eerste zag. Mogelijk zagen de zeelui van Lucas deze landengte in zee ook. Toen het schip met Lucas en Paulus aan boord op een afstand van 15 fatoms de kust van Malta naderde, gooiden de zeelui het anker uit, uit angst om anders op de klippen te lopen. Een anker uitgooien, in het hart van de storm is het stomste wat je kunt doen. Maar de kleiïge ondergrond van de baai van Paulus was stevig genoeg om het anker vast te houden. Het anker was van achter het schip uit gegooid. De wind zou nu het voorsteven van het schip bijsturen in de richting van de baai. Terwijl dit gebeurt, dreigt er bijna muiterij. Een paar zeelui laten stiekem de reddingsboot in het water vallen onder het voorwendsel dat ze ankers neerlaten. Maar eigenlijk willen ze vluchten. Dit zou overigens een zelfmoordpoging zijn om middenin een storm in het donker de kust proberen te bereiken. Blijkbaar zijn ze erg wanhopig. Maar dit betekent niet dat de passage verzonnen is.
Het wrak (Hand. 27:33-44)
In de ochtend herkende niemand de kustlijn van Malta. Hetgeen niet zo vreemd was aangezien de haven aan de andere kant van het eiland was. Wel zagen ze een zandstrand dat er thans niet meer is. Wat er vervolgens gebeurt is dat de roeiriemen worden losgemaakt, dat de ankertouwen worden doorgesneden en dat het voorzeil wordt opgeheven. Waarschijnlijk is het hoofdzeil gescheurd door de storm. In vers 27:41 zegt Lucas dat het schip aan de grond loopt op een zandbank. Het kan ook gaan om een vaargeul tussen 2 zandbanken in. Dit kan in de buurt zijn geweest van het kleine Salmonetta eiland dat vlakbij de haven ligt. Het achtersteven van het schip brak door de kracht van de golven maar de voorsteven niet. De passagiers bereikten de kust door er naartoe te zwemmen of door zich vast te klampen aan drijvend materiaal als planken. Wonderlijk genoeg overleefde iedereen het. Even wonderlijk was het dat het schip niet verder in tweeën brak.
Van Malta naar Rome; Handelingen 28
Toen ze aangespoeld waren op het eiland hoorden ze van de eilandbewoners dat ze op Malta waren. Het regende en die regen was erg koud. De eilandbewoners waren barbaren maar hen bij wijze van uitzondering goed gezind aangezien schipbreukelingen meestal werden vermoord of als slaaf werden verhandeld. De eilandbewoners verzamelen hout en bouwen een vuur voor de drenkelingen. Als Paulus wat takken op het vuur gooit, floept er een slang uit het hout en deze bijt hem. De eilandbewoners verwachten dat Paulus het lootje legt maar er gebeurt niets en vervolgens denken ze dat hij een god is. In het hedendaagse Malta zijn er haast geen bomen meer en al helemaal geen giftige slangen. In de tijd van Paulus waren veel eilanden in de Middellandse Zee begroeid met bossen. Of er giftige slangen waren, is niet bekend afgezien van deze passage in Handelingen. In vers 7 zegt Lucas dat ze vervolgens te gast zijn op Malta bij een man die Publius heette en die de eerste man van het eiland werd genoemd. Oude manuscripten leren ons inderdaad dat er zo’n rang en positie op het eiland was. In vers 11 zegt Lucas dat ze 3 maanden in Malta bleven voordat ze door voeren naar Italië. Waarschijnlijk was dit half februari. Vanaf de haven in Malta voeren ze naar Syracuse in Sicilië en daarna naar Rhegium in Italië. Daarna kregen ze een zuidenwind en deden ze er 2 dagen over om naar Puteoli te varen. Dit was de algemene opslaghaven voor Egyptisch graan en de 2de haven na Ostia bij Rome.
Paulus verbleef een week in Rome. Mogelijk vond de centurion het oké om even te pauzeren na alles wat er gebeurd was. Paulus kon nu alvast bij de gemeente in Rome langs gaan. Ook zal hebben meegespeeld dat Paulus een Romeins staatsburger was. Mogelijk had het er ook mee te maken dat de herbergen in de haven van slechte kwaliteit waren omdat ze verplicht waren om een deel van hun voorraad af te staan aan soldaten en overheidsdienaren. De centurion heeft misschien hulp nodig gehad van de christenen die Paulus er ontmoette. Toen Paulus na al deze tegenslagen in Rome aankwam, werd hij 2 jaar in de bajes gezet in afwachting van zijn rechtszaak. We weten niet of de rechtszaak daadwerkelijk plaatsvond. Er is een traditie uit de 2de eeuw die beweert dat Paulus inderdaad voor het gerecht kwam maar dat hij vrijgesproken werd en dat hij daarna op missie naar Spanje ging waar hij opnieuw werd opgepakt. Hij werd opnieuw naar Rome gebracht en onder Nero terechtgesteld. Of dit verhaal klopt zullen we nooit weten.
*
de antichrist zal het ultieme teken van God nadoen; namelijk vuur uit de hemel op aarde laten neerdalen, op verzoek. Zie 1 Koningen 18:24; Openbaring 13:13. En hij zal een geest aan het beeld van het beest geven in Openbaring 13:15.
*
De termen Oud en Nieuw Testament zijn ongelukkig gekozen en net als de benaming Openbaring van Johannes onbijbels. En als iets onbijbels is dan zit de kerk erachter. Ik heb altijd geleerd dat het Oude Testament Hebreeuws was en het Nieuwe Testament Grieks. Dit Nieuwe testament zou bij Mattheüs beginnen. Een Testament is trouwens een nalatenschap van iemand die dood is. Jezus was weliswaar dood maar hij was ook weer opgewekt uit de dood. Dus het woord Testament is ongelukkig gekozen. Het woord verbond is een beter woord. Maar ook dan is het mysterie van het oude en nieuwe verbond nog niet helder verklaard. Ik heb een hele tijd gedacht dat het nieuwe verbond ergens in Handelingen 13 begint daar waar Paulus voor het eerst afzwaait naar de natiën. Het hele stuk ervoor, inclusief de evangeliën van Mattheus, Lucas, Markus en Johannes horen dan nog bij het Oude Verbond omdat Jezus speciaal voor de joden kwam. Bekend was al dat ooit de natiën zouden worden gezegend maar dan wel via Israel. Paulus doet in Handelingen iets wat tegen alle verwachtingen ingaat. Hij brengt de nieuwe genadeboodschap onafhankelijk van Israel naar de natiën, te beginnen met Griekenland. Dit was hem nooit zo snel gelukt als de personage van Heracles niet een beetje op die van Jezus had geleken. Maar dat is even een ander verhaal.
Op dit moment ben ik in nieuw vaarwater terechtgekomen met mijn theorie. Ik denk dat er misschien helemaal geen nieuw verbond is, laat staan een nieuw Testament. Het nieuwe verbond was aangekondigd in Jeremia 31:31-34 en treedt pas in werking NA de grote verdrukking, als Jezus is terug gekeerd op aarde en als hij het nieuwe Israel uit de volkeren vergadert. Het oude verbond was ook niet per sé Hebreeuws maar was het verbond dat met Israel was gemaakt op de berg Sinaï. Dit was een bilateraal verbond. De Joden deden hun best voor God die hen op hun beurt tegemoet kwam. Het nieuwe verbond zal ook voor het nieuwe Israel zijn maar eenzijdig uitgaan van Jehova, de God van de materie en de wereld. YHWH is de titel van de God van de aionen.
En hoe zit het dan met de genade boodschap van Paulus aan de natiën buiten Israel om? Ik kan voorlopig alleen maar vaststellen dat dit helemaal geen verbond is maar een anomalie in Gods plan. ik heb heel lang gedacht dat het Nieuwe Testament in handelingen 13 begon en zeker niet in Mattheus. Maar nu durf ik nog een stap verder te gaan. Er is helemaal geen nieuwe Testament. Er was ooit zoiets als een oud verbond dat God met Israel sloot op de berg Sinaï in Saudi Arabië. Dit was een bilateraal verbond. De joden moesten zich inzetten voor God die op zijn beurt de joden rechtvaardigheid schonk. In Jeremia 31:31-34 wordt er gesproken van een nieuw verbond. Maar dit gaat pas in, NA de grote verdrukking. Het geldt bovendien opnieuw voor het in ere herstelde Israel en zal dan unilateraal zijn. De genade komt dan eenzijdig van God. In de tussentijd zitten we noch met het oude, noch met het nieuwe verbond. De klok staat al 2000 jaar stil en in feite zitten we in een tussentijd. Paulus noemt onze episode het evangelie van de onbesnedenen, namelijk voor de heidenen die in Jezus geloven.
*
Nemen we de Babylonische ballingschap als referentie dan waren de profeten voor die tijd Jesaja, Jeremia, Hosea, Amos, Joel, Obadja, Jona, Micha, Nahoem en Habbakuk. Deze profeten waren op de hoogte van de eerste komst van Jezus. De profeten NA de ballingschap waren op de hoogte van de 1ste en 2de komst van Jezus. Tussen beide gebeurtenissen plaatsten ze Israel in ballingschap. De profeet Ezekiel ziet verder en ziet het einde van de 4de aion ofwel van het Messiaanse koninkrijk. Net zoals Johannes en Petrus dit zagen. Paulus gaat verder. Hij ziet ook het einde van de 5de aion, als de Zoon zijn taak neerlegt omdat regeren niet meer nodig is. Daarna zal God alles in allen zijn. veel mensen denken dat er 4 evangeliën zijn net zoals ze denken dat er 2 testamenten zijn. Er zijn maar 2 evangeliën; die voor de besnijdenis en voor de onbesnedenen:
1: evangelie voor de besnijdenis (Israel) om gerechtvaardigd te worden moest je aan wat criteria voldoen: A. gedoopt worden; B. je bekeren (Hand. 2:38); C. goede werken verrichten (Jacob 2:14).
2. Evangelie voor de onbesnedenen: alleen uit geloof; Romeinen 8:1.
*
De anti christ is mogelijk de personage in Openbaring 13:11. Of hij ook de personages is in 2 Thess. 2:8; Ope. 13:1; Daniel 9:26 moet verder uitgezocht worden. Maar waarschijnlijk wel. En mogelijk is hij ook dezelfde personage als in Mattheus 24:24; Marcus 13:22. Noot: misschien is de personage in Daniel 9:26 toch christus.
Hoe kun je de geest van de anti christ herkennen?
1. Ontkenning dat Jezus de christus is.
2. Verloochenen van de Vader en de Zoon.
3. Ontkenning van dat Jezus 2000 jaar geleden in het vlees kwam. (1 Joh. 4:3).
4. Ontkenning dat Jezus terugkomt in het vlees (2 Joh. 7).
Punt 4 is nooit geassocieerd met openlijke oppositie maar met geheime misleiding.
*
Gods plan met de schepping is verdeeld in 5 aionen. Van de eerste aion weten we niet veel. Deze bevond zich tussen Genesis 1:1 en 1:2. Tussen beide verzen zit dus een hele aion verstopt. Maar we weten niet hoelang deze duurde. Misschien was het de periode voordat Eva van de vrucht at van de Boom van kennis van Goed en Kwaad. Dus de korte tijd dat Adam en Eva in de Tuin van Eden waren voordat de zonde er zijn intrede deed.
Maar het kan ook zijn dat er nog een andere, voorgaande periode mee wordt bedoeld. Deze eerste aion werd afgesloten met de nederwerping van de wereld. In vers 2 staat dat de wereld in chaos verkeerde, wat enigszins aan het boek van Velikovski doet denken: Werelden in Botsing. Jesaja 45:18 zegt dat God de wereld natuurlijk niet in een chaos schiep. Dus is er iets gebeurd waardoor deze chaos kon ontstaan. Tot zover de eerste aion. De 2de aion was de wereld tot aan de Zondvloed van Noach. Daarna kwam de 3de aion waarin we nu zitten en deze zal worden afgesloten met de grote verdrukking. Onze aion heet de Dag van de Mensen. 1 Kol. 4:3. De 4de aion is de dag van de Heer en de 5de aion is de Dag van God. De 4de en 5de aion zijn de goede aionen waarin alles recht wordt gezegd. Ze staan in schril contrast met onze huidige aion en ook met de 2de. Ze worden wel de aionen der aionen genoemd, hetgeen dus dubbel meervoud is en nooit op een eeuwigheid kan slaan, zoals een eeuwige hel.
De uitdrukking aionen der aionen staat in: Openbaring 1:6, 18; 4:9, 10; 5:13; 7:12; 10:6; 11:15; 14:11; 15:7; 19:3; 20:10; 22:5.
*
Vanaf het 20ste jaar van Ataxerxes (Nehemia 2:1-5) tot de binnenkomst van christus in Jeruzalem (Lucas 19:37, 44) is 173880 dagen ofwel 69 jaarweken. Een jaar heeft hierbij 360 dagen.
*
Is God onze letterlijke of metaforische Vader?
Jezus is onze letterlijke redder, dus waarom zou God niet onze letterlijke Vader zijn? Op aarde werkt het zo dat mannen bij vrouwen kinderen verwekken. Misschien kunnen we ook zo naar God kijken; dat Hij geestelijke lendenen heeft en geestelijk zaad. God brengt als Vader zijnde een familiaal potentieel tot stand waarin de Vader en moeder en de Zoon en dochter verborgen zitten. Hoe konden Adam en Eva opeens hun gender eigenschappen krijgen? Met hun schepping werd een groot geheim van God geopenbaard. God is de Eeuwige die steeds meer zichzelf wordt, vanuit de diepten van Zijn eigen wezen. Eerst werd de Zoon vanuit God voortgebracht en vanuit de Zoon werden nieuwe Zonen geroepen. Het boek Hebreeën laat zien hoe Jezus Zijn Vader dankt voor de kinderen die deze Hem heeft gegeven; de kinderen die de Vader aan de Zoon gaf. Net zoals Abraham door Izaak te verwekken ook het zaad doorgaf waarmee Izaak kinderen verwekte. Alle kinderen en kleinkinderen van Izaak kwamen uit dat ene zaad van Abraham voort. Doordat God een Zoon verwekte, werd Hij zomaar Vader. Deze ene Zoon verwekt nog steeds geestelijke kinderen. De gelovigen gaan straks niet zomaar naar de hemel. Ze gaan terug naar hun Vader. In Efeziërs 3:14-15 lezen we hier over. Elke paternalistische groep die van buitenaf door christus aan God wordt toegevoegd is van binnen uit God.
Het woord verantwoordelijkheid staat niet in de bijbel, de joden werden zelfs geacht om het koninkrijk af te wijzen en om de messias niet te erkennen. Hadden ze Hem wel aanvaard, dan klopte de profetie niet en was Hij de valse messias geweest. Johannes 19:37; de bijbel kent 5 werelden die met 5 aionen corresponderen. Voordat het koninkrijk van Christus opgezet gaat worden, zal er tussen elke oude en nieuwe aion een oordeel komen. Als de Joden Hem ontvangen hadden dan was het koninkrijk niet gekomen. Het woord verantwoordelijkheid is dus onbijbels. We mogen blij zijn dat de Joden hun verantwoordelijkheid niet hadden genomen. Dan waren wij er niet geweest want dan waren de heidennatiën uit elkaar gespat. De huidige merkwaardige bediening van de afgelopen 2000 jaar was als geheim verborgen gebleven in God (Efeziërs 3:9).
*
Johannes 14:2: mijn vaders huis heeft veel woningen. Slaat op de tempel in Jeruzalem. In de muren ervan waren veel ruimtes en portalen en verblijfplaatsen gemaakt voor de priesters en Levieten die er verbleven. Heeft dus niks met hemelse woningen te maken. De hemelse bestemming was immers nog niet bekend gemaakt tot aan Paulus die deze vanuit de gevangenis openbaarde. De vrijzinnig protestanten maken er een ruimdenkend verhaal van; namelijk dat deze vers te maken heeft met een grote tolerantie van God, NRC Handelsblad, dec. 1994. Het woord kwetsbaar wordt er ook weer bij gehaald.
*
Komt onze redding van God alleen of moeten we hier zelf ook iets voor doen? Duidelijk is dat God ons zijn zoon schonk zonder dat we erom gevraagd of gebeden hadden. Jezus was overgeleverd aan de heidenen omdat God dit wilde en niet omdat de heidenen dit wilden. In Jesaja 46:9-10 lezen we over de almacht van God. In Jesaja 53:10 lezen we dat God zijn Zoon zal laten verbrijzelen, opnieuw, zonder dat iemand hierom gevraagd had. In Johannes 6:29 lezen we ook dat het Gods werk is als we in Christus geloven. Jezus is alles wat God aan de mensheid te melden heeft. De hele Schrift verwijst naar Hem en is niet goddelijk geïnspireerd maar geëxpireerd, Jesaja 55:11. Vroeger sprak God tot ons door de profeten, nu door de Zoon, Hebreeën 1:2. Zo is geloof het geschenk van onze Vader, die God is, Efeze 2:8-9. Dit geschenk kan niet worden afgewezen. God schiep ons zonder onze toestemming, zo legt Hij ook het geloof in ons. Wel kan er een tijdelijke afwijzing volgen. Jezus werd door de Joden afgewezen en eigenlijk ook door het christendom dat niks van genade snapt. Andersom: als de Joden het Koninkrijk van God niet hadden afgewezen dan was ons genade-tijdperk niet aangebroken. Maar ook deze afwijzing van de Joden is tijdelijk want God sluit een nieuw verbond met hen. Het Woord van God is uitgezonden om Zijn wil en werk te doen. Een tijdelijke afwijzing van Zijn Zoon hoort daar ook bij.
*
Johannes 13:18; over het verraad van Judas. Het spectaculaire van het verhaal is dat Jezus andersom Judas niet heeft verraden. Hij had aan de rest van de groep duidelijk kunnen maken wie Hem over zou leveren aan de Romeinen. Dat heeft Hij niet gedaan.
*
het echte thema tussen Jezus en Pilatus was dat de vraag of hij bezig was om de heerschappij in Rome omver te werpen. Was dat niet zo, dan kon Hij gaan. De werkelijke grond waarom Hij veroordeeld was, had te maken met religieuze zaken. Daar was Pilatus niet geïnteresseerd in en dus kon Jezus feitelijk gaan. Pilatus dreigde Hem nog dat hij hem kon laten executeren. Waarop Jezus antwoordde dat Pilatus zijn autoriteit alleen van boven kreeg. Er stond nog een hemelse macht boven hem. Pilatus vroeg Hem of Hij de Zoon van God was. Daar kreeg Pilatus geen antwoord op. Maar Pilatus begreep dit zwijgen beter dan wanneer Jezus hem direct antwoord had gegeven. Het is duidelijk wie hier de angsthaas is. Feitelijk zou Jezus moeten sidderen van angst nu hij voor Pilatus stond maar het was omgekeerd.
*
In Johannes 13:37 zegt Petrus dat hij zijn ziel voor Jezus wil afleggen. Waarschijnlijk is dit in vervulling gegaan toen Petrus in Babylon werd gekruisigd.
*
In Johannes 21:23 zegt Jezus dat zijn geliefde discipel Johannes blijft tot Hij terugkomt. Betekent dit dat Johannes 2000 jaar oud is? En waar is hij dan? Mogelijk is deze profetie in vervulling gegaan toen Jezus hem in de geest meenam naar de Dag des Oordeels. Zie Openbaring 1:1. In de geest wordt Johannes mee gevoerd naar een toekomst die voor ons nog niet bestaat. Hij is in de geest letterlijk aanwezig bij de joden van de Eindtijd die het zwaar te verduren hebben. Dus in de geest blijft hij inderdaad aanwezig tot Jezus terugkomt. En zo weten wij ook zeker dat Hij terugkomt want Johannes heeft Hem gezien.
*
Het boek Handelingen is een voortzetting van Lucas. Petrus opent voor de joden de deur van het koninkrijk daar waar Paulus hem later weer dichtgooit. De continue afwijzing van het koninkrijk door de Joden is een centraal punt in Handelingen. Ergens vindt er een kettingreactie plaats als Stefanus wordt gestenigd, waarna Saulus van Tarsus wordt geïntroduceerd; waarna christenen in Judea en Samaria worden vervolgd; waarna Paulus op weg naar Damascus wordt geroepen. Als Jacob wordt vermoord, scheidt Paulus zich af van de rest. Als de joden in Jeruzalem Paulus willen doden, vlucht deze naar Rome tot Israel opzij wordt gezet en de redding van God naar de natiën wordt gebracht.
*
De interval tussen de opstanding en de ten hemelstijging van Jezus was bedoeld om zonder meer te bewijzen dat Hij daadwerkelijk was opgestaan uit de dood en dat Hij de discipelen nogmaals instrueerde over het koninkrijk van God. Opstanding en hemelvaart van Jezus zijn 2 dominerende getuigenissen in dit boek.
*
De ballingschap van Israël naar Assyrië is bekend. Israël was het 10 stammenrijk tegenover het zuidelijke Juda dat uit 2 stammen bestond. Beide rijken waren ooit uit elkaar gegaan na een ruzie over de opvolging van koning Salomon. Juda werd 70 jaar naar Babylon verbannen en kwam weer terug. Algemeen wordt aangenomen dat Israël niet meer terugkwam en opging in de volkeren. Om te beginnen was Samaria de hoofdstad van Israël. De koning van Assyrië stuurde kolonisten naar het gebied van Samaria terug om het gebied te herbevolken (2 Koningen 17:24-27). Ze trouwden met de overgebleven Joden die er nog woonden en zo ontstond er een gemengd ras van Samaritanen. Maar de joden in Jeruzalem erkenden deze bastaards niet en wilden niet met hen samenwerken om de tempel in Jeruzalem te herbouwen. Om die reden jutten de bastaard Samaritanen de Perzische koning Cyrus op tegen de Joden om de herbouw van de tempel tegen te houden. Om het nog erger te maken, bouwden ze nu hun eigen tempel op de berg Gerizim en ze aanbaden de Wet. Ze erkenden alleen de 5 boeken van Mozes. En zo ontstond er een wederzijdse jaloezie tussen de Samaritanen en de Joden. Desalniettemin stonden de Samaritanen dichterbij de joden dan enig ander volk en ze waren er als de kippen bij toen Jezus zijn boodschap in Judea verkondigde.
*
De beenderen van Jozef waren door Mozes van Egypte over gebracht naar Israël, Exo. 13:19. De rest van de aartsvaders waren naar Shechem overgebracht waar Jacob een lap grond had gekocht, Gen. 33:19.
*
Handelingen 22:9; Paulus ziet onderweg naar Damascus een fel licht van de opgestane Christus. De andere die bij hem waren zagen het ook maar hoorden geen stem spreken. Dat kwam omdat ze verder weg waren. Dus de boodschap was exclusief bestemd voor Saulus die later Paulus zou heten en niet voor de rest die met hem mee reisde.
*
Paulus verbleef 3 jaar in Arabië. Waar precies weten we niet maar Paulus noemt deze periode om aan te geven dat hij zijn nieuwe evangelie niet van de andere apostelen kon hebben ontvangen. (Galaten 1:17-18). Saulus van Tarsus die later Paulus ging heten toen hij Christus ontmoet had, was aanvankelijk een enorme vervolger van de christenen. Hij stond aan het hoofd van de groep die Stefanus had laten stenigen. Hij was aangesteld door de apostelen om aalmoezen uit te delen aan de weduwen zodat de apostelen zich op het brengen van het evangelie konden concentreren. Saulus vatte deze nieuwe christelijke missie niet en voelde zich als Joodse opper farizeeër verplicht om deze nieuwe tak van de joden te vervolgen. De aardse boodschap dat Jezus de Zoon van David was, was feitelijk te gering voor hem. Zijn ogen gingen pas open toen hij begreep wie de opgestane Jezus werkelijk was: de Zoon van God. De andere apostelen hadden Jezus tot dan toe alleen Zoon van David genoemd, zelfs tot in de Handelingen periode. Vervolgens filterde Paulus Hem uit de geschriften en snapte hij eindelijk dat deze Zoon van God degene was Wie hij altijd vervolgd had en dat deze zelfde persoon ook degene was Wie hij op de weg naar Damascus had ontmoet.
*
Cornelius
Proselieten waren niet-Joden die zich tot het Jodendom bekeerden. Er waren 2 soorten proselieten; proselieten van rechtvaardigheid en proselieten van de poort. De eerste was proseliet door besnijdenis en door inwijding in de Joodse wetten en rituelen. Ze werden geabsorbeerd door het Joodse volk. De proselieten van de poort vreesden God en beschouwden de God van Israël als de enige ware God. Ze waren echter niet besneden en deden niet aan alle rituelen mee. Door de Joden werden ze niettemin als heidenen beschouwd. Aan een Ethiopische proseliet was in Handelingen 8 het evangelie gebracht door Filippus. Dan, in Handelingen 10 werd een Romeinse proseliet van de poort voor ons gebracht. Hij heette Cornelius. De Romein was een afstammeling van Jafet en de Ethiopiër was een afstammeling van Ham. Het evangelie dat naar de natiën zou gaan had hiermee de juiste ingang gevonden voor de zonen van Noach. In Handelingen 15:7 lezen we dat niet Paulus maar Petrus was uitgekozen om als eerste het evangelie naar de natiën te brengen. Dit had met Cornelius de Romein te maken. De boodschap van het koninkrijk dat door de 12 apostelen was gebracht reikte het verst in Cornelius, de Romein. Dit legde een zware last op Petrus want niemand van de Joden kon erbij dat zo’n proseliet van de poort ook bij de koninkrijks opdracht hoorde.
Een oude petitie van koning Salomon (1 Koningen 8:41-43) bevestigde dat gebeden van niet-Joden ook door God gehoord werden. Ook het gebed van Cornelius werd verhoord. Cornelius moest echter wel leren dat dat al zijn zegeningen tot hem kwamen via Israël. Een kenmerk van de afval van Israël is dat het weigert om het kanaal te zijn voor de zegeningen van de rest van de wereld. Ook in Handelingen 10 had Petrus een visioen gekregen waarin hij te horen kreeg dat hij onreine reptielen mocht eten. Hij begreep dat er iets aan het veranderen was in de bediening van God. Dit visioen maakte het hem makkelijker om zich open te stellen voor Cornelius die bovendien aalmoezen aan de Joden gaf. Deze aalmoezen waren een schaduw van hoe enkele natiën straks in de Eindtijd Israël trouw blijven (Mat. 25:31-46). De zegen van Cornelius is verbonden met die van Israël. De zegen van de gelovigen is juist gevolg van de afvalligheid van Israël en verbonden met de geheime bediening waar de profeten niets van wisten.
Petrus en Paulus hadden een verschillende bediening. Petrus verkondigde het aanstaande Koninkrijk van God en alles wat aan de marteldood van Jezus vooraf ging. Paulus begon zijn verkondiging met de opstanding. Zijn boodschap ging over het Lichaam van Christus. God had Cornelius aangewezen om de kloof tussen Petrus en Paulus te overbruggen. (Wist Cornelius veel…) Dit bewijst dat ons geloof volledig uit God is en dat de vrije wil niet bestaat. Het evangelie dat Petrus verkondigde werd ook het evangelie van de besnedenen genoemd omdat de Joden zich moesten besnijden. Het evangelie van Paulus was het evangelie van de onbesnedenen omdat de gelovigen in het Lichaam van Jezus zich niet hoefden te besnijden. Dankzij Cornelius was Petrus ook in staat om het nieuwe evangelie te begrijpen dat door Paulus aan de natiën verkondigd werd. De reis die Petrus maakte van Joppa naar Caesarea ging langs de grenzen van het land. Caesarea lag aan de uiterste grens, vlakbij de heidenwereld.
*
De bestemming van de mensheid is “leven in overvloed.” Om deze reden stuurde God Zijn Zoon voor ons. Onze behoeften wortelen in onze bestemming. Iedereen zal zijn of haar bestemming bereiken. Dit zagen we al bij Saulus die Paulus werd toen hij door Christus geroepen werd. Adam zondigde waarna de mensheid opeens sterfelijk was. De zonde was nu niet meer het eerste probleem maar de dood was dit. Juist om deze reden verkondigt het Lichaam van Christus de opstanding van Christus. De mensheid moet weten dat de dood niet het einde is. Maar dat juist het leven in overvloed het einde is. De dood beëindigt niet het leven maar het is juist andersom; het leven beëindigt de dood. De dood is slechts de intro van Gods plan waarin het leven zegeviert.
*
De lariekoek van deutero-Jesaja
De moderne theologen menen dat het 2de deel van Jesaja (40-66) niet door Jesaja zelf is geschreven. Ongeveer eenzelfde gedachte als dat Prediker niet door Salomon geschreven zou zijn. Allereerst is het raar dat deze kritiek zo laat komt terwijl Jesaja een meesterlijke schrijver en profeet was. Daarbij citeert Flavius Josephus Jesaja (Antiquiteiten Boek XI; i.2) als hij zegt dat Cyrus de Grote van Gods wil afwist om de tempel in Jeruzalem te herbouwen. Sterker nog: toen Cyrus in Jeruzalem aankwam, las hij over zijn eigen profetie. Hij was zo geroerd door het feit dat hij Gods profetie over zichzelf las dat hij besloot mee te werken aan de bouw van de tempel en de joden de vrijheid liet. (Later las Alexander de Grote trouwens de profetie over zichzelf en de verwoesting van Tyrus.)
Het ligt voor de hand om te denken dat Flavius Josephus op de hoogte was van maar 1 boek van Jesaja. Dit wordt bevestigd door Ezra 1:2, 3 en 6:2,3. Hier lezen we dat koning Cyrus de God van de Joden erkende als de heer van hemel en aarde. En dat deze god hem de opdracht had gegeven om de tempel in Jeruzalem te herbouwen. Cyrus kon deze woorden alleen uit Jesaja hebben opgepikt: 44:28 en 45:1. Als Jesaja dit deel zelf niet geschreven had, dan was Cyrus dus voor de gek gehouden. Voor een hoaxer was het onmogelijk om zo’n verheven idee van God te hebben om een opdracht voor een toekomstige Cyrus te verzinnen.
Een tegenargument zou zijn dat Jesaja over zaken in het verleden schreef alsof het land al verwoest was. Maar hij leefde een halve eeuw voor de ballingschap en hij spreekt dus over dingen in de toekomst. De theologie kent zoiets als de Profetische Perfectum. Hiermee wordt bedoeld dat profetieën in de tegenwoordige of zelfs verleden tijd worden geschreven alsof ze al gebeurd zijn. Het effect van deze constructie is dat de profeet zichzelf met de toekomst identificeert. Henoch deed dit ook. Hij schreef: “de Heer KWAM met duizend heiligen.” Het gaat hier echter om de toekomende tijd. In het Nieuwe Testament vinden we hetzelfde fenomeen waarbij het Messiaanse oordeel gebracht wordt alsof het al heeft plaatsgevonden. (Jacob 5:1-6).
https://archive.org/details/deechtheidvanhe00rutggoog
Moderne theologen die de constructie van de Deutero-Jesaja hadden bedacht, merkten op dat de stijl van deel 2 (Jesaja 40-66) zoveel anders is dan deel 1. (Voorbeelden: 41:14,15; 42:10, 11; 43:20; 44:23; 45:8; 46:1; 47:1-10; 49:20, 21; 54:1-6; 50:2; 50:3; 52:1, 2; 47:1-10; 55:12; 63:3; 60:13; 62:5).
Het is ondenkbaar dat een hoaxer die tijdens het einde van de ballingschap leefde toen de Hebreeuwse taal aan het eroderen was, Jesaja geëvenaard had in schrijfstijl en deze zelfs ver overtroffen had. We zien hier juist een nieuwe fase van Jesaja die op een volwassen manier zijn dichtkunst toont. En waarom zou een briljante schrijver als Jesaja niet verschillende schrijfstijlen kunnen aannemen? Jesaja gebruikt frequent taalvormen als antitheses en paronomasia maar dan altijd op een natuurlijke manier. De zogenaamde NEP intellectuelen willen gewoon even hun naam op de theologische kaart zetten. Ze menen dat het argument van stijlverschil van Jesaja 40-66 met Jesaja 1-39 een kwestie van illusie is. Vooral het feit dat Jesaja 40-66 te universalistisch zou zijn en niet zou passen bij Jesaja 1-39. Maar hebben deze oecumenische flapdrollen Jesaja 2:2-4 wel eens gelezen waarin van de bekering van alle natiën wordt gesproken? Zie ook Jesaja 11:4-10; 12:4-6; 25:6, 7.
De critici beweren dat Jesaja niet zijn eigen naam onder zijn werk had gezet. Dit pleit echter alleen maar voor hem. Hij noemde zijn roeping in Hoofdstuk 6. Daar waar hij eerder over zonde en oordeel spreekt, spreekt hij later over genade en de complete bevrijding. De rode lijn van een restant van heiligen loopt door het hele boek, ook door de laatste 20 hoofdstukken. Het idee van het oordeel dat wordt uitgedrukt in de naam “Maher-shalal-hash-baz” komt ook in het hele boek voor. Jesaja profeteerde tijdens de regeerperiode van de godvruchtige koning Hizkia.
Zijn naam betekent “YHWH is mijn kracht.” Jesaja schrijft in zijn hele boek, in zowel de eerste als in de laatste hoofdstukken over deze mooie naam (1:24; 4:1; 22:21; 27:5; 28:22; 33:22; 35:3; 41:6; 7, 9, 13; 45:1; 51:18; 54:2; 56:2; 6; 64:7). De poëtische naam voor Egypte, “Rahab” staat in 30:7 en in 51:9. Rahab staat ook in Psalm 87:4 en 89:10 waarin Egypte als hoogmoedig en trots wordt voorgesteld. De vlag voor de natiën in relatie tot het herstel van Israël staat ook in beide delen van Jesaja (11:12; 18:3; 49:22; 62:10; 66:19). Het idee van afgoderij in tuinen verschijnt ook in 1:29 en ook in 65:3 en 66:17. Ook de uitdrukking: “de Mond van de Heer heeft het gezegd” staat in beide delen (1:20; 21:17; 22:25; 24:3; 25:8; 40:5; 58:14). De schrijver van de laatste 27 hoofdstukken laat duidelijk zien dat hij niet meer in Babylon woont maar in het heilige land. De geografie van deze hoofdstukken wijst naar een schrijven in Canaan. De naam Babylon duikt maar 3 keer op tegen 160 keer in het boek Jeremia. Namen van onbekende steden in Canaan duiken wel op in de laatste 27 hoofdstukken, zoals Achor en Sharon. De kennis van de schrijver over de natiën wijst ook in de richting van Canaan. Hij heeft het over een omgeving die aan Canaan doet denken, niet aan Babylon. Hij noemt bergen, heuvels, rotsen. Babylon was vooral een grote vlakte.
De schrijver noemt stenen die in Canaan voorkomen en niet in Babylon (48:19; 57:6; 62:10; 51:1; 50:7). Hetzelfde geldt voor de plantenwereld die hij noemt: seder, mirtestruik, olijf, pijnboom, beuk, cypresse, iep, wijnstok. Ook het gebruik van houtsoort in de bouw wijst op Canaan. De Babyloniërs gebruikten palmtakken als bouwmaterialen maar Jesaja noemt in de laatste 27 hoofdstukken het hout van de seder of cypressen, eik of pijnboom (44:13-16).. Ook de gewassen die Jesaja later noemt komen voor in Canaan: riet en vlas. Granen als gerst en tarwe die in Babylon groeiden, worden niet genoemd. Ook maakt hij geen melding van de dieren die in Babylon voorkwamen zoals alligators en flamingo’s.
De afgodenverering vond in Babylon plaats in tempels maar Jesaja noemt juist loofbomen als de eik waaronder afgoderij plaatsvond. (Jes. 1:29; 57:5-7). Ook noemt hij het brengen van kindoffers wat in Canaan voorkwam maar niet in Babylon. In Babylon werden lammeren geoffered aan Bel en Nebo maar geen kinderen. Zelfs in het wrede Babylon waren de inwoners niet zo bruut als in Juda. In Babylon waren 4 meesterwerken van architectuur: de hoge en brede muur van Babylon; de tempel van Bel; het koninklijk paleis van Neriglissar (559-556 voor Chr.) en de hangende tuinen. Maar Jesaja noemt ze niet. Dus hij was zeker in de laatste 27 hoofdstukken niet in Babylon.
Jesaja’s boek werd in tweeën gehakt door de moderne critici zoals Jesaja zelf doormidden werd gezaagd. Het ontkennen van de authenticiteit van het boek heeft een diepere oorzaak. Men rebelleert namelijk tegen Christus zelf die Zijn meeste citaten uit Jesaja haalde (40:3; 42:1; 61:1, 2; 40:3; 53:1; 53:7, 8; 65:1, 2 vergelijk met Mat. 3:3; 12:17; Lucas 4:17-19; Joh. 1:23; 12:38; Hand. 8:28-33; Rom. 10:20). Christus en zijn apostelen geloofden dat Jesaja de schrijver van het hele boek was en niet alleen van de hoofdstukken 1-19. Het is echter niet zo dat alle profetieën in Jesaja zijn vervuld. Het woord “mala” heeft 2 betekenissen: compleet maken in de zin van iets tot een einde brengen zoals in 1 Koningen 1:14 waarin Tathan tegen Bethsheba zegt dat hij haar woorden zal bekrachtigen (1 Kon. 2:27). En mala betekent vervullen. Jesaja is één boek maar het is slechts gedeeltelijk vervuld.
*
Uitstorting van de heilige geest,
Veel gelovigen denken dat de uitstorting van de heilige geest die in Jesaja genoemd werd, plaatsvond op Pinksteren. Dit is pertinent niet waar. Allereerst zal ik de verzen in Jesaja geven: 4:4; 32:15-18; Ezechiel 36:27-35; 37:6, 14; Joël 2:28 en Zecharia 12:10. Niet één van deze beloften omtrent de uitstorting van de geest was vervuld op Pinksteren.
-
de geest was alleen uitgestort over een paar duizend mensen en niet over het hele volk Israël.
-
Israël wandelt nu nog steeds in duisternis en is nog niet gereinigd door de geest.
-
Na Pinksteren ging het snel bergafwaarts met Israel dat een leeg en woest land werd. Jesaja 32:15-18 en Ezechiel 36:27-35 laten zien dat de uitstorting van de geest ook gepaard gaat met een ander aanzien van het land. Dit zal vruchtbaarder worden.
-
De vruchten van deze uitstorting werden nooit in de natiën gerealiseerd, waar Jesaja 44:5 wel naar verwijst.
Sarah en Hannah
Jesaja 54:1, 7 verwijst naar Sarah en Hannah. De laatste duikt ook op in 1 Samuel 2. Israel wordt als een vrouw voorgesteld in de relatie tussen God en Zijn volk. Dit verbond was op de berg Horeb bekrachtigd maar Israël reageerde hierop met overspel. Israël was als vrouw van God ongelovig en onvruchtbaar. Om die reden liet God haar een moment in de steek. Vers 7 is een historische verwijzing naar Sara en Hanna. Een eenzame verlaten vrouw in de woestijn in het Midden Oosten voelde dat haar geluk verwoest was. Een nageslacht was alles wat ze hebben wilde. Deze vrouw, Israël is nu nog een verstotene. Maar op een dag zal ze haar geluk niet op kunnen. De basis voor dit geluk zal een talrijk nageslacht zijn. Ze zal meer nageslacht hebben dan de getrouwde vrouw. De verlaten en getrouwde vrouw worden hier tegenover elkaar gezet. Desolaat betekent vernietigd en slaat op de verwoesting van Jeruzalem. YHWH zal haar weer opzoeken en de draad met haar weer oppikken. Ze zal dan een groter nageslacht krijgen dan wanneer ze trouw was gebleven aan god.
*
Jesaja 57:1-2 verwijst naar een periode van vervolging. Het kan hier niet gaan om de periode van na de 70 jaar ballingschap omdat er toen geen afgoderij was onder de joden. En er was ook geen koning als in vers 9. Het gaat hier mogelijk om de regeerperiode van Manasseh. Op grond van 2 Koningen 21:16 weten we dat er onder Manasseh veel bloedvergieten was. De beschrijving van 2 Koningen 21 en 2 Kronieken 33 komen overeen met Jesaja 57:1-5. Het is mogelijk dat Jesaja de eerste paar jaar van de regeerperiode van Manasse leefde. Hij was een ooggetuige van de vervolgingen onder Manasse. Deze vervolgingen zijn een schaduw van de Verdrukking die straks over Israël komen gaat. De eerste 2 verzen (Jes. 57:1-2) zijn een type van de wegrukking van de ecclesia. In Jes. 57:9 wordt een koning genoemd. Deze is Moloch, de anti christ. Zie Johannes 5:43; Daniël 9:27.
wat een openbaring: Plato’s beroemde grot is de onderwereld en niet iets vaags met ideeënwereld. Ook Atlantis is de Sheol, de navel van de zee: Jona 2:3.
Bron: Bruce Louden, Homer’s Odyssey and the Near East
Plato plaatst zijn Allegorie tegen de achtergrond van een afdaling naar de Sheol. De grot wordt steeds voorgesteld als een onderwereld. (Katabasis Rep. 514a3). Elke keer als Plato erover schrijft, gebruikt hij het woord “katabaino” (Rep. 516e3: katabas, 519d5: katabainein, 520CI: katabateon). Al deze werkwoorden zijn verwant aan katabasis, als een afdaling naar de Sheol. Als Socrates uitlegt hoe iemand de grot kon verlaten, verwijst hij naar Achilles die liever als pauper op aarde wilde leven dan als een held in de sheol (Rep. 516d5-6; Od. II.489-90). Plato verwijst specifiek naar Odysseus II, als Socrates Achilles citeert ten aanzien van de sheol. Achilles was een nazaat van de Griekse afgod Zeus en dus geen mens. Net als de overige helden van Troje was hij een demonisch wezen. Erg merkwaardig dat hij over dagloners kletst.
Nightingale (2004:102) over de passage in 516e
Achilles zegt dat wat belangrijk in de Sheol is, van geen waarde in het aardse leven is. Deze opmerking anticipeert op de reactie van Plato’s protagonist in de Allegorie.
* En is de grot van Mohammed misschien ook een aanduiding van de Sheol? Net zoals de grot van Kalypso van Ogygia dit was.
*
“Zie, de winter is voorbij. De regentijd is over, helemaal voorbijgegaan … de zangtijd is aangebroken …”
Deze dichterlijke woorden komen uit Hooglied 2:11. Ze spreken over de lente, zoals die in de toekomst zal aanbreken voor het volk Israël en dan ook voor deze wereld. Het koninkrijk van God wordt op aarde openbaar. Het is de zegenrijke tijd waarin alles tot bloei komt. Letterlijk in de natuur, en ook geestelijk onder de mensen. Israël zal dan een ‘lof en een sieraad’ zijn voor de HEERE. De volkeren zullen onderwezen worden in de wegen van God. Zoals een bloem zich ontsluit en tot volle bloei komt, zo zal Gods heil zich ontvouwen voor alle volkeren der aarde. Tijd om te zingen, zoals de psalmist zegt: “Zing voor de HEERE een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand en Zijn heilige arm hebben Hem heil gebracht” (Psalm 98:10). Vooruitlopend op het grote heil, dat op aarde zal neerdalen, mogen wij nu al weten dat de ‘zangtijd’ is aangebroken. En sinds de opstanding van Christus kennen wij een nieuw lied! Een lied van liefde en genade, van overwinning en onvergankelijk leven. Ook Paulus zingt mee in het koor: “Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen …” (Tïtus 2:11). En … kun je zingen, zing dan mee! Zie ook,
https://raymondhausoul.be/03Poetische/22%20Hooglied_Wijsheden%20voor%20het%20meisje.pdf
*
Is het Christendom tovenarij?
Ik heb al een hele tijd mijn bedenkingen over het officiële christendom. Is het gebaseerd op tovenarij? Volgens de katholieke traditie was Petrus de eerste Paus. Maar welke Petrus bedoelen ze? Toch niet Simon Petrus de tovenaar uit Handelingen 8:9? Begon hij in Rome de eerste christelijke sekte?
*
De boot werd verplaatst
In Johannes 6:19 liep Jezus over het water. Er zijn veel vrijzinnige pseudo-intellectuele verklaringen voor deze gebeurtenissen bedacht. Het water zou bevroren zijn geweest, wat vervolgens het dilemma oplevert van hoe de boot kon varen. Of er lag een pier vlak onder het water die uitgerekend bij de boot uitkwam. Maar waarom accepteren we niet gewoon wat er staat? Dan Jezus over het water liep. Veel Bijbelstudenten missen de laatste zin van vers 21: de boot met de inzittenden was plotseling op het strand. Dus nadat Jezus over het water naar de boot was gelopen en in de boot was geklommen, werd de boot met man en macht op een bovennatuurlijke wijze naar de kust verplaatst.
*
In Adam en in Christus
Door John Gavazzoni
Wie de geboorte en levensloop van Adam wil begrijpen, moet diens relatie met Jezus snappen die de laatste Adam was. In 1 Korinthe 15:22 staat: “Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.” Als je deze vers leest, dan lijkt het of christus en Adam tegenover elkaar staan. Maar het tegendeel is waar: Adam kon alleen IN Christus bestaan, ook al werd de laatste veel later geboren. Als we dan in ogenschouw nemen dat de hele mensheid uit Adam voortkwam, dan bestaan we dus allemaal in Christus. Het evangelie begint in feite in Genesis. Het zaad van de hele bijbelse openbaring is hier al gezaaid. In Genesis 1:1 staat: “In begin schiep Elohim de hemelen en het land.” Als je het woord “begin” vervangt door “eerstgeborenen” dan werden hemel en aarde in Christus geschapen. De boodschap van de Kolossenzenbrief is dat IN Christus alle dingen geschapen zijn, inclusief Adam die het hoofd van de mensheid was. In de Scripture4all-versie staat in de rechterkolom dat alles DOOR Hem geschapen is. Maar in de tekst zelf staat het woord “in.” Waarom de rechterkolom zovaak de conventionele vertaling volgt en ook het woord eeuwig weergeeft als er aionisch moet staan, is me niet helemaal duidelijk. We komen allen voort uit Adam die met Eva het eerst zondigde. Maar gelukkig zijn we in Adam ook in Christus. Als we onze plaats in Adam zouden inruilen, dan zouden we onze door god gegeven mensheid wegdoen; dezelfde mensheid die in Christus verheerlijkt werd. We zouden dan de verhoogde plaats die de mens in Christus heeft gekregen afstaan, namelijk die van het lichaam van Christus dat het hoofd van de schepping is. Maar als we in Christus zijn, hoe konden we dan ooit vallen? Hiervoor geef ik een voorbeeld: stel dat je gif inneemt, wat niet zo moeilijk is als we weten wat er allemaal in ons eten zit. Dit gif verandert onze persoonlijkheid niet. Desalniettemin doet het wel zijn werking en bovendien wordt het doorgegeven aan onze nakomelingen. Zo ging het ook met de zonde. We kregen opeens niet vier armen en vijf benen door de zonde maar we werden wel sterfelijk. Dit gif van de zonde kwam ons bestaan in Christus binnen, zonder dat het Zijn puurheid beïnvloedde. Maar zelfs onze dood werd door Zijn dood aan het kruis genageld. We realiseren ons nog te weinig dat de sfeer van Adam zich binnen de sfeer van Christus bevindt. Omdat Hij onze bron is maar ook de grens waarbinnen we bewegen zijn we nooit in staat geweest om uit Hem te breken; ook al zouden we dit willen. We zijn daarentegen genoodzaakt om verder af te dalen in Zijn onmetelijke diepten. Hij is de onontkoombare Christus aan Wie we niet kunnen ontsnappen. Dat is het hart van het evangelie. Vanaf het eeuwige moment dat we deel hadden in Zijn geboorte uit God, waarna we verder trokken op onze aionische tijd-ruimte-vlees/materie-reis tot we terugkeerden naar onze Vader, was het hele traject dat we aflegden in Christus. Als we de val van Adam en Eva te slordig opvatten en denken dat we met hun verbanning uit de Tuin van Eden ook zelf uit Christus waren gesmeten, dan moeten we eraan herinnerd worden dat de Tuin van Eden zelf ook een type van Christus was. Het was in deze tuin waar de eerste zonde begaan werd. Toen Christus onze zonden aan het kruis nagelde, demonstreerde God op een levendige manier dat Hij in de persoon van Zijn Zoon onze zonde in Zichzelf droeg.
*
In Adam en in Christus
De schepping van Adam kan niet los worden gezien van de geboorte van Christus die de laatste Adam was. In 1 Korinthe 15:22 staat: “Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.” In deze vers staan Adam en Christus zeker niet tegenover elkaar. Integendeel, in Kolossenzen 1:16-17 staat dat alle dingen door Christus geschapen waren, ook al was Jezus eerst nog niet geboren. Als de hele mensheid uit Adam voortkwam dan bestaan we allemaal in christus. Het evangelie begint eigenlijk al in Genesis. In Genesis 1:1 lezen we hoe God in het begin hemel en aarde schiepen. Als we het woord “begin” door het woord “eerstgeborenen” vervangen dan bestaan we allen in christus. We komen allen voort uit Adam die met Eva het eerst zondigde. Maar gelukkig zijn we in Adam ook in Christus. Als we onze plaats in Adam zouden inruilen, dan zouden we onze door god gegeven mensheid wegdoen; dezelfde mensheid die in Christus verheerlijkt werd. Het gif van de zonde dat Adam innam veranderde onze persoonlijkheid niet maar maakte ons wel sterfelijk. Ons bestaan bleef echter in Christus wiens puurheid intact bleef. Uiteindelijk werd onze dood door Zijn dood aan het kruis genageld. Snap dit, dat de sfeer van Adam zich binnen de sfeer van christus bevindt. Hij is de bron maar ook de grens van ons bestaan. We zijn niet bij machte om uit Hem te breken, als we dit al zouden willen. Daarentegen zijn we genoodzaakt om verder af te dalen in zijn diepten. Hij is de onontkoombare christus aan wie we niet kunnen ontsnappen. Als we denken dat we met de verbanning van Adam en Eva uit de Tuin van Eden ook uit christus gesmeten ware dan mogen we onthouden dat de Tuin van Eden zelf een type van christus was. In deze Tuin werd de eerste zonde begaan. Christus nagelde deze zonde aan het kruis.
*
Is het boek Daniël authentiek?
Algemeen wordt aangenomen dat het boek Daniel in de tijd van de Makkabeeën is ontstaan, rond 164 voor christus. Is dat wel zo? Men denkt dit omdat het in het Aramees is geschreven.
In 1965 hebben Baumgartner, Schaeder, Koopmans en Hospers aangetoond dat het Aramees in Daniel tot het rijksaramees behoort. Deze taal werd vanaf de 7de eeuw voor christus gebruikt om te communiceren in hun uitgestrekte veroveringsgebieden. Het boek Daniel kan daarom zeker worden gedateerd in de 6de eeuw voor christus, de tijd van de ballingschap. In 1982 heeft ook Archer aangegeven dat het Aramees van Daniel overeenstemt met dat wat in het Oosten, in Babel werd gesproken, meer dan met het Aramees van Palestina. Bij een datering in de tijd van de Makkabeeën zou juist het omgekeerde het geval moeten zijn. In hoofdstuk 5 staat het drinkgelach van koning Belshatzar. In die nacht veroverden de Perzen Babel. In die nacht ook schreef een mysterieuze hand op de muur de woorden “Mene mene tekel upharsin.”
Na de uitleg van Daniel over de betekenis van Mene Tekel geeft koning Belshatzar hem de hoogste positie in zijn koninkrijk. Hij benoemt Daniel tot 3de man van het rijk. Derde man, moet dat niet tweede man zijn?
2de of 3de man
Een hele tijd was er niets bekend over deze koning van Babel. Men kende wel Nabonidus de laatste heerser over het Chaldese rijk. Onder hem veroverden de Perzen Babel, werd aangenomen. In 1854 werden in Zuid-Irak in de plaats Al-Muqayyar kleitabletten gevonden. Die waren daar ooit door meneer Nabonidus gedeponeerd. In deze kleitabletten spreekt meneer Nabonidus over zichzelf en zijn zoon Bel-sjar-oesoer. In Ur werden ook zulke inscripties gevonden. Ook hierin komen beide namen naast elkaar voor. Bel-sja-oesoer zou regent zijn in Babel tijdens het verblijf van zijn vader in Tema. Hij droeg dus de titel koning omdat hij de feitelijke macht over Babel uitoefende. Hij kon Daniel echter moeilijk 2de man maken, wel 3de. Deze geschiedenis in het boek Daniel is door een insider geschreven, door Daniël zelf dus.
7 x 7 jaar
In de eerste periode van 7 x 7 jaar werd Jeruzalem door Nechemya en Ezra herbouwd. Hierna volgde een periode van 62 x 7 jaar = 434 jaar van moeilijke tijden voor Israël. Na die periode van samen 69 x 7 jaar = 483 jaar zal er een gezalfde komen, een Messias. De engel Gabriël deelt Daniël mee dat na deze 69 x 7 jaar de Messias gedood zal worden terwijl er niets is om hem te veroordelen. In de 19de eeuw heeft Robert Anderson (politieman betrokken bij Jack The Ripper zaak) aangetoond dat toen Jezus van Nazareth op 10 Nisan van het jaar 32 op een ezel Jeruzalem binnen reed zoals de profeet Zakariah had voorspeld, het op de dag af 483 jaar was na het bevel van Artaxerxes om Jeruzalem te herbouwen!
Titus
Dan volgt de verwoesting van Jeruzalem onder Titus in het jaar 70 van onze jaartelling. Het joodse volk wordt bijna 2000 jaar onder de gojim verstrooid maar er moet nog een laatste 7 jaar komen. De 70 x 7 jaar moet volgemaakt worden. Dan zal de Messias komen om zijn koninkrijk op te richten zoals Gabriël dit aan Daniël voorzegd heeft.
*
Vrije Wil of niet? – door Janna Levin
Kiezen we een appel bij de groenteboer en is dat een onvermijdelijke consequentie van elke gebeurtenis sinds het begin van de tijd? Komt deze zin voort uit determinisme? Ik kies ervoor om hem op te pakken en weer neer te leggen. De kwantummechanica zegt “nee” het hele universum is niet slechts een complexe flipperkast die met van tevoren bepaalde, onvermijdelijke gevolgen in beweging is gezet. De kwantummechanica zegt dat er alleen waarschijnlijke gevolgen zijn. Maar geeft dat mij werkelijk een vrije wil? Ik ken geen makkelijke manier om dubbelzinnigheid en onzekerheid te vermengen tot een diepzinnige definitie van zelfbepaling. Als dit leven zich telkens weer zou herhalen zou er een eindige waarschijnlijkheid zijn dat ik een andere reeks keuzes zou maken, niet uit wijsheid of uit vrije wil maar op grond van louter toeval. Toeval is geen keuze. Wat ga ik nu doen? De appel oppakken? Hem neerleggen? Ik heb het GEVOEL dat ik een keuze heb. Als vrije wil een illusie is, dan is het wel een overtuigende illusie.
Zelfs het argument dat we in vrije wil moeten geloven om de maatschappij te beschermen impliceert dat we de mening van mensen kunnen veranderen door iets anders te geloven, wat een keuze impliceert, wat een wil impliceert. Als iemand zich apathisch op de bank laat ploffen omdat hij er door één of andere discussie van overtuigd is dat hij in feite geen wil heeft, dan is die apathie ook een consequentie van oftewel determinisme ofwel toeval, zo niet een gedetermineerde consequentie van elke voorgaande gebeurtenis dan wel een willekeurige fluctuatie van het toeval langs een vrijwel gedetermineerde baan. Door middel van de inifinitesimaalrekening kunnen we in vergelijkingen begrijpen hoe dynamische systemen zich in de loop van de tijd ontwikkelen. hierdoor wordt determinisme geformaliseerd. Geef een begintoestand en we kunnen de vergelijkingen volgen tot een onvermijdelijke, precieze uitkomst. De universele aard van Newtons inzichten verankerde het begrip determinisme in de natuurfilosofie. De deterministische aard van oorzaak en gevolg werd heel belangrijk in andere takken van de filosofie en heeft een duidelijke invloed gehad op onze moderne culturele opvattingen. Determinisme en causaliteit worden verzwakt door de kwantumtheorie die werkt ook al wordt hij slecht begrepen.
En laat ik mijn mond maar houden over kwantummechanica en determinisme. Er is een onoplosbaar filosofisch debat dat telkens weer zijn lelijke kop opsteekt over de onmogelijkheid van de vrije wil in een leven dat door determinisme wordt beheerst. De versimpelde kern van het betoog is ongeveer als volgt: als elk atoom in onze lichamen slechts een mechanische baan volgt die precies wordt bepaald door de natuurwetten dan hebben wij geen vrije wel. Onze keuzen liggen van tevoren vast en het enige wat wij doen is het onvermijdelijke effect van al die eerdere oorzaken bewerkstelligen. Een deterministisch heelal is als een film waarvan het eind al is opgenomen. We weten niet hoe hij afloopt, dus hebben we de indruk dat het gebeuren zich in een ware tijd afspeelt en hebben we het gevoel van spontaniteit maar het eind is al geschreven, al bepaald. Misschien heeft de natuur onze waarneming op die manier beperkt om ons te behoeden voor de volstrekt ontmoedigende situatie als we zouden weten hoe het afloopt, maar niettemin is het een illusie. Als we zouden willen weten wie Kennedy vermoordde, zouden we uit kunnen rekenen hoe lang het licht uit 1963 erover zou doen om de eindige ruimte te doorkruisen, een telescoop bouwen die sterk genoeg is, die de juiste kant op richten en kijken hoe die vreselijke dag in de echobeelden wordt herhaald.
*
De 2 hersenhelften van ons brein en religie
Alfabetten met klinkers worden van links naar rechts geschreven. Andere, zoals het Hebreeuws bevatten alleen medeklinkers worden van rechts naar links geschreven. Onze hersenen hebben ook 2 helften. Het linkerdeel is analytisch, objectief, afstandelijk, lineair en logisch. Het splitst dingen op in hun componenten. De rechterhelft is holistisch, integrerend, zelfs intuïtief. Het kan goed patronen herkennen en inspelen op persoonlijke relaties, inclusief nonverbale expressies. Deze helft speelt een grote rol bij emotionele intelligentie. De neurowetenschapper Robert Ornstein noet deze helft de zetel van creativiteit en ziel. De linkerhelft controleert de rechterkant van het lichaam en andersom. Als we ons hoofd naar rechts bewegen, gebruiken we de linker hersenhelft en andersom. Als we een alfabet lezen, zoals Nederlands dat klinkers bevat, is elk woord in meerdere of mindere mate verstaanbaar. Dus kunnen we de linkerhelft gebruiken die analytisch is en bewegingen naar rechts controleert zoals Engels lezen dat van links naar rechts is geschreven. Maar niet als het om een alfabet gaat zonder klinkers. Als je ons alfabet zonder klinkers zou nemen weet je niet of het een pot of put is. Dat moet dan uit de context blijken. Dan gebruik je de rechterhelft die holistisch in elkaar steekt en bewegingen naar links registreert. Daarom worden alfabetten zonder klinkers waarschijnlijk van rechts naar links geschreven.
‘s Werelds eerste alphabet was een proto-Sinaïtisch schrift. Het was de voorloper van het Hebreeuws dat een variëteit van vormen doorliep maar een alfabet zonder klinkers bleef. Het eerste alfabet met klinkers was het oude Grieks. Dit was net als Hebreeuws geschreven van rechts naar links, toen slang-gewijs (boustophedon) en veranderde elke keer van richting. Uiteindelijk ging het van links naar rechts waarna een patroon was gevestigd voor andere alfabetten met klinkers. Nu snappen we waarom het Oude Griekenland de wereld zijn eerste wetenschappen en filosofie gaf, beide domeinen van de linker hersenhelft. Nu snappen we ook waarom de wereld van het oude Israël met zijn integrerende visie en monotheïsme zo anders was. De Tora met zijn nadruk op persoonlijke relaties, de liefde van God, naaste en vreemdeling, is het werk van de rechter hersenhelft. We kunnen verder speculeren hoe het christendom een synthese van beiden werd. Zijn stichter was joods en stapte in de religieuze vallei van het Judaïsme. Maar de eerste christelijke teksten waren geschreven en werden gelezen in het grieks. Het resultaat was een set van rechter hersenhelft ideeën die werden gedecodeerd in een linker hersenhelft alfabet en cultuur. Uit die creatieve spanning werd de westerse beschaving geboren. De gevolgtrekking is net zo belangrijk. Het menselijk brein is het product van 2 invloedsferen. Als de verbindingen tussen beiden worden verbroken, is het resultaat een disfuntioneren van de persoonlijkheid. We hebben beiden nodig: de analytische linker hersenhelft die ons in staat stelt dingen apart te zien hoe ze werken, en de integrerende rechterhelft die dingen in hun samenhang beziet. Religie heeft wetenschap nodig en wetenschap heeft religie nodig. Samen gaan ze op net als de twee hersenhelften van ons brein.
*
De zelfdoding van Jezus Christus
Het doet me denken aan de grootste en meest unieke zelfdoding aller tijden, namelijk die van Jezus aan het kruis. Wij normale mensen hebben pillen nodig, een touw, scherpe mesjes om ons lichaam te dwingen de geest los te laten, Jezus aan het kruis stuurde zijn geest naar de Schepper alsof je een gebiedend gebaar maakt naar een hond met de opdracht: haal de stok die ik weggegooid heb. Jezus immers, leverde zijn (levens)geest over aan zijn Vader zoals ook het volk en de overpriesters Jezus aan Pilatus overgeleverd hadden. De Griekse taal gebruikt hiervoor hetzelfde woord (zie Johannes 18: 35 met Johannes 19: 30). Jezus gaf de geest ~ Jezus gebood zijn geest. Ik heb een boek dat heet “Le suicide du Christ” (de zelfdoding van de Christus). Daarin worden de bijbelse teksten verder uitgediept en ook de commentaren van de Kerkvaders die ook geloofden dat Jezus zelf actief het leven gegeven heeft als ware het en is het ook zo een zelfdoding.
We denken wel eens. Eerst zei Jezus: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Toen verkeerde Hij in uiterste wanhoop. Toen zei Hij: Het is volbracht. Toen zou Hij zich weer als het ware rustiger hebben gevoeld en tenslotte: Vader, in Uw Handen beveel Ik Mijn Geest. En dat zou dan het toppunt weer zijn van geloofsvertrouwen en voelde Hij zich omgeven door God. Het lijkt mij meer voor de hand om te geloven dat Jezus AL deze uitspraken deed als inderdaad een groot gelovige, een rechtvaardige, maar dat Hij zich inderdaad vereenzelvigde met al die mensen die zich totaal verlaten voelde en zo voelde het bij Hem ook aan. Toen Jezus zei: Het is volbracht! Toen wist Hij dat Hij in staat was om het leven af te leggen (// met iemand die bij zijn/haar volle verstand het besluit genomen heeft om er een einde aan te maken). Toen Hij levensgeest aan de vader overgaf, was Hij als iemand die de pillen tot zich nam. Enerzijds totaal overmeesterd door de leegte van het bestaan met alle ellende van de wereld op zijn schouders, anderzijds met het vertrouwen dat de Heer ook zijn Herder is (de omcirkeling van Psalm 23).
En zo omvat het lijden van Christus ook het lijden van de zelfmoordenaar. Niets kan hem/haar scheiden van God en zijn liefde welke is in Christus Jezus, Onze Here (Romeinen 8: 39). De conclusie dat een christen zichzelf mag doden wil ik zeker NIET trekken en is ook niet de intentie van mijn stukje. Wel, dat een christen het zo zwaar in het leven kan krijgen dat hij/zij zichzelf toch van het leven beroofd. Dat wil niet zeggen dat God zo iemand niet hoeft. Integendeel, juist Jezus aan het kruis (nu uiteraard de opgestane Heer) ontfermt Zich over hem/haar, meer dan we ons kunnen voorstellen.
*
Handelingen als voorbeeld voor de kerk?
Veel christenen baseren zich op het boek Handelingen als uitgangspunt voor de gemeente. Te beginnen bij Hoofdstuk 2 gaan ze ijverig dopen en geforceerd in tongen spreken. Sommigen geven al hun spullen weg of delen alles met elkaar. De volgende stap is een pelgrimsreis naar Israël. En sommigen proberen hun oma uit de dood op te wekken. Maar het Handelingen experiment is een recept voor falen. Waarom? Omdat Handelingen bestuurlijk gezien al faalde. Het begon goed maar eindigde met de dood van Jacob, Petrus die werd verbannen, hongersnood in jerusalem en de joden uiteen gedreven naar alle uithoeken van de wereld. Bestuurlijk gezien was Handelingen BEDOELD om te falen. Waarom? Het was een zoveelste demonstratie van koppigheid van Israël. Eigenwijsheid sterft een zware dood.
*
Genade versus Wet
In 2 Timoteus 1:15 keert iedereen zich af van Paulus. Waarom? Er staat letterlijk dat deze mensen worden weg getrokken van Paulus. Waardoor dan? Antwoord: door de wet. De mensen keerden zich niet per sé van Jezus af maar wel van genade! Paul’s boodschap was teveel God en te weinig mens. De drive om “zelf iets te doen” om gered te worden was te groot. De gelovigen konden niet langer onderscheid maken tussen hun eigen bijzondere roeping en die van Israël. Misschien mag genade op deze manier een goedkope oplossing lijken om gered te worden. Dit is niet correct. Genade is niet goedkoop maar VRIJ!
*
Wet versus Genade
door Harry Fox
Hoe ouder ik word, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat de verklaring van de apostelen in Romeinen 6:14 , dat gelovigen in christus niet langer onder de wet maar onder genade vallen, van immense betekenis is. Deze verklaring opent onze ogen voor het radicale verschil tussen de 2 soorten relaties die we met God hebben die Paulus benadrukt in hoofdstuk 3 van Galaten: het verschil tussen een bilateraal verbond en een unilaterale overeenkomst. Het bilaterale verbond verwijst naar de relatie die God met Israel bevestigde door Mozes; de unilaterale overeenkomst verwijst naar de relatie die God met Abraham onderhield 430 jaar eerder. Onder het bilaterale verbond, wisselden God en Israel van nakoming. Dat wil zeggen: alles wat God zou doen voor Israel hing af van in hoeverre Israel God gehoorzaamde. Maar wat God Abraham beloofde hing alleen van hemzelf af zoals Paulus in Romeinen 4:20,21 bevestigt: “maar aan de belofte Gods heeft hij niet getwijfeld…”
Wat had God beloofd? Het antwoord staat in Genesis 12:1-3 en 15:5,6 waar God belooft Abraham’s gids te zijn naar een land dat voor hem bestemd is en voor zijn vele nakomelingen en door 1 van hen (per Galaten 3:16) God alle families op aarde zou zegenen (Galaten 3:8). De vervulling van die unilaterale belofte in christus door wie God handelde om ons te redden, niet als antwoord op onze gehoorzaamheid maar juist ondanks ons tekort schieten daarvan. Dus Paulus zegt in Romeinen 5:6,8 & 10 dat terwijl we hulpeloos waren (in gehoorzaamheid) christus op het juiste tijdstip stierf voor de goddelozen. Dus… God toonde zijn liefde voor ons daarin dat terwijl we nog zondaren waren, christus voor ons stierf. Dus, terwijl we nog vijanden van God waren, werden we verzoend met God door de dood van zijn zoon. Als het volle belang van deze kolossale informatie echt tot ons doordringt, worden we vervuld met zoveel dankbaarheid voor Gods onvoorwaardelijke liefde en genade voor ons (welke Paulus geloof noemt, dat we worden aangezet om veel gehoorzamer aan Gods geboden te worden dan wanneer we hem onder de wet blijven dienen. Iemand zei eens dat het verschil tussen wet en genade is dat we onder de wet 6 dagen werken en op de 7de dag rusten, terwijl we onder de genade op de eerste dag rusten en op de andere 6 dagen werken. Wat een verschil in uitgangspunt tussen beide vormen van werken! Werken onder de wet is een last, inadequaat en leidt vaak tot een burnout terwijl werken uit genade vreugde brengt, rust geeft en productief is (Matt. 11:28-30). Werken uit genade is ook van een betere kwaliteit. Het verschil tussen wat echt belangrijk is en wat op de tweede plaats komt, komt duidelijk tot uiting. (zie: Matt. 23:23-24).
*
Oorsprong van de mens 2; parallellisme
Hoe werd de mens een levende ziel? De ziel is uniek voor de mens. Andere dieren in genesis hebben ook een ziel. Een ziel hebben, betekent een zelfbewustzijn hebben wat integraal is met ons deelachtig zijn in God. Hij heeft het leven in ons geblazen. Met onze ziel hebben we een antenne voor onze toekomstige bestemming in Christus. Alleen kunnen we dit niet goed vatten. We voelen dat ons een soort van bestemming wacht maar snappen nog niet helemaal hoe dit werkt. Ergens diep in ons voelen we dit. Ergens weten we dat we stiekem meer zijn dan wat we nu zijn. Juist om die reden is onze ziel extreem gevoelig voor de gedachte dat we misschien toch onze bestemming zouden missen. De ziel zal steeds proberen om naar onze bestemming toe te bewegen maar daarin falen omdat de zonde steeds weer toeslaat. Dit is een vreselijk gevoel: onze ziel schotelt ons een vreselijke spiegel voor. De zonde komt niet uit de mens voort die tevergeefs op eigen kracht zijn bestemming te bereiken. De zonde is een cadeau van niemand minder dan God zelf die speciaal voor ons de aionen heeft geschapen met daarin de zonde. Het Oude Testament kent zoiets als parallellisme. Een auteur maakt een statement en herhaalt de achterliggende gedachte met andere woorden of gebruikt een metafoor of analogie. In genesis waar God de mens maakt uit het stof van de aarde en hem vervolgens de levensadem in blaast, zien we deze vorm van parallellisme. Verderop meldt God dat Hij de mens in de Tuin van Eden zet. Beide mededelingen drukken het zelfde uit op verschillende creatieve manieren.
De ziel vertoont af en toe het gedrag van de slang die Eden binnensloop om allereerst Eva te misleiden. De vrouw die uit Adam was genomen stemt overeen met de ontvankelijke natuur van Adam’s nieuwe persoonlijkheid. Ik durf de stelling aan dat onze rebellie tegen God juist voorkomt uit de frustratie om op eigen kracht onze bestemming te bereiken. Deze frustratie leidt tot pijn en vervolgens tot rancune en rebellie. Het verhaal waarin de mens in de tuin van Eden wordt geplaatst is een andere beschrijving van de omstandigheid waarbij God de mens tot een levende ziel maakte. Voor die tijd had de mens zeker niet dezelfde capaciteit als nadat God hem de levensadem had ingeblazen. In de eerste aanvang toen de mens werd gemaakt was hij een simpele creatuur zonder de complexiteit die bij onze toekomstige bestemming hoort. In de eerste instantie had Adam een dierlijke uitstraling en relatie met de wereld om hem heen. God boeide hem niet. Een innerlijk gevoel van een goddelijke bestemming had hij evenmin.
Adam was aanvankelijk toegerust op de natuurlijke wereld om hem heen. Als God tegen hem sprak had hij dit niet eens door gehad. Eerst moest hij de ziel verwerven die hem in staat maakte om te begrijpen wat een goddelijke bestemming is. Als mensenras hebben wij samen de capaciteit voor de volheid van God, maar die capaciteit op zichzelf is waardeloos. Wat een rare situatie: om een capaciteit voor de volheid van God te hebben die straks alles in allen zal zijn (1 Kor. 15:28) en tegelijk compleet onwetend hiervan te zijn! Hier doet de Levensboom zijn intrede. Alleen door van zijn vruchten te snoepen kan het menselijk potentieel voor heerlijkheid worden gerealiseerd. De Boom van kennis van Goed en Kwaad vertoont gelijkenis met alles dat onze “slang-uit Eden” kwetsbaarheid als antwoord geeft op ons dilemma om op eigen kracht onze bestemming te bereiken. De levensboom is de geest en de geest is het zaad van Christus. We ontvangen de geest en krijgen het nieuwe zaad dat al door de dood heen is gegaan en zelfs is opgestaan uit de dood. Juist daarom moesten Adam en Eva het paradijs uit, opdat ze niet meer van de levensboom konden eten en alleen nog van die andere boom. Ze werden de aionen in gestuurd. De vrucht van de boom van kennis werd in de aionen meegesleurd de dood in en later een vrucht van glorie. Beide verhalen van het ontstaan van de mensheid tonen alvast het beeld van God die alles in allen zal zijn.
*
De grote opsomming
Hij maakte ons het mysterie bekend volgens zijn wil, en somde alle dingen in christus op, op aarde en in de hemel. Efe. 1:9-10
Deze Efeziërs verzen zijn een zeer korte samenvatting van Gods meesterlijke plan. Dit mysterie is heden geopenbaard aan een select gezelschap dat deze boodschap begrijpt, hoewel iedereen het kan lezen in de bijbel. In Romeinen 11:36 staat “ek” (komt voort uit het midden) en “dia” (door het midden) en “eis” (richting en dwars door het midden.) Het midden is de plaats om te zijn. The place to be. De oude profeten hadden maar weinig door van wat God echt van plan was en dit geldt nog steeds voor het grootste deel van het christendom dat de rest van de mensheid de eeuwige hel verklaart. Niets van de genade die we ontvangen is afhankelijk van ons. Het is dan ook niet terecht om te zeggen dat we Gods genade moeten WILLEN aannemen. Er valt niets te willen voor ons. God doet het werk; niet wij. Wij KUNNEN hier zelfs niets aan toevoegen. God wacht niet op ons tot we spectaculaire dingen doen. Dat doet Hij zelf wel. We hoeven er niet op aan te dringen een 3de tempel te bouwen in Jeruzalem. Zoals God zich niet laat manipuleren door ons gebed, zo hoeven we ook niet aan te dringen op zijn heilsplan. Gods bestuur heeft de dingen in onze eon zo gereld als ze zijn. Daar kunnen we zelf niets aan veranderen. Wij zijn GEEN helpers van God. Hoe hard religie ook schreeuwt dat we God wel moeten helpen. Zij die christelijke politiek willen bedrijven en een theocratie willen, zullen zich vooral baseren op Oud Testamentische regels en een Christelijke Sharia invoeren. Met alle gevolgen van dien.
De gedachte om God te willen helpen wordt gevoed door natuurrampen zoals nu in Haïtie, 2010. Elke keer met dit soort rampen profeteert men een Eindtijd scenario. Maar welke Eindtijd? Jezus bedoelde met Eindtijd in de eerste plaats de verwoesting van Jeruzalem en het einde van de wet van Mozes. Alles om ons heen is geen doom maar glorie op glorie. God heeft ons niet afgeschreven al lijkt dit misschien zo. Hij brengt verandering op verandering om zijn glorie te prijzen. Wij zijn bestemd voor deze glorie waar de hele schepping op wacht. Hoe zit het met de eerder genoemde opsomming? Dit komt van het griekse woord “anakephalaiomai” en betekent opsommen onder 1 hoofd. Bij elkaar halen, verzamelen onder 1 hoofd. Alles wordt gecentreerd in christus. Alles wordt gerestaureerd in hem en meer dan dat. Dit proces is al klaar omdat God ons in christus heeft ingesloten. Onze reactie is die van “ja maar…” Efe. 1:10 zegt ALLES. De hele schepping is in christus besloten.
Johannes 1:3 zegt dat alles in christus zijn bestemming krijgt en buiten hem niets. 1 Kor. 15 zegt dat we zonder de opstanding van christus een miserabel lot zouden hebben. Maar door de opstanding wacht ons allen een glorierijke toekomst. Religie wil hiervan maken dat een groot deel van de mensheid eeuwig in een hel knettert en mixt het oude met het nieuwe verbond. Maar de waarheid is juist tegengesteld, namelijk de hele schepping is besloten in christus. In de eerste Adam stierf iedereen en in de laatste Adam – Jezus Christus – zal iedereen worden behouden. In volgorde: eerst Christus zelf, dan de huidige gelovigen die bij christus horen en in de volgende aionen de rest van de mensheid. Vanaf de komende eon zal Christus weer regeren met de apostelen over de aarde tot alle vijanden inclusief de dood onder zijn voeten liggen. Iedereen zal erkennen dat Jezus Heer is, ook de mensen die nu niet geloven in Hem. Daarna zal Christus zichzelf onderschikken aan zijn vader en alles zal in allen zijn, 1 Kor. 15:28.
*
Wat is een intertestamentische periode?
Wat een rare uitdrukking; bedoelt men hiermee de tijd tussen Maleachi en het Nieuwe Testament? Njet! Het kenmerkende aan deze periode was juist een geestelijke stilte. Er gebeurde op dat vlak niet zoveel. Deze stilte duurde tot aan Johannes de Doper. Die riep op tot bekering. Het Koninkrijk van God kwam er aan. Er is een theorie dat de Tweede Wereldoorlog pas eindigde in 1989 toen de Muur viel. Wat je ook van zo’n theorie vindt, er zit een kern van waarheid in. Zo houdt het Oude Testament ook niet op bij Maleachi maar ver in het Nieuwe Testament. Bijna 40 jaar zelfs vanaf Jezus, niet zomaar een getal. Hebreeën 8:13 zegt “een nieuw verbond.” Het oude is voorbij. En wat oud is gaat voorbij. Het wordt nooit in ere hersteld. Hebreeën is duidelijk voor het jaar 70 geschreven toen Jeruzalem werd verwoest. Er komen nogal wat verwijzing in voor naar offers en tempel rituelen die toen plaatsvonden in de stad. Daarom spreekt de auteur ook van het oude dat op het punt stond om te verdwijnen. Als het nieuwe verbond inmiddels in werking was getreden waarom was het oude verbond dan nog aanwezig? Men bevond zich tijdens Hebreeën in een overgangsperiode, een speciale tijd van genade voor wat ik het natuurlijke Israël noem, om een deel van het geestelijke Israël te worden voor de verwoesting van Jeruzalem begon. In Hebreeën 10:9 staat dat God het oude wegvaagt voor het nieuwe begint.
Je kunt niet tegelijk jood en christen zijn en tegelijk het oude en nieuwe verbond aanhangen. Een mix van beide verbonden vernietigen de boodschap van God maar is duidelijk zichtbaar in het hedendaagse Judeo-Christendom dat de boodschap van God heeft verzwakt. Een voorbeeld is Matheus 17:5 waar Jezus de berg afkomt en zijn discipelen beneden wachten. God zegt: dit is mijn geliefde zoon. Voor veel christenen tellen alleen deze woorden en de rest erom heen doet er niet toe. In Openbaring 1 zegt Jezus dat we goed moeten horen wat de heilige geest zegt. Jezus werd niet stil na Handelingen 1. Paulus benadrukt dat de hele bijbel door God is geëxpireerd – ingeademd – en geschikt is voor correctie, herinterpretatie en eindeloos opnieuw bestuderen, 2 Tim. 3:16. Lees niet alleen wat er in de bijbel staat maar ga ook na wie het zegt, wanneer iets is gezegd, waar iets werd gezegd en aan wie. In 2 Tim. 2:15 zegt Paulus: gebruik het woord van God accuraat.
Veel christenen volgen de boodschap van de Bergrede en wie kan de waarheid en kracht ervan ontkennen? Maar deze boodschap was gericht aan de joden en bovendien kunnen we zijn leerstellingen toch niet opvolgen. Daarvoor was de Bergrede ook: om ons eigen falen aan de kaak te stellen. De boodschap van de Bergrede is in zekere zin een non-boodschap. Probeer niet zoals Jezus te leven want dit lukt toch niet. Met als gevolg dat je afdrijft van Christus. Toch is er hoop. Namelijk niet wij maar de heilige geest in ons werkt. Wij zitten gevangen in een religieuze mix van oude met nieuwe wijn. We hutsen oud en nieuw verbond door elkaar. We raken ontmoedigd omdat deze methode niet werkt en gaan nog harder bidden. We zitten in onze eigen intertestamentische periode die beroep doet op onze ziel in plaats van geest. Adam was een levende ziel. De levensboom stond er alleen tijdelijk voor hem voor zover het van Gods timing af hing. En niet voor wanneer Adam er zelf klaar voor was om een geestelijk leven te leiden. In 1 Kor. 15:45 lezen we dat Adam een levende ziel was en de laatste Adam, Jezus een levende geest. Jezus stierf met de oude Adam in hem en stond op uit de dood. Wij zijn met hem gestorven en laten we onze eigen intertestamentische periode snel verlaten.
*
De oorsprong van de mens
De bijbel zegt 2 dingen. We komen uit het stof van de aarde. En we komen uit de eeuwige. Te beginnen met het eerste, de mens als stof omdat we onze bestemming vanuit God in de aionen hebben. Ons bestaan vanuit de aionen en de verwachting die we hebben vanuit zo’n zekere basis zijn 2 handen op 1 buik. Wat zegt God hierover en wat zegt God NIET? Kunstenaars laten vaak details weg om het geheel beter uit de verf te laten komen. Zo ook de God van de aionen. Anderzijds zijn we vaak zo geïndoctrineerd met wat er in de bijbel staat dat we juist die delen weg laten die er wel staan en lezen wat er niet staat. De mens als stof is de eerste fase van zijn aionische bestaan. Maar er staat niet dat God een menselijk LICHAAM uit de aarde formeerde dan wel een leeg lichaam waarin hij de mens propte. Wat er wel staat is dat God de mens formeerde uit het stof van de aarde. Veel mensen denken dat God een lichaam creëerde voor een mens die spoedig geschapen zou worden, in plaats van de mens zelf.
*
Adolph E. Knoch: Vader en Zoon
BRON EN KANAAL
Het principiële verschil, dat duidelijk de positie van God, de Vader, en onze Here Jezus Christus openbaart, maakt de relatie, die Zij hebben ten aanzien van het universum duidelijk door het gebruik van twee voorzetsels. Het heelal is ‘uit’ God en alles is ‘door’ onze Here.
Daarom staat er geschreven:
‘voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn en tot Wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn, en wij door Hem’ (1 Kor. 8:6). De tegenstelling die Paulus hier naar voren brengt, is duidelijk en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar; het is de sleutel tot de taak, die Christus tijdens de loop der eonen op Zich genomen heeft. Niets ontstaat oorspronkelijk uit Hem of wordt voleindigd tot (lett.: naar binnenin) Hem, hoewel Hij de oorsprong en de voltooiing is. Van begin tot eind wordt alles ‘door’ Hem. Hij, Christus, is het kanaal en niet de bron of het doel van alles. Bewijs van goddelijke inspiratie is, dat de Schrift steeds hetzelfde standpunt inneemt. Met betrekking tot Christus gaat het hier om een waarheid, die voor alle tijden geldt.
ALLES UIT GOD… DOOR ZIJN GEZALFDE
Nooit lezen wij in de Schrift, dat wij ‘uit’ Christus zijn, maar wel ‘uit’ God. Christus Zelf geeft ons de verzekering, dat Hij van God uitgegaan is (Joh.8:42). Alles is uit God (Rom. 11: 36), maar God houdt zich met ons uitsluitend bezig ‘door’ Zijn Gezalfde. Hoewel alles zijn oorsprong in God, de Vader (de Bron), heeft, wordt alles uitgewerkt door de Zoon (het Kanaal). Alleen als wij ons strikt houden aan de nauwkeurige uitspraken van de Schrift, kunnen wij ons een duidelijke voorstelling maken van de verhouding van de Vader tot de Zoon.
MIDDEL
In joh. 1:3 lezen wij, dat het Woord Gods het ‘middel’ was alles geworden is-, toch is Hij niet Degene, Die het initiatief genomen heeft tot de schepping van alles. Nergens wordt Christus de absolute bron van al het geschapene genoemd. Deze rol past ook absoluut niet bij Zijn taak als Middelaar; het zou zelfs een lastering zijn ten opzichte van de Allerhoogste. De opvatting, dat alles ‘uit’ Christus is, heeft tot de verwarring geleid, die als een sluier over de christelijke theologie hangt.
DOOR
Toen Petrus zijn Joodse broeders met Pinksteren toesprak, bevestigde hij, dat God de krachten, wonderen en tekenen ‘door’ Zijn Messias gedaan had (Hand.2:22), net zoals de wonderen en tekenen later ‘door’ de apostelen ‘heen’ gedaan werden (Hand. 2:43). Bovendien kunnen wij lezen, dat God het verborgene der mensen zal richten ‘door’ Jezus Christus (Rom. 2:16).
UIT-DOOR
Toen Paulus de geweldige waarheid der verzoening verkondigde, legde hij er vooral de nadruk op, dat de verzoening ‘uit’ God is (2 Cor. 5:18), en ‘door’ Zijn Zoon (Rom.5: 10-1 l). Zo is ook de Zoon van Gods liefde het kanaal, ‘waardoor’ het doel der wederzijdse verzoening bereikt zal worden (Col. 1: 13,20). Het behoeft nauwelijks betoog, dat de redding ‘door’ Christus tot ons gekomen is. God Zelf is onze Redder (1 Tim. I:I; 4:10). Daarbij zette Hij Zijn Zoon niet buiten spel. Hij bewerkte de verlossing (redding, lett.: vrijkoping) ‘door’ Zijn Geliefde (Ef. 1:6-7). En dat geldt voor de hele schepping.
*
HET AL IS DOOR DE ZOON GESCHAPEN
In de Brief aan de Colossenzen maakt Paulus de hoogste openbaring met betrekking tot Christus bekend:
‘Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene der ganse schepping, want in Hem zijn alle dingen (lett.: is het al) geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten, alle dingen zijn door Hem en tot (lett.: naar binnen in) Hem geschapen; en Hij is vóór alles (lett.: het al) en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;…’ (CoL1:15-17). Hij is het Origineel van Gods schepping, het Begin, de Oorsprong van de schepping Gods, zoals Johannes het in Zijn Openbaring van Jezus Christus uitdrukt. (Openb.3:14). Hebr. 1:2 werpt nog meer licht op de Middelaarsfunktie, waar Hij aangeduid wordt als het Kanaal, ‘waardoor de aeo¬nen gemaakt zijn. Daarmee wordt gezegd, dat zowel de tijd als het stoffelijke en de kracht’ door Hem in deze wereld zijn gekomen.
NIET IN ALLEN IS DEZE KENNIS
Hoewel dit alles voor onze kennis van de heerlijkheid van onze God en Zijn Christus noodzakelijk is, moeten wij daar¬bij vooral de vermaning van de apostel in 1 Cor.8 niet vergeten. Daar brengt Paulus eerst het onderscheid tussen God en Christus naar voren (8:4-7). In de verzen 1-2 schrijft hij:
‘De kennis (op zichzelf) maakt opgeblazen, maar de liefde sticht (lett.: bouwt op). Indien iemand zich inbeeldt enige kennis verworven te hebben, dan heeft hij nog niet leren kennen, zoals het behoort;…’
In onze tijd zijn er kennelijk weinigen, die over de kennis beschikken, waarover de apostel hier spreekt. Als de Corinthiërs geweten hadden, dat er maar één God is, uit Wie het’ar is (d.w.z.: met inbegrip van de offers aan de goden), dan zouden zij geen last van hun geweten gehad hebben bij het eten van offervlees. Oprechte liefde houdt rekening met de zwakheid van de naaste, die niets weet van de vrijheid in Christus (Ga1.2:4) en zich opwindt, als hij ziet, dat wij schijnbaar iets doen, wat in strijd met de wil van God is. Hoewel de meesten van ons geen offervlees zullen eten, kan er toch sprake zijn van ‘ontwijding van de sabbat’, als wij op zondag werken. Er zijn gelovigen, die dat zien als in strijd met Gods gebod en Zijn Woord.
Daarom moeten wij ervoor zorgen, dat onze kennis geen steen des aanstoots is voor de zwakken in het geloof en in liefde dragen,wat tot de onmondigheid en ongeloof hoort. Laten wij nooit blijk geven van een verkeerde en aanstoot¬gevende gezindheid, die een kenmerk van dwaling is. Zelfs hen moeten wij dragen, die Gods meest geweldige heerlijkheden die Hij ons in Zijn Woord openbaart, tegen spreken. Zonder Zijn genade zouden wij ons hieraan vast en zeker ook schuldig maken. Daarom moeten wij bidden, dat onze wandel zo is, dat wij enigen mogen gewinnen om over de diepere waarheden na te denken en ze aan te nemen. Heel duidelijk zegt immers het Woord, dat in dit tijdperk die ken¬nis niet bij allen is (1 Cor.8:7). Laten wij ons verblijden over het licht, dat ons geschonken is. Alles is uit God en door Zijn Zoon, onze Here Jezus Christus.
GEVER EN ONTVANGER
God, de Vader, en Christus, het Beeld van de onzichtbare God, staan met elkaar in relatie als Gever en Ontvanger. God gaf aan de Zoon de woorden, die Hij sprak, de Geest, waarmee Hij de woorden doorgaf, de discipelen, die de woorden hoorden, Zijn macht, Zijn troon en Zijn heerlijk-heid. Allemaal gaven van God aan Hem. De Allerhoogste kan zulke gaven niet in ontvangst nemen, omdat Hij Zelf de Bron en Eigenaar van alles is. Als wij God iets zouden willen ‘geven’, dan zouden wij in feite slechts teruggeven of erkennen, wat al van Hem is. Maar Christus is een Ontvangende. Dat is de heerlijkheid die Hem toebedeeld is en die Hij met betrekking tot God bezit.
De woorden, die Christus in het Nieuwe Testament spreekt, lijken voor ons spontane uitingen te zijn, voortkomend uit Zijn eigen geest. Toch zijn die woorden van hogere inspiratie dan die van de anderen, zoals de profeten, psalmisten, geschiedschrijvers, apostelen, enz. Hun uitspraken zijn ons in hun eigen, door God geïnspireerde woorden overgeleverd. Maar bij Hem zijn de woorden zelf een gave van God aan Hem, en door Hem aan Zijn discipelen. Hij probeerde geen levensfilosofie te verbreiden. Hij bezat inzicht van Zijn God en Vader en sprak, zoals geen mens ooit gesproken heeft-, immers, Zijn woorden waren een gave van boven.
*
Hij zei:
‘( .. ) want de woorden , die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven’ (joh. 17:8), en:
‘Ik heb hun Uw Woord gegeven’ (17.14).
Hij ontving al Zijn discipelen als een geschenk van God. Hij heeft dan ook nooit beweerd, dat Hij hen door eigen overredingskracht overtuigd zou hebben. Hij verwachtte nooit, dat iemand Hem volgen zou, tenzij, de Vader het Hem toevertrouwen zou (Joh.6:37). Omdat zij een gave van de Vader aan Hem waren, stonden zij niet alleen onder Zijn bescherming, maar ook onder die van de Vader (joh. 10:29). Zijn gebed naar het evangelie van Johannes, is dan ook overvloeiend van smekingen voor hen, die de Vader Hem gegeven had: zij moesten eeuwig (lett.: aeonisch) leven ontvangen (joh. 17:2); Hij openbaarde aan deze mensen de Naam van Zijn Vader, maar zij waren nog steeds het eigendom van de Vader (17:11); Christus had hen bewaard (17:12), en zij moesten Zijn heerlijkheid aanschouwen (17:24).
Het gehele gericht is aan de Zoon ‘gegeven’ Het was geen geboorterecht; dat komt alleen de Allerhoogste toe. Het werd aan de Zoon, op grond van Zijn menszijn, toevertrouwd (joh. 5:22,26,27). Alle heerschappij is eveneens een gave aan de Zoon (Matth. 28:18; Joh. 17:2). God de Heer zal Hem de troon van Zijn Vader David geven (Luc. 1:32). Alle heerlijkheid die Hij in de toekomst bezitten zal, is afkomstig van de Vader (Joh. 17:22,24; 1 Petr. 1:21). Door dit alles wordt bewezen, dat Hij de grote ‘Ontvanger’ is. Het doet absoluut geen afbreuk aan de heerlijkheid van Jezus, als Hij aan Zijn God de plaats als grote ‘Gever’ inruimt.
DE WIL VAN GOD
Het gebed, dat Hij Zijn discipelen leerde, had tot doel Zijn eigen houding, voor zover het de wil van God betrof, op hen over te dragen (Matth.6:10; Luc.11:2). Nooit bad Hij de Vader om hulp om Zijn eigen wil te kunnen doen. Zo moesten ook de discipelen geen eigen wil ontwikkelen, maar zich onderschikken aan de wil van God en in die geest handelen. Nooit heeft de Here geprobeerd Zijn eigen wil aan de discipelen op te leggen. Hij eiste van hen slechts gehoorzaamheid in de mate, dat deze gehoorzaamheid Hem ‘gegeven’ werd. Hij kwam niet in Zijn eigen Naam, maar in de Naam van Zijn God en Vader. Het was Zijn taak Zich op de achtergrond te houden, zodat alles rechtstreeks aan de wil van God ondergeschikt is, zonder enige inspraak Zijnerzijds.
Hiertegen zouden wij kunnen inbrengen, dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen de tijd vóór de vleeswording van Christus en de jaren van Zijn aardse loopbaan, zoals ook tussen die van Zijn huidige en toekomstige heerlijkheid. Meestal wordt er dan gezegd, dat Zijn ontlediging een verklaring zou zijn voor Zijn onderschikking hier op aarde. Het antwoord is eenvoudig, als wij Zijn relatie tot God na de afloop der aeonen beschouwen. Neemt Hij dan Zijn plaats als Heerser in en laat Hij de onderschikking aan de Allerhoogste over? Precies het tegenovergestelde is het geval. Wij weten maar weinig over de tijd na de voleinding. Wel wordt er een duidelijke uitspraak gedaan over Zijn uiteindelijke positie in het heelal: ook de Zoon zal Zich onderschikken aan God, tesamen met al het andere geschapene (1 Cor. 15:28).
*
ONDERWERPING
De ‘onderschikking’ is de hoogste, voltooiende heerlijkheid van de Zoon Gods. Tijdens de twee laatste aeonen, zal Hij macht en gezag uitoefenen, zodat myriaden Hem ondergeschikt zullen zijn. Hij wordt de Heerser over het heelal; Hij zal al Gods schepselen aan Zich onderschikken. Tijdens het uitoefenen van deze functie treedt Hij op als God; Hij maakt gebruik van de macht en de voorrechten van Zijn God. Terwijl Hij dat doet, wordt Hij ‘God’ genoemd, (1 joh. 5:20). Maar als Hij deze taken uitgevoerd heeft, keert Hij niet terug in de positie van absolute Godheid, zoals de verdedigers van de drie-eenheid menen. Dan legt Hij alle functies neer, die tenslotte slechts aan de Allerhoogste toekomen. Vrijwillig doet Hij afstand van de troon, geeft Zijn beschikkingsrecht over de schepping op en neemt de plaats in van een ondergeschikte.
Ook beweert men wel, dat Zijn onderschikking zich beperkt tot Zijn middelaarsfunctie. Een feit is echter, dat Zijn taak als Middelaar bij de afsluiting van de aeonen beëindigd is; dan is er geen Koning en ook geen Hogepriester meer. Dan is Hij zelfs geen Profeet meer. Al Zijn bemiddelingstaken zijn dan uitgevoerd. Bij de voltooiing verdwijnen zij, omdat zij hun doel gediend hebben. De onderschikking wordt nadrukkelijk beperkt tot Zijn Persoon. Hij heet dan ook geen Christus meer, maar ‘Zoon.’… zal ook de Zoon zelf aan Hem onderschikken, die Hem alles ondergeschikt heeft, opdat God zij alles in allen’ (1 Cor. 15:28). Dan heeft Hij al het overige aan God ondergeschikt en voegt Zich in de rij van de ondergeschikten, opdat God ‘alles’ in allen’ kan zijn. Hij is de Enige, Die, toegevoegd aan al het overige, de onderschikking aan God alles omvattend maakt.
(3)
DE MIDDELAAR TUSSEN GOD EN MENSEN
Veel uitleg ter verduidelijking van de ‘Godheid van Christus’ heeft vaak versluierend gewerkt op het begrijpen van de unieke heerlijkheid van de Middelaar tussen God en Mensen: Christus Jezus. Meestal wordt de bijzondere positie, die Christus als Schakel tussen God en de mensheid inneemt, geheel over het hoofd gezien. Maar de Schrift legt heel expliciet de nadruk op Zijn middelaarsfunctie: ‘Want er is één God en ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus – Tim.2:5). Zij, die Hem, hetzij als absolute Godheid, hetzij als slechts een mens zien, zien hierbij niet alleen de waarheid over het hoofd, die Paulus naar voren brengt, maar tevens alle goddelijke uitspraken, waarin Christus de kloof tussen ons en God overbrugt.
DE UNIEKE POSITIE VAN CHRISTUS
Alle gelovigen geloven, dat Christus de Middelaar tussen God en mensheid is. Velen houden Hem voor de absolute Godheid, maar zijn dan wel genoodzaakt hierbij wat beperkende aantekeningen te maken. Weer anderen zien in Hem de ware mens’, die beter en verhevener is dan alle andere mensen. Maar zelden blijkt er een duidelijk begrip te bestaan voor Zijn werkelijke positie. Maar het is helemaal niet nodig om naar compromissen te zoeken tussen deze tegenstrijdige beweringen; beide opvattingen zijn nl. onjuist, hoewel er in beide wel iets van waarheid zit. Wij moeten niet toestaan, dat zulke verklaringen ons beroven van de Middelaar, Christus, Die wij zo nodig hebben. De oplossing van het probleem is de geweldige waarheid, dat onze Here uniek is, volkomen anders dan welke andere persoonlijkheid in het heelal ook. Hij is uit twee verschilllende bronnen afkomstig. Zijn Geest kwam, in afwijking van de menselijke geest, ‘rechtstreeks’ van God. Zijn lichaam was echter geheel gelijk aan dat van een mens. Zijn ziel, dus het bewustzijn, dat Hij kreeg door de verbintenis van Geest en lichaam, was iets bijzonders. Door Zijn ziel kon Hij recht-streeks in contact treden met de Allerhoogste en Zich anderzijds ook neerbuigen tot de verdorven toestand van de mens. Onze Here was dus naar Zijn Wezen, een echte Middelaar.
*
MIDDELAAR
Wat willen wij hier nu eigenlijk naar voren brengen? Welnu, dat de overeenkomst van Christus met God, in plaats van Hem in te lijven in de zogenaamde ‘Godheid’, in zichzelf het meest bevredigende bewijs is, dat Hij niet de Allerhoogste Zelf is. Niets of niemand komt overeen met zichzelf, behalve in overdrachtelijke zin. In ‘identiek zijn’ kan geen sprake meer zijn van gelijkenis of overeenkomst. Dit kan ook niet beperkt worden tot ‘persoonlijkheid’, want Christus en God lijken op elkaar, afgezien van ‘persoonlijkheid’
*
DE RELATIE VAN CHRISTUS TOT GOD
Kennis van God is het hoogste doel van het menselijk denkvermogen. Het is ‘één’ van de lessen, die wij uit Zijn schepping en Zijn Woord moeten leren, dus het doel van elke vorm van leven en ervaring. Iets van Zijn eigenschappen zouden wij kunnen leren kennen uit Zijn werken; maar God kan Zich alleen volkomen openbaren in Zijn Woord, dat Zijn Zoon ons bekend maakt. Als wij ‘Hem’ zien, ontdekken wij de Vader (joh.14:9). Als wij zo met Christus vertrouwd raken, leren wij God kennen. Meestal richten gelovigen zich alleen op Christus en Zijn relatie tot de mensheid als Redder en Heer. Hopelijk hebben mijn lezers Zijn genade reeds ondervonden en zijn zij daarom bereid met mij mee te gaan naar het verheven terrein van Zijn relatie tot Zijn God en Vader. Dat doel hebben wij met dit hoofdstukje op het oog. God wordt door Christus geopenbaard op grond van een reeks overeenkomsten en tegenstellingen. Christus is de Middelaar tussen de mensheid en God en stelt ons de Allerhoogste voor op een manier, die binnen het bereik van onze zintuigen valt. Onze ogen zien God in Zijn zichtbare Beeld. Onze oren horen God door Zijn vlees geworden Woord. Maar gelijktijdig ontmoeten wij een enorme tegenstelling tussen Beiden; immers, God is de ‘bron’ van het bestaande, terwijl Christus het ‘kanaal’ is waarlangs God werkt.
ECHTE KENNIS VAN HEM
Elke vorm van kennis is betrekkelijk en het resultaat van vergelijkbare tegenstellingen. Daarom is er niets belangrijkers dan een zorgvuldige beschouwing van de beide meest Verhevener in het hele universum. Het is opvallend, dat in de praktijk blijkt, dat wij gemakkelijker twee zaken kunnen leren, die verband met elkaar houden, dan één. Het is prak¬tisch onmogelijk om God te leren kennen zonder Zijn Christus. Wel zijn daartoe pogingen aangewend, doordat men God bekleed heeft met filosofische attributen, zoals ‘almacht’ of ‘alomtegenwoordigheid’. Maar zo is men nooit tot echte kennis van Hem gekomen. Zo is het ook onmogelijk veel over onze Heer te weten te komen zonder kennis van Zijn relatie tot God. Daarom is de weg tot dit doel, die de meeste zegen afwerpt, beide te bestuderen. Daarom is onze bespreking tweeledig- gelijkheid en tegenstelling. Als de Zoon niet op de Vader zou lijken, hoe zouden wij in Hem dan de Vader kunnen zien? Als Hij in ‘alles’ gelijk zou zijn aan de Vader, dan zou Hij met de Vader identiek zijn, en even onnaspeurlijk als de Ene, Die Hij moet openbaren. Zijn Middelaarsfunctie vereist, dat Hij beide is, gelijk en ongelijk. Als God onzichtbaar is, moet de Zoon zichtbaar zijn. Omdat God onhoorbaar is, moet het Woord door ons gehoord kunnen worden. In beide gevallen moeten de aanblik en de stem zo zijn, alsof God Zichzelf, als dat al mogelijk zou zijn, aan onze ‘zintuigen’ openbaarde.
Christus is het Beeld van God en de Uitdrukking van de Godheid (Hebr. 1:3). Een logische gevolgtrekking is, dat Hij daarom niet Zelf de Godheid kan zijn. Het standbeeld hoog in het Andesgebergte is niet de Christus Zelf, hoewel het, heel juist, ‘de Christus van de Andes’ genoemd wordt. De middelaarstaak maakt het noodzakelijk, dat onze Heer, de God van onze ziel is, een openbaring van de Godheid, die beantwoordt aan onze zintuigen; dat er beelden en woorden gebruikt worden, die geschikt zijn voor gezicht en ons gehoor. ‘Wij moeten God zien, wij moeten God horen!’ is een kreet, die vaak in gelovige kringen te horen is. Maar dat is onmogelijk in absolute zin. Het wordt relatief gerealiseerd in de ene Middelaar. In Hem zien wij niet ‘Hemzelf’ alleen, maar Zijn God. Door Hem horen wij ‘niet Zijn woorden’, maar die van Zijn Vader. Niets kan meer afbreuk doen aan de zaak van Christus, dan wanneer Hij Zichzelf zou open¬baren, Zijn eigen woorden uitspreken of Zijn eigen wil gehoorzamen. Hoewel ‘lijkend op’ de Godheid, is het unieke van Christus juist Zijn zelfverloochening en onderschikking aan Zijn Vader. Daarom is Hij noch zo maar een mens noch de absolute Godheid, maar de Middelaar tussen deze twee.
DE ZENDER EN DE GEZONDENE
God is de Zender, maar wordt Zelf nooit gezonden. Het is Zijn Zoon, Die gezonden wordt. Nooit zendt de Zoon de Vader uit. Dit is een essentiële waarheid met betrekking tot de wederzijdse verhouding tussen de Vader en Zijn Zoon. De hele Schrift getuigt van deze waarheid. De ver-schillende functies worden ook nooit omgekeerd. God Zelf is steeds de Zender, terwijl de Zoon altijd de Gezondene is. Dit feit is een weerspiegeling van de eigen heerlijkheid van Beiden. God zou nooit de Allerhoogste kunnen zijn, als Hij door iemand anders gezonden zou kunnen worden. Het werk van Christus zou weinig betekenis hebben, als Zijn Vader Hem niet gezonden had.
Wij kunnen ons moeilijk voorstellen, dat de absolute Godheid gezonden zou kunnen worden. Wie zou dat dan moeten doen? Wie zou zich het recht kunnen aanmatigen Hem van de ene naar de andere plaats te sturen? Welke mens zou de wijsheid kunnen bezitten om Hem een bepaalde verblijfplaats toe te wijzen? Hoe zou Hij, Die alomtegenwoordig is, aan zo’n beslissing gevolg kunnen geven? Eén van de met ‘Voorwaar, voorwaar’ beginnende uitspraken van onze Here legt er sterk de nadruk op, dat een slaaf niet boven zijn heer staat noch de ‘apostel (lett.: gezondene) boven de heer, die hem gezonden heeft (Joh. 13:16 – Vgl. de trefwoorden ‘schicken; ‘beauftrag-‘ en ‘lenden’ op blz. 564 en 572 van het Stichwort-Konkordanz in het ‘Konkordantes Neues Testament’). Hij, die gezonden wordt, is altijd ondergeschikt aan degene, die zendt. Al kan er sprake zijn van een wederzijdse afspraak tussen gelijken, toch valt die gelijkheid weg, zodra de ene partij op aanwijzing van de andere, vertrekt. De Zoon kwam om de wil te doen van Hem, Die Hem ‘gezonden’ had (Joh.6:38-40). De wil van God was Zijn spijze (4:34) en vormde de basis van Zijn oproep aan de mensen. Hij zei tot hen: ‘Ik kan van MIJZELF niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, doch de wil van Hem, Die Mij gezonden heeft’ (Joh.5:30).
De absolute Godheid kan niet door een ander ‘gezonden’ worden. God gaat, ongehinderd door wie dan ook, waarheen het Hem behaagt, en zonder daarvoor, menselijkerwijs gesproken, ‘toestemming’ nodig te hebben; Hij is immers alomtegenwoordig! Hij zendt uit, maar wordt Zelf door niemand uitgezonden. Hij geeft de opdrachten, maar niemand kan Hem iets opdragen; Hij geeft niemand, ook al zou Hij daartoe volmacht bezitten, het recht Hem te zenden. Met betrekking tot de Godheid is Christus niet de Zender, maar de Gezondene. In Zijn toespraak tot de Joden, toen zij om een teken vroegen, legt onze Here opnieuw de nadruk op Zijn afhankelijkheid van de God, Die Hem ‘gezonden’ had. Hij zegt tot hen:
‘Want Ik ben van de hemel neergedaald, niet om Mijn wil te doen, maar de wil van Hem, Die Mij gezonden heeft. En dit is de wil van Hem, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren late gaan , maar het opwekken ten jongsten (lett.: laatsten) dage’ (Joh. 6:38-39). Bij alles wat Hij deed, werd Zijn wil geheel overstraald door de wil van God.
DE ESSENTIE VAN DE GODHEID
Het verschil tussen God en Christus is op essentiële punten groot. Vaak is er sprake van het ‘wezen’ Gods of van de zgn. 1 natuur ‘van God-, meestal bedoelt men dan de essentie van de Godheid, nl.: Zijn almacht, alwetenheid en alomtegenwoordigheid. Dit zijn uitsluitend eigenschappen van God en niet van de Zoon. Christus heeft een God, Die Hij dient en aanbidt. Hij is het Kanaal, maar niet de Bron. Christus heeft een wil, maar die is afhankelijk van een hogere Wil. Hij ont¬vangt Zijn volmacht van Iemand, Die boven Hem staat. Hij wordt gezonden en ontvangt Zijn opdrachten van een hogere Macht. Niets daarvan is verenigbaar met het begrip ‘absolute Godheid’. De Allerhoogste heeft geen God en aanbidt niemand; Hij is de bron van elke bestaansvorm en is aan geen enkele andere wil ondergeschikt-; Hij geeft en zendt uit, maar kan Zelf van niemand een opdracht ontvangen; Hij ‘is’ boven alles, er is geen God, Die boven Hem staat.
Het doet geen enkele afbreuk aan de heerlijkheid van onze Redder, dat Hij een Ander vereert en het in alles met Hem eens is; ook dat Hij niet de bron is van alles en dat Hij in alles ondergeschikt is aan de wil van de Vader en van Hein Zijn volmacht ontvangt, vermindert Zijn aanzien op geen enkele wijze. Immers, het zijn ‘Zijn’ heerlijkheden. Hij is geen rivaal van God, maar Degene, Die Hem openbaart. Hij is niet Zijn Meester, maar onze Middelaar. Gods heerlijkheid ligt in Zijn openbaring van Zichzelf-, de heerlijkheid van Christus is Zijn zelfverloochening. Nadat Hij zijn middelaarsfunctie voltooid zal hebben, zal ook de Zoon ondergeschikt en geen hoogste in rang meer zijn. Als wij ons in geloof naar het begin en het doel uitstrekken, zien wij altijd eerst de Zoon als het Beeld en de gevolmachtigde van God. Maar dat wil niet zeggen, dat Hij God in de schaduw stelt of Zijn Hoogheid niet Hein deelt. Het is juist Zijn onderschikking, waardoor God ‘alles’ in ‘allen’ kan worden.
*
Oorsprong van de mens 5
Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God, Rom. 3:23. Iedereen dreef weg van zijn doel en nu schiet iedereen tekort aan God’s glorie die men zo graag wil. De voortdurende conditie van de mens die tekort schiet voor God als begeleidende factor van de zonde roept de vraag op: wat was er het eerst? Zonde of tekort? Duidelijk is in elk geval dat de voortdurende jacht van de mens op Gods glorie futiel is. Hoe hard hij ook zoekt: hij vist altijd achter het net. Juist als hij denkt dat hij God gevonden heeft, grijpt hij er net naast. In Gods plan zit een element van verval en ontoereikendheid ingebakken, welke door zijn synergetische werking strategisch is voor de ware menselijkheid die haar volheid bereikt in de vereniging met Jezus Christus. Vanuit de eeuwigheid in de eonen gefloept bevond de mens zich in een vervallen staat. Probeer je het voor te stellen: de aanvankelijke race van de mensheid met alle verwachtingen en toen ging een paar seconden de poort van de eonen open. Opeens ontdekken we in ons perfecte lichaam een bot met een kleine scheur erin. Het begon met de 2 fasen waarin de mens uit de grond van de aarde werd opgetrokken. Toen God nog niet zijn adem in de mens had geblazen, was hij toch nog de glorie van God. De hele aarde is vol van Gods glorie zoals de profeten verklaarden. De grond van de aarde waaruit de mens was gevormd was Goddelijk. De profeten zeggen niet voor niets: U bent een God die zichzelf verbergt. God schept uit wat Hij ten geboorte brengt. De hele schepping is van origine geboren.
Dit is de glorie-substantie van de Zoon van God en in Hem alle Zonen van God, waaruit God alle dingen formeerde in het bijzonder de aardse menselijkheid van de mens. Daarom wacht de schepping op de openbaring van de zonen van God omdat het zoonschap betekenis geeft aan alles. In de eerste fase van zijn bestaan, zonder de ziel die uniek voor hem was door Gods inademing, waardoor hij anders dan andere schepselen werd; zelfs in dat stadium was de glorie van God in hem verankerd. Maar hij was zich totaal niet bewust van zijn eeuwige origine. Dit bewustzijn was nog niet ontwaakt in hem. De goddelijke inademing, deed hem ontwaken en beseffen dat hij meer was dan een klomp vlees. Vibraties van goddelijkheid welden in hem op en hij voelde de roep in zich naar iets dat God heette. Niettemin werd hij de eonische woestijn in gezonden zonder de benodigde kennis van zijn schepper.
Het was de bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem tastend zouden vinden zoals Hand. 17:27 zegt. God had nog niet de hartstochtelijke kwaliteit van liefde in de levens geopend die in de eerste mens geademd waren. Hem was nog niet medegedeeld dat hij en alle nakomelingen in hem afkomstig waren van een schepper. Waarom zo moeilijk? Waarom vertelde God hem niet gewoon het hele verhaal? Waarom? Omdat tekort behoefte oproept. De gedachte dat we iemand nodig hebben buiten ons. Alleen met deze gedachte kunnen we het wonder van Zijn liefde bevatten. We moeten naar God toegetrokken worden. Er is een synergisme dat Gods passie om ons te verheerlijken combineert met onze eigen verwarde weerstand tegen hem.
We moeten snappen dat de passie van God die ons geheel in bezit zal nemen dezelfde is als Zijn passie die ALLES van Hemzelf aan ons geeft. De eerste fase schepping is nog steeds in ons aanwezig. Deze eerste fase waarin we uit de aarde waren gevormd en waarin God zijn adem blies, garandeerde de mens zijn unieke kwaliteit van een gedeelde ziel met hem. God verwierp de eerste fase mens niet. Deze vleselijke mens is een onderdeel van ons. Dit is het deel van ons dat geen goddelijke vibraties voelt die bij de 2de fase van onze schepping horen. Ons dierlijke deel van ons menszijn is simpelweg van de aarde, zonder enig hemels bewustzijn. En onze huidige staat van mens zijn. Deze 2 fasen komen samen waar Adam het heeft over de eerste en laatste Adam. Beiden zijn niet 2 verschillende mensensoorten maar wel 2 verschillende fasen van menswording. We moeten onze eerste fase van menswording ook vasthouden. God heeft deze aardse en natuurlijke mens in ons niet verbannen. Ja sterker, het was in de 2de fase van menswording waarin de zonde in de wereld kwam. Het was de 2de fase mens die de 1ste fase mens de zonde in leidde. Wie was het die besloot om tot zonde te worden voor ons allen? Dit was onze geestelijke staat. Slotsom is dat we niet slechts alleen met Christus in contact moeten blijven maar ook met onze natuurlijke staat.
*
De oorsprong van de mens 3
In 1 Kor. 15 maakt Paulus een contrast tussen het natuurlijke en geestelijke. Maar… ondanks dit contrast bevestigt hij ook een eenheid tussen beiden. Het geestelijke wordt gevonden in het natuurlijke waarbij het natuurlijke zich het eerst manifesteert in de eonen. Het geestelijke wacht al die tijd tot de levensadem wordt ingeademd vanuit de eeuwigheid in de eonen. Paulus zegt duidelijk: eerst is er het aardse en natuurlijke, daarna pas het geestelijke. God schiep niet iets uit niets, laat staan de mensheid. Maar de mens is wel de kroning op zijn schepping (Gen. 2:7). De mens is niet alleen kroon op de schepping. Maar Jezus Christus is ook gekroond met eer en glorie. Dat zoiets uit “niets” zou voortkomen is absurd. Deze gedachte zet ook de relatie tussen god en mens in een verkeerd licht. Menselijkheid is intrinsiek aan Goddelijkheid die allereerst tot uitdrukking komt in christus.
Dit is een andere gedachte dan dat de godheid en de mens die opeens vanuit het niets werd geschapen pas verenigd werden in christus. In Hem is er geen tegenstelling tussen Godheid en menselijkheid. Door zijn geboorte uit een maagd was de menselijkheid aan het hart van de goddelijkheid waarna deze in de eonen werd voortgebracht. Ze hoefden niet samengevoegd te worden omdat de één al voortkwam uit de ander. De menselijkheid kwam intrinsiek voort uit de godheid. De ark van het verbond is hier een beeld van. Hij was gemaakt van hout en versierd met goud. Hout is symbool van mensheid en goud van goddelijkheid. In de godheid is menselijkheid. Het geestelijke is dat wat vanuit de eeuwigheid komt. Het natuurlijke hoort bij de eonen. Geest is de onderliggende realiteit van alles wat God heeft geschapen. Geest is Ongeschapen. Alles wat geschapen is, is dat vanuit de geest. God kan vanuit zijn geest blijkbaar onze eonen scheppen en alles wat zich daarin bevindt. Zonder dat hij stukjes van zichzelf mist. De oneindigheid van de geest kan niet worden gereduceerd. Er is een verschil tussen God zien in de natuur zoals dit zich soms aan ons openbaart en de tegenovergestelde glorie van God die we zien in het gezicht van Jezus. We kunnen ’s ochtends het raam open doen en overrompeld worden door de aanblik van een dikke laag sneeuw over alles. Dit is echter toch iets anders dan persoonlijk god ontmoeten.
Het stof van de bodem waaruit we gevormd zijn had een geest-dimensie. Maar in het begin was de mens natuurlijk en kon hij alleen in zijn eonische materiële vorm communiceren met de geest. God had zich nog niet aan hem geopenbaard. Eerst moest God zijn adem in de mens blazen. De natuur van de geest was overgesprongen op de natuur van de eonen, de ruimte/tijd/materie. En dit is het natuurlijke en een piek in de relatie tussen geestelijke en natuurlijke. Toen Adam de levensadem van God ontving, kreeg hij tevens alvast de levensadem van alle mensen na hem mee. Aan de ene kant komt vanuit de eeuwigheid de glorie-natuur van de geest voort als de natuurlijke. Andersom komt uit het natuurlijke het geestelijke voort. Hier zien we de trapsgewijze schepping van de mens. Eerst gevormd uit het stof van de aarde. En daarna het infuus met de geest van God. De eerste trap is de aardse mens, de tweede trap de hemelse. De eerste en tweede Adam (Christus) zien we hier ook in terug.
We zijn dus allen geschapen in de tweede Adam; christus. Adam’s eonische bestaan begon als de eerst geschapene. Jezus’ eonische bestaan begon als de eerst geborene. Er is een zekere circulariteit zichtbaar hier. Zijn geboorte vanuit de eeuwigheid leidt tot zijn eeuwige schepping en die eeuwige creatuurlijke reis leidt tot zijn geboorte in Bethlehem. Zijn schepping begon in de trapsgewijze schepping van Adam. Maar zijn creatuurlijke solidariteit met het Adamitische ras leidt tot zijn geboorte uit Maria. Zijn persoonschap bleef al die tijd verborgen van Adam tot Jezus. De circulariteit wordt hier duidelijk. De Ene van de hemel wordt de Ene van de aarde waarin al de levens van alle levens besloten ligt van het infuus van Adam om zijn Hemelsheid te vernieuwen. Deze uitleg is niet simpel en toont Christus zoals we hem in de spiegel zien. Om het helemaal te begrijpen moeten we hem zelf kennen.
*
Het verdoemende woord in de uitdrukking vrije wil
Het verdoemende woord is niet wil maar vrij. We hebben een wil en maken honderden beslissingen de hele dag door. Geef je de planten water of niet? Als je met atheïsten discussieert is het handig om aan deze kant van het verhaal te beginnen. Natuurlijk hebben we een wil. Maar vrij zijn betekent onafhankelijk zijn van invloeden. Dus ook van God, satan of familie-omstandigheden. Zelfs als je wil maar een klein beetje beïnvloed is, is er geen sprake van een vrije wil.
*
Volwaardige evangelisten
Echte evangelisten volgen de 3 stappen die Paulus in 2 Tim. 4:2 geeft: “verkondig de boodschap, blijf aandringen, wijs terecht en straf of vermaan en blijf smeken.”
Verkondig, vermaan en blijf smeken. Veel christenen blijven steken in vermanen. Weinigen doe alle 3 tegelijk. Bang voor een tegenaanval, lopen we op tenen door een tulpenveld. Toch staat er dat we zijn naam moeten blijven verdedigen. Met alle geduld en tegenslag weliswaar. Het is een glorieus privilege om Gods naam en boodschap te verdedigen. Maar je jaagt tegelijk veel mensen tegen je in het harnas.
*
De apostel van genade noemde namen
Paulus noemt in 2 Tim. 2:17 mensen bij naam die de waarheid geweld aandoen. Hij noemt Philetus en Hymeneus. Zij strooiden de leugen rond dat de opstanding al had plaats gevonden. Paulus zegt dat sommigen zich al van hen hebben afgekeerd en waarschuwt anderen ervoor niet als hen te worden. In onze tijd heb je valse leraren die de vrije wil propageren of eeuwige verdoemenis. Pas op voor hen!
*
God ziet wat wij niet zien
Degene die in de spiegel terugkijkt is je oude mens die voor God niet meer bestaat en gekruisigd is. Dringt jouw haarkruin terug, wordt je haar dunner op je voorhoofd? Dan is dat je oude mens. Maak een sprongetje; als je terugkomt op aarde, ben je de oude mens. Stop met eten en drinken. Als je over een dag verschrikkelijke honger krijgt, is dat je oude mens. Je oude mens is er nog steeds; is niet dood maar God rekent hem wel als dood. Dit is dus een staaltje van geloof boven zichtbare feiten. 2 Kor. 5:7. Dus u ook; rekent uzelf als dood en leef verder in christus jezus, Rom. 6:11.
Rekenen als god
Uw geloof/ons geloof is gebouwd op het feit dat Christus daadwerkelijk is gestorven. Je wandelt nu door het leven en gelooft wat God van jou denkt en niet meer wat je van jezelf denkt. Romeinen 6 staat vol met feiten waarop ons geloof gebaseerd is. Voordien werd je in water gedoopt en gereinigd. Paulus brengt een radicaal nieuwe doop. Deze doop heeft niets te maken met water, johannes de doper of wachten op de messias. De betekenis is wel dezelfde en symboliseert reiniging en vereniging. Het verschil tussen de ene doop en de nieuwe doop is niet de betekenis van het woord zelf. Maar de club waar je nu bij hoort en het medium dat jouw gedoopt maakt. Bij Johannes was de club, zij die op de messias wachtten. Het medium wast water. Met de doop in de dood van christus is de club, zij die geloven wat god over hen zegt. Het medium is geloof. Enkele details over de nieuwe doop: Rom. 6:3 – we zijn met hem begraven. Rom. 6:5 – als we delen in zijn dood, zullen we ook delen in zijn opstanding. Rom. 6:6 – onze oude mens is met hem gekruisigd.
We hoeven ons niet meer in water te laten dopen, niet door onderdompeling of sprenkeling. We laten ons nu in de geest dopen. 2000 jaar geleden besloot God jou ceremonieel te reinigen en met hem te verenigen en jou te dopen. Hij reinigde jou van zonde en veroordeling. Hij verenigde jou met zijn Zoon. Wat was zijn medium waarmee hij jou zijn nieuwe club binnenvoerde? Geloof. In plaats van kletsnat te worden, hoef je nu simpel te zeggen: “Ik geloof wat U over mij zegt, God.” Op het moment dat je zegt, “ik geloof U god,” hoor je bij de nieuwe club die het “lichaam van christus” heet. Niet veel mensen zijn in deze club. Om wat voor reden ook geeft God aan slechts een paar mensen het radicale geloof om henzelf te zien zoals God hen ziet. Jezelf zien zoals God je ziet, betekent ophouden met jezelf te veranderen en volledig op de dood en opstanding van Christus te vertrouwen. Zoveel gemakkelijker is het om je bij een religie aan te sluiten. Waarom? Omdat je bij religie de oude mens kunt vasthouden en dat voelt veiliger. Geen enkele religie op aarde beschouwt de oude mens als gekruisigd. Liever rakelt men de oude mens op en verkleedt deze als een modepop. God zegt dat de oude mens gestorven is. Maar wie gelooft hem? Het is gemakkelijker om gevoelens en ervaringen te geloven. Het is gemakkelijker om te werken om God een plezier te doen en je eigen vlees en oude mens te veranderen dan te geloven in wat god zegt.
*
Gestorven met christus
Weet je nog hoe je gestorven was met Christus? Natuurlijk niet want je was nog lang niet geboren toen de handen van Jezus doorboord werden. Desalniettemin rekent God het alsof je erbij was. Maar probeer het niet te voelen of je voor te stellen dat de spijkers door jouw handen gingen. Veel religie is terug te voeren op oefening om onzichtbare feiten te voelen. De christelijke religie benadrukt continu gevoelens. We moesten voelen dat we rechtvaardig waren; we moesten voelen dat we gered waren. We moesten de geest van god voelen. Maar wat God ons toerekent heeft niets te maken met voelen. Het gaat hier om de feiten en het feit is dat God ons zondigen en onze onzekere “ik” als gestorven beschouwt. Wil je in christus wandelen? Bouw je geloof dan op feiten en niet op gevoelens.
*
Geloof is gebaseerd op onzichtbare feiten
Hebreeën 11:1 leert ons dat geloof een overtuiging is die te maken heeft met onzichtbare dingen.
De verleiding bestaat om het woord “onzichtbaar” te vervangen door “niet echt.” Als iets onzichtbaar is, zal het wel niet echt zijn. Bied weerstand aan die verleiding en hij zal van je wegvlieden. Dat wat je niet ziet is zeker niet alleen maar fictief. Kun je de dampkring zien? Nee. Maar hij bestaat wel. China kan ik niet zien en valt onder de categorie “onzichtbaar.” Toch bestaat het omdat er genoeg betrouwbare ooggetuigen zijn die er wel zijn geweest. Nog afgezien van foto’s en atlassen. Zo is het met de bijbel ook. Jezus leefde echt, ging de dood tegemoet, nam onze zonden mee het graf in maar stond ook weer op, de zonden daar achterlatend. En wij waren gerechtvaardigd. Omdat geloof feiten nodig heeft, zorgde God ervoor dat er zo‘n 500 ooggetuigen waren die de opgestane christus zagen waarna de apostel Paulus er verslag van maakte. 1 Kor. 15:6. Waarom zo’n gedoe met een kruisiging en dood als geloof gebaseerd kon zijn op fictie? Is geloof zonder werken alleen nutteloos? Is dit niet de doctrine van Jacob? In het evangelie van Paulus staat geloof los van werken. Maar niet van feiten. Deze feiten zijn Gods werken en niet de onze.
*
Romeinen 8:28
In Romeinen 8:28 staat: “We weten dat God alles ten goede werkt foor hen die God lief hebben en geroepen zijn volgens de bedoeling die hij van tevoren had uitgestippeld en hen het evenbeeld te laten worden van zijn Zoon.”
Er zijn 3 feiten in deze vers:
1. God werkt alles ten goede voor hen die God lief hebben.
2. God heeft een doel voor ieder van ons.
3. Ieder van ons is van tevoren bestemd om evenbeeld van zijn zoon te worden.
Wij denken dat God ons een nieuwe Mercedes geeft als we genoeg in Hem geloven. Maar in Romeinen 8:28 lezen we niks over een Mercedes. We lezen dat God alles ten goede laat werken voor ons. Verder leren we het feit dat we een belangrijk deel zijn van Gods grote plan. Ten derde plande God alles lang voor de schepping alles voor ons en kende Hij ons voor we geboren waren. Drie verbazingwekkende feiten; wie kan dan nog teleurgesteld zijn? Geloof is niet de motor die de onzichtbare feiten dicteert maar de wagen die hen volgt.
*
De aionen gaan over gezelschap
Eén van de eerste episoden in de geschiedenis van het heelal was de schepping van christus, Openbaring 3:14. Hiermee kwam God tegemoet aan zijn eigen verlangen naar gezelschap. Het laatste dat aan het einde van de aionen gebeurt is dat God alles in allen wordt: 1 Kor. 15:28. Op dit punt aangekomen omarmt God alles wat hij ooit geschapen heeft; alles en iedereen. Er is liefde en wederkerige liefde en niemand is meer eenzaam. Vijanden van god zoals gevallen engelen zoeken nu toenadering, wijs geworden door hun ervaringen met het kwaad. Wat is dat, een hulp-maatje voor Adam? Wat hier bedoeld wordt is dat God iemand zocht die helemaal bij Adam paste. Niet alleen voor hem maar ook net als hem, iemand die op hem leek. De beste vertaling is waarschijnlijk dat Eva een aanvulling was voor Adam. Zij maakte hem compleet.
Lijden voor liefde
Grote verhalen als Prins Charming of Cinderella stimuleren ons omdat we geraakt worden door het lijden van mensen voor degenen van wie ze houden. Liefde inspireert lijden en andersom. Dit zit niet per ongeluk in de mensheid gebakken. God lijdt ook voor liefde. Dit lijden doet hij door zijn zoon. Dus als je meisje van je dromen door een boerenpummel voor je neus wordt weg gekaapt, weet je wat God bedoelt met lijden voor liefde.
*
Lammeren op de slachtbank
Vreselijk als een lam wordt geslacht; dierenbeulerij. Jezus is stil als een lam als hij naar het kruis wordt gevoerd. Een gewoon lam weet niet wat hem te wachten staat en is inderdaad de rust zelve. Jezus staart ook stilzwijgend de duisternis in maar weet heel goed wie zijn tegenstander is. De romeinen zien de zon opgaan en kijken naar het plaveisel. Maar Jezus kijkt veel dieper en ziet het dodenrijk voor hem liggen. De Hades of Sheol, zo men wil; daar zal hij straks 3 dagen zijn. Pas na zijn vreselijke gebed in de tuin van Gethsemané werd hij het Lam. Terwijl de politieke en religieuze krachten om hem heen in opperste staat van paraat waren en zenuwachtig de afloop beslechtten, gaf Jezus geen krimp. Hij was overgeschakeld op de automatische piloot. Nu is het onze beurt om onze slachting te ondergaan. Schakel over op de automatische piloot en laat de wereld zijn gang gaan. Laat jezelf afwijzen en uitkotsen. Blijf wandelen en ademen; blijf uit de buurt van het dodenrijk, we wachten op de messias uit de hemel. Dan zal onze glorie volgen. Alles zal nieuw zijn, vooral onze zintuiglijke waarnemingen.
NB.
Deze aion loopt op zijn eind. Belangrijk is om juist nu geworteld te raken in het geloof en de misleidingen van satan te ontwijken.
*
De apostelen wilden lijden voor Jezus. Hoe deden ze het?
De apostelen verlieten het Sanhedrin, verheugd dat ze waardig bevonden waren deze vernedering te ondergaan omwille van de naam van Jezus. – Hand. 5:41
Johannes herhaalde de opmerking van Jezus: gezegend bent u als u wordt vervolgd in Mijn naam. Voor u wacht een beloning in de hemelen. Mat. 5:11-12. Het was niet alleen het vooruitzicht van de schat in de hemel dat de apostelen met vreugde vervulde. Ze hielden ook van Jezus. Ook na zijn opstanding hadden ze meer dan eens brood met hem gebroken. En nu maakte hetzelfde Sanhedrin dat Jezus vermoord had, jacht op hen. Tegelijk wierp hun werk vruchten af en bekeerden ze de één na de ander. Jezus had voor onze zonden geleden. Wat overbleef was lijden om Hem. Mensen kunnen de grootste ellende doorstaan als ze zicht hebben op een doel. Voor Jezus was het duidelijk: na de kruisiging en de dood zou alles voorbij zijn. Dan zou Hij opstaan uit de dood. (Heb. 12:2).
*
De vernedering van christus
Als je naar een willekeurig kruis met Jezus kijkt in een kerk en je staat erbij stil, kun je je er een voorstelling van maken hoe hij geleden heeft. Waarom moest het allemaal zo extreem gaan? Ja, het was nodig dat hij voor de zonden van de wereld stierf, maar moest dit zo wreed? Waarom? Misschien vinden we het antwoord in de uitdrukkingen “kruis van christus” en “woord van christus.” Hier staat: diepzinnige welsprekendheid zou het kruis van zijn kracht beroven: 1 Kor. 1:17-18.
Woord en kruis van christus zijn een manier om de dood van christus te benadrukken. De manier waarop dit gebeurde was vitaal. Paulus maakt duidelijk onderscheid tussen doop en het brengen van het evangelie. Hij zet de doop tegenover het kruis. Dopen is mensenwerk. Ter contrast: alle mensenwerk stopt bij het kruis. Waarom? Omdat ieder Godsvrezend mens dat het lijden van christus ziet, aan de grond genageld is. Hij kan niet verder. Hij kan zich niet laten dopen omdat zijn benen niet meer werken. Als de spijkers hem doorboren en Hij zijn laatste zucht uitslaakt met de woorden: het is gebeurd, dan zien we wat het betekent om in de dood van christus te zijn gedoopt. Rom. 6:3. We komen niet eens meer op het idee om onze eigen werken te roemen.
Christus was 3 dagen dood. Zo dood als een pier. Gedurende deze 3 dagen waren wij ook dood. 2 Kor. 5:14. Dode mensen kunnen niet voor God werken, zelfs christus niet. Maar daarna wekte zijn vader hem op uit de dood. Toen christus zijn ogen open deed, kwamen alle herinneren terug. Met dit verschil dat hij nu een zucht van verlichting slaakte. Hij bleef even liggen om alles te overdenken. Het was hem gelukt; of eigenlijk was het zijn vader gelukt. Zijn vertrouwen in zijn vader was niet voor niets geweest. Het ergste was voorbij. Hem wachtte slechts glorie op glorie. En hij zou straks zijn vader weerzien. Dat was het aller mooiste. Toen Jezus opstond om de wereld te begroeten, deden wij hetzelfde. Wij liepen met hem het nieuwe leven in, Rom. 6:4. Het nieuwe leven betekent niet dat we moeten werken voor onze redding. Dan zou christus dit ook weer moeten doen. Eén keer aan het kruis was genoeg voor hem. Het nieuwe leven betekent God bedanken dat het shockerende offer voorbij is. Het nieuwe leven betekent het goede te doen dat op je pad komt. Dit is Gods gift aan ons.
Vijanden van het kruis
Velen leven als vijand van het kruis. Fil. 3:18. Het maffe van deze vers is dat vijanden van christus op het eerste gezicht juist volgelingen van hem lijken. Paulus beschrijft hen echter in 1 Kor. 15:2 als geloofs vijandelijk. Ze zijn tevergeefs tot geloof gekomen. Wie zijn deze mensen? Ze roepen de naam Jezus van de daken maar weigeren voor Hem te lijden. Populariteit, niet lijden is het sleutelwoord van het christendom. Veel kerken zijn vooral op de ziel gericht in plaats van de geest. Onzichtbare, hemelse zegeningen worden genegeerd voor aardse emoties en hallelujah geroep. Aan de andere kant worden heidense ideeën als hel en verdoemenis of vrije wil opeens verheerlijkt. Een christen in naam alleen verliest het aionische leven. 2 Thes. 1:8. Gelovigen die in Jezus geloven maar vijanden van het kruis zijn, zijn gered maar verliezen hun aionische beloning. 1 Kor. 3:15. Ze hebben in het heden wel een leuke tijd gehad met hallelujah zingen.
*
Mijn nepbaan voor christus
Wij werklozen die de dagen slijten met werken voor god, Bijbelstudies vertalen, etc. worden door weinigen serieus genomen. Zoniet voor parasiet of gek versleten. Wacht maar tot de opstanding; dan zullen ze zien wat ons werk werkelijk heeft voorgesteld. Men zal zeggen: we dachten dat hij een eikel was, een zielepoot, een eenzame seksueel gefrustreerde randdebiel. En kijk hem nu eens! Het zal een “Jozef” moment zijn die na lange tijd door zijn broeders wordt herkend: oh jee! Er zijn veel manieren om kwaad te lijden voor christus. Een werklozenbestaan, gewijd aan christus is er één van. Nederigheid wordt gemakkelijker naarmate de dag van de opstanding nadert.
*
Leven in geestelijk nieuwe schepping
De zegeningen die God over ons uitgiet na de opstanding van Jezus gaat veel verder dan de zegeningen die Israël kreeg. Paulus zegt wat onze transcendente zegeningen zijn: 2 Kor. 3:10, de glorie, 2 Kor. 4:7, de macht, 2 Kor. 4:17, de last van glorie, 2 Kor. 9:14, genade, Efe. 1:19, de grootheid van zijn macht voor ons. Dus waarom maakt men zich zo druk om Israël’s zegeningen??
-
Vergeving zegt: je was fout maar ik vergeef je.
-
Rechtvaardiging zegt: je was NIET fout.
Het is onmogelijk om een gerechtvaardigd persoon te vergeven. Zo kijkt God naar je: je bent recht. Dit klinkt nog beter dan rechtvaardig. Rechtvaardiging hoort bij Paulus, niet bij Petrus. Zelfs in de komende vierde aion zal Israël niet gerechtvaardigd zijn op de transcendente manier waarop paulus dit bedoelt. Israël zal dan rechtvaardig zijn als de zich compleet aan de wet houdt maar niet transcendentaal rechtvaardig. Ze zal gerechtvaardigd worden op grond van de wet, niet door geloof. Israël is “recht” omdat ze “recht” doet. Wij niet. Wij zijn “recht” omdat we vertrouwen op een levende god die onze rechtvaardigheid baseert op het werk van christus, niet op het onze. Israël werkt op aarde aan een coöperatief verzoeningsplan. Veel christenen mixen wet met genade en gebruiken het woord rechtvaardiging als een hol begrip.
De nieuwe aarde van Openbaring 21 typeert onze nieuwe geestelijke realiteit
De aarde zal tijdens de vierde aion dezelfde zijn als nu. Hij zal geen nieuwe maak zijn maar een regeneratie van hetzelfde rauwe materiaal. Denk aan de pottenbakker en de klei uit Jer. 18. De pottenbakker gebruikt voor een nieuw kunstwerk niet opeens papier-maché maar gebruikt dezelfde klomp klei. Dit geldt niet voor de Nieuwe Aarde. Na afloop van de vierde aion zal de huidige aarde worden verbrand, 2 Petr. 3:10-13. Dit is de equivalent van de pottenbakker die overschakelt op papier-maché. Op de nieuwe aarde is er geen dood of lijden. God zelf wandelt met de mens. Tijdens het millennium koninkrijk van de vierde aion zal er nog steeds de dood zijn. De fysieke waarheden van de nieuwe aarde zijn nu van ons in de geest. Onze hemelse zegeningen overstijgen de aardse zegeningen van Israël. Zo verschilt de nieuwe aarde ook van het millennium koninkrijk van Christus. Als Paulus het in 2 Kor. 5:17 over iets nieuws heeft, vergeet dan het rauwe materiaal. God heeft ons voorbij de regeneratie gesleurd. De nieuwe aarde van nieuw materiaal is zo’n onthutsend concept dat de gelovigen voor de verwerkelijking ervan moeten bidden, Efe. 1:15-23. God ziet onze oude Adam niet meer maar ziet ons levend in christus. Niet alleen dat maar ook de geest van god dwarrelt in ons (1 Kor. 3:16). En zal ons nooit meer verlaten. Denk hier eens over na!
*
Onzichtbare zegeningen overtreffen alles wat zichtbaar is.
Een voordeel aan de boodschap aan Abraham van de besnijdenis, Gal. 2:7 is dat de zegeningen voor Israël zichtbaar zijn. Denk aan het manna dat uit de hemel kwam, het water dat uit de rots kwam, de pilaren van rook en vuur, etc. En niet te vergeten de tempel van salomon. Welk land beloofde God zijn volk? Een land van melk en honing? Zoniet het evangelie van genade. Onze zegeningen zijn onzichtbaar maar gaan de zegeningen van Israel ver te boven. Hoe kan dit? Een man die melk drinkt kan zich nog steeds veroordeeld voelen; een vrouw die honing op haar biscuit smeert kan zichzelf nog steeds waardeloos voelen voor god. Daarentegen brengt het evangelie van genade vrede met God, Rom. 5:1 en de kennis dat zonde ons niet langer van hem kan scheiden, Rom. 8:1. Hoe we ook falen, we blijven aan Hem gekoppeld. Toen Israël God ongehoorzaam was, faalden de melk en honing. Als wij God ongehoorzaam zijn, vloeit Gods genade over ons, Rom. 5:20. We hebben de loterij gewonnen.
*
Geld versus hemelse zegeningen
In Handelingen 16 zijn Paulus en Silas in de Macedonische stad Philippi. Ze vinden daar een groep vrouwen die bij een rivier aan het bidden is. Ze ontvangen Paulus’ evangelie van genade en Ene Lydia nodigt Paulus en Silas uit in haar huis. Hiervoor zal ze t.z.t. Worden beloond door christus. Daarna hebben beiden een beetje pech als ze een vrouw tegenkomen met een Pythongeest. Deze boze geest herkent de geest van God in Paulus en Silas en schreeuwt hen na: “deze mannen zijn slaven van de hoogste god die u redding belooft!”
Dit gaat zo de hele week door tot Paulus er gek van wordt. Hij wijst de boze geest terecht zodat deze uit de vrouw verdwijnt. De meesters van de vrouw zijn woest. Zij was immers een inkomstenbron voor hen. Ze intimideren Paulus en Silas en drijven hen naar de markt en klagen hen aan. De aanklacht ging alleen over geld. Hun inkomen was verdwenen. Als Paulus’ boodschap de schatkist van de stad had gespekt of de portemonnees van de aanwezigen, dan was er niets aan de hand geweest. Anno 2010 is geld nog steeds het criterium waarop Paulus wordt beoordeeld. Zijn boodschap brengt gelovigen geestelijke zegeningen, Efe. 1:3. Het probleem hiermee is dat het allemaal onzichtbaar is. Toen Paulus zelf in de Arabische woestijn veelvuldige verschijningen van christus ervaarde, was hij de rijkste man ter wereld. Hij was de eerste mens van het lichaam van christus. Hij snapte dat God de mensheid door christus zag. Hij was de eerste die van een hemelse bestemming hoorde. Niettemin was hij op aarde de eeuwige zwerver die zijn kleren misschien wel van tentdoek maakte.
Hier zijn ze dan, Paulus en Silas. Ze slepen zich voort door het stof van de woestijn maar reizen in een heilige waas. Paulus zou deze waas omschrijven als een werkelijkheid van Christus die niemand aan kan raken. Feitelijk zijn zij de 2 rijkste mannen op aarde en niemand heeft dit door. Waar is hun rijkdom? Onzichtbaar in elk geval. Niemand die dit snapt. Maar waar ze onderweg gaan of staan; hun rijkdom wordt vermenigvuldigd door het Woord. Daarom willen ze er met iedereen over kletsen die ze tegenkomen. Geef Paulus een half uur en hij zal je dezelfde informatie geven als die hij zelf ontvangen had van Christus. Ook op de meest onbegaanbare plaatsen in de woestijn. En dat terwijl over 2 dagen de overheid van Filippi hen in de bajes zal gooien en hen zelfs zal slaan. 2000 jaar later is de meerderheid van het christendom deze boodschap eveneens vergeten of heeft haar op zijn minst verdraaid.
*
Niet geld is de bron van alle kwaad maar de zwak voor geld
Zie 1 Tim. 6:10. Het word “zwak” is niet goed vertaald. Het griekse woord is philarguria. Nog het beste te vertalen met “ziek”. Een ander grieks woord is orgeo dat zichzelf verlengen of uitstrekken betekent. Verlengen we ons zelf financieel? Als we meer uitgeven dan we ons kunnen veroorloven, dan hunkeren we naar geld. We worden weg gedreven van ons geloof en beschadigen onszelf. Deze dingen kunnen geen gevolgen zijn maar ZULLEN gebeuren. Het is oorzaak en gevolg. Afdwalen van het geloof kan subtiel gaan als we christus inruilen voor het verlangen naar een betere baan. Het medicijn hiertegen staat in 1 Kor. 7:31. “De wereld die wij kennen gaat ten onder.” Alles waaraan de mens hecht wordt straks aan de kant geschoven. Heiligen wordt wakker en blijf weg van de beerput.
God weet hoeveel geld we NIET nodig hebben
In Mat. 17:24 zijn inners van tempelbelasting aan het woord. Tegen Petrus zeggen ze: draagt uw meester de dubbel drachme niet af? Petrus wist dit niet zo zeker en zei maar ja. Toen hij bij Jezus kwam, was deze hem voor en vroeg hem: van wie innen de heersers op aarde belasting? Van hun eigen kinderen of van anderen? Petrus antwoordde: van anderen. Jezus zei toen: dan zijn de kinderen dus vrijgesteld. Maar laten we hen niet voor het hoofd stoten. Ga naar het meer, vang een vis en in de bek vind je een muntstuk. Petrus zal wel even met zijn hoofd hebben geschud onderweg naar het meer. Wat moest hij nu weer met een vis? Jezus sprak de laatste tijd zoveel wartaal. Maar toen hij een vis ving en er een muntstuk in de bek zat, zal hij raar hebben opgekeken. God weet hoeveel geld we nodig hebben. Als het nodig was geweest voor zijn plan kon hij geld aan bomen laten groeien. Daarentegen weet hij wat we nodig hebben en regelt hij dingen zo dat we naar Hem toe moeten komen voor onze behoeften. God weet ook hoeveel we niet nodig hebben.
*
Een gelovige moet blijven beseffen dat het evangelie van genade dat hij verkondigt van God komt en niet van hemzelf. Daarnaast vormen gelovigen een gemeenschap. Veel gelovigen voelen zich alleen. Maar wees gerust; we zijn met velen; alleen zijn we verspreid over de wereld. Het lichaam van christus leeft en weet zich door God gesteund. De eenheid van dit lichaam is beschreven in Kol. 2:19. Hier staat dat God het hele lichaam door pezen en gewrichtsbanden wordt voorzien en samengehouden, groeiend de groei van God.
Lesbische seks
Vrouwen die het met vrouwen deden, werden onder de wet van Mozes niet gestenigd. Volgens Leviticus 20:13 is homoseksualiteit een kapitale zonde. Seks met familie ook. Het gaat hier om het penetreren van elkaar. Er staat ook iets over mannen die het met dieren doen. Maar nergens staat iets over de vrouwenliefde. Dit is logisch want vrouwen kunnen elkaar niet penetreren. Blijkbaar gebeurt er geestelijk en lichamelijk iets van belang bij penetratie van man in man of dier. In 1 Kor. 6:16 staat dat een man die een hoer penetreert 1 lichaam met haar wordt. Paulus leert ons in 1 Kor. 11:14 dat de natuur zelf ons leert dat mannelijk gedrag anders is dan vrouwen. Vrouwen kunnen elkaars schouders masseren en door de haren strelen. Als mannen dit doen in het openbaar, krijgen ze op hun lazer. Vrouwelijke intimiteit zegt ons iets over de schoonheid en elegantie van God. In 1 Kor. 6:9-10 noemt Paulus homo’s, hoerenlopers en dronkaards in dezelfde categorie als hebzuchtigen. Homo’s, hoerenlopers en sodomieten zijn allen mannen. Zij penetreren elkaar. Vrouwen kunnen dit niet en worden daarom niet genoemd.
De zonde van romeinen 1:26
Hier wordt gesproken over vrouwen die het met dieren doen. Bestialiteit heet dat. Dit verwijst ook naar Leviticus 20:16. Het gaat tegen de natuurlijke orde in van God die bepaald wordt door penetratie en waardoor ons menselijk ras in Zijn beeld voort bestaat. Nogmaals: vrouwen die met vrouwen slapen, penetreren elkaar niet en worden dus niet veroordeeld door de wet van mozes. Het homohuwelijk tussen mannen is een menselijke absurditeit. Het huwelijk is een goddelijke institutie voor mannen en vrouwen. Als je als homo toch dergelijke gevoelens hebt voor andere mannen, kun je proberen elkaar lief te hebben zonder elkaar te penetreren. Als je kind homo is of zelfs moordenaar of verkrachter: laat het aan god over. Het blijft je kind en houdt de relatie in stand met de genade die je zelf ook ontvangen hebt van christus. Laat Hem oordelen; doe dit niet zelf. Het is jouw probleem niet.
*
Zijn Jezus’ woorden ook voor ons bedoeld?
De bediening van Jezus was gericht op Israël (Mat. 15:24). Inderdaad, niets ervan is voor ons bedoeld, hoewel we wel veel kunnen leren in algemene zin van wat Jezus gezegd en gedaan heeft. Maar zijn instructies om huis en haard achter je te laten om Hem te volgen, zijn niet voor ons bedoeld. Paulus is onze apostel. Daarmee zet ik Paulus niet tegenover Christus. Immers, Paulus kreeg zijn instructies van christus. Paulus geeft ons aansporingen in plaats van bevelen. Dit is de natuur van de genade.
Vragen/antwoord
Moeten we Christus gehoorzamen? Nou, het zit zo: er is een roep, ook in de boodschap van genade (paulus) om het goede te doen en ons beschaafd te gedragen. Aan de andere kant kunnen we dit alleen doen door de kracht van de heilige geest: 2 Kor. 1:12. En toch worden we aangespoord het goede te doen. Dit heeft te maken met absolute versus relatieve waarheden. In absolute zin kunnen we onszelf niet gedragen zoals God het wil, tenzij Hij ons de kracht daartoe geeft. In relatieve zin, mogen we proberen ons ons netjes te gedragen, in elk geval niet andersom.
Relatief: we gedroegen onszelf.
Absoluut: Gods genade hield ons in het gareel.
Paulus heeft het in Romeinen 1:5 over gehoorzaamheid in geloof. Dit is niet het type van Mozes’ wet die zei: doe dit en doe dat. Deze gehoorzaamheid komt totaal van Gods genade en laat ons zeggen: door de genade van God ben ik wie ik ben (1 Kor. 15:10). Deze gehoorzaamheid herkent God als de bron van handelen. Dit is niet moeten gehoorzamen maar willen gehoorzamen. Bij de wet van Mozes, moest Israël gehoorzamen. Wij willen gehoorzamen, 1 Kor. 3:16. God houdt ons niet verantwoordelijk voor ons handelen. Hij is verantwoordelijk voor ons en niet andersom. Desalniettemin zullen we ons straks rekenschap moeten geven van onze levens, Rom. 14:12. Er is een groot verschil tussen verantwoordelijkheid en rekenschap geven. De weerman geeft rekenschap voor het weer maar is niet verantwoordelijk voor het weer!
*
Zonde en Wet
Als heidenen nooit onder de wet waren, zijn ze dan wel zondig? Immers, de wet was er om de zonde te openbaren. Het punt is hier dat de wet te snel wordt geassocieerd met de wet van Mozes. Dit is niet altijd het geval. In de Tuin van Eden was er al een wet: eet niet van de Boom van goed en kwaad. Bovendien worden mensen geoordeeld door de wet van hun eigen geweten: Rom. 2:15. Je kunt tegen je eigen geweten zondigen. Dit geweten is een wet in zichzelf. Niemand kan zijn geweten volledig gehoorzamen. Daarom zijn we gerechtvaardigd in en door het bloed van christus. Rom. 5:9.
Wat is ons geloof?
Een gelovige hoeft geen alverzoener te zijn. Wel zul je geloven dat Christus is gestorven voor onze zonden. 1 Kor. 15:3.
Dan komt satan binnen en maakt het verhaal ingewikkeld. 1 Tim. 4:1-2. De doctrine van de vrije wil bijvoorbeeld weerhoudt mensen ervan in de dood van christus te geloven voor zonden. Hoe? Men zegt dat je zelf de keuze moet maken voor God. Zo niet dan kies je feitelijk voor de eeuwige hel. Een andere dwaalleer van satan is die van de 3-eenheid. Als Jezus God is, en God niet sterven kan, dan kon Jezus ook niet sterven. Bovendien worden we niet eens door ons eigen geloof gered maar door het geloof van christus in zijn vader. Rom. 3:21. Je kunt het ook omdraaien: iedereen die door God is voorbestemd voor het aionische leven, gelooft in deze dingen. En zal dus niet naar dwaalleren van demonen luisteren.
Was Paulus een valse profeet?
Paulus was helemaal geen valse profeet maar juist Gods ultieme gekozen instrument om Gods nieuwe boodschap van genade te verkondigen aan de heidenen. Veel mensen begrijpen niet van Paulus omdat ze zijn leer niet kunnen verenigen met overige teksten uit de bijbel die wet en werken propageren. Paulus had een andere openbaring gekregen voor ons, los van Petrus en de 12 discipelen. Met Paulus deed de genade zijn intrede. Als niemand rechtvaardig is, hoe kan ik dan rechtvaardig zijn? Wat moet ik ervoor doen? Antwoord: niets. Je bent al gerechtvaardigd in christus: Rom. 3:21-23. Je oude mens is dood en begraven, Rom. 6:6. Zijn opstanding verzekert die van jou. Rom. 6:5. God en christus zien jou beiden als een nieuwe schepping, 2 Kor. 5:17. Misschien voel je het niet zo maar gevoelens zijn onbetrouwbare antennes in deze. Geloof wat er in Romeinen 6 staat, daar gaat het om.
Klei, geen marionetten
Als god almachtig is en mensen hun kwade streken op hun af kunnen schuiven, zijn we dan geen marionetten? En waarvoor zou God ons dan nog oordelen en straffen als Hij achter onze kwade streken zit? Antwoord: we zijn geen marionetten in zijn handen maar klei. Zie hem als een pottenbakker. Romeinen 9.
*
We leven in een relatieve wereld
In absolute zin is alles van God. Maar we leven ook op een relatieve manier en zullen hierover verantwoording afleggen aan Christus. Ons geloof is geworteld in het absolute (god doet alles) maar we leven in het relatieve (dit moet ik doen). God oordeelt mensen in overeenstemming met wat in hun harten is. Hij doet dit voor hun eigen bestwil. Het punt voor de grote witte troon is niet: “wie heeft jou zover gebracht om dit te doen?” Maar: “Wat deed je?” Het is in overeenstemming met de motivatie tijdens de zonde. God oordeelt “potten” die hijzelf hard gebakken heeft: Romeinen 9. Wie ben jij om God ter verantwoording te roepen? (Rom. 9:20). Maar Paulus zei dit op een manier alsof hij een uur later met jou een bier zou drinken.
*
Martin Zender, de schepping van satan
God is een mens. Echt niet.
Brengt God ook het kwaad op ons dak? Deze gedachte is niet zozeer irrationeel als wel emotioneel beladen. Wie wil er nu een God die verkrachting en kanker toelaat? Toch staat in Efe. 1:11 dat God alles ten goede gebruikt voor wie hem liefhebben. Alles laat geen ruimte voor twijfel. Ook het lijden hoort erbij. Wij mensen hebben moeite met deze gedachte. Maar god is geen mens. Tijdelijk kwaad is essentieel voor eeuwige zegen. Het punt hier is dat God juist geen mens is.
De schepping van satan
Om zijn liefde en macht te tonen, zou God een vijand scheppen waartegen Hij kon vechten. Omdat God aanvankelijk alleen was, moest hij er één maken. Met tegenzin, maar toch deed hij het. In Jesaja 45:7 staat ook dat God zelf kwaad op ons dak stuurt. Dit is een emotioneel geladen item. God is in het hart van het kwaad. Zie ook Joh. 8:44 en 1 Joh. 3:8. In Job 26:13 staat iets opmerkelijks. Zijn hand vormde de kronkelende slang. Veel foute vertalingen beweren dat God de slang doorboort. Maar in de grondtekst staat het woord “vormen.”
De heilige geest geeft Job 2 manieren om de schepping van hemel en slang te beschrijven. En tevens 2 verschillende bronnen van goddelijk handelen voor elke creatie. Dit is geen toeval. God versierde de hemel door zijn geest. Versieren heft met “schoonheid” te maken. God maakte de hemel decoratief. Neem als voorbeeld het plezier van een kunstenaar die een stuk canvas beschildert. Daarnaast maakt hij de slang, het serpent. Versiert hij die? Nee. Hij vormde de slang alleen maar maakte deze niet mooi. De kille slang stond tegenover het versierde hemelrijk. Het Hebreeuwse woord voor vormen in deze is chalal. De hemel komt uit Zijn hart, de slang uit zijn hand. De hemel was mooi, de slang puur functioneel. Zo is het ook met het kwaad in de wereld. God is er niet per sé blij mee als Hij kwaad op jouw pad brengt. Maar ook is Hij niet gek. Hij weet wat Hij doet. Door de pijn heen, brengt Hij jouw dichter bij hem. Hij ziet het einde van waar Hij jou wil hebben. En dat jij ooit te zien krijgt. Satan had geen schijn van kans om anders te worden dan hij werd gemaakt. Hetzelfde geldt voor deze aion.
Prediker 7:12 – wijsheid biedt de mens meer schaduw dan bezit. Wie kan recht maken wat de Eeuwige omver heeft gegooid? Misschien is het een schok te constateren dat God zelf dingen omver gooit. Denk aan Jezus die de tafels van de geldwisselaars omver gooide. God maakt dingen soms krom of gooit ze door de war. Waarom doet hij dat? Om contrast te scheppen voor zijn eigen rechtheid.
Vers 12: het voordeel van kennis is dat wijsheid degenen in leven houdt die haar bezitten. Als je gefrustreerd bent van God of genoeg hebt van je geloof of zelfs je leven, zul je hier toch doorheen moeten, zelfs met een glimlach als je begrijpt dat satan is zoals Hij is. Net zo is onze aion boosaardig omdat dit Gods bedoeling is, Gal. 1:4. Je zult niet gefrustreerd raken als je weet dat je toch niet recht kunt zetten wat God krom heeft gezet. Stop met vechten tegen God en de boze wereld. Zonder uiteraard fatalistisch te worden.
*
Waarom schiep god zijn vijand? CG 1:20
Paarden en kaarten
1 Petrus 1:19-20: christus, een lam zonder smet met kostbaar bloed is al ver voor de grondvesting van de wereld voor ons uitgekozen, en nu is hij aan het einde van de tijd verschenen aan u. Openbaring 13:8: het lam dat geslacht is, vanaf het begin van de wereld. De zonde heeft Gods verzoeningsplan niet verstoord maar onthult juist de redding. EERST kwam de redding, DAARNA de zonde. God zag de zonde niet aan en zei tot zichzelf: wat zal ik hier eens tegenin brengen? De zonde overkwam Hem niet. Dit is wat het gangbare christendom ons leert. Daarom loopt het christendom ook achter het kwaad aan. En daarom kan het christendom ook niet de uiteindelijke verzoening van het heelal leren. God begon de planning achterstevoren om het middel eerder te hebben dan het medicijn. Het christendom begint voorste achteren om het medicijn bij de kwaal te zoeken. Daarom zit het christendom muurvast en beweegt het niet voor of achterwaarts.
*
Waarom schiep God zijn eigen vijand?
Als God almachtig is dan schiep hij ook satan. In het boek Job lezen we dat satan alleen een relatieve macht heeft, voor zover God dit hem toelaat. De schepping moet leren wie God is maar ook wie God NIET is. Daarom schiep God een tegenstander, waarmee niet gezegd is dat Hij dit met plezier deed. Misschien schiep God, satan wel met tegenzin of had Hij flink de pest in.
Is satan een gevallen engel?
Het Christendom leert ons dat God satan goed schiep maar dat satan een gevallen engel werd en daarna slecht was. Misschien viel satan over een verlengsnoer of van een gammel krukje. Of satan kreeg de verkeerde vrienden en raakte van het padje. Satan struikelde en werd een duivel. God stond met Zijn handen in het haar. Want als satan viel dan kon zoiets nog weleens gebeuren. Jezus noemt satan een moordenaar vanaf het begin, Johannes 3:8. In Spreuken 16:4 staat dat God ook het kwaad heeft geschapen voor de ondergang. In Jesaja 54:16 staat: ik riep de vernietiger om verderf te zaaien. Deze beide bijbelverzen slaan tevens de gedachten van een vrije wil en eeuwige hel aan stukken. De waarheid is: God heeft satan geschapen zoals deze nu is: boosaardig. Veel gelovigen hebben er moeite mee te geloven dat God ook het kwaad schiep. Maar diverse bijbelverzen getuigen hiervan zoals Jesaja 45:7, Efe. 1:11, Hand. 17:25 en Kol. 1:17.
Dag van de mens, here en god
Dag van de mens: 1 Kor. 4:3, van Adam tot Openbaring; van Genesis 1:27 tot Openbaring 1:10.
Dag van de Here is niet de zondag maar is een tijdperk dat aanbreekt als Jezus terugkomt: Openbaring 1:10, van openbaring tot de verwoesting van de 2de aarde; van Ope. 1:10 tot Ope. 21:1.
Dag van God: 2 Petrus 3:12; van de Nieuwe Hemel en aarde tot de voleinding van de aionen; van Ope. 21:1 tot 1 Kor. 15:24-28.
*
Romeinen 1 versus Romeinen 12
In Romeinen 1:21-24 staat: “hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet dank en eer gebracht die hem toekomt. Hun onverstandig hart is verduisterd. Ze beweren wijs te zijn maar zijn dwaas en hebben god ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, dieren. Daarom heeft God hen uitgeleverd aan zedeloosheid waarmee ze hun lichaam onteren.”
Wij leven thans in de dag van de mens. Wij zullen God voor alles danken maar helaas doet een groot deel van de mensheid dit niet waardoor de zonde toeneemt. Dan is er de Dag van de Heer. In Openbaring 1:10 schreef hij “In de Dag van de Here raakte ik in vervoering.” Johannes schreef niet “op” maar “in” de Dag van de Heer. Dit slaat dus op een tijdperk. God heeft 3 dagen voor ons apart gezet. Gedurende die 3 dagen handelt hij in ons leven en openbaart Hij zichzelf aan de mensen.
Deze dagen zijn:
– De dag van de mens
– de dag van de Heer
– de dag van God
Dit zijn drie dagen die vier aionen beslaan. Paulus omschrijft de dag van de mens in 1 Kor. 4:3 – “een menselijke instelling oordeelt niet over mij; noch ik oordeel over mezelf; ik ben mij van geen kwaad bewust maar dit betekent niet dat mij niet ten laste kan worden gelegd. Het is de Heer die over mij oordeelt.”
Doel van de Dag van de Mens is dat de mens inziet dat hij op eigen kracht niet rechtvaardig kan worden. Tevens horen we de grootste schreeuw van de mens: als er een god is waarom is er zoveel ellende op aarde? Het antwoord is dat de mens leert hoe futiel hij is. De mens moet geen theorie leren maar de levensles zelf leven. God werkt in de frustratie om ons te vernederen en ons voor te bereiden om onze komende taak. Gods zwijgen klinkt voor de gelovige als geschal. De Dag van de Mensheid demonstreert de domheid van de mens. Elohim was de titel van God als schepper toen Hij in Genesis 1:1 hemel en aarde schiep. Elohim staat boven de tijd aangezien de aionische tijden door Christus gemaakt waren. God in de gedaante van onze Vader die zich met ons bemoeit heeft de titel YHWH. YHWH is de God van de tijd en betekent “zal is was”. De God van de toekomst is tevens de God van het verleden. Er zijn twee scheppingsverhalen, in Genesis 1:27 en 2:7. In het eerste geval toont God zijn macht, in het tweede geval zijn zorg. Elohim zet het decor en YHWH verbindt zich met de geschiedenis van de mens vanuit het standpunt van de aionische tijden. De Dag van God vangt aan met de vijfde aion als er een nieuwe hemel en aarde geschapen worden, 2 Petrus 3:12; Openbaring 21:3. God wandelt dan zelf met de mens zoals Hij dit ooit met Adam deed. In de vierde aion is God nog steeds onzichtbaar achter het tempelgordijn. In de Dag van de Here worden hoogmoedigen op hun plaats gezet, Jesaja 2:11. In Jesaja 6:15 lezen we dat zelfs koningen en machthebbers in rotsen schuilen. 3,5 jaar van grote Verdrukking luiden duizend jaar vrede in.
*
De fout om Babylon te vergeestelijken
De naam Babylon wordt te snel als metafoor gebruikt voor alles wat naar vijandschap jegens God riekt. Protestanten menen dat Babylon het katholieke systeem is; christenen zeggen dat het de wereld is of een tot leven geroepen nieuw Romeins imperium. Al deze beweringen hebben een groot ongeloof in wat God openbaart (niet verbergt). In de openbaring (niet verberging) van Jezus Christus, beschrijft God een letterlijke stad in het huidige Irak. Deze stad is de voormalige hoofdstad van 3 wereldrijken en wordt het commerciële hoofdkwartier van het afvallige jodendom van de Eindtijd. Een hoofdkwartier ook dat de hele wereld in zijn greep zal houden. In Openbaring 18:4 staan woorden als magnaten, schepen, grote stad, kostbare bezittingen; duidelijk genoeg dus. Het boek Openbaring leert ons dat Babylon nog 1 keer een krachtige hoofdstad zal zijn. Aan het einde van deze huidige aion zal ze de wereldhoofdstad van de commercie zijn en het thuis van de afvallige zonen van Jacob. Dit is het financiële epicentrum van het zogenoemde ijzeren koninkrijk, zoals geprofeteerd in Daniel 2. Het zal de opvolger zijn van het Babylonische, Medo-Persische en de Griekse rijken, de enige rijken op aarde die de hele wereld domineerden. Degenen die Babylon vergeestelijken, vergeestelijken niet alleen het aanstaande Babylon weg maar ook het aanstaande 1000 jarige millennium met Jeruzalem als hoofdstad. De vorige wereldrijken zijn bij iedereen met enig historisch besef bekend evenals de letterlijke rol van de hoofdstad Babylon hierin. Deze historische settingen zijn echter geprofeteerd in de droom van Nebukadnezzar, Daniel 2. Maar dan plotseling, koerst men een totaal andere richting in als het op Eindtijd Babylon aankomt. En erger, ontkent men het komende koninkrijk van christus. Als de drie voorgaande wereldrijken letterlijk waren, waarom zou het vierde wereldrijk figuurlijk bedoeld zijn?
*
Wie is de vrouw die op het rode wilde beest zit in Openbaring 17? En wat is het wilde beest?
Wat Johannes zag, is het figuratieve deel van Openbaring. De toelichting van God aan Johannes over wat hij zag, is het letterlijke deel. Namelijk: de vrouw die je zag is de grote stad (Ope. 17:18). Zie je: wat Johannes zag was figuurlijk; wat God ermee bedoelde was letterlijk. De vrouw is figuurlijk, de stad is letterlijk. Zo ook ten aanzien van het wilde Beest uit openbaring. Het heeft 7 hoofden (figuurlijk) die 7 koningen uitbeelden (letterlijk, Ope. 17:9). Dit wilde beest is een samensmelting van de 4 beesten uit Daniel 7. Dit is het aanstaande wereldrijk in het Midden-Oosten. Als je het totaal aantal horens en hoofden van de 4 beesten uit Daniel optelt, zijn ze gelijk aan het aantal hoofden en horens van het ene wilde beest van Openbaring. Vergelijk Dan. 7:1-7 met Ope. 13:1. Geweldig! En verder: het wilde beest dat ik zag, zeg Johannes (13:2) was net een luipaard, en zijn voeten waren van een beer en de mond van een leeuw. Ook toevallig de beesten uit Daniel 7. De luipaard heeft misschien met de islam te maken en duidt op het Eindrijk van het Midden-Oosten.
*
Hemel boven de aarde
Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zover gaan mijn wegen jullie wegen te boven en mijn plannen jullie plannen. – Jesaja 55:9.
De aarde is een arena van vernedering, laagheid en geringheid. Apollo 8 was de eerste mannelijke missie naar een ander hemellichaam, de maan. Toen pas begrepen we echt hoe nietig we zijn. Het universum bestaat bijbels gezien uit 2 delen: het heelal en de aarde. Overal waar onze voeten niet zijn, is er al hemel. De aarde is de enige plaats in het heelal met mensen. En wij mensen zijn door God uitverkoren om straks over het heelal te regeren. De tabernakel van Mozes was een stukje hemel op aarde en troonde dit tussen vleugels van cherubim. We kunnen Gods directe aanwezigheid niet verdragen zelfs al daalt Hij af naar ons niveau en woont Hij in een tent. Daarom stuurde hij ons Jezus Christus. Door zijn bloed is Hij voor ons bereikbaar geworden. Dankzij Hem hebben wij door 1 geest toegang gekregen tot de Vader. Efe. 2:17.
*
Wat het betekent om gedoopt te worden
De waterdoop reinigt met water. De figuurlijke doop met de heilige geest. De geest doet hetzelfde als wat het water doet maar dan zonder handdoek. Vandaag zijn we gedoopt in de dood van christus. – Rom. 6:3-4.
Een waterdoop verenigt middels een doopceremonie, een figuurlijke doop doet dit middels de heilige geest. Zij die zich destijds door Johannes de Doper in de Jordaan lieten dopen, hoorden bij dezelfde club als Johannes die zich identificeerde met de komende messias en zijn koninkrijk. Doop in de dood van christus, brengt ons in de club die het lichaam van christus heet. Het verenigt zijn leden, niet met het koninkrijk van christus maar met christus zelf. Als ik iemand zie die gedoopt wordt met water, denk ik, weer iemand die tot een andere club hoort dan ik. U was al 2000 jaar geleden gedoopt.
“We zijn met christus gedoopt in zijn dood, om met zijn opwekking een nieuw leven te leiden. Romeinen 6:3-4.
Als mensen mij vragen of ik gedoopt ben, zeg ik : ja, 2000 jaar geleden. Je opnieuw in water laten dopen is de grote waarheid ontkennen van de doop in de dood van christus. Het is een terugkeer naar het doden van lammeren voor vergeving van zonden. Heeft de doop in de heilige geest te maken met in tongen spreken? In Handelingen is dit zeker het geval. Johannes de Doper zei dat degene die na hem kwam in geest en vuur zou dopen. De geest kwam op de discipelen in de bovenkamer en ze begonnen in verschillende talen te spreken, Handelingen 2:4. Opnieuw de vraag:
Wat deed God met de geest daarna? En in onze tijd? In plaats van dat de geest op ons komt, komt ze IN ons. 1 Kor. 3:16. De vele verschillende talen van Pinksteren stelden de kliek in Jeruzalem in staat om de boodschap van Petrus te horen, ieder in zijn eigen taal. Er is vandaag de dag geen noodzaak voor een dergelijke manifestatie. Zeggen dat we vandaag in de heilige geest gedoopt willen worden is het ontkennen van de inwoning van de geest. We worden niet aangespoord om een tweede zegening te ontvangen zoals in het hoofdstuk van Handelingen, 2000 jaar geleden tijdens Pinksteren. Die tijd hebben we gehad. We zijn nu gezegd met iedere geestelijke zegening tussen de hemelse machten. Efe. 1:3.
De doop heeft mensen in zijn macht
De doop is een leer uit de bijbel. Maar dat is de besnijdenis ook. En je zonden belijden op het hoofd van een geit. En het bouwen van een Ark. Zij die dopen of zich laten dopen zijn net zo gestoord als zij die zich vrijwillig laten kruisigen om christus te volgen. In 1 Petrus 3:21 staat dat zoals water de 8 zielen in de Ark redde, zo redt de doop jou nu ook. Inderdaad, er was een tijd dat de doop u redde. Petrus voegt er later aan toe dat de doop u redde door de opstanding van christus. Dit is een tweeledige redding, gebaseerd op het evangelie van de besnijdenis. Deze boodschap was destijds voor de Israëlieten bestemd en luidde dat niet alleen het kruis redding bracht maar kruis plus doop en bekering. Zie Handelingen 2:38.
Betekent dit dat doop en bekering ook nu nodig zijn? Moeten we de boodschap verkondigen dat christus u van de zonde redt, of dat vergeving van zonde door het kruis komt plus de doop en bekering? Wat zegt God over de doop in de tijd ver daarna? Als we dit niet goed uitzoeken, zou je zomaar een Ark bouwen omdat Noach dit ook deed. Of een schaap offeren of misschien wel je eigen zoon! Het probleem ligt in de verdeling van de geschriften in Oud en Nieuw Testament. Veel mensen zien het Oude Testament niet zitten als een gids voor hun leven. Het Nieuwe Testament wel. Het probleem is dat er veel onderscheid bestaat, juist ook in het Nieuwe Testament in voor wie wat bedoeld is. Bijvoorbeeld, de slogan: bekeer je en laat je dopen is een Nieuwe Testament doctrine. Zullen we hier dan maar gehoor aan geven? Hoe zouden we dit kunnen doen in de wetenschap dat deze boodschap niet alleen gericht was aan de Israëlieten maar ook aan die Israëlieten die Jezus kruisigden? Twee verzen hiervoor zegt Petrus: laat het hele huis van Israël met zekerheid weten dat God hem zowel christus als heer maakt, deze Jezus die jullie hebben gekruisigd. – Handelingen 2:36.
De oproep tot bekering had in deze context te maken met het van gedachten veranderen over het vermoorden van de messias. Hoe kunnen we ons hier nu van bekeren, anno 2010? Dit kunnen we niet. Ik heb niet hard geschreeuwd om Barabbas vrij te laten. U wel? En wat riep Johannes de Doper nu precies? Hij riep: bekeer je, het koninkrijk is nabij! Mat. 3:2. Dit koninkrijk van de hemelen was het 1000 jarige koninkrijk dat aan Israël was beloofd. Dopen door Johannes betekende een bekering van zonde ter voorbereiding van dit koninkrijk. Het had niets met het kruis van Christus te maken. De doop van Johannes had niets te maken met geloven in Jezus of zijn naam belijden. Hoe kon dit ook als Jezus nog aan de wereld moest worden voorgesteld? Hij die na mij komt, is sterker dan ik (Mat. 3:11). Paulus bracht een nieuwe boodschap aan de rest van de wereld. En ja, inderdaad doopte hij ook nog wat mensen in het begin. Niet in water maar in de naam van christus Jezus. Maar hier is de sleutel tot de dienstbaarheid van Paulus: Zijn dienstbaarheid ging van glorie tot glorie! 2 Kor. 3:18. Met andere woorden, de Paulus midden in Handelingen is niet de Paulus van de Efeziërs. Paulus verwijderde langzaam maar zeker alle ceremoniën en rituelen uit zijn boodschap, zodat deze uiteindelijk een boodschap werd van pure genade. Tot op vandaag de dag.
*
Eén Heer, één geloof, één doop,” Efe. 4:5
Als waterdoop (1 Petrus 3:21) en geestelijke doop (1 Kor. 12:13) beiden dopen zijn uit de geschriften, terwijl er vandaag maar één doop is (Efe. 4:5), welke is dit dan? Water of geest?
*
Het evangelie dat mensen onderscheidt
Het evangelie van de besnijdenis is in overeenstemming met het vlees. Het is de boodschap die mens onderscheidt. En wel als jood van de rest van de natiën. De wet van Mozes die alleen tot Israël kwam, bevatte honderden dingen die mensen fysiek moesten doen. En anders vielen ze bij God uit de gunst. Dit onderscheidde Israël niet alleen van de rest van de wereld, maar onderscheidde Israëlieten ook onderling. Als je bijvoorbeeld op de sabbath dingen verzamelde, werd je gestenigd. Als je rustte op de sabbath en een lekkere maaltijd nuttigde, werd je niet gestenigd. Dit wakkerde trots aan onder Israëlieten: “haha, ik at een lekkere maaltijd en jij werd gestenigd.” Petrus’ roep om bekering en doop op Pinksteren was een roep om en publiek te laten zien dat je innerlijk was veranderd. Christen houden hier ook van om aan de hele wereld te laten zien wie ze zijn. Liefst met TV camera’s erbij. Om die reden is pure genade leuk maar staat ook eigendunk in de weg, zeker als je op TV komt. De boodschap van de besnijdenis sluit hier perfect op aan, op dit openbare gedoe. Jacob zegt in Jac. 2:14-17 dat geloof zonder werken dood is. Dit is volledig in overeenstemming met de boodschap van de besnijdenis. De besnijdenis is een boodschap voor de ogen en de camera’s. De boodschap van onbesnedenen is verschillend. Luister naar Paulus in 2 Kor. 5:16 – “we beoordelen niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld; ook christus niet.”
De boodschap van Paulus is een boodschap van geloof, niet van vlees. In een boodschap van geloof en NIET van werken, is pochen volledig onmogelijk gemaakt. (Rom. 3:27). Daarom hebben velen zoveel moeite met deze boodschap van de onbesnedenen. Om die reden ook zullen er veel minder leden zijn van het lichaam van christus dan proselieten van het Judaïsme, christenen geheten.
*
Dingen DOEN voor god
Er is niets tegen dingen doen voor God. Wel tegen dingen DOEN. Als de nadruk te zeer komt te liggen op eigen werken, ben je fout bezig. Dit is misschien niet wat je zou verwachten. Veel gelovigen vertalen de laatste verzen Mattheus 28 naar vandaag de dag toe: vlieg uit en breng de goede boodschap van Jezus aan de rest van de wereld. Het is echter duidelijk dat de discipelen de rest van de wereld nooit bereikt hebben, laat staan ook maar één ziel hebben gedoopt in de naam van de vader, zoon en heilige geest. Als klap op de vuurpijl besluit Jezus zijn lessen met de woorden, “ik zal altijd bij u zijn tot aan het einde van de aion! Waarna hij prompt vertrekt. Het is duidelijk dat deze grote opdracht niet wordt vervuld tot Jezus terugkeert om zijn 1000 jarige rijk te inaugureren en de discipelen op de 12 tronen zet.
*
De vrijheid om fouten te maken
Alleen door de zekerheid van Gods onveranderlijke affectie voor ons kunnen we echt leven, Rom. 8:1. Zij die constant bang zijn om fouten te maken in Gods ogen, zullen nooit verder komen op de grote reis. Onze zekerheid in christus begrijpen is de sleutel. Weten dat er een vangnet is, maakt een groot verschil in de typen van bewegingen die we uitvoeren op deze hoge trapeze die we het leven noemen.
*
Waar we ook gaan, nooit zullen we ons thuis verlaten
Genade laat ons niet zonder grenzen. Zelfs als we de verste uithoeken van het heelal konden zien, zouden we Gods hand nabij ervaren. En toch houdt God onze persoonlijke grenzen verborgen voor ons. Waarom? Omdat er plezier is in het proces van ontdekken. Het leven is een avontuur van het ontdekken van wie we zijn. Niet alleen in christus maar ook in de wereld. Dank God voor deze soort van genade die ons de vrijheid geeft om zelf onze grenzen te ontdekken. En die ons tegelijk verzekert dat we nooit uit de nabijheid van Gods hand raken.
Een bastaard evangelie bestaat
“Het verbaast me dat u zich zo snel tot een verschillend evangelie hebt gekeerd. Er is geen ander evangelie maar wel mensen die verwarring zaaien.” Galaten 1:6-7.
In de dagen van Paulus zijn er net als nu 2 evangeliën: 1. het evangelie van de besnijdenis, welke Gods boodschap aan Israël is ten aanzien van politieke suprematie over de aarde. En 2. het evangelie van de onbesnedenen, welke God’s boodschap aan de rest van de wereld is ten aanzien van politieke suprematie in de hemelen = heelal. Het eerste evangelie is een mix van wet genade terwijl het tweede pure genade predikt. Paulus waarschuwt de Galaten voor het eerste. Paulus noemt dit verstoorde evangelie een non-evangelie dat verstoord is door de wet. Hij noemt dit evangelie verschillend maar niet anders omdat er geen ander evangelie is. Als het om het evangelie van de besnijdenis ging, was het een ander evangelie geweest omdat dit evangelie tenminste legitiem is. Maar het was geen ander evangelie maar een bastaard evangelie omdat het een mix predikte van wet en genade. Het is hetzelfde evangelie dat vandaag de dag door traditionele christenen wordt gepredikt: red jezelf door genade.
*
Gered door werken of genade?
Jacob zegt dat geloof zonder werken ons niet kan redden, Jac. 2:14. Paulus zegt dat we gerechtvaardigd zijn los van werken, Rom. 3:28. Wie heeft er gelijk? Het heeft hiermee te maken dat beiden zich tot een andere doelgroep richten. Jacob zegt dat geloof zonder werken de Israëlieten niet kan redden. De titel van het boek is dan ook: Jacob aan de 12 stammen. Paulus schrijft aan de rest van de wereld, natiën genoemd. In Romeinen 11:13 noemt hij zichzelf de apostel van de natiën. Dit werken/geloof argument is het verschil tussen de evangeliën van besnijdenis en onbesnedenen. Jacob is een vierkante paal en Paulus is een rond gat. Als je dat door hebt, zie je dat de bijbel zichzelf helemaal niet tegenspreekt.
Genade is vreugde en vrijheid om te leven
Het malle gezicht van een baviaan, de lichtgevende strepen op een vis, de gestreepte Zebra en ringen om saturnus; zijn ze echt noodzakelijk nodig? Nee. Maar ze verzekeren ons dat God er vreugde in schiep toen hij ermee bezig was. Van zijn hemelse palet bracht hij zijn eigen kunstwerken voort. Genade is dat wat ons in staat stelt om vreugde te hebben in het leven. Het Griekse woord “charis” betekent vreugde. Definitie van genade is: een daad die blijdschap voortbrengt. Theologisch gezien is genade toebedeeld aan hem die het juist niet verdient. Dit is wat blijdschap voortbrengt. Een voorbeeld is wat god voor moordenaar Saulus van Tarsus deed die op weg was naar Damascus om gelovigen te vervolgen. God zei onderweg tegen hem: “Saulus, ik weet dat je een gestoorde halve gare psychopaat bent maar toch houd ik van je. Die Jezus die je vervolgt, dat ben ik. Ik ben voor jou gestorven.”
Deze ontmoeting veranderde Paulus niet in een theoloog. Hij werd geen religieuze fundamentalist nadien. Hij was juist een religieuze fundamentalist voor die tijd. Nu werd hij vervuld van blijdschap. Wat? Zelfs nadat zijn messias hem met blindheid had geslagen? Ja.
*
Martin Zender: David en Goliath syndroom
Onze enige zachte steen
Niets wat zichtbaar is, beschermt ons. We hebben nauwelijks genoeg kleren. We leven voor voedsel, water, licht en warmte. De leden van onze gemeente zijn versnipperd over de hele aardbol. We hebben een oude fiets. Geen organisatie claimt ons. We zijn nu het tegenovergestelde van wat we straks zullen zijn. De wereld heeft ons al 10 keer opgeslokt. Nu al 100 keer. We verliezen de race om het leven. Dit is het David en Goliath syndroom. Het is God die ons verzekert dat we straks het tegenovergestelde zullen zijn van nu. Voor de wereld zijn we naakt en weerloos. Maar onze verandering straks, zal alles rechtvaardigen.
*
Wat gebeurde er met David’s 4 overgebleven stenen?
In 1 Samuel 17:40 staat: “hij pakte zijn stok, zocht 5 ronde stenen uit de rivierbedding en stopte die in zijn herderstas. Toen liep hij op de Filistijn af.”
5 is het getal van genade. David zocht 5 ronde stenen die de genade suggereerden van God die bij hem was. En in de strijd tegen Goliath, gebruikte hij slechts 1 steen; 1 het nummer van God. 4 stenen bleven over. Wat gebeurde ermee?
4 is het getal van wereldwijde bedekking: de 4 seizoenen, de 4 windstreken, de 4 delen van een dag. De 4 richtingen van een kompas. God zal straks de aarde schoonvegen van alle vijandigheden omwille van zijn volk Israël. Als haar vijanden haar straks omringen, zal God hen symbolisch met de 4 overgebleven stenen omver kegelen. Dan zal ook David’s grotere zoon zijn troon betreden.
*
Als ik zwak ben, ben ik sterk, 2 Kor. 12:10
2 Kor. 12:10 is een feit en geen theorie. Als objectieve waarheid werkt deze. Als je zwak bent, ben je sterk. Als ik het niet meer zie zitten of geen geld meer heb, herinner ik me deze waarheid. Als ik dat doe, voel ik de schok van die uitspraak. Zwakheid als kracht is zo tegengesteld aan hoe de wereld werkt. Probeer op zo’n moment te beseffen, “dikke koe, ik ben juist sterk hierdoor, door mijn gesputter en geklaag.” Inderdaad is dit een schok om te realiseren. Dat zwakte daadwerkelijk kracht is, is werkelijk verbazingwekkend.
*
Schaapherder David weigert de wapenuitrusting van Saul
David paste Saul’s wapenuitrusting aan maar deed deze weer af. “Ik ben dit niet gewend. Ik kan hier niet mee lopen,” zei hij tegen Saul. – 1 Samuel 17:38-39.
Als god wil dat je gaat, waar dan heen, zal het David en goliath syndroom jou juist al die dingen afpakken die de wereld noodzakelijk zou vinden vindt voor een dergelijke job. Dit is omdat het Gods klus moet zijn en niet de jouwe. Dit moet bovendien duidelijk zijn voor de rest van de wereld. Als het leger Goliath geveld had met bijlen en speren, dan had niemand geloofd dat het Gods werk was geweest. Maar als God dit door een schaapherder laat doen die te iel is om rechtop te staan en alleen met een kei kan gooien, gaat de wereld nadenken over zo’n voorval.
David legde dit uit aan zijn leger toen hij op weg ging naar goliath. Hij zegt: “de here heeft geen zwaard of lans nodig om te overwinnen.” – 1 Samuel 17:47. Griekse atleten liepen renden naakt. Paulus zegt ook dat we de wedstrijd rennen en spoort ons aan om ons van die dingen te ontdoen die het goddelijke proces alleen maar in de weg staan. Wij hebben er nogal moeite mee om afstand te doen van deze handige dingen; al zijn het maar diploma’s waarmee we verder zouden kunnen komen. Dus doet god dit wel voor ons. Hij neemt ons af wat we volgens hem niet nodig hebben en wat we zelf ook niet graag opgeven. We kunnen niet falen omdat onze zwakte nu als kracht geldt en ons falen als succes. Alleen god werkt op deze manier. David probeerde de wapenuitrusting uit. Maar hij besloot de strijd toch maar zonder deze ballast aan te gaan.
*
God heeft een heftige tijd voor mij in petto
God heeft mooie dingen voor mij in petto. Alleen nu, in dit leven doet het zeer. Zoals je een computerprogramma installeert met de “set-up” zo is dit leven de set up voor het komende. Deze set up behoort ook tot het David en Goliath syndroom. Als eenzame gelovige ben ik omringd door grote kerken die het schijnbaar beter weten dan ik. Als ik de stad uit fiets, kom ik langs grote meubel boulevards, nieuwbouw, vierbaanswegen en wegen in aanleg. Als ik ernaar kijk, lijkt het of deze dingen niet aan mij besteed zijn: een groot winkelcentrum met dure spullen die ik toch niet kan kopen… Pas later zie ik het kruis met het bordje erboven:
Toekomstige kerk van de heilige Drie-eenheid en Babylon. Het zoveelste bastion met opzwepende muziek. Tegelijk kom ik nauwelijks rond van mijn inkomen. In de supermarkt moet ik afwegen of ik echt wel kaas wil kopen. Dan maar een week later naar de kapper. Sorry voor de arrogantie. Maar ik ben één van de weinigen die de ECHTE boodschap van christus verkondigt. Dus schreeuw ik boos naar God: beste God, wat doe je? Uw vijanden hebben het goed en kunnen van alles kopen, hebben een dak boven hun hoofd en kunnen op vakantie en nota bene uw naam en uw kruis lasteren. En ik, nota bene degene die als één van de weinigen weet wat de toekomende aionen ons brengen zullen, kan niet eens een stuk kaas kopen. En mij, degene die u heeft uitverkoren als één van de weinigen op aarde om uw zuivere boodschap te verkondigen, laat u met lege handen in een grote supermarkt staan. Ofwel: het David en Goliath Syndroom.
*
Vergelijk en sterf
Paulus schreef in Fil. 4:11 – ik heb geleerd om tevreden te zijn met wie IK ben. Deze tweede ik heb ik in hoofdletters geschreven en is de sleutel tot de hele vers. Hoe leren we tevredenheid?
– Stop met jezelf te vergelijken met anderen.
– Stop met je omstandigheden te vergelijken met die van anderen.
Jouw leven is jouw leven en van niemand anders. God brengt beproevingen op jouw weg die Hij bij anderen niet doet. Dat is geen teken dat god een hekel aan jou heeft maar van jou houdt. Hebreeën 12 leert ons dat God hen disciplineert die Hij lief heeft. Discipline is een teken van God’s liefde, niet van zijn ongenoegen. In vroegere tijden was het misschien een teken van straf als God je in de kraag pakte. Maar nu is het een teken van liefde. Het is ook niet zo dat hij andere mensen niet disciplineert en dus een hekel aan hen heeft. Het is simpelweg nog niet hun tijd. Discipline brengt ons tot God. We zijn geen fatalisten. Natuurlijk proberen we onze omstandigheden te verbeteren. Maar terwijl we dit doen, blijven we tevreden. We hoeven alleen het laatste woord te benadrukken in de zin: Ik ben tevreden met wie ik ben.” Daar ben je, midden in de chaos misschien maar vlakbij God.
Voor discipline zult u volharden.
Tevredenheid tijdens lijden komt van het besef dat degene die jou met de zweep dresseert van jou houdt. Hebr. 12:11. Er is geen betere weg naar tevredenheid tijdens welke beproeving dan ook dan het besef dat God dit voor jou doet en wel voor jouw bestwil en niet omdat God een hekel aan jou heeft. Alles werkt voor jou ten goede. Als je moeder op sterven ligt, besef dan dat ze bij god in veilige handen is. Maak je niet druk. God weet wat hij doet. De wereld beoordeelt ons naar de bankrekening. Zonder geld worden we gezien als losers. Paulus leert ons dat tevredenheid beter is dan geld. Blijkbaar kun je tevredenheid meenemen je graf in.
*
“Ik schaam me niet voor het evangelie, want het is de kracht van god die werkt voor iedereen die gelooft.” Romeinen 1:16.
De simpele aankondiging van het offer van christus heeft kracht. Het maakt niet uit hoe iemand het zegt, zolang je zegt: “christus stierf voor je zonden.” Het is een voltooid werk dat opereert ondanks jou. In de tuin van gethsemané zei Jezus alleen: “Ik ben Hij.” En de soldaten vielen achterover. Over deze kracht heb ik het. Het is de boodschap, niet de boodschapper.
Jona: wereldklasse evangelist
Wie was vroeger de meest effectieve evangelist? Jezus of Jonah? Antwoord is Jonah. Jezus had slechts een handvol mensen bekeerd tot de boodschap van heb je naaste lief. Jonah bekeerde 120.000 mensen. En dat op een simpele namiddag.
Waarom deed God dit met Jona? En… waarom wil hij dat ik dit verhaal opschrijf en online zet??
God wil ons een les leren over de mensen die hij uitkiest voor zijn boodschap. Het gaat alleen om god en niet om de boodschappers. Toen God Jona vroeg om bekering te preken aan de Ninevieten, zei Jona “nee.” Vervolgens bracht hij verschillende weken door om een plan te verzinnen om aan God’s verzoek te ontkomen. Misschien moest hij maar naar de andere kant van de wereld afreizen. Naar Mexico of zo. Noach had het al eens geprobeerd in een grote ark; dus dat moest hij dan ook maar doen. God zou hem nooit terugvinden in zo’n grote houten boot. Inderdaad kostte het God vele uren om Jona terug te vinden op die grote zee. Toen Hij Jona gevonden had, besloot hij een zware storm op hem af te sturen om het avontuur groter te maken.
De matrozen hadden vrij snel door dat de storm met deze vreemde verstekeling te maken had en aarzelden niet om hem overboord te kwakken. Daar spartelde Jona in het water, zoals Paulus eeuwen later zou doen. God besloot nu een grote vis op hem af te sturen. Jona wou immers avontuur, zo had God begrepen. Merkwaardig genoeg redde de vis zijn leven. Niet alle vissen zijn zo barmhartig maar deze wel. Als je een slechte dag hebt kun je het beste door een vis worden opgevreten. De vis spuwde Jona 3 dagen later uit op een mooi palmenstrand. Niet ver van Niniveh! God vroeg hem opnieuw om de Ninevieten op te roepen zich te bekeren. Dit keer ging er een lichtje branden bij Jona. Zelfs na zijn zee-avontuur was zijn houding nog iets lager dan die van de engelen. Hij zei: nog 40 dagen en Niniveh zal verwoest worden. (Jona 3:4).
Stel je voor als een dominee dit in de kerk zou zeggen: nog 40 dagen en Amsterdam zal worden verwoest. Hij zou met kop en kont uit de kerk worden gezet. Jona wel. Hij wandelde voort als een depressieve pinguin, maakte geen hallelujah geluiden of zoiets maar deed wat hij moest doen. Met tegenzin weliswaar. Hij stonk nog steeds een uur in de wind naar ingewanden van een vis en stond nog steeds met 1 been in de hades. En hij moest anderen oproepen om zich te bekeren? Het resultaat van Jona’s dienstbaarheid komt tot uitdrukking in de volgende vers: toen geloofden de inwoners van Niniveh in God. Dit waren 120.000 mensen. De bekering van de stad was zo overweldigend dat God zijn plan herzag om de stad te verwoesten. Maar Jona niet. Hij was zo in extase door het succes van zijn oproep dat hij woest werd. Immers, de Ninevieten moesten volgens hem allemaal dood. (Jona 1:4). Wat een mooi einde voor een mens vernederend verhaal. Het hele verhaal van Jona is duidelijk genoeg voor ons om ons te instrueren over de mensen die God gebruikt.
*
In Matteus 9:9 staat: “Jezus die langskwam, zag een man die men matteus noemde.” Dus blijkbaar heette hij anders. In Markus 2:14 staat zijn echte naam: Levi Alpheus. Hoe zou de rest heten?
*
Hoe zullen we het evangelie aan ongelovigen brengen? Het correcte antwoord is: christus stierf voor onze zonden.
*
Job was koning Jobab van Edom. Hij was geen slaaf van mensen maar wel van zijn beproevingen en angsten.
*
Ik voel zoveel kracht
Bedtijd is mijn favoriete tijd omdat het de dood simuleert. Elke nacht als je het dekbed over je heen trekt is het net een mini begrafenis. Dan zeg je: adios gemene wereld. Ga maar een paar uur door zonder mij. Goedenacht zeggen we ook tegen de doden. Daarna gaan we verder en nemen we een vette hamburger om onze eigen aftervende lichamen te onderhouden. Dan beseffen we: het dodenrijk is zo slecht nog niet. Geen rekeningen, incasso’s, insecten, hitte en ziekte meer. Om nog maar te zwijgen van alle oorlogen en rampen die je moet missen. Geen dominante bazen of lange werktijden meer. En als je je ogen open doet, kijk je recht in het gezicht van christus. Nu snap je hoe ik zo krachtig over god kan schrijven. Als ik zwak ben, ben ik sterk: 2 Kor. 12:10. Neem deze vers letterlijk en zie wat ze met je doet.
*
Paulus weigerde om zichzelf te oordelen
Zelfreflectie vond Paulus maar tijdsverspilling. God moest dat maar doen. 1 Kor. 4:1-5. Hij zegt dat hij zich van geen kwaad bewust is maar dat God andere maatstaven hanteert. Wie had er belangrijker werk te doen dan Paulus? En wie zou er een meer onbevlekt C.V. nodig hebben dan hij? Hij dacht dat zijn motieven zuiver waren maar vertrouwde zichzelf toch niet. Hij wist dat God andere maatstaven hanteerde. Satan zou hem hebben opgescheept met uren en dagen van introspectie en zelfreflectie. Paulus weigerde om dat spel mee te spelen. Maak het beste van je leven en kijk vooruit naar de toekomst. Doe als paulus en vergeet de dingen die achter je liggen. Iedereen heeft foute dingen gedaan. Niemand’s motieven zijn zuiver. Erken dat en leer ermee leven. Biedt zonodig verontschuldigingen aan en leef verder. Vertrouw op god en ga verder in het leven. Word het licht van deze wereld; niet door je rechten te verdedigen of je met politiek in te laten maar door Christus in jou te laten werken. Erken en herken dat Hij in jou werkt. Geloof zijn beloften; dit geloof zal jou tot rechtvaardigheid worden gerekend.
*
Jezus werd zonder reden gehaat. De joden en Romeinen haatten hem VANWEGE zijn totale onderschikking en nederigheid. Zo verging het ook Paulus. Onderschik u aan overheden; dit voeg ik uit Romeinen 13:1 in, in Romeinen 12. Romeinen 13:1-5 is een voortzetting van de lijst van christuskenmerken van Romeinen 12. De lijst in Romeinen 12 past ook bij onze houding jegens overheden. Alle overheden zijn door god ingesteld. Dus zegen de belastinginners, ziekenfonds, deurwaarder, etc.
*
Waarom de wereld vals is
Het tijdperk van de heidenen heeft een andere agenda dan dat van het Koninkrijk van God. T.z.t. zal God demonstreren wat hij van plan is door zijn zoon. Nu is het nodig om de futiliteit en falen van menselijke overheden aan te tonen. Mensen die over mensen heersen veroorzaken rampen en calamiteiten. Net zoals het voor een zondaar nodig is om te beseffen dat hij een God nodig heeft, zo moeten de overheden dit ook leren. Dank God hiervoor, dat hij autoriteit geeft aan heersers die deze niet aankunnen maar hij straks alles zal transformeren in christus.
*
In Romeinen 3:10 staat dat niemand rechtvaardig is. In Lucas 1:5-6 staat dat Zacharia en Elisabeth rechtvaardig werden genoemd door god. Hoe zit het?
In Romeinen 3:11 staat: er is niemand die god zoekt. Maar in Mat. 7:7 staat: zoek en u zult vinden.
Hoe zit het? In het eerste geval gaat het om het absolute perspectief van God uit. In het tweede geval gaat het om het relatieve perspectief vanuit de mens. De mens zoekt god niet uit zichzelf. Maar als de mens dit volgens Mat. 7:7 wel doet, komt dat omdat God hem eerst heeft gezocht. God spreekt over zichzelf in relatie tot de mens. Dit is het relatieve perspectief. In Lucas 1 waar Zecharia en Elisabeth rechtvaardig worden genoemd, is dit in relatie tot de priesters. In relatieve zin zijn ze rechtvaardig. In vergelijking met clowns als Ananias en Caiafas waren ze rechtvaardig. In Romeinen 3:10 spreekt God in absolute zin uit dat niemand rechtvaardig is. Er is dus geen tegenspraak met Lucas 1, alleen een ander perspectief. Als de bijbel zegt dat alle mensen uit god zijn maar sommige mensen niet; hoe kan dit? In absolute zin zijn alle mensen uit god. Maar in relatie met ongelovigen zijn in de eerste instantie alleen de gelovigen mensen van god.
*
Als je twijfelt over wat je mag eten, ben je al veroordeeld. Alles wat niet uit geloof is, is zonde, Rom. 14:23. Het is je eigen geweten, niet God, dat dingen tot zonde maakt. God geeft een ieder een vaste hoeveelheid geloof. Hoeveel geloof heb je? Meet je vrijheid. Zij met weinig geloof hebben weinig vrijheid; zij met veel geloof hebben veel vrijheid en wandelen in alle vrijheid. Alles wat uit geloof is, is geen zonde. Paulus heeft het eerst nog over eten maar later geldt dit voor alles. Gelukkig wie zich niet schuldig voelt over zijn overtuiging, Rom. 14:22.
*
Paulus zegt in 2 Kor. 7:4 dat hij overspoeld werd van vreugde in al zijn beproevingen. Dit klinkt pervers. Niet alleen Paulus had deze tic. In Handelingen 5:41 juichten de apostelen van blijdschap dat ze mochten lijden voor christus. Waren deze mensen masochisten? Ja. Ze converteerden hun pijn naar vreugde door hun lijden te associëren met iets dat hen extreem fantastisch voorkwam: de liefde en acceptatie van christus. Hetzelfde met Stefanus: hoe kon iemand vreugde beleven aan steniging? Zoiets als dit: “Ik zie de hemel opengaan en de mensenzoon aan de rechterhand van god zitten.” Handelingen 7:56.
*
Glorieuze gedachten excursies
“Schenk aandacht aan alles wat waar is, aan alles wat lof verdient.” Fil. 4:8. Aandacht schenken aan is in de grondtekst verwoord met “rekenen” in de zin van aanrekenen. Rekenen is een activiteit van de hersenen. De gedachten kunnen overal heengaan zonder het lichaam. Het verstand is onze grootste gift die ons toegang verschaft tot God’s totale kaleidoscoop. Onderweg in een trein hoef je je niet te vervelen. Laat je gedachten afdwalen naar een ruige kroeg met harde muziek of juist rustige muziek. Denk aan je knappe vriendin, nieuwe fiets, auto of vakantie die eraan komt. Of juist aan de vakantie waar je vorig jaar was. Laat je gedachten op volle kracht werken. En God zweeft boven al deze activiteiten.
*
Niet iedereen sterft
Paulus schrijft in 1 Kor. 15:51: “ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt.”
Dit is de wegname van het lichaam van christus. Maar wacht: is deze vers niet in tegenspraak met 1 Kor. 15:22? “Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door christus allen levend worden gemaakt.” Het werkwoord “sterven” staat in de onvoltooide tijd: “zoals in Adam allen aan het sterven zijn.”
Waar gaat de ziel heen na de dood?
De ziel gaat nergens heen want ze is samengesteld uit geest en lichaam. Zoals groen uit blauw en geel bestaat. De ziel wordt in de bijbel ook “het” genoemd. Zoals een persoonlijkheid soms neutraal wordt. Als iemand saai is geworden, zeggen we “waar is Dudley’s persoonlijkheid gebleven?”
Als je groen hebt en je haalt blauw en geel eruit hou je niks over en zeker geen groen. Het groen lost op in het niets. Het Hebreeuwse woord voor het onzienbare is Sheol en het Griekse woord is Hades. Hier gaat de ziel na de dood figuurlijk heen.
Hades is niet heet
Psalm 115:17: de doden kunnen God niet prijzen.
Dat is een goede beschrijving van het graf: doodse stilte. Prediker 9:9-10 bevestigt dit gebrek aan activiteit in het graf. Geniet van elke dag in het leven want er zijn geen daden, kennis of wijsheid in het dodenrijk. De gangbare gedachte is dat mensen na de dood direct naar hemel of hel gaan. Dit is dus niet zo. Men gaat naar het dodenrijk. De wijze zegt dat niet de hel heet is maar dat we nu zweten onder de zon. Tenzij je in Groenland woont. Dood is het tegenovergestelde van leven. Openbaring 20:5 leert ons dat de rest van de doden (de ongelovigen) pas na 1000 jaar opstaan. De dood is een terugkeer. Het lichaam keert terug naar het stof van de aarde. En de geest keert terug naar God, Prediker 12:7.
Christus bevestigt de terugkeer van de geest als hij aan het kruis zijn laatste woorden uitspreekt: vader in uw handen beveel ik mijn geest: Joh. 23:46. Hoe zit het met de ziel? De ziel is onze sensaties; alles wat we waarnemen. De ziel is technisch geen onderdeel van ons. We bestaan niet uit ziel zoals we uit geest en lichaam bestaan. Het feit dat we kunnen horen, zien, ruiken en voelen, en ons van dingen bewust zijn is het resultaat van de combinatie van lichaam en geest. Zie Genesis 2:7 waar YWHW de mens uit het stof der aarde vormde en hem vervolgens zijn geest inblies. Waarna het nieuwe schepsel een levende ziel werd. Geest en lichaam resulteren in bewustzijn. Adam was geen ziel tot de geest zijn lichaam binnenkwam. Een mens heeft geen ziel maar wordt er één, figuurlijk gesproken. Als onze geest na de dood terugkeert naar God, heeft zij dan bewustzijn? Nee. Zie hiervoor Genesis 2:7. Het gaat echt om de combinatie van lichaam en geest. Het lichaam gaat omlaag en keert terug in de aarde en de geest gaat naar boven, naar god. Een grotere tegenstelling is er niet. Lichaam en geest zijn verder van elkaar weg dan wat ook in de schepping. Daarin is geen plaats voor bewustzijn. Zo is het met de mensheid. Men kan een lichaam hebben zonder een geest. Hier kom ik nog op terug.
Onze geest bestaat na de dood door bij God
Als we opstaan uit de dood weten we alles nog van ons leven voor de dood. Waarom moesten we alle ellende ondergaan als we toch niets mee kunnen nemen voor ons volgende leven? Het doel van kwaad is om als contrast te dienen voor de komende glorie. Er kan straks geen glorie zijn als er eerst geen kwaad was. Waar zijn onze herinneringen opgeslagen? Niet in het lichaam. Dit is straks een losse verzameling stof na de dood. Ook niet in de ziel. Deze is alleen een computerscherm dat dingen registreert. Onze levens zijn opgeslagen in onze geesten. De geest is onze harde schijf waarop alles is opgeslagen. Deze harde schijf keert terug naar God die hem in bewaring neemt.
Zie ook het voorbeeld van de opwekking van de dochter van Jaïrus in Lucas 8:55. Het meisje wordt wakker en de geest keert in haar terug. Niet DE geest maar HAAR geest. Waar was deze? Bij god! Dit moet ons een comfortabel gevoel geven. Dat onze harde schijf straks een externe harde schijf wordt die achter slot en grendel zit bij God. De geest van ieder van ons is blijkbaar een persoonlijk essentie. De geest leeft niet voort in de dood maar bestaat wel degelijk. Bewustzijn is blijkbaar niet nodig voor het bestaan zoals ook wordt aangetoond als we slapen. We bestaan en leven als we slapen maar zijn ons niet bewust van het leven. Als we dood zijn, bestaan we zeker niet langer. Maar onze geesten bestaan nog wel. Ze zijn “ergens.” Bij God. Onze geest verdwijnt na de dood niet zoals de ziel. Onze geest composteert ook niet zoals ons lichaam. Onze geesten en die van onze geliefden zijn een schat die wordt bewaard bij God na onze dood. We krijgen ze terug in de opstanding en samenvoeging met ons nieuwe lichaam. Dan hebben we dus ook een nieuwe ziel die het onzichtbare waarneemt. Wacht maar wat we waarnemen met onze nieuwe monitoren!
*
Het geniale van gelijktijdig plezier
Christus noemde de dood een soort slaap. (Joh. 11:11-14). De dood scheidt ons van God maar de staat van niet-bewustzijn is een verademing en zelfs geniaal. Hoe gaat dit met de “grote wegname?” Is onze grote wegname gelijktijdig met die van de overleden gelovigen? Is de apostel Paulus al in de hemel? Waar hij mij straks verwelkomt? Nee, ook hij is dood, samen met alle doden, gelovig of ongelovig. En de doden weten niets: ze hebben het niet warm of koud; ze hebben geen honger of dorst. Ze hebben geen besef van tijd. Paulus wordt straks pas na 2000 jaar weer wakker bij zijn opstanding. Maar omdat hij zich nergens van bewust was, lijkt het net of er een seconde tussen zijn dood en opstanding zat. Hij is zich niet bewust van de afgelopen 2000 jaar. Het moment van zijn dood, zal voor hem in subjectieve zin hetzelfde voelen als het moment van zijn opstanding. Zodoende zullen we allen de verrassing van christus als hij ons komt halen gelijktijdig ervaren, zowel wij als zij die lang geleden stierven. Wat geniaal van God!
*
Geest van God
We hebben de geest van God, 1 Kor. 3:16. Alles dat leeft heeft geest. Christus had de geest zonder eindigheid, Joh. 3:34. Wij hebben hetzelfde alleen gedoseerd. Daarom kunnen we niet alles wat Christus deed; onze geest wil wel maar het vlees is zwak. Het vlees overstelpt onze geest een groot deel van de tijd. Dit doet God express zo opdat we op Hem vertrouwen en niet op onszelf. Neem het jezelf dan niet al te kwalijk als je steeds faalt.
Waar is Jezus
Op de dag dat we in een oogwenk transformeren tot een nieuw lichaam, zullen we het begin zijn van een nieuwe mensheid: Efe. 2:15. Opnieuw zullen we een ziel hebben die dingen waarneemt die we ons nu niet kunnen voorstellen. En voor ons zal een man staan: Jezus. Hem zullen we als eerste zien. En dit is de grap: Jezus heeft ook een lichaam; Hij is uit de dood op gestaan en ten hemel gevaren. Hij is “ergens” in het hier en nu. Met Hem zullen we de komende aionen regeren. We zullen de littekens van zijn wonden zien. De hemelse machten zullen getuige van dit alles zijn en zich verbazen over hoe Christus en zijn lichaam eindelijk verenigd zijn.
*
Wat is Glorie?
Veel gelovigen, ik incluis denken bij glorie alleen aan zichzelf en de toekomstige plek in de hemel. Terwijl het juist andersom moet: welke glorie geven we aan God? En wat betekent alles in allen? Dit laatst zoveel als dat ieder individu ooit vervuld zal worden met de geest van God; 1 Kor. 15:28.
Komen we met dezelfde lichamen uit het graf bij de opstanding?
Lazarus stond met hetzelfde lichaam op uit de dood. Maar wij niet. Veel mensen zijn gecremeerd. Waarom zou God hen met hetzelfde lichaam weer opwekken? Ons eigen lichaam regenereert zichzelf iedere 7 jaar. Dus waarom zou God zich aan het patroon van ons oude lichaam houden? Onze identiteit is vastgelegd in de geest die we ontvangen, niet in onze lichamen. Als we worden opgewekt uit de dood, keert de geest naar ons terug en zijn we dezelfde mensen die we waren met dezelfde identiteit. Alleen met andere lichamen.
*
1 Korinthiërs 15:21
Zoals door 1 man, Adam allen onder de zonde kwamen, zo wordt door 1 man, Jezus iedereen gered. Mooi maar ook ongrijpbaar en geeft je een hulpeloos gevoel vanuit beide perspectieven.
*
2 Korinthiërs 12:9
Kracht wordt zichtbaar in mijn zwakheid; aldus laat ik de kracht van de geest van God toe. Welk bedrijf durft dit te zeggen: hoi, ik heb afgelopen kwartaal 10% verlies geleden; en wat? Ik neem nog wat personeel aan dat zo dom is als het achtereind van een varken! Dit is wel waar god begint en Hij de grootste zondaar van de wereld uitkiest om zijn plan te verwezenlijken! Saulus van Tarsus!
In onze zwakheid zijn we sterk
Het mooie van geloof is dat je altijd God de schuld kunt geven. Als het flink misgaat kun je zeggen: het is God die me liet falen. Als het een beetje misgaat, kun je zeggen: g’dverd’’’sorry, in mijn zwakheid ben ik sterk: 2 Kor. 12:9. Komt er de zoveelste tandartsrekening in de bus, ga dan vloeken! Verdomme, de doden hoeven in elk geval geen rekeningen te betalen. Ik wou dat ik dood was! Uit recalcitrantie vreet je 4 repen chocola op tot de chocola uit je oren kruipt. Immers, in je zwakheid, ben je sterk! Besef dan, dat je de tandarts met zijn rekeningen juist moet zegenen. En hoe groots God in je leven werkt; dan krijg je weer een lach op je gezicht. God gebruikt de tandarts ook om jouw geloof te sterken!
*
Galaten 5:17
Wat de geest verlangt is in strijd met het vlees; en wat het vlees verlangt is in strijd met de geest. De geest behoedt ons voor echte calamiteiten en eenzijdig het vlees na te jagen. Zonder geest zouden wij echt beesten zijn. Maar… andersom ook: het vlees behoedt ons ervoor om 100% geheel volgens de geest te leven. Dit heeft God expres zo bepaald om ons te laten ervaren dat we afhankelijk zijn van God.
*
Stop met streven
Psalm 46:10 stelt dat we op moeten houden met streven en moeten snappen dat “Ik God ben.” In de grondtekst staat: rustig aan en weet dat ik Elohim ben. Dit is iets anders dan “doe maar rustig aan.”
In Jesaja 13:7 is het woord Raphah vertaald met zoiets als “word slap of mank.” Dit is een negatieve betekenis. Maar psalm 46:10 maakt er een advies van. In Jesaja 13:6-7 staat dat de dag van de Here nabij is en de ontzagwekkende komt. Daarom trillen alle handen en verweekt ieders hart van angst. Vertaal dit naar Psalm 46:10 en je ziet dat je het rustig aan moeten doen in die zin dat we op god moeten vertrouwen. Jesaja 13:6-7 betekent dat we in de tijd van vernedering leven. We moeten niet zelf proberen om te streven. Dat is Gods zaak. Hij zorgt dat we krijgen wat we nodig hebben. Straks als we verhoogd worden, zullen we onze handen uit de mouwen steken en pakken wat we willen. Burn outs ontstaan omdat we teveel willen. Laat die stress achter je en je vingers slap hangen en je hart smelten. Weet eerst dat Hij God is. Psalm 46:10 heeft dus de positieve variant van Jesaja 13:6-7.
*
Breekpunten
Net als je geld hebt gespaard, wordt het weer van je afgenomen: belastingaanslag of verzekering. Je wordt er niet goed van en komt op een soort breekpunt terecht. De strijd verlaat je en je geeft je over aan de stroom van gebeurtenissen. Je ziet wel hoe het verder gaat. Je hebt 4-5 jaar energie gestopt in een opleiding en op de valreep haal je het niet. Alles voor niets. Dan kom je op een breekpunt terecht. Waar je zo bang voor was, gebeurt ook nog eens: je bent weer helemaal terug bij af. Erger nog; je bent al je geld kwijt dat je had geïnvesteerd. Dan besef je: god geeft en neemt. Dit soort lijden is niet het lijden van het kruis maar van de Tuin van Gethsemane. Je vraagt God wanhopig of er niet een andere manier is om je brood te verdienen en toch nog de opleiding af te maken. Maar god beslist dat het anders moet. Dit besef komt tot uiting in “uw wil geschiede.” Graag had je een diploma gehad en een mooie baan. Maar God beslist anders.
Na het “uw wil geschiede” vervolg je de lijdensweg een stuk makkelijker. Het besef dat God jouw weg heeft bepaald en dit onafwendbaar is, geeft een zekere rust. Zoals Jezus tegen Pilatus zei: Alles staat vast en je kunt er niets aan veranderen. Een letterlijke slaaf bezit niets, zelfs geen familie. Alles wat hij heeft, komt van god. Treur niet; in de volgende aionen zul je alles hebben wat je nu mist. God werkt met breekpunten. Hij breekt ons en als we dit eenmaal door hebben, snappen we dat verzet nutteloos is.
*
Aionisch leven
Gods kalender bestaat uit 5 tijdperken, aionen geheten. Dit woord aionen komt ongeveer 75 keer voor in het Nieuwe Testament en is door de eeuwen heen foutief vertaald met woorden als eeuwig of wereld. Elk mens dat ooit geboren is, zal ooit eeuwig leven, samen met God. Niet iets vaags met een ziel die voortleeft maar in een nieuw lichaam. Dit zal gebeuren omdat God ooit de dood teniet doe: 1 Kor. 15:26. Dit doet hij door christus. Een beperkte groep mensen zal echter voor die tijd leven; voordat God de dood teniet doet. Zij zullen in de komende 2 aionen leven. Dit noemt men aionisch leven.
*
Alle autoriteit komt van boven, Romeinen 13:1, Johannes 19:11. In de Bijbel staat een overheid “onder God” (Rom.13:1). Een overheid dient niet gecontroleerd te worden door ‘het volk’ maar “naar recht en gerechtigheid” (vergl. Jes.32:1).
*
De hemelse machten kennen ons
De hemelse machten (buitenaardsen) kennen ons; in het bijzonder de ekklesia. Ze weten waar we wonen, kennen onze namen en zelfs onze bestemming. In Efeziërs 3:9-11 onthult Paulus een groot geheim; namelijk dat alle facetten van Gods genade NU aan de hemelse machten bekend worden gemaakt door de ekklesia. We kunnen deze wezens niet zien maar andersom wel. Ze zien ons wel degelijk. Zelfs al zijn ze in een ander melkwegstelsel. Immers, wie zegt dat ze hetzelfde gezichtsvermogen hebben als wij? Net als Jezus Christus bewegen we ons anoniem door de menigte. Maar let op; niet helemaal anoniem want als je omhoog kijkt, kijken ontelbare gezichten ons aan.
*
In 1 Korinthe 15:40 staat dat er aardse en hemelse lichamen zijn. De hemelse lichamen schitteren anders dan de aardse. En elk hemels lichaam schittert weer anders, al naar gelang zijn functie. Net zoals de sterren verschillend schitteren. Onze voorgangers, de heiligen der besnijdenis zoals de 12 apostelen en Maria van Nazareth etc. horen straks bij het aardse lichaam. Wij als Lichaam van Christus mogen er trots op zijn dat we in deze bedeling geboren zijn en straks hemelse lichamen hebben. Nu komt hij: in welke mate zullen we straks zelf regeren met christus? Dit hangt ervan af, hoe groot onze beproeving nu is geweest. En hoezeer we volhard hebben, 2 Timotheüs 2:12. Als je wel gelooft dat christus uit de dood is opgestaan maar verder niet meer omkijkt naar het evangelie, blijf je echt wel behouden voor het aionische leven. Maar zul je niet met christus regeren. Ga niet ten onder aan de druk van deze boze aion. Blijf in het programma.
En hier zien we een ander verschil met de joden. Als wij falen in deze aion en de beproevingen niet (willen) dragen, krijgen we toch deel aan het aionische leven. Als de joden falen, niet. Mat. 10:22, 24:13. Onze bediening is immers geheel uit genade. Waarom worstel ik met mijn computer? Met huisvesting, met de belastingen? Om dezelfde reden als waarom Paulus schipbreuk leed. Wij lijden omwille van christus die zelf ook geleden heeft. Fil. 1:29-30. Goliath ging verliezen en David winnen. Maar nadat er een uitvoerige strijd was geleverd tussen Israën en de Filistijnen. Eerst moeten we de angst van koning Saul voelen en Goliath’s gebrul horen. Kan David niet gewoon erop uit trekken en vechten? Nee. Saul moet eert zijn wapenuitrusting aanbieden aan David. Deze test hem eerst uit en kijkt of hij past. Waarom geen relaxte exodus uit Egypte? Waarom zoveel doden onder de Egyptenaren? En Jezus zelf. Die kan niet met een verdovingsspuit worden omgebracht maar moet nog eens extra pijn lijden. Inclusief de wanhoop in Gethsemané, het verraad van Petrus, de confrontaties met Pilatus en Herodus. Strijd hoort bij God’s eer en kan niet los worden gezien van ons lijden. Geen kleine strijd is te klein voor Gods eer: ook niet als je weer de sok in de wasmachine bent kwijt geraakt.
*
Jezus Christus of Christus Jezus?
De 12 apostelen gebruiken de naam Jezus Christus, Petrus voorop. Jezus is dan wel de gezalfde en uit de dood opgestaan. Maar Petrus noemt Jezus nog steeds een aardse Jezus met een verwijzing naar Israël. Paulus gebruikt beide namen. Om te beginnen noemt hij hem ook Jezus Christus waarmee hij dezelfde persoon bedoelt als de 12 apostelen voor hem. Maar hij noemt hem in Efeziërs 1:1 Christus Jezus. Hij heeft als enige de boodschap gekregen dat een select gezelschap op aarde ook deelt in de titel christus. Ze worden het lichaam van christus genoemd. De besneden heiligen voor Paulus zijn geen deel van het lichaam van christus maar vormen de bruid van het lam. Onder hen de 12 apostelen en ook Maria van Nazareth. Ope. 19:7-8.
*
Waarom gingen Paulus en Silas na alle stokslagen in de bajes van Filippi zingen? Hand. 16. Ze zongen niet direct. Eerder op de dag waren ze gevangen gezet. Pas tegen middernacht gingen ze zingen en bidden. Dit moet om te beginnen een vreemde ervaring zijn geweest voor de bewakers en anderen die hiervan hoorden. Zo ook voor ons. Rond middernacht realiseerden paulus en Silas zich opeens iets; iets dat wij ons ook realiseren. Namelijk de fantastische beloning die ons wacht als we lijden voor christus. Nog even en we gaan het aionische leven tegemoet in het heelal.
*
Problemen met internetverbinding
Dit stuk schrijf ik na inspiratie door martin zender die iets vergelijkbaars schrijft. Mijn nieuwe Telfort internetverbinding liet het afweten. Dus ik bel de helpdek van telfort. Godzijdank hebben ze een goeie helpdesk. Kost wel het nodige. Het zijn geen goedkope gesprekken. Dan krijg je een voice mail aan de lijn. Een oefening in geduld. Ik word 6 maal door verbonden. Dan krijg ik een onaardige vrouw aan telefoon die mij meedeelt dat de service van Telfort maar beperkt is. “We kunnen niet bij elk wissewasje u te woord staan.” Ik sta op het punt om uit mijn vel te springen. Dit zal sowieso averechts werken. Maar ik realiseer me opeens: deze boze aion is de aion van strijd. Ik zal die internetverbinding wel weer goed krijgen. Maar net zoals Paulus schipbreuk leed, zal het mij ook de nodige frustraties gaan kosten.
*
Christus: automatische piloot
We zijn onwetend over de meeste functies van ons lichaam. Hoe klopt ons hart? Dit wordt niet gestuurd door onze gedachten. En hoe werken onze nieren? Iemand achter de machine moet zijn gedachten erbij houden. Desondanks gaan we de nacht in zonder bang te zijn of ons lichaam het niet laat afweten. Natuurlijk kan dit gebeuren; er zijn genoeg mensen die in hun slaap een hartstilstand krijgen. Maar door de bank genomen maken we ons niet druk of ons hart de volgende ochtend nog wel klopt. Hoe kan dit zo? Het antwoord staat in Kolossenzen 1:17. Christus zorgt voor cohesie. Alles heeft zijn cohesie in hem. De geest van god houdt ons op de been; fysiek en geestelijk.
*
Wat een openbaring!
In 1 Korinthe 15:51 vertelt paulus een geheim. Hij vertelt over het wegnemen van de gelovigen naar de hemel; de eerste mensen met een nieuw lichaam sinds Jezus. Algemeen wordt deze passage in verband gebracht met Daniel 12:2 dat over de 2de komst van christus gaat. Maar wacht; als de boodschap van Paulus een geheim was, kan het dus niet te maken hebben met Daniel 12:2. Dit was immers al bekend.
*
Waarom 2 evangelies?
Als god ons alleen van een hel wil redden waarom dan zo moeilijk? Waarom dan een boodschap van de 12 apostelen en een boodschap van Paulus? Geef de mensheid een wet waar ze niet aan kunnen voldoen; stuur ze er bij voorbaat een offer achteraan waar ze eventueel in kunnen geloven en offer dat. God ziet ons en de wereld wat diverser dan zo’n ééndimensionale benadering. In Efeziërs 3:10 staat mooi omschreven hoe door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend zal worden aan alle vorsten en heersers in het heelal. God zegt: met de boodschap van besnijdenis heb ik bewezen dat de mensheid zelfs niet onder ideale omstandigheden zichzelf rechtvaardig kan maken. Galaten 2:7. Hier heb ik een gedetailleerde beschrijving gegeven over wat mij gelukkig maakt: de wet. Ik zit midden tussen de mensen (Tabernakel) en stuurde hen mijn profeten: Mozes en anderen. En ik vergeef hen 1 keer per jaar al hun zonden op de grote verzoendag. Het resultaat: meer ellende dan ooit. Door de werken van de wet zal niemand gerechtvaardigd worden. Rom. 3:20. Ben ik, ontevreden? Nee. Integendeel. Ik heb de mensheid laten zien dat ze zelfs onder ideale omstandigheden incapabel zijn om rechtvaardig te worden. Nu wil ik het anders doen. Ik wil het de mensheid zo moeilijk mogelijk maken. Ik zal mezelf tussen oversekste idioten gooien en tegen hen schreeuwen: mooi, omdat jullie in mijn zoon geloven, zijn jullie rechtvaardig. Van deze liefde die ik geef aan jullie is het hele heelal getuige: Efe. 3:1-3. Ik noem dit het evangelie van de onbesnedenen. Galaten 2:7.
*
Hebben Petrus en Paulus beiden dezelfde boodschap?
Petrus en paulus noemen zich beiden apostelen van jezus christus. Dus preekten ze hetzelfde evangelie? Nou niet helemaal. Jan Peter Balkenende en Wim Kok noemden zich beiden minister president van ons land. Maar ze hadden een totaal andere boodschap. Bovendien noemt Paulus zich apostel van Christus en Jezus en Petrus noemt zich apostel van Jezus Christus. De namen worden omgedraaid. Paulus noemt christus eerst omdat hij het over de verhoogde Jezus heeft. Petrus richt zich tot Israel dat Jezus alleen van het vlees kent. Wij kennen hem niet meer van het vlees maar zijn met hem gezeten tussen de hemelse machten: Efe. 2:6.
*
De grote opdracht uit Matteus 28
Jezus zegt tegen de apostelen dat ze naar de natiën zullen gaan en iedereen zullen dopen in de naam van de Vader, Zoon en Heilige geest. En hij zegt: Ik zal bij u zijn tot het einde van de eeuw. Is dit alles gebeurd? Nee. Hooguit is Paulus tot in Rome en Arabië geweest. Maar de rest kwam niet ver. Dus deze opdracht slaat op de volgende (4de) aion als de apostelen hun werk voortzetten en inderdaad deze opdracht alsnog zullen uitvoeren. Christus zal dan met hen zijn tot het einde van de aion en wellicht ook de 5de aion.
*
Sabbat betekent ophouden, niet rusten
Had God multivitamine nodig?
Genesis 2:2 zegt: “op de 7de dag voltooide God zijn werk en hij rustte op de 7de dag.” De concordante vertaling zegt: “God hielp op met werken op de 7de dag.” Sabbat betekent ophouden met werken en niet rust. Ik wil opmerken dat God niet moe wordt van werken en rust nodig heeft. Hij pufte niet moe neer op de 7de dag om even een biertje te pakken. Nee hoor; Hij was helemaal niet moe maar de schepping was af. Dus waarom zou hij doorgaan? Als wij denken dat we niet genoeg doen voor God, nemen we even rust om energie te verzamelen. Deze pauze noemen we sabbat. Waarom vinden we geen echte sabbat uit? En stoppen we met indruk te maken op god?
*
Allah zegt: ajuus paraplu
Op een weblog van een moslima kwam ik de volgende vraag tegen: is zakah geven genoeg of moeten we ook anderen aanmoedigen om zakah aan de armen te geven? En dit is nu net het punt. De vraag hier is: wanneer doe je genoeg voor Allah? Moslims moeten de 5 pilaren van de islam praktiseren, zakah geven aan de armen en ramadan vieren. En als het kan naar Mekka gaan. Is dit genoeg om Allah tot dienst te zijn? Dat weet je nooit. Misschien moet je wel meer zakah geven? Je kunt ook zeggen dat Allah op deze manier aan het lijntje wordt gehouden. Immers, zolang je aan deze rituelen voldoet, is Allah tevreden en ben jij tevreden. Tegelijk houdt Allah jou ook aan het lijntje. Want je weet nooit zeker of Allah jou de hemel binnen laat. Stel je hebt 1 keer ramadan overgeslagen. Of stiekem een keer toch iets gegeten overdag. Ziet Allah dit door de vingers? Kortom: er ontstaat een soort van symbiotische relatie tussen Allah en de gelovige. Men houdt elkaar aan het lijntje.
Wat is de rol van Allah in dit geheel? Nadat hij hemel en aarde heeft geschapen, heeft hij niet veel meer te doen. Aan het einde van de rit mag hij een stempel zetten of je hel of hemel ingaat? Allah is gereduceerd tot een kantoorklerk. De islam is politiek en Allah is een ambtenaar. Meer is hij niet. Als Allah slim is, zet hij een stempelautomaat neer in de hemel. Dan heeft hij de handen vrij en kan hij vakantie vieren. De islam is een religie die erg op het “ik” is gericht. De moslim moet van alles doen en Allah kijkt zwijgend toe en zet aan het einde van de rit een stempel. Hoe anders is het bij Jezus christus. Hij heeft zelf de verzoening aan het kruis tot stand gebracht en trekt ons naar de vader toe. Daar kan Allah jaloers op zijn. Mohammed komt al helemaal niet in het verhaal voor. Weet je wat ik denk? Ik denk dat Allah zegt: ajuus paraplu; ik word christen!
*
Waarom zegt God niks?
“Ik bid me suf maar God zegt niks.”
Als je naar het Oude Testament kijkt, naar de evangeliën of Handelingen, zie je God in actie. God handelde destijds wat openlijker bijvoorbeeld omdat God zijn volk Israël uit Egypte wilde leiden. Maar dit is niet zijn huidige methode. Jezus zei tegen Thomas: zalig zijn zij die niet zien maar wel geloven. Jezus introduceerde hier een nieuw tijdperk van geestelijke manifestatie: geloof. Niets is voor God belangrijker dan geloof. En niets moedigt geloof meer aan dan de onzichtbare dingen. Dat is wat geloof is: dingen niet zien. (Heb. 11:1). God spreekt tot u middels stille manifestaties zoals plezier, liefde, rust, vrede en geduld, allen gaven van de geest. Hij spreekt ook door Zijn woord. Ben je bang dat God jou of jouw gebeden negeert of jou helemaal niet ziet? Lees dan Romeinen, hoofdstukken 5 t/m 8.
Als God je de geest geeft – kijk uit
Opeens kwam er een gebrul uit de hemel, als van een gewelddadige luchtstroom, en dit vulde het hele huis waar ze zaten. Het is ongebruikelijk om het woord gewelddadig in verband met God te zien worden genoemd. En al helemaal in verband met het zegenen van mensen. Toch is het een aantekening van hoe de geest van God op de discipelen kwam op Pinksteren. Maar de gewelddadige manier waarop God handelt is voor ons ook net zo. Pinksteren was een tijd van wonderen en tekenen voor Israël. Voor ons is het nu een tijd van achterover leunen in het gezicht van onevenredig kwaad dat om zich heen slaat. De geest van God die de hele schepping in werking zet komt onveranderd tot ons als destijds tot de 12 discipelen. We zien dat wel geen vlammen boven de hoofden van mensen of horen gebrul uit de hemel.
Maar op de dag dat je tot geloof kwam, werd je letterlijk van je sokkel geblazen. Je WIST dat er iets met je gebeurd was. Het was niet een vage stem die tegen je zei: wil je alsjeblieft in God geloven? Dan ga je naar de hemel. Nee, je werd door de geest zelf van je sokkel geblazen. Als het echt een wervelwind was geweest, was je dwars door de muur geblazen. Het kwam zo gewelddadig dat het jouw helemaal vulde. En wat was jouw rol daarin? De discipelen zaten lekker achterover in een stoel. Mensen die echt de geest van God krijgen, kunnen ook niet anders dan languit achterover zitten en afwachten. Ze kunnen alleen “wow” zeggen. Zo wachten we op dezelfde manier op de grote wegrukking. Christus komt zeer spoedig terug om ons op te halen. Wij zitten achterover en wachten af. Als het moment daar is, zal het als een tornado zijn.
*
Gods geest maakt haar thuis in jou
Het lijkt of God ons verlaten heeft. Jezus was hier ooit maar ging weer weg. Hij zei dat hij terug zou komen maar dit duurt maar. Dus blijven we alleen achter. Of lijkt dit maar zo? God ademde diep in sommige mensen om ervoor te zorgen dat ze God’s aanwezigheid voelden. Alsof God in hen woonde en zei: “wandel en wees niet bang. Ik heb alles onder controle.”
Toen de discipelen in de bovenkamer zaten met Pinksteren bezaten ze al een zekere hoeveelheid van God’s geest. Maar iedereen op aarde had dit ook omdat niemand zonder de geest van God kan leven. Wat aan die 12 discipelen was gegeven was een extra ademstoot, met een diepere en bredere uitademing uit God’s mond. Deze adem bracht de 12 in een veel betere gemoedstoestand dan andere mensen. Wij zijn ook gevuld met deze geest. En het is het 2de beste dat we van God kunnen hebben op aarde naast onze toekomstige plaats in het heelal. Deze volheid van de geest manifesteert zich in verschillende tijdperken op verschillende manieren. In de tijd van de discipelen maakte de geest hen tot het spreken in andere talen zodat iedereen hen gelijktijdig kon horen. De geest van God maakt ons in onze tijd kalm en in afwachting van christus terwijl de rest van de wereld steeds verder afdrijft.
*
Psychedelische man
Als je een medicijn kon kopen tegen alle ellende in je leven, zou je dat direct doen. Of een medicijn dat je vreugde zou geven te midden van een chaotische wereld, ook dat zou je direct kopen. Dit medicijn heb je al. Het is de heilige geest van God die in jou woont. Weet je niet dat je een tempel bent van God waarin de geest zich haar thuis maakt? 1 Kor. 3:16. Deze geest kun je niet voelen of proeven. Maar zij is er wel en zal zich mogelijk in jou manifesteren via een vreedzame houding. Lees 1 Kor. 3:16 nog eens over en besef dat je de geest van God hebt. Net als ieder levend wezen maar dan alleen meer en dieper. Deze vers is belangrijk om vast te houden en over te lezen. In plaats van het nieuws te kijken of de WK kun je deze vers over en over lezen en tegen jezelf zeggen: geloof ik niet dat de geest van God in me woont? Oké, ik kan haar niet voelen maar ze is wel in me. Het lukt me niet om het te geloven. In plaats daarvan maak ik me wel druk om hoe mijn haar geknipt is, hoe mijn nieuwe broek staat of depressief ik me voel. Maar ik sta er zelden bij stil dat ik de tempel van God ben. Misschien moet ik God binnenin me meer aandacht besteden. In plaats van steeds maar de buitenwereld in de gaten te houden, moet ik mezelf als tempel van God leren zien. Wat een wondere wereld trouwens, binnenin me.
*
Weersta Satan met kalme woorden, niet met gewelddadig
Dit deed Jezus ook toen satan hem verzocht. De geest van God had Jezus naar de woestijn geleid. Hij vastte daar 40 dagen. Toen kwam satan hem op de proef stellen: maak van deze stenen brood. Satan probeerde Jezus ervan te overtuigen dat hij NU zijn goddelijke krachten zou manifesteren in plaats van zich aan het kruis te laten vernederen. Satan zei: als je Gods zoon bent, maak van deze stenen brood. Jezus antwoordde: van brood alleen kun je niet leven. Jezus relaxt en brengt de last op Gods schouders. Waarschijnlijk is hij zo moe dat hij niet eens zijn arm op kan heffen. Hij zegt alleen: ik eet alleen wat God zegt. Satan daagt hem daarna opnieuw uit: spring van het dak van de tempel. Satan nam hem mee naar die locatie. Jezus was mogelijk niet eens in staat om zelf de tempel te beklimmen. Hij antwoordt: je zult God niet op de proef stellen. Jezus’ nonchalante, onverschillige houding dreef satan waarschijnlijk tot woede. Zodoende deed hij Jezus het laatste aanbod: hij nam hem mee naar de hoogste berg en zei dat alle koninkrijken van Hem konden zijn. Weer was Jezus onverschillig. Satan verslaan is makkelijker dan koffie zetten, zelfs als je moe bent. Als je tong droog is en je kunt het woord God niet meer uitspreken hoef je alleen even naar de hemel te wijzen om satan erop te attenderen wie jouw Heer is.
*
Geweldig stuk over de grote opdracht die Jezus aan de 12 gaf en dus niet voor ONS bestemd is!
Waarom in God geloven?
God wil wat we in zijn onzichtbare zoon geloven om behouden te worden. Waarom zo’n vreemde constructie? Waarom zegt God niet dat je een oranje trui moet dragen om behouden te worden? Wat is er zo specifiek aan geloof? Daarvoor moeten we terug naar Adam en Eva. God had Adam gezegd dat hij niet van die ene Boom van Kennis mocht eten. Van de rest wel. Toen kwam Eva en toen kwam ook de slang (satan). Die bracht Eva in verwarring. Wat gebeurde er toen? Eva ging twijfelen aan wat God nu precies gezegd had. Ze geloofde God niet meer op Zijn woord. Sterker nog: God werd als onbetrouwbaar voorgesteld en als vijand. God wilde gewoon niet dat wij net als Hem zouden worden. Dat was de boodschap van de slang. Adam en Ea reageerden hierop met ongeloof naar God toe.
Met Jezus heeft God dit systeem hersteld. Het eerste wat hersteld moet worden is de vertrouwensband tussen God en de mens. De mens moet God weer durven geloven. Het ongeloof van Eva moet worden omgezet in het geloof van de mens in God. Door dit geloof ziet de mens dat God geen strenge Vader in de hemel is bij wie we niks goed kunnen doen of een tiran die ons met de eeuwige hel dreigt, maar dat Hij een God is die achter ons staat. Met een oranje trui aan winnen we misschien wel de WK maar is het vertrouwen in God nog niet hersteld. Alleen het geloof dat de opgestane Heer ons geeft, laat ons zien wie onze Vader in de hemel echt is.
*
Zij en ons, Hebreeën 11:40
“God had voor ons iets beters om naar uit te kijken, opdat zij niet zonder ons geperfectioneerd zullen worden,” – Hebreeën 11:40. Wie zijn zij en ons? De eersten zijn zij die stierven in geloof. Met ons worden degenen bedoeld tot wie Paulus schreef en Paulus zelf. Zij waren de gestorvenen; ons heeft betrekking op degenen die mogelijk levend achterbleven. In 1 Thess. 4 wordt hetzelfde gezegd met betrekking tot zij en wij. Wij zijn de levenden als christus terugkomt. Zij zijn de gestorvenen die eerst op zullen staan. Eerst staan zij op, daarna worden wij die levend achterbleven samen met hen opgenomen, de Here tegemoet in de lucht. Zij die opstaan uit de dood worden volmaakt net als wij die overbleven. Dit volmaakt worden lezen we in Lucas 13:32 waar jezus zegt dat hij op de 3de dag volmaakt wordt. In de dood is geen volmaaktheid, zodat degenen die stierven in geloof eerst op moeten staan uit de dood. Daarom worden zij niet zonder ons volmaakt (Hebr. 11:40). En de ons hebben iets beters, namelijk: levend achterblijven.
“Zij zonder ons niet” vindt zijn tegenhanger in het “te zamen met hen” in 1 Thess. 4:17. Paulus had in Hebr. 10:37 al gezegd: “Nog even en de komende zal arriveren en zal niet uitstellen.” In hier in Hebr. 11:40 was dan in 1 keer dat goede en betere voor handen. Elke geloofsgetuige uit Hebreeën 11 geloofde wat hij/zij van God gehoord had. In onze tijd heeft God gesproken door Paulus (2 Tim. 1:8), de gevangene van Jezus Christus (Efe. 3:1) voor ons heidenen. Door Paulus heen liet God ons dingen zien die christus nog niet kon zeggen. Het is onze plicht om te geloven wat we gehoord hebben, zodat we uitzien naar de toekomende dingen die geschreven zijn om ons te onderwijzen.
*
God geeft ons de gave van het niet voelen van zijn controle
Hoe kan God alles uitwerken volgens zijn wil (Efeze 1:11) en kunnen 6 miljard mensen tegelijk een vrije wil hebben? De menselijke wil is er dag en nacht. De koning van Assyrië besloot uit eigen wil tegen Israël op te trekken. Wat hij niet door had, was dat zijn besluit direct beïnvloed was door god. Zo’n wil die door alles tegelijk beïnvloed werd, in het bijzonder door god, is geen vrije wil. We hebben allen een wil maar geen vrije wil. Waarom bestaan we dan eigenlijk? Zit god een potje schaak te spelen met zichzelf? Het is slechts in het waarneembare dat we leven en leren. God heeft ons de gave gegeven van het “niet voelen” van zijn controle. Maar deze gave is niet zo gemakkelijk omdat we juist daardoor iedere dag weer piekeren over beslissingen die we zullen nemen. Maar ook daardoor zijn we in staat om uiteindelijk bij God te rade te gaan met onze tranen, zorgen en geluk. Het hele idee erachter is om ons nederig aan Zijn voeten te krijgen.
Koning van Assyrië had geen idee van God’s controle
God doet wat hij wil in deze wereld, Efe. 1:11. Niet altijd zijn de bewoners van de aarde zich daarvan bewust. Zij die dat wel zijn, zeggen dat God alles doet meewerken ten goede. En dat alles van God is, ook het kwaad. 2 Kor. 5:18. Maar de meeste mensen willen hier niet aan en belijden dat ze zelf althans nog een redelijke hoeveelheid vrije wil hebben. Zo iemand was de koning van Assyrië. Over hem kun je lezen in Jesaja 10. Hij verveelde zich of lag met zichzelf in de knoop. Op een bepaald moment besloot Hij Israël aan te vallen. Hij dacht dat dit zijn eigen idee was. Hij had er geen idee van dat God hem aanspoorde om Israël aan te vallen. Wat? Zou God een heidense koning aansporen om zijn eigen uitverkoren volk aan te vallen? Echt wel. Lees Jesaja 10:7 maar eens: “je koning zend ik naar een goddeloos volk… maar zo heeft hij het niet bedoeld. Hij heeft iets anders in de zin. Hij streeft naar de ondergang van talloze volken.”
Op de dag dat Assyrië zijn campagne begon tegen Israël waren er 2 bedoelingen die gelijktijdig optraden. 1. die van God en 2. die van de koning van Assyrië. De koning had de intentie om Israël met de grond gelijk te maken. God wilde alleen zijn volk tuchtigen voor hun eigen goedwil. God wist wat hij deed. En de koning van Assyrië wist ook wat hij deed. Het punt was dat de laatste het niet van de eerste wist. De koning van Assyrië had niet door dat hij slechts een marionet was van God. Dit laatste is een mysterie want God doet alles in overeenstemming met zijn wil en gebruikt zelfs het kwaad, Efe. 1:11.
God oordeelt het arrogante hart van de koning van Assyrië
Waarom oordeelt God mensen als Hij de mensen zelf aanzet tot handelen? God kiest een mens niet op grond van diens daden maar omdat hij hem roept, Romeinen 9:11. De boodschap is perfect hier: God’s bedoeling is niet een probeersel dat afhankelijk is van wat wij doen maar een zaak van zekerheid in gang gezet door zijn besluit. Hij besluit wat hij gaat doen en zijn besluit vloeit over in ons. Opnieuw de vraag waarom God ons dan oordeelt als hij ons gedrag en onze wandelt bepaalt? Het antwoord is verbluffend: wie bent u om Gods redenen te bevragen? In Jesaja 10 laat God ons een voorbeeld zien van hoe hij te werk gaat, middels de koning van Assyrië. Het komt erop neer dat God onze harten oordeelt. Wat gaat er in ons om? Daar gaat God op af. Hij oordeelt het arrogante hart van de koning van Assyrië en diens hoogmoed. Zie ook Jesaja 10:12-13. De koning beweerde namelijk dat hij het op eigen kracht had gedaan en ook nog wijs was. Waar het God om gaat is de gedachte van de koning die uit eigen vrije wil dacht te handelen. Het handelen zelf kon God niet zoveel schelen. God wist immers wat de koning zou doen. Daartoe had God hem zelf aangespoord. God wilde deze koning de last van ijdelheid laten voelen en hem daarvan bevrijden. De schepping leert door contrast. God schept dat contrast. Bovendien oordeelt hij ons voor onze bestwil.
*
Als ik iets fout doe, voel ik me slecht tegenover god. Waarom is dat zo als God in me werkt? God’s bedoeling is het om ons te beproeven. In de eb en vloed van het leven zijn we ons doorgaans onbewust van God’s controle over ons. Dit heeft God met opzet zo geregeld opdat we de ups en downs in ons leven zelf kunnen beleven. Het is juist de bedoeling dat we ons slecht voelen als we iets hebben gedaan dat niet door de beugel kan. Maar niet langer dan nodig is om van onze fouten te leren. Als je je slecht blijft voelen, vergeet je dat God ook jouw fouten gebruikt voor jouw ultieme einddoel dat juist goed zal zijn. Gebruik je slechte gevoel en misbruik het niet. Veroordeel jezelf niet, dat neemt god jou wel kwalijk. Ga niet te ver!
*
Met 2 simpele vragen zet God ons op onze plaats
In Jesaja 10:15 staat: “schept een bijl op tegen wie ermee hakt? Verheft een zaag zich tegen wie hem hanteert? Alsof de scepter heerst over wie hem vast heeft. Alsof de stok optilt wie hem omhoog houdt.”
Deze merkwaardige vragen zitten op de hielen van een God die claimt achter de koning van Assyrië te zitten die Israël aan wil vallen. God zette de koning hiertoe aan maar deze dacht dat het zijn eigen briljante idee was . Dit wordt uitgelegd in Jesaja 10:13 – “uit eigen kracht heb ik dit gedaan, want ik ben wijs.” Deze koning benadrukt de menselijke vrije wil in een korte slagzin: “mijn hand,” “mijn wijsheid.” “Ik deed het;” etc. Maar nee. De claim van de koning is net zo belachelijk als de bijl die opschept tegen de houthakker. Snappen we hoe dom het is als een bijl de houthakker de les zou lezen? Prima, dan is de menselijke vrije wil ook dom.
God handelt in alles; geloof het of niet
Sta me toe in het hoofd te kruipen van de koning van Assyrië. Omringd door knappe vrouwen zit ik in mijn paleis. Opeens wil ik Israël aanvallen. Zomaar een opwelling. Achteraf vraag ik me af of het een vlaag van verstandsverbijstering was. Misschien. Of misschien had ik iets verkeerd gegeten? Al dit soort aanleidingen zijn relatieve oorzaken. De absolute oorzaak staat in Jesaja 10:7. De God van Israël stuurde de koning op Zijn volk af. De koning zou dit nooit hebben geloofd en veel christenen hebben hier vandaag de dag ook problemen mee. Aan de ene kant bidden ze zich suf om in gebedsbijeenkomsten God’s wil te manipuleren. Maar als gewone gebeurtenissen tot actie aanzetten, is het opeens vrije wil. En doet God niet meer mee. Maar God is niet helemaal gek. Natuurlijk zit hij overall achter. Jesaja 10 laat ons hier voorbeelden van zien. God handelt in alles, ook het kwade, naar zijn wil, Efe. 1:11.
*
God verzekert ons ervan dat we allen onze eigen koppigheid ervaren
Als God het kwaad toestaat, hoe kan het goede dat kwaad veroorzaakt aan Hem worden toegeschreven?
Romeinen 11:32 –“Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.”
Dit illustreert het doel van het kwaad, namelijk: contrast. Zonder zonde en frustratie kunnen we nooit weten wat God’s genade is. God zorgt ervoor dat we allen ervaren wat het is om buitenstaander te zijn zodat Hij persoonlijk de deur opent en ons verwelkomt. Let op de woorden: God verzekert ons ervan… Het is zo belangrijk voor God dat zijn schepselen eerst koppigheid en ontworteling ervaren van zijn liefde en genade, dat Hij ons ervan verzekert dat dit aan ons gebeurt. Hoe doet hij dit? Hij is wijs en brengt kwaad op onze weg: Jesaja 31:2. Kwaad is moreel neutraal en kan voor iets goeds worden gebruikt. Ongehoorzaamheid of zo men wil, koppigheid is essentieel voor een later verstaan van God’s welkome armen. Zo essentieel dat God niet achterover leunt en hoopt dat we in zijn armen vliegen. Nee, hij zorgt ervoor dat we in onze radeloosheid toevlucht zoeken tot hem. Klinkt dit als een God die met plezier het kwaad toelaat in zijn eigen schepping? Nee. Dit is een God die het kwaad actief gebruikt ten goede van zijn schepsels. Het is helemaal niet gezegd dat God daar zo blij mee is of plezier aan beleeft. God is geen sadist maar gebruikt contrast.
*
God doet kwaad maar zondigt nooit
Jesaja 45:7 zegt dat God het kwaad op ons dak stuurt. Mensen kunnen dit niet geloven als ze dit lezen. Waarom heeft men hier zoveel moeite mee? Omdat men kwaad verwart met zonde. Wat is kwaad? In Genesis 37:33 noemde Jacob het beest dat zijn zoon vermoord zou hebben “kwaad.” Wat was volgens Jacob kwaadaardigheid? Een kwaadaardig beest had hem verslonden; Jozef is zonder twijfel aan stukken gescheurd.
Een kwaadaardig beest is dat wat afbreekt, ontmantelt en verscheurt. Dit is het tegenovergestelde van een goed beest zoals een lam dat weinig anders doet dan grappig springen en om zich heen koekeloeren. Maar is een leeuw of een lam een zondaar? Misschien dat je nieuwe Pitbull je schoenen aan flarden scheurt. Had je nu maar een poedel gekocht. Maar dan stuur je die pitbull niet naar de dominee om zich te laten bekeren. In Numeri 20:5 zei Israël tot Mozes: waarom heb je ons uit Egypte laten voeren om ons in deze boosaardige plaats te laten ronddwalen? Kan een woestijn zondigen? Natuurlijk niet. De Israëlieten wisten dat kwaad betekent dat iets uiteen wordt gescheurd of in stukken wordt gehakt. Ze verwarden dit niet met moreel verval. Kwaad is moreel neutraal. Juist daarom kan God het scheppen en gebruiken zonder te zondigen. Waarom zou God dat doen? Opdat Hij ons kan beter maken en ons door de ervaring heen sterker en wijzer kan maken.
*
Zat God achter de Holocaust?
Ja. Dit is even slikken maar als God almachtig is, zat hij ook achter de Holocaust. Zie alweer Jesaja 45:7.
Kwaad is tijdelijk en God zal het ten goede gebruiken en alle dingen tot hemzelf terug doen keren, Romeinen 11:36. De meeste slachtoffers van de Holocaust waren joden die niet in Jezus geloofden. Ook zij zullen opstaan uit de dood, alsnog hun oordeel ondergaan en met God worden verzoend. Dit klinkt wreed en is dat misschien ook wel. Maar wat is de andere kant van het verhaal? Stel dat de schepping een toevallige chaos zou zijn geweest en de slachtoffers van de Holocaust nooit meer uit de dood op zouden staan? Dan was het helemaal niet te verteren wat er in de oorlog is gebeurd. Stel dat het kwaad niet tijdelijk maar eeuwig zou zijn. Dan was er helemaal geen hoop, voor niemand. Gelukkig is er wel een God die af en toe onbeschrijflijke dingen doet maar zorgt voor een goede uitkomst. Dan zullen ook de slachtoffers van de Holocaust Hem eren. God schept kwaad voor het contrast met het goede dat straks komt.
*
Kwaad
(Motief is alles)
Timothy McVeigh blies een gebouw op midden in de stad in Oklahoma. Met vele slachtoffers als gevolg, waaronder nogal wat kinderen. Een week later werd met eenzelfde explosief een ander gebouw ontmanteld dat tegen de vlakte moest voor nieuwbouw. Wat is het verschil?
Allereerst, wat zijn de overeenkomsten? In beide gevallen werd er schade aangericht aan een gebouw. Dit is wat kwaad is: ontmanteling, destructie. Het hebreeuwse woord is “ra.” Dat zoiets betekent als versplinteren, uiteenvallen. Dit woord heeft geen morele bijklank. Kwaad kan dus ten goede als ten kwade worden aangewend. Nu gaat het om de motieven. In het ene geval was haat het motief; de dader wilde mensen vermoorden. Dat deed hij ook en hij zondigde erop los. In het tweede geval verrichtte men ook kwaad aan, nu aan een oud gebouw. Maar zondigde men in het tweede geval? Nee. Hun intentie was juist om levens te redden anders zou het gebouw vandaag of morgen vanzelf instorten. Met alle gevolgen van dien. Ze verrichtten een kwaadaardige daad, vergelijkbaar met die van McVeigh maar zondigden niet. De één pakt een hamer en slaat een ruit in en wordt een held, de ander doet hetzelfde en komt in de bajes terecht. De daad was hetzelfde. Maar de motieven waren anders. De eerste probeerde een kind te redden uit een brandend huis, de tweede was met een inbraak bezig en zondigde. Dit is wat kwaad tot zonde of iets goeds maakt. En daarom kan God ook kwaad gebruiken zonder te zondigen. Zijn motieven zijn altijd goed. God schiep het kwaad opdat we de aanwezigheid van het goede zullen waarderen. Als het kwaad zijn noodzakelijke werk heeft gedaan, zal God het voorgoed uit het heelal bannen: 1 Kor. 15:26.
*
Ik ben gelovig, geen alverzoener
Geloof in God als redder van alle mensen maakt me niet meer een alverzoener dan geloof in de doop van de dood van christus (Romeinen 6:14) mij een baptist maakt. Ik noem mezelf simpelweg een gelovige. Ik geloof dat Jezus Christus stierf, niet alleen voor mijn zonden maar voor de zonden van de hele wereld, 1 Joh. 2:2. Ik geloof dat christus dezelfde mensen rechtvaardig maakt die Adam tot zondaren maakte, Rom. 5:19. Alverzoeners geloven dat God iedereen redt omdat Hij nu eenmaal een toffe peer is. ik geloof dat de hele schepping terugkeert naar God vanwege het offer van christus aan het kruis. Zie. Kol. 1:20. Betekent dit dat God geen toffe peer is? Hij is een rechtvaardige rechter en een liefdevolle Vader, dat is hij. De bijbel noemt hem nergens een toffe peer. Alverzoeners distantiëren zich vaak van oordelen die komen gaan. Ik geloof in alle oordelen die in de bijbel worden genoemd. Ik geloof in het tandenknarsen en een poel van vuur met zwavel en andere ongein. Ik geloof dat de ongelovige geoordeeld zal worden voor de witte troon naar aanleiding van zijn/haar daden en dat dit behoorlijk pijn zal doen. Ze zullen ook het aionische leven mislopen. Uiteindelijk zullen ze toch gered worden. Niet omdat God zo’n toffe peer is maar omdat zijn titel “redder van alle mensen” dit onderschrijft.
*
God legt de mens kwelling op, Prediker 1:13
Tanden poetsen voor het slapen, bijvoorbeeld. Eerst met een borstel tussen de tanden purken, dan poetsen. En voor het slapen een beugel in tegen tanden knarsen. Kosten beugel: 50 euro, purkborstels: 2,75 euro (5 stuks), tandenborstel: 2 euro, tandpasta: 2 euro. En ’s nachts kan ik niet slapen omdat die beugel steeds los schiet. Het zijn de kleine irritaties.
*
Kleine irritaties zijn erger dan grote rampen
Een psycholoog zei eens dat mensen zich makkelijker over een ramp heen kunnen zetten dan over de 100 kleine irritaties elke dag. Als je huis afbrandt, heb je misschien nog hulp van buren of familie. Hoe vervelend ook, uiteraard. Iets, diep in de mens vecht terug en de menselijke geest overwint. Maar wie staat er voor je klaar als je de sleutels kwijt bent of de kraan lekt? Of de deurkruk rammelt? De meeste irritaties in het leven zijn kleine en juist daarom onderschat de geest ze. Er gaat geen alarm af, wat zou gebeuren bij een grote ramp. Dus het verstand absorbeert de kleine irritaties. Jezus zei in Mattheus 6:34 dat elke dag zijn eigen dosis kwaad heeft. Jezus heeft het duidelijk niet over grote rampen. Waarom? Omdat die ons niet dagelijks raken. Hij had het over de kleine dingen die ons dagelijks lasting vallen: een ruit kapot, grasmachine stuk, ruis op TV, etc. Jezus had het over alles met een “treiterbegin.” Word je al gek van de electriciteitssnoeren die steeds weer in de weg liggen? Elke keer schuif je ze met de voet onder de bank. En op de één of andere manier floepen ze er na een paar uur weer vanzelf onderuit. En struikel je er bijna over. Koot en Bie noemden dit “ballen in je buik.” Ga je al uit je dak van al die kleine irritaties? Dat moet ook. De kleine irritaties in ons dagelijkse leven zijn legitiem kwaad en Jezus herkende ze als noodzakelijk. Scheld er niet op los maar geef ze allen over aan God. Juist deze irritaties zijn door God aan jou gegeven om jou nederigheid bij te brengen: Prediker 1:13. En het werkt!
*
Moe van het wachten op christus? Dan zul je inderdaad erg moe zijn.
“Wij danken u in onze gebeden en gedenken hoe krachtig u standhoudt en blijft hopen op de komst van christus.” – 1 Thess. 1:2-3.
Ben je bezorgd dat je niet genoeg doet voor christus? Stop daarmee en stap uit het spoor van satan. Jouw leven rammelt van alle kanten en toch wacht je op christus. Je blijft geloven in zijn woorden en beloften. Volgens Paulus is dit standvastig blijven hopen ook werken voor christus, wat nogal wat tijd in beslag neemt. Paulus dankt God voor u. Dus waarom ga je niet lekker lui achterover liggen? Of lekker surfen op het internet? In plaats van je druk te maken?
*
Anti bezorgdheid cursus
Zorgen maken is in het Grieks, Merimnao. Meri betekent deel en mnao betekent herinneren. Zorgen maken is dus herinneren in meerdere delen. Denk aan een boodschappenlijst. Boodschappen doen met een lijst is geen leuke excursie. Je moet steeds de lijst bijhouden. Je zorgen maken, lijkt hierop. Als je je constant zorgen maakt, mis je zoveel moois van het leven. In plaats van hiervan te genieten, analyseer je die momenten of zelfs deelmomenten. Is een mooi moment teveel van het goede? Of te weinig? Om jezelf te genezen van zorgen, begin bij de supermarkt. Geniet van het aanbod en laat de boodschappenlijst thuis. Wat een plezier om een rij lang naar de zakken chips te kijken. Al die mooie kleuren en lekkere chipjes. Een volgende valkuil is om chips met elkaar te vergelijken of te kijken hoeveel vet erin zit. Is de ene ervaring beter dan de andere? Dat zal best maar als we gaan analyseren is geen enkele ervaring meer goed. Geniet ook van de aanbiedingen zoals damesondergoed dat vlak voor de kassa ligt. Aan het einde van de trip zit je vol mooie indrukken. En wat wil een mens nog meer? We hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen, 1 Tim. 6:7. Misschien is dit de sleutel tot een zorgenvrij leven; om geen stukjes uit mooie momenten te hakken, behalve de momenten zelf. Dan zullen we zien dat er mooie momenten genoeg zijn.
*
Kwalificaties voor heersen met christus
Gods kwalificaties om te regeren met christus staan haaks op de wereldse waarden. De wereld draagt je op handen als je kunt demonstreren hoe goed je gepresteerd hebt en succesvol bent of zelfvertrouwen hebt. Maar als we het over Gods idee van kwalificaties hebben, gaat het om 2 dingen:
– ervaring met het kwaad
– karakter
Het word “verdragen” is een belangrijke kwalificatie voor als we later willen regeren met christus. Hun kun je iets verdragen als er niets te verdragen is? Dus God brengt een zekere maat van kwaad in ons leven. Het kwaad is het doek waarop we het meesterwerk van het verdragen kunnen schilderen. Dus vergeet alle mooi bedoelde werken, succes, giften of zelfvertrouwen. Als je ook op God vertrouwt in moeilijke tijden, ben je een hartslag weg van hemelse grootsheid.
Feit: Jezus die aan het kruis hangt en nog steeds van de mensen houdt was één van de grootste manifestaties van God’s macht. – 1 Kor. 1:23-24.
*
Waarom zegt God niks?
“Ik bid me suf maar God zegt niks.”
Als je naar het Oude Testament kijkt, naar de evangeliën of Handelingen, zie je God in actie. God handelde destijds wat openlijker bijvoorbeeld omdat God zijn volk Israël uit Egypte wilde leiden. Maar dit is niet zijn huidige methode. Jezus zei tegen Thomas: zalig zijn zij die niet zien maar wel geloven. Jezus introduceerde hier een nieuw tijdperk van geestelijke manifestatie: geloof. Niets is voor God belangrijker dan geloof. En niets moedigt geloof meer aan dan de onzichtbare dingen. Dat is wat geloof is: dingen niet zien. (Heb. 11:1). God spreekt tot u middels stille manifestaties zoals plezier, liefde, rust, vrede en geduld, allen gaven van de geest. Hij spreekt ook door Zijn woord. Ben je bang dat God jou of jouw gebeden negeert of jou helemaal niet ziet? Lees dan Romeinen, hoofdstukken 5 t/m 8.
*
Bewijs voor de macht van god
Je zou geloven dat de macht van god te maken heeft met hallelujah zingen, handen klappen en vreugde dansen. Dan wel genezen te worden van migraine. Her en der mogen deze dingen misschien plaatsvinden. Maar goddelijke activiteit heeft hogere doelen in gedachten. Zoals Paulus schrijft in 1 Kol. 1:9-12.
“U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet, uw kennis van god zal groeien. En u zult door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen.”
Wat een statement: “de kracht ontvangen.” Je zou denken dat er volgt: “om over water te lopen.”
Maar nee; ze krijgen de kracht om te volharden, zelfs met geduld en plezier. Niet werken of liefdadigheid zijn kwalificaties voor regeren met christus maar volharden met plezier en geduld. Het meest opvallende deel van deze vers is “met plezier en geduld.” Je hebt inderdaad de macht van God nodig om te volharden met plezier en geduld. Volharden is 1 ding, maar met plezier en geduld is een goddelijke gave. Juist deze volharding maakt de gelovige gereed om straks met christus te regeren. En het wordt nog gekker in vers 12: breng met vreugde dank aan de Vader.” Bent u dit? Die dit doet? Lijden, met plezier volharden en de Vader ervoor danken? Gefeliciteerd, dan bezit je alle kracht van god. Of je ermee in het nieuws komt, is een tweede.
*
Ren voor de winnende prijs
Alle gelovigen zijn geroepen door God. Maar niet iedereen zal met hem regeren in het heelal. Zoals de sterren verschillend schijnen, zo zullen gelovigen ook verschillende rangen en taken krijgen. 1 Kor. 15:40-42. Paulus spreekt in 2 Tim. 4:8 van een krans van gerechtigheid die de Heer aan de gelovige zal geven. Wat is deze krans? Geen redding; redding is aan niemand betaald omdat het een gratis gift is, Efe. 2:8-9. We zijn al gered, apart van onze eigen werken, 2 Tim. 1:9. De actieve werkwoordsvorm die Paulus gebruikt in 2 Tim. 4:8 is “ik heb,” met de nadruk op “ik.”
“Ik heb de goede strijd gestreden.”
“Ik heb de wedloop volbracht.”
Dit is geen les over de vrije wil. Zoals God sommige mensen geloof geeft om het evangelie te geloven, zo geeft hij sommige gelovigen de energie om Gods werk te doen. Deze energie en verlangen zijn net zo goed een gift als redding. Paulus zegt dat we niets hebben dat ons niet gegeven is. Maar het wordt aan ons gepresenteerd alsof we ervoor gestreden hebben. In 1 Kor. 9:24-27 vergelijkt Paulus ons met atleten die een wedloop doen. Ook zij rennen zich suf in afwachting van de prijs. Ook hier weer is de prijs geen redding maar regeren met christus. 2 Tim. 2:11-13 maakt onderscheid tussen basis redding en regeren:
“als wij met hem gestorven zijn, zullen we ook met hem leven; als wij volharden, zullen we met hem ook heersen; als wij hem verloochenen, zal hij ons ook verloochenen; als wij hem ontrouw zijn; blijft hij ons trouw; want zichzelf verloochenen kan hij niet.”
Het samen sterven en samen leven in deze passage is de algemene redding die elke gelovige wacht. Dit hebben alle gelovigen op basis van de dood van christus. Romeinen 6:8 zegt: “zoals we samen stierven met christus, geloven we dat we samen met hem zullen leven.” Onze eigen werken hebben hier niets mee van doen. “Volharden” is geen voorwaarde voor redding. Maar zij die volharden zullen met christus regeren. Volharding betekent een flinke mate van lijden voor het geloof. Als we niet willen lijden voor christus, dan zal hij ons diskwalificeren om met hem te regeren; niet van de redding. Die is gegarandeerd. Dat hij ons onze redding niet kan afmaken, staat in het laatste deel van de vers: “hij kan zichzelf niet verloochenen.”
Wat houdt mee regeren met christus in? Geen idee. Maar waarschijnlijk zullen we een kijkje in de keuken nemen van de wonderen van de schepping en de machten die het heelal hebben geschapen. Ik kan niet wachten…
*
Is Jezus echt gestorven?
Jezus zegt dat hij de vernielde tempel in 3 dagen op zal bouwen. (Joh. 2:19). Als hij de tempel was, hoe kon hij zichzelf weer uit het graf beuren als hij dood was?
A. Christus stond op uit de dood, na 3 dagen. Maar dit deed hij niet zelf. Er zijn 3 Griekse woorden voor opstaan uit de dood: anistemi (opstaan), egeiro (opwekken), zoopoeio (levend maken). Veel bijbels halen deze 3 woorden door elkaar. Dit is onterecht want ze corresponderen met onze ziel, lichaam en geest. En zie hoe precies de openbaring van zijn Vader is: de ziel wordt gewekt (egeiro), het lichaam staat op (anistemi) en de geest wordt weer levend (zoopoeio) in de zin van onsterfelijk. De geest krijgt weer leven voorbij het bereik van de dood. De geest was terug gekeerd naar God de Vader en was er al die tijd maar blijkbaar in een soort slaaptoestand. Wat een precisie! Neem Lazarus; hij was opgewekt en stond op uit de dood. Maar niet levend gemaakt voorbij de dood. Jezus kon geen van drieën. Hij was dood. Romeinen 8:11 spreekt van de geest van Hem die Christus uit de dood opwekt. God, zijn Vader wekte zijn zoon op uit de dood. Daarna stond Christus zelf op (anistemi).
*
Dood is de ultieme vernedering
De eerste leugen van satan tegen de mensheid vond plaats in de tuin van Eden: u zult niet sterven, genesis 3:4. Zo erg christenen satan haten, zo omarmen ze direct of indirect deze leugen. Het christendom heeft met andere religies gemeen dat ze in de onsterfelijkheid van de ziel gelooft. Men zegt: we zijn bang voor de dood. We willen niet dood. Het is niet eerlijk dat we doodgaan. We zijn mensen en dus gemaakt naar het beeld van god. Dus waarom zouden we sterven? Dus geloven we niet dat we ECHT sterven. Jezus zei wel dat we opstaan uit de dood. Maar hij bedoelde waarschijnlijk dat we een SOORT van opstanding tegemoet gaan uit een SOORT van dood. We houden niet van de dood en vinden ons daar te goed voor. Dus zeggen we dat onze ziel misschien wel voort leeft na de dood. Na dit leven blijft de ziel eeuwig bij God of satan. Deze gedachte is tenminste niet zo vernederend als de gedachte dat er tussen dood en opstanding helemaal niets meer is. De leugen van satan heeft de meerderheid van de christenen weer in zijn greep.
*
Jezus, het beeld van de onzichtbare God
In 2 Kor. 4:4 noemt Palus Christus, “het beeld van de onzichtbare god.” Als je een foto van je zoon laat zien, dan is die foto niet werkelijk die persoon maar een beeld ervan. Christus is een foto van zijn Vader. Hij lijkt in alle opzichten op zijn vader, op dat ene punt na dat Hij god niet is en dus ook niet onzichtbaar is. Christus is juist wel zichtbaar. Hij zegt ook: ik kan niets van mezelf doen; alles wat ik doe is de wil van mijn vader, Joh. 5:30. De vader is groter dan ik, 1 Joh. 14:28. God heeft ons vaders en zonen gegeven om ons te laten snappen hoe de relatie tussen god en christus is. Jezus zegt dat de Vader groter is dan Hijzelf. Veel christenen zeggen het omgekeerd, namelijk dat christus God is, de Vader. We denken zelfs dat we god hiermee een plezier doen door hem en zijn zoon één persoon te maken. Dit is zeker niet zo. Het is juist zijn glorie om zich straks onder te schikken aan zijn vader. Mogen we dit zomaar van hem afpakken? Nee toch? Tegelijk is christus zo’n perfect beeld van God dat hij het waard is om de titels van God aan te nemen. Hij is het waard om God genoemd te worden en als God aanbeden te worden. Dat is niet zomaar wat. Toen de ongelovige thomas zijn hand in de wond stak in de zij van Jezus, zei hij terecht, Mijn here en mijn god. Thomas sprak hem rechtmatig aan. Als Gods beeld is christus de enige god die we ooit zullen zien. Niemand heeft ooit God gezien, Joh. 1:18. De 3-eenheid is een leer van demonen, 1 Tim. 4:1. Deze leer is door satan in de mensheid geïnjecteerd door satan via het concilie van Nicea in 325 na Christus. Dit om miljoenen mensen af te houden van geloof in de dood en opstanding van christus, zelfs als ze toegeven dat ze wel geloven in zowel christus als zoon van god als in de 3-eenheid. Wat een meesterwerk van misleiding!
*
Jezus is de zoon en dus niet de vader
Absolute Godheid kan niet sterven. Als Jezus echte godheid was geweest, kon hij niet sterven. Maar hij stierf wel. Dus is de 3-eenheid een valse leer. Immers, de zoon is niet de vader. Als de 3-eenheid wel waar was, is een fundament van het geloof omver gehaald, namelijk dood en opstanding van christus. Iedereen haat de dood. Paulus noemt de dood niet voor niets een vijand: 1 Kor. 15:26. De dood haalde Jezus niet uit het graf. De bijbel is er duidelijk over dat Jezus echt stierf. Dus niet een ziel die na zijn dood ging maar dood als een pier.
*
Het geloof van christus doet mij verstelt staan
Jezus is gestorven en was zo dood als een pier. Hoe misleidend is dus de gedachte van de 3-eenheid! De dood begrijpen is belangrijk om ook de opstanding te begrijpen. Dan begrijpen we ook het geloof van christus in zijn vader toen hij aan het kruis zei; ik geef mijn geest aan u over. Als hij niet echt zou sterven, had hij gemakkelijk praten. Dan was de consequentie niet zo erg geweest. Maar Christus wist dat hij morsdood zou gaan en niet meer op eigen kracht in staat was om uit de dood op te staan. Hij had het kruis kunnen ontvluchten en misschien een schroothandel kunnen beginnen ergens in het verre Schotland. Dan had jaren later geen haan meer naar hem gekraaid. Maar hij wist wat hem te wachten stond en vertrouwde toch op zijn Vader. Veel gelovigen, misschien ik inclusief bevatten misschien toch niet helemaal de diepte van dit vertrouwen.
Jezus ging nergens heen toen hij dood was; hij was zo dood als een pier
Een bekende leer in de kerk is dat Jezus weliswaar 3 dagen dood was maar intussen de zielen in het onderaardse de vrijheid verkondigde. Deze ene zin roept al veel vragen op: welke zielen in welk onderaardse? En was Jezus dan niet dood? In 1 Petrus 3:18-20 staat deze passage, “naar het lichaam werd hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt; hij is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen en aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen.”
De gedachte waarmee men hier vaak de fout in gaat is dat “naar het lichaam gedood” en “naar de geest tot leven gewekt” simultaan gebeuren. Dit is niet zo; er zaten juist 3 dagen tussen. Dit zien we ook met Lazarus. Hij ging dood, verbleef in de tombe en werd pas later weer opgewekt. En had een goed ontbijt. Hoe is het mogelijk! Aan dit voorbeeld zien we dat er best meerdere dagen tussen dood en opstanding kunnen zitten. Het is niet zo dat God er “vlug bij moet zijn” om een dode weer op te kunnen wekken. De geesten aan wie Christus het goede nieuws verkondigde waren overigens geen geesten van doden. Punt 1 keert de geest na de dood terug naar God. Een dode is dus echt dood. Wat voor geesten waren het dan wel? Zij waren niet-menselijke, kwade geesten die de mensen van Noach’s generatie tot zonde aanzetten. Dus wie kan het schelen of christus wel of niet stierf? U! Alleen als je snapt dat christus echt stierf, kun je zijn geloof appreciëren waarmee hij als een lam naar de slachtbank van het kruis ging. Tenzij zijn Vader hem op zou wekken, zou hij eeuwig dood blijven. En dat wist hij. En hij kon hier tijdelijk aan ontsnappen door eventueel weg te vluchten. Het is Zijn geloof in Zijn Vader dat ons redt. Rom. 3:21-23. Gods gerechtigheid waarvan de profeten getuigden, wordt ook buiten de wet om zichtbaar.
*
God schiep Adam met een faalchip
De uitdrukking faalchip staat niet in Genesis. Maar wat er met Adam gebeurde staat beschreven in 1 Kor. 15:45-46. “Er wordt een aards lichaam gezaaid maar een geestelijk lichaam opgewekt. Als er een aards lichaam is, is er ook een geestelijk lichaam. De eerste Adam werd een aards wezen, de laatste Adam werd een levend makende geest.”
De ziel is alles wat met onze zintuigen en emoties te maken heeft. De ziel staat tegenover de geest. Daar we nogal ruw worden gedirigeerd door onze zielen, worden we met de zonde in aanraking gebracht. Dingen als chocola, seks en sport lijken aangenaam voor ons. Geestelijke lichamen hebben dit probleem niet. Aardse lichamen staan 1 verleiding af van daadwerkelijk falen. Het grote geheim is dat God Adam ziels/aards heeft geschapen. Niet als experiment maar als garantie van falen en zonde. God zondigde zelf niet toen hij dit deed want het was juist zijn bedoeling dat dit zou gebeuren. Als God Adam perfect had willen maken, had hij hem direct geestelijk gemaakt. Hij ging zelfs nog een stap verder: God schiep Adam niet alleen aards maar noemde hem ook nog goed. Menselijk falen is de enige mogelijke achtergrond voor een goddelijke openbaring. God schiep Adam juist om hem te doen falen opdat hij de schepping van de openbaring van christus verzekerde.
Satan wil je graag een groot plezier doen
Arme Petrus. Hij wilde alleen maar helpen. Jezus had tegen zijn discipelen gezegd dat hij naar Jeruzalem zou gaan en veel moest lijden. Misschien zelfs vermoord zou worden. Hij voegde eraan toe dat hij toch wel op zou staan uit de dood. Petrus hoorde dat laatste deel niet. Hij riep Jezus ter verantwoording, daar waar je het andersom zou verwachten. “Niets van wat u zei, mag u overkomen, heer,” zei Petrus. Was dat geen blijk van medeleven van Petrus? Misschien eerder een emotionele reactie. Jezus was niet onder de indruk van deze emotie, hoe goed bedoeld ook. Hij keerde zich zelfs van hem af en bestrafte hem: Petrus jij redeneert volgens de logica van mensen en niet vanuit Gods standpunt. Het menselijke standpunt beperkt zich tot korte termijn voordeel. Dit kan zich ook in liefdadigheid uiten als we onmiddellijk het beste willen voor de medemens. Of natuurlijk voor onszelf. Hier is niks op tegen tot het tegen de wil van god in gaat. Wat wil God? Jezus zei dit hardop maar Petrus ging er niet op in. Jezus van een marteldood redden stond niet in Gods agenda. Petrus had zijn twijfels hierover. Wij weten beter of toch niet? Ondanks de chaos in de wereld denken we dat God op vakantie is. Jezus noemde Petrus zelfs “satan” om op die manier te denken. En wij doen ons best om te geloven dat alleen het goede van god komt. En dat alles wat slecht is van satan komt. We trappen dan in dezelfde val als Petrus.
Maar zie hier de vreemde tegenstelling: het was Petrus’ wens om Jezus te redden van het lijden, en zijn wens van een welvarend, plezierig leven voor Jezus was van satan. Jawel, satan die Jezus een plezierig leven wenst. Juist het lijden dat jezus te wachten stond was van god. Hebben we vaker dingen andersom? Jazeker, weinig van het kwaad in de wereld komt ons zinnig over. Wat we om ons heen zien, lijkt eerder zinloos. Petrus had de woorden gemist over de opstanding en alleen het eerste deel van de boodschap gehoord. Hij sloot zich er in zekere zin voor af, stond oog in oog met de waarheid en zei: nee, ik ben het hier niet mee eens. We moeten oppassen om niet in dezelfde fouten te vervallen. Het boek Openbaring leert ons dat de ergste tijd die de aarde ooit zal zien, voor ons ligt. Moeten we bidden om de wereld ervoor te behoeden? Al het kwaad leidt mogelijk tot iets goeds. God schiep het kwaad zelf, Jes. 45:7 als contrast voor het goede. Het ergste komt nog maar het beste komt daarna!
*
Hitler redden lijkt op de apostel Paulus redden
In 1 Tim. 1:15 legt Paulus het werk van Christus uit in 9 woorden: christus kwam in de wereld om zondaren te redden.
Probeer eens de diepte van deze verklaring te vatten. Dat valt nog niet mee. Paulus vervolgt met de woorden”Ik ben de grootste zondaar. Als christus mij redt, dan redt hij anderen zeker. Nog zo’n zin waar we best even bij stil mogen staan. Wij noemen Adolf Hitler misschien de grootste zondaar van onze tijd. Saulus van Tarsus was erger. Hitler wilde de joden vermoorden maar paulus vocht tegen christus zelf. Toen Christus eindelijk aan hem verscheen, zei hij; “ik ben Jezus die jij zo vervolgt.”
Op de dag dat Saulus op weg ging naar Damascus om de naam van christus voorgoed uit de geschiedenisboeken te schrappen, bereidde god een openbaring van diepten voor van genade welke de wereld nooit eerder gezien had. Zoekt God hiervoor een gepolijste kandidaat? Iemand die net een Miss verkiezing heeft gewonnen? De winnaar van de staatsloterij? Nee, hij doet het tegenovergestelde en zoekt iemand die eigenlijk van de rotsen moest worden gegooid. Een echte klootzak. Hij is de pottenbakker en zoekt de slechtste pot uit; zeker niet de beste. Gods motto is: hoe slechter, hoe beter. Als mensen hun liefde willen tonen, overspoelen ze hun vrienden ermee. God overspoelt zijn vijanden met liefde. Wat eigenaardig ven Hem.
*
Wat een openbaring!
Satan maakt steeds weer de verkeerde beslissingen. Afgezien van zijn vermomming als sinterklaas eens per jaar. Dat komt omdat hij steeds weer reageert op wat god aan de oppervlakte doet. Beter had hij Gods diepten kunnen bestuderen. Satan is geen diepe denker. Het kruis van christus is een goed voorbeeld. Hij dacht werkelijk dat door christus te vermoorden, diens zege einde verhaal was. Dit doet hij ook in uw leven. Door beproevingen op uw weg te sturen, hoopt hij u van uw geloof te helpen. Tot op zekere hoogte geeft hij u “Job-beproevingen.” Hij snapt niet dat lijden omwille van christus u bij God op een wit voetje brengt. Fil. 1:29. En dat u ervoor beloond wordt. Er komt een punt dat satan door heeft dat al deze tegenwerkingen alleen maar voordelen op voordelen worden.
Kun je jouw redding verknallen?
Nee. Maar dit verdient enige toelichting. Efe. 1:3-5. God koos ons voor de nederwerping de wereld. Het woord nederwerping is hier opvallend. Er was een tijd dat het heelal een beeld van perfectie was. In diezelfde dagen koos God ons als zijn zonen en dochters. We werden getekend, verzegeld en overgeleverd als zonen van god. Niet alleen voordat we geboren waren maar zelfs voordat de zonde ons geïnfecteerd had. De intrede van de zonde kan uw positie niet veranderen. Als je een regenjas aan doet voordat de bui losbarst, wordt je dan nat? Nee toch? Als je dus aan Gods doel voldeed voor de zonde intrad, kan de zonde hier niets aan veranderen. Wel kan de zonde de bevatting hiervan verstoren.
*
Goddelijke sturing
God stuurt elke actie van iedereen in het grote drama van het leven. Dit maakt ons niet tot robots. Eerder zijn wij klei in handen van de pottenbakker. (Rom. 9:20-21). Koning Nebukadnezzar geloofde dit nadat hij diverse maanden gras had gegeten als een koe. Zijn inzicht: de mensen zijn niets. God doet wat hij wil en niemand kan er iets tegenin brengen. Veel mensen, ook gelovigen, willen hier niet aan dat alles – ook het slechte uit God komt. Dat is wel wat 2 Kor. 5:18 zegt. Hoe sneller dit men wel accepteert, hoe sneller men vooruit schrijdt in de dingen van God.
*
De eenvoud van God: Romeinen 11:36
Alles is uit god, door god en in God. Iemand van 6 kan dit begrijpen. Intellectuelen en theologen niet. Ze verzinnen moeilijke theorieën die niemand snapt en waarmee ze ook nog promoveren. Denk als een kind en je snapt wat Gods bedoeling is. De geringste zal straks de grootste worden. Dit is een goddelijk principe.
*
Heel Azië keerde zich van Paulus af
Als we 2 Tim. 1:15 lezen waar allen in Azië zich van Paulus afkeerden, vragen we ons af waarom?
“Wees u hiervan bewust, dat iedereen in de provincie van Azië zich van mij afkeerden.”
Deze mensen waren van Paulus afgekeerd. Waardoor? Door de WET.
Zij die zich van Paulus afkeerden, keerden zich niet noodzakelijkerwijs van Jezus af. Ze keerden zich van het evangelie van genade af. Deze boodschap was teveel God en te weinig mens. De drang om “iets te doen” was te groot. En de gelovigen konden niet langer hun speciale roeping onderscheiden van die van Israël.
Sorry voor de verwarring, mensen
Veel mensen vinden dat Paulus teveel genade leert. God krijgt teveel de bal toegespeeld. Mensen zouden lui worden hierdoor. De redding is te goedkoop! Een goed antwoord zou zijn: “dit is niet de bedoeling. Redding is niet goedkop maar gratis!”
Feit
Paulus een slaaf van christus, uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen… het evangelie van zijn zoon… Romeinen 1:3. Het evangelie gaat niet over de zondaar maar over God’s Zoon.
Jezus Christus, de perfecte brug tussen god en mens
Theologen zeggen dat Jezus volledig God en volledig mens was. Geen van beiden is waar. Jezus demonstreerde vaak genoeg dat hij zelf ook een God had. Hij bad tot zijn vader in de tuin van Gethsemané, Matt. 26:39. Hij zei dat zijn vader groter was dan Hijzelf, Joh. 14:28. Hij claimde dat Hij de woorden van Zijn Vader sprak, niet zijn eigen, Joh. 14:24. Zoiets kan niet worden gezegd van iemand die volledig God is. Maar alleen maar mens was hij ook niet. Hij was geboren uit een vrouw, een maagd nog wel, maar tegelijk de enige mens tot dan toe die voortkwam door de Geest van God in plaats van sperma. Laten we christus aanbidden zoals wie Hij is: een unieke schepping en perfecte brug tussen God en mens.
Voor mij is leven christus en sterven winst, Fil. 1:21
Dacht Paulus dat sterven hem met christus zou verzoenen? Nee. Hij wist dat de enige manier waarop hij christus kon zien door de opstanding was en niet door de dood. Maar het is een misvatting om dood met opstanding te verwarren.
*
Waarom zo negatief? De evangeliën zijn joods
De 4 evangeliën zijn joods. Veel mensen hebben dit niet door. Bijvoorbeeld: alles aan de armen geven, je huis en haard opgeven, je familie achterlaten om Jezus te volgen. Was destijds gericht aan de joden. Of rijkdom dat jou de toegang ontzegd tot het koninkrijk. Dit was aan de joden gericht. Je kruis opnemen of je leven verliezen om het te winnen; was voor de joden. Jezus was de laatste profeet van het Oude Testament. Zijn boodschap danste om de wet van Mozes en dreigde hier al een beetje van los te raken. Veel mensen mixen wet en genade. God heeft hen geprogrammeerd om dingen te WILLEN doen. De boodschap van Paulus staat hier haaks op en is er één van NIET werken. (Romeinen 4:5). Hij vertelt van God’s blijdschap, 1 Tim. 1:11 en onze hulpeloosheid, Rom. 5:6. Het evangelie van de onbesnedenen is een welkome boodschap van genade en blijheid. Dus waarom zouden we gefrustreerd rondlopen van boodschappen die ooit voor joden bedoeld waren? Luister naar Paulus.
Wil je falen? Bouw een kerk naar het model van Handelingen
Moderne christenen lezen in Handelingen hoe een ideale kerk eruit zou zien. Men probeert in tongen te spreken, doopt erop los tot de vonken er vanaf vliegen en roept op tot bekering. Sommigen geven al hun hebben en houden weg. Of men probeert zelfs doden op te wekken. Maar de formule in Handelingen is gedoemd om te mislukken. De gemeente in Handelingen mislukte zelf. Ze begon goed maar eindigde ermee dat Jacob werd vermoord, Petrus werd verbannen, Jeruzalem uitstierf en de joden versnipperd raakten. Het hele scenario was zelfs BEDOELD om te falen. Waarom? Om de koppigheid van Israël te demonstreren. Blijkbaar valt koppigheid moeilijk uit te roeien.
Het tegengestelde van uitverkiezing is niet eeuwige verdoemenis
In Lucas 23:35 wordt Jezus de uitverkorene van God genoemd. Gekozen worden is uitverkoren worden. Als Jezus de uitverkorene is, zijn wij dus blijkbaar niet uitverkoren. Uiteraard gaat deze vlieger niet op. Uitverkiezing is nooit een eindstation maar een middel naar een einde dat redding heet. Jezus de uitverkorene verdoemt niet maar redt. Voor God is uitverkiezing niet een middel om de niet uitverkorenen te verdoemen. Maar juist een weg om ook hen te redden. God gebruikt de uitverkorenen om de niet-uitverkorenen te redden. De uitverkorenen zijn uitverkoren om te redden en niet om achterover te leunen en toe te kijken hoe de rest van de mensheid in een vuurpoel brandt. Zoals het met christus is, zo is het ook met ons en het herstelde Israël. Haar uitverkorenheid dient ter redding van de aarde. Onze om de hemel te redden. De uitverkorenen redden, de niet-uitverkorenen worden gered. Dus iedereen wordt gered.
Beter dan de loterij winnen
Uitverkiezing is redding “Plus.” Het is meer dan redding. Het is een vreemde eer die niet alleen ons redt maar ons tevens aan de frontlinie plaats van al Gods toekomstige activiteiten.
*
Een hele grote sprong
Wij zijn de eersten die onsterfelijkheid meemaken! Behalve Jezus is niemand ooit onsterfelijk geweest. Lazarus werd opgewekt maar stierf opnieuw. Hij werd niet levend gemaakt in de zin van een nieuwe schepping buiten bereik van de dood. Neil Armstrong was de eerste man op de maan. En dus in de hemel. Alles boven de aarde is hemel. Maar vergeleken met hem gaan wij straks een veel grotere sprong in de ruimte maken.
*
Zo heeft God de wereld lief
“God had de wereld zo lief dat hij zijn enge geliefde zoon gaf.” “Had lief” is hier in de aorische tijd, niet verleden tijd. De aorische tijd betekent een tijdsloze waarheid. “A” betekent “niet” en “orist” betekent “horizon.” De aorische tijd heeft geen horizon. Had God de wereld vroeger lief en nu niet meer? Integendeel; God heeft de wereld tijdloos lief.
*
Feit
Jouw vertrouwen in God versterken en jezelf gezond wantrouwen is God’s ultieme reden voor elke ervaring die hij in jouw leven brengt. ELKE.
1 Timoteus 4:10: vooral van gelovigen
God is de redder van de hele mensheid, vooral van gelovigen, 1 Tim. 4:10. Gods waarheden hebben 2 niveau’s: 1 voor de gelovige en 1 voor de ongelovige. God redt iedereen. Maar deze waarheid rust alleen op hen die ervan weten (gelovigen). Daarom is God genadevol tot het einde maar geeft hij meer aan de gelovigen. Zelfs al is God de redder van alle mensen, dan maakt hij toch verschil tussen gelovigen en ongelovigen. Zo zal de gelovige dit ook doen.
3 mannen illustreren Gods 3 programma’s
God heeft 3 programma’s op de stoof borrelen:
Hij zal een koninkrijk op aarde vestigen met Israël aan het hoofd.
Hij heeft geloof het kanaal gemaakt waardoor mensen snappen wat redding is. Hij zal uiteindelijk de hele mensheid zegenen met eeuwig leven. God maakt mensen vertegenwoordigers van alles wat hij doet. Voor zijn koninkrijk op aarde, zet God de troon van David voort. Waar God het over redding door geloof heeft, zet hij de lijn van Abraham voort. Als God de hele mensheid wil redden, zet hij de lijn van Adam voort. Adam, Abraham en David zijn de menselijke 3-eenheid. Voor ons zijn dit meer dan namen. Wij weten dat ze aan een programma zijn verbonden. Wie is God? God is de Vader van Jezus Christus (2 Kor. 1:3). Jezus is zijn trots en genot. God is onzichtbaar en we kunnen Hem niet apart kennen van christus die Hem ontvouwt, Joh. 1:18. Ik kan God geen groter plezier doen dan hem te associëren met zijn zoon en met alles dat Hij bewerkstelligd heeft door zijn zoon.
Gods vrede: voor allen, maar slechts enkelen geloven dit
God verzoende door christus de wereld met zichzelf, 2 Kor. 5:19. Dit betekent dat god vrede met de wereld kreeg na het drama van Golgota. Verzoening is éénrichtingsverkeer: van God naar de mens. Als de mens deze waarheid accepteert en verzoend wordt met God, dan is er verzoening welke vrede is. Deze vrede van God is VOOR allen en OP allen die geloven, Romeinen 3:22. Gods waarheden hebben 2 niveau’s: 1 voor de gelovige, nu (OP hen) en 1 voor de ongelovigen later (VOOR hen). Verschil tussen beiden? Verlichting.
*
De apostel Petrus is geen lid van het lichaam van christus
Volgens sommigen zijn er geen 2 evangeliën van besnijdenis en onbesnedenen (Gal. 2:7). Ze zeggen dit omdat er volgens hen in christus geen jood of Griek is. (Gal. 3:28). Dit klopt voor het lichaam van christus. Het lichaam van christus is 1 lichaam en geen 2 (Efe. 1:4). Dit komt allemaal van Paulus. Maar dan had je ook nog Petrus. Paulus verbeurde zijn Israëlitische identiteit (Fil. 4:7). Petrus niet. En dit werd ook niet van hem verwacht. Jezus beloofde Petrus dat deze op één van de 12 tronen zou zitten en over de 12 stammen van Israël zou oordelen (Mat. 19:28). De besnijdenis is ook 1 lichaam.
*
Jij beslist of mensen sterven of leven
In relatieve zin bepaal jij of mensen leven of sterven in de volgende aionen. Zie 2 Kor. 2:14-16. De beste ervaring die iemand kan hebben is in contact komen met jou als boodschapper van christus. Als je van Gods genade en liefde spreekt, manifesteer je de geur van zijn kennis. Voor sommigen stinkt deze, voor anderen zeker niet. Als iemand jou afwijst, wijst degene God af. Hun afwijzing van jouw boodschap scheidt hen van God voor de aionen. Hun korte ontmoeting met jou blijft als bewijs staan tegen hen.
*
De aarde schoonvegen
God kan de aarde niet schoonvegen van het kwaad totdat wij, de gelovigen ervan weg genomen zijn. Zolang gaan mensen door met gek doen en hun dagelijkse leven. Vanwege ons: 2 Thess. 2:6-8.
Wij zijn ambassadeurs van christus
2 Kor. 5:20 leert ons dat we ambassadeurs zijn van christus. Ben je depressief omdat je geen officiële titel hebt in deze wereld? Nou, de meest nobele titel heb je alvast: ambassadeur van christus. God smeekt de mensheid via ons en door ons. God zelf is in deze aion stil maar laat zijn stem via ons klinken. Hoeveel mensen hebben de boodschap van de verzoening van God naar de wereld? Een paar honderd. Lees je het goed? Jawel, hooguit een paar honderd mensen weten echt wat het evangelie is. Als mensen jouw boodschap afwijzen, wijzen ze God af.
*
Vriendschap met de wereld kan zo goed en rechtvaardig lijken
Als we aan werelds genot denken, denken we aan seks, drugs en rock en roll. Denk subtieler. Ook nette burgers hebben hun seks, drugs en rock ’n roll:
Het op zich nemen van veel verplichtingen en wereldse zorgen. Proberen het iedereen naar de zin te maken. Meer van zichzelf denken dan zou moeten. De wereld beloont hen die zich uit de slof werken, zichzelf geven tot ze een burn out krijgen en dan zichzelf feliciteren omdat men uitgeput is. Wat verwacht God van ons? We moeten juist wijs, juist, en toegewijd leven in de huidige aion. Titus 2:12.
*
Feit: Paulus was het eerste lid van het lichaam van christus. Niemand voor hem kan dus bij dit lichaam horen. Rom. 8:30.
Jezus is God niet. De 3-eenheid is bluf.
In 2 Kor. 1:3 staat dat God de vader is en christus zoon en heer. Zijn grootste vreugde is om zijn vader’s wil te doen. Hoe kan hij dat doen als hijzelf de vader is? Neem hem zijn pleziertjes niet weg!
*
Grote menselijke vooruitgang maakt geen vooruitgang in God
Onze wereld kent een populair gezegde: God helpt hen die zichzelf helpen. Dit is natuurlijk niet zo. In Romeinen 5:6 staat dat God de hulpelozen helpt. Niettemin probeert de wereld zichzelf gelukkig te maken met religieuze muziek, handengeklap, religie, educatie en politiek. Alles wat de zenuwen streelt. Wij, de mensen vonden seks uit, is het niet? Ook dit is niet zo maar een uitvinding van God. We hoeven maar naar het oude rome te kijken om te zien dat elk pleziertje al uitgeprobeerd is. En Rome werd alleen maar kleiner. In plaats van het oude Rome opnieuw uit te vinden, zullen we beter het boek Prediker lezen. Hierin staat dat plezier najagen het najagen van wind is. Wat de mens niet kan, heeft christus al voor ons gedaan, Efe. 2:13-14.
God heeft het grootste werk voor ons gedaan door ons lid te maken van zijn lichaam. Wij gaan straks het heelal in. Dit voorrecht mogen wij wel eens overwegen. Moeten wij hem geen tegenprestatie leveren? Dit laatste is puur menselijk geredeneerd. Het is het denken van de oude mens. De nieuwe mens De nieuwe mens denkt: “als God zoveel goeds voor me deed toen ik nog een zondaar was (Romeinen 5:6), hoeveel goeds zal hij voor me doen nu ik gerechtvaardigd ben!” Rom. 5:9. Klinkt egoïstisch? Is het niet. Het is het ultieme compliment aan christus.
Wees voorzichtig met volledige overgave
Iedereen wil met god wandelen maar velen zeggen dat ze één met de geest zijn. Dit is new age kletskoek. We voorzien onszelf met Gods wil door de bijbel. Dit maakt ons intelligent. De bijbel is de virusscan tegen demonische invloeden. Alleen de geest van God kan een mens hierin leiden. Geef je verstand niet zomaar over. Nodig God niet uit, “in je.” Je bent geen vacuum. God woont al in jou. Een neutraal verstand waar het woord geen voet aan de grond heeft, is een rood tapijt voor satan. De remedie hiertegen: laat het woord van god rijkelijk in je vloeien, Kol. 3:16.
*
We zijn het Nazareth van de Melkweg
Kijk eens naar de positie van onze zon in de melkweg. We zitten sowieso niet in het centrum. Zelfs niet in de buitenwijken. Onze locatie is bijna naar buiten geslingerd, het niets in. Wij zitten in de sloppenwijken van de Melkweg. En juist hier stierf christus aan het kruis. Dit is tevens de enige plek in het heelal waar de toekomstige heersers van het heelal wortel schieten. Onze kleine planeet is het morele en politieke centrum van het heelal. Nathanaël zei van Jezus: kan er iets goeds komen uit Nazareth? De hemelse machten (buitenaardsen) zeggen: “kan er iets goeds komen uit de Melkweg?” Wacht maar af!
*
Werkte Paulus’ nederigheid tegen zijn vrijmoedigheid?
Paulus had last van een paradox. Aan de ene kant preekte hij vrijmoedig het evangelie van christus; weliswaar een andere boodschap dan zijn voorgangers maar toch preekte hij de boodschap zoals wij die kennen, die van genade. Tegelijk vernederde God hem om de haverklap. Paulus vraagt zijn vrienden om voor hem te bidden voor vrijmoedigheid. Aan de andere kant schrijft hij: “bovendien kwam ik bij u in al mijn zwakte en was ik angstig en onzeker. De boodschap die ik verkondigde overtuigde niet door wijsheid maar door de kracht van de geest.” 1 Korinthe 2:3-5. Echte vrijmoedigheid komt niet van de menselijke mogelijkheid om te slagen maar van de goddelijke mogelijkheid om te falen.
*
Geloof op zich is waardeloos
In Romeinen 4:16 staat: Gods belofte van onze redding is “van geloof dat in overeenstemming is met genade.”
Kan geloof onze zonden wegnemen? Nee. Geeft het ons rust en vrede? Nee. Dit is geen boodschap van Jacob waar geloof met werken moet worden verrijkt. Ik heb het nu over dat wat VOOR geloof komt, namelijk Gods genade. Rechtvaardigheid en vrede zijn giften; geloof is het door god gekozen kanaal dat ons voorziet in deze giften. Genade is de motor, geloof de carrosserie. Geloof dat overeenstemt met genade, daar gaat het om.
1 Johannes 3:9 zegt: “Iedereen die uit god geboren is, zondigt niet.”
Deze vers verwijst naar Israël in het komende millennium als christus regeert. Israël wordt nationaal herboren. Dus betrek het niet op jezelf. Als je wilt weten welke waarheid voor jou in het hier en nu geldt, lees dan Paulus: “wat zal mij redden uit de dood?” Romeinen 7:24. Antwoord: genade!
*
De grote wegname is zo praktisch als maar wat
De 144.000 uit Openbaring 5:10 zijn gelovigen uit Israël die een natie van priesters gaan worden en over de aarde gaan regeren. Dus waarom zouden ze met de grote opname mee ten hemel worden gevoerd?
Het lichaam van christus, van de andere kant (wij) gaat Gods genade aan de hemelse machten (buitenaardsen) brengen. Efeziërs 2:6-7. Weg genomen worden op warpsnelheid naar de 3de hemel, is dat niet gek genoeg?
Overleef je het?
Wij, de levenden worden tegelijk weggevoerd met hen op de wolken om de Here in de lucht te ontmoeten. – 1 Thess. 4:17.
Paulus noemt ons “wij die overleven.” Hij vergelijkt ons met de doden. Zoiets als ouders die werden overleefd door hun kinderen. Het Griekse woord voor overleven is “perileipomai.” Een overleveraar leeft niet zozeer door maar wordt omringd door gebrek/tekort. Een overleveraar van een dode echtgenoot, heeft de echtgenoot als gebrek. De overleveraar van een huisbrand heeft gebrek aan onderkomen. De overleveraar van een vliegtuigcrash heeft gebrek aan alles en iedereen die bij hem in het vliegtuig zat. Iemand die bortskanker heeft overleefd lijdt gebrek aan een borst. Waaraan lijden wij gebrek? Eigenlijk niet veel. God doet alles voor ons, inclusief ons vertrouwen in het vlees wegnemen. Uit ons zelf kunnen we ons niet aan de dood ontsnappen. Christus komt voor ons, de gestrande overleveraars. Zijn we slechts aan het overleven? Mooi zo; Christus is onze redder uit de komende oordeel, 1 Thess. 1:10.
Het medicijn van immanent vluchtgedrag
Is het echt zo dat Christus letterlijk uit de hemel afdaalt op de wolken, de doden opwekt en ons dan wegneemt van de aarde? Opdat wij hem letterlijk in de lucht tegemoet komen? En daarna met hem de rest van ons eeuwige bestaan (eerst aionisch) met hem delen in het heelal?
Ja!
Zie 1 Thess. 4:13-18. Dit is de beroemde “grote opnamepassage.”
Het correcte Griekse woord is harpazo. Dit betekent “weg getrokken.” Zoals een wolf zijn prooi bespringt en wegvoert. Met behoorlijke kracht dus. Het woord beschrijft de actie van een wolf in Johannes 10:12. “Ik ben de ideale herder. De ideale herder legt zijn ziel af ten gunste van de schapen. Een huurling is geen herder maar laat de schapen in de steek. Dan komt de wolf en grijpt een schaap in de kraag “harpazo.”
De harpazo richt zich op de honger van degene die ons wegvoert, christus, veel meer dan op ons. We wachten op zijn komst ja, maar zijn verlangen overstijgt het onze. Hij weet veel meer over onze nieuwe bestemming dan wij. Vergeleken met hem zijn we slechts mild geïnteresseerd in onze hemelse bestemming. Christus’ verlangen naar ons is zodanig dat hij hongerig is als een wolf. Dit vergeten wij wel eens. Wij denken dat de grote wegrukking voor christus niet veel voorstelt anders dan weer een dag uit zijn hemelse kantoorbaan. Net als wij wacht Hij al 2000 jaar op de ontmoeting met ons. Bovendien is onze focus verkeerd. Wij zien deze wegrukking als escapisme. Zie het meer als “naar christus toe-isme.”
De grote wegrukking gaat niet in de eerste plaats over ons maar over christus! Straks zullen we schijt hebben aan zwaartekracht en wegvliegen van de aarde, het heelal in zoeven! Ik wil de melodieën van de hemelen horen en de hemelse machten zien die het heelal schiepen door christus. Ik wil nooit moe worden, voortdurend wakker zijn en permanent af zijn van armoede, ziekte en moeheid. Ik voel deze extase bij Paulus. Hij nodigt ons uit voor onze komende transformatie: “wees blij met onze hoop; anders zou je tot zorgen vervallen net als de rest die geen verwachtingen heeft.”
Paulus leidt zijn leerstellingen in als remedie voor persoonlijk lijden. De komst van christus ziet hij als balsum voor onze wonden, speciaal van overleden dierbaren. Niet voor niets zullen eerst de doden opstaan. En niet alleen zullen zij opstaan maar wij zelf zullen onsterfelijke lichamen krijgen. Deze verzen gaan over ons. Paulus zegt: troost elkaar met deze woorden: 1 Thess. 4:18. Haal troost uit deze woorden. Leun lui achterover, wordt eigenzinnig en geniet ervan. Mijn persoonlijke theorie is dat vlak voor de grote wegrukking iedere heilige acuut lijdt. Onder alle heiligen zal lijden zijn. God brengt ieder van ons in een penibele situatie zodat de transformatie naar ons nieuwe lichaam zo’n groot contrast zal zijn dat het voelt alsof we letterlijk uit ons lichaam springen.
*
Orgasme: microkosmos van wegvluchten
Hoe voelt dat? Overgaan van de huidige boze aion naar de nieuwe in bovendien een nieuw lichaam? God heeft ons een hint gegeven: het seksuele orgasme. Toen God Eva uit Adam schiep, schiep hij gelijktijdig het seksuele verlangen. Bovendien was er een rib weggehaald uit Adam wat de nood van Adam nog groter maakte. De vrouw heeft sindsdien meer dan wat dan ook de attentie van de man. Dit is wel een beetje mysterieus. En met welk doel? Met de scheiding van de seksen en bijhorend verlangen, voorzag God de mensheid en mee kijkende engelen met een voortdurend voorbeeld van zijn trekkende kracht aan de mens. De vrouw stelt god voor en de man het mensenras. Adam betekent mensheid en Eva betekent leven. De aantrekkingskracht tussen beide seksen brengt mogelijk de sterkste verbinding in de menselijke ervaring. Met de intentie om ons een idee te geven van de ervaring tussen mens en god. Toppunt van deze aantrekkingskracht is het seksuele orgasme. Deze ervaring is bijna ondragelijk. Is deze ervaring nodig voor voortplanting? Nee. Als aantrekkingskracht tussen man en vrouw de vergelijking is van het menselijke verlangen naar God, is het orgasme een glorieuze voorproef van de komende glorie. Onze lichamen kunnen een aionisch orgasme niet aan. Maar straks gaat dit wel komen. Alleen daarom al hebben we nieuwe lichamen nodig.
Wegrukking
Zij die ontkennen dat er een wegrukking is voor de grote verdrukking, maken geen onderscheid tussen het lichaam van christus en Israël. Dan is er ene mevrouw Margaret McDonald. Zij was een visionair en geboren in 1815 in schotland. Ze grabbelde in allerlei ongeestelijke zaken. Toen ze 15 was, kreeg ze naar eigen zeggen een visioen over de wegrukking voor de grote verdrukking. Daar schreef ze over. Sindsdien beweert iedereen dat zij de gedachte heeft verzonnen dat er een grote wegrukking komt. Wat dom! Iedereen weet dat zij de hamburger heeft uitgevonden!
*
Hoe doet God zaken? – door martin zender
God bedacht de 3delige formule van een verhaal
Schrijven kent een 3 fasen formule: begin, middenstuk en eind. In het begin zegt de auteur zijn karakters neer. Daarna brengt hij hen in moeilijkheden. Tenslotte hebben ze geleerd van hun fouten en redt de auteur hen. Het was niet de mens die deze formule bedacht; God deed dit met de eerste verzen van Genesis 1:1-2.
God maakt een man blind om zijn macht te tonen
In Johannes 9:1-3 komt Jezus met zijn discipelen langs een blinde man. Ze vragen hem waarom de man blind is. Heeft hij gezondigd? En wat dan nog? Is dat dan een reden om hem blind te maken? Jezus geeft een verbluffend antwoord: hij is blind omdat de werken van god in hem zichtbaar worden. Realiseer je wat deze passage ons zegt? God maakte een man opzettelijk blind. Opdat zijn zoon hem kon genezen. Waarvoor? Dat Zijn grootse werken aan het daglicht zouden komen en bekend zouden worden. Het grote plaatje hierbij is Genesis 1:1-2. God schept de aarde alleen om hem vervolgens te vernietigen. Waarvoor? Om zijn macht te tonen. Niemand zondigde. God zelf zondigde ook niet al maakte satan er een potje van. Dit was juist Gods bedoeling. God wilde dat satan er een potje van maakte. Dan kon hij vervolgens zijn macht tonen. Hier is geen sprake van dualisme. God heeft satan totaal onder controle. Nu het kleine plaatje: jouw leven. Rabbi, wie zondigde (jij?) dat je in zulke belabberde toestanden bent terechtgekomen? Jezus: niemand zondigde. Jouw moeilijkheden komen van God zelf opdat zijn werken in jou zichtbaar worden. Dit is de 3de act van het drama dat jouw leven is.
Hoe doet God zaken?
God is in zekere zin voorspelbaar en heeft niets te verbergen. Hij wil juist bekend worden. Hij wil dat jij weet wat Hij doet. Hoe god handelt door de aionen heen zien we in Genesis 1:1-2.
“Elohim schiepen de hemelen en aarde. De aarde werd een chaos en ledig en duister. Maar de geest van Elohim zweefde over de wateren.”
Drie woorden vallen op:
schiep, werd, vibreerde
Al jouw persoonlijke beproevingen kennen dit system. Het eerste dat God doet is scheppen. Jij bent zijn schepping, de pot, de klei die hij kneedt. Tot dusver hebben we hier geen problemen mee. Waar we wel problemen mee hebben is dat de aarde woest en ledig wordt, gedirigeerd door God. En dit is nog maar de eerste akte. God schept en verwoest. Dus eerst schept hij. Dan doet hij een stap terug om zijn kunstwerk te bewonderen. Dan kijkt hij hoe het nog beter kan. Als je een mooi kunstwerk ziet, is de verwoesting al onderweg. Het gaat nooit andersom. Deze schepping en verwoesting is Gods werk. Maar ook bij de verwoesting hoeven we niet te wanhopen. Want Gods geest vibreert alweer over de wateren. En zo ook boven ons verstoorde leven. De geest is licht en warm maar zweeft ter contrast over de zware duisternis. Hij leeft voor de 3de akte. De eerste twee verduurt hij.
Dit doet God steeds
God schept Adam en Eva. Het volgende dat we van beiden weten is dat ze opens die mooie Tuin van Eden uit worden gejaagd. En nu vibreert de geest van God weer. Het decor wordt gezet voor de redder. Zonder zonde geen redder. God schiep Adam om over de aarde te heersen. Adam deed dit korte tijd (God schiep hemel en aarde) maar toen gooide God zelf de boel omver (de aarde werd een chaos). Engelen bewaakten daarna de Boom van Leven. Is dit permanent? Nee. De mensheid zal ooit weer heersen over hemel en aarde. Maar eerst na een flinke periode van nederigheid en discipline. God vergeet zijn eerst belofte niet. Hij vertelt Eva dat zijn nageslacht zal baren dat de tegenstander zal verslaan. Ze krijgt een zoon, Kaïn en denkt: dit is degene. Ja en nee. Ja, haar nageslacht zal satan ooit verslaan. Maar nee, het is niet Kaïn, maar iemand die pas over 4000 jaar geboren wordt. Loog God? Nee. Eva kende Gods hele plan niet. God roept Israël bij de berg Sinaï als zijn volk. Maar Mozes is de berg nog niet afgedaald of dat goddelijke volk danst rond een gouden kalf. God schiep Israël om haar te breken. Hij scheidt zelfs een tijd van haar. Is dit het einde? Nee. Hij zal boven zijn volk vibreren en zijn macht tonen aan zijn volk. Niet alleen zijn macht maar ook zijn liefde tegenover haar zwakte. In de tussentijd bezoekt God de rest van de wereld, natiën genoemd.
Geef niet op; we gaan voor het graan!
Hoe kan het dat je de stem van God hoort op de gekste plaatsen waar anderen hem niet horen of zelfs naar de kerk gaan om hem te horen? Het antwoord is: God spreekt tot jou en niet tot alle anderen. Zie ook Matheus 13:11 waar christus zegt: “aan jullie is het geheim van het koninkrijk der hemelen gegeven, aan de rest niet.”
Het is niet aan jezelf te danken dat je God hoort en het is ook niet de schuld van anderen dat ze de stem van God niet horen. Paulus voegt eraan toe: je moet in alles nuchter zijn, je lijden aanvaarden, je werk als verkondiger van het evangelie doen, je dienende taak vervullen. God ruïneert de carièrre van Saulus in een uur en herstelt hem dan als Paulus. God deelt deze laatste akte nog weer in. God zegt tegen Paulus:
“je bent het eerste lid van het lichaam van christus en je wordt mijn getuige voor koningen.”
Het volgende dat Paulus weet is dat hijzelf geslagen en gestenigd wordt, een hobby die hij vroeger uitoefende. Hij lijdt schipbreuk en wordt achtervolgd door bandieten. Was hij nog maar Saulus. Dan kon hij er tenminste zelf op los meppen. Daarna geeft God hem een visioen van de 3de hemel in de tijd. Daarna sterft Paulus eenzaam in Rome. Wacht maar tot hij straks opstaat uit de dood. Een hint voor ons evangelie van rechtvaardiging uit geloof kwam ooit tot Abraham. God zei tegen hem: jouw nageslacht zal talrijk zijn als de sterren. Abraham begon ze te tellen maar gaf op na 95. Hij geloofde God en God rekende hem dit tot rechtvaardigheid. Het volgende dat we weten is dat rechtvaardigheid uit geloof opeens verdwijnt van het podium en plaatsmaakt voor de wet van Mozes. Vergeet God zijn belofte van rechtvaardigheid uit geloof? Nee hoor. De wet die veel later kwam (430 jaar) maakt de belofte aan Abraham niet ongedaan, Galaten 3:17. Christus heeft beloofd dat we worden weg genomen om samen met Hem te zijn aan de rechterhand van God voor het aionische leven. En ook daarna. Tot nu toe merken we hier weinig van en gaan we maar naar een rockconcert om de pijn te stillen. Niks op tegen maar maakt deze ervaring de belofte van christus ongedaan? Nee! De grote opname is een essentieel deel van de beloften van God. Ze zijn het 2de werkwoord van Gods “3 werkwoorden” project. Blijf erbij want de geest van God vibreert al over ons. Nog heel even maar en het is zover. De 2000 jaar zijn op 20 jaar na, om!
*
Theologisch correct?
Hoe kan ik je helpen?
Zou deze boodschap uw leven veranderen? Veel kerken geven je geen vrede maar betere fysieke omstandigheden; althans zo claimen ze. Ze genezen je van aids, homoseksualiteit etc. etc. Zelfs als ze dit echt konden, hoe lang zou je er gelukkig mee zijn? Het evangelie van Paulus gaat over vrede en zekerheid in christus. Dit geeft je een zekere ruggengraat om fysieke pijn te verduren. Andersom niet. Iemand die genezen is van kanker moet nog maar afwachten of hij ook de vrede van christus voelt.
Weet mijn kerk niet wat echte liefde is?
Zelfs heidenen weten hoe ze een depressieve buurman moeten helpen. Wat is het doel van je kerk? De boodschap van de gekruisigde christus brengen of lekkere broodjes maken voor elkaar? De eerste taak is om de boodschap van genade te onderscheiden van alles wat haar verwatert. Paulus vond dit zo belangrijk dat hij dit in Galaten 1:8 schreef. Hij gebruikt het woord “anathema.” Dit betekent “vervloekt ben je.”
In 1 Thes. 1:8-9 zegt hij dat zij die de boodschap van genade niet onderscheiden, zich blootstellen aan uitsluiting van het aionische leven. Sommige gelovigen zeggen: we discussiëren geen doctrine in de kerk omdat je er tweedeling door krijgt. Dit klinkt vredig maar is het tegenovergestelde. Als een andere gelovige de boodschap van genade en wet door elkaar mixt, moet je hem/haar juist op de vingers tikken. Is uitsluiting van het aionische leven dan zo’n vredig vooruitzicht? Makkelijker is het om doctrine te negeren en broodjes te bakken voor elkaar, maar worden we er beter van? Niet als de kerk geworteld is in emotionele liefde in plaats van echte liefde.
*
Heb je naaste lief als jezelf; sorry naaste…
Je naaste liefhebben als jezelf; wil je naaste dit wel? Stel dat jezelf liefhebben betekent dat je elke ochtend om 6 uur opstaat, 10 kilometer hardloopt, jezelf van alles ontzegt, nooit een lekkere pizza eet, en nooit eens gek doet. Of je drinkt 10 glazen water per dag en nooit eens bier. Immers, water is een fundament uit de bijbel die vol staat van putten en levende bronnen. Lief hebben is ook een beetje hard voor jezelf zijn. Hoe houdt God van ons? Kijk terug op je beproevingen van de afgelopen maand en dan snap je hoe God je lief heeft. God disciplineert degene die Hij lief heeft. Elke vader die zijn kinderen lief heeft, disciplineert ze. Dus voortaan eerst vragen aan de naaste of hij/zij wel lief gevonden wil worden door jou.
Theologisch correct
Het is modern om te vinden dat ieder zijn eigen waarheid heeft, vooral als het om God gaat. Een objectieve waarheid bestaat niet. De waarheid schep je zelf. Tegelijk mag je niet politiek incorrect zijn. In deze nadagen van de Verlichting met bloemen, harten en misplaatste zelfdunk is liefde vooral emotioneel gedefinieerd. M.a.w., ik kan alleen van je houden als ik tegen je zeg, hoe goed je bezig bent, ook al is dit niet zo. Paulus zegt: al ken ik alle mysteries en heb ik alle kennis; zonder liefde ben ik nog niets. Liefde is emotioneel gedefinieerd en niet bijbels. Mensen die zonder schroom de boodschap van paulus brengen worden arrogant gevonden. Immers, ieder heeft zijn eigen waarheid. De kennis van het aionische leven is men daarbij geheel vergeten. De Verlichtingsfundies weten niet wat aionisch leven is maar claimen wel dat ieder zijn eigen waarheid heeft.
*
Als ik zwak ben, ben ik sterk
Dit zeggen is één ding, maar ernaar leven is een tweede. Erg grappig klinkt het ook al niet. Veel mensen willen juist lol hebben in hun leven. Men wil helemaal geen zin in het leven zoeken maar lol hebben. Maar hebben wij een keuze? Het enige alternatief voor op de bank liggen en wachten tot God in ons werkt is staan en lopen terwijl God in ons werkt.
Satan wil ons tegen elkaar opzetten
Satan wil ons uiteendrijven: familieleden, evangelisten, zakenvrienden, noem maar op. Hij werkt van binnenuit zoals hij deed bij Barnabas en Saulus. We zijn op onze hoede hiertegen. Daarom zeggen we soms tegen elkaar: jij bent een idioot. Dit om erger te voorkomen. Dit lijkt op elke dag een stukje chocola eten om te voorkomen dat je in het weekend opeens 3 repen tegelijk neemt.
*
Niemand heeft een jota vrije wil
De bijbel zegt: niemand zoekt god, niemand snapt zijn woord; Rom. 3:10-12. En: uit genade, door geloof ben je behouden, niet uit eigen kracht of werken maar door wat God in jou werkt, opdat niemand roemt op zijn eigen werken: Efe. 2:8-9. God geeft aan een ieder geloof naar zijn maatstaf. Rom. 12:3. Wie denkt u die u bent? Alles wat u bezit is u geschonken, 1 Kor. 4:7. Door de genade van God ben ik wie ik ben, 1 Kor. 15:10.
*
Verander het kanaal: ben ik de enige die dit kan?
Vanuit absoluut perspectief bekeken, handelt god in alles in overeenstemming met de raad van Zijn wil, Efe. 1:11. En is het god die in ons werkt, Fil. 2:13. Dit is het deel van Gods handelen waar we niet altijd rekening mee houden. Dit is wel typerend. Hoevaak denk je overdag bewust aan je hart, of het wel goed tikt? Of dat je nieren het nog wel goed doen? Ik niet of nauwelijks, zelfs niet als ik een vette hamburger eet. Dus of we ons ergens wel of niet ergens van bewust zijn, zegt niet zoveel. Het relatieve standpunt zegt iets over hoe we ons verhouden tot de wereld. B.v.: als IK door het rode stoplicht rijd, krijg ik misschien een ongeluk. Het woord IK staat hier centraal. Het woord “ik” is koning in het relatieve standpunt. Geen wonder want het is perfect natuurlijk. In absolute zin kan alleen God ervoor zorgen dat ik op de rem trap voor het rode stoplicht. Inderdaad, dit is zo. Dit is de absolute hartslag van mijn en uw leven. Gods beschikking over alles en elk detail houdt ons op de been. Doorgaans staan we hier niet bij stil.
* Klein voorbeeld van henk: in 2008 ging ik met de fiets onderuit. God zorgde ervoor dat er geen auto aankwam waardoor het ongelukje niet nog erger werd. Niettemin liep ik verwondingen op en kwam ik in het ziekenhuis terecht. Daar constateerde men dat mijn bloeddruk veel te hoog was. Ik moest blijven en kreeg medicijnen. Na 2,5 week mocht ik pas weer weg. Jammer van dat ongeluk maar anders had ik nooit ontdekt dat mijn bloeddruk te hoog was. Of misschien wel door een beroerte. Het ongeluk was een goddelijke ingreep, hoe vervelend ook. Had god dit niet anders kunnen doen? Vast wel, maar blijkbaar had hij er reden voor om het zo te laten gebeuren. Voordat zoiets gebeurt, leef ik in het relatieve en zeg ik; “het is aan mij.” Ik had op de fiets beter uit moeten kijken. Inderdaad had het veel erger gekund. Een halve minuut later en ik was misschien midden op straat overreden. Achteraf gesproken zeg ik, ik leef in het absolute en zeg: “blijkbaar moest het op deze manier gebeuren van God.”
*
God’s totale controle
Geloof in Gods totale controle over alles is het beste. God schenkt ons onwetendheid over zijn dagelijkse plannen voor ons. Dit heeft zijn voordelen. In Filippenzen 2:12 staat: blijf u inspannen voor uw redding. Voelt het alsof God elk detail in uw leven regelt? Natuurlijk niet. Zodoende blijft het leven voortkrabbelen als een avontuur van willen en doen. Lees verder: in vers 13 staat: want het is God die zowel het willen als handelen in u teweeg brengt. We kunnen niet eens verliezen! We genieten van het leven alsof het vrij is. En tegelijk doet God alles. Alles wat we doen is voorbestemd door God. Deze waarheid gaat tegen elke religie in, inclusief het christendom.
*
GENESIS VINDT HAAR COMPLEMENT IN OPENBARING
Genesis: Zon, maan en sterren voor het besturen van de Aarde (1:14-16).
Openbaring: Zon, maan en sterren verbonden met het oordeel over de Aarde (6:13; 8:12; 16:8).
Genesis: De duisternis wordt nacht genoemd (1:5).
Openbaring: “er zal geen nacht meer zijn ” (22:5).
http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Bullinger/bullinger_gen_open.htm
*
Menselijke natuur is niet zondig
“Hun zonde komt voort uit een gebrek, niet vanuit een natuur.”
Terwijl de menselijke natuur niet zondig is, wordt zonde verbreid door natuurlijke middelen. Wij allen erven een natuur die wordt aangetast door de zonde, toch zijn we zondaars “door de natuur,* ” dat wil zeggen door verwekking, een natuurlijk proces. Zelfs op die manier is de natuur zelf niet zondig. Het is slechts de methode, het middel, de weg die door de zonde gebruikt wordt. Wat wordt overgebracht door of door middel van de natuur moet niet worden verward met de natuur zelf. Allen zondigden, of misten doel. En waarom zondigden ze? Het antwoord wordt meteen gegeven. Omdat “ze de heerlijkheid van God derven (missen of ontberen)” (Rom 3:23). Dit wordt vervangen door “omdat hun natuur gevallen is en zondig is geworden”. Maar hoe meer we de Schriften doorzoeken, hoe meer we ons zullen verwonderen over de ongelooflijke nauwkeurigheid en waarheidszin van deze aanklacht tegen het menselijk ras. Hun zonde komt voort uit een gebrek, niet vanuit een natuur. Het is zo noodzakelijk dat we de volle betekenis vatten van wat het woord “derven” inhoudt dat we een volledige concordantie van alle vindplaatsen zullen geven.
www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/kwaad_zonde_008.htm
*
Er zijn 2 evangeliën in het Nieuwe Testament, niet 4
Veel mensen denken dat er 4 evangeliën zijn in het Nieuwe Testament. Die van Matteus, Marcus, Lucas en Johannes. Dit is niet waar. Mattheus, Markus, Lucas en Johannes geven 4 verschillende berichten van hetzelfde evangelie. Welk evangelie? Dat van de besnijdenis (Galaten 2:7). Dit werd zo genoemd omdat de Israëlies zich moesten laten besnijden als vorm van nederigheid en hen zo apart te zetten van de rest van de wereld. Evangelie betekent “goed nieuws.” Wat is het goede nieuws dat God aan de Israëlieten gaf? Namelijk dat zij op een dag over de wereld zullen regeren vanuit hun hoofdkwartier in Jeruzalem. Maar er is een tweede evangelie in het Nieuwe Testament. Dit heeft het evangelie van de onbesnedenen. (Gal. 2:7). Dit werd zo genoemd omdat het aan volken werd gebracht die geen eerdere claim hadden op God. Hun piemels bleven intact. Deze boodschap ging niet over een koninkrijk op aarde. Maar in het heelal tussen de sterren, ook wel hemel genoemd. Dit is al 1 reden waarom dit tweede evangelie verschilt van het eerste. Zowel aarde als het heelal moeten verzoend worden met God (Kol. 1:20). God zei tegen Israël: U zult de aarde verzoenen met mij. Goed nieuws dus. Tegen de rest van de wereld zei hij: U zult de hemelen (heelal) met mij verzoenen. Nog beter nieuws maar wel ander nieuws van een ander evangelie met een andere doelgroep.
*
De doctrine van de vrije wil verdoemt iedereen
De bruid van het lam (Israël) en het lichaam van christus hebben een gemeenschappelijk probleem: zelfrechtvaardiging. Paulus schrijft aan de Filippenzen (3:3) dat hij en de andere leden van het lichaam van christus hun glorie hebben in Christus en geen vertrouwen hebben in het vlees. Maar met betrekking tot Israël schrijft Paulus in Romeinen 10:3:
“Want onbekend zijn zij met de gerechtigheid van God en hun eigen gerechtigheid proberende te vestigen, waren zij niet ondergeschikt aan de gerechtigheid van God.”
Eigen gerechtigheid proberen te zoeken leidt tot de dood voor het aionische leven. Israël vond dit idee uit, het christendom promoot het vervolgens met de doctrine van de vrije wil. Wat is vrije wil anders dan een eufemisme voor je eigen gerechtigheid bewerkstelligen. En te zeggen: “Ik ben gered om dat IK voor Jezus heb gekozen.” God zal Israël van haar zelfrechtvaardigheid bevrijden als Hij de wet in haar hart schrijft. Ons zal hij er nu al van bevrijden als we aan de lijdende Jezus aan het kruis van Golgota blijven vasthouden. (Ook als dat kruis een paal is geweest.)
*
Petrus en Paulus hadden verschillend geloof ten aanzien van hun redding
Wat moet een Israëliet geloven om gered te worden?
Het lichaam van christus slaat op de volkeren die gehoor geven aan het goede nieuws van Paulus. Israël hoorde het nieuws van Petrus. Dit was het zelfde goede nieuws dat God Abraham gaf in Genesis 10. Zij worden de bruid van het Lam genoemd. In 1 Kor. 15:3-4 legt Paulus het geloof uit aan het lichaam van Christus: 1. geloven aan de dood voor onze zonden. 2. het graf van christus. 3. de opstanding van christus. Behalve het thema van zonde, gaat het vooral over dood en opstanding. Paulus gaf ons deze boodschap niet voordat Jezus uit de dood was opgewekt. Hij had de boodschap zelfs niet eerder ontvangen. Hoe kon een boodschap die gebaseerd was op dood en opstanding ook eerder gehoord worden dan na zijn opstanding? Maar dit roept wel vragen op:
Was de boodschap van besnijdenis aan de joden gebaseerd op de dood en opstanding van christus? Niet alleen was deze boodschap aangekondigd in Genesis 10 maar ook herhaald door Jezus zelf, VOORDAT hij was gekruisigd. Onze Heer zegt tegen Martha in Johannes 11:26: “iedereen die leeft en in mij gelooft, zal in de aion zeker niet sterven. Geloof jij dat?”
Ze antwoordde: “ja Heer, ik heb geloofd dat u de christus bent, de Zoon van God, die in de wereld komt.”
Dus om het 1000 jarige koninkrijk binnen te mogen gaan zal een Israëliet dit geloven: “Jezus is de messias, de gezalvde, de Zoon die door God naar de wereld was gezonden, om zijn hulpeloze natie, Israël in haar zegenrijke millennium te leiden. De woorden van Jezus in Johannes 3:36 bevestigen dit:
“Wie in de Zoon gelooft heft aionisch leven. Maar wie koppig is tegen de Zoon zal geen leven zien, maar de verontwaardiging van God blijft op hem.”
Ook Petrus schrijft in Johannes 6:69: “wij hebben geloofd en wij weten dat u de heilige van god bent.”
Johannes schrijft in Joh. 1:12: “Doch wie Hem aannamen, aan hen geeft hij het recht kinderen van God te worden, aan die in Zijn naam geloven.”
Conclusie: Israëlieten worden gered door in de naam van Jezus te geloven en niet in de dood en opstanding van christus. Die boodschap was gereserveerd voor Paulus. Het kruis van Christus werd het fundament voor een nieuwe boodschap, aan de rest van de wereld gericht.
Paulus omhelst het kruis; Petrus niet
Het kruis van Jezus christus is nooit aan Israël gebracht als goed nieuws. Sterker nog: het was iets waarvoor Israël zich zou moeten bekeren:
“Laat heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem en Heer en Christus maakt, deze Jezus die jullie kruisigen. Nu horende werden zij in het hart gestoken met berouw. Zij zeiden en tot Petrus en tot de overige apostelen: wat zouden wij moeten doen, mannen, broeders?” – Hand. 2:36-38.
Waarvan moesten de joden zich bekeren? Van het kruisigen van de messias. Zo werkte het in israël tijdens Pinksteren en zo werkt het nog steeds: Christus is gekruisigd; oh nee! Zo verschillend is het ten aanzien van het lichaam van christus. Paulus schrijft in Galaten 6:14: “Maar moge het niet zo zijn dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heer, Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij werd gekruisigd, en ik voor de wereld.”
Kun je je er iets bij voorstellen als een Israëliet zich vandaag de dag beroemt op het kruis van christus? Als het kruis ook maar genoemd, wordt, kijkt een Israëliet de andere kant op. Dat terwijl de dood van christus voor Israël de vervulling was van het Oude testament type. Het kruis bewees dat lankmoedigheid en nederigheid sterker waren dan het zwaard. Dat terwijl Israël dacht dat het zwaard hen toegang tot het koninkrijk zou verschaffen. Besnijdenis en het Paaslam moesten deze gedachte uit hun hoofden verdrijven. Israël had de dood van christus nodig maar niet het kruis. Het was de MANIER waarop christus stierf en de BETEKENIS hiervan voor de mensheid die Paulus greep en tot schrijven aanzette. Het kruis van christus reikte veel dieper in de behoefte van de mensheid dan Israël zomaar een nieuw hart te geven. Het Paaslam was niet gemarteld, alleen monddood gemaakt. Zoniet christus aan het kruis. De manier waarop hij werd gemarteld zei iets over de toestand van de mensheid dat het genadevolle gedode Lam niet kon bereiken. Het Paaslam laat Israël intact; het kruis legt alles en iedereen het zwijgen op dat op zijn pad komt.
Het kruis van christus zegt:
Het hele ras is compleet. Zie de diepte van het lijden. En de 6 uren aan een Romeinse paal. We trekken hier de mensheid er bij de wortels uit. Zo diep gaat het. Vergeet Abraham en David; we gaan terug naar Adam. Zo erg is het. Zie hoe erg het echt is met de mensheid. Maar als de messias opstaat uit de dood, is er tevens een nieuwe schepping ontstaan in de levens van hen die erin geloven. Petrus heeft dit nooit verkondigd. Hij was geen nieuwe schepping. De nieuwe schepping elimineert israël en Petrus zal een Israëliet zijn in dit koninkrijk. Dat moet hij ook wel zijn. Jezus had hem gezegd dat hij op één van de 12 tronen zou zitten en oordelen over de 12 stammen van Israël (Mat. 19:28). Wat zegt Paulus? Galaten 3:27 – “want jullie zijn allen in christus gedoopt; jullie hebben christus aangedaan. In Hem is geen jood en geen Griek.”
Petrus heeft dit nooit verkondigd. Dit kon hij ook niet. Hij zal een Jood zijn in het koninkrijk. Petrus was niet en is niet in het lichaam van christus. Alleen Paulus legt uit hoe slechts 1 man Adam, de hele mensheid verandert. Niet toevallig roemt alleen Paulus in het kruis. Het is christus aan het kruis, niet het Lam dat werd geofferd voor Israël. Wie maakt de veroordeling van Adam ongedaan? Omarm de boodschap van Paulus; de enige boodschap voor iedereen.
Christendom verwart het Lam met het kruis
De christelijke religie vertelt je dat je een nieuwe schepping bent in christus. En dat al je gerechtvaardigd bent voor je zonden. Tegelijk zeggen ze dat je je zonden moet belijden en jezelf moet veranderen voor christus. De bron van deze verwarring is het feit dat men geen onderscheid kan maken tussen tussen de boodschap van de besnijdenis en die voor de onbesnedenen. Het Lam van Israël (die alleen bekering vroeg) en de man die aan het kruis (of paal) stierf zijn 2 perspectieven vanuit dezelfde messias geredeneerd. De gekruisigde heeft de oude schepping volledig mee getrokken de dood in en ziet u nu als een nieuwe schepping in Hem, waarbij bekering een verdoemd woord is. De oplossing voor dit dilemma: Ga niet meer naar plaatsen waar je die verwarrende boodschappen hoort (kerk).
*
– Bevrijding van de zonde komt niet door deze te overwinnen maar door hem te doden.
– Bevrijding van de zonde verandert niet de zonde maar uw houding ten aanzien van de zonde.
Bron: Martin Zender: How to be free from sin while smoking a cigarette.
*
Vernietigen in de bijbel
Wij kunnen een van onze broeders vernietigen door voedsel te eten dat hij onrein acht (Rom. 14:15; 1Kor. 8:11). Ontneemt ons eten hem het leven? Dat zou wel een heel eenvoudige manier zijn om legaal een moord te plegen! Vernietiging en verloren gaan zijn het voorspel voor de redding. Het betekent nooit volkomen vernietiging, hoe dicht ook het in sommige gevallen die gedachte schijnt te benaderen.
Lees meer:
www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_vernietiging.htm
*
De christelijke religie vertelt je dat je een nieuwe schepping bent in christus. En dat al je gerechtvaardigd bent voor je zonden. Tegelijk zeggen ze dat je je zonden moet belijden en jezelf moet veranderen voor christus. De bron van deze verwarring is het feit dat men geen onderscheid kan maken tussen de boodschap van de besnijdenis en die voor de onbesnedenen. Het Lam van Israël (die alleen bekering vroeg) en de man die aan het kruis (of paal) stierf zijn 2 perspectieven vanuit dezelfde messias geredeneerd. De gekruisigde heeft de oude schepping volledig mee getrokken de dood en en ziet u nu als een nieuwe schepping in Hem, waarbij bekering een verdoemd woord is. De oplossing voor dit dilemma: Ga niet meer naar plaatsen waar je die verwarrende boodschappen hoort (kerk).
*
Pleidooi voor alverzoening
Adolph E. Knoch
Zij die menen dat ongelovigen voor eeuwig verloren gaan mogen wel eens een toontje lager zingen. Ze vergeten dat Jezus oorspronkelijk alleen voor de joden kwam. Wij, uit de volkeren kwamen er in de eerste instantie niet aan te pas. Christus, ja zelfs Paulus zijn tot het uiterste gegaan om Israël te bewegen hun messias te aanvaarden. Toen dit niet gebeurde, richtte Paulus zich pas tot ons. Allemaal volgens Gods plan natuurlijk. Maar waar het in dit stuk om gaat is dat wij God alleen maar dankbaar mogen zijn dat wij die ook eens niet de eerste keuze waren en eeuwig verdoemd leken, een kans hebben gekregen. Zal God die ons tenslotte heeft geroepen zich niet alsnog ontfermen over de ongelovigen? Jezus zelf was zeer duidelijk over het feit dat Hij slechts gezonden was voor het huis van Israel. Hij verbood Zijn zeventig discipelen zelfs naar een ander dan hun eigen volk te gaan. Paulus zei van Hem dat Hij een dienaar van de besnijdenis was. Vóór Golgotha werd dit niet herroepen. Pas na Israels verwerping werden Gods plannen met betrekking tot heel de mensheid bekend gemaakt. Wie zou er vandaag de dag aan denken om christenen te dwingen zich te laten besnijden, of de Mozaïsche offerdiensten en rituelen in onze moderne kerken in te voeren? Wij herkennen wat exclusief tot de mensen van het Oude Verbond behoorde. Toch falen we als het erom gaat de scheidslijn te trekken op het punt waar Israel werd verworpen en Paulus de opdracht krijgt om de volkeren te dienen. Wij eigenen ons weloverwogen toe wat Jezus Zelf zorgvuldig alleen voor Israel bepaalde.
Verkondigden Jezus, Johannes de Doper, de Twaalven en de Zeventig de boodschap van het nabijgekomen Koninkrijk der hemelen aan het Joodse volk met zijn Koning en hulp voor de mensen op deze aarde? Of gingen zij naar alle naties met het evangelie van het kruis, dat alle barrières tussen Joden en heidenen omver haalde? Net zo goed als we weten dat de boodschap van het kruis pas verkondigd werd nadat Israel was verworpen, weten wij dat het niet verkondigd kon worden voordat er een kruis was! Zo zouden we ook moeten weten dat levende leden nooit afgesneden zouden worden van de boodschap van het koninkrijk, waar zij bij horen, om hen te dwingen tot de boodschap van het kruis, waarmee zij organisch gezien nooit in harmonie kunnen komen.
lees meer:
http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_hemel_hel.htm
*
Paulus omhelst het kruis; Petrus niet
Het kruis van Jezus christus is nooit aan Israël gebracht als goed nieuws. Sterker nog: het was iets waarvoor Israël zich zou moeten bekeren:
“Laat heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem en Heer en Christus maakt, deze Jezus die jullie kruisigen. Nu horende werden zij in het hart gestoken met berouw. Zij zeiden en tot Petrus en tot de overige apostelen: wat zouden wij moeten doen, mannen, broeders?” – Hand. 2:36-38. Waarvan moesten de joden zich bekeren? Van het kruisigen van de messias. Zo werkte het in israël tijdens Pinksteren en zo werkt het nog steeds: Christus is gekruisigd; oh nee! Zo verschillend is het ten aanzien van het lichaam van christus. Paulus schrijft in Galaten 6:14: “Maar moge het niet zo zijn dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heer, Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij werd gekruisigd, en ik voor de wereld.”
Kun je je er iets bij voorstellen als een Israëliet zich vandaag de dag beroemt op het kruis van christus? Als het kruis ook maar genoemd, wordt, kijkt een Israëliet de andere kant op. Dat terwijl de dood van christus voor Israël de vervulling was van het Oude testament type. Het kruis bewees dat lankmoedigheid en nederigheid sterker waren dan het zwaard. Dat terwijl Israël dacht dat het zwaard hen toegang tot het koninkrijk zou verschaffen. Besnijdenis en het Paaslam moesten deze gedachte uit hun hoofden verdrijven. Israël had de dood van christus nodig maar niet het kruis. Het was de MANIER waarop christus stierf en de BETEKENIS hiervan voor de mensheid die Paulus greep en tot schrijven aanzette. Het kruis van christus reikte veel dieper in de behoefte van de mensheid dan Israël zomaar een nieuw hart te geven. Het Paaslam was niet gemarteld, alleen monddood gemaakt. Zoniet christus aan het kruis. De manier waarop hij werd gemarteld zei iets over de toestand van de mensheid dat het genadevolle gedode Lam niet kon bereiken. Het Paaslam laat Israël intact; het kruis legt alles en iedereen het zwijgen op dat op zijn pad komt.
*
Het kruis van christus zegt:
Het hele ras is compleet. Zie de diepte van het lijden. En de 6 uren aan een Romeinse paal. We trekken hier de mensheid er bij de wortels uit. Zo diep gaat het. Vergeet Abraham en David; we gaan terug naar Adam. Zo erg is het. Zie hoe erg het echt is met de mensheid. Maar als de messias opstaat uit de dood, is er tevens een nieuwe schepping ontstaan in de levens van hen die erin geloven. Petrus heeft dit nooit verkondigd. Hij was geen nieuwe schepping. De nieuwe schepping elimineert israël en Petrus zal een Israëliet zijn in dit koninkrijk. Dat moet hij ook wel zijn. Jezus had hem gezegd dat hij op één van de 12 tronen zou zitten en oordelen over de 12 stammen van Israël (Mat. 19:28). Wat zegt Paulus? Galaten 3:27 – “want jullie zijn allen in christus gedoopt; jullie hebben christus aangedaan. In Hem is geen jood en geen Griek.”
Petrus heeft dit nooit verkondigd. Dit kon hij ook niet. Hij zal een Jood zijn in het koninkrijk. Petrus was niet en is niet in het lichaam van christus. Alleen Paulus legt uit hoe slechts 1 man Adam, de hele mensheid verandert. Niet toevallig roemt alleen Paulus in het kruis. Het is christus aan het kruis, niet het Lam dat werd geofferd voor Israël. Wie maakt de veroordeling van Adam ongedaan? Omarm de boodschap van Paulus; de enige boodschap voor iedereen.
Heilige Geest is een ding, geen persoon
Het is de geest van waarheid. Dit is de onzijdige geest van een ding(waarheid). Zeker, waarheid is in het Grieks vrouwelijk, maar dat maakt het nog niet tot een persoon. En zelfs als het dat zou doen, zelfs de geest van een persoon is een ding! Overweeg eens onderstaande lijst van dingen die allen een geest hebben. Is het niet boven alle twijfel verheven dat de geest van een ding (wat ook het geslacht in het Grieks zijn mag) een ding moet zijn? De geest van waarheid is een levende kracht die in waarheid aanwezig is, de energie die het uitdeelt, waarheid, levend en handelend in ons. Dit is nauw verbonden met de geest van God, maar er zeer zeker niet identiek aan.
De volgende lijst van zinsneden is te vinden in de Schrift. Hier wordt geest gevolgd door de genitief van een ding. Naast
– de geest van waarheid (Joh. 14:17; 15:26; 16:13; 1 Joh. 5:6), zijn er
– de geest van zwakheid(Luc. 13:11)
– de geest van heiligheid (Rom. 1:4)
– de geest van zoonschap (Rom. 8:15)
– de geest van bedwelming (Rom. 11:8)
– de geest van mensheid (1 Kor. 2:11)
– de geest van zachtmoedigheid (1 Kor. 4:21; Gal. 6:1)
– de geest van wijsheid(Efe. 1:17)
– de geest van bescheidenheid (2 Tim. 1:7)
– de geest van genade (Heb. 10:29)
– de geest van heerlijkheid (1 Petrus 4:14)
– de geest van misleiding (1 Joh. 4:6)
– de geest van leven (Openb. 11:11)
– de geest van profetie (Openb. 19:10)
*
Dopen in naam van 3-eenheid?
Er is misschien geen enkele andere passage waarvan wordt verondersteld dat ze het bewijs levert voor de “Drie-eenheid” als Mattheüs 28:19. ” doopt hen in de naam van de Vaders en van de Zoons en van de heilige geest.” Maar er is geen enkel grond voor dit idee. Dopen werd niet noodzakelijkerwijze gedaan in de naam van de godheid.
De apostelen gebruikten deze formule nooit. Op verstandige wijze varieerden zij de naam en titel van onze Heer, omdat dit in harmonie was met de voorwaarden waaronder de doop aan de dopelingen werd gebracht. Het is pas wanneer het koninkrijk op Aarde is opgezet, dat deze drievoudige formule gebruikt zal gaan worden. De heilige geest wordt in die tijd speciaal toegevoegd, omdat het een tijd zal zijn waarin de geest van God wonderen zal bewerken onder alle vlees, en hun doop is daartoe de introductie; ze is niet een ontleding van de personen van een Drie-eenheid. Zo’n belangrijke onthulling moet niet verward worden met een terloopse verklaring bij een ander thema. Wanneer het onderwerp zelf besproken wordt, wordt de eenheid van God verzekerd en meervoudigheid afgewezen. –
www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_heilige_geest.htm
*
Satan richt zich op de geest, niet op vlees
Over het algemeen mogen we de misdaden die worden begaan door of via de Satan, als geestelijk rangschikken. Ze zijn gericht tegen God en Zijn grote doel, meer dan dat ze betrekking hebben op de verdorvenheid van de mens. Zelfs als ze betrekking hebben op het vlees, richten ze zich op de geest. Misschien is wel de meest treffende passage om het verschil aan te tonen tussen Satan en het vlees wel 1 Korinthe 5:1-5. Korinthe schijnt een zeer immorele stad geweest te zijn. Zelfs een van de heiligen daar zonk beneden het peil van die gedegenereerde tijd, en Paulus, hoewel niet aanwezig, geeft de ecclesia richtlijnen om met deze zaak om te gaan. We zouden kunnen denken dat hij in de klauwen van Satan was gevallen, en dat de apostel een manier zou zoeken om hem uit de macht van de Tegenstander te verlossen. Maar hij doet precies het tegenovergestelde! Hij wordt niet weggerukt van Satan zodat hij kan worden gered, maar aan de Tegenstander uitgeleverd zodat zijn vlees kan worden vernietigd. Zodoende wordt zijn geest gered in de dag van de Heer Jezus. Satan is een geest en heeft te maken met onze geesten, niet met ons vlees, behalve waar het reageert op de geest. lees meer:
www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/onsterfelijkeziel.htm
*
Eigendomsrecht van Abraham
Het woord vastgoedkavel is een andere manier om permanent bezit in het Hebreeuws uit te drukken. Toen zijn vrouw Sara stierf, wilde Abraham een plaats voor haar en voor zichzelf in het land als een teken van zijn geloof in Gods belofte. Jozef had dezelfde wens. Ook zijn beenderen werden daar begraven. (Gen. 50:25). Daarom verzocht Abraham een kavel vastgoed (A.V. possession = bezit) waarin hij zijn doden kon begraven. Na enig typisch onderhandelen, kocht hij de spelonk van Machpéla voor dit doel. Het veld, de bomen en de spelonk werden allen “zeker gemaakt” door het betalen van een grote som zilver (Gen. 23:3-20) zodat Abraham voor altijd de “koper” of eigenaar werd. En hoe opmerkelijk het ook mag lijken, het is nog steeds van hem! Niemand heeft ooit gedurfd zijn (eigendoms)recht erop te betwisten. Ik weet niet wat de huidige legale status ervan is, maar ik acht dat geen enkel stuk onroerend goed het (eigendoms)recht zo goed verzekerd heeft als de graftombe van Abraham. Als hij vandaag zou opstaan, zou niemand proberen deze van hem af te nemen. En het zal van hem blijven zolang als de aarde bestaat, als een teken dat Gods belofte zal worden ingelost. Het land zelf is zo’n “vastgoedkavel”. Het zal van Abraham zijn voor de eonen (Gen. 17:8).
Lees meer: http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/abram.htm
*
Tijd in onze bedeling staat stil!
Sommige bijbelstudies zijn zo verrassend dat ze echte eye-openers zijn. Bijvoorbeeld de gedachte dat we sinds de kruisiging van Jezus op Golgotha in een soort van tussentijd leven die eigenlijk niet meetelt. De tijd hield op met tikken. Niet chronologisch maar wel theologisch. Onze tijd is dus eigenlijk een illegale tijd. De klok opwinden is dus theologisch een illegale actie. Ik smul wel van dit soort theorieën.
*
TIJD IN HET “NIEUWE TESTAMENT”
Een opmerkelijk feit, waar gewoonlijk aan wordt voorbij gegaan, is dat de tijd, in verband met Israel en het komende koninkrijk, tijdelijk stil staat in de Griekse Schriften. De klok is gestopt. Het is pas wanneer de Naam Ieue weer verschijnt als “Die is en Die was en Die komende is”(Openb.1:8), de tijdnaam van de Godheid, dat de laatste heptade van Daniël’s profetie van “de zeventig weken” begint en de tijd weer wordt geteld. Het is goed te bedenken dat de berekening van de tijd in de Schriften behoorlijk verschilt van de seculiere chronologie. Ieue telde de tijd niet toen Zijn volk afvallig was of andere alueïm diende. In de periode voorafgaande aan de profeet Samuel waren ze gedurende een totale periode van bijna honderd jaren onderhorig aan vijf verschillende volken. Deze perioden zijn weggelaten uit de Bijbelse chronologie. Ook later, vanaf het moment dat de Messias was afgesneden tot de zeventigste heptade van Daniël, nog in de toekomst, wordt de tijd niet toegepast.
Zo is het ook vandaag. Vanaf de tijd dat ze hun Christus kruisigden, tot de era van Zijn toorn, heeft de tijd stil gestaan. Er zijn slechts 490 telbare jaren vanaf de herbouw van Jeruzalem tot het koninkrijk van Christus (Dan. 9:25), dat nog steeds toekomstig is, hoewel er meer dan tweeduizend jaren aan de wereldse chronologie zijn toegevoegd. Theologisch is het onvergeeflijk deze jaren te tellen. Ze zouden buiten de kaften van de Bijbel moeten blijven, samen met de rest van de wereldse wijsheid, die niet telt.
http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/namen-en-titels-4.htm
*
Things that matter
One could well argue that the story of Christ is highly unusual, and were it not for its embedding in two thousand years of social history, few would accept it as anything but a peculiarly implausible fairy story, as unbelievable as any UFO, bigfoot, ghost story. But her beliefs are backed by all that cultural embedding, and her religion responds as if threatened by claims of the unapproved paranormal. She doesn’t go so far as to say the paranormal is the providence of the Devil, but I suspect she believes it. Her dogma was the source of my fear of sharing, most of the reason for my silence, and why I knew this might not end well.”
*
Geest als verbranding van adem in longen?
… ik wil hier het punt benadrukken dat de mens geen geest is. Hij is in de kern grond, en zijn geest is niet, strikt en analytisch genomen, een apart wezen, een andere persoonlijkheid dan zijn vlees, maar een kracht die voortgebracht wordt door de verbranding van de adem en het lichaam. Ik geloof dat er geesten zijn zonder lichamen. Ik weet dat zij het menselijk lichaam kunnen binnengaan en controleren door de menselijke geest te overmannen. Maar ik kan geen grond vinden voor de veronderstelling dat de menselijke geest van deze soort is. Het lichaam van de mens is niet slechts een huis voor de geest, maar een essentiële factor bij de productie van zijn geest. Er kan geen menselijke geest zijn zonder een lichaam en adem.
http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_wat_is_geest_2.htm
*
Wiskunde als afgoderij
Wiskunde is van een praktisch hulpmiddel tot een tovermiddel op een voetstuk geworden. Wiskunde dicteert ons hoe we het heelal moeten zien. Vooral ook wat er niet is, zoals zwarte gaten. We zien geen ruimtetijd, curven of expansie in het heelal. Desondanks praten wiskundige modellen ons deze dingen wel aan. Dijt het heelal uit? Zo te zien niet. We zien helemaal geen grote objecten die snel van elkaar wegvliegen. We zien juist het tegenovergestelde, namelijk melkwegstelsels die met elkaar botsen. Misschien is het heelal eindig. Maar we hebben nog nooit een grens waargenomen. De zogenaamde roodverschuivingen die als loeiende sirenes voorbij jagen en een uitdijend heelal moesten voorstellen, werden ook op zeer kleine schaal waargenomen; te klein om van expansie te spreken. De tekenen aan de hemel zijn Judasgeiten die ons op een verkeerd been zetten.
hilton Ratcliffe: the Static Universe
*
Is redding een kwestie van de juiste doctrine?
Als ik zeg dat de boodschap van Paulus geloven essentieel is voor de redding voor het aionische leven, maak ik er dan een doctrine van? Nee. Het is juist andersom. Van een correcte doctrine maak ik juist een zaak van redding. Dit is een groot verschil. Ik geloof in Efeziërs 1:4-5 waarin staat dat de leden van het lichaam van christus in Hem zijn uitverkoren voor de grondlegging van de wereld. Deze uitverkorenen zullen tijdens hun leven het juiste geloof toebedeeld krijgen van God. Ik plaats het paard weer voor de wagen in tegenstelling tot het christendom of de islam die het paard achter de wagen hebben gespannen. We zijn niet gered omdat we in de juiste waarheid over God geloven. Maar het is juist andersom. We geloven in de juiste dingen over God omdat we gered zijn. Uitverkoren zijn voor de grondlegging is het paard en de wagen is ons geloof in de waarheid. De boodschap van Paulus geloven is noodzakelijk om tot het lichaam van christus te behoren. God’s genade kan een fout geloof bedekken. Maar zal dit ook gebeuren?
De meeste gelovigen zijn helemaal geen gelovigen. En worden dus niet gered voor het aionische leven. Dit aionische leven van de komende 2 aionen is vreemder dan we durven denken. Het is een genadevolle gift van god maar ook een zeldzame en kostbare gift. De meesten gelovigen slaan de plank helemaal mis ten aanzien van genade en de boodschap van Paulus. We hebben van het woord genade gemaakt: wie kan het schelen wat je gelooft? Dit is genade. En genade bedekt eventueel verkeerd geloof. Ja, inderdaad kan Gods genade een verkeerd geloof bedekken. Maar zal dit ook gebeuren? Stel dat Gods genade ook verkeerd geloof bedekt? Wordt Mohammed Bouyeri dan ook gered voor het aionische leven? Nee dus.
De waarheid geloven is direct gerelateerd aan aionisch leven. Als je dit ontkent, betekent dat de waarheid van genade alle kanten op vliegt. Dan is Mohammed B. onze broeder. Maar dit is niet zo. Niet omdat ik Mohammed Bouyeri niet het aionische leven gun. Maar omdat de relatie tussen waarheid en aionisch leven in de schrift staat. In de schrift staat dat zij die het aionische leven zullen erven tevens in een aantal vaste waarheden zullen geloven met betrekking tot Jezus en zijn werk. Als God’s genade zelfs het verkeerde geloof bedekt, maken we een zooi van de boodschap van Paulus. We zeggen dan: zij die de boodschap van Paulus aannemen zijn leden van het lichaam van christus. Maar ook zij die zijn boodschap niet serieus nemen behoren tot het lichaam van christus. Wat is dan de waarde nog van de boodschap van Paulus? Geen enkele. De boodschap van Paulus was echter zeer specifiek en bevat elementen die alleen voor ons bedoeld zijn. Alleen als we deze boodschap van genade geloven, zijn we gered voor het aionische leven.
Wat moet je geloven om tot het lichaam van christus te behoren?
Paulus zegt het duidelijk in Handelingen 16:31 – “Geloof in de Here Jezus en je zult gered worden.”
Met deze vers komen we al een heel eind. Mohammed B. en Osama Bin Laden zijn al uitgesloten van het aionische leven omdat ze niet in Jezus geloven. Niet dat ik hier plezier in heb. Hen gun ik het aionische leven net zozeer als mezelf. Dus zelfs nu we in een tijdperk leven van genade is het juist belangrijk om in één persoon te geloven, namelijk Jezus: Handelingen 4:12. Maar is het genoeg om in Zijn naam te geloven? In Mattheus 7:22-23 zegt Jezus: “velen hebben in mijn naam demonen uitgeworpen en geprofeteerd. Maar tegen hen zeg ik: ik heb u nooit gekend, ga weg van mij!”
Het is niet genoeg om in Zijn naam te geloven. Is het genoeg om te geloven dat Jezus van God kwam? Dat geloofde de farizeeërs ook. Is het genoeg om te geloven dat God 1 is? Dat geloofden de demonen ook. We moeten verder kijken dan Hand. 16:31. Inderdaad zei paulus: geloof in jezus en je zult gered worden. Maar de notitie eindigt hier niet. Paulus heeft het tegen een gevangene. Maar deze weet nog steeds niet wie Jezus is. En dit is belangrijk om te weten: redding komt door kennis van Jezus. In Romeinen 10:17 staat: “daarom is het geloof uit het bericht en het horen door het woord van christus.”
In Handelingen 16:32 spreken Paulus en Silas namens de gevangene: “”en zij spreken tot hem de woorden van de Heer, samen met al degenen in zijn huis.”
Hier laten Paulus en Silas de vitale details zien met betrekking tot Christus. In vers 43 staat: “daarna hen naar het huis leidende, dekt hij de tafel en verheugt met heel zijn huishouding God geloofd te hebben.”
Het is niet genoeg om te geloven dat Jezus van god kwam of dat God 1 is. Reddend geloof is te geloven wat God over zijn zoon jezus christus zegt.
*
God heeft u miraculeus gered van misleiding
realiseer je hoe vreemd maar ook kostbaar en schaars het aionische leven is. En hoe kostbaar de gift is om te ontsnappen aan religie om de ware stem van God te horen. Als je door hebt hoe zeldzaam jouw roeping is en hoe moeilijk het is om aan de meest eigenzinnige religie op aarde – het christendom – te ontsnappen, dan pas zul je op je knieën vallen en God danken. De slang der misleiding is nog steeds bezig en houdt juist nu het grootste deel van de mensheid in de greep van het valse pad van religie om aionische verwoesting aan te richten.
De basisbeginselen van de boodschap van Paulus
Niet 1 op 100 christenen geloven hierin…
Paulus schreef aan de Korinthiërs over het evangelie dat hij eerst aan hen bracht. Zij die het aionische leven delen in het lichaam van christus (Hand. 13:48) zullen het volgende geloven: 1 Kor. 15:3-4;
“want ik geef door aan jullie ten eerste wat ook ik aanvaardde: dat christus stierf voor onze zonden, naar de schriften.” (Zie ook Jesaja 53:8,9). En dat Hij werd begraven en dat Hij werd opgewekt op de 3de dag naar de schriften.” (Zie ook Psalm 16:10).
Dit zijn de basiselementen:
1. christus stierf
2. voor onze zonden
3. hij was begraven
4. en weer opgewekt
Hoeveel christenen geloven dit echt? Eén op de 100.000, hooguit! Doctrines van demonen leren ons dat je na de dood direct naar hel of hemel gaat. Dit betekent dus al dat de dood ontkend wordt. De doctrine van de 3-eenheid leert in feite hetzelfde. Als Jezus zijn Vader was, is hij dus niet gestorven.
*
Leer van demonen verstoort de boodschap van Paulus
Satan kent deze 4 basiselementen uit 1 Kor. 15:3-4 ook. Hij weet bovendien dat de gelovigen straks zijn plaats in gaan nemen in het heelal (Efe. 1:20-23). Net als bij Eva en de vrucht weet hij ook nu weer massa’s gelovigen te misleiden. In 1 Tim. 4:1 noemt Paulus dit de leer van demonen. Basiselement 1: Christus stierf; satan heeft hiertoe de valse leer van de 3-eenheid geïntroduceerd. Dat Jezus en zijn Vader dezelfde god zijn. Als dit waar was, kon christus niet sterven. Immers God kan niet sterven. Basiselement 2: Voor onze zonden; satan heeft hierop de valse doctrine van de vrije wil geïntroduceerd. Deze vrije wil suggereert dat ondanks het kruis je zonden jouw veroordelen. Hier bovenop heeft men nog de doctrine van een eeuwige hel verzonnen, mocht voorgaande ellende nog niet erg genoeg zijn. Men zegt dat je alleen aan de hel kunt ontsnappen als je zelf voor god kiest. In wezen wordt hier de dood van christus voor onze zonden mee ontkend. Als je toch zelf kunt kiezen, maakt het niet uit of christus voor je zonden is gestorven. Basiselement 3: graf en opwekking van christus; satan doet zich nu voor als een engel van licht om de opgestane christus te imiteren. 2 Kor. 11:14-15. Hij en zijn handlangers houden zich vooral op in de hallelujahhallen van het christendom.
*
Genade dupliceert zichzelf niet
Zij die nu niet geloven zullen zeker wel behouden worden. Alleen zullen zij niet in de komende 2 aionen leven. Dit voorrecht is alleen voor degenen die nu wel geloven. Wij maken bij het woord genade een cruciale fout. We menen dat genade zichzelf dupliceert onder de mensen. Dat genade die God uitstrooit over ons, vanzelf bij iedereen terechtkomt. Als een soort virus. Het tegendeel is waar. Hoe meer kostbaar God’s genade is, hoe minder mensen ervan mee krijgen. Paulus zegt niet voor niets in Galaten 5:11 – “als ik nog steeds de besnijdenis preek, waarom word ik dan vervolgd?” Als consequentie hiervan wordt het kruis van Golgotha ook steeds vaker nietig verklaard.
De wet van Mozes was nooit een valstrik zoals het kruis dit was. Dit was logisch omdat iedereen de wet op een bepaalde manier kon snappen. Doe je best voor God en je werd gered. De meeste mensen denken sowieso in termen van wraak. De wet van Mozes sloot hier goed op aan. Oog om oog en tand om tand, werd door iedereen verstaan. Het was een omgekeerde variant van “voor wat hoort wat.” Ik doe dit voor god, dan doet God dat voor mij terug. Andersom: als iemand mij slaat, sla ik hard terug. Een dergelijk mechanisme snappen we wel. Niemand noemt zoiets een valstrik. Maar paulus noemt de boodschap van het kruis wel in zekere zin een valstrik. Waarom? Omdat zijn boodschap van genade zo kostbaar en vreemd is dat slechts weinigen deze snappen. Het is een boodschap waar je maag van omdraait, zoals het zeemonster Jonah uitkotste. De meeste mensen willen hun eigen redding bewerkstelligen. Het werk dat christus voor ons deed, beschaamt religieuze mensen die graag in hun eigen vrije wil geloven. Het kruis van Golgotha staat religieuze mensen alleen maar in de weg. Stiekem hadden ze liever de wet gehad. Zij die wel in de boodschap van genade geloven, danken dit geheel aan God.
*
29 juni 2010,
Ha,
Gecondoleerd met het overlijden van je moeder. Ooit zal je haar terugzien – zonder enige twijfel. Wanneer? Uiterlijk wanneer aan het einde van Christus’ heerschappij de dood als laatste vijand zal worden teniet gedaan (1Kor.15:22-28). Dat kan inderdaad nog duizenden jaren duren. Tijd waar zij zich niet van bewust is, omdat de doden niets weten. Voor iemand die dood is, duurt 1 miljard jaar niet langer dan een fractie van één seconde. In contrast daarmee staat een hel waarin men gefolterd wordt, voortdurend en zonder einde… Het weerzien kan nog aionen duren. Everything will be okay in the end. If it’s not okay, then it’s not the end. Het beste! (komt nog).
*
Wie is mister Radicaal?
Paulus durft het bijna niet hardop te zeggen: ik kreeg mijn evangelie NIET van Petrus. Veel gelovigen denken dat Petrus het enige evangelie kreeg van Jezus en dit aan de Joden leerde vanaf Pinksteren. En dat Paulus dezelfde boodschap – hetzelfde evangelie – aan de rest van de wereld leerde. Maar wat staat er in Galaten 1:11-12? Dat Paulus zijn boodschap niet van een mens had gekregen maar door een directe openbaring van God. Hij zegt met zoveel woorden: “mijn boodschap is niet van Petrus.” Alsof dit nog niet genoeg is, voegt hij eraan toe: “noch werd mij geleerd.” Inderdaad, hij zat nooit op school waar hij bijbelles van Petrus kreeg. Paulus overdacht zijn eigen missie en boodschap op weg naar Damascus toen hij opeens van de verheerlijkte christus hoorde waarvan Petrus nooit had durven dromen. Na 14 jaar ging Paulus terug naar Jeruzalem, opnieuw na een openbaring en legde daar ook het evangelie voor dat hij aan de natiën verkondigde. – Galaten 2:2. Als het evangelie van Paulus hetzelfde was als dat van Petrus, waarom ging Paulus dan terug naar Jeruzalem, aangestuurd door een openbaring bovendien om zijn evangelie aan Petrus te verklaren? Dat zou totaal onnodig zijn geweest. Bijgaand is een lijst met 35 verschillen tussen het evangelie van Paulus en dat van Petrus. Laat deze verschillen goed op je inwerken en je zult zien dat de bijbel zichzelf nooit meer tegenspreekt.
Ik wilde meer weten over Mister “Radicaal.”
Paulus was “anders.” Op de één of andere manier dacht ik dit steeds. Misschien was hij radicaal. En absoluut.
Paulus ging steeds over de top en net een stap verder dan anderen in de bijbel. Waar anderen ons op onze zonden wezen, zei Paulus iets anders: “waar de zonde toeneemt, daar neemt genade nog meer toe.” – Rom. 5:20. Paulus zei dat we gerechtvaardigd waren los van onze werken. – Rom. 3:28. Alle voorgangers keken uit naar een betere aarde in de toekomst. Paulus keek naar het heelal. Hij zei: “we zitten nu al tussen de hemelingen.”
“U bent af,” is wat Paulus tegen ons zei. Maar er waren ook werken. Iedereen in de bijbel raadde ons aan om werken te doen voor God, behalve Paulus. Betreffende onze redding zei hij: “als er werken zijn, is er niet langer genade en als er genade is, zijn er niet langer werken.” Wie geloofde zo’n radicale uitspraak? Andere Bijbelvorsers spoorden mij aan om mijzelf te veranderen. Zij waren hervormers. Paulus iets heel anders: je oude mens is dood met christus. Dit is geen reformatie maar revolutie. Paulus slaat alle heilige huisjes kapot. Paulus lezen was alsof je door een gekkenhuis liep. Was het wel echt wat hij zei? Lees de studies van Adolph E. Knoch op de website van Concordant Publishers. Alleen de titels van zijn schrijven beloven een radicale kijk op het evangelie van Paulus. Hoe meer je leest van deze website hoe meer je erachter komt dat Paulus “anders” was. De genade die hij predikt is ECHT en een contrast met elke andere Bijbeluitspraak. Dit betekent niet dat de bijbel zichzelf tegenspreekt. Maar wel dat Paulus een nieuwe openbaring bracht van de verheerlijkte christus.
Paulus schreef de woorden van de verheerlijkte christus
Vroeger wilde ik als Jezus zijn. Zijn bloed aan het kruis maakte diepe indruk op mij, tot angstvisioenen toe. Maar zijn net als hem, lukte niet. Veel humor had hij ook niet. Als mensen Hem iets vroegen, gaf hij van die rare antwoorden. Vaak gebruikte hij gelijkenissen die meer vragen opriepen dan dat ze antwoorden gaven. Als je hem vroeg hoe laat het was, begon hij over Jona te kletsen. Was je even relaxed met Hem, dan begon hij over zijn dood te kletsen. Op een feest zou hij de sfeer verstieren met zijn “wee, wie van u dit doet en dat doet…”
De duistere wolk die om Jezus hing, klaarde tenminste een beetje op met Paulus. Hij was iemand van genade en vrede. “Stop met roddelen over je schoonmoeder, maar hoe dan ook, we zijn gerechtvaardigd.”
Van Abraham tot Mozes onthult God zijn hart aan ons. De wet van Mozes was niet zijn echte hart maar bereidde de weg voor christus. Christus was zijn beeld maar zelfs hij was een dienaar van de besnijdenis. (Rom. 15:8). Ook Hij hield de diepten van zijn vader verborgen. Die eer kwam toe aan een gek uit Tarsus op weg naar Damascus om christenen uit te roeien. Zijn boodschap is: doe rustig aan en maak je niet druk. Mocht deze zin je tegenstaan en onbijbels voorkomen, dan komt dat omdat je een emotionele band hebt met Jezus. Je hebt je hele leven Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes gelezen. Nu je naar Paulus wordt toe getrokken, voel je je schuldig als je niet depressief wordt van zijn boodschap. Jezus wil je naar Paulus toekeren. Waarom niet? Hij zelf riep Paulus voor deze taak. Je bewijst ultieme eer aan de redder door je van de letters in rood bloed te keren naar de laatste grote openbaring van God die aan iemand gegeven was.
*
Twee evangeliën
Veel gelovigen denken dat er of één evangelie is of dat er vier zijn. Feitelijk zijn er twee. Het evangelie van de besnijdenis staat tegenover het evangelie van de onbesnedenen. Het eerste is in overeenstemming met Handelingen 3:24-25, met wat de profeten zeiden. De heiligen regeren over de aarde. – Ope. 5:10. Dan komt Jezus en sterft aan het kruis. Dan komt Paulus met een nieuwe boodschap; die van de onbesnedenen: Efeziërs 3:8-10. De gelovigen leven nu uit genade en heersen tussen de hemelingen. Efe. 2:6-7.
Paar verschillen:
Petrus was binnen Israël geroepen (Mat. 4:18) – Paulus was buiten Israël geroepen (Hand. 9:3)
De boodschap was alleen voor de Israëlieten – De boodschap was voor de rest van de wereld.
De verheerlijking van het aardse – verheerlijking van het hemelse.
Geloof zonder werken is dood (Jacob 2:20) – Alleen geloof (Rom. 4:5).
Waterdoop is nodig (Hand. 2:38) – Geen waterdoop (1 Cor. 1:17)
Israël wordt wedergeboren (Joh. 3:3) – Nieuwe schepping (2 Cor. 5:17).
Een koninkrijk van priesters over de natiën (Ope. 2:26-27) – Een plaats tussen de hemelingen Efe. 2:6.
Christus wordt op aarde ontvangen, Hand. 1:11 – Christus ontmoeten in de lucht (1 Thess. 4:17).
*
Oude inscripties Sinaï over uittocht joden
In de 19de eeuw zijn op het Sinaï-schiereiland inscripties ontdekt in de Wadi Moekatteb. Ze lijken de uittocht van het joodse volk te beschrijven en ingekerfd te zijn door Israëlieten die tijdens de uittocht door dit gebied trokken. De inscripties bevinden zich aan de westkant van het Sinaïgebied en wijzen erop dat de schrijvers van die kant kwamen toen ze uit Egypte waren getrokken via de Rietzee. De opstand van Mirjam tegen haar broer Mozes is in een inscriptie beschreven evenals de opstandigheid van het volk als het dorst en honger heeft. We lezen dat de Here water uit de rots deed stromen en dat Hij kwartels gaf waar ze vervolgens ziek van werden (Ex. 16:13 en Num. 11:31-32). Er waren zelfs afbeeldingen van kwartels bij. Opvallend is dat er in de academische wereld nauwelijks aandacht is besteed aan deze vondst. Een hint dus om de inscripties toch nader te onderzoeken. Dat ze oud zijn, is zeker. In 10 voor Chr. werden ze al genoemd door ene diodorus Siculus. Hij had het al over zeer oude inscripties in onbekende taal. – bron: H. van Winkelhoff
*
Zijn woestijnen een gevolg van de Zondvloed?
Wat eens vruchtbaar gebied was met een weelderige flora en fauna werd door de reusachtige Zondvloed voorgoed om zeep geholpen. De sporen zijn nog steeds zichtbaar. Op het Tibetaans plateau, het hoogste plateau ter wereld, gemiddeld vijfduizend meter boven de zeespiegel, vinden we talloze meren, verspreid in het westelijk en noordwestelijk gebied en meestal zout of alkalihoudend. Ook hier wijzen de overgebleven sporen er duidelijk op, dat dit hoge plateau eens bedekt was door een grote zee. In Afrika worden opgedroogde of kleiner geworden meren van soortgelijk karakter aangetroffen. Zelfs de Sahara was niet altijd een woestijn. Het netwerk van een goed te onderscheiden stelsel van rivieren is duidelijk zichtbaar en bovendien werden door mensen gemaakte werktuigen in overvloed gevonden. Zoutpannen of zoutafzettingen, die in allerlei gebieden van de Russische steppen en in de westelijke Noord-Amerikaanse prairiën voorkomen, en die vaak resten van zeedieren bevatten, zijn ook een bewijs van zulke binnenzeeën. – Bron: Rehwinkel
*
Sporen van de Zondvloed 2
Volgens C. F. Wright bewijst het Baikalmeer in Siberië, waarvan het oppervlak meer dan vijfhonderd meter boven de zeespiegel ligt, dat heel Siberië eens door zeewater overdekt was. Om zijn ideeën te staven brengt hij een aantal bewijzen naar voren, onder andere het feit, dat er in dit meer zeedieren voorkomen, waaronder een arctisch type zeerob, die op een nauwe betrekking wijzen tussen dit meer en de Noordelijke IJszee. De robben die er voorkomen lijken heel veel op de robben, die thans vaak in Spitsbergen worden aangetroffen. Het lijkt ook van betekenis dat soortgelijke robben in de Kaspische Zee gevonden worden. Overblijfselen ervan zijn ook in het Aral Meer aangetroffen. – Bron: Rehwinkel
*
Sporen van de Zondvloed
Door de onvermoeibare inspanning van geologen en andere natuurgeleerden leverde de aarde fysisch bewijs in overvloed ter bevestiging van Mozes’ weergave van een wereldomvattende zondvloed. Het onderzoek van een deel van zulk bewijs zal nu onze aandacht in deze studie vragen. Het eerste van dit soort van bewijs dat ik wil voorleggen, is wat de geologen noemen “opeenhopingen van afval (“rubble drift”) en met beenderen gevulde aardspleten”.
Met “rubble drift” wordt bedoeld een soort afzetting of bezinksel bestaande uit massief, hoekig, naar beneden gestort materiaal, onordelijk en ongelijkmatig afgezet in plaatselijke holten en neerslaggebieden, meestal vol met verbrijzelde beenderen. En met “met beenderen gevulde spleten” worden bedoeld grote spleten of scheuren in de aarde, die gevormd worden door een of andere heftige vervorming van het aardoppervlak. Zulke spleten zijn op vele plaatsen op de aarde gevonden en sommige meten een diepte van 40 tot 100 meter. Zij zijn gevuld met puin dat er spoedig, nadat ze ontstonden, in terecht kwam. Dit verklaart waarschijnlijk waarom ze zich niet weer sloten. Zulke spleten zijn gevonden in Engeland, Frankrijk, Zuid-Spanje, Duitsland, Rusland en elders. Het interessante punt van deze spleten zijn de resten die erin voorkomen, want ze zijn gevuld met de resten van dieren, waaronder die van olifant, rhinoceros, nijlpaard, rendier, paard, varken en os. De gevonden beenderen kunnen niet van dieren afkomstig zijn die er levend invielen of er begraven werden, want geen skelet is compleet. Ze kunnen er niet door rivieren aangevoerd zijn, want degenen die ze onderzochten, vonden geen sporen dat ze gerold zijn. Ook konden de beenderen geen lange tijd aan het weer zijn blootgesteld geweest, want geen vertoont tekenen van verwering. Dat water iets met deze opeenhoping te doen heeft gehad is duidelijk door het algemeen aaneengekit zijn van deze afzettingen met kalk.
Voorts is opgemerkt door een bekwaam geoloog als Prestwich, dat deze met beenderen gevulde spleten meestal voorkomen op eenzaam gelegen heuvels van aanmerkelijke hoogte, plekken waar we verwachten, dat dieren samendrommen zullen op zoek naar veiligheid voor de naderende vloed. In doodsschrik vluchtend en opgejaagd door een gemeenschappelijk gevaar zochten vleeseters en planteneters gelijkelijk ontkoming op dezelfde hoogte om er een gemeenschappelijk graf in het water te vinden. Een zeer opmerkelijk klassiek voorbeeld van zo’n eenzaam gelegen heuvel komt in Bourgondië (Frankrijk) in het dal van de Saóne voor. De heuvel steekt ongeveer 300 meter boven de omringende vlakte uit, met steile hellingen aan alle zijden. Een spleet dicht bij de heuveltop is vol met dierenskeletten. Geen skelet is heel, de beenderen zijn gebroken en liggen wanordelijk dooreen, zijn noch door verwering aangetast noch is er aan geknaagd. Weer hebben we het vreemde verschijnsel dat beren, wolven, paarden en ossen, dieren die gewoonlijk niet vreedzaam samen voorkomen, een eenzaam gelegen heuvel beklommen om er te sterven en hun overblijfselen bleven in een gemeenschappelijk graf bewaard.
Een watervloed als beschreven in Genesis biedt de redelijkste verklaring van dit verschijnsel. Een ander zeer spectaculair voorbeeld van een met beenderen gevulde aardspleet vond men op het eenzame kleine eiland Cerigo, bij Corfu voor de kust van Griekenland. Deze komt voor op een kale berg in de vorm van een afzetting van fossielen, op korte afstand van de zee. Hij wordt de berg van beenderen genoemd. Hij meet anderhalve kilometer omtrek aan de voet en is van beneden tot aan de top bedekt met beenderen. De aard van deze berg zowel als van de reeds genoemde plaatsen is zodanig, dat dieren er niet zouden zijn samen gekomen om te grazen, maar de redelijke oplossing voor dit verschijnsel is het opkomen van een watervloed die ze deze hoogte opdreef. Daar kwamen ze om en werden door eenzelfde watervloed begraven. Volgens Prestwich wijst de afzetting van los gesteente in Engeland er op dat het land was overstroomd tot een hoogte van tenminste driehonderd meter, terwijl we op het vasteland gegevens aantreffen die wijzen op een overstroming tot bijna duizend meter. Eveneens werden zulke belangwekkende voorbeelden van deze soort afzettingen in de Rots van Gibraltar gevonden, waar spleten, bijna honderd meter diep en gevuld met resten gelijk aan de zojuist genoemde, werden gevonden. De resten van dieren die beschreven worden, zijn praktisch dezelfde als die, welke in de heuvels van Frankrijk werden gevonden. Deze aardspleten bevinden zich bij Gibraltar op verschillende hoogten. De hoogste ligt op driehonderd dertig meter. Men zegt dat er in één door mensen gemaakte werktuigen zijn gevonden.
bron: Rehwinkel
*
Van Zondvloed tot Halloween
De Zondvloed is echt gebeurd. Alle volkeren in de wereld kennen sterk gelijkende verhalen over een grote watervloed en een boot met mensen die hieraan ontsnapte. Het Gilgamesj Epos is een slap aftreksel van het Genesisverhaal maar vertoont niettemin zoveel overeenkomsten dat de historiciteit van de Zondvloed er alleen maar meer betrouwbaar door wordt. Blijkbaar was de Zondvloed een ramp van extreme proporties zoals de aarde nooit gezien had. En heeft ze een onuitwisbare indruk achtergelaten tot op de dag van vandaag. Maar niet alleen dat. Het verhaal van Noach is een ultiem verhaal van hoop en redding ten midden van een enorme catastrofe. En verder zien we het verhaal van de Zondvloed teug in feesten en rituelen van volkeren over de hele wereld. De Nieuwjaarsviering wordt bijvoorbeeld over de hele wereld gevierd rond eind oktober/begin November bij het verdwijnen van de Pleiaden. Deze viering is vaak verbonden met een herdenking van de voorouders. De inboorlingen van Australië vierden de dag ongeveer op de genoemde tijd. Bij die gelegenheid verfden ze een witte streep op hun armen, benen en bovenlijf en hun dans bij het schijnsel van het vuur deed ze op feestende skeletten lijken.
In Peru begon het nieuwe jaar bij het begin van november en werd Ayamarka genoemd, hetgeen “een lichaam uitdragen” betekent. Het feest werd gevierd ter gedachtenis van de doden door zang en muziek en door het plaatsen van voedsel en dranken op de graven van de doden. De Hindoes vieren hun dodenfeest Durga, oorspronkelijk hun nieuwjaarsdag en gehouden op de zeventiende november. De Perzen noemden november Mordad, dat is doodsengel, en het dodenfeest, dat op dezelfde tijd als in Peru plaats vond werd als een Nieuwjaarsfeest beschouwd. Bij de oude Druïden was de nacht van de eerste november, waarin zij jaarlijks het herstel van de wereld vierden, vol geheimzinnigheden. Volgens een hiermede verband houdende gewoonte werden de priesteressen verplicht ieder jaar op die tijd het tempeldak af te breken en weer te herstellen als een symbool van de verwoesting en vernieuwing van de wereld. Als een van haar die het materiaal voor het nieuwe dak aan droegen de heilige last liet vallen, werd ze door haar vertoornde gezellinnen gegrepen en in stukken gereten. Diezelfde nacht doofden de Druïden het heilige vuur, dat het gehele jaar door brandend gehouden werd. Op een signaal werden alle vuren in de samenleving gedoofd en men geloofde, dat in de daaropvolgende volledige duisternis, die in het gehele land heerste, de schimmen van allen, die in het voorafgaande jaar gestorven waren op dat moment per boot vervoerd werden naar de rechtszitting van de dodengod. Een vreemd overblijfsel van dit Druïdenfeest is op te merken in het tegenwoordige allowe’en of Hallow Eve, in tal van Angelsaksische landen gevierd op de laatste oktober en Allerheiligen en Allerzielen op de eerste en tweede november. In vroeger jaren waren er zelfs nog meer van zulke overblijfselen, in de Halloween fakkels bij de eren en het vuurwerk in Schotland en Wales, terwijl het in Frankrijk op dat tijdstip gewoonte was om begraafplaatsen te bezoeken en graven van voorouders. Al deze overleveringen hebben een dodenherdenking gemeen en dit lijkt te wijzen op een grote ramp, die het menselijk geslacht overkomen is. – Bron: Rehwinkel
*
Hoge beschaving voor de Zondvloed
Voor de Zondvloed was er een hoogstaande beschaving. Er was zeker geen sprake van barbaren. De volgende teksten bewijzen dit:
Op Kreta werd een paleis opgegraven, dat uit de vroegste tijd na de zondvloed dateert en dat anderhalve hectare grond besloeg met prachtige zalen, gangen, woonkamers, troonzalen en schatkamers en met vele fresco’s, die het schitterende leven van de Heeren en dames van het hof afbeeldden. In het bijzonder wekken de badkamers de verbazing met een afvoersysteem beter dan alles op dit gebied in Europa tot de negentiende eeuw. De buizen konden worden doorgespoeld en een luik maakte inspectie en reparatie mogelijk. Beschreven kleitafeltjes, die gevonden zijn, tonen aan dat de schrijfkunst zelfs verder ontwikkeld was dan in Egypte. In de overblijfselen van Micene in Zuid-Griekenland, vinden we het kolossale gepaard aan kunstzinnige schoonheid, herinnerend aan de bouwers van de piramiden en de Toren van Babel.
Het wetboek van Hammurabi, door een Franse onderzoeker in 1902 in Susa ontdekt, dateert van Abrahams tijd. Dit wetboek is de oudst bekende verzameling wetten in de wereld en het toont aan, dat het volk, waarvoor het was gemaakt, zeer beschaafd en ontwikkeld was. Het beschermde tegen het omkopen van rechters en getuigen, tegen slordige medische praktijkuitoefening en tegen onwetende of oneerlijke aannemers, alsook tegen verdrukking van weduwen en wezen. Eigendomsrechten, akten, testamenten, huwelijksvoorwaarden en rechtsgeldige contracten werden zorgvuldig gewaarborgd. Een soortgelijke hoogontwikkelde beschaving is in China en India gevonden, daterend uit ongeveer dezelfde periode waarin deze vroegste beschavingen bloeiden. Er is maar één verklaring voor deze snelle ontwikkeling onder de volken van na de zondvloed en die is, dat zij vervolgden waar de generatie van Noach was opgehouden. Zij plantten de beschaving van de oude wereld over in de nieuwe, precies als de eerste Europese landverhuizers de cultuur en beschaving van hun moederland meebrachten naar Amerika om ze een nieuwe ontwikkeling te doen ingaan in dit maagdelijke land. Deze conclusies worden bevestigd door recente opgravingen op de plaats van het Bijbelse Ur, aan de benedenloop van de Eufraat, waar Abraham oorspronkelijk woonde. In 1922 kwamen de universiteit van Pennsylvanië en het Brits Museum overeen gezamenlijk opgravingswerkzaamheden te ondernemen op de plaats van het oude Ur van de Chaldeeën. Leonard Woolley werd belast met de leiding van de onderneming. De resultaten overtroffen alle verwachtingen. Zoals Schliemann een reeks van steden vond, de een bovenop de ander gelegen, op de oude plek van het Troje van Homerus, zo ontdekte Woolley op de plaats van het oude Ur de resten van verscheidene steden en beschavingen, elk gebouwd op de resten van zijn voorganger.
Een van de meest verrassende en prachtigste ontdekkingen werd gedaan onder de resten van wat scheen de eerste stad, de grondslag, te zijn. Hij ontdekte dat tot ver beneden de fundamenten diepe kuilen gegraven waren en vervolgens met allerlei materialen gevuld, en op de bodem van deze kuilen vond hij de graven van landsgroten, koningen en koninginnen en bij hun grafkamers lagen de beenderen van vrouwelijke bedienden, harpspelers, krijgslieden en wagen-menners. Hij vond ook sieraden van goud en lazuursteen en andere overblijfselen van verfijnde kunst. Een geraamte, dat van een koningin naar men aannam, had op het hoofd een mooi gouden hoofddeksel of hoofd-tooi. Woolley, de leider van de expeditie, geeft een zeer belangwekkend verslag van deze ontdekkingen in zijn boek: “Ur of the Chaldees”. Een paar citaten uit zijn beschrijving zullen ertoe bijdragen om het beeld van die belangwekkende tijd meer werkelijk te maken.
Hij schrijft: “Aan het einde van het seizoen 1926—7 werden twee belangrijke ontdekkingen gedaan. Op de bodem van een aardschacht, tussen massa’s koperen wapens, werd de beroemde gouden dolk van Ur gevonden, een prachtig wapen met een gouden lemmet, een gevest van lazuursteen met gouden knoppen versierd en de gouden schede prachtig met een opengewerkt motief bewerkt. Een ander voorwerp, nauwelijks minder opmerkelijk, lag erbij, een conisch toelopend gouden tasje, met een patroon van spiralen versierd. Het bevatte een stel kleine toilet-instrumenten, haartangetjes, lancet en kleurstift, ook allemaal goud. Zulke dingen waren nimmer tevoren in de bodem van Mesopotamië aangetroffen. Ze brachten een tot nu toe onvermoede kunst aan het licht en gaven hoop op toekomstige ontdekkingen, die al onze verwachtingen zouden overtreffen . . . Aan het eind, op de resten van een houten baar, lag het lichaam van de koningin, een gouden beker bij haar hand; het bovenlichaam was geheel verborgen onder een massa kralen van goud, zilver, lazuursteen, kornalijn, agaat en chalcedon, die, in lange kettingen, hangend aan een halskraag, een mantel gevormd hadden, die tot aan de taille reikte en onderaan afgezet was met een brede band van langwerpige kralen van lazuursteen, kornalijn en goud; tegen de rechterarm lagen er drie grote gouden spelden met knoppen van lazuursteen en drie amuletten in de vorm van een vis, twee van goud en een van lazuursteen en een vierde in de vorm van twee (sic) zittende gazellen, ook van goud”.
De betekenis van de grote roofdieren
Zijn de grote roofdieren zoals leeuwen, cheeta’s en wolven dan nutteloos in hun ecosysteem? Deze vraag staat naast vragen over de mogelijk veranderde rol van deze dieren in vergelijking met hun rol in de originele schepping. Voor een eventueel verstaan hiervan op dit punt is nog weinig gepubliceerd en is een serieuze bestudering van de Schrift nodig. Als bijdrage hieraan wil ik u enige overwegingen voorleggen. Mijn opvatting hierover met betrekking tot de zondeval is, dat de rol van wolven, leeuwen, beren en vergelijkbare dieren is geworteld in hun instincten, karakter en gedrag. Daarom stel ik dat hun ethologie (leer van het gedrag), eerder dan hun anatomie (lichaamsbouw) van belang is, ondanks hun morfologie die precies passend lijkt voor hun huidige roofdierengedrag. Bepaalde aspecten van de anatomie, zoals het skelet, de spieren, de snelheid, positie van de ogen, gebit en spijsverteringsstelsel komen niet altijd overeen met onze (nogal bevooroordeelde) kennis over hun gedrag als herbivoor, omnivoor of carnivoor. De meeste dieren van tabel 3 worden beschouwd als buitenissige uitzonderingen op de regel. Dat wil zeggen op de regel van de huidige toestand van de schepping, bijv. een carnivore levenswijze hoort bij een carnivore lichaamsbouw en omgekeerd. Maar deze dieren (3a) kunnen ook worden gezien als (zeldzame) voorbeelden van wat de mogelijkheden waren in de originele schepping van voor de zondeval. Zij laten ook zien wat mogelijk is in de toekomst van de Nieuwe Schepping, waarvan we lezen in Jesaja 11:6-7:
‘Dan zal de wolf bij het schaapje verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund. (‘stro’ kan beter vertaald worden met ‘plantenhaksel’) (Vgl. Jesaja 65:25). Meer vragen kunnen worden gesteld. Zouden de predatoren er ook zijn om ons te leren over de gewelddadigheid van de vervloekte schepping van onze dagen? Zijn het in zo’n theologie misschien alleen prachtige schepsels die het overkomen is het ‘verkeerde’ voedsel te eten met het ‘verkeerde’ gedrag in de gevallen schepping? In ieder geval is er in de huidige schepping genoeg aas en vlees om deze dieren te laten overleven. Persoonlijk geloof ik dat ze inderdaad ‘terug’ zullen worden veranderd om planten te eten, zoals Jesaja profeteerde. www.oude-wereld.nl/Amersfoortse%20Studie%20no%2020.pdf
*
Amarna brieven
In 1887 werden kleitabletten gevonden in Midden-Egypte in het gebied dat thans Tell el-Amarna genoemd wordt. Later werden in het gebied nog meer opgravingen gedaan en bij elkaar 380 kleitabletten gevonden waarvan de meeste brieven bevatten die afkomstig waren uit steden in Palestina, Fenicië en Syrië. Al spoedig bleek dat de ruïnes ontdekt waren van de stad Achet Aton, de hoofdstad van Egypte tijdens Farao Amenhotep IV (1352-1336 v. chr.). Deze Amenhotep werd later bekend als Achnaton. Die naam had hij aan zijn idool te danken, de God Aton. Hij liet een nieuwe hoofdstad bouwen, Achet Aton wat horizon van de zonneschijf betekent. Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen wat in het boek Jozua staat en in deze Amarna brieven. De eerste Amarna brief uit Kanaän is afkomstig van Labayoe, bestuurder van de stad Sichem. Brief 2525, regels 5-15 vertellen ons van de stad die werd ingenomen door strijd. De stad werd met “mijn god” ingenomen, aldus Labayoe. Waarschijnlijk bedoelt hij dat de stad in handen was gevallen van de Habiroe of Israëlieten. Dit komt overeen met de situatie die beschreven wordt in het boek Jozua. De Israëlieten hebben zich na de intocht gevestigd in het heuvelland ten zuiden van Sichem en ten noordoosten van Gezer (Joz. 18:1). Brief 271, regel 9-20 gaat over Gezer. Koning Horam van Gezer trok op tegen de Israëlieten maar werd vernietigend verslagen. Zijn opvolger, koning Milikiloe besloot na de nederlaag van zijn voorganger samen te werken met de Israëlieten. In Jozua 16:10 staat inderdaad dat de Israëlieten Gezer niet veroverd hebben. In de Amarnabrieven is herhaaldelijk sprake van bondgenootschappen van stadsvorsten tegen de Habiroe (Israëlieten). Dit komt ook overeen met het beeld uit Jozua van bondgenootschappen tegen de Israëlieten. Soewardata uit brief 290a regel 20-28 was waarschijnlijk koning van Gath. bron: J. van der Land, Van Abraham tot David
*
Hebron in de late Bronstijd
Mozes zond ruim een jaar na de uittocht uit Egypte, toen het volk Israël in Kades Barnea gelegerd was, spionnen om Hebron te verkennen in verband met de komende aanval van de Israëlieten op deze plaats. – Numeri 13:22. Volgens de Israëlische archeloog Israël Finkelstein begonnen de Israëlieten het heuvelland rondom Hebron pas te bewonen in de 11de eeuw v. Chr. Dan zou de verovering van Hebron in de 14de eeuw v. chr. nooit hebben plaatsgevonden en dus de zoveelste mythe zijn uit de Bijbel. Echter, de stedenlijst in Jozua 15:48-60 bevat namen van steden in het gebied van Juda. In deze regio waren 5 districten, elk met hun eigen hoofdstad. Hebron was de hoofdstad van het 2de district. (Joz. 15:52-54) dat 9 steden en de omringende dorpen omvatte. Daarbij had Farao Ramses II een topografische lijst laten maken met steden. Zijn opvolger, Ramses III kopieerde deze lijst en bracht deze aan op de muur van de dodentempel in Medinet Haboe. Daarom staan onmiskenbaar de namen Hebron-Janum-Drbn-Apheqah. We hebben dus uit de tijd van Ramses II een lijst van plaatsen in het district dat Hebron als hoofdstad had. De overeenkomst met de lijst van steden in Jozua 15:52 is opvallend. Ook hierin staan Debir, Janum en Afeka beschreven. Hebron bestond dus al in laat Brons en lag in een bevolkt gebied, omgeven door de zelfde steden die in Jozua 15 genoemd worden.
Bron: Drs. J. van der Land, Van Abraham to David
*
Tel Dan Stele
Archeologen I. Finkelstein en N.A. Silberman stellen vraagtekens bij bijbelse verhalen over David en Salomo. Maar in 1993 werd in Tel Dan een gedeelte van een inscriptie gevonden waarin sprake is van het Huis van David. Deze tekst staat op een gedenksteen waarop Koningen in het Midden Oosten mededelingen lieten zetten over een succes. De steen werd geplaatst in opdracht van een Aramese koning, waarschijnlijk Hasaël die Dan tijdelijk bezet had. De inscripties dateren uit 810 voor Christus en zijn de op één na oudste tekst buiten de bijbel waarin het Huis van David genoemd wordt dat op het koninkrijk Juda slaat. Later bleek dat ook in inscripties van Koning Mesa van Moab (850 v. chr.) het Huis van David genoemd wordt. Koning Mesa van Moab liet daarop in 840 v. chr. verslag doen van de opstand van de Moabieten na de dood van Achab in 853 v. chr. 2 Kon. 1:1).
Bron: J.G. van der Land, Stichting BGA
*
Forma Urbis Severiana
Dit was een stadsplan voor Rome in 193-211 dat in Rome aan een muur hing. Die muur staat er nog steeds en de pinnen waarmee het stadsplan aan de muur waren bevestigd kun je deels nog zien. Geschiedenis komt tot leven. Maar waar is het stadsplan zelf gebleven? Tegenwoordig zie je in elk gemeentehuis wel een stadsplan liggen waarin de ontwikkelingen voor de komende 10 jaren worden uitgebeeld. Zoiets was dit ook. En de kans is best groot dat delen van dit stadsplan volgend jaar opgegraven worden. www.ritmeyer.com/2010/08/20/the-destruction-of-jerusalems-temple-and-rome/
*
Christus heeft je niet voor niets bevrijd
Veel gelovigen kunnen er nog steeds niet bij. Ze lezen over Galaten 5:1 heen waarin duidelijk staat dat christus ons bevrijd heeft – VOOR DE VRIJHEID. Wij mensen zijn zo onwennig met vrijheid dat God dergelijke nadrukkelijke statements maakt in zijn boek. Christus zegt: ik heb u bevrijd. Wij antwoorden: mooi, als dank zullen we niet meer roken, geen vieze boekjes meer lezen en elke zondag naar de kerk gaan. Wij gebruiken de vrijheid mooi om onszelf opnieuw allerlei beperkingen op te leggen en noemen dit voor het gemak religie. We zullen nooit meer in een korte broek de kerk binnen gaan. Stel je voor zeg. Die vrijheid moet niet te erg worden. Het kwartje wil maar niet vallen. Dat woord vrijheid is toch wel lastig. Dat christus ons VOOR DE VRIJHEID bevrijd heeft, is zo mogelijk nog lastiger. We zijn niet alleen bevrijd maar ook nog eens voor de vrijheid. Dit is niet een theoretische vrijheid maar iets waarin christus ons wil laten wandelen. Hij wil dat wij dit ook doen. Hij wil dat wij met de gratis verkregen vrijheid experimenteren op concrete manieren om van de mooie dingen van het leven te genieten en hier dankbaar voor te zijn zonder schuldgevoelens te krijgen. Jezus wil dat we stoppen met leven alsof moeder Theresa over onze schouders mee gluurt.
*
Oefen in rustig aan doen
Sommige mensen kunnen geen pauze houden. Zo was er een zakenman die werd opgejaagd door zijn eigen winsten. Pauzes waren er niet bij. Nadat hij uitgeput raakte, doorzag hij dat het God zelf was die hem ervan weerhield om steeds meer winst te vergaren. Waarom? Dat wilde de man wel eens weten. God deed dit om de man nederig te maken. De man zou afhankelijk zijn van God en niet van rijkdom. Opdat de man elke dag uitzag naar de wederkomst van christus. De man zag in dat hij met niets op de wereld was gekomen en ook niets mee zijn graf in kon nemen. En dus deed hij nogal wat dingen de deur uit. Hij kreeg door dat het leven om andere zaken draaide. Inderdaad; als christus ons weghaalt van deze aarde en ons op de wolken naar hen toetrekt, zullen we ons opeens heel erg licht voelen. We zullen ons niet druk maken om het feit dat het gas in de keuken nog aanstaat of dat de deur nog open staat en iedereen naar binnen kan. Dit is onze waarheid die we nu al moeten oefenen. Spoedig zullen we hemelse lichamen hebben en de geest van christus. Laten we er vast aan wennen hoe dit voelt. Ik zou zeggen: vereenvoudig jezelf.
*
Kijk naar de lelies
Wees niet bang om je ziel te verliezen – Mat. 6:25
Jezus wees enkele mensen op de lelies. Van die onbeduidende bloemetjes die je algauw over het hoofd ziet. Jezus zei: zien die lelies er overspannen uit? Nee toch? Hebben ze kringen om hun ogen van moeheid? Zitten ze aan hun 3de pot koffie? Niks van dat alles en zie eens hoe mooi ze zijn. Ze vertrouwen op hun schepper. De mensen keken hem verbaasd aan maar Jezus zei: wees als die lelies. In Mattheüs 6:25 staat hierop aansluitend: wees niet bezorgd om uw ziel te verliezen, of wat jullie zullen eten of drinken of aan zullen trekken. Is de ziel niet meer dan het voedsel en het lichaam dan de kleding? Werk. Koop mooie kleren, drink koffie, koop een mooie auto, draag make-up. Maar houd 1 ding in de gaten: zorg dat je er niet overspannen van raakt om voor je nieuwe kleren te werken. Relax en houd die houding vast. Je bent in een veld met andere lelies, wees net als hen.
Je leeft in een zeepbel; wees blij!
We zijn zeepbel mensen. Misschien voel je je niet zo geïsoleerd maar dat ben je wel. Als je opeens een seconde gede-Isoleerd zou worden, zou je direct weer terug willen. Deze zeepbel is christus. 1 Johannes 4:4 zegt: “groter is Hij die in u is dan diegene die in de wereld is.” Dat is jouw zeepbel. Deze zeepbel beschermt je tegen diegene die in de wereld is: satan. De geest van God maakt zijn huis in jou (1 Kor. 3:16) en dit is permanent. Deze geest heeft onbegrensde macht maar God perkt die macht nog een korte tijd in. Maar zelfs die begrensde macht van de geest is sterker dan de macht van de lunatic die onze planeet in zijn macht heeft. De geest van God straalt letterlijk van jou af, hoe gering ook, maar deze is nog steeds een zeepbel. Dank God ervoor. Het is beter dan dat satan uit jou straalt. Het maakt ook helemaal niet uit hoe sterk de wand van onze zeepbellen is. Het is de sterkste zeepbel in het heelal. Het enige dat je hoeft te doen is je ervan bewust te zijn. Geloof God dat je in zijn zeepbel zit. Deze onzichtbare zeepbel is echter dan je huid. God zal samen met de beproeving ook de voortzetting maken
*
Wat wordt bedoeld met 1 Kor. 10:13? Hoe kun je een beproeving verdragen en tegelijk hieraan ontsnappen?
Dit kan ook niet. De Concordant Versie geeft de goede vertaling weer: niet ontsnappen is het woord maar voortzetting. Grieks: ekbasis. Terwijl je je beproeving ondergaat, laat God je zien hoe het hele proces zal uitwerken. Hij zal je het goede ding laten zien waar je in terechtkwam na de beproeving. Korter gezegd: Hij geeft je een visie van de toekomst. God zegt; ik weet dat de beproeving hard is maar kijk ook eens naar wat ik jou in het vooruitzicht stel! En hier volgt een korte filmclip die je gedurende je beproevingen mag bekijken: De Here zelf zal uit de hemel neerdalen en een commando schreeuwen naar de doden in Hem die letterlijk uit hun graven zullen opstaan. Waarna zullen wij, de levenden worden weg gerukt met hen in de wolken om de Here in de lucht te ontmoeten. Dan zullen we altijd met Hem samen zijn. – 1 Thes. 4:16-18. een mooi vooruitzicht toch?
*
Wie kan het schelen als men denkt dat je een nietsnuttenbaan hebt?
Ik wist wat ik met mijn leven wilde doen
Jezus zegt: wordt als en kind. Ik werd een kind, net toen ik eindelijk een gezin en baan had. Ik keek in de spiegel en zei tegen mezelf: wat nu? Ik had een goed betaalde baan en 3 koters. Dit was leuk maar die baan was niet mijn passie. Eigenlijk wilde ik schrijver worden en meer over God weten. Ik nam een sprong in het diepe en de maanden daarop waren vol angst over mijn financiële toekomst. Zou ik het wel redden en was ik niet gewoon erg dom bezig? Maar ik besloot als een kind in God te blijven geloven die aan mijn financiële noden tegemoet zou komen. Een andere kinderlijke uitspraak uit een film was: bouw het en ze komen vanzelf. Dit ging over het verwoesten van en akker om daarop een diamanten baseball te bouwen waarna de dode baseballspelers vanzelf uit de dood op zouden staan. Tegen een financieel adviseur zei ik ook zoiets: “ik ga een nieuwsbrief beginnen.” Hij keek me meewarig aan en vroeg me wat ik ervoor zou vragen? “Niks,” zei ik om de verwarring nog groter te maken. De adviseur liet me weten dat we verschillend over het leven dachten en we nooit in geen 10.000 jaar tot overeenstemming zouden komen over een loopbaan. Hij schudde zijn hoofd, pakte zijn koffer en nam vriendelijk afscheid. Maar de geest van God lachte in zijn vuistje en zei: trek je niks van die knakker aan en ga gewoon door op de weg die ik je ingefluisterd heb. Dus begon ik aan mijn nieuwsbrief en verhalen die in de eerste instantie nog aan niemand gericht waren. Maar de lezers kwamen vrij snel en bleven komen en hun aantal neemt nog steeds toe. Een ander gezegde is: als je van een berg springt, bouw je onderweg vleugels. Ook dit heeft te maken met geloof.
In naam van Jezus; duik lekker je warme bedje in
Erger dan de Hamburger is de uitvinding van elektrisch licht. We kunnen nu opblijven tot na middernacht en weer om 6:30 opstaan en aan het werk gaan. We maken zo een heleboel mee; veel meer dan onze voorouders die vroeg naar bed gingen. Maar wat zou Jezus doen? Hij zou lekker het licht uitdoen en zijn bed in duiken.
*
ecologie en rentmeesterschap
Belangrijk binnen levensprocessen zijn terugkoppelingsprocessen. Simpel voorbeeld: als ik fiets en uit de bocht dreig te vliegen, probeer ik te corrigeren voor het te laat is. Alle ‘machinerie van de levende materie’, processen in levende cellen en organismen zijn afhankelijk van feedbackmechanismen.
1. Alle levende entiteiten zijn in de eerste plaats en vooral afhankelijk van informatie en informatiedragers.
2. De terugkoppelingen houden de ordelijke werking van de levende processen in stand, en werken de verstoringen tegen, die ontstaan door de toevallige en chaotische processen van de fysisch/chemische omgeving binnen en buiten de levende dingen. Het leven verdedigt zich hiermee zo tegen de entropie, de vanzelf toenemende chaos. Pas hierna kunnen de overige kenmerken van het leven effectief ‘meedoen’ om dat leven in stand te houden als individu en als soort. Wij menen dat informatie en feedback niet zijn ontstaan door toeval, maar zijn ontworpen, gemaakt en in werking gesteld. Eveneens menen wij dat informatie en feedback gelden als essentiële kenmerken van het leven. Tegenkoppelingen kun je alleen vinden in levende organismen en in machines die gemaakt zijn door de mens.
http://www.oude-wereld.nl/Amersfoortse%20Studies%20no%2017.pdf
*
Stellingen bij de lezing van ing. H. Wiegers
1. De ‘geschiedkundige’ natuurwetenschappen als historische geologie, historische astronomie (astrofysica) en paleontologie zijn noch echte geschiedwetenschappen, noch echte natuurwetenschappen, maar speculatieve natuurfilosofie.
2. Spreken over een hoge ouderdom van aarde en heelal is alleen mogelijk door het actualiteitsprincipe (in het heden ligt het verleden) als dogma te gebruiken. Daardoor acht men onbegrensd extrapoleren vanuit het heden naar het verleden een vanzelfsprekende zaak.
3. De geologische tijdschaal is geen echt tijdrekenkundig kader, maar een schema gebaseerd op de volgorde van geologisch, biologische ,sporen van feiten’. Deze ‘feiten’ zijn met behulp van de idee van veronderstelde ‘,progressie in de ontsluiting van het leven- gereconstrueerd.
4. Het reduceren van de schepping tot wat daarover geopenbaard is in Genesis 1: 1, 2 is een gevolg van het” natuurwetenschappelijk toegankelijk maken” van het daarop aansluitende deel van Genesis 1. De scheppingsweek wordt zo vervangen door de zg. kosmische evolutie van het geschapene. Consequent redeneren vanuit deze gedachte leidt tot ondermijning van de waarheid van de Heilige Schrift.
5. Het door de Wijsbegeerte der Wetsidee gepostuleerde wordings- of ontsluitingsproces is een speculatieve evolutionistische idee, die in feite in de plaats komt van Gods betrouwbare openbaring over zijn scheppingswerk.
*
Aionen versus precessie aardas
Hoe lang zal deze laatste tijd duren? Daar is geen specifieke onthulling over gegeven. We zijn er zeker van dat de duizend generaties waarvan de Psalmist spreekt, binnen de aionische tijden moeten vallen. Dit zou de aionen een periode geven van ten minste twintigduizend jaren. Misschien valt het samen met die grote astronomische cyclus, de precessie van de aardas. Die zou ongeveer vierentwintigduizend jaren duren. Gedurende deze periode lijkt de zon haar positie aan de sterrenhemel te verschuiven, doorheen alle sterrenbeelden. In vierentwintigduizend jaren lijkt de poolster een complete cirkel af te leggen. Als de aionische tijden inderdaad zo lang duren, zijn we ze nog maar pas begonnen, en zal er nog bijna zestienduizend jaar over zijn aan het einde van het millennium. Dan blijft er een lange, lange tijd over voor de laatste aion, de tijd die de cyclus completeert.
http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/Efeze/Knoch_Efeze_16.htm
*
2 evangeliën
Er is niet 1 evangelie, ook niet 4 maar er zijn 2 evangeliën:
A. Evangelie van de besnijdenis: Israel
B. Evangelie van de onbesnedenen: LICHAAM VAN CHRISTUS (Paulus)
1A. Petrus geroepen in Israël (Mt. 4:18)
1B. Paulus geroepen buiten het land (Ha.9:3)
2A. Verkondigd onder Israëlieten (1 Petr.1:1,Jak.1:1)
2B. Verkondigd onder de natiën (Ef.3:8)
3A. Redding vanwege Israël (Ha.10:30-32)
3B. Redding: ondanks Israël (Ro.11:15)
4A. Heiligen: bruid van het Lam (Joh.3:29)
4B. Heiligen: lichaam van Christus (Ef.5:30)
5A. Aardse heerlijkheid (1 Cor.15:40; Joh.3:12)
5B. Hemelse heerlijkheid (1 Cor.15:40)
6A. Verschil Israël-volkeren (Mt.19:28, Op.21:12)
6B. Verschil valt weg (1 Cor.12:13; Gal.3:28)
7A. Gekend: vanaf de nederwerping (Op.17:8)
7B. Gekozen: voor de nederwerping (Ef.1:4)
8A. Eerst roeping dan uitkiezen (Mt.22:14)
8B. Eerst uitkiezen, dan roeping (Rom.8:30)
9A. Zal de Thora houden (Micha 4:2)
9B. Niet onder (de) Thora (Rom.6:14,15)
10A. Waterdoop noodzakelijk (Ha.2:38)
10B. Waterdoop niet nodig (1 Cor.12:13)
11A. Wedergeboorte nodig (Joh.3:3,7)
11B. Nieuwe schepping in Christus (2 Cor.5:17)
12A. Kwijtschelden van schuld (vergeving, Luc.11:44)
12B. Geen schuld (gerechtvaardigd, Rom.5:1)
13A. De goddelozen veroordeeld (2 Petr.2:5,6)
13B. Goddelozen gerechtvaardigd (Rom.4:5)
14A. Moeten werken, anders dood geloof (Jak.2:20)
14B. Geen werken, alleen geloof (Rom.4:5)
15A. Moet overwinnaar zijn, anders 2e dood (Op.2:11)
15B. Gered van 2e dood, genade alleen (Ef.2:8,9)
16A. Eerst anderen vergeven, dan geeft God het (Mt.6:15)
16B. God schenkt genade, daarna wij (Ef.4:32)
17A. Verwachten genade (1 Petr.1:13)
17B. Staan in genade (Rom.5:2)
18A. Nog niet geopenbaard wat zij zullen zijn (1 Joh.3:2)
18B. Gods heerlijkheid weerspiegeld (2Cor.3:18)
19A. Zijn openbaring is hun verandering (1 Joh.3:2)
19B. Zijn openbaring is die van hen (Kol.3:4)
20A. Aansporing zorgen op Hem te werpen (1 Petr.5:7)
20B. Aansporing om niet te zorgen (Fil.4:6)
21A. Aansporing om in Hem te blijven (1 Joh.2:28)
21B. Met Hem gestorven, Hij kan zichzelf niet verloochenen (2 Tim.2:11-13)
22A. Men kan Paulus niet goed begrijpen (2 Petr.3:16)
22B. Beide evangeliën te begrijpen (2 Cor.12:11)
23A. Moeten waken (Luc.12:37; Hebr.9:28)
23B. Waken of slapen (1 Thess. 5:9,10)
24A. Kan beschaamd staan in Zijn komst (1 Joh.2:28)
24B. Veranderd bij Zijn komst(1 Tes.4:17; 1C .15)
25A. Gaan door de dag van toorn (Op.7:1-17)
25B. Niet gesteld tot toorn (1 Tes.1:10;5:9-11)
26A. Christus op aarde ontmoeten (Zach. 14:4;Ha.1:11,12)
26B. Ontmoeten Christus in de lucht (1 Tes.4:17)
27A. Geredden blijven, anderen weg (Mt. 24:38-41)
27B. Anderen blijven, geredden weg (1 Tes.4:17)
28A. Koninklijk priesterschap over de natiën (Jes. 61:6)
28B. Lotsdeel onder de hemelingen (Ef. 2:6,7)
29A. Zal aarde vullen met kennis van Gods eer (Hb. 2:14)
29B. Aan hemelsen Gods wijsheid tonen(Ef. 3:10)
30A. Twaalf stammen van Israël richten (Mt. 19:28)
30B. Boodschappers richten (1 Cor. 6:3)
31A. Toegang tot voorhoven Tempel (Op. 7:15)
31B. Toegang tot de Vader zelf (Ef. 2:18)
*
Verschillende wereld/godsbeelden
Hele mooie uiteenzettingen over de diverse wereldbeelden die er zijn. Dan blijkt dat het wereldbeeld van de kerk niet zoveel verschilt van dat van Plato. Een soort van minachting voor onze materiële wereld.
http://www.xs4all.nl/~kiel0/Twee%20verdiepingen.pdf
*
Antiochië als nieuwe geestelijke hoofdstad van de wereld
In het begin van het boek Handelingen is Jeruzalem Gods hoofdkwartier. Later opereert Paulus vanuit Antiochië (Hand. 11:25). Antiochië bestaat in het Grieks uit 2 elementen “In plaats van” en “ophouden/handhaven.” Gods waarheid wordt nu gehandhaafd HIER, tussen de heidenen in plaats van in Jeruzalem waar juist de afvalligheid heerst. = bron martin zender
*
Handelingen als overgangsboek
Soms gaan dingen opeens heel snel. Zo had je na de oorlog het Duitse Wirtschaftswunder. Duitsland rees heel snel uit zijn as. Na de val van de Berlijnse muur viel de ene dictatuur na de andere in oost-Europa. En hoe snel werd Dubai niet uit de grond gestampt? Het boek Handelingen is ook zo’n boek waarin de gebeurtenissen opeens heel snel gaan.
Handelingen als overgangsboek
Vanaf het eerste begin had God de bedoeling om 2 boodschappen naar de aarde te sturen. Hij had 2 dingen om duidelijk te maken over zichzelf. Allereerst dat Hij zo perfect was dat geen enkele mens en geen enkel vlees iets aan Hem kon toevoegen. Laat staan trots op zichzelf kon zijn. Ten tweede dat Hij zo vol genade en liefde was dat zelfs de grootste bankrover voor altijd bij Hem zou zijn. En dat niet alleen; maar Hem ook in het heelal zou gaan vertegenwoordigen voor de hemelse machten. Je zou verwachten dat er wel een flinke overgangsperiode tussen beiden zou zitten. We zouden 10 boeken nodig hebben om deze overgang van 1 naar 2 te beschrijven. God deed het in 1 klap: het boek Handelingen. Hij schiep de aarde in 6 dagen dus waarom zou Hij zijn hele plan niet in 1 boek ontvouwen? Als je zo tegen het boek Handelingen aankijkt, snap je er meer van dan menig theoloog. In de eerste hoofdstukken zit Israël bijna tegen het Koninkrijk van God aan. De rest van de wereld komt in het verhaal helemaal niet voor. Maar in Hoofdstuk 12 is de situatie andersom. Israël’s fortuin is helemaal weg gezakt. Stefanus is gestenigd, de discipelen zijn versnipperd geraakt en Jacob is vermoord. In hoofdstuk 9 echter, roept God Saulus en al in hoofdstuk 13 kunnen de natiën hun geluk niet op dankzij een onvoorwaardelijke genade die wordt geopenbaard door deze vreemde eenling. Aan het eind van Handelingen is Paulus in Rome waar hij een brief schrijft aan de Efeziërs. Israël is nu (tijdelijk) opzij gezet (Hand. 28:25-28) tot wanneer de voleinding van de natiën een feit is. Zou u zoveel kunnen opschrijven met zo weinig woorden? door martin zender
*
Abba het geheim van de wereldgeschiedenis
In het woord Abba – אבבא – zit in wezen heel het geheim van de wereldgeschiedenis, want dat woord begint met een alef א (één), dan komt de bet ב (twee) en dan ga je weer naar de alef א (één). Oorspronkelijk kom je vanuit die eenheid, dan ga je naar de ‘tweeheid’, maar uiteindelijk kom je weer bij de eenheid terecht. Eén – twee – één: dat is heel de weg van een mens door het leven. Je begint als eenheid, dan ervaar je in je leven de tweespalt, de twee, de twijfel, de dualiteit, de gespletenheid, waarbij van alles uit elkaar gaat. Telkens ervaar je de gebrokenheid van het bestaan. Het woord ‘abba’ zegt, dat je uiteindelijk weer één wordt vanbinnen, want abba eindigt met een alef. Uit “De symboliek van het Hebreeuwse Alfabet” (deel III) door Dr. K.D. Goverts
*
WAT IS DE DOOD?
De dood is nou exact datgene wat het leven niet is. Het staat als het ware zo tegenover elkaar als koud en warm, lang en kort, breed en smal, hoog en laag en dat in het ULTIMO! Dood is dus absoluut en is dus ook absoluut geen leven en leven is geen dood. Zo simpel ligt het eigenlijk. En toch hebben we die simpele voorstelling van zaken nodig om de ‘dood’ ietwat te kunnen begrijpen. Dan is er de volgende begripsverwarring die we ook eerst even recht dienen te zetten en dat is: Geest, ziel en lichaam. Drie begrippen die als op zich zelf staande eigenheden, dingen worden gezien en dat is nou juist FOUT. Fout denken! Het is een Grieks denken, dus een heidens denken die we zowat in alle RELIGIES terug vinden. De bijbel kent een lichaam en kent een geest. De mens is en bestaat uit een lichaam en een geest. Die geest, die ‘neshamah’ ooit door God in het eerste ‘lichaam’ ingeblazen is een levenskrachtige geest die ons van generatie op generatie het leven van God doorgeeft, middels geboorte.
Het begrip ZIEL is dan ook de ‘som’ als het ware van het lichaam met daarin die levende geest en dat samen levert op: Een levende ziel, de mens! Bij het sterven ( zie het boek Prediker) verdwijnt die geest, die neshamah, uit het lichaam en het lichaam wordt en is dan een ‘lijk’, een stoffelijk overschot. Niks meer en niks minder. En zoals u weet een dood lichaam, een lijk dus, vergaat. Dat kan een kort of langdurig proces zijn, maar uiteindelijk wordt het tot dat wat het was: Stof! Aarde, exact dat product waar het ooit uit genomen was bij de 1ste mens. Alle elementen van de aarde tot en met goud aan toe, zijn terug te vinden, hoe gering ook, in ons lichaam. Maar het is en blijft stof! Door die levendmakende geest, die wij bij de geboorte hebben gekregen van God, kunnen wij dankzij onze zintuigen, dus ons lichaam: Horen, zien, voelen, ruiken etc. etc. Op het moment dat die ‘geest’ ons verlaat, dus bij de dood, ongeacht hoe en op welke manier die dood dan ook maar tot stand wordt gebracht, dan verdwijnt de geest. En zo zegt de bijbel, die keert terug tot God! Resteert dus slechts dat stoffelijk overschot en de ziel? Echter de ziel bestaat niet meer!!!
Want de ziel was het gevolg van de verbintenis tussen een lichaam en een geest. En als die twee zaken uit elkaar worden getrokken, dan is er geen ziel meer. Aan deze kant, onze kant van de wereld zien we dan nog slechts een lijk. En een lijk is tot NIETS meer in staat, dan tot ontbinding over te gaan. Alle verhalen, hoe fantastisch ook van mensen die verschijnen na hun dood en verhalen van dwaalleraren en of regelrechte heksen aan toe zijn LEUGENS. Incl. die blonde dame uit de V.S. die ons televisie scherm regelmatig komt vervuilen met de naam Share. De z.g. verschijningen van overleden personen zijn niets meer dan demonische manifestaties. In welke vorm dan maar ook!! ( In dit laatste zit meer opgesloten dan men zou kunnen denken). Het is dan ook niet voor niets dat er voorschriften zijn t.a.v. de lijkbezorging, hoe men met een lijk om dient te gaan en hoe een corpus, een lichaam, maar in principe dus niet meer dan een lijk, te behandelen. Want een lijk, en excuseer me de taal, een vers lijk, KAN een interessant object zijn voor demonen, de verzamelnaam van geesten zoals weergegeven in de Kolossenzenbrief. Een lichaam is n.l. een middel, sommige gebruiken het woord voertuig, voor geesten, dus de niet menselijke geesten, om daar onheus gebruik van te maken. Met als ultiem doel ons, levenden, te misleiden. Dáárom is een snelle, goede en adequate vorm van begraven ook noodzakelijk. In het bijzonder in religies kom je dan tegen, helaas ook verwijzend naar de bijbel waar die soort zaken als OVERDRACHTELIJKE voorbeelden zijn gegeven in de vorm van GELIJKENISSEN, zo dat men gelooft dat de ziel voortleeft. Dat de overleden mens hetzij vanuit een soort van paradijs, hemel, of zelfs hel kan zien naar datgene wat hier op aarde gebeurt is een fantasievolle religieuze benadering en een volslagen waanzinnig idee, puur voortkomend uit een Grieks en totaal verkeerd en onbijbels denken.
‘Leuk’ om in een hemelachtige sfeer te verblijven en te zien dat je zoon b.v. veroordeeld wordt op aarde tot een gruwelijk straf of om te mogen toezien dat je dochter de hoer speelt of dat je kleinkinderen het verkeerde pad op gaan. Wat een heerlijke toestand moet dát wezen!!!! Mooi niet dus! Neen, de bijbel is duidelijk, overduidelijk. De geest die bij de dood dus gescheiden is van het lichaam, die wordt door God teruggenomen zo spreekt Prediker en die ziet niets, hoort niets, voelt niets enz. Die geest is a.h.w. een soort van harde schijf van een computer die eruit gehaald is en zonder dat apparaat, die computer kan die harde schijf niks meer. Er zit absoluut geen leven meer in. Alles wat op die harde schijf staat kan ik, nóch u, niet meer op het beeldscherm krijgen, want de harde schijf is gescheiden van de computer. Zo is ook de menselijke geest na de dood, gescheiden van het lichaam en die geest is aldus tot NIETS meer in staat!!!
TOTDAT……Ja, TOTDAT God, Hij dus die alles op Zijn plaats zet, straks, ooit op een dag , alles maar dan ook letterlijk alles wat ooit maar de beschikking heeft gehad over een geest, weer een NIEUW LICHAAM geeft. Dat heet dan de OPSTANDING!
Echter die opstandingen, die geschieden in fases, zo leert ons 1. Cor. 15
Net als een harde schijf, boordevol met info, als die weer opnieuw in een computer wordt geplaatst en men de harde schijf a.h.w. weer tot leven brengt. Zo wordt onze geest in een nieuw, maar ditmaal PERFECT lichaam geplaatst. Het crashen is dan voorgoed voorbij. Beseft u wat zoiets, een nieuw lichaam ontvangen, een perfect lichaam te ontvangen, doet met onze geest die daarop weer functioneert? Dat dit vragen oproept lijkt mij duidelijk maar dat is dan weer voor een volgend artikel! God’s plan met de mens, de mensheid, is werkelijk fenomenaal en perfect! En vergeet niet dat in God’s plan Het Leven prevaleert boven de dood en dat de dood uiteindelijk HELEMAAL overwonnen wordt! Dood waar is uw prikkel? Zegt 1 Korinthe.
*
Wat je zegt, ben je zelf
Doch toen zij (schriftgeleerden en Farizeeën) Hem bleven vragen, richtte Hij (Jezus) Zich op en zeide tot hen: Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen naar haar. Johannes 8:6
Meestal wordt dit vers uitgelegd alsof Jezus ieder mens er op attent wil maken dat niemand zonder zonde is. Kijk eerst naar de balk in je eigen oog en dan naar de splinter in het oog van de ander. Maar de schriftgeleerden en Farizeeën die de overspelige vrouw bij Jezus gebracht hadden, wisten ook wel dat zij zonden begingen en niet zonder zonde waren. Ze hadden dus gewoon tegen Jezus kunnen zeggen: het gaat er niet om of wij beseffen dat wij ook zondigen, het gaat hier om het toepassen van de wet. Als je redeneert zoals u dat doet, Jezus, kun je natuurlijk de straffen van de wet NOOIT in praktijk brengen want niemand is zonder zonde!
Waar Jezus op doelt, is dat de wet juist WEL toegepast moet worden maar dan wel op de GOEDE wijze! Dat betekent dat de benadeelde partij die dus niet van de zonde van overspel beticht kan worden en dus in dat (!) opzicht zonder zonde is, als eerste de steen moet werpen. Echter, de verloofde van de vrouw is er niet. Alleen hij kon als enige aanklager vragen om voltrekking van de straf. Zonder aanklager gebeurt er gewoon niets. Dat wisten de Farizeeën en schriftgeleerden met hun vakkennis ook wel. Jezus zet hen hier gewoon in hun hemd. Jullie denken de wet te kennen, maar passen de wet niet eens toe zoals het hoort. Overigens behoorde de minnaar van de overspelige vrouw ook gestenigd te worden. Die was ook nergens te bekennen. De zaak is dus volstrekt onontvankelijk. Het is een schijnproces net als dat van Jezus later.
Wat nog meer meespeelt is dat volgens de Joodse wetgeving valse getuigen dezelfde straf moesten ondergaan als degene die door hun valse getuigenis die bepaalde straf moest ondergaan. Met andere woorden: jullie eisen de steniging, jullie nemen willens en wetens een loopje met de wet, jullie zouden eigenlijk gestenigd moeten worden! Kijk maar uit dat Ik (Jezus) jullie niet aanklaag! Dat hebben de schriftgeleerden en Farizeeën ook door en daarom druipen ze af. De grond waarop Jezus schreef, werd hun te heet onder de voeten. Hun schijnheiligheid werd wel heel pregnant aan de kaak gesteld. De Joodse wetten zaten zo in elkaar dat een overtreder ook altijd nog de kans kreeg om via boetedoening met het zond- of schuldoffer weer op het rechte pad te komen. De doodstraf werd in het oude Israël zeer sporadisch toegepast. De wet doet wel de zonde kennen maar de diepste zin van de wet is juist om de toegang tot het leven mogelijk te maken. Daarom betekent oordelen en berechtiging in de Bijbel niet ten eerste genoegdoening maar rechtzetting en recht doen aan Gods oorspronkelijke bedoeling met de mens. Jezus is de vervulling van de wet. Gods oordeel luidt: vrijspraak!
http://datishartman.web-log.nl/mijn_weblog/2009/09/wat-je-zegt-ben.html
*
Hoezo evangelie?
In het Zuid-Afrikaanse Kaapstad heeft tot en met 24 oktober het derde Lausanne Congres plaats, gewijd aan zending en evangelisatie wereldwijd. ‘Kaapstad 2010′ telt ruim vierduizend deelnemers. Eén van de sprekers is de gerenommeerde Amerikaanse voorganger en auteur, John Piper. Hij hield gisteren (klik hier) de deelnemers in een indringend betoog voor:
Het evangelie van Jezus Christus maakt ons bewust van de eeuwige verschrikkingen van de hel. Afschuwelijk, als je op je in laat werken wat hier als ‘evangelie’ wordt gepresenteerd. Denkt u zich in, hoe hier vierduizend mensen vanuit de hele wereld bijeen zijn, om te worden geïnstrueerd zo’n boodschap wereldkundig te maken. De waarheid is dat het Evangelie van Jezus Christus geen ‘hel’ kent. Check het zelf in de Schrift. De Schrift weet van ‘hades’ (het dodenrijk), ‘gehenna’ (het dal van Hinnom), oordeel en gericht, maar het concept van een hel met eeuwige verschrikkingen komt niet uit de Schrift maar uit duistere mythologie. Het Evangelie vertelt van de ene GOD die door “aionische tijden” heen alle dingen wél maakt door Zijn Zoon. Het maakt ons bewust van Jezus Christus, “de laatste Adam”, die “veel meer” is dan ons aller stamvader Adam, in wie het hele mensdom tot zondaar en sterveling is geworden. Het Evangelie spreekt van Hem die Zichzelf gaf tot “een losprijs voor allen” en tot “redding der wereld” en Wiens missie ab-so-luut slaagt! Dát is EVANGELIE!
*
Wat is vergeving?
Date Gorter rekent af met het idee dat gelovigen hebben ten aanzien van elkaar vergeven. Zoals veel traditie is ook hier de strekking helemaal verdraaid. Dit stond in de Woord vandaag van 30 augustus 2010:
‘En? Hoe zit het met vergeving van zonden? Is dat noodzakelijk een onderdeel van het evangelie van het koninkrijk?’
‘Als je de Schrift naleest, wordt vergeving steeds verbonden met regeren. Het is iets dat een uitvoerder doet. Christus wordt gepredikt als koning of regeerder. Gods autoriteit wordt steeds eerst vermeld als basis voor vergeving.
‘Je leest over vergeving in Mattheüs 18. Daar gaat het om een gelijkenis?’
In feite staat daar ook profetisch wat er met het volk Israël gebeurde.
*
Laten we eerst dat gedeelte eens lezen:
21 Toen kwam Petrus bij Hem en zeide: Here, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven?
22 Tot zevenmaal toe? Jezus zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal.
23 Daarom is het Koninkrijk der hemelen te vergelijken met een koning, die afrekening wilde houden met zijn slaven.
24 Toen hij begon te rekenen, werd een voor hem geleid, die tienduizend talenten schuldig was.
25 Omdat hij niet bij machte was te betalen, beval zijn heer hem te verkopen, met zijn vrouw en kinderen en al wat hij bezat, opdat er betaald kon worden.
26 De slaaf wierp zich neder als smekeling en zeide: Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen.
27 De heer van die slaaf kreeg medelijden met hem en hij liet hem vrij en schold hem de schuld kwijt.
28 Toen die slaaf wegging, trof hij een zijner medeslaven aan, die hem honderd schellingen schuldig was, en hij greep hem bij de keel en zeide: Betaal wat gij schuldig zijt.
29 De medeslaaf nu wierp zich voor hem neder en bad hem dringend, zeggende: Heb geduld met mij en ik zal u betalen.
30 Doch hij wilde niet, maar ging heen en zette hem gevangen, totdat hij het verschuldigde zou betaald hebben.
31 Toen nu zijn medeslaven zagen, wat er gebeurd was, werden zij zeer verdrietig en gingen hun heer al wat er gebeurd was, mededelen.
32 Toen ontbood zijn heer hem en zeide tot hem: Slechte slaaf, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, daar gij het mij dringend hadt gevraagd.
33 Hadt ook gij geen medelijden moeten hebben met uw medeslaaf, zoals ook ik medelijden had met u?
34 En zijn meester werd toornig en gaf hem in handen van de folteraars, totdat hij hem al het verschuldigde zou betaald hebben.
35 Alzo zal ook mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet, een ieder zijn broeder, van harte vergeeft.
‘Toch wel een bekende. Het wordt altijd zo uitgelegd, dat gelovigen elkaar moeten vergeven en niet zo zijn als die slaaf die 10000 talenten moest betalen en de ander niet kon vergeven.’
Op zich is heel de Schrift ons tot onderwijs gegeven. En toch is het moeilijk dit gedeelte als voorbeeld voor gelovigen te gebruiken. Het kan wel, maar dan moet je ook vertellen, dat het bij Paulus gaat om genade schenken, iets dat veel verder gaat dan vergeven en ook onherroepelijk is.
‘Dus bij genade schenken kun je er niet op terugkomen?’
Nee, bij vergeven wel, dat blijkt uit de gelijkenis die de Heer aan zijn discipelen vertelt. Het geweldige voor ons is, dat God ons in Christus dagelijks genade schenkt. Er is immers geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn!
Verderkijker, lees ook het dagstukje van 31 augustus 2010. Hopelijk is het punt wat duidelijker geworden. Met vriendelijke groet, Date Gorter
*
Mattheus 25:31-46, bokken en schapen
Mattheüs 25:31-46 spreekt van schapen. Als de zoon des mensen zal de Heer dan op de troon van zijn heerlijkheid zitten en Hij zal de natiën voor zich verzamelen. Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de herder de schapen van de bokken scheidt. Veel gelovigen denken dat het hierbij om individuen gaat die voor de troon staan. Maar in de komen de aion zullen volkeren en natiën als geheel ter verantwoording worden geroepen voor hun houding ten aanzien van Israël. Mattheüs spreekt van volkeren die door schapen voorgesteld worden, het is een vergelijking. De natiën die Zijn broeders (Israël) hebben op-gevangen en vertroost in hun verdrukking en lijden, zullen zegen ontvangen in het koninkrijk; daarom worden zij ’schapen’ genoemd. Israël mag zich op het moment afvallig gedragen; juist daardoor heeft ze (militaire) hulp nodig van het Westen. Veel mensen kijken veel te politiek naar het conflict tussen Israël en de Palestijnen. De waarheid is dat Israël door het dal van dorre beenderen heen moet uit Ezekiel 39 waarbij het zich gesteund zal weten van het Westen.
*
Job 2 versus Mattheus 22:31-40
* Ik heb altijd problemen met bijbelstudies waarin te vaak het woord liefde voorkomt. Desalniettemin ben ik wel fan van Harry Robert Fox die 88 jaar is en nog steeds bijbelstudies schrijft. Hij was ooit leerling van Paul Tillich en dat kun je merken ook.
Job 2:1-8 versus Mattheus 22:31-40
Job 13:15, hij wil me zeker doden –, ik deins niet terug, ik zal mijn daden tegenover hem verdedigen.
De eindeloze triomf van het kwaad in de wereld maakt mensen wanhopig. Men roept: waar is God? Job was hier geen uitzondering op. Toen hij beproefd werd, wilde hij dat hij nooit geboren was. Wat Job wel uniek maakte was het feit dat hij de hand van God zag achter het kwaad dat hem overkwam. Ironisch genoeg was dit dezelfde God die Israël opriep om de naaste lief te hebben met het hele hart. Waarom zullen we een dergelijke God vertrouwen? Jezus geeft antwoord met een uitgewerkte versie van eerst: heb je naaste lief zoals Hij zijn discipelen lief had. Deze nieuwe versie van een eerder gebod voorziet ons van energie om het eerste gebod te gehoorzamen om God lief te hebben. En focust onze aandacht op hoeveel God ons allen lief heeft, zelfs als we kwaad te verduren krijgen, zoals ook Christus aan het kruis stierf. Een dergelijke liefde is zo transcendent en alomvattend dat alles wat er tegenin gaat, wordt opgelost en ook geen ondertiteling nodig heeft. Job begreep op een bepaald moment dat God een plan met hem voor had, waarin ook het kwaad paste. Ook Paulus begreep dit en zei dat de heerlijkheid van de toekomende aionen de ellende van nu ver overstijgt. Onvoorwaardelijk is het woord dat in dit beeld past. Jezus noemde deze onvoorwaardelijke liefde in mattheus 23:37: “Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild.”
Helaas vermoordde Jeruzalem Hem alsnog. Dit was vanwege haar trots waardoor ze het niet nodig achtten om zo’n daad van liefde van christus te ontvangen. Je zou zeggen dat we alleen open kunnen staan voor onvoorwaardelijke liefde als we ons eigen hopeloze falen onder ogen zien. Paulus schrijft niet voor niets: toen we hulpeloos waren, stierf christus voor ons. – Rom. 5:6. Dit was ook het probleem van Job. Hij was trots dat hij zich aan alle geboden van God hield, volgens eigen zeggen. Daarvoor beloonde God hem en ging het zo goed met hem. Hij leefde dus niet onvoorwaardelijk maar voorwaardelijk. Wat we nodig hebben is een hernieuwd inzicht van hoe hulpeloos we zijn om Gods geboden te gehoorzamen onder een bilateraal verbond. Alleen in respons op de eenzijdige belofte die God aan Abraham deed en in christus vervuld werd, kunnen we God lief hebben ondanks het onrecht dat Hij steeds in ons leven brengt.
Onvoorwaardelijke liefde is de ultieme waarheid waar niets tegen op kan. Als we hierdoor geraakt worden, kan niets ons meer scheiden van de liefde van God. – Rom. 8:38. Deze onvoorwaardelijke liefde wordt aan ons mede gedeeld via verschillende kanalen zoals documenten of door mede gelovigen. Als we toch niet in staat zijn om zulke onvoorwaardelijke liefde te ontwaren, kunnen we Romeinen 10:20 nog eens lezen: “jesaja durft te zeggen: ik werd gevonden door wie mij niet zoekende waren, ik werd onthuld aan hen die naar mij niet vragende waren.” – Psalm 65:1. Hoe dan ook, God weet ons te vinden. – door Harry Robert Fox
*
Het beest uit Openbaring
October 16, 2010
Het beest uit openbaring is een rare mix van religie en politiek die zich openbaart. Een wereldregering zal hieruit voortvloeien. Deze wereldregering zal financieel gedragen worden door afvallige joden die weer ondersteund worden door Westerse politiek/religieuze machten die daar ook nog een militaire dimensie aan toevoegen. Het Westen is nog steeds aardig tegen Israël. Daar is een reden voor anders dan politieke belangen. God wil dat israël beschermd wordt. De vraag is of Obama een 2de termijn zal halen aangezien hij het buitenlands beleid van israël weg wil trekken en zijn ogen ook richt op onderhandelingen met Iran. Dit is strijdig met God’s bedoeling om Israël koste wat kost te beschermen. Israël is vandaag de dag heidens en afvallig. Ook dat past in Gods plan. Israël moet nog veel afvalliger worden. En juist daarom moet ze beschermd worden tegen de Arabische buren. Derhalve zal het Westen Israël nog verder bewapenen ook al levert dat een atoomoorlog met Iran op. Iran zal dan terugslaan en dit zal als een soort Pearl Harbor werken. Sinds de aanslagen op 11 september 2001, zijn we in een soort van Jihad verwikkeld tegen de islam. Als Iran Israël terugslaat, zal deze Jihad definitief zijn en Amerika zijn deel van het Beest uit Openbaring vormgeven. Israël zal zich omringd weten door het politiek-religieuze christendom van het Westen en de hoer van Babylon worden.
Wat is de hoer van Babylon? In de Eindtijd zal de stad Babylon in Irak weer uit haar as herrijzen. Omgeveer op dezelfde manier als Dubai. Het zal het kapitalistische hart van de hele wereld worden. Niet Hong Kong of Singapore maar Babylon. De afvallige Joden uit israël zullen hun zaken onderbrengen in Babylon en het financiële centrum financieel ondersteunen. Babylon zal worden tot wat nu de City van London is. De Joden zullen een groot aandeel hebben in de winsten die in Babylon behaald worden. Om die reden wordt het toekomstige Israël de hoer van Babylon genoemd dat op haar beurt weer wordt gesteund door het Westen dat tegen die tijd een vage sluier van een politiek christendom over zich zal hebben. Mogelijk heeft het Christendom de islam in het Westen geabsobeerd waardoor een er flauw soort christendom is over gebleven. door martin zender
*
Hemels koninkrijk of koninkrijk der hemelen
Bij Paulus tref je één keer de uitdrukking ‘hemels koninkrijk’ aan; in 2 Timotheüs 4:18. Hij gebruikt daar hetzelfde Griekse woord voor hemels (epouranion) als in Efeziërs 1:3,20; 2:6; 3:10; 6:12. Het gaat daar om het verborgen koninkrijk van de Zoon van Gods liefde in de hemelen. Daarnaast komt in Mattheüs de uitdrukking ‘koninkrijk der hemelen’ voor; dat is het aardse koninkrijk, dat uit de hemel op aarde komt, de God des hemels (Daniël 2:44) zal dat oprichten!
*
Wie is de naaste?
de wetgeleerde vroeg aan de Heer wie dan eigenlijk je naaste is?
‘Men legt dan uit, dat de naaste van de Samaritaan die man langs de kant van de weg lag, half dood, was. En men zegt dan dat wij moeten zijn als die Samaritaan.’
In wezen komt de Heer precies andersom uit. De naaste bleek te zijn degene die aan die man langs de kant van de weg barmhartigheid bewezen heeft. Daarmee laat de Heer aan de wetgeleerde zien, dat Hij de Samaritaan en dus de Naaste is en dat de wetgeleerde de man langs de kant van de weg is. Niet de wetgeleerde kon hulp geven, maar had alle hulp nodig! Het in acht nemen van de Torah kon hem niet redden (eeuwig leven geven)! Er was één die hem kon redden: de Messias Jezus zelf! De wetgeleerde had genade nodig!
‘En daarna zijn Naaste liefhebben?’
Jawel. Het gaat hier om het liefhebben van God en de naaste, en die naaste blijkt de Heer zelf (de Samaritaan) te zijn! En men legt dit gedeelte uit Lucas 10 steeds anders uit dan het bedoeld is. En in het vervolg zien we iemand die haar Naaste liefheeft: Maria, die zit aan de voeten van de Heer en hoort Zijn woord.
*
wat is geloof?
Het woord „geloof” is een vertaling van het Griekse pi′stis, dat vooral de gedachte overbrengt van vertrouwen en krachtige overtuiging. Afhankelijk van de context kan het Griekse woord ook „getrouwheid” of „trouw” betekenen. — 1 Th 3:7; Tit 2:10.
De Schrift vertelt ons:
Geloof is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden die echter niet worden gezien… Heb 11:1) Verzekerde verwachting is een vertaling van het Griekse woord hu•po′sta•sis. Deze uitdrukking komt veelvuldig in oude papyrus-handelsdocumenten voor. Ze brengt de gedachte over van iets wat aan zichtbare of waarneembare omstandigheden ten grondslag ligt en een toekomstig bezit garandeert. Met het oog hierop bevelen Moulton en Milligan de volgende vertaling aan: Geloof is de eigendomsakte van dingen waarop wordt gehoopt… (Vocabulary of the Greek Testament, 1963, blz. 660).
Het Griekse woord e•leg′chos: je spreekt het uit als e•len′chos, dat met duidelijke demonstratie is weergegeven, brengt de gedachte over van het overleggen van bewijzen waardoor iets gedemonstreerd of getoond wordt, vooral iets wat tegengesteld is aan wat het geval schijnt te zijn. Daardoor maakt dit bewijs duidelijk wat voorheen niet werd onderscheiden en weerlegt dus wat slechts het geval schéén te zijn. De duidelijke demonstratie, of het bewijs waarop een overtuiging is gebaseerd, is zo onomstotelijk of krachtig dat er maar één woord voor is: geloof. Denk bij het geheel maar eens goed na over Rom. 1:20,21; Want zijn onzichtbare [hoedanigheden] worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn; 21 want, hoewel zij God kenden, hebben zij hem niet als God verheerlijkt, noch hebben zij hem gedankt, maar zij zijn leeghoofdig geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart werd verduisterd.
*
Het geloof van Abraham
‘Wat zou nu het verschil zijn tussen Romeinen 4 en Jakobus 2 als het over Abraham gaat?’
Daar is al heel veel over gediscussieerd door gelovigen.
Jakobus 2 zegt, dat Abraham uit werken gerechtvaardigd werd, niet alleen door geloof. Dat gebeurde doordat hij Isaak op het altaar legde. In Jakobus 2:18 is Jakobus in gesprek met een volksgenoot die zegt: ‘toon mij je geloof uit je werken’. Bij Jakobus moet gerechtigheid blijken uit de werken. Anders, zo schrijft Jakobus, is het een dood geloof. Paulus schrijft over Abraham voordat hij besneden werd. Het geloof dat Abraham had toen hij onbesneden was, werd hem gerekend tot gerechtigheid. Paulus stelt juist uitdrukkelijk, dat het zonder werken is:
‘Hem echter, die niet werkt, maar Hem gelooft, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid’ (Romeinen 4:5). Bij Jakobus gaat het om het geloof tonen in de praktijk, naar de mensen toe. Als er sprake is van werken uit geloof, wordt het voor de anderen duidelijk, dat er geloof in het hart zit. Bij Paulus lezen we over de relatie van de mens tot God. God weet, wie van Hem zijn. Wij leven in de tijd van genade. Genade en geloof horen bij elkaar (Romeinen 4:16). Beiden sluiten werken voor redding absoluut uit.
‘Dus, als je gelooft en je hebt geen werken, ben je toch gered?’
Jazeker, omdat het niet aan de mens, maar aan God ligt! Wij zijn al gered door het unieke werk van Christus. Wanneer wij daarvan horen en dat geloven, zijn we ons bewust geworden van die redding. Dat je leven na die bewustwording verandert, is logisch. Daarover heeft Paulus het in Romeinen 12-15. De mens kan uitdagend de vraag stellen: ‘toon me je geloof uit je werken’, als een bewijs.Voor God is dat bewijs helemaal niet nodig; Hij is de kenner van alle harten. ‘Mooi, zo is het me al wat meer duidelijk geworden. Het is genade!’ – www.da-ath.nl
*
Met dank aan Paulus en Timotheus
Nu mijn ouders zijn overleden heb ik alle films van vroeger en ook audio op DVD en CD laten zetten. Ik hoor pa zeggen: dit is sinterklaas 1970. Prachtig, met dank aan mijn ouders kan ik nog wat geluiden uit mijn jeugd meedragen voor de rest van mijn leven dat steeds meer duister wordt. Maar zou het ook zo met de bijbel werken? Inderdaad mogen we Paulus en Timotheus danken voor het werk dat zij voor latere generaties – ons – hebben verricht. Beiden hebben alle schriften bij elkaar gevoegd tot een geheel nog voordat theologen ermee rotzooiden. Dankzij onze broeders 2000 jaar geleden weten we wat we aan de schrift hebben. Paulus en Timotheus dachten vooruit en voorzagen de afval die in de toekomst komen zou van de boodschap van genade.
http://www.goedbericht.nl/luister&kijk/2010/alle_schrift.html
*
Wie schiep satan?
Veel gelovigen denken dat satan een gevallen engel was, Lucifer geheten. Dit is niet wat de schrift zegt. Jezus noemt satan een moordenaar vanaf het begin. Maar waar komt hij dan vandaan? Zie nu Job 26:13. “Met zijn adem blaast hij de hemel schoon, zijn hand doorboort de kronkelende slang.”
De NBG zegt: “Zijn hand heeft de langwemelende slang geschapen.”
Het woord ‘geschapen’ heeft eigenlijk te maken met ‘pijn lijden’ of ‘voortbrengen’; gecombineerd lijkt het zo te zijn, dat het God pijn deed toen Hij de slang als tegenstander schiep. Het is vergelijkbaar met de pijn die een vrouw heeft bij het baren (voortbrengen) van een kind. Langwemelend heeft met vluchten te maken.
De vertaling zou kunnen zijn:
‘Door Zijn geest heeft Hij de hemelen versierd; Zijn hand bracht met pijn de vluchtende slang voort.’
‘Als je het zo ziet, blijkt dat God de slang schiep.’
Ja en merk op, dat hier over Gods hand gesproken wordt; andere teksten spreken van betrokkenheid van Gods hart als Hij schept. Hand wijst op een zekere afstand in vergelijking met het hart. God zelf schiep satan maar uit Job 26:13 maken we op dat hij die niet met veel plezier deed. Het was noodzakelijk voor zijn plan maar het ging met veel tegenzin. God schiep de boze om de schepping met contrastwerking kennis te laten maken. Geen licht zonder duisternis.
*
“alle Schrift”
Kort voordat Paulus heenging heeft hij nog een brief geschreven aan Timotheüs. Terwijl allen in Asia de apostel hadden verlaten en hij voorzegt dat de christenheid zich en masse zou afkeren van de waarheid, steekt hij Timotheüs een hart onder de riem. Timotheüs was groot geworden bij “de heilige Schriften”, de Tenach, maar zou zich voortaan laten onderrichten en opvoeden in “alle Schrift van God geïnspireerd”. Niet alleen de Hebreeuwse Bijbel maar juist en vooral ook de Griekse heilige Schriften! Gedurende enkele decennia waren 27 nieuwe geschriften geschreven die noodzakelijk waren om “de mens van God tot alle goed werk volkomen toe te rusten”. In dat licht verstaan we zijn ijver om “de boeken” (> ta biblia) bijeen te brengen. Aan Paulus was het beheer gegeven om het Woord van God te completeren. – http://www.goedbericht.nl/audio/2010/alle_schrift.mp3
*
Wie schreef Genesis?
Als je gaat zoeken naar het antwoord op deze vraag, kom je heel wat meningen tegen. In het redelijk nabije verleden heeft men getracht de inspiratie door God onderuit te halen door de zogeheten ‘bronnentheorie’. Men veronderstelt, simpel gezegd, dat er verschillende auteurs waren, die men dan o.a. ‘elohist’ of ‘jahwist’ noemde, op basis van het noemen van ‘elohim’ of ‘Jahweh’ in een deel van de tekst van Genesis. Dit veronderstelde men in kringen, die de bijbel als een betrouw-baar, door God gegeven boek, wilden ontkennen, in het kader van het zogeheten historisch-kritisch onderzoek. Deze bronnentheorie is inmiddels achterhaald; het is speculatief en onbetrouwbaar gebleken. Vanouds heeft men in de Joodse en christelijke traditie vastgehouden aan het auteurschap van Mozes, waarvoor in de Schrift zelf voldoende gronden voor te vinden zijn. Mensen die dit grondig onderzochten, geven echter wel nuanceringen aan, vooral waar het gaat om Genesis.
Bijzonder interessant is de door P.J. Wiseman, een gelovige, ontwikkelde visie op basis van een min of meer literaire indeling aan de hand het woord ‘toledoth’ (dit is de geschiedenis van..), dat op diverse, kenmerkende vindplaatsen aanwezig is. Deze visie hoorde ik voor het eerst in mijn Bijbelschooltijd 1980-1983. Deze P.J. Wiseman laat zien, dat er oude ‘documenten’ (eventueel kleitabletten) bestonden, die dateren van de tijd, voordat Mozes leefde. Mozes heeft deze in handen gekregen en ze –simpel gezegd- als redacteur gerangschikt en tot één geheel gevormd, onder de leiding van Gods geest. Daarbij komt het feit, dat Mozes uiteraard niet het verslag van zijn eigen dood en daarna kan hebben geschreven; dat zou Jozua gedaan moeten hebben. Daarom kan de stelling, dat Mozes zelf de hele Torah (Genesis – Deuteronomium) letterlijk geschreven heeft, geen stand houden. Onderzoekers merken ook op, dat Mozes –afgezien van de hierboven heel erg kort geschetste visie van Wiseman*- Genesis zeker niet helemaal zelf geschreven hoeft te hebben. *P.J. Wiseman,New Discoveries in Babylonia about Genesis, vertaald door ds. W.C. Van Hattem; In boekvorm te bestellen bij: www.vlichtus.nl. Nu volgt een citaat uit een studie, door mw. dr. A.E.M.A. Van Veen – Vrolijk, één van mijn docenten destijds op de Bijbelschool: als auteur ging Mozes – geleid door Goddelijke inspiratie – op een weloverwogen en systematische wijze te werk. Het inhoudelijk zeer uiteenlopend materiaal van de Torah werd volgens een duidelijk plan methodisch en doelgericht bijeengebracht, gerangschikt en verwerkt. Dit blijkt o.m. uit de inhoudelijke, literaire en structurele eenheid die (zoals wij reeds zagen in deel drie van dit artikel) in de vijf boeken van Mozes aanwezig is en op grond waarvan men de Pentateuch ook als een geheel kan beschouwen en aanduiden.
Bij zijn compositie van de Pentateuch heeft Mozes als een goed gedocumenteerd auteur niet alleen zelf geschreven materiaal verwerkt, maar ook gebruik gemaakt van reeds bestaande schriftelijke bronnen. Deze bronnen gebruikte hij bijvoorbeeld bij het op schrift stellen van de allervroegste geschiedenis, zoals deze is opgetekend in de eerste elf hoofdstukken van Genesis. Zo’n schriftelijke bron die met name genoemd wordt in Gen 5:l is “het boek van het geslacht van Adam’. Voor de geschiedenis uit zijn eigen tijd gebruikte Mozes hoogstwaarschijnlijk ook schriftelijke documenten die hij niet zelf had opgesteld, maar die hij – naar Gods opdracht – had laten samenstellen door priesters en schrijvers, zoals bijvoorbeeld de lijsten van de volkstelling (Num 1-3, 26) de opsomming van de offers die bij de inwijding van de Tabernakel werden gebracht (Num 7) en de lijst met de namen van de mannen die het land Kanaän onder de Israëlitische stammen moesten verdelen (Num 34:16-29).
Een andere schriftelijke bron, genoemd in Num 21:14 is “het boek van de oorlogen des Heren”. Ook dit document, waarvan ons verder niets bekend is, werd door Mozes gebruikt en een hieruit door hem geciteerd stukje poëzie is ons in de vss. l4b, l5 bewaard gebleven. Dat het bij bovengenoemde voorbeelden om werkelijk geschreven documenten ging en niet om mondelinge overleveringen blijkt uit het gebruik van het woord sefer (=boek, geschrift) in o.m. Gn. 5:l, Nu.2l:l4 en ook Ex. 24:7, dat altijd en alleen met betrekking tot schriftelijk materiaal gehanteerd werd. Wij mogen niet vergeten dat de schrijfkunst al in het 3e millennium v. Chr. beoefend werd in het Oude Nabije Oosten en het derhalve in Mozes’ tijd helemaal niet vreemd was dat schriftelijke bronnen bestonden en geraadpleegd werden. Hoewel het waar is dat in het Oude Nabije Oosten naast schriftelijke ook mondelinge overleveringen bestonden, is het niet zo, dat de Pentateuch voornamelijk op mondelinge overleveringen en tradities gebaseerd zou zijn, zoals wel wordt aangevoerd. Het is heel goed mogelijk dat al vanaf Noach’s tijd informatie aangaande de scheppingsgeschiedenis, zondvloed, enz. schriftelijk is vastgelegd op bijvoorbeeld kleitabletten, die generaties lang bewaard en overgeleverd zijn. Zo is het ook beslist niet onwaarschijnlijk dat o.m. Abraham en zijn zonen na hem in het bezit waren van dergelijk schriftelijk materiaal. Dit materiaal kan zo tot in Mozes’ tijd zijn bewaard, overgeleverd en uitgebreid met aanvullende informatie uit latere tijden. Zo kan Mozes een aanzienlijke hoeveelheid schriftelijke historische documenten tot zijn beschikking hebben gehad, maar over de omvang hiervan is uiteraard niets te zeggen. In welke mate Mozes naast mondeling overgeleverde informatie en zelf geschreven materiaal ook de reeds bestaande schriftelijke bronnen heeft gebruikt, kan natuurlijk evenmin worden gezegd’.
(Citaat uit deel 4 van de 4-delige studie ‘Het Mozaische auteurschap van de Pentateuch’; te vinden op internet:
www.stimpact.nl/Bijbelwereld/Downloadable%20documenten/PENTA-4.pdf en u kunt deze zelf gratis downloaden).
Deze opmerking, die dr. Van Veen – Vrolijk maakt, laat zeer zeker ruimte voor de visie van Wiseman. Mozes is uiteraard redacteur van de Torah, en heeft het grootste deel ervan zelf geschreven (en mogelijk delen ervan gedicteerd); de Schrift geeft dat immers zelf aan. Maar als hij –juist bij Genesis zo belangrijk- beschikking heeft gehad over oude documentatie (want: hoe ouder, hoe beter) en die door God geleid heeft gerangschikt, dan versterkt dat de diepe geloofsovertuiging van de gelovige, dat Genesis 1:1 – 50:26 door God geïnspireerd is. Want er waren in zijn dagen al oude, geschreven bronnen waaruit bleek, wat er gebeurd was, en die zijn nu eenmaal nauwkeuriger dan mondelinge overlevering! Persoonlijk acht ik het dan ook zeer goed mogelijk, dat God zelf Genesis 1:1-2:4 schreef, of wellicht Adam zelf. En dat Adam zelf in elk geval Genesis 2:5-5:1 schreef. In de hof en bij de eerste zonde was Adam er immers zelf bij. En dat deze geschreven kleitabletten bewaard zijn gebleven tot op Mozes.
*
Turks Galatië komt van Galliërs
Sommige Europese stammen vinden we op de gekste plaatsen terug. Turks Galatië komt van Galliërs
De Galliërs kwamen uit Europa. Zij vestigden zich in de tegenwoordige hoofdstad van Turkije Ankara, door de kruisvaarders Angora genoemd en door Alexander de Grote Ancyra. De Romeinen noemden de stad Sebaste.Zij bouwden een vesting op de heuvel hierboven. Daar staat nu de cidalel, de “hisar” zoals deze genoemd wordt door de Turken. Veel huizen liggen tegen de heuvel aan gebouwd. De naam Galaten hangt inderdaad samen met de naam Gallië maar de Galaten uit de bijbel komen uit de Romeinse provincie Galatië. Nogal wat zuidelijker. De Galliërs waren een buitengewoon cultuurarm volk. In het museum kwam ik geen enkele herinnering aan hen tegen!
*
Redding en oordeel
In de christelijke traditie is ingeslopen dat redding en oordeel 2 verschillende zijden van een munt zijn die elkaar volledig uitsluiten. Je wordt gered of geoordeeld en dan vooral in individuele zin. De 2de komst van christus wordt aangekondigd als een daad van oordeel over de levenden en de doden. We zijn nu in de bedeling van genade en hierna zal de bedeling van het oordeel volgen. De schrift spreekt echter klare taal dan deze. De oordeler is ook de redder. Hij is één en dezelfde persoon. Er is geen tegenstelling tussen beiden. Hoe zit dat dan? Oordelen is er juist voor om te genezen en alles weer recht te zetten. In de schrift is geen plaats voor een straf in een eindeloos durende hel om mensen zomaar zonder reden te kwellen. E.F. Stroeter
*
Het lichaam van christus gaat straks het heelal in!
‘Wat een fijne woorden zijn dat toch he, in 1 Thessalonicenzen 4:13-18.
In de Angelsaksische landen spreekt men van ‘The blessed hope’, en dat is het zeker. Wij kunnen wel zeggen: onze heerlijke verwachting. Het is zo iets bijzonders wat er gaat plaatsvinden, in één klap worden alle gelovigen van het lichaam van Christus verzameld. Geweldig.
‘Er zijn heel wat gelovigen, die zeggen dat wij na een zekere periode weer terug zullen keren op aarde. Hoe zit dat?’
Men beweert dat. ja. Eerst naar boven, weggerukt en daarna weer met de voeten op aarde, om ons dan aan te sluiten bij Israël en in een ondergeschikte positie aan hen deel zullen hebben aan het koninkrijk op aarde. Naar de boodschap van Paulus in Efeziërs 2:6,7 klopt die gedachtegang niet. De gemeente, het lichaam van Christus, zal in de komende eonen de overstijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid over ons in Christus Jezus, tentoonspreiden te midden van de hemelingen.
‘De komende eonen zijn de 1000 jaren en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde?’ Precies. Al die tijd zal het lichaam van Christus niet op aarde, maar te midden van de hemelingen het verzoeningswerk van de zoon van Gods liefde uitdragen en de hemelse machten en krachten brengen tot onderschikking aan Christus. ‘Groots, zo’n toekomst. Het overtreft al wat je zelf maar zou kunnen bedenken!’ – http://www.da-ath.nl/
Joden en Palestina
In 1914-1918 vond de 1e Wereldoorlog plaats. Een belangrijk gevolg van die oorlog was dat het land Palestina of Kanaän in principe vrij kwam voor het volk Israël want de Turkse heerschappij over dat land was na die oorlog voorbij. Palestina werd een mandaatgebied van Engeland. Dat betekende nog niet de oprichting van een Joodse staat, want daar waren nog allerlei verhinderingen voor, bovendien waren de Joden in het algemeen gesproken er nog niet klaar voor. In 1940-1945 vond de 2e Wereldoorlog plaats. Het gevolg van de holocaust in Duitsland en het antisemitisme in diverse landen maakte – zoals iemand het eens heeft uitgedrukt – het volk vrij voor het land.
http://www.jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=2956
*
EZECHIËL OVER DE OPSTANDING
EZECHIËL HEEFT MEER TE VERTELLEN OVER DE OPSTANDING DER DODEN DAN MENIGEEN BESEFT. HET DAL VAN DE DORRE DOODSBEENDEREN, WAT ZEGT DIT ONS?
Vanaf zijn jeugd was Ezechiël getraind en opgeleid om priester te worden, maar zijn hoop en verwachtingen werden grof verstoord door de invasie van Nebukadnezar’s leger in Juda, wat tot gevolg had dat hij, Ezechiël, samen met vele anderen in Babylon terecht kwamen. Wat had dit voor gevolgen? Was daarmee zijn taak en zijn droom vervlogen? God echter, besliste anders en Ezechiël zou ondanks Babylon uitgroeien tot een der grootste profeten die wij kennen vanuit God’s Woord, de bijbel! Toen Ezechiël ongeveer 30 jaar was, (opmerkelijk: op zijn 30ste!!) begon hij verbazingwekkende visioenen te krijgen van de Almachtige God. Dat feit staat zeer, zeer nauwkeurig geboekstaafd. Ezechiël was een wat wij noemen: ‘Pietje Precies’. Zelfs de dag waarop een en ander gebeurde hield hij bij. Zie Ezech.1:1 Wat zegt: ( in S.V. vertaling) ‘In het dertigste jaar, in de vierde maand,, op de vijfden derzelve maand, als ik in het midden der weggevoerden was bij de rivier (de) Chebar, zo geschiedde het dat de hemelen werden geopend, en ik de gezichten Gods zag’. De onzichtbare grenzen, de afscheidingen die er zijn tussen de hemel en de aarde werden op een bovennatuurlijke manier voor Ezechiël geopend, dan wel weggenomen.
http://boinnk.nl/smf/index.php?topic=59.msg281#msg281
Zoek de dingen die boven zijn!
“Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn” (Kol. 3:1 en 2).
Als ik terugdenk aan gebeurtenissen die ik persoonlijk in de afgelopen periode heb meegemaakt, dan staan mij enkele dingen nog helder voor de geest. Zo denk ik aan een gesprek met een trouwe kerkgangster die precies kon uitleggen waarom ze aangesloten was bij een kerk. Ze vertelde dat ze haar betrokkenheid bij de kerk vooral zag als een sociaal gebeuren en ze was daarom blij dat ze lid was van een kerk en zich opgenomen voelde in de plaatselijke gemeenschap. Ze kende veel prachtige Bijbelverhalen. Van de diepere betekenis daarvan, had ze echter geen weet. Toen ik probeerde haar daarvan iets duidelijk te maken vanuit Gods Woord, had ze daar geen behoefte aan; ze geloofde verder toch niet in een leven na dit leven. In een ander gesprek met een echtpaar dat ook trouw naar de kerk ging, vertelde ik ze dingen waarover ze verbaasd waren. Ze merkten op dat ze, over wat ik hen vanuit de Bijbel vertelde, nog nooit iets gehoord hadden in hun eigen kerk. Wat een armoede …
Als ik dit schrijf, kom ik net van een Bijbelstudiedag waar het ging over “Het getuigenis van de sterren”. Het was een prachtige dag waarin we er weer bij bepaald werden hoe God Zijn schepping heeft opgebouwd; wat opgetekend staat in de sterrenbeelden en hoe God Zijn plan ontvouwd heeft door alle eeuwen heen. In het verleden konden we Gods Grootheid zien in Zijn schepping en sinds het Woord geschreven is, zien we Zijn grootheid toch vooral in de Bijbel, waarin God Zijn plan ontvouwt. Wat zijn we als broeders en zusters rijk gezegend dat we iets hebben mogen ontdekken van Gods grootheid in Zijn Woord. Dat we broeders hebben die ons verder helpen om dit te ontdekken. Wat een rijkdom …
Het maakt je – één en ander overdenkend – ‘klein’ en blij tegelijk, als je hoort hoe God bezig is en hoe groot Hij is. In ieder detail van de schepping is God aanwezig. Je kunt als het ware niet om Hem heen. En toch: de mens erkent Hem niet als de Schepper van hemel en aarde en wil Hem niet als zodanig dienen. Je wilt wel uitroepen hoe rijk wij zijn gezegend in onze Heer en Heiland, Christus Jezus. Dat we door Zijn geloof en trouw gerechtvaardigd zijn en dat Hij ons behoud tot stand gebracht heeft. Steeds meer ontdek je dat het enkel en alleen het werk en geloof van Gods Zoon is. Híj heeft de verzoening tot stand gebracht tussen God en de mens. En wij? Wij zeggen slechts: ‘Dank U wel’, en leven uit Gods genade. “Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God” (Kol. 3:3). Is dit niet een geweldige rijkdom? Met hartelijke groet, namens bestuur en medewerkers, Bertus Paas
*
Christendom moet de lessen van de wet leren
Door werken van de wet zal in het geheel geen vlees gerechtvaardigd worden in Zijn ogen, want door de wet is de herkenning van zonde. – Romeinen 3:20. Tjonge, moeten we dit niet aan Israël vertellen? Nee. Het is helemaal niet Gods plan om Israël’s ogen te openen en de bedoeling van de wet te openbaren, namelijk als een voorafschaduwing van Christus. Nog iets dat God aan Israël had kunnen verklappen maar dit niet deed. Maar de wet is erbij gekomen, zodat de overtreding zou toenemen. Maar waar zonde toeneemt, overstijgt de genade. Rom. 5:20.
Zelfs al kon niemand zich volledig aan de wet houden, toch bleef de ware bedoeling van dezelfde wet verborgen, namelijk als voorafschaduwing van Christus. EN… opdat de overtreding juist zou toenemen! De openbaring in Rom. 5:20 werd pas aan Paulus geopenbaard. God kon er een Academische Award mee verdienen om de wet op deze manier om te leiden naar een heel nieuw systeem. Het lijkt allemaal vergezocht tot we God’s bedoeling snappen: het vlees kan God nooit gunstig stemmen. De meeste mensen geven op voordat ze begonnen zijn om God gunstig te stemmen. En dat is precies wat de bedoeling is. Hier doet de genade haar intrede. In plaats van met het hele menselijke ras te experimenteren met de Wet, koos God een zwart schaap uit: Israël. Jazeker kreeg Israël alle voordelen boven andere volkeren. Ze kreeg de wet, de voorschriften, 2 maal een verbond, rituelen, noem maar op en zelfs beloften die ook nog uitkwamen. Het resultaat: Israël faalde glorieus.
Maar in goddelijk opzicht was het falen van Israël een groot succes. Waarom? Omdat Paulus nu kan zeggen: kijk naar Israël. We probeerden het via de wet maar dit is grandioos mislukt. Zie het boek Romeinen. En het mooie: God is Israël nog steeds trouw. De wet zal ook vervuld worden. Het is niet de wet die zondig is maar tot zonde aanzet. Rom. 7:7-8. In de komende aion zal de wet weer van kracht worden en voortgaan uit Zion (Micha 4:2) maar dan wel als eerst Israël’s stenen hart is ingeruild voor een hart van vlees, Ezekiel 36:26. Vlees dat de wet doet is een wonder. M.a.w. uit Israël zal een wonder voortkomen. Het christendom begint daar waar Israël faalde: en wil niet inzien dat je met het vlees God niet gunstig kunt stemmen. Daarom: “we verheerlijken christus en vertrouwen niet op het vlees,” Fil. 3:3. Wij hoeven zelf geen werken te doen om behouden te worden of Hem gunstig te stemmen. Nee het is de wet van de geest van christus die in ons werken doet. Rom. 8:2. Als je de zonde weer terug wilt; ga naar de kerk en doe mee met hun gekke gedoe. – door martin zender
*
Geen winners maar sinners
Efeziërs 2:8-9
“Want door de genade zijn jullie geredden, door geloof en dat niet uit jullie zelf; het is het naderingsgeschenk van God, [Joh. 4:10] niet uit werken, opdat niemand zou roemen.”
Dit betekent dat onze werken, offers, rituelen en ceremoniën of liefdadigheid ons niet zullen redden. Alleen de genade van christus redt ons. We werden al gered toen we nog zondaren waren en niet als we roemen op onze eigen inzet voor de medemens. Romeinen 5:8. Op zijn engels gezegd: Niet winners maar sinners was onze status van redding.
door martin zender
*
Christendom is SLECHTS een andere religie
Christenen slaan zich op de borst omdat hun religie zo anders is dan elke andere religie. Dit mag waar zijn maar als je door vraagt, kom je toch vreemde zaken tegen. De genadeboodschap van Paulus kenmerkt zich doordat God alles voor ons doet. Andere religies gaan van de mens uit die wat moet doen om God gunstig te stemmen. De genade boodschap is absoluut uniek. Maar is het officiële christendom dit ook? Ja, zeggen de christenen. Maar is dit ook zo? Volgens christenen wordt je niet gered door werken maar door geloof. Inderdaad, precies zoals Paulus gezegd. Maar vreemd genoeg maken christenen van hun geloof een werk. Hoe dan? Door te zeggen dat je MOET geloven om behouden te worden.
Wacht even…
JE-MOET geloven. Dus waar is God in dit verhaal? Volgens deze christenen wil God ons graag behouden maar dan MOETEN Wij wel in Zijn zoon geloven. Alsnog verdringen WIJ de plaats van God in het verhaal. Op heel subtiele wijze maar daarom juist zo listig. God’s genade MOET beantwoord worden door ons, anders worden we niet behouden. Wat is dan de waarde van die genade, vraag je je af… Christus was onze redding aan Golgota, inmiddels 2000 jaar geleden, NIET onze acceptatie van dit feit. Onze acceptatie is meer een erkenning van dit feit dan een daadwerkelijke acceptatie. Dit is een wereld van verschil. We zijn niet gered omdat we geloven, nee het is juist andersom: we geloven omdat we gered zijn. – door martin zender
*
Eeuwige straf of niet?
‘… wij willen echter opmerken, dat van de orthodoxe schrijvers, bijna allen verwijzen naar of uitdrukkelijk wijzen op een toekomstig gericht en een toekomstige toestand van straf. Zeven (Barnabas, Hermas, de Sybillische orakels, Justinus de martelaar, Relaties van Polycarpus’ martelaarschap, Theophilus en Irenaeus) noemen dat het altijddurende of het eeuwige vuur van pijniging. Maar, drie van hen dachten dat het zeker niet oneindig zou zijn, omdat twee van hen geloofden dat de verdoemden vernietigd zouden worden. De andere van die drie was ervan overtuigd, dat er herstel tot zegen zou komen. Wat de gedachte van de overige vier hierover was, kan hier niet vastgesteld worden, omdat hun gebruik van het woord eeuwig geen criterium kan zijn. Zoals hierboven vermeld van de eerste drie, vatten zij de woorden altijddurend en eeuwig zeker niet op als eindeloos.’
‘The ancient history of universalism’, blz. 67, door Hosea Ballou, 1829.
*
Christendom is slechts een andere religie
Als een EIS aan iets wordt gesteld, voor uw redding dan is er sprake van een werk. En dus niet alleen van geloof. Veel christenen hebben het alleen over genade. Het christelijke geloof zou anders zijn dan andere geloven of levensovertuigingen. Omdat de redding uitgaat van genade en niet van iets dat jezelf moet doen. Maar… Het probleem is dat veel christenen zeggen dat je MOET geloven. Of dat God jou genade schenkt maar dat je deze dan wel MOET accepteren. Let op wat hier gezegd wordt… Mediteer eens op voorgaande zin. Men kan zeggen: je moet toch geloven? Ja, inderdaad, maar geloof is ook een gift van God. Fil. 1:29. Als jezelf MOET geloven dat God jou gered heeft, dan is geloof een werk. Immers; het is iets van jezelf. Werken vielen onder de wet van Mozes. Toen moest je van alles doen om gered te worden, zoals je nu nog bij moslims ziet. Een voorbeeld hiervan staat in Leviticus 1:1-3.
“En Hij roept tot Mozes en Jahweh spreekt tot hem vanuit de tent van de afspraak, zeggend: “Spreek tot de zonen van Israel en zeg tot hen: ‘Wanneer een mens onder jullie een naderingsgeschenk aan Jahweh brengt, zullen jullie een dier (van het grootvee of van de schaapskudde) naderbij brengen als jullie naderingsgeschenk. Indien zijn opstijgnadering uit het grootvee is, zal hij een vlekkeloos mannelijk dier naderbij brengen. Hij zal het naar de opening van de tent van de afspraak brengen voor de aanvaarding er van, voor het aangezicht van Jahweh.”
Alle religie is hier blijven steken, in Leviticus. Ook het officiële christendom dat stelt dat je MOET geloven om behouden te worden en voorbijgaat aan het feit dat geloof een gift van God is en onze verzoening al op Golgota is voltooid. De manier waarop Hindoe’s, Boeddhisten en moslims met hun geloof omgaan heeft precedenten in Leviticus. Maar zoals ik zei, geldt dit ook voor veel christenen die van de toren blazen dat hun geloof zo anders is maar in de praktijk allerlei rituelen aan hun geloof toevoegen. Zoals dopen, avondmaal, het Onze Vader opzeggen, je kunt het zo gek niet bedenken. In feite zijn het TOEVOEGINGEN aan wat Christus al voor ons gedaan heeft aan het kruis.
Als de christen niet eindeloos vasthoudt aan rituelen als doop, verplicht bidden met onze vader, liefdadigheid verrichten, avondmaal vieren, de sabbath in ere houden (etc.) dan wacht hem volgens de traditie een eeuwig fikkende hel. Deze gedachte verschilt niet zoveel van reïncarnatie. Als de boeddhist of Hindu niet dit en dat doet, dan blijft hij gevangen in het rad van wedergeboorte. Religie kent 2 pijlers: 1. een onstilbare boze god die maar niet goed gemutst wil worden en 2. in beslag genomen worden door je eigen werken om God’s toorn af te wenden, dan wel om Hem nog beter te stemmen. Met deze 2 pijlers houdt satan de mensheid in de greep en verblindt hij onze harten. En houdt hij ons in slavernij. Waarvoor is de massa blind?? Hiervoor: hoe dat God in Christus de wereld verzoenende was naar Zichzelf, aan hen niet hun overtredingen toerekenend en in ons het woord van de verzoening plaatsend*. Christus HEEFT de wereld al met God verzoend op Golgota, 2000 jaar geleden. We hoeven en KUNNEN hieraan niets toevoegen. Maar juist hier is de mensheid blind voor. door: martin zender
*
De soevereiniteit van christus
door John Gavazzoni
Het visioen van de soevereiniteit van christus in het boek Openbaring is zwanger van betekenissen. Johannes zag Hem als het Lam ten midden van de troon. De betekenis is duidelijk: wat heerst in het heelal is de opofferende liefde van God. Het Lam van God dat in mensenhanden terechtkwam die zich van hun slechtste kant lieten zien, was nederig maar is uiteindelijk degene die alles tot een goed einde zal brengen, juist door straks te heersen en iedere vorm van rebellie aan zich zal onderwerpen. In Zijn dood en opstanding werd Christus Heer van de levenden en de doden van alle eonen, zowel de vorige als de huidige en de toekomende. De schrift legt bijzondere nadruk op het verband tussen de Heerschap van christus als soevereiniteit van God en God’s besluit dat iedereen gered wordt. Heerschappij is niets als God ontkend wordt. Zijn wil is niet zomaar een sentiment, het is een besluit. Religie heeft er sentiment van gemaakt door de vrije wil van de mens tegenover de wil van God te zetten. Religie claimt dat wij tegen God kunnen kiezen. Het is Gods besluit dat niemand verloren gaat. Het woord “Theloo” betekent “wil, intentie, besluit, bedoeling.” Het woord dood wordt zowel figuurlijk als letterlijk gebruikt. Zodoende is Christus Heer van de echte doden zowel als van zij die geestelijk dood zijn tijdens hun levens. Beide partijen zullen ooit hun knieën buigen voor Hem en belijden dat Hij Heer is. Dit wil niet zeggen dat het letterlijke aspect van de vers niet voorop staat. De pseudo-orthodoxy wil ons laten geloven dat de redding in Christus uiteindelijk niet wordt uitgewerkt voor een groot deel van de mensheid. Immers, daar waar het rubber de weg raakt, zou het volgens deze pseudo-orthodoxie niet God maar de mens zijn die de vrije keuze heeft om God af te wijzen.
*
Antiochië als nieuwe geestelijke hoofdstad
martin zender, CG 2:21
2 boodschappen
Vanaf het eerste begin had God de bedoeling om 2 boodschappen naar de aarde te sturen. Hij had 2 dingen om duidelijk te maken over zichzelf. Allereerst dat Hij zo perfect was dat geen enkele mens en geen enkel vlees iets aan Hem kon toevoegen. Laat staan trots op zichzelf kon zijn. Ten tweede dat Hij zo vol genade en liefde was dat zelfs de grootste bankrover voor altijd bij Hem zou zijn. En dat niet alleen; maar Hem ook in het heelal zou gaan vertegenwoordigen voor de hemelse machten. Je zou verwachten dat er wel een flinke overgangsperiode tussen beiden zou zitten. We zouden 10 boeken nodig hebben om deze overgang van 1 naar 2 te beschrijven. God dit het in 1 klap: het boek Handelingen. Hij schiep de aarde in 6 dagen dus waarom zou Hij zijn hele plan niet in 1 boek ontvouwen? Als je zo tegen het boek Handelingen aankijkt, snap je er meer van dan menig theoloog. In de eerste hoofdstukken zit Israël bijna tegen het Koninkrijk van God aan. De rest van de wereld komt in het verhaal helemaal niet voor. Maar in Hoofdstuk 12 is de situatie andersom. Israël’s fortuin is helemaal weg gezakt. Stefanus is gestenigd, de discipelen zijn versnipperd geraakt en Jacob is vermoord. In hoofdstuk 9 echter, roept God Saulus en al in hoofdstuk 13 kunnen de natiën hun geluk niet op dankzij een onvoorwaardelijke genade die wordt geopenbaard door deze vreemde eenling. Aan het eind van Handelingen is Paulus in Rome waar hij een brief schrijft aan de Efeziërs. Israël is nu (tijdelijk) opzij gezet (Hand. 28:25-28) tot wanneer de voleinding van de natiën een feit is. Zou u zoveel kunnen opschrijven met zo weinig woorden?
Antiochië als nieuwe geestelijke hoofdstad van de wereld
In het begin van het boek Handelingen is Jeruzalem Gods hoofdkwartier. Later opereert Paulus vanuit Antiochië (Hand. 11:25). Antiochië bestaat in het Grieks uit 2 elementen “In plaats van” en “ophouden/handhaven.” Gods waarheid wordt nu gehandhaafd HIER, tussen de heidenen in plaats van in Jeruzalem waar juist de afvalligheid heerst.
Handelingen en tegen-Handelingen
Het boek Handelingen is een merkwaardig boek. Er zit tegelijk een tegenhanger in. Voor elk kwaad dat Israël overvalt, gebeurt er iets goeds voor de rest van de wereld.
*
Handelingen:
7:59 — Stefanus gestenigd
8:1 — Saulus geïntroduceerd
8:1—Discipelen uiteen gedreven
9:3-6—Saulus geroepen
12:2 — Jacob vermoord
13:2 — Saulus afgescheiden van de rest door de heilige geest
Ook goed en slecht nieuws staan hier tegenover elkaar. Paulus krijgt het flink voor de kiezen. Maar in deze beproevingen brengt hij juist het evangelie en onthult God nieuwe waarheden aan hem voor de wereld.
Hand. 14:19-20 — Paulus gestenigd bij Lystra
2 Kor. 5:16 — Paulus verwerpt het vlees
Hand. 21:31— Paulus wordt bijna vermoord
Hand. 9:15-16 — Profetie vervuld: Paulus getuigt voor Koningen
Hand. 28:11-31 — Paulus gevangen in Rome
Eph. 3:8-11 — Paulus onthult het geheim van onze hemelse bestemming in het heelal
Zo werkt het ook in onze levens. Hij sluit een deur achter je dicht om een nieuw venster te openen. Net als je denkt dat je de bodem hebt bereikt, openbaart God een nieuwe schat voor je die je anders zeker gemist had. De wijsheid en kennis van God, Rom. 11:33.
Wolken
Jezus steeg op en verdween achter de wolken. De discipelen hadden het nakijken. Handelingen 1:9. Waarom wolken? Jezus wilde niet alles verhullen van zijn hemelvaart en de rest van zijn plannen. Als wij zeer spoedig ook veranderd worden, in een oogwenk, worden we weg gegrist samen met de doden die vlak voor ons opstonden. Dit gaat heel snel. Ook wij verdwijnen achter de wolken om bij Hem te zijn. 1 Thess. 4:17. Waarom? Om dezelfde reden: om de rest van de wereld buiten de deur te houden en het verdere zicht op ons te ontnemen. Men zou het trouwens toch niet snappen.
Moeten we iedere overheid gehoorzamen?
Dit is een lastige. En dat niet alleen. Petrus zegt van niet, Paulus van wel. Petrus zegt in Handelingen 4 tegen het Sanhedrin dat hij God moet gehoorzamen boven de overheid op aarde. Paulus zegt in Romeinen 13 het omgekeerde: we moeten de overheid juist gehoorzamen. Toen Petrus voor het Sanhedrin stond, was Handelingen 4 nog niet eens geschreven. Hij volgde het evangelie van de besnijdenis die heel erg gericht is op religie en niet op genade. Vanaf handelingen 28:28 is het koninkrijk van God terzijde geschoven, zij het tijdelijk. Nu is de genade aan de beurt. Rom. 11:25. Genade betekent je politieke vijanden zegenen. Het zijn immers de hemelse machten waartegen we vechten. Petrus herkent later ook deze ommekeer in 1 Petrus 2:13-14. Elke overheid, hoe belabberd ook is immers ingesteld door God.
Het koninkrijk van God
In Lucas 17:21 zegt Jezus tegen de Farizeeërs dat het Koninkrijk van God IN je zit. Hij deed hiermee echter geen afstand van de politieke realiteit van het aanstaande koninkrijk. In vers 20 sprak hij tegen de farizeeërs die meenden dat je het koninkrijk alleen kon verkrijgen door je aan regels en wetten te houden. Maar christus zou Israël een nieuw hart geven. Het koninkrijk zou dus van binnenuit komen en niet van buiten, door middel van nieuwe regels en wetten. En toch zou het ook in politieke zin aanstaande zijn.
Paulus vervangt vlees door de geest
Hoe vreemd klonken de woorden van paulus in 2 Kor. 5:16… “als we christus naar het vlees gekend hebben, kennen we hem nu niet langer meer.”
Tot dan toe was de enige weg tot God door vlees, en wel Israël. Zij die in het vlees zijn, hebben tekenen nodig. Dat is niet de schuld van Israël dat het zo primitief klinkt. Het was haar roeping om in het vlees te zijn. En God gaf haar een heel groot teken. Paulus zet ons over van het vlees naar de geest. Dit heeft zijn voordelen. Vlees verandert met het weer. Degenen die Lazarus uit het graf zagen opstaan, moesten hem vroeg of laat weer opnieuw begraven. Eénmaal in de geest, hebben we een continue krachtbron waar we uit putten. Ofwel, het tegen gestelde van weer. We zijn nu gezegend met iedere geestelijke zegening tussen de hemelingen, Efeziërs 1:3.
*
Koning Salomo en seksuele energie
Deze vrouw heeft ontdekt wat Martin Zender ook al schrijft in zijn boek Shagah, dat inderdaad alweer 2 jaar over tijd is. Maar het zal wel een keer komen. Koning Salomon heeft het al over deze energie. Seks is meer dan kinderen maken.
Zondares verwoordt het zo: Seksuele energie
Je hebt vooral seks, omdat je een drang vanbinnen hebt die je passie geeft. Je moet dat bevredigen, en dat is echt zalig als je het goed doet. Als puber ben je vooral bezig om zo snel mogelijk al die opgepotte seksuele energie te laten gaan, maar dan heb je nog niks geleerd. Later leer je meer genieten, en dat is dan vaak als je meer energie gaat hebben dan je partner. Dat gaat voor een stukje vanzelf, maar als je goed aan het werk wil moet je erover leren en nadenken. Je kan denken dat een man gewoon wil dat je al die dingen doet die hij lekker vind aanvoelen, en dan zal hij wel tevreden zijn. Daar gaat het alleen niet om. Je wil die energie in hem aanmaken, zodat hij extra bevredigd is als hij die energie kan loslaten. Daarvoor is de illusie heel erg van belang. Soms is het iets simpels, en wil de man inderdaad echt komen alleen om zijn lijf te laten stimuleren. Dan is het belangrijk om hem te laten voelen dat er geen emotionele dingen aan de hand zijn. Meestal willen ze juist een geil meisje, of een vurige verleidster. Dan moet je die illusie ook maken.
http://zondares.blogspot.com/2010/11/body-language.html
*
Waarom moest christus sterven?
door Joni Micthell, http://greater-emmanuel.org/jm/whydie.htm
Om te beginnen is Christus NIET plaatsvervangend gestorven. De gedachte van plaatsvervanging komt voort uit verzen als: droeg onze zonden of werd tot zonde gemaakt voor ons of Hij proefde de dood voor iedereen. In 1871 schreef Horace Bushnell “The Vicarious Sacrifice, Grounded in Principles of Universal Obligation.”
Hij stelt eveneens dat Christus voor ons is gestorven en in onze plaats. Maar NIET in plaats van ons. Hij kan niet schuldig zijn voor ons. En dus ook niet plaats vervangend gestraft worden. Fredrick W. Robertson citeert nog eens Johannes 11:49-53 waar Caiafas zegt: “1 man zal sterven voor het volk.”
Maar niet in plaats van.
De algehele consensus binnen het christelijke wereldje is dat Christus aan het kruis stierf in plaats van ons zodat wij niet de prijs voor onze zonden hoeven te betalen. Maar is deze gedachte wel juist? Christus is de vervulling van profetieën uit het Oude Testament. Christus is de laatste Adam, of zoals Paul Tillich het uitdrukte: de drager van het nieuwe wezen. In Openbaring 21:5 zien we dit ook: ik maak alle dingen nieuw. Wat heeft het oude met het nieuwe te maken? Het antwoord is: het nieuwe kwam voort uit het oude. De nieuwe plant kwam voort uit het oude zaad dat in de grond viel. Het Nieuwe Testament is samengesteld uit veel verzen uit het Oude Testament. Er is sprake van een nieuwe schepping: 2 Kor. 5:17, Galaten 6:15, Efe. 2:15, die uit de oude voortkomt. De oude schepping was slechts een schaduw: Heb. 8:5, 10:1.
Wat bedoelt Paulus in 1 Kor. 5:7 met: ruim het oude zuurdesem op opdat jullie vers deeg mogen zijn. We zijn immers ongezuurd. Ook het Paaslam is geslacht. In vers 8 zegt hij: laten wij dan het feest vieren met ongezuurd brood van oprechtheid en waarheid. Hij wijst op het feit dat Jezus met Pasen was gekruisigd en op het feit dat voorafgaand hieraan er een reiniging was van alle zuurdeeg in alle huizen waarbij hij een vergelijking maakt met het reinigen van de gemeenschap van de personen die hoereerden of dan wel trots waren op hun eigen roem. Maar wat was de betekenis van Christus als Paaslam? (Ope. 5:6). In het oorspronkelijke paasfeest in egypte was het lam geslacht en werd het in elk huis gegeten. Het bloed werd aan de deurpost gesmeerd opdat de plaag van het doden van de eerst geborenen niet hun huizen zou bereiken. Later staat in de wet dat alle eerst geborenen van Israël van YHWH zijn, Numeri 3:13 met een verwijzing naar deze gebeurtenis in egypte. Exodus 4:22 stelt dat Israël de eerste zoon is van YHWH. Het paasfeest en haar betekenis sloegen alleen op Israël. Paulus brengt het naar ons, in de nieuwe schepping, alleen als verwijzing om de gemeente te reinigen van hoererij en trots. Hij noemt het als voorbeeld, niet als doctrine om gered te worden. Het Paasfeest bracht vrijheid voor Israël. Christus bracht figuurlijke vrijheid aan de slaven van religieuze, economische en politieke systemen. Maar er is ook een verschil. Dit 2de Lam nam niet zomaar de plaats in van de eerst geborenen.
De betekenis tussen Pasen en paaslam is bevrijding. In egypte was de plaag gericht tegen de eerst geborenen; desalniettemin kwam de bevrijding voor het hele volk. Christus op zijn beurt bracht bevrijding voor de hele mensheid. De lammeren die in egypte waren geslacht, waren een symbool. Ze waren geen vervanging voor de eerst geborenen. Het bloed gaf aan welke huishoudens werden bevrijd. Het was een teken van hun afzondering voor YHWH. God was niet boos op de eerst geborenen van Israël en hoefde geen offer. De hele episode van het slachten van lammeren in egypte was een type van de vrijheid welke YHWH naar Israël bracht. Nemen we Hebreeën 9 en de figuur van christus als offer hier. Hier gaat het om de grote Verzoendag welke in de herfst viel. Het was deel van het Tabernakel feest. Een oogstfeest was het. In Hebr. 9:7 zien we dat het maar 1 keer per jaar was dat de hogepriester het heiligste heiligdom binnen kwam en het bloed van het geslachte lam met zich mee droeg. De kruisiging en dood van christus vervulden 2 Joodse festivals en 2 offers, één als Lam en één als geit. In Heb. 9:6-12 lezen we:
6 “Van dezen nu, aldus gebouwd zijnde, gaan iedere dag de priesters de voorste tabernakel binnen, het goddelijke dienstbetoon volbrengend.”
7 doch in de tweede, eenmaal per jaar, alleen de hogepriester, niet zonder bloed, dat hij offert ten behoeve van zichzelf en de fouten van het volk. [Ex. 30:10]
8 Door dit maakt de heilige geest duidelijk dat de manier van de heilige plaatsen nog niet openbaar is gemaakt, zolang de voorste tabernakel nog bestond,
9 wat een gelijkenis is voor de huidige periode, volgens welke naderingsgeschenken zowel als offers geofferd worden, die niet in staat zijn de goddelijk dienstbetoon aanbiedende naar het geweten te perfectioneren*, [Hebr. 10:1,2]
10 alleen in voeding en dranken en verschillende onderdompelingen, slechts rechtvaardigingen van vlees, opgelegd tot een periode van hervorming zou komen. [Lev. 11:2] – [Lev. 11:25]
11 Christus nu, aantredend* als Hogepriester van het aanstaande* goede, door de grotere en meer perfecte tabernakel, niet door handen gemaakt, dat wil zeggen: niet van deze schepping, [Hebr. 3:1] – [Hebr. 10:1
12 zelfs niet door het bloed van bokken en van kalveren, maar door het eigen bloed, ging* Hij eens en voor altijd de heilige plaatsen binnen, aionische verlossing vindend*. Toen dit geschreven werd stond de fysieke tempel er nog. In vers 9 staat dat er voortdurend zowel geschenken als offers werden gebracht. Tijdens deze periode ging de Joodse religie gewoon door daarbij de gebeurtenissen rond christus negerend. Tot de verwoesting van Jeruzalem in 70 na christus.
In vers 10 gaat het erom dat de religie door ging tot er een passende situatie (of beter: seizoen) van herrijzenis zou ontstaan. De eerste ecclesia in die dagen begreep dat deze nieuwe situatie al gekomen was maar de ongelovige joden hadden nog steeds een sluier over hun harten. Ze bleven Mozes lezen en ging op de oude voet verder. Verzen 11-12 gaan hierop verder. In vers 12 is het resultaat van Zijn offer duidelijk: “ging* Hij EENS EN VOOR ALTIJD de heilige plaatsen binnen, aionische verlossing vindend*.
Zijn vervulling van de Dag van Verzoening bracht een onvoorwaardelijke bevrijding voor eens en altijd. Het was geen offer “in plaats van” maar een offer “voor.” Hij ging de tempel van de nieuwe schepping binnen. Eén die niet door handen was gemaakt. Paulus openbaart vervolgens dat WIJ nu de tempel van God zijn. Vers 12 kun je dan lezen als: Hij ging degenen die afgezonderd waren binnen. Dit komt overeen met Hebr. 10. Christus kwam in ons en besprenkelde onze harten met Zijn bloed. Dit is symbolisch voor zijn intrede in de kern van ons bestaan. Hiervoor stierf Hij, om ons te reinigen en ons Zijn leven te geven. Want het leven is in het bloed. Zelfs al was de fysieke tempel nog niet verwoest, had zij niet langer enige betekenis in Gods huishouding. Heb. 9:24 spreekt tegen de hemel en atmosfeer van onze geesten: Want Christus ging* niet binnen in door met de hand gemaakte heilige plaatsen, voorstellingen van het ware, maar in de hemel zelf, om nu geopenbaard* te worden voor het aangezicht van God, ten behoeve van ons. [1 Joh. 2:1]. Gods aanwezigheid in ons is het gevolg van Zijn offer. Het offer kocht iets nieuws: een nieuwe schepping waarin God met en in ons wandelt. Het was geen offer in plaats van ons maar ten gunste van ons. Wat zegt paulus in relatie tot de dood van christus, in Romeinen 6:3-8?
Of zijn jullie onwetend dat wij, die allen gedoopt* zijn in Christus, gedoopt* zijn in Zijn °dood? [Gal. 3:27]
Wij dan werden tezamen begraven* met Hem door de doop in de dood, zodat, zoals Christus werd opgewekt* uit de doden door de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen*. [Kol. 2;12]
Want indien wij samen geplant zijn geworden in de gelijkenis van Zijn °dood, toch zullen ook wij van de opstanding zijn. [Filip. 3:10,11]
Dit wetend, dat onze oude °mens mede gekruisigd* is, opdat het lichaam der zonde teniet gedaan* zou worden en wij niet langer slaven van de zonde zouden zijn. [Efe. 4:22] – [Gal. 2:20] Want wie sterft* is gerechtvaardigd geworden van de zonde. [1 Petr. 4:1]
Want als wij sterven* met Christus, geloven wij ook dat wij samen met Hem zullen leven,
Dit is een mede-dood van de hele mensheid met christus. Geen plaatsvervanging hier; we stierven in christus. Allen zijn nu deel van de tweede mens, 1 Kor. 15:47.
Hoe zit het met de zonde? 1 Johannes 1:7 leert ons dat het bloed van christus ons continu reinigt van iedere zonde (mislukking, fouten, falen, afwijkingen). Dit is Zijn leven dat in onze lichaamscellen wordt gevoed en tot bloei komt en de dood uit ons weg haalt. De bloedstorting (Heb. 9:22) veroorzaakt het weg vloeien van de dood en gebondenheid en de scheiding van ons ontwortelde bestaan.
In 1 Petrus 3:18-22 lezen we:
omdat ook Christus eens leed* voor zonden, de Rechtvaardige ten behoeve van de onrechtvaardigen, opdat Hij jullie tot °God zou leiden*, ter dood gebracht naar het vlees, levend gemaakt naar de geest, [Rom. 6:10] waarin, naar de geesten in de gevangenis gegaan* zijnde, Hij ook verkondigt aan die eens koppig waren*, toen het geduld van °God afwachtte in de dagen toen de ark van Noach werd gebouwd, waarin weinig, dat wil zeggen acht, zielen doorheen het water werden gered*, waarvan het beeld de doop is, dat nu ook jullie redt; niet het aandoen van het vuil van het vlees, maar het onderzoek van een goed geweten voor God, door de opstanding van Jezus Christus, [Hebr. 10:22]
Die aan de rechterhand van °God is, in de hemel gegaan* zijnde, boodschappers en gezaghebbers en krachten aan Hem onderschikt* zijnde. [Efe. 1:20,21]
Opnieuw lezen we dat Zijn dood niet in plaats van ons was maar ten gunste van ons. Zie ook Efeziërs 2:1, “en jullie die dood zijn voor jullie overtredingen en zonden.” (Kol. 2:13).
*
Verschillen tussen God en Jezus
18-10-2010 door Joop Neven
Eén van de duidelijkste samenvattingen van de verhouding tussen God en Jezus wordt in 1 Timotheüs 2:5 gevonden : “Er is één God en één middelaar tussen God en de mensen, de MENS Christus Jezus.” Wanneer wij hierover goed nadenken zullen we tot de volgende conclusies komen: Omdat er maar EEN God is, is het onmogelijk dat Jezus God kan zijn; als de Vader God is en Jezus is ook God, dan zijn er twee Goden. “Toch is er voor ons maar één God, de Vader” (1 Korinthiërs. 8:6). “God de Vader” is daarom de enige God. Het is dus onmogelijk dat er een apart wezen bestaat dat “God de Zoon” wordt genoemd zoals de valse leer van de drie-eenheid verklaart. Evenzo wordt Jahweh in het Oude Testament geschilderd als de ene God, de Vader (bijv. Jesaja 63:16; 64:8). Naast de ene God is er de middelaar, de mens Christus Jezus – “… en ook één middelaar”. Dat woord “en” duidt een verschil aan tussen Christus en God. Het feit dat Christus de “middelaar” is, betekent dat hij een tussenpersoon is. Een Middelaar tussen de zondige mens en de zondeloze God kan niet de zondeloze God Zelf zijn; het moest een zondeloos mens zijn, die de zondige menselijke natuur deelachtig is.
“De mens Christus Jezus laat er geen twijfel over bestaan dat deze uitleg juist is. Hoewel Paulus na de hemelvaart van Jezus schreef, spreekt hij niet van “de God Christus Jezus”. Verscheidene keren worden we eraan herinnerd dat “God geen man is” (Numeri 23:19 ; Hos. 11:9); niettemin is het heel duidelijk dat Christus “de Zoon des mensen” was. De Griekse tekst in het Nieuwe Testament noemt hem vaak “zoon van anthropos”, d.w.z. zoon van de mens(heid) i.p.v. “zoon van aner” (echtgenoot, man). In het Hebreeuwse denken betekent “de Zoon van de mens” of “mensenkind” een gewoon sterfelijk mens (Jesaja 53:12). “Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens (1 Kor. 15:21). Toch was hij volgens Lukas 1:32 ook “de Zoon van de Allerhoogste”. Omdat God de “Allerhoogste” is, geeft dit aan dat alleen Hij deze positie heeft; Jezus als “de Zoon van de Allerhoogste”, toont aan dat hij niet God in hoogst eigen persoon kan zijn. Juist het taalgebruik Vader en Zoon wanneer God en Jezus worden bedoeld, maken het duidelijk dat zij niet een en dezelfde kunnen zijn. Een zoon kan wel zekere overeenkomsten met zijn vader hebben, maar hij kan niet een en dezelfde persoon zijn, noch even oud als zijn vader zijn.
http://www.wereldgeschiedenis.com/verschillen-tussen-god-en-jezus
*
2 evangeliën
Beknopt Overzicht, 2 soorten?
Misschien eens een stukje duidelijkheid over waar wij voor staan!
Het begin: Het eerste mensenpaar, Adam en Eva, uitlopende in slechts één familie welke niet vercorrumpeerd waren en dus zuiver bleek: Noach en zijn vrouw en drie zonen. Dit na ruim 1.600 jaar. Men kan slechts schatten hoeveel mensen er geleefd hebben vanaf Adam en Eva tot op de dag van de vloed*.
God ging na de zondvloed met 3 stamvaders dóór; Shem, Cham en Jafeth. Uit deze drie zonen van Noach zijn in wezen de volkeren ontstaan. Eerst families, later stammen, daarna volkeren. Deze volkeren werden verdeeld in een 70-tal volkeren, na de torenbouw van Babel. Uit één der nazaten van Shem, koos God; Abram als de grondlegger, de stamvader van velen. Echter hier was al dra sprake van een splitsing: Abraham (nu met een letter ‘hee’ erbij in zijn naam, de 5e letter=genade) kreeg 2 zonen die op hun beurt weer de stamvaders werden van 12 stammen/volkeren. Te weten: Ismaël, de zoon van Hagar, de Egyptische, werd stamvader van de 12 Arabische stammen/volkeren en Izaäk, de zoon van Sarah werd ook stamvader van 12 Israëlitische stammen/volkeren. Uiteindelijk splitste de 12 stammen van het volk Israël zich in 10 en 2 stammen. De tien stammen gingen in de z.g. Assyrische ballingschap en zijn daaruit tot op de dag van vandaag nooit uit teruggekeerd. Echter de aanwijzingen zijn sterk en duidelijk dat de blanke bevolking, de blanke volkeren, allen afstammelingen zijn van de tien verloren stammen van het volk ISRAËL! De andere twee stammen die nog een aantal eeuwen bijeen bleven en traceerbaar waren, daaruit kwam de Messias voort: Jezus, de Christus. (Christus = Messias ).
Maar ook aan hun staatkundige eenheid kwam in 70 na chr. een einde en ook zij kwamen gelijk de andere tien stammen in de diaspora terecht. Echter met dien verstande dat ondanks vele pogingen hen als volk te doen vermengen of er vreemde elementen in te brengen, zij toch door de eeuwen heen (20 eeuwen) hun identiteit (deels) behouden hebben. Messias Jezus, of te wel: Christus Jezus, kwam in het midden der tijden als dé vervulling van de velerlei profetieën van ouds gedaan en Hij bracht ‘De Blijde Boodschap’, het Evangelie waar Hijzelf de vervulling van was. Petrus, de apostel werd uitverkozen als ‘hoofd’, als naamgever van dát evangelie: Het Evangelie van de Besnijdenis! Jezus kwam in 1ste instantie voor Zijn volk. Het volk Juda, incl. de veel kleinere stam Benjamin. De wet, de Profeten, de Psalmen, alles, alles wees naar Hem. Naar die MESSIAS.
Alle apostelen van Jezus volgden die boodschap en zijn derhalve ware Israëlieten geworden, zoals het bedoeld was. Velen van dat volk zijn destijds ‘gered’ door de lessen, regels en voorschriften van dat evangelie te volgen. Met name dat evangelie ‘van de voorhuid’ is in velerlei verbasterde vorm, doorgegeven aan:…….hoofdzakelijk de blanke volkeren. Het was n.l. éérst de Jood en dan de Griek en vervolgens is dít evangelie doorgegaan en wordt gepredikt tot op de dag van vandaag aan alle volkeren! En daaraan komt spoedig een einde! Want dan zijn de volkeren, grosso modo, bereikt met die boodschap. Maar het is en blijft een Joods evangelie! Of dit nou door een Baptistenzendeling in Irian Jaja wordt gebracht of door een Pinksterbroeder in Zimbabwe of een Gereformeerde Predikant in Zuid Amerika. Het is en het blijft ‘t z.g. Petrus-evangelie, het evangelie van de voorhuid. Wat in het kort inhoudt: “Doe dit en gij zult zalig worden”!
Dat dit evangelie is besmet, geïnfiltreerd, gedeeltelijk gecorrumpeerd en/of vercommercialiseerd is, dát doet er niet toe. In essentie blijft het; het evangelie van inzettingen en geboden én genade. Ondanks alle smeur die het opgelopen heeft in de loop der tijd. Daar dit evangelie grotendeels en gedurende eeuwen en eeuwen bijna uitsluitend gepredikt is onder de blanke volkeren, want dáár vond deze boodschap dan ook ingang als bij geen ander, is de kans zeer groot dat het volk Israël, wat inmiddels, dankzij de 10 stammen zo groot geworden is als de korrels van het zand der zee (! Zie de belofte aan Abraham) grotendeels, maar zonder het te beseffen, weer proselieten zijn geworden ten aanzien van hun eigen oorsprong en afkomst. De velen uit de andere volkeren (zwart, geel, rood of bruin) de nazaten van Cham en Jafeth, die gehoor hebben gegeven aan deze boodschap, zijn ‘echte’ proselieten geworden door dát evangelie, het evangelie van de besnijdenis aan te nemen. En zodoende kun je zeggen ingelijfd zijn in het ‘volk Gods’.
Aan de andere kant: (Zie: Galaten 2:7) komen we in de bijbel onmiskenbaar een ander evangelie tegen. Een verguisd evangelie weliswaar, wat velen niet blieven. Het evangelie waarvan de apostel Paulus zegt dat het hem gegeven is door Christus Jezus. Een evangelie NIET bestaande uit inzettingen en geboden, zónder voorschriften en wet en zónder liturgie. Een evangelie puur gebaseerd op puur genade. Beter bekend als het evangelie van Paulus, én ook genoemd: ‘een geheimenis’. Dit is en was een evangelie, hoe rijk ook, wat niet op de mens is toegesneden, want de mens had en heeft daar geen enkele inbreng in. Men mag slechts geloven en uit Zijn handen de genade ontvangen die Hij wilt geven. En dat gaat zó tegen de menselijke natuur in dat dit voor weinigen een optie is. Het bleek een niet zo’n geliefd evangelie te zijn, want er was en is geen roem mee te halen. Paulus sprak dan ook uit: “Allen hebben mij verlaten die in Asia zijn”! Nee, het is ook geen evangelie van macht, van kerken en kathedralen, van gewaden en mystieke liturgiën, ook niet van sacramenten, zelfs niet van uiterlijke tekenen zoals de waterdoop en het avondmaal. Het is een evangelie van het hart, van het zeker weten, van kennis krijgen van God’s Grote Plan, een plan wat verder ziet dan het z.g. ‘Laatste Oordeel’.
Het is ook een evangelie (blijde boodschap) wat niet te mengen is, net zoals je olie niet kan vermengen met water. De enige overeenkomst is dat beiden producten (lichamen in de natuurkunde genoemd) vloeibaar zijn. En dat maakt het vaak zo ondoorzichtelijk en onoverzichtelijk en zeker voor een buitenstaander; het is moeilijk deze begrippen van elkaar te onderscheiden, zeker als de olie dun is, maar dát begrip is slechts voor de fijnproever weggelegd! Daarom zijn boodschappen die een beetje van het een en een scheutje van het ander tot zich willen nemen ook zo tegen zich zelf verdeeld. De beide evangeliën kunnen (nu nog) niet samenvloeien. En menselijke pogingen daartoe resulteren alleen maar in wrevel, wrijving en scheiding. Beide evangeliën, beide boodschappen zijn evenwel rechtsgeldig! Dienen een doel, zeker t.a.v. de (naaste) toekomst! Maar daar het een geestelijke zaak is en amper aan een buitenstaander uit te leggen, zal er weinig begrip blijken te zijn voor het bevrijdende en genadevolle evangelie wat Paulus heeft mogen brengen.
En dát evangelie. Dát bevrijdende evangelie, die Goede Boodschap, dat ooit eens alles met God, de Maker, de Creator, de Allesvoorziende. De Alles Overziende en de Alles Doorziende God verzoend zal worden. Dát evangelie brengen wij hier op Boinnk.nl. Tegelijkertijd proberen wij de tekenen des tijds te verstaan, wetende vanuit God’s Woord, dat dit tijdperk, nee, niet dat de wereld ten einde loopt, maar dat er wel een einde aan staat te komen van een tijdperk, een aioon en dat er grootse, zeer grootse zaken staan te gebeuren. Een afrekening als het ware en een nieuw begin. Zowel voor Zijn Volk Israël, met al de proselieten die tot die gemeente zijn toegetreden, in het bijzonder met hen die geroepen zijn om lid te mogen worden van Zijn lichaam en…….ja ook met de volkeren, zij die nu nog a.h.w. in duisternis wandelen, met alle gevolgen van dien. Díe boodschap proberen wij uit te dragen, te herauten, uit te roepen en gelukkig worden wij niet afgerekend op aantal, al of geen persoonlijk succes, noch op cijfers. Want het is en blijft GENADE. – Silvia Videler
*
CHRISTUS’ LIJDEN NAUWKEURIG VOORZEGD
De Hebreeuwse profeten hebben eeuwen tevoren specifiek gesproken over het lijden dat over Christus zou komen. Hoe hij veracht zou worden door zijn eigen volk en ten slotte als een lam ter slachting zou worden geleid. Maar ook welke beschuldigingen tegen hem zouden worden geuit, hoe honden (=heidenen) zijn handen en voeten zouden doorboren, hoe zijn klederen zouden worden verloot, hoe ook zijn God hem zou overlaten aan zijn vijanden, hoe hij tussen de misdadigers zou sterven maar ook bij een rijke in zijn dood zou zijn, etc. Het is alles voorzegd en het is Jezus die b.v. de Emmaüsgangers verwijt dat ze traag waren om te geloven al wat de profeten daaromtrent hadden gesproken.
http://goedbericht.nl/blog2/?p=483
*
heb je naaste lief als jezelf
Nog een keer resumerend. Heb je naaste lief als jezelf. Theologen weten er wel raad mee. Ze zeggen dan dat je eerst jezelf lief moet hebben, anders kun je een ander ook niet lief hebben. Ik heb ze gekend: theologen die aan Oxford hadden gestudeerd en deze onzin uitkramen. Jezelf lief hebben kan wel een heel leven duren en dan nog heb je jezelf misschien niet lief. Laat staan je naaste. Jezelf lief hebben is een manier om de aandacht van God af te wenden. Waar is God in het verhaal? De waarheid is precies andersom. Je moet niet eerst jezelf lief hebben, nee GOD heeft jou eerst lief gehad. Dat is heel andere koek. In de zin: heb je naaste lief als jezelf zit een onzichtbare medespeler verhuld: God. Hij had ons lief toen wij zondigden, ja toen wij zijn zoon aan het kruis nagelden. Voordat de zonde überhaupt in de wereld kwam, heeft hij ons vergeven. Dus doe geen moeite om haastig de naaste te spelen.
*
Harry Robert Fox: Vergeving
In mattheus 6:12 zegt Jezus dat God ons onze overtredingen vergeeft als wij hetzelfde doen bij anderen. In verzen 14 en 15 zegt hij: als u de overtredingen van een ander vergeeft, zal uw Vader in de hemel u vergeven. Zoniet dan zal uw Vader u ook niet vergeven.”
Gods vergeving is dus afhankelijk van onze vergeving naar anderen toe. Of niet? Maar de context van deze verzen gaat over de inleiding tot de Bergrede. De 12 verzen zijn de 8 zaligsprekingen en staan in de aantonende wijs. Het meeste wat hierop volgt in de hoofdstukken 5, 6 en 7 staat in de gebiedende wijs. Dit betekent het volgende:
Voordat God ons iets gebiedt om dit of dat te doen, schenkt hij ons eerst in aantonende wijs zijn genade die hij naar ons communiceert in Zijn 8 zaligheden en in veel andere passages in het Nieuwe Testament. Jezus zei dat alle geboden van God in 1 gebod zijn vervat: heb God lief met heel je hart en heb je naaste lief als jezelf. Gelukkig staat in 1 Johannes 4:19 dat voor we God lief kunnen hebben of iemand anders, we eerst zelf geliefd moeten zijn door God. Vaak wordt dit verkeerd begrepen. Men zegt dan dat je jezelf eerst lief moet hebben voordat je een ander lief kunt hebben. Dit is niet wat in 1 Johannes staat. Hier staat dat God ons eerst lief heeft gehad. Voordat we anderen kunnen vergeven, moeten we ons ervan bewust zijn dat God ons allang heeft vergeven, lang voordat we anderen zullen vergeven. Toen we nog vijanden van God waren, vergaf Jezus ons, zoals Jezus aan het kruis sprak: Vader, vergeef het hen.
Toen we ons van de slechtste kant lieten zien, deed god zijn best voor ons. Juist niet toen we probeerden te gehoorzamen, maar juist toen we extreem ongehoorzaam waren. Romeinen 5:6-10. Toen we vijanden van God waren, werden we met Hem verzoen door zijn zoon. Jezus noemt deze kijk op vergeving ook in Mattheus 18:23-27. Een heer scheldt de schuld van een slaaf kwijt. Maar deze slaaf eist wel zijn deel op van een mede slaaf. Alleen als we weten dat God ons lang geleden heeft vergeven, zijn we in staat anderen te vergeven door Zijn genade.
*
2 kanten van genade
Genade heeft 2 kanten. Aan de ene kant kun je zeggen dat Genade iedereen insluit, van duiventillers tot vliegtuigspotters tot de voddenboer. We horen er allemaal bij. Ja, Paulus zegt dat zelfs de hemelse machten verzoend zijn door het werk van Christus op Golgota. Het maakt niet uit hoe je eruit ziet, of je een hanekam hebt of met de onderbroek van je opoe over je hoofd over straat gaat. Genade sluit iedereen in. Tegelijk is er ook een andere scherpe kant. Het moet namelijk niet andersom zijn. Mensen kleden zich graag excentriek om ergens bij te horen. En dit is de andere kant: door excentriek te doen, je gek te kleden krijg je niet automatisch genade. Genade is van een hele andere orde. Hoe gek je er ook uit ziet; excentriek zijn, valt vaak binnen het domein van de wet. Excentrieke mensen hebben vaak ook excentrieke leefgewoontes. Ze eten bijvoorbeeld vegetarisch en gaan hier dan fundamentalistisch mee om. Dit is weer het domein van wet en werken. Paulus zegt dat we alles mogen eten en noemt vegetarièrs zelfs mensen die zwak in hun geloof staan. Excentriek zijn is vaak een manier om God om de tuin te leiden. Men richt de aandacht op zichzelf. En dat is nu juist wat genade in de weg staat.
*
5x SOLA & de Reformatie
31 oktober 1517 is de datum waarop Maarten Luther 95 stellingen op de deur van de Slotkapel van Wittenberg zou hebben geslagen. In deze 95 stellingen tekende hij moedig protest aan tegen de leiding van de Rooms Katholieke Kerk. Het werd het begin van de Reformatie.
Het hart van de Reformatie wordt gekenmerkt door vijf 5x SOLA (Latijn voor: alleen…):
1. Sola Scriptura (= alleen de Schrift)
2. Sola Gratia (= alleen genade)
3. Sola Fide (= alleen geloof)
4. Solus Christus (= alleen Christus)
5. Soli Deo Gloria (= alleen God de eer)
Hoezeer de beweging van de Reformatie ook in no-time verstarde en ontspoorde, in deze vijf sola’s klinkt zeer duidelijk het Evangelie door zoals de apostel Paulus dit ooit bekendmaakte.
http://www.goedbericht.nl/luister&kijk/2010/sola.html
*
Handelingen en tegen-Handelingen
Het boek Handelingen is een merkwaardig boek. Er zit tegelijk een tegenhanger in. Voor elk kwaad dat Israël overvalt, gebeurt er iets goeds voor de rest van de wereld.
Handelingen:
7:59 — Stefanus gestenigd
8:1 — Saulus geïntroduceerd
8:1—Discipelen uiteen gedreven
9:3-6—Saulus geroepen
12:2 — Jacob vermoord
13:2 — Saulus afgescheiden van de rest door de heilige geest
Ook goed en slecht nieuws staan hier tegenover elkaar. Paulus krijgt het flink voor de kiezen. Maar in deze beproevingen brengt hij juist het evangelie en onthult God nieuwe waarheden aan hem voor de wereld.
Hand. 14:19-20 — Paulus gestenigd bij Lystra
2 Kor. 5:16 — Paulus verwerpt het vlees
Hand. 21:31— Paulus wordt bijna vermoord
Hand. 9:15-16 — Profetie vervuld: Paulus getuigt voor Koningen
Hand. 28:11-31 — Paulus gevangen in Rome
Eph. 3:8-11 — Paulus onthult het geheim van onze hemelse bestemming in het heelal
Zo werkt het ook in onze levens. Hij sluit een deur achter je dicht om een nieuw venster te openen. Net als je denkt dat je de bodem hebt bereikt, openbaart God een nieuwe schat voor je die je anders zeker gemist had. De wijsheid en kennis van God, Rom. 11:33. door martin zender
*
Paulus de alverzoener 3
Sommigen noemen de opstanding een proces van 2 fasen.
1. In Christus zullen allen tot leven worden gewekt.
2. Ieder in zijn/haar eigen rangorde.
Paulus maakt er 3 fasen van.
1. Christus aan het hoofd van de nieuwe schepping
2. 2. Achter Hem komen zij die bij Hem horen bij Zijn terugkomst
3. Ver daarachter komt de rest; te weten degenen die nu nog niet in Hem geloven. Zij vinden hun ware positie in Hem aan het einde van de laatste eon als christus alle tegenstanders inclusief de dood aan zichzelf ondergeschikt heeft gemaakt en Hij zichzelf aan Zijn Vader zal onderschikken. Laten we nog een keer naar 1 Kor. 15:28 kijken:
“En wanneer Hem het al zal zijn onderschikt, DAN zal Hij, de Zoon, worden onderschikt aan Hem die Hem het al Onderschikt*, opdat °God zij alles in allen.”
Nu kun je nog ellenlang redetwisten over het woord “Dan.” Paulus maakt hier absoluut duidelijk dat het einde komt als Christus alle vijandschap overwonnen heeft inclusief de dood. Dan pas is de laatste eon afgesloten.
De Fillippenzenbrief
Ook in de Fillippenzenbrief noemt Paulus een toekomst waarin iedere knie zal buigen voor christus en elke tong Hem zal belijden. Fil. 2:10- 11. In Kol. 1:20 zegt hij dat alle machten op aarde en in de hemel met Hem verzoend zullen worden. Hier is niet meer de vraag of alle mensen worden gered maar gaat zijn betoog nog vele malen verder en sluit hij ook de hemelse machten in. Sommigen zwakken dit af door te stellen dat het hier niet zou gaan om een verzoening van al die hemelse machten met Hem maar om een soort pacificering waardoor boze machten onschadelijk worden gemaakt. Tegen hun wil dus. Paulus maakt in deze verzen korte metten met de gedachte dat alleen de gelovigen met christus verzoend zullen worden. Men suggereert bijvoorbeeld dat met iedere knie niet de knie van satan wordt bedoeld, mocht satan een knie hebben. “Iedere” moeten we dus niet al te letterlijk nemen. Men zegt ook dat als iedere tong Hem zal belijden als redder, dit niet altijd van harte gaat. Sommige hemelse machten zoals satan zullen wel ondergeschikt aan Hem worden gemaakt maar niet met Hem worden verzoend.
Al dit soort gedachten staan nogmaals haaks op wat Paulus zegt. Heeft men gelijk als men beweert dat een aantal hemelse machten misschien aan christus ondergeschikt worden, zij het met veel tegenzin maar dat ze niet met Hem verzoend worden? Een tegenstrijdigheid hierbij is het volgende. Als deze hemelse machten rivaliserende “willen” hebben en deels hun eigen weg gaan, kunnen ze dus nooit voor 100% aan Christus ondergeschikt worden gemaakt. Als God een tegenstrijdige wil van bijvoorbeeld satan aan Christus ondergeschikt wil maken moet Hij deze wil eerst transformeren opdat deze zich vrijwillig aan christus onderwerpt. Neem christus zelf als voorbeeld die zich volgens 1 Kor. 15:28 aan Zijn Vader zal onderwerpen. Die zou Hij niet doen als Zijn wil tegenstrijdig was aan de wil van God. Paulus noemt de parallel waarin Christus eerst alles aan Zich onderwerpt om tenslotte zichzelf aan Zijn Vader te onderwerpen. In Fil. 2:10-11 en Kol. 1:15-20 gebruikt Paulus het woord “belijden.”
Elke tong zal Hem belijden. Dit woord wordt ook gebruikt in verband met prijzen en dankzegging zoals in Jesaja 45:23. Dit kan alleen uit het hart komen en dus vrijwillig gebeuren. Adolf Hitler kan er genoegen in scheppen om zijn gevangen tegenstanders zich voor hem te laten knielen. Dit gebeurt dan uiteraard met tegenzin door die gevangen tegenstanders. Bij God werkt het anders. Hij transformeert ieders wil tot deze vrijwillig dankzegging aan Hem betuigt. In Kol. 1:20 identificeert Paulus zelfs de verzoening die hij in gedachten heeft. Dit doet hij door de vrede te noemen die door het bloed van het kruis tot stand kwam. In Fil. 2:6-11 verklaart Paulus de natuur van Christus’ verheerlijking. Dit doet hij door op Christus’ nederigheid te wijzen tot aan de kruisdood. Wat is de kracht van de kruisdood van Golgota volgens Paulus? Was dit de kracht om een vijandelijke wil om te buigen? Dit kan God sowieso, ook zonder kruisdood. Jezus werd sowieso niet naar de aarde gestuurd als een held die zou overwinnen maar als een knecht die moest lijden. De kracht die vrijkwam toen Jezus aan het kruis bloedde was de kracht van zelf-opofferende liefde. Dit is de kracht om kwaad te overwinnen en een vijandige wil te transformeren. Paulus legt zelfs uit wat hij met deze verzoening bedoelt.
Kol. 1:21-22: En jullie, die ooit vervreemd waren en vijanden van de gezindheid, in °boze °werken, verzoent* hij ook terug, [Rom. 5:10] – [Joh. 7:7] in het lichaam van Zijn °vlees, door de dood, om jullie heilig en smetteloos en onaantastbaar in Zijn aangezicht te presenteren*, [Efe. 5:27]
Het bloed van het kruis brengt vrede. Geen kunstmatige vrede waarbij alle partijen met verwrongen gezichten tegen wil en dank een vredesakkoord tekenen maar echte vrede. Dit is waar Paulus op doelde, op een tijd in een verre toekomst aan het einde van de 5de en laatste eon wanneer alle vijandschap is getransformeerd tot vrijwillige vrede.
*
Paulus de Alverzoener 2
door Thomas Talbott
Zie ook 1 Kor. 15:22: Want evenals in °Adam allen stervend zijn, zo zullen ook in °Christus allen levend gemaakt worden. In deze verzen wordt allen steeds in parallelle zin gebruikt binnen 1 vers. Het zijn contrast verzen die uit 2 tegenpolen bestaan. Het eerste “allen” bepaalt de reikwijdte voor het 2de “allen.”
Sommigen doen hun uiterste best om de alverzoening uit deze verzen te filteren. Men zegt bijvoorbeeld dat de eerste Allen op Jezus zou slaan. Of dat deze eerste allen alleen op de nakomelingen van Abraham slaat. Of desnoods op alleen de kerk. Maar Jezus is natuurlijk niet veroordeeld in Adam en ook ontvangt Hij niet de redding die Hij zelf brengt. Ook in de andere teksten noemt Pauls “allen” alle nakomelingen van Adam zonder Jezus. In Romeinen 5:12 noemt de Paulus de groep alle mensen die gezondigd hebben, ofwel iedereen behalve Jezus. In vers 15 maakt hij onderscheid tussen de Ene en de velen. De ene is Adam zelf die eerst zondigde en de velen die stierven als gevolg van Adam’s zonde. De “velen” is hier niet gebruikt als een minder grote groep dan allen. Het bereik van de velen is hetzelfde als van allen in vers 18. Hij gebruikt het woord velen in vers 18 en 19 als contrast met de ene. Door de overtreding van de ene stierven de velen. Op dezelfde manier laat Paulus in vers 14 zien dat de ene Adam een type was van Jezus. Jezus staat als 2de Adam in dezelfde relatie tot de velen als Adam. Met dit verschil dat Gods genade voor de velen nu overvloedig is. Niet alleen dat de verdoemenis over de mensheid nu wordt opgeheven maar de hele mensheid wordt nu ook een nieuwe schepping. Ten aanzien van 1 Kor. 15:22 zou je hetzelfde kunnen zeggen. “Want evenals in °Adam allen stervend zijn, zo zullen ook in °Christus allen levend gemaakt worden.”
Het 2de “allen” zou men beperkt kunnen uitleggen tot alleen de mensen die in christus geloven. Zomaar zeggen dat het 2de “allen” alleen op gelovigen slaat, is geen bewijs voor enige beperkingen aan deze 2de allen. Dan zou men eerst hard moeten maken dat onder het eerste allen mensen vallen die nooit bij christus zullen horen. Dit is tegenstrijdig met de hele context maar ook met de volgende claim van Paulus dat de hele schepping aan christus zal worden onder geschikt. In 1 Kor. 15:28 zal alles aan God worden onder geschikt. Jawel, eerst wordt de dood aan christus ondergeschikt en daarna zal Christus zelf aan Zijn Vader worden onder geschikt. De hele schepping en in het bijzonder alle mensen zullen bij hun Vader horen. Hoorden ze voor die tijd dan niet bij hun Vader? Jawel, maar nu weten ze dit. De meest natuurlijke verklaring voor 1 Kor. 15:22 is dat hier voor het woord “allen” dezelfde vlieger opgaat als bij Romeinen 5:18. Critici merken op dat beide passages heel ergens anders over gaan. Paulus wil beweren dat de gelovigen alleen in Christus kunnen worden opgewekt. Hierin hebben deze critici op zich gelijk als het gaat om 1 Kor. 15:22. Maar waarom zou dit alle mensen uitsluiten die in Adam zijn gestorven? De critici vergeten dat het hele traject van de verzen 20-28 over veel meer dingen gaan dan alleen het opwekken van heiligen uit de dood. Namelijk de hele schepping en zelfs de dood zullen aan Christus en uiteindelijk aan Zijn Vader worden ondergeschikt.
*
Midwinterfeest en Kerst
Vóór de komst van het christendom vierden onze Germaanse voorouders het midwinterfeest. Op de 25-ste december behoorde de langste nacht inmiddels tot het verleden en de dagen zouden vanaf deze tijd weer gaan lengen. Symbolen van dit feest staan daarom ook van oudsher allemaal in het teken van het licht dat de duisternis overwint. Toen het christendom voet aan de grond kreeg, werd dit feest gekerstend. Letterlijk. De viering van de zonnewende moest plaatsmaken voor de viering van de geboorte van Jezus. “Jesus Christ was born on christmas-day” werd het bezongen motto. Met nog vele fantasieën die hier aan werden toegevoegd: van de winterkoude, de stal, de os en de ezel, de drie koningen, enzovoort. De Bijbel kent dit alles niet en wijst juist in een heel andere richting. Jezus werd geboren vlak voor het Pascha! Verder dienen we te realiseren dat we Jezus niet hebben te zoeken als baby in Bethlehem, maar als de inmiddels opgewekte Christus, verborgen aan de rechterhand van God.
http://www.goedbericht.nl/luister&kijk/2010/kerst.html
http://www.goedbericht.nl/audio/2010/kerst.mp3
paar noten:
Jezus ging toen Hij 12 jaar werd met zijn ouders naar het Pesachfeest. Dus rond zijn verjaardag was het Pesach. Dan de herders: De engel vertelde hen dat ze een knul in doeken zouden vinden in een voerbak. Wat die voerbak betreft: daarin zou het Lam liggen. Maar die doeken zijn ook interessant. Na Zijn dood vinden Petrus en Johannes in het graf alleen de lege windsels. Dus zijn geboorte wijst al vooruit naar zijn dood en opstanding, ook rond Pesach. Uiteraard was Hij ook het Paaslam dat geslacht zou worden.
*
Wie zijn de 144000 uit Openbaring?
Openbaring spreekt van 144000 heiligen die zijn verzegeld en veilig door de grote verdrukking heen komen. Wie zijn zij? De context verraadt dat zij uit iedere stam van de zonen van Israël komen met 12000 uit iedere stam. Jehova’s denken dat 144000 het totaal aantal mensen omvat dat gered wordt. Ze nemen het getal letterlijk maar de uitleg figuurlijk. Niemand van het lichaam van christus heeft een openbaring ontvangen over dat hij bij die 144000 hoort. En dat zou je ook niet willen. Als je bij die 144000 hoort, hoor je niet bij het lichaam van christus. Het lichaam van christus is een “entiteit” los van de bruid van christus die israël is. Israël’s taak is om straks schaapherder te spelen over de volkeren op aarde. Israël blijft dan ook hier. Wij als lichaam van christus gaan straks het heelal in om de hemelse machten met christus te verzoenen. Zie Efeze 2:6-7.
*
Terug naar Bethlehem
Veel religie dezer dagen. Religie kenmerkt zich omdat het mensenwerk is dat omgeven is door rituelen, tradities en gebruiken die of te herleiden zijn tot het Oude Testament of er gewoon bij in geslopen zijn. Een uitzending van de RKK deze 2de kerstdag liet genoeg zien hiervan: mannen in witte gewaden die monotone zangen opdreunden. Daarna was er een figuur uit een klooster dat in sandalen door de sneeuw liep. Fetisjisme. Nu heeft iedereen recht op zijn eigen fetisj. Maar laat christus er buiten. Het bekende geklets over stilte en god ervaren werd uit het blik getrokken. Waar staat in de bijbel dat je in een hut op de hei de stilte moet ervaren om God beter te leren kennen? De EO maakt er net zo’n potje van. Men wil terug naar Bethlehem; daar ligt de kracht van het christendom, werd er gezegd. De toon alleen al waarop het werd gezegd, sprak boekdelen. Is Jezus dan niet opgestaan? Zit Hij dan niet op de troon naast zijn pappie? Is er dan geen nieuwe schepping? is het oude dan niet verdwenen? Mooi om de geboorte af en toe te gedenken maar laten we er geen kerstverhaal van maken en eindelijk eens de blik vooruit richten op de ware christus die op de troon zit en allang niet meer in de kribbe ligt.
*
WAT IS ZONDE?
Het woord ‘zonde’ wordt altijd gelieerd aan overtreding. Niet bij Paulus die verkondigde dat we niet onder de wet leven. Bij Paulus is zonde niet iets doen wat niet geoorloofd is (“alle dingen zijn geoorloofd”) maar met wat niet nuttig is (1 Kor. 10:23). Met recht dus: doel mist. Alles wat je doet zonder doel is dus zonde. Ik ken gelovigen die vaak roepen “alles is geoorloofd!” (terecht!) maar zich nooit de vraag stellen: wat is nuttig? Oftewel: wat bouwt op (mijzelf dan wel anderen)? (1 Kor. 10:24). En: wat verheerlijkt God?
“Of gij dus eet of drinkt, of wat dan ook doet, doet het alles ter ere Gods” (1 Kor. 10:31).
*
De kribbe is leeg, in het bijzonder voor gelovigen.
Paulus leert dat door het zien op de verheerlijkte Christus, gezeten aan de rechterhand van God wij deel uitmaken van het Lichaam van Christus en gezegend zijn met de grote geestelijke zegening: ‘een nieuwe schepping in Christus te zijn”!
“Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben, thans niet meer. Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen” (2 Korintiërs 5 : 16-17). De tijd is aangebroken om deze waarheid te omarmen ‘de Zoon van God is thans gezeten aan de rechterhand van de Vader’. “….door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan Zijn rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze maar ook in de toekomende eeuw “ (Efeziërs 1 : 20-21). De kribbe is….. leeg, het graf is…. dus ook leeg……., onze Heere en Heiland is gezeten aan de rechterhand Gods in heerlijkheid! U bent een nieuwe schepping … Verdiep u in het nieuwe dat thans gekomen is!
En laat de kerstballen, de kerstkaarten, de kerstlichtjes, de kerstboom, de kerststal, de kerst…….u mag ‘t allemaal zelf invullen, tot en met de kerstboodschap van ‘Hare Narigheid’ en die van die oude man uit Rome maar aan hen over die daar denken een boodschap aan te hebben. Waar staat trouwens in de bijbel de oproep om de geboorte van Jezus te vieren jaar in, jaar uit? Terwijl de bijbel zelfs nog niet de moeite neemt een datum van dit gebeuren te vernoemen?! Beste mensen, laat u daarom onderwijzen door Paulus, de apostel der heidenen en ken de heerlijkheid van de Opgewekte Christus! Dat is pas echt feest en dat geeft waarlijk VREDE! – http://boinnk.nl/blog/?p=10957
*
Paulus de alverzoener
door Thomas Talbott
En wanneer Hem het al zal zijn onderschikt, dan zal Hij, de Zoon, worden onderschikt aan Hem die Hem het al Onderschikt*, opdat °God zij alles in allen. – 1 Kor. 15:28
Dat iedereen met God zal worden verzoend is in het Nieuwe Testament zo duidelijk dat het een mysterie is dat er zolang over een eeuwige hel is gekibbeld. Best knap om zo’n overduidelijke verklaring van de verzoening van iedereen weg te wissen. Paulus zegt duidelijk dat God alle dingen aan Christus gaat onderschikken inclusief de dood. En dat God alle dingen en iedereen in Hem gaat verzoenen. De moeite die velen doen om deze verklaringen weg te moffelen is misschien wel een eer aan de kracht van deze passages. Er staat ook nog iets anders in het Nieuwe Testament. Jezus zal terugkomen om te oordelen en te heersen met een ijzeren staaf. Juist deze passage wordt niet altijd goed begrepen waardoor er snel misverstanden ontstaan over het lot van ongelovigen. Men is snel geneigd om de triomf en overwinning van God op de dood dan maar weg te moffelen. De ironie is dat Paulus ook hier een pasklare toelichting op geeft en beiden, oordeel en overwinning met elkaar verenigt. Probleem is dat deze uitleg zo haaks staat op het denken van velen dat zo geïndoctrineerd is dat men gewoon blind is voor de tekst die men voor zich heeft. Het merkwaardige is dat de gedachte van een eeuwige hel juist weer niet in het Nieuwe testament voorkomt. Men leest dingen die er niet staan en leest dingen niet die er wel staan. Erg merkwaardig allemaal. Laten we eerst Romeinen 5:18 eens lezen:
“Zo dan, omdathet door één overtreding voor alle mensen kwam tot veroordeling, zo komt het door één rechtvaardige daad voor alle mensen tot rechtvaardiging van leven.” [Rom. 6:7] – Romeinen 5:18
Paulus gebruikt 2 keer expliciet het woord allen in 1 vers. Beide zinnen zijn uitersten van elkaar maar het woord allen wordt in parallel verband gebruikt. Het gaat in beide gevallen om alle mensen. De eerste keer worden ze allen veroordeeld, de tweede keer worden ze allen gerechtvaardigd. En dat in 1 vers.
Toch is het handig om ook de context van deze zin erbij te halen. Sommigen proberen een woord als allen juist bij voorbaat uit de context te halen en zoeken net zolang in de bijbel tot ze een betekenis tegenkomen die niet letterlijk op alle mensen slaat. Dit slaat nergens op. Als er in een schoenenwinkel staat: “uitverkoop” dan weten we dat het om schoenen gaat en niet om de kassa’s of de schrappen. In Lucas 21:17 bijvoorbeeld staat dat de discipelen door allen worden gehaat om Zijn naam. Ook hier is allen niet alle mensen. De discipelen zullen niet door elkaar worden gehaat om Zijn naam. Allen moet in dit soort voorbeelden met een korrel zout worden genomen. Anders zouden de discipelen zichzelf moeten haten. Als allen hier letterlijk op alle mensen sloeg, zou Petrus zichzelf moeten haten en Johannes zichzelf etc.
Op ongeveer 50 plaatsen in het Nieuwe testament worden allen en alles of alle in beperkte zin gebruikt. In Romeinen 5:18 valt een beperkt gebruik van allen niet hard te maken. Neem de grondwet. Deze zegt dat alle mensen gelijk zijn. Als je documenten opduikelt uit dezelfde tijd als waarin de Grondwet tot stand kwam dan kom je hier en daar misschien interpretaties tegen waarin niet alle mensen gelijk zouden zijn. Dit maakt de verklaring in de grondwet niet anders. Hetzelfde geldt voor Romeinen 5:18. In Efeze 1:11 zegt paulus dat God alle dingen naar Zijn wil gebruikt. Hij noemt hier geen opsomming van wat alle zou kunnen betekenen. Hier slaat alle op alle gebeurtenissen. Alles wat in de wereld gebeurt, valt onder Gods voorzienigheid. Zelfs als Paulus niet de auteur van Efeze is, dan zien we een gelijke vers in Romeinen 8:28 waar alle dingen meewerken ten goede voor die Hem lief hebben. Het gaat hier duidelijk niet om sommige gebeurtenissen maar om ALLE gebeurtenissen. In 1 Kor. 15:27 staat dat God alle dingen aan Christus zal onderwerpen. Uiteraard gaat het hier om alle geschapen dingen in de eonen en dus niet om God. God zal niet zichzelf in christus onderwerpen. Dat wordt trouwens een vers later in vers 28 bevestigd. Het gaat om elk lid van de groep die Paulus in gedachten heeft. Hetzelfde geldt voor Romeinen 3:23 waar “want allen zondigden en gebrek hebben aan de heerlijkheid van °God.” Het gaat hier niet om vogels of kikkers maar om de voornamelijk menselijke nakomelingen van Adam. Onder voornamelijk menselijke nakomelingen verstaat Paulus dus niet christus. De grammatica van Romeinen 5:18 is het volgende bewijs voor dat allen ongelimiteerd is. Het wordt 2 keer in parallelle zin gebruikt in 1 vers. In Romeinen 11:32 staat weer zo’n voorbeeld: Want °God heeft °allen onder koppigheid besloten*, opdat Hij °allen mededogen zou betuigen*. [Gal. 3:22]
Zie ook 1 Kor. 15:22: Want evenals in °Adam allen stervend zijn, zo zullen ook in °Christus allen levend gemaakt worden.
In deze verzen wordt allen steeds in parallelle zin gebruikt binnen 1 vers. Het zijn contrastverzen die uit 2 tegenpolen bestaan. Het eerste “allen” bepaalt de reikwijdte voor het 2de “allen.” – wordt vervolgd
*
Jezus als messias
DR. FERDINAND CHRISTIAN BAUR
Geloof in de 2de komst van christus en de reactie op de wereld die dit geloof achter zich heeft gelaten zijn 2 bepalende momenten. Wat christendom ooit met Judaïsme verbond was het Joodse messiaanse idee; hieruit kwam echter ook een scherpe splitsing voort. Verteld was dat Jezus de geprofeteerde messias was die aan alle messiaanse verwachtingen voldeed. Zijn dood leek echter een kink in de kabel en liet voor velen de hoop onvervuld. Zijn discipelen gaven even de moed op. Was Jezus dan niet de messias? Maar de kloof tussen feit en idee was alleen te snel gevuld. Hij had tijdens zijn leven niet vervuld wat van Hem verwacht werd. Maar als de opgestane Christus, zou Hij uit de hemel terug kunnen komen om alsnog alle verwachtingen te vervullen.
De 2de komst van Christus werd een nieuwe grondstelling van de discipelen. Het oude geloof gaf al een hint naar een nieuwe vorm. Maar het was onmogelijk om dit eruit op te maken, dat Christus nog een keer terug zou komen, nu uit de hemel. Diverse passages uit het Nieuwe Testament laten zien met wat voor kracht dit geloof bij de eerste christenen leefde. Dit nieuwe geloof in een 2 de komst van Hem was zo krachtig dat er weinig verschil was tussen wat Paulus verkondigde en Johannes die Openbaring schreef. Paulus was de enige die doorkreeg dat de vervulling van de messiaanse profetie in een verre toekomst plaats zou vinden. Tegelijk gelooft hij tegen beter weten in dat Christus spoedig terugkomt en hij zelf nog de Apocalyps zal mee maken. Maar als deze uitblijft, verandert het Nieuwe Testament van toon. Zelfs tussen Openbaring en 2 Petrus zit al een grote omwenteling waarbij men in de richting denkt van een aanstaand 1000 jarig koninkrijk. De laatste spreekt van de spotters in die laatste dagen die zullen roepen: waar blijft Hij nu? Het christelijke geloof liep serieus gevaar maar een tegenbeweging kwam op gang in de vorm van een millenniumgedachte. Zo had je de Montanisten die Millenniumisten werden genoemd.
Ze waren geobsedeerd van het einde van de wereld met het 1000 jarige rijk voor de deur. Hun profetes Maximilla zei zoiets: na mij komt er niet veel meer dan het einde van de wereld. Het 1000 jarige rijk en het einde van de wereld waren voor hun synoniem. Na Paulus komt de christologie van de Apocalyps. Hoe erger de catastrofe die men verwacht, hoe goddelijker de persoon is die het afroept. Johannes en Paulus schrijven door de door en opstanding van christus aan Hem de hoogste glorie toe. In de directe aanwezigheid van God straalt van christus een soort gelijke kracht uit. Hij wordt in één adem genoemd met Zijn vader in de hemel alsof er erg weinig verschil is tussen beiden. Hij heet de Alfa en Omega, het begin en einde op dezelfde manier als waarop God aangeduid wordt. De nieuwe naam van Christus is Jehova. De 7 geesten van God die alles in de gaten houden worden aan Christus toegeschreven. Ope. 3:1. Hij is tevens het begin van de schepping van God. Openbaring 3:14.
Al deze benamingen dragen een uiterlijke relatie met de persoon van de messias. Hij heet inderdaad Jehova of God in de hoogste zin van het woord. Maar Hij wordt enkel zo genoemd. Het geeft ons niet per sé recht om een goddelijke natuur aan Hem toe te schrijven. Het is Jezus die God openbaart en Zijn plan uitvoert. In deze is er een vergelijking tussen een scherp zwaard en het Woord dat uit de mond van Jezus komt. Het scherpe zwaard is het hele plan van God dat door Hem zal worden uitgevoerd. Eerst ontvangt Hij deze naam, het Woord van God in Openbaring 19:13. Daar daalt hij af uit de hemel naar de aarde als een rechter die streng tuchtigt. De fundamentele gedachte is het woord van God dat volbracht zal worden in de strengheid van het goddelijke oordeel. Hier snappen we waarom Jezus het begin wordt genoemd in Openbaring 3:14. Als begin van de schepping is Hij de eerste die werd geschapen. Hier zou je een pre-existentie in kunnen ontdekken. Maar als we snappen dat boven de naam van de messias direct een nieuwe naam opduikt en dat de pre-existentie nergens anders in het hele boek voorkomt, dan is de titel van messias niet een dogmatische definitie maar eerder een naam die Hem eer verleend. Een bewerkte uitdrukking van het idee dat de messias het hoogste schepsel is dat al vanaf het begin van de schepping onze aandacht trok.
In het boek Openbaring worden al deze benamingen en predicaten extern aan Hem toe geschreven. Ze vormen nog geen onderdeel van Zijn persoon met een intrinsieke en essentiële eenheid. De goddelijke karakteristieken komen van buitenaf en zijn nog niet onderdeel van zijn persoon. Niets meer wordt gezegd dan dat christus een positie zal hebben die overeenkomt met de grote verwachtingen over de laatste dingen. Openbaring geeft aan Hem na Zijn dood alle goddelijke majesteit. Een nieuwe stap in de ontwikkeling van Christus staat in de brief aan de Hebreeën. Hier is christus een goddelijk wezen in zichzelf geworden. De fundamentele gedachte hier is christus als Zoon. Christus ontvangt als Zoon van God alle goddelijke predicaties. Als de Zoon is Hij het Beeld van Zijn Vader. Als Zoon van God is Hij boven de wereld verheven. Hij is een goddelijk wezen en staat apart van de wereld. Tegelijk heeft hij zoveel gemeen met de wereld omdat hij zelf ook voortkwam uit God. Hij is geroepen om alle dingen bij elkaar te houden door het woord.
*
WAT IS ZONDE DAN WEL?
Het grote doel van ieder schepsel is GOD te verheerlijken, d.w.z. de heerlijkheid van GOD in het licht te stellen. Wanneer je daar niet aan beantwoordt, ben je volgens de Bijbelse omschrijving een ‘zondaar’. Het heeft niet eens primair te maken met wat je doet maar vooral hoe je de dingen doet. Ben je georiënteerd op Gods heerlijkheid? Op wat HIJ bij machte is te doen, op wat HIJ beloofd heeft, op wat HIJ gedaan heeft, doet en zal doen, op de glorie van ZIJN Woord, etc.? Dat is God verheerlijken. Volgens de Bijbel worden we dan ook naar hetzelfde beeld veranderd (getransformeerd), van heerlijkheid tot heerlijkheid (zie 2 Kor. 3:18). Tegen de man die 38 jaar verlamd was geweest, zei Jezus na zijn genezing: zondig niet meer. Wat was zijn zonde? Staat er niet bij. Wel weet ik dat deze man een type is van Israël die gedurende 38 jaar vanwege ongeloof niet mocht ingaan in het beloofde land (Deut. 2:4). Ongeloof in Gods belofte, is echt zonde… Precies zoals wij het in de profane zin gebruiken wanneer we b.v. een mooi glas breken. Het betekent: het komt niet tot zijn of haar bestemming. Minder glorie voor ogen hebben dan God ons belooft – dat is zonde! – www.goedbericht.nl
*
Holle aarde theorie
http://goedbericht.nl/blog2/?p=107
Elders op het forum is gewezen op een radio-interview met Ab Klein Haneveld die deze week laconiek voor de VPRO-microfoon verdedigde dat wij mensen niet aan de buitenkant maar aan de binnenkant van de aarde leven. Het heelal bevindt zich z.i. binnen de omtrek van de globe. Een binnenste-buiten gekeerd heelal dus. De min of meer wetenschappelijke kant van de zaak, wil ik hier laten voor wat ze is. Ik vraag slechts aandacht voor de drie Bijbelse argumenten die Klein Haneveld in het interview noemt:
1. Als iets uit de hemel valt komt het per definitie op de aarde terecht;
2. Wanneer we naar boven (God) wijzen, wijzen we altijd naar dezelfde plaats. Het centrum namelijk;
3. De Schrift spreekt over de volheid der aarde – hetgeen veronderstelt dat de aarde hol is.
Hier in het kort mijn reactie.
1. De Schrift spreekt de taal van alledag. Voor áárdbewoners gaat alles wat vanuit de hemel neerdaalt, inderdaad richting aarde. De hemel is al wat boven ons is. Het Griekse woord voor hemel (ouranos) is van dat idee zelfs direct afgeleid;
2. ‘Boven’ is niet persé een ruimtelijk gegeven. Als ik het heb over de baas boven me, dan denk ik niet aan iemand die op een hogere etage van het gebouw werkt o.i.d.;
3. Een plat vlak (b.v. een tafel) kan ook gevuld zijn. Van Nederland zeggen velen ook dat het vol is Maar is Nederland daarom hol? (Vandaar soms: Hol land?)
Met Ab Klein Haneveld deel ik de grote scepsis t.a.v. “de ten onrechte zo genaamde wetenschap”. Maar de Bijbelse onderbouwing van de holle aarde-idee, is beneden de maat. De Bijbel is volstrekt betrouwbaar in alles wat ze ons mededeelt. Ze spreekt daarbij (gelukkig) geen accademische taal maar de taal van alledag. Dat is de taal van de waarnemer op aarde. De aarde namelijk die God aan de mensenkinderen gegeven heeft (Ps. 115:16). Vanaf de aarde zien we de zon opgaan en ondergaan.
“God noemde het droge aarde”, lezen we in Genesis 1. Dat is Gods down-to-earth definitie van wat de aarde is. Als de Bijbel dan ook zegt dat de aarde vast staat, dan moeten we niet denken aan een hemellichaam dat een vaste positie in de ruimte inneemt en dus niet om de zon zou kunnen draaien. Want de aarde is in het Bijbels spraakgebruik niet eens een hemellichaam. De aarde bevindt zich niet in de hemel maar “onder de hemel”.
Kern van het verhaal is dat de aarde in de Schrift nooit een globe (bol of hol) is, maar het droge waarop we lopen. Tenzij er een aardbeving plaatsvindt, staat deze aarde vast.
*
Wat ik geloof, John Gavazzoni
Ik geloof in de ene God, die eeuwig is en wiens essentie liefde is. De “Ik Ben” die intern relationeel is en die zodoende de God-familie is. Het proces van Zijn naar Familie is door de bevruchting en ontvangenis binnen de “Ik Ben” die Zijn echtgenote kent die integraal met Zijn wezen is, de aanvulling van Zijn persoon. In die coïtus van perfecte liefde wordt de Zoon vanuit de eeuwigheid geboren. De Zoon is de exacte weergave van Zijn goddelijke natuur en in Hem is de volheid van God. God die Vader en Moeder wordt door het goddelijke DNA te kruisen wordt en is familie door de gemeenschap van de heilige geest. Het sperma van God, is Zijn Woord, de christus die voort gebracht was door de extase van goddelijke liefde. Zij Woord zoekt de eicel van God in de climax van Gods kennis van zichzelf om de Zoon voort te brengen die het perfecte beeld is van Zijn Vader. Net als Zijn Vader zoekt ook Hij vereniging met Zijn interne bruid. En zodoende is de familie van God oneindig vermenigvuldigd vanuit één zaad, de christus.
De Zoon is enkelvoudig en uniek, de christus van God en door Hem worden vele andere Zonen ontvangen die allen uit het ene zaad komen. Met als resultaat veel zonen die vastgelegd zijn door één Zoonschap. Vanuit de ene Zoon ontstaat een hele nieuwe familie en een nieuw lichaam. Christus is het hoofd van het lichaam maar in vereniging met het hoofd, is het lichaam met Hem ook de christus. Deze gezamenlijke christus sluit ook een bruid in en samen zijn ze het perfecte en complete beeld van de Vader-Moeder God. Zij die zijn verwekt door de vereniging van de Zoon met Zijn Bruid zijn eveneens Zonen van God met hun wortels in het oerzaad. Zo’n systeem moet je niet zien als iets dat zomaar onder de zon plaatsvindt maar als de eeuwige openbaring van God, onze familie. In de schepping bestaat God in de eonen en is Hij immanent in de hele schepping maar vooral in de mens. In de eonen wordt God dat wat Hij niet is omdat Hij eeuwig is. De essentie van Zijn die liefde is, wordt voor de schepping wat deze niet zelf kan. Dit is genade. In Zijn Zoon brengt Hij alle dingen terug in de oorspronkelijke staat die de Zoon had voordat de wereld begon. Het graan valt in de aarde en sterft. Een verheerlijkte volle familie kan niet zonder crisis. Deze crisis is de vervallen staat die onderhevig is aan de zonde en dood.
Door deze contrastwerking realiseert de familie van God zijn grootste potentieel zodat aan de machten en overheden de wijsheid van God wordt getoond. Deze wijsheid is nodig voor het bestuur van het koninkrijk van God dat op het hoogste niveau begint bij de Zonen van God. En tot het laagste niveau reikt van de engelen. Aan het hart van deze wijsheid liggen dood en opstanding zoals door Jezus zijn volbracht. Dat wat Zijn is moet ondergeschikt worden gemaakt aan wat onafhankelijkheid van het Zijn claimt. En dat wat onafhankelijkheid claimt zoekt de dood van Hem waar de familie afhankelijk van is. In deze strijd is de goddelijke liefde op Zijn best als deze de aanval opent op zij die zich los proberen te breken van Hem. Deze rebellie is in gang gezet door de wil van de schepper zelf die het licht uit het rebelse schepsel weg neemt. Het schepsel moet door hebben hoe vijandig het reageert op God en zichzelf als het op zichzelf is terug geworpen. Deze vervreemde zelf is de valse persoon in ons die we allemaal meedragen in ons. Door deze valse persoon te worden in deze boze eon komen we uiteindelijk te weten wie we wel zijn. Als de rebel op zichzelf is terug geworpen, bevestigt hij zijn onafhankelijkheid door rebellie in afwachting van hoe de Vader-Schepper zal reageren. Diep in het hart van de rebel is de roep “laat me niet in de steek, zelfs niet als ik rebelleer.” De rebel zoekt de crisis. De rebel zoekt voor eens en altijd of hij/zij onvoorwaardelijk op God kan rekenen. Na Golgotha moet onze hartstocht die van God kruisen tot we ons realiseren dat God ons inderdaad lief heeft. Dit is het beleid van Zijn Familie Koninkrijk. Liefde kan alleen volledig worden gekend door zijn antwoord op rebellie tegen die liefde. Liefde kan alleen gekend worden als hij zich onder geschikt maakt aan de beroemde vijandigheid van de kruisiging met onwankelbare genade. Christus houdt de heerlijkheid niet voor zichzelf. Als het zaad de Zoon wordt, geeft Hij Zijn glorie, de glorie van Zijn Vader aan al zijn broeders. De glorie is verborgen in hun schepping en in dezelfde schepping zal de glorie uiteindelijk volledig worden gerealiseerd.
Een transcendente, normatieve goddelijke geïnspireerde melding van dit beleid is aan ons gegeven in de Schrift waardoor we tot Christus zijn gekeerd als het levende woord van God dat Zijn Vader en onze Vader aan ons verklaart. De schrift leidt ons tot de openbaring van God zelf en paradoxaal genoeg verbergt zij God tot het einde voor ons. De schrift demonstreert ons dat we aan ons lot overgelaten, over onze eigen gevallen staat lezen. Zonder de schrift zijn we hopeloos het spoor bijster en een prooi voor de hemelse machten. Met de schrift zijn we eveneens misleid als voorbereiding op het Licht dat spoedig in de wereld komt en op ieder mens zal schijnen. De Bijbels is aan ons gegeven, vol met schaduwen van de waarheid om ons de ijdele kennis van Hem te openbaren. Wat is de laatste conclusie? De Bijbel werkt samen met al het andere door God om het goede te bereiken voor hen die Hem lief hebben en geroepen zijn voor Zijn doel. Christus is het hoofd van de ecclesia, en niet van een officiële kerk met dogma’s en hiërarchie. De ecclesia is een organisch verband van leden die samen zijn in 1 lichaam. Het geloof is hierbij geen doctrine maar een gift van de Vader aan Zijn lichaam. De vereniging van heiligen is geen sektarisch gebeuren om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen maar een effect van genade. God weigert welk mens dan ook te diskwalificeren voor Zijn liefde en corrigeert datgene in de mens dat diens Zoonschap in de weg staat. De druk van vergeving vloeit zo hard van Gods hart naar het onze zodat wij ons vanzelf onderschikken aan Hem. God is het eeuwige leven. Hij werd het eonische leven in Christus, waar Hij tijdelijk verblijft in de eonen tot de dood aan Hem is onderworpen. God de Vader handelde in de dood en opstanding van Jezus. In die handeling zette Hij in de eonische tijden uiteen wat eeuwig in Zijn hart is bezegeld.
Zoals Hij succesvol was in de opstanding van Zijn Zoon Jezus, zo zal Hij ook slagen in de 2de actie, namelijk alle mensen tot zich verzoenen. De heilige geest is de persoonlijke geest van de gemeenschap van de familie van God. Ik geloof in de opstanding van het sterfelijke lichaam omdat dat wat onsterfelijk is, geen opstanding nodig heeft. Ons lichaam draagt de last van sterfelijkheid. Existentieel gezien is het sterfelijk maar als uitdrukking van het Zijn zal het de vervallen staat overwinnen en de glorie van God brengen aan de voleinding van de eonen. Er is een natuurlijk lichaam en er is een vleselijk lichaam. Paradoxaal is het enkelvoudig gezaaid in oneer en zal het als lichaam worden opgewekt in heerlijkheid.
*
Uit God geboren
door Joni Mitchell
Hij was in de wereld en de wereld kwam door Hem tot stand, en de wereld kende Hem niet. [Kol. 1:15-17] – [Joh. 17:25] – Johannes 1:10
die niet uit bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van een man, maar uit God geboren* werden. [Jac. 1:18] – Johannes 1:13
In 1 vers 3 zegt Johannes dat het Woord de bron van leven was en het licht voor de mensheid in verzen 4 en 5. Om dit concept verder uit te breiden tot het Licht in verzen 8-12.
Laten we de passage 1:12-13 eens onder de loep nemen.
“Doch wie Hem aannemen*, aan hen geeft* Hij het recht kinderen van God te worden*, aan die in Zijn naam geloven, [1 Joh. 3:1] die niet uit bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van een man, maar uit God geboren* werden. [Jac. 1:18]”
Hier zien we 2 concepten die aan elkaar gerelateerd maar niet identiek zijn.
1. Gods kinderen worden.
2. Geboren worden; of geboren worden uit God.
Het woord geboren in vers 13 is in de aorische tijd, passief. Het is verleden tijd maar ook een weergave van een feit: ze werden geboren uit God. Waarom zegt Johannes dan in vers 12 dat deze zelfden het recht kregen om kinderen van God te worden?
Vers 13 gaat over dezelfden die Hem ontvingen. Ze waren immers geboren uit God. Het maakte niet uit van welke bloedlijn ze waren. Ook niet of ze besneden waren en zelfs niet of ze dit uit eigen wil hadden gedaan.
In Romeinen 9:25-26 citeert Paulus Hosea 2:23 en 1:10. Hier combineert hij de gedachten van Israël als Gods volk en het feit dat ze kinderen en zonen van God zijn. In Hosea gaat het over Israël als volk en niet over individuen. In Hosea 1:9 worden ze niet mijn VOLK genoemd. In vers 10 opeens Zonen van de levende God. In Hosea 11:1 staat: toen Israel nog kind was had ik het lief, en riep ik mijn Zoon uit Egypte. Mattheus ziet hierin ook een profetie over christus. Maar er is nog een getuige van Israël, als een gezamenlijk volk dat God’s zonen wordt genoemd, Zijn kinderen. In Rom. 9:4 zegt Paulus ons dat Zoonschap en de verbonden om Gods volk te worden aan Israël behoren. In Johannes 3:5-8 zien we dat geboren uit God, geboren uit geest wordt genoemd. In contrast met geboren zijn uit water of uit vlees. Water en vlees verwijzen respectievelijk naar de doop en besnijdenis.
Samenvattend slaat Johannes 1:12 op het echte Israël als kinderen van God. Zij zullen het zoonschap erven uit Romeinen 9:4. Zij zijn het ook in Romeinen 11 die uit God geboren zijn en geënt zijn op de Olijfboom en de autoriteit hebben om vruchten voort te brengen.
Maar wat zegt Johannes in zijn eerste brief?
“Iedereen die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit °God geboren geworden, en iedereen die Hem liefheeft Die geboren doet worden, heeft ook de uit Hem geborene lief.” [1 Petr. 1:22,23] – 1 Joh. 5:1.
“Wedergeboren zijnde, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God.” [Joh. 1:13] – [Hebr. 4:12] – [Dan. 6:26] – 1 Petrus 1:23
Geen van deze verzen zegt dat er ervoor kozen om geboren te worden. Zij die het Woord ontvangen zijn uit Hem geboren. – Johannes 1:12-13. Vanuit deze actie van God komt alles uit ons voort. Het leven dat in ons is geplant, zorgt vanzelf voor een antwoord zoals de eerste krijs van een baby. Zo zeggen wij ook “ja” tegen onze Vader.
*
Ararat en de opstanding van Christus
En in de zevende maand, op de zeventiende dag der maand, bleef de ark vastzitten op het gebergte van Ararat.
Genesis 8:4
Zondag j.l., is bovenstaand vers aan de orde geweest tijdens de studiedag over zegen & vloek. Graag wil daar in deze weblog nog eens extra aandacht aan geven. Nadat “de toenmalige wereld” was omgekomen in de vloed, kwam de ark na vele maanden weer vast te liggen in het gebergte. Dat was op de zeventiende dag van de zevende maand. Vele eeuwen later, toen het volk Israël uit Egypte trok tijdens deze zevende maand, werd van Godswege bepaald dat dit voortaan de eerste der maanden zou zijn (Exodus 12:2). Sinds die tijd hanteert Israël twee kalenders, die precies een half jaar van elkaar verschillen: een kalender met de oude en de nieuwe telling. Dit verklaart o.a. het merkwaardige fenomeen dat Israël tot op vandaag nieuwjaarsdag viert op de eerste van de zevende maand. Hoe dat ook zij, de ark kwam kwam vast te liggen in de maand die later Aviv (of Nisan) zou gaan heten. De maand van het Pesach dus. Maar let op: er wordt ook nog een datum bij vermeld. Het was de zeventiende dag. D.w.z. drie dagen na de veertiende, de dag dat het Pascha geslacht zou worden. En dat bepaalt ons bij de meest cruciale (what’s in a word!) datum in de hele wereldgeschiedenis: de opstanding van Jezus Christus! (*)
De zeventiende Aviv (of Nisan) was de dag dat de Ark van behoud, temidden van de doodswateren vaste grond vond. De doodswateren hadden weliswaar nog steeds de overhand, maar het tij was definitief gekeerd. De vloek die de aarde had getroffen was doorbroken. En dat is precies wat de naam Ararat ook betekent: de vloek is omgekeerd (arar is het Hebreeuwse woord voor vloek). Niet alleen de ark die oprijst uit de (doods-)wateren is een type van de opstanding van Christus. Ook de datum loopt volmaakt synchroon met de dag, dat duizenden jaren later, de vloek van de dood eens voor altijd werd omgekeerd! Zoals de hele toenmalige mensheid op Ararat vaste grond onder de voeten kreeg, zo is in de opstanding van Christus voor heel de mensheid nieuw leven gegarandeerd! Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. – 1 Korinthe 15:22
http://goedbericht.nl/blog2/?p=491
*
We zijn vliegtuigen op de startbaan
weleens een 747 op een startbaan gezien. Rijdt erg log vooruit en het is nog niet zolang geleden dat er een tractor voor reed. Oh ja, vliegtuigen kunnen razendsnel rijden om de lucht in te trekken. Maar het is duidelijk dat vliegtuigen niet op de snelweg horen daar ze veel te log en traag zijn en zich nauwelijks kunnen bewegen. Vliegtuigen zijn ook helemaal niet gemaakt om te rijden; afgezien van korte stukjes op de startbaan. Vliegtuigen zijn gemaakt om te vliegen. Zie je het al voor je: een Grand Prix met allemaal race auto’s en opeens komt daar een 747 aan. Wat wil dat ding? Ik zie hem al rond het circuit scheuren. Dat is geen gezicht. Maar let op als hij de lucht in gaat. Zo is het ook met het lichaam van christus. Wij voelen ons ongemakkelijk op aarde omdat we hier helemaal niet horen. We horen tussen de hemelse machten. Geestelijk zijn we daar al. De wereld begrijpt onze wartaal niet omdat we ongemakkelijk mee komen in het dagelijkse verkeer. Maar wacht maar op de transformatie. Dan zal de wereld eens wat zien! – door martin zender
*
Transformatie van ons lichaam
‘Ik vraag me af he, die verandering van 1 Corinthiërs 15, waar Paulus dat geheimenis mocht onthullen, is dat alleen voor de leden van Zijn lichaam weggelegd?’
Hoe verbazend het ook kan zijn; het antwoord is gewoon: ja, het is alleen voor het lichaam van Christus weggelegd, want alleen zij moeten gereedgemaakt worden voor hun hemelse bestemming. De heiligen van de besnijdenis op aarde, zullen die heerlijkheid niet ontvangen in de 1000 jaren of op de nieuwe aarde zolang de tweede dood (de poel van vuur) nog bestaat. ‘Wij zijn enorm begenadigd, dat ga ik me meer en meer realiseren.’ Om een verder verschil aan te geven: voor Israël komt Hij als de zoon van Adam (Mattheüs 24:27) en voor ons komt Hij als Heer, als Kurios. De titel ‘zoon des mensen’ (ben-ha-adam in Hebreeuws) laat zien dat Hij dan komt om met heel de mensheid te handelen, niet alleen met Israël. Hij komt dan naar de aarde, Hij blijft dan niet in de lucht om de heiligen tot zich te nemen.
‘Tsja, het blijft nodig om de Schriftgedeelten naast elkaar te leggen en te vergelijken, dan zie je opmerkelijke verschillen.’
In Mattheüs lees je over een bliksemflits, dat wijst op het gericht; voor ons komt Hij als redder, die wij verwachten (Fil.3:20,21)! Er wacht ons een alles overtreffende heerlijkheid! – [www.da-ath.nl]
*
Schop Jezus NIET terug in de kribbe
In deze tijd van het jaar doen we een plastic Jezus in een plastic kerststal. De Blokker heeft de kerk vervangen en doet plastic Jezussen in de aanbieding en voor de fetisjisten ook opblaasbare plastic Maria’s. Met plastic ezeltjes en plastic engeltjes. Bij de Welkoop hebben ze mooie lampjes en alle bij elkaar maken we er iets moois van en schoppen we Jezus die met zoveel moeite aan het kruis had gehangen en uit de dood was opgestaan weer terug in de kribbe waarin Hij eens per jaar een krijsen de plastic baby is. Jezus gorgelt en verslikt zich als een echte baby en kijkt suffig de wereld in. Het knappe glanzende gezicht van mammie Maria tuurt even vroom als altijd in de kribbe. Dat dit krijsende wezentje nog timmerman moet worden is 1 ding, maar dat Hij de hele wereld zal gaan redden, daar kan ze niet bij. De begerige blikken van Romeinse soldaten negeert ze. Ze is inmiddels een vrome vrouwe die de hele dag lispelend voor zich uit tuurt en zich van haar taak kwijt om het Kindeke Jezus op te voeden. Dat ze sexy op alle kerstkaarten staat afgebeeld is ook niet haar probleem. Haar korte rokje doet niets af aan het feit dat ze de moeder van het kindeke Jezus is en maagd was toen ze op een mysterieuze manier zwanger werd. Echt waar! Met dezelfde begerige blikken plakken we haar vrome kop nu elk jaar op onze kerstkaarten om te gedenken dat het kindeke Jezus 2000 jaar geleden in een kribbe werd geboren. Het verhaal van die herberg waar ze niet welkom was wordt tot vervelens toe herhaald en te pas en te onpas overal bij gehaald.
Het is goed om deze gebeurtenis te gedenken. Maar we moeten ook een keer volwassen worden in ons geloof. Hebreeën 6:1. Deze vers was voor de besnedenen bedoeld, 2000 jaar geleden maar is ook nog steeds op ons van toepassing. Het geboorteverhaal van Jezus in Lucas moeten we tot ons nemen, lezen, overdenken maar op een bepaalde manier ook weer achter ons laten. Loop weg van de kribbe en laat die krijsende baby achter je. De engel zei hetzelfde tegen moeder Maria toen ze de dag na de dood van Jezus op de sabbath Zijn lichaam wilde balsemen. Deze zei: waarom zoek je de doden onder de levenden? Deze uitspraak staak haaks op de kerstkribbe. De engel maakte haar duidelijk dat Jezus dood was geweest en er nu iets nieuws was gekomen. Weg met die kribbe. Jezus was nu weer levend en Zijn graf was zeker geen toeristenattractie geworden. Er is niks meer te zien in Bethlehem mensen! Er is geen graf meer, er is geen Jezus meer. Waar is Jezus dan nu wel? Aan de rechterhand bij zijn Vader, Efeziers 1:20-21. – door martin zender
*
Discussie alverzoening
Stellingen van Wim Hoogendijk, woordvoerder In Perspectief:
• Als je gelooft dat het afwijzen van Jezus een eindeloze kwelling in de hel oplevert, is het misdadig om kinderen op de wereld te zetten.
• Eindeloze pijniging in de hel als straf voor een foute beslissing in een tijdelijk leven waar je niet om hebt gevraagd, is volkomen buiten proporties.
• Oordeel is ten diepste een uiting van Gods liefde en loopt uit in ontferming
• Evangelisch universalisme is niets meer of minder dan: het ultieme Loofhuttenfeest.
http://boinnk.nl/blog/?p=10500
*
Galaten 6:12-14
Zovelen als zich goed willen voordoen* in het vlees, dezen dwingen jullie besneden te worden, alleen opdat zij niet vervolgd zouden worden vanwege het kruis van °Christus. [Gal. 5:11] Want die besneden zijn houden zelf niet eens de wet, maar zij willen dat jullie besneden zijn, opdat zij in jullie vlees zouden roemen*. – Galaten 6:12-13
Christendom is een religie van uiterlijke glans. Mensen bouwen kerstkribben in de achtertuin en hangen kruizen om hun nekken om de wereld te laten zien dat ze bij Jezus horen. Blijkbaar is hun gedrag niet zo christelijk. Paulus brengt deze mensen onder bij het evangelie van de besnijdenis. De Joodse rite van besnijdenis weerspiegelde deze uiterlijkheden om God gunstig te stemmen. Ze vonden het al erg genoeg dat de boodschap van God nu opeens naar de heidenen ging. Dan moesten die rotheidenen zich op zijn minst ook maar besnijden. Maar zelfs dit heilige huisje gooide Paulus ook om. Het was ook een kwestie van Trots. De joden wilden laten zien hoeveel van die zielige Grieken ze zo gek konden krijgen om zich te laten besnijden. Het woord God kwam hier al helemaal niet in voor. Besnijdenis diende er nu vooral toe om bij een kliek te horen. In het volgende vers dan Paulus niet voor niets: Maar moge het niet zo zijn* dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze °Heer, Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij werd gekruisigd, en ik voor de wereld. [1Kor. 1:31]- [Rom. 6:6]– Galaten 6:14. door martin zender
*
Zoonschap Pinokkiostijl
door John Gavazzoni
Voor zover ik het verhaal ken, heeft het verhaal enige overeenkomsten met Genesis. Gepetto maakte Pinokkio van hout waarna het wezen een heel proces doormaakte. Van een houten pop werd hij iets levends tot een echte levende knul. Ja, er zijn zowaar overeenkomsten met Genesis. Een kind van God worden heeft in de eerste plaats iets te maken met geboren worden. Dat God kinderen heeft is in de eerste plaats een innerlijke relationele ervaring die resulteerde in het feit dat wij voortkwamen uit God. Zo ontvingen we de ervaring van het uit God geboren zijn. Voordat u en ik onze geestelijke geboorte ervoeren, ervoer God het om ons geboren te laten worden. Onze geboorte-ervaring danken we aan de ervaring binnen het wezen van God zelf van voor de eonen.
God is echt onze vader en moeder. God kwam echt samen met zichzelf en in zichzelf om ons voort te brengen als reproducties van Zijn Goddelijke wezen. Door onze geboorte bereikte de goddelijke natuur zijn vaderlijke potentieel. Wij danken ons wezen aan de goddelijke natuur van God; maar tegelijk dankt God zijn voltooide ouderschap aan ons. Door ons geboren te laten worden. Kinderen hebben maakt de goddelijke natuur tot familie. Ons aardse wezen is volledig consistent met de geestelijke natuur van onze hemelse kindertijd. Mens worden was altijd in het hart van de goddelijke natuur. Er is een hemelse afdaling in de eonen met ergens hier middenin de omzetting en vertaling van onze hemelse geboorte in de eonen. Onze geboorte die van Boven komt, van Hem, van de eeuwigheid, is hemels van nature maar wordt ervaren en geleefd in de eonen en de aardse werkelijkheid. Van de substantie van onze pre-geboorte bij God zijn wij tot schepselen en mensen gemaakt. Op onze beurt zijn wij als schepselen bestemd om onze geboorte-origine te openbaren.
*
De wegrukking
Toen Johannes een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zag, zag hij in feite een vereniging van beiden.
http://www.da-ath.nl/?p=3091
Wat gaat er gebeuren als wij weggerukt zijn?’
Als wij inzoomen op Israël, dan lezen wij in Mattheüs 24:21 en Marcus 13:19 het volgende:
Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal. Want die dagen zullen zulk een verdrukking brengen als er niet geweest is van het begin der schepping, die God geschapen heeft, tot nu toe, en ook nooit meer wezen zal. De zonen van Jakob zullen lijden door de hand van de natiën. De natiën zijn de vervolgers, niet de vervolgden! De vraagstelling die zo vaak wordt opgeworpen, zet het schriftgedeelte dat over Israël gaat uit zijn verband en probeert dat met ons te verbinden. De vraag : ‘zal het lichaam van Christus door de grote verdrukking gaan?’ is in feite onjuist. Je zou een andere vraag kunnen stellen:
‘zullen wij door de tijd van Gods toorn over de natiën gaan?’
‘Zo blijkt maar weer hoe nauwkeurig je moet lezen voor een goed begrip, en dat je meer dingen moet meewegen.’
Precies. Het gaat om het karakter van die de verschillende tijdsperiodes in zich dragen. Nu leven wij in een welaangename tijd, een dag van redding. Nu leven wij in de tijd van verzoening, waarin het geheimenis van het evangelie volop bekendgemaakt moet worden. God weigert gekrenkt te reageren op wat de natiën allemaal doen.
‘Het is wel een bijzondere tijd van genade, waarin wij nu leven. We waarderen het soms maar zo weinig, vind je niet?’
Zeker! Laten we dagelijks beseffen dat de overstromende genade van God uitgaat naar ons mensen toe. Een strakblauwe, onbewolkte lucht!
*
Christendom versus evolutie
door Robert Anderson
Hij was politieman en jurist en had dagelijks met bewijslast te maken. In de avonduren schreef hij magnifieke bijbelstudies. Hij schrijft: Hoe kan de evolutie-aanhanger religie verklaren? En dan met name christendom en judaïsme? In onze moderne beschaving met alle technische hoogstandjes verkwanselen mensen de waarheid van het christendom nog steeds voor bijgeloof en heidendom, inclusief allerlei rituelen, beperkingen en voorschriften waar zelfs de oude joodse priesters van gevrijwaard waren. Ja, doop, avondmaal en meer van die tierelantijnen, tot en met palmpasen en kerstbomen horen er helemaal bij en zijn zelfs geïntegreerd in het officiële christendom. Deze feiten tonen aan dat evolutie onzin is en we nog steeds met de resten van de Zondeval in Eden opgescheept zitten.
* het woord zondeval is niet op zijn plaats maar voor het moment laat ik het maar zo.
*
Zwangere woorden tegen een zwijgende hemel
door robert Anderson
Waarom zwijgt de hemel vandaag de dag tegen alle ellende die onder haar ogen plaats vindt? Waarom zijn er geen wonderen als in de tijd van Jezus? Waarom worden zieken niet spontaan genezen en doden niet opgewekt? Een pasklaar antwoord is dat we in een zogenaamde bedeling (tijdsperk) leven waarin de hemel zich heeft terug getrokken en massale wonderen niet worden toegestaan. Bij het aanbreken van de komende eon die voor de deur staat zullen er weer grote wonderen zijn, groter dan in de tijd van Jezus. Het zwijgen van de hemel is geen machteloos zwijgen maar een Sabbaticaal zwijgen. Een zwijgen dat de weg openhoudt voor genade voor de grootste misdadiger en zondaar. Zou je dit zwijgen willen opheffen, prima, dan houdt de bedeling van genade ook op. Dit staat ook te gebeuren. Wonderen zullen straks weer op grote schaal plaatsvinden maar dan wel in de Dag van Wraak van het Lam als Israël straks over de wereld regeert en het lichaam van christus over het heelal. De grote wonderen uit de tijd van Jezus zijn getransformeerd in het lijden van Paulus, 2 Kor. 11:23-33:
Zijn zij dienaren van Christus? (Ik spreek dwaas zijnde). Ik ben boven hen in veel meer zwoegen, in veel meer gevangenissen, in overmatige slagen, in vele malen doden. [1 Kor. 15:10] – [1 Kor. 15:30-32] Van Joden kreeg* ik vijf maal de veertig min één slagen, [Deut. 25:3] drie maal ben ik met staven gegeseld*, eenmaal ben ik gestenigd*, drie maal heb ik schipbreuk geleden, een dag en een nacht heb ik in een moeras doorgebracht, [Hand. 16:22] op reizen vele malen in gevaren van rivieren, in gevaren van rovers, in gevaren door rasgenoten, in gevaren door heidenen, in gevaren in de stad, in gevaren in de verlatenheid, in gevaren op zee, in gevaren onder valse broeders, met zwoegen en werken, vaak in waken, in honger en dorst, in vele malen vasten, in koude en naaktheid, [2 Kor. 6:4,5] nog afgezien van wat daar °buiten is, dat wat mij dagelijks overkomt, de zorg voor al de ecclesias. Is iemand zwak? En zou ik niet zwak zijn? Iemand wordt verstrikt en ik zou niet in brand staan? [1Kor. 9:22] Als er geroemd moet worden, dan zal ik roemen van mijn °zwakheid. [2Kor. 12:5,9] De God en Vader van de Heer Jezus, de zijnde gezegend in de aionen, heeft waargenomen dat ik niet lieg. [1Tim. 2:7] In Damascus bewaakte de stadhouder van koning Aretas de stad van de Damaskenen om mij te arresteren*, en door een venster in de muur werd ik neergelaten* in een mand van wilgentakken, en ik ontsnapte aan zijn °handen. [Hand. 9:24,25]. Dit is een heel ander soort “wonder” dan wat jezus deed, zoals mensen genezen. Het grote wonder dat er nu plaats vindt, is dat de geest telkens geactiveerd wordt in zij die Zijn stem horen.
*
God als familiale relatie
door John Gavazzoni
Er is 2 x ALLES in Gods bestuur. God is zelf alles en daarnaast is er het alles dat God uit zichzelf schiep. Hij heeft zichzelf letterlijk vermeerderd door naast zichzelf nog een “alles” te scheppen. Het alles waarin wij ons bewegen; het alles van de eonen. Dit deed Hij om zelf Alles in dat nieuwe Alles te worden. Dat wij God nodig hebben is complementair met Zijn overvloed die hij uit zichzelf geschapen had. Deze hele voltreffer van een Alles dat Hij buiten Hem om geschapen had in de eonen, ontvouwt zich in Christus. De hele schepping heeft haar begin en eind in Hem en zal haar bestemming krijgen in Hem. Dit is belangrijk. Alles krijgt binnen Hem zijn bestemming; niet binnen één of ander vaag kosmisch ideaal, maar binnen Hem. Wij bestaan in Hem, net als de eonen. Opnieuw zie je hier het principe dat het gezamenlijk voortkomt uit het enkele. Wij zijn gezamenlijk in Hem, die de Ene is. Christus is de ene. In Hem leven we en niet in een abstract ideaal of in één of ander buitenaards wezen. Voordat de engel Zijn geboorte aankondigde, hoorden wij Zijn stem en waren we in Hem voor de grondlegging van de wereld. Christus is niet alleen de som van alle geestelijke dingen maar ook van de eonen. Wij hoorden Hem voor de grondlegging van de wereld, voordat Hijzelf in de eonen geboren was. De Godheid kreeg haar ware bestemming toen zij zowel tegelijk ouderlijk als kinderlijk werd. Zij kan zeggen: ik ben Vader, moeder, zoon, dochter. We zijn familie! Vanuit deze basis familie die God is, komt de hele familie van God voort. Wij allen zijn deze familie.
*
Dagelijkse irritaties
De wereld weet heel goed hoe ze de aandacht van christus af moet leiden. Nee, ik bedoel niet door porno. Wat ik wel bedoel is dat de vele instellingen en bedrijven ons dagelijks bezig houden met stapels formulieren en procedures. Etc. Etc. De vele dagelijkse kleine en iets grotere irritaties horen ook bij gods plan. Het zijn de kleine dingen die het doen. Desalniettemin zijn ze wel de oorzaak van veel onvrede onder mensen. Ik ben nu al 3 dagen in de weer met de nutsbedrijven die gas/electra/water leverden aan mijn moeder. Je zou zeggen, overzetten op mijn naam, zorgen dat er een eindafrekening komt en klaar is kees. Ammehoela. Ik heb een ochtend door gebracht op het kantoor van de energieleverancier en kwam er gefrustreerd vandaan. In September had ik de meterstanden door gegeven maar de netwerkbeheerder had ze pas 1,5 maand later door gegeven aan het nutsbedrijf. Ik heb het gevoel dat ik dubbel betaal. Misschien hebben ze gelijk met hun cijfers en gegevens maar het is allemaal vreselijk ondoorzichtig. Kom ik thuis ligt er weer een kaart om de meterstanden in te vullen. Ja, wat nu? Dat had ik toch al gedaan? Ik word er helemaal niet goed van. Het ergste: ik krijg geen grip op de zaak. Mijns inziens betaal ik dubbel maar ik zal wel te dom zijn om hun systeem te doorzien. Ik elk geval ben ik al dagen met hen in de weer. Wie denken ze wel niet die ze zijn?
*
vraag: hallo,
ik heb een vraag: paulus noemt wat vruchten van de geest zoals geduld en lankmoedigheid etc. Hier zit ik nog ver vanaf. Ik belde net de energiemaatschappij, electrabel toen kreeg ik een voicemail en dat ging maar door. Ik ben toen helemaal uit mijn dak gegaan. Wordt het niet eens tijd dat de heilige geest hier iets aan doet?
antwoord: Ha,
Dank God voor de irritante energiemaatschappij, omdat het een mooie gelegenheid is om de vrucht van geduld te beleven. Zou je altijd op je wenken bediend worden, dan zou je nooit de kostbaarheid van geduld leren waarderen. De Geest is werkzaam waar wij leven uit genade, d.w.z. God in alles danken. Ook voor de vreselijke medewerkers van de Electrabel. Wedden dat wanneer je dat doet, je zelfs plezier krijgt in zulke lui;-) Dat is dan ook nog eens liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, goedheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Toe maar.
*
Ontsnapping uit christendom
Er is een groot verschil tussen het christendom als religie en geloven in christus volgens de genade boodschap van Paulus. Religie bindt en verblindt mensen, genade maakt hen vrij. Religie neemt mensen in beslag met activiteiten, vergaderingen, organiseren, kerkdiensten, agenda’s, jaarafsluitingen, projecten, bijeenkomsten etc. Religie leert mensen OVER God, geloof leert mensen God zelf kennen. Voor religieuze christenen geldt inderdaad dat als ze elders op de wereld waren geboren, ze dan Hindoe of Moslim waren geweest. God heeft een kleine groep gelovigen geroepen, uit de massa om dienst te doen in de hemel. Deze hemel is niet één of andere mythische locatie maar de Ouranios, een hemel ver boven het heelal waar de sterren zijn.
*
De val van Adam en Eva
Peter Lord zegt in zijn boek: Turkeys and Eagles: Ons grootste gevaar is om in dezelfde val te trappen als Adam en Eva. Hun verleiding was om te worden wat ze al waren. Satan zei: “als je van de vrucht eet, zul je als God worden.” Maar ze WAREN al als God. Ze waren naar Zijn beeld en gelijkenis gemaakt. Het beeld was Christus. Als satan hetzelfde bij ons doet en erin slaagt om ons blind te houden voor wie we werkelijk zijn, namelijk een nieuwe schepping in christus, dan kan hij ons ertoe aanzetten om te handelen op basis van te willen zijn wie we niet zijn. De gelovige hoeft niets te doen om een nieuwe schepping te worden. Hij is al een nieuwe schepping. Ga niet naar de kerk maar WEES de kerk.
*
De echte kerk (1)
Paulus schreef brieven aan de gemeente van Korinthe. Was dit een kerk? Nee. In Efeze 4:4 staat dat christus 1 lichaam heeft. Dit lichaam bestaat uit de gelovigen van nu en de doden vanaf Paulus. Terwijl zij rusten in hun graven nemen wij de fakkel van hen over. Niettemin zijn wij hetzelfde lichaam. In Efeze 1:22-23 staat dat dit lichaam van christus met hemzelf aan het hoofd de kerk is, een ongelukkig woord voor ecclesia. Het lichaam van christus is de kerk, ofwel ecclesia. De gemeente van Korinthe was niet een kerk te Korinthe. Zij was net als wij een deel van het lichaam van christus te Korinthe. Ze waren de kerk van god, dezelfde kerk als wij, te Korinthe. Paulus schreef dus niet aan een kerk in Korinthe maar aan het lichaam van christus dat op dat moment te Korinthe was. De kerk was op een bepaalde plaats zoals overal ter wereld leden zijn van het lichaam, soms zelfs alleen losse individuen. Maar er was niet zoiets als EEN kerk van Korinthe. De kerk te Korinthe was niet een kerkgebouw waar me op zondagochtend liederen zong. Nee, het was een kliek van leden van het lichaam van christus die zich op dat moment in Korinthe bevond. Stel je gaat met wat gelovigen naar het bos om een boswandeling te maken, dan is de kerk op dat moment daar, in het bos. Gelovigen zijn zelf de kerk, met 1 lichaam en 1 doop in de geest, Efeze 4:3-6. Naar EEN kerk gaan om te bidden is dus het lichaam van christus ontkennen. Je dan ook nog in water later dopen is een dubbele ontkenning.
*
Moet je overwinnen om gered te worden?
Openbaring 2:11 – “Wie een oor heeft, laat hem horen* wat de geest zegt tot de ecclesias: Wie overwint zal niet beschadigd* worden door de tweede °dood.”
Het woord overwinnen in deze passage is een eigen leven gaan leiden. Veel christenen gebruiken dit woord voor hun zaak. Denk ook aan het lied “we shall overcome.” Volgens deze gelovigen zullen alleen overwinnaars de 2de dood overleven en van de boom van leven eten, Openbaring 2:7. Wat deze gelovigen niet snappen is dit: Openbaring is weliswaar het laatste boek in de bijbel maar niet het laatste woord van God. Dit is aan Paulus geopenbaard.
Laten we hiervoor naar Efeze 2:8-9 kijken:
“Want door de genade zijn jullie geredden, door geloof en dat niet uit jullie zelf; het is het naderingsgeschenk van God, [Joh. 4:10] niet uit werken, opdat niemand zou roemen*. [2 Tim. 1:9] – [1 Kor. 1:29]
Redding door genade alleen is voor veel gelovigen een gruwel. Voor de joden omdat ze zich niet meer kunnen beroemen op hun afkomst van Abraham. En voor religieuze christenen ook omdat ze zo graag eigen werken toevoegen aan de genade. Het is nu eenmaal leuker om een beker of medaille in de vitrine te hebben waarop met dikke letters staat: “gered door goede inzet voor God”, dan “gered door iets vaags dat genade heet, weet ik veel.”
Als overwinnaars-christenen opscheppen over hoeveel goede daden ze hebben verricht, laat je ze even uitrazen en vuur je tenslotte Efeze 2:8-9 op hen af. Het doet denken aan Christus die met een adembries alle vijanden verjaagt. – door martin zender
*
Geroepen versus gekozen
Evangelie van Besnijdenis
“Want velen zijn geroepenen, doch weinigen uitverkorenen.” – Mattheus 22:14
Het evangelie van de besnijdenis is een “als-dan” evangelie. Als je dit doet, DAN doe IK (god) dat. Zie ook Openbaring 3:20 waarin staat dat als je christus uitnodigt, Hij zal binnen komen. Jij neemt het initiatief, dan pas, gaat Hij op je uitnodiging in. In absolute zin heeft God natuurlijk de touwtjes in handen.
Evangelie van onbesnedenen
“en die Hij tevoren bestemt*, dezen roept* Hij ook, en die Hij roept* dezen ook rechtvaardigt* Hij, en die Hij rechtvaardigt*, dezen verheerlijkt* Hij ook!” – Romeinen 8:30
In Romeinen 11 staat dat Israël tijdelijk terzijde is gesteld. In de tussentijd lanceert God een boodschap van genade. Daarom is de boodschap van Paulus zo radicaal. Hij zegt dat de redding al geschied is. De “als-dan” positie is verleden tijd. Het is niet meer: “geloof en je wordt behouden” maar “je BENT al behouden, geloof dit.” – door martin zender
*
Galaten = Ga Laten!
Misschien een tip voor activisten om eens wat minder activistisch te zijn. Niet doen maar zijn. Mensen zijn geen human doings maar human beings. De brief van Paulus aan de Galaten: ”ga niet doen, maar ga laten!” Deze is inmiddels aanleiding geweest tot zeer veel discussie. Gerechtigheid door geloof. Maar, wanneer? En hoe? Een studie over deze brief kunt u hier downloaden in PDF.
http://www.da-ath.nl/wp-content/uploads/GALATENWaarom.pdf
*
Verschil tussen Paulus en het evangelie van de besnijdenis
Maar integendeel: waarnemende* dat mij het evangelie van de onbesnijdenis was toevertrouwd, net zoals Petrus van de besnijdenis, [Hand. 9:15] – [Hand. 22:21]
God gaf aan Abraham een belangrijke boodschap mee betreffende diens nageslacht dat ooit de aarde met god zou verzoenen. Petrus werd later de zaakbehartiger van deze aardse verzoening. Duizenden jaren later zou God een nieuwe boodschap verkondigen voor de heidenen. De boodschapper hier was Paulus. Handelingen 10:30-32 spreekt van de redding door Israël. Petrus behoorde tot het priestervolk Israël. Priesters bemiddelen tussen volk en God. Op aarde zal Israël altijd het kanaal blijven tot God. Straks als Jezus terugkomt is er een aards koninkrijk. De heiden zal schreeuwen om gered te worden. Hij zal een jood bij de kladden grijpen in de hoop gered te worden. Zecharia 8:23.
*
Redding ondanks Israël
Romeinen 11:15, Handelingen 13:6-12. Hier is de situatie andersom.
“Nu het hele eiland doortrekkend* tot Pafos, vonden* zij een zeker man, een magiër, een valse profeet, een Jood, wiens naam was Bar-Jezus 1), die samen was met de proconsul 2) Sergus Paulus, een intelligent man. Deze riep* Barnabas en Saulus bij zich, zoekend* het woord van °God te horen*. Elymas (want zo is zijn °naam na vertaling) nu, de magiër, weerstond hen, pogend de proconsul van het geloof te weerhouden*.
Saulus nu, die ook Paulus genoemd wordt, gevuld* zijnde met heilige geest, starend* naar hem, zei*: “O, vol van alle bedrog en van iedere schurkenstreek, zoon van de Lasteraar, vijand van alle rechtvaardigheid, zul jij niet ophouden met het verdraaien van de rechte wegen van de Heer? [Spreu. 10:9] En nu, zie*, de hand van de Heer is op jou en jij zal blind zijn, niet de zon zien tot de bepaalde tijd.”
Onmiddellijk valt* mist en duisternis op hem en rond gaande zocht hij iemand om hem bij de hand te leiden. [Hand. 9:8] De proconsul dan, het gebeurde* waarnemend*, gelooft*, verwonderd zijnde over de leer van de Heer.”
Kortom: de heiden zoekt redding en de jood heeft het nakijken. Het volk Israël heeft de wet zo lief die genade juist in de weg staat. De heidense consul Sergius Paulus is gered ondanks de joden. Romeinen 11:15 – Want indien hun °verwerping verzoening van de wereld is, wat zal de terugneming zijn? Is het niet leven uit de doden? [Eze. 37:1-6]. Dit is wel erg merkwaardig. Paulus noemt het verwerpen van Israël tegelijk de hoop voor de hele wereld. Een erg sinistere verklaring. God houdt de genade nog even achter de hand tot de wet volledig van het toneel is verdwenen. Vlees en de wet zijn de 2 dingen die genade in de weg staan. Als iemand de wet moet volbrengen, waar is de genade dan? God zal zijn karwei met Israël afmaken maar pas als het laatste lid van het lichaam van christus is geroepen. – door martin zender
*
Zonder werken is geloof dood, jacob 2:20
Veel theologen proberen Paulus en Jacob met elkaar te verenigen. Door te zeggen dat geloof wel degelijk werken vereist. Zo keek ik ooit in de dierentuin naar een domme aap die een ronde paal in een vierkant gat probeerde te proppen. Erg hilarisch. Vroeger tijdens het evangelie van de besnijdenis was geloof zonder werken niet genoeg. Maar in Romeinen 4:5 wordt het omgedraaid. Hier is geloof MET werken juist fataal. In het evangelie van de onbesnedenen gaat het juist om geloof alleen. Dit is omdat ons geloof een gift is van God, Romeinen 12:3. We geloven nu in Jezus en vertrouwen niet langer op het vlees, Fil. 3:3. Onder de besnijdenis geloofde men deels in God maar ook deels in zichzelf en had men vertrouwen in het vlees. De redding van de besnijdenis is een gedeelde redding, een redding die medewerking vereist voor God. Voor ons geldt dat alleen geloof genoeg is. Ja, werken hieraan toevoegen is zelfs fataal. – door martin zender
*
We zijn geen bruid maar bruidegom
Wie de bruid heeft is bruidegom. Doch de vriend van de bruidegom, die staat en Hem hoort, verheugt zich met blijdschap vanwege de stem van de bruidegom. Dit, dan, mijn blijdschap, is vervuld geworden. [Matt. 9:15]– Joh. 3:29
Christus is de bruidegom. Veel gelovigen denken dat wij de bruid van christus zijn. Dit is niet zo; Israël is de bruid. Wij zijn het lichaam van christus. Het dichtstbij christus zou inderdaad de bruid zijn. Maar iets dat nog dichterbij de bruid staat is Zijn eigen lichaam. Wij als gelovigen zijn niet met Hem getrouwd maar deel van Hem. We kunnen niet tegelijk bruid en bruidegom zijn. Onze relatie met christus is veel intiemer dat Zijn relatie met Israël. Israël staat op de tenen van de bruidegom te dansen. Maar wij ZIJN Hem. – door martin zender
*
Isaak uit de dood opgewekt
http://www.da-ath.nl/?p=3389
Isaak, zoon van Abraham en Sarah was een type van Jezus zoals velen in het oude testament typen van Jezus waren. Ik noem Jozef, Mozes, Jozua en ga zo maar door. Het verhaal van Isaak is redelijk bekend. Sarah was te oud om kinderen te krijgen en toch kreeg ze op late leeftijd Isaak. Precies zoals de Here hen had beloofd. Isaak’s geboorte was al een mysterie en kon zich meten met de latere geboorte van de messias. Daarna kwam het latere offer van Isaak door zijn Vader. Er is veel over gespeculeerd waarom God om zo’n rare daad vroeg. Had Abraham eindelijk een zoon die God overifgens zelf beloofd had, moest Abraham hem ook weer offeren. Mogelijk wilde God hem nog een keer confronteren met het feit dat de geboorte van Isaak niet zomaar iets was zoals overigens elke geboorte van een kind niet zomaar iets is. In Hebreeën 11:17-19 staat nog iets: namelijk dat Abraham zijn zoon Isaak na het offer “als het ware” uit de dood terug kreeg. Niet letterlijk, doch wel een beetje letterlijk. Ook in deze zin was Isaak een type van Christus.
*
Grieks of Hebreeeuws denken?
Veel gelovigen willen terugkeren naar Hebreeuws denken en nemen dan afstand van het Griekse denken dat in hun ogen sowieso al besmet is met allerlei heidense filosofieën. Stiekem wijzen ze hiermee Paulus af die een afwijkende leer verkondigde van genade en onze eigen werken buiten schot laat. 2000 jaar geleden werd deze afkeer ook al gevoeld. Dat Paulus een afwijkende leer verkondigde in het Grieks was voor de joden destijds het ergste wat hen kon overkomen. – http://goedbericht.nl/blog2/?p=498
*
Brein verraadt schepper
http://www.icr.org/article/5877/
Ons brein zit zo vernuftig in elkaar dat het de nalatenschap van een ontwerper verraadt. Eén brein heeft meer synapsen dan het aantal schakels dat alle computers op aarde bij elkaar hebben. Het is een heelal in een mensenschedel. Wie dat voor elkaar krijgt is knap.
*
Profetie versus mysterie
Aha ik begin het te begrijpen. Je hebt dus 2 boodschappen, de koninkrijksboodschap van de 12 apostelen met Petrus EN de genadeboodschap van Paulus. De koninkrijksboodschap had te maken met de vele profetieën in het Oude Testament. De genadeboodschap betrof de onthulling van enkele mysteries die tot dan toe onbekend waren. Bij de koninkrijksboodschap moest je je bekeren en je laten dopen om je zonden wit te wassen. Bij de genadeboodschap van Paulus werd voor het eerst over de kruisdood van Jezus gerept. Petrus had dit ook al gedaan maar niet als een boodschap van genade. Paulus was de eerste die zei dat je moest vertrouwen op de kruisdood, namelijk dat jezus voor je zonden was gestorven en weer was opgewekt uit de dood. Geloof je dit, dan ben je gered. Dit zijn 2 hele verschillende boodschappen die in de huidige kerk door elkaar worden gehaald. Je moet geloven dat Jezus voor je zonden is gestorven maar je moet je ook laten dopen en je bekeren. Dit laatste is echt de oude boodschap die voor ons niet geldt. Wij hoeven alleen te geloven dat christus voor onze zonden is gestorven en weer opgewekt is en de dood heeft overwonnen.
*
Petrus als rots van de ecclesia
door Joël Finck
Christus zei: ik ga deze kerk op Petrus bouwen. Welke kerk? Niet wij. Wij zijn het lichaam van christus en niet de ecclesia die hier wordt bedoeld. Welke kerk dan wel? Christus doelt hier op de ecclesia in het komende 1000 jarige koninkrijk. Zie Mattheus 16:18: “Ik nu zeg tot jou dat jij Petrus bent en op deze °rots zal Ik Mijn °ecclesia bouwen en de poorten van het ongeziene zullen haar niet overheersen.” [Joh. 1:43] – [Efe. 2:20] – [Job 38:17]
De traditionele gedachte is dat satan en zijn duistere machten hier geen kans tegen maken. Maar dit staat er helemaal niet. Het woord “ongeziene” is te vaak foutief vertaald met hel. Het ongeziene is de hades/sheol ofwel het dodenrijk. In Jesaja 38:9-10 staat ook iets dat hier op lijkt. “Ik zal naar de poorten van het graf afdalen…” Als je naar dit graf kunt afdalen is er ook een weg terug. Dit is waar Jezus op doelt. Het dodenrijk zal niet heersen over het aanstaande koninkrijk. Dat is wat Jezus bedoelt. In het koninkrijk zullen niet alleen de overlevenden van de grote verdrukking gaan, te weten de 144.000. Maar de poorten van het dodenrijk zullen letterlijk open gaan en de gestorven heiligen zullen uit hun graven komen en deelnemen aan dit koninkrijk. De poorten van de hades zullen hen niet tegenhouden om het koninkrijk binnen te gaan.
*
De sleutels van het koninkrijk, Mat. 16:19
Welk koninkrijk? Dit is het komende 1000 jarige koninkrijk van de komende 4de eon. In Mattheus 19:27 zie je dat Petrus een grote vinger in de pap heeft gedurende het 1000 jarige koninkrijk. Net als de andere apostelen. Zijn staan allen op uit de dood en zullen hun taak voortzetten. Dit op zich is al spectaculair genoeg. De personages uit het oude en nieuwe testament zijn duizenden jaren dood geweest en zullen wakker worden in onze moderne wereld. En dan ook nog eens over de wereld gaan regeren. Dit keer hebben ze alle moderne technieken tot hun beschikking. Gewend als ze zijn aan de primitieve omstandigheden van het Romeinse Rijk, komen ze zomaar in ons IT-computertijdperk terecht met demonstraties tegen kernwapens en supermarkten. Het koninkrijk der hemelen is een aards koninkrijk dat met christus uit de hemel afkomstig is en hemelse trekken heeft. Maar het zal op aarde de scepter zwaaien onder leiding van Israël. Wat zijn de sleutels van dit koninkrijk? En wat zal op aarde gebonden zijn en wat niet, daar waar 2 mensen in Zijn naam samen zijn? Wat wordt hiermee bedoeld? In Mat. 18:15 heeft men het over de ekklesia ofwel kerk. Maar welke kerk is dit? In elk geval niet onze kerk die we op zondag bezoeken. En het is ook niet het lichaam van christus dat dan inmiddels in het heelal is verdwenen. Nee, het is de ekklesia die bij het komende koninkrijk hoort onder leiding van Israël. In dit toekomende koninkrijk dat overigens voor de deur staat zullen mensen weer onder de wet vallen. De oude wetten van Mozes zullen weer gelden maar op een andere manier worden uitgevoerd. Als iemand een overtreding begaat, zullen 2 of 3 mensen over deze persoon oordelen. Dat wordt ermee bedoeld. Zie hiervoor Mattheus 18:17-19:
“Indien hij nu hen ongehoorzaam zou zijn*, zeg* het tot de ecclesia. Indien hij nu ook de ecclesia ongehoorzaam zou zijn*, laat hem voor jullie zijn als de natiën en de tollenaar. Amen, Ik zeg tot jullie, al wat jullie zullen binden op de Aarde, zal gebonden zijn in de hemel en al wat jullie losmaken op de Aarde, zal losgemaakt zijn in de hemel. [Joh. 20:23] “Nogmaals. Amen, Ik zeg tot jullie, indien twee van jullie overeen zullen stemmen* op de Aarde over iedere zaak, wat zij ook zouden verlangen*, het zal hen gebeuren van Mijn °Vader, Die in de hemelen is.”
Deze vers is zo vaak verkeerd gebruikt. Men dacht: als 2 of 3 mensen voor iets bidden, zal God het wel voor je doen. Maar het gaat helemaal niet over nu. Het gaat over overtredingen in de komende eon. Dit alles heeft te maken met de sleutels van het koninkrijk. Laten we eens naar Johannes 20:19-23 kijken:
“Het was dan de avond van die °dag, de een van de de sabbatten en de deuren waren gesloten waar de discipelen waren, uit vrees voor de Joden. °Jezus kwam* en stond* in hun midden en zegt tot hen: “Vrede met jullie!” [Hand. 20:7] – [Joh. 7:13] En dit zeggend*, toont* Hij hen de handen en de zijde. De discipelen dan waren verheugd*, de Heer waarnemend*. [Joh. 19:34] – [Joh. 16:20,22] Jezus dan zei* opnieuw tot hen: “Vrede met jullie! Zoals de Vader Mij heeft gezonden, zend Ik ook jullie.” [Joh. 17:18] En dit zeggend*, ademt Hij uit en zegt tot hen: “Ontvangt* heilige geest! [Gen. 2:7] Indien jullie iemand de zonden zouden vergeven*, zijn ze hen vergeven geworden. Indien jullie iemand zullen winnen, zijn zij gewonnen geworden.” [Matt. 16:19]
Hoeveel autoriteit was aan Petrus en de zijnen gegeven? In elk geval om over het vergeven van zonden te oordelen. Ook dit werd vaak verkeerd begrepen. Dominee’s en pastoors in de kerken meenden dat ze op grond hiervan ook het recht hadden om iemand’s zonden te vergeven.
*
Gered door geloof alleen
Wat zegt Jezus? Hoe wordt je behouden? In Mattheus 19:16 staat die vraag. Jezus antwoordt: waarom vraag je mij over het goede? Er is er één die goed is. Dit is God, de Vader. Maar als je een antwoord wilt: hou je aan de geboden. Dit was een vereiste onder het oude verbond. Ons nieuwe verbond heeft met genade te maken. In Handelingen 2:37-38 hoor je een soort gelijke vraag:
“Nu horende werden zij in het hart gestoken* met berouw. Zij zeiden* én tot Petrus én tot de overige apostelen: Wat zouden wij moeten doen*, mannen, broeders? [Luc. 3:10,12,14] En Petrus verklaarde tegen hen: Bekeer* je en laat je dopen*, ieder van jullie, in de naam van Jezus Christus, tot vergeving van jullie °zonden en jullie zullen ontvangen het geschenk van de heilige geest, [Hand. 3:19].”
Dit keer was aan Petrus gevraagd wat men moest doen om behouden te worden. Die had hen net gezegd dat de Israëlieten in problemen kwamen vanwege de kruisiging van christus. Dit hadden ze niet moeten doen. Petrus zei: bekeer je en laat je dopen. Dit is nog steeds profetie en binnen het jaar waarin God het koninkrijk aan Israël aanbiedt. Dit heeft niets met het mysterie te maken dat met de bediening van Paulus wordt afgekondigd. In Handelingen 16:30-31 lezen we heel andere taal.
“Dezen nu, zij zeiden: “Geloof in de Heer, Jezus, en jij zal gered worden. Jij en jouw huis. En zij spreken* tot hem de woorden van de Heer, samen met al degenen in zijn °huis.”
Hier wordt niet gerept over geboden of doop. Het gaat alleen om puur geloof. Namelijk dat Jezus gestorven was voor uw zonden, begraven was en weer was opgewekt. Dat is de boodschap. En dit is de grootste ommezwaai die we in de bijbel vinden. Onder het oude verbond tijdens de profetie werd er nog gerept over de geboden, over de noodzaak om je te laten dopen. Maar nu niet meer.
*
Eonen en tabernakel
Om met de mens te handelen schiep God de tijd middels een systeem van 5 eonen. In deze eonen manifesteerde christus zich om de mens met Hem te verzoenen. God heeft dus een stukje God buiten zichzelf geschapen. Wees gerust er zit geen prijsvraag aan deze bijbelstudie vast. De tabernakel is een spiegel van de hemel. Dit systeem is bovendien vervat in de 5 eonische tijden. Voor de eonen begonnen was er geen tijd. Na de 5de eon zal de tijd ook verdwenen zijn alsook de 2de dood. Is er een relatie tussen dood en tijd? Wij zullen er dan nog wel zijn: 1 Korinthiërs 15:28.
1. Buiten de legerplaats: De eerste wereldaioon. – voor Adam
2. De Legerplaats: De tweede wereldaioon. – Adam tot Noach
3. De Voorhof: De derde wereldaioon. – Noach tot heden
4. Het Heilige: De vierde wereldaioon. – christus met 1000 jarige rijk
5. Het Heilige der heiligen: De vijfde wereldaioon. – na 1000 jaar: nieuwe hemel en aarde
1. De Tempel: Het Allerheiligste
2. Jeruzalem: Het Heilige.
3. Land Israël: De Voorhof.
4. De “wereld”: De Legerplaats
5. Einden der aarde: Buiten de Legerplaats
http://www.chananja.nl/goget.php?dl=232
I. In de eerste aioon, corresponderend met wat buiten de legerplaats lag, is er geen mensheid. Buiten de legerplaats werden de dieren verbrand, welker bloed in het heilige der heiligen gedragen werd, Heb. 13. Van die aioon is ons zeer weinig bekend. Ez. 28 laat er ons iets van zien. De wetenschap weet er veel van te verhalen (voorwereldlijke planten en dieren), Gods Woord daarentegen zwijgt er bijna geheel over. Toch is het feit, dat Christus buiten de legerplaats geleden heeft van de allergrootste betekenis ook voor die wereld. Ook voor de zonde van die aioon is Hij aan het kruis gestorven, ook daarvoor heeft Hij het offer gebracht.
II. De tweede ruimte, de legerplaats, typeert de tweede aioon, van Adam tot Noach lopend. Hierin begint God de wereld van de mensheid te vormen, een legerplaats, een geordend geheel te bereiden. In die legerplaats is geen middel tot reiniging.
III. De derde ruimte geeft de Voorhof te zien. Van Noach tot heden. Dit is Israël, dat als natie afgezonderd wordt en zich omgeven ziet door de wet, waardoor er een scheidsmuur opgetrokken werd tussen de wereld van de volken, die de legerplaats vormden en het Grote Volk. In de Voorhof wordt het brandofferaltaar geplaatst. Zo treedt in Israël Christus op, Wiens gehele leven een brand-, spijs- en dankoffer was en Die tevens tot zond- en schuldoffer werd. Het wasvat in de Voorhof typeert de reiniging door het Woord. Zo werden aan Israël de woorden Gods toevertrouwd om hen te reinigen van de Heidenwereld en hen tot God te doen naderen.
IV. De vierde aioon wordt getypeerd door het Heilige. Vanaf de terugkeer van christus en het 1000 jarige rijk. In het Heilige stond de tafel der toonbroden, de kandelaar en het gouden reukoffer altaar. Gods heerlijkheid wordt niet zo geopenbaard in de Voorhof. Daarvoor moet men verder gaan. Eerst in het Heilige wordt meer gegeven. Zo zal eerst in de vierde aioon God Zich op drieërlei wijze nader openbaren, n. l. in brood en wijn, in licht, in reukwerk.
V. De vijfde aioon wordt getypeerd door het Heilige der heiligen. Die heeft nog meerder heerlijkheid. Zo de vijfde aioon meer dan de vierde. Na de 1000 jaar zullen er een nieuwe hemel en aarde zijn.
*
Paulus de alverzoener 4
door Thomas Talbott
Barmhartig versus genade
Veel gelovigen menen dat God niet alleen barmhartig is maar ook rechtvaardig. Men denkt bovendien dat deze elkaar uitsluiten als het gaat om een universele redding. God zou alleen barmhartig zijn als je voor Hem kiest. Maar waar zegt de bijbel dat gerechtigheid iets vereist dat Barmhartigheid niet vereist. Is voor barmhartigheid minder nodig dan voor gerechtigheid? Is barmhartigheid zomaar iets dat erbij aan hangt? Of andersom, staat barmhartigheid dingen toe die bij gerechtigheid niet kunnen? Waar zegt de Bijbel dat barmhartigheid en gerechtigheid verschillende attributen zijn van God? Het gaat hier meer om menselijke ideeën over de bijbel dan over de bijbel zelf. Wij DENKEN dat genade en gerechtigheid 2 verschillende dingen van God zijn. Maar is dit wel zo? We DENKEN dat God de ene persoon vergeeft en de andere oordeelt. Maar is dit wel zo? We maken van God een schizofreen die de ene kant op genadevol is en de andere kant op keihard oordeelt. Paulus rekent af met deze manier van denken. Hij zegt dat God’s oordeel over de zonde of zelfs het verharden van de harten van ongelovigen een groter doet dienen, namelijk genade. In Romeinen 11:7 staat: Wat dan? Wat Israel najaagt, dit heeft het niet verkregen*, maar de keuze heeft het verkregen*, de rest werd verhard*, [Rom. 9:31].
Daarna vraagt Paulus: Ik zeg dan: zij struikelen* toch niet zo dat zij zouden vallen*? Moge dat er niet van komen*! Maar door hun °overtreding is de redding tot de heidenen gekomen, om hen tot °jaloezie op te wekken*. [Deut. 32:21] – [Hand. 13:46].
En in de volgende vers heeft Paulus het al over de volheid die allen ten dele vallen: Maar als hun overtreding de rijkdom voor de wereld is, en hun vermindering de rijkdom voor de natiën, hoeveel te meer hun °volheid! “Zij” in Romeinen 11:11 slaat op de ongelovigen van wie God hun harten had verhard. “Zij” verwijst hier naar dezelfde groep als in verzen 7 en 12. “Zij” slaat ook niet op de natie Israël aangezien Paulus net 2 groepen had onderscheiden: de gelovigen en de rest wier harten waren verhard. In Romeinen 11:32 staat nog een voorbeeld: Want °God heeft °allen onder koppigheid besloten*, opdat Hij °allen mededogen zou betuigen*. [Gal. 3:22]. Als het eerste “alle” op alle mensen slaat, dan het tweede “alle” ook. Als eerst alle mensen ongehoorzaam waren, dan vallen ook alle mensen onder de genade. Het parallellisme is hier nog belangrijker dan de reikwijdte van “alle.”
Degenen die door God zijn “opgesloten” en verhard in ongeloof zijn dezelfden als die onder zijn genade vallen. Het eerste is slechts de eerste uitdrukking van de laatste “alle” die weer het doel is van de eerste “alle.” Romeinen 11:32 is de climax van een heel proces dat in hoofdstuk 9 begon en in hoofdstuk 11 door liep. Paulus rekent hier af met het Joodse ongeloof en maakt duidelijk dat God alle recht heeft om genade te schenken aan wie Hij wil, inclusief aan de heidenen. De ironie wil dat in hoofdstuk 9 enkele passages van Paulus staan die je geïsoleerd kunt gebruiken tegen alverzoening. Als je bijvoorbeeld de verharding van het hart van de Farao neemt in 9:18 en dit afzet tegen 9:22
“En indien °God, willende Zijn toorn tonen* en Zijn °kracht bekendmaken*, met veel geduld de voorwerpen van toorn draagt, deze toegerust zijnde tot vernietiging, [Jer. 50:25]”
… dan zou je hieruit onderscheid kunnen opmaken tussen de uitverkorenen en degenen die niet uitverkoren zijn. Maar niemand die de gedachtegang van Paulus volgt tot aan Romeinen 11 zal de strengheid van genade verwarren met de afwezigheid van genade. Ook zal men niet langer de voorwerpen van genade en voorwerpen van wraak onderscheiden van zij die wel of niet objecten zijn van genade.
De eerste daad van strengheid binnen Gods genade jegens Farao was om diens hart te verharden. Ook hierover doen allerlei mythen de ronde. De Farao zou eerst zelf zijn eigen hart hebben verhard waarna God de rest deed. Dit soort verklaringen doen vooral recht aan ons eigen morele rechtsgevoel. Wat betekent het als God het hart van iemand verhardt? Verharden is hier versterken en wordt her en der in de bijbel gebruikt als moed tonen. De Farao bleef standvastig in zijn gelijk tegenover de wonderen om hem heen. Consistent met deze verharding van het hart van de Farao verbond God hieraan het gebod: “laat mijn volk gaan.” Waarom zou een genadevolle god dit doen? In Exodus lezen we dat de farao weliswaar de joden onderdrukte maar een lafaard was als er moeilijkheden kwamen in zijn land. Zonder een verhard hart kon hij niet tegen dergelijke moeilijkheden op. Lafheid verhindert ons vaak kwaad te doen omdat we dit niet durven. Ze gaf God de farao een versterkt hart om niet te snel de moed te verliezen in moeilijkheden. God gaf farao zelfs de moed om te zondigen al betekent dit niet dat God dan de directe oorzaak was van de zonde zelf. Het verharden van het hart van de farao was een uitdrukking van genade in 2 richtingen. Het verklapte aan de farao de destructieve aard van zijn eigen zonde. En vervolgens verklapte het aan de Egyptenaren iets van de genade van God. Zie ook Exodus 7:5:
“En de Egyptenaren weten dat Ik Jahweh ben, wanneer Ik Mijn hand uitstrek over Egypte en Ik de zonen van Israel uit breng uit hun midden.”
Deze grootse historische gebeurtenissen brachten zware tijden over Egypte en de Egyptenaren ook al kregen de Israëlieten er ook een tic van mee. Maar ze waren tegelijk een openbaring aan zowel de Egyptenaren als de Israëlieten. En dit volgt de gedachtelijn van Paulus, namelijk dat God dezelfde acties verrichtte tegen de Egyptenaren als tegen de Israëlieten. Als God alle nakomelingen van Adam opsluit in ongehoorzaamheid en Zich over hen allen ontfermt, zal hij hetzelfde doen met de farao. Zie Gods onderscheid tussen voorwerpen van wraak en genade en vervolgens waarom Hij geen onderscheid zal maken tussen hen die wel en niet onder Zijn genade vallen. De voorwerpen van toorn in Romeinen 9:22 zijn de ongelovige joden. Zij zijn geliefden vanwege hun voorouders, Rom. 11:28. Bovendien zijn ze onder ongehoorzaamheid gesteld om genade te ontvangen, Rom. 11:31. Voorwerpen van wraak zijn in Gods ogen niets minder dan voorwerpen van genade, objecten van Gods genade. Het enige verschil is dat voor iemand’s bestwil, Gods wraak soms nodig is. Als Paulus de schrijver van Efeziërs is, laat hij zien dat een persoon het ene moment voorwerp van wraak en daarna van genade kan zijn. Andersom was iedereen die nu een voorwerp van genade was, ooit een voorwerp van wraak.
“in wie ook wij allen ooit onszelf gedroegen* in de lusten van ons °vlees, de wil van het vlees en van het verstand doend. En wij waren van nature kinderen van de verontwaardiging, zoals ook de rest,” [Kol. 3:6,7] – Efeze 2:3
Paulus zelf was een voorwerp van genade maar in zijn verleden als Saulus een voorwerp van wraak. Zo wordt de betekenis van Rom. 9:22-23 ook duidelijk.
“En indien °God, willende Zijn toorn tonen* en Zijn °kracht bekendmaken*, met veel geduld de voorwerpen van toorn draagt, deze toegerust zijnde tot vernietiging, [Jer. 50:25] en dat Hij de rijkdom van Zijn °heerlijkheid bekend zou maken* aan voorwerpen van genade, die Hij tevoren gereed maakt* tot heerlijkheid,” [Efe. 1:3-12] – Rom. 9:22.
Hier staat nog eens dat zij die eerst voorwerp van wraak waren en opgesloten waren in ongehoorzaamheid, dezelfden zijn als aan wie God genade verleent. Door zondaren letterlijk op te sluiten in hun gevangenis van ongehoorzaamheid, laat je hen zelf kennis nemen van hun eigen rebellie. De conclusie is dat alle tegenstanders van alverzoening hun kennis baseren op traditie en hun argumenten non-argumenten en erg zwak zijn.
*
Brief uit de bajes
Dear Martin Zender,
your books have inspired me in ways I can’t even put into words and made me hungry for God and to spread these incredible truths you have helped me to see in the Bible. The hole that I dug was so deep that I had lost all hope of ever climbing out. Guilt, shame, anger, hate, loneliness and utter sadness had become too great a burden to carry and trying to overcome and somehow fit or be accepted back into society was impossible. Then it happened. I reached the most terrifying point in my life: Completely abandoned and left to face an 80 year prison sentence. All alone in my cold dark cell God had finally accomplished what needed to be.
I was broken and there was no fight left in me, I couldn’t perform the simplest of functions, all I could do was lay there on the icy cold floor of my cell and stare at the grey wall in front of me, completely oblivious to the world. My eyes began to well up with tears from a feeling so sad, so terrible, that I knew this was what it must feel like before a person contemplates suicide. Little did I know that this was what I needed to become free of the world and ready for the Potter’s hands. Little did I know how incredible of a blessing God was preparing me for all those years. God revealed Himself to me that night in ways that I cannot deny and worked miracles in my life that only God could do. There is no other explanation. I prayed to God every night for guidance and knowledge and wisdom. This is where I met a man named Mark Halbert. He introduced me to a lot of good literature, including yours, and my life has never been the same. I thank God for your wisdom and ability to speak the truth. I’ve read most of your books, and share them with others in hope that they too may be set free, for the truth surely does set you free. I know that what you help people to see in God’s word is the truth because your books were an answer to my prayers. I trust God. You are a Blessing from God, and it is amazing how God works through you. Thank you, my brother. – J.K. – Illinois
*
In het begin schiep Elohim de aarde en hemelen.
door Dan Sheridan
De bijbel presenteert ons een begin. Dit begin is de eerste zet van God in de richting van een glorieus doel. Schepping is niet zomaar een mechanisch iets, hoewel wetenschappers steeds nieuwe ontdekkingen doen met een wiskundige nauwkeurigheid. Maar het is een ontwerp met een doel, gedaan door een lief hebbende God die al vooruit kijkt naar de voleinding van de eonen. Alles is uit God; Hij is de eerste oorzaak. God bracht zijn schepping tot leven in Christus die het beeld is van de onzichtbare God en de eerst geborene is van elk schepsel. Alles is in Hem en voor Hem geschapen, op aarde en in de hemel. Hij is voor alles en alles heeft zijn samenhang in Hem. Ook de schepping heeft haar samenhang in Hem. God schiep niet alleen de elementen door Christus maar ook de tijd. De eonen waren geschapen door christus. De gebeurtenissen die tijdens de eonen plaatsvinden, zowel goed als kwaad zijn geen toeval maar door Christus in gang gezet. Hebr. 1:1-3.
Een nieuw jaar ligt voor ons. Elk uur, elke minuut en elke seconde van ons leven tellen mee en hebben hun oorsprong in het begin van Genesis. Laat de lange tijd vanaf Genesis 1:1 u niet verwijderen van God. Niet één detail in uw leven is onbelangrijk. De seconden in uw leven zijn deel van God’s grote doel. Er zullen tijden zijn van vreugde en van lijden, van ziekte en gezondheid. Omdat alles in de eonen samenhang in Christus heeft zal niet één traan of glimlach verloren gaan. Wij zijn deel van God’s eonische doel. Probeer dit jaar opnieuw te ontdekken wat God met u voor heeft. Laat u leiden door Paulus die de sleutel is tot de bijbel. Zijn brieven zijn speciaal voor ons. Gelovigen hebben een grote rol tijdens de eonen. De rest wordt gered aan het einde van de 5de en laatste eon als de eonische tijden voleinden. Daarna zal alles in alles zijn en tijd niet meer bestaan. We zullen dan weer bij elkaar zijn en niet alleen wij maar we zullen ook bij de andere generaties zijn van vroegere tijden en de toekomst. We zullen onze familie weerzien en onze kennissen die we zolang verloren waren geraakt. We zullen ze opnieuw lief hebben maar nooit meer verliezen nu de 2de dood ook teniet is gedaan.
*
Gaan dieren ook naar de hemel? Jazeker!
– God schiep dieren eerder dan mensen; Adam had zijn handen eraan vol.
– de ark van Noach zat vol dieren. Dus God wilde hen graag redden.
Wat de opname/wegrukking aangaat, nee nergens zie ik een bewijs of verwijzing dat ook dieren meegaan.
Maar wat de uiteindelijke bestemming van dieren aangaat, daar is wel wat over te zeggen. Lees het maar:
GIJ BEHOUDT MENSEN EN BEESTEN.
MENS EN DIER REDT HIJ!
Bedienaar en prediker van het Woord van God, prediker en broeder André Piet, maakt het zich voorwaar niet gemakkelijk. Je kunt zeggen wat je wilt over André Piet, maar aan het uitsteken van zijn nek heeft hij geen broertje dood. Zal menig leraar of prediker sommige heikele onderwerpen gewoonweg mijden of hooguit en dan nog slechts onder ‘gelijken’, in de studeerkamer bespreken, maar dit zeker niet vanaf de kansel of vanachter de katheder naar buiten brengen. Enkele dagen terug plaatste André op zijn site http://www.goedbericht.nl een kort stukje over God’s plan waarin werd aangegeven dat God uiteindelijk alles zal redden en verlossen. Ja, dát wisten we inmiddels van André, dat hij mede door een juiste concordante vertaling van de begrippen eeuwig e.d. deze boodschap al jaren brengt en dat tot groot ongenoegen en chagrijn van menig ‘beroeps’-predikant. Tot dusver geen nieuws onder de zon. Afgezien van het feit dat het grote nieuws van God dat Hij de wereld met Zich verzoend heeft een nieuwsfeit blijft van de hoogste en eerste orde wat nog maar amper tot de z.g. christenheid is doorgedrongen laat staan tot de mensheid. Maar André gaat nog een stapje verder en zal met zijn statement op nog meer tenen trappen. En oh, oh, die eksterogen van menig ‘beroeps’-predikant doen al zo’n pijn. Ronduit haalt hij een vers aan uit Psalm 36, waar in vers 7 te lezen staat: dat God, YHWH, mensen en beesten redt! Letterlijk in de Statenvertaling staat het er als volgt: “Gij behoudt mensen en beesten”. In de King Jamesvertaling staat er: “O Lord, Thou preservest man and beast. Elders in de Psalmen en wel in Psalm 145:9 staat: “And His tender mercies are over all His Works”.
*
De volledige tekst van dit vers in de S.V. luidt: “ DE HEERE IS AAN ALLEN GOED, EN ZIJN BARMHARTIGHEDEN ZIJN OVER AL ZIJN WERKEN”.
Dat mijn zoekend oog ook nog in diezelfde Psalm (vers 14) las: “De Heere ondersteunt, allen, die vallen, en Hij richt op alle gebogenen”, doet aan dit onderwerp niet veel ter zake maar vind ik toch weer een extra opsteker. Kortom de bijbel schreeuwt het als het ware op elke bladzijde uit wat het echte en achterliggend doel is van God’s werk. Maar dát nu even terzijde. Terug naar Psalm 145:9, ‘Over al Zijn werken’, in wezen een onderstreping van Psalm 36:7, want zowel de schepping, de creatie van de mens als van de dieren, maakt onderdeel uit van God’s schepping, God’s werk. In Genesis wordt achteraf verhaald hoe Hij, God, in de tijd, de dieren schiep en pas in laatste instantie, als kroon op die schepping; de mens.
Mens en dier schiep Hij! Daar God een God is van logica, (logos) kun je Hem aan Zijn Woord houden, heel dubbel geschreven hier, dát realiseer ik mij terdege. En Zijn Woord is niet in tegenspraak en in wezen is zelfs Zijn Woord: Één! Als Hij de mens dan redt, verzoend, ermee klaar komt, ermee tot Zijn Recht komt, zal Hij dat dan niet met dat andere deel van Zijn schepping doen, de dierenwereld? Die zonder twijfel nóg groter is in aantal dan de mensenwereld, alhoewel dát op zich geen argument behoeft te zijn. Wel is een argument dat Zijn Schepping één is! Het Hebreeuwse woord voor beest of dier in de vertaling is: ‘behemah’ hetgeen ongetwijfeld een warmbloedig beest of dier weergeeft. Hoe het met de niet warmbloedige dieren gesteld staat, zoals de reptielen, dat weet ik niet, maar warmbloedige dieren beschikken in ieder geval over ‘gevoel’. Hebben, zijn dus een ziel. En kennen tot bepaalde mate en hoogte, zorg, affectie en zelfs een vorm van liefde en genegenheid. De vraag die zich dan ongetwijfeld voordoet is: “Is er wel plaats op de aarde, of liever gezegd op de nieuwe aarde, voor al die ‘beesten’? Afgezien van het feit dat dit God’s zorg is, wil ik erop wijzen dat deze aarde, de huidige aarde, en dat kun je leren door kennis te krijgen van het Bijbelse Hebreeuws, verbonden is met het getal ‘vier’, de Daleth. De deur, de doorgang, is een passerend station en niet het doel op zich. Onze hele huidige aarde staat in de betekenis van de ‘vier’.
Vier jaargetijden, 4 elementen, 4 hoeken der aarde.
De vier, die ook voor de: ‘de Deur’ staat, zoals al opgemerkt en mede door de 3, de Gimmel, geeft al een continuering van de beweging in de tijd terug naar de Oorsprong aan, de Één! In de wereld van het getal wordt de grondstructuur van de verlossing weergegeven door de 4 die verbonden is met de EEN, en dat houdt weer een verwijzing in naar de volgende letter de 5, de Hee, in de betekenis van: ‘venster’. Hetgene naar waar wij uitkijken, naar de toekomst. De aarde meet dan ook vier, 40.000 km. Zou die nieuwe aarde 5 meten? Dus nog groter zijn, nog meer plaats bieden? En de zee zal niet meer zijn leert ons Openbaring, althans de wateren zullen doorwaadbaar zijn! Wat een ruimte geeft dat!
Vier staat ook voor lijden, Vijf staat voor genade en volheid. Als u iemand ‘de hand geeft, geeft u de vijf, alle vijf de vingers, de volheid, u gaat er dan voor, u laat geen vinger achter. God laat ook niets achter. Hij kwam om deze wereld en al wat daarin is, om deze met Zich te verzoenen, te verlossen en te redden en door lijden heen zal inderdaad Mens en Dier, Zijn schepping komen tot die volheid, tot die ultieme GENADE. Wat hebben wij een grote God! – Silvia Videler. http://boinnk.nl/blog/
*
door Boinnk
WAT IS ‘VERLOREN GAAN’? WIE GAAT VERLOREN”? WAT GAAT VERLOREN?
Een uitgebreide studie!
Het begrip ‘verloren gaan’ of ‘omkomen’ , Grieks: apollumi.
Vindplaatsen in de Griekse Schrift (zoals vertaald in NBG ’51):
Matt. 2:13 Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen.
Matt. 5:29 want het is beter voor u, dat één uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam in de hel (gehenna) geworpen worde.
Matt. 5:30 want het is beter voor u, dat één uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam ter helle (gehenna) vare.
Matt. 8:25 en zij kwamen en maakten Hem wakker en zeiden: Here, help ons, wij vergaan!
Matt. 9:17 anders barsten de zakken en de wijn loopt weg en de zakken gaan verloren.
Matt. 10:6 begeeft u liever tot de verloren schapen van het huis Israëls.
Matt. 10:28 bevreesd voor Hem, die beide, ziel en lichaam, kan verderven in de hel (gehenna).
Matt. 10:39 Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil.
Matt. 10:42 voorwaar, Ik zeg u, zijn loon zal hem geenszins ontgaan.
Matt. 12:14 Farizeeën gingen heen en spanden tegen Hem samen ten einde Hem om te brengen.
Matt. 15:24 Hij zeide: Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls.
Matt. 16:25 Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden.
Matt. 18:14 bestaat bij uw Vader, … , de wil niet, dat één dezer kleinen verloren gaat.
Matt. 21:41 Zij zeiden tot Hem: Een kwade dood zal hij die kwaden doen sterven en de wijngaard.
Matt. 22:7 en hij zond zijn legers uit en verdelgde die moordenaars .
Matt. 26:52 ..want allen, die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.
Matt. 27:20 ..dat zij om Barabbas zouden vragen, maar Jezus zouden laten ter dood brengen .
Marc. 1:24 hebt Gij met ons te maken, Jezus van Nazaret? Zijt Gij gekomen om ons te verdelgen?
Marc. 2:22 anders zal de wijn de zakken doen barsten en de wijn gaat verloren met de zakken .
Marc. 3:6 Farizeeën…pleegden…met de Herodianen overleg…ten einde Hem om te brengen .
Marc. 4:38 Meester, trekt Gij er U niets van aan, dat wij vergaan?
Marc. 8:35 die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verliezen zal om Mijnentwil en om des evangelies wil, die zal het behouden.
Marc. 9:22 in het water gedreven om hem een ongeluk te doen krijgen .
Marc. 9:41 Ik zeg u, dat hem zijn loon voorzeker niet zal ontgaan.
Marc. 11:18 en zochten, hoe zij Hem zouden kunnen ombrengen .
Marc. 12:9 Hij zal komen en de pachters ombrengen en de wijngaard aan anderen geven .
Luc. 4:34 Zijt Gij gekomen om ons te verdelgen?
Luc. 5:37 de wijn…de zakken scheuren en weglopen en de zakken gaan verloren Luc. 6:9 een leven te redden of verloren te doen gaan .
Luc. 8:24 toen kwamen zij en maakten Hem wakker en zeiden: Meester, Meester, wij vergaan.
Luc. 9:24 Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het behouden .
Luc. 9:25 baat het een mens, als hij .. wereld wint, maar zichzelf verliest of zelf schade lijdt?
Luc. 11:51 Zacharias, die omgebracht is tussen het altaar en het tempelhuis .
Luc. 13:3 Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.
Luc. 13:5 Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen .
Luc. 13:33 want het gaat niet aan, dat een profeet buiten Jeruzalem omkomt .
Luc. 15:4 Wie van u, die honderd schapen heeft en er één van verliest .
Luc. 15:4 .. in de wildernis achter en gaat het verlorene zoeken, totdat hij het vindt?
Luc. 15:6 verblijdt u met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.
Luc. 15:8 of welke vrouw, die tien schellingen heeft, en er één verliest .
Luc. 15:9 verblijdt u met mij, want ik heb de schelling gevonden, die ik verloren had.
Luc. 15:17 ..van mijn vader hebben brood in overvloed en ik kom hier om van de honger .
Luc. 15:24 mijn zoon…hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen feest te vieren.
Luc. 15:32 uw broeder hier was dood en is levend geworden, hij was verloren en is gevonden .
Luc. 17:27 Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde .
Luc. 17:29 Lot uit Sodom ging, regende vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen .
Luc. 17:33 trachten te behouden, die zal het verliezen, maar ieder, die het verliezen zal, die zal …
Luc. 19:10 de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden .
Luc. 19:47 de voornaamsten van het volk, zochten gelegenheid Hem om te brengen .
Luc. 20:16 Hij zal komen en die pachters ombrengen en de wijngaard aan anderen geven
Luc. 21:18 Doch geen haar van uw hoofd zal teloor gaan
Joh. 3:15 opdat een ieder, die gelooft, niet verloren ga, maar in Hem eeuwig leven hebbe.
Joh. 3:16 ..opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe
Joh. 6:12 verzamelt de overgebleven brokken, opdat niets verloren ga .
Joh. 6:27 ..niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven .
Joh. 6:39 dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren late gaan.
Joh. 10:10 De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen .
Joh. 10:28 en Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid .
Joh. 11:50 uw belang is, dat één mens sterft voor het volk en niet het gehele volk verloren gaat.
Joh. 12:25 Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat.
Joh. 17:12 en Ik heb over hen gewaakt en niemand uit hen is verloren gegaan.
Joh. 18:9 Wie Gij Mij gegeven hebt, uit hen heb Ik niemand laten verloren gaan.
Hand. 5:37 ..maar ook deze is omgekomen en zijn gehele aanhang is uiteengeslagen.
Rom. 2:12 allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan.
Rom. 14:15 breng niet door uw eten hem ten verderve, voor wie Christus gestorven is .
1 Cor. 1:18 het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid .
1 Cor. 1:19 verderven zal Ik de wijsheid der wijzen, het verstand der verstandigen zal Ik verdoen.
1 Cor. 8:11 gaat er..iemand, die zwak is, ten gevolge van uw kennis verloren, een broeder.
1 Cor. 10:9 sommigen van hen deden, en zij kwamen om door de slangen.
1 Cor. 10:10 sommigen van hen deden, en zij kwamen om door de verderfengel.
1 Cor. 15:18 Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren.
2 Cor. 2:15 een geur van Christus onder hen, die gered worden, en onder hen, die verloren gaan.
2 Cor. 4:3 indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan.
2 Cor. 4:9 vervolgd, doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren .
2 Tes. 2:10 voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aangenomen.
Hebr. 1:11 die zullen vergaan, maar Gij blijft; en zij zullen alle als een kleed verslijten .
Jac. 1:11 en zijn bloem valt af en de schoonheid van haar uiterlijk verdwijnt.
Jac. 4:12 eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven.
1 Petr. 1:7 de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door vuur.
2 Petr. 3:6 waardoor de toenmalige wereld is vergaan, verzwolgen door het water.
2 Petr. 3:9 daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.
2 Joh. :8 Let op uzelf, dat gij niet verliest wat wij verricht hebben.
Judas :5 maar een andermaal hen, die niet tot geloof gekomen waren, verdelgd heeft.
Judas :11 en door het verzet van een Korach ten onder gegaan.
Het woord apollumi is een samenstelling van drie bekende Griekse begrippen apo-holon-luo (vanaf-geheel-lossen): het betekent geheel verliezen van(-af). Het woord ‘verloren gaan’ of ‘omkomen’ heeft altijd met een relatie te maken: wie is iets (of iemand) kwijt? Wat is er precies verloren geraakt? In drie belangrijke teksten die dit uitdrukken, gaat het om verloren zijn. Het schaap, de schelling en de zoon waren verloren (Lucas 15). Ze werden alle drie weer gevonden! Dat is in de Bijbel altijd zo; het verlorene wordt gevonden! De uitdrukking: ‘voor eeuwig verloren gaan’ komt niet voor. De verloren schapen van het huis van Israël; zij waren van de Herder afgedwaald, en daarom kwam Hij om te zoeken en te redden wat verloren was (Lucas 19:10; Mattheüs 15:24). Daardoor is duidelijk, dat het verlorene niet buiten de reddingskracht van de Heer viel! De vader (Lucas 15) verloor zijn zoon, die van hem afdwaalde; maar de zoon keerde terug en was dus niet langer verloren. Het werd feest! De wijn loopt uit de opengebarsten zakken en gaat verloren (Matt.9:17; Marc.2:22; Luc.5:37) in relatie tot de eigenaar, ze kan niet meer gedronken worden; verloren in relatie tot gebruik. Een oog of rechterhand (Matt.5) kan ‘verloren gaan’ in relatie tot (bruikbaarheid voor) de eigenaar. Soms heeft het de betekenis van ‘omkomen’ in de zin van doodgaan; de kinderen die door de soldaten van Herodes omgebracht worden (Matt.2); de beraming om de Heer om te brengen (Matt. 12:14, 27:20; Marc.3:6; 11:18; Luc.19:47); de mensen uit de tijd van Noach en Lot (Luc.17:27,29).
De methode waardoor iemand verloren gaat (omkomt), is verschillend: Door het zwaard (Matt. 26:52); door kruisiging (Matt. 27:20); door verdrinking (Marc. 4:38); door afdwaling (Luc. 15:4,24); door te vergeten (Joh. 6:12,27); door voedsel (Rom. 14:15); door onze kennis (1 Cor.8:11). Het niet in de bediening (zijn ge)komen à verloren schapen van het huis van Israël; dit wordt niet bij het lichaam van Christus gezegd, alleen theoretisch wordt dat door Paulus even in 1 Corintiërs 15:18 als mogelijkheid aangegeven, als er geen opstanding van doden zou zijn; maar Christus is opgewekt! Het kan wijzen op het verliezen van genieting voor de ziel in het aardse koninkrijk (Matt.10:28,39; 16:25; Marc.8:35; Luc.9:24,25; 13:3,5; 17:33; Joh.10:28; 12:25; 2 Johannes :8). Het wordt gebruikt om het vergaan in en van de huidige oude schepping (Luc. 21:18; Joh. 6:12,27; Hebr. 1:11; Jac. 1:11; 1 Petr. 1:7) en van de toenmalige wereld (2 Petr. 3:6) aan te duiden.
De zonen van Israël die niet in het land Kanaän aankwamen (1 Cor.10:9,10), kwam om in de woestijn. Een broeder in het lichaam van Christus kan wat betreft de gemeenschap en functioneren in het lichaam van Christus op aarde (vóór het sterven of de bazuin) verloren gaan (Rom.14:15; 1 Cor.8:11); dit heeft (let op het tekstverband!!) niets te maken met de bazuin missen! Ongelovigen gaan verloren; dat wil zeggen: geen leven en geen bediening in de komende eonen. Dit geldt Israël (O.a. Matt.5:29,30; 10:6,28,39,42; 16:25; 21:41; 22:7; Johannes 3:15,16; 2 Petr.3:9) in de aanloop naar het aardse koninkrijk van de hemelen toen en in de (nabije) toekomst. Dit geldt ook in deze tijd, waarin het lichaam van Christus geroepen wordt (1 Cor.1:18; 2 Cor.2:15; 4:3; 2 Tess.2:10). Algemeen principe: allen die zonder wet gezondigd hebben, zullen zonder wet verloren gaan; dat geldt voor dit leven op aarde, maar ook voor de toekomst. Paulus schrijft dit met het oog op het eindgericht bij de grote witte troon (Rom.2:12).
*
Wat gebeurt er met je ongelovige kinderen?
Stel je gelooft in christus maar je kinderen niet. Wat dan? Dit is een hele lastige vraag en maakt veel emoties los bij mensen die actief bezig zijn met de bijbel. Toch is het wel belangrijk hier over na te denken.
In 1 Kor. 7:14 staat:
Want de ongelovige °man is geheiligd geworden in de vrouw en de ongelovige °vrouw is geheiligd geworden in de broeder, want anders zijn immers jullie kinderen onrein. Maar nu zijn zij heilig. [Rom. 11:16]
Het opmerkelijke van deze vers is dat de woorden ongelovig en geheiligd tegenover elkaar staan. Dat ze geheiligd zijn wil niet zeggen dat ze ook een reddend geloof hebben. Geheiligd zijn wil zeggen dat ze apart zijn gezet om de zegeningen te ontvangen via de gelovige wederhelft. Het huishouden ontvangt zegeningen en de ongelovige partner profiteert hiervan mee. Terug naar de vraag. Dus als je kinderen niet geloven ontvangen ze wel de zegeningen die u als gelovige van hetzelfde huishouden ontvangt. Echter, ze horen niet tot het lichaam van christus. God geeft ieder de maat van geloof die bij hem/haar past, Romeinen 12:3. Je kunt niet mee liften de hemel in op het geloof van een ander. En dus…? Goed is het om te weten dat God meer van uw kinderen houdt dan u. Als God uw kinderen nu nog niet heeft geroepen dan gebeurt dit aan het begin van de 5de eon. Uw kinderen worden uit de dood opgewekt, ondergaan hun oordeel en gaan de 2de dood. Aan het einde van de 5de eon worden ze opnieuw opgewekt en krijgen ze alsnog het eeuwige leven. Het oordeel dat ze na de eerste opwekking ondergaan is geen straf maar een rechtzetting. En er is wel degelijk een verschil in oordeel tussen mensen. Mensen die Jezus nooit gekend hebben zullen milder worden geoordeeld dan zij die Hem opzettelijk tegen beter weten in hebben afgewezen. Het goede nieuws: uiteindelijk gaat niemand verloren en wordt iedereen gered. Zie 1 Kor. 15:28; we zien elkaar allemaal ooit weer terug, zelfs onze huisdieren.
*
Herodus versus 2012, Mayakalender
satan leest graag de bijbel. Zo wilde hij weten wanneer jezus geboren zou worden. Hij had hier wel een algemeen idee over zoals velen destijds. Maar het precieze tijdstip wist hij niet. Toen de geruchten aanhielden en de tekenen in de sterren verschenen, raakte satan misschien een beetje in paniek. De magiërs uit Perzië wisten blijkbaar meer dan hij, satan. Ze hadden Herodus verteld dat de messias geboren zou worden. Satan ging over tot de kindermoord om de geboorte van de messias te voorkomen. Herodus was zijn vazal op dat moment. Uiteraard is deze taktiek diverse malen opnieuw geprobeerd zoals tijdens de holocaust. En er zal spoedig weer een holocaust komen. Nu staat de grootste gebeurtenis uit de geschiedenis van de mens op stapel – nou ja, goed dan, afgezien van de kruisdood op golgota. Namelijk de grote wegrukking van het lichaam van christus. Wat mogen we dankbaar zijn dat we in deze tijd leven en dit mogelijk in levende lijven zullen mee maken. Niemand kan zich er en voorstelling van maken van die grote wegrukking en de opstanding van de heiligen. Opnieuw is satan ook niet doof voor de profetieën. God heeft er goed aan gedaan om het exacte tijdstip van de wegrukking niet te noemen. Dan zou hij het satan wel erg makkelijk maken. Maar dat het uur U nadert, is duidelijk. Misschien dit jaar wel?
Opnieuw moet satan een list verzinnen om de aandacht af te leiden van die grote wegrukking. Dit keer geen kindermoord maar iets nieuws. En dus heeft hij het jaar 2012 en het einde van de Mayakalender geïntroduceerd om onze aandacht af te leiden van de bijbelse profetieën. Hij wil ons doen geloven dat christus terugkomt in 2012. Mogelijk met buitenaardse ruimteschepen zal hij de grote wegrukking imiteren en de eer voor zichzelf opeisen. Er moet wat gebeuren. Alle neuzen staan in 1 richting: die van de grote wegrukking, een gebeurtenis die zo ontzagwekkend is dat niemand zich er iets bij voor kan stellen. Net als Abraham die de belofte geloofde van een nageslacht zullen wij geloven in de grote wegrukking. En dus kan satan niet anders dan een even meesterlijke truc uit te halen in de vorm van de 2012 hype, mogelijk vergezeld van buitenaardse ruimteschepen en graancirkels.
Het grote onbegrip t.a.v.: “Het Goede Bericht”.
Één (1 ) januari is toch een dag van bezinning en overdenking, althans dat is het veelal voor mij. En als ik dan zo eens terugkijk op de vele, vaak felle en ongemeen harde reacties die wij hebben ‘mogen’ ontvangen t.a.v. de boodschap dat ooit, God; alles in alles zal worden en dat Hij zóver gaat met Zijn verzoening en liefde dat letterlijk een ieder schepsel deze verzoening deelachtig zal worden, dan is het óverduidelijk dat velen de essentie van Gods boodschap niet overzien, laat staan bevatten. Dát is namelijk één van mijn hoopvolle verwachtingen voor dit komend jaar dat dit vreselijk misverstand, wat gelovigen zó verschrikkelijk scheidt, zal worden geslecht. Want JA, onvoorwaardelijk en volmondig JA, want wij , ik, geloof/geloven van ganser harte Zijn Woord wat o.a. zegt en stelt dat HIJ, (God dus,) door Hem, (Christus dus), vrede gemaakt heeft door het bloed Zijns kruises, door Hem, (zo zegt Paulus) ALLE DINGEN VERZOENEN ZOU TOT ZICHZELVEN, hetzij de dingen die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn. ( naar: Kolos. 1:20). Velen nemen ons kwalijk dat wij zouden prediken: “Leef er maar op los, alles is toch verzoend”.
Alhoewel het ‘de jure’ waar is, prediken wij dit ABSOLUUT niet.
God zoekt in Christus Zich in deze tijd, in deze aioon, in deze bedeling, een Lichaam uit. Uit Jood en Heiden, uit de volkeren. Bruin en Blank, Zwart en Rood of Geel, de boodschap van GENADE geldt een ieder. Maar en daar kunnen we niet omheen: Het is God die KIEST, die uitroept, die de genade schenkt aan een ieder die HIJ verkiest. En als God roept, als God u of mij uitkiest, wie zijn wij om daar tegenstand aan te ‘kunnen‘ (blijven) bieden? Wie kan tegen Gods ontegenzeggelijke wil en keuze weerstand blijven bieden? En als wij gekozen zijn, dus niet: zoals het vaak lijkt, ‘als wij gekozen hebben’, dan mogen wij in Zijn dienst meehelpen UITROEPEN! Maar zo zal men terecht tegenwerpen: Al die miljoenen die dan NIET uitverkoren zijn? Die niet gehoord hebben van Gods plan met deze wereld, met deze schepping? Zijn die dan brandhout voor het hellevuur?
Neen! Driewerf nee, zij zullen de rekening gepresenteerd krijgen, zij zullen desnoods knarsetandend vol verwijten hun straf moeten ondergaan. Voorzover zij zich bewust waren van hun fouten. Want ja er is verschil in straf, zoals het Woord het aangeeft op velerlei plaatsen. Weet u nog die uitspraak van de Heere Jezus dat het b.v. voor de bewoners van het Kafarnaum van destijds zwaarder zal zijn dan voor hen die uit Sodom en Gomorra afkomstig waren? En dat waren toch geen lieverdjes wel? Kortom is er wel degelijk sprake van oorzaak en gevolg, straf en boete, pijn en verdriet, zeker voor hen die Gods aanbod van genade weigeren, zelfs tot in de aioon die volgt op de komende aioon! Maar……….de genade en de boodschap die God door middel van de apostel Paulus, heeft laten willen zien en horen aan de mensheid, wel die reikt verder dan de boodschap van het evangelie welke Jezus bracht aan Zijn volk.
Dat is namelijk de boodschap; dat zelfs de scherven, het z.g. afval in de POTTENBAKKERIJ, ooit zal worden bijeengeveegd en hergebruikt om het zo maar eens te zeggen om tot het uiteindelijke doel te komen waarvoor het oorspronkelijk geschapen was. Om alzo het onomstotelijke woord van God bewaarheid te krijgen dat (vrij vertaald naar Filip. 2:10). Elke knie zich zal buigen en ELKE tong, (dus geen lippendienst, want de tong is van binnenuit en de lippen zijn; dat wat aan de buitenkant is) zal belijden dat Jezus Christus de Heere zij, tot Heerlijkheid Gods des Vaders. Kortom in Gods jurisprudentie en rechtsorde om het zo maar eens te zeggen is de doodstraf weliswaar afgeschaft. De dood, ja ook de 2e, eventueel en bij wijze van spreken een 3e of desnoods een 4e dood is overwonnen. Want het is: “Dood waar is uw prikkel”?
Maar daar wij niemand de buitenste duisternis gunnen, de gevangenis zogezegd, roepen we op, roepen we mede met Hem uit, om NU al te kunnen komen tot Zijn wonderbaar licht. Want zelfs vanuit die buitenste duisternis, nogmaals die we niemand gunnen, daaruit blijkt volgens Openbaring 22:1-5, dit is ná het “Grote Witte Troon-gericht” , dus na de 2e dood, toch nog voor heidenen de weg open te zijn om te komen tot Hem. Hij die ALLES in ZIJN hand heeft en die niet laat varen van datgene wat Zijn Handen ooit zijn begonnen. Hij brengt alles tot Zijn doel, dus tot een GOED EINDE! Dan zal God alles in allen zijn ( zie 1 Kor. 15: 28) En dan pas is de SCHEPPING voltooid, klaar, af, volmaakt en perfect. En is ZIJN doel bereikt. – Silvia Videler
*
‘Weet je wat ik een fijne tekst vind?’
Er zijn heel wat fijne teksten in de bijbel. Zeg het eens.
‘Johannes 3:16 ‘Want alzo lief heeft God de wereld, dat Hij zijn eniggeboren zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebben.’
Daar wordt vaak gebruik van gemaakt voor evangelisatie. Men legt daarvan uit, dat het met de kruisiging van de Heer Jezus te maken heeft. De vraag is, of dat werkelijk zo is. In feite wordt er in dat hele gedeelte niet gesproken over het kruis. Ook worden er geen woorden gebruikt die daarop wijzen.
‘Nee, dat is waar. Het gaat om een stukje geschiedenis van het volk in de woestijn toen zij morden tegen Mozes.’
Ja, in Numeri 21 vinden wij dat. Er kwamen vurige slangen en Mozes moest een slang maken en die op een stang omhoog houden en allen, die door de vurige slangen gebeten waren en omhoog keken naar de koperen slang, bleven leven.
‘En het eonische leven waar Johannes over schrijft is het leven hebben in de komende eonen?’
Primair voor Israël gaat het om leven hebben in het komende, aardse koninkrijk. Het gaat om het geloven in de naam van de eniggeboren zoon van God. Maar, er wordt met geen woord gesproken over de dood en opstanding van de Heer Jezus. Men moest geloven dat Hij de Messias is, dat was het doel waarvoor Johannes schreef. De Joden geloofden niet in Hem, maar er waren wel uitzonderingen! – www.da-ath.nl
Vroege gemeente als voorbeeld
Nogal wat gelovigen neigen ernaar om de eerste gemeente als voorbeeld te nemen. Het woord kerk kwam in het woordenboek van 2000 jaar geleden niet voor. Een beter woord is gemeente of ecclesia. Alle gemeenten samen vormen het lichaam van christus. Ik snap dit wel. Er zit wat nostalgie bij naar die zogenaamde romantische tijd van het Romeinse Rijk. Maar nostalgie riekt weer naar traditie en daar doen we niet aan op deze blog. De vroege gemeente van de tijd vlak na christus had zeker wat voordelen boven ons. Ze snapten de cultuur van Jezus waar ze zelf nog deel van uitmaakten. Alle gebeurtenissen lagen nog vers in het geheugen. Maar de eerste gemeente wist ook heel veel dingen niet. De bijbel zoals wij die kennen moest nog samengesteld worden en was bovendien niet voor iedereen bereikbaar. Laat duidelijk zijn: de hele grondtekst van de schrift was vlak na Jezus’ opstanding op schrift gesteld en de hele schrift was zeer waarschijnlijk ver VOOR 70 na christus klaar omdat er geen verwijzingen in staan naar de val van Jeruzalem. Maar dit is even een andere discussie.
Al die manuscripten bundelen in volgorde tot een nette verzameling boeken waaruit je een rode draad kon pikken en de boodschap van Paulus kon onderscheiden van de andere evangeliën, moest nog gebeuren. Vandaar dat ik ervan uit ga dat de eerste christenen misschien een vage notie hadden van wat Paulus precies bedoelde met genade. Dat de eerste gemeente snel afweek van deze boodschap kun je haar niet eens kwalijk nemen. Men wist misschien niet eens beter. De gebeurtenissen rond Jezus lagen nog te vers in het geheugen om er afstand van te nemen en de genadeboodschap eruit te zeven. Dit voordeel hebben wij. Wij hebben de bijbel in zijn geheel op de boekenplank staan en zonodig de grondtekst ernaast, geholpen door het internet. Met een paar muisklikken kunnen we een hele zooi bijbelstudies afspeuren en onze eigen lijn trekken. Al deze voordelen had de eerste gemeente niet. Onze generatie heeft op bijbels gebied meer voordelen dan ooit tevoren. De kennis zal toenemen staat er in de bijbel en laten we onze eigen generatie als brenger van het Woord zeker niet uit het oog verliezen. Het is mooi om te zien hoe onze voorgangers het 1900 jaar geleden deden. Maar het is ook mooi om te zien welke enorme voordelen onze generatie heeft meer dan ooit tevoren. We leven in een unieke tijd met alle middelen voorhanden. Het lijkt wel of het evangelie op een dienblad aan bed wordt gebracht. Je hoeft niet eens overeind te komen. Het Woord stroomt van alle kanten binnen. Dit is uniek in de geschiedenis en ik denk dat de eerste gemeente minstens zo jaloers op ons was. Werd je vroeger nog vervolgd vanwege Gods woord, tegenwoordig moet je moeite doen om het Woord buiten de deur te houden. Heel oneerbiedig gezegd dan, want waarom zou je?
Vroege gemeente als voorbeeld
Nogal wat gelovigen neigen ernaar om de eerste gemeente als voorbeeld te nemen. Het woord kerk kwam in het woordenboek van 2000 jaar geleden niet voor. Een beter woord is gemeente of ecclesia. Alle gemeenten samen vormen het lichaam van christus. Ik snap dit wel. Er zit wat nostalgie bij naar die zogenaamde romantische tijd van het Romeinse Rijk. Maar nostalgie riekt weer naar traditie en daar doen we niet aan op deze blog. De vroege gemeente van de tijd vlak na christus had zeker wat voordelen boven ons. Ze snapten de cultuur van Jezus waar ze zelf nog deel van uitmaakten. Alle gebeurtenissen lagen nog vers in het geheugen. Maar de eerste gemeente wist ook heel veel dingen niet. De bijbel zoals wij die kennen moest nog samengesteld worden en was bovendien niet voor iedereen bereikbaar. Laat duidelijk zijn: de hele grondtekst van de schrift was vlak na Jezus’ opstanding op schrift gesteld en de hele schrift was zeer waarschijnlijk ver VOOR 70 na christus klaar omdat er geen verwijzingen in staan naar de val van Jeruzalem. Maar dit is even een andere discussie.
*
Oordeel over Israël.
Er komt een eindstrijd tegen Israël. Een 3de deel van Israël zal dan bekeerd zijn en de rest niet. Dit mag gerust een wonder van God worden genoemd. Een derde deel van Israël is zo’n 1,5 miljoen joden. Hier mogen we even bij stil staan. Vlak voor of tijdens de eindstrijd (dan wel beginstrijd van de volgende aion) doet God nog even een groot wonder en bekeert een 3de van zijn volk. Dit lijkt een tegenhanger van het 3de deel van de afvallige engelen in de hemel die achter satan staan. De gemeente van christus is nu al lang en breed in de hemel. De grote wegrukking is achter de rug en de christenen zijn bij christus tezamen met de heiligen van vroeger. Het 2/3de deel van Israël is dus ongelovig. Zij worden vernietigd. Dit is het oordeel over Israël. De Eindstrijd is in de eerste plaats een oordeel over Israël waarbij ongelovige joden worden vernietigd. De Eindstrijd eindigt weliswaar met de vernietiging van de vijanden van Israël gevolgd door een verklaring over vriend en vijand van Israël. Dit is nogmaals het schapen en bokken oordeel uit Mattheus 25 en gaat over volkeren en natiën die ofwel Israël hielpen dan wel tegen haar streden. Maar in de eerste plaats wordt Israël zelf geoordeeld waarbij 2/3de deel vernietigd wordt. Het andere 3de deel zal heel erg op de proef worden gesteld als door vuur heen, omringd door vijandelijkheden van 200 miljoen soldaten. Dan zakt de moed je snel in de schoenen. God zal hen redden als door vuur heen. Ze zullen waarschijnlijk naar de rotsstad Petra vluchten. Wie onderhoudt hen? Nou wij zijn er ook nog steeds en het is best mogelijk dat wij een rol spelen bij het onderhouden van dat 3de deel. Als Jezus tenslotte terugkomt op de olijfberg heeft hij een heel leger bij zich. Wat is dit voor leger? Dit zijn WIJ! Hoewel we dus zijn opgebeamd ten hemel spelen we zeer waarschijnlijk nog wel een rol bij de Eindstrijd. – Zie Zecharia 13:8-9
Ga dan zullen wij terugkeren naar Jahweh, want Hij, Hij scheurde in stukken en Hij zal ons genezen; Hij sloeg en Hij zal ons verbinden. Hij zal ons doen leven na twee dagen, in de derde dag zal Hij ons doen opstaan en wij zullen leven voor Zijn aangezicht. – Hosea 6:1,2. Israël zal na twee dagen leven. In vers 2 staat leven (2x) en opstaan (1x). Twee dagen = 2000 jaar: bij Jahweh is 1 dag als 1000 jaar (Psalm 90:4; 2 Petrus 3:8). Israël, de lichtverspreider, zou dat 2 dagen, 2000 jaar, niet zijn, want: geen geest, geen leven. Met ingang van welke gebeurtenis dan rekenen? Sommigen denken dat je daarvoor de verwoesting van de tempel en Jeruzalem in 70 AD door Titus moet nemen. In die visie kom je in 2070 AD + 7 jaar terugtellen. Maar kan dat in het licht van Hosea 6:1-2? Je leest bij die profeet over leven, opstaan. Verbranding (70 AD) van tempel en stad was resultaat van ongeloof en verharding, Daniël 9:26 spreekt van verwoesting. Daniël 9:24-27 geeft géén vingerwijzing in verband met geest/leven. De wedergeboorte van Israël vond niet plaats nadat de Messias Jezus naar de Vader was opgevaren. Na pinksteren bleek: Israël gelooft niet. Daar waren duizenden die in de Messias Jezus geloofden, maar niet in heel het volk. Het ligt meer voor de hand te rekenen vanaf de tijd van Israëls ongeloof, 30-40 AD. In Ezechiël 37 draait het om leven door de geest; er is sprake van een lichaam, met vlees en zenuwen; maar nog geen geest vanaf 1948 in de Joodse staat als geheel. Het verwachten van Israël is de komst van de geest die echt leven brengt: 2 dagen van Hosea 6 zijn bijna om. Maar, als leden van het lichaam van Christus is voor ons eerdere verwachting in Christus gegeven: de bazuin van God.
*
als satan geketend is
Binnenkort gaan we de 4de aion in. Dit is het 1000 jarige rijk van christus. Een geweldige eindstrijd tegen Israël zal het einde van deze aion afkondigen. Of misschien is het een beginstrijd die het begin van de volgende aion afkondigt. In elk geval zal satan 1000 jaar in de Tartarus worden gekieperd waar hij wordt vast geketend. Trouwens ook zijn boosaardige trawanten. Een mooie tijd ligt in ons vooruitzicht maar we mogen niet vergeten dat Jezus met ijzeren staaf zal regeren. Als satan geketend is, zal er dan nog wel zonde zijn? Jawel, want het vlees is nog steeds actief in de nieuwe generaties die geboren worden. Zo sterk was de zonde die Adam en Eva in zijn greep kreeg om het woord zondeval te vermijden. God zelf introduceerde de zonde in de Tuin van Eden. Het vlees zal nog de lusten naar boven brengen zoals het dit al duizenden jaren gedaan heeft. Maar satan kan hier niet langer op in spelen. Dit is wel een verschil. De mens kan nu niet meer claimen dat satan de schuldige is van zondig gedrag. 1000 jaar later wordt satan korte tijd vrij gelaten. Onder de generaties die dan leven zullen ondanks het paradijselijke koninkrijk nog steeds oproerkraaiers zijn die lak hebben aan God. Zij zullen zich achter satan scharen.
*
Geeft God ons geloof? Of geloven we zelf in Hem?
Inderdaad legt God ons geloof op:
“zoals °God toebedeelt naar de maat van het geloof.”[1 Kor. 12:11] – Romeinen 12:3
God legt ieder een bepaalde maat van geloof op. Hij trekt onze wereld binnen en brengt onze hoofden op hol. Dit deed hij bij Paulus. Hij schreef:
“tot patroon voor die op het punt staan in Hem te geloven, tot aionisch leven.” – 1 Tim. 1:16
Lees Rom. 12:3 nog maar eens. Toebedeelt is een actief werkwoord. Het is God die ons geloof schenkt.
*
Wie zijn de schapen en bokken uit Mattheus 25?
Dat Jezus de schapen en bokken gaat oordelen wordt vaak verward met het laatste oordeel, ook al zo’n belabberde term. Toch is er een laatste oordeel voor de troon waarvoor de ongelovigen die opgestaan zijn uit de dood zich moeten verantwoorden. Echter de schapen en bokken uit Mat. 25 is heel iets anders. God gaat hierbij zowel de natiën als Israël oordelen. Er is een verband met Joël 3:2, 12. De eindstrijd tegen Israël zal plaatsvinden aan het einde van deze huidige aion of aan het begin van de volgende. Het verhaal is bekend: de troepen zullen zich verzamelen in het dal van Megiddo waar het woord Armageddon vandaan komt. Van hieruit trekken ze op naar Jeruzalem. Ergens daar ligt het dal van Josaphat dat mogelijk de Kidronvallei is. Dit is niet zeker en maakt ook niet zoveel uit. In dit dal zal de terug gekeerde christus Zijn oordeel uitspreken. Dus op aarde en niet ergens in een mythische hemel.
Belangrijk: het oordeel over de schapen en bokken uit Matt. 25 vindt plaats in het Dal van Josaphat. Hier moet men 2 dingen niet door elkaar halen. In de Eindstrijd worden uiteraard de vijanden van israël vernietigd. Maar na de vernietiging vindt er ook nog een oordeel plaats. Dit gebeurt in het Dal van Josaphat. Dit oordeel is niet over doden die zijn opgestaan maar over volkeren. Misschien is dit een officiëel gebeuren zoals de vrede na de Tweede Wereldoorlog in een hotel in Wageningen werd getekend. Het oordeel zal betrekking hebben op de grote verdrukking. Volkeren die Israël vijandig gezind waren zijn de bokken volkeren en staan aan de linkerkant. Volkeren of landen die Israël steunden zijn de schapen volkeren en staan rechts van Hem. Vervolgens wordt er een officiële verklaring door Hem afgegeven over beiden. Wat deze verklaring precies inhoudt is niet duidelijk maar er zal zeker geoordeeld worden over de bokken volkeren. Dit is dus het oordeel over bokken en schapen uit Mattheus 25 dat een correlatie vertoont met Joël 3. Het laatste oordeel over individuen vindt pas aan het einde van de volgende aion plaats, tenminste 1000 jaar later.
Joden in de diaspora
Het schijnt dat de naam Galliërs (Asterix & Obelix) verwant is aan Gothen en Galaten in Turkije. Zo zijn er meer namen verwant. Samarkand ergens in de oriënt schijnt verwant te zijn aan Sumerië. Deze naamsverwantheid herinnert aan de inwoners, een joodse stam die ooit in Sumerië woonden. In Buchara niet ver van Samarkand heb je 2 stammen die Hephtalites en Issahorah heten. Ze stammen van de Joodse stammen Naftali en Issachar af. In Burma en India heet een volk Manase en stamt wellicht af van de joodse stam van Manasse. Ze hadden ook gebeds sjalen net als de joden en kenden het woord Shilo, een heilige plaats voor de noordelijke joodse stammen.
*
Johannes schreef evangelie voor 70 AD.
1. De Romeinen verwoestten in 70 AD de complete stad Jeruzalem, met uitzondering van hun eigen burcht Antonia. Verslagen van ooggetuigen (met name Flavius Josephus) beschrijven tot in detail dat de stad met de grond gelijk gemaakt is. Wat je nu nog kunt zien van Bethesda is dan ook niet meer dan een ruïne.
2. Je wijst op Johannes 11:18 (“Bethanië was dicht Jeruzalem gelegen”) maar concludeer je daaruit dat toen Johannes dit optekende Bethanië niet meer dicht bij Jeruzalem lag? Jeruzalem mag dan verwoest zijn, maar is daarmee ook de afstand tussen beide locaties gewijzigd? De verleden tijd betekent trouwens ook niet: het is nu niet meer zo, maar: het wás zo. Uit Joh.1:4 (“in het Woord was leven”) concludeer je toch ook niet dat in het Woord nú geen leven meer is? Daarmee vervallen ook je conclusies uit Joh.18:1 (“waar een hof was”) en 19:41 (“er was ter plaatse een hof”).
3. Het gebruik van de tegenwoordige tijd in Joh.5:2 (“er IS te Jeruzalem bij de schaapspoort een bad…”) kan alleen maar betekenen dat dit nog steeds het geval was toen Johannes dit opschreef. Dit is des te opvallender, daar het verhaal verder in de verleden tijd verteld wordt.
5:1: Daarna WAS er een feest der Joden.
5:3: Daarin LAG een menigte zieken. Enz.
4. Je hebt moeite met een datering van Johannes vóór 70 AD omdat een aantal vroege kerkvaders er dan allemaal naast zouden zitten. Dat “allemaal” valt wel mee hoor. De traditionele datering wordt (bij mijn weten) gebaseerd op slechts één uitspraak van Irenaeus (140 – 202) die zich op zijn beurt beroept op Polycarpus (69 – 156) die Johannes nog gekend zou hebben. Maar voor mij is één duidelijke, geïnspireerde uitspraak van de apostel Johannes zelf, oneindig meer waard dan een uitspraak van iemand uit de derde hand.
5. Je hebt gelijk: de datering doet niets af van de doelgroep waarvoor Johannes schreef. Joh.5:2 laat zien dat de lezers niet bekend worden verondersteld met de topografie van Jeruzalem.
Ik meen zelf dat Johannes zijn evangelie heeft geschreven nadat hij door Paulus is ge-update en inmiddels weet had van Israëls terzijdestelling. Met deze kennis heeft hij vervolgens teruggeblikt op Jezus’ leven en daarin allerlei verborgen hints opgemerkt. Zie b.v. Johannes 4 waarin hij beschrijft dat Jezus gedurende twee dagen ten midden van de Samaritanen verblijft en daarin herkend wordt als de Redder der wereld. Een schitterend plaatje van de tegenwoordige tijd! Daarna arriveerde Hij in Kana waar Hij ooit op de derde dag tijdens een bruiloft water in wijn had veranderd. Dat is profetisch voor het Messiaanse rijk straks. Enz., enz.
*
Wat is de Bema?
Komen christenen straks ook voor een oordeel terecht? Ja en nee. Allereerst worden we natuurlijk NU geoordeeld. Ons levens als beproeving is ons oordeel. In de bijbel staan slogans als schapen en bokken of een gericht voor de witte troon. Het zijn allemaal uitdrukkingen die nogal eens door elkaar worden gehaald. Laat één ding duidelijk zijn: ons geloof redt ons van komende oordelen. We zijn verzegeld met de heilige geest en hoeven niet nog eens voor een witte troon te staan om alsnog een oordeel te ondergaan! Maar in 1 Korinthiërs 3:10-15 staat wel iets anders. Er staat in zoveel woorden dat de gelovige al dan niet een beloning ontvangt voor werken die hij uit geloof voor God heeft gedaan. Deze zin is een hele mond vol. Het gaat dus in de eerste plaats om werken die uit geloof in Hem zijn gedaan. Zijn werken metaforisch gebouwd op hout en stro dan zullen ze verbranden. Is een werk gebouwd op goud en zilver dan zal de gelovige een beloning ontvangen. Het staat zo omschreven:
“Naar de genade, die mij is gegeven*, van °God, plaats* ik als wijs voorman het fundament waarop een ander verder bouwt, maar laat een ieder toezien hoe hij verder bouwt! [1 Kor. 15:20] Want een ander fundament kan niemand plaatsen* dan dat er ligt, dat is Jezus Christus. [Jes. 28:16] En als iemand op het fundament verder bouwt met goud, zilver, kostbare stenen, hout, hooi of stro, ieders °werk zal duidelijk worden, want de dag zal het duidelijk maken, omdat het onthuld wordt met vuur, en wat voor soort ieders °werk is, het vuur zal het testen. [2 Thess. 1:7-10] Indien iemands °werk, dat hij verder bouwt*, zal blijven bestaan, hij zal loon krijgen. Indien iemands °werk zal verbranden, hij zal het verliezen, maar hijzelf zal gered worden, maar zo: als doorheen vuur.”
*
In Openbaring 4:10-11 staat iets vergelijkbaars:
“zullen de vierentwintig oudsten vallen voor Hem Die zit op de troon en zij zullen de Levende aanbidden tijdens de aionen van de aionen en zij zullen hun °kransen voor de troon werpen, zeggende: [Openb. 21:5] “Waardig bent U, onze °Heer en °God, om te krijgen* de heerlijkheid en de eer en de kracht. Want U schept* het al en door Uw °wil werden zij ook geschapen*.” [Openb. 5:12]
Wat is hier precies gaande? Gelovigen worden hier na de grote wegrukking geoordeeld naar hun werken. Slechte werken verbranden en goede werken worden beloond. De Bema is geen rechterstoel van God waarvoor we verschijnen om geoordeeld te worden. Maar daarentegen een erepodium voor God. Het gaat er hier niet om dat gelovigen gestraft worden maar dat ze juist beloond worden en openlijk van hun ballast worden ontdaan die slechte werken zijn. Dit is wel iets anders dan in een brandende vuurpoel worden geworpen. Op dit ere podium verschijnen wij opdat vergoed zal worden wat we in ons lichaam hebben verricht, zowel goed als kwaad. In 1 Kor. 15:58 staat:
“Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwrikbaar, overvloedig in het werk van de Heer, altijd wetende dat uw °werk in de Heer niet vergeefs is.” [2 Kron. 15:7]
… “het werk van de Heer.” Het is Zijn werk dat u gedaan heeft. In Openbaring 22:12 staat dat de Here komt met het loon voor het werk dat u IN Hem verricht heeft. Dit staat ook in Jesaja 40:10. Een loon voor wat? Voor de werken die aan het licht komen als goud en zilver. Deze werken zullen standhouden. De gelovige zal loon ontvangen. Maar als iemands werk verbrandt zal hij schade lijden. Hij zal zelf gered worden als door vuur heen.
In 1 Kor. 9:22 staat wat over de erekrans: “Ik werd* zwak voor de zwakken, opdat ik de zwakken zou winnen. Voor allen ben ik alles geworden, opdat ik ongetwijfeld enigen zou winnen*.” [Rom. 11:14]
Vers 23: Maar alles doe ik terwille van het evangelie, opdat ik er mede-deelnemer van moge worden. Volhard in je geloof, hier gaat het om. De bema is de rechterstoel van Christus die een erepodium is. Hier worden de prijzen uitgereikt. Zonden worden niet meer opgerakeld maar gaan in rook op. Wat gaat wel en niet in rook op? Alle eigen werken gaan in rook op. Alles dat uit geloof is gedaan, blijft behouden. Beloning vindt plaats voor alles wat de Here in vreugde in ons werkt en dus Zijn verdienste is. Wat is de erekrans? de anderen die hierdoor gewonnen werden voor christus.
*
Een sigaar uit eigen doos
God geeft ons geloof, ieder naar zijn maat. – Rom. 12:3. En wat vindt hij het leuk als dit geloof naar Hem terugkeert. Als een boemerang. Niet menselijk geloof stijgt op naar God maar de sigaar uit eigen doos die Hij eerst gegeven had aan de mens. Geloof is een Sinterklaascadeau dat God eerst aan ons gaf. Wij denken maar wat graag dat we zelf zo gelovig zijn en prijzen ons zelf met dit geloof waarmee we Hem eren. Maar het tegendeel is waar: Hij gaf eerst het geloof aan ons. In Fil. 1:29 staat dat ons geloof werd gegeven om Hem te eren maar ook om voor Hem te lijden. Als het geloof naar Hem terugkeert geeft Hem dit zoveel plezier dat we nauwelijks snappen dat Hij het zelf aan ons gegeven had om het aan Hem terug te geven. Een sigaar uit eigen doos dus. In 1 Thess. 1:2-3 staat ook weer iets om over na te denken:
“Wij danken °God altijd, over jullie allen herinnering makend in onze °gebeden, [Filip. 1:3,4] onophoudelijk herinnerd wordend aan de werken van het geloof van jullie en het zwoegen van de liefde en de volharding van de verwachting van onze °Heer Jezus Christus, voor de ogen van onze °God en Vader, [Openb. 2;2- [Kol. 1:4,5]”
Paulus feliciteert de Thessaloniciërs met 3 dingen:
– Werken van geloof
– Zwoegen van de liefde
– Volharding van de verwachting
Tot dusver is er niets spectaculairs aan de hand. Maar er staat tenslotte: “van christus.” En zo komt de aap uit de mouw en ook de sigaar uit de eigen doos. Werken van geloof, zwoegen van liefde en volharding van verwachting waren van Christus. Deze zaken kwamen van Hem en waren alleen in relatieve zin de eigen inspanningen van de Thessaloniciërs. Ze gaven hooguit terug wat ze van Hem gekregen hadden. Dit weerhoudt Paulus er niet van om de genoemde 3 gaven van geloof te onderscheiden.
*
Vrije wil
Veel gelovigen beweren dat je moet geloven om aan Gods voorwaarden te voldoen. Zo niet dan ga je naar de hel. Het komt er dus op neer dat het ongeloof van mensen sterker zou zijn dan de goede intenties van God. Niet god bepaalt of je gered wordt maar jij met jouw geloof.
Laten we naar Romeinen 3:1-4 kijken:
Wat dan is °het voorrecht van de Jood, wat het voordeel van °besnijdenis? Veel in elk opzicht. Want zeker eerst dat hen de Woorden van °God werden toevertrouwd*. Want wat als sommigen ongelovig zijn*? Zal niet °hun ongeloof °de trouw van God teniet doen? Moge het daar niet van komen*! Maar laat °God waar zijn en ieder mens een leugenaar, zoals het staat geschreven: “opdat U gerechtvaardigd wordt* in Uw uitspraken, en dat U zult overwinnen in Uw gericht”. [Deut. 4:7,8] – [2Tim. 2:13] – [Psalm 51:6]
Wij geloven ondanks dat we Hem zien. De joden waren getuige van vele wonderen maar velen van hen geloofden alsnog niet. Ongeloof is hardnekkig maar tevens ook goede business voor kerken om de vinger aan de pols te houden. Door ongeloof lopen kerken leeg maar angst voor ongeloof houdt velen ook weer in de kerkbanken. Deze dubbele houding is wel eigenaardig. Velen gelovigen die twijfelen aan hun geloof gaan weer naar de kerk om bij te tanken daar waar anderen wegens ongeloof juist de kerk verlaten. Wat als gelovigen voldoende geloof zouden hebben. Of wat als de kerken preekten dat ons ongeloof Gods plannen niet zal wijzigen? Zouden we nog naar de kerk gaan? Paulus rekent af met dit soort gedachtespinsels dat ons ongeloof Gods plannen zou dwarsbomen. Hij zegt nadrukkelijk:
Maar laat °God waar zijn en ieder mens een leugenaar, zoals het staat geschreven: “opdat U gerechtvaardigd wordt* in Uw uitspraken, en dat U zult overwinnen in Uw gericht”. – Romeinen 3:4 [Deut. 4:7,8] – [2Tim. 2:13] – [Psalm 51:6]
Niet God denkt de verkeerde dingen maar ieder mens is een leugenaar. Dit is wat Paulus zegt. Ook al zou niemand meer geloven dan nog zou dit Gods plannen niet dwarsbomen, ja zelfs deel uitmaken van Zijn plan. Al te vaak lijkt het of niet God de mens maar andersom de mens God op de proef stelt. Daarom staat in 1 Tim. 4:9-10:
“Trouw is het woord en alle welkom waardig, [1 Tim. 1:15] want hierom zwoegen wij en worstelen wij dat wij vertrouwd hebben op de levende God, Die redder is van alle mensen, speciaal van gelovigen. [1Tim. 2:3,4] Beveel en leer deze dingen!”
Veel gelovigen kunnen hier met hun verstand niet bij. Ze gelovigen dat het gros van de mensheid voor eeuwig naar de hel gaat en alleen zij zelf gered worden. Juist christenen zullen straks als ze voor Hem staan ontdekken dat er niet zoiets bestaat als een eeuwige hel. En Hem hiervoor dankbaar zijn en eindelijk snappen dat ze een groot deel van hun leven doorbrachten met het verkondigen van leugens over Hem. En hier nog geld voor kregen ook.
*
Zal God Israël redden?
In Mattheus 1:20-21 staat dit:
Doch bij zijn peinzen* over deze, zie*, een boodschapper van de Heer verscheen* aan hem, als in trance, zeggende: “Jozef, zoon van David, jij moet niet bang zijn* Maria, jouw °vrouw, te aanvaarden, want datgene in haar is voortgebracht* uit heilige geest. Zij nu zal een Zoon voortbrengen en jij zal Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn °volk redden van hun °zonden.” [Luc. 1:31] – [Hand. 4:12]
Een engel van de heer zei dit tegen Jozef, verre zoon van David. De laatste zin is sowieso opvallend: David zal een Zoon krijgen die het volk redt van de zonden. Maar het verloop van mattheus is niet zo best voor Israël dat vooral in ongeloof blijft hangen en Jezus verwerpt. Einde verhaal voor de belofte van de engel? Veel kerken menen van wel. Vooral menselijk ongeloof speelt hier een rol waardoor ALLE beloften van God tot potentieel mislukken zijn gedoemd. Maar zover zal het niet komen!
Maar laat °God waar zijn en ieder mens een leugenaar, zoals het staat geschreven: “opdat U gerechtvaardigd wordt* in Uw uitspraken, en dat U zult overwinnen in Uw gericht”. – Romeinen 3:4 [Deut. 4:7,8] – [2Tim. 2:13] – [Psalm 51:6]
Twijfelen aan Gods woord en beloften staat gelijk aan Hem oordelen. Hoe dom zijn eigenlijk de mensen die zich hier keer op keer schuldig aan maken, consequent beweren dat het gros van de mensheid naar een eeuwige hel gaat en Israël voorgoed verloren is. Gelukkig overwint God het ongeloof van mensen. Veel gelovigen geloven inderdaad dat Israël voorgoed verloren is of dat de belofte in Mattheus 1:21 over is gedragen op de gelovigen van nu. De kerk heeft in hun visie dan de plaats van Israël ingenomen. Zelfs zij die wel in een nieuw toekomst voor Israël geloven, kunnen er niet bij dat iedere Israëliet wordt gered. God zegt dat Hij Zijn hele volk zal redden van de zonden, religie spreekt dit tegen. Maar wie zou er gelijk hebben?
*
huiselijk karakter van de gemeente
Het huiselijke karakter van de kerk – of beter gemeente – beperkt zich niet tot de uitdrukkingen van Paulus waarin hij het woord gemeente/ecclesia gebruikt.
In Handelingen 16:14-15 en 16:40 nodigt Lydia, een purperverkoopster hen bij haar thuis uit.
In Hand. 17:5-6 gaat het om het huis van Jason.
Handelingen 18:7, huis van Justus
In Hand. 20:20 gaat het om thuis onderwijzen
In Hand. 28:30 huurt Paulus zelf een huis (zonder huurtoeslag)
Romeinen 16:10: huishouden van aristobulus
Romeinen 16:11, huishouden van Narcissus
1 Kor. 1:11, huis van Chloë
2 Tim. 3:6, zij die huizen binnen kruipen
2 Kor. 4. 4:19, huis van Onesiphorus
Titus 1:11, zij die hele huizen verstoren
Deze vele passages staan niet voor niets in het nieuwe testament. Ze leggen nadruk op het huiselijke karakter van het lichaam van christus. Wat nadrukkelijk ontbreekt is een institutie waar men god zal vereren. Paulus trad zelf vaak op in het openbaar en ook in synagogen. Maar men moet dit gegeven niet verwarren met het huiselijke karakter van de ecclesia zelf. Paulus sprak in het openbaar niet voor niets tegen de verloren zielen.
*
Geloof van Abraham
In Genesis 22 moet Abraham zijn zoon Isaak offeren van God. Zou dit verzoek van iemand anders dan God zijn gekomen, dan was de wereld te klein geweest en had het verzoek alle voorpagina’s gehaald van het Dagblad van Ur. Abraham gaf gehoor aan het verzoek. Zonder slag of stoot. Hij wist dat Gods trouw tot voorbij de dood reikte. God kon Isaak zo weer uit de dood opwekken. Neem dan ons, moderne gelovigen. Wij menen dat ons ongeloof Gods plannen kan dwarsbomen, daar waar Abraham geen moment aarzelde om zijn zoon voor God te offeren in de wetenschap dat God hem toch weer uit de dood zou opwekken. Wat een verschil! Op de valreep hield God Abraham tegen. Maar Mozes zou deze daad van onvoorwaardelijk geloof van Abraham eeuwen later optekenen. Een verhaal over een geloof in God dat sterker was dan de omstandigheden. Maar de wereld zou de kracht ervan al gauw uit het oog verliezen.
*
welke kerk?
De kerk in je huis is een uitdrukking die bij Paulus past. En komt 4 keer voor in het nieuwe testament. Je mag er vanuit gaan dat God niet voor niets de nadruk legt op deze uitdrukkingen.
De kerk die in hun huis is: rom. 16:5, 1 Kor. 16:19
De kerk die welke in zijn huis is, Kol. 4:15
De kerk in jouw huis, Filemon 1:2
Deze waarheden mogen niet worden onderschat. God wil via Paulus aan ons iets duidelijk maken wat fundamenteel van belang is. Elk huishouden dat in christus gelooft hoort bij Zijn lichaam. Het huis van de gelovige was altijd en is altijd het centrum van God’s plannen. Dat was bij Israël zo en is nog steeds zo. Dus moeten we er niet op uit trekken om naar een vreemd gebouw te gaan om daar God te aanbidden. Dit is niet de bedoeling van God’s huis. Paulus was tot het einde van zijn brieven duidelijk hierover en schreef “de kerk in uw huis.” De kerk is iets huiselijks en zeker niet iets institutioneels buiten de deur. God vindt het belangrijk genoeg om dit een paar keer te benadrukken.
*
Kom mijn ongeloof te hulp!
Iemand bracht een bezeten knul naar Jezus. Niemand kon hem genezen. Jezus zei: breng hem naar mij, Marcus 9:19. De vader kwam erbij en zei tegen Jezus: als je kunt helpen, heb dan medelijden. Jezus zei: hoezo als? Alles is mogelijk voor wie gelooft. De vader was zeker van zijn geloof. Maar toen puntje bij paaltje kwam toch ook weer niet. Hij zei: kom mijn ongeloof te hulp. In feite zegt hij: Ik geloof maar ben ook een leugenaar. Mooi en eerlijk gezegd. God houdt van eerlijkheid. Als je bij tegenslagen het gevoel hebt dat je niet genoeg in Hem gelooft, geef dit gewoon eerlijk toe voor God.
*
geloof versus kennis
‘Geloof is geen wetenschappelijke kennis. Kennis is iets wonderlijks; het is als een gids, het bemoedigt. Kennis over hoe iets werkt kan ons in staat stellen een probleem op te lossen. Kennis over de goede uitkomst van bepaalde gebeurtenissen is heel fijn als de omstandigheden moeilijk zijn. Maar hoe kan iemand dat weten wat hij niet gezien of ervaren heeft? Abraham kon niet door simpel redeneren of berekenen kennis hebben van wat God in de toekomst zou doen. Maar hij kon wel geloven, dat de dingen die God beloofd had, zouden gebeuren. Dus: voor de gelovige vervangt het eenvoudige geloof in wat God zegt de kennis die door ervaring of conclusies trekken opgedaan wordt. En geloof wordt een basis voor de handel en wandel van de gelovige, net zoals kennis de basis van handelen in het dagelijks leven is.’ ‘Faith, the least and the greatest’ – J. Philip Scranton, UR LXXVIII, blz. 205
*
Verzoening en rechtvaardiging – door menno haaijman, scherp door de bocht, p. 337-344
Romeinen 3:19-26 gaat over Gods rechtvaardigheid, niet over de onze. Allen die geloven worden gered door de verlossing van Jezus. Die verlossing gebeurt dus door Jezus. De waardigheid van de verloste is niet relevant want deze verlossing is een geschenk om niet. En in Zijn genade, want volstrekt onverdiend. Apolutrosis betekent wettelijke loskoping die gedocumenteerd wordt. Er wordt wettig vastgesteld wie wat betaald heeft en hoeveel de losprijs is. Er wordt wettig vastgesteld wie losgekocht en vrijgelaten wordt. De hele wereld is onder de rechtspraak van God. Allen die geloven bevinden zich niet langer onder die rechtspraak. De verlossing is niet door maar in Jezus Christus. In Romeinen 3:25 staat dat God zich voornam dat Jezus een beschutplaats is voor wie in Zijn bloed gelooft. Bij Jezus Christus gaat het over zijn geloof dat hij heeft, bij christus jezus gaat het over zijn taak en functie: hij zal een beschutplaats zijn. Waarom moest dit eigenlijk? Nou, God wilde het zo.
De Ark had een beschutplaats: het verzoendeksel. De Ark stond in het heiligste heiligdom van de tabernakel en later de tempel. Eens per jaar ging de hogepriester er naar binnen om bloed van offerdieren over dit verzoendeksel te sprenkelen. Voor zichzelf en het volk Israel. Nu werden de zonden van het afgelopen jaar bedekt, ofwel verzoend. Romeinen 3:25 is onderdeel van een juridisch document. De verlossing vindt plaats IN een persoon, Jezus. Hoe kan hij een beschutplaats zijn? Het antwoord is: door het geloof in zijn bloed. Zijn bloed is de plaats waar die beschutplaats zich bevindt. Door het geloof is het kanaal waardoor deze beschutplaats tot stand komt. Jezus gelooft zelf dat hij in zijn bloed een beschutplaats is. Door zijn geloof werd hij zelf in zijn bloed een beschutplaats. Dit alles omdat God zich dit voornam.
Jezus geloofde dat hij in zijn bloed een beschutplaats zou zijn. Dit was en is zijn geloof. Jezus geloofde in dát voornemen van God. Dit voornemen van God was in de wet en de profeten vastgelegd.
In zijn bloed worden de zonden onschadelijk gemaakt, evenals de consequenties van die zonden. Dit is de verlossing in christus Jezus. Allen die geloven dat Jezus in zijn bloed een beschutplaats is, worden gerechtvaardigd. De zonden waarvoor zij onder de rechtspraak voor God waren, worden door christus jezus, de beschutplaats onschadelijk gemaakt. God bewijst zijn rechtvaardigheid wanneer hij iemand rechtvaardigt, los van de wet. Want Hij rechtvaardigt zijn rechtvaardigheid door het geloof van Jezus Christus. Dit is het onderwerp van Romeinen 3:19-26. In het verleden werden consequenties van zonden door God terzijde te laten door het bloed van offerdieren op de beschutplaats te besprenkelen. Nu doet hij dit door het bloed van christus. In Jezus geloven betekent feitelijk dat je in je hart weet dat het waar is dat Jezus gelooft dat Hij de beschutplaats is. Dit is rechtvaardig omdat deze constructie in een juridisch document is vastgelegd. Het verzoendeksel op de Ark dat besprenkeld werd met bloed van offerdieren bedekte de zonden van het hele volk, het bloed van christus rechtvaardigt alleen de gelovigen.
Deel II
SONICCHRIST
II
dagelijks onderhoud
Niet alleen moet voedsel verbouwd of gekocht worden, het moet schoon gemaakt, bereid en bewaard worden. Niet alleen moet kleding gekocht worden, het moet gewassen worden en voor gezorgd worden. Niet alleen moet huisvesting zeker gesteld worden, ze moet ook onderhouden worden. Voor de gelovige gaat heel het proces over de Vader en Zijn Zoon, de Heer Jezus Christus. Al deze taken gaan over het onderhouden van onze levens hier “ten behoeve van Hem”. We doen dit allemaal “voor Hem”, zodat we het voorrecht mogen hebben van het zijn van Zijn “vaten van barmhartigheid.”
onontkoombaar leiderschap
de man is het hoofd van de vrouw net zo is christus hoofd van het lichaam
Het huwelijk is gods ontwerp voor man en vrouw ongeacht hoeveel samenlevingsvormen er tegenwoordig zijn. De man is het hoofd van het huwelijk en legt verantwoording af aan God. Het humanisme heeft van het huwelijk een samenwoningsmodel gemaakt maar dit was niet de bedoeling. Het huwelijk is deels gedefinieerd als de man als hoofd over de vrouw. Zonder dit hoofd is er geen huwelijk. Mannen moeten derhalve toegewijd zijn aan hun vrouwen zoals christus aan het lichaam. Maar de man wordt nergens opgedragen om het hoofd te zijn over de vrouw. Namelijk, de man IS dit al. Zelfs als de man niet van zijn vrouw houdt, is hij hoofd over haar, een slecht hoofd maar nogthans een hoofd. De man bevindt zich dus in een positie van onontkoombaar leiderschap. Zelfs al maakt hij er een potje van, hij blijft het hoofd van zijn vrouw. Als hij er vandoor gaat naar de andere kant van de wereld, blijft hij hoofd in afwezigheid maar is hij nog steeds haar hoofd. Zijn afwezigheid zal het huis domineren. Hoeveel gezinnen worden niet gekenmerkt door de ene lege stoel aan tafel? Bij huwelijksproblemen is de man verantwoordelijk. Verantwoordelijkheid is niet hetzelfde als schuld. Als de vrouw vreemd is gegaan, is ze natuurlijk schuldig maar HIJ blijft verantwoordelijk voor alles. Op een schip is de kapitein ook verantwoordelijk voor fouten van een dronken zeeman aan boord. De zeeman zou volgende maand toch een andere baan krijgen. Hij is schuldig maar de kapitein is verantwoordelijk.
*
Vader van het land
In 2 voor Christus kreeg keizer Augustus zijn titel als Vader van het land. Een jaar daarvoor al, was er een decreet uitgevaardigd door augustus, waarin stond dat alle mensen in het hele romeinse keizerrijk zich moesten laten registreren om hun steun te betuigen aan Augustus en hem de titel van Vader van het land (Pater Patriae) te geven. Deze registratie betrof een eed waarin alle burgers van het romeinse keizerrijk individueel Augustus als Vader van het rijk moesten erkennen. Deze eed vond plaats in de zomer van 3 voor christus. Het hele romeinse keizerrijk gaf gehoor aan deze oproep en August kreeg glorieus zijn titel. Deze titel werd door de senaat en het volk van Rome op 5 februari in 2 voor christus opgedragen aan augustus. Dit was de feestdag die was opgedragen aan “eendracht en harmonie.” Het was een traditionele dag die vrede en verzoening bracht tussen alle verschillende klassen van het romeinse rijk. De feestgangers toostten en dronken ter ere van Augustus die nu de Vader van het rijk was. Ja, als je al feestend naar de hemel keek, leek het of de sterren meededen aan alles en ook eer brachten aan Augustus. De ene na de andere conjunctie tussen de planeten vond plaats. Het was net hemels vuurwerk. Rome heeft dit schouwspel aan de hemel dat ruim anderhalf jaar duurde zeker opgevat als een bewijs van de grootheid van Rome. Toen verscheen daar op 17 juni in 2 voor christus die reusachtige ster aan de hemel die een conjunctie was van venus en jupiter. En dat niet alleen. Maar beiden stonden ze in het sterrenbeeld Leeuw. En Leeuw was het hoofdteken van de dierenriem, zowel in de bijbelse als seculiere dierenriem. Dit teken was belangrijk voor astrologen zoals de magiërs van Perzië. Het begon het jaar voor astrologen om de voornaamste historische en astrologische gebeurtenissen te interpreteren.
Leeuw, het centrale teken van Koninklijkheid
Leeuw werd niet alleen beschouwd als het hoofd van de dierenriem maar men dacht ook dat dat het sterrenbeeld werd geregeerd door de zon. De hoofdster van Leeuw was Regulus, de koningsster. De romeinen associeerden deze samenstand van Venus en Jupiter in het sterrenbeeld Leeuw met de dominantie van Rome. Jupiter was immers de heerser van het romeinse rijk. Venus werd gezien als de moeder van Augustus. Nu beide planeten samengingen, moest het wel zo zijn dat Augustus de Vader van het rijk werd. Als klap op de vuurpijl was het op 17 juni ook nog volle maan. Volle maandag was voor de romeinen heilig voor Jupiter en er werd een schaap over de Via Sacra geleid waarna het werd geofferd aan jupiter. De dag zelf werd “het vertrouwen van Jupiter” genoemd. Er was echter nog een vreemde astronomische gebeurtenis die rond die tijd plaatsvond. 72 dagen na de conjunctie van Venus en Jupiter was er een samenstand van 4 planeten die in een rechte lijn met elkaar stonden. Dit voltrok zich in het zelfde gebied aan de hemel en vond gelijk plaats met alle festiviteiten in Rome. Om precies te zijn op 27 augustus in 2 voor christus. Jupiter, Venus en Mars stonden in een rechte lijn met elkaar. Jupiter stond op 142,6 graden aan de eclips, Mars op 142,64 graden, Venus op 141, 67 graden en Mercurius op 143,71 graden. Astronomen beschouwden samenstanden van planeten als tekens van nieuwe historische gebeurtenissen. Ook deze planeten clusterden samen in het sterrenbeeld Leeuw.
Meer astronomische tekens
Op 19 mei in 3 voor christus was er een conjunctie tussen de planeten Mercurius en Saturnus (67 graden van elkaar). Daarna bewoog Saturnus oostwaards tot hij op 12 Juni in 3 voor christus in conjunctie kwam met Venus. Ze stonden 12 graden van elkaar. Alsof dit nog niet genoeg was verschenen 2 maanden later Jupiter en Venus vlakbij elkaar op 12 augustus in 3 voor christus. Ze stonden vanaf de aarde gezien slechts 7 graden van elkaar. Ze raakten elkaar net niet zoals ze wel deden op 17 juni in 2 voor christus. En zie wat er gebeurt: wat begon als een ochtendster eenheid op 12 augustus in 3 voor christus voor jupiter en venus werd enkele maanden later een avondster! De ochtendster conjunctie van Jupiter en Venus op 12 augustus in 3 voor christus vond plaats toen de planeten in de laatste graden stonden van het sterrenbeeld kreeft dat in dat betreffende astrologische jaar het bepalende teken was. De 0 graden lijn waarmee astrologische calculaties beginnen was tussen Kreeft en Leeuw. Dit betekent dat de ochtendster conjunctie van Jupiter en Venus op 12 augustus plaatsvond aan het slot van het astrologische jaar terwijl de avondster conjunctie 10 maanden later plaatsvond in het begin van het strologische jaar!
*
Regulus, de koningsster
Er zijn veel meer opmerkelijke astrologische gebeurtenissen geweest in de periode van 3 tot 2 voor christus. 33 dagen na de Jupiter en Venus morgenster conjunctie op 12 augustus in 3 voor christus stond jupiter in samenstand met de koningsster Regulus, althans vanaf Israël gezien. Op 14 september in 3 voor christus stonden ze naast elkaar op 33 graden afstand van elkaar. De koningsplaneet jupiter kwam in contact met de koningsster regulus en dat in het koninklijke sterrenbeeld leeuw. Daarna zouden er nog 2 nieuwe ontmoetingen plaatsvinden tussen Jupiter en regulus. Op 1 december in 3 voor christus trok jupiter zich langs de hemel terug en kwam opnieuw bij Regulus. Op 17 februari in 2 voor christus werden beiden herenigd, 0,85 graden van elkaar. Daarna trok jupiter verder langs de hemel. Maar merkwaardig genoeg kwam de planeet opnieuw bij Regulus uit op 8 mei in 2 voor christus. toen waren ze 0,72 graden van elkaar. Vanaf de aarde gezien leek het alsof Jupiter een loop maakte om bij Regulus te komen. Deze loop leek wel een kroon over de sterren en voltrok zich net ten oosten van de 0 lijn voor astrologische metingen. De loop voltrok zich in de begindeel van de astrologische dierenriem. En dit stemt weer overeen met de wijze waarop Mozes zijn legers rangschikte naar het model van de dierenriem rond de tabernakel in de woestijn. De Bijbelse dierenriem zoals die door Mozes was georganiseerd begon eveneens met het koninklijke teken van de leeuw maar zijn 0 punt was in het midden van het sterrenbeeld en niet aan het begin. In elk geval zullen deze zaken bekend zijn geweest bij de astrologen in de tijd van de geboorte van Jezus. De heerser op dat moment was keizer Augustus. En wanneer waren de hemelse gebeurtenissen? Ze vonden precies plaats tijdens het 25ste jaar van Augustus’ regime en zijn verheffing tot Vader van het Rijk. En met het 750 jarige bestaan van Rome. Ze vielen exact samen het jaar waarin Augustus zijn titel van Pater Patriae kreeg. Zo scheen het de romeinen dat Augustus zijn titel uit de hemel gegeven kreeg. Rome had nu een soort goddelijke roeping om de wereld te domineren. Maar elders in de wereld werden de hemelse gebeurtenissen anders opgevat. Zoals door de magiërs uit Perzië. Maar ook zij associeerden de ster (conjunctie van Venus en Jupiter) met iets koninklijks. Hun idee was dat er een koning van de joden was geboren. Als moderne astronomen de conjunctie een wonderbaarlijke samenstand vonden, dan was de conjunctie de magiërs van Perzië zeker opgevallen. De romeinen kenden zeker de oude profetieën over een koning der joden die geboren zou worden.
De Magiërs van Egypte
Het eerste wat opvalt is dat de magiërs, dan wel astrologen door Mattheus serieus worden genomen. Hij noemt ze geen charlatans of kwakzalvers. Hij schrijft bovendien dat deze magiërs daadwerkelijk door de ster van Bethlehem waren gemotiveerd om op reis te gaan. Dit is voor ons nauwelijks voor te stellen en toch is het zo. De magiërs waren zowel volleerde astrologen als astronomen. Zelfs Herodus nam hen serieus. En Mattheus dus ook. Voor hem was hun komst het ultieme bewijs van de koninklijke geboorte van Jezus. Magiërs uit Perzië waren blijkbaar van een ander kaliber dan de astrologen die de romeinen zelf wel eens raadpleegden. Die werden niet al te serieus genomen. Maar de magiërs uit Perzië hadden een status in de oudheid die vergelijkbaar was met die van wetenschappers nu. Ze kleedden zich in priesterlijke gewaden en als ze op reis gingen hadden ze een hele karavaan. Ze waren dus een statig gezelschap ongeveer zoals we nu tegen de secretaris generaal van de VN aankijken. Dit was hun manier om respect af te dwingen bij koningen en keizers. Inderdaad reisden ze in koninklijke stijl. Het was zelfs zo dat Herodus een officiële ceremonie hield voor hun komst. Daardoor wist heel Jeruzalem van hun komst en zelfs het Sanhedrin was in rep en roer. Wat Mattheus over de magiërs uit Perzië schrijft pas perfect in andere beschrijvingen van magiërs die betrokken waren bij andere historische gebeurtenissen. Hun komst was een teken dat er iets belangrijks op komst was.
Volgens Herodutus kwamen de Magiërs van de stam de Meden. De profeet Daniël was in de tijd van Nebudkadnezzar de meester van de magiërs en droeg de titel Rab-Mag. Misschien wel juist hierdoor wisten de latere Magiërs dat er ooit een Koning der Joden zou worden geboren. Dit was namelijk de beroemde profetie van hun meester Daniël. Ook de romeinen waren op de hoogte van de profetieën van Daniel. Ene Suetonius noemt al een koning die voort zal komen uit Judea. Tacitus wist hiervan en zelfs Nero wist dat Jeruzalem ooit de hoofdstad van de wereld zou worden. Zelfs Zoroaster had voorspeld dat er een koning geboren zou worden die de doden zou opwekken en de wereld zou transformeren in een wereld van vrede. Hij zij zelfs dat deze koning uit het geslacht van Abraham zou voortkomen. Ik denk dat de magiers uit het Oosten een prefiguratie zijn van het heil dat naar de volken gaat (waar Js.60 van profeteert). Ze zijn vooral een verborgen verwijzing naar de tegenwoordige tijd:
– De Joodse leidslieden zoeken hun Messias niet maar de heidenvolken (magiërs) vinden Hem. Een uitbeelding van de tijd dat het heil buiten Israël om naar de heidenen gaat.
– De tijd die de magiërs (= heidenen) melden was twee jaar. De twee jaren verwijzen naar onze bedeling van 2000 jaren. Denk ook aan de twee jaren van de gevangenschap van Jozef alsook van Paulus. Sterren ‘spreken’ juist in de nacht. Een ster rijst op in Jakob (= een ongelovig Israël).
– De geschenken die de magiërs brachten houden allemaal verband met priesterschap. En dat is juist kenmerkend voor Christus’ bediening in de huidige tijd: Hij is in het heiligdom!
*
De Joden en de Magiërs
Veel joden bewonderden de magiërs uit het Oosten. Niet alleen omdat hun voorvader Daniël onder hen had verkeerd maar ook omdat de magiërs niet zoals andere magiërs aan afgoderij deden. Ze maakten geen beelden van hun goddelijke associaties wat deze ook waren en in feite waren ze heidenen die naar monotheïsme neigden. Ook Philo had ontzag voor hen en noemden hen serieuze wetenschappers van een niveau om koningen te adviseren. Cicero en Plutarch leren ons dat Magiërs de speciale taak hadden om koningen te adviseren. Eigenlijk hielden ze zich alleen bezig met koninklijke zaken. Ze stonden in zo’n hoog aanzien dat Herodus zelfs meer vertrouwen in hun had dan in zijn eigen astrologen. Geen wonder dus dat ze cadeau’s gaven aan de ouders van Jezus. Een eeuw later zou Tiridates hetzelfde doen en cadeau’s schenken aan keizer Nero. Al met al is het dus zeker niet verbazingwekkend dat Herodus flink in de war was van hun komst. De geschenken die de magiërs aan de ouders van Jezus gaven, goud, mirre en wierook waren al genoemd in Jesaja 60:6 als geschenken die buitenlandse heersers op een dag aan Israël’s messias zouden brengen. We weten niet precies hoeveel magiërs naar Israël afreisden maar we vermoeden dat het er 12 waren. De gedachte dat er maar 3 magiërs waren is gebaseerd op het feit dat er 3 cadeau’s waren geschonken. Bovendien moeten de magiërs hebben geweten dat deze koning heel iets anders was dan de koningen waar ze tot nu toe mee te maken hadden gehad.
De ster
Mattheus zegt duidelijk dat de ster van Bethlehem “Zijn ster” is, de ster van de messias. De magiërs hebben het bij Herodus een ster die omhoog steeg boven de oostelijke horizon. Ze waren zo onder de indruk dat ze zelfs afreisden naar israël. Ook Herodus was totaal onder de indruk. Dergelijke gebeurtenissen werden dermate serieus genomen dat bijvoorbeeld in 63 voor christus alle babies waren vermoord om te voorkomen dat er een romeinse koning geboren zou worden. Dat was Augustus die dus ondanks deze obscure maatregelen toch geboren werd. Herodus had deze gebeurtenissen waarschijnlijk in zijn achterhoofd toen hij besloot om hetzelfde te doen en alle pasgeborenen te doden om te voorkomen dat de koning de joden geboren zou worden.
Het duistere decennium
Het decennium van 6 voor christus tot 4 na christus is de meest duistere periode van het romeinse rijk en tegelijk het belangrijkste decennium uit de westerse geschiedenis met tal van astronomische verschijnselen aan de hemel en uitgebreide feesten in het romeinse rijk. Professor Timothy Barnes schrijft dat de periode waarin Tiberius zich terugtrekt uit het publieke domein één van de meest obscure periodes is van het romeinse rijk. Sir Ronald Syme echoot hetzelfde sentiment als hij het heeft over de stormen die inherent zijn aan het obscure tijdperk van 6 voor tot 4 na christus. En juist over dit decennium is zo weinig bekend.
De oorlog van Varus
Het Romeinse rijk kende een zogenaamd duister decennium, waarover vrijwel niets is geschreven. Dit was van 6 voor christus tot 4 na christus. Als voorbeeld was er een grote oorlog in die tijd, in vele opzichten vergelijkbaar met de Golfoorlog. Dit was de oorlog van Varus. Deze oorlog vond plaats in Galilea, Judea en Idumea net na de dood van Herodus de Grote in 1 voor christus. Deze oorlog begon met de moord op 3000 joodse gelovigen in de tempel tijdens het paasmaal op 1 voor christus. De oorlog werd gevoerd door de gouverneur van Syrië, ene Quintilius Varus en vond plaats in palestina. In dit zelfde decennium is Jezus geboren. De oorlog van Varus was voor de romeinen niet zomaar een oorlog net zoals de Golfoorlog niet zomaar een oorlog was. De oorlog van Varus was een oorlog tegen de joden. En dat vielde romeinen altijd zwaar omdat de joden godsdienstgekken waren. Vooral nu er messianistische verwachtingen waren, was de oorlog ongekend fel. De maaneclips tijdens de dood van herodus was op 10 januari in 1 voor christus. 2 belangrijke rabbijnen werden vermoord aan de vooravond van die eclips. Een paar weken later vonden 3000 joden de dood tijdens het paasmaal. De kleinzoon van Keizer Augustus, ene Gaius Ceasar was aan de Donau gelegerd maar werd halsoverkop naar Palestina gehaald om daar te vechten tegen de opstandige joden. Het was dus zeker geen provinciaal oorlogje.
In 1960 werd in Griekenland een inscriptie gevonden die luidde:
“Gaius, zoon van augustus, die tegen de barbaren vocht voor het belang van de hele mensheid.”
Zo’n grote oorlog was het dat men sprak van “het belang van de hele mensheid.” Het ging dus niet om het onderdrukken van zomaar een opstand. Tenslotte werd Varus gouverneur van Syrië, 2 keer zelfs. Hier is een lijst van gouverneurs:
Titius: ………………………….. tot 7 B.C.
Q, Varus:………………………..7 of 6 tot 4 voor christus
S. Saturnius:…………………..4 voor chr. tot 2 voor christus
Q. Varus (2de keer) ………. 2 B.C. tot 1 na christus.
G. Caesar:……………………….1 tot 4 na chr.
De registraties uit Lukas 2:3 hadden vast en zeker een financiële bijbedoeling. Maar dat ze per sé bedoeld waren voor belastingdoelen is lariekoek. Registratie is eigenlijk niet een goed woord. Het was meer een eed die de bevolking moest afleggen om Augustus als universele keizer te erkennen.
*
Herodus
Vanaf de tijd van Judas Maccabeus tot die van Herodus was Israël geregeerd door de priesterlijke familie van de Hasmonieden. Herodus wou deze traditie voortzetten door met Mariamme te trouwen die ook een afstammeling was van deze stam. Ze werd algemeen als koningin beschouwd door haar afkomst. Uit dit huwelijk kwamen 2 zoons voort: Aristobulus en Alexander. Beiden werden populair onder het volk. Tot ergernis van Herodus’ andere zoon Antipas die zich bedreigd voelde. Antipater wist het voor elkaar te krijgen dat zijn rivalen werden gedood, zelfs met toestemming van Augustus die eigenlijk vond dat de Hasmonieden aan de macht moesten blijven. Herodus vermoordde ook Mariamme. Pas tegen het eind van zijn leven werd Archelaus zijn opvolger. Wel had Herodus de Grote een kleinzoon via de lijn van Mariamme, ene Agrippa 1. Die regeerde over Judea van 38 tot 44 na christus. Herodus de grote stierf in het jaar 1 voor christus vlak na de maan eclips van 10 januari in 1 voor christus. Vlak daarvoor had hij Antipater omgebracht omdat hij hem niet vertrouwde. Zijn rijk ging over in de handen van zijn andere 3 zonen: Archelaus, Antipas en Philip. Het grote probleem was dat ze geen afstammelingen van de Hasmonieden waren. De joden zouden hen nooit als hun leiders accepteren. Archelaus werd in 6 na christus afgezet en naar Gallië verbannen. Vervolgens ontstond er een duistere periode. Judea werd een deel van de Syrische provincie van Rome. Philip overleed in 36 na christus en zijn gebied werd aan Agrippa gegeven. Antipas overleed ook. Agrippa zette de lijn voort. Dat betekende dat de Hasmonieden weer aan de macht waren. Het vervolg zag er zo uit:
Agrippa 1 (hasmonied)
Agrippa 2 (hasmonied)
Herodus van Calcië (hasmonied)
Aristobulus van klein Armenië (hasmonied)
Tigranus lV van Armenië (hasmonied)
Tigranus v (hasmonied)
Alexander van Cilicië (hasmonied)
Drusilla, Koningin van Emesa en vrouw van Felix (hasmonied)
Bernice, koningin van Calcië en daarna van Cilicië (hasmonied)
De Volkstelling van Quirinus
Lukas zegt dat Jezus geboren is tijdens de volkstelling toen Quirinus aan de macht was in Syrië. Tertullianus zegt dat er in de tijd van Jezus’ geboorte veel zogenaamde registraties waren in Palestina als Saturnianus gouverneur is van Syrië. Hoe kunnen beiden tegelijk gouverneur zijn van Syrië? Justin Martyr zegt dat Quirines een procurator was en geen gouverneur. Hij voerde de volkstelling uit terwijl Saturnianus de echte gouverneur was. Maar waarvoor was deze volkstelling, dan wel registratie? Keizer Augustus had in 27 voor christus de absolute macht gekregen van de senaat en het volk van Rome. Was hij misschien aan een nieuwe loyaliteitsverklaring toe met al die messianistische verwachtingen? In het jubeljaar. Alle inwoners van het romeinse rijk moesten zich laten registreren en hun trouw beloven aan Augustus. Deze eed of verklaring was door Augustus afgekondigd zo’n 12-15 maanden voor de dood van herodus. Als de eed een volkstelling was, was het logisch dat Maria met Josef meeging want anders niet nodig was geweest. Er wordt gezegd dat beiden nakomelingen waren van David. Door een registratie wist Herodus mooi wie die afstammelingen waren die bovendien volgens de joodse tradities recht hadden op een koningsschap. Meer dan 6000 farizeeërs weigerden de eed te ondertekenen en trouw te zweren aan Augustus en Herodus. Vooral omdat ze geloofden dat de messias eraan kwam. Ene meneer Lardner beweert dat de eed en de registratie dezelfde zijn. De kerk noemt dit een volkstelling maar de vraag is het echt alleen om een volkstelling ging. Misschien was het zowel een volkstelling als een eed van loyaliteit aan de keizer. Hoe anders wist Josephus dat meer dan 6000 farizeeërs de eed weigerden te ondertekenen. De eed die Josephus noemd om loyaliteit te zweren aan de keizer en de registratie/volkstelling waar Augustus het over heeft zijn dezelfde. Augustus kreeg zijn gewilde titel van Vader van het Rijk, de Pater Patriae op 5 februari in 2 voor christus. Deze dag was de dag van eenheid op de romeinse religieuze kalender.
Inderdaad is er in Noord Turkije een inscriptie gevonden die verhaalt van een eed van gehoorzaamheid die zowel de inwoners als de romeinse zakenlieden moesten afleggen. De hele bevolking moest erbij zweren bij de altaars van Augustus en in de tempels van Augustus in de diverse districten. Dit was ook in 3 voor christus. Ook in Judea moesten de inwoners een eed afleggen. Het lijkt er nu toch sterk op dat de eed waar Jospehus het over had dezelfde was als die van de inwoners van Noord Turkije in dit geval. De Armeense historicus Mozes van Khorene zei dat in 3 voor christus de registratie die Lukas noemt, Romeinse afgezanten naar Armenië bracht met afbeeldingen van keizer Augustus om in de tempels op tehangen c.q. neer te zetten. Ene Orosius die in de 5de eeuw leefde beweerde zelfs dat de eed van loyaliteit die men moest afleggen aan keizer Augustus voor het hele romeinse rijk gold:
“Augustus beval dat in iedere provincie overal registraties moesten plaatsvinden en dat alle mensen zich moesten laten registreren. Dit is de vroegste en bekendste publieke erkenning die Caesar als de eerste van alle mensen markeert en de romeinen als heersers van de wereld, een gepubliceerde lijst van alle mensen individueel.”
Volgens Orosius gebeurde dit in het jaar 3 voor christus. De beschrijving “eerste van alle mensen” lijkt op de Pater Patriae. Lukas beweert nergens dat de registratie voor belastingdoeleinden was. (Lukas 2:1). Toen herodus nog leefde betaalden de joden sowieso geen belasting aan rome. Ze betaalden aan herodus zelf. De joden vroegen Herodus’ opvolger Archelaus om hen te verlossen van de extreem hoge belastingen. De resitratie was dus primair bedoeld als loyaliteitsverklaringen aan keizer augustus tegen de achtergrond van de messiaanse verwachting van een koning der joden die onder het volk leefde. De Turkse inscriptie noemde dit een eed, Flavius Josephus noemde dit een eed en Lukas noemde het een registratie.
Overigens waren er in het romeinse rijk iedere 5 jaar volkstellingen, zij het in een misschien wat mildere vorm. Er is bewijs dat er in 8 voor christus zo’n volkstelling was. Dus 5 jaar later is ons beroemde jaar 3 voor christus. De inwoners werden in hun geboortestad geregistreerd. Dit verklaart waarom Lukas zegt dat iedereen naar zijn eigen stad ging (Lukas 2:3). Daarnaast was en nog een cyclus van 20 jaar van belastingregistraties. Deze registraties waren grondiger en omvangrijker dan de registraties die om de 5 jaar plaatsvonden. Zo was er in 8 voor christus een belastingregistratie en daarna weer 1 in 14 na christus. Oeps, dit klopt niet, er zit opeens 21 jaar tussen. Ergens ontbrak een jaar. Was dit misschien het flowerpowerjaar 2 voor christus? Toen er een nieuw begin werd gemaakt voor rome en augustus? Waarom zou men de feesten verstoren door registraties? De registratie een keer overslaan zou bovendien bijdragen aan de loyaliteit aan Augustus. De romeinen gaven de joden belasting terug in hun sabbatsjaar en soms ook als ze een goede bui hadden. Het is dus waarschijnlijk dat men in ruil voor de registraties die Lukas en Josephus noemen allerlei belastingvoordelen kregen. Ja, dan wilde je Augustus wel trouw zijn. Dit betekent dat de registratie die Lukas noemt zeker niet in verband met belastingen was. In 3 voor christus was Quirinius procurator met speciale bevoegdheid om zo’n registratie uit te voeren ten behoeve van loyaliteit aan de keizer augustus.
Lukas zou gezegd hebben dat Quirinius gouverneur was in 2 voor christus. In het Grieks staat dat er niet. Wat er wel staat is dat Quirinius de eerste registratie uitvoerde vanuit zijn district Syrië. Pontius Pilatus was ook een Prefect van Judea en niet een gouverneur die controle uitoefende over één van de grootste provincies van het rijk. Theoretisch kan het ook nog zo zijn geweest dat Saturninus 6 maanden zijn gouverneurschap overdroeg aan Quirinius toen hij aan het einde van de lente Syrië verliet. Lukas heeft hier echter niets over gezegd. Daarom is het logisch om aan te nemen dat Quirinius procurator was. Pas veel later in 6/7 na christus werd hij wat we met enige fantasie gouverneur kunnen nomen. Ook dan heeft hij weer speciale bevoegdheden. Ook deze periode vond er een registratie plaats. Lukas noemt deze omdat de provincie officieel bij het romeinse rijk wordt ingelijfd. Maar het gegeven dat Quirinius in 3 voor christus een procurator was met speciale bevoegdheid om een registratie uit te voeren ten behoeve van loyaliteit aan keizer augustus, en het gegeven dat hij in 6/7 gouverneur was en een registratie ten behoeve van belastingen uitvoerde maakt het onderscheid tussen beide registraties duidelijk.
*
In volgorde
1. Jozef en maria’s reis naar bethlehem voor de volkstelling gebeurde aan het einde van het joodse civiele jaar. Dat was in de zomer en voor het regenseizoen.
2. Jezus was geboren in een stal in de schemeravond van 11 september, Dag van de Trompetten, ofwel Rosh Hoshanna.
3. Hij werd besneden op 18 september, 3 voor christus.
4. Hij was ingewijd in de tempel op 20/21 october.
5. Lukas zegt: ze gingen terug naar Galilea, naar hun eigen stad, Nazareth (2:39). Dit betekent dat ze niet naar egypte gingen na de geboorte van Jezus. Inderdaad hoefden ze alleen naar bethlehem voor de volkstelling en verder niet. Dus de familie keerde terug naar Nazareth in het laatste deel van oktober in 3 voor christus.
6. Opeens gaan ze naar Bethlehem. Waarschijnlijk in de lente of zomer van 2 voor christus. Ze bouwden een huis.
7. Op 5 december van 2 voor christus haalde de jeugd de adelaar omlaag van de oostelijke ingang van de tempel.
8. Op 25 december in 2 voor christus, toen de koningsplaneet Jupiter stationair kwam te staan in het sterrenbeeld maagd, leek het alsof hij stilstond boven bethlehem, gezien vanaf Jeruzalem. De magiërs kwamen uit perzië en gaven het kind de geschenken die ze uit het oosten hadden mee genomen. Jezus was nog een peuter maar oud genoeg om te staan en te lopen. Een andere bron, de papyrus codex Bodmer V van het proto-evangelie van Jacob, geschreven in egypte in de 4de eeuw, meldt dat de Magiërs in staat waren om Jezus te zien staan naast zijn moeder (21:3). Dit geeft aan dat de magiërs hun geschenken aan Jezus gaven, lang na zijn geboorte. Ze gaven hun geschenken waarschijnlijk tijdens Chanoeka toen joodse vaders gewoon waren kado’s aan hun kinderen te geven.
9. Na de waarschuwingen van de magiërs namen Josef en maria direct de vlucht naar egypte, eind december, 2 voor chr.
10. Kort hierna, vermoordde herodus alle pasgeboren jongens van 2 jaar en jonger. Dit kan nu ook beter verklaard worden als jezus in 3 voor christus was geboren.
11. Vlak daarna werden 2 illustere rabbi’s veroordeeld door het sanhedrin. Mogelijk was dit begin januari in 1 voor christus en toen vond een paar dagen later (op 10 januari) de maaneclips plaats waarover Flavius Josephus het had.
12. Herodus stierf op 28 januari in 1 voor christus.
13. Later, in de lente van 1 voor christus, vond de paasmaaltijd plaats waarbij 3000 joden werden vermoord in de tempel.
14. In de zomer en herfst van 1 voor christus brak de oorlog van Varus uit.
15. Toen, ongeveer 28 jaar later, werd jezus gedoopt door johannes, ergens in oktober of november in 27 na christus aan het begin van een sabbatsjaar. Jezus begon zijn officiële missie met het paasmaal en pinksteren van 28 na christus. In 30 na christus werd hij gekruisigd.
*
Zaaien en oogsten
Joh. 4:35, nog 4 maanden, dan komt de oogst…
Wanneer heeft Jezus dit gezegd? Niet 8-9 maanden na Johannes’ 1ste paasfeest omdat in vers 45 zijn Galileese metgezellen de tekens noemden die Hij onlangs op deze paasmaal had voorzegd. Dit waren galileeërs die naar het feest waren geweest. Het gaat hier om het eerste paasfeest dat 6-7 weken eerder plaats had gevonden. De Galileeërs moeten over het paasfeest hebben gehad waar ze Jezus wonderen hadden zien verrichten. En dat paasfeest was niet langer dan 40-50 dagen geleden. Dit betekent dat Jezus zijn verklaring over de oogst niet in december of januari had gedaan en niet 8 of 9 maanden na Johannes’ eerste paasfeest. Het is duidelijk dat Jezus zijn statement over de oogst maakte in eind mei of begin juni. Oftewel in het midden van de oogst. Origines die in de 3de eeuw in Palestina leefde erkende dat Jezus’ leerstelling in Johannes 4:35 in het midden van het oogstseizoen waren gedaan. Zelfs Jezus zelf gaf dit toe: “kijk om je heen en zie dat de velden rijp zijn voor de oogst.”
Deze opmerking geeft aan dat het graan al klaar was voor de oogst. Waarom zegt Jezus dan dat er nog 4 maanden te gaan waren? “Nog 4 maanden en dan komt de oogst.” Dat komt omdat Jezus zijn statement maakte in het midden van een sabbatsjaar. Dan mochten de joden niet zaaien of oogsten van het nieuwe jaar van de ene herfst tot het nieuwe jaar van de volgende.
4 maanden na begin kuni is Tisrjri. Dan eindigt het sabbatsjaar en kunnen de joden weer oogsten. De verzen 37 en 38 getuigen hier ook van. “Jullie zullen een oogst binnenhalen waarvoor je geen werk hoefde te doen.” Het was dus een sabbatsjaar waarin Jezus deze opmerking in Joh. 4:35 maakte. In Lukas 4:17-21 staat opnieuw een verwijzing dat het een sabbatsjaar was. Jezus was weer terug in Nazareth en ging de synagoge binnen. Ze overhandigden hem een boekrol met Jesaja. Dit is interessant; waarom deed de synagoge dat? Waarschijnlijk vereiste de synagoge liturgie dat op deze dag Jesaja moest worden gelezen. Dit zou betekenen dat Jezus de reguliere 3 jaarlijkse cyclus selectie van de profeten voorlas die de opeenvolgende lezingen van de 5 boeken van Mozes vergezelden. Dit betekent dat het op dat moment Pinksteren was. Het was zeker ook het zelfde jaar als van Johannes 4:35. Jezus noemt verder het genadejaar van de Heer wat op een sabbatsjaar duidt. De terminologie die Jezus in de synagoge in Nazareth gebruikt, duidt op een sabbatsjaar. In Lukas 4:18 zegt hij: de geest van de heer heeft mij gezalfd om aan de armen het goede nieuws te brengen. Dit is een verwijzing naar de sabbatsregels dat de arme en de vreemdeling zonder hinder kon eten van het graan dat op het veld lag.
2. Hij komt om de gevangenen vrij te laten. Dit verwijst naar de sabbats regels voor kwijtschelden van schulden zoals genoemd in Deuteronomium 15:1-6.
3. Hij riep het genadejaar van de Heer af. Dit is ook een verwijzing naar de dag van verzoening in Lev. 25:9 en Jesaja 58:1-14.
Lukas meldt dat de discipelen een paar weken later bijeen waren op een dag die hij de tweede-belangrijkste sabbath noemde en dat ze begonnen te eten van het graan. Wat is de 2de eerste sabbath? Dit was de 1ste wekelijkse sabbat van de maand tisjri waarin de 24 priesterdiensten hun 2de jaarlijkse cyclus beginnen. De discipelen vinden in de eerste wekelijkse sabbath in de maand Tisjri een overvloed aan graan in het veld. Dit sabbatsjaar duurde tot de dag van de verzoening. Als het geen sabbatsjaar was geweest was er geen graan meer te vinden geweest op het veld. Dit betekent dat het moment waarop Johannes de Doper zijn prediken begon en waarop Jezus begon te onderwijzen in een sabbatsjaar was. Dan snappen we ook waarom ze zoveel aanhangers kregen aangezien iedereen vrij was. In een ander jaar zou iedereen aan het werk zijn. Maar jezus en Johannes begonnen hun preken in een sabbatsjaar waarin iedereen vrij was.
Sabbatsjaren in de oudheid
2 briljante studies hierover zijn van belang van professor Wacholder van het Hebrew Union College in Cincinnati. Deze studies zijn:
– The Calendar of Sabbatical Cycles During the second Temple and the Early Rabbinic Period (1973), p. 183-196
– The Timing of Messianic Movements and The Calendar of Sabbatical Cycles (1975) p. 201-218
*
Sabbatsjaren
1. In 1 Maccabeeën 6:49 staat dat Judas Maccabee’s nederlaag bij Beth-Zur in een sabbatsjaar was. Dit was van herfst 163 tot herfst 162 voor christus.
2. Josephus laat ons zien dat de moord op Simon de Hasmoneeër in het sabbatsjaar van herfst 135 tot 134 voor christus was.
3. Josephus claimt dat Herodus’ verovering van Jeruzalem plaatsvond in het laatste deel van het sabbatsjaar van 37 tot 36 voor christus.
4. Koning Agrippa 1 somde een deel van deuteronomium op wat een koning moest doen in een sabbatsjaar (Deut. 31:10-13). Dat was in 41 tot 42 na christus.
5. Het 2de jaar van Keizer Nero was een sabbatsjaar, dus van 55 tot 56 na christus, aldus een geschreven Aramees papyrus document.
6. De Seder Olan in de 2de eeuw na chr. toont de tempel van Jeruzalem die vernietigd wordt in een sabbatsjaar: 69 tot 70 na christus.
7. Bar Kochba opstand van 132 tot 133 van de joden tegen de romeinen was ook in een sabbatsjaar.
8. Het jaar 237 tot 238 na christus was een sabbatsjaar, zo blijkt uit opgravingen van een oude synagoge.
9. De talmud (sanhedrin 97b) zegt dat de messias de wereld zal verlossen van corruptie en gevangenschap in het jaar na 4291 van de joodse kalender. Het jaar na 4291 was 531 tot 532 na christus en dus een sabbatsjaar.
Het opvallende aan de sabbatsjaren is dat ze in een regelmatige volgorde staan. Dit betekent dat alle sabbatsjaren er tussenin kunnen worden uitgerekend. Dan zien we ook dat er steeds belangrijke gebeurtenissen plaatsvonden in zo’n sabbatsjaar. In deze sabbatsjaren was de meerderheid van de joden vrij van arbeid en dus moest men iets verzinnen om haar bezig te houden. Gedurende de 6 jaren van boerenwerk, hield de regering wat graan en voedsel achter (zoals Josef in egypte) en als het sabbatsjaar eraan kwam betaalden ze het volk hier mee mits het volk dan wel bouwwerkzaamheden verrichtte. De meeste joden gaven hieraan gehoor omdat ze dachten dat dat gods wil was. Herodus begon zijn werk aan de buitenste delen van de grote tempel van God op sabbatsjaar 23-22 voor chr. In dit zelfde jaar begon hij de nieuwe stad Caesarea te bouwen aan de middellandse zeekust. Later, bouwde Herodus’ zoon Philipus de stad Caesarea Philippi in het sabbatsjaar 2/1 voor chr. Tiberias is waarschijnlijk in het sabbatsjaar 20 na christus gebouwd. Ook de grote 3de muur rond de noordelijke delen van Jeruzalem was gebouwd door Agrippa 1 in het sabbatsjaar 41/42 na chr. Zijn zoon Agrippa 2 begon grote bouwwerkzaamheden in sabbatsjaar 62/63 na chr. Hij vergrootte Caesarea Philipp en noemde de stad naar Nero. Hij bouwde een peperduur theater voor de inwoners van Beiroet. De joden moesten in de sabbatsjaren allerlei verschillend werk doen met als gevolg dat de meesten van hen 2 vakken leerden. Ze leerden hun vak tijdens de sabbatsjaren. Zo was Paulus een tentmaker.
Het sabbatsjaar van Jezus’ optreden
Nu professor Wacholder de sabbatscyclus heeft uitgezocht keren we terug naar Jezus. We weten dat Johannes 4:35 in een sabbatsjaar geburde waarin Jezus informatie gaf over de 4 maanden die nog zouden volgen voordat de mensen konden oogsten. Immers, het was sabbath en die was pas over 4 maanden afgelopen. Dat was dus van hersft 27 tot herfst 28 na christus. Lukas zegt dat Johannes de Doper zijn optreden begon in het 15de jaar van keizer Tiberius. Dit was van 1 Tisjri 27 tot 1 Tisjri 28 na christus. Dit correspondeert met het sabbatsjaar van herfst 27 tot hersft 28 na christus. Wat een goede timing van Jezus en Johannes om te beginnen met hun openbare optredens. De joden waren niet alleen vrij van hun eigen werk, hoewel ze wel constructiewerk verrichten. Ze wisten ook dat sabbatsjaren gekoppeld waren aan belangrijke gebeurtenissen in hun geschiedenis. De geboorte van Adam, Noach en Abraham waren in sabbatsjaren. Johannes de Doper begon zijn optreden in de herfst van het jaar 27 na christus en Jezus begon zijn optreden iets later. In deze dagen ook ging hij 40 dagen de woestijn in. Daarna ging hij terug naar galilea. Hij wachtte op het paasfeest in 28 na christus om officieel met zijn optreden te beginnen. Bovendien was pasen van het sabbatsjaar het moment waarop de messias werd verwacht. In dit sabbatsjaar 27/28 na chr. was Jezus 30 jaar. Maar hij had zijn 30ste jaar nog niet volbracht. Irenaeus zei dat men iemand van 30 meester begon te noemen. Gregory Nazianzen schrijft dat Jezus 30 is als hij gedoopt wordt. In Galaten 4:10 zegt paulus tegen de heidenen: u houdt zich werkelijk aan de vaste feestdagen en seizoenen. Hiermee doelt hij op de Sabbatsjaren. Er zijn 3 sabbatsjaren die Paulus kan bedoelen: 41/42 na chr., 48/49 na chr. en 55/56 na chr. De laatste kan niet omdat dit sabbatsjaar ver na de Raad van Jeruzalem is in 49 na chr. En 41/42 na christus is te vroeg. Dus heeft Paulus het over het sabbatsjaar 48/49 na christus dat de Galaten vierden. Dus Paulus is terecht ongerust over de Galaten aangezien de joden zich niet eens meer aan de feestdagen hoefden te houden, laat staan de heidenen. De Galaten vierde het sabbatsjaar in Turkije.
*
Tijdens sabbatsjaren zoals het genoemde 48/49 na christus mochten de joden geen landbouw bedrijven, laat staan er geld mee verdienen. Dat had nogal een impact op de joodse gemeenschap. Deze vaststelling is een belangrijke bij het interpreteren van diverse verklaringen en gebeurtenissen op verschillende plaatsen in het nieuwe testament. Soms werden de joden onderhouden door familie in de diaspora die hen geld stuurde. Palestina was vruchtbaarder en welvarender dan Rome. Maar in sabbatsjaren leden de joden pure armoede. Geen wonder dat Paulus in Galaten 2:10 aan de armen moet denken in het sabbatsjaar 48/49 voor christus. Paulus had de ontmoeting met de steunpilaren zoals ze worden genoemd in Galaten 2:9, Jacobus, Kefas en Johannes in 48 na christus direct aan het begin van het sabbatsjaar. Dus zouden er de komende tijd veel arme joden zijn. Paulus reisde naar Korinthië op zijn 2de reis waar hij aankwam in de herfst van 50 of in het begin van 51 na christus. Hij bracht 18 maanden door in Korinthië. Gallio de romeinse proconsul was in dienst tussen 25 januari in het jaar 52 na christus en tot voor 1 augustus in dat zelfde jaar. Paulus werd bij Gallio voor het gerecht gedaagd in die tijd (Hand. 18:12-17). In het midden van het jaar 52 ging Paulus naar Jeruzalem en tenslotte terug naar zijn thuisbasis in Antiochië of Syrië (Hand. 18:21-22).
In de lente van 53 begon Paulus zijn 3de reis tot hij Efeze bereikte in de late lente van dat jaar. Daar bleef hij 2 jaar en tegen het einde van die 2 jaar vlak voor pasen, in het jaar 55 schreef hij zijn eerste hoofdstuk aan de Korinthiërs (1 Kor. 16). Hij vroeg hen geld in te zamelen voor hun arme broeders en zusters in Jeruzalem (1 Kor. 16:15). Daarna ging hij naar Macedonië waar hij eind 55, 2 Kor. schreef. Hij schreef de Korinthiërs opnieuw (2 lange hoofdstukken) over een geldinzameling voor de arme gelovigen in jeruzalem. En hij prees hen dat dat de Korinthiërs zelfs voor het sabbatsjaar in Tisjri van het jaar 55 hun geld en goederen hadden ingezameld. (2 Kor. 8:10, 9:2). Toen, eind 55 ging Paulus door naar Korintië waar hij 3 maanden overwinterde (Hand. 20:3). Dit is waar hij zijn brief aan de Romeinen schreef en hun vertelde dat hij spoedig naar Jeruzalem af zou reizen om al het ingezamelde af te leveren dat hij had ontvangen van Macedonië, Griekenland en Galatië. (Rom. 15:25-33). Het boek Romeinen was geschreven in de vroege lente van 56 na christus. Hij verliet Korintië en ging naar Efeze en vertelde hun dat het 3 jaar geleden was sinds hij was begonnen met zijn preken voor hen (Hand. 20:31). Hij ging naar Jeruzalem rond pinksteren in 56 na christus toen het einde van het sabbatsjaar naderde. Waarom zijn al deze data belangrijk om te weten? Om dat ze ervan getuigen dat Paulus geld en goederen meebracht naar Jeruzalem om de gemeenschap daar door het sabbatsjaar 55/56 heen te helpen. We zien nu ook hoe duidelijk de interpretatie van Johannes 4:35 is: Jezus heeft het hier over een sabbatsjaar. Tenslotte, als Jezus inderdaad zijn optreden begon in het sabbatsjaar 27/28 na christus toen hij in zijn 30ste jaar was, was hij dus in 3 voor christus geboren. En wel op Rosh Hoshanna, 11 september.
*
Cydonia, dierenriem, Marcahuasi
The spiral pathway of the Cydonia mound originates at it’s outside, northern edge winding clockwise 360 degrees to it’s summit. The evidence of even this minor detail underlines human construction. Nearly everyone is familiar with the conce…pt of clockwise, and counter clockwise rotation. Finding the same paradigm displayed on Mars as well as on Earth is more than a coincidence. The greatest example of clockwise rotation in nature is the seasonal progression of the celestial constellational zodiac in the skies above the Earth. The right spiraling path up the mound imitates the stars. When a line is drawn connecting the centers of the pentagonal pyramid, the city, and the face, an equilateral triangle is formed. The length of each side of this triangle is 1/360th of the total polar diameter of the planet Mars. The number 360 connotes a 360 degree circuit, a full circle . The use of a 360 degree calibration, and the…symbol of the circle, are linked to the constellations of the Zodiac. The twelve signs of the Zodiac are each spaced 30 degrees apart or 12 x 30 = 360. These numbers are significant. Using this system, 360 degrees on a circle is both the point of beginning and of ending. By studying the structures on Cydonia, the geometry and the numbers encoded therein, one can gain insight into the identity of the builders. These monumental structures: a sphinx-like human face, a huge four sided pyramid, a complex of over 12 smaller pyramids in a city, and a strange mile wide, 500 foot high artificial mound, complete with a peripheral ditch and central spiral groove. There is an obvious connection between the planet Mars and the plateau of Marcahuasi, Peru. The only face of the many land sculptures on the planes of Marcahuasi which is laying on its back, looking up at the sky, is identical to the Face on Mars. They are gazing at each other across millions of miles of space. These discoveries on Mars will be the evidence that will, with an incredible surge of fear, collapse the false history of Earth humans, and the incredibly absurd and idiotic notion that Earth humans are the only human life form in the Universe. Many uninformed and closed-minded deniers of truth will finally realize that our galaxy and universe are filled with human kind. This will eventually unite all of Earth’s mankind into one global community. Artifacts from an ancient civilization on Mars will be found. Entire cities with pyramids, gigantic monuments, stations connected with space travel and many other structures containing ancient records will be found. All this will be discovered in the very near future, and Earth humans will use many of the structures when they visit Mars.
*
activering heilige geest
De inwonende geest
Velen protesteren tegen de gedachte dat christus in iedereen leeft. Er is een verschil tussen de aanwezigheid van christus aan de ene kant en Hem, die zichzelf een thuis maakt, waar Hij is. Inderdaad, Christus is in de hele schepping aanwezig. Maar aanwezig zijn voor Christus is 1 ding; iets anders is om ook daadwerkelijk actief te zijn voor behoudenis waar hij aanwezig is. Ook in het evangelie is op veel plaatsen sprake van een tijdsverschil tussen christus die slechts aanwezig is en christus die actief wordt in de zin van behoudenis en redding. Bijvoorbeeld tussen het moment waarop Jezus arriveerde in de scene waar vrienden en familie van Lazarus boos waren over zijn dood. En dat moment waarop christus zijn vriend uit de tombe tot leven riep. Dus het is 1 ding voor christus om al aanwezig te zijn in een man of vrouw voordat Hij begint met zijn reddend werk door genade te regenereren naar het punt waarop Christus die persoon deel laat zijn van het lichaam dat de tempel is van de heilige geest. Christus in ons wordt vervuld/voltooid door het actief inwonen van christus in ons. Aanwezig zijn is 1 ding, inwonen gaat veel dieper. Dan is er het woord “volharden” versus het woord “inwonen.” Wij volharden in onze inwoning. Christus volhardt in ons terwijl hij ons tot zijn woning maakt van binnenuit waar Hij altijd was. God werkt altijd van binnen naar buiten en er is geen belemmering van buitenaf die hem eerst tegenhoudt. Nee, het is andersom, geen enkele lichaamscel zou kunnen bestaan zonder christus in ons die als een soort lijm al onze lichaamscellen bij elkaar houdt. Hij is de schepper en ondersteuner van het universum in zijn microkosmos en macrokosmos. In christus zijn we de tempel van God, zowel individueel als collectief maar deze realiteit wordt uitgedrukt en overgebracht aan ons door christus in ons. God heeft, in christus ons al verhoogd en de mensheid tot zijn woning gemaakt door de verheerlijking van Jezus. Christus is de inwoning van God en wij zijn de vele kamers van de woning. En nu zitten we in de fase waarin we onszelf leren kennen door christus in ons. Wie zijn wij in christus, die vraag is belangrijk. Alles wat christus gedaan heeft en nog steeds doet, houdt verband met het feit dat Hij zijn thuis in onze harten maakt door geloof. De Vader verblijft in christus die in ons verblijft en ons met Hem tot God’s woning maakt.
*
De hovenier
Maria ziet Jezus aan voor de hovenier. Dat is degene die de hof bedient en bewaakt. Hier is geen toevallige overeenkomst met de Hof van Eden. Iedere hof is een herinnering aan het paradijs. De hovenier is de herinnering aan de oorspronkelijke opdracht van de mens de hof te dienen en te bewaren. Dit betekent immers te cultiveren en dit is in het oorspronkelijke Hebreeuws het vererend dienen van de Goddelijke wereld. De hovenier moet de hof verbinden met de Goddelijke wereld en hij moet die hof bewaken. Zij moet afgeperkt worden van de wereld. In haar verwarring vraagt ze naar een herinnering aan paradijselijke ordening. Hier keert Maria terug tot de wederherinnering. Zij wil hierdoor op de weg gebracht worden om Jezus te vinden. Nu wordt ons duidelijk dat zij in Jezus de hovenier ziet. Het enige wat haar schijnt over te blijven is de wederherinnering. Die brengt haar bij alle goede herinnering. Haar schijnt niets anders over te blijven dan de herinnering aan het verleden, het paradijselijke en wat zij in Jezus heeft ontvangen. Zij ziet in Jezus een inwijder tot het verleden. Daarom zoekt zij het lichaam. Hier staat hij levend. Misschien denkt zij aan zijn woord: doe dit tot mijn gedachtenis. Maria verwacht dat de hovenier Jezus’ lichaam heeft ingepast in de ordening van het hof. Zo is Jezus opgenomen en ondergebracht bij de paradijselijke herinneringen waar de mensheid voor het grootste deel bij leeft. Zij vraagt de hovenier waar zij Hem kan vinden. Zij meent, dat de hovenier getorst heeft. Jezus is niet gemakkelijk in te passen in de schatten van herinnering. Hij is zo boven alles uitgerezen. Maar Maria zelf torst hem niet. Zij zal hem opheffen uit het verleden. Haar wederherinnering zal voor haar de levensbron zijn. Jezus sprak tot haar: Mirjam. Zij zich omwendende zei Hem in het Hebreeuws: Rabbouni (hetwelk is gezegd meester). Dan ineens doorbreekt Jezus alle omfloersing van vorige inwijdingsstadiën. Hij stelt Maria in het volle licht door het enkele woord dat hij spreekt: Mirjam.
Dat is haar naam, haar wezen. Jezus is de enige die ooit die naam met de volle klank van oorsprong en bestemming heft uitgesproken. Eens heeft hij haar van de donkere machten bevrijd. Zij was onder de machten der aarde en nacht gekomen. de vrouw bij uitnemendheid is als zij verlaten wordt van de lichtkracht van de Zon der gerechtigheid, de man bij uitnemendheid, geworden tot de treurende Koningin van de Nacht. Het beste is weggenomen uit haar omgeving. Haar dochter, dit is de toekomst, is ontvoerd, de Zonnekoning is gestorven. Zij zijn in een voor haar ontoegankelijk lichtrijk opgenomen. Dit is het oergegeven, dat steeds weer bij inwijdingen ter sprake komt. Hier verwijs ik naar het boek Die Zauberflöte (F. de Graaff) van Mozart. Dit zou vele plaatsen van het evangelie door vergelijking kunnen verduidelijken. Men moet echter beseffen dat in het evangelie ontdaan van alle omfloersing alles wordt uitgesproken. Jezus roept de naam Mirjam. Dit is genoeg. All duister verdwijnt. De stralen van de opgekomen zon der gerechtigheid verlichten de nacht. Dan volgt: “en zij zich omwendende.” Hier wendt Maria zich om naar de eeuwige Torah die opgestaan is uit de doden. Hier staat weer het woord omwenden. Dit is, zoals wij zagen, de term voor het omwenden van de mens naar YHWH. Haar antwoord is het antwoord der waarachtige volkomen omwending naar Jezus. Zij spreekt het uit: Rabbouni, dit is: mijn meester. Hier is geen wederherinnering meer maar onmiddellijke ontmoeting en aanvaarding van Jezus als de meester van haar leven. De eeuwige Torah erkent zij als de leidsman voor haar ganse bestaan, van verleden, heden en toekomst. In deze ontmoeting is niets anders gesproken dan 2 aanroepen: Mirjam en Rabbouni. Hier is een verbinding hersteld die nooit meer verbroken wordt. Maria heeft haar Heer terug ontvangen. Zij is bevrihd uit de nacht. De nacht bergt de schatten van de lichtende herinneringen, die in de uiterste beproeving van de inwijding kunnen troosten. Als het licht is opgegaan verbleken deze herinneringen als de sterren van het nachtelijke firmament. de zon is opgegaan. Dan volgen hierna uiterst moeilijk te verstane woorden.
Jezus sprak tot haar: Houd mij niet langer vast, want ik ben nog niet opgevaren tot de Vader.
De ontmoeting is van beslissend belang, maar is nog geen einde van de inwijding. Hoger moet Maria gevoerd worden. In dit stadium van de inwijding moet zij niet blijven noch Jezus daar vasthouden. Bij een inwijding dreigt het gevaar dat de myste wil blijven in een lager inwijdingsstadium voor het meesterschap. Maria wil Jezus vasthouden. Zij wil het ogenblik van de wederontmoeting vasthouden. Jezus verbiedt hier niet het aanraken maar het vasthouden. Hij moet boven de hoogste hemelen verhoogd worden en ook Maria daartoe opvoeren. Juist dan zal blijken dat zij ook dit ogenblik van de aardse ontmoeting niet zal verliezen. Haar nephesh is onsterfelijk gemaakt en daarmee is de opstanding van haar lichaam verzekerd. Maar ook haar ruach en neshama moeten verheven, thuisgebracht worden. Juist dan zal de aardse ontmoeting verheerlijkt behouden blijven. Hij moet nog meer verhoogd worden en de zijnen opvoeren. Het gaat om de verheffing, de verheerlijking der schepping. Maria is de eerste mens die de opgestane heer heeft ontmoet. Dit is niet toevallig. Maria is de vrouw bij uitnemendheid. de vrouw is in het paradijs verleid. De vrouw is de eerste die deel krijgt aan de nieuwe schepping. Die eerste vrouw is Maria Magdalena. Maar juist daarom krijgt zij van Jezus een opdracht. Nog niet mag zij bij Jezus blijven in dit stadium. Zij mag eerst blijven als het einde van de inwijding bereikt is in het volmaakte Rijk Gods. Maria die verkoren is om de opgestane Jezus het eerst te ontmoeten, krijgt de opdracht om dit aan Zijn leerlingen, die hij hier broeders noemt, te verkondigen. Maria Magdalena, de vrouw bij uitnemendheid, die bevrijd is uit de nacht, moet de broeders, de mannen, voorbereiden op de ontmoeting met Jezus. Dit is de taak van de vrouw. Zolang het rijk Gods nog niet over de wereld verbreid is, moet de man de leiding in de wereld nemen. De vrouw is daarvoor te teer en te kwetsbaar. Maar het blijkt hier in de opdracht van Maria, dat de vrouw een hogere taak heeft ontvangen. Zij is weer geworden tot de bemiddelaarster tot de goddelijke wereld. Zij brengt de man de verkondiging van de opstanding. Zij heeft de Heer ontmoet. Deze verkondiging is de zegen, die de vrouw over het leven uitstort. In de emancipatie neemt de vrouw de taak van de man over. Dan laat zij haar eigen hogere opdracht los. Dit leidt tot ontreddering van de maatschappij.
Jezus zegt: maar trek door naar mijn broeders en spreek tot hen: ik vaar op naar mijn vader en uw vader en mijn god en uw god.
De weg die Maria moet gaan is het doortrekken van de onmiddellijke ontmoeting met en aanwezigheid van Jezus naar de leerlingen. Haar uitverkiezing als vrouw bij uitnemendheid moet dienstbaar zijn aan de eer van YHWH. De verkondiging houdt in dat de leerlingen Jezus niet behoeven te zoeken in het hof. Zijn opstanding is een deel van Zijn opvaren tot zijn vader. De vader wordt genoemd “mijn vader en uw vader.” Dit is iets anders dan “onze Vader.” Omdat Hij Jezus’ Vader is, is Hij geworden tot hun Vader. Door de verhoging van de vleesgeworden Torah is YHWH tot vader van de leerlingen geworden. Die leerlingen moeten ook door de kracht van het opvaren tot zonen van YHWH worden. Daarom zijn zij geworden tot Zijn broeders. Het opvaren van Jezus is de kracht die hen brengt tot de hoogste inwijding. Die is, dat zij YHWH als vader hebben. Het 2de deel van de zin geeft ook moeilijkheden. Bij het woord God staat hier niet het lidwoord. Dit betekent dat het niet betekent YHWH. Wat is het dan? Het is een opvaren naar de Vader, d.i. naar YHWH. Het is echter niet een mystiek samenvloeien en opgaan in YHWH. Het is iets anders. Misschien moet vertaald worden: tot mijn Goddelijkheid en uw goddelijkheid. Het wil zeggen dat zij deel krijgen aan de goddelijke wereld. De Oosterse kerk noemt dit vergoddelijking, d.w.z. zij worden opgenomen in de goddelijke wereld. In Joh. 1 wordt hiervan ook gesproken. De Torah is op YHWH gericht, is bij hem voor de schepping. De Torah wordt genoemd een goddelijk wezen. Hij behoort tot de goddelijke wereld. Uit die wereld stamt ook Johannes, een mens van de goddelijke wereld gezonden. Maar onder al die goddelijke wezens is er 1 die volstrekt boven hen gesteld is. Dit is de Eniggeborene, de Torah. Deze heeft macht gegeven om kinderen van God te worden. Daar staat het woord ook zonder lidwoord. Het betekent: deel uit te maken van de goddelijke wereld. Dit doet de Eniggeboren Goddelijk wezen.
Die opent de goddelijke wereld voor hen. Hij heeft die wereld in zichzelf naar buiten gebracht in de wereld van het vlees, vgl. Joh. 1:18. Tot mijn goddelijkheid en uw goddelijkheid. Beide goddelijkheden worden onderscheiden en blijven onderscheiden. De enig geborene met onderscheiden worden als uniek van alle andere goddelijke wezens. De goddelijkheid is het leven en Licht van YHWH zelf. Door middel van Zijn Torah deelt Hij Zijn Goddelijk leven ook aan diegenen mee, waaraan die Torah macht heeft gegeven om Goddelijke wezens te worden, om vergoddelijkt te worden. Nu wordt de uitspraak van Jezus aan Magdalena ook duidelijk. Het gaat hier niet om coelibataire kuisheid: ik wil niet dat zij Mij aanraakt. Het gaat hierom iets geheel anders. Jezus wijst niet af dat Mirjam Hem op dit ogenblik aanraakt. Hij wil alleen dat zij op dat punt van de inwijding niet blijft staan. Zij moet vergoddelijkt worden. En zij moet van die vergoddelijking spreken tot de leerlingen. Maria heeft het verstaan.
Joh. 1:18 – “Zij ging, Mirjam de Magdaleense engel zijnde voor de discipelen: Ik heb de Heer gezien en Hij heeft tot mij gesproken.”
Zij is gegaan, voortgestuwd door Jezus’ macht van het opvaren. Jezus maakt van haar een engel, een hemelbode voor zijn leerlingen. De vrouw bij uitnemendheid is engel. Mirjam’s engelenboodschap is: “Ik heb de Heer gezien.” Hier is “zien” het volkomen wetende zien. “Hij heeft tot mij gesproken (dit).” Dit zijn de woorden van het opvaren tot YHWH en tot de vergoddelijking.
*
antichrist een hybride?
De anti christ is een man maar wat voor man? In Daniël 2:43 staat dat het zaad gemengd zal worden. Misschien hebben we hier te maken met UFO-ontvoeringen en is de antichrist een mengsel van een gray alien en een mens. Net als de farao’s. Wie de schedels ziet van Akhnaton, Toetanchamon of Nefertiti kan zich indenken dat het hier om hybriden gaat. Aangezien dit proces zich in het verleden heeft voorgedaan kunnen we ons voorstellen dat de antichrist ook een dergelijke hybride kan zijn.
*
Analyse van het boek Spreuken
Spreuken is een bijbelboek dat geassocieerd wordt met wijsheid, c.q. filosofie. Hier zit een kern van waarheid in maar dat Spreuken alleen maar over filosofie gaat is ook niet waar. Er is niet 1 auteur. Naast Salomo zijn er andere schrijvers aan het werk. Soms gaat het om algemene wijsheden, dan weer om zaken die voor individuen opgaan of zelfs voor bepaalde individuen. Oppervlakkig gesteld zijn er 4 divisies: de spreuken van Salomo, de woorden van de wijzen, de woorden van Agur en de woorden van Lemuel. En dus gaan de spreuken niet alleen maar over filosofie. Zoveel schrijvers als er zijn, zo complex is de materie en zijn de motieven en bedoelingen van het boek. De Spreuken van Solomo zijn algemeen van aard. De secties met de woorden van de wijzen zijn bedoeld als instructies voor een prins en gaan vooral over politiek en staatskunde. In de eerste 29 hoofdstukken van het boek Spreuken staan verschillende spreuken die VOOR Salomo zijn alsook enkele VAN Salomo. De spreuken VOOR Salomo gaan vooral over de goddelijke aangewezen constituties van Israël. De Spreuken VAN Salomo gaan vooral over het leven en gedrag van individuele Israëlieten.
De volgende analyse:
A. introductie en Titel
1. Woorden van de wijzen – de vader richt zich tot de zoon, dan wel de leraar tot de leerling. Dit gebeurt 15 keer met steeds de beginwoorden, “mijn zoon.” De strekking van deze verzen is: “vrees voor de Here is het begin van kennis, maar dwazen wijzen deze wijsheid af.” De zoon wordt aangesproken met jou en soms met U waarbij hij steeds opnieuw wordt gewaarschuwd voor de vreemde vrouw dan wel de buitenlandse vrouw die hem van het verkeerde pad af brengt. Zie ook de voorbeelden van Samson en Ahab en de dochters van Moab. Dan weer wordt de zoon gewaarschuwd tegen de ongelovigen en zondaren. Zoals zij die anderen onderdrukken en de oorlog injagen.
2. tweemaal maakt de wijsheid de claim dat ze beter is dan goud en zilver en koningen niet zonder haar kunnen, zie hoofdstuk 8. In hoofdstuk 9 worden wijsheid en dwaasheid tegen elkaar afgezet. De vrees voor god wordt nog eens uitgesproken en voor de dwaze vrouw die je van het rechte pad afbrengt wordt nog eens gewaarschuwd. Deze vrouw wordt steeds weer de “vreemde vrouw” genoemd, duidend op een niet joodse vrouw. Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen dat Salomo deze spreuken heeft geschreven, eerder andersom waren ze bedoeld voor hem.
3. een aantal Spreuken door Salomo zelf geschreven zoals in 10:1 staat. Als de inhoud van de secties 1 en 2 (1:6-9:18) door Salomo geschreven zou zijn, was het overbodig om nog een introductie te geven als Spreuken van Salomo. In sectie 1 wordt de 2de persoon gebruikt; de Spreuken worden niet gesproken tegen mijn zoon maar gebruiken de vormen “hij” en “hem” als 3de persoon. Tot hoofdstuk 19:26 gaat het zo door. Ze zijn voor de mens in algemene zin om ervan te leren. En niet voor een prins of een bepaalde koning.
4. een volgende sectie die gericht is aan “mijn zoon” begint in Hoofdstuk 19:20 en eindigt ergens in hoofdstuk 24. Hier lezen we verder over hoe een koning zich moet gedragen. Ze lijken geenzins op de spreuken van Salomo. Het zijn woorden van wijze mensen wat 2 maal bevestigd wordt: 22:17, 24:23. De formule “mijn zoon” komt 6 maal voor (19:27; 23:15, 19, 26; 24:13, 21).
In de secties 1 en 2 is vrees voor de Here iets dat hoger wordt geacht dan rijkdom, 22:1, 4. Deze woorden zijn gericht aan iemand die tussen heersers zit, 23:1 en wiens plicht het is om in het huidige leven zowel de koning als god te vrezen, 24:1. Opnieuw wordt voor de vreemde vrouw gewaarschuwd. en wijsheid wordt veel hoger in waarde geacht dan rijkdom, 20:15; 21:6; 23:4. In het begin van deze spreuken wordt in de 3de persoon geschreven, daarna in de 2de persoon.
5. een 2de collectie spreuken door Salomo, hoofdstukken 25 en 26. Het boek kreeg vorm onder de heerschappij van Hezekia. De schriftgeleerden hadden deze collectie eruit gekopieerd en in de koninklijke bibliotheek van Jeruzalem gelegd. Het gaat om hoogstaande literaire werken van Salomo en zijn vader David. De inhoud gaat over hoe koningen dienen te handelen, wat men mag verwachten van iemand die zelf de troon kent, 25:2-7.
6. zonder speciale introductie begint Hoofdstuk 27 met een volgende serie van Woorden der Wijzen. De inhoud is duidelijk gericht aan een prins, met opnieuw de formule, “mijn zoon” 27:11. Deze verzen zijn duidelijk gericht aan een heerser in Israël.
7. de woorden van Agur, de zoon van Jakeh, H. 30.
8. De woorden van koning Lemuel, de profetie welke zijn moeder hem leerde, 31:1-9 en tot het gedicht leidde van…
9. de kundige vrouw, 31:10-31.
Om de woorden van de wijzen te doorzien moet men het volgende in de gaten houden:
1. het woord Vader wordt gebruikt voor een leraar… 2 Kon. 2:12; 6:21, 13:14 en werd een soort van leidraad voor de rabbijnen.
2. het woord zoon wordt gebruikt voor een jonge leerling, een pupil… 1 Sam. 3:6, 16, 1 Kon. 20:35; 2 kon. 2:3, 5, 7, 15 en elders voor de joodse profeten. En soms voor jonge mannen. Gehoorzaamheid aan de ouders staat hierbij centraal, 5:13. Waar staat: ik heb de stem van mijn leraren niet gehoorzaamd of mijn oor bij hen ten luister gelegd.
3. De uitdrukkingen zondaren, boosaardig, dwazen, hypocrieten werden in israèl toegewezen aan de heiden. Maar als het om politiek gaat, worden de woorden van de wijzen in schooltaal verwoord. De prins tot wie de wijzen zich richten wordt op de omringende heidense volkeren attent gemaakt vanuit het perspectief van hen die de Here vrezen.
4. De vreemde vrouw (Hebr. zarah of nokriah) was geen dwalende Israèliet maar een vreemde buitenlandse vrouw. Omgang met haar zou tot afval van de Here leiden. Beide Hebreeuwse woorden staan in 5:20 en hoofdstuk 6. De goddelijke bedoeling was om Israël apart te houden van de volkerenwereld, Deut. 7:6 en Ezekiel 20:32. Dus omgang met een vreemde vrouw zou ook het nakomelingschap van de uitverkoren familie van Abraham verstoren. De bloedlijn zou verstoord worden en de dynastie van koning David, de koning van Jehova’s keuze zou eveneens verstoord worden. Met afgoderij als gevolg, Exo. 34:16.
Sommigen denken dat de vreemde vrouw uit Hoofdstuk 2:17 een overspelige vrouw is uit het huis van Israèl. Het woord god heeft in deze passages niks te maken met Jehova maar met de nationale god of goden van de vreemde vrouw. De passage waarin staat: ze verlaat de gids van haar jeugd… slaat niet op de god die ze verlaat maar op haar eigen volk dat ze verliet, de mensen van Filistea, Edom en Moab of Egypte. De vrouw is avontuurlijk en komt op haar weg nogal wat volkeren en goden tegen. De volkeren buiten Israël werden vaak aangeduid als de mensen van hun god, Numeri 21:29, 2 Kon. 11:17 en Psalm 47:9. Tegenover het gebruik van het woord god in heidense zin, als gids van de volkeren staan andere passages zoals Leviticus 26:12, Ik zal uw god zijn. De woorden der wijzen zijn door diverse leraren gericht aan Salomo. Ze gaan over de politiek van israël. Na de openingsvers wordt er geen specifieke natie genoemd, maar alleen vrees voor de Here. Woorden als wijs handelen, duiden op een vrees voor de Here. De woorden rangschikken zichzelf in klassen zoals de Pentateuch ze indeelt voor de heersers van Israël. Dit feit geeft aan hoe oud de Pentateuch is alsook andere delen van het oude testament. In Deut. 17:14-20 staat dat de Israëlieten een koning nodig hebben als ze Canaan binnengaan. Ten aanzien van goddelijke zaken moet de verantwoordelijke hiervoor iemand uit eigen volk zijn. Een aantal goddelijke regels zijn deze: Hij zal geen paarden vermenigvuldigen op de manier van de egyptenaren, hij zal niet meerdere vrouwen hebben die zijn hart van God wegvoeren, hij zal zichzelf geen grote hoeveelheden goud en zilver toeëigenen, hij zal een kopie van de wet maken, en hier dagelijks in lezen, opdat hij leert om de Here te vrezen. Dit alles om zijn dagen te verlengen in het koninkrijk en opdat hij nooit gebrek aan opvolgers zal hebben voor de troon. In Deut. 7:2-5 staat dat de Israëlieten de Caananieten zullen vernietigen alsmede hun symbolen van afgoderij en ook niet met hen zullen trouwen.
De Spreuken van Salomo die in de secties 3 en 5 van het boek staan, verschillen nogal van de Woorden van de Wijzen in de secties 1, 2, 4 en 6 die gericht zijn aan “mijn zoon.” Deze prins, in dit geval Salomo naar wie de woorden van de wijzen gericht waren werd ervoor behoed om zich met zaken bezig te houden die tot religieuze afval zouden leiden en de voortgang van de dynastie in gevaar zou brengen. Zo vinden we in deze divisies dezelfde inzettingen als in de Pentateuch: paarden worden als niets gerekend voor de zege van de Here; goud en zilver zijn minder in waarde dan de vrees voor de Here. Gehoorzaamheid is vereist en brengt een verlenging van het leven voort. Deze inzettingen komen overeen met de bepalingen van Deut. 17 die weer verwijzen naar Deut. 7. De heerser van Israël mocht geen verbond sluiten met de volkeren. Zo vinden we ook afkeringen van samenwerking met zondaren en vreemdelingen, nog apart van vreemde vrouwen, Deut. 1:10-15.
Salomo bad voor wijsheid, meer dan voor rijkdom en welvaart. Het mooie was dat hij beiden kreeg van God. 1 Kon. 3:9-13. De waarschuwing aan hem voor vreemde vrouwen is blijkbaar in de wind geslagen. Salomo hield van veel vreemde vrouwen. Toen Salomo oud was, ging zijn hart uit naar andere goden. Zijn hart ging uit naar Ashtoreth de godin van de Zidoniërs, en naar Milcom, de god van de Ammonieten. Hij was niet meer zo op god gericht als zijn vader David. Door die vele andere vrouwen werd hij ook naar andere goden getrokken. Hij bouwde een altaar voor Chemosh, de god van Moab. Een verdere verachting voor de wil van God, haalde Salomo paarden uit Egypte (1 Kon. 10:26-29). Het resultaat was verschrikkelijk. Het koninkrijk was verdeeld en van de zoon van Salomo lezen we dat zijn moeder Naamah heette, een Ammoniet. 1 Kon. 14:21, 31. Dit kwaad kwam door de omgang met vreemde vrouwen en het doorbreken van de leringen van de wijzen die aan Salomo waren gericht.
Kern van deze bijbelstudie is dat sommige spreuken DOOR Salomo zijn geschreven en anderen VOOR hem. In het laatste geval gaat het om inzettingen en verordeningen die met de politiek en oorlogsvoering van Israël te maken hebben en terugvoeren op het boek Deuteronomium. Sommigen verklaren dat het boek Deuteronomium niet bestond in de tijd van Salomo maar geschreven was in de tijd van Manasse rond 650 voor christus. Maar de relaties tussen Spreuken en Deuteronomium zijn er. En Deuteronomium was er al 3 eeuwen voor Manasseh en ver voor de dagen van Jozua. Zo werpt een studie van het boek Spreuken en een onderverdeling hiervan in divisies nieuw licht op het boek Deuteronomium.
*
Liederen van de “graden”
een paar psalmen worden psalmen van de graden genoemd. Graden betekent hier niet stappen. Men neemt dit aan omdat ze op de 15 treden van de tempel werden gezongen. Maar er is geen bewijs voor dat de tempel 15 treden had. In Ezekiel’s tempel zijn er 2 trappen met samen 15 treden maar dit is pas in de toekomst, Eze. 40:22, 31. In het Hebreeuws staat er: het lied van DE graden. Het gaat om de graden van de zonnewijzer van Ahaz die de schaduw van de zon in tegengestelde richting toonde in de dagen van zijn zoon Hezekiah. Dit was een teken van Jehovah dat hij zou genezen terwijl Jeruzalem omringd was door de legers van de koning van Assyrië. Toen hij genas, Zei Hezekiah: Jehova was er klaar voor om me te redden; daarom zingen we mijn lied in het huis van God, alle dagen van mijn leven. Jes. 38:20. Ene meneer John Lightfoot heeft dit eeuwen geleden al eens ontdekt maar zijn ontdekking bleef geïsoleerd. Het gaat om 15 psalmen die in getal gelijk opgaan met de interpretatie die erbij hoort. En Hezekiah kreeg 15 jaar bij zijn leven geteld. Hij schreef zelf 10 liederen welk getal correspondeerde met het aantal graden dat de zon achteruit ging. Hezekiah noemde ze “mijn” liederen. De overige 5 werden aan David en Salomo toegeschreven. Het lied van Salomo was het middelste met aan beide zijden 2 psalmen van David. In elk van de 7 psalmen aan weerszijden van de centrale psalm van salomo komt de naam Jehova 24 keer voor en Jah 2 keer. In de centrale psalm komt Jehova 3 keer voor. er zijn 5 groepen met elk 3 psalmen. De eerste van elke groep begint met nood en benauwdheid. De 2de van elke groep heeft vertrouwen in Jehova. De 3de heeft zegeningen en vrede in Zion. In deze psalmen zijn duidelijke verwijzingen zichtbaar naar passages in de boeken Koningen, kronieken en Jesaja. Ze verwijzen ook naar de geschiedenis van Hezekiah. Jawel, er zijn 15 gebeurtenissen in het leven van Hezekiah die een tegenhanger hebben en gevierd worden in de 15 psalmen met de psalm van salomo in het midden.
1. De godslastering van RAB-SHAKEH, zie Jes. 37:4, 2 Koningen 19:16, staat ook in Psalm. 120:2, 3, en 123:3, 4.
2. Berispingen van SENNACHERIB
In 2 Koningen 19:25, 26 en Jes. 37:26, 27, Psalm 129:5-7.
3. de schaamte van SENNACHERIB
In 2 Kron. 32:21. Hiernaar wordt verwezen in Ps. 129:4, 5.
4. Hezekiah’s gebed
Jes. 38:3, 10-20. 2 Kron. 32:20, 2 Kon. 19:2, 4, 15-19; 20:2, 3, met echo’s in Psalmen. 120:1; 123:1-3; 130:1, 2.
5. God, de maker van hemel en aarde
Hezekiah bad tot hem. Dit om de afgoderij recht te zetten van Rab-shakeh in 2 Kron. 32:19. Zie ook Ps. 121:1, 2, 6; 123:1 (cp. 2 Kon. 19:15. Jes. 37:16); 124:8; 134:3.
6 Hezekia’s wens voor vrede
Uitgebeeld in Jes. 38:17. In Psalm 120:6, 7 zien we de uitdrukking ervan. In 2 Kron. 32:1-3 wilde Sennacherib oorlog. Maar als Hezekia zegt: ik wil vrede, wie kan de verwijzing naar 2 Koningen 18:19 in twijfel trekken. Zie ook Psalm 122:6, 7, 125:5, 128:6, en zijn laatste wens voor vrede in 2 Kon. 20:19.
7. De beloofde hulp van god
In 2 Kon. 19:32-34, 20:6 hebben we God’s antwoord aan de uitdaging van Sennacherib, 2 Kron. 32:10, 15, 17, Jes. 36:20, 37:11. Zie ook Hezekiah in Psalm 121:2-8, 124:1-3, 6; 125:2; 126:2, 3; 127:1.
8. Voor het heil van David
Dit was de basis van God’s belofte in 2 Kon. 19:34 in antwoord op het gebed van Hezekiah’s gebed in vers 14. Zie ook 2 Kon. 20:5, 6. En Psalm 132:1-10.
9. JEHOVAH’S teken voor HEZEKIAH.
In 2 Koningen 19:29, en Jes. 37:30 wordt dit teken gegeven. Er wordt naar verwezen in Psalm 126:5, 6; 128:2. Het lijkt om akkerbouwers te gaan in hun thuisland en niet om bannelingen in een ver land.
10. HEZEKIAH’S vertrouwen in Jehova
Dit is het eerste wat over Hezekiah vermeld wordt. 2 Kon. 18:5. Het was de hoon van Rab-shakeh (2 Kon. 18:28-31) en wordt steeds weer opnieuw genoemd. (Jes. 36:18; 37:10). Zie ook Psalm 121:2, 125:1-3, 127:1, 130:5-8.
11. HEZEKIAH als een vogel in een kooi
Dit staat niet in de schrift. Maar Sennacherib schreef het voor ons op en is terug te lezen in het Britse Museum in London op een hexagonale cilinder van deze Sennacherib, Koning van Assyrië (607-583 B.C.). (*4)
Het is één van de meest opmerkelijke vondsten ooit en bevat 487 lijnen van geschreven tekst, ingekerfd in de Eponymy van Belimuranni, toezichthouder van Karkemish. De tekst gaat over 8 expedities van Sennacherib. Waaronder een beschrijving van de overwinning van Jeruzalem tijdens de heerschappij van Hezekiah.
De cilinder van SENNACHERIB, de lijnen 11-24 van de centrale 607-583 (*4) B.C. kolom van de cilinder.
12. Joden, die zich niet onder mijn juk schikten
13. 46 of zijn omheinde steden en de kleinere steden
14. die rond omheind waren en zonder nummers
15. door het beuken van de stormrammen en de aanval van machines
16. en door de aanvallen van de soldaten
17. Belegerde ik en nam ik gevangen, 200,150 mensen, mannen en vrouwen, groot en klein
18. paarden en muildieren, kamelen en mannen
19. en ontelbare schapen die ik buit maakte
20. ik rekende hen als afval en verspilling. Hezekiah zag zichzelf als een gekooide vogel in Jeruzalem
21. zijn koninklijke stad, maar ik sloot hem in
Lees de woorden van Hezekiah in Ps. 124:7 : onze ziel is ontsnapt als een vogel uit de valstrik van de vogelliefhebber. De strik is gebroken en wij zijn vrij. Dit neemt de psalm mee naar de dagen van Hezekiah and Sennacherib. Het is een psalm van David. 360 jaar voor Hezekiah (964-603 voor chr.) was David in moeilijkheden. Hij was achtervolgd tot in de bergen door Saulus. Zijn toestand was vergelijkbaar met die van Hezekiah. Hij zat gevangen in zijn schuilplaatsen. Hezekiah verging het ook zo. Hij was ziek en omsingeld in zijn eigen stad door Sennacherib. Dus was hij inderdaad een gevangen vogel. De psalm geeft hier goed uitdrukking aan. Hij hoefde geen nieuw lied te schrijven en kon zich beroepen op het lied van david. Deze psalm maakt de geschiedenis weer levend voor onze ogen, zoals er staat: zegen jehova die ons niet als een prooi voor hun tanden heeft gegeven. Psalm 124:6.
12 De inname van Zion
De verklaring van Sennacherib dat hij 200 gevangenen van alle stammen van Israël had mee gevoerd, stelt ons in staat om Hezekia’s gebed te doorzien voor het restant dat is achtergebleven. Jehova bevrijdde Hezekiah en Zion evenals de gevangenen die genoemd worden op de cilinder van Sennacherib, Psalm 126:1-3.
13. Hezekia’s zegel voor het huis van Jehova
Dit was één van de meest prominente kenmerken van Hezekia’s karakter. Hij was er bezeten van. De eerste handeling van zijn regeerperiode was om de deuren te openen van het huis van Jehova, 2 Kron. 29:3 dat de vader van Ahaz had gesloten, 2 Kron. 28:24. Dit was in het eerste jaar van zijn regeerperiode, in de eerste maand. Zie ook Jes. 37:1, 14. 2 Kon. 20:8, Jes. 38:20, 22. Zie ook psalm 122:1, 9 en 134:1, 2.
14. Hezekiah kinderloos
Terwijl de koning van Assyriè de poorten van Zion binnendrong en de koning van Terreur Hezekiah zelf onder vuur nam, die bovendien ziek op bed lag, had Hezekiah zelf geen opvolger voor de troon. En de belofte van Jehovah aan David (2 Samuel 7:12) was gedoemd te mislukken. Net als Abraham toen deze geen opvolgers had, Gen. 15, moest Hezekiah ook ongerust zijn over de toekomst. Op een bepaalde manier zat Hezekiah in hetzelfde schuitje als Abraham. Hij vertrouwde op Jehovah voor de overwinning over zijn vijanden. Zie ook Psalm 132:11. In deze crisis stuurde Jehova Jesaja naar Hezekiah met de belofte van een zoon (2 Kon. 20:18, Jes. 39:7). Niet totdat 3 van de 15 toegevoegde jaren voorbij waren gegaan was de belofte vervuld, in de geboorte van Manasse. Niets in de uittocht en terugkeer van Babylon kan een relatie hebben met de psalmen 127 en 128. Lol hebben in veel kinderen krijgen zou in die dagen misplaatst zijn. Maar in Hezekiah`s geval is het anders. Lees 127:3, 5 en Psalm 128 waarin de laatste vers Hezekiahs woorden hun neerslag vinden, Jes. 39:8.
15. Pasen voor alle Israèls
De juiste tijd voor Pasen was al voorbij maar anders dan 11 maanden wachten, vierde Hezekiah het in de 2de maand volgens de uitzondering hiervoor, Numeri 9:1-11, 2 Kron. 30:1-3. De stammen van het noorden verenigden zich met de stammen van het zuiden, 2 Kron. 30:11, 18. De hand van God was met hen om hen 1 hart te geven, 2 Kron. 30:12. Dan lezen we in 2 Kron. 30:25, 26 van het geluk van iedereen. Psalm 133 viert deze grote gebeurtenis van Hezekiah’s regeerperiode maar het is de Psalm van David. Een andere gelegenheid wordt net zo gevierd als David’s boodschap het hart van alle mensen van Judah buigde net zoals het hart van 1 mens, 2 Sam. 19:14. Het paste perfect bij Hezekiah’s omstandigheden. Hezekiah’s doel was om de stammen van noord en zuid bijeen te brengen. Dedauw van de Hermon was één met de dauw van Zion. Dezelfde wolk van de nachtmist verenigde Israël en Judah. Deze 15 punten brengen de Liederen van de graden terug naar hun historische settings, meer dan 600 jaar voor christus. En redt hen uit de handen van hen die ze willen traceren tot hooguit 150 voor christus om ze niet als geschiedenis te zien maar als verhalen.
*
Zie*, ik zeg u een geheim! Wij zullen niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ogenblik, in het knipperen van het oog, in de laatste trompet. Want Hij zal de trompet blazen en de doden zullen onvergankelijk worden opgewekt, en wij zullen veranderd worden. – 1 Kor. 15:52
Want dit zeggen wij in een woord van de Heer, dat wij, die leven, die overblijven, in de aanwezigheid van de Heer zeker niet die rusten zouden voorbijstreven*, [1 Kor. 7:10] – [1 Kor. 15:51] want de Heer Zelf zal afdalen van de hemel, met een bevelsroep, met de stem van de aartsengel en met de trompet van God, en de doden in Christus zullen eerst opstaan. 1Thess. 1:10] – [1Kor. 15:52] Daarna zullen wij, die leven, die overblijven, tegelijkertijd, samen met hen, weggegrist worden, in wolken, in een treffen met de Heer in de lucht. En zo zullen wij altijd samen met de Heer zijn. – 1 Thess. 4:15-18
Paulus heeft het over een geheim dat hij openbaart aan ons. Maar de opstanding uit de doden was helemaal geen geheim. Daniel had dit ook al geprofeteerd, Dan. 12:1-3. Namelijk dat er een opstanding zou zijn uit de heiligen van Israël. Eeuwen voor Paulus had God aan Daniël een even opmerkelijke profetie geopenbaard, namelijk dat ooit de graven in Israël zouden opengaan en de mensen eruit zouden klimmen. Ook tijdens Jezus’ wandel op aarde stonden nogal wat doden op uit hun graven waarna ze levend terugkeerden naar de bewoonde wereld. Een zeer vreemde geschiedenis en toen kwam Paulus die er nog een schepje bovenop deed. Wat Paulus een geheim noemt, kan echter niet hetzelfde zijn als de profetie van Daniel over een opstanding van de doden. Anders was het geen geheim. Beiden hebben het duidelijk over 2 verschillende categorieën van opstandingen. Paulus heeft het blijkbaar over een andere opstanding, namelijk een opstanding van de doden voordat de heiligen van Israël worden opgewekt. Paulus heeft het over gelovigen die eerst worden opgewekt en naar hun hemelse bestemming gaan voordat de heiligen van Israël worden opgewekt om vervolgens over de aarde te regeren.
*
Het woord “Dag” in Genesis
Het woord “dag” zonder beperkende toevoegingen kan in Genesis op een langere tijdsperiode slaan. Zoals de dag van genade, de dag van verzoeking of de dag van redding, de dag des oordeels of de dag van de Here. In andere gevallen staan er nummers bij zoals in Genesis 1, “op de 7de dag. Dan gaat het om een dag van 24 uur. Of eigenlijk zelfs maar om een dag van 12 uur, namelijk van zonsopgang tot zonsondergang. Het woord “dag” wordt nergens gebruikt voor een jaar. In Numeri 14:33 is dit wel het geval maar wordt dit ook erbij gezegd. Nergens staat dat een dag een jaar is maar het nummer van 40 dagen in de woestijn is een vergelijking van de 40 jaren waarin het volk door de woestijn zwierf. Ook in Ezekiel 4:5 zien we dat de jaren van Israël’s onrecht correspondeerden met de nummers in dagen. Dag is hier eveneens dag en jaar is ook jaar.
*
het woord ruach staat 389 keer in het Oude Testament.
In 237 passages betekent het geest, in de andere 157 gevallen is het op 22 verschillende manieren vertaald. Het woord duidt ondanks alle verschillende betekenissen op een onzichtbare kracht. Ruach vertegenwoordigt het onzichtbare behalve haar zichtbare manifestaties. Vanuit God is het de onzichtbare basis van het leven. Alles apart hiervan is de dood. Het komt van god en keert terug naar god, Prediker 3:19, 20. Zodoende slaat ruach op:
1. God die onzichtbaar is, de geest van Jehova, is Jehova zelf in zijn manifestaties en onzichtbare kracht. 2 Sam. 23:2, Psalm 139:7, Jes. 40:13.
2. de heilige geest, 2 Sam. 23:2, 1 Kon. 18:12, 22:24, 2 Kon. 2:16, 2 Kron. 18:23, Neh. 9:20-30. Job 26:13, 33:4, Jes. 40:13.
3. de onzichtbare macht die zichzelf manifesteert in de schepping, Genesis 1:2, in het geven van leven, Ezekiel 37:14, in het uitvoeren van oordelen, Ex. 15:8, Jes. 37:7. Als adem: 2 Sam. 22:16, 2 Kon. 19:7, Job 4:9, 15:30. Als geest: Jes. 4:4, 28:6, 34:16, 40:7.
4. Onzichtbare kracht van boven die zichzelf manifesteert als goddelijke kracht door het geven van geestelijke gaven. Uitgedrukt als kleden, komen op, vallen op, uitstorten. Genesis 41:38, Ex. 28:3, 31:3, 35:31, Num. 11:17, 25, 26, 29; 24:2; 27:8. Deut. 34:9. Richters 3:10; 6:34; 11:29; 13:25; 14:6, 19; 15:14. 1Sam. 10:6, 10; 11:6; 16:13, 14; 19:20, 23. 2Kings 2:9, 15. 1Kron. 12:18; 28:12. 2Kron. 15:1; 20:14; 24:20. Ps. 51:11, 12; 143:10. Spreuken. 1:23. Isa. 11:2.; 30:1; 32:15; 42:1, 5; 44:3; 59:21; 61:1; 63:11. Ezek. 2:2; 3:24; 11:5, 19; 36:27; 39:29. Dan. 4:8, 9 18; 5:11, 12, 14. Joel 2:28, 29. Hag. 2:5. Zech. 12:10.
5. Het onzichtbare deel van de mens. Dit wordt aan de mens gegeven bij zijn geboorte en gaat terug naar god bij zijn dood. Adem: Gen. 6:17; 7:15, 22. Job 9:18; 12:10; 17:1. Ps. 104:29; 135:17; 146:4. Pred. 3:19. Jer. 10:14; 51:17. Ezek. 37:5, 6, 8, 9, 10. Hab. 2:19. Zech. 12:1.
Geest: Gen. 6:3. Num. 16:22; 27:16. Job 27:3; 34:14. Ps. 31:5; 104:30. Pred. 3:21; 8:8; 11:5; 12:7. Jes. 42:5.
Wind: Ezek. 37:9.
6. De onzichtbare kenmerken van de mens. Zoals gevoel en bewustzijn.
Bewustzijn/verstand: gen. 26:35, Spreuken 29:11, Eze. 11:5; 20:32, Dan. 5:20, Hab. 1:11
Adem: Job 19:17
Moed: Jozua 2:11
Woede: Richters 8:3
Oordeel: Jes. 25:4
geest: Gen. 41:8; 45:27. Ex. 6:9; 35:21. Num. 5:14, 30; 14:24. Jozua. 5:1. Richters. 15:19. 1Sam. 1:15; 30:12. 1Kon. 10:5; 21:5. 1Kron. 5:26. 2Kron. 9:4; 21:16; 36:22. Ezra 1:1, 5. Job 6:4; 7:11; 10:12; 15:13; 20:3; 21:4; 32:8, 18. Ps. 32:2; 34:18; 51:10, 11, 12, 17; 76:12; 78:8; 142:3; 143:4, 7. Spreuken 11:13; 14:29; 15:4, 13; 16:2, 18, 19, 32; 17:22, 27; 18:14; 25:28; 29:23. Prediker 1:14, 17; 2:11, 17, 26; 4:4, 6, 16; 6:9; 7:8, 9; 10:4. Jes. 19:3, 14; 26:9; 29:10, 24; 33:11; 38:16; 54:6; 57:15, 16; 61:3; 65:14; 66:2. Jer. 51:11. Ezek. 13:3. Dan. 7:15. Hos. 4:12; 5:4. Mic. 2:11
7. Onzichtbare geestelijke wezens
engelen: Psalm 104:4
cherubs: Ezek 1:12, 20, 21; 10:17.
Neutrale geestelijke wezens: Job 4:15. Jes. 31:3.
Kwaadaardige engelen: Richters 9:23. 1Sam. 16:14, 15, 16, 23; 18:10; 19:9. 1Koningen 22:21, 22, 23. 2Kron. 18:20, 21, 22. Zech. 13:2.
9. Onzichtbare manifestaties van de atmosfeer
temperatuur: Gen. 3:8
lucht: wervelwind, Eze. 1:4, Winderig, Psalm 55:8, Geesten, Zech. 6:5, lucht, Job 41:16
4 winden: Jer. 52:25, Eze. 42:16, 1 Kron. 9:24.
Verder: Psalm 11:6, Ex. 15:8, 2 Kon. 19:7, Jes. 25:4
*
de zelfontlediging van christus, Filp. 2:6-11
1. Die… zijnde; deze uitdrukking slaat op het voortbestaan van christus in de gestalte van god.
2. gestalte; geeft de wezenlijke natuur aan; de uiterlijke vorm van zijn bestaan en wezen.
3. het gode gelijk zijn; heeft te maken met de manier van bestaan, niet met de wezenlijke natuur van de Ene onveranderlijke godheid. Deze manier kan worden gewisseld voor een andere.
4. de uitdrukkingen niet als een roof heeft geacht en zichzelf ontledigd heeft, geven aan dat bij de vleeswording, christus de heerlijkheid die bij zijn natuur hoorde, terzijde legde. En deze weer aannam aan het einde van zijn grote middelaarswerk, Joh. 17:5. Het ontledigen heeft te maken met het beeld van het uitgegoten plengoffer in Fil. 2:17.
5. Toen christus aan de mensen gelijk geworden was in de gestalte van een dienstknecht, verbond dat hem met de ware natuur van de mens die gemaakt was in het beeld en de gelijkenis van god.
6. in deze natuur en met het lichaam dat zo voor hem was bereid, vernederde hij zichzelf totdat hij niet verder kon afdalen, ja zelfs tot de kruisdood.
Paulus laat ons hier in een korte schets de wezenlijke kenmerken van vleeswording zien, de volmaakte godheid en de volmaakte mens verenigd in 1 goddelijk persoon.
De 7 voudige vernedering, Fil. 2:6-8 1. Hij ontledigde zichzelf 2. een dienstknecht 3. aan de mensen gelijk 4. uiterlijk als van een mens 5. hij heeft zich vernederd 6. gehoorzaam tot aan de dood 7. de dood van het kruis |
de 7 voudige verhoging, Fil. 2:9-11 1. de naam boven alle naam 2. alle knie zal buigen 3. hen die in de hemel zijn 4. hen die op aarde zijn 5. hen die onder de aarde zijn 6. alle tong zou belijden 7. jezus christus is de here |
De god van Babylon heette Merodach. Van hem is een gedicht dat op kleitabletten staat en haaks op Genesis staat. Het woord “vormloos” wordt gebruikt voor een gebeurtenis welke de schepping van Genesis 1:1 overkwam. Het gebeurt in Genesis 1:2, Deut. 32:10, 1 Sam. 12:21, Job 6:18, 12;24, 26:7, Psalm 107:40, Jes. 24:10, 29:21, 34:11, 40:17, 23, 41:29, 45:18; 19, 49:4, 59:4, Jeremia 4:23. Het woord ledig betekent desolaat, verloren en staat in Genesis 1:2, Jes. 34:11, Jer. 4:23. De 2 woorden komen samen voor in Genesis 1:2, Jes. 34:11 en Jer. 4:23.
1. De tabletten hierboven genoemd beginnen met chaos, de bijbel met perfectie, Gen. 1:1
2. de tabletten maken de hemelse lichamen tot goden. Genesis maakt er geschapen materiaal van.
3. de tabletten gaan over polytheïstische mythologie; genesis is een monotheïstische waarheid.
4. De tabletten maken van alles handwerk; daarentegen spreekt de god van genesis en het is klaar.
5. In de tabletten komen we uitwasemen tegen van bijgeloof; in genesis vinden we de realiteiten van rechtvaardigheid en heiligheid.
*
2 Thess. 2:6-12
“En nu: jullie hebben de weerhouder waargenomen; wacht tot het openbaren* van hem in zijn era1). Want het geheim van de wetteloosheid is al werkend, maar slechts tot de weerhouder uit het midden zal worden*weggenomen. De invloeden die de grote afval aan het einde der tijden tot stand zou brengen, zijn al vanaf het begin aan het werk, maar zijn in bedwang gehouden door een andere, tegenwerkende kracht. Wat is die kracht? Sommigen hebben gemeend dat het de Geest van God is. Maar de Geest van God zal voortgaan met werken tijdens de afval, de weinigen in staat stellend te volharden tot het einde, en kracht gevend aan anderen om trouw te zijn tot de dood. Er is wel verondersteld dat Satan “vastgehouden” wordt in zijn plaats in de hemelse gebieden, want wanneer hij uitgeworpen wordt begint de afval. Zijn uitwerping markeert inderdaad de crisis tussen het geheim en de openlijke bekendwording van de afval, maar dat wat wordt teruggehouden is duidelijk de afval, niet een plaats in de hemelse gebieden. De afval wordt teruggehouden door de aanwezigheid van de heiligen. Wanneer we uit hun midden worden weggenomen door onze verzameling bij Christus, in de lucht, dan zal de afval komen en zal heel de verschrikkelijk rij van benauwdheden de Aarde overvloeien met vuur. Zo bewijst de apostel dat hun eigen aanwezigheid op Aarde beslissend bewijs is dat zij niet de benauwdheden van de dag van de Heer ondergingen. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal vernietigen door de geest van Zijn mond en afschaffen door de verschijning van Zijn aanwezigheid, [Job 4:9] wiens °aanwezigheid is naar de werking van de Satan, in alle kracht en tekenen en valse wonderen, [Matt. 24:24].
Niets is meer noodzakelijk in deze afnemende dagen van deze bedeling dan de heiligen te waarschuwen voor het gevaar van misleid te worden, niet alleen door wat kwaad lijkt, maar door al wat het uiterlijk heeft van het goede. Satan is omgevormd in een boodschapper van licht en zijn dienaren zijn dienaren van rechtvaardigheid (2 Kor. 11:14,15). Maar voor de komende tijd heet God ons gewaarschuwd voor de misleiding. De valse profeet zal dezelfde soort tekenen doen die, in Elia’s tijd, de goddelijkheid van JAHWEH bewezen (1 Kon. 18:24; Openb. 15:13) en hij heeft kracht gekregen om zelfs een geest te geven aan het wilde beest (Openb. 13:15), zodat het ook echt zal spreken. Zo zal de man van wetteloosheid zijn goddelijkheid aantonen. en in allerlei verleiding van ongerechtigheid voor die vernietigd worden, in plaats waarvan zij de liefde voor de waarheid niet ontvangen* voor hun gered* worden. En daarom zendt °God hen een werking van dwaling, zodat zij de leugen geloven*, [2Tim. 4:4] opdat allen geoordeeld* zullen worden, die niet de waarheid geloven*, maar zich verheugen* in onrecht.”
*
Tacitus beschrijft de volgende voortekenen bij de vernietiging van Jeruzalem:
“Beelden aan de hemel van slaags rakende linies, van wapengekonkel, de tempel lichtte op door vuurgloed uit de wolken. Deuren van het heiligdom die plotsklaps werden geopend, waarna men een bovenmenselijke stem hoorde zeggen dat de goden uittrokken, met een enorm gedruis van hun uittocht. Echter, dit alarmeerde de meeste mensen maar weinig.”
… Moeten we dit nu met een korrel zout nemen? Als de mensen overdadige fantasie hadden gehad, hoe kwamen ze dan bij dit soort absurde beschrijvingen die op een bepaalde manier best weer concreet zijn. De rest van het boek van Tacitus blinkt uit in concreetheid en aardsheid, noemt namen als Nijmegen, de Rijn, de Noordzee, Keulen, etc. Boven genoemde tekenen passen perfect in de oorlogsbeschrijvingen in de rest van het boek. Dus waarom zouden we niet mogen aannemen dat deze tekenen echt zijn gezien en gehoord? Net zoals Paulus op weg naar Damascus een licht zag en een stem hoorde.
*
Ik daag u uit om deze verzen goed te overwegen. Velen hebben in deze naderende eindtijd wel ideeën over wat goed of fout is en over hoe het zou moeten, zie ook de Occupy beweging. God heeft hier geen boodschap aan en zet zijn eigen plan uit. Hij geeft ons in deze verzen een glimp van de manier waarop hij werkt door de 3 boze aionen heen. En als klapstuk stuurt hij verleidingen en misleidingen op ons dak. Ja, god zelf stuurt dwalingen op ons pad. Het staat er letterlijk. Waarom doet God dit? Alweer is contrast het sleutelwoord. Ongelovigen mogen met hun intellectuele veren pronken, misleid als ze zijn door allerlei aardse filosofieën. T.z.t. zullen ze niettemin geoordeeld worden door Hem om aan de schepping te laten zien wat de waarde van geloof nu echt is. Geloven of niet geloven is een verschil tussen het aionische leven erven of niet. God zelf bepaalt wie in deze aion in Hem geloven en dus het aionische leven zullen erven. Romeinen 5:19 leert ons dat iedereen uiteindelijk gered zal worden, echter wel door de oordelen van de aionen heen. Veel gelovigen hangen aan hun EIGEN geloof in god en niet aan het geloof van christus in zijn Vader. Dit is wel een verschil. Zij worden niet gered voor het aionische leven al worden ze op den duur na de opstanding en het oordeel en de 2de dood en vervolgens de 2de opstanding alsnog gered. Het christendom is zo beschouwd slechts een andere religie. Het verschil is dat het christendom zichzelf witwast met de naam van Jezus christus. Veel van deze gelovigen gaan ook prat op wonderen en tekenen zoals zieken genezen. Onlangs zijn hiervan fraudegevallen ontdekt maar dit terzijde. Het enige echte wonder in deze bedeling is het geloof dat ons gegeven is door God.
God zelf betwistte het evangelie:
1. de gelijkenis van de rijke man en Lazarus, Lukas 16
2. het oordeel over de natiën, Mattheus 25
3. de passages over de vuurpoel, Openbaring 20
4. de passage, kies vandaag wie u wilt dienen, Jozua 24:15
Uitleg:
1 is een gelijkenis, 2 gaat over het oordeel gedurende de komende 1000 jaar over de natiën en NIET over individuen, 3 de vuurpoel is de 2de dood die bovendien wordt vernietigd, 4 gaat over een relatief standpunt veel meer dan over een absoluut standpunt. Een valkuil is om te denken dat je te dom bent voor geloof of dat de dominees wel deskundig zijn. Vooral als ze Dr. of Prof. voor de naam hebben staan. Ik zeg, hoeveel intellectuelen hebben de economische crisis zien aankomen? Hoeveel wetenschappers hebben geen bijbaantjes als adviseurs voor bedrijven en zijn medeverantwoordelijk voor de crisis? Zo is het met religie ook. Onderzoek zelf en laat je niet afschrikken door titels als Dr. of Prof. De meeste christenen zijn lemmingen in de zin van dat ze zich massaal in het verderf storten hetgeen betekent dat ze het aionische leven mislopen. Uiteindelijk wordt iedereen gered maar dat heeft wel wat haken en ogen. Religieuzen zijn lemmingen en christenen zijn geen uitzonderingen hierop. Slechts zij die oprecht in het geloof van christus geloven in plaats van in hun eigen geloof zullen behouden worden voor het aionische leven.
*
Hoe valt satan aan?
Toen het bekend was bij de Tegenstander, vermomd in de vorm van een slang, dat zijn hoofd door het zaad van de vrouw zou worden beschadigd, viel Satan de lijn van afstamming van het zaad aan bij iedere denkbare mogelijkheid. Hij viel aan via Sara, door op Abram’s vrees in te spelen, zodat hij haar zijn zuster noemde, daarbij er voor zorgend dat eerst Farao en later Abimelech haar als vrouw wensten. De tussenkomst van God verhinderde dit beide keren (Gen. 12:11-20; 20:1-18). Hij viel aan via Rebekka door haar aan te zetten Izaäk te misleiden in verband met Jakob en zo het geboorterecht en de daarbij horende zegeningen weg te halen bij de eerstgeborene, Ezau. Het was overduidelijk dat God hier al toe had besloten:
“Want toen de kinderen nog niet geboren waren en goed noch kwaad hadden gedaan (opdat het verkiezend voornemen Gods zou blijven, niet op grond van werken, maar op grond daarvan, dat Hij riep), 12 werd tot haar gezegd: De oudste zal de jongste dienstbaar zijn, 13 gelijk geschreven staat: Jakob heb Ik liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat. ” (Rom. 9:11-13; Gen.25:23)
Hij viel aan via Farao door het in zijn gedachten te brengen een opdracht te geven om alle mannelijke kinderen van de Israëlieten te doden zodra ze geboren waren. Alhoewel het geslacht van Juda, door wie het beloofde zaad zou komen, nog niet in onmiddellijk gevaar was, was het kindje Mozes, die de toekomstige bevrijder van Israël zou worden, dat zeker wel. Maar hij werd gered doordat hij in Farao’s eigen huis werd opgenomen, waar hij ook opgroeide en werd opgeleid in alle wijsheid van de Egyptenaren (Hand. 7:22). Als dit geen indringing in het territorium van de Tegenstander was, wat dan wel?
*
menselijk bewustzijn is op 1 lijn met god.
De menselijke natuur heeft aan levenskracht ingeboet door de zonde. Maar onze natuur is in zichzelf niet per sé fout of kwaadaardig. Sterker nog, hij is eigenlijk wel goed. Zie Romeinen 2:14-15.
“Want wanneer de natiën, die geen wet hebben, van nature de dingen van de wet doen, dezen, die geen wet hebben, zijn een wet voor zichzelf, [Hand. 10:35] De menselijke aard, of instinct, is niet verdorven. Ze is in lijnen met Gods wet en geweten (2:27). Ze is tegen de zonde (1:26). Het hart van de mensheid is verdorven. Door hun natuur/aard na te volgen was het voor de mens heel goed mogelijk geweest door instinct te doen wat later opgetekend werd in de geschreven code. De daden van de mens zijn onnatuurlijk. die de werking van de wet laten zien, geschreven in hun harten, hun geweten mede getuigend, en hun °redeneren onder elkaar, hen beschuldigend of verdedigend. “
De gewone bijbelvertaling zegt dit in vers 14:
“Wanneer namelijk heidenen, die de wet niet hebben, de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet, ook al hebben ze hem niet.”
Als de menselijke natuur zondig is, hoe kunnen de heidenen dan door hun natuur de dingen doen die in God’s wet besloten zijn?
Mensen zijn zondaars, dit klopt. God gaf ons een natuur en geweten en bewustzijn als gids om ons te leiden. Het bewustzijn kan worden verontreinigd, Titus 1:15
“Alles is zuiver voor de zuiveren, maar voor de bezoedelden en ongelovigen is niets rein, maar hun denken en °geweten is bezoedeld geworden. [Luc. 11:41]”
Als het niet verstoord was, was het in overeenstemming met God. Zoals Paulus zegt in 2 Kor. 4:2 –
“Maar wij verwerpen* het verborgene van het verachtelijke, niet wandelend in bedrog en vervalsen niet het woord van °God, maar brengen de openbaarmaking van de waarheid, onszelf aanbevelend bij ieder menselijk geweten voor het oog van °God. [2Kor. 2:17]”
Paulus zou zichzelf nooit aanbevelen bij het menselijk geweten als dit chronisch kwaadaardig was.
*
Maar een zielse mens ontvangt niet wat van de geest van °God is, want voor hem is het dwaasheid, en hij kan het niet weten, omdat het alleen geestelijk onderzocht kan worden. [Joh. 8:47] – 1 Kor. 2:14
Weinig bijbelverzen zijn zo verdraaid als 1 Kor. 2:14. Het woord zielse is in veel bijbels vertaald met natuurlijke. Is dit erg? Ja. De gedachte is deze: je bent geestelijk of natuurlijk, wat elkaar uitsluit. Als je geestelijk wilt zijn, moet je maar onnatuurlijk worden. Maar zoals aangegeven hierboven staat er in de grondtekst niet het woord natuurlijke maar zielse. Maar dit staat er niet. Er staat niet dat de natuurlijke zielse mens geen geest kan ontvangen. Het griekse woord is psychicon dat op psyche slaat en wel de ziel. Maar wat is ziel? De ziel is geen orgaan in ons maar een metafoor voor ons bewustzijn. Inderdaad is het ons bewustzijn ten aanzien van de wereld dat bij ons binnen stroomt via de zintuigen. Het woord natuurlijk is physicos, net een ander woord dus zoals in Romeinen 1:27.
“Zo ook raakten* bovendien de mannen, het natuurlijk gebruik van de vrouw verlatend*, verhit in hun honger naar elkaar, mannen met mannen °onbetamelijkheid voortbrengend, in zichzelf de passende vergelding terug ontvangend voor hun dwaling. [Lev. 18:22]”
Mogelijk is dit woord opzettelijk ook in 1 Kor. 2:14 geïntroduceerd. Vooral de katholieke vertalers bedachten dat de menselijke natuur, inclusief het lichaam boosaardig was. Eigenlijk is dit gnostiek opgetakeld in een christelijk harnas. Om die reden ontdekken veel christenen zichzelf, onderdrukken ze hun menselijke natuur zoals bij eindeloos vasten, onthouding van seks, etc. Of ze scheren hun kop kaal om niet mooi te zijn. Mooi zijn staat spirituele groei in de weg. Volgens de vele foute vertalingen van bijbels die in omloop zijn, worden de natuurlijke en geestelijke mens tegenover elkaar gezet. Als je natuurlijk bent, kun je de geest niet ontvangen. Echter in de grondtekst staat helemaal niet het woord natuurlijk maar ziels. Er is dus niet alleen sprake van een foute vertaling maar van een leugen die mensen oproept om religieus te worden. Onbewust heeft het christendom een valse leer aangenomen die gnostiek heet. Gnostiek ontkent het lichaam en onderdrukt lichamelijke verlangens zoals seks. In de gnostiek moet het lichamelijke worden onderdrukt en zeker niet worden gevierd. Veel christenen voelen zich schuldig als ze niet genoeg hebben geleden voor christus in de zin van zichzelf dingen ontzien te hebben. Uiteraard gaat het om onthouding van seks en eten. Maar in Galaten 5:1 staat dat we zijn bevrijd van religieuze gevangenschap.
*
Henoch was god welgevallig, Hebreeën 11:5. Hoe kan dit als Henoch een nakomeling was van Adam die in wezen gezondigd had. Het antwoord was dat God Henoch niet prees als afstammeling van Adam maar vanwege zijn geloof. Dit was weer ingegeven door de geest. Nee zo prees God Abraham niet omdat deze wegging uit zijn geboorteland om aan de hongersnood te vluchten. Nee, Abraham handelde uit geloof al wist hij zelf niet precies wat hem te wachten stond. De kracht van de geest leidde hem naar een bestemming zoals god het wilde. Daarom was Abraham God wel gevallig.
*
De gedachte van de 3-eenheid wordt vaak ondersteund met Johannes 10:30, ik en de vader zijn één. Misplaatst, want… In Johannes 17:11 bad Jezus dat zijn discipelen ook één zouden zijn op de manier zoals hijzelf en de vader. Zie ook vers 21, concordant. Jezus is alleen god in relatieve zin, immers geboren uit een maagd. De echte god is natuurlijk niet geboren uit een maagd, Johannes 1:18. >>> Als het origineel van God’s schepping (Openb. 3:14), de Eerstgeborene van ieder schepsel (Kol. 1:15), verscheen hij vóór de schepping “in de gestalte God’s”(Phil. 2:6), opdat Hij aan de schepping God, Wiens ware beeld Hij is, mag openbaren. Maar altijd wijst de Zoon naar de Vader en zorgt ervoor dat de heerlijkheid aan Hem wordt gegeven.
*
In de traditie wordt verzoening opgevat als een resultaat van plaatsvervangend sterven van Jezus voor ons. Maar wat zegt men eigenlijk hiermee? Men zegt dat niet de mens met zichzelf in de knoop ligt maar god. En dus moet je nog maar afwachten of de verzoening tussen de mens en Hem zelf echt van de grond komt, zelfs al is deze gebaseerd op de kruisdood van christus en het offer van de opstanding. De mens moet in dit scenario nog steeds zijn best doen om zich met god te verzoenen die immers met zichzelf in de knoop ligt.
*
Deze gedachte gaat lijnrecht in tegen Paulus´ omschrijving in 2 Kor. 5:18
“En dit alles is uit °God, Die ons met Zich verzoent door Christus en ons de bediening van de verzoening geeft*, [Kol. 1:21] hoe dat God in Christus de wereld verzoenende was naar Zichzelf, aan hen niet hun °overtredingen toerekenend en in ons het woord van de verzoening plaatsend*.”
De traditie maakt hiervan dat God in christus een basis maakte waarop hij ons niet langer de zonde toe rekende.
Dit is niet wat Paulus schreef. Hij schreef het juist andersom. God verzoende de wereld met zichzelf in christus vanuit een positie waar vandaan hij ons de zonde niet toerekende al voor de aionen. In plaats van dat God met de mens verzoend zou worden door het bloed van christus, kwam God’s verzoening voort vanaf een plaats die reeds verzoenend was zodat hij ons met zichzelf verzoende al voor de aionen. De mens is vervreemd van god en snapt niet wat verzoening is. In een vlaag van verstandsverbijstering doen we wat we niet moeten doen en kruisigen zijn zoon. Wij liggen met onszelf in de knoop, niet God. Hebreeën spreekt van de doeltreffendheid van het bloed van christus dat aan onze harten is gericht, tot aan ons verwarde bewustzijn. God had geen bloedvergieten nodig maar ons verwarde geweten wilde dit. Jezus leerde zijn discipelen dat het bloedvergieten voor ons was, niet voor god. Aan het kruis was de volheid van de godheid lichamelijk aanwezig in Jezus als de zoon van God, maar eveneens de totaliteit van de mensheid in hem. Godheid en mensheid ontmoetten elkaar aan het kruis en de verzoenende god won hier van de vervreemde mens. Lang voor de aionen wordt in het grieks taalkundig heel goed weergegeven hoe het zat. “Toen we nog vijanden waren, verzoende God ons door de dood van zijn zoon.” De impact van het Grieks is groot: “zoals we nog steeds vijanden zijn.”
In christus was de hele mensheid aanwezig aan het kruis omdat Paulus in 2 Kor. 5 schrijft dat omdat 1 mens voor allen stierf, dus iedereen stierf.” Dit kan alleen als Jezus’ menselijkheid de som was van al onze menselijkheden. De hele mensheid was verzameld in Hem met al onze zonden. Toen hij schreeuwde, “mijn god, waarom heb je me verlaten,” verzamelde hij de essentie van de menselijke conditie welke het collectieve onderbewustzijn van de mens is, dat van het verlaten zijn door god. Toen brak er licht door zijn gemartelde ziel en waren we verzoend met God toen Christus zijn geest overgaf aan zijn Vader. Zelfs dit drama aan het kruis waaraan zijn eigen Vader hem had onderworpen was deel van het plan dat de hele mensheid zou verheerlijken in christus. Deze grote crisis op Golgota was de som van alles dat gebeuren moest en iedere logica tart en ieders verstand te boven gaat. Vanaf Augustinus en Tertullianus is het idee van de verzoening door de kerkgeschiedenis heen hevig verwrongen. Veel van wat Augustinus schreef was een mix van waarheid met leugen. Hij kende het Grieks niet en was ook niet van plan om dit te kennen. Het woord aion werd bij hem eeuwigheid als hij het überhaupt al nodig vond om het te noemen. De katholieke kerk geeft schoorvoetend toe dat Luther gelijk had met de stelling dat genade alleen door geloof komt. Maar hun zogenaamde toegeeflijkheid koppelen zijn alweer aan Augustinus die dit ook gezegd zou hebben. In de kerk is genade alleen te vinden in de sacramenten waar de katholieken hun geloof plaatsen. Rooms katholicisme spreekt van genade welke toegankelijk voor ons is door de VERDIENSTEN van Jezus, alsof verdiensten ook maar enige plaats hebben in de relatie tussen christus en zijn vader. Protestanten zijn ook nooit helemaal bevrijd van dit gedachtengoed. In het katholicisme werkt de redding door de sacramenten. In het protestantisme met al zijn stromingen is het ONZE keuze voor christus die de genade haar werkende kracht verleent, anders dan de genade van God die onze beslissing juist beïnvloedt.
boek: the augustine revolution
*
Nietigheid en vervulling in christus worden als tegenpolen gezien. Onterecht. Het heeft te maken met het dualisme van een satan naast god in plaats van onder god. De drijvende kracht achter nietigheid waaraan de hele schepping onder geschikt is, is de dood. De dood is gevolg van de zonde en de wet is de kracht van de zonde. Vijandschap jegens god is de dood. In onze poging om de gedachte van dualisme opzij te zetten, van een satan die tegen god strijdt, mogen we het bestaan van vijandschap jegens god niet ontkennen. Maar de omschrijving van satan als een anti-god is hardnekkig. Jezus overwon satan en deze overwinning werkt bij ons van binnenuit zoals de verheerlijkte mens straks onze nieuwe existentiële realiteit is. Onze huidige wereld wordt daarentegen gekenmerkt door autonomie als vervanger van God. Dit als tegenhanger van een deelname in de goddelijke natuur gebaseerd op genade. Nietigheid en vervulling rijden op hetzelfde spoor in plaats van in tegengestelde richtingen. De hele tijd drijft God de vijandigheid uit die achter nietigheid zit en tegelijk buigt hij deze nietigheid om in vriendelijkheid jegens de vervulling in christus. Kruisig de zoon van god en wat krijg je? De verzoening van de wereld. Rebelleer tegen god en hij buigt jouw rebelsheid om. Je rebelsheid wordt zelfs tot brandstof gemaakt waarmee hij jou met zich gaat verzoenen. Ga je eigen passie voor god aanbidden in plaats van in zijn passie voor jou te staan en je komt thuis van een koude kermis. Pas op voor valse aanbidding van god. God heeft ons aan ijdelheid en nietigheid ondergeschikt gebracht in HOOP. Onze nietigheid zal gedwongen worden om gods einddoel de telos te dienen. Dit is een goddelijk principe, dat vanaf het begin van de mensheid onze nietigheid aanwezig is in ons verlangen naar de overwinning. De vervulling zal de ijdelheid ombuigen naar overwinning, en wel de overwinning van genade.
Voel je je verslagen door je mislukking om een goede christen te zijn? Dan zit je goed. Overwinning volgt door verslagenheid. Het één kan niet zonder het ander. Overwinning is ons eindstation, niet ijdelheid maar ijdelheid is wel deel van de weg er naartoe. Uit de stenen kerken die veel meer op de kleitabletten van mozes lijken, zal straks het lichaam van christus oprijzen. Anderzijds is de rots waarop het lichaam is gebouwd de verheerlijkte christus, de opgestane. De verheerlijkte Adam kwam voort uit de eerste adam, God’s volk uit de dorre botten. De grond waarop we staan is heilig vanwege de aanwezigheid van de opgestane. Wij keren dus blootsvoets terug naar alle grond onder onze voeten die zijn tabernakel is. Zo worden we letterlijk verenigd met de grond van ons bestaan. Het is de stof waaruit we zelf gemaakt zijn. Ook als we afdalen in het onzichtbare, de hades, is Hij nog steeds daar. Uit de grond kwam een zaad, Gen. 1:11, en het zaad viel terug in de grond om de oogst voort te brengen. Deze eenheid hebben we tot nu toe alleen nog maar aan de oppervlakte ervaren. Geen wonder dat het tijd wordt om door te dringen in de hele schepping, tot het binnenste der aarde en het verre heelal. In alle dingen zoekt God eenheid met zichzelf.
*
veel christenen geloven dat ze sinds Golgota, anno 30 na christus onder een nieuw verbond leven. Is dat zo? Dit nieuwe verbond heeft maar 33 jaar geduurd, overigens de leeftijd van christus, tot 63 na chr. In dat jaar heeft onze Vader in de hemel een nieuw geheim geopenbaard aan Paulus. We zijn vanaf dan geen verbondskinderen meer of verbondelingen zo je wilt maar leden van zijn gezin. Zie hiervoor Efeze 3:3-6.
“die naar openbaring aan mij is bekend gemaakt*, het geheim waarvan ik eerder in het kort schreef*, waartoe jullie, lezend, mijn °inzicht kunt begrijpen* in het geheim van de Christus, dat tijdens verschillende generaties niet bekend is gemaakt* aan de zonen van de mensen, zoals het nu werd geopenbaard* aan de heiligen, Zijn apostelen en profeten, in geest, dat de natiën gezamenlijk lotdeelgenieters zijn en een gezamenlijk lichaam en gezamenlijk deelnemers aan de beloften, in Christus Jezus, door het evangelie.”
Dit betekent dat gelovigen die anno 30 na christus werden gezien als deelnemers van een nieuw verbond van Jeremiah 31:31 vanaf 63 na chr. opeens leden zijn van Gods huisgezin.
*
als er werkelijk zoiets als evolutie zou zijn, zouden mannen verliefd worden op deurkrukken en vrouwen op aardappelschilautomaten. En zouden honden niet tegen boompjes piesen maar netjes door de brievenbus van de buren. Gelukkig heeft god alles gestroomlijnd met zijn ultieme drug: testosteron. Het spijt me voor de vrouwen maar de reden waarom mannen op vrouwen jagen is niet omdat ze een ideale kindwens hebben of hun kroost koesteren. God heeft ervoor gezorgd dat mannen hun pinkeltje achterna lopen. Is pinkeltje boos dan gaat een man op jacht, slaapt pinkeltje dan krijgt de man even tijd om zijn tanden te poetsen. God heeft er gewoon plezier in dat mannen geil worden en achter een vrouw aan hobbelen dan wel dat vrouwen op een voetstuk worden geplaatst. Evolutie kampt met een imagoprobleem, namelijk dat veel mensen denken dat het een gestroomlijnd model is. Dit is juist niet zo. God stroomlijnt nota bene met drugs, testosteron geheten. Het kostte Jezus best wel moeite om aan de verleidingen van satan weerstand te bieden. Hij dacht er hardop aan. Denken aan iets zondigs is niet verboden. Gelukkig had jezus een deurkruk binnen handbereik anders had hij gezondigd. Het gejaag op vrouwen begint in Genesis 2:22 waarmee de vrouw de seksuele expressie van God is: Genesis 2:24, Markus 10:7
*
Mannen trouwen niet met vrouwen omdat ze graag kinderen koesteren. Maar omdat God ze heeft volgepompt met testosteron. Mannen zijn gemaakt om knappe vrouwen te bewonderen en vice versa al speelt het bij mannen iets nadrukkelijker. Zo zag David ook een mooie vrouw, 2 Samuel 11:2. Op dit moment was er niks aan de hand maar als hij gehoor gaf aan zijn begeerte en er met een getrouwde vrouw vandoor ging, zou het anders uitpakken. De zonde die op de loer ligt is overspel. Er zijn veel positieve begeerten: de begeerten om te eten, slapen, een mooie film te zien, muziek te luisteren, te reizen en inderdaad seksueel. Tot nu toe is het allemaal zeer natuurlijk wat er gebeurt. God heeft ons gemaakt om te begeren. Stel iemand voor die dol is op lekker eten en pizza’s. Deze persoon ruikt opeens de geur van een lekkere pizza en de kwijl loopt hem uit de mond. Er is niks op tegen als deze man een pizza neemt maar wel als hij er 6 achter elkaar neemt, iedere dag weer. De zonde die op de loer ligt is vraatzucht. Op zo’n zwak moment kan de geest van god zo’n persoon activeren tot oefening in zelf-controle. Zonder verleidingen was dit niet mogelijk. God stuurt verleidingen op ons pad om ons te laten oefenen in zelfcontrole, niet door discipline maar door de geest. Het woord zonde is hier verbonden met intentie. Als David naar een knappe getrouwde vrouw kijkt en haar begeert en een plan maakt om haar te veroveren dan gaat het neutrale begrip begeerte over in zonde. Zelfs de begeerte om te zondigen is nog niet schadelijk. Men moet echt tot de kwade daad over gaan. Christus werd ook op een reële manier verleid tot zondigen. Hij dacht er zelfs over om de verleidingen die satan op hem afstuurde ten uitvoer te brengen. Tot dusver was er niets aan de hand. Had hij het gedaan, dan wel. In Hebr. 4:15 staat ook dat Christus al onze verleidingen kent maar zelf niet gezondigd heeft. Het Griekse woord voor begeerte is epithumia. Er is niks mis met begeerte. Je kunt seksueel begeren maar ook begeren om bij je kinderen te zijn of een mooie vakantie begeren. Begeren op zich is moreel neutraal. Met begeerte kun je goede en kwade dingen doen. De werkwoordsvorm van begeerte is begeren, epithumeo en komt 16 keer voor in het nieuwe testament en het zelfstandige naamwoord 39 keer. Soms wordt het vertaald met verlangen maar de definitie van begeren verandert niet wezenlijk. Seksueel begeren op zich is moreel neutraal en zeker geen zonde. Het hoort bij onze biologie. Het is wat je met deze seksuele begeerte doet, of je eraan toegeeft dat het tot zonde maakt. Bijvoorbeeld als je daadwerkelijk een getrouwde vrouw afpikt, dan ben je zondig bezig.
*
was magdalena een hoer?
Eén of andere paus heeft ooit bedacht dat Maria Magdalena een hoer was. Deze paus doorzag de verwarring niet met die andere Maria van Bethanië uit Lucas 7:37-50, een vrouw die overigens heel goed kon luisteren. In de geschiedenis van Maria Magdalena is niets van prostitutie te bespeuren. Ja laten we eens wat meer aandacht besteden aan een ondergewaardeerde Maria in het Nieuwe testament, Maria van Bethanië. Wie was zij eigenlijk?
*
De 6 Maria´s
Maria, als het gaat om de moeder van de Here is in het Grieks altijd Miriam net als in Ex. 15:20. De andere 5 heten gewoon Maria.
1. de moeder van de Here (Mat. 1:16). De context laat nooit ruimte voor twijfel over haar identiteit.
2. Maria, de moeder van Jacob en Joses (Mat. 27:56, Mar. 15:40; 16:1, Lucas 24:10). Ze wordt de andere Maria genoemd (Mat. 27:61; 28:1) en de vrouw van Cleopas (Joh. 19:25).
3. Maria de zus van Martha die de voeten van de Here zalfde (Joh. 12:3). Ze wordt alleen genoemd in Lucas 10:39, 42 en Joh. 11:1, 2, 19, 20, 28, 31, 32, 45 en 12:3.
4. Maria Magdalena afkomstig uit Magdala (Mat. 15:39). Ze wordt altijd zo genoemd (Mat. 27:56, Mar. 16:1, 9, Lucas 8:2, Joh. 20:18). Er is geen reden om haar te identificeren met de vrouw uit Lucas 7:37-50.
5. Maria, de moeder van Johannes Marcus, Handelingen 12:12.
6. Maria, één van de helpers van Paulus, Romeinen 16:6.
*
Een altaar voor de Heer, Jesaja 19:19
De vervulling van deze profetie voltrok zich in 1 voor christus en werd op papier gezet door Josephus, (Ant. xiii. 3. 1-3; 6; Wars 7. 10, 3; and Against Apion, 2. 5) :–
Als gevolg van oorlogen tussen de joden en Syriërs vluchtte Onias lV, de hogepriester naar Alexandrië, waar hij welkom werd geheten door ene Ptolemy Philometor vanwege zijn sympathie voor de zaak van Egypte tegen Syrië. Hij werd beloond en prins gemaakt over de joden in egypte met de titel van Ethnarch en Alabarch.
Josephus zegt:
“Onias vroeg toestemming van Ptolemeus en Cleopatra om een tempel te bouwen in egypte net als die in jeruzalem en er priesters en Levieten bij te zoeken van zijn eigen volk. De profeet Jesaja zei dit ook al 600 jaar eerder dat er een tempel moest worden gebouwd in egypte door een jood, gewijd aan de hoogste god. Daarom schreef hij aan Ptolemeus en Cleopatra het volgende hoofdstuk:
“Met de joden ben ik gekomen naar Leontopolis van het Heliopoliet disctrict en naar andere verblijfplaatsen van mijn volk. Velen hebben heilige rituelen, die niet joods zijn en zijn vijandig tegen elkaar, ook al door zich te mengen in de religie van egypte. Ik heb een goede plaats gevonden voor een tempel zodat de joden in egypte weer bij elkaar kunnen komen. Zoals Jesaja al voorspelde: er zal een altaar in egypte zijn voor de Here. En hij profeteerde meer van dit soort dingen over deze plaats.”
De koning en koningin antwoordden:
“We hebben uw verzoek gelezen om de vervallen tempel in Leontopolis te verwijderen. We zijn verrast dat een tempel God zou behagen als deze op een onreine plaats wordt gebouwd, bovendien vol met gewijde dieren. Maar als u zegt dat Jesaja dit voorspeld heeft, gaan we er akkoord mee.” – (Ant. xiii. 6.)
De plaats van deze tempel was de zelfde plaats als waar eeuwen daarvoor, Israël licht had ontvangen in hun omzwervingen daar waar de rest van Egypte te lijden had van de plagen der duisternis. Nu was er weer licht in de duisternis, wat meer dan 200 jaar voortduurde (160 voor chr. tot 71 na chr.) toen het werd gesloten door Vespasianus. De joden van Jeruzalem waren jaloers op deze tempel en tegenhanger van hun eigen tempel in jeruzalem. Door 2 letters te veranderen werd de stad van de zon (cheres) veranderd in de stad van vernietiging (heres). Maar de eerste naam is her en der terug gevonden in veel Joodse kodexen. De stad werd aanvankelijk “stad van rechtvaardigheid” genoemd. De 5 steden van Jesaja 19:18 waren mogelijk Heliopolis (stad van de zon waar de tempel was gebouwd), Leontopolis, Daphne, Migdol en Memphis.
*
We zijn nu al ten midden van de hemelingen
Te midden van de vele punten van aandacht in deze sublieme introductie van deze heerlijke brief, is het goed nu slechts op te merken dat we direct in het centrum van de hemelen geplaatst worden. We hoeven niet langer over ze te denken als iets dat ver weg is en onbereikbaar; het tegendeel is waar, we moeten onszelf zien als in de hemelen, omgeven door hemelse menigten, net zoals de Aarde zelf een bol is in het midden van het universum, omgeven door de rest van de Melkweg. Paulus zegt het zo in Filippenzen 3:20 “Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen”, dat wil zeggen: we horen daar!
*
De zonen van God in Genesis 6:2-4
Alleen door de specifieke goddelijke handeling van een schepping kan een schepsel zoon van god worden genoemd. Alles wat uit vlees geboren is, is vlees. God is geest en dat wat uit geest geboren is, is geest, Joh. 3:6.
Dus is Adam een zoon van god, Lucas 3:38. Zij die in christus zijn hebben een nieuwe natuur door de directe schepping van god, 2 Kor. 5:17, Efe. 2:10. Ze worden ook zonen van god genoemd, Joh. 1:13, Rom. 8:14, 15, 1 Joh. 3:1.
Hierom worden engelen zonen van god genoemd in het oude testament. Zie Job 1:6; 2:1; 38:7. Ps. 29:1; 89:6. Dan. 3:25. Dus ook in Gen. 6:2-4. De septuagint noemt de zonen van god in Genesis 6:2 ook engelen. Ze worden engelen genoemd omdat ze door god zelf geschapen zijn, Ps. 104:4, Heb. 1:7, 14.
Dat de engelen ergens in een verre geschiedenis zijn gevallen staat in Judas 6. Ze verlieten hun eigen oijkhthvrion (oiketerion). Dit woord staat alleen in 2 Kor. 5:2 en Judas 6 waar het slaat op het geestelijke lichaam dat uit de dood opstond. De natuur van hun zonde schijnt te maken te hebben met de zonden van Sodom en Gomorra, Judas 7. Ze zijn ten tijde van Noach gevallen (1 Pet. 3:20. 2Pet. 2:7) al schijnt er ook eerder in de geschiedenis een val geweest te zijn, Gen. 1:1, 2 Pet. 3:6. Hiervoor worden ze ook apart gevangen gehouden tot de dag des oordeels: 2 Pet. 2:4, 1 Pet. 3:19.
Hun afstammelingen, Nefelim genoemd (reuzen) waren monsters en moesten vernietigd worden. Dit was de bedoeling van de vloed. Op Noach en zijn gezin na was de rest van de mensheid corrupt geworden als gevolg van seks met de zonen van god. deze rest moest dus ook van de aardbodem geveegd worden. Deze interventie van satan om het nageslacht van Adam te verontreinigen was zijn eerste poging om de komst van de messias te voorkomen zoals voorzegd was. Toen bekend was dat de messias voortkwam uit Abraham, deed satan een volgende interventiepoging. Dit staat in Gen. 6:4. “en ook daarna.” Het gaat hier om meer dan 500 jaar na de eerste interventiepoging. De bedoeling was om Canaan eerder te bezetten dan Abraham en hier een corrupte geslachtslijn te beginnen. Toen Abraham in Canaan kwam lezen we dat de Kananiet al in het land was. Gen. 12:6. In Gen. 12:10-20 zien we satan’s volgende poging om Abraham’s zaad te verstoren en de belofte van god te frustreren dat God zich in Isaak zou voortzetten. Zie Gen. 20:1-18. Dit grote conflict speelt door de hele bijbel en is een belangrijk onderwerp van bijbelstudie. Steeds weer komt het menselijke denken in verzet tegen de belofte van God terwijl satan zijn eigen agenda heeft. En steeds weer moest god te hulp schieten om vervolgens het kwaad af te wenden. Satan heeft nogal wat aanvallen op zijn geweten:
De vernietiging van het gekozen volk door ziekte, Gen. 50:20.
De vernietiging van de mannelijke geslachtslijn in Israël, Ex. 1:10, 15, Ex. 2:5. Heb. 11:23.
De vernietiging van de hele natie door de vervolging door Farao, Ex. 14
Nadat David’s geslachtslijn was uitverkoren in 2 Sam. 7, was dat de volgende aanleiding voor een aanval van satan. Hij zorgde ervoor dat Jehoram al zijn broers vermoordde, 2 Kron. 21:4. De Arabieren slachtten al zijn kinderen behalve Ahaziah. Toen Ahaziah stierf, vermoordde Athaliah al het koninklijke zaad. De baby Joash was alleen gered. En voor 6 jaar stond het woord van god op het spel, 2 Kron. 23:3. Hezekiah was kinderloos toen een dubbele aanval werd uitgevoerd door de koning van Assyrië en de koning van Terreur (Jes. 36:1; 38:1). Toch werd er op God vertrouwd. Psalm 136. In gevangenschap was Haman gebruikt in een poging om het hele land te verwoesten. (Est. 3:6, 12, 13). Jozef’s angst werd ook gebruikt door god, Mat. 1:18-20. Hij was slechts een man die de wet hield. Niettemin wilde hij niet dat Maria gestenigd werd. Dus wilde hij van haar scheiden. Maar God hield hem tegen met de woorden: wees niet bang.
Herodus zocht naar de jonge Jezus.
Spring van de tempel was de uitdaging waarmee satan Jezus probeerde te misleiden. In Nazareth was er een nieuwe aanval van satan. De 2 stormen op het meer waren andere pogingen van satan om de messias uit te schakelen. Tenslotte gebeurde ondanks alle aanvallen wat gebeuren moest; Hij werd gekruisigd en er werd een flinke steen voor zijn graf gelegd. Maar god rees hem op uit de dood. En nu zit hij als een 2de Joash in volle afwachting (Heb. 10:12, 13), verborgen in God’s huis ver boven ons. En de leden van het ene lichaam zijn verborgen in Hem (Kol. 3:1-3) als een andere Jehoashaba en getuigen van zijn volgende komst net als Jehoiada, 2 Kron. 23:3. De inval van de gevallen engelen, de zonen van God was de eerste poging en gericht tegen het hele ras der mensheid. Toen Abraham werd geroepen door god, werden hij en zijn nageslacht aangevallen. Toen David van de troon was, werd de koninklijke lijn aangevallen. En toen hijzelf op aarde kwam, barstte de storm letterlijk los, ook op het meer.
*
Kaìn en religie
De boodschap van de schrift is door de eeuwen en duizenden jaren heen verstoord door iets dat we religie noemen. Religie is namelijk niet hetzelfde als geloof. Heel simpel, als God ons een belofte doet en het gaat niet snel genoeg dan hebben we de neiging om zelf het heft in eigen handen te nemen. Zoals Abraham zelf een zoon bij Hagar verwekte die Ismaël heette. Maar dit was niet wat god hem had opgedragen. uiteindelijk kreeg hij Isaak maar toen was het leed al geschied met die andere zoon, Ismaël. Zodat we nu met de islam opgescheept zitten. Adam’s eerste zoon, Kaïn vond religie uit. Kaïn was jaloers op de relatie die zijn broer Abel met god had. Dus probeerde Kaïn god op zijn eigen manier van dienst te zijn. Hij offerde dingen die hij uit de grond liet groeien maar god was er niet blij mee. Dit maakte Kaïn zo razend dat hij Abel vermoordde. Sindsdien heeft religie 3 kenmerken:
1. Het is een tegenhanger van de waarheid van God door delen van deze waarheid aan te passen.
2. Het veroorzaakt Jaloerse haat tegen hen die de waarheid aan blijven hangen.
3. De laatste stap is moord.
4 Religie is een prima instrument in handen van mensen die zich macht een aanzien willen verschaffen.
Veel mensen zijn een gemakkelijke prooi voor religie aangezien men zelf vaak niet nadenkt en klakkeloos slikt wat zogenaamde deskundigen uitkramen zoals dominees en de Paus.
Andersom hebben religieuze leiders niets liever dan makke schapen in hun gareel, mensen die niet nadenken en manipuleerbaar zijn. Religieuze leiders proberen 4 waarheden buiten de deur te houden:
1. het feit dat niet alleen iedereen op aarde gered zal worden maar ook de hemelse wezens. Alleen al de gedachte dat er in de hemel wezens zijn, is een gruwel in hun ogen, laat staan dat ze gered zullen worden. Zie Kol. 1:20.
2. De brieven van Paulus geven ons een overzicht van zijn laatste gevangenschap in de bajes in Rome tot aan de opstanding van de doden en wegrukking van het lichaam van christus. Alles voor Paulus is interessant voor ons maar gaat zeker niet OVER ons. Het nieuwe testament voor paulus was voor de 12 stammen van Israël.
3. De hel is het graf en geen eindeloos brandende vuurpoel. God is liefde en zou niet op het idee komen om zoiets te scheppen.
4. De naam van onze vader de schepper is YHWH, niet de Here. En de naam van zijn zoon is Jeshua, niet Jezus.
Jeshua betekent YHWH is redding. Jeshua is de naam die aan de enige zoon van God is gegeven. YHWH betekent zelf-existent, ofwel “ik was, ik ben, ik zal zijn.”
De ene, de zelf-existentiële die YHWH heet heeft meerdere zonen zoals Genesis 6:2 ons leert. Maar Jeshua is de enige die door de heilige geest in de buik van Maria zelf werd verwekt zonder dat ze seks had gehad. Deze zoon, Jeshua is het ultieme en enige instrument van redding van de hele schepping. Om haar te redden moest hij apart van de Adamitische bloedlijn worden geboren die immers verstoord was. YHWH had van meet af aan de intentie om de hele schepping op aarde en in de hemel te redden voor een veel hoger doel dan wij kunnen vatten. Hiervoor is zuivering noodzakelijk. De zuivering van goud kan als voorbeeld dienen. Er zijn veel overeenkomsten met de zuivering van al God’s schepselen. Goud wordt met hitte en flux gezuiverd. Flux is een materiaal om het natuurlijke goud dat ore heet te zuiveren van onreine bestanddelen. Bovendien is niet iedere soort flux geschikt voor dit reinigingsproces. Maar slechts één soort. De unieke flux die YHWH heeft bedacht om de schepping te reinigen is het kostbare bloed van zijn zoon Jeshua. Merkwaardig detail is dat het verlies van bloed in medische termen ook flux heet.
*
ons lichaam na de wegrukking
Krijgen we na de opstanding/wegrukking een onsterfelijk lichaam? Dit is maar de vraag. Er is een visie in omloop die stelt dat we weliswaar een verheerlijkt lichaam krijgen maar dat dit toch aionisch is. Pas 1000 jaar later zullen we onsterfelijk zijn. Het gaat hier om de tijdspanne tussen 1 Thes. 4:15-18 en 1 Kor. 15:51-54. Jeshua kreeg ook niet direct na zijn opstanding een stralend lichaam. Pas dan kunnen we zeggen dat de dood echt verbannen is. Degenen die Jeshua direct na zijn opstanding zagen, zagen hem ook niet als iemand die feller schijnt dan de zon. Hij werd pas een nieuwe mens (Efe. 2:15) nadat hij even snel bij zijn vader was geweest. Paulus was wel de enige die Jeshua als de nieuwe mens in zijn onsterfelijke lichaam zag. Deze ervaring maakte hem voor 3 dagen blind. Hij had nadien permanent last van zijn ogen. Niemand anders zag Jeshua omdat deze zich alleen aan Paulus had geopenbaard. De mannen die bij hem waren, waren sprakeloos. Als je het zuiveringsproces van de schepping vergelijkt met de zuivering van goud waarbij flux wordt gebruikt, dan is het zo dat goud geen seconde langer gezuiverd zal worden dan noodzakelijk is. En dus geldt dit ook voor de schepping; er is geen eeuwige hel om die reden.
*
Verwijzingen naar de Pentateuch in de profeten
Moderne theologen denken dat Deuteronomium het werk was van enkele anonieme schrijvers tijdens de regeringen van Josia en Manasseh. De rituele delen van Exodus, Leviticus en Numeri zouden het werk zijn van Ezra en de priesters van Babylon. Het grootste deel van de pentateuch zou dan na de uittocht zijn geschreven en dus niet door Mozes. De bijbel zelf wel zegt dat Mozes de auteur is. Tegelijk beweren sommige theologen dat de profeten leefden en schreven tijdens de regeerperioden van deze koningen met wier regeringen ze zelfs geassocieerd waren. Maar de Pentateuch is vol met technische termen en wetsuitdrukkingen en heeft een eigen woordenschat. De voortdurende verwijzingen hiernaar door alle profeten bewijst dat de pentateuch als geheel een vroeger bestaan moet hebben gehad dat goed bekend was bij de profeten. Door alle boeken van de profeten zijn zulke verwijzingen naar de pentateuch er duidelijk bij gezet. Mogelijk zijn er zelfs nog meer verwijzingen naar de Pentateuch dan die we kennen. Er zijn zo’n 1531 verwijzingen van de profeten bekend naar de Pentateuch, naar Genesis 149 keer, naar Exodus 312 keer, naar leviticus 285 keer, naar Numeri 168 keer en naar Deuteronomium 617 keer. Naar Deuteronomium, zijn de meeste verwijzingen gemaakt, uitgerekend het boek waar de zogenaamde theologen de meeste ophef over maken. Opmerkelijk ook is dat de verwijzingen naar technische, juridische en rituele termen veel meer voorkomen dan naar verwijzingen naar historische gebeurtenissen. De laatste zouden veel bekender zijn maar de eerste groep van verwijzingen konden niet genoemd worden als de betreffende rituelen niet bestaan hadden in de geschriften en tegelijk redelijk bekend waren geweest. Evenzo zou het zinloos zijn voor de profeten om te citeren wat allang bekend was, en zonder problemen kon worden geverifieerd. Bovendien is de cannonieke volgorde van de profetische boeken niet dezelfde als hun chronologische volgorde. Maleachi 1:2 verwijst naar een eerdere passage van Deuteronomium (7:8) dan Jesaja die in Jes. 1:2 naar een latere passage verwijst, Deut. 32:1.
*
De dubbele wonderen van Mattheus 9:18, Markus 5:22 en Lucas 8:41
Tegenstrijdigheden worden gefabriceerd als gelijksoortige wonderen identiek worden genoemd. Zoals bij de 2 bezetenen in Mat. 8:28 en de bezetene in Markus 5:1-20. Andere voorbeelden van dubbele wonderen zijn die van de 2 stormen op het meer, Mat. 8:24, Mark. 4:37-41 en Lukas 8:22-25.
En van de leprozen in Mat. 8:2, Markus 1:40 en Lukas 5:12.
Waarom zullen we woorden niet herhalen op verschillende momenten en onder andere omstandigheden? Er waren veel mensen die te lijden hadden op verschillende plaatsen van dezelfde kwalen. Dus waarom zouden we niet dezelfde wonderen verwachten? Waarom zouden 2 wonderen die blijkbaar hetzelfde karakter hebben en identiek zijn, in onze ogen tegenstrijdig zijn?
We geven 2 voorbeelden, niet alleen in het geval van 2 afzonderlijke wonderen maar ook in het geval van de PAREN van dubbele wonderen.
1. 2 vrouwen werden uit de dood opgewekt.
De eerste in Mat. 9:18 was To Korasion, een klein meisje, wier vader mogelijk een vooraanstaande burger was, een Archon. Ze stierf voordat haar vader de Here kon bereiken. En dus werd het nieuws niet rond verteld. De tweede in Mark. 5:22, Lukas 8:41 was To Paidion, een meisje van 12 jaar wier vader één van de beheerders van de synagoge was en Jairus heette. Ze was niet dood. Pas als Jezus onderweg is, sterft ze. Andere antecedenten en consequenties van tijd en plaats en omstandigheden zijn allen verschillend. Er waren 2 vrouwen die dezelfde kwaal hadden. En waarom niet? Het is niet vreemd dat er twee genezingen van dezelfde kwaal waren, eerder is het vreemd dat er niet meer van dezelfde kwalen werden genoemd. Misschien waren ze genoemd onder de wonderen die niet zijn opgeschreven, Mat. 14:36, Mar. 3:10, Lukas 6:19. De eerste in Mat. 9:20 wachtte duidelijk op haar kans en had mogelijk het bericht gehoord van de aanraking van de Here. Ze kwam achter hem aan en er wordt nu geen menigte genoemd zoals bij de andere vrouw. De eerste sprak in zichzelf over wat ze zou doen; de 2de had tegen haar vrienden gesproken. De Here zag de eerste vrouw en sprak voor de genezing effect had. Hij zag de 2de niet en informeerde ernaar nadat de genezing een feit was. In het eerste geval zeiden de discipelen niets maar in het 2de discussieerden ze met de Here en met de menigte. In het eerste geval worden er geen fysieke of geestelijke zegeningen ontvangen. In het 2de geval worden beiden genoemd. Dus hebben we 2 paren van dubbele wonderen, met verschillen die zo groot zijn dat ze niet op één hoop kunnen worden gegooid. Het boek Openbaring is een ontsluiering van het koninkrijk dat op een dag op aarde zal komen. Het is het koninkrijk dat voorzegd was door de profeten. De joden waren een tijd lang verhard tot de voltooiing van de ecclesia binnengaat, ook wel de uitverkorenen of geroepenen genoemd. Maar nu komt de tijd voor Israèl om gered te worden, zie Rom. 11:26. Dus christus komt na 2000 jaar terug en het koninkrijk van de hemelen (niet IN de hemelen) zoals geprofeteerd door Daniël en verkondigd door christus komt nu op aarde.
“En de zevende boodschapper trompettert*. En er kwamen* luide stemmen in de hemel, zeggende: “Het koninkrijk van de wereld werd* van onze °Heer en van Zijn christus en Hij zal heersen in de aionen van de aionen.” – Open. 11:15
Maar zelfs het allerlaatste einde van Openbaring is voor de joden. De volkeren worden gezegend door Israël maar Israël is prominent. Maar een deel van de boodschap van Paulus was dat er geen verschil is tussen jood en Griek, Rom. 10:12. In Efeze 2:11-22 vertelt Paulus ons van dit nieuws van god. Hij zegt dat de natiën ooit in die tijd:
1. apart van christus waren
2. vervreemd van het burgerschap van Israël waren
3. gasten waren van het verbond
4. geen verwachtingen hadden
Maar nu:
1. christus heeft de muren tussen Israël en de volkeren geslecht
2. hij maakt jood en heiden tot 1 volk
3. hij verzoent ze in 1 lichaam
De afwijzing van het koninkrijk door de joden lijkt god’s bedoelingen de grond in te slaan. Maar helaas pindakaas, God laat zich niet zomaar vangen. In plaats hiervan worden uitgerekend de heidenen in de ecclesia gebracht. Dit nieuwe gezelschap heet nu het lichaam van christus met hemzelf aan het hoofd. Net zoals Jozef door zijn broers werd afgewezen, wat uiteindelijk tot gods doel leidde, gebeurt nu hetzelfde na de afwijzing van het koninkrijk van god door de joden. Namelijk gods doel wordt niet gedwarsboomd maar juist vervuld.
Paulus had het steeds over MIJN evangelie. Is er niet gewoon 1 evangelie? In Romeinen 2:16 zegt hij:
“in de dag waarin god het verborgene van de mensen zal oordelen, naar mijn evangelie, door jezus christus.”
Paulus heeft het hier over de natiën, niet over de joden die op het herstel van hun koninkrijk wachten. Het is een ander onderwerp, een andere boodschap, een ander evangelie.
In Romeinen 16:25-26 verwijst hij opnieuw naar MIJN evangelie:
“die bij machte is jullie te versterken* naar mijn °evangelie en de verkondiging van jezus christus, naar de onthulling van het geheim, tijdens de aionische tijden verzwegen, maar nu, getoond* door profetische geschriften, naar opdracht van de aionische god, tot gehoorzaamheid van geloof bekend wordt gemaakt* onder alle °natiën.”
Zijn evangelie bevat nieuwe informatie van god die niet eerder was onthuld aan de oude profeten of zelf niet door Johannes de Doper en Jezus. In Galaten 1:11 zegt Paulus:
“Want ik maak jullie het evangelie bekend, broeders, het evangelie door mij gebracht*, dat het niet is naar de mens”
Als zijn evangelie simpel een voortzetting is van dat van Petrus, waarom zou hij zich niet gewoon bij Petrus aansluiten in een studiegroep? In Galaten zegt hij hoe belangrijk het is om ons te vertellen dat hij het evangelie niet van een mens geopenbaard had gekregen maar door een opernbaring van jezus christus. In Galaten 2:7 maakt Paulus onderscheid tussen het evangelie van de onbesnedenen en het evangelie van de besnijdenis. Grammaticaal is de genitieve bezitsvorm gebruikt en niet de 3de naamval/meewerkend vnw. Het is dus niet het evangelie aan de besnijdenis of de onbesnedenen maar het evangelie van de besnijdenis of onbesnedenen. Het verschil zit hem niet in de ontvanger van het evangelie. Maar in het evangelie zelf. Aan Paulus was het evangelie van de onbesnedenen toevertrouwd. Aan Petrus het evangelie van de besnedenen. Tot op de dag van vandaag liggen we met dit verschil in de knoop. Als oplossing mixen we beide boodschappen een beetje om hem wat te laten lijken. Dit is precies wat er in de dagen van Petrus ook gebeurde. Het was ook de reden waarom Paulus werd gedaagd omdat hij niet langer de besnijdenis verlangde van de heidense gelovigen. Ze hadden er nogal moeite mee om te snappen dat god iets heel nieuws aan het doen was. Dit was de reden waarom Paulus nogal eens benadrukte dat zijn evangelie niet van mensen kwam maar van een openbaring van god zelf. Als we dit verschil niet zien, mixen we dingen samen die niet bij elkaar horen en noemen dit ook nog eens het evangelie. Als Jezus het heeft over het koninkrijk dat komt en over het Gehenna (foutief vertaald met hel) zien we de noodzaak om het koninkrijk geestelijk te maken. Maar als christus het heeft over een fysiek lot van degenen die straf verdienen in het fysieke koninkrijk, dan zien we het Gehenna als een eeuwige hel voor de ongelovigen. Echter op deze manier zijn we zelf ongelovigen. Tenminste voor een deel aangezien we niet geloven dat het koninkrijk nog moet komen op aarde met christus op de troon.
Moet het koninkrijk van god nog komen?
Voordat christus ten hemel steeg, vroegen zijn volgelingen Hem: gaat u nu het koninkrijk herstellen? Handelingen 1:6. De Here bestraft hen niet omdat ze de clou missen. Hij zegt niet dat het aardse koninkrijk niet zal komen. Hij zegt alleen dat alleen de Vader in de hemel dit weet. Het koninkrijk moet nog komen maar Israël is verhard tot de vervulling van de natiën is voltooid. Dan zal heel Israël gered worden. – Romeinen 11:25
*
Paulus is geen voortzetting van petrus
Een klassieke fout is deze: denken dat er 1 evangelie is met 4 koppen. We hebben het steeds over HET evangelie. Ofwel, alles in het nieuwe testament gooien we op 1 hoop. Dat noemen we dan het evangelie. Maar dit is hetzelfde als de hele keukenkast leeggooien in 1 koekenpan. Geheid dat je een hele grote pannenkoek bakt maar wel één die nergens naar smaakt. Evangelie betekent het goede nieuws. Dit is ook duidelijk in Lukas 1:19 waar het goede nieuws aan Zecharias wordt gebracht door Gabriël. Het is het goede nieuws over de komende geboorte van Johannes de Doper. Door het hele boek Mattheus heen heeft het evangelie betrekking op het komende koninkrijk. Maar als dit koninkrijk door de joden wordt verworpen, is het evangelie dan ook veranderd? Allereerst ging het evangelie naar de joden die hun koninkrijk verwachtten. Petrus bracht beroering teweeg toen hij het evangelie naar Cornelius bracht, een heiden. Toen Paulus het evangelie naar de proconsul bracht, een heiden, probeerde een jood, Elymas hem te stoppen. Maar het verschil zit hem niet alleen in aan wie de goede boodschap wordt gebracht maar ook in de boodschap zelf.
*
de eeuwige samaritaan
Nogmaals over die eeuwige samaritaan en de man die voor pampus langs de kant van de weg ligt. Als er één bijbelvers is die steeds verkeerd wordt uitgelegd dan is het deze wel. De Samaritaan is hier ZELF de naaste van de man langs de weg. Het gaat er in dit voorbeeld helemaal niet om dat de man gewond is of zo. Waar het om gaat is om aan te geven dat een wetsgeleerde niet op eigen kracht het koninkrijk binnen kan door zich alleen aan de wet te houden. Hiervoor is genade nodig. En dit is precies wat de samaritaan te bieden heeft, genade. Het gaat dus om totaal andere zaken dan dat wij ontwikkelingshulp zouden geven aan onze naasten in Afrika. Dit is wel wat de zogenaamde kritische linkse kerk ervan wil maken.
*
aorist 5
De conjunctief MAY-LOVE is van nature in de toekomst. Niets gebeurt in het verleden. Maar in deze vorm, laat de oneindige vorm een tikje verleden zien ondanks dat het naar de toekomst wijst. Zie Mattheus 5:46, “jullie zouden liefhebben.”
De gebiedende wijs kan niet in de verleden tijd plaatsvinden. Een gebod of bevel is altijd toekomend. Hier ook, is de indicator van de verleden tijd afwezig. Zie 1 Petrus 1:22. Dat de oneindige tijd van het werkwoord zowel verleden als toekomst aanduidt, wordt bevestigd door deze verandering die het ondergaat, buiten de aantonende wijs om. Deze vormen kunnen niet voor een verleden tijd worden gebruikt, laten de uitgang “E” vallen, de letter voor de verleden tijd. ‘Deze vorm is niet simpel oneindig maar oneindig toekomend. Het oneindige deelwoord heeft deze bijzonderheid ook. Het verwijst naar een toekomende oneindige vorm die geen equivalent heeft in het engels. Dezelfde grote waarheid vibreert in het deelwoord, waar we het vertalen als “who loves” – die lief heeft en als who is loving, als ze vooraf worden gegaan door het deelwoord. Is het niet beter om te zeggen, “Hem die ons liefheeft” – Rom. 8:37. Galaten 2:20 is van veel van zijn glans beroofd in de oude vertaling, “die mij liefhad.” Het thema van de apostel is niet zozeer de verleden tijd als wel heden en toekomst. “Die mij liefheeft” ziet er goed uit. In 2 Thes. 2:16 is “Die ons liefheeft” beter dan “Die ons lief heeft gehad.”
Het deelwoord zonder de vers in Johannes 13:1. De oneindigheid hier is duidelijk maar kan niet worden vertaald in het engels. De levendige veranderingen van het werkwoord in het grieks doen een aanslag op ons perceptievermogen. Onze hersenen reageren niet zo snel op snelle variaties. We hebben de neiging om alles in het verleden te projecteren alsof het al plaatsvond. We zeggen eerder, (1 Petrus 1:21), “god Die Hem uit de dood opwekte en Hem glorie gaf” in plaats van “god die Hem uit de dood opwekt en Hem glorie aan het geven is” zoals in het grieks. Maar Petrus vestigt onze aandacht niet op verleden maar op tegenwoordige handelingen. God’s karakter, als de god van de opstanding is echter niet alleen maar een handeling in het verleden. Peter heeft het over de Ene die leed in het verleden maar nu de heerlijkheid ontvangt die erop volgt.
Tijd en staat zijn deel van de openbaring
We komen tot de slotsom dat de tijden van de bijbel een belangrijk deel zijn van haar inspiratie. We hebben niet meer vrijheid om de tijden te veranderen dan dat we met de woorden zelf mogen knoeien. Soms is de tijd van een woord zelfs belangrijker dan zijn betekenis. Hoe moeten de discipelen zich hebben gevoeld toen Jezus zei: waar ik ga daar kunnen jullie niet komen, Joh. 13:33. Sommigen kunnen inderdaad wel gaan waar Hij ging maar niet op dat moment. In een slechte vertaling van Joh. 8:21 lijkt het net of de joden nooit kunnen komen waar Hij ging. In Joh. 8:15 staat de oude vertaling, I judge no man. Niettemin heeft onze Vader alle oordeel overgelaten aan Hem. Als we het vertalen met “Ik ben oordelende.”
De gedachte van veel vertalers is deze, als de schoen past, doe hem aan. Ze vertaalden geslopen naar slopen in, naar de verleden tijd. Judas vers 4. Het moet zijn: sluipen in. De aorist is geen verleden tijd. Als Jezus had gezegd, ik ga waar jullie niet kunnen komen, dan had hij de deur dicht gehouden voor ons. Maar als hij zegt, “U kunt niet komende…” hetgeen grammaticaal absurd klinkt, dan slaat het op dat moment en zegt niks over de toekomst. Het verstaan van de openbaring en gods plan voor de toekomst hangt af van werkwoordsvormen. Hoe vertalen de eskimo’s? De eskimo’s hadden nooit een Lam gezien maar wel baby walrussen. Dus vertaalden ze lam met Walrus. Maar ze deden hetzelfde met een leeuw. Geen gelovige kan neutraal staan tegenover vertalingen. God die de wereld liefhad” is fout, God die de wereld lief heeft” is goed. Vertalen is belangrijk om Gods psychologie te snappen ook al spreekt Hij in gebroken Engels tot ons. Huiswerk: lees een week/maand lang Efeze de eerste 12 verzen uit de concordant versie. Het staat vol met Aorische tijden. na verloop van tijd wen je eraan.
Aorist 4
Diverse passage
Waar in de bijbel wordt de oneindige tijd gebruikt? Zoals gezegd in Efeze maar ook in andere teksten.
We zijn nog niet verheerlijkt!
In de volgende tekst is er een handeling in verleden, heden en toekomst. Rom. 8:30 leest als volgt:
“en die Hij tevoren bestemt*, dezen roept* Hij ook, en die Hij roept* dezen ook rechtvaardigt* Hij, en die Hij rechtvaardigt*, dezen verheerlijkt* Hij ook.”
Deze vers is vol lastige dingetjes. De voorbestemming klopt wel maar hoe kan Paulus zeggen dat dezen werden geroepen in het verleden, toen Romeinen werd opgeschreven. Als dit klopt, hebben we geen plaats in de geschriften tot pas ver in de toekomst. Hetzelfde geldt voor rechtvaardiging, veel meer dan verheerlijking. Sommige leerden de valse leer dat de opstanding al had plaatsgevonden. Waarom leert Paulus dan dat de verheerlijking die veel verder gaat dan de opstanding wel in het verleden plaatsvond?
“Wie hij van tevoren bestemt, die zal hij ook roepen en die hij roept, die rechtvaardigt hij ook. Wie hij rechtvaardigt, die zal hij ook verheerlijken.” De verleden tijd, was geroepen wordt hier omgezet naar de toekomst zodat de hele transactie uit de tijd en situatie wordt opgeheven in een hogere categorie van eeuwigheid en waarheid.
Dus God rechtvaardigde hen vroeger, nu en in de toekomst. Dit alles is vertaald in de oneindige vorm, rechtvaardigt. En verheerlijking, hoewel toekomstig, als al verheerlijkt als we hem ontvangen als een grote waarheid dan als een toekomstige gebeurtenis. Deze gedachte komt helemaal overeen met de geest van Romeinen 8 en met de methode van God om ons naar Hem toe te trekken.
De dood is nog niet vernietigd
In 2 Tim. 1:10 staat “De dood afschaffend.” De dood is echter nog niet afgeschaft al zal dit in de toekomst wel gebeuren. De afschaffing van de dood is deels verleden tijd aangezien Christus de dood heeft overwonnen. Maar verder toekomst. In het engels geef je dit aan met “de dood afschaffend.” Had afgeschaft gaat niet op zolang de dood niet helemaal is afgeschaft. De verkondiging, “In Adam sterven allen…” 1 Kor. 15:22, was nogal verwarrend voor de schrijver die vasthoudt aan de gedachte dat hij levend zal worden gemaakt als de here komt. En dat hij getransformeerd wordt zonder te sterven. Vers 52. Het was een welkome gedachte voor hem dat sterven niet oneindig is maar onvoltooid. Dus is stervende een beter woord. Dit is letterlijk waar, zelfs voor degenen die niet zullen sterven als hij komt en direct getransformeerd worden.
God’s liefde is tijdsloos, de liefde van de mens gaat over
Het deelwoord heeft geen oneindige vorm in het engels en is moeilijk om te vertalen. Als het wordt vooraf gegaan door een lidwoord, in het grieks, kunnen we het onderscheid zo weergeven: “de Ene roepende” mag worden vertaald met “Hij die roepende is – He who is calling.”
Als het om een oneindige vorm gaat, mogen we het veranderen in “Hij die roept.”
De uitgang “-ing” van calling benadrukt een onvoltooide tegenwoordige handeling, maar geeft geen uitdrukking aan het oneindige Griekse deelwoord. Zonder lidwoord is het niet zo gemakkelijk. Een redelijke oplossing is als je het oneindige “toen/wanneer” eraan toevoegt. In Hebr. 6:10 wordt een scherpe lijn getrokken tussen de verschillende werkwoordsvormen.
“Want God is niet onrechtvaardig, dat Hij het werk van jullie vergeet en de liefde die jullie tonen* in Zijn naam, de heiligen dienend* en anderen dienend.”
God vergeet niet WANNEER jullie dienen, in elke tijd, verleden, heden of toekomst. Neem het woord “Love”, lief hebben en zie het verschil tussen de oneindige en andere vormen. Onze eerste passage is Johannes 3:16. De oude vertaling was “God loved” god had lief. Deze veranderen we in “god loves” god heeft lief. Wat is de beste vorm? Heeft god ons alleen lief in het verleden? En niet nu? Of in de toekomst? Natuurlijk is zijn liefde tijdsloos. Hij had lief, heeft lief en zal liefhebben. Kortom, hij heeft lief. De liefde van christus voor ons is die van de Vader, Joh. 15:9. Hiermee in contrast is de liefde van de heiligen voor god die in de tegenwoordige tijd staat. “WE ARE LOVING GOD,”
We zijn god aan het liefhebben, constaterende dat hij ons eerst liefheeft. 1 Joh. 4:19. De zin ziet er verschrikkelijk uit. We zijn aan het liefhebben of we hebben lief, één van beiden maar niet beiden varianten in dezelfde zin. We hebben lief klinkt veel beter. Maar het gaat hier niet om een styllistisch probleem maar om een openbaring. God bracht de zin niet in balans zodat deze styllistisch klopte. Misschien is het zelfs zo dat de zin niet in balans is omdat deze niet in balans MOET zijn volgens gods orde. Gods liefde en die van de mens zijn verschillend in kwaliteit. Het is geen natuurlijk instinct maar een goddelijke drift die ons aanspoort om Hem lief te hebben. Kunnen we niet de schoonheid van zijn liefde zien in dit contrast? Zoals ook in Joh. 13;34, “Want GOD is niet onrechtvaardig, dat Hij het werk van jullie vergeet en de liefde die jullie tonen* in Zijn naam, de heiligen dienend* en anderen dienend.”
Ook hier staan de vormen dienend en tonen in dezelfde zin. Hoewel mensen god niet lief hebben, houden ze van de duisternis in plaats van god. Ze houden van hun eigen zielen, Ope. 12:11. In contrast hiermee houdt god van rechtvaardigheid, Heb. 1:9. De enige keer dat van onze liefde en god wordt gesproken is het in de negatieve vorm, namelijk niet dat we god liefhebben maar dat hij ons liefheeft, 1 Joh. 4:10.
De aorist buiten de aantonende wijs
Meer voorbeelden staan in de volgende passages:
> Want indien jullie zouden liefhebben* die jullie liefhebben, welk loon hebben jullie? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? – Mat. 5:46. Eerst zien we de handeling, daarna de eigenlijke ervaring.
> Geliefden. Indien god ons zo liefheeft*, zijn wij ook verplicht elkaar lief te hebben. – 1 Joh. 4:11
> Dit is Mijn gebod: dat jullie elkaar zullen liefhebben zoals Ik jullie liefheb – Joh. 15:12
> De mannen, hebt de vrouwen lief, zoals christus de ecclesia liefheeft* en Zichzelf overgeeft* voor haar – Efe. 5:25.
Op het eerste gezicht lijkt het bij de vrouwen die de voeten van Jezus inwrijven met olie, niet om de oneindige vorm van de aorist te gaan. Lukas 7:47. De Here zegt: “She loves much.” Zij heeft veel lief. Maar Jezus verwijst hier niet naar haar handeling maar naar haar karakter. Anders zou de aorische tijd moeten worden gebruikt. Nog wat aorische vormen en tijden:
Ik heb lief: joh. 13:34, 15;9, 12; Rom. 9:13, Ope. 3:9.
We hebben lief: 1 joh. 4:10
Jullie hebben lief: Joh. 17:23; 23:24, 26
Heb. 1:9
Hij heeft lief: Markus 10:21, Lukas 7:47, Joh. 3:16, 13:1; 15:9; Efeze 2:4; 5:2, 2 Petrus 2:15; 1 Joh. 4:10, 11, 19.
Aorist 3
De Engelse tegenwoordige tijd is de Griekse aorische tijd
De groep die overblijft, duidt niet het effect aan en ook niet het voortgaan van de handeling. I-LOVED verschilt van I WAS LOVING en I HAVE LOVED voorzover het bij het werkwoord om een effect uit het verleden gaat zonder een eindig resultaat. Een ander werkwoord zou duidelijker zijn. I WORKED als melkboer in mijn jeugd. Versus I WAS WORKING toen god me riep. De onbepaalde verleden tijdsvorm “in mijn jeugd” vereist de simpele onbepaalde tijd “Ik werkte/I Worked.” Het eindige, bepaalde verleden “toen god me riep” vereist een eindige bepaalde werkwoordsvorm, I WAS WORKING. Hetzelfde is waar met betrekking tot de toekomst. IK ZAL WERKEN ALS MELKBOER VOOR DE REST VAN MIJN LEVEN. Dit is waar op elk tijdstip in de toekomst. I SHALL BE WORKING als melkboer als alle koeien leeg zijn gemolken. Dit definieert de handeling die doorgaat op een specifieke tijd.
De oneindige vorm ofwel de aorist
Er is nog een onbepaalde vorm zoals die van I LOVE of I WORK… Het hoort bij de tegenwoordige tijd maar overlapt ook verleden en toekomst. Het is in wezen een verleden-toekomst. Zowel tijd als staat worden oneindig aangeduid zodat deze vorm dubbel oneindig is. Dus kunnen we het de oneindige onbepaalde tijd noemen. Neem de simpele verklaring: I LOVE. Deze sluit alle andere staten en tijden in. Als ik “I-WAS-LOVING, I-AM-LOVING, I-SHALL-BE-LOVING, I-LOVED, I-SHALL-LOVE, I-HAD-LOVED, I-HAVE-LOVED, or I-SHALL-HAVE-LOVED”, dan kan ik net zo goed zeggen: I-LOVE.
Net als I WORK/ik werk. deze korte zin overlapt alle andere tijden. En natuurlijk: ik geloof in God betekent dat je al een hele tijd in god gelooft en dit ook nog wel een tijd doet. De echte aorist is zowel oneindig en onbepaald ten opzichte van de staat van een handeling als de tijdsduiding hiervan. Het verleden wordt aangeduid met een “E” als uitgang, de toekomst met een “S.” De aorist is een combinatie van beiden, namelijk “E-S.” Geen werkwoord is een volledige oneindige vorm dat niet deze indicatoren heeft. Onderstaande tabel geeft alle aorische werkwoordsvormen weer met engelse equivalenten.
Aorist 2
De aorische tijd verandert een handeling in een feit.
De onbepaalde vorm bestaat in het Grieks uit de volgende elementen: e– — –s–a maar voor de eenvoud van de uitleg laten we het hierbij.
De onbepaalde tijd
De onbepaalde tijd verandert een handeling in een feit en transformeert daden in waarheid. Johannes doopte in water is een slappe weergave van een historische gebeurtenis. Johannes doopt in water is al een stuk duidelijker. Namelijk, de locatie wordt duidelijk, veel eerder dan het tijdsaspect maar binnen een ruimere bestek van de waarheid. Als petrus het huis van Israël beschuldigt van de kruisiging van christus, gaat het hem niet alleen om de daad maar vooral om de houding die hij veroordeelt. “U kruisigde hem,” was waar; “U kruisigt hem,” is de waarheid, Hand. 2:36. En hier hebben we een geheime combinatie die ons bij de goddelijke waarheid brengt. God heeft de waarheid vastgelegd in het oneindige. Als we naar deze openbaringen kijken in Efeze 1, zal dit feit zich vanzelf aan ons opdringen. Als een parelsnoer lezen we Efeze 1 over de Ene die ons zegent, ons kiest, terecht wijst, genade schenkt, en ons kenbaar maakt het geheim van zijn wil. Lees deze passage in Efeze 1 20 keer over om hem goed op je in te laten werken, lees de plotselinge overgang naar de verleden tijd. Verander dan de werkwoorden naar onbepaalde tegenwoordige tijd, Wie zegent, Wie kiest, etc. en zie hoe de gedachte krimpt.
De vertalers van de geauthoriseerde versie voelden dit aan en probeerden het uit te drukken door de voltooide tijd zoals “had gezegend” en “had gekozen.” Dit, begrenst alle handelingen tot het verleden. Het is alsof een vader alles aan zijn zoon geeft wat hemzelf gegeven was en zijn zoon er alleen mee moet uit zien te komen. Het plaatst Gods actieve pogingen voor ons terug in het verleden en laat ons maar een passieve restant voor heden en toekomst. Dit is het tegenovergestelde van gods doel dat niets anders is dan ons nader tot hem te trekken door een continue vloed van zegeningen. Hij zegende ons niet om het ons verder alleen uit te laten zoeken. Nee, hij zegent ons nu en in de toekomst eveneens. Als je goed kijkt, zie je hier een enorme schoonheid in dit alles. God vult de hele horizon. Zijn aanwezigheid is overal. Hij is niet voor of achter maar beiden. Zijn zorg voor ons is terug te vinden in zijn doel en voltooiing hiervan. In onze taal kennen we niet de constructie: hij kiest ons in het verleden. Maar dit doet god wel, hij kiest ons toen, nu en in de toekomst. Het is geen handeling in het verleden maar nu een feit voor alle tijden. Het is bovendien een garantie aan ons dat zijn beloften aan ons niet veranderen. De aorische tijd is oneindig en onbepaald
5 methoden van bewijs
Er zijn 5 lijnen die erop duiden dat de Griekse aorische tijd oneindig en onbepaald is en met de engelse tegenwoordige tijd correspondeert zoals `ik houd van…` Onze eerste getuige is de betekenis van het woord aorist. Deze naam komt van de antieken die de vorm steeds gebruikten in hun literatuur en conversatie. Het woord komt van 2 elementen, ON en ZIE, Engels, Unsee. Het gaat om iets zonder horizon, oneindig. Het woord aorist zelf betekent ook oneindig, hoewel de definitie in de Griekse grammatica juist van een eindige actie spreekt, voltooid in zichzelf. Later zijn er veel vormen aan toegevoegd die in zichzelf verleden tijd waren waardoor de aorist onterecht werd verward met de verleden tijd. Een 2de lijn is de overeenkomst tussen de verbindende klinker van de aorist en de abstracte zelfstandige naamwoorden. De klinker `A` maakt zelfstandige naamwoorden oneindig.
Het is verleden toekomende tijd
De 3de reden om aan de vroege definitie van aorist vast te houden heeft te maken met de vorming van alle ware onbepaalde en oneindige werkwoorden. Het Grieks heeft een eigen manier om naar de verleden tijd te verwijzen. Bijna instinctmatig voegen ze een “e” toe aan de verleden tijd. In het Engels wordt aan gewone werkwoorden ED toegevoegd. In het Engels word to guide veranderd in guided om het verleden aan te geven. De tegenwoordige en verleden tijd van roepen/to call is dan
kaleO – ik ben aan het roepen/ik roep
ekalon – I riep
Een andere methode is bewerkt in het indiceren van de toekomst. Een “s” was ingevoegd als een link voor de persoonlijke uitgangen. In het engels zeggen we Will of Shall maar in het Grieks is het een kwestie van een letter invoegen:
KaleO – ik roep
KalesO – ik zal roepen
Opvallend kenmerk van alle echte aoristen is dat ze de tekenen in zich hebben van verleden en toekomst. In het engels is dit onmogelijk. “I shall wrote” kan niet. Wel is er in het engels een oneindige vorm zoals “I write” die onterecht de tegenwoordige tijd heet. In het Grieks is het woord noemen/roepen, “Call” het volgende:
ekalon – I called
kalesO – I’ll be calling
ekalesa – I call
De 5de lijn om aan te geven dat de aorist oneindig is en met de engelse tegenwoordige tijd overeenkomt is de toepassing om passages uit de bijbel te testen. Als de aorische tijd overeenkomt met de context van de bijbel, laten we dit dan serieus nemen. Als de aorische tijd als een oneindige vorm juist problemen oplevert binnen de context van de bijbel, dan is dit niet de ingeslagen weg die we verder moeten gaan. Het Griekse werkwoord geeft niet alleen tijd aan maar ook de situatie
De varianten van het werkwoord
Het Griekse werkwoord varieert van vorm om zowel de staat als de tijd van een handeling aan te geven. Het leert ons of de handeling nog steeds gaande is, of oneindig is, of voltooid. Zoveel nadruk is gelegd op het tijdselement, in de engelse grammatica dat de staat van een handeling bijna wegvalt. Het verschil tussen “I wrote” en “I was writing”, beiden verleden, en “I write” en “I am writing”, beiden tegenwoordige tijd, en “I shall write” en “I shall be writing,” zeggen maar weinig over de staat van de handeling zelf. De staat van een handeling is in het Grieks weergegeven door de vorm van de uitgangen. Persoonlijke voornaamwoorden met een “A” die men als verbindende klinker gebruikt, zijn beiden abstract of duiden het effect van een handeling aan. Door “eia” toe te voegen aan de stam voor WAAR (aIEth), krijgen we waarheid, (alEtheia). Voeg het toe aan Koning (basil) en we krijgen (basiliea), aan slaaf (doul) en we krijgen slavernij (douleia).
Het effect van een handeling, aangeduid met de uitgang “ma” in zelfstandige naamwoorden heeft een tegenhanger in de zogenaamde voltooide tijd, die ook het effect registreert of de staat aan een actie verbindt. Het heeft de klinker “A.” Iedereen kan de overeenkomst zien tussen “I have judged” en een “oordeel.” Judgment. Beiden koppelen de staat consequent aan een handeling. En beiden, zowel het zelfstandige naamwoord als het werkwoord hebben een “a” op het einde. Dezelfde overeenkomst is er tussen de echte aorist, de oneindige en onbepaalde en die groep van zelfstandige naamwoorden die een abstract idee aanduiden. Het woord slavernij krijgt het niet voor elkaar om een specifieke handeling voor de geest te roepen maar wekt eerder een associatie op met een abstract feit gebaseerd op een serie van handelingen. Zulke woorden hebben doorgaans “A” als een verbindende klinker of als uitgang. Deze oneindige verbindende klinker “A” suggereert een abstract idee dat oneindigheid voorstelt. Het duidt niet op een specifieke handeling. IK HEB GESCHREVEN met als bewijs datgene dat ik geschreven heb. IK BEN AAN HET SCHRIJVEN op dit moment. Dit is veel concreter en dus eindiger. IK SCHRIJF verwijst naar allebei. In de tabel staat dat werkwoorden van vorm veranderen om zowel hun staat als handeling aan te duiden. Elk van deze 3 handelingen kan verleden, heden of toekomst zijn. Een handeling mag lijken alsof deze voortduurt maar in feite is deze onvoltooid. I WAS LOVING, I AM LOVING, I SHALL BE LOVING, duiden allen op een handeling die voortduurt. Of een handeling mag worden gezien als voltooid, I-HAD-LOVED, I-HAVE-LOVED, I-SHALL-HAVE-LOVED. Allen laten ze de handeling achter zich en richten de staat consequent op de handeling.
Aorist 1
De Griekse en Engelse onbepaalde tijd
De Griekse Aorische tijd is moeilijk te transformeren in het engels en al helemaal niet in de tegenwoordige tijd. Zodoende kunnen we alleen steeds in individuele gevallen het woord vertalen. Zodoende laten de geschriften zich niet inpakken door menselijke vertalingen en interpretaties. Concordant vertalen van werkwoorden is een hachelijke zaak, net zoiets als naar de sterren kijken zonder een systeem te ontdekken in de brei die we aan de hemel zien. Maar net zoals de hemel een geweldige manifestatie is van wet en orde, zo zal de serieuze student van de geschriften ontdekken dat de werkwoorden in goddelijke vervoegingen zijn gegoten.
– Professor Robertson
*
Het schema van de Concordante Versie sluit aan bij de consistente aanpak om God´s gedachtenwereld te doorgronden. De Griekse taal kan hier goed mee uit de voeten. En met enige aarzeling is het meeste goed te vertalen naar het engels. De woorden individueel overzetten van het Grieks naar het Engels is één ding maar ze ook nog grammaticaal kloppend te maken, is een ander probleem. Sommige Griekse werkwoorden hadden in zichzelf variabele tijdsvormen. Stoeien met deze werkwoorden resulteerde algauw in chaos. Vooral als het ging om vorm en betekenis van de werkwoorden. De Aorische werkwoordsvorm was vooral verleden tijd, tegenwoordige tijd of toekomst. Het was hopeloos om uit deze chaos orde te scheppen. De Analytische Griekse Lexicon van uitgeverij Bagster´s was gebaseerd op de Analytische Concordantie. Maar ook deze Lexicon voldeed niet echt. Sommige werkwoorden hadden in verleden, heden en toekomst dezelfde betekenis. In “Grammatica van het Griekse Nieuwe testament in het licht van Historisch Onderzoek,” zegt Professor Robertson dit over over de vertaling van de Aoristische werkwoordsvorm in het Engels:
“Deze Griekse aorist heeft geen enkele andere tegenhanger in een andere taal. Dit levert zoals gezegd wel problemen op met vertalen. De Griekse aorische werkwoordsvorm is vertaalbaar in bijna elke Engelse tijd behalve de onvoltooide. De aorische tijd is tijdsloos.
Dr. Weymouth
Dit laatste werk over de grammatica ven het Nieuwe testament, laat toch wat steken vallen als het gaat om het vertalen van de aorische tijd. Dr. Weymouth heeft dit zelf ook door en geeft kritiek op de nieuwe versie ten aanzien van de vertaling van de aorische tijd. Dit doet hij in zijn pamflet, “Over de vertaling in het Engels van de Griekse aorische tijd.”
Veel vertalingen van de aorische tijd waren onterecht in de verleden tijd vertaald. Dr. Weymouth verzet zich hiertegen. Hij zou eerder de voltooide tijd gebruiken maar als de aorische tijd luidt: “Ik heb lief gehad” (I have loved) en de voltooide tijd is ook: I have loved, wat is dan het verschil? De belangrijkste functie van een vertaling is om de verschillen met het origineel te behouden en het unieke ervan te benadrukken. Als een schilder een schilderij maakt van schapen en geiten en ze allemaal hetzelfde schildert, zal hij een mooi plaatje krijgen maar een slechte kopie. Er zijn scherpe scheidslijnen tussen alle vormen van het griekse werkwoord die zo duidelijk mogelijk gehandhaafd moeten worden. Het schema van de Concordante Versie sluit aan bij de consistente aanpak om God´s gedachtenwereld te doorgronden. De Griekse taal kan hier goed mee uit de voeten. En met enige aarzeling is het meeste goed te vertalen naar het engels. De woorden individueel overzetten van het Grieks naar het Engels is één ding maar ze ook nog grammaticaal kloppend te maken, is een ander probleem. Sommige Griekse werkwoorden hadden in zichzelf variabele tijdsvormen. Stoeien met deze werkwoorden resulteerde algauw in chaos. Vooral als het ging om vorm en betekenis van de werkwoorden. De Aorische werkwoordsvorm was vooral verleden tijd, tegenwoordige tijd of toekomst. Het was hopeloos om uit deze chaos orde te scheppen. De Analytische Griekse Lexicon van uitgeverij Bagster´s was gebaseerd op de Analytische Concordantie. Maar ook deze Lexicon voldeed niet echt. Sommige werkwoorden hadden in verleden, heden en toekomst dezelfde betekenis. In “Grammatica van het Griekse Nieuwe testament in het licht van Hirtorisch Onderzoek,” zegt Professor Robertson dit over over de vertaling van de Aoristische werkwoordsvorm in het Engels:
“Deze Griekse aorist heeft geen enkele andere tegenhanger in een andere taal. Dit levert zoals gezegd wel problemen op met vertalen. De Griekse aorische werkwoordsvorm is vertaalbaar in bijna elke Engelse tijd behalve de onvoltooide. De aorische tijd is tijdsloos.
Dr. Weymouth
Dit laatste werk over de grammatica ven het Nieuwe testament, laat toch wat steken vallen als het gaat om het vertalen van de aorische tijd. Dr. Weymouth heeft dit zelf ook door en geeft kritiek op de nieuwe versie ten aanzien van de vertaling van de aorische tijd. Dit doet hij in zijn pamflet, “Over de vertaling in het Engels van de Griekse aorische tijd.”
Veel vertalingen van de aorische tijd waren onterecht in de verleden tijd vertaald. Dr. Weymouth verzet zich hiertegen. Hij zou eerder de voltooide tijd gebruiken maar als de aorische tijd luidt: “Ik heb lief gehad” (I have loved) en de voltooide tijd is ook: I have loved, wat is dan het verschil? De belangrijkste functie van een vertaling is om de verschillen met het origineel te behouden en het unieke ervan te benadrukken. Als een schilder een schilderij maakt van schapen en geiten en ze allemaal hetzelfde schildert, zal hij een mooi plaatje krijgen maar een slechte kopie. Er zijn scherpe scheidslijnen tussen alle vormen van het griekse werkwoord die zo duidelijk mogelijk gehandhaafd moeten worden.
Weymouth wil de voltooide tijd als vertaling van de aorische tijd
Hij wil dit omdat de voltooide tijd meer de tegenwoordige tijd benadert en veel minder gemeen heeft met de verleden tijd. Hij verwerpt de gangbare gedachte dat de Griekse Aorische tijd overeenkomt met de verleden tijdsvorm van “ik schreef, ik bracht…” De engelse verleden tijd past op geen enkele manier bij de Griekse aorische tijd. Hij komt tot de conclusie dat we de Engelse tegenwoordige tijd een tikje toekomstig maken zoals in de zin, “we beginnen morgen” of “de koning komt vanavond op bezoek.”
Een zelfde tik aan de tegenwoordige tijd kun je met de verleden tijd geven. Bijvoorbeeld “De koning komt hier sinds hij gekroond was.” De engelse tegenwoordige tijd is helemaal niet tegenwoordig maar een soort van onvoltooide verleden-toekomst constructie. Hij geeft zelf voorbeelden van waar de tegenwoordige tijd moet worden gebruikt. Zoals in: “Kronieken verklaart dat…” of “De minister informeert ons…” In Handelingen 25:14 staat de verleden tijd in verhaalvorm, “Festus verklaarde…” Maar het Griekse werkwoord dat hier wordt gebruikt heeft geen kenmerken van de aorische tijd behalve een verwijzing naar het verleden. De Aorische tijd is niet hetzelfde als de gewone verleden tijd. De volgende regel is een stap in de goede richting: “de aorische tijd wordt vaak gebruikt waar onze vertaling de tegenwoordige tijd vereist. Maar de Gnomische aorist (Jacob 1:11, want de zon gaat op…) en de Epistolische aorist (2 Kor. 8:18, nu zenden we met hem de broeder) hoeven hier niet te worden aangevuld. Weymouth komt heel diep bij de kern van de aorist maar niet diep genoeg. De aorist past bij alle dingen die in verleden, heden en toekomst gebruikt worden daar waar het Engels de tegenwoordige tijd gebruikt en een manier is om de aorist te identificeren.
De concordante methode om de aorist te vertalen.
Een probleem bij het vertalen is dat het grieks een moeilijke taal is als het gaat om werkwoorden. De aorische tijd spant hierbij de kroon als het om moeilijkheid gaat. Omwille van Gods openbaring zullen we het hele gebeuren dus eenvoudig moeten maken. De engelse werkwoordsvorm “I am loving” past wel bij de Griekse aorist. Men noemt deze vorm het tegenwoordige deelwoord. Deze vorm past bij de Griekse tegenwoordige tijd. De Engelse tegenwoordige tijd “I love” past een beetje bij de aorist aangezien het in feite niet om een tegenwoordige tijd gaat maar om een oneindige tijd, net als de Griekse aorist. Deze vorm komt aardig overeen met de Griekse aorist. De moeilijkheden met betrekking tot de aorische tijd komen deels doordat een heterogene massa van vormen door elkaar gehutst wordt als eerste en tweedehands aoristen die niks meer met grammatica van doen hebben. Om een schifting te maken, beperken we ons tot de echte aorische tijdsvormen die we in het Engels aanduiden met oneindige.
*
Het grote avondmaal, Lukas 14:15-24
Dit werd gesproken in direct verband met het zegenen van het eten in het koninkrijk van god.
Opnieuw hebben we 4 bedieningen
De eerste ministerie was van Johannes de Doper, vers 16. De 2de uitnodiging voor het avondmaal was voor de mensen die al door Johannes waren bereikt. Het was verzonden door Jezus zelf. Zijn bediening is in 1 zin: kom, want alles is nu klaar, vers 17. Maar alle genodigden begonnen zich te verontschuldigen om niet te komen. De 3de uitnodiging werd gezonden, niet aan degenen die het af hadden laten weten maar aan een nieuwe club. Deze was verzonden door de huismeester vlak na de terugkeer van de eerste bediende. Dit was de bediening van Petrus, de twaalf en Paulus. De 4de uitnodiging ligt in de toekomst. Deze zal worden verzonden door de Here zelf, vers 23. Dit zal een bediening zijn van dwang die tot in alle hoeken van de wereld zal reiken. Allen van de voorgaande bedieningen horen zijn roep maar degenen van de laatste bediening zullen Hem horen en ontvangen en vrucht voortbrengen. Hiervoor is speciale wijsheid nodig zoals in daniel 11:33, 12:3 en 10. De huidige situatie heeft niets te maken met het koninkrijk aangezien Jeruzalem vlak na Handelingen 28 werd verwoest en Israël uiteen werd gedreven. In de tussentijd hebben we het evangelie.
*
Het evangelie of goede nieuws van god
Dit was het evangelie van Paulus die hiervoor zelfs apart was gehouden door god, Rom. 1:1. Het is een toevoeging aan de boodschap van het koninkrijk dat de andere kant van de medaille was. De boodschap van het koninkrijk was eerst verkondigd door Johannes de Doper en de here. Maar beiden werden afgewezen en zelfs vermoord. De Here werd echter weer opgewekt uit de dood en hiermee heeft de nieuwe boodschap die Paulus verkondigt mee te maken. Deze kenmerkt de bediening van handelingen veel meer dan die van de 4 evangeliën die in feite samen 1 evangelie vormen. De boodschap van de opgestane messias was die van het herstel van alle dingen. Dit was de boodschap tijdens Handelingen. Met groot machtsvertoon gaven de apostelen getuige van de opstanding van de here Jezus en veel genade kwam over hen allen, Hand. 4:33.
Dit was ook de taak van de verkondiging van paulus zoals we zien in hand. 17:1-3, 7.
Hij verkondigde Jezus en de opstanding. Het was de verkondiging van het koninkrijk en in ruimere zin van het koninkrijk van god, Hand. 14:22. Het was immers god die christus uit de dood had opgewekt en de verkondiging was door god zelf verspreid. Het was zijn eigen speciale goede nieuws. En het ging allemaal om genade. Ondanks alle zonden van zijn volk tot aan het vermoorden van zijn zoon, zou god hun zonden uitwissen en zijn beloften vervullen.
Het goede nieuws van de genade van god
De eerste woorden van god die ons bereiken na de dubbele afwijzing van zijn zoon, is het woord van zijn genade in Rom. 1:1. Deze onvergefelijke zonde van Israël worden beantwoord met de volgende woorden:
“Van Paulus, dienaar van Christus Jezus, geroepen tot apostel en uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen, dat al bij monde van zijn profeten in de heilige geschriften is beloofd: het evangelie over zijn Zoon, een mens voortgekomen uit het nageslacht van David, aangewezen als Zoon van God en door de heilige Geest bekleed met macht toen hij, Jezus Christus, onze Heer, opstond uit de dood. Hij heeft mij de genade geschonken apostel te zijn, opdat ik omwille van hem aan alle volken gehoorzaamheid en geloof zou verkondigen – ook aan u, die geroepen bent door Jezus Christus. Aan allen in Rome, geliefden van God, geroepen om zijn heiligen te zijn. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.” – Rom. 1:1-6. Het was niet nieuw en zelfs beloofd door god en opgeschreven door de profeten. Het lijden, de dood en opstanding en de verheerlijking waren allen voorzegd. Maar nu was de propfetie over het lijden van christus ook nog vervuld. En dus, bekeer je opdat je zonden uitgewist zullen worden en je vernieuwd zult worden in de aanwezigheid van de Here. En dat God Hem zal zenden die van tevoren verkondigd was aan u, Christus jezus. – Hand. 3:18-20. Gods boodschap was gebaseerd op de profetieën in het oude testament en zelfs een logisch gevolg hierop. Dit is tevens wat het onderscheidt van wat nog niet aan de profeten was verkondigd in de laatste verzen van Romeinen. Dat hoofdstuk begint met wat geschreven was in de geschriften en eindigt met wat nooit eerder was opgeschreven en nu pas geopenbaard zal worden. Dit geheim was verborgen van voor de aionen en werd nu pas geopenbaard. Deze nieuwe openbaring staat in de 3 brieven van Paulus die hij in de bajes in Rome schreef aan de Efezièrs, Phillippenzen en Kolossenzen. Het evangelie van het koninkrijk was de verkondiging door Johannes de Doper en Jezus zelf en is het onderwerp van de 4 evangelièn die in feite hetzelfde evangelie zijn. Dus het evangelie van het koninkrijk is de verkondiging van dezelfde messias die door de Twaalf werd verkondigd, door Paulus en door hen die de boodschap hoorden tijdens de overgangsperiode van handelingen van de apostelen. Het is hun getuigenis net als het vroege schrijfwerk van Paulus. Omdat dit na de opstanding van Jezus gebeurde, kan deze boodschap er één van pure genade worden genoemd.
Het evangelie van de verheerlijking van christus, 2 Kor. 4:4.
Dit is verbonden aan de verhoging van christus als hoofd over alle dingen en van zijn kerk welke zijn lichaam is en waar we meer over lezen in de gevangenisbrieven van Paulus, Efe. 1:21-23, Fil. 2:9-11, kol. 1:14-19. Ze gaan niet alleen over de huidige glorie van de messias maar ook over de uiteindelijke overwinning op satan, en het onderschikken van alle geestelijke wezens aan God. Het gaat hier over de hemelse machten zoals tronen, autoriteiten en hemelse gezaghebbers. Satan probeert uit alle macht de ogen van de ongelovigen te verblinden zodat ze niet horen van zijn aanstaande nederlaag zoals voorzegd in genesis 3:15 en de vervulling hiervan in Openbaring 20. Zie ook 2 Kor. 4:4. Aan de gelovigen de taak om het goede nieuws kenbaar te maken aan de wereld en vooral in ons geval aan de hemelse machten, te weten die boodschap die satan probeert te verbergen, namelijk het evangelie van de glorie van christus.
*
Het evangelie van het koninkrijk en andere evangeliën
het griekse woord evangelie betekent “goed nieuws” en goede getijden. En deze getijden hebben te maken met verschillende thema’s die goed uit elkaar moeten worden gehaald. Zie Fil. 1:10.
Het eeuwige evangelie ofwel goede nieuws
Dit was verkondigd direct na de zondeval hoewel het woord zondeval niet geheel van toepassing is aangezien god zich niet laat verrassen door een val. De boodschap was dat alleen de schepper aanbeden zal worden. God verkondigde dit nieuws en één van de verkondigers was Henoch, de 7de van Adam die de komst van de Here aankondigde voor het oordeel van de goddelozen, Judas 14:15. En Noach die het ook al over het oordeel had, Hebr. 11:7 en 2 Petrus 2:5.
Dit evangelie werd verkondigd direct na de zondeval en zal aan het einde van de aionen weer verkondigd worden.
2. Het evangelie van het koninkrijk
Het goede nieuws was aan Abraham en diens nageslacht verkondigd en de belofte was gegeven aan hem dat God een natie van hem zou maken waarin alle families op aarde gezegend zouden worden. Dit goede nieuws werd gradueel wijdser verkondigd.
In Genesis 15:4 was de Messias verkondigd, zie ook Galaten 3:16.
In Genesis 15:8-21 was de erfenis verzekerd door een onvoorwaardelijke belofte en dus niet door een verbond tussen 2 partijen. Deze erfenis is het heilige land, Immanuel’s land, Jes. 8:8 met Immanuel zelf als heerser. In 2 Samuel 7 was de troon verzekerd aan david en zijn zaad door een andere onvoorwaardelijke belofte. In de tussentijd kwam de messias tot het Zijne maar het zijne aanvaardde hem niet. Dit goede nieuws was eerst verkondigd door de engelen die hiervoor speciaal door de hemel waren gezonden. De exacte bewoordingen hiervoor waren vastgesteld. De engel van Jehova sprak van de glorie van Jehova en zei:
“Hoor, ik breng je goede tijden van grote voorspoed voor alle mensen. Voor u is vandaag geboren in de stad van david, een redder die de christus is, de Here.”
Het goede nieuws betrof geen losse informatie maar een persoon die zijn volk zou redden van haar zonden, Mat. 1:21. De redder die door god was gezalfd en gezonden. In de verkondiging van dit koninkrijk leerde de here ons in vergelijkingen die in feite mysteriën waren en betrekking hadden op de verwerping van het koninkrijk dat niet openlijk kenbaar gemaakt kon worden maar slechts alleen privé, Mat. 13:36. Het was voorzegd dat zijn volk hem af zou wijzen en zelfs zou doden. Maar dit zou geen effect hebben op de eeuwenoude beloften die aan het koninkrijk verbonden waren. Christus was ter dood veroordeeld maar god had aan david gezworen dat uit diens nageslacht de messias zou voortkomen die de troon zou voortzetten. Dit was nu vervuld. de verkondiging van koninkrijk en koning was formeel gedaan door Petrus in handelingen 3:18-26. Deze verkondiging was gedaan door Petrus en de 12 in de hoofdstad van het land. En door Paulus vanuit de synagogen overal in het buitenland tot het in de hoofdstad van het buitenland werd verkondigd, namelijk Rome. Paulus en zij die de Here hoorden bevestigden wat ooit in het begin door de Here was uitgesproken. Ze gingen niet voorbij aan deze boodschap door de voorwaarden of zoiets te veranderen. God vergezelde hen met wonderen en tekenen en geestelijke gaven. In Handelingen 28 levert dit een afwijzing op door de opperrabbijn. Na een discussie die de hele dag duurde was de verklaring afgewezen. Nadat de profetie van Israel´s blindheid in Jes. 6:9 voor de 3de en laatste maal, hield de wonderlijke werking van het koninkrijk op. Zo is de situatie nog steeds, God werkt in het verborgene. En inderdaad zijn nog niet alle dingen aan hem ondergeschikt gemaakt, Heb. 2:8.
Al deze mysteriën die betrekking hadden op het uitstel van het koninkrijk werden verpakt in vergelijkingen omdat de here zei, dat deze geheimen voor de discipelen bestemd waren maar niet voor het volk. Dit deed hij door nogmaals Jes. 6:9 te citeren. Er was niets in de profetie van het oude testament dat sprak van wat de Here in deze vergelijkingen onthult: hoe het koninkrijk verworpen zou worden, en hoever de mensen zouden gaan in hun afwijzing van het koninkrijk, wat er vervolgens zou gebeuren en hoe een 2de offer zou worden afgekondigd en hoe ook dat zou worden afgewezen. En ook was nog niet duidelijk welke nieuwe openbaring onthuld zou worden na het afwijzen van het koninkrijk. Dit alles was besloten in de vergelijkingen die door de Here waren uitgesproken tegenover de discipelen en bedoeld waren voor ons om ervan te leren.
*
De vergelijking van de zaaier, Mat. 13:3-32
Deze eerste vergelijking overlapt alle grond.
Het zaad was het woord van het koninkrijk. Als dit nogmaals herhaald wordt in Lukas 8:5-15, wordt de werkingssfeer uitgebreid en is deze minder lokaal en exclusief. Het eerste zaaien was aan de kant van de weg. Dit slaat op de verkondiging van Johannes de Doper. Dit was aan de kant van de weg en de tegenstander wordt afgebeeld door de vogels van boosaardige tekenen. Het zaad ontkiemde niet en het woord van God betreffende het koninkrijk werd niet begrepen. Het 2de zaaien was door christus zelf (Mat. 4:17) en de 12 en de 70. Dit zaaien was op de stenen grond en werd ontvangen met plezier. Dit was onvruchtbaar. Het 3de zaaien was door Petrus en de Twaalf en door hen die Hem hoorden gedurende de tijd van Handelingen. Het was het zaad tussen de dorens en distels. Petrus verkondigde het koninkrijk en herhaalde de roep om nationale bekering hetgeen de voorwaarde was van nationale zegening. Maar het zaad was verstikt. De 1000 joden die het Woord eerst hoorden gingen door met zich ijverig aan de wet te houden. Dit zaaien mondde uit in een crisis in handelingen 28 toen het koninkrijk werd afgewezen en zich terugtrok in het verborgene. Het 4de zaaien is in de toekomst. Het zal de laatste verkondiging zijn van het evangelie van het koninkrijk, vlak voor en tijdens de grote verdrukking. Israël is met blindheid geslagen maar alleen gedeeltelijk en tijdelijk. Dit zaaien zal kort zijn en er zal een bijzondere manifestatie van de macht en kracht van god zijn aan het einde van deze aion. Als dit 4de zaaien voorbij is, zal het einde komen, Mat. 24:13, 14.
*
De vergelijking van het bruiloftsfeest, Mat. 22:1-14
De dienaren die het eerst de wereld in waren gestuurd, waren johannes de Doper, de 12 en de 70. Ze werden gezonden naar het huis van israel maar dit reageerde niet. De volgende dienaren waren Petrus, de twaalf en diegenen die zijn stem hadden gehoord, Heb. 2:3-4 gedurende de bediening van handelingen. Ze verkondigden dat alle dingen klaar waren. Niets kon nog worden toegevoegd aan het evangelie. Het lijden van christus was vervuld en de heerlijkheid zou geopenbaard worden. En dus, bekeer je! Maar in plaats van zich te bekeren werden zijn volgelingen mishandeld en vervolgd. Sommigen werden in de gevangenis gegooid of gestenigd, een ander werd met het zwaard omgebracht. Dit betekent dat de bediening van handelingen niet afgerond kon zijn met de steniging van Stefanus in handelingen 7. Jacob was na hem geslagen en andere vervolgingen gingen ook gewoon door. Maar de koning deed ook nog mee, stuurde zijn legere en vernietigde de moordenaars en stak hun stad in brand. De tempel was verbrand en het volk uiteen gedreven. De laatste dienaren zullen over de snelwegen van de wereld gaan. Hier hebben we opnieuw een verwijzing naar de toekomst waarin god’s woord over het koninkrijk verkondigd zal worden. Dit bruiloftsfeest was uitgesteld en haar toekomstige vervulling moet nog plaats vinden. Hiernaar wordt verwezen in Mat. 24;14 en komt terug in openbaring 19:6-9 waar we in vers 9 hetzelfde woord zien als in Mat. 22:2.
*
Het kruis van christus
Het kruis van christus is het kruis van gehoorzaamheid. Als mens vernederde hij zichzelf tot aan de dood, zelfs de dood van het kruis. DAT was de beker die zijn Vader hem had gegeven. Velen denken dat hij in Gethsemané zat te bidden om de beker van het kruis aan hem voorbij te laten gaan. Dit is NIET zo. Hij had Judas al naar Gethsemané gestuurd om Hem over te leveren aan de autoriteiten. Hij had zelfs tegen Judas gezegd, wat je doen moet, doe het snel. Joh. 13:27. In Gethsemane was een ANDERE beker in zijn handen geduwd, niet de beker van zijn vader maar de beker van satan. Deze beker was er één van fysieke zwakte, van bloed en zweet waardoor hij juist ongeschikt was om voor onze zonden te sterven. Satan maakte Hem fysiek ongeschikt. Als Zijn Vader het niet op deze manier wilde dat hij als een half bakken lam naar het kruis werd gevoerd, dan zou hij zijn Vader ook hierin gehoorzamen. Zijn gebed werd gehoord. Zijn Vader stuurde een boodschapper naar Hem om hem nieuwe kracht te geven. De beker van Gethsemané was opzij gezet. Maar de beker van zijn vader dronk hij alsnog leeg.
*
realisten versus idealisten
Mensen die de hemel op aarde proberen te brengen, brengen vaak een stukje hel mee. Zo gaat het met idealisten. Was Jezus een idealist?
Christus stelde een ideaal voor in de Bergrede. Maar nadien had hij toch weer met gewone mensen te maken. Hij werd op slag weer realist. Paulus liet ook zien wat een idealist is. Maar ook hij was geen perfect voorbeeld. In zijn brieven is hij vooral realistisch. Hiervan kunnen we een les leren. Als we de idealist willen uithangen, zullen we anderen altijd teleurstellen in plaats van gelukkig maken. We moeten realisten zijn als we anderen serieus willen nemen, juist zij die hulp nodig hebben.
*
sekten
Het woord sekten staat al in de bijbel, in Galaten om precies te zijn. Hoe maf dat het christendom dit woord zo negeert!!! De kerken hebben het alsmaar over seks en abortus etc. Maar ze zijn compleet van de wereld als ze niet door hebben dat ze zelf dikwijls sektarisch bezig zijn. Dominee´s zijn verantwoordelijk hiervoor. In het grieks slaat heidens op het verdraaien van de waarheid. Toch gaan de meeste dominee´s door met verkondigen dat de waarheid alleen overeenstemt met de bijbel als je hun kerkdoctrine volgt. Ofwel, sekten zijn de werken van het vlees, het vertrouwen op eigen kracht. De kerken doen hier het hardst aan mee. Niet alleen Osho en Boeddhisme en zo.
*
Openbaring van het Mysterie
door Adlai Loudy
Handelingen 28:17-28; Efeze 3:1-12; Kol. 1:24-29
Introductie
Paulus, apostel voor de natien was de wegbereider van deze boodschap. Maar welke boodschap precies?
a. Israel is de besnijdenis in het vlees, gemaakt door handen (Gen. 17:7-14; Efeze 2:11) als een koninklijk priesterschap (Exo. 19:5,6; 1 Petrus 2:9) en haar hoop op het koninkrijk bereikte een hoogtepunt van Pinksteren tot Handelingen 28:28. (Hand. 3:22-26; 13:46)
b. Tijdens die periode waren gelovigen uit de volkeren zoals de Ethiopische eneuch afhankelijk van Israel voor hun redding. Joh. 4:22; Hand. 11:13-14. Zelfs zij uit de volkeren die de boodschap van Paulus hoorden, namelijk rechtvaardiging en gedoopt waren in het lichaam van christus, 1 Kor. 12:13,27, waren niettemin ondergeschikt aan het priesterschap van israel. En zelfs haar schuldenaren, Efe. 2:11,12; Rom. 15:27.
c. Het koninkrijk was opzij gezet in hand. 28:25-28 en werd een toekomstig vooruitzicht in afwachting van de terugkeer van de messias. Zie Lucas 19:11-27; Dan.7:13,14; 2 Pet. 1:11; Ope.1:7; 11:15; 19:11-16; 20:1-6).
d. De deur van het koninkrijk was gesloten met handelingen 28:25-28. Dit werd duidelijk doordat de tekenen die gepaard gingen met het verkondigen van het koninkrijk opeens afwezig bleven. In de korte periode van 30-61 na christus hadden de gelovigen deel genomen aan de machten van de toekomende aion door het doen van wonderen. Maar vanaf Hand. 28 gebeurde dit niet meer.
e. Met het schrijven van Efeze en Kolossenzen was de priesterlijke heerschappij van israel als kanaal van redding voor de natiën weg gevaagd. Zelfs Paulus was in de bajes zodat hij niet als een priester kon optreden.
f. Het verwerpen van israël in 61 na chr. was de verzoening van de wereld. Sindsdien zijn de gelovigen uit de volkeren samen met een restant van gelovigen uit de joden het lichaam van christus. Efe. 2:13-18.
g. met de openbaring van het geheim en de verbreiding van de verzoening tot de natiën trok gods wraak zich terug. De mensen zijn voorlopig niet meer het onderwerp van de oordelen van de Pinksterbediening.
I. de goddelijke mysteries c.q. geheimen
A. het woord mysterie is in onze bijbel vertaald met het griekse woord mustererion en slaat op een verborgen waarheid die nu onthuld zal worden.
1. de geschriften onthullen 12 mysteries ten aanzien van gods doel van de aionen.
a. de geheimen van het koninkrijk (Mat.13:11; Mark 4:11; Lukas 8:10).
b. het geheim van de duur van israel´s blindheid, (Rom.11:25).
c. het geheim van het evangelie: de verzoening, (Rom.16:25; Efe.6:19; Kol.1:26,27).
d. Het geheim van de opstanding (1 Kor.15:51).
e. het geheim van christus (Efe.1:9; 3:4; Kol.4:3).
f. het geheim en zijn bediening, (Efe.3:3,9; Kol.1:26).
g. het geheim van het huwelijk, (Efe. 5:32).
h. het geheim van de wetteloosheid, (2 Thess.2:7).
i. het geheim van de godsvrucht, (1 Tim.3: 16).
j. het geheim van de 7 sterren, (Ope.1:20.
k. het geheim van god (Ope.10:7).
l. het geheim van babylon (Ope.17:5,7).
2. In deze studie gaat het vooral om het geheim en zijn bediening.
II. Tijd van Openbaring
A. de TIJD van de openbaring van het geheim en zijn bediening is duidelijk,
1. het bewijs van Efeze en Kolossenzen blijkt uit het feit dat beide brieven werden geschreven direct na de laatste publieke getuige van het koninkrijk van god en het Messiasschap van Jezus aan de vertegenwoordigers van de natie van Israel in Rome, in de lente van 61 na christus, toen hun verwerping was beèindigd, zoals voorzegd in jesaja 6. Zie ook Hand. 28:17-28.
2. het herhaaldelijke gebruik van het woord “nu” in deze hoofdstukken met betrekking tot de openbaring van het geheim, de gezamenlijke zegeningen voor de heiligen en de geheime bediening zijn het startschot voor deze waarheden van de periode voorafgaand aan 61 na chr. (Efe.2:11-13; 3:3-5,8-10; Kol.1:21,22,24-26).
III. wat is het geheim?
A. het geheim van christus voor de natiën staat in Efeze 3:6 in 3voud,
In de geest zijn de natiën,
– gezamenlijk lotdeelgenieters
– gezamenlijk lichaam
– gezamenlijk deelnemers aan de beloften in christus
B. Drievoudige zegeningen in de geest
Het is belangrijk dat we snappen dat de 3 zegeningen van het geheim in de geest zijn, niet in het vlees (Efe.1:3,13; 2:5-6,18). Het gaat om een gezamenlijke relatie: god, christus en de mens.
a. God
In die periode voorafgaand aan de openbaring van het geheim was Israel, de besnijdenis in het vlees, gemaakt door handen (Gen. 17:7-14; Efe. 2:11) waren gods volk. Door verbond en familierelaties was Jehova hun god en niet van de natiën (Ex.19:5,6; Deut.4:7,8, 31-38; Amos 3:1,2; Hand. 13:16-19). Gelovige volkeren aanbaden hem als Israel’s god – de god van abraham van isaak en van jacob. En hoewel ze een aandeel hadden (Rom. 8:17) en ook gezegend waren met zijn volk (Rom. 15:8), hadden ze in het vlees geen hoop en waren ze zonder god in de wereld (Efe. 2:12). Maar nu met de openbaring van het geheim is er een nieuwe familie-relatie geschapen waarin de gelovigen uit de volkeren samen met een rest uit Israel in de geest samen deel heeft in 1 lichaam tussen de Hemelse machten. Efe. 1:3-14. Gelovige volkeren zijn niet langer zonder god maar lid van god’s familie, Efe. 2:19.
b. gezamenlijk lichaam, in christus
Het 2de deel van het geheim, het gezamenlijke lichaam – maakt aan ons het in christus zijn bekend. Voor Efeziërs Had Israel Christus alleen in het vlees. Dit was ook de bediening van de besnijdenis. Gelovigen uit de volkeren waren gedoopt in het ene lichaam van christus, niettemin in vlees. En dus waren ze apart van christus. Nu, sinds de openbaring van het geheim zijn de gelovigen uit de volkeren alsmede het restant van israel dat uit genade leeft samen een nieuwe schepping. In de geest zijn ze samen het lichaam van christus en zit men samen tussen de hemelse machten.
c. het lichaam van christus: de menselijke factor
Voor 61 na chr. en de openbaring van het geheim, had Israël haar eigen gemenebest en waren ze zonen van het verbond uit Ex. 19:5; Hand. 3:25; Rom. 9:4). De gelovigen uit de volkeren waren vervreemd van hun hemelse staatsburgerschap. Ze hadden alleen als gasten deel aan de beloften die god aan israel gedaan had. Ze waren schatplichtig: Rom. 15:27; Efe. 2:12. Maar nu, na Efeze en de onthulling van het geheim, is er een nieuw burgerschap, namelijk van de hemel: Efe. 1:3; Fil. 3:20. De situatie is nu omgekeerd; het is vooral het gelovige deel uit de volkeren dat hier deel van uitmaakt, samen met een restant uit israel. In de geest worden ze deel van het lichaam van christus. De gelovigen uit de volkeren zijn niet langer gasten van israel en haar verbond maar mede burgers van de heiligen. Efe. 2:11-22.
Kanaal naar de zegeningen van het geheim
Dit kanaal is de boodschap van Paulus. Efeze 3:7; Rom. 2:6… In overeenstemming met gods genade zijn de zegeningen:
1. rechtvaardigheid:
rechtvaardiging van god, los van de wet, door geloof in christus. De besnedenen worden gerechtvaardigd uit geloof en de onbesnedenen door geloof, Rom. 3:21-30.
2. verzoening
De 2de zegening van de genadeboodschap van paulus is het geheim van het evangelie, de verzoening. Door dood en opstanding is het vleselijke weg geruimd alsmede de vleselijke barriére van israel tot de volkeren. (2 Kor. 5:16-20; Rom. 5:10,11; 11:15; Efe. 2:13-18).
3. verheerlijking
De verheerlijking tussen de hemelse machten na zijn terugkomst: Kol. 1:5; Kol. 1:27.
Conclusie:
Paulus werd eerst naar de natiën gestuurd om daar het evangelie te brengen, namelijk de rechtvaardiging door geloof alleen. Maar dan nadat hij het evangelie van christus heeft voltooid, verkondigt hij het grote geheim dat tot dusver verborgen was gebleven. Dit is de echte verzoening door het wegnemen van alle vleselijke barrieres tot god. Zelfs christus naar het vlees kennen of israel als priesterlijke natie vallen weg voor wie tot het lichaam van christus behoren. Verder maakt hij aan de gelovigen uit de volkeren bekend de verwachting en hoop van hun verheerlijking: de redding van de komende verdrukking door een plotselinge transformatie van hun lichamen van aards naar hemels. Als climax, tijdens zijn gevangenschap in Rome, onthult hij het geheim met de 3-voudige zegeningen op een gezamenlijke basis voor de gelovigen uit de volkeren en het restant van israel dat ook uit genade leeft.
*
saulus – paulus
Joden in de diaspora gaven hun kinderen vroeger 2 namen, een joodse en heidense. Zo komen we bij een man die Saulus van Tarsus heette en later Paulus werd. Deze wisseling staat in Handelingen 13. Paulus is geassocieerd met 3 bedieningen: rechtvaardigheid, verzoening en de geheime bediening. De naam paulus komt van het woord Pau, dat ophouden betekent. Ons woord pauze komt er vandaan. God hield op om zich direct met Israël te bemoeien. Op het moment is Israël opzij gezet, zij het tijdelijk. Maar in de toekomst pikt god de draad weer op met Israël. Er is een pauze in de wijzen waarop god met Israël omgaat. De intervallen tussen god’s verleden en toekomstige handelen met Israel is gevuld met de bediening van een persoon die zelf aangeduid wordt met ophouden. Namelijk Paulus. Er is zoiets als gods plan voor de wereld dat via israel loopt. Niettemin is er een hiaat en dit hiaat heeft met Paulus te maken. De eerste naam in de geschriften die deze persoon naar voren brengt is saulus. De betekenis van de naam heeft ook te maken met de betreffende bediening die gaat beginnen. Saulus is Hebreeuws. We vinden deze naam als Saulus op weg is naar damascus en als Anannias Saulus bezoekt. Saul en Sheol, het hebreeuwse woord voor het dodenrijk lijken ook op elkaar. De hebreeuwse stam is SHAL en betekent vraag. We vragen dat wat we niet hebben of zelfs niet kennen. We vragen het onzichtbare, het ongeziene. De hebreeuwse sheol is net als de griekse hades het ongeziene. Israël had geen koning zoals de andere volkeren en dus vroegen ze om een koning en kregen ze koning Saul, een naamgenoot van onze Saulus uit Handelingen. De naam markeerde de details van de situatie. Zo ook bij Saulus uit handelingen. Hij was eerst een grote onbekende, hoorde niet bij de 12 en zelfs na zijn introductie blijft hij een vreemde eend in de bijt. Als Saulus wel gezien wordt in Handelingen 7:58-8:3 is hij met zulke slechte dingen bezig dat hij de minste en ongeziene wordt in het koninkrijk. Zo slecht was zijn reputatie wegens het vervolgen van christenen. In Hand. 13 wordt Saulus apart gezet voor een speciale klus. Engels: SEIZED. Salus was al in het gezichtsveld gekomen in handelingen 9 maar nu in hand. 13 wordt hij van de horizon genomen en wordt hij Paulus, het interval. De eerste en 2de naam, Saulus en Paulus suggereren een interval dat een bediening mogelijk maakt zoals dat nu aan de rest van de natiën is verschenen.
*
hoeveel aionen zijn er?
De consensus is dat er 5 aionische perioden in de bijbel te vinden zijn, volgens sommigen zelfs 6. Laat ik eerst opmerken dat de herontdekking van het woord aion in de bijbel dat korte metten maakt met een eeuwig durende hel op zich al een wonder is. Dit woord aion is verder onderzoek waard. God heeft het over VOOR de aionen: 2 Tim. 1:9-10; Titus 1:1-3; 1 Kor. 2:6-8.
Dan is er de huidige boze aion: Mat. 12:32, 13:22; Mar. 4:19; Lucas 16:8, 20:34; Rom. 12:2; 1 Kor. 1:20, 1 Kor. 2:6-8; 1 Kor. 3:18; 2 Kor. 4:4; Gal. 1:3-5; 1 Tim. 6:17.
Twee passages over de huidige aion zijn de moeite waard om preciezer naar te kijken: Efeze 2:2, “in overeenstemming met de aion van deze wereld.” Het Griekse aion en kosmos zijn hier juist vertaald. Efeze 1:21, “niet alleen in deze aion maar ook in de komende.” Hier wordt duidelijk dat we nu in een aion verblijven maar zeker ook dat er nog tenminste één na ons komt. De komende 4de aion: Mat. 12:32; Mar. 10:30; Lucas 18:30, 20:35; Efeze 1:21; Heb. 6:5.
Er komen tenminste nog 2 aionen aan:
Judas 1:25 heeft het over “alle aionen.” Tot dusver hadden we het over de huidige 3de en de komende 4de aion. Maar Efeze 2;7 heeft het over de komende aionen, meervoud. Dus na de 4de aion zou er tenminste nog één komen. De omschrijving van meerdere aionen die voor ons ligt komt op een paar manieren terug. Efeze 3:21 heeft het over de aion van de aionen. Hier wordt de ene aion in relatie tot de andere aionen genoemd.
Hebreeën 1:8 noemt de aion van de aion. Hier gaat het om een ene aion die uit de vorige voortkomt.
De aionen der aionen
Hier gaat het over de relatie van meerdere aionen tot elkaar. Hoeveel aionen staat er niet bij. Eén aion begint als jezus terugkomt om voor 1000 jaar te regeren. De volgende aion begint met de nieuwe hemel en aarde als jezus nog steeds regeert. Andere plaatsen waar aion staat zijn: Rom. 16:27; Gal. 1:5; Fil. 4:20; 1 Tim. 1:17; 2 Tim. 4:18; Heb. 13:21; 1 Pet. 4:11; 1 Pet. 5:11; Ope. 1:6, 18; Ope. 4:9, 10; Ope. 5:13 etc.
Voor de aion en aionisch
een aion is een bepaalde periode van tijd. Als er Voor de aion staat, dan gaat het om iets dat gedurende een specifieke aion gebeurt. De uitdrukking Voor de aionen” en Voor alle aionen” verwijst naar iets dat gebeurt tijdens de verschillende aionen of zelfs tijdens alle aionen.
Aionisch is een bijvoegelijk naamwoord en wordt verschillend gebruikt:
aionische tijden, aionisch leven, aionische redding, aionisch verbond, aionisch koninkrijk, aionisch evangelie, aionische glorie, aionische god, aionisch oordeel
Wanneer de aionen zijn geëindigd wil diet niet zeggen dat alles wat aionisch is, ook eindigt. De frase aionische god spreekt van god die werkt in de aionen. Als de aionen afgelopen zijn, houdt god niet op te bestaan. Integendeel. In 1 Kor. 15 staat dat God alles in allen wordt als de aionen zijn voleindigd. Andere dingen zullen wel eindigen als de aion eindigt, zoals het aionische koninkrijk als christus zijn troon overgeeft aan zijn vader. Er is dan niet langer noodzaak voor overheden of machten. Als de laatste vijand, de dood is overwonnen, is er ook geen noodzaak meer van vuur of een straf. De aionen hebben dan aan hun doel voldaan.
structuur van de aionen
Dezelfde structuur als voor aion en aionen wordt in de bijbel gebruikt voor de onderverdeling van de tempel en tabernakel.
Hebreeën 9:1 – heilige plaats – aion
Hebreeën 9:3 – het heilige der heiligen – aion der aionen
Hebreeën 9:25 – de heiligen der heiligen – aionen van de aionen
Steeds wordt een specifieke locatie van de tempel beschreven in relatie tot de rest van de tempel. Zo is het met de aionen ook. Ze worden steeds in hun onderlinge samenhang beschreven. Er is dus een samenhang tussen de aionen. De idee van een oneindige eeuwigheid komt uit de menselijke theologie voort. God heeft het noet over een oneindige eeuwigheid maar over aionen die weliswaar lang duren maar wel een duidelijk begin en eind hebben.
Gods doel met de aionen
De bijbel verdelen in aionen zou de eenheid misschien ondermijnen. Maar dit is niet waar. De eenheid in de bijbel wordt juist versterkt doordat god door de aionen naar het doel van zijn plan toewerkt, namelijk alles in allen worden, 1 Kor. 15. Nu begrijpen we sommige bijbelteksten ook beter:
Efeze 3:11 – in overeenstemming met het doel van de aionen.
Efeze 1:8-11 – in overeenstemming met het beraad van zijn wil.
Fil. 2:9-11 – alle knie zal voor Hem buigen op aarde en in de hemel.
Kol. 1:15-21 – door christus zullen allen zich met hem verzoenen.
1 Kor. 15:20 – de voleinding… met god die alles in allen wordt.
Het woord aion draagt alle kenmerken van tijd in zich maar niet van eeuwigheid. Het betekent altijd een periode van tijd. Soms gaat het om de aionen die nog zullen komen, dan weer over deze huidige 3de en boze aion. Woorden die naar tijdelijke zaken verwijzen kunnen nooit een gevoel uitstralen van eindeloosheid. Natuurlijk is Gods leven eeuwig en eindeloos maar de wijze waarop hij zich in de aionen aan ons manifesteert getuigt van een stappenplan met eindige perioden.
*
Laat god fouten toe in de bijbel?
Als nogal wat woorden in de bijbel verkeerd vertaald zijn zoals hel en eeuwig, wie heeft er dan gelijk? En laat god het toe dat zijn woord zo extreem verkeerd werd vertaald? allereerst zijn er wel degelijk vertalingen in omloop zoals de concordant vertaling die dieper op gods woord ingaan. Helaas of misschien wel gelukkig zijn dit niet de vertalingen die je in de boekenwinkels vindt. Moderne bijbels laten een oppervlakkig waarheid zijn van gods woord. Redding kan alleen door de zoon van god, christus Jezus. Maar als je dieper graaft, blijft de waarheid van god steeds vaker verborgen. Dit doet god niet helemaal voor niets. Slechts enkelen zijn voorbestemd om verder te zoeken dan hun neus lang is en zullen de echte waarheid vinden. Zoek zelf de waarheid en laat je niet afleiden door wat dominees of pastoors uitkramen maar ook niet door de mooie gekleurde plaatjes bijbels die in de boekenwinkels liggen. Niet alleen zijn ze duur maar ook slecht.
*
Hoeveel eeuwigheden zijn er?
Als aion eeuwigheid betekent, wat betekent aionen dan? Het meervoud van oneindig? In enkele passages staat aion in het meervoud: Efeze 2:7, Kol. 1:26.
Het wordt nog gekker: er is een tijd voor de aionen: 2 Tim. 1:9, Titus 1:2, 1 Kor. 2:7.
En er is een einde van de aionen. Hoe vreemd als het om eeuwigheid zou gaan: Mat. 13:39, 24:3; 1 Kor. 10:11; Heb. 9:26.
In 1 Kor. 15 staat wat er gebeurt aan de voleinding van de aionen, namelijk dat alle vijanden verslagen zijn, inclusief de dood. Christus onderschikt zichzelf aan de voeten van zijn vader.
Sommige specifieke aionen worden in de schriften genoemd:
In Galaten 1:4 lezen we van de huidige boze aion. Hoe zou je dit ooit kunnen vertalen met de huidige boze eeuwigheid?
In Efeze 2:7 lezen we van de komende aionen. Als we middenin de eeuwigheid leven, wat oude komende eeuwigheid dan ooit kunnen betekenen?
2 Kor. 4:4 spreekt van de tegenstander als de god van deze aion. En dus niet van een eeuwigheid.
Er zijn ook nogal wat variaties in het woordgebruik ten aanzien van aion.
Heb. 1:8 – de eon van de eon
Efeze 3:21 – de eon van de eonen
Galaten 1:5 – de eonen der eonen
Hoe kan eon ooit eeuwigheid zijn? Maar als eon niet eeuwigheid is, maken bovenstaande woorden opeens veel duidelijk. Blijkbaar gaat het om tijdperken in gods plan. Ope. 20:1-3
De 4de aion begint met de terugkeer van christus naar de aarde en zijn heerschappij. De 5de aion begint als de huidige aarde en hemel verdwijnen en de nieuwe hemel en aarde verschijnen. Ope. 21.
*
hoelang is eeuwig?
G. Campbell Morgan werkte samen met D. L. Moody van 1904 tot 1917 en van 1933 tot 1945. Hij zegt:
“We moeten erg terughoudend zijn met het woord eeuwigheid. Er is geen woord in de schrift dat met ons woord eeuwig overeenkomt in de zin van een toekomst zonder einde. Wel staat er ergens “eeuwen der eeuwen” maar dit is niet hetzelfde als een oneindige eeuwigheid.”
Het Griekse woord aionisch betekent ook niet eeuwig. Vaak is het wel zo vertaald. Dan slaat het op god of op een eeuwige straf in een eeuwige hel. Dat laatste woord is trouwens ook niet bijbels. Maar het woord aion komt in verschillende vormen voor in de bijbel waaronder aionisch en meervoud, aionen. En kan dus niet op ons woord eeuwig in de zin van oneindig slaan. Aion en aionisch komen 199 keer voor in het nieuwe testament. Het is 43 keer foutief vertaald met wereld en 153 keer foutief met eeuwig. In Efeze 2:7 staat in de NBV het woord eeuwen daar waar de concordant vertaling aionen noemt. Hetzelfde geldt voor Kolossenzen 1:26 en Mattheus 12:32 maakt er helemaal een kermis van. Hier wordt het woord wereld genoemd waar de concordante vertaling aion gebruikt. Zie ook Matt. 13:22 en 1 Tim. 6:17.
In Johannes 11:26 staat, “wie in mij gelooft, zal nooit sterven.” In de concordante vertaling staat zal niet sterven voor de aionen.
In Galaten 1:4-5 worden de woorden “wereld” gebruikt en voor “eeuwig en eeuwig” in de nieuwe bijbelvertaling. In de concordante vertaling wordt alleen het woord eon gebruikt. Het woord wereld is sowieso verkeerd vertaald en is in het grieks kosmos. In Openbaring 11:15 staat voor “eeuwig en eeuwig.” Christus zal voor eeuwig en eeuwig regeren. Maar in 1 Kor. 15:28 staat: dat christus regeert totdat alle vijanden aan zijn voeten liggen. Beide verzen zijn tegenstrijdig. Als je eeuwig en eeuwig in openbaring met aionen van de aionen vertaalt, klopt het wel. namelijk de aionen zijn afgebakende perioden. Hetzelfde geldt voor openbaring 20:10 waar satan en de valse profeet dag en nacht voor eeuwig worden gepijnigd. Dit staat er niet. Dus sowieso worden de mensen niet dag en nacht gepijnigd maar alleen satan en de valse profeet. Maar dan alleen voor de aionen. Er staat niet wat er na de aionen gebeurt. Er is dus inconsistentie in de vertaling van het woord aion. En in sommige gevallen kan aion niet eeuwig betekenen zoals bij aionisch of aionen.
*
Concordante vertalingen
Wat is een concordante vertaling? Hierbij wordt elk Grieks woord apart beoordeeld. Elk grieks woord wordt op elke plek in de bijbel onder de loep genomen om er een adequate vertaling bij te vinden. De toepassing in het nieuwe testament is dan de leidraad en niet hoe andere vertalers het betreffende woord gebruiken. Om verschillen te voorkomen in de woorden die god gebruikt, werd bij elk individueel Grieks woord een Engelse equivalent gezocht. Hetzelfde engelse of nederlandse woord was niet gebruikt voor verschillende griekse woorden en andersom werden voor één grieks woord niet meerdere engelse woorden gebruikt. Daarom wordt deze vertaling Concordant letterlijk genoemd vanwege deze methode. God had er een reden voor om het zelfde Griekse woord te gebruiken in verschillende gevallen. Zo had hij ook een bedoeling met het gebruik van verschillende Griekse woorden met verschillende betekenissen. Deze woord voor woord vertaling klinkt erg wetenschappelijk en het resultaat is dat je een vertaling krijgt die onleesbaar is. In het Engels en Nederlands kennen we de zinsbouw met onderwerp werkwoord en lijdend voorwerp. In het Grieks is dit niet zo. In het grieks krijg je een zin als “gooide de bal Jan.” Hieruit kunnen we onderwerp en lijdend voorwerp opmaken. De zinnen die Paulus gebruikt zijn wel een stuk langer dan iemand die een bal naar Jan gooit. Als je dit concordant wilt vertalen en ook nog leesbaar wilt houden, heb je wel een hamer en een beitel nodig. En dus gieten de vertalers de concordante vertaling in een engelse idioom. Zodoende kan een grieks woord in verschillende engelse woorden resulteren maar dit blijft tot een minimum beperkt. Het griekse idee blijft gehandhaafd. Als god een hebreeuws of grieks woord gebruikt, doet hij dit met een bedoeling. Vanwege taalverschillen, is het misschien nodig om een paar engelse woorden te gebruiken om de gedachte van god uit te drukken. Daarnaast is het nog steeds nodig om het juiste vertaalwoord voor het betreffende griekse woord achterin een woordenlijst op te nemen.
goede vertalingen
Er zijn nogal wat bijbels in omloop. Als we de bijbel lezen, geloven we in wat onze voorgangers vertalers door de eeuwen heen in hun roestige zolderkamers op papier zetten. We hebben niet het originele papier meer waarop Paulus schreef al hebben we wel oude manuscripten. Een aantal van deze manuscripten verschilt van elkaar. Dus moeten we een keuze maken. Gelukkig hebben onze voorouders dit al gedaan. Ze offerden een deel van hun leven op om de juiste manuscripten te kiezen. Ze waren het niet altijd met elkaar eens. Als resultaat hiervan staan een paar verzen in de King james vertaling die niet in de laatste vertalingen staan. Zoals Handelingen 28:29. Als god zich in de bijbel aan ons openbaart, hebben we een consistente vertaling nodig. Een woord voor woord vertaling van de bijbel is de concordante vertaling. De vertaling heeft als uitgangspunt dat als god 2 verschillende Griekse woorden gebruikt, hij hiervoor een reden had. De bijbelstudent moet dan maar uitzoeken waarom god dit deed. Voor het woord liefde in veel moderne vertalingen, worden in de grondtekst verschillende woorden gebruikt. Het woord hel komt in de grondtekst niet voor.
*
valse profeten
In Kolossenzen 1:25 staat dat Paulus de taak had gekregen om het woord van god te voltooien. Hiermee werd de deur gesloten voor volgende mensen die zich als profeten aandienden zoals ene Mohammed. Hooguit valse profeten. Verder spreekt god in de bijbel direct tot ons en niet zomaar OVER ons. God spreekt weliswaar door de monden van profeten maar hij spreekt zelf tot ons. In andere boeken spreekt god alleen over ons. De Koran is dus geen heilig boek, misschien wel boeiend om te lezen maar zeker niet heilig. als de bijbel NIET het woord van god is, kun je inderdaad je tijd beter besteden, al is het maar met pannenkoeken bakken. Maar als de bijbel WEL het woord van god is, dan doe je er goed aan om dit serieus te nemen en hem beter te bestuderen. Niet omdat de dominee het zegt of je ouders maar alleen als je het zelf gelooft. Denk goed na waarom je gelooft en waarin.
Is Gods woord perfect?
als god zich manifesteert aan de mens, mag je verwachten dat hij duidelijke taal gebruikt. Niettemin spreekt hij door mensen tot ons. Dus zo perfect kan het niet zijn. Of toch wel. Als gods openbaring in de bijbel staat, mag je hierin perfectie verwachten van rede en perspectief. En dit geschreven door mensen die soms niet eens een boterham konden smeren.
Dus…
Op blz. 147 van De Griekse Elementen van Concordant Publishers staat:
“God is de echte auteur van de bijbel. De taal is voorbij de kracht van het menselijke bevattingsvermogen. Hij gebruikt menselijke woorden maar niet op een slappe, onnauwkeurige menselijke manier. De betekenis gaat ver voorbij menselijke filosofie. De bijbel is tot in details toereikend in zijn boodschap zonder dat hier externe bronnen aan te pas komen. De auteur, god zelf, heeft geen externe bronnen nodig.”
In 2 Petrus 1:21 staat dat profetie niet door de mens werd voortgebracht maar door de heilige geest die mensen liet spreken.
Adlai Loudy schrijft: “gedachten kunnen alleen worden uitgedrukt in woorden. Deze woorden moeten de exacte gedachten uitdrukken van de spreker, anders is zijn exacte gedachte niet duidelijk.”
Als God zichzelf aan ons wil openbaren, waarom zou hij dan de zwakke gedachten van mensen hiervoor gebruiken? De precisie van woorden die god gebruikt is het volgende wat opvalt in de bijbel. Sommigen verwijzen naar de tegenstrijdigheden in de bijbel. Zij snappen het verschil niet tussen relatieve en absolute waarheden. In Genesis vraagt God, Adam waar ben je? Zou de god die hemel en aarde en Adam zelf geschapen had, niet weten waar Adam zich verstopt? Natuurlijk weet hij dit wel. Maar het is een relatief perspectief dat hier speelt, erg literair dus. God daalt af naar het nivo van literaire tegenspeler. Zo dom kon Adam dus niet zijn, als hij op een literaire manier werd aangesproken.
*
wat is het bewijs?
Voor uitgebreid bewijs over het woord van god verwijs ik naar het boek Evidence that demands a verdict van Josh MacDowell. Hier volgt een korte samenvatting.
1. Er is grote continuïteit in de bijbel, ondanks dat deze geschreven is over een periode van 1500 jaar door 40 verschillende schrijvers. Een goddelijke eenheid schijnt hier doorheen aangezien het de heilige geest was die aan het werk was.
2. In het boek aionisch doel van Adlai Loudy lezen we dat de bijbel een goddelijke orde en vooruitgang laat zien in het openbaren van de waarheid. Net als de orde die we waarnemen in het heelal verwijzen beiden naar een schepper.
3. Er zijn miljoenen kopieën van de bijbel in omloop, meer dan enig ander boek in de geschiedenis. En de bijbel is door de eeuwen heen vertaald in 2200 talen. Ook hierin is een goddelijke werking zichtbaar door de brede bekrachtiging van het woord.
4. Er is meer bewijs dat voor de bijbel pleit dan voor iedere 10 andere werken in de literatuur samen.
5. De bijbel heeft het door de eeuwen heen overleefd, ondanks vele pogingen om hem van de aardbodem weg te vagen.
6. Historische feiten uit de bijbel zijn ook bevestigd uit andere bronnen zoals archeologische vondsten.
7. Veel profetieën uit de bijbel zijn al vervuld tot in het kleinste detail zoals de geboorte en kruisiging van Jezus zelf. Zo mogen we uitkijken naar nog onvervulde profetieën die in de nabije toekomst vervuld zullen worden.
8. Er is geen witwassing gevonden in de bijbel, wat typerend is voor andere werken van mensen. Koning David wordt een man naar gods hart genoemd maar zijn zonden en tekorten springen eruit en zijn nou niet echt dingen om over op te scheppen.
9. Vertalers van de bijbel doorstonden nogal wat gevaren om de vertalen accuraat weer te geven. Het was een monnikenwerk om dit te doen. Menselijkerwijs zou je snel genoegen nemen met minder.
10. In de bijbel vinden God die zichzelf aan ons openbaart en niet andersom. Nergens is er sprake van menselijk redeneerwerk.
Tot slot de vraag waarom dan bepaalde werken uit de bijbel zijn verwijderd. Het antwoord hierop is dat de vertalers direct na de dood van christus en na de apostelen veel moeite deden om vast te stellen wat wel en niet door god was geëxpireerd. Mensen kozen niet voor de werken die bij de bijbel zouden horen maar ontdekten welke werken wel en niet door god waren geëxpireerd. 3 vragen waren hierbij van belang.
1. was een werk geschreven door een echte profeet van god?
2. was de inhoud bevestigd door het handelen van god?
3. waren de geschriften geaccepteerd door het volk van god?
*
god spreekt tot ons in de bijbel
Is de bijbel echt gods woord? Of is het een verzameling schrijfwerk van mensen? Als de bijbel NIET het woord van god zelf is, hoeven we verder ook geen discussie aan te gaan over god. In dat geval kunnen we verder gaan met ons eigen denkwerk dat ooit de bijbel voortbracht. Maar misschien komen we er nooit uit wat goed of fout is. Het is waar dat we buiten de bijbel om van god kunnen leren. Zoals van de natuur. We zien orde en precisie die naar een schepper verwijzen. Een oog zit zeer gedetailleerd in elkaar, een cactus ook. En een kameleon. We zien hierin de vingerafdruk van een morele god. Meer dan dat kunnen we niet van hem leren. Maar zo’n god WIL juist dat we meer over hem leren. Wat, als hij ons over de toekomst wil leren? En wat als hij ons wil vertellen wat er na onze dood gebeurt? In dat geval moet hij zichzelf aan ons openbaren. Voila! Is de bijbel niet deze openbaring van god zelf aan ons? Is de bijbel niet gewoon de communicatie van God naar de mensheid om ons dingen te leren die voor ons belangrijk zijn? Zeker voor de toekomst en zeker voor na de dood? Is de bijbel niet een handleiding om ons richting te geven in ons leven? Omdat we anders stuurloos zijn? Het antwoord is ja.
*
Beth Chaduda
Inderdaad, de zondebok, Azazel, moest meegenomen worden door het Dal van Hinnom naar een plaats ongeveer 5 km ten oosten en ten zuiden van Jeruzalem, ge-naamd Beth Chaduda, waar de bok over een zeer diepe klip (zoals een afgrond) ging, zodat hij nooit meer in contact zou komen met de beschaving (Yoma 67b, Targum Jonathan Pseudo 14:10 en Targum Onkelos Leviticus 14:10). Dit deel van de woestijn was de plek waar de demonen werden verondersteld te zijn. Het was in de buurt van dit gebied dat Christus beproefd werd door de duivel (Mattheüs 4:1-11). De plaats was onderdeel van het drainagesysteem van de Wady en-Nar, de verlenging van Gehenna, de bedding van Vuur! Vanuit dit gebied voerde ‘de vallei van vuur’ (Gehenna) direct naar het oosten in de Dode Zee (‘De Poel van het Vuur’). In deze regio tussen Beth Chaduda en de Dode Zee bevond zich de afgrond die wordt genoemd in het boek Openbaring.
*
arme man en lazarus
een bijbelverhaal gaat over een gelijkenis tussen de rijke man en Lazarus. De eerste fikt na de dood in een vuurpoel (Dode Zee), de 2de ligt in de armen van Abraham. Tussen beiden gaapt een onoverbrugbare kloof. Hoewel dit verhaal beeldspraak is, want hoe kan de rijke man in de vlammen van de hel een conversatie voeren, zitten er wel degelijk concrete dingen in. De kloof is de Jordaanvallei die als beeld wordt gebruikt. – Lucas 16:19-31
*
NT met paulus
Paulus leefde echt. Dit feit is belangrijk voor het verstaan van het nieuwe testament. Hij leefde, kreeg zijn eigen openbaring van God en noemde deze ZIJN evangelie. Er is geen verschil tussen jood en heiden. Zoals in Adam allen stierven, zo zullen in christus allen levend worden gemaakt. Door 1 overtreding door de mens, Adam, kwam de vloek in de wereld. Zo komt door één, Christus de rechtvaardiging voor allen in de wereld. Het is gods wil dat iedereen gered wordt. Hij doet alles naar Zijn wil, ook het slechte dat je overkomt. Hij is de redder van iedereen, in het BIJZONDER van de gelovigen. Die erven het aionische leven. Maar als de bijbel eindigt aan het einde van Openbaring met een brandende vuurpoel, hoe kan dan iedereen gered zijn? Een boek lees je chronologisch, van voor tot achter. De bijbel zit anders in elkaar. Het einde der dingen staan niet in openbaring omdat god dingen aan paulus openbaarde die tot dusver geheim waren geweest. Dingen werden nu aan paulus geopenbaard die nooit aan Johannes, de schrijver van Openbaring waren geopenbaard. Johannes schreef in Openbaring over het koninkrijk der hemelen dat op aarde neerdaalde. Zoals Daniël het had geprofeteerd. Met christus op de troon. De rechtvaardigen leven en de onrechtvaardigen worden geoordeeld aan het begin van de laatste aion. Maar Paulus vertelt ons wat er na Openbaring gebeurt.
NT zonder paulus
Paulus heeft een speciale taak binnen gods plan. Om deze te doorzien zullen we het Nieuwe testament eens zonder Paulus nemen. Wat als hij nooit geboren was. Zonder hem zou de bijbel 13 boeken minder tellen en van Handelingen naar Hebreeèn overspringen. Het koninkrijk dat door de profeten in het Oude Testament was voorzegd, en in Mattheus was verkondigd, zou door Handelingen sneller zijn gekomen. Israèl was niet opzij gezet tot de voltooiing van de natièn een feit was en de heidenen zouden alleen door Israèl gezegend worden. Als er geen vertraging van het koninkrijk was voor de heidenen, dan is er ook geen noodzaak voor de Hebreeèrs door Judas die brieven schreef aan de joden die overal verspreid waren. Zij horen bij het evangelie van de besnijdenis. We laten dan nog eens 8 boeken vallen. Het koninkrijk dat door Jezus verkondigd was, komt nu tevoorschijn in Openbaring. Als Openbaring eindigt, is het koninkrijk van Israèl hersteld en zijn de natièn gezegend door Israel. Christus zit op de troon, satan ligt in de vuurpoel. Zij wiens namen niet in de boekrol staan, worden ook in de vuurpoel gegooid. Zonder Paulus is dit het einde. Maar gelukkig kreeg hij nog een openbaring van God zelf. De bijbel eindigt niet bij openbaring van Johannes maar bij Paulus en Korinthièrs.
*
Hindoeìsme
Veel New Age gedachten en moderne religie zijn terug te voeren op Hindoeìsme. Namelijk op basis van het feit dat alle heidense religies een esotersiche (binnen cirkel) filosofie hebben, de kennis welke in de oudheid alleen voor priesters bestemd was en aan de massa werd onthouden. In India werd deze kennis vanaf de late jaren 60 toegankelijk voor Westerse wijsneuzen die even wat anders wilden. Vervolgens werd deze kennis over gebracht naar het westen waar men nu spreekt van New Age. Thoesofie en New Age maar ook Christian Science komen van het Hindoeïsme. De Hindoe filosofie van het bestaan is gebaseerd op de Upanishaden die geclassificeerd zijn in 6 Sastras en in 3 scholen zijn onder verdeeld: de Sankya, Vedanta en Nyaya. De Nyaya leert dat het hoofddoel van de mens de verlossing van alle pijn is. Dit wordt bereikt door volledige stopzetting van alle actie, goed of slecht. Volgens de Shankya school is materie zelf-existent en eeuwig wat onze Westerse wetenschappers ook leerden. Tot studies van radio-activiteit hen ervan overtuigden dat de elementen niet onveranderlijk zijn en er een lek van energie is. De Shankya school leert verder dat de ziel anders is dan materie en evenzo eeuwig. Bijna alle heidense filosofieën dragen satan’s eerste leugen in zich, namelijk dat de dood niet echt bestaat. Als de ziel echte kennis verkrijgt, is hij vrij van materie en van pijn. God is onbewezen.
De filosofie van de Vendata school zegt dat het heelal god is. God is bestaan, kennis en plezier. De leer van christus ontbeert iedere zelfzucht. Het boeddhisme zegt dit ook te doen maar de werkelijkheid is anders. Men perverteert de betekenis van zelfzucht zo dat men wel degelijk aan zelfzucht doet. Voor Hindoeisme is zelfzucht de levensregel en de new age adopteert deze gedachte zonder meer. De Atman, of doctrine van het zelf leert dat er een grote Pan-Zelf is in alle menselijke bewustzijn en dat de mens zijn eenheid met zichzelf moet ontdekken. Op deze manier kan hij zijn zelfzucht rechtvaardigen door te reflecteren op wat hij doet wel juist moet zijn sinds hij deel is van gods wil. Dit is een subtiele misleiding met een krachtig appel op sommige menselijke instincten. Veel mensen voelen instinctief aan dat de bijbelse regel: behandel je naaste als jezelf, wel een goede regel is. Maar het boeddhisme rechtvaardigt zelfzucht en verklaart de eenheid van onze zelf met die van god.
Het christendom leert ons Hindoeïsme in plaats van de leer van paulus. Ze hebben zelfs kunst, ceremoniën en gewoonte van het hindoeïsme over genomen. Veel heidense religies hebben hun 3-eenheid; babylon had Anu, Ea en Bel; Egypte had Osiris, Isis en Horus en de Vedische 3-eenheid was Agni, Vayu, en Surya-vuur, lucht en zon. Later Hindoeïsme had Brahma, Vishnu, en Siva. Vishnu komt van tijd tot tijd naar de aarde waar hij in een menselijk lichaam incarneert. (VishNu doet aan Noach denken – Visnoach). Krishna was zo’n avatar. Hij leefde op aarde om de rechtvaardigen te behouden en de kwaadwilligen te vernietigen. Buddha kwam volgens de hindoes juist om religie omver te schoppen en de mensheid naar de ondergang te leiden. De Hindoe aanbidt de zelf en beschouwt zichzelf als een deel van god. Hij buigt op deze manier voor satan. Zijn kenmerk is wanhoop. Volgens ene meneer Maeterlinck gaat er van mensen en dieren een soort levensvloed uit, een magnetisch veld dat zelfs water heilig maakt en menselijke eigenschappen geeft. Dit soort theorieën geven de aanzet voor spiritisme. Want waarom zouden deze magnetische golven zich niet voorbij het graf voortbewegen?
Het huidige christendom bereidt de weg voor spiritisme door het bemoedigen van zelfzucht en de incarnatie van de menselijke wil hetgeen leidt tot jaloezie, haat en anarchie. Veel mensen zijn kortzichtig en snappen niet wat de kosten zijn van snelle winst maken. Vluchtige beloften van succes worden gedaan aan een verwarde wereld die niet snapt dat de grootste macht op aarde realiteit is en niet de menselijke wil. Deze semi-voodooìsme en valse psychologie oefent een grotere aantrekkingskracht uit op de massa dan de leer die Paulus verkondigt. De huidige wereld is een lugubere plaats voor de mens om in te leven, te fantastisch en ingewikkeld. De tegenstander heeft de mens verblind met allerlei rare denkbeelden en hem doen denken dat zijn eigen wil god is.
*
Een instrument van het leven
God zag dat het niet goed was voor de mens om alleen te zijn. Hij maakte de vrouw als aanvulling voor de man. Andersom was de man dus aanvulling voor de vrouw. Daarom zijn man en vrouw in Gods ogen 1 van vlees. God gaf man en vrouw aan elkaar. Ze hadden zelfs het recht niet om elkaar te weigeren. Ook als één van beiden overlijdt heeft de overgebleven partner het recht om een nieuwe levensgezel te zoeken. Je hoort wel eens mensen zeggen dat iemand na de dood van de partner eerst een tijd alleen moet blijven. Om op adem te komen. Dit is niet wat de bijbel zegt. De vrouw was gemaakt als metgezel voor de man maar ook als instrument van leven. Ze heette Eva omdat ze de moeder is van alles dat leeft. In deze hoedanigheid wordt ze geëerd tot in de hoogste hemel.
Maar de vrouw viel van haar voetstuk en werd een instrument van de dood. Ze was nog zo gewaarschuwd.
Dit betekent niet dat de vrucht die ze at, giftig was. God wilde alleen dat ze er niet van zou eten. Zelfs na het eten van de vrucht hadden ze nog aionen kunnen leven als ze ook toegang hadden gehad tot de levensboom. Dus joeg god hen weg uit de Tuin van Eden. Het eten van de verboden vrucht gaf geen giftige werking in de lichamen van Adam en Eva. Maar god had beslist dat ze uit de Tuin moesten en dus geen toegang meer hadden tot de levensboom. DIT is wat tot hun dood leidde. De vrouw die het eerst van de verboden vrucht had gegeten werd een instrument van de dood. Maar god gaf een instructie voor hoe deze handicap die dood heette kon worden overwonnen. De vrouw zou nu kinderen baren. Dan was ze al tenminste een beetje verlost van haar stigma als drager van de dood. God zei tegen haar: jouw herstel zal door je man gebeuren. Ze bleef op deze manier vasthouden aan het motief van god namelijk moeder te zijn van al het leven en kinderen voort te brengen. De man werd nu Eva’s middel om haar functie hersteld te krijgen, namelijk de levensdrager te zijn. God gaf de eerste man aan de vrouw en haar aan hem. Alle huwelijken zijn in de hemel gesloten. Dit is een andere manier om te zeggen dat god man en vrouw aan elkaar geeft. Teveel mensen zien het huwelijk slechts als een soort juridisch contract om wat administratieve dingen te regelen. Maar gods bedoeling met het huwelijk is om het voortbestaan van het menselijke ras te garanderen. Daarom is paulus er zo voorzichtig mee.
De man is niet alleen het hoofd van zijn vrouw zoals christus van de kerk maar hij is ook haar redder zoals christus redder is van de kerk. Paulus zegt dit ook, namelijk mannen heb je vrouwen lief zoals christus de kerk lief heeft. De vrouw is een instrument van leven omdat ze de kinderen voortbrengt van de man maar hem ook steunt in zijn leven en werk. Paulus´ opvatting over trouwen was tegengesteld aan die van god. Maar hij zei ook dat hij niet van godswege sprak. Zonder de intrede van de zonde door het eten van de verboden vrucht, zou de vrouw nooit kinderen voort planten. Kinderen verwekken is een restauratiemiddel. Ergens na Eva moet de vrouw hebben door gehad dat ze de messias ooit zou voortbrengen. Misschien niet Eva als individu maar wel de vrouw in het algemeen na Eva in het proces van kinderen voortbrengen. Toen Kaìn geboren was, zei de vrouw al zoiets. Eva had gehoord wat god tegen haar gezegd haar en ook tegen de slang. Eerst dacht ze dat Kaìn misschien de bedoelde man was die komen zou. Het merkwaardige van alles was dat toen puntje bij paaltje kwam, de messias werd verwekt buiten de man om. Was ze instrument van leven als aanvulling op de man om kinderen te verwekken net zolang tot die ene kwam, nu opeens moest de vrouw zonder man de finale klus klaren. De vrouw had nu een eigen positie gekregen in Gods plan. Dat was voor de man wel even slikken.
*
Voleinding van de aion
Wat voor taalgebruik had Jezus eigenlijk? Hij was geen aangename gesprekspartner aangezien hij nogal eens in raadsels en vergelijkingen sprakt tot je er moe van werd.
beste Jezus, hoe laat gaan we eten?
Jezus: huh? tot de klok 3 maal rond is geweest en de kerktorens niet meer glinsteren in de zon waarvandaan je op afstand de kookpan kunt zien. Een normaal mens zou naar zijn voorhoofd wijzen en verder lopen. Paulus was een stuk concreter in wat hij wilde zeggen. Jezus had het ook vaak over de voleinding van de aion, nog zo’n raadselachtige mededeling. Jezus bedoelt in elk geval een bepaalde aion aangezien het hier in enkelvoud staat.
Mat. 13:39, de oogst is de voleinding van de aion.
Mat 13:49, zo zal het zijn aan de voleinding van de aion.
Mat. 24:3, wat is het teken van uw aanwezigheid en van de voleinding van de aion?
Mat. 28:20, tot de voleinding van de aion.
Maar de meervoudsvorm komt ook voor, de voleinding van de aionen. Zoals in Heb. 9:26
“aangezien Hij dan vele malen moet lijden* vanaf de nederwerping van de wereld. Maar nu één maal, bij de afsluiting van de aionen, tot vergeving van de zonden, door Zijn °offer, is Hij openbaar geworden.”
1 Kor. 15:20-28 spreekt van het ultieme einde van de aionen. Zoals in Adam allen sterven, zo worden in christus allen levend gemaakt. Maar ieder in zijn eigen rangorde, eerst christus, daarna die van Hem zijn en daarna de voleinding. Als hij het Koninkrijk over geeft aan zijn vader. Nadat hij alle overheden en machten aan zijn voeten heeft gelegd, onderschikt hij zichzelf aan zijn vader. Als de dood vernietigd is, daarna zal god alles in alles zijn
doel van de aionen
Efeze 1:11 leert ons dat god alles doet in overeenstemming met de bedoeling van zijn wil. Tegelijk staat in Efeze 3:9-11 dat de aionen een doel hebben. Paulus zegt dat hij de genade heeft ontvangen om:
– het evangelie te brengen van de onnaspeurbare rijkdom van christus aan de volkeren.
– om alles te verlichten wat te maken heeft met de bediening van het geheim
– dat vanaf de aionen verborgen was in god die alles schept
– dat nu bekend gemaakt is aan de overheden en machten tussen de hemelingen, door de ekklesia.
– de veelzijdige wijsheid van god, in overeenstemming met het doel van de aionen dat hij in christus Jezus onze heer maakt.
Dus er is een tijd voor en na de aionen. Waarom maakte god überhaupt de aionen? We zien hier dat de aionen een doel hebben. En sinds god alles doet in overeenstemming met de bedoeling van zijn wil, gebruikt hij de aionen om dit te bereiken. Alles wordt naar de voleinding geleid aan het einde van de aionen als god alles in alles wordt. Romeinen 11:36 zegt dat alles uit god is. 1 Kor. 15:28 zegt dat god alles in alles zal zijn. De aionen zijn de perioden er tussenin waarin god zijn wil en bedoeling zal bereiken.
Waar gaat het om?
Niet alleen zijn er meerdere aionen in de bijbel beschreven, ze verschillen ook van elkaar, staan tot elkaar in relatie maar hebben allen een duidelijk begin en eind. Er was een tijd voor de aionen begonnen en er zal een tijd na de laatste aion zijn als god alles in alles is. Maar het verschil tussen de aionen die elk hun eigen kenmerk hebben, is in de bijbelvertalingen helemaal weg gevaagd. Juist de afzonderlijke kenmerken van de verschillende aionen van god’s plan zijn ze belangrijk om god plan met de schepping te snappen. We zien dan dat god wel degelijk systematisch te werk gaat om zijn doel te bereiken.
*
hemelse machten
Want al zijn er zelfs die goden genoemd worden, hetzij in de hemel, hetzij op de Aarde, zoals er goden in menigte en heren in menigte zijn, 1 Kor. 8:5
Deze passage heeft een enorme betekenis. God heeft een grote massa wezens geschapen die in de hemelingen rond waarden en er ook regeren. Een greep:
“Jezus antwoordt* hen: “Is er niet in jullie °wet geschreven: ‘Ik zeg*, jullie zijn goden, Indien Hij zei* dat dezen goden waren tot wie het woord van god kwam* (en de Schrift kan niet opzij gelegd worden.” – Joh. 10:35-35.
“Daarom zeiden ze tegen Aäron: “Maak goden voor ons die voor ons uit kunnen gaan, want wat er gebeurd is met die Mozes, die ons uit Egypte heeft geleid, weten we niet.” Toen maakten ze een beeld in de vorm van een stierkalf, brachten er offers aan en verheugden zich over hun eigen maaksel. Maar God keerde zich van hen af en liet hen de sterren en hemelgoden aanbidden, zoals in het boek van de Profeten geschreven staat: “Hebben jullie mij soms dierenoffers en brandoffers gebracht toen jullie veertig jaar door de woestijn trokken, volk van Israël? Nee, jullie hebben de tent van Moloch meegedragen en de ster van jullie god Refan, beelden die jullie zelf gemaakt hebben om te aanbidden. Daarom zal ik jullie wegvoeren, tot voorbij Babylon.” – Hand. 7:40-43.
Voordien had een zekere Simon in de stad magie bedreven en de bevolking versteld doen staan. Hij beweerde over bijzondere gaven te beschikken, en iedereen, van groot tot klein, keek vol ontzag naar hem op omdat ze werkelijk meenden dat de grote macht van God in hem zichtbaar werd. – Hand. 8:9-10. Op de overeengekomen dag nam Herodes in zijn koninklijke gewaad plaats op zijn troon en sprak het volk toe. De mensen riepen luidkeels: ‘Hier spreekt een god, geen mens!’ Onmiddellijk werd Herodes geveld door een engel van de Heer omdat hij God niet de verschuldigde eer had bewezen, en door wormen aangevreten blies hij de laatste adem uit. – Hand. 12:22
“Toen de mensen zagen wat Paulus had gedaan, verhieven zij hun stem en ze zeiden in het Lykaonisch: ‘De goden zijn in mensengedaante naar ons afgedaald!’ – Hand. 14:11
Maar jullie hebben uiteraard ook gemerkt dat Paulus niet alleen in Efeze, maar in bijna heel Asia een grote groep mensen heeft weten te overtuigen van zijn opvatting dat goden die door mensenhanden worden gemaakt geen goden zijn. Daardoor dreigt niet alleen ons beroep in diskrediet te raken, maar bestaat ook het gevaar dat de tempel van de grote godin Artemis in aanzien zal dalen en dat zijzelf, die in heel Asia en in de hele wereld wordt vereerd, van haar luister zal worden beroofd.’ Bij het horen van deze woorden ontstaken zijn toehoorders in hevige woede en barstten los in geschreeuw: ‘Groot is de Artemis van Efeze!’ – Hand. 19:26-28
Tijdens de Handelingen periode zien we een enorme activiteit van de kant van de geestenwereld en dan vooral van de boosaardige variant. Mogelijk was dit omdat men in een overgangstijd zat. De goden die aanbeden werden waren slechts typen van degenen die ze vertegenwoordigden en zijn niet aards. De verwijzing in de bijbel naar de ster van de god Rafan (Hand. 7:43) verwijst alleen naar een machtig wezen dat ergens boven onze hoofden in de hemel rondhangt. Mensen aanbidden veel vormen van goden in steen, natuur en dieren etc. Omdat ze het niet snappen, maken ze een stenen beeld. De leden van het lichaam van christus hebben wel inzicht in de werking van deze hemelse machten en zelfs instructies om zich tegen hen te wapenen. Niet om deze machten te provoceren of om hen actief op te zoeken, dat ook weer niet. Onze boodschap is die van verzoening, niet van agressie. Dit geldt ook voor de hemelse machten. Als we eenmaal door hebben wat onze echte identiteit is in christus, en we door hemelse machten worden belaagd, is het zaak om op die manier in het leven te gaan staan. De informatie over onze oorlog met hen staat in Efeze.
Zoals:
“Die macht was ook werkzaam in Christus toen God hem opwekte uit de dood en hem in de hemelsferen een plaats gaf aan zijn rechterhand, 21 hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige.” – Efeze 1:20-21
“waarmee u de weg ging van de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de geest die nu werkzaam is in hen die God ongehoorzaam zijn.” – Efeze 2:2
Zo zal nu door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen, 11 naar het eeuwenoude plan dat hij heeft verwezenlijkt in Christus Jezus, onze Heer, 12 in wie wij vrijelijk toegang hebben tot God, vol vertrouwen door ons geloof in hem. – Efeze 3:10-12
“Hij die is afgedaald is dezelfde als hij die opsteeg, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen.” – Efeze 4:10
Onze strijd is niet tegen vlees en bloed maar tegen de hemelse machten die zich overal in het heelal bevinden. Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden. Houd stand, met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst, de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten, en draag bovenal het geloof als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt doven. Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geest, dat wil zeggen Gods woorden. – Efeze 6:10-17
*
jezus in gezicht gespuugd
In Mat. 26:67 wordt Jezus in het gezicht gespuugd. Zelfs dit was voorzegd:
Jesaja 50:6: ‘Ik geef Mijn rug aan degenen, die slaan en Mijn wangen degenen, die het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel’.
*
hel en oordeel
Veel gelovigen denken dat na de dood hemel of hel volgen. maar is dat zo? Ons woord hel dat in de grondtekst van de bijbel niet te vinden is, is een compilatie van een paar woorden die wel in de bijbel staan.
1. Hades/Sheol: hades is het griekse woord en sheol is hebreeuws. het staat 11 keer in het nieuwe testament.
2. Gehenna, staat 12 keer in het nieuwe testament.
3. Tartarus, staat 1 keer in het nieuwe testament.
In het oude testament vinden we het woord sheol 65 keer waarvan 31 keer vertaald met hel en 31 keer met graf. Een graf is sowieso iets anders dan een hel en dus mogen we kritisch naar het woord hel kijken. Wat is de hel precies?
voorbeeld:
In de concordante versie staat in Psalm 16:10 dit:
“Want U zal mijn ziel niet verlaten in het ongeziene. U zal niet toelaten dat Uw goedaardige verderf zal zien. [Hand. 13:35]”
In de versie van Biblija net staat: U levert mij niet over aan het dodenrijk en laat uw trouwe dienaar het graf niet zien.
In de statenvertaling staat: Psalmen 16:10. Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten
U ziet het: 3 verschillende vertalingen waaronder hel maar wat is nu juist? In het voorbeeld van Psalm 16:10 is David aan het woord. Is David in de hel? Nee toch? Dus hebben we te maken met een foute vertaling van het woord sheol in hel.
Handelingen 2:27, 31 verwijst naar Psalm 16 van net. Hier staat het woord hades daar waar we net sheol lazen. Hades is dus niks anders dan de Griekse variant van Sheol. In de grondtekst staat het woord het “ongeziene.” Hades in het nieuwe testament en sheol in het oude testament moeten dus hetzelfde vertaald worden met “ongeziene” en niet met hel.
Wat is de straf voor de zonde?
In Genesis 2:17 vaardigt god een straf uit voor de zonde. Adam en Eva zouden sterven als ze van de boom van goed en kwaad aten. Wat gebeurde, god stuurde ze weg uit de tuin van eden zodat ze niet van de levensboom konden eten. Het proces van sterven is nu in gang gezet. De straf voor de zonde is dus sterven en de dood maar nergens heeft god het over een eeuwige hel. Dan Jezus, hij nam onze zonden op zich en stierf voor ons aan het kruis (niet in plaats van ons). Zat hij in een eeuwige hel? Nee toch? Hij stond zelfs op uit de dood!
Dante’s hel
Ons idee van een hel waar de slechte mensen eeuwig fikken komt niet uit de bijbel. Zoek maar na, nergens staat het. Het komt uit de heidense filosofie en uit de mythologieën. De Grieken zagen de Hades als een geestenwereld of als iets tussen materieel en geestelijk in. Daarnaast speelt Dante’s inferno een rol bij ons beeld van een hel. Hij heeft een reis door een fictieve hel beschreven in zijn Goddelijke komedie. Wij hebben het onszelf toegestaan om dit soort literaire beelden in ons bijbelse denken te laten infiltreren. Volgens de bijbel is de Hades een onzichtbare plaats, het ongeziene maar de mythologie maakt er een fictieve of zelfs een bestaande plaats van. Veel predikers hebben een hel beschreven in termen van een vlammende poel waar je eindeloos in zult branden. Maar dit beeld staat nergens in de bijbel.
*
wat is de dood?
Een andere misvatting dan die van de hel is dat mensen direct na hun dood na de hemel of hel gaan. dit betekent met zoveel woorden dat je dus eigenlijk niet dood gaat. En wat was de ultieme leugen van de slang in Eden ook weer? Juist, je zult NIET sterven…
Wat zegt de bijbel?
Prediker 12:7 zegt dat het lichaam terugkeert naar de aarde en de geest naar god. Het woord ziel komt in de vers helemaal niet voor. Neem het voorbeeld van Jezus. In Lucas 23:46 geeft hij zijn geest over aan zijn vader. Zijn ziel was in Hades (Hand. 2:27,31) en zijn lichaam was begraven in het graf. Het enige verschil met prediker is dat God zijn lichaam beschermde tegen verval. De dood is niets anders dan de terugkeer tot de oorspronkelijke staat van existentie voor god de beide ingrediënten samenvoegde, lichaam en geest. De geest was in het lichaam geblazen tot er een levend wezen uit ontstond. De ziel die eerst niet bestond piepte tevoorschijn uit de combinatie van geest en lichaam.
Als je groene verf hebt en je zou blauw en geel eruit halen, verdwijnt de groene kleur in het ongeziene. Dit is precies wat er met de ziel gebeurt. Als lichaam en geest gescheiden worden, verdwijnt de ziel in het ongeziene, de hades. de ziel heeft geen bewustzijn. De doden weten niets en zijn zich nergens van bewust, ook niet van een zogenaamde vlammende hel, Prediker 9:5. Elders wordt de dood een soort slaap genoemd: daniel 12:2. De ziel slaapt dus in de onzichtbare hades in afwachting van de opwekking uit de dood. Onze geliefden en bekenden die heen zijn gegaan zijn nu letterlijk onzichtbaar voor ons. In elk geval zijn ze niet in de hel maar ook niet in de hemel. De omschrijving van de dood als een slaap zoals in daniel 12:2 geeft aan dat de dood helemaal geen hel is. In zekere zin hebben de doden rust. De doden zijn dus ook niet in de hemel, of ze nu gelovig waren of niet. Het is heel erg om iemand te verliezen. maar de bijbel leert ons dat er hoop is. Ooit zullen we elkaar allemaal weer terugzien.
*
sheol en hades
hades komt van de griekse wortels:
“a” un
“idein” waarnemen
de h van hades heeft te maken met ademen. Het gaat hier dus om het ongeziene of onwaarneembare. Sheol heeft te maken met de dood, namelijk die staat waarin alle menselijke activiteiten stoppen. De sheol kan ook goed vertaald worden met het ongeziene. Job 30:23 zegt dat ALLEN dood gaan. Dit betekent dat of iedereen naar de hel gaat of niemand. Sheol en Hades leren ons dat de dood de plaats van het ongeziene is waar IEDEREEN heen gaat na het overlijden. Dus van een hel is geen sprake en al helemaal niet direct na de dood.
*
God als familierelatie
Het wezen van god is vastgelegd in een familierelatie. God de vader is zowel vader als moeder. Hoe kan god alleen Vader zijn? Als hij vader is van christus dan moet Hij ook moeder zijn. En omdat christus het beeld is van God, zoals Paulus zegt, geldt voor hem dezelfde genderformule. De openbaring van het lichaam van christus en de bruid van christus (Israël) voert terug op het vaderschap en moederschap van YHWH. Man en vrouw zijn naar het beeld van god geschapen en dus is God ook Vader en moeder. De zoon van god volgt dit patroon met zijn bruid. De ecclesia is het lichaam van christus en Israël is de bruid. De familie van God die god IS, is samen door de heilige geest. De gedachte van een 3-eenheid maakt van god een statisch wezen. Terwijl dit niet zo is. God wordt steeds meer van alles wat de goddelijke natuur is en vermeerdert zichzelf uit zichzelf. God breidt zichzelf altijd uit, wordt groter en ontwikkelt zich alsmaar door, nooit van imperfectie naar perfectie maar van perfectie naar verdergaande perfectie.
*
diversiteit in de 4 evangeliën
Eigenlijk zijn er maar 2 evangeliën, namelijk het evangelie van de besnijdenis en van de onbesneden. Maar laat ik me beperken tot de traditionele gedachte over de 4 evangeliën van Mattheus, Markus, Lucas en johannes. Elk evangelie heeft zijn eigen kenmerk. Dit kenmerk kan niet worden onderscheiden op basis van menselijke criteria maar op basis van wat de schrift zelf bijeen raapt. En dit geeft weer aan dat de 4 genoemde evangeliën meer een afronding zijn van het oude Testament dan dat ze een nieuw begin inluiden. In elk geval hebben ze niks te maken met de stichting van de kerk of met het begin van het christendom. Ze zijn de 4 verschillende presentaties van de messias en vormen samen een perfecte eenheid. Het tweevoudige onderwerp van de 4 voudige bediening van de Here toont dit luid en duidelijk en sluit alle moderne hypothesen uit.
De 2voudige en viervoudige bediening is deze:
1. Verkondiging: koninkrijk en koning
2. Afwijzing: Koning en koninkrijk
Zodoende zijn alleen de wonderen, tekenen en leringen van de Here geselecteerd die nodig zijn voor de presentatie van onze Heer en zijn bediening. En die het speciale object benadrukken van elk evangelie. Daarom zijn sommige woorden en werken specifiek voor een bepaald evangelie en worden ze weg gelaten van een ander. En waarom bepaalde uitingen van de Here in andere gevallen juist herhaald worden met verschillende woorden. En ook waarom we het koninkrijk van god tegenkomen in andere evangeliën. Algemeen wordt gedacht dat gebeurtenissen en preken die op elkaar lijken ook identiek zijn. Maar ook dit is niet het geval. De verzoeking in Matheus is niet dezelfde als in Lucas.
Zie Ap. 116, 152, 153, 155, 156, 157, 158, 163, 164.
Het falen om onderscheid te maken tussen zaken die verschillen (Fil. 1:10) en de waarheid juist te verdelen ten aanzien van de verschillende tijden heeft als gevolg dat gebeurtenissen die door plaats en tijd van elkaar gescheiden zijn opeens op een raadselachtige manier bijeen worden gebracht.
*
Zoon van god
Jezus koos een strategisch moment toen hij aan de 12 discipelen vroeg: wie zeggen de mensen die ik ben? De vraag moest hen confronteren met hun conclusies ten aanzien van Zijn wezen en natuur. De vraag was zo bovennatuurlijk magnetisch dat ze ogenblikkelijk vergaten waar ze mee bezig waren. Zijn opdracht aan hen om Hem te volgen verbond hen met hun diepste verlangens nu ze ergens diep in hun harten door hadden dat hun bestemming lag in het volgen van Zijn pad. Hij zou hun leiden en zij zouden Hem volgen. Het kon Jezus weinig schelen wat de mensen algemeen van hem dachten. Maar deze kleine kliek uitverkorenen moesten wel ingewijd worden. En zo is het anno 2012 nog steeds. Met dit verschil dat er toen nog geen orthodox christendom of kerk was. Wel was er de verwachting van een messias die komen zou en de joden van de Romeinen zou bevrijden, een politieke figuur dus. Alle voorspellingen over Hij die geboren zou worden uit een maagd en op wie de heerschappij van god zou rusten, kon men niet aan elkaar rijgen tot een totaalbeeld van de aanstaande messias. En dus herkende men hem niet, net zomin als de joden door hadden om welke slavernij het nu precies ging. En dus leek het Jezus niet overbodig om die vraag nu eens aan de discipelen te stellen.
Petrus stond op en zei wat mogelijk de rest ook dacht: “U bent de christus, de Zoon van de Levende god.” Jezus had hem nu kunnen corrigeren voor deze zogenaamde dwaalleer want dit was het moment ervoor. Maar dit deed Jezus niet. Petrus was blijkbaar juist in zijn conclusie. Jezus was gezegend met alle zegeningen die die vader hem gegeven had. En automatisch was deze vloed met zegeningen een tikje door gestroomd naar Petrus die nu begrepen had, wie Jezus was. Petrus wist waar hij het over had. In tegenstelling tot zoveel gelovigen vandaag de dag die prat gaan op hun eigen intellectuele beschouwingen. Sommige intellectuelen beweren dat Jezus nooit uit de kast kwam en openlijk toegaf dat hij God was. Natuurlijk deed Hij dit niet. Jezus was een meester in nauwkeurigheid, en vooral in wat Hij zei. Hij zei dat hij de Zoon van god was. Hij wilde niet dat zijn godheid los begrepen werd van zijn eenheid met zijn Vader. Als hij gezegd had, “Ik ben God” dan had Hij de plank volledig mis geslagen. Jezus, de historische Jezus is zoals Petrus bevestigd, de zoon van god. Als zoon van god is Hij de volledige godheid, zoals zijn Vader de volledige godheid is, als vader. God kan beiden Vader en zoon zijn zonder zijn godheid te verliezen. Ze zijn één in godheid. De godheid heeft een zoon geboren doen worden, en werd aldus vader. De godheid plantte zichzelf voort, als het primaire principe dat alle dingen naar hun soort gereproduceerd worden. Aldus deed god. Godheid plant godheid voort zodat Vader en Zoon in eeuwige gemeenschap verder konden met elkaar. Door de heilige geest komt deze gemeenschap tot stand en verhoudt de vader zich tot de zoon en andersom. Deze gemeenschap breidt zich uit tot de hele mensheid. Vanuit de eeuwigheid heeft god het verlangen om gemeenschap te hebben met de hele schepping. Dit is wat Jezus voor ogen had toen Hij aan het kruis hing. Toen hij opstond uit de dood sleurde hij de hele mensheid mee in de zegeningen van zijn relatie met zijn Vader. DAT is onze erfenis, niets meer en niets minder.
*
waarom moest christus sterven?
De dood is niet het gevolg van het afschaffen van de vrije wil van de mens. God plande de dood als een tijdelijk iets om ons voor te bereiden om zijn leven te ervaren in al zijn volheid. Niets anders dan zonde en dood kunnen het beste uit god trekken. Ze trekken een kwaliteit van liefde uit Hem tevoorschijn die Gods passie verraadt om bij ons en met ons te willen zijn. Zelfs als Hij vlees moet worden en deelneemt in dezelfde belabberde condities als die wij kennen. En dus sloot Immanuel zich bij ons aan en stierf zelfs aan het kruis (of paal) waarbij hij in alle opzichten, geestelijk, lichamelijk en ziels onze zonden droeg. Zonder zonde en dood zou de liefde van god als een leuke bijkomstigheid worden ervaren. Maar als die liefde tot ons komt en onze zonden draagt, wordt ze openbaar gemaakt in al haar diepten en vuur. God is relationeel van nature. Hij is Vader, moeder, zoon en dochter en hij betrekt zijn overvloed van Zijn relationele wezen. We moeten zelf datgene ervaren wat vreemd is aan onze natuur (onafhankelijkheid van god en vervreemding) voor we snappen wat gelijk is aan onze natuur (eenheid en afhankelijkheid van god). Deze eenheid kunnen we vinden in de geest van god (Galaten 2:20). Dus kunnen we met paulus zeggen dat:
“om Hem te kennen* en de kracht van Zijn °opstanding en de deelname aan Zijn °lijden, gelijkvormig wordend aan Zijn °dood, als ik maar zou komen* tot de opstanding uit de doden.” Fil. 3: 10-11.
*
Waarom moest Christus sterven? 2
Gered worden is niet een kwestie van naar de hemel gaan. Maar van levendgemaakt worden van een geestelijk dood leven van overtreding en zonden. Efeze 2:1. Christus moest sterven omdat we dood waren. En we waren voorbestemd om te sterven omdat paradoxaal genoeg onze bestemming opstanding uit de dood en overvloedig leven is. Het leven van christus is om ons leven te worden en de dood bereidt ons voor op dit nieuwe leven in Hem en Hij in ons. De dood is een geestelijk vacuum dat ons aanzet om als een mens dat een seconde onder water zwemt en weer boven komt, onze longen te vullen met nieuwe adem. De dood is een samenpersing van de menselijke geest. Immanuel nam deel aan onze dood opdat wij hem in zijn leven zouden volgen. Hij was ondergeschikt gemaakt aan de dood zodat in het vlees, Hij als eerstgeborene uit de dood zou worden opgewekt zodat ook wij een nieuw leven hebben. De laatste vijand, de dood, is verslagen doordat het nu een instrument is gemaakt dat het leven dient. De rollen zijn omgedraaid.
*
Hoe is de bijbel samengesteld?
Er zijn veel boeken die de katholieken erbij hebben in hun bijbel. En wat te denken van het boek van Henoch? Dus welke bijbel is nu een coherente waarheid? Allereerst heeft Paulus het erover dat we geworteld zijn in een vaste waarheid. Het is dus mooi om te weten dat er een vaste waarheid is. E.W. Bullinger heeft een boek geschreven “Over de structuren in de Bijbel.” Dit boek is een eye-opener. De 66 boeken van de bijbel zijn door god geëxpireerd, ingeademd, ongeacht van hoe ze gekozen zijn door wat voor concilies en bijeenkomsten. Dit is het zogenaamde interne bewijs van de bijbel zelf die zichzelf bewijst.
*
Visioenen
Keizer Constantijn beweerde dat het graf van Jezus pal aan de Westkant van Jeruzalem was. Volgens Eusebius was dit absurd en ging dit tegen alle verwachtingen in. Constantijn baseerde zijn conclusie op dromen die hij had gehad over de juiste locatie van het graf van Jezus. Constantijn kon domineren over de gemeente van Jezus en stichtte een staatskerk waarin iedereen in principe welkom was. Met als gevolg dat veel heidenen die Griekse, Egyptische en Romeinse goden aanbaden hun heidense ideeën meebrachten in de kerk. Tegen het einde van de 4de eeuw doemde er een heel ander type christendom op dan dat van de 1ste eeuw, namelijk van een kerk waarin zogenaamde visioenen, dromen en tekenen centraal stonden en waarin heidense ideeën hun invloed deden gelden. Ook begonnen kerkleiders macht te ruiken. In de 16de eeuw was er ene St. Jan van het kruis die op de gevaren wees van visioenen, dromen en tekens. Had hij nu maar 1200 jaar eerder geleefd dan had hij Constantijn kunnen waarschuwen. Al had deze laatste zich er waarschijnlijk weinig van aan getrokken. In de 4de eeuw echter was er ook een voorganger van St. Jan van het kruis. Dit was Eusebius zelf die Constantijn herhaaldelijk waarschuwde voor diens gekke ideeën maar vervolgens zelf geïntimideerd werd.
*
De tegenhanger van Golgota
Toen Eusebius doorhad dat Constantijn een heel eigen evangelie compleet met staatskerk in het leven riep dat gebaseerd was op zogenaamde visioenen, besloot hij een tegenmanifest te schrijven, noem het een boek. Dit heet: De Oratie van Eusebius. Hierin vraagt hij Constantijn waarom hij op basis van zijn visioenen de venustempel ten westen van jeruzalem als locatie van het graf van Jezus heeft bevestigd. De tempel wordt met de grond gelijkgemaakt en er wordt zelfs een kerk op de plaats gebouwd. Een overdosis visioenen dus. Inderdaad kreeg Constantijn het in de bol door die visioenen. Hij noemde zichzelf een apostel van Jezus. Het ontbrak eraan dat hij zich geen reïncarnatie van Jezus noemde. Inderdaad rekent de Grieks-Orthodoxe kerk hem tot op de dag van vandaag als gelijke aan de apostelen. Eusebius reageerde op een unieke manier op Constantijn’s macht in het romeinse rijk dat in de profetie van Daniël was voorspeld. Hij telde alle rijken bij elkaar op: volgens Daniël zijn er 4 rijken. En het getal 4 produceert het getal 10. En wel: 1ste rijk, Babylon (1) + 2de rijk, Medo-Perzië (2) + 3de rijk, Macedonië (3) + 4de rijk, Romeinse Rijk van Augustus (4) = 10. Inderdaad, 1 plus 2 plus 3 plus 4 = 10. Geen wonder dat er in de laatste rijk gesproken wordt van 10 koningen. Constantijn’s 30ste jaar aan de macht paste volgens Eusebius in de cyclus van 3 x 10 jaren die beantwoorden aan de koers van de maan. En de maan staat voor duisternis. Het getal 10 was van de antichrist. In feite was dit geheimtaal om duidelijk te maken dat Constantijn’s zogenaamde visioenen over Jezus’ graf bij de Venus tempel niets anders dan warhoofderij waren. Constantijn was van lotje getikt. Het graf van Jezus was zeker niet aan de westkant van Jeruzalem. Voor 326 na christus was algemeen bekend dat Jezus’ echte graf zich in de zuidelijke top van de olijfberg bevond. Na 326 veranderde alles door de visioenen van Constantijn die er een potje van maakte en beweerde dat het graf van Jezus ten westen van Jeruzalem lag op de plaats van de Venus tempel die ooit door Keizer Hadrianus was gebouwd. Eén van de conclusies van Eusebius in zijn Oratie was dat de ingewijden vroeg of laat zouden ontdekken dat Constantijn alles aan elkaar vast kletste.
De Venus Tempel
Hoe kwam men erbij dat Jezus gekruisigd zou zijn op de plaats van de Venus Tempel? Ene Judas, een jood die de moeder van Constantijn, Helena, assisteerde, meende dat er voorwerpen gevonden waren op de plaats van de Venus tempel: 3 kruizen! Dit was wel heel toevallig. Nu was het de vraag aan welk kruis Jezus had gehangen. Ook daar had men een oplossing voor. Men zocht een zieke vrouw. Zieke vrouwen genoeg. Achtereenvolgens plaatste men de kruizen op haar. Bij het laatste kruis genas ze. Dus dat moest wel het kruis van Jezus zijn. Een ander verhaal luidt dat men de kruizen op een dode man zette en hij bij het 3de kruis tot leven werd gewekt. Kortom, na de visioenen kwamen de ruige verhalen op gang. Maar zowel Eusebius als de pelgrim uit Bordeaux repten met geen woord over de zogenaamde 3 kruizen en een graf van Jezus onder de Venus Tempel. Zie ook: Drijvers, Helena Augusta, pp. 81-93, Brill, Leiden, 1992 en Borgehammar, How the Holy Cross was found, Almqvist, Stockholm, 1991. Eusebius wist dat Jezus hier zeker niet was gekruisigd. Deze Judas die niet eens in Jezus geloofde voltooide de mythe dat het graf van Jezus zich op de plaats van de voormalige Venus Tempel bevond. Dat baseerde hij op de vondst van wat hout dat volgens hem afkomstig was van de 3 kruizen. Judas werd in 1 klap beroemd en zelfs heilig verklaard. Ja, hij werd bisschop van Jeruzalem.
Wondertekenen boven Jeruzalem
In het jaar 350 werd ene Cyril bisschop van Jeruzalem. Hij schrijft over een wonder dat zich in zijn beginperiode voltrok:
“In het jaar 350 verscheen er tijdens pasen op 7 mei omstreeks 9 uur ‘s ochtends een groot lichtend kruis boven Golgota dat door de hele bevolking van Jeruzalem werd waargenomen. Het was duidelijk geen optische illusie of zoiets want iedereen keek ernaar en het verschijnsel duurde uren en zijn fonkelende verschijning overtrof zelfs de zonnestralen.”
Bron: Cyril, brief aan Constantius 4.
Wij weten inmiddels dat zo’n verschijnsel een zonnehalo is. Cyriol zag dit als bewijs dat Judas gelijk had. Het kruis strekte zich uit vanaf de voormalige Venus Tempel tot aan de Olijfberg. Men hechtte in de 4de eeuw veel waarde aan visioenen en tekenen, helemaal als die van een keizer kwamen als Constantijn.
Waarom de Venus Tempel?
De echte locatie van het graf op de zuidelijke top van de Olijfberg was voor Constantijn een pelgrimsoord geweest voor christenen uit de hele wereld, voor uit Europa. Maar voor hen was het graf niet meer dan een locatie. Na Constantijn werd alles anders. Plaatsen die geassocieerd werden met de apostelen en Jezus zelf werden voortaan als heilige plaatsen beschouwd. Mensen kwamen nu naar het heilige land om plaatsen te aanbidden in plaats van de historische context van Jezus te zoeken. Het werd steeds gekker: de heilige plaatsen zelf werden geheiligd en men nam er het ene na het andere wonder waar. Om het nog gekker te maken werden veel later de kruistochten gevoerd om deze heilige plaatsen terug te winnen van de islam.
Maar in de eerste eeuwen na christus waren er continue ruzies tussen joden, christenen en romeinen. De joden waren geïrriteerd omdat de christenen niet mee wilden vechten tegen de romeinen zoals tijdens de Bar Kochba opstand. Alles wijst erop dat Hadrianus de joden vijandig gezind was maar zeker niet de christenen. Mogelijk erkende Hadrianus Jezus zelfs als God. Men had inderdaad een tombe gevonden onder de Venus Tempel die van een joodse persoon was. Volgens de pelgrim van Bordeaux was de locatie van de venus tempel een kleine heuvel die op een verder vlak stuk land stond. Dit maakte de heuvel al bijzonder als een bekend baken. Hadrianus bouwde er zijn nieuwe stad, Aelia op. Maar wat was die heuvel? Een tombe? Inderdaad, het was de tombe van John Hyrcanus, de hogepriester die over de joden regeerde van 135 tot 104 voor christus. Hij was de zoon van Simon de Hasmoneeër.
Dit monumentengebied van John Hyrcanus kon een inspiratie vormen voor de strijders van de Bar Kochba-opstand. Zeker sinds alle gebouwen van Jeruzalem door de romeinen verwoest waren, kon men zo’n monument wel gebruiken. De tombe lag 300 yards ten noorden van de oude muur. De joden en meeste christenen alsmede Judas met zijn kruizen wisten heel goed dat deze tombe niet van Jezus was. Maar ze praatten liever Constantijn naar de mond die beneveld was door zijn eigen geklets over dromen en visioenen. Zo kwam het dat Golgota verschoof van de zuidoostelijke bergrug van Jeruzalem naar de zuidwestelijke bergrug in het westelijke deel van Jeruzalem. Men ging zelfs meer waarde hechten aan visioenen en dromen dan aan historische documenten. Door de focus op de venus tempel, ofwel de voormalige tombe van John Hyrcanus, werd de aandacht afgeleid van Golgota en het Miphkad Altaar. Het enige voordeel van deze verwarring was dat de echte plaats van kruisiging op het echte Golgota onberoerd en onbebouwd bleef. Er kwamen geen pelgrims meer. Zo gebruikt God het slechte te goede. De hoax was ideaal om de echte locaties te beschermen. Daar komt bij dat de tombe van John Hyrcanus binnen het kamp van israël ligt terwijl volgens Hebrëeën 13″11-13 Jezus buiten het kamp geëxecuteerd was. Jezus moest tenminste 50 cubits buiten de grens van het kamp worden begraven. Deze maatregel was in 20 na christus ingesteld.
*
Wat is Zion?
Tot aan de tempel van Salomon werd Zion geassocieerd met de plaats waar God woonde. In de bijbel zien we dat met het heen en weer geschuif van de Ark des Verbonds en het verplaatsen van de tempel ook de naam Zion een steeds bredere betekenis krijgt. Zie Micha 4:10. Er is zelfs een hemelse Zion: Heb. 12:22. Psalm 133:3 zegt dat er meerdere bergen Zion zijn. Ofwel Zion = Moriah. De hoogste berg hier is de Olijfberg waarop Isaak zou worden geofferd. En waarop dus Jezus is gekruisigd. Op deze Olijfberg was het 3de altaar. En dit was de reden waarom op dezelfde Olijfberg Bethphage was gebouwd als dependance van het sanhedrin. Na de val van de tempel in 70 na christus verhuisde de shekinah naar de Olijfberg.
Isaac op de Olijfberg
De olijfberg werd steeds belangrijker voor de joden al wisten ze zelf niet precies waarom. Uiteraard heeft het ermee te maken dat Abraham op de zuidelijke bergtop Isaac wilde offeren en niet in het lager gelegen berggebied waar de tempel van Salomon later stond. Nee, Isaak werd op de top van de Olijfberg geofferd.
Overeenkomsten tussen Isaac en Jezus
1. De geboorte van Isaac was een wonder (gen. 18) alsook de geboorte van Jezus, Mat. 1:18.
2. Toen Abraham zijn zoon Isaac wilde offeren op de top van de olijfberg, hiel Isaac hem zelfs het hout naar het altaar te brengen (gen. 22:6). Jezus droeg ook zijn eigen stuk hout (NIET een kruis).
3. Isaac verzette zich niet tegen zijn vader die hem nota bene wilde offeren. Hetzelfde was het geval met jezus.
4. Jezus en Isaak werden beiden op de Olijfberg geofferd.
5. Isaac was ongeveer 30 jaar, net als Jezus en beiden wilden vrijwillige hun leven afleggen.
6. Abraham was bereid zijn enige legale zoon te offeren, net zoals YHWH zijn enige Zoon offerde. Uiteindelijk gaf YHWH een ram in de plaats voor Isaak zodat Isaak kon blijven leven. Jezus werd geofferd opdat het volk van Israël kon blijven leven.
7. Abraham keerde terug van de Olijfberg met nog steeds Isaak in leven. Volgens Hebr. 11:17-19 werd dit beschouwd alsof Isaak uit de dood was opgestaan. Jezus werd echter letterlijk uit de dood opgewekt op dezelfde locatie. Isaac moest 3 dagen reizen naar de plaats waar hij geofferd zou worden. Jezus stond na 3 dagen op uit de dood.
De Olijfberg
Eusebius meldt dat christelijke pelgrims vanuit de hele wereld naar Jeruzalem komen om een grot te bezichtigen bij de top van de Olijfberg. Keizer Constantijn en zijn vrouw Helena hadden ook een graf van jezus bedacht maar pal aan de andere kant, aan de westkant van Jeruzalem. Iemand had hierover een visioen gehad. Maar zoals het zo vaak gaat met visioenen moet je ze niet altijd serieus nemen. Maar daar repte Eusebius met geen woord over. De geruchten over de grot bij de top van de Olijfberg echter, bleven hardnekkig aanhouden, zodat mevrouw Helena ondanks de visioenen van haar raadgevers zich genoodzaakt voelde om een kerk boven de grot te bouwen. Ze noemde de kerk de Eleona Kerk. Het opstijgen naar de hemel van Jezus gebeurde bij Bethanië, een mijl ten oosten van de grot, (Lukas 24:50). Jezus woonde min of meer op de Olijfberg. Hij ontmoette hier zijn leerlingen maar hier was hij ook als hij niet in Jeruzalem was. (Luc. 21:37). Ook Bathanië lag op de oostkant van de Olijfberg (Marcus 11:1). Jezus’ thuis in Jeruzalem was op de Olijfberg. Jezus zal ook hier terugkomen, Hand. 1:9-11; Zech. 14:1-4. Rabbi Jonathan zei dat een paar jaar na de val van Jeruzalem in 70 na chr. de Shekinah de tempel had verlaten in 66 na chr. Voor 3,5 jaar verbleef de Shekinah op de olijfberg in de hoop dat Israël zich zou bekeren.
Was het graf van Jezus een grot of een tombe? Mogelijk beide en was de tombe in een grot verstopt. In elk geval waren er zoveel Romeinse legioenen op de Olijfberg tijdens het beleg van Jeruzalem dat ze een mooie decoratieve tombe zeker niet heel hadden gelaten. Toen Lazarus, de broer van Martha en Maria stierf, legden ze hem in een tombe. In het Grieks is dit hetzelfde ding als waarin Jezus terechtkwam. Het graf van Lazarus was in elk geval een grot met een steen erop (Joh. 11:38). De grot van Lazarus lag op dezelfde Olijfberg als de tombe van Jezus. Alleen lag Lazarus aan de oostkant van de berg en Jezus aan de westkant, dus pal tegenover de plaats waar hij gekruisigd was.
Berg Zion
De berg Zion is niets anders dan de Olijfberg en dan wel de zuidoostelijke heuvel van Jeruzalem. Na 70 na christus werd de Olijfberg het nieuwe huis van God in plaats van de tempel. Volgens Rabbi Jonathan verhuisde de shekinah van de tempel naar de Olijfberg na 70 na christus. Hij zegt dat een groot licht ‘s ochtends om 3 uur, een half uur over het altaar scheen waarna het vertrok. Een paar dagen later gingen de enorme poorten van Nicanor precies middernacht vanzelf open. Maar het werd nog gekker. Een paar dagen later werden voor zonsopgang troepen soldaten en legereenheden tussen de wolken gezien. Op Pinksteren gingen de priesters de tempel binnen. Toen voelden ze de tempel heftig schudden en hoorden een hard lawaai. Daarna hoorden ze een grote menigte roepen, laat ons van hier weggaan! Je kunt dit afdoen als teveel fantasie maar allerlei geschiedschrijvers als Eusebius hebben hier serieus aandacht aan besteed. Daarna manifesteerde de shekinah zich nog diverse malen op de Olijfberg en probeerde de joden te bekeren die daar naartoe waren gevlucht. In Hebreeën 13:10-13 wordt ook gezegd dat de christenen het oude jeruzalem zullen verlaten om buiten het kamp te gaan. De stadspoort die hier wordt genoemd is de oostelijke poort. Dit betekent dat de inwoners naar de Olijfberg trokken waar ze na de val van Jeruzalem in 70 na christus een nieuw Huis van God bouwden bij de tombe/grot van Jezus. En hier naartoe bewoog ook de Shekinah 3,5 jaar lang voor de verwoesting van Jeruzalem om de echte heilige plaats te onthullen. Zodoende werd de Olijfberg de nieuwe berg Zion.
*
Het Sanhedrin op de Olijfberg
Bethphage was de enige plaats buiten Jeruzalem die tot Jeruzalem werd gerekend. Hier was een dependance van het Sanhedrin waar speciale zaken werden opgelost. Bijvoorbeeld wat precies de grenzen van het Kamp Israël waren rond de stad Jeruzalem en waar het 3de altaar zou staan. Dit soort zaken werden in het Sanhedrin te Bethphage beslist. Priesters uit Bethphage konden bijvoorbeeld lijken aanraken om ze te identificeren omdat ze zich buiten het kamp van Israël bevonden. Het was in Bethphage waar doodvonnissen werden uitgesproken over misdadigers zoals in Deut. 17:8-13. Jezus werd rabbi genoemd: Joh. 1:49, 6:25. Jezus was beschuldigd door de joden van magie. Met als gevold dat hij werd verbannen van het Kamp van Israël en als een heiden aan een boom werd gekruisigd en NIET als een Israëliet. Dit laatste deel van de veroordeling, namelijk het buitensluiten van Jezus van Israël was besloten in Bethphage. Als iemand met een duur woord “geëxcommuniceerd” was moesten de Israëlieten afstand bewaren van zo iemand.
*
Koning David en Jezus
Psalm 22 spreekt van het lijden van koning David dat weerspiegeld wordt in het latere lijden van Jezus in Mat. 27:46. Ook David werd buitengesloten van zijn volk nadat hij door zijn eigen zoon Absalom was verraden. Ook de Ark van God werd hem ontnomen en aan Absalom gestuurd. Zo werd David een zoon van Belial. Eenmaal buitengesloten van zijn volk ging hij naar de top van de Olijfberg, 2 Samuel 15:30. Toen Pilatus Jezus de koning van de joden noemde (Joh. 18:39) ging Jezus ook de Olijfberg op terwijl zijn volk hem afwees, net zoals dat bij David was gebeurd. En David die door iedereen was verstoten en eenzaam de Olijfberg beklom, schreef daar op de top één van de mooiste psalmen, o.a. de psalmen 20 tot 33, Mijn God waarom hebt U mij verlaten? De omstandigheden in Psalm 22 komen precies overeen met die van David op de top van de Olijfberg. In Psalm 30:4 zingt David over zijn wens om weer op te staan uit het graf, precies zoals Jezus op de Olijfberg was opgestaan uit de dood. In de titel van Psalm 30 wordt van een tempel gesproken. Van David staat erachter maar als het goed is staat er een “punt” achter tempel. Inderdaad gaat het hier om het 3de Miphkad altaar. Inderdaad werd David hier door God geoordeeld, 2 Samuel 16:9-14 en uiteraard werd ook jezus hier veroordeeld. In 2 Samuel 18:33 vraagt David vergeving voor zijn zoon Absalom op de Olijfberg net zoals Jezus vergeving vraagt voor degenen die hem kruisigen. Dat sommige beslissingen in Bethphage moesten worden genomen vinden we ook terug in Zechariah 8:16 en Spreuken 31:23.
In de tijd van Mozes was er ook zo’n plaats buiten het kamp waar men speciale beslissingen nam, in een tent, Exo. 33:7-11. In de tijd van Jezus correspondeert deze tent met Bethphage net ten oosten van het Miphkad altaar. De naam Bethphage betekent het Huis van de onrijpe vijgen. Hier denken we aan een paar dingen, zoals aan de vijgenboom op de Olijfberg welke Jezus op weg naar jeruzalem liet verdorren maar ook aan de boom van goed en kwaad die in Eden stond. Nadat Adam en Eva hadden ontdekt dat ze naakt waren, bedekten ze zich met een vijgenblad waarna we mogen aannemen dat dezelfde boom een vijgenboom was. De vijgenboom symboliseerde in de eerste plaats het kwaad waarmee Jezus afrekende toen hij de vijgenboom op de Olijfberg liet verdorren. Nooit meer zou een Vijgenboom de mensheid misleiden. Deze vijgenboom stond vlakbij, zoniet in Bethphage. In dat seizoen hadden vijgenbomen nog niet eens bladeren, laat staan vruchten. Dus het hele gedoe was direct al een wonder. En zelfs al had de boom al wel vijgen gehad dan waren die er zeker af gejat door anderen. De conclusie is dat Jezus bij voorbaat wist dat de boom geen vijgen en bladeren droeg. Dus waar maakte hij zich dan zo druk om??? Opmerkelijk is dat de volgende dag de boom verdord was, Marcus 11:20, 22; Matt. 21:18-21. De Boom die Adam en Eva zo misleid had, was dood. Jezus ging naar de boom om ervan te eten, net als Eva. Maar hij vond niets. Dit betekende al dat er zich geen herhaling zou voordoen van de val waarin Eva was gelopen. En om het verhaal nog bonter te maken, werd hij korte tijd later vlakbij deze verdroogde boom gekruisigd. De 2de betekenis was dat Bethphage zoals gezegd, “Huis van de Onrijpe Vijgen” heette. De Joodse leiders wisten dat de Boom van Goed en Kwaad een Vijgenboom was geweest. Op deze plaats zouden geen rijpe vijgen aanwezig zijn, en wat die ene boom betrof, daar zorgde Jezus wel voor dat die verdorde.
Abraham en Isaac
Isaac was een type van Jezus. Hij zou ook geofferd worden op de top van de Olijfberg. De Bijbel vertelt ons van de berg Moriah. Dit is echter net als de Alpen een verzamelnaam. Zoals de Mont Blanc een berg is van de Alpen, zo is de Olijfberg een berg van Moriah. Het altaar van Abraham was op de zuidelijke bergtop. Isaac was geen kind meer toen Abraham hem zou offeren maar al een jongeman die mogelijk weerstand heeft geboden toen zijn vader hem wilde slachten. Waarom gaf Abraham gehoor aan dit rare voorstel van God. Tenslotte had God hem beloofd dat uit de nakomelingen van Isaac zijn volk zou ontstaan. Dus Abraham moet geweten hebben dat God Isaac toch weer uit de dood zou opwekken. Dat moet de conclusie zijn geweest die Abraham trok. Abraham was er vrij zeker van dat hij met Isaak in vergoddelijkte vorm zou terugkeren, hoe bizar zijn onderneming ook was. Daar zei hij tegen de 2 andere mannen die met hem mee gingen dat ze beneden moesten wachten: Gen. 22:5. Zie ook Hebreeën 11:19. Het was niet alleen een beproeving voor Abraham maar zeker ook voor Isaak die oud genoeg was om door te hebben wat hem te wachten stond. Isaak was zeker 30 jaar. In genesis 22:4 staat dat Abraham de berg in de verte kon zien. Het moet dus best een grote opvallende berg zijn geweest. Toen hij tenslotte de berg op ging en een ram ving, begreep hij dat God hem tegemoet kwam en de ram Isaac zou vervangen als offer. Ezra wil ons in 2 Kron. 13:4 duidelijk maken dat de tempel van Salomon was gebouwd in het Moriah gebergte en niet per sé op 1 berg die Moriah heette. Op de top van één van de bergen van het Moriagebergte dat later Jeruzalem heette, bouwde Abraham een altaar voor Isaac. Het ligt voor de hand dat hiervoor de hoogste berg werd uitgekozen, in dit geval de olijfberg. De tempelberg zou iets naar beneden liggen aan de westkant van de Kidronvallei. Het hogere gedeelte ten oosten van de tempel was de zuidelijke top van de Olijfberg, om precies te zijn de zuidoostelijke top. Hier werd het altaar voor Isaac gebouwd door Abraham en hier werd ook Jezus gekruisigd. Het zuidoostelijke deel van Jeruzalem werd de stad van David. Zie: 2 Sam. 5:7 en 1 Kron. 11:5. Dit is het stadsdeel waar David de Ark des Verbonds naartoe bracht.
*
wetteloze en anti christ
de wetteloze en anti christ zijn 2 verschillende personen. De wetteloze is vooral een politieke figuur in de laatste dagen, de anti christ zaait op geestelijk gebied verwarring. Het rijk van de Eindtijd zal zijn epicentrum hebben in Babylon, een stad die in Irak ligt en onder Saddam Hoessein weer is herbouwd. Het rijk zelf zal vanaf Griekenland gerekend Oostwaarts liggen en dus NIET de EU zijn. Het zal een equivalent zijn van het rijk van Alexander de Grote. Vandaar ook dat Babylon ook weer een grote rol speelt. Inderdaad zullen Iran en Irak een steeds grotere rol gaan spelen in het midden oosten. In hoeverre nog Oostelijker, ook china en India meedoen in dit rijk van de eindtijd is niet helemaal helder. Maar het rijk van de Eindtijd zal het midden oosten beslaan.
*
Voltooiing
Laten we het over voltooiing hebben. In Christus zijn we compleet. Nu introduceer ik het woord eeuwigheid dat gelijk staat met god. Het is de oneindige tijd dimensie waarin god leeft. Het is tijdloosheid. In ons aionische tijdsbestek waarin God als Emmanuel, God met ons – besloot te leven, is god zowel begin als eind. Maar god heeft in essentie natuurlijk geen eind. Hij is de oorzaak van alle dingen. God is altijd, NU. Hij werd nooit uit de schuur gehaald, Hij werd niet geboren of geschapen maar was er. Eeuwigheid is niet iets dat met god overeenkomt, eeuwigheid is de existentiële kwaliteit van god. In de eeuwigheid, die God is, zijn alle dingen compleet. Niets ontbreekt, integendeel. Als zo’n wezen iets uit zichzelf voortbrengt, noemen we dit schepping. God is namelijk levendig in zichzelf en niet statisch. De groei die inherent is aan alle leven is een vermeerdering vanuit Hemzelf. Alle dingen komen voort uit de god substantie en kunnen hiervan in wezen niet losgekoppeld worden. Het vermeerderen van God is niet een soort opblazen van god als een ballon maar heeft te maken met het geboren worden en scheppen van anderen in de aionen. Dit proces verlangt van god een bijzondere ingreep in een dimensie buiten de eeuwigheid, aionen genoemd. Ergens in een verleden schiep God buiten zichzelf de tijd en aionen. Deze nieuwe dimensie boog om naar tegenstrijdigheid ten opzichte van god die eeuwig was. Hij maakte alles in de aionen ondergeschikt aan wat Hij zelf niet was. Een grote verstoring van de orde was zodoende geschapen maar geen verstoring die zijn wezen kon aantasten.
Het rijk van de aionen, van wat NIET is, drong het rijk van eeuwigheid binnen, van wat WEL is. Wat is niet en wat is wel? Wat NIET is, is de Tijd. Is de tijd een droom? Nee, de aionen zijn veel solider dan een droom. Het centrum van dit scenario is christus en wij in Hem. Christus is God’s voltooiing, de voltooiing van de eeuwigheid. Zijn voltooiing is de onze en in Hem zijn we van de eeuwigheid. We zijn in eenheid met Hem, de nieuwe mens wiens god-substantie het stof is waaruit alle dingen zijn geschapen. De reden waarom de hele schepping uitziet naar de openbaring van de zonen Gods is omdat dezelfde schepping uit het stof van de aionen is gemaakt die uit de zonen van god is. Alle dingen waren niet zomaar uit algemene God substantie gemaakt. Maar uit de god substantie die geboren was in het Zoonschap waar de ecclessia deel van uitmaakt. Het stof van alle dingen komt van de geboorte substantie zodat alle dingen van de schepping ooit geboren zijn. Daarom heet christus de eerst geborene van de schepping. De hele schepping veert terug naar zijn eigen persoonschap als de zonen van god geopenbaard worden. Deze voltooiing kan nooit worden misvormd. Ze kan een duw krijgen maar springt altijd weer terug naar de oorspronkelijke vorm. We zijn compleet in christus, en wel absoluut compleet. Onze compleetheid overstemd de tegenstrijdigheid waaraan ze in de aionen was onderworpen. De kracht van deze overwinning is de opstanding van christus uit de dood. Uit onszelf kunnen we niet tot hem terugkeren. Alleen Gods genade helpt ons hierbij.
*
Tegenstrijdige wetten
Paulus schreef over 2 tegengestelde wetten: 1. de wet waarnaar hij verwijst in Rom. 8:2.
“want de wet van de geest van het leven in christus bevrijdt* jullie van de wet van de zonde en van de dood.”
2. De wet waar hij het vaker over heeft, in verband met de zonde, dood, wraak en de onmacht van wetgeving om echte rechtvaardigheid tot stand te brengen. Deze 2 tegengestelde wetten zijn terug te voeren naar de 2 bomen in het midden van de Tuin van Eden; de Boom van Leven en de Boom van kennis van goed en kwaad. De Boom van leven spreekt van christus die in ons leeft als een levende wet die de bron is van rechtvaardige handelingen. De Levensboom spreekt van een leven vanuit ons diepste zijn. De Boom van kennis van goed en kwaad heeft het over een wet in de zin van een van buitenaf opgelegde code ten aanzien van wat goed of fout gedrag is, gekoppeld aan pogingen van het vlees om zijn eigen rechtvaardigheid te scheppen. God handelt met ons in genade terwijl de gevallen mens met god handelt op basis van goede werken en verdiensten. God gaf ons ooit de wet van Mozes als een concessie aan onze inmiddels geïnfecteerde mentaliteit die terugvoert op de schranspartij van de boom van goed en kwaad in de Tuin van Eden. Daarom schrijft Paulus dat de wet is gegeven aan de onrechtvaardige en niet aan de rechtvaardige. (1 Tim. 1: 9)
Toen Jezus de vloek van de wet voor ons droeg en zelf een vloek werd, droeg hij die vleselijke wet voor ons mee naar het kruis. Paulus gaf het voorbeeld in Rom. 7 van de vrouw die aan haar man gebonden was zolang hij leefde. Na zijn dood was ze niet langer gebonden. Bij Paulus was de echtgenoot de wet. Onze gebondenheid van deze vleselijke wet kan alleen worden beëindigd door deze aan het kruis te brengen. In Christus is dit al gebeurd met onze medekruisiging. De wet van Mozes houdt hierbij op met instrument te zijn van zonde en dood en wordt een venster op de genade van god. David had de diepere betekenis van de wet van Mozes door. De profeten spraken van de tijd waarin God zijn geest in de mensen zou gieten en hen zodoende liet wandelen naar zijn wil.
*
De pelgrim uit Bordeaux
In het jaar 333 bezocht een pelgrim uit Bordeaux Jeruzalem. Hij merkt op dat de oostelijke top van Golgota onbewoond en niet bebouwd is. De westkant daarentegen wel. Dit versterkt het idee dat de oostelijke top een tuin was. Koning David ging de Olijfberg op om God te aanbidden in 2 Samuel 15:30. Op de top van de Olijfberg was nog een kleine heuvel waar de Pelgrim naar verwees. Er zou voor Jezus geen grotere vernedering zijn geweest om juist op die plek waar zijn voorvader David God had aanbeden, Hem te kruisigen. Golgota was de kleine heuvel op de top van de Olijfberg, waar eeuwen daarvoor David God had aanbeden, de pelgrim op was geklommen en Jezus gekruisigd was. 50 jaar na de pelgrim stond er opeens een kerk op de heuvel die golgota heette, gebouwd door een vrouw die Poemenia heette. Het was op deze kleine heuvel, Golgota geheten waar Jezus zijn leerlingen opdracht gaf om het evangelie te verspreiden.
Waar was het Sanhedrin gelegen?
Jezus was rond middernacht gearresteerd door romeinse en joodse soldaten. Hij wordt eerst voorgeleid aan Annas, de chef priester die een ondergeschikte was van de hogepriester Caiafas. Er verschijnen gek genoeg geen verdere romeinse troepen op het toneel. Romeinen die als heidenen werden beschouwd mochten volgens de joodse wetten niet in de vertrekken van de Caiafas en Annas komen. De romeinen hielden zich daar redelijk aan. Annas en Caiafas woonden in hetzelfde huis met een gezamenlijke binnenplaats. Zeker met Pasen voor de deur waren Annas en Caiafas bij elkaar. Jezus en Johannes werden naar de binnenplaats geleid. Deze wordt ook het Huis van de Hogepriester genoemd, Lucas 22:54. Petrus was desondanks in staat om bij de deur van de binnenplaats te staan waar hij zichzelf opwarmde samen met anderen omdat het koud was. Na een eerste confrontatie handigde Annas Jezus over aan Cafaias, Joh. 18:12-18.
Op dit punt arriveerden veel leden van het sanhedrin in de residentie van Caiafas waar ze Jezus gingen ondervragen. (Mat. 26:59; Marcus 14:55). Toen het dag begon te worden verhuisde de hele groep naar het gebouw waar het sanhedrin normaal gesproken haar zittingen hield (Luc. 22:66). Lucas benadrukt dat het toen al licht was. De wet vereiste dat ernstige misdaden in de Ruimte van het sanhedrin en bij daglicht moesten worden berecht. Van het huis van de Hogepriester Caiafas tot aan het sanhedrin was het minder dan 50 yards lopen ofwel 3 minuten. De kamer van het sanhedrin was gelegen binnen de tempel zelf. Deze locatie werd de kamer van uitgehakte stenen genoemd die zich ongeveer 40 yards ten zuidoosten van de ingang van de Heilige Plaats bevond waar ook het gordijn hing dat in tweeën werd gescheurd toen Jezus stierf. De helft van de Sanhedrin Hal was in het Hof van de Israëlieten en de andere helft in het Hof van de priesters. Het huis van de Hogepriester bevond zich ook in het tempelcomplex Deze residentie lag ten westen van kamer van uitgehakt steen en naast het huis van Abtinas. In de bovenkamer van deze residentie woonde de Hogepriester. In deze kamer werd ook Jezus geleid terwijl Petrus beneden in de vestibule moest wachten.
De huizen van de hogepriester
De Hogepriester had meer huizen, niet alleen in de betere buurt van Jeruzalem maar ook binnen het tempelcomplex had hij een andere residentie waar hij soms woonde. Bij het offeren van het rode kalf moest hij voorafgaand aan het ritueel 7 dagen in het Huis van Steen verblijven in de noordwestelijke hoek van de tempel. Ten tijde van Jezus was het Huis van Caiafas het Tempelhuis en niet zijn reguliere huis op de zuidwestelijke heuvel. In Marcus 14:58 staat “ik zal DEZE tempel neerhalen…” Dus niet DE tempel maar deze, dus waar ze zich in bevonden. Na het jaar 30 na christus verhuisde het sanhedrin maar liefst 10 maal, zelfs tot buiten jeruzalem. Maar in de tijd van Jezus kwam het sanhedrin bij elkaar in de Kamer van uitgehakte stenen op de tempelberg. De Hogepriester moest in verband met pasen in zijn tempelhuis verblijven.
Waarom??? werd het sanhedrin na het jaar 30 na christus opeens overal heen verbannen? Een joodse overlevering beweert dat de deuren voor het gordijn voor de ingang van de Heilige Plaats regelmatig uit zichzelf opengingen. Zoals gezegd was het gordijn waarschijnlijk in tweeën gescheurd door de enorme steen waaraan het hing die op zijn beurt was gebroken door de aardbeving. Maar zou die aardbeving ook effect hebben gehad op de rest van de tempel inclusief de Kamer van Uitgehakte Stenen waarin de priesters normaal samen kwamen? Stel dat deze kamer ook zwaar beschadigd was geraakt door dezelfde aardbeving, was dat dan misschien de reden waarom het Sanhedrin plotseling in 30 na christus, na de dood van Jezus moest uitwijken naar een andere locatie? Dit betekent dat de veroordeling van Jezus door het Sanhedrin voorgoed de laatste veroordeling was in hun oude vertrouwde Kamers in de tempel. Alsook uit het zicht van God aangezien het Sanhedrin oostelijk in de tempel gelegen was vlakbij de Heilige Plaats. Immers alle veroordelingen moesten in de nabijheid van God plaatsvinden.
Dit is ook waarom alle offers voor de oostingang van de Heilige Plaats werden geofferd. En zelfs het rode kalf werd ten oosten van de tempel op de top van de Olijfberg geofferd, bij het Miphkad Altaar. Alleen de ergste misdadigers werden daar geëxecuteerd als een soort offer voor God. Vanaf het Sanhedrin moest Jezus naar het Romeinse Fort Antonia om ook nog door Pilatus te worden veroordeeld. In dit Fort Antonia was het Romeinse Praetorium. Normaal gesproken woonden de romeinse leiders in het paleis van Herodus maar tijdens joodse feesten zoals het pasen dat voor de deur stond, verbleven ze in Fort Antonia. Zo ook Pilatus. We weten immers uit Mat. 27:19 dat zijn vrouw hem een bericht stuurden over een droom die ze had gehad. Dit was niet nodig geweest als Pilatus gewoon thuis had geslapen. In Mat. 27:27 wordt dit nog eens bevestigd, waar staat dat Pilatus daar was waar het hele leger was gevestigd. De joden wilden er ook niet komen (Joh. 18:28) uit angst onrein te worden want inderdaad was het fort een heidense stad binnen Jerusalem. Tijdens pasen mochten de joden geen dood lichaam aanraken en men was bang dat er in het fort vast wel lijken zouden zijn.
Fort Antonia lag vlakbij de tempel dus het was logisch dat Jezus daarheen was gestuurd in plaats van het veraf gelegen paleis van herodus. Voor verdere details, zie: Finegan: The Archeology of the New Testament, p. 156, 157 waarin wordt uiteengezet dat Pilatus op dat moment in Fort Antonia was. Zie ook Van Elderen’s artikel in de nieuwe International Standard Bible Encyclopedia (vol. lll, p. 929). De dubbele veroordeling van Jezus, eerst in de tempel en later in Fort Antonia door herodus, paste precies binnen de wet van Mozes. Johannes vertelt ons dat Pilatus huiverig was om Jezus te veroordelen. Tenslotte waste hij zijn handen in onschuld en liet hem volgens de joodse wet veroordelen (Joh. 18:31). De kruisiging was bedoeld om de joodse wet na te komen, zeker niet de romeinse. Het enige dat Pilatus deed was de joden toestaan om jezus te laten kruisigen. Overigens niet aan een houten kruis maar aan een boom en de persoon daarna te stenigen.
Er was nog een andere plaats waar het Sanhedrin in de tijd van Jezus samenkwam: de plaats Bethphage op de Olijfberg. Dit was ook het dorp waar Jezus de ezel vandaan haalde voor zijn triomftocht in Jeruzalem. Bethphage was niet zomaar een dorp. Het was een klein ommuurd gehucht voor priesters, net ten oosten van het 3de Miphkad Altaar. Ook dit deed jezus niet zomaar. Bethphage was weliswaar een klein maar zeer belangrijk gehucht dat door de autoriteiten als behorend bij Jeruzalem werd beschouwd. Sommige juridische zaken die niet in de Kamer van Uitgehakte Stenen konden worden afgehandeld, werden hier afgehandeld, in Bethphage. Jezus was dus veroordeeld door het sanhedrin op de tempelberg maar officiëel in de ban gedaan, afgezonderd van de Israëlische gemeenschap in Bathphage op de olijfberg.
*
Het scheuren van het tempelgordijn
Lees Lukas 23:44-46 eens over het tempelgordijn dat door midden scheurt. En Mattheus 27:50,51. De dood van jezus en het scheuren van het tempelgordijn gebeurden gelijktijdig. Dit geeft een nieuwe hint voor de locatie van de kruisiging. Kijk eens wat Lukas 23:47 zegt: “de centurion zag wat er gebeurd was en loofde god…”
Wat zag de centurion?
Niet de dood van Jezus. Die zag hij misschien ook wel maar dat vonden we toch logisch? Jezus die gekruisigd werd, werd op dat moment door iedereen normaal gevonden. De aardbeving die Lukas noemt omdat hij hier in deze context niet naar verwijst. Ook de 3 uren van duisternis niet. De duisternis stoorde de andere inwoners van Jeruzalem niet die deze mogelijk als een natuurverschijnsel zagen. Wat de centurion zag was het doormidden scheuren van het tempelgordijn. Dit is interessant want er was maar 1 locatie van waar deze centurion het tempelgordijn in de verte kon zien scheuren: ten oosten van de tempel. Dit gordijn hing aan een enorm stuk steen voor de ingang van de Heilige Plaats. Mattheus 27:50,51 werpt meer licht op deze zaken: “het gordijn van de Heilige Plaats in tweeën van boven naar onder…” Dat de centurion naar het scheuren van het tempelgordijn keek wordt duidelijk in Matth. 27:54.
“Maar de centurion en de anderen die met hem naar Jezus keken, de aardbeving zagen en DE DINGEN die gebeurden, werden erg bang en zeiden: waarachtig, dit was de zoon van God.”
De schrijvers van het evangelie wilden juist duidelijk maken dat ze deze gebeurtenis konden zien om ons de locatie van de kruisiging te openbaren. Daarom legden ze zoveel nadruk op deze gebeurtenis. Het betekent ook dat ze nogal hoog moesten staan, in elk geval hoger dan de oostelijke muur van de tempel om het tempelgordijn te kunnen zien. Markus 15:37-39 werpt meer licht op de zaak. In de griekse vertaling merkt Markus op dat Jezus gelijktijdig stierf met het scheuren van het tempelgordijn en dat de centurion beide gebeurtenissen gelijktijdig kon zien. Dit alles betekent dat de kruisiging niet al te ver van de top van de Olijfberg plaatsvond aan de oostkant van Jeruzalem. Tempelgordijn en en olijfberg waren een halve mijl van elkaar verwijderd ofwel een sabbatsreis (Hand. 1:12). Dit buitengordijn was 55 cubits hoog en 16 cubits breed = 80 x 24 voet. Dit gordijn schijnt een fijn staaltje kunstwerk te zijn geweest, geweven van de fijnste stof. Dus dat moet een mooi uitzicht hebben geboden vanaf de Olijfberg.
De deuren van de Heilige Plaats
De deuren van de ingang naar de Heilige Plaats waar het gordijn voor hing gingen VANZELF open in 30 na christus, het jaar waarin Jezus stierf! Rabbi R. Yohanan Ben Zakkai verwijst in dit verband naar Zecharia 11:1. De aardbeving kan de grote steun boven de deurpost waaraan het gordijn hing hebben gebroken. Hierdoor gingen de deuren misschien vanzelf open. Toen de steen van meer dan 30 ton brak scheurde het gordijn ook. Het scheuren van het gordijn, barsten van de steen boven de deurpost en de aardbeving zijn het bewijs dat de bijbel letterlijke informatie geeft en we niet per definitie alles symbolisch moeten opvatten, de kruisiging ten oosten plaatsvond, op de Olijfberg, tamelijk hooggelegen zelfs en we andere ooggetuigenverslagen ook serieus mogen nemen, bijvoorbeeld van de opstanding en wonderen.
Een andere geografische aanwijzing
Johannes schrijft dat Jezus geëxecuteerd was bij een gebied van Jeruzalem dat “De Plaats van de Stad” heette, Joh. 19:20. Doorgaans wordt deze tekst niet goed vertaald want de juiste vertaling is “De Plaats van de Stad.” In het Grieks staat hier de Topos van de Stad. In Handelingen 6:13, 14 wordt hier meer licht op geworpen. Hier slaat de Topos op de tempel in de stad. Zie ook Hand. 21:28, Johannes 4:20, 11:47, 48. De Topos van de Stad was de tempel. Jezus werd vlakbij de tempel gekruisigd maar buiten het kamp. Johannes wil ons duidelijk maken waarom zoveel mensen de kruisiging konden zien. Omdat de kruisiging bij de ingang van de tempel was. Pasen stond voor de deur waardoor veel mensen hun paaslam in de tempel brachten om het te slachten. Zijn kruisiging was dus buiten het kamp maar toch relatief dichtbij de tempel. Johannes wil ons duidelijk maken dat de kruisiging van Jezus alles te maken had met de tempel rituelen. Zowel de tempel (berg Moria) alsmede het gedeelte erbuiten waar het 3de Miphkad Altaar stond op de top van de Olijfberg zijn samen de Topos van de Stad. Jezus werd op een steenworp afstand van het buitenste heiligdom gekruisigd.
Waar en wat was Golgota?
Het Miphkad gebied was een gebied waar hoofden werden geteld. Golgota stamt van Golgolet en betekent hoofd. Het tellen van hoofden c.q. personen moest sowieso buiten het kamp gebeuren aangezien misdadigers en leprozen niet in het kamp mochten komen. In Numeri 1:2, 18, 20, 22 en 3:47 wordt van de eerste telling verteld evenals in 1 Kronieken 23:3,24. Het 3de altaar buiten het kamp was het altaar van het nummeren. Zie ook Numeri 31:1-51 waar Mozes bij dit altaar eerst de overgebleven mannen telt na de oorlog tegen de Midjanieten. Uit de telling bleek dat niet 1 man werd vermist (vers 49). Ook de top van de Olijfberg wekt associaties op met het hoofd zodat we mogen aannemen dat in dit gebied het tellen van hoofden plaatsvond. Golgota was dus een berg en een plaats voor een volkstelling vlakbij het 3de Miphkad Altaar waarop een rode koe werd geofferd, ofwel het buitenste heiligdom (Ezechiel 44:1). Jezus is dus ver genoeg ten oosten van de tempel gekruisigd om buiten het kamp te zijn zoals Ezekiel het verwoordt. Tegelijk was hij hoog op de top gekruisigd anders konden omstanders het Gordijn voor de heilige plaats niet zien scheuren aangezien de oostwal van de tempel best hoog was. En tegelijk kon hij dus ook niet te ver naar het oosten zijn gekruisigd anders kon men het gordijn niet zien.
*
De 3 hemelen en de tempel
De 3 compartimenten van de Tempel in Jeruzalem symboliseerden ook de 3 hemelen, de eerste waarin de vogels vliegen, de 2de van de planeten en sterren en de derde waar God woont. (2 Kor. 12:1-4). Als een Israëliet de tempel binnenkwam vanuit het oosten, zou hij of zij eerst in het Hof van de Israëlieten komen. Deze 1ste sectie van de tempel had geen dak. Het weer en de vogels hadden hier vrij spel. Dit deel van de tempel symboliseerde de 1ste hemel. De 2de hemel kwam in de tempel tot uitdrukking in het gedeelte dat bij het oostelijke gordijn begon voor de Heilige Plaats. Op dit gordijn waren bovendien de belangrijkste sterren afgebeeld en was eigenlijk de toegang tot de hemel buiten onze atmosfeer. Ten westen van dit gordijn kon je het centrum zien van de dierenriem met de 7 planeten aan de zuidkant in de vorm van een menorah en de 12 broden aan de noordkant die de 12 maanden van het jaar symboliseerden. Het Heiligste Heilige was de 3de hemel waar god woont. De stad Jeruzalem en het kamp erom heen waren de aardse tegenhangers van Gods hemelse hoofdkwartier van waaruit Hij de hele schepping bestuurde. Zie Hebr. 8:5 en 9:23. Mozes had het kamp en de tabernakel niet voor niets zo opgezet. Hij wilde zijn volk iets duidelijk maken. In feite was het Kamp van Israël 1 grote visuele artistieke boodschap voor de Israëlieten om hen met de hemelsferen te laten kennismaken. En wat deze geografische informatie ons verder leert is dat Jezus tenminste 2000 cubits ten oosten van de heilige plaats moet zijn gekruisigd. In de eerste eeuw na christus geloofde men inderdaad dat de messias vanuit het oosten naar Jeruzalem zou komen en naar de mensen van Israël (Matt. 24:27; Lukas 17:24).
De joodse executieplaats
Alles wat onrein was en met de tempel dan wel het joodse volk had te maken moest ten oosten van het hele heilige gebied worden gebracht. Zondeoffers en zelfs de as van verbande offers moest buiten de oostpoort worden gebracht. As was een symbool van bekering. Ook leprozen werden buiten de oostpoort gebacht, samen met zondaars. Opmerkelijk is dat Jezus 2 dagen voor pasen ten Oosten van Jeruzalem bij het huis van een leproze in Bathenië aankwam. (Markus 14:3). Bethanië lag niet alleen ten oosten van jeruzalem maar ook ten oosten van de Olijfberg. Dit bewijst dat leprozen ten oosten van Jeruzalem leefden. Als mensen die een misdaad hadden begaan werden veroordeeld, gebeurde dat altijd in de nabijheid van God en ook weer aan de oostkant. De zonen van Aaron werden veroordeeld aan de oostkant van het heiligdom – Lev. 10:1-7. Zie ook Numeri 5:16:31. In Openbaring 14:10 staat dat misdadigers zullen worden veroordeeld in de nabijheid van de engelen en het lam. Als t.z.t. God de wereld vanuit Jeruzalem zal oordelen zullen de veroordeelden aan de oostelijke kant van zijn troon voor hem staan: Psalm 96:13, 98:9. Dat is dus aan de uitlopers van de Olijfberg van waaruit ze de tempel zien waar God dan zit. Joel 3:2, 12 wordt door de eerste christenen geassocieerd met het Kidrondal en dus mogen we aannemen dat dit Kidrondal het dal van Josaphat is. Het is dus logische te veronderstellen dat Jezus ook in dit oostelijke gebied van de tempel werd gekruisigd vanwaar hij uitkeek op dit dal waar t.z.t. de hele mensheid zal worden geoordeeld.
De Romeinse executieplaats
Boek: Nicholas Kokkinos, The Enigma of Jesus the Galilaean, pag. 301-305
Volgens de romeinse wet moesten misdadigers worden gekruisigd op de plaats van misdaad. Vooral als het om vijanden van de staat ging. (Digest 48:9. 19.28.15; cf. Collectio Legum Nosaicarum et Romanarum, I.6). Dan wel op de plaats waar de misdadiger gepakt was. (Acts of Pilate IX.5) Dan wel op grote kruispunten. Nemen we Jezus. Hij voldeed aan alle voorwaarden voor een romeinse executie. Waar was hij gearresteerd? In de tuin van Gethsemané. Waar was deze tuin? Niemand weet dat precies. Maar in ieder geval ten oosten van de Kidron vallei op de berghelling van de olijfberg. Na het laatste avondmaal (lukas 22:10) verliet Jezus met zijn discipelen de stad jeruzalem en ging hij over de Kidron (Joh. 18:1) naar de olijfberg (Mar. 14:26). Ze kwamen bij een plaats waar jezus zijn leerlingen vaak had ontmoet (Lukas 22:39, Joh. 18:2). Deze plaats was de tuin van Gethsemané die zeker op de Olijfberg was. Maar waar dan???
Jezus werd op de Olijfberg gevangen genomen. Bovendien werd er een misdaad gepleegd. Jezus verbood zijn discipelen om wapens te dragen (Luk. 22:36). Maar op het tijdstip van zijn gevangenneming beval hij dat zijn leerlingen tenminste 2 zwaarden in hun bezit hadden (Luk. 22:38). De reden hiervoor was om het te doen voorkomen dat Jezus inderdaad een misdadiger was (Luk. 22:37). Pilatus moest Jezus wel in de buurt executeren als het daar op aankwam. We weten dat Jezus in of in de buurt van een Tuin was gedood (Joh. 19:41). In “The Acts of Pilate, Chapter IX.5 staat dat Jezus werd gekruisigd in de tuin waar hij was gevangen genomen omdat dit volgens de wet van de romeinen moest.
Jezus noemde zichzelf koning
Jezus noemde zichzelf koning, zelfs een messiaanse koning die over alle volken zou regeren, inclusief Rome. Eerst verbood hij zijn aanhangers om Hem koning te noemen (Joh. 6:15). Een paar dagen voor zijn kruisiging, stond Hij veel mensen toe om hem koning van israël te noemen. Toen Hij Jeruzalem binnenging op Palm Zondag trok hij naar Jeruzalem, naar Bethfage en Bethanië bij de Olijfberg. Daar liet hij het volk Hem uitroepen als koning van Israël en de wereld (Marc. 11:1). Bij Bethfage was het Mifkad Altaar, het altaar dat buiten de poort stond waar zondeoffers werden verbrand. Dus hij liet zichzelf tot koning uitroepen bij de bergkam van de Olijfberg tot hij Jeruzalem bereikte. Dit was zijn feitelijke misdaad waarom hij berecht werd: Luk. 23:2, Joh. 18:37, 19:12, 14,15.
Dit alles gebeurde aan de oostzijde van jeruzalem. Zodoende was het onvermijdelijk dat Jezus op de Olijfberg werd gekruisigd. En wel aan de oostzijde. Jezus woonde min of meer op deze berg. – Lukas. 21:37, 22:39, Joh. 18:2. Zelfs het dorp Bethanië was op de oostflank van de Olijfberg (Marcus 11:1). En de 2 dieven? Hadden die toevallig ook hun misdaad gepleegd op deze locatie? Dat zou wel erg toevallig zijn. Eén ding was zeker: zij waren ook joden want romeinen mochten niet worden gekruisigd. Bovendien was er in jeruzalem 1 algemene plaats waar misdadigers in de nabijheid van god ter dood konden worden veroordeeld. En dat was aan de oostzijde van de tempel en het kamp. En we zullen nog zien dat jezus volgens de joodse wet werd veroordeeld en niet volgens de romeinse. Zodoende is het legitiem te veronderstellen dat ook de 2 misdadigers bij Hem op de Olijfberg werden geëxecuteerd.
*
De astronomische relevantie van het Kamp Israël
In de tijd van Jezus was het zogenaamde “Kamp Israël” rond Jeruzalem gepositioneerd volgens het model van Mozes. Het kamp was geconstrueerd in de vorm van een cirkel met een radius van 2000 cubits vanaf het centrum van het kamp. Deze cirkel was astronomisch in zijn ontwerp. Dit astronomische ontwerp voorzag van een profetisch-, en kalenderthema om de Israëlieten te instrueren. Zowel de tabernakel als de tempel als het Kamp waren zo geconstrueerd dat de hemelse invloedssfeer binnen het aardse Kamp tot uiting kwam. (Exo. 25:9, Hebr. 8:5, 9:23) Het centrale punt van deze astronomische cirkel die Jeruzalem omringde, lag precies tussen de binnenste en buitenste gordijnen van de tempel in de heilige plaats. Dit centrale punt lag precies tussen het noordelijke tafel met 12 broden die de 12 maanden van de dierenriem moesten voorstellen en de menorah aan de zuidzijde die de 7 zichtbare planeten voorstelde. Deze circulaire samenhang van 12 maanden en 7 planeten werd gebruikt in samenhang met de zoneclips. Dit had als effect dat het centrale punt van de dierenriem vlak voor het Heiligste Heilige kwam te liggen en iets ten oosten van het eerste altaar.
Mozes had de 12 stammen van Israël rond de cirkel gepositioneerd om het volk Israël kennis te laten maken met Gods plan voor de toekomst. Dit is het type astronomische educatie dat we in Psalm 19 vinden. Deze omgang met astronomie wijkt af van de manier waarop de heidenen in die tijd astrologie bedreven. Zo was de buitengrens van het Kamp van Israël de cirkel die op een straal van 2000 cubits lag vanaf de tempel, om precies te zien vanaf de vloer van de Heilige Plaats. Deze cirkel was net als de dierenriem in 12 delen verdeeld. (Exo. 25:9). Dit astronomische ontwerp weerspiegelde Gods hemelse Hof en de buitenste hemelse gewesten. (Heb. 8:5, 9:23). Elke stam van Israël had zijn eigen teken van de dierenriem. De stam van Judah kreeg de meest vooraanstaande positie en was direct oostelijk van ingang van de tempel en tabernakel gepositioneerd.
4 stammen symboliseerden de 4 seizoenen van het jaar: Judah, Dan, Reuben en Efraïm. Deze 4 stammen waren 90 graden van elkaar gepositioneerd op de denkbeeldige cirkel. Het dierenriemverhaal begint en eindigt bij de stam van Judah en is gecentreerd rond de messias die bovendien voort zou komen uit deze stam. Het symbool van de stam was dan ook de leeuw. Judah domineerde net als het sterrenbeeld Leeuw het zomerseizoen van de originele profetische kalender. Judah hoorde bij de 5de maand Av. De 2de stam was Dan die bij het sterrenbeeld schorpioen hoorde en zich in het noorden van de cirkel bevond. Dan hoorde bij de herfst. De stam Ruben bevond zich aan de westkant van de cirkel en hoorde bij waterman en de winter van de originele profetische kalender. Tenslotte de stam Efraïm ligt aan zuidzijde van de cirkel en hoorde bij het sterrenbeeld stier en de lente. Daarna begon het oorspronkelijke profetische jaar weer bij Judah, leeuw. Dan had je nog de cherubs uit Ezekiel 1:4-14 en Openbaring 4:6,7. Ze symboliseerden leeuw, adelaar, mens en os of in hedendaagse termen uitgedrukt: leeuw, schorpioen, Aquarius en stier. Ze waren analoog aan de 4 stammen van Israël: Judah, Dan, Rueben en Efraïm. Ook in de tijd van Jezus was het Kamp van Israël een weerspiegeling van Gods Hof en de omringende hemelse gewesten: Heb. 8:5, 9:23. Het ontwerp van de stammen weerspiegelden in hun positie in het kamp de geschiedenis van de messias van israël. Zijn profetische betekenis ligt BINNEN het kamp en niet erbuiten.
Jezus was geboren uit Judah = leeuw. Het eerste teken dat iemand binnen het kamp TEGEN de klok in tegenkwam was maagd. Inderdaad is Jezus uit een maagd geboren. Daarna ontmoet Jezus satan. Dit wordt uitgedrukt in de schorpioen van de stam Dan. Daarna kwam hij in diepe wateren terecht (Psalm 124:4) door zijn kruisiging. Dit wordt uitgedrukt door de waterman van Rueben. Dan komt de lente, oftewel de opstanding van de dood. Dit wordt uitgedrukt door de stier. Daarna komt men BINNEN het kamp weer uit bij de stam van Judah waar de koningsster Regulus zich in het sterrenbeeld leeuw bevindt. Regulus is bovendien de ster die het dichtst bij de eclips staat, het pad van de zon en zodoende de kroning van Jezus uitbeeldt. Maleachi 4:2. De 4 cherubs zijn de belangrijkste hoofdrolspelers in dit hemelse ontwerp van de dierenriem van de geschiedenis van de messias BINNEN het kamp van Israël. Zie ook Psalm 19 waar de zon opkomt als een bruidegom en een profetie vertelt aan Israël. Paulus refereert ook aan Psalm 19 in Romeinen 10:18 en verwijst naar Jezus en zijn evangelie die voortgaan als de boodschappen in de zon, maan en sterren. De hemelse profetie stond los van de richtingen van het kompas rond Jeruzalem want jezus was door satan in de woestijn ten zuidoosten van jeruzalem bezocht en niet in het noorden waar de stam van Dan zich bevond in het stammenpatroon. Wat wel interessant is, is dat de stam Judah zich ten oosten van de tempel bevond zodat de stam zich altijd voor god bevond die oostwaarts keek. De mensen zouden zich “oriënteren” door het oosten als referentiepunt te nemen zoals wij dat tegenwoordig met het noorden doen. Alle belangrijke optredens en gebeurtenissen van en rondom Jezus – zijn kruisiging, opstanding en terugkeer naar de hemel – vonden plaats BUITEN het kamp tegenover de oostingang.
*
Tempel en geografie
De tempel van Jeruzalem volgde het patroon van de tabernakel die Mozes bouwde in de woestijn. En zoals we hebben gezien was deze tabernakel weer een afspiegeling van de Tuin van Eden en het Land van Eden. Hiermee houden de vergelijkingen niet op. De tempel en haar omgeving was een afspiegeling van Gods hemelse paleis en zijn hemelse omgeving (Hebr. 8:5, 9:23). De tabernakel was een draagbaar dingetje. En hoewel de latere tempel van salomon was gebouwd van steen, houd en edelmetalen, noemde men de tempel in de volksmond “de tent.” De schrijver van het boek Hebreeën noemt de tempel van Herodus “de tent.”
De tempel, ofwel tent had 3 compartimenten en DRIE altaars! Ja inderdaad, niet twee maar DRIE altaars! Het 3de altaar is waar Jezus werd gekruisigd. Het heiligste heiligdom lag in het westelijke deel van de tempel. Hier woonde god en hij keek dus naar het oosten waar zich de 2 andere compartimenten bevonden waar de priesters en het volk hun tempeldiensten bewezen. Het 2de deel bevond zich ten oosten van het heiligste heiligdom en werd de heilige plaats genoemd, waar alleen priesters binnen mochten komen. In dit compartiment was het eerste altaar geplaatst vlak voor het gordijn van de ingang naar het heiligste heiligdom. In dit zelfde compartiment maar verder naar het oosten stond het 2de altaar van brandoffers. Ten oosten hiervan was de 3de sectie van de tempel die het hof van de Israëlieten werd genoemd en dat verdeeld was in 2 delen; het westelijke deel voor de mannen en het oostelijke deel voor de vrouwen.
Tenslotte, buiten dit 3de compartiment had Herodus nog iets gebouwd dat we het hof van de heidenen noemen. Formeel hoorde dit deel niet bij de tempel maar het was er zeker aan gelieerd. Hier mochten de heidenen de God van Israël aanbidden. Het hof der heidenen has een oostelijke muur met 1 poort dat de tempelberg scheidden van een diep ravijn dat langs de hele muur lag. Dit ravijn heette Kidron en wordt vele malen genoemd in de bijbel zoals in 1 Koningen 15:13; 2 Kronieken 30:14; Jeremiah 31:40; Johannes 18:1. In de tijd van Jezus was er een brug van deze oostelijke poort van de tempel naar de top van de Olijfberg. Priesters hadden deze brug over de Kidronvallei gebouwd. De brug was gebouwd voor offerdoeleinden en derhalve de brug van de rode vaars genoemd (Shekalim 4:2). Hij verbond de enige poort in de muur van het Hof der Heidenen met een geheiligde weg over de brug die leidden naar een DERDE altaar bij de top van de Olijfberg! Dit altaar wordt in hebreeën geassocieerd met de kruisiging van Jezus.
Het DERDE altaar van de tempel
In Hebreeën 13:10-13 wordt een 3de altaar genoemd buiten het kamp waar Jezus heeft geleden. Heej, dit lijkt wel heel erg op Ezekiel 43:21. Dit 3de altaar bij de top van de Olijfberg was het altaar waar de rode vaars werd geslacht en verbrand, en waar de speciale zondeoffers werden verbrand volgens de wet van mozes (Lev. 4:12). Dit 3de altaar was het heiligdom buiten de tempel van Ezekiel 44:1. Dit 3de altaar was het type altaar waarop Caïn zijn zondeoffer moest leggen, vlak buiten de poort van het Land van Eden.
De betekenis van het 3de altaar
Veel theologen en christenen weten nauwelijks van dit 3de altaar buiten de poort dan wel bij de top van de Olijfberg. In de tijd van Mozes was het heiligste gebied van het hele kamp van Israël voor de ingang van het heiligdom, aan de oostkant. Hier hadden Mozes en Aaron en zijn zonen hun tenten opgezet (Numeri 3:38). Het oostelijke gebied was de kant van het heiligdom dat werd bestuurd door de stam van Judah waaruit later Koning David voort zou komen en nog later een Messias (Numeri 2:3). Het is zelfs zo dat de schrijver van Hebreeën het thema van de tabernakel gebruikt om ons te laten zien hoe Jezus de rituelen van Mozes vervulde met betrekking van zondoffers. En de locatie buiten het kamp in Leviticus 4:12 was identiek met de plaats buiten het kamp in Numeri 19:3. Ook de offerrituelen van tempel en tabernakel komen overeen. De priester die op dit 3de altaar buiten de poort de koe offerde moest in het westen het gordijn voor de oostelijke ingang van de tempel kunnen zien. Net zoals Mozes het gordijn voor de ingang van de tabernakel zag. Dit was één van de redenen waarom de oostelijke muur iets lager was dan de andere muren.
Een panoramisch beeld van Jeruzalem
Vanaf dit 3de altaar waar de rode vaars werd geofferd, het Miphkad Altaar geheten, kon je een behoorlijk eind uitkijken. Je kon het gordijn zien dat voor de oostingang hing van de Heilige plaats (dus niet het heiligste heildigdom). Het altaar van brandoffers was ten zuidoosten van dit gordijn. Het gordijn van volgens Josephus 82 voet hoog en 24 voet breed. Dus zeg maar zo hoog als een gebouw van 8 verdiepingen. Het was dit gordijn dat in tweeën scheurde toen Jezus doodging. Dit gordijn was opgehangen aan een stenen bovendrempel die meer dan 30 ton woog. These enorme dimensies geven ons een beeld van de grootsheid van het tempelgebied. En daarom was het ook niet moeilijk om het gordijn waar te nemen vanaf de Olijfberg. Vanaf de Olijfberg moet dit een indrukwekkend gezicht zijn geweest, zoals ook de apostelen beaamden: Mat. 24:1-3.
Terug naar de kruisiging van Jezus. De schrijver van Hebreeën schrijft: “de kadavers van de offerdieren worden buiten het kamp verbrand.” – Hebr. 13:11. Deze tekst is geschreven binnen de context van de kruisiging van Jezus. Hij schrijft: het bloed van de offerdieren wordt het heiligdom binnen gebracht.” Hij refereert duidelijk aan de tempel die op dat moment bestaat en zeker niet aan het tabernakel van Mozes. De schrijver zegt dat Jezus buiten de stadspoort heeft geleden. Voor een jood uit de 1ste eeuw was het een uitgemaakte zaak dat hiermee een zeer bekende locatie buiten de tempel werd bedoeld en wel de Olijfberg. Het kamp van Israël had in de wildernis geen zichtbare fysieke muur om zich heen. Dit kamp had alleen een denkbeeldige grens die zich 2000 cubits van het centrale deel van de tabernakel bevond. Ook in de tijd van Jezus had het kamp rond Jeruzalem geen muren. De 4 muren die er wel waren, waren niet de grenzen van het kamp. De echte grenzen van het kamp van Israël bestonden uit een cirkel met een radius van 2000 cubits rond de tempel. Dit is waarom het 3de altaar voor de rode vaars en andere zondeoffers bij de top van de Olijfberg lag, vlak voor de oostgrens van het kamp. Dit was bijna een halve mijl verder dan de oostelijke muur van jeruzalem. Het Kamp van Israël was dus totaal iets anders dan het ommuurde Jeruzalem. De Bijbelse uitdrukking “buiten het kamp” betekent dus minsten 2000 cubits buiten de tempel. Welke offers ook gebracht werden, vredesoffers, brandoffers, maaltijdoffers, zondeoffers etc., altijd werden ze ten oosten van de tempel of tabernakel geofferd. Dus waarom zou Jezus daar een uitzondering op zijn?
De rode vaars en Jezus
De rode vaars, een jonge koe werd door de hogepriester naar de Olijfberg geleid om daar te worden geslacht en tot as te worden verbrand. Net zoals Jezus de schepping zou reinigen van alle zonden. – Hebr. 9:13,14.
Het sprenkelen van het aswater en het druppelen van het bloed van Jezus bij de kruisiging werden met elkaar vergeleken door de auteur van Hebreeën. De rode kleur van de koe was een andere associatie met de kleur van bloed. Het is zelfs zo dat de priesters en de tempel zelf werden gereinigd door het sprenkelen met aswater, Numeri 8:7, Ezekiel 43:26. In de brief van Barnabas die was geschreven door een bekende jood in 90 na christus, bevestigt de auteur ook: “het kalf IS Jezus; net zoals de hogepriester de rode vaars oostwaarts van de tempel over de burg over de Kidron vallei leidden, naar het Miphkad altaar op de olijfberg, zo leidden de preisters Hem (Jezus) ook naar de slachtbank. Hedendaagse christenen denken dat Jezus juist ten westen van de tempel was gekruisigd, precies diametraal tegenover de echte locatie. Ja, de auteur van Hebreeën 13:13 zegt zelfs dat gelovigen mee moeten gaan met Jezus naar de locatie buiten het kamp waar hij gekruisigd zal worden. Bovendien is het de priesters VERBODEN om van het offer te eten. Hiermee wordt dus op de locatie van het 3de altaar buiten het kamp gedoeld. Hebr. 13:10, Lev. 6:30.
*
De Tuin van Eden
De Tuin van Eden lag in het Land van Eden. De Tuin bestond uit 2 delen. Het eerste deel was het voornaamste deel en het binnenste gebied waar god direct contact had met Adam en Eva. Dit binnenste gebied correspondeerde met het heiligste heiligdom in de tabernakel en tempels waar God zijn zetel had. Het 2de deel van de Tuin was het deel buiten dit gebied maar nog steeds binnen de Tuin. Het had duidelijke grenzen met het omringende land van Eden. Dit 2de deel van de Tuin beantwoorde aan een gebied ten oosten van het heiligste heiligdom en werd de heilige plaats genoemd in de tabernakel en tempels. Hier voerden de priesters hun diensten uit. Buiten de Tuin van Eden lag het Land van Eden. Adam en Eva werden hier naartoe verbannen. Het was juist in dit gebied bij de oostelijke poort waar Kaïn en Abel een altaar bouwden voor god die nog steeds in de Tuin rondhing. Dit altaar was gebouwd bij de oostelijke ingang naar de Tuin. En daar brachten zij hun offers. Dit specifieke altaar werd bekend als het altaar van brandoffers, direct oostelijk van de heilige plaats in de tabernakel en de latere tempels. De joodse autoriteiten begrepen dat het hele gebied van Eden symbolisch was voor het Hof van de Israëlieten in de tabernakel en tempels. En het omvatte ook de gebieden rond de heiligdommen die het Kamp van Israël werden genoemd. Dus de 2 delen van de Tuin en het Land van Eden samen werden geïdentificeerd als de 3 compartimenten in de tabernakel en de latere tempels, te weten: 1. Het heiligste heiligdom, 2. De Heilige plaats stelde de 2 delen van de Tuin voor en 3. Het Hof van Israël met het Kamp van Israël stelden de rest van het Land van Eden voor. Laten we eens naar dat Land van Eden kijken.
Het land van Eden had grenzen
Kaïn werd uit het Land van Eden verdreven. Dus kwam hij in het land van Nod terecht, dat het land van zwerven betekent. Dit land lag ten oosten van Eden. In de tijd van de latere tempels beantwoordde dit gebied aan de gebieden van de heidenen buiten Jeruzalem (ofwel buiten het Kamp gebied van Israël). Het was in dit gebied ten Oosten van Eden toen God zei dat Kaïn een dieroffer aan de poort zou brengen. Dit dieroffer zou tegen de deur aan liggen en een zware last zijn. Geen wonder want Kaïn had flink gezondigd door zijn broer Abel te vermoorden. Dus zou god een dier offeren dat correspondeerde met een zware schuld. Het offer moest levend naar de deur worden gebracht. Deze deur was de oostelijke ingang terug van Nod naar het Land van Eden. Het offer werd op een altaar gelegd of gezet direct voor de oostelijke ingang naar het Land van Eden.
De sleutel naar de plaats van de kruisiging van Jezus
In de tijd van de latere tempels was er een altaar dat correspondeerde met het altaar waarop Kaïn zijn offer bracht voor de oostelijke ingang van het Land van Eden. Ezekiel zei dat dit altaar ten oosten stond van de tempel en BUITEN het heiligdom, Ezekiel 43:21. Dit was een heilig stuk huisraad dat bij de tempeldienst hoorde maar dus buiten het heiligdom stond. Op dit altaar werden door Mozes enkele hoofdzonde offers tot as verbrand. Onder andere het offer van de rode vaars werd op dit oostelijke altaar gebracht buiten het heiligdom. In termen van Eden gesproken, bevond dit altaar zich ten oosten van Eden. En waar bevond het altaar zich in verhouding tot de tempel? In de tijd van Jezus bevond dit buitenste altaar zich bij de zuidelijke top van de Olijfberg, direct ten oosten van de tempel. Het was hetzelfde type altaar waar Kaïn zijn offer bracht in Genesis 4:7. In de tijd van Mozes was het Kamp van Israël synoniem met het Land van Eden. Het altaar van Kaïn was analoog aan dat van Mozes (en later salomon en herodus) dat hij buiten het kamp van Israël positioneerde. Ezekiel zei niet alleen dat dit altaar in het oosten stond buiten het heiligdom (Eze. 43:21) maar zelf ook een heiligdom was (Eze. 44:1). Dit altaar bevond zich 2000 cubits ten oosten van het centrale deel van de tempel. Dit alles is de sleutel tot de locatie waar Jezus is gekruisigd.
Symbolische relaties
De overeenkomsten tussen het altaar van Kaïn in het land van Nod en het altaar van de rode vaars op de Olijfberg (Eze. 44:1) zijn een aanwijzing dat Jezus gekruisigd is oostelijk van de tempel. Dit zou overeenkomen met het speciale zondeoffer voor moord dat Kaïn moest brengen op het altaar voor de ingang van het Land van Eden. In Hebreeën 13:11:13 staat dat de kruisiging buiten de poort en buiten het kamp van Israël plaatsvond dat werd geassocieerd met het Jeruzalem van de eerste eeuw. Voor ons mag deze aanwijzing niet duidelijk genoeg zijn maar iedere scholier in die tijd wist wel degelijk wat er met die uitdrukking werd bedoeld. Namelijk dat Jezus was gekruisigd op de Olijfberg. Hebreeën biedt genoeg informatie om uit te maken dat Golgota zich op de zuidelijke top van de Olijfberg moet hebben bevonden.
*
Adam, de zoon van God
In de bijbel worden 2 mensen de Zoon van God genoemd. In 1 Kor. 15:45 lezen we van de eerste en laatste Adam. Deze zin herinnert ons aan het principe, eerst het natuurlijke, dan het geestelijke. Ons begin is in God, als je alle geslachtsregisters zou herleiden. We stammen allen af van Adam. Fascinerend is dat de eerste Adam opgenomen is in het geslachtsregister van christus jezus. Wil je weten wie je bet overgrootvader was, of de opa van de opa van je opa? Puzzel er maar op los. Maar één ding is zeker; ergens kom je bij Adam uit. Het ergste is dat we nogal negatief over onze voorvader Adam denken. Hij zondigde namelijk middels Eva. Sindsdien denken we dat de mensen van vroeger domme barbaren waren. Wat niet zo is. Toen de adem van God in Adam kwam, werd hij een levende ziel, een persoon. Hij was de wens van god die tot uitdrukking kwam in een menselijke vorm, en wel één die was geschapen in het beeld van god. We mogen ons afvragen waarom god zichzelf op deze manier manifesteerde, door de mens te scheppen en waarom hij er een valstrik bij leverde die we nu, achteraf de zondeval noemen. En hoe zit het met de laatste Adam? Hij was als lid geboren van het Adamitische ras, net als wij allen. Zijn moeder was Maria. Sommigen zeggen dat hij 2 naturen had en een soort godmens was. 2000 jaar na de kruisiging verheugen we ons nog steeds in de vele wonderen die Jezus deed en die we natuurlijk toeschrijven aan zijn godheid. Maar klopt dit wel? Om te wandelen zoals hij dit deed, moeten we eerst snappen wat zijn echte natuur was. Wat zei de MENS Jezus over zichzelf? Het evangelie bevat 78 verwijzingen waarin Jezus zichzelf de mensenzoon noemt. Slechts 42 keer wordt Jezus de zoon van god genoemd. Hiervan beaamt Jezus slechts een paar keer dat hij de zoon van God was.
Hoe functioneerde hij? In Johannes 5:19 lezen we,
Dan antwoordde Jezus en zei tot hen: “Amen! Amen! Ik zeg tot jullie, de Zoon is niet in staat iets uit Zichzelf te doen, indien Hij het niet de Vader ziet doen. Want wat Die ook zal doen, op gelijke wijze doet ook de Zoon deze dingen. In Joh. 5:30 staat weer zoiets. Jezus was dus beperkt in wat Hij wel en niet kon doen. De vraag is: was Hij degene die in Mat. 1:23 was voorspeld? Een maagd die een kind zou baren? We mogen aannemen van wel. Zijn neef, Johannes de Doper sprong als foetus op in de buik van zijn moeder toen Maria kwam. En Simeon zei van Jezus: Mijn ogen hebben uw redding gezien. Er was het moment waarop zijn ouders hem meenamen naar de tempel in Jeruzalem voor het Paasfeest. De 12 jarige Jezus kwam met hen mee maar op een bepaald moment raakte hij zo in gesprek met de ouderlingen en rabbijnen die versteld stonden van zijn kennis en inzichten. Hij bleef zelfs achter zonder dat zijn ouders het door hadden. Toen ze hem vonden, vond hij het niet nodig om zich te verontschuldigen. Integendeel, bijna leek het erop dat zij zich moesten verontschuldigen. Ze hadden kunnen weten waar hij was. In zijn vader’s huis.
Waren zijn opmerkingen van een kindgod of van een knul die onaangeroerd was door de zonde? We moeten weten dat iederen joodse jongen verondersteld was om de geschriften goed te kennen. Van Jezus als toehoorder werd bovendien verwacht dat hij kritische vragen stelde. In Lucas 2:52 lezen we dat Jezus in wijsheid toenam en steeds meer in de gunst raakte bij god en de mensen. Dit was duidelijk een proces van zijn ontwikkeling als mens. In hem was de volheid gezaaid als ook een groeiend bewustzijn ten aanzien van wie hij zelf was in relatie met zijn aardse omzwervingen. Desalniettemin zou hij als mens functioneren net als wij. In Handelingen 10:38 vinden we de sleutel tot hoe hij functioneerde in zijn aardse bediening. Petrus zei dat het God was die hem zalfde met de geest en met kracht. God was MET hem. Zijn Zoonschap was net als het onze, beperkt door de wil van de Vader. De werken die Hij deed waren dus in overeenstemming met onze vader’s wil. Als hij als een Godmens had gefunctioneerd, had hij geen zalving nodig gehad of een doop door Johannes. Onze Vader in de hemel had een doel met de beperking die hij Jezus op legde ten bate van ons. Toen hij gedoopt werd door johannes, kwam de heilige geest over hem. deze gebeurtenis werd door Mattheus, Marcus en Lucas genoteerd. In Mattheus dat voor de joden is geschreven, Zegt een stem: “Dit is mijn geliefde zoon.” Marcus en Lucas noteren het iets anders: “JIJ bent mijn geliefde zoon.” Duidelijk was er hier sprake van een openbaring aan Jezus over zijn plaats en doel op aarde.
Jezus functioneerde op het niveau van de mens Adam. In 1 Tim. 2:5 lezen we: er is 1 god en 1 middelaar tussen god en de mens. Dit is de MENS Jezus christus. Er staat niet de God Christus maar de Mens Christus. Het was de mens die stierf en de mens van vlees die uit de dood was opgewekt. God zelf hoefde niet uit de dood te worden opgewekt omdat God niet kon sterven. Twee zaken moeten even benadrukt worden: allereerst het feit dat Hij tot zonde werd en ten tweede het feit dat hij een vloek werd voor ons. In 2 Kor. 5:21 wordt een heftige verklaring afgegeven: Jezus die nooit zonde had gekend, zoals de eerste Adam deze wel had gekend, werd zonde. Hoe Hij de zonde WERD, gaat mijn pet te boven. We zouden nog denken dat hij een zonde-offer was maar nee, hij werd zonde. Vervolgens werd hij ook nog een vloek. Galaten 3:13 zegt duidelijk: “Christus redde ons van de vloek van de wet en werd een vloek voor ons – het is geschreven dat iedereen die aan een boom hangt, vervloekt is.”
Dit slaat natuurlijk niet op ons. Er was een kenosis voor nodig, een zelflediging. Maar hoever ging deze? Net zover als nodig was voor hem om zijn bestemming te vervullen op ons niveau maar met de bestemming die God met hem voor had. Maar was het het niveau van Adam voor of na de val maar dan als geboren zijnde zonder zonde? * zondeval is onbijbels. Binnen de realiteit van de eeuwigheid, bestond hij in de vorm van God als een deel van de goddelijke familie. Het besluit was gemaakt om op aarde niet verder als god te functionaliseren. Hiervoor ledigde Hij zichzelf en nam de gestalte aan van een slaaf. Dit was een uitstekend punt omdat de mens een slaaf van de zonde was. En Jezus nam de positie aan van een slaaf van god. Als mens groeide hij fysiek, at en sliep en was diverse malen beproefd. Zijn leven begon als dat van een baby die melk dronk aan de moederborst. Toen de geest hem opdroeg om alleen de woestijn in te gaan, moet hij zich best even achter de oren hebben gekrabd. Hier was het bovendien waar de duivel hem op de proef stelde. Hij was beproefd om iets VOOR zichzelf te doen MET zichzelf, namelijk zomaar brood uit stenen tevoorschijn toveren. En VAN zichzelf, om even later alle koninkrijken van de wereld zich toe te eigenen. Deze periode van beproevingen duurde 40 dagen waarvan ons slechts 3 voorbeelden zijn gegeven. Hoeveel andere beproevingen waren er misschien nog? De vraag rijst: kon de MENS Jezus falen bij al die beproevingen? Kon Hij hebben gezondigd? Nu stellen we de volgende eerlijke vraag: ALS Hij niet kon falen bij ALLE beproevingen, was er dan fraude in het spel? Zo ja, dan kan Hij niets voor ons betekenen.
In Hebr. 2:18 en 4:15 staat:
Want door wat Hij geleden heeft, beproefd zijnde, is Hij in staat de beproefden te helpen*. Want wij hebben niet een Hogepriester Die niet in staat is mede te leven* met onze zwakheden, maar Één Die beproefd is in alle opzichten, zonder te zondigen. Hier staat duidelijk dat hij deelnam in ons bloed en vlees en op alle mogelijke manieren getest was, ook seksueel en moreel. Nergens staat dat hij met Maria Magdalena was getrouwd en na zijn opstanding kon dit niet meer. In Hebr. 4:15 staat dat de hogepriester geen loze kreten van sympathie slaakte. Integendeel, Hij wist door ervaring waar hij over sprak omdat hij de test had volbracht. Als Jezus een soort mensgod was, hadden zijn woorden geen betekenis want natuurlijk zou god elke test doorstaan. Er was in hem geen ruimte waar de begeerten die tot zonde leidden zouden groeien. En dus zondigde Hij niet. In tegenstelling to Adam die wel toegaf aan zijn begeerten.
Laten we Jes. 53 er bij nemen. In vers 3 staat:
Die veracht is en vermeden onder mensen, een man van pijnen en Die ziekten kent, als iemand Die Zijn gezicht verbergt, Die veracht is en wij achtten Hem niet.
In Vers 6 staat:
Wij zijn allemaal, als een schaapskudde, afgedwaald, elk van zijn weg. We keerden om en JAHWEH kwam in Hem tussenbeide voor de verdorvenheid van ons allemaal.
Vers 10:
Maar JAHWEH verlangt er naar Hem te verbrijzelen. En Hij veroorzaakt dat Hij gewond wordt, wanneer Zijn ziel een schuldoffer brengt. Hij zal een zaad zien, Hij zal dagen verlengen en het verlangen van JAHWEH zal voorspoedig zijn in Zijn hand.
Vers 12
Daarom zal Ik Hem een deel geven onder de velen en met de machtigen zal Hij buit verdelen, aangezien Hij Zijn ziel in de dood heeft geledigd. En Hij werd geteld met de overtreders en Hij draagt de zonden van velen en voor de overtreders komt Hij tussenbeide. Jezus als zoon van God kon dit niet doen. Hij kon het alleen doen als de mensenzoon. De 2de Adam slaagde op alle fronten waar de 1ste Adam had gefaald. Laten we Johannes 10:30 citeren: “Ik en Vader zijn één.” (Er staat niet: Ik en MIJN/DE Vader zijn één.) Dit is waar de joden Hem van beschuldigden, dat hij gelijk aan God was. Hij herinnerde hen aan de geschriften, Psalm 82:6, “Ik zei: “Jullie zijn elohims en jullie zijn allen zonen van de Allerhoogste.”
Hij erkende zijn zoonschap en zijn relatie met god. Maar hij was nog steeds beperkt in zijn kunnen tot het doen van de Wil van zijn Vader. Hij deed NIETS van zichzelf. Dit is precies hoe de zonen van God zullen functioneren. We zijn IN Christus en wandelen in beperktheid waarbij we alleen de wil van god doen.
*
Jezus is ergens…
Adam verborg zich voor God. God vroeg: Adam waar ben je? Nu verbergt God zich voor ons. En wij vragen steeds: god waar bent u? En waar is Jezus? Jezus is opgestaan uit de dood. Dus is Hij ergens. Als de geest van God in ons nieuwe lichaam komt, hebben we ook weer een ziel. Met deze ziel ruiken, we, voelen, horen we. We zien het licht en horen geluiden die we nooit voor mogelijk hadden gehouden. En als we voor ons kijken zien we een man: Jezus. Op dit moment is Hij ook ergens. Hij bestaat ergens in deze tijd en ruimte. Hoe kan een dood lichaam weer levend worden? Veel mensen zijn gecremeerd. Waarschijnlijk gebeurt het anders. Ons lichaam regenereert zichzelf elke 7 jaar. Wij zijn niet meer dezelfde persoon als 7 jaar geleden, wij hebben een ander lichaam. Maar dezelfde geest en dus dezelfde identiteit. Mogelijk krijgen we dus een ander lichaam, maar nu wel één dat niet meer stuk kan. Lazarus kreeg zijn eigen lichaam terug en Jaïrus. Maar zij zijn opnieuw gestorven en krijgen mogelijk ook een ander lichaam. Na de opstanding zijn we dezelfde personen als die we ooit waren maar met een geestelijk lichaam en een nieuwe ziel.
Wat is de ziel?
De ziel is niets! Geen substantie. Stel, ons lichaam is een blauw filter en de geest een geel filter. Dan worden we samen groen. Haal je lichaam en geest uit elkaar zoals na de dood gebeurt, dan verdwijnt de kleur groen in het niets. De ziel is te vergelijken met een samengestelde kleur. Het griekse woord voor het onzichtbare is hades. Dat gebeurt er met de ziel. Deze lost op in het niet.
De rest van de doden
Openbaring 20:5 zegt dat de rest van de doden niet eerder zal opstaan uit de dood dan na de 1000 jaar. Inderdaad, het lichaam keert na de dood terug naar de aarde en de geest terug naar God, Prediker 12:7, Joh. 23:46. De ziel lost op in het niet. De ziel is technisch gezien geen vast onderdeel van ons maar een mengsel. Het feit dat we zien, horen, ruiken en voelen is te danken aan de combinatie van geest en lichaam, genesis 2:7. Adam werd geen ziel genoemd tot de geest in hem was geblazen. Een mens heeft geen ziel maar wordt figuurlijk gesproken een ziel.
Na de opstanding
Als we opstaan uit de dood herinneren we ons alles van dit leven. We herinneren ons de hel waar we doorheen gingen om na de opstanding het contrast te voelen met de glorie die ons te wachten staat. Kunnen we de glorie voelen als we het contrast niet herkennen? God werkt met contrast: in dit leven gaan we door de hel, om na de opstanding de vruchten te plukken. Het enige nut van het kwaad is om als contrast te dienen. Al onze levenservaringen zijn opgeslagen in de geest. De geest die we na de opstanding terugkrijgen van God is onze harde schijf. Als onze geest na de dood terugkeert naar god is hij zonder bewustzijn. Zie genesis 2:7. Alleen de combinatie van lichaam en geest maakt ons bewustzijn. Onze geest leeft niet door na de dood maar blijft wel bestaan. Ieder van ons heeft een eigen unieke geest die is toebedeeld door God. Ook de dochter van Jaìrus kreeg de geest terug waarna zij opstand uit de dood. Lukas 8:55. Onze geest lost niet op zoals de ziel maar wordt na onze dood in bruikleen genomen bij God, samen met de geest van onze geliefde. Bij de opstanding krijgen we de geest weer terug.
*
De inwonende geest
Velen protesteren tegen de gedachte dat christus in iedereen leeft. Er is een verschil tussen de aanwezigheid van christus aan de ene kant en Hem, die zichzelf een thuis maakt, waar Hij is. Inderdaad, Christus is in de hele schepping aanwezig. Maar aanwezig zijn voor Christus is 1 ding; iets anders is om ook daadwerkelijk actief te zijn voor behoudenis waar hij aanwezig is. Ook in het evangelie is op veel plaatsen sprake van een tijdsverschil tussen christus die slechts aanwezig is en christus die actief wordt in de zin van behoudenis en redding. Bijvoorbeeld tussen het moment waarop Jezus arriveerde in de scene waar vrienden en familie van Lazarus boos waren over zijn dood. en dat moment waarop christus zijn vriend uit de tombe tot leven riep. Dus het is 1 ding voor christus om al aanwezig te zijn in een man of vrouw voordat Hij begint met zijn reddend werk door genade te regenereren naar het punt waarop Christus die persoon deel laat zijn van het lichaam dat de tempel is van de heilige geest. Christus in ons wordt vervuld/voltooid door het actief inwonen van christus in ons. Aanwezig zijn is 1 ding, inwonen gaat veel dieper. Dan is er het woord “volharden” versus het woord “inwonen.” Wij volharden in onze inwoning. Christus volhardt in ons terwijl hij ons tot zijn woning maakt van binnenuit waar Hij altijd was. God werkt altijd van binnen naar buiten en er is geen belemmering van buitenaf die hem eerst tegenhoudt. Nee, het is andersom, geen enkele lichaamscel zou kunnen bestaan zonder christus in ons die als een soort lijm al onze lichaamscellen bij elkaar houdt. Hij is de schepper en ondersteuner van het universum in zijn microkosmos en macrokosmos. In christus zijn we de tempel van God, zowel individueel als collectief maar deze realiteit wordt uitgedrukt en overgebracht aan ons door christus in ons. God heeft, in christus ons al verhoogd en de mensheid tot zijn woning gemaakt door de verheerlijking van Jezus. Christus is de inwoning van God en wij zijn de vele kamers van de woning. En nu zitten we in de fase waarin we onszelf leren kennen door christus in ons. Wie zijn wij in christus, die vraag is belangrijk. Alles wat christus gedaan heeft en nog steeds doet, houdt verband met het feit dat Hij zijn thuis in onze harten maakt door geloof. De Vader verblijft in christus die in ons verblijft en ons met Hem tot God’s woning maakt.
*
Verzoening
Over Sodom en Gomorra. God verbrandde de steden van de vlakten. Judas 7 zegt dat deze mensen de wraak van het eeuwige vuur zouden proeven. Definitief dus. De inwoners van Sodom zijn nu in het eeuwige vuur. Maar wat zegt Jezus in Matteus 11 en 12? Het komende oordeel zal dragelijker zijn voor de inwoners van Sodom dan voor de huidige generatie. Wat? Tolerantie, in het oordeel? Hoe werkt tolerantie in het oordeel? Worden de vlammen van de hel wat lager gezet? De inwoners van Tyrus en Sodom zullen opstaan en de generatie veroordelen tegen wie Jezus persoonlijk sprak. Opstanding van de inwoners van Sodom die al hun eeuwige straf ondergaan … staan op uit de vlammen van het eeuwige hellevuur? Jezus zei dat als de inwoners van Sodom en Tyrus zijn boodschap hadden gehoord, ze zich zouden bekeren. Dus: als ze het alleen maar hadden gehoord, waren ze al in staat geweest om zich te bekeren. Zo slecht waren ze blijkbaar toch niet. Helaas, te laat, ze zitten al midden in de vlammen. Had Jezus maar eerder moeten komen. Maar dan hadden ze zich zeker bekeerd! En hoe wist Jezus eigenlijk dat de inwoners van Sodom en Tyrus zich zouden hebben bekeerd? Behalve als het zo gebeurt dat iemand het echte nieuws hoort, dit ook oppikt. Blijkbaar zijn we gemaakt voor redding en niet voor verdoemenis. Laten we nu eens kijken naar Ezekiel 16. In het oordeel zal het volk van Israel hersteld worden in zijn oorspronkelijke staat. Samen met hun, zal ook het volk van Tyrus en Sodom in de oorspronkelijke staat worden hersteld.
Wat?
Mensen die in het eeuwige vuur branden, worden hersteld in hun oorspronkelijke staat? En God zal een verbond met hun sluiten en hun vergeven. Dat zal nogal verrassend zijn voor Israel omdat juist Israel zoveel meer slechte dingen heeft gedaan dan Sodom. Het zal een eeuwig verbond zijn dat hun zal beschamen want Israel heeft het goede nieuws wel degelijk gehoord maar destijds niet ontvangen. Hier zijn dan Israel, Sodom, Tyrus, allen samen verenigd, hersteld en vergeven.
*
Herstel van alles
De bijbel kent 114 manieren om Jezus te prijzen. Daarentegen spreekt Hebreeën 13 over Jezus die buiten het kamp lijdt en ons aanspoort ons bij hem te voegen om in zijn lijden te delen. We hebben hier immers geen permanente stad maar we verlangen juist naar de stad die spoedig de onze zal zijn. Deze wereld is niet ons thuis, we zijn vreemdelingen in een vreemd land en het valt soms niet mee onder die omstandigheden Jezus te eren. Het licht van ons lichaam is het oog. Kijk je normaal uit je ogen, dan is je lichaam vol licht. Kijk je boos uit je ogen, dan is er duisternis in je, Lukas 11:34. Hieruit kun je al opmaken dat er niet 2 rivaliserende machten in de scheping zijn maar 1, YHWH met wie we van doen hebben. En zelfs als we weten dat YHWH alles voor ons kan doen, kunnen we hooguit op het geloof van ons heldere oog vertrouwen als YHWH niet alles doet wat we vragen, of zelfs helemaal niets doet. Ook als de gevangenisdeuren gesloten blijven, de trouwring niet gevonden wordt, blijft dat heldere oog in Gods richting kijken.
Daar is niets op tegen. Ik wil God graag leren kennen in de duisternis waar alle hoop vervlogen lijkt, wetende dat hij alles voor me kan doen. Wat we het liefst willen is helderheid. Net als bij Elisha de profeet die over de Shunammitische vrouw zei: “laat haar alleen, want zij heeft verdriet en de Here heeft het voor mij verborgen gehouden,” 2 Koningen 4:27. Jesaja zegt tegen de Here: u bent waarachtig een God die zich verborgen houdt: Jes. 45:15. De Here zegt tot Jeruzalem door Jesaja: voor een kort moment heb ik u afgewezen, maar met diepe compassie breng ik u terug. Jes. 54:7-8. Dit was een antwoord op Koning David’s vraag: mijn god, mijn god, waarom heeft u mij verlaten? Psalm 22:1. Als Jezus zich verlaten voelde, hoeven we niet gek op te kijken als we ons soms ook zo voelen. Als God ons de genade heeft geschonken om naar alles, wat het ook is, te kijken met een helder oog, duurt de doodsstrijd niet zo lang, hoewel de pijn die we voelen intens kan zijn. Zo hadden wij ooit een prachtige herdershond die de schrik van alle katten was. En ook van alle honden, want hij was de sterkste. Tot hij dood ging. Dat was wel even tandenknarsen. Maar ook zijn leven is in Gods handen. Valt er niet 1 mus dood neer als God het niet wil? Matteus 10:29. Wat voor mussen geldt, zal toch zeker ook voor herdershonden gelden? Wat een ontzagwekkende verklaring over Gods zorg over zijn hele schepping. Hij heeft de hele schepping onder frustratie gebracht in hoop. Welke hoop? Dat de schepping zelf bevrijd zal worden uit zijn verval. Rom. 8:21. Nadat Petrus en Johannes de kreupele man hadden genezen bij de poort (Handelingen 3:1-10) kwamen de mensen van alle kanten op hun af. Petrus verzekerde hun: Dat is Jezus die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd aanbreekt waarin alles moet worden hersteld.”Hand. 3:21. Petrus heeft het dus niet alleen over mensen maar over alles: onze huisdieren maar ook: handdoeken, typemachines, fietsen, alles! Toen God in Genesis de aarde schiep met ALLES erop en eraan, zag hij tenslotte dat het goed was. Erg goed zelfs. De mens was bovendien zijn ultieme schepping waarvan de schrijver in de Bijbel zegt: wie is de mens, dat u aan hem denkt? Het mag zo zijn dat de mens tijdelijk onder de engel staat maar dat zal spoedig veranderen. Alles wordt straks aan de mens ondergeschikt gemaakt. We zien dit terug in de schrijver die het papier onderwerpt, de schilder die het doek vol schildert, of de koning op de troon. En hier ligt het grote probleem. Alles is aan ons ondergeschikt, alleen zien we dat niet zo. Mogelijk omdat ons oog niet helder is. Niettemin moedigt de schrijver ons aan: “maar we zien Jezus die iets minder was dan de engelen, nu gekroond in glory en eer omdat hij de dood heeft ondergaan, opdat hij door de genade van God ieders dood mocht proeven. Zo is de cirkel van het lijden weer rond, met dit verschil dat we in het midden van de ellende God nog helderder zien dan eerst. We kunnen in Christus rusten en ophouden met werken, bezorgdheden en angsten.
Eigenlijk zijn er 3 testamenten: eerst Gods verbond met Abraham, een unilateraal verbond. Daarna met Mozes een bilateraal verbond tussen God en Israel. En dan nu de vervulling van het eerste verbond dat God in het begin maakte met de HELE schepping. God zegt van zijn NIEUWE schepping in Christus: het is erg goed en dat slaat op alles, de tuinstoelen, de radiowekkers, de fotolijstjes, de ozonlaag; ALLES. Paulus zegt het ook nog eens: God zal alles in zijn zoon christus samenbrengen: ALLES. Dus ook het Boeddhisme, de islam, Hindoeïsme. In christus zijn we uitverkoren om aan de rest van de schepping het goede nieuws te brengen. Nu en in de volgende eeuw. Efe. 1:9-11. In Efe. 4 zegt paul dat Hij die naar de aarde is afgedaald, ook naar de hemel is opgestegen om ALLE dingen met hemzelf te vervullen. ALLES: boeken, dieren, stoelen, pannen, stripboekjes, etc. Maar ook geestelijk. Als voorbeeld neem ik een boer die zijn land bewerkt. Neemt hij niet af en toe even pauze en gaat hij niet het onkruid en het afval of de dode gewassen om de zoveel tijd verwijderen en op de grote stapel verbranden? Zo werkt God in ons ook. God cultiveert zijn veld in ons waarin ook het onkruid is gezaaid. Hij zal het verwijderen op dezelfde manier als waarop hij met andere onvolkomenheden in ons omgaat. Hij is het reinigende vuur in ons: Mat. 13:36-43, Heb. 12:29. Jezus geeft en neemt maar ooit zal ik onze hond weer terugzien maar dan wel in verheerlijkte vorm. En ook de andere spullen die ik niet meer heb.
*
De Hemelse Machten
De hemelse machten daar ver boven ons WETEN wie wij zijn. Ze kennen onze namen, weten waar we wonen en onze bestemming. Dit onthutsende beeld wordt in Efeziërs 3:9-11 door Paulus geschetst. In vers 10 staat “nu.”
Gods genade wordt OP DIT MOMENT bekend gemaakt aan de hemelse machten, DOOR de gemeente van Christus. OP DIT MOMENT, wij zien de hemelse machten niet maar zij zien ons wel. Deze hemelse machten zijn geen doden of spoken of geesten. Maar ze zijn nooit in het vlees geweest. Net als Jezus bewegen wij ons anoniem door de mensenmenigte. Aan de buitenkant kan niemand zien dat we christen zijn. Maar als je denkt dat NIEMAND daarboven je ziet, pas op: de hemelse machten volgen ons op de voet. Kijk omhoog en zij kijken terug. Alleen zien wij dat niet maar zij zien ons wel.
De hemelse machten schiepen aarde en heelal
Genesis 1: – de Elohim schiepen het heelal en onze aarde. Elohim is meervoud. Naast God zijn er nog andere wezens die mee hielpen aan de schepping, ook goedaardige wezens. El is de ene absolute god. Dit neemt niet weg dat er andere hemelse machten zijn, Elohim dus. God haalde zelf de trekker niet over. Hij opereert in de fysieke wereld door ondergeschikte hemelse machten. Velen van hen zijn goedaardige wezens. Overigens zijn ook de kwaadaardige hemelse machten ondergeschikt aan God. El betekent, “ondergeschikt-maker,” een macht die alles aan zich ondergeschikt maakt. Elohim betekent, co-ondergeschikt-makers. De Elohim handelen in perfecte overeenstemming met Gods wil en maken het universum ondergeschikt aan die ene god, “El,” geheten, door de ultieme co-ondergeschikt-maker, Jezus.
*
Goed versus heilig
God schiep de mens en Hij die de mens schiep, voorzag in het onderhoud van de mens die hij geschapen had. De mens dankte zijn bestaan aan God en het was Gods bedoeling dat de mens afhankelijk van hem zou zijn gedurende zijn hele leven. En de Heer plantte een tuin, ten oosten, in Eden en daar zette hij de mens in die hij geschapen had. En uit de grond liet YHWH elke boom groeien die voor de mens plezierig was om naar te kijken, eten opbracht met de levensboom in het midden van de tuin evenals de boom van goed en kwaad. Met deze 2 bomen laat God ons 2 wegen zien om zich door het leven heen te slaan.
Wat is het principe van goed en kwaad?
Als we volgens het principe van goed en kwaad willen leven, moeten we steeds de vraag stellen: is dit goed of is dit slecht? Is het goed om dit te doen? Zich in te zetten voor het milieu? Tegen armoede vechten? Of zou het slecht zijn dit te doen en kan ik mijn tijd beter in studie stoppen? Veel christenen en uiteraard niet-christenen blijven met dit soort vragen zitten. Soms tot ze er gek van worden, blijven ze met die afwegingen in hun hoofd malen. Ze zijn er gefixeerd op het goede te doen en in ieder geval het kwade te vermijden. Veel christenen leven een leven wat volgens hun zelf christelijk is. Zodoende wikken en wegen ze elk standpunt af. Pas als ze zeker zijn van hun afweging, voor zover mogelijk, maken ze een keuze. Als het ze maar een “goed gevoel geeft.” En hier wordt het gevaarlijk. Want YHWH zegt: van de Boom van Goed en Kwaad zul je niet eten. Als je dat wel doet en zelf onderscheid maakt, zul je sterven. Zelf inschatten wat goed en kwaad is, is niet christelijk. Dat is leven onder de wet, onder het oude verbond. Het is handelen en leven volgens ethische conventies, niet volgens christelijke.
Christendom is gebaseerd op leven
Christendom is een zaak van leven. Als je christen bent, bezit je een nieuw leven. Als je dat nieuwe leven hebt, vraag je niet: zal ik dit of dat doen maar andersom: als ik dit of dat doe, hoe zal dat mijn nieuwe leven beïnvloeden? Hoe zal mijn nieuwe leven daarop reageren? Oftewel: het is merkwaardig dat de meeste christenen niet verder komen dan zich aan te aanpassen aan een externe maatstaf. YHWH heeft ons geen set nieuwe regels of een nieuw Sinaï gegeven. Christen zijn betekent niet dat we de goede en slechte kanten van een handeling onderzoeken maar dat we de reactie van ons nieuwe goddelijke leven testen op een ingeslagen koers. Als christen bezit je zijn nieuwe leven en het zijn de reacties van dat nieuwe leven die je in de gaten moet houden. Als je een nieuwe manoeuvre uitdenkt, woelt er een golf van leven in je op om die manoeuvre te maken. Als er een positieve respons van binnenuit, dan kun je op die weg doorgaan. Maar als je innerlijke leven begint te verflauwen, moet je stoppen met de ingeslagen weg. Hoe jammer dat misschien ook is. Veel christenen handelen op basis van wat ze goeddunkt. Maar wat is dan het verschil met niet-christenen die hetzelfde doen? Er is iets vitaals binnen in iedere christen dat reageert op wat van God komt en wat niet. Dus we moeten goed op onze innerlijke reacties letten. Christenen moeten zich niet afhankelijk maken van externe factoren. Als christen moet je niet alleen al het kwaad vermijden maar ook alles wat oppervlakkig gezien goed lijkt. De maatstaf van YHWH is een transcendente maatstaf. YHWH zegt: van de Boom van Goed en Kwaad zul je niet eten. Goed en kwaad worden in 1 adem genoemd. Het zijn 2 takken van dezelfde Boom. Veel zaken lijken menselijk gezien goed; bijvoorbeeld je inzetten voor het milieu. Maar ieder heeft zijn taak. Ons goddelijke leven trekt niet alleen aan de bel als we fout bezig zijn maar ook als we ogenschijnlijk goed bezig zijn. In Gods ogen zijn ze dan misschien wel goed maar niet heilig. Gods weg voor ons wordt niet aan ons bekend gemaakt door externe indicatoren alsof het om een laboratoriumproef gaat. Maar door innerlijke registraties. Het is vrede en plezier in de geest die het pad van de christen aangeven. Mozes en Eliah waren samen op de berg. Mozes vertegenwoordigde de wet, Eliah de profeten. Maar hen werd door YHWH het zwijgen opgelegd. In plaats daarvan wees Hij naar Jezus en zei: hier is mijn geliefde zoon. En dat is ook vandaag de dag de maatstaf voor christenen: niet de wet of de traditie maar christus in je. De vraag is dus niet: ben ik goed of slecht bezig? Maar hoe reageert Jezus erop?
*
De relatie tussen de 5 aionen in gods plan en de eeuwigheid die God is, is een treffende in de bijbel. Daarbij is er telkens onderscheid tussen wat uit god geboren is en wat uit god geschapen is. Dat wat uit god geboren is, is eeuwig in nature maar binnen de vorm van de aionen is dat wat geboren wordt, tijdelijk. Het gaat om de vrucht van zijn lendenen en het werk van zijn handen. De mens is beide. In de eeuwigheid zijn we geboren van de geest in christus. Jezus zei: wat uit geest geboren is, IS geest. En uit de geest substantie van ons eeuwige wezen, schiep hij ons als tijdelijke aionische schepselen. Ons eeuwige wezen dat we in God hebben is door voorplanting en binnen de aionen waarin God ons redding brengt in christus, ervaren we Regeneratie. Het griekse woord is genos. In Handelingen heet dit woord nageslacht ofwel geborene. Onze eeuwige generatie was door de zoon van God tot stand gekomen. Onze verwantschap met god is een verlengstuk van christus, zoals alle kinderen van Abraham door Isaak geboren werden. Dit is de bijbelse allegorie; christus kwam voort uit de lendenen van God, de Vader en wij kwamen voort uit de lendenen van christus. Paulus zegt in Galaten dat christus het ene zaad is en niet zaden en wij zijn de verlengstukken van dat zaad. Godheid vermeerdert zichzelf door reproductie. God wordt meer van zichzelf en trekt meer tevoorschijn uit de diepten van zijn wezen dat in essentie liefde is. Er was een op de één of andere manier een echtelijke vereniging die plaatsvond in die liefde waardoor christus werd geboren. Dat was het eeuwige begin omdat het moment nog voor de aionische tijdslijn plaatsvond. In dit eeuwige moment was de Zoon geboren. Godheid is niet statisch; het wordt continu meer en meer van alles dat het al is vanuit de diepten van zijn wezen. Zo wordt god familie. Bij een vader zal er ook een moeder zijn. Vaderschap betekent in de bijbel tegelijk moederschap.
Toen de Zoon geboren was, werd het potentieel van het moederschap ook vervuld. Dit potentieel was latent aanwezig in de vader. God werd de kern van de familie. Als familie zijnde, is hij de bron van de familie van god. Hij schiep de mens naar het beeld van zijn zoon en de mens is beiden mannelijk en vrouwelijk. De vermeerdering van god als een familie door de aionen heen is van nature een eeuwige zaak. Dit proces ligt aan het hart van de hemel die toenadering zoekt tot de aarde. De volheid van de godheid is gevonden in christus. Alles wat god is, is belichaamd in de zoon. Christus heeft een lichaam en is zelf lichaam. Uiteindelijk zal de hele mensheid deel nemen aan dit lichaam door de aionen heen. De dood en opstanding van christus hebben dit lichaam in de vorm van het zaad vervuld en het zal uitgroeien tot elk mens bij zijn lichaam hoort. Het lichaam van christus groeit bij de groei van god. Het lichaam vermeerdert dus eigenlijk de groei van god.
*
God geeft Zijn geest.
Het probleem is: hoe kan de heilige geest al die attributen van persoonlijkheid hebben, in combinatie met de onpersoonlijke kwaliteiten van een kracht of macht? Het antwoord is eenvoudig: het is de kracht van een Persoonlijkheid! Geestkracht is niet slechts materiële energie – zoals de wind dat figureert, het is een levende, intelligente, persoonlijke kracht, die zich in de mensheid ontwikkelde door ademen. Aangezien ook wij een geest hebben, zouden we in staat moeten zijn door die van ons de “persoonlijkheid” van God’s geest te testen. Er zijn momenten dat onze geest zich verheugt en dan is hij weer triest. Alleen een persoon kan terneergeslagen of vreugdevol zijn. Trekken wij daarom de conclusie dat onze geest een andere persoonlijkheid is dan wijzelf? Zeker niet!
De menselijke geest wordt verfrist(1 Kor. 16:18), is rusteloos(2 Kor. 2;13).
Mijn geest is onlosmakelijk de mijne, dat, net als de ziel en het lichaam, ik ervan kan spreken als ware het over mijzelf. God spreekt er op dezelfde manier over, opdat we Hem kunnen begrijpen. Zou Hij tot geestelijke wezens spreken, dan zou Hij zijn methode wijzigen. Maar tot ons, menselijke wezens, ieder met een geest, spreekt Hij alsof ook Hij mens zou zijn en Zijn geest als die van ons. Zodra we gaan zien dat de heilige geest niet een apart geestelijk wezen van God is, maar dat het Zijn geest is, lossen de vele problemen die het onderwerp omgeven snel op. Dit verzoent de passages waarin hij met hen als een persoon lijkt te handelen, in wie in wie hij een onpersoonlijke kracht is. Beide zijn waar van God’s geest, want het is de taak van die geest om te werken als een kracht in God’s schepping en in Zijn heiligen. Indien we een onderscheid wensen te maken tussen de “Gever” en de “gift,” dan zullen we ontdekken dat God Zelf de Gever is en Zijn geest de gift. Hij geeft “de heilige de geest”(Hand. 15:8; 1 Thess. 4:8)
*
Het menselijke hart als massavernietigingswapen
Is er een verband tussen religie en geweld? Denk aan 9-11… Heeft dit te maken met massavernietigingswapens? Of niet? De aanval op Beslan was niets ingewikkelder dan een flinke bankoverval en bij de 9-11 aanslagen werden tafelmessen gebruikt om de piloten te intimideren. In andere woorden, we kijken de verkeerde kant op, naar middelen in plaats van motieven. Het grootste massavernietigingswapen is het menselijk hart. God zag zijn belangrijkste schepping, de mens in chaos vervallen. De mens maakte een chaos van zichzelf en de wereld om zich heen. God was woest en zal dat weer zijn als mensen in zijn naam oorlog voeren dan wel de financiële markten laten kelderen wegens hebzucht. De relatie tussen religie en geweld komt al direct tot uitdrukking in de bijbel. Kaïn en Abel brengen een offer. Maar alleen Abel’s offer wordt door god geaccepteerd. De eerste handeling van aanbidding leidt tot de eerste moord. Religie is alles behalve onschuldig. Op zijn best verft religie de mens tot iets onder de engelen. Op zijn slechtst tot een psychopaat. Er is veel psychoanalyse geschreven over deze relatie. Maar wat zegt de Torah? De vraag is, waarom accepteerde God Abel’s offer en niet dat van Kaïn? Die werd er boos en depressief van. Inderdaad kun je 2 reacties vertonen: je kunt je afvragen, wat deed ik fout? En je kunt alleen maar blinde woede voelen. In het eerste geval was je offer oprecht. De laatste reactie komt overeen met de manier waarop oude heidense volkeren hun offers brachten, niet op God te behagen maar om Hem te manipuleren en naar hun wil te zetten. Hoe kun je het verschil onderscheiden? Door de aanwezigheid van boosheid als dingen niet zo uitpakken als je wilde. Geweld is de poging om je wil met kracht op te leggen. De schuld die hieruit voortkomt, kent 2 gezichten: een Nietzschiaanse neiging om God te ontkennen of net als Kaïn, jezelf wijsmaken dat je Gods wil doet.
*
Tolerantie
In de 17de eeuw sprak men al over tolerantie, bekend van het werk van John Locke. Waarom zou je in een christelijk land andere godsdiensten toelaten die je als vals beschouwt? Locke zegt: iemands religie door dwang veranderen is een contradictio in terminus. Je kunt me niet dwingen te geloven wat ik wil. Ik kan zelfs net doen alsof ik geloof wat jij wilt als je me bedreigt. Raciaal antisemitisme is ooit hieruit voortgekomen, vooral omdat joden in de 15de eeuw na hun bekering onder dwang de Spanjaarden nog erger haatten dan voorheen. Locke herinnert ons eraan dat zelfs als gelovigen werden gemarteld, ze trouw bleven aan hun geloof. In 17de eeuws Europa was er nog een argument om geloof niet af te dwingen. Namelijk, het politieke landschap veranderde nogal eens en dan was jezelf de volgende die de kous op de kop kreeg. Het was net wie er toevallig aan het roer stond, welk geloof werd opgedrongen. Geen wonder dat Locke’s doctrine van tolerantie in de 17de eeuw ontstond, na een eeuw van strijd tussen katholieken en protestanten. De mensen in de 17de eeuw waren niet meer of minder tolerant dan hun voorgangers, nee, het principe van tolerantie loste een oud probleem op, namelijk hoe om te gaan met verschillende geloofsgroeperingen in de samenleving. Tolerantie is geen religieus maar politiek uitgangspunt. Tolerantie is geen antwoord op hoe je gered zult worden na dit leven, maar hoe verschillende groepen samen kunnen leven. Het alternatief is een oorlog van allen tegen allen. Tolerantie in de zin van dulden, meer dan van verdraagzaamheid. Religie is het beoefenen van het bewustzijn, politiek is het uitoefenen van macht. Als een land meer religies toelaat, moet het geloof van macht scheiden. Meestal krijgen landen dat pas door na burgeroorlogen. De valse goden willen altijd mensenoffers maar de profeten spraken de waarheid tegen de macht. En niet andersom, ze gebruikten geen macht om de waarheid op te leggen.
*
hades
Mattheus 18:9, Gehenna, Hades, Hel?
Nou ja, de hel bestaat niet…?
De St.Vert. geven ‘hades’ met hel weer en ‘gehenna’ (dal van Hinnom) ook. Tja, dat schiet natuurlijk niet op. Het is mij om het even om ‘hades’ weer te geven met ‘hel’ – maar dan wel exclusief én konsekwent. Dan is b.v. Jakob ook in de hel (> Gen.37:35: LXX: hades). Een woord dat zoveel betekenissen heeft (behalve de goede 😉 en zoveel onbijbelse associaties oproept, kun je beter maar weer vergeten.
*
De verzoekingen van Jezus
De volgorde van verzoekingen in Mattheus is niet dezelfde als in Lucas. Marcus en Lucas zijn het erover eens dat de verzoekingen 40 dagen duurde.
1. (Lucas 4:3, 4) De duivel zei tegen hem, Spreek tegen deze steen opdat deze brood wordt.” Dit was de eerste verzoeking. Mogelijk is deze verzoeking in andere vormen herhaald. Immers nergens staat dat er slechts 3 verzoekingen waren. Dus misschien heeft satan Jezus wel meer van dergelijke dingen gevraagd.
2. En de duivel liet hem alle delen van de wereld zien in een korte flits. Ap. 129. 3.2. En de duivel liet hem alle delen van de wereld zien in een korte flits. Ap. 129. 3. Niets wordt gezegd over een zeer hoge berg. De duivel claimt dat hij heer is over alle koninkrijken en Jezus trekt dit niet in twijfel. Satan biedt hem de koninkrijken aan mits Jezus hem, satan zal aanbidden. Er wordt niets gezegd over naar beneden vallen, alleen over het aanbieden van alle koninkrijken in ruil voor aanbidding.
Jezus zegt niet “ga weg” als in Mat. 4:10 maar ga achter me weg, wat iets anders was. Satan vertrok niet net als Petrus niet wegging toen Jezus hetzelfde tegen hem zei, Matt. 16:23.
3. Lucas 4:9-12. En satan bracht Jezus naar Jeruzalem en zette hem op de vleugel (Dan. 9:27) van de tempel en zei”: als je de zoon van god bent, spring dan naar beneden want dan redden de engelen je wel.” In Mattheus staat niets over de engelen die hem wel zullen redden. Integendeel, nadat Jezus zijn poot stijf hield, was er voor satan geen lol meer aan en vertrok voor een bepaalde tijd. In Lucas 4:13 staat dat de duivel op eigen initiatief wegging. In Mattheus verzocht Jezus hem om te vertrekken. Mat. 4:10.
4. Mat. 4:3, 4. na het seizoen (Lucas 4:13) kwam de duivel terug en zei, maak van deze stenen broden. Niet deze steen of brood zoals in Lucas 4:3. En meer, hij wordt niet eens nadrukkelijk de duivel genoemd maar als degene die hem al eerder had verzocht. En als hem die moest komen alsof hij er op dat moment nog niet was.
5. Matt. 4:5-7. Toen – in het vervolg van de verzoekingen, na die van de stenen en broden. Nu nam de duivel hem naar Jeruzalem en zette hem op de vleugel van de tempel. Hier wordt niets gezegd over engelen die hem zullen redden. En ook wordt NIET beweerd dat deze genoemde 3 verzoekingen niet herhaald zouden zijn na een bepaalde tijd. Dit onder nieuwe omstandigheden.
6. Mattheus 4:8-10. Hier wordt duidelijk dat de 2de verzoeking van Lucas 4:5-8 herhaald werd. Opnieuw neemt de duivel hem dit keer naar een hoge berg en toont Hem alle koninkrijken van de wereld (kosmos) (Ap. 129. 1), niet van de oekumene (Ap. 129. 3), zoals in Lucas 4:5 en ook hun glorie. En de duivel zei tegen Hem: “Al deze dingen.”En niet “Al deze autoriteit” zoals in Lucas 4:6, “zal ik je geven als je me NEERVALLEND zou aanbidden.” In deze laatste verzoeking is de climax bereikt. Het ging om directe aanbidding. In Lucas staat niets over NEERVALLEND. Hier staat simpel: aanbid me. Dit was de crisis. Hier gaat satan niet uit zichzelf weg. Het moment was gekomen om een einde aan alle verzoekingen te maken door Jezus zelf.
“Ga!” zei de Here, ga heen satan! Toen verliet de duivel hem en kwamen de engelen alsnog om hem te dienen. Deze engelenbediening markeerde het einde. Er wordt namelijk niet meer gezegd dat satan op eigen houtje voor een seizoen vertrok. De Here had gezegd, ga achter me weg satan maar hij joeg hem niet helemaal weg. En satan ging zelf ook niet weg. Integendeel ging satan door met zijn 3de verzoeking en verdween niet voordat deze compleet was. Tijdens de 40 dagen waren er steeds verzoekingen die culmineerden in 6 directe aanvallen op de mensenzoon in 3 verschillende vormen. Iedere vorm werd herhaald op 2 verschillende momenten en onder 2 verschillende omstandigheden. Maar niet in dezelfde volgorde.
*
Het koninkrijk van de hemel en het koninkrijk van god
Het woord koninkrijk slaat net als het griekse woord basileia meer op heerschappij dan op territorium. Het engelse woord kingdom heeft als uitgang dom hetgeen op dominion slaat. De uitdrukking koninkrijk van de hemel valt alleen in Mattheus waarin het 32 keer voorkomt. In de parallel passages in de andere evangelièn vinden we de uitdrukking koninkrijk van god. Vergelijk Matt. 11:11 met Lucas 7:28. De verklaring hiervoor is dat Jezus in Aramees sprak en niet in het Grieks van de evangeliedocumenten. Het woord hemel is vaak gebruikt als overnoeming voor god zelf die in de hemel zetelt. Zie Ps. 73:9. Dan. 4:26, 29. 2Kron. 32:20. Matt. 21:25. Lucas 15:21 (“I heb tegen de hemel gezondigd staat in contrast met de woorden en voor uw aangezicht, Johannes 3:27. Waarschijnlijk had Jezus het altijd over het koninkrijk van de hemel. Maar in het grieks was mattheus door god geìnspireerd om de uitdrukking letterlijk te gebruiken in samenhang met het specifieke karakter van een evangelie. In andere evangelièn was de uitdrukking vertaald met het koninkrijk van god. beide uitdrukkingen, koninkrijk van de hemel en koninkrijk van god zijn te onderscheiden in hun betekenis en interpretatie:
I. Het koninkrijk van de hemel
1. Heeft de messias als koning
2. Het is VAN de hemel en onder de hemelen en op aarde
3. Het is beperkt in zijn bereik
4. Het is politiek in zijn sfeer
5. Het is Joods en exclusief van karakter
6. Het is nationaal
7. Het is het ultieme onderwerp van de oude testament profetie
8. Het is tijdelijk van duur
II. Het koninkrijk van God
1. Heeft god als heerser
2. Het is IN de hemel, over de aarde
3. Het is onbeperkt in zijn bereik
4. Het is moreel en geestelijk in zijn sfeer
5. Het is inclusief van karakter (met de natuurlijke en geestelijke zaden van Abraham)
6. Het is universeel van karakter
7. Het is onderwerp van de nieuwe testament openbaring
8. En is eeuwig in zijn duur
*
Het koninkrijk en de kerk
Beiden zijn niet hetzelfde:
1. De onderwerpen van het eerste wordt besproken in termen van erfenis of als erfgenamen van het koninkrijk; maar we kunnen niet zomaar spreken van erfgenamen van de kerk.
2. We lezen van de mogelijkheid om het koninkrijk te ontvangen, maar geen enkele kerk kan worden beschouwd alsof zij ontvangen is.
3. We lezen van de ouderlingen van de kerken, boodschappers van de kerken maar nooit van de ouderlingen van het koninkrijk.
4. Het woord basileia dat vertaald is als koninkrijk komt 162 keer voor en in het meervoud alleen in Mattheus 4:8, Lucas 4:5, Heb. 11:33, Ope. 11:15. Het woord ekklesia verschijnt 115 keer, waarvan 36 keer in het meervoud en 79 keer in enkelvoud, allen vertaald met kerk behalve in Hand. 19:32, 39 en 41.
5. We lezen van de kinderen van het koninkrijk maar de bijbel weet niets van de zonen van de kerk.
6. De karakteristieken van elk zijn verschillend.
7. De namen van de kerk zijn nooit gebruikt voor het koninkrijk (Efe. 1:23; 2:21; 4:4, 16; 5:30. Kol. 1:24. 1Tim. 3:15).
8. Het voorrecht van die kerk die bestaat uit de deelnemers aan een hemelse roeping, Heb. 3:1, Ope. 20:4-6, zal zijn om met christus te heersen OVER het aardse koninkrijk, terwijl dat koninkrijk ONDER de hemel zal zijn, Dan. 7:27.
9. De kerk in de gevangenisbrieven (Efeze, Fil, Kol) is hier en nu, in de wereld en wacht voor haar exanastasis, en haar hemelse roeping (Fil. 3:11, 14); Het koninkrijk is niet hier want de koning is ook niet hier. (Heb. 2:8).
*
Kierkegaard over je geloof voorbij schieten
Over zijn boek Vrees en Beven.
De filosofen van zijn dagen gingen er prat op dat ze met een radicale twijfel begonnen en voorbij het geloof probeerden te gaan. Zowel hun twijfel als hun geloof zijn vals. Zowel echt geloof als echte twijfel zijn levenslange projecten die je niet in een paar dagen behandelt. Abraham is Kierkegaard’s model van waar geloof. Hij dwingt de krachten van de radicale natuur van zo’n geloof door de problemen ervan te tonen. Zoals de bereidheid om zijn eigen zoon te vermoorden. Het is onmogelijk om een rationele of ethische beschouwing te geven over zijn geloof. Abraham’s geloof was zijn levenslange project. Hij vertrouwde god jarenlang voor Isaak was geboren. Toen Isaak eenmaal geboren was, vroeg God hem om isaak te vermoorden. De handeling om isaak met een mes te vermoorden moest in opdracht van god gebeuren. Aarzelen zou de dynamiek van de handeling teniet doen en de hele handeling ongeschikt maken als een daad van geloof. Dit wrede verhaal is de climax van Abraham’s levenslange reis van geloof. Abraham kwam nooit tot hogere dingen dan deze fase. In 130 jaar kwam Abraham niet verder dan het volmaken van zijn geloof. Volgens Kierkegaard was geloof werelds en had iedereen dit in meer of mindere mate. De taak was juist om van hieruit te groeien naar grotere dingen. Kierkegaard biedt een radicaal andere en diepe uitdagende visie van geloof. Dit is een geloof dat verder gaat dan het geloof dat al latent aanwezig was bij iedereen. Dit geloof is een navolging voor het leven. Het is zwaar en zeldzaam. Kierkegaard laat ons zien dat de fundamentele en diepe dingen in het leven vaak de schijnbaar simpele dingen zijn die we voor algemeen aanvaard houden. De waarheid gaat nooit voorbij kruis en opstanding. En nooit hoger dan je voeten. De waarheid gaat nooit verder dan de kern van het evangelie, wel dieper.
*
eerste en laatste adam
God met ons
Het feit dat jezus zonder zonde was maar zich toch goed voelde in de omgang met hoeren en andere zondaren, komt vreemd over op veel gelovigen. Als hij echt zonder zonde was, een heilige, wat deed Hij dan in vredesnaam bij de hoeren en tollenaren? Lucas noemde Adam de zoon van God. Hiermee bedoelde hij niet Jezus die uit de buik van een maagd was geboren. Maar was deze laatste Adam ook niet aanwezig in Eden tijdens de tragedie die zich tussen Eva en de slang afspeelde? Was Hij hier niet ALS Adam? Uiteraard was hij hier in Eden als de Realiteit van de Boom van Goed en Kwaad. Maar als Adam, oh nee. Als Gods zaad was hij in Adam en in al diens nageslacht in afwachting van het moment waarop hij actief geboren zou worden in Bethlehem. Maar ik ben erop tegen dat de man Adam, de Zoon van God WAS. Waren Adam de Zoon van God zoals Lucas hem noemde en Jezus de zoon van god beiden dezelfde Zoon van God? Een eerste knieval gebiedt me te zeggen van NEE< beiden zijn tegengestelde karakters. Waar de ene Adam van het toneel verdwijnt, komt de andere Adam op. Er is zelfs een diepe kloof tussen beiden. Adam was NIET Jezus en Jezus was NIET Adam al was Hij wel de tweede Adam. De Zoon van God, Adam geheten werd Adam genoemd (of mens) en de Zoon van God die Jezus heette, werd Emmanuel genoemd. Maar onder dit verschil zit een overeenkomst tussen beide historische personen. Om Jezus te worden, moest de zoon van god door de heilige geest worden verwekt en uit een maagd worden geboren. Maar om eerst ADAM te worden, moest dezelfde eeuwige Zoon van God delen in dezelfde schepping, te weten, vertaald worden vanuit de eeuwigheid in de aionen, gevormd worden uit het stof en constitutioneel bestaansrecht krijgen door hetzelfde materiaal van de schepping om in solidariteit met de schepping Hoofd te worden van de hele schepping. Hij, het eeuwige woord was vertaald in een scheppingstaal zodat “de hemelen ons vertellen van de heerlijkheid van God; en hun uitgestrektheid het werk van zijn handen verklaart. Zodat:
Voor die het blijvend maakt. Een psalm van David. De hemelen verhalen de heerlijkheid van El en de atmosfeer vertelt de werken van Zijn handen. Dag na dag uit deze woorden en nacht na nacht maakt deze kennis bekend. Er is geen spraak en er zijn geen woorden, hun stem wordt niet gehoord. In heel het land gaat hun meetsnoer uit en aan het einde van de verblijfplaats hun uitspraken. Voor de zon plaatste Hij in hen een tent, (Ps.19:1-4). Merk op dat de schrijver gelooft dat de Zoon van God de Zoon van God was en is in en van de eeuwigheid. Hij was al de Zoon van God toen Hij geboren was uit de maagd, Maria. Hij als Zoon kwam de wereld binnen van tijd, ruimte en materie door zijn eeuwige geboorte die vertaald werd in een aardse geboorte in de genade die Maria van Nazareth ten deel was gevallen om te participeren in de kracht van de heilige ontvangenis. Dus, Hij en onze Heer en oudere broer IS eeuwig leven die aionisch leven werd. De Zoon van God, die Ene en Unieke geboren zoon van de Vader, was geen afstandelijk wezen dat de schepping van veraf beïnvloedde. Hij was het woord, het heelal was door hem geschapen, UIT de Vader. Het hele lichaam van christus bestaat uit Zonen van God die in vereniging met DE Zoon zijn en op deze manier Zijn relatie delen met de Vader. De oorsprong hiervan gaat terug naar ons zaad binnen Zijn zaad. Dus hoe kon Adam DE Zoon van God worden genoemd? Lucas zou hooguit gezegd kunnen hebben dat Adam niet de Zoon van God was maar de eerste schepping van God. Maar dit was niet wat lucas zei. Hij traceert de bloedlijn terug naar de eerste generaties tot hij bij Adam uitkomt die hij de Zoon van God noemt. In deze zin kunnen zowel Jezus als Adam niet zomaar beschouwd worden als losse individuen aangezien wij alle in Adam waren besloten en ook in christus want Adam is IN Christus zoals Christus ook IN Adam was.
Het is onzin om zomaar te stellen dat soms mensen en engelen zonen van god worden genoemd vanwege het simpele feit dat ze geschapen werden door god. Zonen zijn zonen door GEBOORTE en niet door schepping. Adam was geen Zoon van God om het simpele feit dat God hem geschapen had. De waarheid staat overal in het Nieuwe testament (dat formeel in hand. 13 begint) dat een zoon van god zijn te maken heeft met het GEBOREN worden uit het onvergankelijke zaad (1 Petrus 1:23). Binnen de aionen wordt dit principe voortgezet door voortplanting aangezien mensen niet kunnen scheppen. Dit als een schaduw van de goddelijke reproductie. Er is een wonderbaarlijke relatie tussen dat wat we zijn als zijn werktuig en dat wat we zijn door zijn zaad. Dit principe ziet er globaal als volgt uit:
– er is een begin en een einde aan de aionen
– een alfa en omega
– een eerste en laatste Adam
– een eerste en tweede mens
In 1 Kor. 15 zien we tenslotte DAT wat in oneer gezaaid is, Dat in heerlijkheid is opgewekt. Het zijn geen 2 DAT’s maar 1 DAT, namelijk Dat wat het graf ingaat, DAT komt er verheerlijkt weer uit. Zo werd de eerste Adam een levende ziel en de laatse Adam een levende geest. Hij die een levende ziel werd als DE Zoon van God was tevens de Zoon van God die een levend gevende geest werd. Zie 1 Kor. 15:42-45.
*
Ontworpen om te falen
En god plantte een tuin in het Oosten, in Eden+ daar plaatste Hij de man die hij gevormd had. Gen. 2:8. Want God heeft °allen onder koppigheid besloten*, opdat Hij °allen mededogen zou betuigen, Rom. 11:32.
Want aan de vruchteloosheid was de schepping onderschikt geworden*, niet vrijwillig, maar door Hem Die onderschikt, in de verwachting, Rom. 8:20. De overeenkomst tussen de gedachte van Paulus met het verhaal in Genesis is treffend. Beiden vullen elkaar aan. De tuin van Eden was een soort omheining dan wel insluiting. Weliswaar was het een mooie tuin maar wel een ingesloten bolwerk (kerk!) waarbinnen niet alleen Adam maar in zijn lendenen op dat moment de hele mensheid was ingesloten. Het was een insluiting waaruit ontsnapping aan frustratie, leed en ijdelheid onmogelijk was. De hulpeloze onschuld was in die omsluiting een prooi voor de sluwheid van de slang met als eindresultaat een voorspelbare gebeurtenis. Naïeve onschuld krijgt nu eenmaal corruptie te verduren. Stel je een vader voor die zijn knappe dochter alleen achter laat in een duistere steeg terwijl hij weet dat er hier in de buurt slimme pooiers rondlopen die hij hier zelf naartoe gestuurd had. Als je hier morgen om 1.00 midden in de nacht bent, dump ik mijn knappe dochter voor jullie op straat. Daar hadden die sluwe pooiers wel oren naar. Het was een manier om haar ontsnapping bij voorbaat uit te schakelen. Wat er precies in de tuin gebeurde, probeer Paulus met zijn eigen gedachten uiteen te zetten. We waren door god op het schaakbord gezet als waggelende eenden, de typische handtekening van een pooier kunstenaar. Maar wat was de druk die vervolgens moest worden uitgeoefend op Adam’s prille bolletje? Adam was tot nu toe bezig met beesten een naam geven, koetjes aaien en vlinders uitzwaaien. Er zat niet veel druk op de ketel. Deze druk op de ketel werd door Eva in de tuin gebracht. Ze was Adam’s tegenhanger maar ook zijn aanvulling. Ze was acuut gevoelig voor het menselijke verlangen naar een god. dan komt niet god maar de duivel langs, de pooier van Eden. Deze slimmerik ziet eruit als een lichtwezen en doet Eva een voorstel dat haar pet te boven gaat. Het leven in de Tuin was wel grappig maar ook ondragelijk licht en saai zonder die verleiding.
Maar de verleiding pakte verkeerd uit en in een fractie van een ondeelbaar moment was Eva een gevallen vrouw en nu ook Adam en het hele mensenras dat geen kant op kon. De zonde kwam in de wereld en vervolgens de dood door gods wil die dit allemaal georkestreerd had en de hele schepping ondergeschikt maakte aan ijdelheid. Met als verwachting dat die schepping ook ooit weer bevrijd zal worden. Eva zal gedacht hebben dat Kain de beloofde messias was. Tegelijk met de zonde die zich door de aionen heen vermeerderde ging de levensstroom door die direct uit de troon kwam, genade geheten. Deze levensstroom is net zo onweerstaanbaar als de verleiding in Eden. De verleiding van de zonde is relatief onweerstaanbaar omdat in het hart ervan niet de opstanding ligt.
*
Een galaxy
Een galaxy is een verzameling van schitterende dingen. In de bijbel staat soms een verzameling van verzen die we als een galaxy kunnen aanduiden. Zoals in de openingszinnen van Hebreeën. In duidelijke taal staat er een reeks van zeldzame titels. God onthult aan ons de majesteit van zijn zoon en wordt hierdoor zelf onthuld. God noemt zijn Zoon de lotdeelgenieter van alle dingen door wie hij ook de aionen maakt. In vele delen en op vele manieren spreekt god vanouds sprekend tot de vaders in de profeten, in deze laatste van de dagen tot ons in de Zoon, Die Hij stelt tot lotdeelgenieter van alle dingen, door Wie ook Hij de aionen maakt, Die, de schittering zijnde van de heerlijkheid en embleem van Zijn aanneming, daarbij het al dragend door de kracht van Zijn woord, reiniging van de zonden makend, gezeten is aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogten, zoveel beter wordend dan de boodschappers, zoals Hij ook een meer uitnemende naam heeft verkregen dan zij. – Hebr. 1:1-4.
Niet alleen onze aarde maar alle werelden in het heelal en vanaf de eerste holbewoners tot de generaties die voor ons liggen, behoren ze hem toe. En wat wordt zijn erfdeel in de meeste kerken beperkt tot wat hallelujah gezang en geklets over de Bergrede. Maar inderdaad, ondanks al deze pracht mist er toch iets in het verhaal. God wordt niet bedankt en verheerlijkt. De glorie die aan de god van tijd en ruimte toekomt wordt aan een andere god gegeven die wetenschap heet. Ene meneer James Jeans merkt op: de moderne wetenschap laat ons denken over een schepper die buiten tijd en ruimte werkzaam is die beide deel zijn van zijn schepping, net zoals de kunstenaar zich ergens op afstand van zijn kunstwerk bevindt. Maar hoe zit het met zijn bemoeienis IN tijd en ruimte? Los van de hemelse sferen heeft onze aarde zijn voetsporen op zich gehad, zijn stem gehad, zijn handen en ogen gekend. Maar wat bedoelen we met “De schittering van Gods glorie en het embleem van zijn aanneming?” Gedachte en Woord schieten tekort om zijn schittering uit te drukken. Er liggen nog eeuwen voor ons die zijn glans zullen weerspiegelen. In de eeuwen die voor ons liggen zien we als nooit tevoren in hem het machtige karakter van Gods wezen. Er zal een gerechtigheid zijn als nooit tevoren. Wie en wat god is, zal dan te zien zijn in zijn zoon. Hij draagt het heelal verder met zijn machtige verklaring dat Hij de Zoon van God is. Hoezeer verkondigde een ster zijn geboorte, waren de golven een karpet voor hem, was de grootste storm niet meer dan een kuch voor hem, zo werd het zonlicht verborgen toen Hij stierf. Hemel en aarde brachten eer aan Hem, zelfs in Hem bleven ze bij elkaar.
Als Hij straks regeert zijn er geen wetenschappers meer nodig om nieuwe hoogtepunten te verklaren. Het zal duidelijk zijn dat alles wat er gebeurt naar Zijn wil geschiedt. In harmonie met deze onvoorstelbare veranderingen zal hij de zonden weg wassen. Hij, de enige zuiveraar van hemel en aarde zal aan de gang gaan met wat zijn Vader allang voor ogen heeft. Als uitdrukking voor de dood die hij stierf, werd hij geen martelaar maar een held op sokken die zich vrijwillig liet kruisigen. Het was voor god dat hij de zonden droeg van deze en alle andere werelden. De tijd zal komen dat we zelf zien hoe de schepping eruit ziet zonder de zonde. In de mythologie kennen we ene Augeas wiens stallen met 3000 ossen 30 jaar niet schoon waren gemaakt. Tot Hercules het deed door de rivier de Alpheus naar binenn te leiden. En hoeveel stallen van Augeas zijn er niet overal ter wereld. Met zijn kracht die hij verkreeg uit het bloed van zijn kruis zal hij in de toekomst alle stallen schoonvegen. Waar de kerken en kruisvaarders faalden, zal hij slagen. De stroom van zijn overkomende genade zal alles reinigen. Wie anders dan Hij kan de dictatuur van de zonde ten einde brengen? Zijn handen zijn schoon, zijn hart is puur. In de ogen van de godheid zal een schoongeveegd en perfect universum alleen gevonden kunnen worden als beloning voor het offer van christus. Hij zit nu aan de rechterhand van zijn vader. In Hem zal de genade zijn potentie laten zien. Wat we nu beschaving noemen, zal straks helemaal worden veranderd. Een werkdag zal een verlichting zijn in plaats van een last. En als op aarde zijn verwantschap en koninkrijk zoveel betekenen, hoe zal dit worden uitgedrukt in de hemelse sferen? Eénmaal opgenomen daarboven zullen we de ambassadeurs van God zijn dienaars van zijn genade en liefde. De kennis die we hebben ervaren als mensen van Gods genade, zullen we door vertellen met een directe respons als gevolg. En met als gevolg dat waar we komen steeds meer hemelse wezens de Vader zullen prijzen. Het visioen van een getransformeerde aarde en hemelen is geen ijdele fantasie. Het is een duidelijke statement in een heilige pagina van de bijbel. Sluiers die duizenden jaren niet alleen de mensen maar ook de hemelse wezens blind hielden, zullen in één klap worden weg gerukt.
*
samenvatting van feiten die alverzoening ondersteunen
aionisch; de moderne bijbelvertalingen zijn slordig met vertalen. Het woord eeuwig moet aionisch zijn, hetgeen op een lange periode van tijd slaat met een duidelijk begin en eind. Bovendien zijn er 5 aionen. De bijbel zelf werpt hier licht op als je dieper graaft maar ook de eerste gemeente geloofde dit.
De consequentie is verder dat gods oordeel ook niet eeuwig duurt.
Iedereen of sommigen; veel passages in de bijbel spreken ervan dat allen gered worden zoals allen in Adam stierven. Het is gods wil dat iedereen gered wordt, 1 Tim. 2:4. God handelt met alles in overeenstemming met zijn wil, Efe. 1:11.
Hel, dit verkeerd vertaalde woord in moderne bijbels is een compilatie van het Hebreeuwse Sheol, c.q. de Griekse Hades, hetgeen het ongeziene betekent. Verder van het Griekse Gehenna, dat de Hinnomvallei buiten Israel is, in de tijd van Jezus een afvaldump waar het afval werd verbrand. In de toekomst zullen er lijken van misdadigers worden verbrand. En verder van het Griekse woord Tartarus, een plaats waar de gevallen engelen worden vastgehouden in afwachting van hun oordeel, en niet voor mensen. Het woord hel staat nergens in de grondtekst van de bijbel. De straf voor de zonde is de dood. Adam en Eva, Jezus zelf en ook Paulus werden niet naar de hel gestuurd. De passages in de 4 evangeliën die het over straf en oordeel hebben, slaan op straf in het 1000 jarige koninkrijk van Jezus dat begint als Jezus terugkomt. We zien dit fysieke koninkrijk realiteit worden in het boek Openbaring. Onze notie van hel komt van heidense schrijvers die hun eigen fictieve ideeën bedachten over het leven na de dood. Vuurpoel: deze is zeker niet eeuwig maar zal worden tenietgedaan aan het einde van de aionen. De vuurpoel is niet voor eindeloze marteling maar ter zuivering en correctie. Tijdelijke boosheid in deze aion wordt gecompenseerd met tijdelijke straf/correctie. Dit met als doel om Gods schepping te herstellen. Voleinding, het boek Openbaring (johannes) laat ons dingen zien die in de laatste 2 aionen gebeuren. 1 Korinthiërs 15 (paulus) gaat verder en gunt ons een blik in de periode van NA de aionen. Hier zien we de climax als God alles in alles is. We mogen het einde van Openbaring waar de vuurpoel nog steeds brandt, niet verwarren met 1 Kor. 15 na de aionen wanneer de dood is afgeschaft en alle dingen met God zijn verzoend.
*
hel versus vuurpoel
er is geen hel maar wel een oordeel en een vuurpoel volgens de bijbel; hoe zit het nou echt?
Sinds de 5de eeuw zijn we met het evangelie op een zijspoor geraakt. Een paar dingen mogen we niet vergeten. Er is wel degelijk een oordeel in de 5de aion over de ongelovigen die tzt. uit de dood zullen opstaan. En er IS wel degelijk een vuurpoel (verklap: Dode Zee). Maar ons idee van de hel wijkt op 2 punten af van de bijbel. Allereerst duurt de vuurpoel niet eeuwig maar voor de aionen, wat op zich nog een hele lange tijd is, maar niet eeuwig. Ten tweede is de vuurpoel niet zomaar bedoeld als een eeuwige straf maar om te zuiveren en te corrigeren. En om allen zover te brengen dat ze hun knieën buigen voor de opgestane Here. Waarschijnlijk is de vuurpoel zelfs alleen voor satan en de valse profeet en heel misschien voor een restant erge boosdoeners. Maar niet voor de meeste mensen daar de vuurpoel de 2de dood wordt genoemd. De mensen gaan er dood in of gaan heel snel dood en zullen niet eeuwig lijden. Hoewel de vuurpoel geen eindeloze hel is, is deze ook geen vakantiepark waar je voor je lol heen gaat. En ook het oordeel dat voorafgaat aan de tweede dood is geen padvinderskamp. Om die reden hebben de gelovigen van nu inderdaad een streep voor.
*
sommigen WILLEN de hel
Nogal wat gelovigen menen dat de hel nu eenmaal nodig is. Wat te denken van Adolf Hitler of Osama Bin Laden? Het zou toch volstrekt logisch zijn dat deze rotzakken ooit in de hel terechtkomen, ja eigenlijk het liefst nu. Nu is het zeker zo dat deze mensen en ook vele andere rotzakken geoordeeld zullen worden voor de grote witte troon. Dit gebeurt aan het begin van de 5de aion. We zitten nu aan het einde van de 3de aion. Dit oordeel zal wellicht aanvoelen als de hel maar is tijdelijk en niet bedoeld als pure straf maar juist ter correctie. En wat te denken van ene meneer Saulus die minstens zoveel op zijn kerfstok had als Hitler? Gaat hij naar de hel? Nee, hij valt niet eens onder het oordeel ondanks het feit dat hij kinderen uit huizen sleurde en ze voor de ogen van hun ouders doodsloeg. Deze meneer is veranderd in Paulus en hiermee een bruikbaar instrument geworden in gods handen om het evangelie naar de rest van de wereld te brengen. Wat met Saulus kon, kan met Hitler ook, laten we dit niet vergeten. En bovendien zijn we allen zondaren. En zijn we echt zoveel beter dan Hitler? Zijn we wel eens in een situatie terechtgekomen waarin we geen geld meer hadden en genoodzaakt waren om te stelen of zelfs te moorden? Of zijn we misschien als kind misbruikt en doen we nu hetzelfde? En zelfs zouden we op het idee kunnen komen om te bidden voor de verzoening van klootzakken als Hitler en Bin Laden. Waarom direct met een hel gooien?
*
Luiheid en hel
Luiheid wordt nogal eens aangevoerd als zonde. Met als straf de hel. Als je lui bent, ga je naar de hel, is de gedachte. Nog afgezien van het feit dat de hel niet bestaat en de straf op de zonde de dood is en geen hel, kun je je afvragen wat luiheid nu precies is. Eén reden om hel en verdoemenis te preken heb ik nog niet genoemd. Veel mensen, ook evangelisten zijn te LUI om zich verder te verdiepen in de bijbel. Men blijft dan in vaag gepreek over hel en verdoemenis hangen zonder zich verdere vragen te stellen. Ook dit is een vorm van luiheid. Je kunt dus zeggen dat luie helleprekers naar de hel gaan omdat ze lui zijn. De massa koopt makkelijk leesbare bijbels, ja ook ik ben ooit begonnen met de GoedNieuwsBijbel van de V&D. Is niks op tegen als je maar niet op dat nivo blijft steken. Een andere gevaar zijn de mooie (en dure) bijbels in de betere boekhandels. Zo heb je de Rembrandtbijbel die is opgesmukt met mooie afbeeldingen van schilderijen. Oh ja, de commercie heeft de bijbel ook ontdekt. Wat hier gebeurt lijkt op 2 Tim. 4:3 waarin staat dat de mensen de waarheid niet meer kunnen verdragen en liever naar gemakkelijke praatjes luisteren. Dit geldt misschien ook wel voor de politiek. Veel mensen zijn anno 2012 te druk met van alles en nogwat om zich echt in de bijbel te verdiepen. Vergis je niet, veel mensen zijn zelfs te druk met de kerk of met christen zijn om zich in de grondtekst te verdiepen. Een instituut dat ons van de waarheid afhoudt, is allereerst de kerk zelf. Ik heb iemand gekend die een cursus volgde voor doopceremoniën om een certificaat te krijgen om mensen te mogen dopen. Hoe kunnen religieuzen zichzelf voor de gek houden, niet wetende dat de waterdoop allang is afgeschaft en bij een vorige bedeling hoorde. We worden nu immers gedoopt in de geest. Sommigen horen misschien de boodschap van alverzoening en worden hierdoor ook wel een ogenblik geraakt maar zakken dan weer weg in hun moeras van dagelijkse beslommeringen en kerkactiviteiten. Feitelijk zitten we al sinds de 5de eeuw op een zijspoor met veel dingen waaronder de hel. Het wordt tijd dat we nu eens volwassen worden en het echte spoor weer gaan volgen.
*
god verdraagt geen zonde in zijn buurt
een standaard argument voor de hel is dat de zonde nu eenmaal naar een plek moet buiten god die immers geen zonde in zijn buurt verdraagt. Maar is het kwaad ook voor eeuwig kwaad? Dat is de vraag. De bozen en rebellen zijn niet ongeneeslijk. dit zou in strijd zijn met het karakter van god. Integendeel, houdt god ons door middel van Zijn Woord het geneesmiddel voor om iedereen overal van te genezen. Mogelijk gemaakt door het kruis van christus.
*
zonder hel hoeven we niet te evangeliseren
als er geen hel bestaat en iedereen toch gered wordt, waarom zou men dan nog gaan evangeliseren?
Hier zeggen we eigenlijk dat evangeliseren bedoeld is om mensen van de hel te redden. Paulus preekte erop los maar noemde niet één keer de hel. We preken het evangelie omdat god dit van ons verwacht, omdat we een goede boodschap hebben. Zonder hel is deze boodschap veel mooier en zullen we hem ook met nog meer voldoening gaan verkondigen.
*
helpt dreiging met de hel?
De gedachte van alverzoening zou de mensen een vrijbrief geven om te blijven zondigen. Als je immers toch gered wordt… Deze gedachte klinkt logisch maar is hij dat ook? Kijk om je heen, heeft de dreiging met hel en verdoemenis de mensheid van het pad der zonde afgehouden? Nee, integendeel. Iets anders is dat er een grote kloof is tussen wat mensen fout doen en een eindeloze hel. Het gevolg is dan ook dat slechts een kleine kliek mensen overtuigd in de hel gelooft. De hamvraag is: IS er een hel of niet? Zo niet, laten we dan ophouden met de hel te preken. Alsof het evangelie hierbij gebaat zou zijn.
*
de redding van allen
Het hoogtepunt van Gods woord staat in 1 Kor. 15 waar god alles in alles wordt. Openbaring gaat zover niet.
Als god alles in alles is, zijn alle dingen verzoend met god ondanks de pogingen van de tegenstander en de rebellie van het vlees om god te dwarsbomen. Corruptie is uitgeschakeld en onze lichamen zijn nu onsterfelijk, in de laatste instantie zelfs zonder van de levensboom te hoeven eten. De dood is vernietigd. In 1 Kor. 15 zien we alle knie zich voor hem buigen. De zonde is zeker niet genegeerd maar de vuurpoel, de 2de dood heeft zijn zuiverende werk gedaan. Alle mensen herkennen nu de wondere wegen van god en zijn genade die in christus zijn uitdrukking krijgt. Het werk van het kruis van Golgota is zeker niet geminimaliseerd door de redding van allen, integendeel. Bieden, zowel de kruisiging als opstanding waren nodig om deze redding voor elkaar te boksen. We zien nu pas aan het eind van de aionen de volledige reikwijdte van gods werk. De aionen zijn voorbij, het doel van de aionen is vervuld namelijk om iedereen met god te verzoenen. Ja, het evangelie is zelfs aan de DIEREN gebracht. En aan de engelen. Het echte eeuwige leven is begonnen, de dood is niet meer.
tot slot
denk zelf na over deze dingen en vertrouw niet klakkeloos op titels als dominee of pastoor. Zij weten ook niet alles, zelfs toptheologen hebben nooit van het plan der aionen gehoord. Ze weten veel maar ze weten ook veel niet. de meeste kerkleringen van vandaag over hel en verdoemenis gaan terug op de kerkleer van de 5de eeuw. Daarvoor werd een hele andere boodschap verkondigd. Maar de traditie is hardnekkig. In de wetenschap worden theorieèn getest, in de theologie is dit net zo. denk zelf na.
*
hel of gehenna?
In Galaten 2:7 maakt Paulus onderscheid tussen het evangelie van de onbesnedenen en het evangelie van de besnijdenis. Grammaticaal is de 2de naamval gebruikt en niet de derde. Het is dus in beide gevallen niet het evangelie aan de besnijdenis of de onbesnedenen maar VAN de besnijdenis of onbesnedenen. Het verschil is niet tussen de ontvangers van het evangelie maar in het evangelie zelf. Paulus draagt het evangelie van de onbesnedenen en Petrus van de besnijdenis. Tot op de dag van vandaag worstelen gelovigen met beide evangeliën. Men mixt ze dan maar door mekaar. Dit is precies wat men in de dagen van Paulus ook maar deed. De gelovigen hadden er veel moeite mee om te geloven dat god iets nieuws verzonnen had, ook nog uit de mond van een ex-christenvervolger. Daarom benadrukte Paulus dat zijn boodschap niet van mensen kwam maar een openbaring van god was, een heel nieuw evangelie.
Gehenna
als we dit verschil in evangelie niet zien, buigen we dingen samen die niet bij elkaar horen en die we vervolgens evangelie noemen. Als Jezus het over het koninkrijk heeft dat op handen is, en vervolgens over het Gehenna kletst, als het lot van hen die straks gestraft zullen worden voor hun misdaden in de periode van het koninkrijk, dan gaat het niet over een hel maar over een soort van crematorium in het Hinnomdal. Er dan toch een hel van maken is het woord van God vergeestelijken en het komende koninkrijk op aarde wegredeneren. Ook een vorm van ongeloof dus.
Zal het koninkrijk nog komen?
Komt er nog een aards koninkrijk? Vlak voor christus opsteeg ten hemel, vroegen zijn volgelingen Hem, “herstelt u dit keer het koninkrijk van Israel?” Hand. 1:6. De Here straft hen niet voor hun misvatting. Hij zegt niet dat een aards koninkrijk nooit zal komen. Hij zegt alleen dat het niet aan hen is om de tijd hiervoor te kennen. Dit weet alleen de Vader in de hemel. Het koninkrijk komt nog steeds maar Israel is verhard tot de voleinding van de natiën die binnen zullen gaan. En zo zal heel Israel gered worden. Rom. 11:25.
Openbaring
Het boek Openbaring is een ontsluiering van het koninkrijk dat ooit op aarde zal neerdalen. Het is het koninkrijk dat was voorzegd door de profeten. De joden waren voor een zekere tijd verhard, tot de aanvulling van de natiën de ecclesia voleindigd was. Maar nu is de tijd gekomen dat heel Israel gered was, Rom. 11:26. Christus komt terug en het koninkrijk van de hemelen zoals geprofeteerd door daniel en verkondigd door christus komt op aarde. – Ope. 11:15.
maar zelfs aan het einde van Openbaring is het koninkrijk voor de joden. De natiën zijn gezegend door israel maar israel is prominent. maar een deel van de boodschap van Paulus was dat er geen verschil is tussen jood en Griek. In Efeze 2:11-22 vertelt paulus ons over deze nieuwe dingen die God heeft gedaan. Hij zegt dat de natiën ooit:
apart van christus waren, vervreemd waren van hun burgerschap van Israel, gasten waren van het beloofde verbond, geen verwachting hadden. En nu: heeft christus alle muren weg gebroken tussen volkeren, maakt hij jood en heiden tot 1 nieuwe mens, verzoent hij beiden in 1 lichaam. De afwijzing van het koninkrijk door de joden lijkt Gods bedoelingen te dwarsbomen maar het tegendeel is waar. Deze afwijzing heeft geleid tot de deelname van de heidenen in de ecclesia… het lichaam van christus geheten. Net zoals Jozef;’s afwijzing door zijn broers wat tot de vervulling van gods doel leidde, is nu Israel’s afwijzing gebruikt door god om zijn te doel te bereiken.
*
terugkeer naar hun land
zoals beloofd keerden de uiteengedreven Israëlieten terug naar hun land. We lezen in Ezra van de tempel die herbouwd wordt. Nehemiah heeft het over het herbouwen van de muren van Jeruzalem.
In afwachting van de Messias
Als het Nieuwe testament opent, zijn de mensen opeens terug in hun land maar nu in hun eigen land onder Romeinse heerschappij. Een deel van de belofte van de profeten is vervuld maar nog niet alles. De mensen zijn in afwachting van hun messias, de zoon van God. Ze kijken uit naar de terugkeer van de dagen van David en Solomo toen het koninkrijk sterk was en de mensen veilig waren. De Oude testament profeten hadden voorzegd dat een koninkrijk als dit zou komen, dus de mensen wachtten af.
Straf voor zonde in het Oude testament
In Genesis leren we dat de straf voor de zonde de dood was. Door het oude testament heen, zien we dit keer op keer terug. De dood is het lot van de bozen. Omdat iedereen zondigt, is de dood het lot van allen. Nergens lezen we over een hel als straf voor de dood.
Het koninkrijk is op handen
het volk is in afwachting van de messias. Hoe aangenaam is het om dan de boodschap te horen van Johannes de Doper die nog eens beaamt dat het koninkrijk op handen is. De oude profeten hadden gezegd, keer terug naar god en hij zal je herstellen. Nu zegt Johannes net zoiets, bekeer je want het is zover. Ook Jezus verkondigt dezelfde boodschap als hij begint met preken. Een grote massa volgt hem en als hij het over het aanstaande koninkrijk heeft, wordt zijn boodschap kracht bijgezet door tekens en wonderen.
Het koninkrijk gepredikt in handelingen
De koninkrijksboodschap is gepredikt in handelingen met Petrus als centrale figuur. Jezus had aan Petrus de sleutels van het koninkrijk beloofd en dit gebeurt in handelingen als tekenen en wonderen nu ook de verkondiging van Petrus begeleiden over het aanstaande koninkrijk. Ook nu gaat de boodschap van het koninkrijk naar de joden, niet naar de heidenen. Nog niet.
Peter verkondigt,
Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden. 20 Dan zal de Heer een tijd van rust doen aanbreken en zal hij de messias zenden die hij voor u bestemd heeft. Dat is Jezus, 21 die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd aanbreekt waarover God van oudsher bij monde van zijn heilige profeten heeft gesproken en waarin alles zal worden hersteld. – Hand. 3:19-21
Deze boodschap lijkt op die van Johnannes de Doper en van Jezus zelf. Ze roepen om bekering. Men roept om bekering maar Petrus voegt de terugkeer van het Koninkrijk hier aan toe. Bekeer je, zodat Jezus terugkomt, zegt hij. Als de schapen van Israel zich bekeerd hadden, was Jezus inderdaad terug gekomen en zou het koninkrijk gekomen zijn. Maar door Handelingen heen ontvangen sommigen deze boodschap maar wijzen anderen hem af. Als deze koninkrijksboodschap voortdurend afgewezen wordt, schuift god op naar de heidenen. Petrus aarzelt maar gaat door God gegeven naar Cornelius, een godvrezende heiden. Hand. 10. Petrus en zijn joodse compagnions zijn verbaasd als de heidenen nu ook het woord van God ontvangen. Hand. 10:44. Dit hadden ze niet verwacht. Ze hadden met andere woorden vergeten dat God in Abraham ALLE mensen had gezegend, en thans door de joden.
Saulus/Paulus
In Hand. 9 als Saulus naar damascus gaat, om de gelovigen te vervolgen, verschijnt de opgestane Jezus aan hem. Saulus is gekozen als instrument van christus om diens naam aan de natiën te brengen, naast de zonen van Israel. Hand. 9:15-16. Paulus is de eerste met de speciale opdracht om naar de heidenen te gaan (natiën en koningen). Ook heeft hij nog steeds als opdracht om ook naar de zonen van Israel te gaan, net als Johannes de Doper, Jezus en Petrus.
Elymas (Bar-Jezus) en Sergius Paulus
Eén van de eerste incidenten die we over de bediening van paulus lezen is de ontmoeting met Elymas, de magiër die ook Bar-Jezus heet, in Hand. 13. Sergius Paulus, een proconsul die een intelligente man is (een heiden), roept om Paulus en Barnabas. Sergius Paulus wil het woord van god horen maar Elymas de Magiër weerstond hen om de proconsul van het geloof af te houden. Saulus berispt Elymas voor het verstoren van gods boodschap waarna deze blind wordt. Hij zal de zon niet zien tot een vastgesteld tijdstip. De pronconsul wordt een gelovige. Hier zijn we voor het eerst dat Saulus ook paulus is (Hand. 13:9). Saulus is een Hebreeuwse naam, Paulus is Grieks. Het is interessant dat we Saulus’ nieuwe naam leren kennen op het moment dat een jood probeert om het woord van god naar de heidenen toe te stoppen. Ook interessant zijn de woorden aan Elymas als hij blind wordt voor een bepaalde tijd. Dit is in overeenstemming met Paulus’ uitleg in Romeinen 11:25 dat de verharding van Israel gekomen was tot de voltooiing van de natiën een feit is.. Daarna zal Israel gered worden. Het incident met Elymas is een beeld van gods plan om het blind geslagen Israel voor korte tijd opzij te zetten, terwijl het woord naar de heidenen gaat.
Paulus wordt nu de centrale figuur in handelingen
Paulus had een dubbele opdracht gekregen van god. Hij zal naar de natiën en kningen gaan EN naar de zonen van Israël. Tijdens zijn reis gaat hij eerst naar de synagogen. Hij verzamelt sommige gelovigen om zich heen maar anderen wijzen hem af en proberen hem zelfs te vermoorden. Petrus was de centrale figuur in het eerste deel van Handelingen. Hij verdwijnt langzaam van het toneel en Paulus neemt zijn rol over na het incident met Elymas.
Afwijzing door de joden, redding naar de natiën
Door het boek Handelingen heen, lezen we van de vervolging door Paulus door de joden die zijn boodschap afwezen. In handelingen 28:17 roept Paulus de joden bijeen die hoog in aanzien staan. Sommigen worden vervolgd maar anderen geloven niet (Hand. 28:24-25). Ze zijn het niet met elkaar eens maar Paulus sluit het boek af met deze woorden:
U moet dan ook weten dat God deze boodschap van redding al aan de heidenen bekendgemaakt heeft; zij zullen wel luisteren, Hand. 28:28.
Deze laatste verzen vertellen ons dat Paulus in Rome blijft voor 2 jaar en iedereen welkom heet die bij hem langs komt. Hij verkondigt het koninkrijk van god en geeft onderwijs in alles wat over god gaat. Wat hij precies onderwijst, weten we als we zijn brieven lezen van Romeinen door Filemon.
*
alles bij elkaar
We zien aan het griekse woord Aion dat God een plan heeft van A tot Z. Sommige informatie hierover onthulde hij aan de oude aartsvaders, andere informatie aan de profeten, en nu weer aan ons. Maar bepaalde informatie werd geheim gehouden tot de tijd daar was. De apostel Paulus was de uitverkorene voor God om deze laatste geheimen te mogen openbaren. Aparte bijbelstukken onderzoeken is hetzelfde als de takken van een boom onderzoeken. Maar soms moet je een paar stappen terug doen om het hele bos te overzien.
Tuin van Eden
Genesis beschrijft het begin van de mensheid in de tuin van Eden. Zelfs hier waar Adam en Eva niet konden sterven dankzij de levensboom, was het kwaad aanwezig. Zelfs in hun midden. De slang was in hun midden. Met hem was de verleiding er ook. Wat een interessante parallel met Jezus die in de woestijn werd verleid door diezelfde slang. Adam en Eva waren door God naar de Tuin van Eden gebracht om verleid te worden, Jezus werd naar de woestijn geleid. Het verschil tussen beiden was de uitkomst. Jezus overwint de verleiding en verslaat de dood. Paulus maakt later dezelfde vergelijking en onthult ons de impact van deze gebeurtenissen. Zoals in Adam allen sterven, zo zullen in christus allen levend gemaakt worden. 1 Kor. 15:22
De mens
Eenmaal weg gejaagd uit de Tuin van Eden komt de mens terecht in een spiraal van zelfdestructie. Kain vermoordt Abel. In Genesis 6 doen we het kwaad over met de Nefilim die verwoest worden en alleen Noach overleeft met zijn kliek. Maar ook verderop gaat het weer mis zoals met de toren van Babel.
God kiest 1 mens om allen te zegenen
God kiest Abram die later Abraham heet en belooft in hem alle volkeren der aarde in hem te zegenen. Hier zien we gods doel: alle mensen zegenen. Het instrument hiervoor is 1 man, Abram. Later kiest god een nakomeling van Abram, Jacob en herhaalt zijn belofte. God noemt Jacob Israël.
Gods doelen
Jozef is de centrale figuur in Gen. 37. Hij wordt als slaaf verkocht, opgepikt door de vrouw van Potifar en komt in de bajes terecht (net als Paulus). Waar hij wordt vergeten. Maar god vergeet Jozef niet en gaat juist door met hem op te doen rijzen en hem groter te maken. Hij wordt de 2de machtigste man van Egypte, net onder de Farao. Aan het einde van genesis staan de broers van Jozef voor hem nadat hun vader was gestroven en ze vrezen wat Jozef met hen zal doen. Maar jozef is vergevingsvol omdat hij snapt dat God achter alle gebeurtenissen zat. Hij zegt, jullie hadden de intentie om me te vermoorden maar God gebruikte jullie kwaad voor het goede. Zodat nu vele levens zijn gered. Niets wat Jozef was aangedaan om hem uit de weg te ruimen, de vele pogingen hiertoe, konden gods plannen dwarsbomen.
God kiest een land
In Exodus 1:6 lezen we dat de nakomelingen van Jacob nu Israëlieten worden genoemd. Door hen zal god zijn doel bereiken. Hij maakt geen favorieten van hem of bevoordeelt hen maar gebruikt hen om de rest van de wereld te zegenen.
*
Het koninkrijk
In 2 Samuel worden de Israëlieten een machtige natie onder de heerschappij van David. Dit succes gaat door onder zijn zoon Salomon. Maar na Salomo’s dood, valt het land uiteen. Het noorden heet voortaan Israel en het Zuiden Judah. Hun koningen worden genoemd in 1 en 2 Koningen en 1 en 2 Kronieken. Sommige van deze koningen zijn boosaardig en hangen de aanbidding van valse goden aan. Andere koningen zijn juist goed en proberen de weg naar hun eigen god terug te vinden.
Uittocht
De profeten van god waarschuwen de mensen dat als ze zich niet afkeren van de valse goden, ze van hun land gedreven worden. Israël is veel verder weg gedreven dan Judah en wordt als eerste weg gevoerd in 2 Kon. 17. Bij Judah duurt het iets langer. Ze worden ook verslagen door een vijandig leger en weg gevoerd in 2 Kon. 25. Zonde en ongehoorzaamheid resulteerden in ballingschap. Zoals Adam en Eva ooit uit de tuin van Eden werden weg gevoerd vanwege hun ongehoorzaamheid, zo ondergaat Israël hetzelfde lot.
De profeten
Ook in ballingschap is de boodschap van de profeten nog steeds dezelfde: keer terug naar je god. Een belofte aan de ballingen is dat ze ooit terug zullen keren naar hun land. Zie Ezekiel 28:25. na een periode van oordeel zal Israel worden hersteld. Dit zien we gebeuren in Joel 2:18; Hosea 14; Amos 9:11; en Zefanja 3:9.
Habakuk 2:14 wijst naar een dag in de toekomst wanneer de aarde gevuld is met kennis van de Here. Daniel belooft een nieuw koninkrijk in de toekomst; één dat uit de hemel komt en machtiger is dan alle andere aardse koninkrijken. Daniel 2:44.
*
het levensboek 2
De laatste keer dat het levensboek wordt genoemd is in Openbaring 22:19.
“en als iemand iets afneemt van wat in het boek van deze profetie staat, zal God hem zijn deel afnemen van de levensboom en van de heilige stad, zoals die in dit boek beschreven zijn”
J. Preston Eby schrijft dat het boek eigenlijk moet heten, “Het levensboek van het Lam.” Hij denkt dat elk persoon een eigen hoofdstuk is in het boek en dat andersom delen van het boek in de harten en hersenen van de mensen zijn geschreven. Deze gedachte is terug te vinden in Daniël maar ook in Hebr. 8:10. Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met het volk van Israël zal sluiten – spreekt de Heer: In hun verstand zal ik mijn wetten leggen en in hun hart zal ik ze neerschrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.
In 2 Kor. 3:2-3 schreef paulus,
U bent zelf onze aanbevelingsbrief, in ons hart geschreven, maar voor iedereen te zien en te lezen: 3 u bent zelf een brief van Christus, door ons opgesteld, niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God, niet in stenen platen gegrift maar in het hart van mensen.
Jezus zei:
Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. Mat. 5:16.
Met andere woorden, wij zouden zelf het boek zelf. 1 Petrus 2:9-10 zegt,
Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken. Getuigen is niet slechts een zaak van mensen vertellen over God maar van God weerspiegelen. De gedachte dat het boek in de harten van mensen is geschreven, komt van Hebr. 8:11-13; Lucas 17:20-21 en Ezekiel 36:26-28. Eby ziet het zo dat de overwinnaars het boek zijn, ieder een apart hoofdstuk voor de niet gelovigen om te lezen. Het levensboek is een microkosmos van de boodschap van redding. Helaas heeft de kerk de boodschap van het levensboek gemarginaliseerd. Een overwinnaar zijn is vervangen door de simpele acceptatie van Jezus als uw redder.
* Noot van mij: ik denk dat deze overwinnaars de joden van de eindtijd zijn en niet het lichaam van christus. Voor de laatsten is geloof in Jezus genoeg voor de redding.
De boodschap van het levensboek is echter overweldigend. We hoeven geen moeite te doen om geaccepteerd te worden door God. Hij heeft ons al geaccepteerd. Het beste dat we kunnen doen is juist om te stoppen met het god naar de zin te maken en hem de kans te geven om ons te gebruiken voor zijn doel.
*
het levensboek
In het levensboek staat onze wandel op grond waarvan we straks geoordeeld worden. We zijn de ongelovigen voor de grote witte troon aan het begin van de 5de aion. De gelovigen worden niet geoordeeld maar verschijnen wel voor de BEMA. Het is fascinerend dat god een boek heeft, nog afgezien van de bijbel. Wat voor boek is dit? En hoe kan dit sinds boeken niet bestonden voor 1500? Gebruikt god een pen of potlood? Hoeveel namen staan erin geschreven? En waarom heeft god een boek nodig>? Is zijn geheugen slecht? De verwijzingen naar gods boek zijn echter symbolisch. De meeste verwijzingen staan in het boek Openbaring dat sowieso barst van de symboliek. De frase levensboek verschijnt maar 8 keer in de bijbel waarvan 7 keer in Openbaring. Ter aanvulling hiervan zijn er 6 gevallen in het Oude Testament die verwijzen naar Jehova die een boek zou hebben. De eerste keer is in Exodus 32:30-34.
“De volgende morgen zei Mozes tegen het volk: ‘U hebt zwaar gezondigd. Toch zal ik de berg op gaan; misschien kan ik de HEER ertoe bewegen u uw zonden niet aan te rekenen.’ Hierop keerde hij terug naar de HEER. ‘Ach HEER,’ zei hij, ‘dit volk heeft zwaar gezondigd: ze hebben een god van goud gemaakt. Schenk hun vergeving voor die zonde. Wilt u dat niet, schrap mij dan maar uit het boek dat u geschreven hebt.’ De HEER antwoordde Mozes: ‘Alleen wie tegen mij gezondigd heeft, schrap ik uit mijn boek. 34 Breng het volk nu naar de plaats die ik je heb genoemd; mijn engel zal voor je uit gaan. Maar op de dag van de verantwoording zal ik hen voor hun zonde ter verantwoording roepen.”
Hier doemen wat interessante zaken op. Het is allereerst niet gods boek maar Jehova’s boek. Ten tweede wordt er nergens gezegd wanneer of hoe de namen worden toegevoegd, alleen dat Jehovah zo’n boek heeft en het recht heeft om die namen weg te gummen van hen die tegen hem gezondigd hebben. Het boek is duidelijk een aanwijzing dat er verschillende consequenties wachten voor hen die gehoorzaam zijn en voor hen die dit niet zijn. Mozes snapte de betekenis van wanneer iemands naam wel of niet in het levensboek stond. Hij probeerde tevergeefs om Jehovah van gedachten te doen veranderen. Zelfs was hij bereid om de plaats in te nemen van zijn broeders. Paulus begreep dit ook en bracht zijn gedachten onder woorden in Romeinen 9:3.
“want ik wenste gescheiden te zijn van de christus, ten behoeve van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees”
David zei ook dat Jehovah een boek had. In Psalm 40:7 zegt hij:
“Toen zei ik: “Zie!, ik kwam.” Op de cilinder van de rol staat over mij geschreven. Ik verlang om te doen naar Uw goedkeuring, mijn Elohim; en Uw wet is midden in mijn ingewanden.”
David zei zelfs dat dit boek informatie over hem bevatte. Hij zei dit in Psalm 56:8,
“U telt mijn omzwervingen, U plaatst mijn tranen in Uw wijnzak. Staan ze niet in Uw rol?”
Hier staat dat dit boek meer bevat dan alleen zijn naam. Ook staan zijn daden erin en zelfs zijn gedachten!
Noteer ook even de vers, “uw wet is in mijn hart geschreven.” Hier komen we op terug. In Psalm 69:27 schrijft David:
“Geef verdorvenheid over hun verdorvenheid en het moet niet zo zijn dat zij komen in Uw rechtvaardigheid. Zij zullen uitgewist worden uit de rol van het leven en het moet niet zo zijn dat zij geschreven worden bij de rechtvaardigen.”
Terwijl hij Jehovah vraagt om op zijn vijanden te letten, voegt David een nieuw element toe. Hij verwijst naar het boek als het levensboek. David zegt dat de namen van hen die uitgewist worden niet het 1000 jarige koninkrijk zullen binnengaan. Hier zie je een positief en negatief aspect van het levensboek, namelijk de namen die wel in het boek staan, zullen toegang hebben tot het koninkrijk van god.
* Dit is een machtig punt aangezien de hele boodschap van het nieuwe testament van jezus en paulus om dit koninkrijk ging. Vele jaren hiervoor zei david dat alleen wiens namen in het levensboek staan, hier toegang tot zullen krijgen. Dit is iets anders dan wanneer het nieuwe testament slechts een uitdrukking is van het Oude Testament in het licht van het offer van Jezus. Onze eerste zorg is nu hoe we in dit boek terechtkomen.
De volgende keer dat het levensboek wordt genoemd is in Psalm 139:14-16.
Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één. Hier staat dat David’s naam in het boek stond voor hij was geboren. Ons geloof heeft er dus niks mee te maken. David claimde zeker geen rechtvaardigheid van zichzelf om aan te tonen hoe zijn naam in het boek terechtkwam. Hij geeft alle krediet aan Jehovah. Dat onze namen in dit boek staan, is een ander element van gods genade. Je zou denken dat alleen de namen van mogelijke rechtvaardige mensen in het boek staan of alleen de namen van de geestelijke eliten. Maar dan kun je je afvragen waarom sommige namen uitgewist worden als alleen de rechtvaardigen bij voorbaat in het boek terechtkomen.
Deze gedachte is ook niet consistent met 1 Petrus 1:17.
“En aangezien u hem die iedereen beoordeelt naar zijn daden, zonder aanzien des persoons, Vader noemt, moet u tijdens uw leven als vreemdeling ook ontzag voor hem hebben.”
God speelt niet met favorieten maar geeft een ieder een eerlijke kans. Een betere positie is dus dat alle namen voor de grondlegging van de aarde in het boek terechtkwamen. Onze zorg is dus niet om IN het boek terecht te komen maar juist om er niet UIT te verdwijnen. De laatste passage in het oude Testament dat dit boek noemt is in Daniël 12:1-3.
“In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van je volk terzijde staat. Het zal een tijd van verdrukking zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan. In die tijd zal je volk worden gered: allen die in het boek zijn opgetekend. Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor de aionen te worden veracht en verafschuwd. De verlichten zullen stralen als het fonkelende hemelgewelf, en degenen die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor de aionen en altijd.”
Deze verzen zeggen dat het een zegen is om in het boek te staan, namelijk men mag het koninkrijk van god in. Als de grote verdrukking over de aarde komt, zullen zij die in het boek staan bevrijd worden van deze moeilijke tijden. Ze zullen ook worden getransformeerd voor het eeuwige leven. Hier is opnieuw een uitleg zichtbaar van de positieve en negatieve aspecten van wat David in de Psalmen schreef. Een andere zegen die wordt genoemd in deze verzen is dat zij die vele andere tot rechtvaardigheid brengen, zullen schijnen als de helderheid van het firmament. Het gaat hier niet om het redden van mensen maar om mensen tot rechtvaardigheid te brengen. Zelfs gaat het hier niet om mensen aan te sporen om Jezus in hun harten te vragen. Het gaat simpelweg om mensen tot rechtvaardigheid te brengen, wat dezelfde boodschap is als die van Johannes.
De term Levensboek was eerst gebruikt door Paulus in Fil. 4:3,
En u, trouwe vriend, vraag ik hen te helpen. Ze hebben samen met mij voor het evangelie gestreden, evenals Clemens en mijn overige medewerkers, van wie de namen in het boek van het leven staan. Hij geloofde tegelijk dat zijn medewerkers ook in dit boek stonden. Er staat niet bij hoe hij dit wist maar hij kende de geschriften en zou het hieruit gedestilleerd hebben. Alle andere geschriften die wat over het Levensboek vermelden staan in Openbaring. Deze verzen zijn weliswaar symbolisch maar versterken de boodschap van het Oude Testament met een update van wat Jezus bereikt inmiddels had.
In Openbaring 3:5 staat,
Wie overwint zal zich ook in het wit kleden. Ik zal zijn naam niet uit het boek van het leven schrappen, maar juist voor hem getuigen ten overstaan van mijn Vader en zijn engelen. Het woord getuigen komt van exomologesomai, dat betekent erkennen dat iemand het met je eens is. Merk op dat Jezus hier niet zegt dat hij de namen toevoegt aan het Levensboek. Hij bevestigt alleen dat hij ze niet zal wissen. Hij bevestigt ook dat hij de namen zal erkennen voor de Vader. Wat een belofte!
De boodschap hier in Openbaring is dezelfde als die van Daniël en David: de overwinnaars zullen degenen zijn die uiteindelijk het koninkrijk binnengaan. De nadruk is hier op de positieve aspecten voor hen wier namen in het Levensboek staan. Tegelijk zegt deze vers duidelijk dat er een zekere mogelijkheid is dat onze namen uit het Levensboek worden verwijderd. Jehova deed dit in het Oude Testament, Jezus doet het nu.
Dus om in het levensboek te blijven, zul je een overwinnaar zijn. Wat is dit precies? Openbaring 13:8 zegt,
“Alle mensen die op aarde leven zullen het beest aanbidden, iedereen van wie de naam niet vanaf het begin van de wereld in het boek van het leven staat, het boek van het lam dat geslacht is.”
Openbaring 17:8 zegt,
Het beest dat je zag, was, en is niet; het stijgt binnenkort op uit de onderaardse diepte en zal vernietigd worden. Alle mensen die op aarde leven van wie de naam niet vanaf het begin van de wereld in het boek van het leven staat, zullen verbaasd zijn bij het zien van het beest, omdat het was, niet is, en toch weer zal zijn.’
Deze verzen suggereren inderdaad dat alle namen in het boek waren geschreven vanaf de grondlegging van de wereld. David zegt dat het niet van je eigen daden afhangt of je in het boek staat. Dit verandert de gedachte van redding. Joh. 1:4 zegt:
In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. En Joh. 1:9 zegt: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam.
In andere woorden: we zijn gered als we geboren zijn!!! We hoeven niet gered te worden omdat we al gered zijn!!! De vraag is eerder, hoe we deze redding behouden voor de aionen. Het antwoord is om een overwinnaar te zijn.
Openbaring 20:12 is de volgende vers die het Levensboek noemt.
Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. Volgens het voorgaande vers, 20:11 gaat het hier om het oordeel voor de grote witte troon. Zij die het koninkrijk binnengaan, de overwinnaars zullen heersen en regeren met Jezus tijdens de 1000 jaar van de volgende aion. Zij die het koninkrijk niet binnengingen – de niet overwinnaars – zullen de 1000 jaar doorbrengen in het uiterste duister. Hun werken worden geoordeeld voor de grote witte troon.
Openbaring 20:15 zegt:
“Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid.”
Openbaring 21:27 zegt: Maar alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat, komt de stad niet binnen, alleen zij die in het boek van het leven staan, het boek van het lam. beide verzen tonen de bestemming van hen wier namen niet in het levensboek staan. Opnieuw met de positieve en negatieve aspecten. Zij die onwaardig worden geoordeeld worden in de vuurpoel (Dode Zee) gekwakt.
*
dierenliefhebbers als gods voorhoede
dieren en zeker huisdieren staan dichter bij god dan de engelen, zie de versieringen van de ark des verbonds, de dieren waren dichter bij het hart van de ark dan de engelen. God heeft huisdieren liefhebbers een speciale taak gegeven namelijk om hun huisdieren te koesteren met een speciale mate van compassie, toewijding en aandacht die niet aan een ieder gegeven is. God heeft dierenliefhebbers gemaakt met een speciaal doel, namelijk als gods voorhoede binnen de schepping. God zorgt ervoor dat we 30 jaar later nog steeds aan onze overleden hond of kat (of goudvis) denken, iedere dag weer. En ja, dieren hebben een ziel, volgens Adolph E. Knoch heeft alles dat beweegt en ademt een ziel, misschien afgezien van insecten. En dus niet planten. Ooit zullen we onze huisdieren weerzien, misschien al in de komende aion, anders in 1 Kor. 15.
*
de hele schepping verzoend
Lees Kol. 1:16-20
in hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem. Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is hij, eerstgeborene van de doden, om in alles de eerste te zijn: in hem heeft heel de volheid willen wonen en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis. Alles is door hem geschapen en alles zal ook verzoend worden, duidelijke taal. De hele schepping is inbegrepen, de zichtbare en onzichtbare. Hij is de eerstgeborene van tussen de doden. In hem wandelt de voleinding van het lichaam rond en door hem wordt alles verzoend.
de voleinding
wanneer vindt de redding plaats? zie 1 Kor. 15:21-28.
Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt. Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer hij komt, zij die hem toebehoren. En dan komt het einde en draagt hij het koningschap over aan God, de Vader, nadat hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft. Want hij moet koning zijn totdat ‘God alle vijanden aan zijn voeten heeft gelegd’. De laatste vijand die vernietigd wordt is de dood, want er staat: ‘Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd.’ Wanneer er ‘alles’ staat, is dat natuurlijk uitgezonderd degene die alles aan hem onderwerpt. En op het moment dat alles aan hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat God over alles en allen zal regeren. Dit is de grote conclusie van de aionen. God nam datgene wat satan als kwaad bedoelde en gebruikte het ten goede. Hij heeft alles gedaan in overeenstemming met zijn wil, inclusief het aanwenden van het kwaad. Aan de voleinding van de aionen heeft iedereen god gevonden en zal iedere knie voor hem buigen.
Is dit te moeilijk voor god?
Alle vormen van een gedeeltelijke redding waarbij een groot deel van de mensen voor eeuwig verloren gaat is een ingewikkelde manier van te zeggen dat het kwaad te sterk is voor god.
*
het doel van christus
zie de volgende verzen:
– het lam van god dat de zonden van de wereld wegneemt, Joh. 1:29
– één middelaar tussen god en de mens, een man, christus jezus die zichzelf geeft als losprijs voor allen, 1 Tim. 2:6
– elke knie zal buigen, elke tong zal belijden, Jes. 45:23; Fil. 2:9.
– Ooit was u koppig tegen god, want god sluit iedereen op in koppigheid om zich te ontfermen over allen. Rom. 11:30.
Waar is de beperking van het woord allen in deze verzen? De enige beperking hier is die in ons denken. We zijn zo traditioneel gewend om te denken in termen van een eindeloos oordeel dat we het niet snappen dat er gewoon staat dat allen gered worden. Zie ook Joh. 12:32 waar staat dat God allen en iedereen naar zich toe zal trekken. Het werk van christus aan het kruis was nodig om onze redding garant te stellen. Wat hier speelt is de reikwijdte van de redding. Als er allen staat dan betekent het ook allen.
*
contrast tussen adam en christus
In een paar verzen wordt het contrast tussen Adam en Christus duidelijk. In Adam sterven allen, zo worden in christus allen opgewekt. 1 Kor. 15:21. In gods plan worden allen gered in christus. Hier staat 2 keer het woord allen in dezelfde vers. Dit moet wel onze aandacht trekken. Als alleen zij die voor christus kiezen gered worden, dan betekent dit dat we met het 2de woord allen heel selectief omgaan. Dan moeten we het eerste woord allen ook selectief toepassen. Maar dit doen de orthodoxen juist weer niet. In Romeinen 5:18 staat het nog een keer: Zo dan, omdat het door één overtreding voor alle mensen kwam tot veroordeling, zo komt het door één rechtvaardige daad voor alle mensen tot rechtvaardiging van leven. Het gaat hier om een directe vergelijking tussen adam en christus. En nergens wordt het woord allen beperkt tot een selecte groep.
*
contrast tussen adam en christus
In een paar verzen wordt het contrast tussen Adam en Christus duidelijk. In Adam sterven allen, zo worden in christus allen opgewekt. 1 Kor. 15:21. In gods plan worden allen gered in christus. Hier staat 2 keer het woord allen in dezelfde vers. Dit moet wel onze aandacht trekken. Als alleen zij die voor christus kiezen gered worden, dan betekent dit dat we met het 2de woord allen heel selectief omgaan. Dan moeten we het eerste woord allen ook selectief toepassen. Maar dit doen de orthodoxen juist weer niet. In Romeinen 5:18 staat het nog een keer: Zo dan, omdat het door één overtreding voor alle mensen kwam tot veroordeling, zo komt het door één rechtvaardige daad voor alle mensen tot rechtvaardiging van leven. Het gaat hier om een directe vergelijking tussen adam en christus. En nergens wordt het woord allen beperkt tot een selecte groep.
*
de as van het kwaad
president Bush en hij niet alleen noemde Iran de as van het kwaad. Deze uitspraak voert terug op de dualistische gedachte van een goede tegenover een kwade god en beiden die elkaar in de haren vliegen. De as van het kwaad betekent dat aan de ene kant van de as het goede is en aan de andere kant het kwade. Een dualistisch uitgangspunt dus tegenover de almachtige monotheìstische god van de bijbel. Het dualistische denken is typisch Perzisch. In de tijd van Zarathustra had je 2 goden, Ahura Mazda, de goede god en Angra Mainyu, de kwade god. Deze dualistische gedachte heeft een hele tijd voortgeleegd in Perziè (Iran) ook na christus. Toen had je de profeet Mani die leefde van omstreeks 216 tot 276 na Christus. Mani had een tikje van de waarheid geproefd. Hij zag de kosmos als een slagveld waarop goede en kwade machten elkaar bestreden. Dit verhaal klopt wel maar het is niet het hele verhaal. Want boven die dualistische machten is er die ene god van de bijbel. Mani heeft het christendom in de begintijd beïnvloed alsook de gnostiek. Mani zag het zo dat je het kwade zou overwinnen door de materiële wereld los te laten, een typisch gnostisch element dus. Augustinus is door Mani beïnvloed geweest en ik meen dat Origenes ook een korte Mani periode heeft gehad. Ik kan het zo nergens op het net vinden. Tot op de dag van vandaag heeft het christendom last van dit dualisme. Satan wordt neergezet als een kwade god die YHWH bestrijdt. Het is tenslotte aan de mens om voor of tegen god te kiezen. Deze gedachte gaat lijnrecht in tegen de ene almachtige god voor wie satan niet meer is dan een marionet die nog geen kop thee kan zetten zonder god’s toestemming. Dualisme zit ook in de bijbel, neem de grootste tegenstelling in de schepping, die tussen mannelijk en vrouwelijk. Maar hoe hoger je komt op de spirituele ladder hoe monotheistischer het wordt. Ofewel, als Iran de as van het kwaad is, dan is het officiële christendom dit ook. Zou er een verband zijn tussen oorlogszucht en dualisme?
*
oorlog
het is oorlog, een mooi stuk van donner, al mis ik de vergelijking met de eenzame strijd die Danièl voerde tegen de prins van Perziè. Zijn strijd is het veelkoppig monster waar wij tegen strijden. Er is niet zoiets als een 1ste, 2de of 3de wereldoorlog. Er is door de geschiedenis heen 1 oorlog met een veelkoppig monster.
Wat veroorzaakt oorlog? Het antwoord staat in Jacobus 4:1-3
“Vanwaar het strijden en vechten onder jullie? Komt het niet voort uit jullie genoegens, die oorlog voeren in jullie °leden? Jullie begeren en jullie hebben niet; jullie moorden en jullie zijn jaloers en jullie zijn niet in staat het hoofd te bieden*. Jullie vechten en jullie strijden, jullie hebben niet, omdat jullie het niet vragen. Jullie vragen en jullie verkrijgen niet, omdat jullie boosaardig vragen, opdat jullie het in jullie genoegens zouden uitgeven*.”
Oorlog voeren staat haaks op Mattheus 7:7 – vraag en aan u zal gegeven worden. En dan heb ik het nog niet over het feit dat de eindstrijd tegen israel door een niet aards maar demonisch leger gevoerd zal worden, Zie Joèl 2:9.
*
Gods WIST dat de mens zou zondigen
in 1 Tim. 2:4 staat: god wil dat alle mensen gered worden en de waarheid leren kennen. sommigen brengen hier tegenin dat hoewel god dit wel wil Hij tegelijk de mensen een vrije wil heeft gegeven om voor of tegen hem te kiezen. Met andere woorden: gods wil kan dus niet gerealiseerd worden omdat de mensen het zelf niet willen. In de tuin van eden was het kwaad al aanwezig. De eerste mensen Adam en Eva konden hun vrije wil simpelweg niet uitoefenen vanwege dit natuurlijke feit en werden al direct misleid door de slang. De mens was ongehoorzaam en werd uit de tuin van eden gejaagd. Met de intrede van de dood als gevolg. Tegelijk wist god zelf al dat het kruis van golgota ooit de mens met hem zou verzoenen. Dit wist hij al voor de nederwerping van de wereld. 1 Petrus 1:19-21. Met andere woorden: God wist dat de mens zou zondigen.
Maar wat als god door de koers van de tijd in de aionen er weer voor zou zorgen dat alle mensen gered zouden worden? Neem het leven van Jozef, hij was mishandeld door zijn broers en verkocht als slaaf. Maar god gebruikte dit hele gebeuren in zijn plan. Ondanks de vrije wil van zijn broers om hem te slaan dan wel de vrije wil van Potifar’s vrouw om hem gevangen te zetten, ging god recht op zijn doel af. God’s doel was om Zijn mensen te redden toen de pest toesloeg en gebruikte Jozef hiervoor. Zie ook Efeze 1:11 waarin staat dat god alles doet in overeenstemming met zijn wil. Als god Jozef door alle tegenstand heen kon redden ondanks serieuze pogingen om hem uit de weg te ruimen, zal hij dit principe ook toepassen op de hele mensheid. Ook de ongelovigen zal hij redden. Het niet alleen proberen maar het ook doen. denk in ons dagelijkse leven aan de neonreklames en de vele advertenties die we om ons heen zien, op TV, youtube etc. We worden er door beïnvloed ondanks onze vrije wil. Of we ook echt een vrije wil hebben is weer de vraag. Als reklame zoveel invloed heeft op ons handelen en het maken van keuzes waarom zou god dit niet hebben? Hij zal alle omstandigheden mee laten werken om ervoor te zorgen dat zijn einddoel is dat elke knie voor hem zal buigen.
*
allen of slechts enkelen?
de bijbel heeft veel verwijzingen naar de redding van allen. Er staan nogal wat verzen in de bijbel die slaan op allen/iedereen. Zoals 1 Kor. 15:28. De vraag is hier: moeten we restricties toepassen op allen? Als een eeuwige hel mogelijk is, zal dus niet iedereen gered worden. Dus was is er aan de hand? We hebben gezien dat aion wordt vertaald met tijdperk en niet met eeuwig. En de hel is zeker geen bijbels woord. Dan wordt het hele beeld anders. Gods oordeel is ter genezing dan wel opvoedkundig en zeker niet als eeuwige straf bedoeld. Dus misschien betekent het woord allen in de bijbel precies wat het woordenboek ermee bedoelt, namelijk iedereen.
In 1 Tim. 4:9-11 staat: god die de redder is van alle mensen, in het bijzonder van de gelovigen.
Het woord “in het bijzonder”/speciaal is in het grieks malista dat we ook in Gal. 6:10 vinden. “we werken voor het goede van allen, speciaal voor de familie van het geloof.”
Lezen we deze vers ook als we we ALLEEN voor de gelovigen werken? Nee toch? Dus waarom in het eerdere geval zouden we restricties toepassen? We lezen duidelijk dat god een redder is van allen maar ook dat er iets bijzonders is aan de gelovigen. Hun beloning is namelijk het eonische leven van de komende 2 aionen. Daarna zal iedereen gered worden. De ongelovigen zullen de komende 2 aionen niet meemaken op een korte tijd na van hun oordeel.
*
wees niet bezorgd
Hoe staat de gelovige in het leven in relatie tot Mat. 6:25, namelijk de materiële noodzaak van het leven.
“Daarom, dit zeg Ik tot jullie: Weest niet bezorgd voor jullie °ziel, wat jullie zullen eten* of wat jullie zullen drinken*, noch over jullie °lichaam, wat jullie zullen aantrekken*. Is de ziel niet meer dan het voedsel en het lichaam dan de kleding?”
In de dagen van jezus werd er misschien dit mee bedoeld, dat een gelovige terughoudend moest zijn om om materiele zaken te vragen tijdens gebed. Waarom deed Jezus geen moeite om zijn toehoorders op het hart te drukken dat ze niet om materiële zaken mochten bidden? Maak je niet bezorgd om je dagelijkse fysieke behoeften, zei hij maar hij zei niet dat het verboden was om hierom te bidden. De Jonathan Mitchell vertaling: wees niet voortdurend bezorgd om je zielsleven, over wat je wel of niet mag eten en drinken. Is het lichaam niet meer dan alleen kleding? Duidelijk is dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen angst en bezordheid, tussen je af en toe zorgen maken dan wel voortdurend. En is bidden om deze dingen een teken van ongeloof? Een andere vraag is of je niet wettisch bezig bent als je steeds maar bidt om materiële zaken. Met als eindeffect frustratie, depressie. Paulus was bezorgd over een kerk die in fysieke nood zat en vroeg een andere kerk om te hulp te schieten. Bidden voor financiële en materiële nood is dus een stabiel onderdeel van de gemeente in het alledaagse leven. Een probleem hierbij is dat niet iedereen dezelfde hoeveelheid geloof heeft. Iedereen heeft een dosis geloof gekregen die betrekking heeft op een bepaald domein. De ene gelovige is bijvoorbeeld begiftigd met vrijgevigheid en neemt het de andere kwalijk dat deze minder geeft omdat deze minder geloof zou hebben. Zo krijg je algauw onderlinge strijd om talenten van god die we helemaal verkeerd begrijpen. Andere gelovigen kwalijk nemen dat ze geen rust hebben om lang te mediteren op een onderwerp en niet tot dezelfde inzichten komen, is het ontkennen van de verschillende gaven die god ons schenkt. Een dergelijke houding kan anderen tot wanhoop drijven hetgeen natuurlijk niet de bedoeling is. Christus wil dat elk gebied van het leven aan hem in gebed wordt gebracht. Hoewel zijn besef het onze verre overstijgt, grijpt hij wel degelijk die ene mus die op de grond klettert en ook zijn onze haren geteld. Ook ons kleine gebed telt mee. Ook als je geliefde huisdier ziek is, een schijnbaar futiele gebeurtenis in de schepping, mag je hier samen met je gezin voor bidden.
*
samenvatting dood en zonde
De straf voor de zonde is de dood, niet een eeuwige hel. Christus betaalde bovendien de straf voor ons. Niet in plaats van ons. Als de straf voor zonde een eeuwige hel was, was christus nu in de fikkende hel. De opstanding bewijst dat de straf voor de zonde geen eeuwige hel kan zijn. Als een ongelovige sterft zal hij de straf voor de zonde ondergaan en doodgaan. De ultieme straf is de 2de dood in de vuurpoel. Maar ook hieruit zal men opstaan. Omdat christus de dood overwon, zal aan het einde van de laatste aion de dood voorgoed teniet worden gedaan. Zij die in de vuurpoel waren gedumpt (2de dood) staan op uit de 2de dood en worden verzoend met god die nu alles in alles wordt. Zie 1 Kor. 15.
Huiswerk:
Sheol vertaald als:
graf in Gen. 37:35; 42:38; 44:29; 1 Sam. 2:6; 1 Kon. 2:6; Job 7:9.
Hel: Deut. 32:22; 2 Sam. 22:6; Job 11:8; 26:6; Psalm 9:17; 16:10; 18:5; 55:15.
Hades vertaald als:
Hel: Mat. 11:23; 16:18; lucas 10:15; 16:23; Hand. 2:27; Ope. 1:18.
Graf: 1 Kor. 15:55
Gehenna:
Hel: Mat. 5:22, 29, 30; 10:28; 18:9; 23:15; Marcus 9:43; Lucas 12:5
Tartarus vertaald als: Hel in 2 Petrus 2:4
Vuurpoel: voor satan en de valse profeet: Ope. 19:20; 20:10
Voor de 2de dood voor de onrechtvaardigen: Ope. 20:14; 21:8
*
samenvatting dood en zonde
De straf voor de zonde is de dood, niet een eeuwige hel. Christus betaalde bovendien de straf voor ons. Niet in plaats van ons. Als de straf voor zonde een eeuwige hel was, was christus nu in de fikkende hel. De opstanding bewijst dat de straf voor de zonde geen eeuwige hel kan zijn. Als een ongelovige sterft zal hij de straf voor de zonde ondergaan en doodgaan. De ultieme straf is de 2de dood in de vuurpoel. Maar ook hieruit zal men opstaan. Omdat christus de dood overwon, zal aan het einde van de laatste aion de dood voorgoed teniet worden gedaan. Zij die in de vuurpoel waren gedumpt (2de dood) staan op uit de 2de dood en worden verzoend met god die nu alles in alles wordt. Zie 1 Kor. 15.
*
de natuur van straf en oordeel 2
God’s woord verwijst altijd naar een oordeel in de zin van een correctie, zoals in Mat. 25:46:
In de Statenvertaling staat dat onrechtvaardigen een eeuwigdurende straf tegemoet gaan en de rechtvaardigen het eeuwige leven krijgen. In de grondtekst staat dit niet. Hierin staat:
“En dezen zullen weggaan in aionische kastijding, maar de rechtvaardigen in aionisch leven”
Dit is al hele andere taal. Het was Augustinus die roet in het eten gooide. Als volgens hem aionios en kolasis geen eindeloze straf betekenden, dan zouden de rechtvaardigen ook niet eeuwig leven tegemoet zien. Pas vanaf de 5de eeuw na christus begonnen theologen over de zin van eindeloosheid te discussiëren. Het woord aionisch raakte steeds verder in de verdrukking. Zo kreeg je kromme vertalingen van bijvoorbeeld Mat. 25:46:
Biblija Net: “Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven”
Grondtekst:
“En dezen zullen weggaan in aionische kastijding, maar de rechtvaardigen in aionisch leven.”
Zo zie je dat als het zicht kwijtraakt op het woord aion, dat veel bijbelverzen een volstrekt andere verminkte betekenis krijgen. Dan gaan de ongelovigen inderdaad naar de hel na dit leven. Maar de grondtekst spreekt andere taal. God benadrukt altijd de betekenis van vergeving: Mat. 18:21 en Jezus zoekt de ene verlorene weer op, Lucas 15:3. Waarom zou god mensen eeuwig straffen in een eindeloze hel als hij tegelijk moeite doet om het ene verloren schaap terug te vinden? Veel zinniger is als straf dient ter correctie van de onrechtvaardige. In een verre toekomst zal elke knie buigen voor christus, hetgeen consistent is met het karakter van god. Is god inderdaad de almachtige die het verlorene weer opzoekt en vervolgens de andere onrechtvaardigen verloren laat gaan in een eeuwige hel? En tegelijk ook weer wil dat iedere knie voor christus buigt. Dit kan niemand meer volgen tenzij je ervan uitgaat dat niemand eindeloos gestraft zal worden en het woord aionisch een andere betekenis heeft. Jezus heeft het vaak over de korte tijd waarin wij hier op aarde rondwandelen. Zouden we de boot missen en vervolgens eeuwig worden gestraft omdat we 80 jaar lang verzuimd hebben om in god te geloven? nog afgezien van al die mensen die nooit van jezus hadden gehoord of van mensen die vroegtijdig stierven. Als een aardse koning of president zelfs de grootste misdadiger eeuwig zou laten fikken in een hel, zou niemand dit accepteren. Maar van god accepteren we het blijkbaar wel. En tegelijk noemen we Hem een god van liefde. Hoe tegenstrijdig is het allemaal om zo tegen god en zijn oordeel aan te kijken. Als je de bijbel goed bestudeert, snap je dat god niet zo werkt en er geen eindeloze straf in een fikkende hel is. Dit zijn heidense ideeën die de theologie zijn binnen geslopen. Een almachtige god is natuurlijk in staat om niemand verloren te laten gaan en heeft helemaal geen eindeloze hel nodig om mensen te corrigeren.
*
de natuur van oordeel en straf
Het kwaad dat ons overkomt lijkt het doen van goede werken door ons te promoten. Een oneindige goede god is een duidelijk argument voor alverzoening. Het Griekse Krino en Krisis zijn vertaald met oordeel. Dit is een neutrale term die onderstreept dat iemand´s zaak moet worden beoordeeld door een rechtvaardige rechter. Het zegt niets over de natuur van de straf. Maar veel foute bijbelvertalingen gooien oordeel, verdoemenis, beschuldiging en wraak op 1 hoop. Een passage die de eeuwige hel moet bewijzen is die over het scheiden van schapen en bokken in Matt. 25:46.
“Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.”
eeuwigdurende straf is kolasin aionion in het grieks. Maar kolasis is geen ethisch woord. Het sloeg aanvankelijk op het snoeien van bomen om ze beter te laten groeien. In de griekse seculiere literatuur is kolasis hooguit gebruikt als herstellende straf. Het gaat dus niet om een straf om het straffen of om een eindeloze vuurpoel maar om een opvoedende herstellende straf. In Salvador Mundi door Samuel Cox lezen we dat het grieks 2 woorden heeft voor straf: kolasis en Timoria (Heb. 10:29). De verschillende betekenissen van beide woorden zijn gedefinieerd door Aristoteles zelf. Timoria is gebruikt om de overtreder te verbeteren door middel van tucht. Kolasis is gebruikt voor de handhaving van recht.
Timoria: Handelingen 22:5 waar Paulus spreekt over zijn verleden toen hij de gelovigen naar jeruzalem leidde om gestraft te worden. Zie ook Hand. 26:11, Hebr. 10:29 en job 5:17.
“Gelukkig de mens die door God wordt getuchtigd, wijs daarom de straf van de Ontzagwekkende niet af!”
*
was de boom van goed & kwaad dodelijk?
de tuin van eden was de eerste tempel, de tempel van salomo de 2de. De tuin van eden was een blauwdruk van de tempel van salomo met buiten de tuin de hof van eden. Eva was Adam’s aanvulling, complement en andersom. Nadat ze van de boom van kennis gegeten had, moesten ze de tuin van eden uit. Eerst hadden ze nog een tijd in de Hof rondgehangen. Maar was de vrucht waarvan Eva gegeten had giftig? Waarschijnlijk niet want Eva kreeg geen blauwe vlekken op haar wangen. En ze viel ook geen 10 kilo af. God had alleen gezegd, als jullie van die boom eten, zul je sterven, niet dat men ter plekke dood neer zou vallen als men van de boom gegeten had. Want wat was het geval. In de tuin stond nog een boom, de levensboom, een type van christus, zoals de boom van kennis een type van de wet was. Zolang men hiervan at, was men onsterfelijk. Zou de boom plaats maken voor een grand café of een winkelcentrum dan kon men er niet meer van eten en was men dus niet meer onsterfelijk. God verdreef Eva en Adam uit de tuin zodat ze geen toegang meer hadden tot de levensboom. En zodoende dus sterfelijk waren. Niet omdat de boom van kennis giftig was maar omdat ze niet meer bij de levensboom konden.
Nu had god 2 problemen.
Allereerst moest de messias ooit geboren worden. Als eva en Adam nu langzaam zouden sterven, zou die messias er nooit van komen. Verder was Eva Adam’s complement. Maar wat had Adam eraan als hij toch doodging? En bovendien wat was de waarde van dat complement nu? Zodoende bedacht god dat adam en eva zich zouden voortplanten. De procreatie zoals het met een net woord heet zou zorgen voor de aanstaande messias en tevens de waarde van het complement weer in ere herstellen. Voortplanting was dus net als een band plakken, een reparatiemethode om het debacle in de tuin van eden te ondervangen. Hiephoi, dacht Eva toen ze Kaïn kreeg, de messias is geboren, we kunnen weer terug naar de tuin. Maar zo eenvoudig was het nu ook weer niet.
*
Esau heb ik gehaat en Jacob heb ik lief gehad
Zegt een god van liefde als we Johannes mogen geloven. Maar de statement van de titel hierboven is klare taal en schiet als een vlammende pijl in ons rechtsgevoel. Hoe kun je zomaar iemand haten zonder de reden er zelfs maar bij te noemen. En je dan een god van liefde noemen… Hoewel god zei dat hij Esau haatte, liet hij niet het principe los van de voorrang van de eerstgeboren zoon. Dit principe raakt aan de directe interne relatie van de godheid zodat we hier nooit van af kunnen wijken in bijbelstudies. Esau was geen type van christus zoals veel andere hoofdrolspelers in het oude testament dit wel waren, noem Jozef en Mozes. Toch had zelf Esau wel wat kenmerken van christus. Hij was afgewezen en ontdaan van alle recht dat hij had op een erfenis die hij in de familie van god had kunnen krijgen. Ook christus was afgewezen en een man van zorgen. Juist deze afgewezenheid van christus zorgde voor het hogere doel van de familie van de mensheid. Ook de vergeving van de aanklacht tegen hem, kenmerkten Esau’s uiteindelijke positie. De vader verlangde van zijn Zoon dat hij zijn erfenis als iets beschouwde wat hij niet na zou jargn maar dat hij een dienaar zou worden voor iets hogers. De manier waarop god met Esau en Jacob omgaat zegt iets over ons Esau en jacobcomplex binnen onze aionische existentie. U bent als gelovige voor de grondlegging van de wereld gekozen maar God behandelt u vaak niet zo, eerder alsof u nergens recht op heeft. Verplaats je in Esau. Heeft hij u niet het voorbeeld gegeven van hoe u als jacob uw best kunt doen om Gods gunst te verkrijgen? En tot u uiteindelijk verzoening zoekt met christus?
In Romeinen 9 staat ook wat. Vers 10: Sterker nog, Rebekka was van onze vader Isaak zwanger van een tweeling
vers 11-12: en al voor ze geboren waren en nog niets goeds of slechts hadden gedaan, werd haar gezegd: ‘De oudste zal de jongste dienen.’ Gods besluit blijft namelijk van kracht: God kiest een mens niet uit op grond van zijn daden, maar omdat hij hem roept. vers 13-16: Zo staat er ook geschreven: ‘Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat.’ Moeten we dan zeggen dat God onrechtvaardig is? Natuurlijk niet. Hij zegt immers tegen Mozes: ‘Ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn, ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken.’ Alles hangt dus af van God en zijn barmhartigheid, niet van de wil of de inspanning van de mens. Paulus haalt Maleachi 1:2-3 aan als argument voor een almachtige god. Genesis 25:23 is aangehaald om het zelfde duidelijk te maken net als Exodus 33:19. Dus vers 13 is niet gebaseerd op wat mensen willen of op hun pogingen om bij god in de gunst te komen. Maar alles komt van god zelf.
Verder de semantische betekenis van het woord haat. God geeft sommige mensen een slechte zieke wil zoals hij ook Job testte. Maar altijd zo dat deze kwade zaden in de grond vallen en sterven. Maar met een grote oogst als gevolg. Zelfs ten aanzien van het leven van Israel als land was YHWH erg onvriendelijk en behandelde hij haar met zwakke affectie toen hij de vijandige landen tegen haar opzette. God was ook onvriendelijk jegens het offer dat Kaïn deed terwijl hij Abel’s offer accepteerde. In maleachi is de verwijzing naar Esau gemaakt om God’s standpunt tegen Edom (afstammelingen van Esau) uit te spreken in hun relatie tot Israel. Laten we dus niet ONZE definitie van haat hanteren samen met onze vervreemde emoties. En laten we de context in de gaten houden. Onze manier van haatdenken is terug te vinden in bijbelpassages als de rijke man en de bedelaar, de priester en de samaritaan. Het is heel erg zwartwit denken. Steeds weer maakt hij ons duidelijk dat HIJ de pottenbakker is en wij de klei zijn. Onze perceptie van goed en kwaad liegt er ook niet om. Als we door iets moeten lijden, is het algauw kwaad. Als iets goed voelt, is het al snel goed. Ook de tiener die moet verhuizen weg van zijn vrienden omdat zijn vader elders een goede baan heeft, zal deze verhuizing opvatten als iets slechts. De vader van de familie zal er misschien iets anders tegenaan kijken. Het lijden van het kind zal tijdelijk zijn omwille van het versterken van de familie op termijn. Zo handelt onze vader ook vaak met ons. Zie Rom. 8:28.
Johannes zegt:
De zonde die via Adam in de wereld kwam, kwam uit de aarde waaruit Adam was gevormd. Er is wel een verschil tussen wereld en aarde. De wereld is een orderlijke setting. In de Tuin van Eden was dat element nog aanwezig in de slang. Toch zei god dat het goed was. Als iets goed is is dit ergens voor, anders heeft goed geen betekenis. Dus god zag dat het goed was in overeenstemming met zijn wil. God neemt ons vaak mee door het dal van het onzichtbare. Daar waar wij niet snappen waarom slechte dingen ons overkomen omdat het einddoel onzichtbaar is, zijn we gezegend als we blijven geloven. En zodoende kan de gelovige in elke situatie danken. Omdat we weten dat god met ons naar een einddoel toewerkt.
hel
een deel van het probleem is dat onze hel een samenvoeging is van 2 andere begrippen zoals hades en gehenna. Maar in het Anglo Saksisch bestaat wel het woord helan dat verbergen betekent. Dit lijkt wel op de sheol/hades. De verbastering van sheol tot helan is ook niet vergezocht. Het woord helmet (helm) lijkt hier ook vanaf te stammen, namelijk het verbergen van je hoofd.
*
tartarus
Het woord Tartarus staat 1 keer in de bijbel, in 2 Petrus 2:4.
Hier worden de zondige engelen = boodschappers gevangen gehouden in afwachting van hun oordeel. Het gaat niet om een plaats waar mensen naartoe worden gestuurd voor misdaden. Ook niet om een plaats waar eeuwige hellevuur op je wacht. Het gaat duidelijk om iets tijdelijks.
*
Gods plan voor de eeuwen
Wat doet God daar eigenlijk boven in de hemel? Een beetje God zitten zijn en her en der opkomen voor de gelovigen? Dan ga je voorbij aan God’s plan voor de schepping. God is niet zomaar God, nee God heeft een plan. Er zit een gedachte achter alles, een systeem, je durf het zelfs beleid te noemen. Dat plan gaat van schepping naar herschepping. In Jesaja 46 zie je daar een aanwijzing voor. Daarin wordt gesproken van een raadsbesluit. God neemt zich iets voor en voert het uit. Dat is dus meer dan een ad hoc God die maar iets doet. In Efeze 3 wordt ook weer over Gods plan gesproken, namelijk dat het verschillende tijdperken omvat, eeuwen genaamd. Dit zijn geen perioden van 100 jaar maar complete tijdperken, ook wel eonen genoemd. In vers 11 heeft Paulus het over het eeuwenoude plan dat God gemaakt heeft IN Jezus Christus. Jawel: God heeft het bedacht en christus voert het uit. Mooi plan, zul je zeggen, en al het lijden dan in de wereld? Is dat een oneffenheid in dat plan? Paulus zegt iets opmerkelijks. Hij zegt dat het lijden van nu niet opweegt tegen de glorie die ons straks te wachten staat. Paulus kan zo’n opmerking allen maken als hij weet dat er zoiets als een plan van God bestaat. M.a.w. het einddoel moet grandioos zijn. Maar wat voegt het plan van God toe aan de schepping? En waarom ging het dan fout? Is de herschepping mooier dan de oorspronkelijke schepping? In dat geval kun je zeggen dat God naar iets toewerkt. In Genesis staat: God schiep hemel en aarde. Of precieser: Elohim schiep hemel en aarde. Meervoud dus. Wie zijn dat dan? Het antwoord is God en Jezus. Johannes 1 zegt ook: in het begin was het Woord bij God. Het Oude Testament is dus al volop messiaans. In Hebreeën 1 staat: door wie Hij de wereld heeft geschapen. Hij heeft Zoons tot ons gesproken. Zoons is een erg vreemde uitdrukking maar betekent dus dat God door zijn zoon alles heeft geschapen.
Wie is Jezus?
Colossenzen 1 geeft daar een goed beeld van. Jezus is het beeld van God, de onzichtbare, de eerstgeborene. In Hem is alles geschapen. Alles is door Hem en voor Hem geschapen. Hij bestaat voor alles, zelfs voor de schepping en alles bestaat IN Hem. Alles is in Christus geschapen, door Hem en alles gaat naar Hem toe. Het heelal, de krachten en machten, wij, de koeien in de wei en de etalagepoppen. Het is zo absoluut dat je zou denken dat God een plan heeft. De hele schepping is aangesloten op Jezus. Als Paulus in Griekenland het woord voert, haalt hij zelfs één van de Griekse filosofen erbij als hij zegt: “zoals één van jullie dichters zegt: in Hem leven en bewegen we.”
Romeinen 11:33 is een lofprijzing van Paulus. God neemt het initiatief voor de schepping en Jezus voert het uit. In vers 36 staat nogmaals: alles is uit Hem ontstaan, door Hem geschapen en vindt in Hem zijn doel.
Terug naar Genesis
In Genesis 1:26 krijgen Adam en Eva een opdracht. Zij moeten heersen over de aarde en alles wat erop en eraan zit. Dit betekent niet dat ze maar een bio-industrie in het leven moeten roepen of het milieu ongebreideld moeten gaan exploiteren. Maar toch: ze moeten heersen over de aarde. Deze mensen zijn bovendien het evenbeeld van God. Ze moeten de Hof van eden bewaken. Volgens joodse leer is die Hof even groot geweest als het toekomstige Hemelse Jeruzalem: 2200 x 2200 x 2200 kilometer, links, rechts, hoog, groot. De schepping begint met Eden en dat wordt ook als eerste hersteld met daarna als klap op de vuurpijl: het Hemelse Jeruzalem. In Genesis 3 lijkt Gods plan mis te lopen. Hoe zit dat dan? De klassieke uitleg is dat de zondeval zijn intrede doet. Maar het woord zondeval komt in de hele bijbel niet voor. Dat woord hebben we zelf verzonnen. God had alle dieren gemaakt waarvan de slang de sluwste was. De slang vroeg aan de vrouw of het waar was dat God gezegd had dat ze niet van de Boom van Kennis mochten eten. Let wel: De slang zegt niet Here God maar God en maakt zo een afstandelijke, onpersoonlijke God van de God van Israël en haalt de verbondsnaam weg. Iedereen kan praten over God dit en God dat. Maar God de Here God noemen, is nog wel wat anders. Wat ook opvalt is dat de vrouw nog geen naam heeft. Dat komt pas later.
In het Hebreeuw betekent slang toverij en het werkwoord beslangen betekent betoveren. Inderdaad, de slang gaat de mens betoveren. Ook in Galaten 3:1 wordt gezegd: wie heeft u betoverd? De slang is een leugenaar en door zijn leugens komt er een verschuiving in het denken van Eva. Dat begint subtiel. Allereerst wordt het woord Heer weggelaten. Wat gebeurt er? Eva neemt de taal van de slang over en laat de verbondsnaam weg. Zelfs de Boom van Kennis noemt ze niet meer, ze heeft het alleen over de Boom in het midden van de tuin. Ze zegt dat ze die niet mag aanraken. Maar ook dat heeft God nooit gezegd. Vroeger kenden Adam en Eva alleen goed en kwaad. Dat “goed” begint normaal te worden voor hen. Ze tonen nauwelijks dankbaarheid. Als ze ervan goed gegeten hebben, krijgen ze ook kennis van kwaad. Trouwens, Eva moest helemaal niet discussiëren met de slang maar over hem heersen. Het gevolg is dat de slang Eva in zijn greep krijgt. Eva kijkt naar de Boom in het midden, de Boom van Goed en Kwaad en er ontstaat zoiets als begeerte. Ze at van de vrucht en opvallend is dat ze de vrucht ook gaf aan de man die bij haar was. Adam was dus behoorlijk in de buurt. God had gezegd dat ze zouden sterven. Maar Adam en Eva wisten helemaal niet wat dat was. Na het eten van de vrucht wisten ze het nog niet helemaal want ze werden sterfelijk maar leefden lichamelijk nog een hele poos door. Ze mochten aanvankelijk wel van de Boom van Leven eten die hun onsterfelijkheid gaf. Je kunt je dus afvragen of Adam en Eva van het begin af aan onsterfelijk waren of dat ze dat werden door het eten van de vruchten van de Levensboom? Deze Levensboom schonk ook genezing. De Boom van Leven begon in de Hof en duikt weer op in Openbaring 22.
Waarom nam Adam ook van de vrucht? Misschien uit solidariteit. Wat moest hij zonder Eva? Er zit iets messiaans in. Jezus doet later hetzelfde als hij zich laat kruisigen op Golgota. Hij zegt met zoveel woorden: ik ga liever de nacht in met alle mensen dan dat ik alleen overblijf. Hij kwam inderdaad terecht in de buitenste duisternis. Adam en Eva kwamen erachter dat ze naakt waren nadat ze van de Boom van Kennis hadden gegeten. Naakt gaat verder dan dat ze eerst onwetend waren. Naakt betekent dat ze echt iets zijn kwijtgeraakt. Joodse overleveringen zeggen dat ze eerst lichtkleren aan hadden. Ongeveer zoals Mozes straalde toen hij van de berg kwam. Romeinen 8 zegt dat wij die lichtkleren ooit weer terugkrijgen maar op dit moment nog niet bezitten.
Ondanks dat ze van de Boom van Kennis hebben gegeten is de genade gebleven: Gen. 3:8. Ze zagen God de Heer in de tuin wandelen, zelfs op zoek naar hen. God had ook kunnen zeggen: jullie hebben het verknoeid, adios! Dat deed God niet. Integendeel, hij bleef in de tuin van Eden wandelen. Ze waren zelfs bang voor hem. Angst kenden ze voor die tijd ook niet. Hoe kwam die slang nu in de Hof terecht? God had zelf die slang in de Hof gezet. Met de wetenschap dat de slang hen vroeg of laat zou verleiden om van de Boom van Kennis te eten. God zelf heeft dus van meet af aan het kwam in de Hof geïntroduceerd. Ja, de slang was er zelfs eerder dan Adam en Eva. God bestuurt het maar Adam en Eva hadden een vrije keuze. Ze gingen tegen Gods WIL in door te zondigen en van de Boom van Kennis te eten. Maar niet tegen Gods achterliggende bedoeling. Wat was deze bedoeling dan? De bedoeling was dat ze zeker zouden zondigen en dat de schepping herschapen zou worden. Hier zie je de contouren van een plan. Daarom is er geen sprake van een zondeval waarbij God werd verrast door zo’n nietige slang. Stel je toch eens voor dat de God die hemel en aarde gemaakt heeft zich al direct laat verrassen door een slang. Alleen de gedachte al. Nee, de intrede van de zonde behoorde tot Gods plan van schepping tot herschepping. En hier begint de vage scheidslijn tussen begrijpen en snappen. Want vaag begrijpen we wel dat er een plan achter zit maar snappen doen we het niet als we de chaos om ons heen zien. Zie ook Openbaring 13: Jezus is al voor de grondlegging van de wereld geslacht. Zo’n opmerking duizelt ons. Elke dag van ons leven is al voor de schepping bepaald. Dat gaat onze pet te boven. God heeft dat zo uitgedacht en Jezus voert het uit. Genesis 3 is een stuk ontwikkeling/volwassenwording van de mens om bij God te komen. Wij komen allen onze verleidingen tegen. Op het randje van de dood, als Adam en Eva, dan nog man en vrouw geheten, uit de Hof worden gebannen zegt Adam tegen haar: ik noem je Eva: leven! Dus: na de dood, begint het nieuwe leven! XXXX
*
religie als verslaving
Gehenna
Religie is mogelijk de ergste verslaving die er bestaat. Ik bedoel dan het leven volgens de wet en dogma’s en niet in de geest. Bijvoorbeeld: als we ergens een half uur te laat dreigen te komen, is het net of de wereld vergaat. Onze samenleving heeft een verdrag gesloten met de dood. Wat hoor je elke avond op het nieuws? Wat lees je in de krant? Dood! In allerlei varieties! De huren worden vrijgelaten. De uitkeringen gaan omlaag. Blablabla! Als we er niet over lezen dan vertellen kerk en media wel hoe we deze ellende kunnen ontlopen! Bijvoorbeeld: koop snel een huis, nu het nog kan. Alles hangt van ons af, zeggen ze. Ja, we bidden maar niet vanuit de wetenschap van het Nieuwe Testament dat Jezus de dood heeft overwonnen. Maar we kruipen nog steeds voor het Oude Testament dat ons met de zweep slaat, waar alles afhangt van onze eigen mogelijkheid om God te gehoorzamen. We blijven onder de heipaal tot we fijngestampt zijn in plaats van te erkennen dat Jezus de dood heeft overwonnen.
Neem Jesaja 28:15-18.
Jesaja had een grote taak In Gods plan. Hij waarschuwde zijn volk dat God het zou straffen voor zijn zonden. Niet voor niets want ze deden van alles wat niet door de beugel kon, inclusief kinderen offeren aan heidense afgoden. Jeremiah zei dat ook al: Jer. 32:35. De Hinnomvallei is het tegenwoordige gehenna, even buiten Jeruzalem. Ook wel vertaald met het woord Hel. In de tijd van Jezus, was de Gehenna de plaats buiten de poort waar ze dode lichamen van mensen en dieren verbrandden. Het vuur brandde dag en nacht. Jezus zei dat je beter je arm kon afhakken of je oog kon uitrukken dan daar terecht te komen. De meute ging vervolgens niet hysterisch schreeuwend de straat op na zo’n opmerking maar snapten precies wat Jezus’ metafoor betekende na zijn rondleiding. Pas veel later is daar een echte hel van gemaakt waar het vuur nooit uitgaat en, hoe vreemd, de worm nooit sterft, alsof wormen vuurvast zijn. Jezus had het alleen maar over die concrete, letterlijke plek, Gehenna waar het vuur continu werd aangewakkerd om het kwaad uit te roeien en de rottende lichamen. God wist echter van tevoren dat zijn woorden verkeerd zouden worden verstaan: 2 Koningen 17:15,17-18. Het Noordelijke koninkrijk van Israel werd weggevoerd door de Assyriërs in 722-705 voor Christus. En Juda werd 70 jaar in gevangenschap gevoerd door Nebukadnedzar van Babylon nadat hij Jeruzalem had vernietigd in 586 voor Chr. Wat heeft dat met ons te maken? Het OT is een schaduw van de werkelijkheid die God in ons en voor ons heeft geopenbaard. In Christus!
Jesaja spreekt van deze schaduw in hoofdstuk 28. Hij zegt dat Israel niet al luisteren naar de stem van God waarin de vermoeiden konden rusten. Voor hen zou Gods woord anders klinken: “doe, doe, doe, regel op regel op regel, zodat ze iets naar voren en naar achteren gaan, vallen, gewond raken en gevangen worden genomen. Mensen die verslaafd zijn aan religie zeggen: wat is verkeerd aan initiatief nemen? Moeten we dan achter de geraniums blijven koekeloeren? Waarom zullen we God niet een handje helpen? Zie je wel, alle religie klinkt even hypocriet maar in het bijzonder New Age, goede doelen fetisjisten en links activisme, die zo goed klinken, hebben veel volgelingen. Maar zij opereren los van de geest. In feite zijn zij bezig met dode werken. Op zijn best hebben ze het nog over de God die “in je zit.” Maar wie is die god dan? Zoals Petrus zegt: geen enkele profetie is een zaak van je eigen interpretatie: 2 Pet. 1:20,21. Immers, Jezus zit niet alleen in ons maar wij ook in Jezus. Hoeveel neurose is uiteindelijk gegrond in de angst voor de dood? En hoeveel goede daden en goede doelen zijn uiteindelijk afgoderij? Komen we aan een veel diepere waarheid. Alles wat ons gegeven is, goed en kwaad komt van christus om je te laten zien dat niets ons kan scheiden van Hem. Dus als je huisdier dood gaat, je hond of kat, wees niet al te vreselijk bezorgd. Als je je naar de dierenarts haast, beseft dan dat je je hond of kat weer terug ziet aan het einde der eeuwen, bij het herstel van alle dingen. En de Omega is oneindige veel groter dan de Alfa.
*
de geest van god
En nu bezitten we de geest van God – Kor. 3:16
Alles wat leeft, wij ook, heeft geest. Zonder geest geen leven. Ook God heeft geest maar dan wel een ongelimiteerde geest, Joh. 3:34. Wij hebben kwalitatief dezelfde geest als God alleen in kleine druppels toegediend. Zodat we niet alles kunnen wat Jezus kon, bijvoorbeeld over water lopen of zieken genezen. De geest wil wel maar het vlees is zwak, Mat. 26:41. Het vlees overschaduwt de geest het grootste deel van de tijd. Dit is echter met opzet zo gedaan door God opdat we vooral niet op onszelf zullen vertrouwen maar op Hem. Daarom hoef je jezelf ook niet te hard voor de kop te slaan als je faalt. Laten we zeggen dat we 5% geest zijn en 95% vlees. Als we vol geest zijn, is de zonde niet langer aan de orde.
*
Galaten 5:17
“Het vlees verlangt het tegengestelde van de geest…”
Vlees en geest werken elkaar tegen omdat ze tegenstrijdige verlangens hebben. We hebben de neiging om dit zo op te vatten: “dank God dat de geest het vlees in bedwang houdt en ons behoedt voor dingen die we niet willen.”
Dit is echter maar de helft van de uitleg.
Het vlees werkt namelijk de geest ook tegen. Dus omgekeerd voorkomt het vlees dat we in de geest willen leven. Het klinkt gek maar ook hiervoor moeten we God danken. Immers, juist doordat we in het vlees leven, voelen we onze afhankelijkheid van God.
1 Kor. 3:16
“De geest van God woont in uw midden.”
Inderdaad, de geest van God komt in ons, bouwt zijn huis in ons en nestelt zich. Zo wordt het onze geest. Als we dood gaan, keert ons lichaam terug naar de aarde. Onze ziel (alles wat met onze gewaarwordingen te maken heeft) keert naar het dodenrijk. Hij verdwijnt simpelweg. Onze geest keert terug naar God. In Lukas 23:46 beveelt jezus Zijn geest in zijn Vader’s handen. Niet zijn ziel of lichaam, nee Zijn geest zou terugkeren naar Zijn Vader. Jezus was 3 dagen dood. Maar zijn geest was veilig ondergebracht bij Zijn Vader. De geest kan dus op sterk water blijven bestaan los van het menselijke bewustzijn.
Staan we op uit de dood met hetzelfde lichaam?
Lazarus stond weer op met zijn eigen lichaam. Maar veel mensen zijn na hun dood gecremeerd. En ook als ze begraven zijn blijft er niet veel meer van hun lichaam over. Moet God al onze lichaamscellen, chromosomen en moleculen weer bij elkaar rapen en ons weer in elkaar zetten? Nee, dat hoeft Hij niet. Al tijdens ons leven regenereren onze cellen zich elke 7 jaar zodat we niet hetzelfde lichaam hebben als 7 jaar geleden. Toch zijn we dezelfde persoon. Onze geest blijft namelijk behouden. En onze identiteit zit in onze geest, niet in ons lichaam. Bij de opstanding keert onze geest weer terug in een nieuw lichaam. En mogelijk ook met een nieuwe ziel.
*
Hooglied; de doper en de hoer
Prostitutie en overspel waren verboden in het Oude Testament zoals tot uitdrukking komt in Deut. 22, Ezekiel 16 en 23. En dat terwijl een verre voorouder van Jezus de hoer Rahab was. Dus zo erg kan het ook weer niet zijn. Het beeld in het Hooglied van een hoerige amoureuze jonge vrouw die eenzaam de verlaten straten afstruint in een verlaten stad en hartstochtelijk naar haar geliefde zoekt is bijbels gezien behoorlijk gedurfd. Hoewel ze naar een partner zoekt waar haar ouders blijkbaar mee hebben ingestemd, echoot het hele decor de taal uit Ezechiel over een ander soort vrouw die in haar eentje door de straten zwalkt. Ja, het is nog veel erger: Wat in Ezekiel weerzinwekkend wordt genoemd, wordt in het Hooglied opeens mooi gemaakt, bijna kunstig.
Het Hooglied, alias het lied van Koning Salomo presenteert seksueel plezier als de ultieme luxe, de luxe van alle luxes!
Luxe, veel meer dan voortplanting is de stemming die de dichter schept door het plezier van elkaars gezelschap om te zetten in het middelpunt van een ordening die veel meer sensuele pleziertjes in petto heeft. Het genesisgebod om vruchtbaar te zijn en zich te vermenigvuldigen is helemaal vergeten in het Hooglied. De geliefden beloven elkaar geen nakomelingen, zoveel als de sterren aan de hemel. Kinderen worden ook niet genoemd, gezinnetjes ook niet. De stemming is er één van plezier en gulheid. Er is in de bijbel een verschil tussen transformatie en afkeuring. Als seks in de bijbel wordt afgekeurd waarom zal het lichaam dan sowieso uit de dood opstaan? Waarom zal dan niet gewoon de ziel die al als onsterfelijk wordt beschouwd, zonder lichaam verder leven? Als er na de opstanding niet meer getrouwd wordt, is seks dan nog nodig? En waren Adam en Eva getrouwd? Op een bepaalde manier misschien wel, hun eenheid kon niet legaler zijn dan zij was. Maar in een andere zin was hun eenheid ook die van de beide geliefden uit het Hooglied. Het opvallende zwijgen in dat lied over voortplanting is even suggestief als het zwijgen in Genesis 2 waar God de eerste vrouw schept, niet om kinderen te dragen maar omdat het “niet goed is voor de man om alleen te zijn.”
In de visie van de schepping van de mens, begint voortplanting pas na de zondeval (om dat woord maar te gebruiken bij gebrek aan een betere term) wanneer de mens zijn onsterfelijkheid verliest. Het paradijs waarin ook seksuele omgang voorkomt kent geen voortplanting. Herstel van onsterfelijkheid kan deze conditie ook weer terugkrijgen, hoe we deze ook noemen, prostitutie, seks, liefde, whatever! in elk geval niet een huwelijk zoals de sadduceeërs dat zien.
De Hoer
Voor hoer spelen is complementair met de andere wang toekeren. De apostel Johannes toont ons de absurdheid in de systematiek van Jezus door vermoord te worden door Herodus. En de hoer in Lucas 7:36-50 toont ons de systematiek in de absurditeit van Jezus. Jezus stelt de tuin van Eden tegenover de Berg Sinaï door de vloek op seksualiteit te herroepen als dezelfde type vloek op sterfelijkheid. In 1 Cor. 15:35-56 grijpt Paulus het beeld van Jezus vast en bespeelt er als het ware variaties op als een jazz saxofonist. denk aan planten in al hun spectaculaire verscheidenheid, vorm, grootte en kleuren – alles vanaf de orchidee tot aan het roodhout of de Eucalyptus. Net zoals we niet de heerlijkheid van de plantenwereld kunnen vatten, kunnen we ook niet voorzien hoe onze lichamen zullen zijn na de opstanding. En zo ook met seksualiteit. Anders dan afkeuring zal seksualiteit worden getransformeerd tot iets dat ons voorstellingsvermogen ver te boven gaat. Als de bijbel het verhaal is van hoe God eerst zijn zegeningen van vruchtbaarheid en voortplanting omzet in een vloek en dan deze vloek weer terug omzet in zegeningen, dan is er weinig reden waarom Jezus als de eerstgeborene vanuit de dood niet zal trouwen. Hoewel God vreemdgaan verafschuwt, vooral als vrouwen vreemdgaan, suggereert zijn positieve gebruik van het huwelijk als een metafoor van zijn omgang met Israël dat Hij nu aan een echt huwelijk moet denken op een vergelijkbare manier voor hemzelf.
En als we dan opnieuw het woord huwelijk noemen, moeten we zeker niet aan iets denken dat een mindere status heeft dan de seksuele omgang in het Hooglied. Als Jezus niet vroegtijdig was gestorven, was Hij misschien inderdaad getrouwd geweest. Wie weet met Magdalena? Al zijn belangrijkste volgelingen waren getrouwd en niemand van hen vatte het navolging van Jezus op als een celibataire manier van leven. Ook ver na zijn dood komen we nog enkele van deze volgelingen tegen en zijn ze nog steeds getrouwd. Nu hebben ze meer begrip van Jezus en zijn ze veel meer ingewerkt wat ze het mysterie van God noemen. En toch zijn ze nog steeds getrouwd. God is juist omdat Hij God is in staat om te trouwen en wil dit tot op zekere hoogte ook graag. Het einde van de maagdelijkheid is een mijlpaal voor de mens. Voor Jezus zou een eerste seksuele ervaring een nieuwe stap zijn op weg van godheid naar mens. Nergens in de bijbel staat dat Jezus die stap heeft gemaakt maar gezien zijn soms losse omgang met vrouwen zoals onder andere de samaritaanse vrouw bij de waterput die al 5 keer gescheiden was en regelrecht met Hem flirt, wijst erop dat Jezus misschien niet ver af zat van een “eerste keer.” Op een dag zal hij inderdaad bruidegom zijn maar op een andere manier dan wij ons voorstellen.
*
Hoe zit het met de dood?
De bijbel zegt dat degenen die niet in het boek des levens staan, in de vuurpoel worden gegooid en alles wijst erop dat dit direct na het vonnis zal gebeuren. De Bijbel leert ons ook dat Christus voor onze zonden gestorven is (1 Kor. 15:3; Gal. 1:4; Joh. 1:29; 1 Joh. 2:2). Er is geen enkele reden te veronderstellen dat de mens verantwoording over die zonden moet afleggen of dat hij daarvoor gestraft wordt. Dus waarom dan een 2de dood?
Verschillende soorten dood
Als we zeggen dood is dood, bedoelen we de doodstoestand die intreedt na het overlijden of sterven van de mens. Het woord overlijden zegt ons dat de mens overgaat uit een staat van lijden in een andere staat, door de bijbel voorgesteld als de slaap die wij kennen en ondervinden. Veel christenen geloven dit niet. Er wordt geleerd dat de zielen van de gestorvenen direct na hun overlijden naar een bewuste staat van zaligheid of rampzaligheid overgaan. Het mag dan niet de gehele mens zijn, maar het is toch zijn beste deel. Dat leeft voort en daarom is volgens deze voorstelling de dood geen rust. Dat stemt niet overeen met een uitlating van Job toen hij in een ondragelijk lijden verkeerde en de dood boven het leven verkoos: “waarom ben ik niet bij de geboorte gestorven, heb ik niet de geest gegeven, toen ik uit de moederschoot kwam…
Dan zou ik nu nederliggen en stil zijn, ik zou slapen; dan zou ik rust hebben” (Job 3:11, 13). We lezen in de bijbel herhaaldelijk van mensen die gestorven zijn dat ze slapen. Toen Lazarus overleden was zei Jezus tot zijn discipelen: “Lazarus, onze vriend is ingeslapen maar ik ga daarheen om hem uit de slaap te wekken.” De discipelen zeiden toen tegen Hem: Here als hij slaapt, zal hij herstellen. Doch Jezus had het bedoeld van zijn dood, zij echter meenden dat Hij het van de rust van de slaap bedoelde (Joh. 11:11-13). Ook Paulus noemt soms de toestand van hen die gestorven zijn een slaap (Ef. 5:14) zodat wij niet in het onzekere hoeven te verkeren over de toestand van de doden. Wij mogen slaap echter niet letterlijk nemen want de dood is niet hetzelfde als slaap. Er zijn grote verschillen. Bij de dood is de geest uit het lichaam verdwenen maar bij de slaap niet. Bij een dode is elk functioneren van de organen verdwenen, bij een slapende is alles nog in funktie. De dood doet het lichaam in ontbinding overgaan, de slaap, daarentegen, geeft het nieuwe kracht en energie. de slaap is slechts een zwakke, symbolische voorstelling van de doodstoestand na het overlijden.
Wanneer wij dus zeggen: dood = dood, dan bedoelen we daarmee de toestand van het schepsel, nadat het overleden is. Iedereen uit wie de geest des levens is weggegaan en tot God is teruggekeerd (Pred. 3:19, 20; 12:7). Het is een toestand van volkomen onbewustheid, nog veel meer dan in de slaap, die er dan ook maar een zwak beeld van is. In de bijbel worden nog andere doodstoestanden beschreven. Jezus zegt in Mat. 8:22: Laat de doden hun doden begraven. Het gaat hier om 1 van zijn volgelingen die eerst zijn gestorven Vader wilde begraven voor hij Jezus wilde volgen. Degenen die de baar droegen waren in Zijn ogen even goed als degene die erop lag. De laatste was werkelijk gestorven, de eersten nog niet. Toch zei Jezus dat het doden waren. Wij geloven het van de overleden vader. Waarom zullen wij het dan niet van de anderen geloven? Dit waren slechts andere doden. De overledene was dood omdat de levensgeest uit hem was gevaren. De anderen waren dood omdat ze de Heer niet wilden volgen en zo blijk gaven dat ze het ware leven nog niet ontvangen hadden.
Zo was ook de verloren zoon dood: “want uw broeder was hier dood en is levend geworden” (Lukas 15:32). Er staat niet dat hij als dood was of op een dode leek. Hij was dood, hoewel hij het natuurlijke leven nog bezat. Het terugkeren tot de vader en het belijden van zijn schuld maakten hem tot een levende. Paulus zegt dat het lichaam dood is vanwege de zonde maar de geest is levend vanwege de gerechtigheid (Rom. 8:10) en voegt daaraan toe: “als je naar het vlees leeft, zul je sterven” (vers 13). In Efe. 5:14 zegt Paulus: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden en christus zal over u lichten.” Wij noemen dit beeldspraak en bezien vanuit onze kant is dat ook zo met betrekking tot de natuurlijke dood. Voor God is het een werkelijke doodstoestand, alleen is het een andere dood dan de onbewuste natuurlijke dood. Zo zullen er voor de grote witte troon ook doden staan, uitsluitend doden. Johannes zag de doden opkomen uit hun graven, uit de aarde en uit de zee. Hij zag de doden, groot en klein, staande voor de troon. Zij worden geoordeeld naar wat in de boeken stond geschreven, naar hun werken of daden. Bij herhaling wordt gezegd dat het doden waren. Waarom zullen wij dan zeggen dat het niet zo is?
Paulus zegt dat Jezus Christus zowel de doden als de levenden zal oordelen (2 Tim. 4:1). Hij schrijft ook: want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden (2 Kor. 5:10). Het gaat hier om levenden. Bij hen heeft de verderfelijke onverderfelijkheid en het sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan (1 Kor. 15:53). Zij zijn de levende die Christus zal oordelen. Hij zal ook de doden oordelen. geen levend gemaakte doden, maar bewuste doden, wel opgestaan, maar nog niet onverderfelijk en onsterfelijk. Dat zijn de doden die voor de grote witte troon zullen staan. Ook Petrus zegt dat Jezus door God is aangesteld als rechter over levenden en doden (Hand. 10:42) en dat Hij gereed staat om de levenden en de doden te oordelen (1 Pet. 4:5). Zowel de levenden als de doden zijn werkelijkheid. Hoe kunnen doden worden geoordeeld? Zij kunnen toch niet zien of horen? Er zijn verschillende soorten van dood-zijn. Er zijn doden die onbewust in het graf liggen maar ook doden die bewust voor de witte troon zullen staan. Voor ons, mensen, is dat niet gemakkelijk te doorzien. Voor God liggen deze dingen geheel anders.
Dood is dood, maar de ene doodstoestand verschilt van de andere. Dat geldt niet alleen voor de dood. Er zijn meer verschillende toestanden met eenzelfde benaming. Neem het tegenovergestelde van de dood, dat volgens onze begrippen leven is. Het leven dat wij kennen is een aaneenschakeling van teleurstellingen, moeite en verdriet. Elk ogenblik hebben we er voor te zorgen dat het blijft bestaan. Doen we dat niet, dan merken we al spoedig dat de krachten afnemen, het lichaam uitteert en naar de ondergang gaat. Ondanks al onze zorgen, kunnen wij ons lichaam niet voor altijd in stand houden. Tenslotte moet iedereen sterven wegens gebrek aan levenskracht. We kennen echter ook een ander leven: het leven na de opstanding. Dat zal een leven zijn in onverderfelijkheid en onsterfelijkheid dat niet ten onder gaat. Verschillende levenstoestanden, maar de bijbel zegt van beide dat het leven is. Zien we het onderscheid? Zo is het ook met de dood. We moeten ook daarin de verschillende doodstoestanden leren onderscheiden.
De 1ste dood
De bijbel spreekt verschillende malen over de 2de dood maar nergens over de 1ste dood. Als er een 2de dood is dan moet er volgens de menselijke logica ook een 1ste dood zijn. We hebben daar misschien nooit bij stilgestaan en als ons gevraagd wordt: wat is de 1ste dood? dan denken we waarschijnlijk onmiddellijk aan de dood die intreedt op het moment van sterven. Maar is dat wel zo? We zagen reeds dat de doden voor de witte troon, voor zover ze niet in het levensboek staan, overgaan van die doodstoestand in de 2de dood. Zou het nu niet aannemelijk zijn dat die doden zich in de 1ste dood, die aan de 2de voorafgaat, zullen bevinden? Ze gaan niet van de onbewuste doodstoestand waarin ze zich bevonden in hun graven, over in de 2de dood, maar ze komen door opstanding opnieuw in een andere, een bewuste doodstoestand, waarin ze worden geoordeeld. Opnieuw, omdat ze reeds eerder in zo’n bewuste doodstoestand waren. Om dat in te zien, moeten we ons goed indenken in welke toestand de doden daar staan.
Ze zijn uit de dood, waarin ze gekomen waren door hun sterven, opgestaan en tot bewustzijn gebracht. In tegenstelling tot de gelovigen van deze bedeling, daarna niet veranderd of vernieuwd tot onsterfelijk leven. Daarom zijn het nog doden. Het zijn doden klein en groot. Zowel het kleinste kind dat stierf als de oudste grijsaard. Alle schepselen die ooit op aarde hebben geleefd, behalve zij die reeds eerder opstonden. We lezen nergens in de bijbel dat de dood waarin de mens komt na het sterven hem zal veranderen. Wel weten we dat het lichaam tot de aarde terugkeert en de geest tot God (Pred. 12:7; Gen. 3:19). De mens zal opstaan zoals hij stierf. De tijd heeft als het ware voor hem stilgestaan. Paulus zegt van de opstanding van de ongelovigen dat er een natuurlijk lichaam gezaaid wordt en een geestelijk opgewekt (1 Kor. 15:44). Dat houdt verband met de opstanding van de in christus ontslapenen en de daarop volgende verandering van de levende christenen tot het geestelijk leven (1 Kor. 15:41, 52).
De eerste mens, Adam, werd een levend wezen, gedreven door zijn aardse leven, als zijnde uit de aarde. De laatste Adam, Christus, werd een levendmakende geest, gedreven door het hemelse (1 Kor. 15:47-49). De opgestane doden voor de grote witte troon dragen nog niet het beeld van de hemelse; zij zijn nog niet veranderd. Zij zullen daar staan met al hun vroegere gebreken en hetzelfde karakter, nog gedreven door het aardse met al zijn goede of slechte neigingen. De misdadiger zal daar staan met een misdadig gemoed evenals de filantroop die het goede voor de mens zocht. Paulus zegt het zo: “Die een ieder zal vergelden naar zijn werken: hun, die, in het goeddoen volharden, heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken, het eeuwige leven; maar hun, die zichzelf zoeken, der waarheid ongehoorzaam zijn, wacht toorn en gramschap. Verdrukking en benauwdheid (zal komen) over ieder levend mens die het kwade bewerkt, eerst de Jood en ook de Griek, maar heerlijkheid, eer en vrede over ieder, die het goede werkt, eerst de Jood en ook de Griek. Want er is geen aanzien des persoons bij God (Rom. 2:6-11).
Daar voor de troon zullen de vroegere inwoners staan van de steden aan het meer van Genesareth, waar de heer op de straten predikte, maar die daarop geen acht sloegen en zich van Hem afkeerden. Zij staan daar met een afkerig hart, terwijl de inwoners van Ninivé die naar Jonah luisterden, naast hen zullen staan en hen veroordelen, evenals de koningin van Sheeba (Luk. 11:31, 32; Matt. 12:38-42). Iedereen zal daar staan met hetzelfde hart en dezelfde neigingen die hij in zijn eerdere leven bezat en waarmee hij stierf, zodat we kunnen zeggen dat het slechts een voortbestaan is van het leven van de mens in zijn vroegere toestand op aarde. Er was een onderbreking door de dood. Het mogen goede of slechte mensen zijn daar voor de troon; het zijn nog steeds sterfelijke mensen en die noemt de bijbel doden. Ieder mens die volgens ons begrip van leven leeft, behoort tot hen die de bijbel doden noemt en het daarom ook zijn. Dan begrijpen we Paulus ook beter als hij zegt: als christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is levend vanwege de gerechtigheid En als de geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt in u woont, dan zal Hij, die christus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn geest die in u woont (Rom. 8:11, 12). Opmerkelijk is in deze tekst dat Paulus hier een “lichaam dood vanwege de zonde” gelijkstelt met uw sterfelijke lichamen. Vanwege dat sterfelijke lichaam behoort de mens tot de doden. De gelovige is vooralsnog alleen levend gemaakt naar de geest omdat de Geest van God in hem woont. Om dat te begrijpen, moeten we teruggaan naar de eerste zonde. Vanwege de zonde zijn we in een doodstoestand hoewel we het aardse leven bezitten en ons bewust zijn van ons bestaan. God waarschuwde Adam dat, indien hij zijn gebod zou overtreden, hij daarna de dood zou sterven (Gen. 2:17). Adam overtrad Gods gebod en volgens ons begrip van de dood sterven zou hij daarna onmiddellijk de laatste adem hebben moeten uitblazen. Dit gebeurde echter niet en Adam bleef voortleven. Hield God zijn woord niet? Kreeg hij misschien berouw? nee, niets van dit alles. Wij moeten in plaats van de dood sterven lezen: stervende sterven. Vanaf het moment dat Adam zondigde werd hij sterveling. Dat is wat Paulus noemt: dood naar het lichaam. Sterfelijkheid kwam over Adam en die sterfelijkheid of dood is tot alle mensen doorgegaan (Rom. 5:12, 14). Het is niet in de eerste plaats de dood als onbewuste toestand na het sterven die op alle mensen is overgegaan, alhoewel dat het eindresultaat is maar het is de doodstoestand waarin Adam kwam na zijn overtreding en waarin alle mensen komen bij hun geboorte.
Vanaf dat moment is de mens reeds een doelmisser. Hij mist het doel waarvoor hij oorspronkelijk was bestemd. Geboren om te leven, moet hij sterven. Het is niet de erfzonde die hem tot zondaar maakt maar de sterfelijkheidstoestand waarin hij bij zijn geboorte komt. De bijbel zegt dat voor de daad van overtreding alle mensen onder de veroordeling zijn komen te vallen (Rom. 5:18). Allen zijn doelmissers. Hoewel Jezus ook het menselijke leven binnentrad, zondigde Hij niet. De dood van Adam ging niet tot Hem door omdat Hij niet verwekt was door een mens, maar door de geest van God. De stervenskiem lag daardoor niet in Hem. Toch moest Hij net zoals de mens zijn aardse leven in stand houden. Paulus schrijft dat het loon van de zonde de dood is (Rom. 6:23). Dat is niet de onbewuste toestand, de doodstoestand na het sterven want dan is geen loon, straf of vergelding meer mogelijk. Dan is alles afgedaan, alles afgerekend. De dood is de stervensdood of doodstoestand die volgde op de zonde, eerst bij Adam en via hem bij alle mensen. Het is de zonde die over de mens regeert in de dood (Rom. 5:21). Niet in de onbewuste doodstoestand na het sterven maar in de bewuste doodstoestand van het stervende aardse leven.
De Statenvertaling vertaalde in Rom. 5:21 “tot de dood,” waarmee ze bedoelt tot het stervensuur. Er staat in de grondtekst “in de dood.” Het is deze toestand die Paulus deed uitroepen: “ik ellendig mens.” Wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Rom. 7:24. Nu we gezien hebben dat alle mensen aan de zonde zijn onderworpen en stervelingen zijn, is het duidelijk dat de mensen die geen verandering hebben ondergaan en voor de witte troon zullen staan, nog in dezelfde toestand verkeren, ook zondaren en stervelingen zulle zijn en komt Openb. 20:12, 13 overeen met wat Paulus zegt. Het zijn doden die daar staan. Die doodstoestand trad voor het eerst in bij Adam en willen we spreken van de eerste dood dan zal dit de eerste dood moeten zijn.
De Thanatos
De dood wordt in de bijbel voorgesteld als een BEWUSTE toestand. Wij denken bij dood allereerst aan een toestand van het schepsel na het sterven. Het Griekse woord voor dood, thanatos duidt op een toestand VOOR het sterven. Thanatos wijst op een BEWUSTE toestand. Het woord alleen zegt niets en laat bewustzijn en niet-bewustzijn toe. We moeten bezien in welk verband het woord voorkomt. Wij spreken van doodstraf maar bij nader inzien ligt deze straf waartoe een mens wordt veroordeeld niet na het sterven. Als een misdadiger de doodstraf heeft gekregen en gestorven is, is voor hem de straf voorbij want na het sterven is er geen bewustzijn meer (Pred. 9:5, 10). De straf ligt in het MOETEN sterven. Niet meer op deze aarde te mogen leven. Dit leven op een gewelddadige en/of pijnlijke manier gedwongen te moeten beëindigen. Thanatos is dood als straf en de toestand van de mens aan te duiden zolang hij onder het oordeel is tot aan de uitvoering van het vonnis. Het is geen toestand van de mens na het overlijden. Hij is dan over-het-lijden heen en ligt onbewust in het graf en is van elke straf uitgesloten. Jezus wist dat hij een dood (thanatos) zou sterven (Joh. 12:33; 18:32). Hij stierf voor onze zonden (1 Kor. 15:3). De straf die ons vrede bracht was op Hem (Jes. 53:5). Deze straf-door onderging Hij niet nadat Hij gestorven was maar op het moment dat Hij stierf. Hij werd begraven en lag onbewust in het graf. Deze straf-dood sterft ook de gelovige, zij het niet op dezelfde wijze. De dood kwam over alle mensen. Paulus zegt dat het lijden van Christus overvloedig over ons komt en dat de gelovige deel heeft aan dat lijden (2 Kor. 1:5). Om tot de opstanding te behoren, wil de apostel deel hebben aan het lijden van Christus en aan Zijn dood (thanatos) gelijkvormig worden (Fil. 3:10) en in Rom. 6:3 stelt hij de vraag: Of weet u niet dat wij allen, die in Jezus gedoopt zijn, in zijn dood (thanatos) gedoopt zijn’?
Begrijpen wij de diepere betekenis van deze vraag? Dat de gelovigen individueel in christus zijn en dat ze allemaal tezamen 1 in christus zijn, kunnen we nog enigszins begrijpen. We begrijpen ook wat het betekent om in christus gedoopt te zijn. Het is een begrijpelijke voorstelling die ons zegt dat, evenals het doopwater de dopeling omringt, christus de gelovige omringt met Zijn liefde en trouw en niets hem kan deren. We zijn niet alleen in Hem gedoopt, we zijn ook in Zijn dood (thanatos) gedoopt. De evangeliën laten zien dat die dood een lijdend sterven is die in alle volheid en gewicht op Jezus werd gelegd. In die Thanatos zijn wij gedoopt, ingedompeld, zegt Paulus. Door de doop zijn wij begraven in de dood van christus, met Hem samengegroeid met hetgeen iedereen gelijk is aan Zijn dood (Rom. 6:4, 5). De Statenvertaling zegt het zo: “want indien wij met Hem 1 plant geworden zijn in de gelijkmaking van Zijn dood,” daarmee aangevend op welke hechte wijze de gelovige met christus 1 is in Zijn dood. Dat zou een droevige gedachte zijn ware het niet dat de apostel er direct aan toevoegt: zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan zijn opstanding. Paulus verheugt zich met en voor christus te mogen lijden. Hij noemt het genade, en weet dat als wij met Hem lijden, wij ook met Hem verheerlijkt zullen worden (Rom. 8:17). Door gelijkvormig te worden aan de dood (thanatos) van christus wilde de apostel zich in dit aardse leven enigszins op de 1 of andere wijze inleven in de heerlijkheid van de (uit)opstanding die christus reeds had en die hem later ook ten deel zou vallen (Fil. 3:10, 11). Paulus gat zover dat hij zegt: Thans verblijd ik mij over hetgeen ik om uw wil lijd, en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van christus ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente. Uit het voorafgaande blijkt dat de strafdood (thanatos) het lijdend sterven zowel van Jezus als van de mens plaatsvindt in een bewuste toestand.
De 2de dood
We zijn eraan gewend de dood in verband te brengen met de toestand na het overlijden, dus een onbewuste toestand. Omdat de doodstoestand, de thanatos ook een bewuste toestand kan zijn, die begint bij de geboorte, moeten we nagaan waar die toestand eindigt. Het is opmerkelijk dat voor de situatie na het sterven wanneer de mens, wat wij noemen, dood is, vrijwel nooit het begrip thanatos wordt gebruikt. We lezen in Johannes 12:33: “dit zei Hij om aan te duiden welke dood (thanatos) Hij sterven zou.” Na de thanatos volgde het sterven (apothneskein). Dat sterven bracht Hem en ieder mens in een andere doodstoestand. In Openbaring 1:18 zegt Jezus: ik ben dood geweest en gebruikt Hij het woord nekros waarmee Hij zijn dood-zijn gedurende 3 dagen en nachten bedoelde. Van de verloren zoon zegt de Vader: Mijn zoon was dood (Luk. 15:24). Voor hem bestond zijn zoon niet meer. Van Saffira wordt gezegd dat zij de adem uitblies. Eutychus viel uit een raam van een bovenzaal en werd voor dood (nekros) opgenomen (Hand. 5:10, 20:9). Dat is de situatie na het sterven. Er is nooit sprake geweest van een opstanding uit de dood die aangeduid wordt met thanatos maar uitsluitend uit de dood die met nekros wordt aangeduid. Ook wordt thanatos niet gebruikt om de toestand van de mens na het sterven aan te geven. In Rom. 6:9 staat: daar wij weten dat christus, nu Hij uit de doden (nekroi) is opgewekt, niet meer sterft: de dood (thanatos) voert geen heerschappij meer over Hem. Hij is nu athanatos, onsterfelijk. Hij sterft niet meer omdat de thanatos geen macht meer over Hem heeft. De dood bracht Hem door het sterven (apothneskein) in de nekros-toestand, in het graf (hades). Na thanatos en hades overwonnen te hebben, heeft Hij de sleutels van beide.
Openbaring 20:13 betekent een ontheffing van de straf over allen die door de macht van de dood, die we de 1ste dood (thanatos) noemen, in het graf (hades) waren geworpen. Zowel de thanatos als de Hades zullen in de vuurpoel worden geworpen. Na de opstanding zullen zij niet meer bestaan. Degenen die niet in het levensboek staan geschreven, worden niet in de thanatos of hades geworpen maar in de vuurpoel, de 2de dood (Openbaring 20:14, 15). De 1ste dood wordt verslonden door de 2de. De 1ste dood heerst dan niet meer over de mens. Wat is de 2de dood, die 2de thanatos? Hij wordt symbolisch voorgesteld door een vuurpoel. Als we een dergelijke term in Gods woord tegenkomen, is het altijd een illustratie van een reinigend, louterend middel. In Openbaring 14:10, 11 lezen we over aanbidders van het beest dat ze vanwege die aanbidding van de toorn van God zullen drinken. die bestaat uit pijniging door vuur en sulfur. Hetzelfde wordt gezegd van satan, van het beest en van de valse profeet (Openb. 20:10). Voor hen zal die kastijding of loutering doorgaan gedurende alle eeuwigheid; beter vertaald door de eeuwen der eeuwen. Het is zeker geen mooi beeld dat ons geschetst wordt van de 2de dood, maar 1 ding willen we direct opmerken: we lezen niet dat die loutering zoals in de 1ste dood, leidt tot nogmaals sterven. Het mag erg zijn, maar er komt een einde aan, evenals aan de eeuwen der eeuwen een einde komt. Als we ons dan bedenken dat zelfs satan 1 van die alle dingen is waarvan God zegt dat het Hem behaagt ze door christus tot Zichzelf te verzoenen (Kol. 1:19, 20) dan zien we iets van de reden van die langdurige beproeving. De loutering van de grootste van alle tegenstanders zal moeilijk zijn maar ook hij zal gereinigd moeten worden en in een zodanige verhouding tot God worden gebracht dat God de verzoening kan aanvaarden.
In het OT worden Gods toorn en ijver voorgesteld als een vuur (Psalm 79:5; 89:47; Jes. 30:27; Jer. 4:4; 15:14; 17:14; 21:12; Nahum 1:6; Zef. 1:18; 3:8). Ook in het NT wordt in symbolische zin over vuur gesproken. Als Johannes de Doper profeteert dat Christus zal komen en dopen met de Heilige Geest en vuur (Matt. 3:11) heeft hij het niet over een letterlijk vuur. Ook Matt. 25:41 is geen letterlijk vuur dat voor de duivel en zijn engelen bereid is. Paulus spreekt in 1 Kor. 3:13 over werken die door vuur geopenbaard zullen worden en het vuur zal ze beproeven. Hier is het vuur een beeld voor een reinigings-, en zuiveringsproces. De symbolische vuurpoel bestaat niet pas na het oordeel voor de grote witte troon. Matt. 25:41 laat zien dat dit vuur waarnaar degenen worden verwezen die in de grote verdrukking de broeders van de koning niet bijstaan, voor satan en zijn engelen bereid is. Dat is meer dan duizenden jaren voordat de grote, witte troon wordt opgericht. De engelen of dienstknechten van satan worden in dat vuur geworpen na de overwinning door de koning der koningen op het beest en de koningen der aarde (Ope. 19:20). Satan zelf wordt gebonden gedurende de 1000 jaren (Ope. 20:2) om daarna, na zijn loslating en nederlaag eveneens in de vuurpoel te worden geworpen (Ope. 2010). Met zijn trawanten wordt hij daar gelouterd in een aktief werkend reinigend proces, de 2de dood, de poel van vuur en zwavel. Het beeld is nooit de zaak zelf. Het geeft slechts een beeld, een voorstelling, van de situatie aan. Zo wordt de natuurlijke dood vergeleken met een slaap, die rust en het niet bewust zijn voorstelt. In werkelijkheid is de dood echter geen slaap. Het is niet een rustig liggen in een graf na sterven en overlijden, maar een actieve toestand waarin het schepsel wordt gebracht om bewust te worden gereinigd en er genezen en vernieuwd uit te voorschijn te komen.
Gods doel met de 2de dood
Het is Gods plan de hele schepping met zich te verzoenen en het offer van christus is de waarborg dat dit ook werkelijk gaat gebeuren. Alle maatregelen die God neemt om dit plan te verwezenlijken werken daaraan mee. Het zou immers dwaas zijn te veronderstellen dat Hij zichzelf zou tegenwerken, al lijkt dit, vanuit menselijk oogpunt gezien, wel eens zo. In dat licht moeten we ook de 2de dood zien. Het is een fase in Gods plan die Hij zal benutten, niet ten nadele van dat plan, ook niet ten nadele van het schepsel maar ten behoeve ervan. Toen Adam en Eva Gods gebod overtreden hadden werden zij uit de Hof van Eden verdreven. God stelde Zijn engelen voor de ingang van de hof op en verhinderde dat het 1ste mensenpaar hun handen zouden uitstrekken naar de Levensboom om ten leven te eten (Gen. 3:22-24). De mens werd gedoemd te sterven. Hij ging de Thanatos, de doodstoestand in. In het boek Openbaring lezen we dat er op de nieuwe aarde, in de nieuwe Hof van Eden opnieuw Levensbomen zullen staan die tot genezing van de volken zullen zijn (Openb. 22:2, 3; 2:7). De verloren Hof is dan in veel grotere heerlijkheid hersteld. De afgesneden weg tot het leven is weer geopend. De gelegenheid om te eten en te drinken van het levensvoedsel is er opnieuw en wie zal daar geen gebruik van willen maken? De vraag is: voor wie is die gelegenheid opengesteld? Nadat Johannes de uitslag van het oordeel of onderzoek voor de grote witte troon getoond was, zag hij de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Openb. 21:1). Het is de nieuwe hemel en aarde waarvan Jesaja reeds profeteerde (Jes. 65:17) en waarvan Petrus sprak in 2 Petrus 3:13. Op die nieuwe aarde ziet Johannes de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem neerdalen uit de hemel, getooid als een bruid die voor haar man versierd is (Openb. 21:2).
Dat hier in beeldspraak gesproken wordt, blijkt uit vers 9 en 10. Johannes krijgt de bruid, de vrouw van het Lam te zien als de heilige stad Jeruzalem. De bruid van het Lam, Christus is Israël. Dat komt tot uitdrukking in de beschrijving van de stad: …en namen op (de poorten) geschreven, welke zijn die van de 12 stammen van de kinderen van Israël. En de muur van de stad had 12 fundamenten en daarop de 12 namen van de 12 apostelen van het Lam (Openbaring 21:12-14). Alles is Israëlitisch. In vers 24 lezen we: en de volken zullen bij haar licht wandelen. De statenvertaling leest hier: en de volken die zalig worden zullen in haar licht wandelen. Dit wekt de schijn dat er volken zullen zijn die niet gered zullen worden. Zij komen niet in de grondtekst voor en zijn opgenomen vanuit de onbijbelse gedachte dat er geredde en niet-geredde volken zullen zijn, ingegeven door de idee van de uitverkiezing. Alle volken zullen bij haar licht wandelen en de koningen der aarde, niet 1 uitgezonderd, brengen hun heerlijkheid en de eer en de heerlijkheid van de volken in de stad (vers 24, 26). Deze symbolische voorstelling geeft ons een beeld van de heerlijke zuivere en volmaakte toestand van Israël.
Er is geen tempel in de stad want de Here God, de Almachtige en het Lam, zijn de tempel (vers 21). In het 1000-jarige rijk waren er nog priesters, dat is niet meer nodig. Geen priesterdiensten meer als verbinding tussen God en de mensen. God woont nu persoonlijk bij hen en het Lam heeft Zijn troon in hun midden. Zijn dienstknechten zullen Gods aangezicht zien en Zijn naam zal op hun voorhoofden geschreven staan en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden (gedurende de eeuwen der eeuwen). Misschien komt de vraag naar voren: Hoe kan Israël, de Bruid van het Lam vanuit de hemel op aarde neerdalen, terwijl wij denken dat de plaats van Israël niet in de hemel maar op aarde is? Israël wordt toch opgewekt en in hun land gezet en de 12 apostelen zullen, in de wedergeboorte toch op 12 tronen zitten om Israël te oordelen (Ez. 37:12, Matth. 19:28)? Israel heeft gedurende de 1000 jaren terecht een taak op aarde. Omdat zij uit de opstanding komen, niet meer kunnen sterven en aan de engelen gelijk zijn, zullen ze ook aan het einde van de 1000 jaren niet ten ondergaan in de grote wereldbrand (Luk. 20:35, 36; 2 Petrus 3:10). Hoewel er geen directe bewijzen zijn, ligt het toch voor de hand dat God hen voordien tot Zich zal nemen in de hemelse sferen, vanwaar ze dan op de nieuwe aarde terugkeren.
Verdergaand met ons onderwerp lezen we in Ope. 21:3, 4: en ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. Wat een rijke beloften! Er zal geen dood meer zijn. Dat moet de eerste dood, de thanatos zijn die er dan niet meer zijn zal. De 2de dood is er echter nog wel (21:8). De mensen op de nieuwe aarde zullen onsterfelijk zijn. Er zal geen rouw meer zijn over geliefde gestorvenen, geen geween of ellende en God zelf zal alle tranen drogen want Hij woont in hun midden. Dan zal Hij hun God zijn en zij zullen zijn volk zijn. Wij kennen die uitdrukking. Het wordt herhaaldelijk gezegd van Gods volk Israel, vooral in het Oude Testament. Welke mensen worden hier bedoeld? Niet zijn volk Israël dat we zagen neerdalen als de Bruid van het Lam. We kunnen ons ook moeilijk voorstellen dat het degenen zijn die in het Levensboek staan opgeschreven en dus na het oordeel het leven en de onsterfelijkheid reeds ontvingen. Ook is het niet de gemeente, het Lichaam van Christus die reeds bij de opname onsterfelijkheid en onverderfelijkheid ontving.
We lezen verder: en Hij, die op de troon zit, zei: zie ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei: schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de Omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het Levenswater, om niet. Wie overwint, zal deze dingen beërven en Ik zal hem een God zijn en Hij zal Mij een zoon zijn (vers 5-7).
Die op de troon zit, is God zelf, de Alfa en de Omega. Hij zei: ik maak alle dingen nieuw. Onmiddellijk komt de vraag op: wat zal God nieuw maken? Niet de bruid van het Lam, die symbolisch wordt voorgesteld als het Nieuwe Jeruzalem en evenmin degenen die in het levensboek staan, noch de gemeente. Die op de troon zit begint iets anders nieuw te maken. Hij zei: schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. Johannes moet deze woorden er nadrukkelijk bijschrijven. God voorzag reeds dat het niet geloofd zou worden dat Hij alles nieuw zou maken. Inderdaad, hij zei: Ik maak alles nieuw! Hij die uit de oorsprong van alles is, zal ook haar voleinder zijn. De oorsprong, het begin, was goed en nieuw en het einde zal ook onberispelijk en nieuw zijn. Uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid. (Rom. 11:36). Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens, om niet. Weer rijst de vraag: wie zullen er dorstig zijn en van het levenswater willen drinken? Wie zullen dat levenswater nodig hebben? niet degenen die reeds het leven en de onverderfelijkheid bezitten.
We lezen in Openb. 22:2 dat de toegang tot de Levensboom weer open is. Dat er overvloed van vruchten en bladeren is ter genezing van de volken. Wie zal zijn hand er naar uitstrekken en eten en drinken opdat Hij zal leven? Op die vragen is geen antwoord te geven als we vasthouden aan onze vroegere opstelling dat degene die niet in het Levensboek staat, in de 2de dood geworpen wordt om daar nogmaals de vuurdood te sterven, tot as te verbranden en onbewust neer te liggen tot het einde van de eeuwen om dan allen tegelijk uit de 2de dood op te staan. We zagen immers dat er niemand meer is dan degenen die de bijbel doden noemt. Deze zijn wel opgestaan, maar nog niet tot het ware leven gebracht. Het zijn degenen die in de vuurpoel geworpen zullen worden die dat levenswater nodig hebben. Hoe kan een bewusteloos, nederliggend en tot stof verteerd schepsel zijn begerige handen daarnaar uitstrekken? De vuurpoel heeft ons parten gespeeld. We zagen dat hij, op welke ernstige toestand hij ook wijst, slechts een symbolische voorstelling is van de 2de thanatos. We hebben gelezen dat God een verterend vuur is (Hebr. 12:29) en meteen aangenomen dat het gods doel is mensen door vuur te verteren. Het is een citaat uit Deut. 4:24 waar wordt vermeld dat Hij ook een naijverige God is. Laten we dankbaar zijn dat Hij ijvert over het kwade en het zal verteren door het vuur van Zijn ijver en dat Zijn liefdevuur alles rein en nieuw zal maken.
In Jes. 33:14 vragen de zondaren zich af: wie van ons kan verkeren bij een verterend vuur; wie van ons kan wonen bij een eeuwige gloed? Het antwoord is niet: niemand, want dan zou men verbrand en verteerd worden, maar: Hij die in gerechtigheid wandelt en oprecht spreekt… Dan horen we allerlei dingen die afgeleid moeten worden en dan zal het goed zijn bij het verterende vuur. De Statenvertaling en de N.B.G. beginnen Openb. 21:8 door hun vooringenomenheid dat degenen die in dit vers worden genoemd, buitengesloten zijn en in een toestand van rampzaligheid blijven, met het woord “maar.” In het Grieks staat hier echter het woord “de” en niet het woord “Alla” dat “maar” betekent. Het griekse “de” wordt in de ruimste zin gebruikt als tegenstelling, maar de oorspronkelijke betekenis is “nadruk” die in causaal verband wordt vertaald met: want, immers en daar. We moeten nagaan of hier van een causaal verband sprake is. Volgens de Statenvertaling en de N.B.G. is er geen verband tussen vers 8 en de voorgaande verzen. Het staat er onbegrepen tussen want vers 9 begint met een ander onderwerp. Wanneer we echter wel een verband zien tussen degenen die in vers 8 genoemd worden, zij die nog zondaren en doden zijn en Hem die volgens de voorgaande verzen op de troon zit om alles en allen te vernieuwen en levend te maken, wordt alles duidelijk en verheugend.
Wij vertalen “de” met “want” en met nadruk. Vrij vertaald kunnen we zeggen: “Die op de troon zat, zei: Zie ik maak alles nieuw, want er zijn nog zovelen die nieuw gemaakt moeten worden. ik zal de dorstigen geven uit de fontein van het water des levens voor niets, want er zijn nog zo onnoemelijk veel doden die het levenswater nodig hebben. Degene die overwint zal deze dingen ontvangen, want nog zovelen moeten zichzelf overwinnen. Ik zal hem tot een God zijn want dat ben ik nu nog niet. Dan zal hij Mij een zoon zijn, want hoewel zij allen Mijn schepselen zijn, zijn ze nog niet mijn zonen geworden. Want de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars worden geworpen in de vuurpoel: dit is de 2de dood. In openbaring 22:15 staat van hen, dat ze nog buiten zijn in plaats van in de vuurpoel. Zij hebben de leugen nog lief en doen die nog. Dit kan allerminst gezegd worden van een lijk of iemand die tot stof verbrandde.
Ze zijn nog buiten, maar Hij die op de troon zit, wil ze van alles reinigen en nieuw maken zodat ook zij binnen kunnen gaan in de hemelse stad. De poorten van de stad zullen nooit gesloten worden en er zal geen nacht zijn, toch zal niemand binnen mogen gaan die onrein is en gruwel en leugen doet (Openb. 21:25-27). Pas wanneer het vuur van Gods ijver, mogelijk door zware beproevingen en kastijding alle ongerechtigheid en vuiligheid zal hebben uitgebrand, wat bij de 1 kort en bij de ander langer duurt, zal inschrijving in het boek van het Lam plaatsvinden (21:27). Dit is een ander boek dan de boeken van God voor de grote, witte troon. Het Lam, de Verzoener, houdt er slechts 1 boek op na en dat is het Levensboek, geen boeken des doods meer. Wij weten wat reclassering in Nederland is. De bedoeling is om gestraften die in de gevangenis hebben gezeten door een doelmatige begeleiding af te brengen van hun misdadige neigingen en hen opnieuw als nette burgers in de maatschappij op te nemen. Het is een edel streven dat, zij het niet altijd, succes heeft. Soms is dat echter schijn omdat het boze hart niet gezuiverd en vernieuwd werd en de goede voornemens snel worden vergeten. Reklassering door mensen faalt nogal eens. Gods reklassering zal succes hebben. Hij heeft het vaste voornemen allen te vernieuwen die nog buiten zijn. Hij zal ze zuiveren en rein maken. Het bloed van het Lam reinigt van alle zonden en ongerechtigheden en is een waarborg. Alles zal aan Gods reklasseringsplan meewerken. Daar is de geest van god die zegt: kom! en de bruid, voorgesteld als een stad die uitnodigt: kom! Wie dorst heeft kome, en, wie wil, neme het levenswater om niet (22:17). Zalig zij die hun gewaden wassen opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad (22:14).
In de 1000 jaren heerst christus als koning der koningen en met Hem de overwinnaars uit de grote verdrukking, met een ijzeren staf (Openb. 2:27; 12:5; 20:4, 5). Het is een tijdperk van stipte rechtvaardigheid waarin de overtredingen elke dag gestraft worden, getypeerd door de regering van David. De laatste eeuwen der eeuwen, de meest voortreffelijkste eeuwen, zullen eeuwen van verzoening zijn. Dan zullen christus, het Lam, de Verzoener en Zijn bruid, gelovig Israël, de uitnodigers zijn om te komen tot Hem en te leven. Deze eeuwen worden getypeerd door de opbouw en de vredesregering van koning Salomo. Het boek Openbaring laat ons echter niet de gehele voleinding zien. Jezus had gedurende Zijn omwandeling op aarde tot Johannes gezegd: nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal 1 kudde worden, 1 herder (Joh. 10:16) en later getuigde hij zelf dat het bloed van Jezus Christus zou reinigen van alle zonde (1 Joh. 1:7). Al schreef hij aan zijn medegelovigen dat christus niet alleen verzoening was voor hun (Israëls) zonde maar voor de zonde van de gehele wereld (1 Joh. 2:2), toch heeft Johannes die heerlijke uitkomst waartoe dat moet leiden niet te zien gekregen in zijn visioenen in openbaring. Hij zag het begin van de voleinding. Hij zag de beginner en de voleinder op de troon die als het ware met een eed beloofde alles nieuw te maken en wanneer dat gebeurd was, zou er zelfs geen oude slang meer zijn. Johannes mocht zien hoe alles gebeuren zou door het Lam, de geest en de bruid maar hij zag niet alles in de nieuwe toestand. Hij zag niet de voltooiing hoewel hij er zeker van was dat die goed zou zijn. Het was de apostel Paulus die verder mocht zien. Johannes, de apostel voor de besnijdenis zag wel het tot heerlijkheid gebrachte volk Israël, als de Bruid, het nieuwe Jeruzalem, de volmaakte stad van het Lam, maar Paulus de apostel van Jood en heiden, de apostel van de volken, ziet het uiteinde van alles en allen.
De voleinding van het einde
De merkwaardige tussenzin in 1 Kor. 15:20-28 geeft ons inzicht in de voleinding van de laatste aionen. Voleinding en einde is niet hetzelfde.
1 Kor. 15:20-28 (Statenvertaling)
Maar nu, christus is opgewekt uit de doden en de eersteling geworden van degenen die overleden zijn. Christus is de eerste die opgewekt werd en het ware leven tot Zich nam. Voor hem zijn ook mensen opgewekt maar niet tot het ware leven. Zij kwamen terug in de thanatos, waren dus weer sterfelijk en stierven opnieuw. Christus leeft; op Hem heeft de dood geen vat meer. Hij heeft de dood van zijn kracht beroofd en onverderfelijkheid aan het licht gebracht (2 Tim. 1:10). Want zoals de dood door 1 mens in de schepping is gekomen, zo is ook de opstanding der doden door 1 mens (vers 21). Dat de apostel het hier over de opstanding voor de grote witte troon heeft, ligt voor de hand, want hij spreekt van de opstanding van de doden. Christus stond op uit de doden, d.w.z. van tussen de doden uit. Zo zal ook de gemeente opstaan van tussen de doden uit, de overige doden blijven liggen (1 Thess. 4:16). Door 1 mens (Adam) de dood in, tot ondergang; door 1 mens (Christus) uit de ondergang, naar de opgang. Dat zegt ons het volgende vers ondubbelzinnig: want gelijk zij allen in Adam sterven, zo zullen zij ook in christus allen levend gemaakt worden (vers 22). Wat een geweldige heerlijke uitspraak. Het werd de vertalers van de Statenvertaling blijkbaar te machtig. Zij vertaalden elke keer ZIJ allen. Dat kan het vermoeden opwekken dat met die “zij” een bepaalde groep mensen, b.v. alleen gelovigen worden bedoeld. Dat “zij” staat niet in de grondtekst. Allen sterven in Adam. De dood gaat tot alle mensen door (Rom. 5:12) zowel bij gelovigen als bij ongelovigen. Allen worden in christus levend gemaakt, zowel gelovigen als ongelovigen. Maar niet allen tegelijk. Een ieder in zijn orde: de eersteling christus, daarna die van christus zijn, in Zijne toekomst (vers 23). Christus, de eersteling stond reeds op. Daarna zal de gemeente die Zijn lichaam is, volgen (1 Thess. 4:13-17). Daarna zal het einde zijn (1 Kor. 15:24a). Niet onmiddellijk daarop volgend, maar daarna. Er zullen meer opstandingen plaatsvinden, o.a. van gelovig Israël (Ez. 37:12).
De Statenvertaling leest: het einde. Maar in de grondtekst staat niet einde (peras) maar voleinding (telos). Schijnbaar een kleine verandering maar er is een groot verschil tussen einde en voleinding. Met einde wordt bedoeld het moment van afsluiting van een tijdperk. We zetten een punt, het houdt op. Voleinding wil echter zeggen het einde of de eindtijd volmaken. Het werk moet nog worden afgemaakt. We zijn er nog mee bezig. Dat volmaken kan kort maar ook lang duren. “Wanneer Hij het Koninkrijk aan God en de Vader zal hebben overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij teniet gedaan zal hebben en alle macht en kracht (vers 24). Als we willen weten wanneer alle macht teniet gedaan wordt, moeten we ons tot Johannes wenden aan wie dat getoond werd. Het zal na de 1000 jaar zijn als satan ontbonden zal worden en hij alle volken van de aarde zal vergaderen. Als al die legermachten zullen optrekken tegen de Heilige Stad en ze door vuur van God uit de hemel worden verteerd samen met satan (Openb. 20:8-10). In de 1000 jaar is christus koning der koningen en Heer der heren. Alle koningen van de aarde heeft Hij onder Zijn hoede en ze hebben zich schijnbaar aan Hem onderworpen. Als de verleider wordt losgelaten zijn ze snel bereid de rechtaardige regering van christus van zich af te werpen. Ze denken dit te bereiken door gods volk en de heilige stad, Jeruzalem vanwaar de wet uitgaat te vernietigen. Allen gaan ten onder en christus geeft het koningschap over aan de Vader. De voleinding begint. De Alpha en de Omega neemt plaats op de troon. Paulus zegt dat christus het koningschap overdraagt aan God de Vader (1 Kor. 15:24). Dit stemt overeen met Johannes die Hem niet alleen ziet als Koning maar ook als Vader, want Hij wil allen tot zonen maken. Dat God koning was en zal zijn, lezen we vaak in de Bijbel. Hij was de Koning van Israël voordat het volk een menselijke koning wilde en Hij zal Koning zijn als de Zoon het koningschap aan hem overdraagt. Wij zagen reeds dat Johannes hier het begin van de voleinding zag. Christus is dan niet meer koning maar Hij wordt het Lam genoemd. Alleen door het bloed van het Lam kan God Zijn doel bereiken. In dat bloed moeten eerst alle gewaden, alle zonden en ongerechtigheden gewassen en vernietigd worden, voordat de poorten van de stad mogen worden betreden en van de levensbron gedronken kan worden (Openb. 22:14-17).
Tot zover is er geen tegenspraak tussen Paulus en Johannes maar dan brengen de vertalers ons opnieuw in de war als ze zeggen: want Hij moet als Koning heersen totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd (vers 25). We hebben daarnet gezien dat Hij Zijn Koninkrijk overdraagt aan Zijn Vader en nu moet Hij toch weer als koning heersen totdat Hij al Zijn vijanden onder Zijn voeten gelegd heeft. Maar dit WAS toch al gebeurd? Alle overheden en machten vonden de dood, stonden op om voor de grote, witte Troon te verschijnen en voor zover ze niet in het Levensboek stonden, werden ze in de Vuurpoel geworpen. Zij behoren bij de doden, klein en groot. Moet christus die nogmaals overwinnen?
De statenvertaling is helaas niet correct. Er staat in de grondtekst niet dat Hij als Koning moet regeren. Als koning regeren wil zeggen dat iemand die regeert, beslist koning moet zijn. In de grondtekst staat basileo, dat we kunnen vertalen met koning zijn of heersen of regeren. Basileus is koning; basileuo is koning zijn. Nu stelden de Grieken het koning zijn en regeren zo op 1 lijn dat ze voor beiden hetzelfde woord hadden. Uit het zinsverband moeten wij opmaken hoe te vertalen. Zelfs Adolph Knoch wist hier niet goed raad mee, want hij vertaalde in zijn standaardwerk, de Engelse concordantvertaling: Hij moet regeren en in de latere Duitse vertaling: Hij moet koning zijn. Maar in Rom. 5:14, 17 en 21 waar hetzelfde woord 5 maal voorkomt, vertaalt hij in beide vertalingen heersen of regeren. Dat kon ook niet anders, want Paulus heeft in 1 Kor. 4:8 niet gezegd: opdat wij met u koning mochten zijn. Er is altijd de neiging geweest om Christus Koning te maken. De boodschap van de engel aan Maria dat Jezus Koning zou zijn over het huis van Jacob (Luk. 1:33) heeft heel wat dwaling veroorzaakt en er zijn vele stellingen opgebouwd. Deze uitspraak en de foutieve vertaling van Hand. 2:30 waar niet over christus gesproken wordt, zijn als grondslag gekozen voor de aardse regering van Jezus op de aardse troon van David in de 1000 jaren. Knoch vertaalt in Luk. 1:33 ook regeren. In de 1000 jaren, in Luk. 1:33 in de grondtekst “in de eeuw” zal Gods knecht David koning over Israël zijn (Ez. 37:24) en de HERE koning over de hele aarde (Zach. 14:9).
Wij hebben de Chaldeeuwse magiërs geloofd toen ze spraken van de christus als koning der joden, en de overpriesters en de schriftgeleerden die Micha 5:1 zo slordig lazen dat ze in plaats van Heerser in Israël spraken van Koning der joden (Matt. 2:1-6). We hebben Pilatus geloofd toen hij boven het kruis schreef Koning der joden terwijl Jezus zich nooit als zodanig heeft aangediend, maar altijd beslist weigerde Zich daartoe te lenen. Wij hebben Hem omlaag gehaald door Hem als koning te willen zien van een handvol joden. Hij, die gesteld zou worden boven alle macht en heerschappij zowel in de hemel als op aarde (Matt. 28:18; Filp. 2:9, 10). We vertalen 1 Kor. 15:25 voor alle zekerheid en passend in het verband: Hij moet regeren totdat Hij Zijn vijanden onder Zijn voeten zal hebben gelegd. Wie zijn die vijanden? We zagen reeds dat alle vijandelijke overheden en machten teniet gedaan zijn. Dus die kunnen het niet zijn. Ook zij stonden met de doden, klein en groot, voor de troon en zijn als de bewuste doden in de 2de dood. Als personen hebben zij geen macht meer, want ze zijn in de macht van de 2de thanatos die hen gevangen houdt.
Het is niet in te denken dat Christus tegen hen nogmaals moet strijden en dat Hij hen onder Zijn voeten moet leggen en vertreden. Wie zijn dan de vijanden die dat nog moeten ondergaan? Natuurlijk niet de bruid en ook niet degenen die in het Levensboek staan. Zijn het de doden, klein en groot, die in de poel van loutering zijn? Zijn dat de vijanden van christus? Zijn dat de vijanden van het Lam? Staat de Verzoener vijandig tegenover deze mensen? Nee toch? Hij die de gestalte van een slaaf aannam, Zichzelf tot de dood vernederde, ja, de dood aan het kruis (Fil. 2:7, 8) die daardoor de wereld, ook zij die in de 2de thanatos zijn, met Zichzelf en met God verzoende (2 Kor. 5:19) bij Wie de verzoening met alle vijanden reeds eeuwen geleden heeft plaats gehad, heeft nog persoonlijke vijanden? Toch lezen we: Al Zijn vijanden. Niet “de vijanden” zoals de Statenvertaling zegt. Het zijn speciale vijanden van christus. Wie zijn dat? Het volgende vers geeft antwoord op die vraag: de laatste vijand die teniet gedaan wordt is de dood (thanatos). Hier wordt de dood de laatste vijand genoemd. Maar die dood is geen persoon. Het is een toestand waarin wij nu reeds verkeren en waarin de doden, klein en groot zullen verkeren. Wij noemden, ter onderscheiding, de 1ste, de 1ste dood omdat Johannes die laatste de 2de dood noemt. De dood wordt een vijand genoemd. Wij weten uit ondervinding dat de tegenwoordige dood waarin de zonde over ons heerst een bittere vijand is (Rom. 5:21). Al mag de 2de dood dan niet zo’n grote vijand zijn en voor een beter doel gebruikt worden, het is een vijandelijke macht. Nu worden met die vijanden van christus ook bedoeld de zondige, verderfelijke en boze neigingen die degenen die in de 2de dood zijn nog bezielen. Dat zijn de vijanden van christus en God de Vader. Die vijanden moeten overwonnen en uitgeroeid worden en de Verzoener zal ze onder Zijn voeten vertreden.
Het zijn de vijanden van de mens, maar nog veel meer de vijanden van het Lam en van God de Vader. Johannes somt ze op in Openb. 21:8. Het is de angst, het ongeloof, de gruwel, de moordlust, onzedelijkheid, tovenarij, afgodendienst, de leugen, alle vijanden die het hart van de doden in de 2de thanatos nog vullen en die uitgebannen en te niet gedaan moeten worden. De laatste vijand die onwerkzaam wordt gemaakt is de dood. De grondtekst zegt onwerkzaam (Kartargeo). Hier is geen sprake van overwinnen van de dood. Hij wordt onwerkzaam gemaakt. Hij heeft geen werk meer want er is niemand meer in hem. Hij houdt op te bestaan. De poel van vuur is gedoofd, maar het vuur van Gods liefde laait op! Paulus zegt niet dat die dood de 2de dood is. Het is niet nodig. Hij is de laatste van alle vijanden en kan geen andere zijn dan de 2de dood, zoals Johannes hem noemt. God gebruikt hem ten behoeve van de mens. Kan hij wel een vijand genoemd worden? Ja, alle leed is vijandig: een vermaning lijkt op het moment zelfs geen vreugde te brengen, slechts verdriet, maar op den duur plukt wie erdoor gevormd is er de vruchten van: een leven in vrede en gerechtigheid: Hebr. 12:11. Ook de kastijding in de 2de dood zal die vrucht afwerpen. Zo ziet de apostel het einde. De liefde die sterker is dan de dood heeft getriomfeerd. Niet een koning maar de liefde die alles overwon, heeft gereageerd. Het grote werk is volbracht. De zonde is uitgebannen door het offer van christus (Hebr. 9:26). Alle knie in de hemel, op aarde en onder de aarde, heeft gebogen in de naam van Jezus (Fil. 2:10). Elke tong zal Hem huldigen als Heer, als de verheerlijkte christus, tot heerlijkheid van God de Vader (Fil. 2:11).
“Want Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen, doch wanneer Hij zegt, dat aan Hem alle dingen onderworpen zijn, zo is het openbaar, dat Hij uitgenomen wordt, Die Hem alle dingen onderworpen heeft (vers 27). Alles is aan de Zoon onderworpen, maar natuurlijk is God de Vader daarbij niet inbegrepen want Hij was het die alle macht aan de Zoon overgaf. “En wanneer aan Hem alle dingen onderworpen zullen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden aan zijn Vader, die alle dingen aan Hem onderworpen heeft opdat God alles in allen zal zijn (vers 28).”
Ook de Zoon behoort bij het alles, het gehele heelal. Hij is toch de eersteling van de gehele schepping. Hij is de Eerstgeboren Zoon. Door de liefde van de Vader en door de gehoorzaamheid van de Zoon werden allen tot het Vaderhart terug gebracht en werden allen zonen. Alles in Gods plan der eeuwen moest daaraan meewerken. Het moest gaan via de 1ste thanatos naar de ondergang door de onbewuste dood tot de opstanding en door de 2de thanatos tot de opgang en volmaakte heerlijkheid. God alles in allen! Alles is uit Hem, alles is door Hem en alles is voor Hem. Alles keert tot Hem terug. “Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid” (Rom. 11:36).
*
Geen human doings maar human beings.
Iedereen op de wereld heeft 99,9% hetzelfde DNA, alleen sommige tweelingen hebben 100% hetzelfde DNA. Dus we zijn veel gelijker aan elkaar dan we van elkaar verschillen. Tegelijk zijn we verschillend door cultuurverschillen en neurotische tics die we van onze voorouders hebben mee gekregen. (Deut. 5:9). Om die reden gebruikt God verschillende methoden om ons te bereiken. Zijn almacht gaat onze pet zover te boven dat het weinig zin heeft om hier zelf iets aan toe te voegen, bijvoorbeeld door goede daden te stellen of tuintjes te harken bij oude dametjes.
In Mat. 11:28 staat zoiets als: “kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven.”
Ondanks deze vers, proberen we toch steeds weer de goede christen uit te hangen. Tot je dan deze vers tegenkomt:
“Zijn werken zijn al met de grondvesting van de wereld voltooid.” – Hebr. 4:3
Hebr. 4:9-11 maakt er helemaal iets moois van: “laten we alvast binnengaan in die rust…”
Inderdaad, veel christenen zijn zo druk bezig met christen te zijn dat ze over hun eigen voeten struikelen, de naaste niet meer zien en zelfs Jezus niet meer zien. Dit is het grote verschil tussen geloof en religie want ook andere religies kunnen er wat van. Ik ken een Zenboeddhist die zich suf mediteert om “innerlijke rust” te vinden. Anderen gaan een klooster in om de stilte en God te ervaren. Ascese, meditatie, vasten, eindeloos bidden, behoren allen tot het domein van religie en het op eigen kracht vrede vinden in jezelf. Ik heb ook eens geprobeerd te mediteren maar dat duurde maar 2 minuten omdat het niet mijn “ding” is. Een andere mediteerder zegt dan: oefenen, oefenen, oefenen. Jawel, tot aan het einde der tijden zeker. Paulus zegt dat we al die dingen niet hoeven te doen omdat we immers in en door Christus bewegen, leven en ademen: Hand. 17:27-28. Zelfs Lenin zei al dat religie opium was voor het volk. Inderdaad is het de keuze van velen om op deze manier met hun geloof om te gaan, om zondags 2 keer naar de kerk te gaan, dagelijkse bijbelstudies te oefenen, ellenlang te bidden, pray and praise en goede daden te verrichten zoals tuintjes harken bij oude dametjes. Alles, zolang ze maar niet serieus over jezus hoeven na te denken. Dit soort religieuze toewijdingen houden je van de straat en verdoven je intellect. “Doen” is een drug. Ons probleem is dat we geen geduld hebben en uit een soort onrust de goede christen uit gaan hangen, wat ons alleen maar verder verwijdert van Christus. We durven niet te wachten tot Jezus in ons leven aan het werk gaat. Bij onze eerste geboorte hadden we zelf geen inbreng, hebben we deze dan wel bij onze nieuwe geboorte? Nee toch?
Anderzijds kennen we veel mensen om ons heen die dagelijks vreselijk moeten lijden, variërend van liefdesverdriet tot geldzorgen of ziekte. Het helpt misschien te bedenken dat God zelf ons deze ellende op ons dak stuurt maar wel al die tijd bij ons blijft om ons er doorheen te slepen. Ook dan krijgen we de neiging om zelf alvast van alles te verzinnen om onze eigen problemen op te lossen. Ook nu weer: “doen” is een drug die ons intellect verdooft en vooral de tijd doodt. In Jesaja 40:31 staat iets zinnigs: maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht, hij loopt maar wordt niet moe. De gedachte achter het doen van goede daden is de angst dat we anders niet gered zullen worden, c.q. de hoop dat we misschien een ereplaats in de hemel zullen krijgen. Maar Jezus zegt tegen de farizeeërs: zij hebben hun oordeel al ontvangen. Het is eerder de hulpeloze machteloze die hulp ontvangt, die door God gezegend zal worden dan de doener. Denk hierbij ook aan de mesjogge moslims die zichzelf opblazen tezamen met veel anderen om een ereplaats in de hemel te krijgen; religie! Alleen God kan hun ogen openen. Denk aan Paulus die eerst Saulus was en een heilige oorlog begon tegen de christenen. Op weg naar Damascus opende god zijn ogen.
*
Mysterieën die Confucius niet kon verklaren maar de bijbel wel
4000 jaar lang vanaf het begin van een tijd die volledig in de mist is gehuld reisden de heersers van China af naar de grens van hun land of de hoofdstad. Daar, op een altaar buiten de poort offerden ze jonge stieren en lammeren aan ShangTi, de hemelse heerser. Het grensoffer zoals het werd genoemd was een ononderbroken ceremonie die terugvoerde naar de tijd van 2205 voor Christus. Deze ongewone ceremonie eindigde in 1911 na 4000 jaar.
De heersers vierden deze ceremonie op de Berg Tai in Shantung, aan de oostgrens van China!
De oude letters en karakters van het Chinese alfabet dragen de betekenis van dit grensoffer in zich. Ethel R. Nelson en Richard E. Brodabury schrijven in hun boek, Mysteries die Confucius niet kon oplossen:
“We geloven dat de mooie geschiedenis van het begin van de mens op de nieuwe geschapen planeet aarde perfect zijn behouden in de oude geschreven karakters van het chinese alfabet! Door de eeuwen heen zijn dezen karakters kwijtgeraakt en werden ze een mysterie net als ShangTi.
Ze schrijven…
“In 1 van de oude boeken van de Chou dynastie staat geschreven: “omdat de mens zondigde in de oudheid, gebood de god van de hemel om Chung en Li de weg te blokkeren tussen hemel en aarde.”
Misschien zijn Chung en Li de cherubs die eden bewaken? Net zo verbande God Adam en Eva uit de Tuin. Toen ze door de oostelijke Poort van de tuin gingen, begrepen ze dat dit het einde betekende van hun onsterfelijkheid. De poort van Eden werd de nieuwe plaats om God te aanbidden.
*
De Bijbel is uniek
1. Uniek in zijn ontstaan
In de eerste plaats is de Bijbel uniek in zijn ontstaan. Ga maar na:
er hebben meer dan veertig schrijvers aan meegewerkt, en dat over een periode van ruim 1500 jaar, terwijl deze schrijvers kwamen uit verschillende milieus en alle een andere opleiding hadden genoten, waarbij ze schreven op heel verschillende plaatsen en onder heel verschillende omstandigheden.
2. Uniek in zijn eenheid
In de tweede plaats is er een opmerkelijke eenheid in dit bijzondere Boek te constateren, ondanks het ontbreken van enige vorm van overleg tussen de schrijvers. Die eenheid blijkt uit de rode draden die door de Bijbel lopen, zoals de grote vragen ‘wie is God’, ‘wie is de mens’ en natuurlijk blijkt die eenheid het meest uit het centrale thema van de Bijbel: de Here Jezus Christus.
3. Uniek in zijn actualiteit
In de derde plaats valt het op hoe de Bijbel een boek is dat in elke periode van de wereldgeschiedenis past. Er is geen tijd of persoon die kan zeggen: de Bijbel heeft geen boodschap voor mij. De Bijbel is sinds zijn ontstaan op elk moment actueel gebleken, in alle voorkomende situaties. Of iemand nu jong is of oud, geleerd of ongeschoold, voor de Bijbel maakt dat niets uit: hij heeft voor ieder wat hij of zij nodig heeft.
4. Uniek in zijn verspreiding
In de vierde plaats is de Bijbel uniek vanwege de hoeveel die er in de loop der eeuwen van zijn verspreid. Die hoeveelheid is niet na te rekenen. Miljarden Bijbels zijn verspreid over de hele wereld. De hele Bijbel is in honderden talen vertaald. Gedeelten van de Bijbel zijn in duizenden talen vertaald. Welk boek kan zich in zo’n oplage en zo’n verspreidingsgebied verheugen?
5. Uniek in zijn overleving
In de vijfde plaats heeft de Bijbel nooit een moment gekend dat hij er niet was. De bijbel werd oorspronkelijk geschreven op materiaal dat gemakkelijk verloren ging en moest gedurende vele eeuwen met de hand overgeschreven worden voordat de boekdrukkunst werd uitgevonden. God heeft ervoor gezorgd dat er van het Nieuwe Testament maar liefst meer dan 4000 Griekse handschriften bekend zijn. Van het Oude Testament zijn dat er niet zoveel maar, die er zijn werden nog zorgvuldiger bewaard doordat oude rabijnen registers bijhielden van alle letters, lettergrepen, woorden en alinea’s zodat de nauwkeurigheid van de overgeleverde tekst van het Oude Testament zijn weerga niet kent als die vergeleken wordt met andere klassieke werken. Maar de Bijbel is niet alleen uniek wat zijn overleving door de tijd heen betreft, maar ook wat zijn overleving onder de vele heftige aanvallen betreft. Eeuwen lang hebben mensen geprobeerd hem te vernielen en te verbranden om hem uit te bannen. De grootste aanval was in 303 na Chr. toen de grote Romeinse keizer Diocletianus het bevel uitvaardigde alle christenen en hun heilig boek te vernietigen. Toch dook de Bijbel al gauw weer op. De beroemde Franse rationalist Voltaire die in 1778 stierf pochte dat de Bijbel binnen honderd jaar alleen nog maar als antiquiteit te vinden zou zijn. Ironisch genoeg gebruikte de Geneva Bible Society zijn drukpers en zijn huis om stapels Bijbels te produceren. En hoe heeft de Roomse kerk alles in het werk gesteld om de Bijbel buiten bereik van het volk te houden! Zelfs Luther was volgens zijn zeggen al volwassen voordat hij ooit een Bijbel zag. Pas na de hervorming kwam hierin langzaam verandering. Maar daarna ontstond een nieuw soort aanval: die van de bijbelkritiek. Maar ook deze heftige en nog steeds doorgaande aanval wordt door de Bijbel krachtig afgeslagen. De Bijbel is het meest geliefde en meest gehate boek ter wereld.
Uniek in zijn literaire karakter
In de zesde plaats is de Bijbel een verzameling literaire meesterwerken geworden, waardoor de wereldliteratuur grotelijks is beïnvloed. Sir William Jones, één van de grootste taalkundigen en kenners van het Oosten die Engeland ooit heeft voortgebracht, schreef op de laatste bladzijde van zijn Bijbel: “Ik heb deze Heilige Schriften regelmatig en aandachtig gelezen en ben van mening dat dit boek (…) meer verhevenheid en schoonheid, meer zuivere zedelijkheid, meer belangrijke geschiedenis en schonere passages van poëzie en welsprekendheid bevat, dan in alle andere boeken gevonden kan worden, in welke eeuw of taal zij ook geschreven mogen zijn.”
Van de Hoofdpersoon van de Bijbel, Jezus Christus, schreef een historicus: “Het is een aanwijzing voor Zijn belangrijkheid, voor de uitwerking die Hij op de geschiedenis gehad heeft en vermoedelijk voor het raadselachtige mysterie van Zijn wezen, dat geen ander wezen ooit levend op deze planeet zo’n geweldig volume aan literatuur onder zo vele volken en talen heeft teweeggebracht, en dat de vloed, verre van weg-ebbend, nog steeds blijft stijgen.”
Uniek in zijn morele karakter
Het zevende en laatste kenmerk is het belangrijkste kenmerk. De morele standaard van de Bijbel blijkt nergens zo duidelijk dan in het feit dat hij zo onverbloemd de zonden en zwakheden van zijn edelste en meest geliefde hoofdfiguren opsomt. Kijk naar David, de geliefde koning van Israel wiens overspel met Bathseba wordt genoemd en ook het oordeel dat God daarover moet brengen. Maar kijk ook naar de genade die God schenkt als er berouw is. Dit volstrekt unieke morele karakter van de Bijbel dwingt de mens tot een keus. Wie ermee in aanraking komt is ervoor of ertegen en dat gaat met de heftigste emoties gepaard.
Tot slot
Het hoofddoel van de Bijbel sluit op het zevende kenmerk aan. Zoals gezegd gaat het in de Bijbel om Jezus Christus. Als de Bijbel enerzijds laat zien wie de mens is en hoe deze door het lezen van de Bijbel aan zichzelf wordt ontdekt, biedt de Bijbel anderzijds aan de zondige mens de kans om aan Gods oordeel over de zonde te ontkomen. Die ontkoming is te vinden bij Christus. Het grote bijbelse antwoord op het morele probleem van de moderne mens is persoonlijke, geestelijke wedergeboorte, ware innerlijke levensvernieuwing door een oprecht en levend geloofsvertrouwen in de gestorven en opgestane Here Jezus Christus.
*
bekering
In die dagen kwam Johannes de doper en preekte in de woestijn van Judea en zei: bekeer je, want het hemelse koninkrijk is nabij. (Matt. 3:1-2)
Mattheus weet te vertellen dat Johannes degene was van wie de profeet Jesaja zei: “een roepende in de woestijn, die de weg voorbereidt voor de Here.” Verbazingwekkend dat zonder pers, CNN, Fox Nieuws, faxen en email, zijn boodschap razendsnel verspreid werd en iedereen hem kende. Zonden belijdend werd je gedoopt door hem in de rivier de jordaan. Maar wat heeft bekering te maken met het hemelse koninkrijk? De mensen die naar de Jordaan kwamen, hadden geen effectieve manier om van hun zonden af te komen. Want het was onmogelijk voor het bloed van de stieren en geiten om de zonden weg te wassen. Niemand kan immers aan alle geboden voldoen. Maar de Farizeeërs waren er meester in om net te doen alsof ze zich aan alle geboden hielden. Beiden, Jezus en Johannes hadden hun handen vol aan deze Farizeeërs waar ze continu mee overhoop lagen. Jezus zei tegen hen: het gaat om de vruchten die je voorbrengt, niet om het houden aan regels. Zeg niet: we hebben Abraham als vader, want ik zeg u: dat God uit deze stenen, kinderen van Abraham kan maken. Mat. 3:7-9.
Oef! Dat moet hard zijn aangekomen, die dagen, zo hard tegen de lijn van Abraham ingaan en tegen hun claim van goede werken. Zelfs beginnende bijbelstudenten weten dat Jezus genadevol was voor zondaren maar spijkerhard voor de religieuze leiders die er vanzelfsprekend vanuit gingen dat ze toch wel bij God terecht kwamen. Ik denk dat Jezus zoiets gezegd moet hebben tegen zijn volgelingen over bekering: kijk anders naar jezelf en hoe je God zoekt. Want zijn koninkrijk is niet van deze wereld en de regels van deze wereld deugen niet. Waar is het koninkrijk, kun je je afvragen. Het simpele antwoord is: waar de koning regeert, daar is het koninkrijk. Veel gemakkelijker is de vraag: waar is Gods koninkrijk niet? De psalmist verklaart: “als ik opstijg ten hemel, bent u daar. Als ik afdaalt naar de hel, bent u daar! (Psalm 139:8). Deze psalm maakt duidelijk dat God overal regeert. De joodse leiders geloofden dat God alleen aanwezig was bij de rechtvaardigen, met name in de heiligste plek van de tempel. Als dat echt waar was, zou je je inderdaad moeten beraden waar het koninkrijk van God is en wie daar naar binnen kan. Lev. 16:2-5.
Toen jezus de 72 discipelen uitzond, zei hij: “als je een stad binnen komt en welkom wordt geheten… genees de zieken daar en zeg hun, “het koninkrijk van God is nabij.” Maar als je ergens niet welkom bent, roep dan midden op straat: zelfs het stof van uw stad dat aan onze voeten kleeft, vegen we af. Maar wees er zeker van: het koninkrijk van God is nabij: Lukas 10:8-11. Dus of het stadsvolk het nu leuk vond of niet; het koninkrijk was nabij. Toen de joden hem beschuldigden van het uitdrijven van demonen door satan, antwoordde hij: “maar als ik demonen uitdrijf door de vinger van God, dan is het koninkrijk tot u gekomen.” Lukas 11:20. Jammer hoe zoveel christenen vandaag de dag nog steeds op het hemelse koninkrijk wachten. Als zij gelijk zouden hebben, zou Jezus een vertraging hebben van 2000 jaar! Hij zei tegen zijn discipelen: “ik zeg u de waarheid: sommigen die hier staan, zullen niet sterven voordat ze het koninkrijk van God zien: Markus 9:1. Christenen hebben de woorden uit Mat. 24 uit hun context gehaald en zichzelf de kop gemaakt over de grote Verdrukking en de komende Apocalyps. Ze hebben de profetie van Jezus letterlijk genomen in plaats van symbolisch. Jezus sprak vooral over aanstaande gebeurtenissen in zijn eigen tijd in plaats van over onze tijd. Hij zei: deze generatie zal niet voorbijgaan voor alles gebeurd is: Mat. 24:34. Christus profeteerde de gebeurtenissen van 70 na Christus, het einde van het joodse tijdperk, alles binnen een periode van 40 jaar van de generatie waarin hij leefde.
God gebruikte de Romeinse generaal Titus om Jeruzalem te vernietigen, inclusief de tempel en historische documenten en registers. Hierdoor werd het onmogelijk nog langer offers te brengen die door de wet waren vereist of zelfs maar te bewijzen wie nog bij de stam der Levieten behoorde, wat nodig was om het priesterschap te kunnen voortzetten. Deze gebeurtenis verklaart de noodzaak om ons te bekeren en na te denken wie God echt is en wat zijn plan voor de schepping is. Het midden oosten is een pruttelende kookpot van haat en valse leringen ten aanzien van waar Gods koninkrijk is en wie daar binnen gaan. Als de moslimwereld al op zijn kop staat om een paar cartoons, hoe moet het dan wel niet als iemand hun daar zei wat Jezus lang geleden zei: dat God uit stenen zonen van Abraham kan maken.
De wereld heeft dringend bekering nodig maar niet van waar de moslims en veel christenen zo van geobsedeerd zijn: sex en leerstellingen van puurheid en reinheid. Het onderwerp zonde is een gesloten boek. De zondaar is onschuldig verklaard en bevrijd en vervuld met de geest van God zelf. Christus betaalde de prijs voor de hele wereld zoals Johannes 3:16 verklaart maar het volgende vers gaat verder: God zond zijn zoon niet om de wereld te veroordelen maar om de wereld door hem te redden. Degene die in hem gelooft is niet veroordeeld, maar wie niet in hem gelooft is al schuldig omdat hij/zij niet gelooft in de naam van de enige zoon van God: Joh. 3:16. Sommige christenen geloven dat hiermee het hiernamaals bedoeld wordt. Maar het slaat juist op het hier en nu. Bekering is niet de katalysator die God helpt onze zonden te vergeven zoals de meesten denken. We kunnen ons alleen bekeren omdat God de wereld al vergeven heeft in christus. Velen geloven nog steeds dat hun religie de enige weg is om een boze God te sussen. Maar het goede nieuws is: “Jezus heeft alle muren geslecht tussen mensen door de wet buiten werking te stellen.” Zijn doel was een nieuwe mens te creëren uit de twee: de heiden en de jood en in dit nieuwe lichaam beiden met God te verzoenen door het kruis, waarmee hij hun vijandschap doodde. Efe. 2:14. God is groter dan al onze religies. Sommige christenen geloven dat de kerk het definitieve resultaat is van al Gods beloften. Maar de kerk waar Paulus over schreef, niet te vergelijken met wat we tegenwoordig op aarde zien, is de bruid van christus, zijn lichaam, gekocht met zijn eigen bloed. Zoals Eva uit Adam kwam, doorboorde een speer later Jezus. En uit zijn lichaam kwamen water en bloed waaruit de kerk voortkwam. Joh. 19:34. Op dat moment scheurde het gordijn van de tempel in tweeën en was god niet langer gescheiden van de mensen door religieuze dictaten maar voor iedereen bereikbaar, voor joden en heidenen door de heilige geest.
Water en bloed zijn krachtige symbolen van Gods verbond met de kinderen van Israel. De Hebreeuwse schrijver verklaart dat Mozes het bloed van kalveren gebruikte samen met water, wol en hyssoptakken en de rol besprenkelde en alle mensen: Heb. 9:18. Hij zegt: de wet eist dat bijna alles met bloed wordt gereinigd en zonder bloed vergieten is er geen vergeving. De glorieuze conclusie was dat de wet was vervuld in christus die verschenen was voor allen aan het einde van de eeuwen om de zonde definitief uit te bannen door zichzelf te offeren: Heb. 9:26. De wet was alleen een schaduw van de goede dingen die komen en niet meer dan dat. Heb. 10:1. De schaduwen van het OT waren allen vervuld in christus. Beiden, Johannes en christus riepen hun luisteraars op zich te bekeren. En ze zouden vandaag de dag hetzelfde doen omdat de meeste christenen vastzitten in doctrines die hen ooit door de kerk zijn in gegeven zonder dat ze het Koninkrijk van God op aarde hebben gezien. Jezus zei tegen Nicodemus: “ik zeg je de waarheid; niemand kan het koninkrijk van God zien tenzij hij opnieuw geboren is. Joh. 3:3. Nicodemus dacht dat je opnieuw de buik van je moeder in moest. Maar Jezus corrigeerde hem: “ik zeg je de waarheid dat niemand het Koninkrijk van God binnen kan gaan, tenzij hij geboren is uit water en geest. Vlees brengt vlees voort maar de geest brengt geest voort.
Wat heeft bekering te maken met wedergeboorte? Sommigen zeggen dat je je eerst van je zonden moet bekeren voordat jet het koninkrijk van God kunt ervaren. Maar ik denk dat het meer is en je heel anders tegen het proces van bekering zelf aan moet kijken. Je hebt er zelf geen hand in hoe je in je moeder’s buik terechtkomt. Dus zou het gek zijn als je wel de hand in je wedergeboorte had. Je kunt je natuurlijk netjes gedragen en een goed kerklid cq. Christen zijn. Dan volg je het schema geloof, bekering, belijdenis en doop. Maar hoe wordt je opnieuw geboren? Dat is een Godproces van het begin tot het einde. Daarom moeten we ons bekeren van eigen pogingen om opnieuw geboren te worden. Op eigen kracht zullen we nooit het koninkrijk van God zien. Daarvoor hebben we de geest nodig. Christenen vragen vaak hoe ze kunnen vergeven, stoppen met zondigen, of Gods wil kunnen doen. Mijn antwoord zou zijn: jij kunt dat niet, alleen christus in jou. YHWH voorzag Johannes in de woestijn van alle middelen om zowel bekend te worden als te dopen, ondanks dat hij niets had. Dan zal hij dat bij jou ook doen. Godsdienstige organisaties zijn dienaren maar de heilige geest vloeit van de Vader naar zijn Zonen en via hen naar de hele wereld. Het koninkrijk is overal en we moeten ons bekeren ten aanzien van hoe we ons zelf zien. We moeten anders tegen zonde aankijken en snappen dat YHWH ons voor de schepping heeft uitgekozen. We zijn gered en vergeven door zijn genade en vol met zijn wijsheid: Efe. 1:4. We ZIJN wedergeboren, niet door het vergankelijke zaad maar door de onvergankelijke geest . 1 Pet. 1:23.
*
Ark theologie
Verschil tussen evangelicals en de bijbel. De 19de eeuwse evangelist D. L. Moody beschreef de wereld als een oceaanstormer die op een ijsberg was vastgelopen. Daarom moesten zoveel mogelijk mensen in de reddingsboten. Deze gedachte was zowel een vloek als zegen voor de evangelisering. Aan de ene kant is de evangelisering versneld van de grond gekomen. Tegelijk was de focus op de reddingssloepen zo nauw dat de kerken weinig te melden hadden over alle facetten van het leven. Om bij de reddingssloepen te blijven, wil ik de Ark van Noach erbij halen die niet alleen mensen heeft gered maar ook dieren, eveneens Gods schepsels. Het verbond dat god met Noach en diens nakomelingen sloot was niet alleen met de mensheid. In Genesis 9:10 lezen we: “en met alle levende wezens bij jullie, vogels, vee en wilde dieren.”
Ook de regenboog was niet alleen een teken tussen god en de mensen.
In Genesis 9:12, 15 en 17 lezen we: “Dit zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens.”
Vers 17: – “Dit is het teken van het verbond dat ik met ALLE levende wezens op aarde gesloten heb.”
De Ark theologie stelt dat God de bedoeling heeft om de hele schepping te herstellen, ja zelfs beter dan voorheen inclusief elk deel, ieder schepsel. Abraham Kuyper zei al: er is niet 1 vierkante centimeter van de hele schepping waarover Christus niet uitroept “het Mijne!”
Reddingssloep theologie: Jezus wil Heer zijn van jouw leven. Ark theologie: Jezus is heer over het heelal en het dodenrijk… (en niet slechts koning der joden)
*
Adam zondigde als eerste
De zonde is niet door Eva in de wereld gekomen maar door Adam. Rom. 5:12 benadrukt: “door 1 man is de zonde in de wereld gekomen.” Sinds Eva geen man was, moet het dus wel om Adam gaan. De zonde en de dood waren er al toen Eva zondigde. Adam wendde zich al af van God toen Eva nog niet eens geboren was. Adam miskende niet alleen God maar ook zijn eigen hoge goddelijke afkomst toen hij onder de dieren een wederhelft ging zoeken. God heeft hem toen gedood en zodoende heeft Adam de dood over Eva gebracht en die dood is doorgegaan tot alle mensen. Jezus heeft tenslotte de doelmissing van Adam op zicht genomen. God had Adam een groot inzicht gegeven in de schepping, zo gaf Adam aan alle dieren hun namen die ze nog steeds hebben. Maar hij draafde door en zocht een levenspartner onder de dieren. Zodoende miskende hij wie hij zelf was. God heeft Adam toen in een diepe slaap gebracht, en Eva uit Hem verwekt.
Nergens staat dat Adam weer wakker is geworden!
Deze diepe slaap is vergelijkbaar met de diepe slaap uit Gen. 15:12 in het geval van Abraham. Paulus heeft in Romeinen 5:12 uitgelegd dat het een dood-slaap was. Adam heeft zijn roeping niet vervuld en moest plaatsmaken voor een 2de Adam: Jezus. God heeft uit de eerste stervende Adam, Eva gemaakt. Eva werd dus pas gemaakt toen Adam stervende was. Eva’s misstap bij de Boom van Kennis was hooguit een anti climax van het stervensproces dat door Adam was ingezet.
Resumerend
Het bekende verhaal is dat Eva van de vrucht van de Boom van Goed en Kwaad (ook wel Boom van Kennis) at en daarmee als eerste mens zondigde. Hoe zat het dan met Adam? De waarheid ligt veel complexer, namelijk Adam zondigde als eerste. Hoe zit dat dan? Daarvoor gaan we even terug naar Genesis, om precies te zijn naar Genesis 1:26:
“En God, (Elohim) zei: laat Ons mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis en laat hen heersen over de vissen van de zee.”
De zeggenschap van de mensheid over de andere schepselen die God gemaakt heeft, is daarmee gevestigd.
Genesis 1:27 is opgedeeld in 2 heel verschillende concepten:
Genesis 1:27a: “En God schiep de mens (Adam) naar Zijn beeld, naar het beeld van God, schiep hij HEM (enkelvoud).”
Genesis 2:7 beschrijft vervolgens de daadwerkelijke schepping van de eerste mens: “toen formeerde de Here God de mens (Adam) van stof uit de aardbodem.”
Terug naar Genesis 1:27b: daar staat: “man en vrouw schiep hij HEN (meervoud). Genesis 2:21-23 beschrijft de wijze waarop God Eva uit Adam heeft geschapen. God heeft Eva gemaakt na en uit Adam, die zijn doel reeds gemist had. Deze 2de schepping vond plaats na een voorafgaande misdraging van Adam toen hij een levenspartner onder de dieren ging zoeken. God had gezegd: “laat Ons mensen maken.” Adam ging echter, toen hij zich realiseerde dat hij een vrouw miste niet naar zijn Vader maar zocht die levensgenoot onder de dieren, die hij bestudeerde voor het geven van namen. Zo is de zonde in de wereld gekomen, laat Paulus zien (Rom. 5:12). Jacobus 1:13-15 reflecteert op wat Adam in de Hof van Eden heeft bewogen:
“God verzoekt nooit een mens: laat niemand als hij verzocht wordt, zeggen: ik wordt van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. Verzoeking komt voort uit eigen begeerte.”
*
Judas en de 30 zilverstukken
In Mattheus 27:6-7 staat dat de hogepriesters van het geld dat Judas had gekregen voor zijn verraad van Jezus een stuk akker kochten. Immers, ze hadden wel door dat ze dit bloedgeld niet in de offerpot moesten doen. In Handelingen 1:18 zegt Petrus dat Judas een stuk grond kocht. In sommige vertalingen wordt van een wijngaard gesproken.
Hoe zit het nu?
Judas heeft de grond niet gekocht maar de hogepriesters. Er ligt een zekere ironie in als Petrus met voorbijgaan van de hogepriesters zegt dat Judas voor zijn verraad uiteindelijk een begraafplaats voor vreemdelingen heeft verkregen. Judas in onwetend de stichter geworden van een monument voor mensen die in den vreemde sterven, zoals hijzelf als vreemde gestorven is. Er ligt in Petrus’ uitspraak ook een toespeling op het feit dat de hogeriesters er buiten wilden blijven. Zij hebben letterlijk gezegd, “wat gaat het ons aan? Gij moet zelf maar zien wat ervan komt.” Mat. 27:4.
Judas gaat naar de eenzaamheid waarin ze hem hebben gejaagd en hij hoeft alleen maar het worgkoord aan te trekken, dat zij hem om de hals hebben gelegd. Priesterschap is de gastvrijheid van het hart. In de priester wordt het leed van de gemeenschap en de enkeling beleefd: laat de priesters wenen, Joel 2:17. Maar de ontrouwe priesters weenden niet, zij haalden de schouders op. Zij lieten Judas los en wilden zelfs zijn geld niet aanraken. Als Petrus zegt: zo kreeg hij ongewild voor zijn geld een bloedakker voor vreemdelingen dan ligt daarin opgesloten: Judas is door de priesters vermoord. Al is hij niet letterlijk op die akker gestorven, toch heeft het zin om te zeggen: zij hebben hem geen andere grond onder de voeten gegeven dan een begraafplaats voor buitenstaanders. Zij distantieerden zich van zijn radeloosheid. Zij gaven hem geen andere uitweg dan het kerkhof. De zielzorgers werden lijkbezorgers, aldus Okke Jager. Judas is helemaal in de wanhoop neergeklapt. Judas had berouw. Dat heeft hij ook openlijk bekend. Hij spreekt woorden uit de Torah, “ik heb onschuldig bloed verraden” – Mat. 27:4. Judas erkent zijn schuld en neemt de verantwoordelijkheid op zich. We mogen zijn berouw serieus nemen, dus waarom zou God dat dan niet doen?
*
2 dimensies
Er is een religieuze benadering die stelt dat al het kwaad slechts een illusie is. De daklozen, miskramen, verminkte lichamen, de ouders die wanhopig proberen door te gaan nadat hun kind is overleden. De gevangene die gemarteld wordt. Dit alles zou slechts een nachtmerrie zijn waaruit we geacht worden te ontwaken. Zelfs tijd, ruimte en materie zouden een illusie zijn. Er is alleen goedheid en god. Maar ik verwerp deze benadering. Het is lui intellectualisme en theologisch ongefundeerd. Het is een religieuze en filosofische oefening in ontkenning. Maar het is wel zo dat deze benadering een vacuüm begint op te vullen dat de kerk links laat liggen. Meer dan het contrast tussen waarheid en illusie gaat het om het contrast tussen waarheid en zelfbedrog. Tussen de waarheid die in Christus is en de leugen die deze waarheid weerspreekt. Ik zal onderscheid maken tussen de dimensies van waarheid die het idee van realiteit in zich draagt en de dimensie van werkelijkheid. Je hebt waarheid (realiteit) en existentiele actualiteit als verschillende dimensies. Onze bestaanswerkelijkheid werd opzettelijk kwetsbaar gemaakt om vijandig te worden ten aanzien van de realiteit, wat tot dusver ook gebeurd is. Iets kan in strijd zijn met de waarheid en toch bestaans werkelijkheid hebben. Het bestaat maar is samengesteld als een leugen.
Als je het met een soort Winzip zou uitzippen, zie je pas hoe het echt zit en zou je zeggen: verrek, het is een leugen. Het hele geval is satan’s hete adem. In ons tijdelijk bestaan zoals we als de uitverkoren zonen van God in Christus in de eeuwen der oneindigheid binnenrolden en tot materie werden gevormd, werden we ondergeschikt gemaakt aan dat wat vreemd is aan ons echte wezen. We moeten de eeuwen niet gelijkstellen met de eeuwige waarheid. De waarheid is eeuwig maar de leugen is tijdelijk. Deze staat een tijd lang in de schijnwerpers om daarna als sneeuw voor de zon te verdwijnen. Bijbels gezien moeten we ons realiseren dat de waarheid hoog verheven is boven de werkelijkheid waarin we ons bevinden. De leugen bestaat net zo goed en in zijn obsessie om God tegen te werken, brengt hij een tegen incarnatie voort. Het is geen echte geboorte omdat alleen God een echte geboorte kan voortbrengen. De incarnatie van de leugen is een geboorte in ijdele verbeeldingskracht. Christus is de waarheid. In hem geïncarneerd, leven de volle Goddelijkheid en totale mensheid in eeuwig geluk van perfecte eenheid. In de leugen die tegen God ingaat en de valse persoon van de mens is, legt ten onrechte claim op de christenen die echter in werkelijkheid instrumenten van gerechtigheid zijn. De leugen klampt vast aan de uiterlijke mens, dringt tot hem door (zonder zijn Goddelijke samenstelling essentieel te veranderen) zodat we niet op Christus lijken. Maar als Christus verschijnt, zullen we zijn als hij en hem zien zoals hij is. We zullen hem zien zoals hij is en zelf ervaren wie we echt zijn.
Als je je zonde belijdt, belijdt dan wat deze is, een maaksel van jezelf. In deze eon ben je ervoor bezweken en het werd manifest in wat we aanrichtten. Dat was nodig voor ons; een belangrijke les. We worden niet gereinigd door te ontkennen dat we gezondigd hebben. Dat was de Gnostische fout waar Johannes het over had. We worden gereinigd door het kostbare bloed van Christus dat klare taal spreekt, anders dan het bloed van Abel. Conventionele evangelische theologie heeft de neiging om de zondige natuur gelijk te stellen met de menselijke natuur. Maar de zondige natuur is vreemd aan de menselijke natuur. De goddelijke natuur die ons in Christus gegeven is hoort van nature bij ons. We moeten de zonde en dood overwinnen en dat dit ons zal lukken staat vast omdat ze in feite al door christus zijn overwonnen. We gaan straks van overwinning naar overwinning. We behalen geen overwinning die er nog niet is maar we behalen een overwinning die er al was en er nog steeds is. Zonde en dood zijn verslagen, dus ga zo door met hun te verslaan. Dat is de logica van het koninkrijk van God, niet de logica van het natuurlijke brein. We trekken er niet op uit om satan te verslaan omdat hij nog niet verslagen is. Nee, we verslaan hem steeds weer omdat hij al verslagen is aan het kruis. HET PRINCIPE DAT DE ZONEN VAN GOD BEGELEIDT IS DAT WE STEEDS DOEN WAT AL GEDAAN IS. Jezus deed alleen die dingen die hij zijn Vader zag doen. Hij zag zijn vader al die dingen doen en hij zag hoe ze gedaan werden. De dood is afgeschaft en leven en onsterfelijkheid zijn aan het licht gebracht door het evangelie, eerst in de Vader, toen in de zoon, toen in de geest en uiteindelijk in ons.
Jezus noemt de duivel geen leugenaar maar de vader van de leugens. Als je vader liegt, word jezelf een leugen. In het licht wandelen c.q. afstand doen van de leugen kan niet zonder christus. Anderzijds kunnen we niet meer zondigen als we in christus zijn. We zijn immers niet meer van deze wereld. Er bestaat een perverse vorm van “verantwoordelijkheid nemen voor onze zonde” die het kruis van Christus verlaagt en de menselijke wil verhoogt boven Gods soevereiniteit. En die subtiel stelt dat het onze eigen verdienste is dat we onze zonden kwijtraken. Zoiets als: als ik alleen verantwoordelijk ben voor mijn daden, door mijn eigen vrije wil, dan zal ik ook wel tot op zekere hoogte verantwoordelijk zijn voor het kwijtraken van mijn zonden. Dus als God mij van mijn zonden bevrijdt, kan ik zeggen dat ik in elk geval mijn deel heb geleverd. Hoe valselijk nobel presenteert de geest van de anti christ zichzelf hier. In dit scenario is redding slechts een mogelijkheid. Hier wordt ingestemd dat alleen god redt maar als het er echt op aankomt blijft die redding machteloos toekijken in afwachting van onze eigen hulp. Paulus heeft een klinkklaar antwoord op onze eigen verantwoordelijkheid. In Romeinen 7:17 en 20 stelt hij: niet ik maar de zonde in mij zondigt. Met zo’n opmerking wordt hij uit alle zelfhulpgroepen geschopt. Ik hoor de therapeuten al zeggen: oh, ja dat is lekker makkelijk, dus “iets” in jou heeft het gedaan, niet jijzelf, jajajaja… Hahaha.
En toch staat het daar midden in Romeinen 7.
Paulus neemt ook niet langer verantwoordelijkheid voor zijn leven als hij in Galaten 2:20 stelt: het is niet langer ik die leeft maar Christus in mij. Hij leeft door het geloof van Jezus Christus in zijn Vader dus niet door zijn eigen geloof. Christus is degene die in hem leeft en waardoor hij van de zonde is losgekoppeld. Hij beschouwd de zonde hier als iets zelfstandigs dat erop los blijft zondigen nadat hijzelf in Christus is en christus in hem.
Gehoord: IK BEN HET NIET LANGER DIE ZONDIGT MAAR DE ZONDE DIE IN ME RONDDOOLT
Ik kan de therapeuten, rechters en vrije wilfundie’s al horen kwekken. Jamaar, dat is toch ONZIN!
Dat is pas een interessante ontdekking die therapeuten blijkbaar ontgaat. De zonde is blijkbaar iets op zichzelfstaand dat zondigt en heeft geen enkele hulp van ons nodig. Andersom doet Christus in ons leven zonder onze hulp. Christus leeft het eeuwige leven in ons. Dus iets of iemand anders doet steeds alles voor ons. Paulus maakt duidelijk wat zijn eigen verhouding tot de zonde in hem is. Hij was als een slaaf. De zonde in hem maakte een soort anti Paulus van hem. Het is ook niet zo dat hij een keuze heeft om te zondigen want hij was eerst een slaaf van de zonde zonder dat hij een eigen inbreng had. De nieuwe Paulus waarin Christus leeft is een rechtvaardige Paulus die slaaf van Christus is, ook weer zonder enige inbreng te hebben. De anti Paulus die onder de zonde leeft is een valse Paulus en de andere Paulus is een rechtvaardige Paulus. Maar geen van beiden komen ze voort uit een eigen vrije keuze. Hoe kwam deze anti-Paulus tot leven en wat is de zonde precies die op eigen houtje zondigt in ons? Dit is werkelijk een groot mysterie en Karl Barth heeft geprobeerd een antwoord hierop te formuleren. In elk geval is de zonde in jou in staat om door je medemens gezien en gehoord te worden. De zonde is de anti-God, de niet-God in ons.
*
De ware tempel van God
Toen Jezus’ eerste discipelen naar de nieuwe tempel, het schathuis en de andere nieuwe gebouwen keken die Herodus met het geld van het Joodse volk aan het bouwen was, toen zagen zij met groot verlangen uit naar het moment waarop – zo meenden zij – zijzelf Israel vanuit deze gebouwen zouden gaan regeren. Maar Jezus had totaal andere gebouwen op het oog toen hij over de tempel sprak die hij wilde bouwen. Zoals Jezus in Mat. 24:2 profeteerde: “geen enkele zou in de tempel van Herodus op een andere steen gelaten worden, die niet zou worden afgebroken.”
De eerste christenen richtten geen gebouwen op – geen schitterende en ook geen eenvoudige. Zij investeerden hun tijd en geld in levende stenen, d.w.z. in mensen. Toen Constantijn het christendom tot de godsdienst van het Romeinse rijk uitriep, veranderde dit allemaal. Gedurende de laatste 1600 jaar hebben duizenden christelijke kerkgenootschappen letterlijk triljoenen dollars gestopt in gebouwen en instellingen van allerhande vorm en en grootte, waarbij ze van duizenden verschillende gewetenloze methoden gebruik maakten om aan Gods volk geld te kunnen ontfutselen. Methoden die varieerden van de verkoop van vergunningen om te zondigen (aflaten) tot de instelling van onbijbelse kerkelijke tienden en elk ander gewetenloos middel dat de mens maar in staat was om te bedenken. Ten gevolge van deze brutale afwijking van de Bijbel om Gods tempel te bouwen, is een groot deel van de ware tempel woest gebleven: Hand. 7:48-50. Al de armen van de wereld zouden gevoed, gekleed en gehuisvest kunnen worden op basis van de hypotheekrente van de Noordamerikaanse kerken alleen. Bekijk het financieel rapport van uw kerkvoogdij maar eens – dan zult u zien waar haar hart ligt. Hoe kan dit alles ooit veranderen? We moeten beginnen om meer van onze tijd en ons geld te steken in levende stenen, de ware tempel van God, d.w.z. in mensen. Er was in het verleden nooit enige reden en er is nog steeds geen goede reden om kostbare kerkgebouwen op te richten die gedurende het grootste deel van de tijd ongebruikt leegstaan terwijl miljoenen kinderen op de wereld nauwelijks gekleed zijn, geen onderdak bezitten en met een lege maag rondlopen.
*
de ware tempel van god
De tuin van Eden was de tijd, plaats en ruimte die geschapen was door God waarin de mens Hem kon ontmoeten en met hem kon wandelen, in eenheid, elke dag weer. De omgeving die hij schiep in de tuin (plaats) van Eden (ruimte) was specifiek ontworpen om die ontmoeting te promoten en te bezegelen. In feite was de tuin van Eden de Eerste Tempel.
Genesis 2:15
En de Here nam de mens en zette hem in de tuin van eden om die te bewerken en te bewaren. In de tuin waren de verantwoordelijkheden van de mens om de tuin te bewerken (Abad) en te bewaren (shemar). De activiteiten van de priesters en Levieten in de tempel worden eveneens aangeduid met abad en shemar: Numeri 8:26, Jozua 22:27, Jesaja 19:21
In de tuin was de stem van God Halak die in de tuin wandelde – Genesis 3:8. Het woord Halak wordt ook gebruikt om Gods aanwezigheid in de tempel te beschrijven. – Leviticus 26:11-12
Op een grotere schaal heeft de voltooiing van de tabernakel door Mozes ook een treffende overeenkomst met de beschrijving van de voltooiing van het universum
Genesis 1:31-En God zag alles wat hij gemaakt had en zie het was goed. – Genesis 1:31
Exodus 39:43 – Mozes zag al het werk en zie; zij hadden het gemaakt zoals God het geboden had.
Genesis 2:1 – De hemel en aarde werden voltooid en al hun heer.
Exodus 39:32 – toen was alle arbeid aan de tabernakel, de tent der samenkomst voltooid.
Genesis 2:2 – en God voltooide al het werk dat hij had verricht.
Exodus 40:33 – en Mozes voltooide zijn werk
Genesis 2:3 – en god zegende
Exodus 39:43 – en Mozes zegende
Genesis 2:3 – en heiligde het
Exodus 40:9 – en en je zult het heiligen en alles wat daarin is
Net zoals de tabernacel een miniatuur Madurodam aftreksel was van de tempel die de tuin vertegenwoordigde (plaats) en Jeruzalem dat Eden vertegenwoordigde (ruimte) zo ook vertegenwoordigt de zevende dag sabbat – tijd, om zo de goddelijke rangorde van de realiteit zelf te voltooien in tijd.
Tijd — Sabbat
Plaats — tuin ——–> realiteit
Ruimte – Jeruzalem
De eenheid (drieeenheid) van tijd – sabbat, plaats – tuin en ruimte – Jeruzalem, legde het milieu vast van het verbond met de mens waarbij beiden God en mens elkaar ontmoeten in perfecte eenheid. De plaats in de tijd waar de mens een partner van God wordt in het voortdurende proces van de schepping. Net zo had de tempel op de berg Moriah hetzelfde doel.
Jesaja 51:3
Want de Here troost Zion, hij troost al haar puinhopen; hij maakt haar woestijn als eden en haar wildernis als de hof des heren; blijdschap en vreugde zullen er gevonden worden, loflied en geklank van gezang. De levensboom stond in het hart van de tuin. In de tempel, de ark des verbonds lagen de tabletten van de Torah ook in het heilige der heiligen, dus ook in het hart. De ark of boom vertegenwoordigde de autoriteit van de behoudende macht van God aan de mens. In feite vertegenwoordigden ze de troon van genade die door de rivieren van levend water vloeit en voedsel, gezondheid en genezing brengt aan naties – het woord van God – christus. Het was een perfect milieu – een tempel niet door mensenhanden gemaakt maar door God zelf opdat hij de eenheid van het verbond met de mensheid, de eerste Adam mag ervaren in een oprechte realiteit van tijd, plaats en ruimte. De tuin van eden was en is nog steeds de eerste tempel. Maar de mens zondigde en werd vanuit het hart van de tempel de wildernis in gedreven. Het verbond met de vader werd verbroken. En God zette 2 cherubim met vlammende zwaarden aan de ingang van de tuin om de levensboom te bewaken. Beide cherubim zien we terug op de ark des verbonds dat eerst in het heilige der heiligen stond. De mensheid werd door de zonde vervloekt om het verbond alleen door het type en de schaduw van de wet te ervaren en een fysieke tempel in Jeruzalem. Na de zondeval, begon het reddingsplan in een vijandige omgeving. Als we goed naar dit plan kijken zien we hoe het scheppingsverhaal wordt herschapen opdat de mensheid in 1 man, Jezus opnieuw de tempel (tuin van Eden) binnen kon gaan om het verbond met God weer op te pakken. De parallellen tussen de structuur en activiteiten van de tempel en de tuin zijn fenomenaal. Maar er is ook een dramatisch verschil tussen beiden. Het verschil is dat de ene de tempel voor de val van de mens was en de tweede de tempel na de zondeval. In de tempel voor de val had de mens direct toegang tot het heilige der heiligen, de levensboom in absolute eenheid. Na de val kon de mens God alleen ervaren in een imperfect milieu in de vorm van typen en schaduwen van deze fysieke wereld. Terwijl Eden en de tuin perfect en echt waren, was Jeruzalem en de tempel de imperfecte afgespiegelde illusie van wat echt perfect is.
In de fysieke tempel, moest eerst een verzoening voor de zonde plaatsvinden door de hogepriester op een specifieke dag, Yom Kippoer, de heiligste dag van het hebreeuwse jaar. Hoewel de individu deze verzoening kon krijgen, was hij nog steeds niet in staat zijn directe speciale relatie met zijn vader in de hemel te ervaren. In het Judaisme is dit nog steeds zo. In het christendom was het Jezus, de laatste Adam die wat imperfect was, perfect maakte. Hij herstelde alles door de belichaming te worden van van alle typen, schaduwen en symbolen die aan de imperfecte tempel gerelateerd waren. In feite werd hij de tuin van Eden, de tempel, door het imperfecte door het perfecte te vervangen. Jezus zegt in Johannes 14:2&3 – In het huis van mijn vader zijn vele woningen – anders zou ik het u gezegd hebben – want ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer ik heen gegaan ben en u plaats bereid heb, kom ik terug en zal u tot mij nemen, opdat ook gij zijn moogt waar ik ben. In dezelfde plaats te zijn als Jezus van het herstel van het verbond spreekt dat in de eerste tuin viel. De plaats waarvan hij spreekt is de nieuwe tuin, in het nieuwe Eden, het nieuwe Jeruzalem. De perfecte beschrijving van de nieuwe tuin vinden we in Openbaring 21;22 – En een tempel zag ik in haar niet, want de here God, de almachtige is haar tempel en het lam. Het feit dat er geen tempel is omdat God en het lam de tempel zijn, is een beeld van de realisering dat het lam, Jezus christus de belichaming werd van alle typen, schaduwen en symbolen van het imperfecte, daarbij herstellende wat imperfect was in een perfect nieuw verbond. Hij is de laatste Adam, de levensboom, de hogepriester en ook nog eens het offerlam, waarbij hij alle functies en bedoelingen van de eerste tempel in zich opneemt en in zichzelf vervult. Zodoende is er geen noodzaak meer voor nog een nieuwe tempel. Hijzelf is de nieuwe tempel.
Nog 1 ding over de tuin van eden. Dat is de Sabbat. In Genesis 2:2 staat dat God op de zevende dag rustte, de sabbat. Dit schept de tijd of het framewerk waarin de ontmoeting van beiden, God en mens en elkaar plaats moest vinden in eenheid. Toen de mens viel, verloor de tuin haar eenheid waarmee ze ook de sabbat, de val van de tijd veroorzaakte. God, die de omgeving van de tuin in de tempel herstelde, herstelde ook de sabbat. Net als de fysieke tempel was de fysieke sabbat slechts een type en schaduw van een perfecte tuin, Jezus christus. Het was Jezus Christus die zichzelf in de plaats stelde van wat imperfect was naar het perfecte. Net zoals de tuin van Eden en alles erin in hem herplaatst werden, zo ook de sabbat. Wat ooit de zevende dag als sabbat was, is nu de achtste dag, de sabbat in christus. Galaten 4:4 zegt: maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen, die onder de wet waren vrij te kopen opdat wij het recht van zonen zouden verkrijgen.”
Deze bijbelverzen stellen dat “Jezus Christus van God was gezonden toen de volheid van de tijd gekomen was.” Daarmee wordt die tijd bedoeld, die onder de wet vervuld was op de eerste komst van jezus christus. Tijd (sabbat) had zijn gift geleverd onder de wet. In feite was de tijd (sabbat) onder de wet tijdens de eerste komst van christus tot een einde gekomen. Een nieuw tijdperk was aangebroken – een nieuwe dag, een nieuwe plaats en een nieuwe ruimte, in christus. Tijd (sabbat) is niet langer onder de wet, hij is vervuld in christus als de 8ste dag. We zien meer bewijs van een nieuwe dag in Mattheus 28:1 (waarin gesproken wordt van de tijd van Jezus’ opstanding). Op het einde van de sabbat, toen de eerste dag van de week begon aan te breken, kwam Maria Magdalena en de andere Maria om de grafkelder te zien. Dit verhaal verraadt dat de sabbat onder de wet geeindigd was. Jezus christus was opgestaan om een nieuwe dag, plaats en ruimte te initiëren – een nieuwe realiteit in hemzelf. En die nieuwe dag is de achtste dag, sabbat. Er is ook bewijs dat de eerste christenen zich hiervan bewust waren. Hier staat er meer over. In de brief van Barnabus was juist dit inzicht van de eerste christenen betreffende de achtste dag, sabbat, de reden waarom de sabbat op zondag werd gevierd in plaats van op zaterdag. De achtste dag is echter iedere dag. Daarom staat in Kolossenzen 2:16 – laat niemand over u oordelen wat u drinkt, eet of welke feestdagen u viert. De 8ste sabbatdag is de tijd waarin we ons verbond en onze relatie met onze vader weer kunnen ervaren in christus, ons eigen Yom Kippoer. Niet langer in typen en schaduwen van de wet.
*
Wat gebeurt er?
Jezus lag perfect op 1 lijn met de relatie tussen eeuwigheid en tijd, tussen de eeuwige relatie and de relationele activiteit binnen de Godheid and zijn uitwerking binnen de aionen. Hij deed alleen die dingen die Hij zijn vader zag doen. Wat er hier gebeurt in de tijd en in de aionen is dat wat is vrijgemaakt en gebonden “verheven” in eeuwigheid. Jezus zei:
“wat u op aarde zal binden, is dat wat gebonden is in de hemel, etc.”
We moeten leren begrijpen wat er eeuwig IN God gaande is en wat van Hem uitgaat, om de tijdelijke gebeurtenissen op aarde te snappen. Wat er in en uit God gaat is liefde. In God is liefde en die liefde is echtelijk en zodoende reproductief, zodat de liefde die in God omgaat het voortdurende proces is van God die familie wordt. DE familie die de aard van alle dingen vastlegt. Om Gods liefde te doen ontvlammen, maakt de goddelijke natuur gebruik van de tijd-eeuwigheid tegenstelling om de personen van de Godheid ondergeschikt te maken aan de ervaring van scheiding. Als de personen van de Godheid voortkomen uit het wezen van God door de reproductieve liefde door de tijdsdimensie te scheppen en door immanent aan deze te zijn, ervaart de goddelijke natuur een scheiding tussen het eeuwige zijn en het aionische bestaan. Een familiaal verlangen naar reünie wordt opgewekt binnen de Godheid. In de eeuwigheid is de Ene onverstoord maar in de tijd ervaart de transcendente en immanente God scheiding. Deze scheiding is een menselijke ervaring OMDAT het Gods ervaring is. Deze scheiding is onze ervaring vertaald naar aionisch leven omdat het in de eerste plaats Gods ervaring is. Deze scheiding is het hart van Paulus’ openbaring van de co-identiteit met christus inclusief mede-lijden, mede-kruisiging en mede-opstanding en mede-verheerlijking. Wij als mensen hebben geen geestelijke maar een menselijke ervaring. God heeft een ervaring van Goddelijkheid door mensheid te worden. Alles bestond eerst in de eeuwigheid en integraal. Alle dingen zullen in Christus worden samengebracht omdat Hij onze bron is. In Hem hebben alle dingen hun begin en dus niet chronologisch terug in de tijd. In den Beginnen schiep God de hemelen en de aarde is een afgeleide keuze van vertaling. Het woord beginne betekent eigenlijk “eerst geborenen.”
Het zoonschap is van nature eeuwig. De origine van de Zoon is de eeuwigheid van de Vader. Zodoende kwam eeuwigheid voort door eeuwige bevruchting en geboorte en kwamen alle dingen voort uit Zijn eeuwige Zoonschap. Waar de Zoon gaat, gaat de hele schepping. Wij en met ons de hele schepping gaan terug naar de glorie die de Zoon en de Vader hadden voor de wereld begon. Maar dat proces zal de liefde intensiveren die in God omgaat en van God uitgaat.
*
De herkomst van het kwaad
Veel christenen roepen onafgebroken dat God alles onder controle heeft. Behalve als er iets goed misgaat. Dan is dat opeens te wijten aan de menselijke wil. Natuurlijk maken we de hele dag door keuzes. Maar heeft dit met vrije wil te maken? Als de wil onder de slavernij van de zonde valt leiden gemaakte keuzes tot een nog grotere slavernij. Alleen als de wil vrij is, leiden gemaakte keuzes tot meer vrijheid.
Bovendien maken we onszelf niet vrij. Dat doet Jezus.
Met de opgestane christus zitten we aan de rechterhand van de Vader in de hemel en zijn we glorieus vrij. Die 2 dimensies van onze schepping moeten duidelijk zijn. De realiteit in Christus is op dit moment in de aionische dimensie van onze schepping ondergeschikt aan het aionische contrast. Jezus brengt ons aan het aionische infuus van binnenuit zodat onze existentiële mix van slavernij en vrijheid steeds minder slavernij wordt en steeds meer vrijheid. Totdat ons zoonschap wordt onthuld. Het kwaad bestaat doordat God zijn vrijheid tijdelijk aan de mens onthoudt. Maar dan wel ten gunste van het ultieme vrijheid die we allen ooit zullen kennen. Als onderdeel van het principe dat er geen vermeerdering kan zijn zonder het zaad dat in de grond valt en sterft, zo kan er geen plezier zijn van de vrijheid zonder eerst ondergeschikt te zijn geweest aan de aionische slavernij. Niets aan de relatie met hem kan statisch zijn. God is vooral een kwestie van vermeerdering. God als immanente God verdraagt met ons die eindigheid van alles dat aionisch is. God als de transcendente god staat boven de eindigheid.
God als immanente god bracht de schepping voort uit zijn eigen substantie. Eindigheid is intrinsiek aan de aionische tijd-ruimte-materie. Hij die alles is vereiste van Hemzelf een andere “allen” om ALLES in allen te zijn. God projecteerde zichzelf uit zichzelf opdat hij zichzelf vond in een andere dimensie. En dat deed Hij door zijn woord. De grote paradox is dat de vermeerdering van God is vergemakkelijkt door en binnen de dimensie van oneindigheid. De oneindige God maakt zichzelf samen met zijn schepping ondergeschikt aan de tijds-ruimte-materie beperking. Des te groter zal zijn glorie zijn als Hij uit zijn eigen gecreëerde beperking breekt en wij deze glorie met hem delen die Hij had voordat de wereld begon. Het was voor God niet genoeg om simpelweg allen te zijn. Om zijn volheid te vermeerderen schiep hij een andere “allen” (wij dus) om alles in allen te zijn. Er zijn hier 2 allen’s! God is een investeerder. Hij heeft alles van Hemzelf aan zijn Zoon toe vertrouwd in deze wereld om zijn investering rendabel te maken.
*
Schepping versus evolutie
De introductie van Genesis, Gen 1:1-2:3 schrijft alles toe aan de levende god die schept, maakt, handelt, beweegt en spreekt. Er is geen ruimte voor evolutie zonder de Goddelijke openbaring zelfs maar een beetje te moeten ontkennen. Of het scheppingsverhaal klopt of de evolutie klopt. Al Gods werken werden 7 keer benadrukt dat ze goed waren. Gen. 1:4, 10, 12, 18, 21, 25, 31. Ps. 111:2. Openb. 15:3. Job 37:14. Deut. 32:4. De mens begint met niets. Hij begint in hulpeloosheid, onverschilligheid, onwetendheid en onervarenheid. Zijn werken zijn gebaseerd op evolutie. Dit principe gaat alleen op bij menselijke aangelegenheden, van het hutje op de heide tot aan het paleis, van de kano tot de oceaanstormer. Van de spade en ploegscharen tot de drillmachine. Maar de vogels bouwen hun nesten net als ze altijd deden. Op het moment dat we de grens passeren van de goddelijke sfeer, zien we nergens meer een spoor van evolutie. Er is groei en ontwikkeling binnenin, maar geen verandering of overgang of een evolutie van het één naar het andere. Dit, terwijl al Gods werken perfect zijn. In de introductie van genesis is alles 46 keer toegeschreven aan directe handelingen van God als de schepper.
God schiep 6 keer 1:1, 21, 27, 27, 27; 2:3
God bewoog 1 keer 1:2
God zei 10 keer 1:3, 6, 9, 11, 14, 20, 24, 26, 28, 29
God zag 7 keer 1:4, 10, 12, 18, 21, 25, 31
God verdeelde 2 keer 1:4, 7
God riep 5 keer 1:5, 5, 8, 10, 10
God maakte 7 keer 1:7, 16, 25, 31; 2:2, 2, 3
God zette 1 keer 1:17
God zegende 3 keer 1:22, 28; 2:3
God eindigde 1 keer 2:2
God rustte 2 keer 2:2, 3
Hij strafte 1 keer 2:3
Het woord god/ Elohim komt 35 keer voor in de introductie, het product van 7 x 5 en de nummers van geestelijke perfectie. Er zijn 10 woorden verbonden met het woord “god”. Dit is het getal van orderlijke perfectie. Slechts één werkwoord wordt in combinatie met Hij gebruikt in plaats van god. Dit is het woord rustte. Dit maakt het 11 in totaal. Het woord “en” wordt 102 keer herhaald waarbij elke afzonderlijke handeling wordt gemarkeerd en benadrukt en zijnde even gelijk en belangrijk. Evolutie is één van de vele theorieën die in omloop zijn over het ontstaan van alles. Geen enkele theorie is volledig dekkend of verklaart alles. De enige claim van evolutie is dat deze theorie meer dingen verklaart dan andere theorieën. Het woord van god verklaart wel alles maar wordt vijandig tegemoet getreden door de zogenaamde kritische intellectuelen. Hun kritiek is gebaseerd op een stapel vooroordelen, koppigheid, menselijke aannames en heel veel rede in plaats van op het grondig analyseren van de vele bijbelse documenten en manuscripten.
*
aanbidding van jezus
Vraag: Als ik Jezus aanbid, dan aanbid ik dus een schepsel van God en niet god zelf. ???
Antwoord: Jezus is niet zomaar een schepsel van god. Hij is de eerstgeborene van de hele schepping. Hij is bovendien het beeld van God. Dit maakt hem wel anders dan anders. Als je Jezus aanbidt, is het ook niet zo dat je stiekem de geest in hem aanbidt. Nee, je aanbidt wel degelijk Jezus. Thomas was eerst ongelofelijk maar raakte hem zelfs aan. Toen zei hij: Mijn Heer en mijn god. Jezus is de enige god die we ooit zullen zien. Als zoon van god is hij het waard om de titel van god te dragen en als zodanig aanbeden te worden. Maar hij is natuurlijk niet echt god en hij is ook niet de Vader.
*
Lazarus kom uit
Goddelijk vuurwerk: Lazarus kom uit!
Eerst heeft Jezus de kranke Lazarus laten sterven door op de plaats te blijven, waar Hij was in het overjordaanse, waar Hij Lazarus als eerste discipel heeft aangenomen. Daarmee drukt Hij uit, dat Lazarus zich heeft toevertrouwd aan zijn inwijding, maar ook dat Jezus Zelf beloofd heeft de inwijding te voltrekken. De ruach en ook de neshamah zeggen, indien gij hier geweest waart, was mijn broeder niet gestorven. Dit is waar. Het gaat echter om het er zijn. Jezus heeft Zich bij het sterven van Lazarus verborgen, maar de Verborgene is niet afwezig. De verborgen aanwezigheid kan slechts geschouwd worden in het geloof, het toevertrouwen. Jezus bevestigt dit geloof. In de eerste plaats door te zeggen, dat Lazarus rust. Dit wijst op een ontwaken. Ten tweede op een bewust niet tot hem gaan. Dit betekent, dat Jezus in Zijn niet- gaan toch handelt. Als handelende met Lazarus is Hij toch verborgen aanwezig. Ook als Lazarus de dood ingaat, is hij niet alleen. Jezus begeleidt hem door met hem te handelen. Lazarus, de nephesh, gaat de dood in, maar omdat Jezus met hem handelt, gaat hij niet ,,de gang van alle vlees”. Hij gaat het duister van de dood in, maar Jezus leidt hem daarin naar de Vader. Hij voert de nephesh, die Hem vertrouwt, omhoog. Dit zegt Jezus tot Martha, de ruach. De gelovende in. Mij, ook al is hij gestorven, zal leven. Dit betekent, dat de nephesh, die zich aan Jezus toevertrouwt, niet in de donkerheid van het schimmenrijk blijft, maar door Hem omhoog tot het leven wordt gevoerd. Daarvan heeft Jezus reeds gesproken met de leerlingen. Wat zich gaat voltrekken, heeft Jezus meegedeeld, als het bericht van de krankheid van Lazarus tot Hem komt: Deze krankheid is niet tot de dood, maar wegens de kabod van JHWH. Deze zwakheid is niet een begin van de dood, maar de ziel wordt naar iets geheel anders getrokken, namelijk naar de heerlijkheid Gods. Deze zwakheid van de nephesh vindt haar consequentie niet in de bezoldiging der zonde, de dood, maar wordt met de dood samen opgenomen in de inwijdingshandeling, die geleid wordt vanuit de kabod Gods. De inwijdingshandeling wordt bewogen niet door de oorzaak, de zonde, maar door het doel, de heerlijkheid van JHWH. Dit wordt uitgedrukt door het voorzetsel (grieks) met de genitivus. Het eerste (grieks) met de accusativus tot de dood duidt het gevolg van en oorzaak aan. Het tweede (grieks) met de genitivus wijst de bron van beweging aan. Dit is de heerlijkheid van JHWH. Die beweegt alles. Waar blijkt die heerlijkheid uit? Opdat de Zoon van JHWH, d.i. de eeuwige Thorah, verheerlijkt wordt, d.w.z. de lichtglans van JHWH uitstraalt. Dit gaat geschieden in deze inwijdingshandeling.
Jezus heeft Lazarus, de nephesh, niet dood laten gaan, zoals men meent, maar Hij heeft de nephesh in de dood geleid. Verborgen blijft Jezus als inwijder aanwezig. Hij weet, wat Hij doet, als Hij twee dagen in de plaats blijft. In de dood wordt degene die ingewijd wordt beproefd. Daarom spreekt Jezus tot Martha, de ruach. Hij spreekt van het geloof van een gestorven nephesh: ,,De gelovende in Mij ook al is hij gestorven”. Lazarus behoudt dit vertrouwen ook in de dood. Hij vertrouwt op de verborgen aanwezigheid van Jezus. De nephesh gaat op de weg, die Jezus vanuit de hemel gebaand heeft. Jezus heeft uitgesproken in het ,,wegens de heerlijkheid van JHWH”, dat de nephesh Lazarus omhoog gevoerd wordt. Dit is het bijzondere in deze inwijding, dat niet de ruach terugkeert naar het Paradijs, maar dat ook de nephesh daarheen gevoerd wordt. Daarom spreekt Jezus met Martha over de zaak. Zij moet ook op Jezus vertrouwen en daarom haar broeder op Jezus’ woord niet loslaten tot de jongste dag, maar hem nu vasthouden.
Daarom zegt Jezus: gelooft gij dat? En dan voert Jezus de nephesh nog hoger dan het paradijs, de hoogste hemelen binnen. Daartoe roept Jezus Maria, de neshamah, op haar broeder niet los te laten. Waar Jezus de neshamah roept, is zij verbonden. Dit heeft Maria uitgesproken: Indien Gij er zijt (d.i. de Godsnaam) sterft mijn broeder, de nephesh, niet. Zo kan het woord van Maria omgezet worden als Jezus haar geroepen heeft. Jezus verbindt Maria met haar broeder door Zijn aanwezigheid. Van Maria, de neshamah, wordt geen geloof gevraagd. Zij is de Goddelijke vonk. Van de ruach Martha wordt het wel gevraagd, vertrouwen op Jezus. Zij moet vasthouden, terwijl zij nog niet ziet. Als zij dit doet, zal zij de heerlijkheid van JHWH zeker zien. Maria, de neshamah, schouwt onmiddellijk, als Jezus haar broeder de hoogste hemelen binnenvoert. Daarom spreekt Jezus slechts tot Martha en niet tot Maria. De vraag blijft, waarom blijven Martha en Maria op de aarde? Waarom roept Jezus ze beiden juist om nu te gaan naar het graf? Nu volgt het laatste deel van de inwijding. Jezus geeft bevel aan de Joden, die nu tot dienaren van de inwijdingsplechtigheid zijn gemaakt, om de steen op te heffen. Het hevig ademen van Jezus in Zichzelven betekent, dat Hij nephesh, ruach en zijn eeuwige wijsheid de Thorah in Zich verbindt. Maar Hij handelt niet op zichzelf. Hij is de Thorah van JHWH. Hij richt Zich als in den beginne op Hem (Joh. 1:1). Jezus zegt: Ik dank U, dat Gij Mij hoort. Dit danken is een gericht zijn op JHWH. Jezus zegt, dat dit ononderbroken is. Het is vanaf den beginne. Het Woord was op JHWH gericht. Dit is het (grieks). Het is het zegenend, dankend gericht zijn van de Thorah op JHWH Zelf. Het is het spelende zijn voor het aangezicht van JHWH, Spreuken 8. Daar spreekt Jezus van, als Hij zegt: Ik weet, dat Gij Mij altijd hoort. Ook de vleeswording van de Thorah heeft daaraan niets veranderd. Nu gaat het grote gebeuren. De inwijding van de nephesh moet openbaar worden op aarde. Daartoe moet deze terugkomen op aarde. De nephesh is van de aarde door de beproevingen des doods heengevoerd door de Thorah, door het Paradijs heen en door de hoogste hemelen heen tot JHWH Zelf.
Daartoe moest zij gereinigd worden van alle smetten der zonde, want die zonde heeft haar sterfelijk gemaakt. Niet, dat zij niet meer zou voortbestaan. Voortbestaan is echter iets anders dan leven. De nephesh ontvangt als bezoldiging der zonde een bloedloos levenloos bestaan. De tradities der ouden spreken van bloedloze zwijgende schimmen, die een treurig bestaan leiden (Homerus, Odyssea). Jezus, de vleesgeworden Thorah, heeft ook een Nephesh aangenomen. Die heeft Hij met Zijn leven, Zijn bloed vervuld. Dit bloed, dit leven, dat vloeit uit de eeuwige Thorah Zelf, kan de bloedloze schim van degene, die op Hem vertrouwt, d.i. zich aan Hem toevertrouwt, vervullen met Zijn bloed, Zijn leven. En zo reinigt Zijn bloed van alle zonde. Nu, dat heeft Jezus aan de schim van Lazarus gedaan, toen hij van zwakheid was gestorven. Toen heeft Hij hem niet losgelaten, maar vervuld van Zijn bloed, Zijn (even. En toen schreed Lazarus, die de verschrikkingspoorten des doods was doorgegaan, uit dit gebied der beproeving omhoog naar het paradijs.
Daar voegde zich Martha’s ruach bij hem en nog hoger voerde Jezus hem tot JHWH Zelf. Het was juist de kabod van JHWH Zelf d.i. de Thorah, die Lazarus opvoerde. Nogmaals: wij moeten spreken van het laatste stadium van de inwijding. De steen wordt opgenomen. Ook het lichaam behoort bij de nephesh. Ook dat mag niet verloren gaan. Op de aarde zal de Kabod stralend geopenbaard worden. Jezus heft de ogen op naar boven. Hij heeft gesproken tot Nicodemus van het van bovenaf geboren worden. Dit gaat nu gebeuren. Jezus vraagt de Vader om de onsterfelijk gemaakte nephesh, die door alle hemelen is gegaan, terug te zenden naar de aarde, opdat daar de Kabod van JHWH moge stralen. Jezus heeft rondom het graf alles voorbereid. De Joden, dit zijn de leidslieden, heffen de steen. Zij beantwoorden nu aan hun hoogste doel. De voorlopige beperkte Thorah wordt letterlijk opgeheven. Alle noodmaatregelen worden veranderd in de vervulling. De steen behoeft de schande der ontbinding niet meer te bedekken, omdat de ontbinding is opgeheven. Op aarde wachten de ruach en de neshamah op de terugkeer en op de herstelde verbinding van de nephesh. Martha en Maria staan bij het graf.
De opwekking is inwijding: ,,En dit gezegd hebbende riep Jezus luid met grote stem: Lazarus, hier heen, naar buiten”.
Dit gezegd hebbende”. Dit spreken is de verbinding met de Vader bij wie Lazarus is. Jezus roept luid met grote stem, die tot de hoogste hemelen doorklinkt. Hij spreekt de Naam Lazarus uit: ,,God is mijn hulp”, maar het is ook het richten op de persoon zelf. De meester roept hier de nephesh, die onsterfelijk is geworden, zo onsterfelijk, dat hij tot in de hoogste hemelen opgevoerd kon worden, terug naar de aarde. Jezus roept Lazarus om de tocht te doen, die Hij Zelf is gegaan, toen Hij afdaalde in het vlees. Lazarus wordt geroepen om zijn Meester ook hier na te volgen om de volkomen discipel te zijn. ,Hierheen”. Het is het korte bevel van de Meester. Hij geeft in de hemel de richting aan naar de aarde. Dit is een steeds verder afdalen weer door de duistere gebieden des doods heen. Het is een nieuwe beproeving, een nieuw zich toevertrouwen aan Jezus. Lazarus gaat van de hemel terug naar het paradijs, van het paradijs naar het dodenrijk, van het dodenrijk naar het ontbonden lichaam. Maar hij volgt gehoorzaam het woord van Jezus tot het laatste toe: ,,naar buiten”, uit het graf. Maar ook uit het esoterische, in het exoterische (grieks), het buiten in de wereld. Niet alleen voor de ingewijden maar voor allen moet de heerlijkheid van JHWH geopenbaard worden. Het doel van die heerlijkheid, die eens algemeen op de laatste dag zal blijken, wordt hier geopenbaard.: Hij, die gestorven was, kwam naar buiten, gebonden aan de voeten en de handen met grafdoeken en het gelaat omwonden met een zweetdoek”.
De gestorvene treedt naar buiten op het bevel van Jezus. De Thorah heeft de ingewijde nephesh in de wereld teruggeroepen. Met nadruk wordt gesproken over zijn overgebleven gebondenheid. Dit zijn slechts de noodmaatregelen, de grafdoeken en de zweetdoek, die de schande der ontbinding moeten bedekken. Deze noodmaatregelen zijn symbolen van de wetsuitleg der leidslieden en van de formulering van Mozes. Die noodmaatregelen zijn nu overbodig geworden. Daarom geeft Jezus de tot dienaren geworden Joden het bevel om deze noodmaatregelen, die zijzelf hebben aangelegd en voorgeschreven, weg te nemen. Zij zijn overbodig geworden. Jezus zei tegen hun: Maakt hem los en laat hem heengaan”. Het laatste, wat Jezus zegt, is een bevel tot de Joodse leidslieden: Maakt hem los van uw noodmaatregelen en laat hem (vrij) heengaan. De leidslieden hebben gehoorzaamd. Alle tegenspraak zou onzinnig zijn. Zij hebben zich als dienaren laten gebruiken bij de inwijding. Hun taak was slechts om hun eigen noodmaatregelen op te heffen om daarmee uit te drukken, dat de tijd vervuld was.
*
Lijden en glorie
In 1 Petrus 1:10/12 staat dit:
“Over wie de profeten redding opsporen* en uitvorsen*, die profeteren* over de in jullie zijnde genade, zoekend in hoe of in welke era de geest van christus in hen duidelijk werd gemaakt, tevoren getuigend van het lijden van christus en de heerlijkheden daarna. Aan wie het werd onthuld* dat niet aan henzelf, maar aan jullie zij deze dingen bedienden, wat nu aan jullie werd medegedeeld* door hen die het evangelie aan jullie brengen*, in heilige geest uitgezonden* zijnde vanuit de hemel, waarin boodschappers reikhalzend verlangen een kijkje te nemen.”
Hier wordt geschreven over het lijden en over de glorie die daarop volgt. Maar er staat niets over de tijden of seizoenen. Zou de glorie DIRECT na het lijden volgen? Of was er een interval? En dus lette men op de tekenen des tijds. Deze tijd verwijst naar de onnaspeurbare rijkdom van christus. Die kon men niet traceren. Zelfs de engelen zouden hier meer van willen weten. En nu is alles onthuld. Aan ons nog wel. God maakt door het lichaam van christus zijn wijsheid kenbaar aan de hemelse overheden, Efeze 3:9, 10. Engelen en profeten zagen het lijden als de bergtoppen van verre bergen. Daarna zag men vaag iets wat op glorie leek. Maar wat er tussenin lag, konden ze niet zien. Het lijden is verleden tijd en wij zitten nu in de vallei tussen het lijden en de glorie. Het verborgen geheim in god is kenbaar gemaakt en nu kunnen we een klein beetje antwoorden op de vraag van christus aan de 2 discipelen: moet christus niet lijden om zijn glorie binnen te gaan? Lucas 24:26. Lijden en glorie zijn een Siamese tweeling, zeker in het eerste hoofdstuk van Petrus. Zie 1 Pet. 1:11; 3:18; 4:13; 5:1.
In het oude Testament komen ze ook vaak samen voor. Maar terwijl de glorie vaak genoemd wordt zonder enige verwijzing naar lijden, vinden we nergens opmerkingen over het lijden zonder dat de glorie hier direct naar verwijst. Soms is de switch erg snel. In Psalm 22 is er een verandering van vers 21 naar vers 22. In Psalm 102 is er een switch van vers 11 naar vers 12. In Jesaja 53 is er een verandering midden in vers 10. Als het lijden hier genoemd wordt, worden we niet alleen achter gelaten met de gedachte dat dit het einde is. De glorie kan soms alleen genoemd worden omdat hieraan geen einde komt. Maar aan het lijden kwam altijd een eind. En dat einde was de glorie. Daarom kletste Jezus eerst over zijn lijden in Mat. 16:21. En hij kletste door over de tijd wanneer hij komt in de glorie van zijn vader. Vers 27. En hij voegt eraan toe dat enkele omstanders dit nog zullen zien. En dan, na 6 dagen zagen 3 van hen de kracht en komst van de Here christus Jezus en ze waren ooggetuigen van zijn majesteit toen ze bij hem waren bij de berg. (2Pet. 1:16-18. Joh. 1:14). De discipelen hadden gehoord van het lijden maar wisten nu dat dat niet het einde was. Daarentegen zagen ze een glimp van de meest wonderbaarlijke tentoonstelling van de glorie die zou komen. En hierom vindt de Transfiguratie scene plaats in het 3de deel van de bediening van de Here, welke te doen had met zijn lijden.
*
De mens als gods idee
God heeft zijn ideaal, passie, gedachten en doel samengepakt in Christus Jezus. Als je god zou vragen, wat heeft u te zeggen? Dan zou hij zeggen, kijk naar mijn Zoon. In Christus zijn beiden Zijn individualiteit als ook de vermeerdering binnen het lichaam van christus aanwezig. God heeft zijn zoon vermeerderd in hen die in de zoon geloven. Het verheerlijkte lichaam van de Ene is tevens het lichaam van de velen. Er is 1 lichaam en 1 geest. Christus is Gods goede nieuws voor ons. Nu zit hij aan de rechterhand naast zijn vader. Hij is het afgeronde werk van god. Het woord werd mens op aarde. Hij kwam voort uit de essentie van zijn unieke zoonschap. Wij als mensen zijn niet vanuit het niets geschapen, wij waren er in Hem. Er is niet zoiets als geschapen geesten. God schiep nooit een geest. Geesten worden geboren. Uit deze geestsubstantie schiep god het stof van de bodem waaruit hij Adam vormde. Dit proces van de echte mensheid van Adam die vanuit de eeuwigheid uit geest was geboren, werd een schepsel in tijd en ruimte. De mensheid in God werd de mensheid in de aionen. Paulus zegt dat in Hem alle dingen waren geschapen. En wel in de unieke geboren Zoon van God. Zijn eeuwige geboren persoonschap is het domein van alle dingen. De hele schepping draagt de sporen van zijn geest.
De Ene in wie alle dingen waren geschapen, kwam in alles dat was geschapen in Hem. Hij is het DNA van de mensheid. Groot is het mysterie dat alle dingen in Hem waren geschapen, toen Hij mens werd de schepping nog steeds in Hem was. Zoals Christus voortkwam uit God, zo komen wij uit Hem voort. Voor Paulus die naar de expansie van het nageslacht van Abraham verwijst, volgens de bloedlijn van Isaak, is christus het referentiepunt. Alle kinderen van Abraham kwamen voort uit Isaak. Zo komt de geestelijke familie van God voor uit Christus. Toen God mens werd in Christus hield God niet op met God te zijn. Toen Jezus opstond uit de dood en Christus Jezus werd, hield hij niet op met mens te zijn. Er zit een MENS, een MAN naast god aan de rechterhand op de troon. Wij kunnen alleen geestelijk worden als we steeds meer en echt mens worden. We moeten geen transcendente wezens met vleugeltjes worden om geestelijk te zijn. We moeten juist meer mens worden. Uw mens zijn is juist vastgelegd in hem.
*
wat de bijbel zegt over dopen
Het Nieuwe testament dat formeel pas in Handelingen 13 begint, maar dat is een ander verhaal, kent 2 lijnen. De boodschap van de onbesnedenen en de boodschap van de besnijdenis. Dit onderscheid is zeer essentieel. Veel gelovigen menen dat je alleen door genade wordt gered. Maar je moet je wel laten dopen. Hoe tegenstrijdig is het om zo’n boodschap te brengen? Men gaat de deuren langs met de boodschap dat de redding van christus GRATIS is. Geweldig, denk je dan. Vervolgens zegt men erachter aan dat je echter wel wat dingen moet doen. Dus is het toch niet gratis? Jawel, het is gratis maar God wil wel een wederdienst. Je moet je allereerst laten dopen en je moet eigenlijk ook een belijdenis doen in de kerk, meedoen aan het avondmaal, giften schenken, een groene broek aan doen, een olifant leren vliegen en 3 dronken konijnen aan de kerktoren vastbinden. Je moet de buurvrouw in de neus knijpen, de wasmachine hypnotiseren en de goudvissen blauw schilderen.
Verder is de redding van God ECHT helemaal gratis en ONVOORWAARDELIJK.
Ik ben opgehouden om met dit soort kerkchristenen in discussie te gaan. Ze hebben een waas voor ogen. Het is net als met de politiek. Probeer een VVDer maar eens uit te leggen wat het is om werkloos te zijn. Laten we het bij religie houden. Deze kerkchristenen snappen het onderscheid niet tussen de 2 lijnen in het Nieuwe Testament. Dit was in de tijd van Paulus al een probleem. En dit is het nog steeds. De waterdoop was gewoon één van de tekenen die de komst van de messias begeleidden. Vanaf de missie van Paulus namen ze snel in zichtbaarheid af. Immers, er was een nieuwe bediening ontstaan. Deze christenen menen ook dat je voor God moet kiezen. En dus niet andersom, dat God voor jou kiest. Ze maken van hun geloof een werk. En dat is nu net waar Paulus voor waarschuwt. Kun je zelf één jota toevoegen aan je redding?
Nee, zeggen deze kerkchristenen volmondig, GOD is de gene die je redt en niemand anders.
Maar… je moet je wel laten dopen en meedoen aan het avondmaal ook al is dit tijdens de ochtenddienst. Paulus wist zelf niet meer wie hij gedoopt had en zei nadrukkelijk dat hij kwam om te evangeliseren. Maar de kerkchristenen zijn niet van hun stuk te brengen. Ze keren weer terug naar religie, namelijk het DOEN van dingen omdat ze de genadeboodschap niet snappen. Je krijgt dan oeverloze discussies, namelijk moet je echt kopje onder bij het dopen of is waterbesprenkeling voldoende? En mag je onder je 18de worden gedoopt of moet je wachten tot je wettelijk zelf beslissingsrecht hebt? Wat een discussie om een bak water. Die mensen die zonder schroom in een zwembad plonzen, voeren hele discussies over de vraag hoe je je moet dopen. Ja, ik ken iemand die zelfs een cursus doopceremoniën deed bij zijn kerk. Gelukkig worden echte gelovigen gedoopt in de geest en niet in water. Harry Bultema heeft hier een goed stuk over geschreven.
*
de waarheid is oneindig
Als Petrus de joden beschuldigt van de kruisdood van christus gaat het hem niet zomaar om de daad zelf die hij veroordeelt. Nee, hij veroordeelt vooral de houding die hierachter steekt. ´Die jullie kruisigden` was waar. Maar Petrus zegt: Deze Jezus die jullie kruisigen. Het staat in de tegenwoordige aorische tijd. God heeft de waarheid in een oneindige vorm gezet. Zie ook Efeze 1:1-12 .
*
De Tuin van Eden
Jezus was gekruisigd bij de zuidelijke top van de Olijfberg. Hebreeën 13:11-13 stelt dat kruisiging buiten de poort gebeurde. Dit werd in het begin van de eerste eeuw geassocieerd met Jeruzalem stad. De tempel in Jeruzalem (eerst de tempel van Salomon, daarna de tempel van Herodus, zie: klaagmuur) volgde het patroon van de tabernakel die Mozes in de woestijn bouwde, op zijn beurt volgens de geografische gegevens van de tuin van eden en het land van eden. De tempel was verder een afspiegeling van God’s hemelse paleis en zijn hemelse contreien. De tabernakel was draagbaar maar de tempel in de tijd van Jezus was gebouwd van steen, hout en edelmetalen. De tempel bestond uit 3 afdelingen en 3 altaren en niet 2. Maar in dit stuk zullen we het verder over de Tuin van Eden hebben.
De Tuin
De Tuin van Eden lag binnen het Land van Eden. De Tuin had 2 secties. De eerste sectie was het domein waar God direct contact had met Adam en Eva. Dit gedeelte correspondeert met de tabernakel c.q. met het heiligste heiligdom van een joodse tempel waar god woonde. Het 2de deel van de Tuin was het overige deel ofwel het buitenste deel van de tuin maar ook het 1ste, binnenste deel viel eronder. Dit deel was duidelijk begrenst van het Land van Eden. Dit 2de deel van de Tuin lag ten oosten van het heiligdom en werd de heilige plaats genoemd waar de priesters hun rituelen uitvoerden. Buiten de Tuin lag tenslotte het Land van Eden. Dit Land omringde de Tuin.
Adam en Eva
Adam en Eva waren door God uit de Tuin verdreven. Maar ze konden nog wel in het omringende Land van Eden terecht. Buiten de oostelijke poort van de Tuin maar nu in het Land bouwden Cain en Abel een altaar. Dit altaar werd analoog aan het Altaar voor brandoffers dat net ten oosten van de heilige plaats in het tabernakel en later de tempels stond. Het heiligste heiligdom en de heilige plaats in het altaar en later de tempel correspondeerden met de 2 secties van de Tuin van Eden. Het Hof van Israël, ook wel Kamp van Israël genoemd komt overeen met het Land van Eden.
Land van Eden
Caïn werd tenslotte na de moord op Abel ook uit het Land van Eden verdreven. Hij kwam in het naburige land van Nod terecht, dat land van het zwerven betekent. Dit land lag ten oosten van Eden en symboliseerde het land van de heidenen dat Jeruzalem omringde. In dit gebied ten oosten van Eden moest Caïn van God een offer brengen dat bij de deur zou liggen. Welke deur? Deze deur was de ingang, terug vanuit Nod naar Eden. Voor deze deur moest Caïn zijn levende offer neerleggen. Deze ingang, deur of poort lag op de oostelijk grens tussen Eden en Nod. Caïn wist heel goed dat God in het heiligste heiligdom (1ste sectie) van de Tuin was. Om die reden moest hij het offer op een altaar leggen. Dit altaar stelde hij op voor de oostingang van het Land van Eden.
*
Symbiotische relaties met religie
Een symbiotische relatie betekent zoiets als dat je excessief en emotioneel afhankelijk bent van een partner, typisch een partner die hulp nodig heeft vanwege een ziekte. Zoals bij drugsverslaafden of alcoholisten. Die zijn ziek, afhankelijk van hun alcohol en de partner is nog eens afhankelijk van de verslaafde. Onnodig te zeggen dat zo’n relatie weinig perspectief biedt. De verslaafde mag daarna met zelfmedicatie verder gaan, met een drug naar keuze. Hier valt veel van te leren, van junks en alcoholisten. Religie is bijvoorbeeld een belangrijke factor waarbij mensen in een symbiotische relatie worden getrokken, vooral omdat de kerk het doen van goede werken eeuwenlang heeft benadrukt. En omdat ze flarden van de wet van Mozes in het christendom heeft geïncorporeerd. Als je Jacob 2:24 neemt, dan staat er: iemand wordt gerechtvaardigd door werken en niet door geloof alleen. Deze zin staat haaks op de verklaring van Paulus die zegt dat: een mens alleen is gerechtvaardigd door geloof in christus. – Gal. 2:15-16. Betekent dit dat de bijbel zichzelf tegenspreekt? Misschien kun je het zo zien, dat nieuwe onervaren gelovigen zich eerst naar Jacob richten. Maar zij die volwassen zijn geworden in hun geloof weten dat je alleen behouden wordt door geloof: Rom. 3:28. Jezus zei: het is meer gezegend om te geven dan om te ontvangen. – Hand. 20:35. Bijvoorbeeld door het geven van geld of door anderen in nood te helpen. Veel christenen weten dat en geven gul, zijn continu op weg om anderen te helpen en rennen van hot naar her om de goede christen te spelen. Maar waar ze nooit zo over nadenken is dat ze ook moeten leren ontvangen. Dat is vaak en stuk moeilijker. Geven, mensen helpen, de samaritaan uithangen kan verslavend zijn en je zelfs in een symbiotische relatie trekken met diegenen die hulp nodig hebben. Ontvangen daarentegen is helemaal niet zo gemakkelijk of zo aangenaam. Een dergelijke symbiotische relatie geeft ook de essentie weer van pogingen om het leven zelf te doen, in plaats van zich te laten leiden door de heilige geest. Vooral zij die met schuld-, en minderwaardigheidsgevoelens zitten, zullen eerder de neiging hebben om steeds weer de samaritaan uit te hangen en liever sterven dan hulp te ontvangen. Religie biedt de vrucht van de Boom van Goed en Kwaad. God heeft geen symbiotische relatie met ons.
Als je Ex. 2:23-24 leest staat er:
“jaren gingen voorbij en de koning van egypte stierf. Maar de Israëlieten gingen nog altijd onder dwangarbeid gebukt. Ze klaagden luid en hun hulpgeroep steeg op naar God. God hoorde hun jammerkreten en dacht aan het verbond dat hij met abraham, isaak en jacob had gesloten. Hij zag hoe de israëlieten leden en trok zich hun lot aan.”
2 Koningen 25:8-21 geeft het verhaal van de babylonische koning Nebukadnezzar die Jeruzalem veroverde, Koning Solomo’s tempel in brand stak en het koninklijke paleis en alles meenam van waarde, inclusief de vele gevangenen, mee naar Babylon. Van de val van Jeruzalem in 586 voor Chr. was Israël nooit meer een soevereine staat tot 1948. 2500 jaar lang riepen de joden om God om hen het land te geven dat Hij hen beloofd had, in het verbond met Abraham. En uiteindelijk maakte God zijn belofte waar. Christenen kunnen geen 15 minuten wachten om een naaste te helpen, ja gaan zelfs driftig op zoek naar een naaste die in de goot ligt.
“Dag mevrouw, bent u een naaste? U ziet er wel een beetje uit als een naaste, wij willen u graag helpen en u bent verplicht om mee te werken.”
Mevrouw: “maar ik lig helemaal niet in de goot.”
Christenen: “mevrouw, dankzij ons, wij kwamen net op tijd, anders had u nu in de goot gelegen.”
God wacht rustig 2500 jaar dus wat drijft christenen tot hun dadendrang? Dingen doen, leidt je aandacht af van hoe moeilijk wachten soms is. De zieken helpen of gevangenen bezoeken, geven je het gevoel dat je iets waard bent, zeker als het ook nog in de naam van de Heer is. Maar ook als je niet in God of hemel gelooft, kan anderen helpen een zeer bevredigend gevoel geven. Een kennis van me kreeg onlangs een profetische droom van God. Dromen zijn meestal nietszeggend en leiden nergens toe maar zo nu en dan bemoeit God zich er mee. Deze vrouw is getrouwd en heeft lang geleden de kerk achter zich gelaten uit pure frustratie.
Ze zegt over haar droom:
“In mijn droom was mijn man niet mijn echtgenoot, alleen een kennis. Hij was met een andere vrouw getrouwd die ik vaag kende. Verderop in de droom waren we opeens weer samen en vroeg hij mij om sex. Ik weigerde en zei: je bent toch met een ander getrouwd, of hoe zit dat eigenlijk? Hij antwoordde: dat huwelijk met die ander is nooit voltrokken. Na dat antwoord werd ik opeens wakker en realiseerde dat het geen gewone droom was geweest.”
Langzaam begon het me te dagen dat het een profetische droom was geweest over de kerk. De kerk is de bruid van Jezus ja, inderdaad, de kerk waar Paulus het over had. Maar zeker niet al die kerken die wij kennen. Hun huwelijk met christus is nooit voltooid. God openbaarde me nog meer en bracht me de vergelijking in herinnering van de wijze en domme meisjes. Deze vergelijking gaat er ook over hoe je juist niet een symbiotische relatie zult hebben met religie. In Mat. 25:1-13 staat deze vergelijking. De wijze meisjes hebben extra olie voor de lamp, geen overbodige luxe want het duurt lang voordat de bruidegom komt. Allen vielen ze in slaap. Vlak voor de bruidegom eraan komt, worden ze wakker maar dan is de olie van de domme meisjes op. Ze zijn niet voor niets dom. Wat ze doen ligt voor de hand: ze vragen de wijze meisjes om wat extra olie. Maar die wijze meisjes zijn juist niet dom en weigeren want anders hebben ze zelf niet genoeg. Dit voorbeeld wordt door veel christenen nogal eens over het hoofd gezien en klinkt ook erg onbijbels. In Mat. 5:40-41 staat namelijk een voorbeeld wat haaks op het vorige staat: als iemand je jouw onderkleed vraagt, geef hem ook je bovenkleed. De meeste christenen gaan juist op dit laatste voorbeeld af, ja ze zijn zelf verslaafd aan goed doen, aan de barmhartige samaritaan uithangen.
Het komt bij de meeste christenen niet op om ook eens “nee” te zeggen.
Olie staat voor de heilige geest, dus je kunt zeggen dat de wijze meisjes meer van de heilige geest hadden. Toen de domme meisjes “nee” als antwoord kregen, gingen ze er snel op uit om alsnog olie te zoeken. Ja, toen kwam natuurlijk de bruidegom thuis, dus de domme meisjes misten de boot. Zonder totale eenheid tussen christus en zijn bruidegom is er geen olie (kracht) beschikbaar omdat kracht juist uit die eenheid voortvloeit. Jezus deed alleen wat Hij de Vader zag doen. Dat is eenheid, dat is kracht, en dat is de olie voor onze lampen vandaag de dag. Zolang de eenheid nog niet voltooid is, zijn we net als de domme meisjes en ervaren we de pijn van de scheiding van God die Jezus vergeleek met de barensweeën. In Joh. 16:21-24 staat hier wat over:
“ook een vrouw die baart heeft het zwaar als haar tijd gekomen is, maar wanneer haar kind geboren is, herinnert ze zich de pijn niet meer omdat ze blij is dat er een mens ter wereld is gekomen.”
“Jullie hebben nu verdriet maar ik zal jullie terugzien en dan zul je blij zijn, en niemand zal je je vreugde afnemen. Dan hoeven jullie mij niets meer te vragen. Maar ik verzeker jullie: wat je de Vader ook vraagt in mijn naam – hij zal het je geven. Tot nu toe hebben jullie niets in mijn naam gevraagd maar vraag het en je zult het ontvangen. Dan zal je vreugde volmaakt zijn.”
Sommigen gaan er al van uit dat deze dag al is aangebroken waarop we maar hoeven vragen en we vervolgens ontvangen wat hun hartje begeert, dikwijls gevolgd door nogal wat teleurstellingen. In Ophrah Winfrey zie je zulke mensen over “het grote geheim” kletsen. Dit grote geheim is vaak niet anders dan een slappe versie van Oosterse mystiek. “De kosmos wil dat je het krijgt, alles wat je hoeft te doen is erom te vragen.” In feite is het niets anders dan de vrucht van de Boom van Goed en Kwaad. De waarheid is dat we alleen die goede werken doen die Jezus voor ons heeft bereid. – Efe. 2:8-10. Helaas, krijgen we een psychologische kick als we anderen helpen en goede daden doen. Dat is ook precies de reden waarom de kerk het doen van goede daden, helpen van oude dametjes, de afgelopen 2000 jaar gepropageerd heeft. Paulus zegt daarentegen dat het echte mysterie dat eeuwen verborgen was gebleven nu eindelijk geopenbaard is in Jezus Christus. De enige taak die de kerk nu nog volbrengt ondanks al haar fouten is mensen bij Jezus brengen, maar ook daar zorgt Jezus zelf voor. Jezus gebruikt de sterk geërodeerde kerk om de mensen bij Hem te brengen.
Wat is er fout aan om andere mensen in nood te helpen? Opnieuw: God heeft GEEN symbiotische relatie met ons. Hij laat ons waar we zijn tot hij de tijd rijp vindt om ons te gebruiken voor de werken die hij lang voor de schepping bereid heeft. Laten we niet vergeten dat toen Lazarus ziek werd, doodziek, Jezus 2 dagen wachtte om naar hem toe te gaan. (Joh. 11:6). Het leek of hij veel te laat ging, alsof hij het er om deed, maar zoals we nu achteraf weten, deed hij dat omwille van God’s glorie opdat de Zoon van God verheerlijkt zou worden. We willen mensen bevrijden van pijn en lijden maar God weet hoeveel pijn het kost om ons open te doen staan voor Hem om Hem te ontvangen. Zijn wegen zijn zeker niet onze wegen want Hij weet het eind vanaf het begin. De enige weg om te wandelen is in de Geest: Joh. 16:13-14. Veel andere wegen lijken de juiste voor ons maar leiden uiteindelijk tot de dood omdat ze van de Boom van Goed en Kwaad komen. Goede daden komen van dezelfde Boom als kwade daden. Alleen de heilige geest brengt fundamentele veranderingen voort in je leven en onthult.
*
Slaaf van Christus
Het is nogal een schokkende ervaring om slaaf van christus te zijn. Job had voor zijn beproeving van God gehoord. Na zijn beproeving ZAG hij God. Voor mij geldt dit ook. Vooral als God geeft en ook weer neemt. Had ik eindelijk geld gespaard van mijn uitkering, komen er weer rekeningen van het ziekenfonds: eigen bijdrage: 150 euro. En ga zo maar door. Ik had liever gehad als er gestaan had: God geeft en laat het je houden. Zo’n god willen we allemaal wel. God gaat door tot er een soort breekpunt is gekomen. Namelijk als je de strijd opgeeft en je erbij neerlegt hoe het verder gaat. “We zien wel waar het schip strandt,” is een bekende uitdrukking. Dezelfde beproeving van Job zien we bij Jezus in Gethsemané. Niet Golgota was Zijn crisis maar Gethsemané. Zijn strijd met God was erop gericht om het verloop van de gebeurtenissen tot en met de kruisiging misschien op een andere manier opgelost te krijgen. Was er misschien een andere weg dan het kruis? Die vraag stelde Jezus wanhopig aan zijn vader.
Nee.
Daarna raakte Jezus over zijn breekpunt heen. “Uw wil geschiedde,” was Zijn antwoord. En er volgde een vrij ontspannen vervolg. Het was geen gemakkelijk ontspannen vervolg maar het bewustzijn was er dat dit Zijn Vader’s wil was. Het enige dat Hij nog moest doen was “er doorheen” gaan. Dat was zijn antwoord ook tegen Pilatus. Alles staat vast, niemand kan er iets aan veranderen. Een echte slaaf van Christus bezit NIETS. Zelfs geen tandenborstel, zelfs geen familie om hem bij te staan. Alles wat hij krijgt, krijgt hij dankzij de genade van God. Daarentegen zal de slaaf van christus in de komende aion ALLES bezitten. * Aionen zijn tijdperken
*
Een nieuwe schepping van dieren na Noach
Na Noach was er een nieuwe schepping van dieren waarover David schrijft. De dieren in de ark waren uit het tijdperk daarvoor, van elke soort een paar, zonder uiteraard de vissen. De ark was inderdaad niet groot genoeg om voor elke diersoort van vandaag een plek te reserveren. Maar van Psalm 103 tot 106 is er sprake van een 2de schepping. Na de introductie in Psalm 103:1-18, beschrijft David in vers 19-22 Gods gebruik van de engelenmacht in de 1ste schepping, zoals genoemd in Genesis. Psalm 104 begint met de schepping van de hemelen met de hulp van de engelen (vers 1-4). Dan wordt de aarde gevuld met oceanen en landmassa’s (vers 5-9). Dan worden vers water, gras en andere vegetatie geschapen samen met vogels, vee en de mens (vers 10-19). Zon en maan worden geschapen om als kalender te dienen voor de mens. De wereld wordt harmonieus geschapen voor alle levensvormen (vers 19-28). Maar dan vindt er een vernietiging plaats als God zich afwendt van alles wat leeft en alles wordt weer stof (vers 29). Dan stuurt God zijn geest er weer op uit (vers 30) en het resultaat is een vernieuwing van het aangezicht van de aarde. In deze periode worden dingen geschapen. En dan vinden grote seismische verstoringen plaats (vers 32). In de schepping van dieren na de Zondvloed ontwierp God veel van de dieren die wij kennen in onze tijd. Vooral ook insecten. David noemt deze gebeurtenissen die verband houden met Israël tot op het punt dat Israël een natie wordt. Deze 4 psalmen vertegenwoordigen de 2de beschrijving van Gods schepping op aarde. Ze bewijzen dat God op elk moment dat hij wil, nieuwe levensvormen kan scheppen. Na de vloed schiep hij de vele levensvormen die wij vandaag de dag kennen. Veel christenen, dominee’s en theologen weten niets van deze 2de schepping van dieren.
*
Deel 2
In Jerusalem is bij de Schapenpoort een poel die in het Aramees Bethesda heet en die omringd is door 5 zuilenrijen. Hier lagen in Jezus’ tijd nogal wat gehandicapte mensen, blinden, kreupelen, gekken, noem maar op. 1 van hen was al 38 jaar invalide. Toen Jesus hem zag en erachter kwam dat hij zich daar al 38 jaar lang ophield vroeg hij hem: “wil je genezen worden?”
“Meneer,” zei de invalide, “ik heb niemand die me in de poel helpt als het water in beweging komt. Als ik probeer op te staan, zijn anderen me al voor.” Jezus zei: “sta op, pak je mat op en ga heen.” Opeens was de man genezen; hij pakte zijn mat op en ging heen. En het was nog wel sabbat. De poel is erg diep. Als de kreupele man dat had geweten had hij misschien niet eens meer hulp gevraag om in de poel te kunnen. Hij zou misschien verdrinken in plaats van genezen. Jezus vond een perfecte timing voor de kreupele en vroeg hem: “wil je beter worden?”
Is dat geen merkwaardige vraag, helemaal voor de schepper van het heelal?
Jezus doorzocht in de eerste plaats de psyche van deze man, wat hij vaker deed, misschien om hem even bij zichzelf te laten komen. De kreupele was immers niet alleen fysiek maar ook psychisch ver van de wereld, had waarschijnlijk pijn en was wanhopig. Hem genezen kon zijn DOOD betekenen. Hij had nooit hoeven werken en was hoogst waarschijnlijk bedelaar geweest. Er was geen sociale zekerheid of wat dan ook wat hem na zijn genezing verder kon helpen. Als hij genezen werd, moest hij opeens werk zoeken. De kreupele had Jezus dus evengoed kunnen antwoorden dat hij wilde blijven waar hij lag. Maar opeens stond hij op. Spieren, botten en alles daar tussenin die 38 jaar onberoerd waren gebleven, waren opeens in staat hem te laten wandelen als een gezond mens. Jezus doet geen half werk. Hij zorgt voor volledige genezing van lichaam, geest en ziel. God is ALTIJD geïnteresseerd in elk aspect van ons en verschaft ons door de dood en opstanding van christus wat we nodig hebben. De totale prijs voor onze redding en onze bevrijding van de zonde is aan het kruis betaald. En sindsdien zorgt de heilige geest voor het verdere zuiveringsproces om ons te bevrijden van valse ideeën, doctrines en afgoden.
Soms heeft een ziekte of tekort te maken met geestelijke nood. En dat is altijd voor God een reden om zijn glorie in de betreffende persoon te manifesteren. De kreupele in bovenstaand voorbeeld was 1 van diegenen waarvan Jesaja zegt: “de mensen die in duisternis wandelen hebben een groot licht gezien.” Ik denk dat Jezus ter plekke in Jerusalem was omdat er daar een heleboel in geestelijke duisternis verkeerden. Verder was de kreupele een goed voorbeeld van Gods uitverkorenen. Er waren vast nog een heleboel meer zielepoten daar bij de poel. Jezus kon ze allemaal genezen maar genas alleen die ene. Immers die kreupele koos Jezus niet maar Jezus koos hem. Abraham, Gideon, David en Joshua waren allen uitverkoren voor Israel. Stuk voor stuk waren het gewone mensen die God’s genade reflecteerden en niet hun eigen inzet waar ze soms niet eens toe in staat waren. Abraham was zelfs een leugenaar, een lafaard en een afgodenvereerder voordat God in zijn leven kwam (Jozua 24:14-15). Geen van zijn karakterfouten belemmerden God’s plan omdat God wist wat hij door deze ene man ging doen voor de hele wereld.
Paulus zegt in Galaten 3:16 dat Abraham’s zaad Christus was. Iedere christen is Abraham’s zaad. We zijn het geestelijke Israel. Wij ZIJN God’s heilige land omdat hij in ons zit. Israel kreeg niet wat het zocht maar de uitverkorenen wel. Volgens Romeinen 11:5-8 was het niet de duivel, het vlees of de vrije wil waardoor Israel werd verblind en verhard. Nee, God zelf deed dit. Als je je nog steeds afvraagt of je ook bij de uitverkorenen hoort, laat me dan zeggen dat je de uitverkorene bent. God koos je voor de grondlegging van de wereld om in hem heilig te zijn. Jij bent de tempel van God. Christenen hebben het zwaar te verduren op aarde maar er is goed nieuws in al God’s oordelen. Jesaja zegt: als jouw (God’s) oordelen op aarde komen, leert de mensheid rechtvaardigheid kennen: Jesaja 26:9. Jesaja zegt: ik maak gerechtigheid als meetlat. Uw verbond met het graf zal niet standhouden. De kreupele bij de poel van Bethesda had een verbond met de dood gesloten net als velen van ons af en toe. Hij had zijn eigen reden om niet het leven en de volheid te zoeken. Hij bleef vasthouden aan zijn ziekte, zijn invaliditeit zoals sommige mensen vasthouden aan slechte gewoonten, zelfs als die tot hun ondergang kunnen leiden. Jezus knipte deze leugen door. Velen zijn nu nog steeds onderdrukt, geestelijk blind en slaaf van doctrines in het land van Abraham, Isaac en Jacob en zeker in de rest van de wereld. Christus is er nog steeds om te doen wat hij altijd deed: genezen. Immers Jezus is het licht van de wereld maar hij zei dat wij dat ook zijn.
*
Nieuwe reformatie nodig in de kerk
We leven in roerige tijden. Veel gelovigen maken een geloofscrisis door en er is overduidelijk een beweging om ons heen zichtbaar richting een meer Koninkrijk oriëntatie ten aanzien van inzicht in het evangelie en mandaat van de kerk. De ene groep weigert de oude religieuze tradities los te laten terwijl aan de andere kant van het spectrum veel gelovigen een New Age tint krijgen. Dit is christus in actie. Hij openbaart zichzelf op verschillende nivo’s maar het uiteindelijke resultaat is dat we in het beginstadium verkeren van een geestelijke vernieuwing, reconstructie, herstructurering en reformatie die mogelijk zelfs verder gaat dan die van Pinksteren. En wat er gaande is, is niet te vatten in onze kleine vriendschapsrelaties of tot uiting komen in onze provinciale samenkomsten. Wat er gaande is, is te groots. Een apostolische definitie van Christus is net als in de begindagen van de kerk absoluut nodig om tot een goede kennis van onze vader in gemeenschap met zijn zoon te komen. Als het proces van de openbaring dat we doormaken maar niet vastloopt en in plaats van meer begrip van God in kletskoek eindigt dat we voor diepzinnige nieuwe inzichten houden. Rick Warren, auteur van Doelgericht Leven komt met het voorstel voor een nieuwe Reformatie. Dat we in God moeten geloven, weten we nu wel een keer, stelt hij, het is nu tijd voor daden. Om het ons nog gemakkelijker te maken, somt hij ze alvast op: helpen tegen armoede, aids en onrecht.
Vooral dit laatste stuit me tegen de borst. Want waar heb ik dit eerder gehoord? Adam en Eva trachtten al uit te zoeken wat onrecht was en hoe goed en kwaad in elkaar staken. Met alle gevolgen van dien. De vraag naar goed en kwaad houdt de mens al sinds de oertijd bezig. Regeringen en religies zijn op de boom van Goed en Kwaad gebouwd. En wat te denken van de anti globalisten die op eigen kracht een betere wereld willen bereiken. Laat ik die eigen kracht voor het gemak even heel engels aanduiden met Soul Power en de kracht van de Heilige Geest met Spirit Power. De anti globalisten hebben een bekende voorganger in Adam die een schoolvoorbeeld van soul power geeft. Hij negeert Gods mandaat compleet en eet van de boom van goed en kwaad. De kerk erkent dat alleen de heilige geest ons zal sturen maar voegt er in de praktijk voorzichtig aan toe dat kennis van goed en kwaad toch wel handig is. Maar dit is een leugen! Van de boom van goed en kwaad eten leidt tot de dood. Nog meer confronterend is de vraag waarom je goede daden hebt verricht. Was dat uit schuldgevoel, angst, of plichtsgevoel? Vooral dat laatste schemert in de verklaring van Rick Warren door. God is heel duidelijk over hoe het moet. Onze werken moeten geen andere fundering hebben dan Christus die al onze soul power zal verbranden. Zoals Paulus verklaart: als je werken verbranden door het vuur van Christus zelf, zul je schade lijden al zul je zelf gered worden als door vuur heen. Zullen je werken overeind blijven en de vuurtest doorstaan, dan zul je worden beloond.
De berg Sinaï was de plaats waar soul power (onze eigen inzet – lees: initiatief!) in de wet van Mozes werd vastgelegd. Onder deze wet moest de mens kiezen wie hij wilde dienen: God of satan. Gelukkig heeft Jezus ons bevrijd van de wet waardoor we niet meer op eigen kracht hoeven kiezen maar de genade zomaar ontvangen. Een korte blik op het Oude testament laat ons zien dat de Israelieten er niets van bakten op eigen kracht. Dat geldt ook voor ons: zonder God kunnen we geen betere wereld tot stand brengen. Dat is net zo onmogelijk als over water lopen. Adam en Eva wisten bovendien dat het fout was van de boom van goed en kwaad te eten. Dat had God ze nota bene zelf gezegd. Toch weerhield die kennis hun er niet van ervan te eten. Dus kennis van goed en kwaad lost de wereldproblemen niet op. In exodus 17:3-7 tikt Mozes op bevel van God bij Horeb met een stok water uit een rots. Wat een wonder! Later, onder vergelijkbare omstandigheden doet Mozes het nog eens op eigen houtje in Numeri 20:2-11. Eigenlijk doet hij dat in een opwelling omdat hij het geklaag van de Israelieten zat is. En nee maar … het goede nieuws is dat ze inderdaad water hebben. Het slechte nieuws is dat hij in zijn eon zijn erfenis misloopt omdat hij niet op God heeft vertrouwd.
Als ik Rick Warren hoor, krijg ik koude rillingen. Hij profeteert telkens weer soul power om het onrecht te bestrijden en legt zijn initiatieven zelfs vast in een plan. Daarmee schuwt hij niet van de daken te schreeuwen hoeveel soul power eraan zijn plan te pas komt. Een groot deel van zijn inkomsten gaat naar goede doelen, hij heeft vooral geen vakantiehuis of nieuwe auto en ga zomaar door. Pardon? Wat staat er in Matteus 6:1? Als je iets voor God doet, schreeuw het dan niet van de daken! Hoe weten we wat soul power of spirit power van de heilige geest is? Niemand wil na het doen van goede werken graag tot diegenen horen uit Matteus 7:22-23 waarvan Jezus zegt: ga uit mijn ogen, ik heb u nooit gekend. Ook hier blijkt dat naar het woord van christus luisteren net zo’n precisiewerk is als een gitaar stemmen bijvoorbeeld. Jezus’ eigen antwoord aan satan geeft aan hoe serieus hij hetzelf meent: ga uit mijn ogen, een mens kan niet leven van brood alleen.
Zoals God Abraham naar het nieuwe beloofde land loodste, zo moeten wij allen naar onze nieuwe geestelijke bestemming in christus leren opvaren. Rick Warren maakt van de bijbel zijn eigen god die hij interpreteert volgens zijn plichtsgevoel en niet volgens de stem van christus die tenslotte niet voor niets voor ons gestorven is. De totaal onbekende 19-de eeuwse theoloog A.P. Adams waarschuwt al: veel christenen denken dat Gods wil per definitie met charitatieve werken heeft te maken. Maar dit is zeker niet zo. Kijk naar Noach die niet de boer op gaat om mensen te bekeren, de armen helpt, onrecht bestrijdt of uren gaat zitten bidden. Nee, hij doet iets totaal onvoorstelbaars: hij bouwt een ark. Niemand begrijpt er iets van maar uiteindelijk wordt door zijn ark wel de mensheid gered. Volgens Rick Warren is nu wel duidelijk hoe het met het geloof zit en moeten we meer de nadruk leggen op daden. Gezien bovenstaand verhaal denk ik dat hij weinig heeft begrepen van het evangelie. Om die reden denk ik dat er eerst een reformatie binnen de kerk zelf nodig is voordat christenen zich op het onrecht inde wereld gaan richten. Oftewel … hoe kan ik beweren dat ik gelijk heb als de hele kerk zegt van niet? Als ik zeg dat God iedereen uiteindelijk redt, krijg ik vaak te horen: hoe weet je dat zo zeker als de hele kerk iets anders zegt, dat het gros voor eeuwig naar de hel gaat. Ooit is aan Luther dezelfde vraag gesteld: waarom hij het beter wist dan de rest van de wereld…
Als de kerk haar zin had gekregen, waren we nog steeds een deel van de katholieke kerk geweest en had de reformatie geen kans gekregen. Tegenwoordig wordt Luther door de meeste christenen op handen gedragen maar dat was destijds wel anders. Degenen die nu verklaren dat God uiteindelijk iedereen redt zijn eveneens in de minderheid. Die minderheid echter zoekt naar een hervorming van de kerk die op haar manier evenzeer aan tradities en menselijke leer vasthoudt als destijds de Katholieke kerk deed in Luther’s tijd. Wie geeft Luther tegenwoordig geen gelijk als hij zegt dat hij geen waarde hecht aan de autoriteit van de paus of concilies. Maar net zoals de katholieke kerk in Luther’s dagen, accepteert de meerderheid van de tegenwoordige kerk eveneens de autoriteit van concilies, denominaties, religieuze artikelen, pastoors en leraren. We hebben net zo hard een hervorming nodig binnen de kerk van vandaag als in Luther’s dagen. We moeten eindelijk eens door hebben dat orthodoxy een leugen is die helaas door de meerderheid gedragen wordt. We kunnen niet vasthouden aan een scala van orthodoxe geloofsovertuigingen alleen omdat de meerderheid ons dit oplegt.
Lees de geschiedenis van de kerk en haar concilies, vooral die van de 5-de eeuw toen veel van wat we tegenwoordig geloven voor ons werd uitgedokterd en toen de orthodoxie werd geboren. Vervolging, manipulatie en oneigenlijke motieven kregen vrij spel. De kerk was in geen geval perfect … en ook vandaag vallen we terug in theologisch denken dat ze voor ons bereid hadden als orthodoxy en we houden er zoveel eeuwen later nog steeds aan vast alsof het om onbetwiste waarheden gaat. We hebben flinke hervormingen nodig binnen de kerk. Daarvoor moeten we de boeien afwerpen van onze voorgangers om enkel het woord van God te zoeken, met een schone lei opnieuw uitdokteren wat de Bijbel nu echt zegt. Orthodoxie wordt alom beschouwd als een bescherming tegen ketterij. Maar wat als de meerderheid het mis heeft en wat als orthodoxie ons weerhoudt van het uitroeien van de vele fouten in de leerstellingen van de kerk? Zie het zo. Wanneer was ooit met betrekking tot de Bijbel de opvatting van de meerderheid correct? Waren de Joodse leiders (de meerderheid) correct toen Gods profeten (de minderheid zoals Jeremiah) profetieën verkondigde die orthodox in de oren klonken? Zie Handelingen 21:20-21 toen de meerderheid van de gelovigen in Jeruzalem zich tegen Paulus verzetten toen hij terugkeerde naar Jeruzalem. Als je vandaag de standpunten van de vele denominaties uitdaagt, of de religieuze artikelen, of de pastoor … wordt je de kerk uit geschopt om vooral de zogenaamde eenheid te bewaren. Er is geen plaats voor een open discussie. Als iemand de huidige traditionele leerstellingen in twijfel trekt wordt hij de kerk uit geschopt. Het is duidelijk: de heersende geloofsovertuigingen worden ten koste van alles in stand gehouden. Dit geldt voor alle denominaties, individuele kerken, seminaries, zogenaamde Christelijke colleges, Christelijke associaties, waar bijbelinterpretaties al voorgekookt zijn en waar aan de leden een soort standaardpakketen van geloofsovertuigingen worden aangesmeerd. Er is bijna geen ruimte voor individuele standpunten, laat staan discussie of correctie van fouten.
Hervorming is net zo hard nodig binnen de kerk van vandaag als in Luther’s tijd. De kwestie van een eeuwig durende straf, de autoriteit van kerkleiders, standpunten met betrekking tot de doop, het evangelie zelf … al deze kwesties zijn heilige huisjes op zich geworden. Er rust stuk voor stuk een te groot taboe op om ze aan te roeren. Wij als individuele christenen zijn gevangen in dwaling tenzij we aan de vooroordelen kunnen ontsnappen en ons de ruimte gunnen om zelf alles uit te zoeken. Het evangelie dat door de meeste hedendaagse kerken wordt verkondigd is fout en de manier waarop we God naar de wereld toe vertegenwoordigen is Godslasterlijk. Om die reden is hervorming net zo nodig als in Luther’s dagen. Weg met de vooroordelen en kijk kritisch naar de kerkleer die aan jou wordt verkondigd. Stel vragen in je kerk, doe dat met tact maar blijf niet stil zitten zolang onze Vader in de hemel wordt gelasterd en terwijl Gods boodschap telkens zo verdraaid wordt dat velen in de wereld God zoals hij door de kerken wordt gepresenteerd bij voorbaat afwijzen. Wij zijn ambassadeurs van Christus om zijn boodschap te verkondigen. Laten we er in elk geval zeker van zijn dat we niet simpel een valse boodschap doorgeven die aan ons is verkondigd. Alles is uit God die ons met hemzelf verzoent door christus en ons de vrijstelling van de Wet geeft. We smeken terwille van Christus, wees verzoend met God! – 2 Corinthiers 5:18-21
*
Was Petrus de 1ste Paus?
Mijn huisbaas is een echte katholiek, zegt dat Petrus de 1ste Paus was, bisschoppen het NT hebben samengesteld en de kardinaal hem moet zegenen bij alles wat hij doet. Is dat wel Bijbels?
Antwoord: Inderdaad jouw huisbaas is een rasechte Rooms Katholiek.
Gedeeltelijk heeft hij gelijk, in zoverre dat onze eerste bijbel vertalingen niet vanuit het Grieks en Hebreeuws zijn gemaakt maar vanuit het Latijn. Of ze bij deze Latijnse vertaling de Vaticanus gebruikt hebben is voor mij niet duidelijk. Hierdoor zijn heel veel begrippen overgenomen vanuit de Rooms Katholieke kerk, zoals de hel b.v. De reformatie is immers vanuit de R.K. ontstaan en er is gebruik gemaakt van de toen bekende leer. Later zijn pas de drie best bewaard gebleven manuscripten boven water gekomen, zoals de Vaticanus, de Sinaïticus en de Alexandrinus. Bij het weglaten van alles wat er aan deze manuscripten was toegevoegd, onder andere in de kantlijn enz., bleken deze drie zo goed als hetzelfde.
Deze drie manuscripten worden door vertalers nu steeds meer gebruikt en ook ik maak gebruik van materiaal wat hieruit is voortgekomen.
Dat Petrus de eerste Paus geweest zou zijn is net zoals de hel een fabeltje, maar wel heel erg hardnekkig. In de bijbel kan je in ieder geval niets hierover vinden, wel dat hij in Babylon is geweest, zie 1 Petrus 5:13. Het betrof een Joodse gemeenschap die daar was ontstaan. Het mooiste is nog dat als je in een doodgewone bijbelse encyclopedie kijkt dan wordt Babylon omschreven zoals het daadwerkelijk was, namelijk een stad bij de rivier de Euphraat, maar aan het eind van dit betoog staat er: In het Nieuwe Testament is Babylon een aanduiding van Rome, 1 Petrus 5:13; Openbaring 16:19, 17:5, 18:2,10,21, ongelofelijk toch, vindt je niet? Saddam Hoessein is echter begonnen Babylon te herbouwen en dat klopt weer precies met wat er in de bijbel is voorzegd dat Babylon weer een grote rol gaat spelen in de eindtijd, de tijd voordat het duizend-jarig vrederijk begint en waarin Israël een grote rol gaat spelen. Rome is voor de R.K. in de plaats van Babylon gekomen, zoals dat ook is met het volk Israël. Dit laatste wordt ook door veel kerken geleerd en wordt vervangingstheologie genoemd. Vandaar dat de R.K zegt dat Petrus de eerste Paus zou zijn geweest, gewoon een aanpassing van de schriften. De herbouw van Babylon waar Saddam Hoessein mee is begonnen zal in de nabije toekomst dus voortgezet worden, vandaar dat er in Irak zoveel gaande is.
*
Het mysterie van het Paulus evangelie
Jezus zei dat er zonden waren die niet konden worden vergeven in die eeuw (van de wet) en de daarop volgende eeuw (vroege kerk?). Hij zei: alle zonden zullen u worden vergeven behalve de zonde tegen de heilige geest. Hij zei: ik ben niet gekomen om de wet te vernietigen maar om deze te vervullen. Onder de wet van Mozes waren er nogal wat zonden die je niet konden worden vergeven. Lees Leviticus 18:29. Maar ook de leer van de apostelen binnen de kerk van Jeruzalem kende grenzen. De apostelen geloofden ook dat als zij een doodszonde hadden begaan, ze zouden worden afgesneden van de eeuwige redding. Maar Jezus had nog een ander plan dan mensen dreigen met de eeuwige straf voor de lastering van de heilige geest. Dat had met Saulus van Tarsus te maken die later Paulus zou heten. Hij had een apart plan met hem, los van de kerk van Jeruzalem. Jezus maakte Saulus niet zomaar tot een volgeling. Nee; Paulus zou de grootste getuige van hem ooit worden met een geheel eigen plan. Zei Paulus zelf echter niet dat hij de minste was van alle heiligen? In de synagoge van Antiochië staat hij op en zegt hij: In jezus bent u gerechtvaardigd van ALLE zonden waarvan u niet onder de wet kon worden gerechtvaardigd – Handelingen 13:38-39.
Paulus zegt in feite dat ook de zonde tegen de heilige geest voortaan niet meer zal worden gestraft, iets wat zelfs Jezus zelf nooit uitgesproken had. Daarbij zei hij nog iets wat verstrekkende consequenties had maar wat weinigen oppikten: Jezus was gestorven voor ALLE mensen. De wet vergaf sommige zonden maar rechtvaardigde die nooit. Jezus rechtvaardigt IEDEREEN van ALLE zonden. Met rechtvaardiging bedoelt hij dat ze nooit schuldig zijn geweest. Alsof ze hun zonden nooit begaan hebben. Richard Nixon kreeg een pardon voor het Watergate schandaal. Maar hij had het wel gedaan. Jezus zegt nu dat mensen in christus nooit gezondigd hebben. Wie dit kan vatten mag het zeggen! In Romeinen 4:7,8 refereert Paulus nog aan de openbaringen van David als hij zegt: “zalig zijn zij wier onrechtvaardigheden zijn vergeven.” Maar in Kolossenzen 2:13 heeft hij het al over AL onze zonden. Zou de heilige geest in Paulus zo ongenuanceerd te werk gaan als hier uitzondering werd gemaakt voor de lastering tegen hemzelf? Nee toch? Het evangelie dat de andere 12 apostelen predikten had beperkingen, voorwaarden en was puur gericht op de joden of de 12 stammen van Israel. Met Paulus brak een nieuwe fase aan die de meeste christenen altijd over het hoofd hebben gezien. Niet: je bent verlost van alle zonden (ook van lastering tegen de heilige geest) mits je Jezus aanneemt. Maar: Jezus heeft je al verlost van alle zonden: accepteer dat.
*
dialoog
En dit is belangrijk om te weten: God zal op een dag de duistere kant van deze contrasten volledig wegnemen. Ziekte, dood, armoede, eenzaamheid, etc. zullen allen verdwijnen. Dit is het tegenovergestelde van wat de kerk leert: namelijk dat er altijd een restant kwaad over zal blijven in Gods schepping. Zoals onder andere een eeuwige hel. Zonde en kwaad worden niet als fase 1 van Gods meesterplan gezien maar als een universele chaos die naast God bestaat. Daarentegen zal God alles in allen zijn (1 Cor. 15:28) juist doordat het kwaad niet alleen is weggehaald uit de schepping maar ook omgebogen is tot iets goeds. Dit is het grote meesterplan waar God ons naartoe leidt.
Wat zou Jezus doen?
Wij moeten zeker niet proberen te leven als Jezus. Daarentegen leeft Jezus in ons. De bijbel is een beschrijving van de zwakheid van de mens en van de kracht van God. Wij zetten het decor op voor Gods optreden. Onze bijdrage is zonde, Gods bijdrage is redding. Stop met zondigen, want dat geeft je meer rust. Maar probeer niet ten koste van alles te stoppen met zondigen want alleen Jezus bepaalt welke zonden nu al zullen verdwijnen. En dit is nu precies wandelen in geloof.
*
Nee, dan Psalm 105:25: “God veranderde hun hart opdat ze zijn volk gingen haten.” Dus Psalm 105:25 zegt dat God mensen aanzet om anderen te haten. Nog zo’n leuke: Jesaja 63:17: “waarom liet u ons dwalen van uw wegen? waarom hebt u ons onbuigzaam gemaakt, zodat wij geen ontzag meer voor u hadden?” Dus God zorgt ervoor dat mensen afdwalen! In Rom. 11:8 staat: God heeft hun geest blind gemaakt. God zorgt ervoor dat mensen zondigen zonder dat Hijzelf zondigt. En dat allemaal om zijn grote plan te verwezenlijken. De reden waarom God Farao’s hart verhardt lezen we ook in Rom. 9:17: – “opdat God zijn macht in farao toont en Gods naam bekend zal worden aan de hele aarde.” En de 10 plagen en de machtige Exodus zullen dit doel bewerkstelligen. Zie in dat jouw leven ook gebaseerd is op het contrastprincipe. Als God zich met ons bemoeit, gebruikt Hij altijd het contrastprincipe. Kwaad en zonde in onze wereld worden hierdoor begrijpelijk.
*
Israël
Is Israël Gods uitverkoren volk? Dan heeft God misschien verkeerd gekozen. Om de haverklap is Israël op de meest bizarre manieren in het nieuws. Neem de broers van Jozef. Eerst verkopen ze hun eigen broer Jozef en daarna vertellen ze hun vader dat Jozef door een wild dier is vermoord. Wat een rotstreek! En zijn zij de voorvaders van Israël?
Maar jaren later is Josef groot geworden in Egypte en door God gebruikt om miljoenen levens te redden van een dodelijke hongersnood. In Genesis 50:20 zegt hij: Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin maar God heeft dat ten goede gekeerd… Daar heb je het al: die broers deden precies wat god’s bedoeling was. In Rom. 11:8 zegt Paulus dat God Israël een geest van verdoving geeft. Waarom doet God dat? Rom. 11:11-12 geeft het antwoord: ze zijn toch niet gestruikeld om ten val te komen? Dat in geen geval maar door hun overtreding konden de heidenen worden gered en daarop moesten zij afgunstig worden. Vanwege de zonde van de 11 zonen werd een heel volk gered van de hongersdood. Vanwege de overtreding van Israël worden wij allen gered. Zo zie je waarom God soms de goddelijke alchemist wordt genoemd. Hij zet menselijke missers om in een nieuwe schepping. Jawel, menselijke missers zijn Zijn scheppingen. Door Israël’s zwakheid verheerlijkt God zijn macht wereldwijd. Israël’s zonde is God’s goede. Rom. 3:5 zegt zoiets ook nog eens: Onze ongerechtigheid bewijst dat god rechtvaardig is. God kan geen mensen redden als ze niet eerst zondaren zijn.
Gideon
In Richteren 7 heeft Gideon een leger van 32.000 man. Meer dan genoeg om de Midjanieten te verslaan. Gek genoeg heeft Gideon teveel manschappen in plaats van te weinig. De Heer vertelt Gideon in vers 2: “er zijn teveel mensen bij jou voor Mij om de Midjanieten in hun handen te geven.” Je zou toch denken dat God het andersom bedoelde, dat hij zich vergist had, dat het legen van de Midjanieten te groot was. Maar nee, dat zegt Hij niet. Hier zien we weer zo’n mooi voorbeeld van God’s omgekeerde logica. God maakt de omstandigheden onmogelijk voor Gideon en Israël om deze oorlog te winnen. Het resultaat is dat de druk van de ketel zal zijn van Gideon en Israël en dat God de glorie krijgt. Maar dat heeft Gideon nog niet direct door. Het eerste wat God doet in vers 3 is Gideon zijn manschappen laten vertellen dat wie er bang is naar huis kan gaan. 22.000 eerlijke mensen steken hun hand op. Nu heeft Gideon nog maar 10.000 man. Oké, zal Gideon gedacht hebben, jammer dan, maar nu kan ik die Midjanieten nog wel aan. Maar God is nog niet klaar. In vers 4 zegt God: “jouw leger is nog steeds te groot. Breng ze beneden naar het water en ik zal ze voor je testen. Daarna zal ik uitmaken wie in jou leger mag.” Jawel, dit wordt met de minuut gekker. Dat zal Gideon ook gedacht hebben. Want God was nog niet klaar. Het einde van het liedje is dat God 300 man aanwijst voor Gideon’s leger. Dat verandert de zaak natuurlijk drastisch. Gideon zal zich wel achter de oren hebben gekrabd en gedacht hebben: ik had 32.000 man en nu nog maar 300. Een leger van 300 man dus en het enige wat ze deden was op hun ramshoorn blazen. En wat gebeurde er toen? De Midjanieten sloegen elkaar de kop in en sloegen op de vlucht in de richting van Serera, naar Bet-Hassita, tot aan de rivieroever bij de Abel-Mechola, boven Tabbat.
Abraham
Abraham wil graag een zoon. Dat dat nog niet gebeurd is, is de schuld van Sarah want die is onvruchtbaar. Het is Sarah die erop aanstuurt dat Abraham “het” dan maar voor 1 keer met dienstmeid Hagar moet doen. Zo gezegd, zo gedaan. 9 maanden later wordt Ismaël geboren. Abraham is natuurlijk heel erg blij dat het toch gelukt is met een klein omweggetje om een kind te krijgen, want nu is niet Sarah de moeder en dat steekt toch wel een beetje. Inderdaad, zegt God, dit kind is voortgebracht door jouw kracht en zeker niet door Mijn kracht. Dus ik ga je nog een ander kind geven, door Mijn kracht.
“Oh,” zegt Abraham gedesillusioneerd. Alle moeite voor niks?
Je zou er gefrustreerd van worden, van God. Waarom doet Hij zo moeilijk? God maakt dingen eerst menselijk gezien onmogelijk om daarna waar te maken wat alleen Hij kan. Zo is er ook het principe van dat ons geluk in de hemel afhangt van onze misère hier op aarde in dit tijdelijke leven. Het geluk van hemelse perfectie berust op de misère van het missen van het aardse doel. Dus, God gebruikt de zonde niet tegen jou maar voor jou. In Fil. 2:13 staat ook nog eens: “God brengt het willen en handelen in u teweeg.” In Jesaja 26:12 staat ook nog eens dat God de werken in ons doet en niet wijzelf. God zal jou ooit perfect maken al zal hij dat niet vooral in dit leven doen. Er zullen onvolmaaktheden in jouw leven zijn die pas na de opstanding zullen zijn verdwenen. Sommige slechte gewoonten zullen je tot in je graf achtervolgen. Is dat omdat je een slecht persoon bent? Nee, zeker niet. Het is omdat God je in dit leven zo wil hebben inclusief alle slechte ballast. Dus stop ermee tegen jezelf en je slechte gewoonten te vechten want je vecht tegen God. Geen wonder dat je zo moe wordt. Zie ook 2 Corinthiërs 4:7 – “wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt maar van God.”
Aarden potten zijn zondige potten. God is nog steeds bij plan A. Jesaja 63:17 zegt: “Waarom, Heer, liet u ons afdwalen van uw wegen? Waarom hebt u ons onbuigzaam gemaakt. zodat wij geen ontzag meer voor u hadden?” Wat is het antwoord hierop anders dan dat het juist de bedoeling was dat we nu in imperfectie zouden leven. God KAN ons zondeloos maken, daarom is Hij God. Dus blijkbaar wil Hij het niet. Waarschijnlijk moeten Abraham en Sarah ook een vreselijke drang gevoeld hebben om toch maar wat te improviseren ten einde kinderen te krijgen. Zoals gezegd ging hij met Hagar aan de wip maar dat was niet wat God hem beloofd had. Overigens viel ook de geboorte van Ismaël binnen Gods bedoeling maar het verbond dat straks in Isaak zou voortbestaan was toch nog iets anders. God wacht eerst tot de mens geen uitweg meer ziet en laat dan zien Wie er werkelijk de touwtjes in handen heeft. Jesaja 64:4 verzekert ons dat God iedereen tegemoet komt die wacht. Andersom is het ook zo dat God op iedereen wacht die op eigen houtje dingen probeert te bereiken. Als dat vastloopt, komt God in actie. In Rom. 4:20 wordt Abraham zelfs in zijn geloof gesterkt. God dealt niet in viagra. Abraham werd op de 1 of andere manier gesterkt in zijn geloof dat God zijn belofte na zou komen.
*
De vloek van kerstmis
Als een klus niet al te moeilijk is, dan zeg je gauw: “ach, ik spring wel bij, ik doe dat wel even.” Maar oh wee, als de klus onoverzichtelijk wordt… Bijvoorbeeld, je zult maar vlak voor de kerst bij de post werken, dan heb je het pas echt druk. Het enige wat je dan wilt is koffie zetten. Maar als God een klus te zwaar maakt voor ons, doet hij dat juist om ons wel te inspireren. Als iets in het leven ons dreigt te overstelpen of te bedelven, is de spanning er eigenlijk al af. Dan zegt God: “als je het nu eens op deze manier doet?”
Menselijk tekort verleent licht aan goddelijke kracht
Hoe weet je of de Bijbel het woord van God is?
Dat heeft voornamelijk met geloof te maken. Maar uiteraard ook met meer. Als mensen inspiratie aan de bijbel hadden gegeven hadden ze de nadruk meer gelegd op de hoofdpersonages, dus de mensen. Die waren dan veel beter uit de verf gekomen. De bijbel is een nogal vernederende beschrijving van de mensheid. De mens is altijd beneden en kijkt steeds op. De mens raakt steeds weer in de knel, wordt opgesloten en God redt hem er weer uit. God sluit die mensen steeds op en brengt ze in de knel, kijk maar hoe Hij ook het hart van de Farao verhardde. God maakt dingen menselijkerwijs eerst onmogelijk voordat hij aan het werk gaat. Neem het voorbeeld van Jezus die de blinde man geneest. Wat is het eerste wat Jezus doet? Hij spit wat in de grond, maakt modder en smeert dat op de ogen van de blinde. Daarna moet de man zich wassen in de poel van Siloam. De blinde komt terug en leest The Jerusalem Post. Net als je denkt dat God niet helemaal goed wijs is, raak je in verbazing en vraag je je af: misschien wil God hier een punt maken?
Neem 1 Koningen 18 waar Eliah de profeten van de valse God Baal uitdaagde om te zien welke God de echte God was. Beiden richtten een altaar op. En beiden zouden tot hun God bidden om vuur van de hemel te zenden op hun altaars. De God die vuur naar beneden zond, was de echte God. De profeten van Baal riepen hun Baal aan van de vroege morgen tot de late avond. Maar niets gebeurde. Hoe anders ging het bij Eliah. Hij moest eerst flink wat water over het hout gooien, 1, 2, 3 keer, en ook nog eens een sloot om het altaar graven en die met water vullen. Menselijkerwijs zou het nooit meer kunnen fikken. God richtte een onmogelijk decor op om zijn macht te tonen. Dus… maakt God jouw leven ook op sommige punten onmogelijk? En als je net bijkomt, doet hij het dan nog een keer en ga je weer kopje onder? En dan nog een derde keer tot je er gek van wordt? Staat het water letterlijk tot aan je oren? Loopt het door de greppels om je leven? Dan doet Hij dat niet voor niets. Hij wil je er zo overtuigd uit redden, dat je na afloop de rust zelve bent. En dat niet alleen, maar opdat je ook Zijn nieuwe plan voor jouw leven ziet. Zo liep het ook met Eliah af: er kwam vuur uit de hemel dat letterlijk alles verbrandde en het water verdampte.
*
Ontsierd bij het ontwerp
Jezus is aan het kruis gestorven, zijn moeder huilt, sommigen lachen, de elite van de stad die zich bedreigd voelde door ene Jezus die hun wetten aan zijn laars lapte. En nu 2000 jaar later knielen de katholieken voor hem en zwaaien de protestanten met hun handen. Baptisten zingen hun kelen schor en dat alles omdat de schepper van de wereld vlees werd in Bethlehem. “Dank God dat hij gekomen is!” roepen al deze aanbidders. De openbaring van Gods liefde heeft hun levens veranderd. Met Hem hebben ze iets om voor te leven. Het is nu tijd voor fase 2. Alle ongelovigen moeten worden verdoemd tot eeuwige hel en verdoemenis. De katholieken beginnen zichzelf te slaan, de Pinstergemeenten schreeuwen tegen satan tot deze zich achter het altaar verstopt. De Baptisten verbranden buiten de kerk een zelf gemaakt portret van Pilatus samen met wat porno DVD’s. Slechts 1 ding ontbreekt in dit geheel: volwassen zelfreflectie. Er zou geen christus zijn geweest om voor te knielen als de zonde niet de wereld was binnen gedrongen. En hoe zou Jezus ooit de gekruisigde zijn geworden zonder die verrekte rotRomeinen die hem hadden gekruisigd? En welke betekenis zou Zijn opstanding hebben zonder een tegenstander Zijn dood te verzekeren?
Laat ik 2 statements maken:
1. Er kan geen redding zijn zonder iets waar je uit gered moet worden. Je kunt niet iemand uit zee redden als er geen zee is. Je kunt niet iemand uit een brandend huis redden als er geen brandend huis is.
2. Sinds alles van God is – 2 Cor. 5:18 – en de zonde bestaat, moet zonde ook van God zijn!
Wat?
Is God een zondaar? Nee, toch niet. Hij kan niet eens zondigen. Hij zou juist een zondaar zijn geweest als het niet de bedoeling was dat de zonde in de wereld was gekomen! Sommige christenen kunnen dit idee niet uitstaan dat God zelf de zonde in de wereld heeft geslingerd met een goddelijke katapult. Maar hoe zou de zonde dan in de wereld zijn gekomen? Door de slang, door tricky list en bedrog, apart van Gods bedoeling? Dit zou dan betekenen dan 1 zo’n verrekte rotslang die je met een menselijke katapult aan flarden schiet het grote plan van God heeft gedwarsboomd, ja hem zelfs een behoorlijke soevereiniteit geeft. En wie garandeert ons dat God zich dan niet nog een keer zal laten verrassen? Goed, satan is naast God een eigen soevereine macht in de schepping die regelmatig Gods goede bedoelingen dwarsboomt. Biedt dit scenario perspectief op een hoopvolle toekomst? Immers, niet satan maar God zelf mist zijn doel dat steeds gedwarsboomd wordt door satan die hij trouwens zelf heeft geschapen. En “zijn doel missen” is nu precies de definitie van zonde. Wacht even, dus God zondigt? Nee, dat ook weer niet. Maar wat dan wel? Als satan soeverein is over al het kwaad in de schepping, proberen we dan niet God te helpen zijn handtekeningen onder alle slechte dingen uit te wissen? Jazeker, dan ben je een slechte public relations medewerker. Door God steeds maar weer te excuseren voor al het slechte in de wereld, onttroon je hem steeds maar weer.
Hoe kun je zoiets zeggen?
Iedereen die God afhoudt van al het slechte dat hem/haar dagelijks overkomt, maakt van Hem een zondaar.
Hoe zit het dan?
Ik zie maar 1 waarheid: er is maar 1 plan en dat is Gods plan. Er is niet een tegenplan van een soevereine tegenspeler, immers alleen de God van Israël is soeverein. Het was dus Gods bedoeling dat de zonde in de wereld kwam. Als dat niet zo was geweest, zou God zich hebben laten verrassen en was Hij geen soevereine God meer. Juist door zelf de zonde in de wereld te slingeren zondigde God niet. Want was de bedoeling van de zonde? Juist, om redding te openbaren. Redding was deel van zijn plan vanaf het begin.
Bewijs dat maar eens!
Openbaring 13:8 zegt dat het Lam was geslacht voor de grondlegging van de wereld. Deze gedachte gaat lijnrecht in tegen de opvatting dat God zich moest terugtrekken nadat zijn toevallige zeg maar rampenplan opeens werd gedwarsboomd door één of andere satan.
Jezus als een toevallig plan?
Ja, daar komt het wel op meer, dat Jezus een brokkenpiloot is als je stelt dat Adam Gods hele plan omver geblazen heeft, of nog erger, een slang. Jezus zou zich op een onverklaarbare manier hebben laten kruisigen om een foutje van Adam in een ver verleden te herstellen. Nee, maar Openbaring 13:8 zegt dat het offer van Jezus VOORAF GAAT aan Adams zonde. En dat is heel andere taal. God had een opofferende liefde vanaf het begin. Die kon Hij alleen openbaren als de mensen in de fout gingen, want wat heb je aan opofferende liefde als alles op rolletjes loopt? Jezus was niet een correctie achteraf. God en ook het goede van God kan niet worden geopenbaard zonder tegenslag. Er was inderdaad een tijd dat er geen kwaad was in de hele schepping. Dus schiep God het kwaad. In Jesaja 45:7 staat: “Ik schep het kwaad.” Hier staat letterlijk dat God niet lang geleden de controle over zijn toen al grillige plan verloor, maar dat God zelfs het kwaad bestuurt. God is geen lunatic die de hele tijd achter satan aan rent met een emmertje water om alle vuren weer te blussen. Nee, de God van Israël heeft een plan voor de eeuwen en satan speelt daar alleen die rol in die God hem heeft toebedeeld.
Gods programma in een notendop
Wat is in goddelijke termen gesproken de taak van zonde en kwaad? Simpel gezegd; het is het werk van contrast. God maakte de schepping om afhankelijk te zijn van contrast om zichzelf te openbaren. De schepping kan niet het goede kennen apart van het kwade. Zij kan niet de liefde kennen los van haat; geen vriendschap los van vijandschap. Het plan is dit: geef de hele schepping een gelimiteerde dosis van kwaad, haat, vijandschap en zonde. Dit alleen zal haar voorbereiden op een eeuwige waardering van het goede, van liefde, vriendschap en genade – alles wat God is. Tijdelijk kwaad wordt verruild voor het eeuwig goede. Goede ruilhandel? Vervolgens wordt de hele schepping dit goede in de handelingen van 1 mens getoond die zo vol liefde is voor allen dat Hij zichzelf geeft aan een vernederende dood die hij zelf niet verdient, terwille van hen allen. Martel deze man tot bloedens toe met speren en naalden. Dan zal hij zeggen: “vergeef hen Vader.” De schepping trilt en schudt alles bij elkaar en wordt stil. Geef Hem dat script in de tempel, onder een dadelpalm, in een boot en het zal niet werken. Het werkt alleen als hij naakt aan het kruis hangt voor zijn moeder. Filippenzen 2:10-11 zegt dat elke knie voor Hem zal buigen en Colossenzen 1: 20 zegt dat het bloed van deze man, Jezus, een kreunende, zuchtende schepping zal verzoenen met God. Als dit doel bereikt is, gooit God de speren en naalden weg en is alle kwaad verdwenen. De laatste vijand is de dood en als de dood uitgebannen is, gingen alle andere vijanden hem voor, inclusief de zonde. Dus de zonde zal echt niet eeuwig voortduren. De doctrine van een eeuwige hel is in feite een doctrine van een eeuwige tolerantie van God ten aanzien van de zonde. Blijkbaar vindt God de zonde dan ook niet zo vreselijk erg, afgaande op die doctrine. Ben je gefrustreerd door je eeuwige mislukken? Gaat er niks goed? Ben je een loser en zou je graag geen loser meer willen zijn?
Gefeliciteerd, dan heb ik goed nieuws: “Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt.” – 2 Cor. 7. Jij bent niet voor niets een lul, jij bent een lul gemaakt! Met een bedoeling! Wij zijn kleien potten door ontwerp, niet omdat we van Gods bedoeling zijn afgeweken. Laat deze openbaring tevens de zelf vergenoegzame zelf-kicker op zijn plaats zetten. Rustig maar, gelovige in Christus, je bent een lul omdat jouw ontwerp nog niet af is, niet omdat je een mislukkeling bent. God wil je je bewust maken van de bron van je krachten en een manier om dat te doen is zonde. Graag zouden we misschien zo anders willen zijn, misschien zoals iemand die we benijden, op wie we jaloers zijn, iemand met goede sociale vaardigheden. Onze zonden, lees: tekortkomingen beletten ons om op een normale manier door het leven te gaan, te functioneren zoals ieder ander. En we balen hiervan. Maar wat we maar niet door (willen) hebben is dat een imperfecte staat c.q. mislukt zijn juist het hoofd idee is dat bij dit leven hoort. God brengt de schat van zijn geest in een aarden pot om deze pot voor arrogantie te behoeden. Perfect zijn is niet wat we op dit moment op aarde nodig hebben. Vernedering is een gezegend iets aan deze kant van de opstanding. Trots gaat daarentegen aan de val vooraf. Mislukt zijn herinnert ons eraan dat we van klei zijn en drijft ons naar christus. Accepteer jezelf beter met al je geklungel en gescheld en getier, dat geeft veel meer rust. Religieuze mensen daarentegen zitten weer vast in hun religieuze kaders waarbinnen ze aan alles moeten voldoen, niet het minst zondags 2 x naar de kerk gaan. Zo was er een filmster die eens zei: “jullie gelovigen zijn jaloers op mij maar in feite is het andersom. Ik moet aan ieder’s verwachtingen voldoen, iedereen verwacht van alles van mij, blijf liever anoniem.”
Kleine handen in de speelgoedwinkel
Sommige kerken vinden dat je moet bidden, bidden, bidden. Ze beloven je een zorgenvrij bestaan. Wat ze niet snappen is dat het probleem juist het antwoord IS. En dat je zorgen voortijdig afschudden zelfs catastrofaal kan zijn. Romeinen 8:35-37 lezen: “wat kan ons van de liefde van God scheiden… we worden de hele dag door gedood en vervolgd, we zijn als schapen die naar de slachtbank worden geleid. Hierin zijn wij echter meer dan overwinnaars door Hem die ons liefheeft.”
Dus, wat al die zogenaamde gebedsdiensten opleveren mag Joost weten, in elk geval niet een zorgeloos bestaan. En hoe zit het met dit “gedood en vervolgd worden?” Je wordt niet vervolgd, tenzij je iets fout doet of deed. Worden we veroveraars UIT al deze dingen? Komen we al deze dingen te boven als overwinnaars? Nee, we zijn overwinnaars IN deze vervolgingen. We overwinnen door naar Hem te kijken die de zonde overwonnen heeft voor ons. 2 Cor. 12:10 zegt: “als ik zwak ben, ben ik machtig.” Ben je zwak? Dan ben je machtig. Dus waarom zou je steeds opnieuw proberen een superchristen te worden?
*
Schijnverdraagzaamheid
“Een snelle blik op het Nieuwe Testament is al voldoende om er zeker van te zijn dat Jezus Christus en zijn apostelen allesbehalve verdraagzaam waren op de wijze van de filosofen en de linkse kerk. In de eerste toespraak die Christus tot zijn discipelen houdt, bindt hij hen op het hart om zich te wachten voor de valse profeten die vermomd als schapen komen en die van binnen verscheurende wolven zijn. – Matteus 7:15.
Jezus zegt: Na mijn vertrek zullen wolven in uw midden binnendringen van wie u alles hebt te vrezen en die de kudde niet zullen sparen.
Het zou vreemd zijn als godsdienst een systeem van volstrekte verdraagzaamheid zou meebrengen. Niemand zal betwisten dat een wettige onverdraagzaamheid elke dag in de praktijk wordt gebracht en ook MOET worden gebracht, in de zeden, in de politiek, in de wetgeving, in de opvoeding, in de geneeskunst, in de literatuur, in de schilderkunst, zelfs in de muziek, kortom in alles waarop de categorieën van goed en kwaad of beter; van vals en waar, schoon en lelijk, orde en wanorde van toepassing zijn. Dus zou godsdienst een uitzondering zijn op deze regel? Moet godsdienst worden beschouwd als een soort van onbetekenend terrein waar alles kan en mag zonder onderscheid van waar en vals, van goed en kwaad? Volstrekte verdraagzaamheid is nimmer in praktijk gebracht en zij is alleen toepasselijk op in zichzelf onverschillige zaken of zaken die als zodanig gezien worden. Een zaak, welke dan ook te doen ressorteren onder een dergelijke verdraagzaamheid staat dan ook gelijk met haar te rangschikken in de categorie van onverschillige zaken. Dat begrepen de eerzuchtige sofisten van de ?
– de eeuw verrekte goed en als zij zozeer hun best gedaan hebben om verdraagzaamheid te prediken komt dit daar vandaan dat zij goed wisten dat de rangschikking van de godsdienst onder de onverschillige zaken, zijn vernietiging betekende. Een wereld waarin iedereen elkaar zonder meer respecteert, bestaat niet. Punt. Maar uiteraard heeft het evangelie overleefd. Immers, men krijgt de mensen niet mee zonder hun een stuk waarheid te bieden. Conclusie: holle frasen als gesprekken, respect en wederzijds begrip zullen niet helpen of nog sterker; de zaak alleen maar erger maken. Christenen en moslims zullen vroeg of laat onvermijdelijk tegenover elkaar komen te staan.
*
3 eenheid in Koran
Het Rooms-Katholicisme voorspeld in de Koran?
Bij het lezen en bestuderen van de edele Koran stuitte ik op een merkwaardig vers. Het boek in De profeten (Soera 21 voor de onwetenden), vers 91:
En Degene die haar kuisheid bewaarde, dus bliezen Wij haar van Onze inspiratie in, en maakten haar en haar zoon tot een teken voor de naties.
1. Het blijft me opvallen dat Allah zichzelf uitdrukt in de pluralis majestatis en dat, terwijl de éénheid van God juist zo’n absoluut gegeven is binnen de Islam. Christenen hebben de neiging om de meervoudsvorm van God (laat ons maken) in Genesis 1 te zien als een lichte heenwijzing naar de drie-eenheid. In ieder geval maakt deze pluralis majestatis het wel eenvoudiger om de ‘ik’ figuur te herkennen. In andere gevallen is ‘ik’ niemand anders dan de profeet Mohammed zelf.
2. Opvallend is ook dat binnen de Islam er totaal niet getwijfeld wordt aan de maagdelijke geboorte van Jezus. De Koran is hier meer dan overduidelijk in. Hier is meer dan alleen maar sprake dan van een knipoog naar het christendom maar wat daar nu de reden van is, dat is mijn Ouweneelsachtige verbazing van vandaag.
3. Tenslotte: Maria en Jezus worden hier gezien en gesteld tot een teken voor de naties. Het woordje ‘teken’ is hetzelfde woord als het woord voor ‘vers’. Het kan ook ‘godsbewijs’ betekenen. De verzen van de Koran zijn allemaal tekenen en godsbewijzen. De Koran zelf is het bewijs en het wonder van Mohammed zelf. Hier worden Maria en Jezus ons voorgehouden als BEWIJS en als TEKEN voor de NATIES! (n.b.: het woord voor ‘naties’ is hier ‘Aalamien’, hetgeen ook ‘werelden’ betekent of alles dat God gemaakt heeft). Hier wordt aan Maria en Jezus wel erg veel eer toebedacht.
Conclusie: als je Soera ‘De Profeten’ vers 91 als sleutelvers ziet voor het begrijpen van de Koran en de Islam (alle willekeur in deze dan even apart gezet) dan is het Rooms-Katholicisme door de Koran voorspeld. Letterlijk staat er dat Allah in Maria uit zijn geest (roeH) BLIES.
*
Het koninkrijk van Jezus
De komende orde van het nieuwe priesterschap in de Orde van Melchizedek begint met de nieuwe geboorte! Je moet een Hogepriester van de orde van Melchizedek zijn om straks over de schepping te regeren. De hele schepping wacht met spanning op de ontsluieringen die we in de gelovigen in christus zullen zien, in de nieuwe eeuw van christus die al voor de deur staat. Dat betekent van alles. Er is een dimensie van de openbaring van Jezus die alle boeken en preken overstijgt. Deze openbaring van Jezus is de openbaring van het Uur! En van het moment, afkomstig uit de eeuwigheid. Het gaat hier niet meer om de overdracht van preken en woorden maar om de overdracht van het leven zelf! In de orde van Melchizedek is de enige weg het leven van christus! De vele kerkdiensten en preken ten spijt, voegen niets nieuws toe aan deze orde. In de nieuwe eeuw van christus die voor de deur staat gaat het niet om het herstel van het oude maar om de VERVULLING van het oude in iets veel groters. Jezus zal zijn heerschappij over de hele schepping, zelfs over de TIJD en de eonen met de heiligen delen. Tot in de verste uithoeken van het heelal wacht met op de openbaring van God’s heiligen. Ons geestelijke DNA bevat reeds alles wat christus is. Als dat geen mysterie is! De heiligen zullen in de komende eeuw zelfs de macht hebben om doden op te wekken. Maar de manifestering van de heiligen zal aan de hele schepping worden getoond. Jezus’ koninkrijk is niet van deze wereld. Maar Jezus heeft nooit gezegd dat zijn Koninkrijk niet van deze aarde of van dit heelal is. Integendeel; zijn koninkrijk heeft in de diepste zin betrekking op alle dingen en is tevens de constitutie van alles. Zijn koninkrijk is niet van deze wereld (deze huidige kwade uitvoering) maar het is in alle dingen, in de breedte, lengte, hoogte en diepte van alle dingen en omvat alles tot in de verste uithoek van ons heelal. YHWH heeft besloten dat er tijdelijk een dimensie van wanorde in zijn orde bestaat. Maar satan kan NOOIT de Christus-constitutie van deze wereld veranderen. Wij allen plus de hele schepping is door deze verstoring aangetast. Maar christus zal alles weer recht zetten. Echter niet in de oude staat, maar vanuit hemzelf naar een volledige vervulling van alles. De natuur van de Bijbelse restauratie bevat een reconstructie-element waarin christus ten volle wordt verheerlijkt. Zoals Christus is gekruisigd door de anti christus, zo zal het herstel van alles in iets veel groters resulteren dan de oorspronkelijke staat. De Omega is een oneindige promotie van de oorspronkelijke Alfa. En het einde is oneindig veel groter dan het begin. Er is duidelijk een eonisch conflict gaande binnen de hele schepping dat zich uitstrekt van de microcosmos tot de macrocosmos. Maar onder die tegendraadse wanorde huist de incorrupte orde van YHWH. En die order is Christus. Hij is de Eerst geborene van de hele schepping. Christus is niet alleen de eerstgeborene van vele gelovigen maar vooral ook van de schepping. De innerlijke werkelijkheid zet zich altijd voort naar de buitenkant waar hij zijn eigen verblijfplaats wordt. Huls en inhoud worden één, één in christus, alles in alles. Dus hoe kan ooit 1 papiersnippertje verloren gaan voor God?
*
Dode Zeerollen en Simon
Simon besloot een Nieuw Jeruzalem te bouwen en een nieuwe tempel, iets ten noordwesten van de oude locatie. Uit de Dode Zeerollen blijkt dat de massa Simon als een goede priester zag maar er een opstandige minderheid was die gruwde van Simon’s plannen om het oude Jeruzalem en de tempel te verwoesten en een nieuw Jeruzalem te bouwen. Dit is de mysterieuze groep mensen uit de Dode Zeerollen die Simon de valse priester noemden. Ze haatten het nieuwe Jeruzalem en de nieuwe tempel omdat ze alles bij het oude wilden houden, te weten de tempel van hun voorvaderen. Ze hielden zich dus vast aan de traditie terwijl het duidelijk moest zijn dat God zelf deze verwoesting had gewild. Simon was slechts een menselijk werktuig. Deze kleine verzetsgroep kwam samen in hun hoofdkwartier Qumran. Simon verwoestte de berg Zion, in Psalm 78:68-69 Gebhul genoemd, en bouwde verderop een nieuwe tempel met de naam Zion. In de Dode Zeerollen wordt ook gezegd dat degenen die de Jesajaprofetie uitvoeren en Jeruzalem verwoesten, de spotters in de stad zijn. Wat was eigenlijk de reden dat Simon de stad en tempel wou herbouwen, iets noordelijker? Het gerucht gaat dat Simon een orakel hoorde in de tempel. Dit valse orakel zou Israël hebben opgedragen om Jeruzalem te herbouwen. Dit wordt al geprofeteerd in Habakuk 2:12, 13. Simon de Hasmoneeër verwoestte het Jeruzalem van David en de tempel van Salomon en herbouwde beiden ten noordwesten van de oude locatie. Simon wordt ook wel de boosaardige priester genoemd. En wat lezen we in Jozua 6:26? “Vervloekt de man die deze stad herbouwt.”
*
Enoch vertelt ook van de tabernakel die in de tijd van Mozes werd opgericht en hoe deze een draagbare tempel werd. Het was een huis voor de Here. Enoch vertelt hoe de tabernakel het huis onder hen werd in het beloofde land, Canaan. Vervolgens zegt hij dat Salomon uiteindelijk de tempel in Jeruzalem bouwt. (Enoch 89:50). Enoch zegt: God verliet het Huis van de Here en Zijn Toren. Dus het Huis van de Here is duidelijk de tempel. (Enoch 89:54, 56). In de tijd van Nebuchadnezzar werd de toren in brand gestoken en het huis vernield. (verzen 66-67). In de dagen van Zerubbabel en Joshua werd alles weer opgebouwd. De nieuwe tempel werd de hoge Toren genoemd. Enoch 90:19 gaat tenslotte over de tijd van Simon de Hasmoneeër. “En ik keek totdat de schapen een groot schaap werd gegeven en de schapen trokken tegen alle wilde dieren op om ze te doden en alle dieren en de vogels van de hemel vluchtten voor ze.”
Enoch spreekt hier van een grote onderneming die door God zelf in gang is gezet om de foute mensen te oordelen. Enoch 90:28-30 vertelt ons hoe de tempel wordt afgebroken en naar het zuiden wordt verplaatst. Enoch zegt duidelijk dat God zelf degene was die de tempel verwoestte. Simon was slechts een menselijk werktuig. Enoch had een profetie maar dacht dat alles wat hij zag in zijn eigen tijd zou gebeuren. Hij beschrijft alles alsof hij er zelf bij is. Hij gaf een letterlijke weergave in symbooltaal van de geschiedenis van Israël voor zijn eigen tijd. Hij dacht dat hij in de Eindtijd leefde.
*
Simon de Hasmoneeër wil de tempel herbouwen.
Op dezelfde tijd spoorde Onia koning Ptolemeus van Egypte aan om zijn tempel te herbouwen in Heliopolis. Onia voelde dat de tempel in Jeruzalem dusdanig was vernield dat hij de Jesaja profetie 19:19 als een teken zag om een tempel op de grens van egypte te bouwen. Ptolemeus gaf hiervoor toestemming, wat echter de herbouw in jeruzalem niet veranderde. De joden wilden een nieuwe tempel in jeruzalem, de samaritanen wilden een tempel in Gerizim. Inmiddels was Onias al bezig een nieuwe tempel in heliopolis te bouwen. Simon bouwde uiteindelijk een nieuwe tempel maar wel over de Gihon bron en op een noordelijke heuvel. Het karwei werd afgemaakt door zijn zoon Hyrcanus. Om te zien in welke tijd we zitten: Herodus herbouwde zijn tempel nadat de vorige tempel van Simon was afgebouwd door zijn zoon. Volgens Josephus was de tempel een toren van 45 verdiepingen. Dat moet een indrukwekkend gezicht zijn geweest. Dit werd ook voorspeld in Jesaja 54:1-2. Nu wordt het misschien een beetje verwarrend met alle tempels en torens. De Toren van Fort Antonia was ook van indrukwekkende hoogte maar was geen enkele toren maar zat vast aan hoge muren.
Conclusies
De oorspronkelijke locatie van de tempel van salomon boven de Gihon bron is vergeten. En wat is het resultaat? Dat joden en arabieren vandaag de dag vechten om locaties die gebaseerd zijn op fictieve traditionele conclusies en niet op historische feiten. Klaagmuur, Rotskoepel en Al Aksa moskee staan sowieso op het terrein van het vroegere Romeinse Fort Antonia. Daar is niets heiligs aan. Deze locaties hebben ook geen enkele connectie met Abraham, Jacob, Ezra en Nehemia. Daarbij is de tempel van Herodus, hoe imposant ook met haar 45 verdiepingen zeker niet de 2de tempel. Nogmaals, de eerste tempel was de Tuin van Eden. De 2de tempel was de tempel van Salomon. Strikt genomen is de tempel van herodus al de 6de herbouw die steeds iets naar het noorden opschoof.
Hoe zit het met al die tempels?
De tempel van salomon werd verwoest door Nebudkadnezzar. Daarna is ze een paar keer herbouwd, de eerste herbouw in Jeremiah 41:4-5, 2de in Ezra 3:3 en 3:8. De 4de tempel staat in Ezra 3:6. Deze werd verwoest door Simon de Hasmonee”er en herbouwd in de 5de versie. Herodus bowude de 6de versie. Steeds schoof de locatie iets op naar het noorden. Een generatie voor Maimonides (1134-1205) wisten alle joden dat de oorspronkelijke tempel over de Gihon bron was gebouwd in zuidoost jeruzalem. Maar slechts een generatie NA Maimonides was dit alles vergeten. Het was Maimonides zelf die de verkeerde locatie aanwees van de Rotskoepel en Fort Antonia als de plek waar ooit de tempel had gestaan. Pas in de 16de eeuw wees ene rabbi Luria de westelijke muur van de Haram esh-sharif (Fort Antonia) aan als klaagmuur.
Samenvatting
Het originele Jeruzalem lag in het Zuidoostelijke deel van het huidige Jeruzalem op een halve maanvormige bergrand. Deze bergkam had 2 wallen, één in het noorden en één in het zuiden. De tempel van Salomon was gebouwd op de noordelijke wal, die Ophel heette vlakbij de Gihon waterbron. De zuidelijke wal heette Berg Zion waarop de stad van David lag. Het paleis van Salomon lag tussen beiden in. De muren om de vierkante tempel waren erg hoog, de zuidwestelijke hoek was 450 voet hoog. In de tijd van Herodus lag Fort Antonia 600 voet noordelijk van de tempel. De huidige Haram esh-Sharif was de originele locatie van Fort Antonia, een romeins legerkamp. De grote rots in het midden kreeg ten onrechte een heilige betekenis. Zodoende werd er een kerk gebouwd over de rots van de 4de tot de 6de eeuw. Maar daarna maakten de moslims er hun rotskoepel van. Kalief omar bouwde de Al Aksa moskee in het zuidelijke gedeelte van de Haram als een nieuwe tempel van Salomon. De westelijke muur heeft nooit enige heilige betekenis gehad zoals de Joden er nu aan toekennen in de vorm van de Klaagmuur. De originele stad van David en de tempel zijn met de grond gelijk gemaakt door ene Simon de Hasmoneeër die zelfs de zuidoostelijke bergkam met de grond gelijk maakte en de Berg Zion een kopje kleiner maakte.
*
Fort Antonia
Volgens Flavius Josephus was de toren van het romeinse Fort Antonia 60 voet hoog. Op de muren stonden in de hoeken nog eens torens van 75 voet hoog. Dan was er nog een toren op de zuidoostelijke hoek van 105 voet hoog. Fort Antonia was een romeinse stad, geen binnenplaats of zoiets die aan jeruzalem grensde maar een complete stad die ook nog eens het Praetorium werd genoemd. Het was een stad binnen Jeruzalem al lag hij niet helemaal binnen jeruzalem. Er buiten heerste de joodse sociale orde maar binnen de muren van het fort heerste een totaal andere orde. Het waren 2 werelden die een soort symbiotische relatie met elkaar hadden. Het fort was zo groot dat het straten had en de tent van de commandant in het midden zoals de joden de tempel in het midden van jeruzalem hadden. Het Fort was een eigen tempel van Salomo maar dan gewijd aan de romeinse keizer. Het ergste van alles: het fort domineerde de tempel van jeruzalem en juist dat was de joden een doorn in het oog. De joden wilden met pasen niet het Praetorium binnen wat ze als heiligschennis beschouwden.
Echter Jezus werd hier wel veroordeeld, vlak voor pasen.
Geen wonder dat de muur ervan nog overeind staat die pas sinds de 16de eeuw Klaagmuur heet. Geheel onterecht dus.
De Tempel was Salomon was op de Gihon waterbron gebouwd. Deze bron wordt zo genoemd in 2 Kronieken 32:30 en verwijst mogelijk naar één van de 4 rivieren in Eden. De tempel was een afspiegeling van de Tuin van Eden. De locatie van de bron is te zien op oude mappen van Jeruzalem. Koning Hezekiah bouwde een tunnel van de bron naar de stad en het water kwam uit in Siloam’s poel. De tempel van Salomon was boven de bron gebouwd zodat het water gebruikt kon worden bij reinigingsprocessen. De Gihon waterbron wordt ook genoemd door schrijvers uit de oudheid als Aristeas, Philo en Tacitus. Nehemia’s waterpoort (Neh. 12) lag direct tegenover de bron.
Enoch en Jesaja
Enoch heeft het hier ook over in zijn boek, hoofdstuk 26. Net als Ezekiel die in een visioen in zuidelijke richting naar Jeruzalem keek dat op een heuvel lag (Ezekiel 40:2). Enoch stond ook ten noorden van de stad en keek in zuidelijke richting. In zijn boek Enoch 26 zegt hij:
“En van daar ging ik naar het midden van de aarde (beeldspraak voor Jeruzalem) en zag een gezegende overvloedig bewaterde plaats met takken die bleven leven en uit een boom sproten die was omgehakt. En daar zag ik een heilige berg en onder de berg aan de oostkant ervan was water en het stroomde naar het zuiden.”
Dit is een zeer belangrijk visioen. Enoch zag een heilige berg met een stroom die eronder liep. Professor Charles identificeerde deze stroom die begonnen was in de Gihon bron. Enoch zag zelfs 2 waterstromen die vanuit de Gihon bron zuidwaarts liepen. De ene stroomde tot buiten de muren. Dit was waarschijnlijk de stroom waarover ook Jesaja schreef:
“Het was ook Jechizkia die de bovenste uitmonding van de Gihonbron afsloot en al het water ondergronds kanaliseerde om het aan de westkant van de Davidsburcht op te vangen.” – 2 Kronieken 32:30
Dit visioen geeft duidelijke aanwijzingen over de topografische ligging van Jeruzalem ten tijde van Simon de Hasmonean. Maar hij gaat nog verder in hoofdstuk 26:3
“En naar het oosten zag ik nog een berg die van dezelfde hoogte was en tussen de beide bergen lag een diep en smal dal; en daar doorheen stroomde een beek langs de berg. En ten westen daarvan stond nog een berg die lager was dan deze, en niet hoog; en eronder lag een dal tussen de beide bergen en er lagen nog meer diepe en droge dalen aan het einde van de 3 bergen. En al de dalen waren diep en smal, van harde rots en er waren bomen op geplant. En ik verbaasde me over de rots en ik verbaasde me over het dal; ik was hogelijk verbaasd.”
De 3de berg die Enoch zag was het gebied waar nu de Rotskoepel staat. Deze berg was duidelijk NIET een deel van de heilige berg die Enoch zag. Deze had de Gihon bring binnen zich. Enoch zegt dat er een continue waterstroom onder de berg doorliep. Er waren geen waterstromen met de 3de berg verbonden. De terreinen ten noorden van de heilige berg (Tempel) waren allen droog. Dus de tempel van Salomon was bovenop de Gihonbron gebouwd. De stad van David bevond zich in de zuidoostelijke hoek van Jeruzalem. De tempel stond in het Noorden van de stad van David op de berg Ophel. David’s stad werd de Citadel genoemd, lag zuidelijk en werd ook wel de Berg van Zion genoemd.
De tempel van Herodus was NIET de 2de tempel.
De eerste tempel was de Tuin van Eden en de 2de tempel was de tempel van Salomon.
Herodus bouwde zijn tempel een stuk noordelijker. Wat gebeurde er met de tempel van Salomon? Die werd met de grond gelijk gemaakt. Allereerst door Simon de Hasmoneeër die haar later op een andere plek, een stuk Noordelijker weer opbouwde. Op deze laatste locatie bouwde Herodus later zijn tempel.
Jesaja en Simon de Hasmoneeër
Jesaja 25 tot 35 profeteert over de verwoesting van Jeruzalem. Maar over welke verwoesting hebben we het? Niet die door Nebukanedzar, Antiochus, Epiphanus en zelfs de Romeinen in 70 na Chr. omdat er in die gevallen veel werd geplunderd. De originele stad van David moest juist voorgoed worden verwoest. Dus ging het om de verwoesting van de stad van David door Simon de Hasmoneeër. Deze Simon de Hasmoneeër wist natuurlijk van de Jesajaprofetie. Jesaja 29 verzen 2, 5 en 6 laten zien dat het om een totale verwoesting gaat. Er zou niets worden achtergelaten voor plunderaars. In Jesaja 26 wordt alweer gezegd dat er een nieuwe machtige stad zal herrijzen als de oude met de grond gelijk is gemaakt. En de Ophel heuvel waarop de tempel van Salomon stond zou zodanig worden verwoest dat de locatie een plaats zou worden van holen en grotten. Dit gebeurde in 70 na chr. door de romeinen. 1000 jaar voor Jeruzalem was er al een stad op die plaats die Migdal Edar heette (Gen. 35:21). Daarna werd op dezelfde plek Jebus gebouwd en daarna Jeruzalem. Simon verwoestte Jeruzalem en de tempel van Salomon zoals na het de Romeinen zouden doen.
*
Klaagmuur
De Klaagmuur is een restant van het Romeinse Fort Antonia en NIET van de tempel van Salomon!
De Klaagmuur is een restant van de muur die het romeinse fort Antonia ommuurde. De profetie van de verwoesting van jeruzalem heeft blijkbaar zoveel indruk gemaakt dat in de eerste eeuwen na christus allerlei pelgrims naar Jeruzalem kwamen om het met eigen ogen te zien. Jezus zei dat er geen steen op de andere zou blijven. Dit was niet zomaar een verwoesting. Dit was een kleine apocalyps. Critici die beweerden dat het wel meeviel met die profetie aangezien de oude muur er nog staat en we dus Jezus’ woorden met een korrel zout moeten nemen hebben het mis. De muur is een restant van Fort Antonia. De romeinen hebben dat fort nog een hele tijd intact gehouden. In 333 na chr. was er de pelgrim uit Bordeaux. Hij merkte op dat het belangrijkste gebouw het Romeinse Prraetorium was waar Pilatus zijn vonnis uitsprak over Jezus. Deze structuur had zijn muren binnen de Tyropoeon vallei. Volgens de perlgrim was dit zeker niet de zijde van de tempel die hij daarvoor al had beschreven als een zeer desolaat gebied. De pelgrim beschreef de Haram esh-Sharif als het praetorium. Hij doelde op de zuidwest hoek van de Haram en noordelijk waar de klaagmuur van de joden nu staat. De Pelgrim benadrukte dat dit ommuurde gebied de residentie betrof van Pilatus, het romeinse praetorium. Dit praetorium was het hoofdkwartier van een militaire unit. Binnen het gebied van het praetorium was de “Rots des Oordeels” uit Johannes 19:13, de Gabbatha.
“Pilatus hoorde dat, liet Jezus naar buiten brengen en nam plaats op de rechterstoel op het zogeheten Mozaïekterras, in het Hebreeuws Gabbata. Joh. 19:13”
De rots was verbonden met het praetorium en was een deel van Fort Antonia. Het centrale punt van het fort was de rots. Flavius Josephus zei: de toren van Antonia was gebouwd op en om een rots van 50 cubits hoog. Herodus bouwde er later een platform omheen waardoor de rots niet zo hoog leek. Deze rots was goed bekend in de tijd van Constantijn. ZIjn moeder, Helena wou dat er een kleine kerk over de rots zou worden gebouwd. Dit werd later de kerk van de heilige wijsheid. Deze kerk wordt nauwkeurig beschreven door een latere pelgrim uit Piacenza:
“we baden op het praetorium waar nu de basiliek staat van de heilige wijsheid. In deze basiliek is de zetel van Pilatus waar hij zijn vonnis velde over Jezus.
De tempels van salomo en herodus waren replica’s van de tuin van eden en het land van eden. De tuin van eden lag binnen het land van eden dat wel degelijk grenzen had. De tuin had 2 secties. De eerste sectie was waar God regelmatig contact had met adam en eva. De 2de sectie was het buitenste deel van de tuin. Toen adam en eva de tuin uit moesten konden ze nog wel in het land van eden terecht dat even buiten de tuin lag. In dit gebied buiten de oostelijke poort van de tuin bouwden cain en abel een altaar. Oostelijk van eden was het land van Nod. Het offer van cain was op een altaar vlak voor de oostelijke ingang van het Land van eden. Salomo deed het binnenste van de tempel, het heilidom ook op een tuin lijken en kerfde zelfs cherubim op de muren, net zoals cherubims de tuin bewaken.
albert einstein: als een idee niet vanaf het eerste moment absurd lijkt, heeft het geen ovelevingskans.
Ernest L. Martin: op een vlucht van london naar tel aviv kwam ik een rabbi tegen. Ik zei: de bijbel en historisch onderzoek tonen aan dat de Klaagmuur NIET een restant is van de Tempel maar niets anders is dan de Westelijke muur van Herodus’ Fort Antonia.
Hij knipperde met zijn ogen en zei: absurd!
Jezus profeteerde over de verwoesting van jeruzalem. Geen steen zou op de andere blijven. Dus ook de Klaagmuur niet. Die is gewoon niets anders dan een restant van het Romeinse Fort Antonia… Hoe bot het ook klinkt, de verwoesting van jeruzalem heeft een enorme pelgrimage op gang gebracht in de eerste eeuwen na christus van mensen die de profetie met eigen ogen wilden zien.
Wat voorbeelden:
Gregorius van Nyssa, (4de eeuw na chr.)
“Waar zijn alle paleizen? Waar is de tempel? Waar zijn de muren? Waar zijn de verdedigers van de torens van Phasael, Hippicus, Mariamne? Waar is de kracht van de israelieten? Waren niet over de hele wereld uitgezwermd? Maar in hun eigen stad zijn hun paleizen ruines geworden.”
Eleazer zegt (73 na chr.):
“En waar is nu die grote stad jeruzalem, de metropolis van de joodse natie die zo omringd was met zoveel muren, zoveel forten en torens had voor de verdediging? Het is afgebroken tot de laatste steen en er is niets over behalve dat ene monument, namelijk het Romeinse kamp dat nog steeds boven de ruines van Jeruzalem uitsteekt.”
Generaal Silva (die Massada omsingelde)
“De romeinse legioenen hadden altijd muren om hun kampementen, en het enige bemuurde deel dat na de verwoesting van jeruzalem overbleef was de Haram esh-Sharif!”
Flavius Josephus beweert ook dat Fort Antonia op de noordzijde van de tempel lag.
“Op de noordzijde van de temple was een citadel gebouwd (Fort Antonia) waarvan de muren vierkant waren en sterk en van een buitengewone massiviteit. Deze citadel was gebouwd door de koningen van de Hosmonieden die eveneens priesters waren voor herodus en ze noemden de citadel de toren.”
In 333 had je de pelgrim uit Bordeaux die jeruzalem bezoekt. Hij zegt helemaal niets over een muur over een poort waar hij doorheen moet. Hij spreekt over de tempel als iets dat zich buiten de stad Aelia (Byzantijns jeruzalem) bevond. De enige muren die hij later beschrijft zijn wat hem betreft van het praeratorium in Fort antonia. De Haram esh Sharif is de legerplaats waar Pilatus zijn vonnis uitsprak over jezus. Inderdaad, na de verwoesting van jeruzalem bood de haram esh sharif onderdak aan het 10de legioen van Titus. Dat bleef het tot het jaar 289 toen het 10de legioen naar Eliat vertrok.
Toren van Babel en de tempel van Salomon
De tempel van salomon was een toren die veel weg had van de toren van babel. De tempel was een toren met er bovenop de tempel die Gods hemel symboliseerde. Het probleem met de toren van babel was vooral dat deze op de verkeerde plaats stond. Niet in het centrum van de wereld (jeruzalem) maar nota bene in het heidense babylon. God vond het helemaal niet zo erg dat de mensen een toren bouwden. Maar NIET in Babylon! De toren van Babel werd zodoende verwoest en daarna heerste er in babylon spraakverwarring. Vanuit Nieuw Testamentisch perspectief draaide God de spraakverwarring om op Pinksteren toen Hij mensen uit alle windstreken naar de tempel in jeruzalem haalde en ze in tongen gingen spreken. Iedereen hoorde het evangelie in zijn eigen taal. Dat was wel het beste bewijs dat de Toren nu op de juiste locatie stond. Wat was die precieze locatie? Salomon wist heel goed dat de tempel een afspiegeling zou zijn van de Tuin van Eden. Daarom werd ze boven de Gihonbron gebouwd. Deze bron was genoemd naar de gelijknamige rivier in Eden. De latere Haram Esh-Sharif (ofwel Fort Antonia) lag ten noorden van de tempel op 600 voet afstand.
*
Kapitalisme en mammon
Door Jacques Ellul: Money and Power.
Dit stuk gaat erover dat niet de kapitalistische structuur het leven op aarde kapot maakt maar de macht van het geld zelf. In de theologie is geld een eigen macht. Achter die mysterieuze macht van het geld zit de Mammon. De macht van geld is op dit moment niet agressiever dan in de 19de eeuw. We zijn van kapitalisme over gegaan naar imperialisme en van een productiemaatschappij naar een consumptiemaatschappij. De grote multinationals winden de wereld om hun vingers. Wordt 1 tentakel afgesneden, geen nood, dan is het monster nog steeds een groot geheel dat in andere landen verder woekert. India en China worden de nieuwe economische reuzen waardoor er een heel nieuw machtsevenwicht ontstaat. En dit alles dankzij de macht van het geld, een mysterieuze macht die mammon heet. Wat Marx niet door had, is dat het niet de kapitalistische structuur is maar de macht van geld die alles reduceert tot koopwaar. Niet alleen wordt alles gekocht en verkocht maar alles wordt ook met de bedoeling gedaan om te verkopen of te kopen. Alle handelingen en transacties kunnen worden teruggevoerd op het feit dat alles in koopwaar is omgezet. Waarde wordt gedefinieerd als marktwaarde en het eerste waar we aan denken op wat voor gebied dan ook is, koopwaar. Het is de realiteit van koopwaar die onze samenleving zijn karakter geeft. Niets ontsnapt hieraan. De wet van kopen bestaat waar geld bestaat. Deze wet komt niet alleen voort uit misbruik of uit een zekere economische structuur maar geld is erin verwikkeld door zijn natuur. Cuba en China hebben een experiment gedaan waarbij geld werd uitgebannen en men met coupons ging werken. Maar de macht van geld bleek groter dan men dacht en uiteindelijk kwam het geld net zo hardnekkig weer terug in beide economieën. Het is nagenoeg onmogelijk om in deze wereld geld te ontwijken. Geld is een immense macht die terugvoert tot de Mammon en wij zijn niet in staat deze macht te omzeilen.
De armen zijn een soort sacrament geworden, niet omdat ze arm zijn maar omdat Jezus achter hen staat. De armen zijn een teken en wijzen naar iets veel groters dan zijzelf, namelijk Jezus. Er is plat gezegd geen ander evangelie dan armoede. Door Jezus kennen we de Vader en aan de armen kennen we Jezus. De armen zijn de enige representaties die we hebben van Jezus. Maar Jezus sprak nooit in politieke of sociaal-economische termen over de armen. Om te beginnen had hij het over individuen. En hij vervulde hun verwachtingen op een andere manier dan door geld. Aan de arme man die om geld vraagt, zegt Petrus: “ik heb geen zilver en goud maar ik geef je wat ik heb.” Sinds het socialisme waarmee ook steeds meer theologen zijn besmet worden de armen anders gezien, namelijk vanuit economische perspectief. De armen zijn diegenen die geen geld hebben en uitgebuit worden. Dit gaat in tegen het Bijbelse beeld van de armen als beeld van Jezus. Jezus brengt zijn tijd door bij rijke mensen zoals prostituées die echter sociaal gezien bij de armen en misdeelden horen. Hij brengt de tijd door bij Romeinse officieren die arm zijn omdat ze zorgen hebben. Collectivisme is het 2de resultaat van de moderne theologie die het socialisme heeft omarmd. De armen zijn niet meer individuen maar een klasse. Ik hoef niet meer te responderen aan de behoeften van een willekeurige arme maar zoek naar de achterliggende oorzaken van de arme klasse. Dit betekent zoeken naar de politieke en economische structuren van armoede. Niet langer wordt de bijbel als leidraad genomen om individuele armen tegemoet te komen in hun noden maar economische structuren waardoor armen anoniem worden gemaakt in een sociale klasse van armen. Het gevolg is dat de armen nog verder in de slavernij terechtkomen dan waarin ze eerst zaten.
*
Kaïn, de moderne theoloog
Jacques Ellul
Het kan niet worden ontkend dat de meeste theologische denkbeelden van vandaag met betrekking tot de dood van God, de voorrang van medemenselijkheid boven geloof in God al lang geleden geformuleerd was door Ludwig Feuerbach in de 19de eeuw. Maar Feuerbach had nooit de intentie het christendom aan te vallen. Integendeel, hij probeerde juist te redden wat er te redden viel. Feuerbach had in de 19de eeuw dezelfde vooroordelen als onze moderne theologen die vinden dat het evangelie niet in staat is met de moderne mens te communiceren. Zodoende wordt het evangelie voor de zoveelste keer in twijfel getrokken, niet de moderne mens. Pogingen om het evangelie te “demythologiseren” opdat het wel in staat is met de moderne mens te communiceren is zeker geen nieuwe uitvinding. Thomas Hobbes was hier al mee bezig in zijn 3de boek “De Leviathan.” Deze paar voorbeelden herinneren ons eraan dat de zogenaamde “moderne theologieën” die van het evangelie een moderne variant willen maken al zo oud zijn als de weg naar Rome. Als het waar is dat God alle dingen nieuw maakt en ook de moderne mens heel veel nieuwe uitvindingen doet op het gebied van technologie, moeten wel desondanks vaststellen dat de mens nauwelijks in staat is om zijn relatie met God op een nieuwe manier gestalte te geven. Hedendaagse theologische opvattingen vinden hun wortels in heel iets anders dan in de moderne wetenschap. Zogenaamde nieuwe theologische verklaringen zijn altijd een hernieuwd protest tegen God. De Bijbel staat vol voorbeelden van rebellie tegen God en ja, in zekere zin wordt moderne theologie door de Bijbel voorspeld als zijnde valse leringen. Om die reden is Kaïn de oudste van de moderne theologen. Kaïn vermoordt zijn broer Abel maar het verhaal is een stuk rijker dan alleen deze toonzetting. Kaïn is blijkbaar geïrriteerd vanwege het feit dat God om willekeurige redenen meer om Abel geeft. Maar God wijst Kaïn niet af. Zo gauw Kaïn zijn boosheid uit, spreekt God tegen hem. Het evangelie is altijd het goede nieuws. Ook al is Kaïn terecht kwaad, God veroordeelt hem daar niet voor. In plaats daarvan stelt God hem een vraag: waarom ben jij zo boos? En geeft hem een bevel: krijg je zonde in bedwang! God’s woord is bij Kaïn en Kaïn krijgt de mogelijkheid om het bevel op te volgen. Kaïn wordt onderworpen aan zijn belangrijkste test en hij wordt vergezeld door God zelf in die penibele situatie.
Nu, wat doet Kaïn? Om te beginnen antwoordt hij God niet. Alsof God’s woord hem niets doet. Zodoende loopt hij ook de kracht mis die in God’s boodschap aan hem vervat was. Zodoende blijft hij “Kaïn-die-alleen-wil-blijven.” En als hij spreekt, spreekt hij niet tegen God maar tegen zijn broer. Kaïn wijst de verticale relatie af (mens-God) en richt zich enkel op de horizontale relatie (mens-mens). Moderne theologen vinden ook dat de traditionele verticale relatie met god moet worden verbroken opdat er alleen een frisse intermenselijke relatie overblijft. Ja, sterker nog, ze zeggen dat ze in de medemens God opnieuw gevonden hebben, ECHT gevonden hebben. Deze moderne theologen reproduceren precies dezelfde houding als Kaïn. Maar als Kaïn God ontdekt in zijn broer Abel, is dat de God die hij slechts kan haten, de God die hem, Kaïn niet lief heeft boven Abel. En natuurlijk, als Kaïn alleen de horizontale relatie verkiest, maakt hij een abstractie van de vraag, het bevel, de belofte. En gelijk heeft hij! Vanaf dat moment kan hij Abel alleen maar vermoorden. Niet uit jaloezie maar omdat hij alleen de horizontale relatie probeerde vast te houden en de verticale afwees. Opdat Abel het bewijs werd van het valse dat God Kaïn aandeed.
Hopelijk vermoorden de moderne theologen hun collega’s niet. Maar hun houding om de mens boven God te verkiezen kan wel zoiets als moord tot gevolg hebben. De mens die zich van God heeft ontdaan kan alleen nog uiteindelijk de moordenaar van zijn broeder worden, juist omdat hij niet langer welke vraag dan ook hoeft te beantwoorden anders dan de vraag die hij zichzelf stelt. De theologie van de dood van God en de theologie van geweld liggen dicht tegen elkaar aan. Een 2de aspect van het Kaïn-Abelverhaal is belangrijk: zelfs na de moord blijft God zijn belangrijkste beschermer terwijl God hem bovendien informeert over diens nieuwe status, namelijk zwerver. Kaïn zal een zwerver zijn maar dan wel onder de bescherming van God die een beroemd teken op hem aanbrengt. Het is het teken van de alliantie van God en Kaïn. Maar opnieuw wil Kaïn niets weten van een teken, een nieuw verbond, laat staan van God. Opnieuw wijst hij de verticale relatie af en neemt hij zijn bestemming schijnbaar in eigen hand. Bovendien weigert hij zijn nieuwe status van zwerver te accepteren. Hij bouwt een stad waar hij gaat wonen. Ook weigert hij zijn situatie als een man onder bescherming van God te accepteren. Zijn nieuwe stad zal hem beschermen evenals de ijzeren instrumenten die zijn nakomelingen zullen smeden. Zelfs de naam Kaïn betekent lans/speer. Hij noemt zowel zijn stad als zijn zoon Enoch, wat “inwijding” betekent. Inwijding in geheimen en rituelen en nieuw begin. Kaïn legt zijn begin neer in een geheime vertrouwelijke wereld – een wereld die gesloten blijft voor God. Als Kaïn de voorvader is van de kunsten, technologie, wetenschappen, etc. is dat vanwege diepgaande gronden. Voor zover de wereld van kunst, wetenschap, technologie de wereld van de mens is, waar de mens alleen heer en meester wil zijn en zich zelfs wil beschermen middels zijn eigen gecreëerde wereld, kan alleen de held die met de verticale relatie brak, de stichter hiervan zijn. Zelfs Adam brak niet met deze verticale relatie. De Bijbelse vertelling is geen oordeel tegen wetenschap en vooruitgang maar tegen wat zij betekenen voor de mens in diens situatie van zijn breuk met God.
De mens is zijn eigen geschiedenis begonnen, los van God. Zodoende kun je stellen dat Kaïn zijn hoogtepunt heeft bereikt. En dus kun je onze moderne theologie formuleren als Kaïn’s aloude theologie waaruit juist dit soort vooruitgang voortgekomen is. Door God af te wijzen heeft Kaïn de mensheid ingewijd in haar geschiedenis. Maar Kaïn denkt dat hij de geschiedenis wel de goede kant op kan sturen op eigen kracht. Ja, en hij slaagt ook nog! Lemach, de zoon van Kaïn, laat ons zien dat als God beloofde Kaïn 7 maal te wreken als hij wordt aangevallen, Lemach zelf zich 7 x 70 keer wreekte. Zijn wraak is zelfs veel beter dan die van God. En hier zijn we aangekomen in de theologie van het historisch positivisme. Het argument wordt hier omgedraaid. Waarom zou je nog een God hebben als de mens het prima doet zonder God? Welke plaats kan God nog innemen in het mensenhart? Genesis 4 zegt: geen enkele! Inderdaad, God bestaat niet langer voor deze mens die zijn eigen geschiedenis schrijft. Het enige verschil is de nadruk: de mens stelt zichzelf de vraag over die God; God bevraagt ons over die mens. Moderne theologen zeggen zelfs dat de zondeval juist een zegen is geweest voor de mensheid. Eindelijk hebben we het heft in eigen handen gekregen. Echter, geen van hen is op het idee gekomen om Kaïn dan ook maar te verheerlijken. Maar ook dat zal niet lang meer duren.
In de 2de eeuw had je een sekte van Caïnieten omdat Kaïn een sterk ras maakte, Sodom de wereld tenminste schrik aanjoeg, en dankzij Judas de wereld is gered. Heil aan Judas en Kaïn! En dit is de huidige stand van zaken, we zijn teruggekeerd naar de oude gnostiek. Helaas hebben de Cainieten een valse keuze gemakt, niet een keus tussen Kaïn en Abel of zelfs tussen Elohim en Kaïn. Nee, de echte keuze is tussen Jezus en Kaïn. Net als de Caïnieten lijken onze moderne theologen te denken dat en verzoening tussen beiden best mogelijk is. Een abstractie wordt gemaakt van de relatie tussen Jezus en zijn Vader aan de ene kant en aan de andere kant wordt het OT afgewezen. Immers, moderne theologen beschouwen het OT als een verzameling mythologische verhalen met slechts een zeer gering realiteitsgehalte. Zo’n houding biedt bovendien ook nog eens de mogelijkheid het verhaal van Kaïn te relativeren en af te doen als een vreemde mythe. Zodoende hoeven moderne theologen ook niet de uitdaging met het verhaal van Kaïn aan te gaan.
Dit plaatst ons in een zeer comfortabele situatie. We kunnen de Caïnieten vergeten en ook Kaïn is een schim uit een warrige mythe waar we toch geen vinger achter krijgen. Bovendien kunnen we ons nu eindelijk eens richten op een “nieuw begin.” Een radicale nieuwe situatie zonder schimmen en mythen maar met de beide benen op de grond. Moderniteit, seculariteit, rationaliteit, wetenschap, technologie, etc., dat zijn dingen die tenminste geen mythen zijn. In elk geval hebben ze ook niets met het wereldbeeld van de Bijbel te maken. Het is daarom van belang dat we ons ontdoen van al dat Oude Testamentgedoe om eindelijk te communiceren met de moderne mens die tenminste zijn eigen geschiedenis schrijft en niet een geschiedenis uitleeft die gebaseerd is op mythen, rare verhalen en hersenspinsels. Maar juist om deze pretentie zegt Prediker “er is niets nieuws onder de zon.”
*
Jona of Jezus?
Wie was effectiever met bekeren? Jona of Jezus?
Antwoord: Jonah; hij bekeerde 120.000 mensen in 1 klap. Jezus slechts een handvol. En dat terwijl Jezus het met plezier deed en Jonah met morrende tegenzin God probeerde te ontvluchten.
*
Laten we hedendaagse evangelisten citeren:
Met zwaaiende armen en handen en voeten schreeuwen ze dit soort onzin:
“U bent zondig en gaat eeuwig naar de HEL als u zich niet ogenblikkelijk bekeert tot de here Jezus. Voordat u thuis bent, kunt u een ongeluk krijgen en DOOD zijn. Dan is het voor EEUWIG afgelopen met u!!!”
Dit soort getier maakt op zich niet zoveel indruk op de hedendaagse moderne mens. Maar als je er flink bij zwaait met je armen en benen en een hoop bombarie maakt met muziekinstrumenten willen voorbijgangers zo’n enge boodschap nog wel eens serieus nemen. Hoe contrastrijk is de opmerking van Jezus in Gethsemané tegen de soldaten die hem willen pakken: “Ik ben Hem die u zoekt.”
Jezus wappert niet met zijn armen en maakt geen rare danspasjes met zijn voeten. Desondanks vallen de soldaten steil achterover. Kijk, zo moet het. Dan Jonah; die had helemaal geen zin om naar Niniveh te gaan. Een paar weken draaikont hij over een manier om aan God te ontsnappen. Misschien vergeet God de opdracht wel. Hij besluit het ruime sop te kiezen en gaat aan boord van een houten boot, een soort ark! Dat zal god leren. God vindt hem nooit in zo’n houten boot, midden op zee. Een paar dagen rond dobberen dan weer terug en God is alles vergeten. Inderdaad kostte het God enkele uren om Jonah op zee te vinden. God had nog geen moderne tomtom en dus moest Hij zelf rond koekeloeren op zee. En zie daar: was Jonah! God zou hem krijgen en zond een grote storm op Jonah af om de opdracht een beetje avontuurlijk te maken. Dat was tenslotte wat jonah wou: avontuur. Jonah werd in zee gekukeld en nu zond God weer een grote vis op hem af die hem opslokte. Als je een slechte dag hebt, kun je het beste maar worden opgeslokt door een grote vis. Die kotst je 3 dagen later weer uit op een zonnig strand. God droeg Jonah opnieuw op om Niniveh te bekeren. Jonah had nu zijn lesje geleerd en zag er veel meer de zin van in dan eerst. Wat niet betekende dat hij de opdracht leuk hoefde te vinden. Stinkend naar vis, doodmoe, depressief en met de pest in ging hij naar Niniveh, met de boodschap: over 40 dagen zal Niniveh verwoest worden. Welke dominee doet hem dit na? Welke dominee gaat stinkend naar vis met een chagarijnige smoel op de kansel staan en roept: over 40 dagen gaat de hele stad naar de verdoemenis! Zonder orgelmuziek, avondmaal, liturgie, ceremonie of liederen zingen. Toen geloofden de inwoners van Niniveh Jonah, geteld 120.000 stuks. Ze waren zo overtuigd bekeerd dat God Niniveh spaarde. Maar jonah zelf werd boos! Wat een geweldig einde voor een vernederd mens. Dit einde zegt veel over de manier waarop god mensen uitkiest om het evangelie te brengen.
*
Heilige verspilling
In het huis van Simon de melaatse in Betanië goot een vrouw kostbare mirre over Jezus’ hoofd. Sommigen vonden dat verspilling maar Jezus zei: laat haar gaan – Marcus 14:3-9
Wat heeft ze gedaan? Ze gaf een voorbeeld van verspilling waarvan Jezus zegt dat het iets moois is. Jawel! Onze milieufundies zullen zeggen: wat een ONZIN! Maar Jezus niet. Het gaat hier om een heilige verspilling die rechtstreeks uit het hart komt. Ze vertegenwoordigt het esthetische element in onze relatie met God terwijl de discipelen het rationele argument vertegenwoordigden. Uiteraard kon het geld voor de dure mirre “beter” worden besteed voor de armen. Of de vrouw had goedkoper spul over Jezus’ hoofd kunnen gieten. Dat is ONZE logica maar niet de logica van Jezus Christus. Jezus wist heet goed dat je hem zonder de rijkdom van het hart niets voor Jezus kunt betekenen, verspilling of niet. Religie dat wordt ingekaderd binnen de grenzen van de rede is een verminkte religie en calculerende liefde is geen liefde. Jezus stelde eveneens niet de vraag hoeveel eros of agape, passie en begrip meespeelde bij de motieven van de vrouw. Hij zag de rijkdom van haar hart en accepteerde deze zonder de ruis te analyseren. Soms moeten we elkaar motieven onderzoeken. Maar dit mag ons niet weerhouden de verspilling van elkaar te accepteren als deze de grenzen van de wet en rede overschrijdt.
De geschiedenis van de mensheid is de geschiedenis van mannen en vrouwen die zichzelf verspilden en hiervoor niet bang waren. Ze waren niet bang hun leven te verspillen voor een nieuwe schepping. Ze waren gerechtvaardigd omdat hun verspilling voortkwam uit de diepten van hun harten. Ze verspilden net zoals God in de natuur doet en in de geschiedenis, schepping en redding. De monsters van de natuur waar YHWH naar verwijst in zijn antwoord op Job zijn niets anders dan uitdrukkingen van de goddelijke rijkdom. Luther’s God die heroisch handelt zonder regels is de verspillende God die schept en vernietigt om opnieuw te scheppen. Het protestantisme heeft een belangrijke zaak verloren door het verlies van de verspillende zelf opoffering van de heiligen en mystici. We zijn zelfs in gevaar door een religieuze en morele nuttigheidsleer die alleen maar over rationele doelen gaat net als waar de discipelen in Bethany het over hadden. Er is geen creativiteit, goddelijk of menselijk, zonder de heilige verspilling die uit de creatieve rijkdom van het hart komt en ook niet vraagt: waar is het goed voor? We weten dat gebrek aan liefde in de jeugd destructief is. Maar gebrek aan mogelijkheden in onze jeugd om onszelf te verspillen is net zo gevaarlijk. Veel mensen hebben deze rijkdom in hun hart. Maar wetten, regels en rigide zelf-controle hebben deze rijkdom onderdrukt en vaak gedood. Mensen zijn ziek, niet omdat ze niet genoeg liefde hebben gehad maar ook omdat ze niet genoeg liefde konde GEVEN, en zichzelf konden verkwisten. Onderdruk de rijkdom van je hart niet, ook niet bij anderen, de verkwisting van de zelf overgave, de geest die alle rede overschrijdt. Spaar je krachten en tijd niet voor een beter moment wanneer iets nuttig schijnt. Wees klaar voor het creatieve moment dat midden in een periode van nutteloosheid kan optreden.
Onderdruk niet je impuls zoals de vrouw in Bethany dat ook niet deed. Uiteraard zul je op tegenstand stuiten net zoals zij. Maar jezus stond achter haar en achter jou. De meesten die hoog werden geacht in God’s koninkrijk volgden haar en zullen jou ook volgen. Ja, ook de discipelen en rationele christenen zullen zich jou herinneren. Jezus verbindt deze zalving van zijn lichaam met zijn dood. Er is een zalving van koningen als ze beginnen te heersen en er is een zalving van lichamen als een laatste gift van de levenden aan de doden. Jezus spreekt van de laatste hoewel hij veel gemakkelijker over de eerste had kunnen spreken. Zodoende verandert hij zowel de ekstase van de vrouw als de rationaliteit van de discipelen in iets heel anders. Bij zijn dood verandert de redelijke rationaliteit van de discipelen in een paradox: de messias, de gezalfde moet zichzelf verspillen om de christus te worden. En de verrukte zelf overgave van de vrouw wordt op de proef gesteld door het onterende vergaan van het object van haar oneindige aanbidding – Jezus. In beide gevallen wordt van ons gevraagd een daad te accepteren die radicaler en goddelijker is, meer redding brengt dan zowel een extatische verspilling als een redelijke dienstbaarheid. Het kruis verloochent de heilige verspilling niet, de extatische zelf overgave. Het is de meest complete en heiligste verspilling. Het is de vervulling van alle wijsheid in het reddingsplan. In de zelf overgevende liefde van het kruis zijn rede en extase, morele gehoorzaamheid en heilige verspilling verenigd. Mogen we de diepte van het hart hebben om onszelf te verspillen als onze redelijke dienstbaarheid.
*
Gods scheppingsplan
Ten einde het voorafgaande verder te verduidelijken en opnieuw te bevestigen, moeten we het in zijn verband met de grote waarheden betreffende Gods scheppingsplan beschouwen: wij zijn Gods maaksel, het doel van het kwaad, de wederoprichting aller dingen (Hand. 3:21) etc. Bij het licht van deze waarheden zullen we inzien dat de val van de mens en zijn daaropvolgende vervreemding van zijn Maker onderdeel waren van Gods plan, en hem uiteindelijk ten goede zullen komen; hieruit volgt dat de overvloedige voorziening voor zijn herstel gewoonweg met dat plan in overeenstemming is, en trouwens noodzakelijk voor de definitieve voltooiing ervan. Als God voor onze bestwil toeliet dat de mens in zonde viel en van Hem vervreemd raakte, dan zou Hij beslist niet nalaten om in een manier te voorzien waarop de mens van zijn zonde zou kunnen worden bevrijd, de vijandschap (Rom. 8:7, Efe. 2:15) zou kunnen worden vernietigd en een volmaakt herstel tot zijn vroegere positie va harmonie en eenheid met God zou kunnen worden bereikt. Zo zien we dat in het licht van de grote waarheden waarnaar in het bovenstaande werd verwezen, de verzoening zoals wij hebben getracht om die uiteen te zetten, een noodzakelijkheid en een natuurlijk gevolg is.
Bovendien zullen we bij het licht van deze waarheden inzien dat er geen behoefte aan noch ruimte voor plaatsvervanging was in het schema van de verzoening. In de eerste plaats bevrijden deze waarheden ons van het onjuiste dogma van de eindeloze pijniging, zodat wij weten dat dit niet de straf voor het overtreden gebod is; de mens verkeerde nooit in gevaar om zo’n soort lot te ondergaan en had geen plaatsvervanger nodig om het in zijn plaats te ondergaan, of te doen alsof hij het onderging via een juridische spitsvondigheid; deze stap op zich bevrijdt de leer van de verzoening al van vele ongerijmdheden waarmee de gangbare opvatting haar belast. Als het kwaad bovendien een van de opvoeders van de mens is, en uiteindelijk altijd resulteert in het goede – als al Gods bestraffingen ten bate van de mens zijn, opdat “hij deel mocht krijgen aan Zijn heiligheid” (Heb. 12″:10), als de mens evenals zijn Here, “volmaakt wordt door het lijden” (Heb. 2:10), waarom heeft hij dan een plaatsvervanger nodig om hem van enkele van die ervaringen te bevrijden? Het zijn allemaal Gods weldaden, zegeningen in vermomming, en de gedachte van een plaatsvervanger die ze moet dragen in plaats van de mens is een schema waarbij de mens een deel van zijn zegeningen en een stuk van zijn erfdeel wordt beroofd. Plaatsvervanging is in de leer van de verzoening even misplaatst als in de leer van de heiliging.
Een Leidsman, geen plaatsvervanger
Maar als het bovenstaande waar is, hoe moeten we dan Bijbellezingen opvatten als de volgende? Hij “smaakte de dood voor ieder mens” (Hebr. 2:9) als rechtvaardige voor onrechtvaardigen (1 Petrus 3:18), Hij droeg onze zonden (1 Petrus 2:24) etc. etc. Al dergelijke schriftplaatsen worden duidelijk wanneer we het verschil tussen 2 voorzetsels opmerken: voor en in plaats van. Christus stierf voor ons maar niet in onze plaats. In Zijn dood was Hij onze metgezel en lotgenoot, onze oudere broeder, maar Hij was niet de Plaatsvervanger van de mens. Hij leed met de mens en ten behoeve van de mens, werd in alles aan Zijn broeders gelijk gemaakt en wij volgen Hem, als onze Leidsman op precies dezelfde weg die Hij gegaan is, delend in Zijn lijden, Zijn smaad dragend, gelijkvormig wordend aan Zijn dood (wat die dood ook maar was) en daarvoor beginnen we tenslotte Hem gelijk te worden (1 Joh. 3:2). Er is geen spoor plaatsvervanging in dit alles maar volmaakte identiteit van ervaring; wij zijn 1 met Hem in Zijn vernedering, lijden en dood en 1 met Hem in Zijn verhoging, heerlijkheid en opstanding. Christus droeg niet een straf, een bepaald lijden en een dood opdat wij die niet zouden ondergaan, wat Hij zou doen indien Hij onze plaatsvervanger was maar Hij droeg hetzelfde lijden en dezelfde dood die wij moeten verdragen, en Hij bewandelde dezelfde wegen ten leven (Hand. 2:28) waarop wij moeten gaan ten einde hetzelfde beeld te bereiken. Zelfs dat vermeende bolwerk van plaatsvervanging, Jesaja 53, is volkomen met de voorafgaande opvatting in overeenstemming. Lees de verzen 4 en 5; sla dan Mat. 8:16-17 op en zie hoe dit werd vervuld. Christus heeft onze zwakheden op zich genomen en onze ziekten gedragen, niet als plaatsvervanger maar als een medelijdende vriend en metgezel. Hij was de grote Lastdrager van de mensen (de last van de zonde incluis, zie Joh. 1:29) niet omdat de mens totaal van zijn last ontslagen zou zijn (want ieder zal zijn eigen last dragen, Gal. 6:5) maar opdat de mens mocht worden geleerd hoe die te dragen, de reden mocht kennen waarom hij die moet dragen en bovenal, mocht worden bevrijd van de last des doods (Rom. 7:24-25) op gods tijd.
*
De rol van de Middelaar
Maar nu kan iemand vragen: als het voorafgaande waar is, waartoe hebben we dan een middelaar nodig? Antwoord: een middelaar zal ons de grote liefde van God bekend maken. Het is omdat we onwetend zijn betreffende Gods welbehagen in mensen (Luk. 2:14) en in onze blindheid en hardheid van hart menen dat Hij hardvochtig en liefdeloos is, dat wij iemand nodig hebben die het beeld van de onzichtbare God is (Kol. 1:15) en toch been van ons gebeente en vlees van ons vlees is (Gen. 2:25) om te bemiddelen tussen ons en God – niet om bij God voor ons te pleiten, want dat is niet nodig aangezien de Vader zelf ons liefheeft (Joh. 16:27) maar om de Vader aan ons te openbaren, gelijk geschreven staat:
Niemand kent de Zoon dan de Vader en niemand kent de Vader dan de Zoon en wie de Zoon het wil openbaren – Matt. 11:27
Wij hebben lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad – 1 Joh. 4:19
Maar wij kunnen Hem vanwege dit feit niet liefhebben totdat wij vernemen dat Hij ons liefheeft. Dat is nu precies wat de wereld niet weet, zoals Jezus zei:
Rechtvaardige Vader, de wereld kent u niet – Joh. 17:25
Jezus maakte de liefde van de Vader openbaar; door christus bespeuren we die liefde (1 Joh. 3:16, 4:9) en zo komen we te weten dat god ons liefheeft en wij beginnen Hem lief te hebben en worden met Hem verzoend, en aldus, wanneer God licht doet schijnen in onze harten, worden wij verlicht met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus (2 Kor. 4:6). Zo worden wij:
veranderd naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die geest is – 2 Kor. 3:18.
Hebt u weleens nagedacht over de vreemdheid van de uitdrukking “een voorspraak bij de Vader” (1 Joh. 2:1) wanneer de term voorspraak (of advocaat) in de gebruikelijke juridische zin wordt opgevat? Als God onze Vader is, waarom hebben we dan een advocaat bij Hem nodig? Moet een kind soms van de diensten van een advocaat gebruik maken om hem te laten vertegenwoordigen en zijn zaak bij zijn vader te bepleiten? Wanneer het kind van zijn vader was vervreemd en onwetend was betreffende het ware karakter van zijn vader en hun onderlinge verhouding, dan zou het kunnen veronderstellen dat het zo’n tussenpersoon nodig had. Dit is in feite precies wat de christelijke wereld veronderstelt maar dit is niet de werkelijke stand van zaken. De Vader is ons al vriendelijk gezind, Hij is wis en waarachtig een Vader; daarom hoeft niemand bij Hem voor Zijn kinderen te pleiten. Maar de kinderen zijn van Hem vervreemd; ze zijn onwetend betreffende de grote liefde van de Vader voor hen, daarom hebben zij een middelaar nodig, een voorspraak, dat is, zoals het woord strikt genomen luidt: een helper bij de Vader. De Vader heeft zo’n helper niet nodig om Hem met Zijn kinderen te verzoenen want Hij was nooit onverzoend, maar de kinderen hebben die nodig om de welwillendheid van de Vader aan hen bekend te maken, om bij hen vertrouwen in Hem te wekken en zo harmonie tussen hun beiden tot stand te brengen, d.w.z. vrede te maken (Hand. 7:26) – dat is de verzoening. De behoefte aan verzoening veronderstelt 2 partijen waartussen onenigheid bestaat en waarvan het gewenst is dat ze in harmonie met elkaar worden gebracht zodat er hereniging en eenheid tot stand komt. Het middel dat deze eenheid tot stand brengt is het zoenmiddel. In het geval van God en de mens ligt de vervreemding geheel aan de kant van de mens; hij is vervreemd van God, niet God van hem; ten einde daarom harmonie tussen hen tot stand te brengen, hoeft alleen de mens maar te worden verzoend. Het woord verzoenen betekent volkomen veranderen; dit is de grondbetekenis van het woord. Wie is het nu die veranderd moet worden om harmonie tussen God en mens tot stand te brengen? Zeker niet God, maar de mens; hij moet veranderd of verzoend worden en hij alleen. Van hieruit kunnen we zien hoe correct de schriften zijn in hun gebruik van deze term en hoe ver de geloofsbelijdenissen ernaast zijn, die beweren dat de verzoening plaatsvond om God met de mens te verzoenen. De bewering dat God veranderd moet worden teneinde harmonie tussen Hem en Zijn schepsel tot stand te brengen, is een gevoelen dat we met recht godslasterlijk mogen noemen. De Bijbelse voorstelling van zaken is echter juist, te weten dat christus’ dood plaatsvond om de mens met God te verzoenen, d.i. om de mens van een vijand in een zoon te veranderen, en hem zo 1 van zin te maken met de Vader.
*
Eén voor velen
Hoe kan Eén Mens genoegdoening geven voor de zonden van zovelen? Dit is misschien wel het hoofdprobleem in de gedachten van velen die halt houden om na te denken over deze zaken. Het is duidelijk dat niet zomaar een mens kan sterven voor andermans zonden, want hij is zelf gedoemd te sterven vanwege die van hem zelf. Ook kan een zondeloos man(als er al zo iemand zou zijn) niet de plaats innemen van een heel ras, eenvoudig omdat hij geen eigen zonde zou hebben. Dat zou hem weghouden van de verdoemenis voor zichzelf, maar zou niet ieder ander redden. Het is helder dat Christus’ zondeloosheid niet afdoende was om Hem tot een offer voor allen te maken. Hij moest meer dan smetteloos zijn om afdoende te zijn. Laten we onze insluiting in Adam overwegen in verband met de zonde. We weten dat zijn overtreding de dood voortbracht. Hij werd sterveling. Zijn leven werd een langzaam doodsproces. Dit gaf hij door aan ons. Daarom zondigen wij ook. Het is ook duidelijk dat wij betrokken zijn bij het oordeel over Adam. Als dat anders zou zijn geweest, dan zou het ons hebben aangegrepen. Indien de vraag over de zonde zou zijn afgewikkeld toen we nog steeds in Adam waren, dan zouden we ervan geprofiteerd hebben. Laten we veronderstellen dat, door Christus, de Zonde volkomen verworpen zou zijn toen we nog in Adam waren. Dan zouden we allen in hem gered zijn. Hier hebben we een heldere illustratie van hoe één allen kan bevatten. Het is omdat we in hem ingesloten waren en zijn, dat zijn geluk het onze is. Het is een vergissing te veronderstellen dat Adam zonde doorgeeft. In zijn geval kwam de dood door zonde. In het geval van zijn nakomelingen komt zonde door de werking van de dood. Het proces van sterven, veroorzaakt door een gebrek aan vitaliteit, wordt doorgegeven door middel van voortbrenging, en dit leidt tot zonde. Romeinen 5:12 zou dan ook moeten luiden:
“Daarom, gelijk door een mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, waarop allen gezondigd hebben”
Mensen zondigen niet door de aanwezigheid van een of andere “esotherisch principe” binnenin hen, maar omdat ze vitaliteit tekort komen, omdat ze sterfelijk zijn, een proces van verval ondergaand. De menselijke natuur, of instinct, en geweten zijn niet zondig. Ze mogen dan verstikt worden door de zonde, maar ze zijn er tegen bewapend (Rom. 1.26; 2:14,15,27). Dit is de sleutel voor de genezing van zonde. Adam kan ons niet redden, want hij werd zondaar. Maar om ons de plaats van Christus te realiseren, willen we veronderstellen dat hij zondeloos was en dat zonde op een andere manier binnen kwam. Kunnen we ons voorstellen hoe Adam zich zou voelen wanneer hij zijn nageslacht zou zien lijden en treuren, terwijl hij zelf buiten schot bleef? Is het mogelijk dat hij niet de een of andere poging zou doen om zijn nakomelingen te verlossen? De vraag is: zou hij het recht hebben in te staan voor allen? Kon hij alleen de verantwoordelijkheid op zijn schouders nemen en voor het hele menselijke ras afrekenen met de zonde? Hij zou dat zeker kunnen. Als, terwijl heel het menselijk ras in hem was, hij hen allen het wee aandeed, dan is het duidelijk dat hij ook het wel zou kunnen aandoen, als hij daartoe is staat zou zijn. Dit is de sleutel tot ons probleem. Het feit dat de zonde in de mensheid z’n intrede deed door één mens, toont aan dat z’n vertrek ook kan komen door Eén. De eerste mens bevatte het ras. De tweede Mens ook, bevatte op een bepaald moment de schepping in Zichzelf. Omdat de schepping eens in Hem was, net zoals de mensheid was in Adam, heeft de Zoon van God het recht en de verantwoordelijkheid voor allen te staan. De apostel redeneert dat de dood van Christus allen zal raken.
“14 Want de liefde van Christus dringt ons,
15 daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven.”
(2Kor. 15:14,15;NBG)
Het is zeker dat die ene handeling van Adam ons allen heeft geraakt. Als nu een Ander, Die het ras in Zichzelf insloot, zo handelt dat Adam’s zonde wordt aangepakt en overwonnen, dan moet dat op den duur ook allen raken. Er is niets immoreels aan een Zondeloze Die lijdt voor het welzijn van een zondaar. Het is wel uiterst tegengesteld aan alle gerechtigheid voor Hem om te lijden als een vervanger of de plaats in te nemen van een zondaar. Adam zondigde niet als onze vervanger, maar hij zondigde voor ons, namens ons. Op dezelfde manier leed Christus voor allen. Net zoals allen in Hem waren in den beginne, zo zijn zij allen gezien in Hem op Golgotha.
*
2 vormen van vijandschap
Het Nieuwe Testament spreekt over 2 vormen van vijandschap die christus wegneemt: de wet (Efe. 2:14-15). en de gezindheid van het vlees: Romeinen 8:7. Christus bevrijdt ons zowel van de schuld: Rom. 3:19 als van de straf der wet: Efe. 2:16. Door het bewijsstuk uit te wissen dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde, en dat heeft weggedaan door het aan het kruis te nagelen: Kol. 2:14. Indien christus in ons woont zijn wij niet langer in het vlees maar in de geest: Rom. 8:9. De dood van christus verzoent ons met god door de 2 vormen van vijandschap weg te nemen. Maar christus’ dood verzoent zich ook met god door hem aan ons te openbaren – door god aan ons bekend te maken. De mensheid is op dit moment nog grotendeels onverzoend met god aangezien zij hem niet kent. “Al hun gedachten zijn: er is geen god:” Psalm 10:4. Paulus zegt in Efe. 4:17-23: Verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven gods om de onwetendheid die in hen heerst, om de verharding van het hart. Dit is de huidige toestand van het mensenras – duister, onwetend, blind. Als de ogen der blinden worden geopend: Jesaja 35:5, Mat. 11:5 zodat de wereld god leert kennen dan wordt zij meteen met god verzoend, ze zal hem beginnen lief te hebben. Gewen u toch aan hem opdat u vrede hebt: Job 22:21. Wanneer we god leren kennen hebben we vrede, vrede met god: Rom. 5:1, verzoening. Door Jezus werd god geopenbaard in het vlees: 1 Tim. 3:16. Romeinen 5:10 verklaart dat we verzoend zijn door zijn dood en behouden worden door zijn leven. Behoud is de voltooing van het werk der verzoening. We zijn op dit moment nog niet werkelijk behouden, slechts door het geloof: Efe. 2:8 en in hoop: Rom. 8:24. Volkomen behouden zijn we pas als we van de slavernij der vergankelijkheid zijn bevrijd. Behoud is leven, de nieuwe schepping: 2 Kor. 5:17 in haar definitieve voltooing en we weten dat we in christus levend gemaakt zijn: 1 Kor. 15:22. Zo worden we gered doordat hij leeft.
Christus geeft zelf de reden voor zijn sterven aan als hij zegt:
Voorwaar, voorwaar, ik zeg u indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf, maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort: Joh. 12:24. En als ik van de aarde verhoogd ben zal ik allen tot mij trekken: Joh. 12:32
De evangelist voegt eraan toe:
En dit zei hij om aan te duiden, welke dood hij sterven zou. Zie ook: Hebr. 2:9-10: Jezus smaakte de dood voor een ieder om vele zonen tot heerlijkheid te brengen. Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deelhebben heeft ook hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel zou onttronen en allen zou bevrijden die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren: Hebr. 2:14-15. Hier vinden we opnieuw de gedachte dat christus stierf om de vijandschap te doden, de duivel en zijn werken te verbreken: 1 Joh. 3:8 en de mens uit de slavernij en angst te bevrijden. Want wanneer we god leren kennen worden wij met hem verzoend en beginnen we hem lief te hebben: de vrees wordt immers uitgedreven: 1 Joh. 4:18. Romeinen 14:9: want hiertoe is christus gestorven opdat hij en over doden en over levenden heerschappij zou voeren. Hij is het hoofd over alles: Efe. 1:22. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden zodat hij onder alles de eerste geworden is: Kol. 1:18.
Hij is het begin der schepping gods: Openbaring 3:14, de voltooide schepping, de nieuwe schepping: 2 Kor. 5:17, Gal. 6:15. Om hoofd van de doden te kunnen zijn was het nodig dat hij een van die doden zou worden, dus tot het gevallen mensenras moest gaan behoren en zelf ook moest sterven. In Fil. 2:6-8 zien we hoe christus deze gevallen staat binnenkwam en het hoofd van de mensheid was. Hij was de eerste die het hele proces doorliep van gods weg ten leve die voert via de dood, zodoende is hij de heer van de doden. Hij ging uiteindelijk het leven binnen van de volkomen mens. Hij was de eerstgeborene uit de doden: Hand. 26:23, de eersteling van hen die ontslapen zijn: 1 Kor. 15:20. Zo werd hij de heer van de levenden, het begin van een wedergeboren mensheid. Ik ben de eerste en de laatste, en de levende, en ik ben dood geweest, en zie, ik ben levend tot in alle eeuwigheden en ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk: Openbaring 1:18. Christus stierf opdat hij Here, Eersteling en begin van zowel de doden als de levenden mocht zijn. Zijn nu de eerstelingen heilig dan is ook het deeg, en is de wortel heilig, dan ook de takken; Rom. 11:16. In Hebr. 9:15 staat dat Jezus stierf teneinde een nieuw verbond van kracht te doen zijn. De conclusies tot nu toe worden bereikt via de typen en schaduwen van het Oude Testament.
Samenvatting
Christus’ ware verzoenende sterven was zijn vleeswording. Dus waartoe is hij gestorven is dezelfde vraag als waartoe is hij vleesgeworden?
Om de wereld met god te verzoenen; 2 Kor. 5:14-21
Het wegnemen van beide vijandschappen; de wet in inzettingen bestaande: Efe. 2:15 en de gezindheid van het vlees: Rom 8:7.
Om god aan de mens bekend te maken via jezus, het beeld van de onzichtbare god: Kol. 1:15
Om veel vrucht voort te brengen: de vele broeders: Rom. 8:29, de vele zonen: Hebr. 2:10, de ganse schepping: Rom. 8:22
Om de werken van de duivel te verbreken: 1 Joh. 3:8
Om de kinderen uit de slavernij van de angst te bevrijden: Heb. 2:15
Om de here zowel van de doden als van de levenden te kunnen zijn: Rom. 14:9
Om het nieuwe verbond te bekrachtigen: Heb. 9:16-22
Tot slot
Is er geen spoortje plaatsvervanging in alle bijbelteksten zichtbaar? Misschien hier en daar met heel veel moeite wel. Maar dit wordt uit onwetendheid of gedachtenloosheid en een vooroordeel gedaan.
Teksten als:
die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft: 1 Petrus 2:24
Christus is eenmaal om de zonden gestorven als de rechtvaardige voor onrechtvaardigen: 1 Petrus 3:18
Deze teksten lijken plaatsvervanging te onderwijzen maar dat is alleen zo omdat wij gewoon zijn om ze op die manier te beschouwen. Christus stierf voor onze zonden (1 Kor. 15:3) maar niet in plaats van die zonden. Hij stierf als rechtvaardige voor onrechtvaardigen. We mogen niet vergeten dat het NT oproept om te geven zonder er iets voor terug te verlangen; te geven om niet. Als christus stierf als onze plaatsvervanger dan moet hij een dood zijn gestorven die wij niet behoeven te ondergaan. Welke dood was dat? De mens is reeds geestelijk dood: Efe. 2:1. Hij moet zijn lichamelijke dood nog sterven: Hebr. 9:27 en vanzelfsprekend werd christus niet onderworpen aan de tweede dood. Zelfs als er een eeuwige, d.w.z. een nimmer eindigende dood bestond zoals de kerken beweren dan is christus nimmer aan die dood onderworpen geweest, noch als onze plaatsvervanger, noch anderszinds. In welke vorm van de dood was christus dan onze plaatsvervanger? Hij smaakte de dood voor ieder mens: Hebr. 2:9 maar het kan niet als de plaatsvervanger van ieder mens zijn geweest om de eenvoudige reden dat de mensen ook zelf nog moeten sterven. We kunnen gemakkelijk inzien dat christus ten behoeve van de mens stierf als diens metgezel:
Hij moest in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij god: Hebr. 2:17. We kunnen gemakkelijk inzien hoe hij de eerste was die het hele proces doorliep van gods weg ten leven die voert via de dood als onze leidsman en voleinder des geloofs teneinde de mens te bevrijden: niet van een dood die deze dreigde te ondergaan maar uit een doodsstaat waarin hij zich reeds bevond.
De mens moet immers nog de lichamelijke dood sterven: Genesis 3:19
Het denkbeeld van een plaatsvervangend karakter van de verzoening is dus alleen maar een menselijke overlevering die gods woord van zijn kracht berooft: Mark 7:13. Orthodoxe christenen beweren dat het plaatsvervangend lijden van een onschuldige christus niet onrechtvaardiger is dan het plaatsvervangend lijden dat god voortdurend in de wereld toelaat. Lijden de onschuldigen in dit leven al niet voor de (on)schuldigen? De moeder lijdt voor haar kind, het kind voor zijn ouders, de vrouw voor haar man, etc. Maar dit is natuurlijk een volstrekte drogreden. Want is dit lijden plaatsvervangend? Lijden de onschuldigen in deze wereld IN PLAATS VAN de schuldigen? Nee toch? Ontvangt de dronken echtgenoot minder straf aangezien zijn vrouw in zijn plaats al een gedeelte van de straf heeft ondergaan? Nee toch? De onschuldigen lijden vanwege de schuldigen en niet in plaats van hen.
Ieder zal zijn eigen last dragen: Gal. 6:5
God zal ieder vergelden naar zijn werken: Rom. 2:5
Elke overtreding en ongehoorzaamheid heeft rechtvaardige vergelding ontvangen: Hebr. 2:2.
Dus waartoe is christus gestorven?
Laat ons oog daarbij gericht zijn op jezus de leidsman en voleinder des geloofs die om de vreugde welke voor hem lag het kruis op zich heeft genomen, de schande niet achtende en gezeten is ter rechterzijde van de troon van god: Hebr. 12:2. Vergelijk dit ook met Hebr. 11:24-27.
*
Plaatsvervanging of insluiting?
Alle zonde, lijden en dood kwamen voort uit die ene overtreding van één man, omdat de gehele mensheid door hem werd verwekt; zo komt ook redding door het enkele offer van onze Redder, aangezien allen in Hem geschapen werden. God’s methode van redding is insluiting, niet plaatsvervanging. Christus neemt niet de plaats in van iedere zondaar uit ons ras, als ware Hij slechts een mens. Hij zet Adam terzijde en Zijn werk raakt allen, net zoals dat van Adam dat deed. Hij is de tweede Mens, alsof er niemand tussen Hem en de eerste is gekomen. Hij is de laatste Adam, in Wie er een nieuwe mensheid is die gezegend zal worden door Zijn ene offer, net zoals de oude mensheid gedoemd was door Adam’s enige overtreding. Het waarom van redding kan beantwoord worden met een enkel woord: liefde. God redt omdat Hij liefheeft! Het hoe kan ook met één woord worden uitgelegd: offer. Maar nadenkende heiligen zijn niet tevreden gesteld met zo’n beknopte uitleg. De volgende vraag rijst dan ook: Hoe kan een offer redden? Er zijn vele filosofiën en nog meer voorbeelden gebruikt om aan te tonen hoe Christus de zondaar kan redden. Deze zijn zo effectief tussen ons en de eenvoudige waarheid in komen te staan, dat het vrijwel onmogelijk is ze terzijde te schuiven en door te stoten tot de feiten. Het enige geruststellende teken is dat weinigen, die werkelijk onderzoeken, volledig tevreden gesteld zijn met welke “theorie van verzoening” dan ook die tot op heden is gegeven.
*
Een goede christen
Mensen in de kerk zijn altijd DRUK! Waarmee? Ze vechten tegen de wereld, tegen porno, tegen zichzelf, tegen God. Ze vechten om een goede christen te zijn. Maar geen normaal mens heeft zin om tegen de wereld te vechten, tegen God of tegen zichzelf. Deze zaken druisen in tegen elk natuurlijk instinct. Normale mensen willen onderuit hangen, vieze films kijken en niks doen. Of nog beter: de kroeg in en slap ouwehoeren met vrienden. Broodje Kebab, potje bier en dan weer naar huis waar moeders de vrouw het eten klaar heeft. Waarom doen kerkchristenen dan zulke rare dingen? Net als linkse activisten trouwens. Het gaat om 2 dingen: een strijdkreet en een raad van bestuur. Ik heb weg gelaten: telefoons, faxen, archiefkasten etc. al heb ik de neiging die er ook aan toe te voegen. En hier komt de Raad van Bestuur om de hoek kijken. Want zo’n raad van bestuur bestaat uit een soort Egyptische magiërs die ervoor zorgen dat alles belt en rinkelt. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen zich niet bij je strijd aansluiten als je niet tenminste 6 archiefkasten, 3 telefoons 2 overhead projectors, 1 fax machine en een knappe secretaresse hebt die Annemiek heet. Mensen houden van een sterke, gecentraliseerde organisatie. Daar voelen mensen zich veilig bij. Als je 3 pizza etende tieners hebt die rennend uit de pizzeria de waarheid eruit schreeuwen, hoef je geen grote menigten te verwachten. Maar als Annemiek wat roddels rond strooit in haar kantoor, heb je zo iedereen binnen. Satan heerst over de religies. Religie zegt mensen dat ze iets moeten doen om in de hemel te komen of op zijn minst door God geaccepteerd te worden. Satan is zo doortrapt dat hij intelligente mensen (academici) het tegenover gestelde laat zeggen van wat ze eigenlijk bedoelen. Maar hij is pas echt doortrapt om deze intelligente mensen te laten vechten tegen de wereld, tegen zichzelf en tegen God en ons vervolgens te laten zeggen hoeveel rust en vrede ze hebben gevonden in christus. Van hieruit is het maar een kleine stap naar een cult.
Wat is een cult?
De eerste definitie is:
“Een zeker systeem van religieuze aanbidding, met speciale referentie naar zijn rituelen en ceremoniën.”
Hier zou je Charles Manson verwachten. De sleutelwoorden zijn: systemen, rituelen, sacramenten, doop, ceremoniën. Mensen zijn hier gek op. Systemen, rituelen en ceremoniën geven mensen een warm gevoel van binnen. En wie dat nu niet, een warm gevoel van binnen? Paulus waarschuwt hier al voor in Efeziërs 4:14. In plaats van krachtige leugens die je nog wel een keer doorziet, kun je beter spreken van systematische misleiding. Satan weet dat mensen van protocollen houden. Het is duidelijk hoeveel druk de kerken uitoefenen op mensen. En de kerk weet dat. Daarom doet de kerk van alles om deze druk te compenseren zodat de druk die op de kerkgangers wordt uitgeoefend in elk geval niet voor niets lijkt. De kerken leggen zelf alles in protocollen en regels vast dus doen ze hetzelfde richting de kerkgangers. En hier doet het muziekkoor zijn intrede en de aura van heiligheid. Heb je een zware drukke stressbaan? Dan heb je zeker ook goed betaalde vakanties? Immers, hoe meer je baan jou afmat, hoe meer voordeeltjes er aan zo’n baan vast zitten. Waarom zou je baas anders zo graag voor je vakantie betalen? Antwoord: omdat anders geen normaal mens voor de lol zo’n zware baan zou willen. En hier doet ook religie weer haar intrede. Dit is het moment waarop rituelen, ceremoniën, handschudden, avondmaal en doop het verstand gaan verdoven.
2de definitie van religie:
“Religie is de kunst van het verstand verdoven, lang genoeg om er aanbidding van te krijgen. Aanbidding van wat? “De vreedzame zaak.”
Voor je het weet wordt je gepamperd met mierzoete akoestische gitaarsolo’s en een hele zooi lachwekkende toestanden meer. Oh ja, het avondmaal ook zoiets. Lekker met z’n allen in de rij om een stuk brood in een glas wijn te dopen. Je verstand kan hier allang niet meer bij maar dat is ook precies de bedoeling. Een avondmaal in de ochtend dat alleen uit droog brood bestaat. is dat geen belediging van Jezus? En net als je lastige vragen wilt stellen, stoot je een glas om dat daar expres was neer gezet op de rand van de tafel voor types als jij. Maar het ergste van alles: voorgaande beschrijving begint erg op de definitie van een Cult te lijken. Oewahhhh!!!!! Nee toch? Jawel! Wat, een CULT in de Grrristelijk Gerrrrefffformeerde Kerk? (om maar te zwijgen van de andere kerken). Jjjjj….jahhhh! Inderdaad! Waarom doet de kerk dat eigenlijk? Willen ze de echte Jezus niet zien? Een Jezus die niet vrolijk op gitaren speelt en handen schudt maar er niet uitziet:
“In onze ogen had Hij niets aantrekkelijks. Niets dat maakte dat wij Hem graag wilden aanvaarden. Wij verafschuwden en verachtten Hem, een man van zorgen, vertrouwd met het bitterste verdriet. Wij keerden Hem de rug toe en keken de andere kant op als Hij langs kwam. Hij werd veracht en dat deed ons niets.” – Jesaja 53:2-3
Niemand wil in een cult. Veel mensen in een cult hebben het niet eens door maar weten zeker dat anderen wel in een cult zitten. Iedereen wijst naar elkaar: jullie zitten in een cult. Is christendom een cult??? Het breekpunt van christendom is tegenstrijdigheid. We worden met een liefdevolle God geconfronteerd en tegelijk met een eeuwige hel. Christendom garandeert je vrede maar brengt je angst. Na een cult komt de sekte.
*
verlaat de kerk
De kerk is niet alleen het tegenover gestelde van vrijbuiterij maar ook wil ze de ECHTE Jezus niet zien, de Jezus die er niet uit ziet:
“In onze ogen had Hij niets aantrekkelijks. Niets dat maakte dat wij Hem graag wilden aanvaarden. Wij verafschuwden en verachtten Hem, een man van zorgen, vertrouwd met het bitterste verdriet. Wij keerden Hem de rug toe en keken de andere kant op als Hij langs kwam. Hij werd veracht en dat deed ons niets.” – Jesaja 53:2-3
Alleen maar de naam Jezus noemen garandeert niets, ook geen waarheid. Laat je niet van de wijs brengen door mensen die de hele tijd alleen maar “Jezus” zeggen. Die Jezus is vaak een Hollywood-muur met niets erachter. Veel mensen houden van een concept van Jezus, een Jezus die er wel leuk uitziet, op een akoestische gitaar speelt en hagelwitte tanden heeft. De meeste kerkmensen houden van een emotionele Jezus. Ze hebben van alles geprobeerd en vonden nergens rust. Toen vonden ze Jezus en die maakte het dat ze zich goed voelden. Hij vulde hun emotionele vacuum. Ze zijn verliefd op Jezus, op deze knappe vent met donkerbruine ogen en gekamde haren. Deze liefde voor deze Jezus is nog sterker als anderen hem niet hebben. Veel kerkmensen raken alleen al in ecstase van zijn naam. Traditie is hier de minnaar, niet de waarheid. Bij een warme sociale gemeenschap horen is voor hun het belangrijkste. Sociale acceptatie, wat we allemaal graag willen, is de drijfveer en ook de trofee voor elk offer dat ze voor Jezus brengen. Die kerkchristenen zijn zogenaamd in beweging maar niet echt. Ze zijn druk in de weer met christen zijn. Bij voorkeur gaan ze oude dametjes helpen want dat hoort nu eenmaal bij christen zijn. ALS ze maar niet de lelijke Jezus hoeven te zien:
“In onze ogen had Hij niets aantrekkelijks. Niets dat maakte dat wij Hem graag wilden aanvaarden. Wij verafschuwden en verachtten Hem, een man van zorgen, vertrouwd met het bitterste verdriet. Wij keerden Hem de rug toe en keken de andere kant op als Hij langs kwam. Hij werd veracht en dat deed ons niets.” – Jesaja 53:2-3
Deze lelijke Jezus met een bierbuik en een kale kop, heeft de kerk allang vaarwel gezegd. Hij heeft geen zin meer om elke zondagochtend om 10 uur op te staan en naar die eeuwige psalmen te luisteren die bovendien nog vaak godslasterend zijn ook. De kerken aanbidden een andere Jezus, een Jezus van de religie. De enige manier om hem wel te vinden is: ga naar het meer of naar de heuvels, blijf ECHT in beweging. Hou op met oude dametjes helpen, dat doen de padvinders wel.
*
Het duidelijke verschil tussen Eden en Gethsemané zijn de reacties van Adam en Jezus. Adam probeert zich aan het oordeel te onttrekken, Jezus zegt: “Thy Will be Done.” Jezus zoekt de redding van anderen ten koste van zijn eigen leven. Hoe anders reageren wij mensen op de kredietcrisis: de verleiding is groot om met alle draconische overhaast genomen maatregelen in te stemmen zolang we maar niet in de misère terechtkomen. De armen worden vervolgens het kind van de rekening.
*
De 2 zalvingen
Jezus was tijdens zijn laatste week voor de kruisiging 2 keer gezalfd.
1. Allereerst in Joh. 12:3-8, zes dagen voor Pesach, in het huis van lazarus te Bethanië. Daarna in Mat. 26:7-13 en in Marcus 14:3-9, 2 dagen voor Pesach, in het huis van Simon de Leproze, ook in Bethanië. Dus beide plaatsen en tijdstippen zijn anders.
2. In het eerste geval werd een pond zalf gebruikt, Joh. 12:3. Later werd een alabasten kruik gebruikt. (Matt. 26:7).
3. In het eerste geval waren het de voeten van Jezus die gezalfd werden. Joh. 21:3. Later was zijn hoofd de klos. Mat. 26:7.
4. De eerste keer wordt het woord zalving gebruikt. (Joh. 12:3). Later wordt de uitdrukking uitgegoten gebruikt. (Matt. 26:7. Marcus 14:3)
5. In het eerste geval was het Judas die de vraag stelde over waarom de olie niet verkocht was. Er was genoeg tijd om deze te verkopen tijdens de 6 dagen. Joh. 12:4.
In het laatste geval reageerden de discipelen gepikeerd, (Matt. 26:8) in zichzelf, (Mark 14:4). Hun woorden werden niet luid uitgesproken voor iedereen, maar schenen wel te verwijzen naar wat Judas even tevoren had opgemerkt over de verkoop van de olie.
6. In het eerste geval meent Jezus dat de olie bestemd is voor zijn begrafenis en dat deze niet verkocht moet worden. Joh. 12:4. Later zegt hij dat de olie voor dat doel achter de hand moet worden gehouden. (Matt. 26:12. Marcus 14:8)
7. In het eerste geval zegt Jezus, “Laat haar alleen.” Opdat ze de olie mag houden. (Joh. 12:7). In het 2de geval zegt hij dat ze de olie heeft gebruikt. (Matt. 26:10-13).
8. Eerst heet de vrouw Maria, (Joh. 21:3) later is het een onbekende vrouw.
9. In beide gevallen zijn de antecedenten, de dingen die aan de zalvingen vooraf gaan en ook de consequenties verschillend.
In plaats van verwondering over het feit dat er 2 zalvingen zijn, mag men zich erover verwonderen dat er niet meer zijn.
*
De 3 avondmalen
Er waren 3 avondmalen en niet slechts 2 toen Jezus zijn bediening afsloot.
1. In Johannes 12:1-9 staat een avondmaal. Dit was waarschijnlijk bij Lazarus thuis. Want de hele familie was aanwezig en Martha deed de bediening. En vond plaats 6 dagen voor Pesach en dus op een vrijdagavond toen Jezus net terugkwam van zijn eerste bezoek aan Jeruzalem vanuit Bethphage. Nadat hij daar die vrijdag nacht geslapen had en er de laatste sabbat had door gebracht, was dit avondmaal bereid nadat de sabbat beëindigd was om 18.00 uur. Dit was het avondmaal waarbij Maria de Here zalfde.
2. Het 2de avondmaal dat in Mat. 26:6-13 staat, vond plaats 2 dagen voor Pesach in het huis van Simon de Leprose dat ook in Bethanië stond. Zie Marcus 14:1-9. Tijdens dit avondmaal was er ook een zalving door een onbekende vrouw.
3. Het avondmaal in Joh. 13:1-20 is hetzelfde als dat in Mat. 26:20, Marcus 14:17 en Lucas 22:14. Het was het laatste avondmaal. Het uur was gekomen en toen het avondmaal was begonnen of nog gaande was, (Joh. 13:2) waste Jezus eerst de voeten van de discipelen. Waarna de gebeurtenissen zich voltrokken die in alle 4 evangeliën staan. Het evangelie van Johannes voegt nog wat details toe maar leidt tot dezelfde consequentie. De vertaling van genomenou in Johannes 13:2, met beëindigd in plaats van met plaatsvinden of beginnen heeft tot veel verwarring geleid.
*
De 2 toegangen tot Jeruzalem
Elk van de 4 evangelièn spreekt van Jezus die jeruzalem binnenkomt. Maar zijn deze beschrijvingen allen identiek? Als we ze in chronologische volgorde zetten en de omstandigheden erbij betrekken, dan zullen de verschillen verdwijnen. En de gelijke maar uiteenlopende uitdrukkingen zijn nodig om de verschillende gebeurtenissen te beschrijven. Eén binnenkomst (Matt. 21:1-9) vindt plaats voor de volgende in Marcus 11:1-10, Lucas 19:30-34 en Joh. 12:12-15.
1. In Mattheus is Jezus al aangekomen in Bethfage. In Lucas was hij dichtbij Jeruzalem gekomen en in Marcus naderden ze Jeruzalem.
2. In Mattheus lag het dorp net een stuk van de weg af. In Lucas en marcus was de weg beneden hen en aan de overzijde.
3. In de eerste werden 2 dieren vooruit gestuurd en gebruikt; in de laatste maar 1 dier.
4. In de eerste is de profetie van Zecharia 9:9 waarin van 2 dieren wordt gesproken, vervuld. In de laatste, is de profetie nog niet vervuld en worden slechts enkele feiten genoemd die overeenstemmen met de profetie voor zover dit nodig is. Joh. 12:15.
5. De eerste was onverwacht, omdat de hele stad roept, Wie is dit? (Matt. 21:10, 11). Als er 1 binnenkomst was, zijn de 2 beschrijvingen onverklaarbaar omdat de laatste binnenkomst de wegbereiding was voor veel mensen in de stad die hoorden dat Hij kwam en erop uit trokken om Hem te zien. Joh. 12:12-13. De laatste beschrijving gaat om de formele binnenkomst van de Here die de Triomf binnenkomst heet en die plaatsvond op Palm zondag. De betekenis van de 2 dieren en het ene dier is deze:
De 2 dieren hadden een speciale verwijzing naar het hele werk van zijn missie. Jezus zat op de dieren, – meervoud – terwijl hij zijn kleren over de rug van het andere dier had gelegd. Hij kwam om de tempel schoon te vegen en om zichzelf te presenteren als koning en als koninkrijk. Toen hij op het ene dier kwam, kwam hij om te oordelen, om de verdoemenis aan te kondigen van de stad en van de natie. Als Hij opnieuw verschijnt, is het aan een volk dat volgens de profetie van Zecharia 12:1 gezegend is Hij die komt in de naam van de Here. (Matt. 23:39).
*
3 dagen en 3 nachten van Mat. 12:40
Het feit dat 3 dagen in het Hebreeuwse gedachtengoed wordt gebruikt voor ieder deel van 3 dagen en 3 nachten, wordt niet betwist. Dit was de algemene wijze van rekenen, net zoals wanneer het om jaren ging. Als het om 3 jaar ging, dan ging het inclusief om elk deel can die jaren zoals we ook zien bij de vaststelling van de regeerperiode van de koningen van Juda. Maar als er 3 dagen EN 3 nachten staat, dan gaat het verder dan idioom. Het wordt dan een feit of letterlijke verklaring. Als de Hebreeuwse dag begon met de zonsondergang dan was de dag gerekend van de ene zonsondergang tot de volgende. De 12 uur in een dag zoals Johannes 11:9 zegt, zijn gerekend vanaf de zonsopgang. En de 12 uren van de nacht vanaf zonsondergang. De uitdrukking nacht en dag in 2 Kor. 11:25 slaat op een complete dag. Als Esther zegt (Est. 4:16) vast voor mij en drink en eet 3 dagen niet, definiëert ze haar bedoeling als 3 volledige dagen omdat ze er nadrukkelijk dag en nacht aan toevoegt. Niet voor niets is ze jodin. Ze schrijft dat het vasten eindigde op de 3de dag (5:1), dan moet deze 3de dag ook de 3de nacht insluiten. In 1 Sam. 30:12 staat dat de jongeman geen brood had gegeten of water had gedronken voor 3 dagen en 3 nachten. Als hij moet uitleggen waarom, zegt hij dat hij zich 3 dagen ziek voelde. Hij bedoelde hiermee 3 complete dagen. Hij was egyptenaar en rekende de dagen vanaf zonsopgang. Zijn 3 dagen van helse worsteling met zijn ziekte verwijzen naar het begin van zijn ziekte en sluiten de hele periode in, wat ook verklaart waarom hij de hele tijd geen eten en drinken had gehad. Als er staat dat Jonah 3 dagen en 3 nachten in de buik van het zeemonster was, dan betekent dit precies wat er staat. Namelijk hetzelfde als in Mat. 12:40; 16:4. In de uitdrukking, het hart van de aarde, is de betekenis dezelfde als het hart van de zee, namelijk het midden. Zie Ps. 46:2. Jer. 51:1. Ezek. 27:4, 25, 26, 27; 28:2. Het wordt gebruikt voor schepen die in het hart van de zee varen. Zie Ezek. 27:25, 26; 28:8; ook voor mensen die in het hart van de zee wonen, op eilanden (Ezek. 28:2). Jona gebruikt het Hebreeuwse woord beten (baarmoeder) op dezelfde manier.
*
Wat is er gaande?
De geschiedenis herhaalt zichzelf, lijkt het wel. Er is niets nieuws onder de zon, zoals Prediker zegt. Zij die niets van de geschiedenis hebben geleerd, zijn gedwongen haar te herhalen. De joden probeerden christus in de wet te vatten, de Grieken in de filosofie, de Romeinen in hun keizerrijk, de Europeanen in hun cultuur en Amerika in het grootkapitaal. Het christendom is een geschiedenis van How the West was Won. Is hier sprake van een cirkel? Dat het christendom weer terugkeert naar een zeker punt? Misschien is het inderdaad zo dat we anno 2007 terug zijn gekeerd naar het punt waarop de Joodse wettelijke vorm van het christendom overging in een meer schaamteloze vorm toen het Griekse sofisme in opkomst was. Een Griekse filosofische Jezus klinkt voor veel mensen een stuk aantrekkelijker, in geval een stuk minder confronterend dan een persoonlijke god die je hele denken en wereldbeeld steeds maar weer in de war schopt. Veel mensen die het tegenwoordig over openbaringen dit en openbaringen dat hebben, kletsen vooral Griekse onzin met een Jezussausje. Bijbelse, filosofische, psychologische en wetenschappelijke feiten worden tot een hutspot bereid tot er een leuk idee uit voorkomt.
Is er ook maar iemand beter geworden van dat Esoterische New Age geklets? Ik betwijfel het. Er is geen glorie zonder het kruis van Golgota. Zoals E. Stanley Jones zei: het historische kruis van Jezus, verlicht het kruis in het hart van God. Al het andere geklets verleent slechts lipservice aan het kruis, op zo’n manier, dat het kruis juist wordt vermeden! Jawel, esoterie gaat niet alleen een heel andere richting op dan het evangelie. Maar het lijkt wel of esoterie juist alle moeite doet om het kruis van Golgota te vermijden, er zo dicht mogelijk langs heen te scheren en er op een korte afstand omheen te blijven dansen. Dat is de essentie van al dat esoterische en new agegeklets van Hans Stolp tot Eckhart Tolle. Het laatste geklets wordt gebracht als zijnde “het grote geheim.” Welk groot geheim? Een groot geheim dat waarschijnlijk al zo oud is als de weg naar Jeruzalem, namelijk het geheim om alles naar je toe te trekken wat je ook maar wenst door geestelijke discipline op te brengen. Geen groter contrast is er mogelijk tussen dit geklets en het moment toen Jezus zijn Vader in de Hemel vroeg: “als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbij gaan, maar niettemin, niet mijn maar uw wil geschiedde.” Dat is heel andere taal, vooral andere taal die we niet graag horen. Johannes is heel duidelijk over dit soort geklets van valse leraren: “zij die in christus zijn, weten heel goed wat waarheid is en wat van de anti christ komt.” – 1 Joh. 5:20,21
Jezus IS de waarheid en aan de gelovigen wordt gegeven om Hem die de waarheid is, te kennen. Let op de relatie tussen vers 20 en 21:
1 Joh. 5:20 – “we weten ook dat de zoon van god gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de waarachtige te kennen. En wij zijn in de waarachtige omdat we in zijn zoon jezus christus zijn. Hij is de ware god, hij is het eeuwige leven.”
1 Joh. 5:21 – “Kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden.”
In het eerste stuk brengt Johannes de gelovigen terug naar de centrale plaats in de schepping die Jezus zelf is om het scherpe contrast te tonen tussen Gnostiek die zijn opmars onder de gelovigen was begonnen en de boodschap van Jezus. Dat wat het evangelie binnen was geslopen in de vorm van een kluwen van gnostiek en Jezus, begon de gelovigen te verleiden tot afgoderij. Wij mensen hebben nu eenmaal talent om Jezus in een formule in te willen passen om aan zijn grilligheid te ontkomen. Jezus doet namelijk vaak dingen die wij niet gepland hadden. Hij verschijnt opeens als we het juist helemaal niet verwacht hadden. En verdwijnt alweer als we eindelijk beginnen door te krijgen dat Hij het was die ons pad kruiste. Dus proberen we hem steeds aan de ketting te leggen om een soort persoonlijke superheld van hem te maken. Maar luister eens, gaf Jezus voordat hij ten hemel opsteeg aan Petrus nog wat nuttige esoterische adviezen over hoe Petrus alles wat zijn hartje begeerde naar zich toe kon trekken? Integendeel: Hij vertelde Petrus dat Hij hem ergens naartoe zou brengen waar Petrus liever niet naartoe zou willen gaan: Joh. 21:18.
Zo zie je, we zijn allen geobsedeerd van glorie en succes en geloven gemakkelijk dat we zelf van alles kunnen doen buiten het kruis om, om de troon te bereiken. Maar helaas pindakaas, zo werkt het niet.
*
De wederkerigheid
Uit: Klaas Goverts, “de Identiteit van God”
isbn 978 90 76 19 31 37
“Dit sprak Jezus en Hij hief Zijn ogen ten hemel en zei: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk uw zoon, opdat uw zoon U verheerlijkt”
– Johannes 17:1
Aan de identiteit van God zitten verschillende aspecten, zoals wederkerigheid. En wel de wederkerigheid tussen god en mens. In het gebed vind je dit ook terug. Het Onze Vader is een modelgebed. Jezus zegt tegen Zijn Vader: “het is tijd!”
Dat is pas raar want de rollen worden omgedraaid. De zoon maant de vader om op te schieten. De zoon kent dan blijkbaar de gedachten en de tijden van de Vader! Zo kan Jezus tot God zeggen: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk uw zoon, opdat uw zoon u verheerlijkt. Hier zie je de wederkerigheid: God verheerlijkt de mens opdat die mens God verheerlijkt. Die wederkerigheid is een uniek aspect van de bijbel dat je in andere godsdiensten niet vindt. God zegt: ik ga jou verheerlijken, en jij gaat mij verheerlijken. Jezus spreekt niet alleen tegen zijn vader, hij wil ook dat zijn discipelen het horen. En dat die zijn manier van denken zouden overnemen. Jezus gaat niet even apart zitten voor een onderonsje met zijn Vader. Hij betrekt zijn discipelen juist bij zijn gebed om hen het grondprincipe van de wederkerigheid bij te brengen. Waarom is die wederkerigheid er? Omdat God het zo gewild heeft. Dit zegt ons iets over het wezen van God. Omdat God zo is. God isoleert zich niet. De wederkerigheid is een principe van zijn karakter. Gezegend is God die ons gezegend heeft. De eindtijd betekent niet alleen dat de mens thuiskomt maar ook dat God thuiskomt. De vader van de verloren zoon stond buiten op de uitkijk. Als de verloren zoon terugkomt, gaan ze samen naar binnen.
*
Wonderen bij het vertrek van de Shekinah
In de lente van 66 na christus in de aanloop naar de oorlog, voltrokken zich een paar ongelofelijke wonderen die volgens Josephus te maken hadden het het vertrek van de Shekinah van de tempel naar de Olijfberg. Flavius Jospehus zegt:
“Wat ik nu schrijf lijkt op een losgeslagen fantasie maar dan wel een hele vreemde. Ware het niet dat het gebeurde door diverse getuigen is waargenomen en ware het niet dat er verdere gebeurtenissen op volgden…”
“Ten eerste was er opvallende ster boven de stad die de verschijning had van een zwaard. En er was een komeet die een heel jaar zichtbaar bleef.”
“Een week voor Pasen in het jaar 66 scheen er om 3 uur ’s ochtends, 30 minuten lang een groot licht over het altaar. Daarna verdween het.”
“Gedurende Pasen gingen de enorme deuren van de oostelijke poorten van Nicanor uit zichzelf open.”
“Tijdens Pinksteren, voor zonsondergang werden en aan de hemel tussen de wolken triomfwagens en troepen soldaten gezien, compleet met uitrusting en later ook rond de steden. Toen de priesters die nacht op pinksteren de tempel binnen gingen, voelden ze een heftig schudden van de tempel en hoorden ze veel lawaai. Daarna hoorden ze een grote menigte luidkeels roepen “laten we weggaan van hier.”
Zowel Josephus als rabbi Jonathan waren hier getuige van.
*
De Wet leidt juist tot misdaad!
(N.B., wet kan hier natuurlijk ook worden ingevuld met Shariah)
Door de Wet wordt de mens tot kwaad geprikkeld. Met het verbod ontbrandt de begeerte, Rom. 7, 8. De zonde ontwaakt uit de dood en de bewegingen van de zonde veroorzaken opnieuw zonden. Zo is de Wet de kracht van de zonde die het kwaad van binnen naar buiten drijft. 1 Cor. 15 26. En de zonde is als een gloeiend ijzer dat pas begint te sissen als er water overheen komt. Zo zorgt de wet voor vermeerdering van de zonde. Maar hierin komt de zonde de wet juist te hulp. Want nu heeft de wet ook meer gelegenheid om haar dienst als ontdekker van de zonde te verwezenlijken. Hoe meer dus de zonde tegen de wet zondigt, hoe meer zij ongewild VOOR de wet zondigt, tegen zichzelf. En zo wordt door de Wet elke uitbarsting van het kwaad in dienst gesteld van het goede en moet satan tegen zichzelf werken. Maar dat heeft de zonde niet gewild. Zij heeft de goddelijke wet als aanleiding en houvast willen misbruiken om de mens in ellende te storten. Niet alleen de menselijke zwakheid, maar juist het gebod dat mij ten leven gegeven was, dat zelfde is mijn dood geworden. Want de zonde, veroorzaakt door het gebod heeft mij verleid en gedood. Juist de levensgave van God had de zonde in een moordwapen willen veranderen. Met het heilige had zij de mens willen vermoorden. Juist het heilige moest de zonde dienen en Gods openbaring een werktuig van satan worden. Maar nu wordt het wezen van de zonde ontmaskerd: zij is opstand tegen God. God heeft dit toegelaten opdat de zonde openbaar zou worden. Maar de Wet is bovendien ingevoerd opdat de misdaad vermeerderd zou worden! Rom. 5:20. Terwijl dus het kwaad probeerde het goede voor zich dienstbaar te maken, heeft omgekeerd het goede het kwaad aan zich ondergeschikt gemaakt. Erich Sauer – Het Morgenrood der Wereldredding
*
Wetenschappers over de Bijbel en Jezus
door Josh McDowell
Veel mensen geloven alleen in wetenschappelijke feiten, wat ze daar ook mee mogen bedoelen. Want de wetenschap is gebaseerd op aannames en gaat ook uit van een geloof: het vooruitgangsgeloof. De wetenschap domineert nog niet zo lang ons denken. Een paar eeuwen geleden was dat de filosofie die de Bijbel van het toneel dacht te kunnen duwen. Helaas, filosofie heeft plaatsgemaakt voor wetenschap terwijl de bijbel er ook nog steeds is. De kerken stromen leeg ja, maar de gelovigen zijn er nog steeds. Hieronder komen een paar vooraanstaande wetenschappers aan het woord over de Bijbel en de opstanding van Jezus. En het zijn niet de eerste de beste wetenschappers. Dr. Simon Greenleaf heft de Universiteit van Harvard beroemd gemaakt. Hij werd christen door de opstanding van Christus en het idee van Christus als het eeuwige Woord te ontkrachten. Uiteindelijk, na veel pogingen, kwam hij tot de conclusie dat de opstanding van Jezus 1 van de best bewezen gebeurtenissen van de geschiedenis kan worden beschouwd, volgens de wetten van legaal, wettelijk bewijs zoals deze gehanteerd worden in een Hooggerechtshof.
C.S. Lewis het literaire wonder van onze tijd, was de professor van Middeleeuwse en Renaissance literatuur aan Oxford. Hij was een genie op zijn terrein. He ging in Christus geloven als zijn Redder en Heer toen hij probeerde de betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament in twijfel te trekken. Dat lukte hem niet. Hij zei: ik was 1 van de koppigste ongelovigen maar werd naar Christus gebracht door mijn verstand. Lord Calcedote, de hoogste chef van Justitie in Engeland, een man die de hoogste diensten onder zich had die men maar kon hebben in engeland, zei: ik heb vaak geprobeerd het bewijs voor het christendom te weerleggen maar moet toegeven dat er geen twijfel mogelijk is over de leer van het christendom. Thomas Arnold was 14 jaar hoofd van een universiteit. Hij is historicus en auteur van de beroemde drieluik, de Geschiedenis van Rome. Hij zei: ik ken geen enkele andere gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid die door beter en meer bewijs wordt ondersteund dan de opstanding van Jezus Christus. Dr. Werner von Braun, de Duitse wetenschapper – de man die naar Amerika emigreerde – was 1 van de scheppers van het Apolloproject. Hij zei dat hij pas echt wetenschapper was geworden tot hij Jezus als zijn persoonlijke redder leerde kennen.
Dan de historische nauwkeurigheid van de bijbel. Het Nieuwe Testament is uitzonderlijk in zijn betrouwbaarheid en geloofwaardigheid en vooral door zijn overleving door de geschiedenis heen. Het laat alle andere geschriften achter zich voor wat betreft auteurschap. Een manuscript is een handgeschreven kopie tegenover een geprinte kopie zoals wij die kennen. Jawel, er zijn meer dan 24.000 manuscripten. Niet eens bijbelversies maar manuscriptkopieën. Op nummer 2 staat de Ilias van Homerus met 643 manuscriptkopieën. Zie het verschil. Dan, Sir Frederick Kenyon was 2de buiten verder niemand in de kunst en training om gezaghebbende verklaringen af te geven over literaraire mansucripten in de geschiedenis. De voormalige curator en directeur van het Britse Museum zei: de laatste grond voor iedere twijfel dat manuscripten en Bijbel pas veel later zijn geschreven, is voorgoed verdwenen. Zowel de authenticiteit en algemene integriteit van de boeken van het Nieuwe Testament worden nu als een uitgemaakte zaak beschouwd. Veel mensen die niets van literatuur of geschiedenis weten, denken dat ze een punt hebben met het feit dat de schrijvers van de 4 evangeliën nergens hun naam onder zetten. Sorry, maar de manuscripten waren zo geaccepteerd als gezaghebbend waarbij iedereen wist wie ze hadden geschreven dat men het niet nodig vond er namen onder te zetten. Bovendien zou een handtekening of zoiets de focus verschoven hebben van Jezus naar de auteurs. De werken van Mattheus, Markus, Johannes en Lukas hielden stand gedurende het apostolische tijdperk. En ook later, gedurende 1ste eeuw waarbij hun nauwkeurigheid, authenticiteit en betrouwbaarheid nog eens bevestigd werden. Sommigen zeggen dat de documenten van de 4 gebaseerd zijn op geruchten omdat de schrijvers geen ooggetuigen waren geweest van de gebeurtenissen rond de kruisiging van Jezus, laat staan van de opstanding. Dan wordt vaak verwezen naar Markus 14:50 waarin Jezus’ volgelingen hem in de steek lieten en op de vlucht sloegen. Maar wat staat er verder? “En Petrus volgde Hem.” Zo zie je, ze verlieten hem in een groep maar kwamen individueel terug, zelfs onmiddellijk.
Vers 4 zegt: en Petrus volgde Hem van afstand. Hij ging direct de binnenplaats op van de Hogepriester. Stel je voor, met al die officieren in de buurt! Markus 14: Petrus was beneden op de binnenplaats. Wat deed hij daar? Jawel, hij schreef alles op wat hij zag. Petrus was daar direct aanwezig. Johannes 18: 15: Simon Petrus volgde Jezus en nog een andere discipel. De Hogepriester kende die andere discipel die met Jezus de binnenplaats van de Hogepriester binnen ging. Johannes 19:26: toen Jezus zijn moeder zag en de discipel die hij zo liefhad bij haar zag, zei Hij tegen Zijn moeder: “moeder dat is uw zoon.” Zij waren ooggetuigen, want zij waren daar ter plekke. Om toegelaten te worden in een rechtszaal had je in die tijd een soort regel, net als nu. Dr. John Warwick Montgomery is rechtsgeleerde en hoofd van de Simon Greenleaf School van Rechten en spreker aan de Internationale School van Theologie en Rechten in Straatsburg, Frankrijk. Dr. John Warwick Montgomery is rechtsgeleerde en hoofd van de Simon Greenleaf School van Rechten en spreker aan de Internationale School van Theologie en Rechten in Straatsburg. Volgens hem zijn de ooggetuigenverslagen betrouwbaar, genoeg om er een rechtszaak mee te halen. Maar het belangrijkste ooggetuigenverslag staat niet in de evangeliën maar in 1 Corinthiërs 15 dat geschreven is in 55/56 na Christus. Nog niemand heeft dat laatst kunnen ontkrachten. Paulus zegt 20 jaar eerder dat er 500 ooggetuigen waren van de opstanding. Als je dat voor de rechtbank brengt en iedere getuige 6 minuten spreektijd geeft dan kom je op 3000 minuten van ooggetuigenverslagen ofwel 50 uur.
*
Wees tevreden met wie je bent, Fil. 4:11
Hoe doe je dat?
1. Stop jezelf steeds met anderen te vergelijken.
2. Stop je omstandigheden steeds met die van anderen te vergelijken.
Jouw leven is jouw leven. God beproeft jou op een manier waarop Hij anderen niet beproeft. En andersom. Hebreeën 12 leert ons dat God degene die hij lief heeft disciplineert. Discipline is in deze aion een teken van Gods gunst. Houdt hij niet van anderen dan die hij niet disciplineert? jazeker, maar het is hun tijd nog niet. Het is juist Gods discipline die ons dichterbij God brengt. Tegelijk zijn we geen fatalisten. Natuurlijk proberen we onze omstandigheden te verbeteren. Maar tegelijk blijven we tevreden met wat we hebben en met wie we zijn.
Boze aion
Levend in deze boze aion is tevreden zijn niet gemakkelijk en misschien zelfs niet natuurlijk. Paulus had er nogal moeite mee toen hij zei dat hij tevredenheid moest leren; Fil. 4:11. Of hij nu door een moeras waadde of op een terras zat, zijn mentale conditie was er één van tevredenheid en dankbaarheid aan God. Hoe krijgt een normaal mens dat voor elkaar zonder drugs? Om deze staat van innerlijke tevredenheid te bereiken zijn een paar overtuigingen nodig.
– Allereerst dat God alles in ons bewerkt volgens Zijn wil. Efe. 1:11
– En Hij bewerkt alles ten goede van ons, Rom. 8:28
– Niets kan ons van de liefde van God scheiden, Rom. 8:38-39
Ook als ons iets onaangenaams overkomt, kunnen we er zeker van zijn dat God dit gebruikt ten goede voor ons. Tevredenheid tijdens lijden komt voort uit de zekerheid dat degene die dit lijden veroorzaakt van je houdt. Na alle discipline zijn we na afloop beter af dan ervoor. Op het moment zelf of zelfs tijdens ons hele leven zien we het nut van dit lijden niet. Maar god verzekert ons dat ons lijden ooit vruchten zal voortbrengen, Hebr. 12:11. Er is geen betere weg tijdens onaangename dingen die op ons pad komen dan met zekerheid te weten, God doet dit, en ooit komt het goed. Zo was er een vrouw wier moeder een hartoperatie onderging. Haar broers waren overstuur maar zij niet. Ze zei: hoe de afloop ook zou zijn, ik wist dat God van haar hield; Hij had trouwens haar hart gemaakt. Als het slecht met haar moeder af zou lopen, zou ze haar ooit weer terugzien in het hemelse jeruzalem. Gelukkig overleefde ze de operatie.
Een groot kapitaal
Tevredenheid is een groot kapitaal in deze wereld. Met niets zijn we begonnen en niets zullen we achterlaten. 1 Tim. 6:7. De wereld beoordeelt ons anders; als we veel geld hebben, zijn we winnaars, zoniet dan zijn we verliezers. Om in het gareel van de wereld te komen werken we daarom dag en nacht voor geld. Maar we zouden juist moeten werken voor tevredenheid. Paulus beschouwt tevredenheid als iets beters dan geld. Geld is kapitaal en tevredenheid is groot kapitaal. God beoordeelt ons naar onze tevredenheid. Het zou goed zijn als er naast een beursindex ook een tevredenheidsindex kwam.
2 Kor. 9:8
Tevredenheid is geen einddoel. 2 Kor. 9:8 leert ons dat tevredenheid bij anderen ook tevredenheid teweeg brengt. In 1 Tim. 6:8 staat dat we tevreden moeten zijn met voedsel en kleren. Al het andere brengt strijd en jaloezie teweeg.
*
Waar woont satan?
Satan woont in de Turkse stad Pergamum. Dat staat in openbaring 2:12-13.
Hij woont daar niet alleen maar heeft daar ook een troon. Hoewel hij in Pergamum woont, is hij reislustig. In Openbaring 12 wordt hij pas uit de hemel gegooid. Tot die tijd heeft hij toegang tot de hemel en zelfs tot de troon van God de vader. Zie Job 1:6-12 en 2:1-7. In de tijd van Jezus deed satan diverse pogingen op hem te misleiden wat er uiteindelijk toe leidde dat hij bezit nam van Judas. (Lukas 22:3). Binnenkort zal satan in de abyss worden gegooid en 1000 jaar worden vastgeketend.
*
Wat is de vuurpoel in Openbaring 20:15?
De vuurpoel in Openbaring 20:15 is de Dode Zee. In de eerste eeuw na christus wist iedereen dat dit het meer vlakbij Canaan was dat periodiek vuur in het centrum had. Het meer is op het moment in zijn stille fase, vergelijkbaar met een vulkaan die een hele tijd geen vuur spuwt. Maar volgens de bijbel zal de Dode Zee, althans het centrum ervan nog voor de 2de komst van Jezus opnieuw vuur spuwen, met als brandstof sulfur. Het stomme is dat de Dode Zee in vroegere tijden in de volksmond bekend was als de vuurpoel. Iedereen wist dat, zelfs tot in de 1ste eeuw na christus. Net zoals we nu weten dat het IJsselmeer vroeger de Zuiderzee heette en ook echt zee was. Tegenwoordig is de vuurpoel uit het boek openbaring een toeristisch oord. Jawel, mensen duiken er vrijwillig in. Zo erg kan het dus niet zijn. Maar pas op: de geschiedenis geeft al aan dat de vuurpoel alias de Dode Zee een plaats was waar zondaren en misdadigers werden berecht. Ze werden er met kop en kont in gegooid en het meer spuwde alles bij elkaar. Dat gaat in de toekomst weer gebeuren als we het boek Openbaring mogen geloven (Ope. 19:20). Ja, zelfs de dood en het dodenrijk gaan straks in de Dode Zee die alvast die passende naam heeft. De oude theologen uit de eerste eeuwen na christus wisten heel goed dat de huidige Dode Zee een plek des oordeels was waar zondaars in werden gegooid. (Lightfoot, Works on Hebrew and Talmud, vol.1, pp.15, 16). De Dode Zee is al heel lang een toeristische attractie. Vroeger trokken mensen er naartoe om het vuurspuwen te zien dat uit het midden van het meer scheen te komen. Daar zijn zelfs beschrijvingen van. In onze huidige tijd was er een wetenschapper die een alsemtint waarnam, (Ope. 8:11) die af en toe over het meer hing. Tezijnertijd zullen het beest en de valse profeet er ook in worden geschopt. daar zullen ze het flink warm krijgen. Openbaring 14:10, 11 verwijst naar Jesaja 34:4. Maar… ga je dan niet gewoon dood in die vuurpoel? Nee! De vuurpoel alias de Dode Zee is de 2de dood. Om die reden worden de 1ste dood die wij kennen en de Hades erin gegooid. Hades en dood zijn niets anders dan namen voor de engelenmachten die beide domeinen beheersen. De vuurpoel is dus niet hetzelfde als het ons bekende graf (Hades) omdat de engelenkracht “Hades” erin wordt gegooid (Ope. 20:14). De vuurpoel is ook niet hetzelfde als het Gehenna, soms ook Tophet genoemd. Het Gehenna is de Hinnomvallei die dus zeker geen meer is maar gewoon een vallei en tegenwoordig ook al een onschuldige picknickplaats. Maar ook dat zal veranderen als Jezus terugkomt. Het gehenna (Hinnomvallei) was in de tijd van de romeinen een crematorium waar lijken van misdadigers werden verbrand. Die functie zal de vallei straks weer krijgen.
In het boek van Judas, de halfbroer van Jezus staat ook een verwijzing. Hij schrijft dat er in zijn tijd al een voorbeeld was van wat er straks komen gaat als God zijn oordeel velt. Dat voorbeeld was geografisch gezien de locatie waar sodom en gomorrah lagen. Judas noemt de ruines van beide steden in het gebied alsook het vuur dat regelmatig vanuit het centrum omhoog spuwt. Strabo noemt het gebied een land van vuren. Sommige vuren werden nog eens opgestookt door het sijpelen van petroleum. Ruim 100 jaar voor Strabo is er een jood die de vuurpoel beschrijft: het vuur dat sodom en gomorrah heeft vernietigd, woedt nog steeds voort: wijsheid van salomo 10:7. Ene Diodorus Sicilus die ook in de 1ste eeuw voor christus leefde, zei: het vuur dat ondergronds doorwoedt en de stank ervan is een plaag voor de inwoners rond het meer. Die worden niet oud. (Boek 2:48). Philo die leefde toen jezus jong was, zegt dat het vuur in het meer bijzonder moeilijk is te blussen. Het meer rookt nog steeds en de mensen halen hier nog steeds zwavel vandaan. Strabo zegt dat het meer gevormd werd door aardbevingen en Flavius Josephus schrijft dat asfalt en zwavel uit het meer alles dof maken, zelfs goud en zilver.
Het vuurspuwen uit het centrum van het meer was niet iets dat continu voortduurde. Eerder periodiek. Ene Henry Maunrell die naar Palestina reisde in 1697 meldt dat veel kaartmakers van voor de 17de eeuw op de kaarten rook tonen boven het meer (Journey, p. 454). Zelf zag hij niets. De reiziger Volney zag in 1787 wel degelijk rook uit de Dode Zee opstijgen (Travels, vol. 1, pp281, 282). Hij noemt de Dode Zee zelfs de zee van het asfalt. Tot in de 18de eeuw is er vuurspuwen waargenomen in de Dode Zee. Het eerste wetenschappelijke onderzoek naar de Dode Zee door ene Lynch in 1848 leert dat er een penetrante geur hing van waterstofsulfide en een zwavelachtige geur in de nacht (Journal of R. Soc. vol. XVlll, p. 127. Genesis 14:3 stelt dat de vallei waarin sodom lag nu onder de Zoute zee ligt. Dit is natuurlijk de Dode Zee. Sodom en Gomorra lagen in het Noordelijke deel van de Dode Zee. De verwoesting van Sodom en Gomorrah door het vuur van de Dode Zee in Genesis was dus een voorproef van wat ons straks te wachten staat als Jezus terugkomt en wanneer misdadigers in de Dode Zee worden gegooid.
Het getal 10
Noach was de 10de generatie na Adam. Hij overleefde het eerste oordeel van de Zondvloed. Abraham was de 10de generatie na Noach. Hij overleefde de verwoesting van sodom em gomorrah. Gods eerste oordeel kwam met water. Zijn 2de oordeel kwam met vuur over sodom en gomorrah. Deze vuurstorm was een prelude van wat er komen gaat. En daarom benadrukte Judas deze verwoesting ook zo. Ook het verhaal van de rijke man en Lazarus speelt zich af in het noordelijke deel van de Dode Zee. Het verhaal is overigens een vergelijking en moet niet letterlijk worden opgevat.
*
Vrije wil
Ik geloof niet dat mensen een vrije wil hebben, zelfs maar in de kleinste zaken van het leven. We zijn ons bewust van het maken van keuzes, de hele tijd door, wat kopen we en wat kopen we niet, laten we de kat uit? Gaan we bij de buren op bezoek of naar de bioscoop? Wat bestellen we in het wegrestaurant? Koffie of thee? Biefstuk of vis? Of moeten we constateren dat ook dit soort futiele keuzes juist heel erg grillige keuzes zijn waar we zelf eigenlijk niets van begrijpen als je er achteraf goed over na gaat denken? De slavernij van de wil, met daaruit voortvloeiend de meest grillige keuzes die je dagelijks maakt, komt voort uit de vrije wil van God die de hele schepping heeft onderworpen aan zinloosheid. Waarbij opgemerkt moet worden dat zinloosheid zelf een vorm van gebondenheid c.q. slavernij is. Onderworpen aan zinloosheid betekent hier ook ongehoorzaamheid aan God. Dus al onze keuzen dragen iets van die wetmatigheid in zich, steeds een tikje zinloosheid en slavernij, of we nu koffie bestellen onderweg in de McDonalds of de hond uitlaten. De bevrijding van deze slavernij aan zinloosheid kan alleen door de genade van christus en is een eonisch proces. Eonisch in de zin van dat het verschillende tijdperken duurt. Deze bevrijding is al gerealiseerd in christus en gedemonstreerd in ons, de gelovigen, door christus in ons. Wat waar en echt is van ons in christus wordt empirisch door christus in ons. En dit is tegelijk de enige vrijheid waar de hele bijbel over spreekt. Nergens in de Bijbel staat dat er überhaupt zoiets bestaat als een eigen vrije wil die een zelfstandige capaciteit zou zijn in ons lijf. Nee, alles wat op vrije wil lijkt, is eerder iets dat god voor ons doet namelijk: de waarheid zal je vrijmaken. Diegene die door christus wordt bevrijd, is echt vrij. Vrij om wat te doen? Om Gods wil te doen. Ook Jezus gaf zichzelf over aan zijn Vader toen hij zich liet kruisigen.
Jezus was er duidelijk over dat zijn kruisiging niet een kwestie was van mensen die hem van het leven beroofden maar van een vrijwillige overgave van zijn kant. Als we in deze vrijheid van Christus zitten, handelen we in overeenstemming met zijn wil en vooral in overeenstemming met onze ware natuur in hem. Als we daarentegen in slavernij aan de zinloosheid zitten, maken we keuzes vanuit deze slavernij die ons feitelijk alleen nog meer slaaf maken. Dus hoe zit het met al die kleine keuzes die we dagelijks maken: de was ophangen op zolder of in de tuin? De hond uitlaten of eerst nog een boterham eten? Het gras maaien of dit uitstellen tot morgen? Zijn dit dan keuzes die uit je diepste intellect voortkomen? Ik dacht het niet. De meeste mensen hebben weinig benul van alle krachten die dagelijks op ons inwerken voordat we ’s middags om 5 uur een kop koffie nemen. We maken geen keuzes door één of andere bevoegdheid of vermogen ergens in onszelf waar één of andere autonome ruimte zit die doet wat hij wil. Nee, God heeft ons een zekere mate van autonomie gegeven, deelt altijd een vrijheid scheppende genade uit of onthoudt ons deze genade nog een tijd om ons nog wat langer in de slavernij van de zinloosheid te laten rondspartelen.
De verschillende ongrijpbare krachten die dagelijks op ons inwerken voordat we een kop koffie nemen zijn een complexe mix van genetische erfenis, opvoeding, of juist het gebrek daaraan, chemische en hormonale balans of imbalans, religieuze, familiale en culturele ballast, maar allen terug traceerbaar naar de helpdesk van God. Vraag jezelf eens af hoeveel controle een crack-baby over zichzelf heeft, of in hoeverre iemand seksueel gezond kan zijn als hij/zij zelf vroeger misbruikt is? Bijvoorbeeld, de ene persoon is zachtmoedig en schiet niet snel uit zijn slof als de melk overkookt, de hond in de kamer piest, de TV het opeens begeeft en het vloerkleed in opstand komt. Terwijl de ander een sterk temperament heeft geërfd van zijn moeder en al hoog van de toren blaast als het raam open vliegt. Slechts dankzij Gods genade kan persoon 2 zich naarmate hij ouder wordt ook inhouden als de boel in de soep loopt en aardig blijven. De ene persoon heeft meer weerstand dan de ander, laat staan dat hij/zij een vrije wil heeft om zich in te houden als er iets ergs gebeurt.
Neem ook Paulus die als een wild beest tekeer ging tegen alles wat destijds christelijk was. En ook op de weg naar Damascus gaf Jezus Saulus geen enkele keuze. Mensen produceren geen vrije wil maar slavernij zolang ze aan zinloosheid zijn onderworpen. Sommige mensen komen op het idee om in zo’n hopeloze situatie hulp te zoeken waar anderen hier juist te trots voor zijn. Dit interpreteren we dan als vrije wil. Misschien dat ze op korte termijn hun toekomst bepalen maar God bepaalt je toekomst voor de eeuwigheid, een besluit dat overigens al voor de schepping is genomen. Er is slechts een vrije wil van God en die wil werkt op korte termijn door het scheppen van omstandigheden waardoor de menselijke wil is gebonden als een voorbereiding om op cellulair niveau God’s genade te assimileren met het operationele principe: “alleen als een graankorrel in de grond valt en STERFT, zal hij vrucht voortbrengen.”
Ik geloof tenslotte dat de heilige geest ons in deze laatste dagen in een nieuwe richting duwt van ware en fundamentele theologische principes. We zijn in een dag van een theologische revolutie aangekomen.
*
Voltooiïng
Wat betekent voltooiïng in christus? In elk geval dat we volgens welke definitie dan ook, compleet zijn in christus. Laten we ons beginpunt de eeuwigheid noemen. Ik zie het zo dat eeuwigheid synoniem is met God zelf. Eeuwigheid in de zin van tijdsloosheid en niet van een eeuwigdurende tijdslijn die oneindig doorgaat. Ook God heeft geen begin of eind. Ook hij is tijdloos. “Ik Ben” is altijd NU. Juist daarom is in Hem alles compleet. Dat doet hij door geboorte en schepping vanuit zichzelf. Hij is immers een levendige en geen statische God. De vermeerdering van God, noemt Paulus het. Alle schepping komt van God en kan dus in essentie niet van Hem worden gescheiden. Niettemin is de vermeerdering van God geen kwestie van een soort zelf-inflatie, maar geschiedt deze door geboorte en schepping van anderen in onze dimensie. Dit vergde een nogal buitengewone stunt van God. Jawel, onze tijdsloze God moest iets bedenken om zichzelf te vermeerderen en bracht uit zichzelf een nieuwe dimensie voort van tijd en eeuwen. Die nieuwe dimensie had meteen een recalcitrante neiging tot dwarsdrijverij. Een dergelijke dwarsdrijverij was nodig om ons “anders zijn” tot in het extreme door te voeren omwille van zijn genade. Hij gaf een draai aan zijn eigen substantie en onderwierp zichzelf en alles wat hij schiep aan wat Hij en het heelal NIET zijn. Er was een grote verstoring gecreëerd maar niet één die de essentie van als dat IS kon vernietigen. In het rijk van wat IS, de dimensie van eeuwigheid, rolde het rijk van wat NIET IS binnen, de dimensie van tijd. Noem het geen droom of illusie, want het is existentiëler dan dat. Het leven daagt zichzelf als het ware uit door zijn eigen tegenstelling van de dood. In het midden van dit scenario staat christus en wij in hem. Christus is God’s voltooiïng. En zijn voltooiïng is de onze omdat we in hem uit de eeuwigheid zijn. Verenigd met hem zij we die nieuwe mens wiens God-substantie de stof is van waaruit alles in geschapen.
De reden waarom de hele schepping wacht op de openbaring van de zonen van God (zoonschap is niet per sé mannelijk) is omdat de hele schepping specifiek uit de Goddelijke substantie is geschapen. Jawel! Alles is niet uit de algemene God-substantie geschapen maar uit de zonen. Eerst werden wij geboren, pas daarna kwam de schepping! Wij zijn geboren uit God en hebben zijn substantie gekregen door voortplanting. En van die Goddelijke substantie, maakte God alles. Zodoende komt alles voort uit geboorte. Daarbij is Christus de eerste geborene. En de hele schepping zal terugkeren naar zijn essentiële persoonlijke wezen in het spoor van de openbaring van de zonen van God tot alles in allen wordt. Zo integraal en essentiëel zijn de zonen van God verweven met de schepping. Een dergelijke voltooiïng kan niet intrinsiek worden veranderd. Hij kan worden onderworpen aan verstoring en dwarsliggerij maar zal altijd terugspringen naar zijn wezenlijke vorm. Onze voltooiïng in christus is zo compleet dat deze de dwarsliggerij waaraan hij onderworpen is van alle kanten overwint. De bron van deze overwinning is de dood en opstanding van Jezus Christus. Zelf zijn we niet tot een dergelijke overwinning in staat. We kunnen niet onze eigen God-capaciteit activeren. We zijn daarvoor totaal afhankelijk van zijn genade. We handelen uit genade binnen onze eigen onbekwaamheid. We zijn gezaaid in vergankelijkheid en worden opgewekt in onvergankelijkheid. God zaait en wekt op. God is de pottenbakker en wij zijn de potten. Ook in onze vergankelijke tijdsdimensie heeft god onze gang van zaken volledig in de hand. De dwarsliggerij van onze tijdsdimensie schudt ons flink door elkaar maar deze kan niet worden opgevat als een fout van God. Hij zal niet zeggen: “oeps, mijn hand gleed uit.” God’s voltooiïng zal uiteindelijk groter zijn dan wanneer we nooit door elkaar waren geschud. Alle dwarsliggerij zal worden omgevormd tot waarheid: 1 Joh. 5:20.
*
Het doel van de verzoening
De gangbare gedachte is dat christus voor ons leed als onze plaatsvervanger om ons van de straf van de zonde te redden, dat is de eeuwige dood. de waarheid is dat christus stierf als onze Leidsman, niet om ons te redden van de straf voor de zonde, maar van de zonde zelf, niet van de dood maar uit de dood (Heb. 5:7). De straf voor de zonde is heilzaam en nuttig en het zou geen vriendelijkheid voor de mens zijn om hem daarvan te redden; bovendien, als het het beste voor de mens was om van de straf voor zijn overtredingen te worden gered, dan kon en zou God die straf kwijtschelden zonder de tussenkomst van enige plaatsvervanger of redder (Ezek. 18:21. God is zelf een rechtvaardige god en een verlosser. Maar hoe kan de mens worden gered van zijn zonde? Hoe kan de zondaar tot een heilige worden gemaakt? De kwestie is niet: hoe kunnen zijn zonden worden vergeven? Hoe kan hij aan de straf ontsnappen? Maar: hoe kan hij van aard veranderen, van een kind van toorn (Efe. 2:3) een kind van God worden? Hoe kan hij worden bevrijd uit het lichaam van deze dood? (Rom. 7:24). Het antwoord luidt: door Jezus christus, onze here (Rom. 7:25) via een nieuwe schepping (2 Kor. 5:17, Efe. 2:10). Dit is het doel der verlossing – niets minder dan de bevrijding van de ganse schepping uit de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid (Rom. 8:21-22) en dit werk verricht christus. Hij is het
“Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt” – Joh. 1:29
– niet de zonden, alsof de afzonderlijke overtredingen van elk individu zouden zijn bedoeld; maar de zonde, alsof al de zonden van de mensheid en het afschuwelijke lichaam des doods van de zondige natuur, in 1 vreselijke hoop op Hem werden gelegd, en Hij die wegdroeg; zo heeft God de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen (Jes. 53:6). Het volmaakte type van dit alles vinden we in de wet, in het werk van de zondebok op de Grote Verzoendag (Lev. 16:20-22) waarover we nu niet verder kunnen uitwijden. Maar we hebben genoeg gezegd om de dwaling van de algemene aanvaarde theologie op dit punt te hebben aangetoond. Eens temeer: het doel van de verzoening is niet om ons van de dood te redden maar om ons uit de dood te redden.
“Als 1 voor allen gestorven is, zijn zij allen gestorven” – 2 Kor. 5:15
Hoor het en let er goed op! De tekst zegt niet dat allen in gevaar verkeerden om te sterven en dat christus stierf om te voorkomen dat dit gevaar een realiteit werd. De mens was al dood en het doel van de verzoening was om hem leven te geven. Christus kwam om te zoeken en zalig te maken wat verloren was, niet wie in gevaar verkeerden om verloren te gaan maar wie reeds verloren waren. Christus stierf om leven te geven aan een doden wereld, een wereld die al dood was! Joh. 6:33, 51, zoals er geschreven staat:
“Ik ben gekomen opdat zij leven hebben en overvloed” – Joh. 10:10
O, hoe beperkt zijn onze gedachten van Gods wegen! Inderdaad, Zijn gedachten zijn niet onze gedachten en ook zijn Zijn wegen onze wegen! Jes. 55: 8:13. De hoogste opvatting die vele christenen hebben van de verzoening is die van een arbeid waardoor ze gered moeten worden van de straf op de zonde – een eindeloze hel; terwijl de waarheid luidt: het is Gods bedoeling om uit deze wereld van door boze geesten bezeten zondaren een wereld van godvruchtige heiligen te maken om de mensheid vanuit deze doodsstaat tot leven en onsterfelijkheid te verheffen.
“Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten” – Jes. 55:9
“Oh diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen!” – Rom. 11:33
Uit God
Vanuit dit standpunt zien we ook in, dat het hele werk van de verzoening totaal en volkomen uit God was. Als de mens verloren is, kan hij de weg niet vinden; als de mens dood is, kan hij zichzelf geen leven geven, of zichzelf ook maar in de geringste mate helpen. Wij zijn Gods maaksel (Efe. 2:10). Laat het opgemerkt worden dat het in verband met het werk van de verzoening is dat Paulus de uitspraak doet, dat alle dingen uit God zijn:
“En dit alles is uit God, die door Christus ons met Zich verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft, welke immers hierin bestaat, dat God christus de wereld met zichzelf verzoenende was, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen en dat Hij ons het woord der verzoening heeft toevertrouwd. Wij zijn dus gezanten van christus, alsof God door onze mond u vermaande; in naam van christus vragen wij u: laat u met God verzoenen. Hem die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem (2 Kor. 5:18-21).”
Het mag opgemerkt worden dat het voltooide, volbrachte werk der verzoening de basis vormt voor de nodiging van de zondaar om zich met God te laten verzoenen. In de gangbare theologie van vandaag wordt het precies andersom gezegd. Predikanten manen zondaren tot bekering en gehoorzaamheid opdat het werk der verzoening volbracht mag worden. Paulus leert ons om de onbekeerlijke zondaar te vertellen dat het werk van de verzoening al is verricht! Laat u dus met God verzoenen. Wat God betreft, is het werk al helemaal af, onderwerpt u zich dan nu aan God opdat u deze grote waarheid in de praktijk mag kennen en haar mag genieten als een grote troost voor uw hart (2 Kor. 1:3-7). Een predikant moet de zondaar niet oproepen om zich tot God te bekeren opdat hij verlost mag worden, maar hij mag hem eerst volkomen verlossing verkondigen en dat de grondslag en de reden maken waarom hij zich tot God moet bekeren. Zo spreekt God via Zijn profeet ook tot Zijn oude volk:
“Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk; keer terug tot Mij, want ik heb u verlost. Jubel, hemelen, want de Here heeft het gedaan; juich, diepten der aarde, breek uit in gejubel, bergen, jij woud met alle bomen erin, want de Here heeft Jacob verlost en Hij verheerlijkt zichzelf in Israël” – (Jes. 44:22-23)
Hoe heerlijk is de verkondiging van de grote blijdschap die alle volken zijn zal (Luk. 2:10). Maar helaas, hoe verminken we die en misvormen we die en maken er een rouwaankondiging van grote smart voor velen van, die verloren, dood en krachteloos (Rom. 5:6) falen om aan de voorwaarden te voldoen, die de kerk en niet het Woord tot vereisten voor de verlossing heeft gemaakt. Zo sluit thans, net als vroeger, Gods volk-in-naam “het koninkrijk der hemelen voor de mensen toe” (Mat. 23:13). Zij verwisselen oorzaak en gevolg en gevolg en oorzaak; ze maken van de grondslag voor de bekering van de mens het doel van die bekering en maken zo de totstandkoming van Gods werk afhankelijk van de arme, zwakke mens, en schilderen het verbond der belofte niet beter af dan het verbond der wet.
“Wee hen die het kwaad goed noemen en het goede kwaad; die duisternis voorstellen als licht en licht als duisternis; die bitter doen doorgaan voor zoet en zoet voor bitter. Wee hen die zichzelf wijs zijn.” – Jes. 5:20-21
Er bestaat een oneindig verschil tussen Gods “ik heb het gedaan” en – “ik zal het doen mits jullie eerst dit en dat doen.” Met betrekking tot het laatste vers van de aangehaalde passage wil ik nu alleen maar opmerken dat christus die geen zonde gekend heeft tot zonde werd gemaakt: 2 Kor. 5:21. Door volledig deel te hebben aan de gevallen natuur van de mens (Heb. 1:14-18) en dat wij gerechtigheid Gods worden in Hem door in christus even volledig deel te krijgen aan de goddelijke natuur. – 2 Petrus 1:4.
*
Aanbidding
De mens aanbidt in zijn religie altijd de bijbehorende god. In het Oude testament gaf YHWH aan israel een compleet systeem van aanbidding via Mozes. Later zien we met David dat er wat tools worden toegevoegd samen met muziek, zang en instrumenten, in de tent die hij opgericht had om de Ark van het Verbond erin onder te brengen. In de Psalmen zien we aanbidding via zang en poëzie wat over een toekomstige dag gaat waarover Jezus ook al sprak in Johannes 4:20-24. Met als klapstuk de woorden van de Psalmist die zegt “Laat alles wat ademt, de Here prijzen.” (Ps. 150:6). Dit kan erop duiden dat niet alleen mens en dieren maar de hele schepping de Here prijst. Dus hoe prijzen dieren, bergen, bloemen, bomen en storm en sneeuw de Here? Vers 8 van Psalm 148 geeft ons het antwoord: Vuur en hagel, sneeuw en regen, en storm vervullen zijn woorden. Het zijn de laatste 3 woorden die ons leren hoe de schepping god aanbidt en prijst: namelijk door zijn woord te vervullen. Woord is Logos (gedachte, idee, woord, boodschap) en het werkwoord is voortdurend uitvoeren. In Psalm 148 gaat het ook over mensen die god prijzen. En dus zal de rest van de schepping hetzelfde doen, namelijk gods woord doen. Jezus verwijst naar aanbidding door het woord liefde te gebruiken. In Joh. 14:15 en 23 zegt hij, “als je van me blijft houden, dan zul je mijn geboden houden.” Dus als iemand voortdurend van mij blijft houden, dan zal hij mijn woord houden. Is dit niet een echo van Psalm 148:8? Wat zei Jezus hierover? Eigenlijk zei hij hier niet veel over. Zelfs toen satan hem om aanbidding vroeg, citeerde Jezus Deuteronomium “je zult alleen YHWH aanbidden, uw god en alleen Hem DIENEN.” Jezus gebruikte dit woord alleen in deze situatie (Mat. 4, Luc. 4) die vooraf ging aan het begin van zijn bediening, met 1 uitzondering. In Johannes 4 als Hij met de Samaritaanse vrouw kletst. Zij geeft richting aan het gesprek en zegt: vers 20-23…
Onze °vaders aanbaden* op deze °berg en jullie zeggen dat in Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden.”
Jezus zei tot haar: “Geloof Mij, vrouw, dat het uur komt wanneer noch op deze °berg, noch in Jeruzalem, jullie de Vader zullen aanbidden. Maar het uur komt, en is nu, wanneer de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want ook de Vader zoekt die Hem zo aanbidden. Deze berg was waar de Samaritanen hun eigen tabernakel hadden opgesteld. En waar ze hun eigen versie hadden van de boeken van de Wet en waar ze offers brachten aan afgoden. Door ook Jeruzalem te noemen, verwees Jezus naar een systeem van offers en aanbidding dat hier plaatsvond. Dus verwierp hij in 1 vers beide systemen van aanbidding die voorbij zouden gaan op het uur dat hij in vers 23 noemde.
vers 22, Jullie aanbidden wat jullie niet waargenomen hebben. Wij aanbidden wat wij waargenomen hebben, dat de redding uit de Joden is.
vers 23, Maar het uur komt, en is nu, wanneer de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want ook de Vader zoekt die Hem zo aanbidden.
Zijn deze woorden een echo van Psalm 148? Gaat het over ons leven in eenheid met Hem die de waarheid is, het leven en de weg tot het leven? Spreekt onze adem/geest van iets dat diep in ons zit? Spreekt de waarheid van christus? Dan neem ik aan dat onze echte aanbidding van hem niets te maken heeft met uiterlijke rituelen maar met het leven in christus door zijn wil te doen. Dit kan alleen worden gedaan door christus in ons, die door zijn geest ons in staat stelt om Hem te dienen. De meeste vormen van aanbidding die we zien, komen rechtstreeks uit het Oude testament. We zijn net als Israël dat een gouden kalf maakt. Wij hebben onze muziek, gezangen, kaarsen en onze leugens voor de Here. We spreken zogenaamd in tongen, doen gek en dansen wat rond om Hem te behagen. Maar vroeg Jezus ons om deze dingen voor Hem te doen? Wellicht zijn uiterlijke vormen van aanbidding niet per sé verkeerd. Maar ze hebben niks te maken met echte aanbidding van hem. Op zijn best zijn onze vormen van aanbidding Oud Testamentisch gerelateerd. We kijken meer naar de activiteit dan naar de geest en waarheid. Sterker nog, we voelen ons er heel goed bij als we thuis komen van een samenkomst waarin we veel gedanst en gezongen hebben.
Aanbidding in Oud Testamentische stijl houdt de kloof tussen mens en god in stand. Juist de kloof die Jezus met zoveel moeite had gedicht. Wij zijn het lichaam van christus. Dat is eenheid. Christus houdt van ons zoals een man van zijn vrouw houdt. Het concept van aanbidding in het oude Testament was het concept dat alle religies hadden. In christus is dat oude concept verdwenen en zie, alles is nieuw geworden. We zien dit in het plaatje dat Paulus ons geeft. We zitten naast christus tussen de hemelingen, NU al. Wat god samen heeft gevoegd, kan een mens niet meer scheiden. Dan de aanbidding in het boek Openbaring. Dit staat vol met symbolen en figuren. Maar als Johannes een Lam ziet, is het dan zo´n beest met 4 poten of is het christus? De wezens om hem heen roepen steeds weer “heilig, heilig” en de 24 ouderlingen op de tronen die neervallen in aanbidding, en hun kronen weg gooien, zeggen ook: U bent waardig, oh Heer.” Zij zijn figuren van het lichaam van christus. In ons handelen en met de dingen die we zeggen, zullen we christus altijd verhogen in ons leven. Ons wezen en ons bestaan doen dit, niet onze zogenaamde religieuze activiteiten. We doen dit in geest en waarheid. De troon van Openbaring 4 is dezelfde troon waar wij volgens Paulus NU ook al op zitten. We mogen best mooie liederen zingen voor Christus of gedichten schrijven maar laten we dit niet met een Oud Testamentische houding doen maar het gewoon uit een soort liefde doen voor onze Vader in de hemel. In het Nieuwe Testament is ook sprake van lofprijzingen voor god maar er is geen sprake van het uitvoeren van handelingen van aanbidding die een scheiding zullen aanbrengen in wat god heeft samengevoegd.
*
De ontkenningen van Petrus
Dat Petrus Jezus zou ontkennen was voorspeld in 3 verschillende profetieën die bij 3 verschillende gelegenheden werden uitgesproken.
1. Allereerst in de bovenzaal zoals in Joh. 13:38 staat. Feiten, dag en aantal ontkenningen kloppen precies. Een haan zal niet kraaien tot je mij ontkend hebt.
2. De 2de was in de bovenzaal, Lucas 22:34. Het was na de tweedracht en direct voordat iedereen de zaal verliet. Ook hier werd de ontkenning uitgesproken.
3. de derde keer was toen Jezus de stad had verlaten en direct voordat hij de Tuin van Gethsemané binnenkwam. Het staat in Marcus 14:30 en was specifiek in elk detail: “En Jezus zei tot hem: “Amen! Ik zeg tot jou dat jij, vandaag, deze °nacht, voordat de haan twee maal kraait*, Mij drie maal zult ontkennen.”
Deze laatste profetie voorziet in de sleutel voor het hele probleem:
a. dat een haan 2 keer zou kraaien
b. dat Petrus 3 keer zou ontkennen.
Voor elk van de beide keren dat de haan kraaide zou Petrus Jezus 3 keer ontkennen. Dit wordt bevestigd door de herhaling in de vervulling. Marcus 14:72. Dus zijn er 6 ontkenningen in totaal; 3 voor elk gekraai. Let op dat nergens een lidwoord wordt gebruikt voor de haan. Steeds gaat het om EEN haan die kraait.
II. In overeenstemming met deze feiten, hebben we het opmerkelijke feit dat Mattheus, Lucas en johannes ieder 3 ontkenningen optekenen en één afsluitend hanen gekraai. Marcus noteert ook 3 ontkenningen maar noemt de 2 hanengekraaien. In de 4 evangeliën worden niet minder dan 12 ontkenningen genoemd. Welke zijn dubbel en welke zijn de 6 uit de 3de profetie van Jezus in Marcus 14:30?
III. Als we elke keer naar de tijd kijken in elk evangelie, zijn de plaats en de personen die zich tot Petrus richten, past het allemaal precies in elkaar.
i. De eerste serie van 3
1. De eerste ontkenning, Joh. 18:17. Plaats: buiten de deur. Tijdstip: binnenkomst. De vrager: de deurwachter, een meisje.
2. tweede ontkenning, Mat. 26:70. Plaats: de hal. Tijd: zittend. Vrager: een zekere meid. Lucas 22:56-58 combineert dezelfde plaats en tijd met dezelfde meid en nog een andere.
3. Derde ontkenning, Mat. 26:71. Plaats: in de poort; tijd, een interval van een uur. Johannes 18:25, 26 combineert dezelfde plaats en tijd met een andere meid en met andere omstanders. Eén van hen is een kennis van Malchus.
Hanengekraai
(Marcus 14: 68. Johannes 18:27)
ii. De 2de serie van 3.
1. De eerste ontkenning, Marcus 14:63. plaats; beneden in de hal. Tijd: direct na afloop. Vrager: opnieuw de meid.
2. Tweede ontkenning, Matt. 26:73 (Marcus 14:70). Plaats: de poort (pulon). Tijd: spoedig daarna. Vragers: de omstanders.
3. de 3de ontkenning (Lucas 22:59, 60). Plaats: middenin de hal (aule; v. 55). Tijd: een uur later. (v. 59). Vrager: een zeker iemand.
Een haan kraaide
(Matt. 26:74. Marcus 14:72. Lucas 22:61)
IV. We hebben zodoende een beschrijving gecombineerd waarin geen moeilijkheid meer overblijft en elk woord overeind blijft staan.
*
Eeuwig en aion
I. In het Oude Testament staan veel woorden die vertaald zijn met eeuwig. Maar de grondvorm is:
A. olam. Dit Hebreeuwse woord komt van alam dat verbergen betekent, dan wel de verborgen tijd of de verborgen eeuw. Net als het griekse woord aion. Olam en aion zijn dezelfde woorden en duiden op een horizon. In Ezra 4 en Daniël 7 wordt de Chaldeese vorm alam gebruikt. Er zijn 448 passages waarin dit woord voorkomt.
i. In dubbele vorm, van olam tot olam op 11 plaatsen. Op veel plaatsen is het ten onrechte vertaald met van eeuwig tot eeuwig, zoals in 1 Kron. 16:36; 29:10. Neh. 9:5. Jer. 7:7; 25:5. Dan. 2:20; 7:18. Er moet staan: van aion tot aion.
2. “van eeuwig durend tot eeuwig durend” in Ps. 41:13; 90:2; 103:17; 106:48. Ook hier moet staan van aion tot in de aion. Of van olam tot in de olam.
ii. Olam meervoud
1. “voor eeuwig” in 1Kon. 8:13. 2Kron. 6:2. Ps. 61:4; 77:7. Ook hier moet staan aionen of olami in plaats van eeuwigheden, een woord dat sowieso niet bestaat.
2. “eeuwigdurend” in Ps. 145:13; Jes. 26:4; 45:17. Dan. 9:24. Ook hier moet staan: aionen/olami.
3. “van oude tijden” in Ps. 77:5. Pred. 1:10. Moet staan: de jaren van de aionen.
4. Jes. 51:9. Moet staan: generaties van de aionen/olami.
iii. Op veel plaatsen is het ten onrechte vertaald met eeuwig. Er zou olami/aionen moeten staan:
Gen. 3:22; 13:15. Ex. 3:15; 12:14, 17, 24; 14:13; 19:9; 21:6; 27:21; 28:43; 29:28; 30:21; 31:17; 32:13. Lev. 6:18, 22; 7:34, 336; 10:9, 15; 16:29, 31; 17:7; 23:14, 21, 31, 41; 24:3; 25:46. Num. 10:8; 15:15; 18:8, 11, 19, 23; 19:10. Deut. 5:29; 12:28; 13:16; 15:17; 23:3, 6; 28:46; 29:29; 32:40. Joz. 4:7; 8:28; 14:9. 1Sam. 1:22; 2:30; 3:13, 14; 13:13; 20:15, 23, 42; 27:12. 2Sam. 3:28; 7:13, 15, 18, 24, 25, 26, 29. 1Kon. 1:31; 2:53, 45; 9:3, 5; 10:9. 2Kon. 5:27; 21:7. 1Kron. 15:2; 16:34, 41; 17:12, 14, 22, 24, 27; 22:10; 23:13, 25; 28:4, 7, 8; 29:18 2Kron. 2:4; 5:13; 7:3, 6, 16; 9:8; 13:5; 20:7, 21; 30:8; 33:4, 7. Ezra 3:11; 9:12. Neh. 2:3; 13:1. Job 41:4. Ps. 9:7; 12:7; 28:9; 29:10; 30:12; 33:11; 37:18, 28; 41:12; 44:8; 45:2; 48:8; 49:8, 11; 52:9; 61:7; 66:7; 72:17, 19; 73:26; 75:9; 78:69; 79:13; 81:15; 85:5; 89:1, 2, 4, 36, 37; 102:12; 103:9; 104:31; 105:8; 106:1; 107:1; 110:4; 111:9; 112:6; 117:2; 118:1, 2, 3, 4, 29; 119:89, 111, 152, 160; 125:1, 2; 131:3; 135:13; 136:1-26; 138:8; 146:6, 10. Spr. 27:24. Pred. 1:4; 2:16; 3:14; 9:6. Jes. 9:7; 32:14, 17; 34:10, 17; 40:8; 47:7; 51:6, 8; 57:16; 59:21; 60:21. Jer. 3:5, 12; 17:4, 25; 31:40; 33:11; 35:6; 49:33; 51:26, 62. Lam. 3:31; 5:19. Ezek. 37:25; 43:7, 9. Dan. 2:4, 44; 3:9; 4:34; 5:10; 6:6, 21, 26; 7:18; 12:7. Hos. 2:19. Joel 3:20. Obad. 10. Jona 2:6. Mic. 2:9; 4:7. Zech. 1:5. Mal. 1:4.
iv. Met het voorzetsel ‘ad’ is het vertaald met:
1. “voor eeuwig en eeuwig” in Ex. 15:18. Ps. 9:5; 10:16; 21:4; 45:6, 17; 48:14; 52:8; 111:8; 119:44; 145:1, 2, 21; 148:6. Jes. 30:8. Dan. 12:3. Mic. 4:5. Moet zijn: voor de olam/aion.
2. “Voor eeuwig” in Ps. 104:5. Moet zijn: voor olam/voor de aion.
3. “wereld zonder einde” in Jes. 45:-17. moet zijn: redding van de olami/aionen.
v. In negatieve zin is het vaak vertaald met nooit in Rechters 2:1. 2Sam. 12:10. Ps. 15:5; 30:6; 31:1; 55:22; 71:1; 119:93. Spr. 10:30. Jes. 14:20; 25:2; 63:19. Ezek. 26:21. Dan. 2:44. Joel 2:26, 27.
vi. Ook foutief vertaald met eeuwig in Gen. 9:16; 17:7, 8, 13, 19; 21:33; 48:4; 49:26. Ex. 40:15. Lev. 16:34; 24:8. Num. 25:13. Deut. 33:27. 2Sam. 23:5. 1Kron. 16:17. Ps. 24:7, 9; 93:2; 100:5; 105:10; 112:6; 119:142, 144; 139:24. Spr. 8:23; 10:25. Jes. 24:5; 33:14; 35:10; 40:28; 51:11; 54:8; 55:3, 13; 56:5; 60:19, 20; 61:7, 8; 63:12, 16. Jer. 10:10; 20:11; 23:40; 31:3; 32:40. Ezek. 16:60; 37:26. Dan. 4:3, 34; 7:14, 27; 12:2. Mic. 5:2. Hab. 3:6.
vii. Foutief vertaald met eeuwigdurend in Gen. 9:12. Ex. 29:9; 31:16. Lev. 3:17; 24:9; 25:34. Num. 19:21. Ps. 78:66. Jer. 5:22; 18:16; 23:40; 25:9, 12; 49:13; 50:5; 51:39, 57. Ezek. 35:5, 9; 46:14. Hab. 3:6. Sef. 2:9.
viii. Foutief vertaald met voor altijd in 2Sam. 22:51. 1Kron. 17:14. Ps. 18:50; 37:27; 86:12; 89:28, 52; 92:8; 106:13; 113:2; 115:18; 121:8; 133:3. Ezek. 37:26, 28.
ix. Foutief vertaald met Rendered “van oude tijden” in Gen. 6:4. Deut. 32:7. 1Sam. 27:8. Ps. 25:6; 119:52. Jes. 46:9; 57:11; 63:9, 11. Jer. 28:8. Lam. 3:6. Ezek. 26:20. Amos 9:11. Mic. 7:14. Mal. 3:4. Moet zijn: olam/aion.
x. Foutief vertaald met “Oud” in Ezra 4:15, 19. Job 22:15. Spr. 22:28; 23:10. Jes. 44:7; 58:12; 61:4. Jer. 5:15; 6:16; 18:15. Ezek. 25:15; 36:2. Moet zijn: olam/aion.
xi. Foutief vertaald met: “in de oude tijden” in Joz. 24:2. Jer. 2:20. Ezek. 26:20. Moet zijn olam/aion.
xii. Foutief vertaald met: altijd in Gen. 6:3. 1Kron. 16:15. Job 7:16. Ps. 119:112. Jer. 20:17. Moet zijn olam/aion.
xiii. Foutief vertaald met altijd in Ps. 5:11; 111:5; 119:98. Joel 2:2. Moet zijn: olam/aion.
xiv. Foutief vertaald met heel veel in Ezek. 27:36; 28:19; “lang” in Ps. 143:3. Pred. 12:5; “wereld” in Ps. 73:12. Pred. 3:11; “voortdurend in Isa. 64:5; “eeuwig” in Jes. 60:15; “durend” in Deut. 33:15; “lange tijd” in Jes. 42:14; “op elk moment” in Lev. 25:32; en sinds de grondlegging van de wereld in Jes. 64:4. Moet zijn: sinds de olam/aion.
B. ‘ad van het werkwoord ‘adah (voorbij gaan), wordt als zelfstandig naamwoord gebruikt voor verleden en toekomende tijd. Het is ook een voorzetsel of een voegwoord met de betekenis van `totdat`. Het zelfstandig naamwoord komt 49 keer voor; 19 vertalingen zijn hierboven al gegeven. De resterende 30 zijn vertaald met:
i. “voor eeuwig” in Num. 24:20, 24. 1 Kron. 28:9. Job 19:24. Ps. 9:18; 19:9; 21:6; 22:26; 37:29; 61:8; 83:17; 89:29; 92:7; 111:3, 10; 112:3, 9; 132:14. Spr. 12:19; 29:14. Jes. 26:4; 64:9; 65:18. Mic. 7:18.
ii. “eeuwigdurend” in Jes. 9:6. Hab. 3:6.
iii. “eeuwigheid” in Jes. 57:15; “verblijven” in Ps. 132:12; “van eerder” in Job 20:4; en “blijvend” in Amos 1:11.
Andere woorden zijn: –
C. nezach, dat volheid betekent of uitmuntendheid, en staat in 55 Psalmen voor Hoofd/hoogste in Hoofd muzikant. Het is als volgt vertaald:
i. “voor eeuwig” in 2Sam. 2:26. Job 4:20; 14:20; 20:7; 23:7; 36:7. Ps. 13:1; 44:23; 49:9; 52:5; 68:16; 74:1, 10, 19; 77:8; 79:5; 89:46. Jer. 50:39. Lam. 5:20. Amos 1:11.
ii. “nooit” in Ps. 10:11; 49:19. Jes. 13:20. Amos 8:7. Hab. 1:4.
iii. altijd in Ps. 9:18; 103:9. Jes. 57:16.
iv. “blijvende” in Ps. 9:6; 74:3. Jer. 15:18.
v. “ooit” in Jes. 28:28; 33:20; “kracht” in 1Sam. 15:29. Lam. 3:18; “het einde” in Job 34:36. Jer. 3:5; “overwinning” in 1Kron. 29:11. Jes. 25:8. “Blijvend” in Ps. 16:11; “blijvende” in Prov. 21:28 en voor de aion/olam in Isa. 34:10. In dit laatste vers is het dubbel, de voltooiing van de voltooiing. Lenezach nezahim.
D. kedem, van het werkwoord kadam (2Sam. 22:6), betekent dat wat voor tijd en plaats is, vaak vertaald met het Oosten zoals in Gen. 3:24. Het wordt altijd gebruikt voor het verleden en in Spr. 8:23 vertaald met eeuwig waar aion/olam moet staan. Hetzelfde geldt voor Deut. 33:27; Hab. 1:12; Deut. 33:15. 2Kon. 19:25. Neh. 12:46. Ps. 44:1; 55:19; 68:33; 74:2,12; 77:5,11; 78:2; 119:152; 143:5. Jes. 19:11; 23:7; 37:26; 45:21; 46:10; 51:9. Jer. 46:26. Lam. 1:7; 2:17; 5:12. Mic. 5:2; 7:20; en in Job 29:2. In al deze verzen worden andere woorden gebruikt dan wat er moet staan: olam of aion.
E. zmithuth, van zamath (snijden), Het staat in Lev. 25:23, 30, en wordt vertaald met altijd.
F. tamid = altijd en vertaald met: voortdurend in Lev. 6:13. Ps. 25:15; 51:3; Ps. 105:4, en met nooit in Isa. 62:6. Dit moet niet zijn.
G. dor = generatie, is vertaald met nooit in Ps. 10:6. Dit moet niet zijn. Het is in Psalm 77:8 vertaald met eeuwig. Dit moet zijn: van generatie tot generatie.
H. yom = dag, staat bijna 2,500 keer in de bijbel. De uitdrukking orek yamin, lengte van dagen is vertaald met eeuwig in Ps. 23:6; 93:5. Moet zijn: in de lengte van dagen. Kal yamin of kal hayyamin dat alle dagen betekent is foutief vertaald met eeuwig in Gen. 43:9; 44:32. Er moet staan: alle dagen. Zie ook Deut. 4:40; 18:5. Joz. 4:24. 1Sam. 2:32, 35; 28:2. 1Kon. 11:39; 12:7. 2Kron. 10:7; 21:7. Jer. 31:36; 32:39; 35:19; “eeuwig” in Deut. 19:9. 1Kon. 5:1. Ps. 37:26; en eeuwigdurend in Deut. 28:29. 2Kon. 17:37. Moet zijn: alle dagen.
II. In het N.T. is het woord eeuwig vaak een foutieve vertaling van aion. Varianten van aion zijn aionios, aidios, akatalutos, en aperantos; d bijwoorden aei en pantote, en de bijwoordelijke frase eis to dienekes.
A. aion, betekent tijdperk en staat 128 keer in 105 passages, in 23 waarbij het woord in dubbele vorm voorkomt. In de simpele vorm komt het 37 keer voor en met voorzetsels 68 keer.
i. In zijn primaire vorm is het vertaald met:
1. “eeuw”. Eph. 2:7 (mv.). Col. 1:26 (mv). moet aion zijn.
2. “wereld”. Eph. 2:2. moet aion zijn.
3. “wereld”. Matt. 12:32; 13:22, 39, 40, 49; 24:3; 28:20. Mar. 4:19; 10:30. Lucas 16:8; 18:30; 20:34, 35. Rom. 12:2. 1Kor. 1:20; 2:6, 7, 8; 3:18; 10:11. 2Kor. 4:4. Gal. 1:4. Efe. 1:21; 6:12. 1Tim. 6:17. 2Tim. 4:10. Tit. 2:12. Heb. 1:2; 6:5; 9:26; 11:3. moet aion zijn.
4. “eeuwenoud”. Eph. 3:11. 1Tim. 1:17. Moet zijn: aionen.
ii. Met voorzetsels:–
1. ap’aionos, van een eeuw, is foutief vertaald met van oudsher in Lucas 1:70 en Hand. 3:21, 15:18. Moet zijn: sinds de aion.
2. apo ton aionon [van de aionen], foutief vertaald met van alle eeuwen in Efe. 3:9. Moet zijn: verborgen in de aionen.
3. ek tou ainos [vanuit de eeuw], foutief vertaald met “nooit” in Joh. 9:32. Moet zijn: vanuit de aion.
4. eis ton ainona [foutief vertaald met voor eeuwig in Mat. 21:19. Mar. 11:14. Lucas 1:55. Joh. 6:51, 58; 8:35; 12:34; 14:16. 2Kor. 9:9. Heb. 5:6; 6:20; 7:17, 21. 1Pet. 1:23, 25. 2Pet. 2:17. 1Joh. 2:17. 2Joh. 2. Judas 13. Moet zijn: in de aion.
b. nooit in Mar 3:29. Joh. 4:14; 8:51, 52; 10:28; 11:26; 13:8. Moet aion zijn.
c. “eeuwig” in Heb. 7:24. moet aion zijn.
d. “voor eeuwig” in Heb. 7:28. idem.
e. “nooit of te nimmer” in 1Kor. 8:13. Moet zijn: in de aion.
5. eis hemeran aionos; foutief vertaald met voor eeuwig in 2Pet. 3:18.
6. eis ton aiona tou aionos, foutief vertaald met voor eeuwig en eeuwig in Heb. 1:8.
7. eis tous aionas [foutief vertaald met: a. “voor eeuwig” in Matt. 6:13. Lucas 1:33. Rom. 1:25; 9:5; 11:36; 16:27. Heb. 13:8.
b. “voor altijd” in 2Kor. 11:31.
8. eis pantas tous aionas [vertaald met met eeuwig in Judas 25.
9. eis tous aionas ton aionon foutief vertaald met voor eeuwig en altijd in Gal. 1:5. Fil. 4:29. 1Tim. 1:17. 2Tim. 4:18. Heb. 13:21. 1Pet. 4:11; 5:11. Ope. 1:6; 4:9, 10; 5:13, 14; 7:12; 10:6; 11:15; 14:11; 15:7; 19:3; 20:10; 22:5. Moet zijn: in de aionen van de aionen.
b. “tot in de eeuwigheid” in Ope. 1:18. Moet zijn: voor de aionen van de aionen.
10. eis pasas tas geneas tou aionos ton aionon foutief vertaald met “tot in alle eeuwigheid” Efe. 3:21. Moet zijn: van de aion van de aionen.
B. aionios, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord, staat 71 keer in het Nieuwe testament maar is steeds verkeerd vertaald met eeuwig:
i. in Matt. 19:16; 25:46. Mar. 3:29; 10:17, 30. Luc. 10:25; 18:18. Joh. 3:15; 4:36; 5:39; 6:54, 68; 10:28; 12:25; 17:2, 3. Hand. 13:48. Rom. 2:7; 5:21; 6:23. 2 Kor. 4:17, 18; 5:1. 1 Tim. 6:12, 19. 2 Tim. 2:10. Tit. 1:2; 3:7. Heb. 5:9; 6:2; 9:12, 14, 15. 1 Pet. 5:10. 1 Joh. 1:2; 2:25; 3:15; 5:11, 13, 20. Judas 7:21.
ii. “eeuwig durend” in Matt. 18:8; 19:29; 25:41, 46. Luc. 16:9; 18:30. Joh. 3:16, 36; 4:14; 5:24; 6:27, 40, 47; 12:50. Hand. 13:46. Rom. 6:22; 16:26. Gal. 6:8. 2 Thess. 1:9; 2:16. 1 Tim. 1:16; 6:16. Heb. 13:20. 2 Pet. 1:11. Ope. 14:6.
iii. “voor eeuwig” in Filemon 15.
iv. “Voor de grondlegging van de wereld”, in de frasen chronois, aioniois, pro chronon aionion, verkeerd vertaald met voor de tijden der eeuwigheid, in Rom. 16:25. 2 Tim. 1:9. Tit. 1:2.
C. aidios, komt van a niet en idein zien, = het ongeziene of verborgene, komt 2 keer voor en is verkeerd vertaald met:
i. “eeuwig” in Rom. 1:20.
ii. “eeuwig durend” in Judas 6.
D. akatalutos (onontbindbaar) staat 1 keer in het Nieuwe testament en is verkeerd vertaald met Heb. 7:16.
E. aperantos (oneindig, eindeloos) staat 1 keer in het NT en is verkeerd vertaald met eeuwig in 1Tim. 1:4. Moet staan: oneindig.
F. aei (altijd) staat 8 keer in het NT en is verkeerd vertaald met:
i. “ooit” in Marcus 15:8. moet zijn, altijd.
ii. “altijd” in Hand. 7:51. 2Kor. 4:11; 6:10. Tit. 1:12. Heb. 3:10. 1Pet. 3:15. 2Pet. 1:12.
G. pantote (altijd) staat 42 keer in het Nieuwe testament en is vertaald met:
i. “altijd” in Matt. 26:11. Mar. 14:7. Luc. 18:1. Joh. 7:6; 8:29; 11:42; 12:8; 18:20. Rom. 1:9. 1Kor 1:4; 15:58. 2Kor. 2:14; 4:10; 5:6; 9:8. Gal. 4:18. Efe.. 5:20. Fil. 1:4, 20; 2:12; 4:4. Kol. 1:3; 4:6, 12. 1Thess. 1:2; 2:16; 3:6. 2Thess. 1:3, 11; 2:13. Filemon 4.
ii. “ooit” in Lucas 15:31. Joh. 18:20. 1Thess. 4:17; 5:15. 2Tim. 3:7. Heb. 7:25. Moet staan: altijd.
iii. “voor altijd” in Joh. 6:34. 1Thess. 5:16. Moet zijn: altijd.
H. eis to dienekes staat 4 keer in het Nieuwe Testament en betekent, tot een einde. Is niet altijd correct vertaald in Heb. 7:3; 10:1; 10:12, 14.
*
Adam = mens/aarde
Set = Is geplaatst in
Enos = sterfelijkheid
Kenan = jammerklacht
Mahalalel = de geprezen God
Jered = zal doen afdalen
Henoch = de gewijde
Metusalach = als hij sterft, zal gezonden worden
Lamech = naar nederig
Noach = rust
De mens is geplaatst in sterfelijkheid en jammerklacht, maar de geprezen god zal doen afdalen de gezalfde; als Hij sterft zal naar nederigen rust gezonden worden.
*
Wat Paulus schrijft in Efeze 1:17-23 is ongeëvenaard. Paulus wil dat de gemeente van Efeze door heeft dat de god van Jezus Christus de bron van alles is. Dat benadrukt hij met de woorden: “in de kennis van Hem; de hoop van Zijn roeping; de glorie van Zijn erfenis; de grootheid van Zijn macht; in christus, toen Hij Hem opwekte uit de dood; gaf Hem alle dingen onder Zijn voeten; liet Hem, zijn zoon, het hoofd zijn; de volheid van Hem.” Dat soort woorden. Hoe verleidelijk is het om naar de openbaring en wijsheid te zoeken maar niet in de kennis van Hem. Als de dingen van God gescheiden raken in onze focus, van de Here zelf, dan hebben we echte betekenis van de Logos uit het oog verloren. Als God ons simpelweg de levenslessen had willen leren, dan had Hij dit aan de hele mensheid kunnen doen, met een luide stem vanuit de hemel, zodat iedereen Hem kon horen. Maar nee, Hij spreekt tot ons “in een Zoon.”
*
Ononderdrukt verdriet
Verdriet moet je de vrije loop laten om het zichzelf helemaal uit te laten spelen. We kunnen dit verdriet een tijd onderdrukken, maar uiteindelijk komt het toch bovendrijven. Het gaat niet alleen om het verlies van iemand die overleden is maar bijvoorbeeld ook over een gebroken vriendschap of relatie. Zulke ervaringen zijn op micro schaal de tegenhangers van de schepping die op macro schaal ondergeschikt is gemaakt aan futiliteit. We moeten allen delen in dergelijke universele barensweeën die in al hun volheid moeten worden ervaren als met de volheid van God gevuld worden. Het voert allemaal terug op de tuin van Eden. God zag dat de schepping goed was. Maar in de schaduw van dat goede, bestond alvast het kwaad dat in de schepping gebracht was om het goede te dienen, teneinde de schepping te vervullen met de kennis van de glorie van God.
Die tegenhanger, die vervreemding was er vanaf het begin van de schepping. Dit was de dood en deze was aanwezig in de vorm van verval en corruptie en sterfelijkheid. Omdat alles aangetast werd door dit kwaad, was alles ook ontvankelijk voor het kwaad. Voor de dood die door gegeven werd van mens op mens, moest er een staat van sterfelijkheid bestaan. Hoe angstaanjagend moet het voor Eva zijn geweest om de betekenis van Gods opdracht aan te horen; namelijk om de aarde te “veroveren.” Blijkbaar was er een indringer in de goede schepping van God. En wat, als “we” – Eva zouden falen als veroveraars van de aarde? Wat zou er dan van die mooie tuin terechtkomen? In dat moment van overweging over al het mooie dat Eva omringde, dook een donkere wolk op. God had zijn boodschap van genade nog niet in de wereld gebracht. Maar eerst moesten integraal aan deze visie van de wereld te veroveren, het verdriet en lijden hun volheid krijgen om een nieuwe hemel en aarde geboren te laten worden. Eva had waarschijnlijk een voorgevoel van het aanwezige kwaad in de schepping die eerst zo goed was, ook al voordat die ellendige slang eraan te pas kwam. Alleen al om die reden leek het haar geoorloofd om van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad te eten. Ze zou dan een veroveraar zijn zonder zich aan het lijden te storen. Het leven lijden kon simpelweg omzeild worden door even van die Boom te eten. Aldus at ze van deze Boom en ze kreeg wat ze wilde, namelijk de kennis van Goed en Kwaad die God ook had. Maar wel buiten God om, zonder God te kennen. Zonder het lijden te kennen dat gepaard ging met de gemeenschap met god te delen. Maar wat is het antwoord van God op haar misstap? Hij zegt: “wacht, ik maak alle dingen nieuw.”
*
Laatste uren van Jezus
De dag voor Pesach heet de voorbereidingsdag. De 4 evangelièn stellen dat Jezus in het graf was gelegd op deze voorbereidingsdag, op 14 Nisan, direct voor de sabbat op 15 Nisan. (Matt. 27:62. Marcus 15:42. Lucas 23:54. Joh. 19:31, 42). En dus was hij gekruisigd op woensdag 14 Nisan. Zie. Ap. 144, 156, 166. 14 Nisan was de voorbereidingsdag en begon op zonsopgang op onze dinsdag. Het 6de uur van Joh. 19:14 is het 6de uur van de nacht, wat met middernacht overeenkomt. Toen woensdag begon. De 24 uur waren verdeeld in 12 uur ´s nachts, gerekend vanaf zonsondergang en 12 uur overdag, gerekend vanaf zonsopgang. Zie Joh. 11:9. Dus het 6de uur van Johannes 19:14 was onze middernacht. Het 3de uur van Marcus 15:25 was onze 9 uur in de morgen; het 6de uur van Mat. 27:45; Marcus 15:33; Lucas 23:44 was onze middag. En het 9de uur van Mat. 27:45, 46; Marcus 15:33; Lucas 23:44 was onze 3 uur in de middag.
*
Abraham woonde in tenten
Abraham woonde in het beloofde land van Kanaan in tenten. In de grondtekst staan de woorden in tenten voor het werkwoord wonen. De nadruk ligt dus op tenten. Hij kwam uit Ur, een stad en liet nogal wat achter zich, een heel sociaal cultureel leven om in een tent te gaan wonen in de vreemde. In afwachting van de hemelse stad. Abraham en de zijnen waren niet zomaar zwervers of nomaden, nee ze waren pelgrims. Dat is wel iets anders. Ze waren bijwoners en vreemdelingen. Dit is iets anders dan als een pelgrim zomaar kerken in andere steden te bezoeken. Bijwoners zullen nooit echte gemeenschap krijgen met de inwoners van een gebied. Ze hebben hun eigen altaar en hun eigen leven. Lot wandelde niet in geloof maar in aanschouwen. Hij zag alles, zoals de ganse vlakte van de Jordaan die eruit zag als het hof des Heren net zoals satan eruit ziet als een engel van licht. Deze hof van de here was de vlakte en de stad sodom zou verwoest worden. Hij zou later delen in de rampen die over Sodom kwamen maar ook op wonderlijke wijze behouden worden. Zo anders was het met Abraham. Door zijn geloof was hij een bijwoner door niet te vertrouwen op wat hij zag. Abram sloeg zijn tent op aan de eikenbossen van de Mare die bij hebron zijn. En hij bouwde daar een altaar. Ware afzondering is verbonden met ware aanbidding. Je kunt je van de wereld afscheiden zonder tot aanbidding te komen. Maar je kunt niet tot aanbidding komen zonder je van de wereld af te scheiden. Mensen kunnen in het klooster gaan maar dit wil niet zeggen dat ze zich werkelijk afzonderen van de wereld. Abraham verbleef in de tent en verwachtte uit geloof de stad die god hem beloofd had. Welke stad kan dit anders zijn dan die in openbaring 21:10-27?
Deel III
SONICCHRIST
III
Wat is de zonde tegen de heilige geest?
In Marcus 3 zien we ook een voorbeeld parallel aan Mattheus, namelijk als Jezus een doofstomme geneest. De farizeeërs zeiden dat dit wonder van satan kwam om de mensen af te houden van het geloof in Jezus. In Marcus 3:28-30 zegt Jezus weer dat lastering van de heilige geest niet vergeven zal worden. Want de Farizeeërs hadden gezegd dat hij, Jezus een onzuivere geest had. Duidelijk ging het hier om een gecalculeerde aanval van de Farizeeërs tegen Jezus en niet om een impulsieve onhandige opmerking. De Farizeeërs wisten heel goed wie Jezus was. Nicodemus, een leidende Farizeeër had dit zelfs gezegd in Joh. 3:2. Ze voelden zich bedreigd in hun macht door Jezus. Maar deze waarschuwde hen dat ze zich niet alleen verzetten tegen god maar ook tegen de heilige geest ten aanzien van de bediening van god jegens hen. Vader in de hemel is de onzichtbare god. De zoon is de zichtbare manifestatie van god in menselijk vlees. De heilige geest is de activiteit en beweging van god naar de mensen toe. Het woord geest is in het engels spirit en komt van het Latijnse Spirare, wat ademen betekent. Het Griekse woord pneuma en het Hebreeuwse Ruahh schijnen van dezelfde stam te komen. De heilige geest is Gods adem, gods energiekracht waarmee hij zijn doel bereikt. De geest is meer kracht dan macht en wel een gerichte kracht van energie die op personen en dingen gericht wordt. Je kunt de geest ook zien als een invloed die beweging of verandering veroorzaakt. Je kunt kracht in een batterij opslaan maar de geest slaat meer op de kracht die vanuit de batterij stroomt richting iets. De heilige geest is dus een energiekracht. Het is Gods energie die op een mens wordt geprojecteerd. Zo maakte hij ook de aionen enn het heelal. Ten aanzien van dit begint staat er haarscherp dat de geest over de wateren zweefde, Gen. 1:2. Psalm 33:6 zegt duidelijk dat door het woord van de Here de hemelen gemaakt waren. En alles wat erop leefde door zijn adem. Een handwerkman gebruikt zijn handen om een stuk handwerk te bewerken maar god gebruikt zijn geest. Jezus zegt, ik werp geesten uit door de geest van god. Hij gebruikt de geest hier als zijn handen. Lucas maakt het nog bonter en zegt dat hij duivels uit zal werpen met de vinger van God. Geen twijfel mogelijk dat het koninkrijk van god op u is, lucas. 11;20. De heilige geest is werkzaam en de handeling van god is naar ons toe gericht.
Laten we nog eens wat nauwkeuriger naar de woorden van Jezus kijken. Hij zei dat alle lasteringen de mensen vergeven zullen worden. Dus stel dat je de onvergeeflijke zonde gisteren hebt begaan maar je bent vandaag bekeerd tot Jezus. Wat is dan het probleem? Dus was deden de Farizeeërs fout? Ze hadden een houding van een gecalculeerde afwijzing van gods activiteit jegens hen. Stefanus was later voor deze groep gebracht en hij zei hetzelfde als wat Jezus zei, namelijk dat ze stijfkoppig waren en altijd weer de heilige geest tegenwerkten, Hand. 7:51. Profeet na profeet had de komst van de messias aangekondigd en velen hadden zich erop voorbereid en waren zelfs bekeerd tot hem. Maar de farizeeërs niet. Ze haatten hem omdat hij hun werken boos noemde. Ze beraamden plannen om hem uit de weg te ruimen, zochten valse getuigen om hem gevangen te nemen en hem veroordeeld te krijgen. Zijn naam zou onder alle volkeren klinken te beginnen in Jeruzalem en toen de heilige geest in Petrus en Stefanus was en hen ertoe aanzette om Juda te bekeren, waren het weer de farizeeërs die hen tegenwerkten. Ze sloegen Stefanus en vervolgden de kerk. Daarom zei Jezus: het koninkrijk van god zal van u weg genomen worden en aan een volk worden gebracht dat wel vruchten oplevert, Mat. 21:43. Jeruzalem was in de tijd van Jezus de hub van het religieuze denken en het hoofdkwartier van Juda. Elke sabbat werd in de tempel uit de schrift gelezen over de komst van de messias. Ondanks al dit gelees, waren er slechts een paar mensen die het profetische woord geloofden. Tot Jezus kwam. Hij las voor:
En terwijl Hij de stad nadert* en waarneemt*, huilde* Hij over haar, zeggend: “Indien jij maar wist* in deze °dag, ook jij!, de dingen die tot vrede leiden! Maar nu werd het voor jouw ogen verborgen*. Want dagen zullen over jou komen en jouw °vijanden zullen een wal tegen jou opwerpen en zij zullen jou omsingelen en jou van iedere kant verdrukken. En zij zullen jou, en jouw °kinderen in jou, met de grond gelijk maken en zij zullen geen steen op steen laten, omdat jij niet de tijd van jouw °bezoeking wist*.” – Lucas 19:41-44.
Wat erg dat je de tijd niet herkent dat god je bezoekt op het moment dat hij je ook echt bezoekt. De Here kon dan ook niet veel anders dan een beetje tranen laten biggelen over het lot dat de stad te wachten stond. En dat omdat de inwoners de tijd niet herkend hadden. De machtige werken die Jezus begon, zullen worden voltooid door de andere Zonen die in zijn beeld worden geschapen. Dit is het geopenbaarde plan en het doel van God voor zijn generatie aan het einde van de aion. De schepping wacht in verzuchting op de openbaring van de Zonen van God. Laat ons nooit naar deze waarheden luisteren en ze opzij zetten alsof ze onbeduidend zijn. De hemelen zijn in beroering. God beweegt nu met zijn uitverkorenen op zoek naar anderen die zijn beeld zullen aannemen. Allen die Hem aannemen, zullen een nieuwe ervaring ontdekken in hun leven. Dit is de tijd van onze uitnodiging. De zonden die Jezus de zonde tegen de heilige geest noemt, is de zonde van lastering tegen de heilige geest / tegen de goddelijke activiteit en energiekracht van god gericht aan iemand in Zijn dag waarop hij ons bezoekt. Het gaat om iets veel groters dan om zomaar een verkeerd woord te spreken tegen de Vader in de hemel of tegen zijn Zoon op aarde. Grote massa´s lasteren vandaag god en zijn zoon. Maar de Farizeeèrs gingen een paar stappen verder. Zij verzonnen tal van valse aanklachten tegen hem en organiseerden zijn kruisiging door de Romeinen te manipuleren. Maar was dit de onvergeeflijke zonde. Nee, nog steeds niet. Jezus zei, Vader vergeef hen, ze weten niet wat ze doen. De Romeinen die hem kruisigden zullen nooit geoordeeld worden voor het kruisigen van Jezus omdat ze vergeven waren. Het lasteren van de heilige geest gaat dieper dan dit. Het was het weerstaan van de Farizeers van Gods geestelijke kracht en hun afwijzende respons op Gods gratieuze actie waarmee hij middels de heilige geest hun harten beroerde.
*
Abraham versus zekerheid
Ik hoor de laatste tijd te vaak het woord zekerheid vallen. Abraham verliet huis en haard om het onbekende tegemoet te treden samen met god. Hij wist niet wat hem te wachten stond maar durfde het vreemde op te zoeken in de wetenschap dat hij in de hemel een beter en blijvend bezit had. Hebr. 10:34. Met betrekking tot zijn geloof zijn 3 zaken van belang: zijn roeping, zijn verblijf in een vreemd land en zijn beproeving waardoor hij zijn enige zoon wilde offeren. Wat het laatste betreft: waarom zo’n rare beproeving? Is god een sadist? Misschien wilde God hem laten zien dat hij kan geven en nemen. Dat een kind niet alleen dankzij hem op de wereld komt maar dat hij ook de dood ervan in handen heeft.
Abraham is stamvader van de volkeren maar het vreemde is dat hij geen geslachtsregister heeft. Deze geslachtsregisters hebben een bovennatuurlijk ontwerp. Er zijn er 14 in de bijbel waarvan 11 in Genesis, 1 in Numeri (H3, Aaron en Mozes), 1 in Ruth (H4:18) en 1 in Matt. De 11 geslachtsregisters van genesis verdelen het boek in 12 delen. Genesis bestaat dus uit 12 delen ipv. 50 hoofdstukken die de mens erin hebben aangebracht. De eerste 7 delen zijn:
Inleiding: Gen. 1:1-2,3
1. Geslachtsregister van hemel en aarde, Gen. 2:4-4, 26
2. Geslachtsregister van Adam, Gen. 5:1-6:8
3. Van Noach, Gen. 6:9
4. Van de zonen van Noach, Gen. 10:1.
5. van Sem, Gen. 11:10-26.
6. van Terach, Gen. 11:27.
Zoals Henoch de zevende was vanaf Adam, zo begint met Abraham het 7de deel van genesis. Via Stefanus staan in handelingen 7:2 nog wat details over de roeping van Abraham zoals dat genesis 12:1 niet het verslag is van de roeping vanuit Haran. God verscheen aan Abraham toen deze nog in Mesopotamië was voordat hij in Haran woonde. Abraham was in de eerste instantie een afgoden diennaar en werd dus zeker niet geroepen op grond van zijn eigen verdiensten. God verscheen aan hem aan de overzijde van de Eufraat. In Nehemia 9:7 staat dat God Abraham koos omdat hij dit zo wilde. Abraham werd niet geroepen omdat hij geloofde. Het was andersom: God riep hem en toen ging hij uit: Hand. 7:4. In Jozua 24:3 zegt god vergelijkbare dingen: Toen nam ik hem en deed hem wandelen. In Genesis 11:31 staat hoe dit in zijn werk ging. En terach nam Abram… In Jozua 24:3 zien we het verslag van Gods voornemen, in Hand. 7:4 lezen we het commentaar op Abrahams gehoorzaamheid door het geloof.
Voor Terach Abram meenam moet Abram hem verteld hebben van het visioen dat hij van God gekregen had, de god der heerlijkheid als contrast met zijn eigen afgoderij. En Terach moet hem geloofd hebben zodat hij uit Ur vertrok en Abram meenam op weg naar Haran. Maar Terach gaf zijn afgoden nog niet op. Gen. 31:19, 30. Terach is nooit verder gekomen van Haran. Gen. 11:31. Abram verliet vervolgens Haran om verder te trekken naar Kanaan (Gen. 12:5). Abram’s voorouders woonden in Haran, zijn nakomelingen in Egypte maar hijzelf verbleef in kanaan. In hand. 7:4 staat het verslag van het uitstel van 5 jaar in Haran. Eerst gehoorzaamde Abram god niet volledig maar de dood van zijn vader maakte daar een einde aan. In Hebr. 11:8 zijn beide roepingen (Gen. 11:31 en 12:1) samengebracht. Abraham gehoorzaamde nu. Dit is het typerende van zijn geloof. Het is de zelfde gehoorzaamheid als die van Israel toen het de Rode Zee overstak. Bij Abraham was het bijzonder omdat god hem niet precies had gezegd waarheen hij moest gaan. Later hoorde hij dat zijn nageslacht eerst 400 jaar in een vreemd land zou dwalen alvorens het beloofde land in te trekken. Abrahams geloof wordt in hebr. 11 benadrukt met de woorden, “en hij is uitgegaan. Het Griekse Kai neemt hier een bijzondere plaats in. Het werkwoord uitgegaan is karakteristiek voor zijn gehoorzaamheid.
*
De onvergeeflijke zonde 2
In Marcus 3:28-29 staat nog een keer dat er zoiets is als een onvergeeflijke zonde. Het risico om de redding van christus af te wijzen van onze kant is anno 2012 veel groter dan 2000 jaar geleden. Wie snapt nu nog wat zonde is of houdt zich bezig met het woord verzoening? Om het nog erger te maken luisteren mensen die wel met gods woord bezig zijn eveneens naar de grootste misleidingen op het gebied van de bijbel. De kans om een onvergeeflijke zonde te begaan was nog nooit zo groot als nu. In Mat. 12:22-32 is Jezus aan het werk. Hij genas een man die een boze geest had. Hij was doofstom. Met 1 krachtig woord genas hij de man en joeg hij de boze geest weg. Hij herhaalde zijn woorden niet 100 keer, deed geen raar looppasje en zei ook geen rare formule. Nee, hij verjoeg de boze geest simpelweg. De massa die hem zag zei maar 1 ding; is dit niet de Zoon van David? Toen de Farizeeën dit hoorden waren ze woedend. Ze zagen hoe de massa’s die nooit een bladzijde uit de geschriften gelezen hadden werden vervuld van de profetieën van Jesaja 35:5,
“de ogen van de blinden zullen open gaan.”
Ze vroegen zich af, “wat kunnen we doen? De wereld loopt hem achterna in plaats van ons.”
Blijkbaar vond Jezus het nodig dat de Farizeeërs dit zagen en dat ze geconfronteerd werden met een demonstratie van bovennatuurlijke krachten. En dus hadden de Farizeeërs nog maar 1 truc over om het volk terug te winnen: ze konden het volk wijsmaken dat deze wonderen geschiedden door de kracht van satan in plaats van god. Deze beschuldiging was zo erg dat eerst werd gezegd dat Jezus hun gedachten kon lezen, Mat. 12:25-28. Hij richt zich direct tot deze schriftgeleerden die meenden dat de wonderen van satan kwamen.
“Daarom zeg Ik dit tot jullie: iedere zonde en godslastering zal vergeven worden aan de mensen, doch de lastering van de geest zal niet vergeven worden. En wie ook een woord zal zeggen* tegen de Zoon van de mens, het zal hem vergeven worden, doch wie zal spreken* tegen de geest, de heilige, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze °aion, noch in de toekomende.
*
Het verborgen mysterie van het evangelie naar Paulus
Jezus leerde dat er zonden waren die niet vergeven konden worden in zijn eeuw van de wet en in de volgende eeuw van de kerk. Lastering van de heilige geest was zo’n zonde. Indien iemand zijn *broeder zou waarnemen*, een zonde zondigend niet tot de dood, zal hij vragen en Hij zal leven geven aan hem die zondigt niet tot de dood. Er is een zonde tot de dood. Ik zeg niet dat hij over dat moet vragen*. – 1 Joh. 5:16
Jezus leerde ook: als je de overtredingen van anderen niet vergeeft, dan zal je Vader in de hemel jou ook niet vergeven. In Mat. 6:15 zegt Jezus dat anderen niet vergeven evenals de heilige geest lasteren onvergeeflijk is. Hij zei ook dat vreemdgaan niet zou worden vergeven en een andere vrouw begeren hetzelfde was als vreemdgaan. Iemand anders dwaas noemen was net zo’n zonde.
Jezus zei: ik ben niet gekomen om de wet of de profeten te vernietigen maar om deze te vervullen. Mat. 5:17-19.
Onder de wet van Mozes was er een groot aantal zonden dat niet vergeven kon worden. Zie Lev. 18:29, Jezus plaatste deze zonden tegen de wet van Mozes. De leer van redding van de apostelen en van de vergeving van zonden in de kerk van Jeruzalem had beperkingen net zoals de wet ze had. De apostelen gingen heen en leerden wat jezus hen verteld had, Hand. 21:20, 1 Joh. 2:3, 4. De apostelen wisten niet beter of er waren nogal wat zonden die god niet zou vergeven. En toen ze geloofden, wisten ze niet beter of ze zouden worden afgesneden van de redding en hun namen zouden worden uitgegumd als ze deze zonden begingen. 2 Pet. 2:20-22, 1 Joh..5:16, Ope. 3:5. Maar apart van de Jeruzalemkerk, zou Jezus ene Saulus van tarsus gebruiken om alle leerstellingen weer fijn te stampen. De Here veranderde Saulus dusdanig dat deze de grootste getuige werd voor Jezus die er ooit bekend was. Saulus veranderde in Paulus, 1 tim. 6:16. Jezus zei, Saulus, waarom vervolg je mij? Nadat Jezus hem had verteld wie hij was, gaf hij hem instructies om naar Damascus te gaan naar een straat die recht heette. Hij zond tegelijk ook een discipel die Ananias heette en die handen op hem legde. Daar kreeg Saulus zijn gezichtsvermogen weer terug dat hij bij de ontmoeting was kwijt geraakt. En de schellen vielen van zijn ogen. Korte tijd daarna, trok Saulus de Arabische woestijn in waar hij een unieke openbaring kreeg van christus. Na Saulus’ verblijf in de woestijn, kwam Barnabas naar Tarsus en bracht hem naar de kerk in Antiochië, hand. 11:26.
Later stuurde de heilige geest Barnabas en Saulus kriskras door het Romeinse rijk. Saulus heette nu Paulus dat klein betekent. Zei hij niet dat hij de kleinste was van alle heiligen. Toen Barnabas en Saulus in Antiochië Pisidia arriveerden en naar de synagoge waren geweest, werd hen gevraagd of ze iets te melden hadden. deze mensen van de synagogen waren liberaler dan de meeste huidige kerkmensen. Paulus stond op en wapperde wat met zijn handen. Hij zei dat door deze man, Jezus Christus, aan u de vergeving van zonden was gegeven: Door hem zijn allen die geloven gerechtvaardigd van alle dingen, waardoor je niet door de wet gerechtvaardigd kon worden, hand. 13:38, 39. Tijdens deze boodschap sprak hij een voorname waarheid door de geest die tegen vergeving aanhing, welke de wet of Jezus niet verkondigd had. Het evangelie dat Christus aan Paulus onthulde, zegt dat Jezus stierf voor zonden zonder uitsluiting of uitzondering. En dus was er geen sprake meer van een onvergeeflijke zonde of zondaar. Hij onthulde aan Paulus dat christus stierf voor alle mensen. De wet vergaf mensen sommige zonden maar de wet rechtvaardigde hen niet. Jezus rechtvaardigt mannen van alle zonden.
Maar christus redt allen die tot hem komen, heb. 7:25. Hij herinnert de zonden van de zondaren niet meer. De wet was zwak door het vlees in die zin dat hij geen zonden kon rechtvaardigen. Rom. 8:3. Toen god het evangelie van genade aan Paulus gaf, had hij allen die jezus gevolgd hadden, achter zich gelaten. Paulus leerde niet alleen de redding van de mensheid maar ook de vergeving van alle zonden, ook van de onvergeeflijke zonden. Door het evangelie van genade naar Paulus kunnen voortaan alle zondaars gerechtvaardigd worden dankzij het verzoenende werk van Jezus op Golgota. De wet van Mozes kon dit niet. De kinderen van Israel onder het Oude Verbond konden pardon krijgen en de vergeving van zonden. Maar ze konden niet gerechtvaardigd worden zoals de kinderen van God onder het nieuwe verbond door het bloed van christus. Pas is het Griekse woord voor alles. Dit zegt ons dat christus alle zonden vergeeft, ongeacht welke. Hij vergeeft alle zonden die we begaan hebben in verleden, heden en die we nog zullen doen. In Romeinen 4:7, 8 borduurt Paulus voort op de inspiratie en openbaring van David: “Blij zijn zij van wie de wetteloosheid vergeven is*, en van wie de zonden bedekt* zijn. Blij de man aan wie de Heer geenszins zonde zal toerekenen.” En dan Kol. 2:13, Ook jullie, dood zijnde in de overtredingen en van de onbesnedenheid van jullie °vlees, maakt* Hij samen levend, samen met Hem, genadevol handelend* met al onze overtredingen.”
Het evangelie dat de 12 apostelen preekten was beperkt en had restricties, uitzonderingen en uitsluitingen. Het was de redding voor de joden, of de 12 stammen van Israel. God gaf Petrus een visioen en sprak 3 keer tot hem en stuurde hem weg om tot Cornelius en zijn huishouden te preken. Toen Petrus naar Caesarea was gekomen en Cornelius had ontmoet, zei hij: Ook jullie, dood zijnde in de overtredingen en van de onbesnedenheid van jullie °vlees, maakt* Hij samen levend, samen met Hem, genadevol handelend* met al onze overtredingen, Hand. 10:28. Petrus was tijdelijk overtuigd maar niet lang en Petrus trok zich terug uit hun gezelschap om alleen met de joden te eten. Dit was omdat Jacob sommigen van de ouderlingen van de kerk van Jeruzalem erop uit stuurde om Petrus te bespionneren. Maar toen confronteerde Paulus hem met dit rassengedoe. Galaten 2:11-14. Paulus zei: en met hem huichelden* de rest van de Joden, zodat ook Barnabas meegesleept* werd door hun huichelen.
*
Noach staat in de geloofslijn van Abel en henoch. Er kan geen wandel met god zijn, zonder vrede met god. Noachs geloof gaat weer een stap verder. Er kan geen getuigenis voor god zijn voor er een wandel met god is. Overeenstemming met god gaat altijd vooraf aan de wandel met god, Amos 3:3. En de wandel gaat vooraf aan de getuigenis voor god. Als van deze volgorde wordt afgeweken, zien we dat het desastreus uitpakt voor het woord van God. Noach had het geloof van Abel en Henoch. Maar hij had meer want hij was geroepen om god te vertrouwen in zaken die god tot nog toe voor zich had gehouden. In 2 Petrus 2:5 wordt hij de 8ste persoon genoemd, dat wijst op het karakter van zijn dagen. De dagen van Noach werd zelfs een vaste uitdrukking die Jezus gebruikte. Henoch was de 7de in de geslachtslijn vanaf Adam. Noach was de 8ste in nummerieke zin, namelijk van de 8 mensen die gered werden door de vloed heen. De keerzijde hiervan is dat er dus enorme mensenmenigten werden omgebracht door de vloed. Dit gegeven wordt niet voor niets vermeld in de bijbel, 1 Petrus 3:20 en 2 Petrus 2:5. Het is voor ons van groot belang om de tijd van Noach te overdenken. Zo ook moeten we overdenken dat enige tijd voor Noach een flink aantal engelen gevallen is vanaf zijn hoge positie. Ze worden zonen van god genoemd, Gen. 6:2; 4 Job 1:6; 2:138:7; Ps. 29:1; 89:7. Ze worden geesten genoemd (1 Petrus 3:19) en engelen (2 Petrus 2:4) en Judas 6.
Ergens in het verleden vielen deze engelen. Ze waren ongehoorzaam en hadden gezondigd. Ze hebben hun oorsprong niet bewaard mar deze juist verlaten. Het wezen van hun zonde wordt beschreven in Genesis 6 en 4 en in Judas 7 waar van Sodom en Gomorra gezegd wordt dat ze op gelijke wijze gezondigd hebben als deze engelen en ander vlees zijn nagegaan. Het woord ander is in het Grieks heteras. Deze engelen worden in de Tartarus bewaard waar ze met eeuwige banden gebonden zijn tot de dag des oordeels. (Judas 6 en 2 Petrus 2:4). Daarom wordt van hen gezegd dat ze nu in de gevangenis zijn. (1 Pet. 3:19). Ze waren angstaanjagend. Ze waren de werkelijkheid waaruit de Griekse mythologie later slechts een vage overlevering heeft bewaard. Die mythologie was niet een verzinsel van het menselijke brein; nee het was een overblijfsel van een oorspronkelijke waarheid die de grieken zelf niet helemaal snapten. Alleen de goddelijke openbaring geeft hier duidelijk zicht op. Deze afvallige engelen werden Nefilim genoemd. Het waren reuzen, qua grootte als qua slechtheid. De heilige geest noemt hen asebes, ongoddelijk, zonder God (2 Petrus 2:5 en Judas 15).
Wanneer werden deze engelen afvallig?
In Judas 14 lezen we van Henoch die profeteerde van het oordeel van God over de goddelozen. Maar we lezen niet dat het oordeel ook daadwerkelijk is uitgevoerd in zijn dagen. Henoch was weggenomen voordat het er kwam. Ook Noach kondigde de dreiging van dit komende oordeel aan. Hij predikte immers gerechtigheid (2 Pet. 2:5). Dit was geen goddelijke gerechtigheid geopenbaard in genade maar in toorn die van de hemel komt. Rom. 1:18 maakt dit immers bekend als het volgende aspect van gods rechtvaardigheid. Als de zondvloed het oordeel was waarvan henoch sprak dan heeft de afvalligheid van de engelen plaatsgevonden voor de dagen van henoch. Adam was een tijdgenoot van Henoch die daarna nog 56 jaar leefde voor zijn wegneming. En voor Adams dood werd hem geopenbaard dat hij nog 120 jaar zou leven. Gen. 6:3. Het is duidelijk dat God dit tot Adam had gezegd want er staan de woorden “ha Adam” wat op Adam slaat. Anders zouden de woorden terwijl hij ook vlees is geen zin hebben. Hij was dus 810 toen God dit tegen hem zei. De verwording in verband met de afvallige engelen zal dus enige tijd daarvoor begonnen zijn om zo verspreid te zijn in de dagen van Henoch. Adam was ook als de rest geworden want Noach was de enige met zijn familie die zich rein had gehouden, zonder smet en oprecht was. Gen. 6:9. De engelen zelf worden bewaard voor het oordeel van de grote dag maar hun nageslacht en de mensen moesten uit de weg worden geruimd. Dit kon alleen door een Zondvloed. Ps. 136:17-22 en Num. 21. Voor hun nageslacht, de Refaïm is er geen opstanding en ook geen oordeel. Hun naam betekent “overleden zijnde”. Jes. 26:19. Dit alles geeft ons inzicht in de dagen van noach en hoe het eraan toe ging in zijn tijd.
In het grieks staat er diasoodoo wat betekent, er veilig doorheen brengen. In Mat. 24:37-39 en Lucas 17:26 en 27 verwijst de Heer naar deze dagen en vebindt ze met de dagen van Loten Sodom en gomorrah die gelijk van karakter waren. Deze verbinding vinden we ook in 2 Petrus 2:6 en 9 en in Judas 7. Dit tweede binnendringen van de boze engelen kon niet lang voor de dagen van Lot hebben plaatsgevonden. De steden in de vlakte werden verwoest (Gen. 19) ongeveer 240 jaar na de zondvloed. De roeping van Abram vond dus slechts een paar jaar daarvoor plaats. Als je één en ander samenvoegt, zie je dat de roeping die de vorming van een nageslacht ten doel had, dat gebruikt werd om de volkeren van Kanaan te vernietigen. Vanaf Abrams roeping richt de vijandschap van satan zich dus op de vernietiging van Abrahams nageslacht opdat de belofte in gen. 3:15 verhinderd zou worden in vervulling te gaan en daarmee ook het dreigende oordeel over satan. Daarom kreeg Abraham meteen na zijn roeping al de eerste aanval te verduren (Gen. 12:10-20) en daarom werd Israel het voorwerp waarop satan zijn vijandschap ging richten. Ook toen Abraham Kanaan binnentrok om het in bezit te nemen, was satan hem voor.
*
De Griekse mythologie heeft enkele raakvlakken met het Nieuwe testament. Bijvoorbeeld de verwijzing naar de Tartarus in 2 Petrus 2:4. God spaarde de engelen niet toen ze zondigden maar wierp hen in de Tartarus en bond hen in de onderaardse schachten waar het eeuwig duister is (sirois zophou), in afwachting van hun oordeel. De aanklacht tegen deze gevallen engelen is dat ze seks hadden met vrouwen. Judas 6, 7. De Griekse mythen over de Titanen en Cycloopsen heeft veel overeenkomsten met de verhalen over de Nefilim en de Refaïm. Maar in 2 Petrus zien we een meer recente Hellenistische invloed op de Joodse legende. Volgens Hesiodes en andere Griekse schrijvers waren de Titanen de boze nakomelingen van Ouranios en Gaia (hemel en aarde). Aanvankelijke waren ze heer en meester in het heelal maar Zeus en de Olympische goden versloegen hen en wierpen ze in de Tartarus.
Illias 8:13-16 beschrijft de tartarus als een bodemloze put onder de Hades die doet denken aan de abyss van Openbaring. 2 Petrus 2-4 leunt op de joodse-hellenistische tradities die ook vertellen van de gevallen engelen die samen met de Titanen zondigden en in de Tartarus werden geworpen. 2 petrus 2:4 en Judas 6 leunen duidelijk op de 1 Henoch Apocalyps uit de eerste eeuw voor christus. Deze Apocalypse had als uitgangspunt de gevallen engelen traditie. Enoch is er duidelijk herkenbaar in.
2 Petrus 2:4: “Want indien God niet de zondigende* boodschappers spaart, maar hen in de duistere grotten van Tartarus werpt*, hen overgeeft* om vastgehouden te worden voor oordeel.”
1 Enoch 10:4-6: ” Bind Azazel met handen en voeten en werp hem in de duisternis. Bedek zijn gezicht opdat hij geen licht zal zien en opdat hij op de dag des oordeels in het vuur zal worden geworpen.
1 Enoch 10:11-12 : “Bind Semjaza en de anderen die bij hem zijn en seks hadden met de vrouwen, bind hen onder de grond, diep onder de rotsen voor vele generaties tot de dag des oordeels.
1 Enoch 20:1-2: “dit zijn de namen van de engelen die de rest van de engelen waken: Uriel, één van de heilige engelen die over de wereld en de Tartarus waakt.
Judas 6, En ook boodschappers, die niet de eigen soevereiniteit houden*, maar de eigen woonplaats verlaten*, heeft Hij in onwaarneembare banden gehouden, onder duisterheid, voor het oordelen van de grote dag.
1 Enoch 12:4: “Ga heen en maak mijn naam bekend aan de wachters van de hemel die de hoogste hemel hebben verlaten en seks hadden met vrouwen.
1 Enoch 15:3, 7: “waarom hebben jullie de hoogste hemel verlaten en hadden jullie seks met de vrouwen? Die vrouwen heb ik niet voor jullie gemaakt aangezien jullie in de hemel horen.
1 henoch leunt op de Griekse Tartarus tradities. 1 Henoch 18:11 wijst naar de gevangenis van de wachters als khasma mega “grote afgrond.” Dit is precies de beschrijving die Hesiodus gebruikt voor de gevangenis van de Titanen (cf. Hesiodus, Theogonie 729, 742, 806). Er zijn veel andere verbale parallellen tussen de beschrijving van Tartarus in de Theogonie en de kloof achtige gevangenis van de engelen in 1 henoch 18:11, 21:7-11 (= Theogonie 717-819). 2 Petrus 2:4 beschrijft de Tartarus als grotten van duisternis (sirois zophou), en de parallelle tekst in Judas 6 wijst naar engelen onder de duisternis (hupo zophon). Hetzelfde woord staat in 1 Henoch 17:2 dat naar de onderwereld wijst als een plaats van duisternis (zophode topos), en Zophos “duisternis” slaat ook op Tartarus in Hesiodus (Theogony, 729), die naar de titanen wijst onder de mistige duisternis (hupo zopho eeroenti), een zin die precies op Judas 6 lijkt. Zophos komt ook voor in zinnen als onderwereld en duisternis in de Odysseus 11.57, 155; 20.356; Illias 15.191; 21.56;
Er zijn veel overeenkomsten tussen de beschrijving van de Tartarus en de kloof waarin de Titanen en engelen zijn opgesloten. De Tartarus wordt telkens beschreven als spelonken van duisternis waar ook de engelen zijn onder de duisternis. De Joodse toevoeging aan de Griekse Titanen traditie is dat de engel Uriel de scepter zwaait over de Tartarus. In 1 Henoch 18:11 en 19:1-2 (ook 21:1-9), dient Uriël als de engel die over de gevangenis van de gevallen engelen gaat. En in het Sibylinne Orakel 2:228 is het Uriël die de Titanen en reuzen (nakomelingen van de wachters) uit de Hades leiden voor het oordeel. En (ook), dient Uriël als de engel die over de gevangenis van de gevallen engelen gaat. En in het Sibylinne Orakel 2:228 is het Uriël die de Titanen en reuzen (nakomelingen van de wachters) uit de Hades leiden voor het oordeel. De doden zullen op een enkele dag worden opgewekt. Vervolgens zal de engel Uriël de enorme grendels breken die van onbreekbaar staal zijn en de poorten van de Hades vormen. Hij zal de poorten wijd open zetten en de fantomen, Giganten en Titanen van vroeger naar hun oordeel leiden.
Uriël heeft ook de sleutel van de abyss (afgrond) en een grote ketting in zijn hand die satan bindt om hem na 1000 jaar weer vrij te laten. Uriël is de lichtengel die de poorten van de duisternis opent. Er is een andere connectie tot de Akkadische mythe in de legende van Tartarus en Uriël in 1 Henoch. In 1 Henoch 18:11-12 lezen we dat de kloof waar de wachters in verblijven een woestijnachtige locatie is. Azazel wordt in een kloof gegooid in de woestijn in Dudaël, 1 Henoch 10:4. Dit is geen geïsoleerde traditie. Beth-hadure (byt hdwr’) is de rotsachtige plaats waar de geit voor Azazel naartoe wordt gebracht. Beth Hadudu (byt chdwdw) is een rotsachtige wildernis.
*
Tartarus, War of the Worlds
Openbaring 9:13-21.
Diep onder onze voeten ver weg in de aarde ligt de Tartarus, een gevangenis waar op dit moment 200 miljoen demonische ruiters worden gevangen gehouden. Er is een grote chaos gaande, diep onder onze voeten. Deze ruiters en paarden zijn echt, ze zijn daar en het scenario dat erbij hoort doet denken aan de film War of the Worlds. Het zijn paarden met leeuwenkoppen en slangenstaarten en de ruiters hebben vrouwenhaar en demonische gezichten. Straks, na de wegrukking van de gemeente gaat de grond open en komt het leger naar buiten om een 3de van de mensheid uit te roeien. Met name de religieuzen.
(Ja, ook NA de wegrukking zullen er nog christenen zijn, hetzij christenen die dan pas tot bekering zijn gekomen ofwel vooral religieuze christenen.)
De 6de engel in de hemel zal de 4 engelen van de Eufraat loslaten die ieder met een leger op één van de wereldreligies afstormen. Net als met Noach moet de aarde schoon geveegd worden van smet en in dit geval van religies. De gemeente van christus die allang is opgebeamd, zal dan van bovenaf alles live kunnen meemaken. Net als de Olympische Spelen zien we straks wat er gebeuren gaat. We zitten dan naast Adam, Abraham, David en Petrus en Moeder Maria een hemelse Milkshake te drinken terwijl we de chaos op aarde zien. Conclusie: Diep onder onze voeten spookt het. Duivelse wezens zijn geketend in spelonken diep in de aarde en wachten al duizenden jaren op hun vrijlating. Dit zal spoedig gebeuren. SciFi komt tot leven. Letterlijk.
We kunnen dit niet geloven omdat we dit nooit hebben mee hebben gemaakt en denken dat de ons bekende wereld altijd zo zal blijven. 2 Petrus 3:4
*
Henoch wordt in Judas 14 de 7de Adam genoemd. Zeven is het getal van goddelijke volmaaktheid. Om die reden zou men het geloof van Henoch serieus moeten nemen. Het gaat hier om een aanvulling op het onderwijs dat we bij Abel zagen. Judas 14 gaat over profeteren wat alleen door de heilige geest kan. En zo is er een relatie tussen de geest en het getal 7. Henoch profeteerde in een tijd van geloofsafval. In de Hof van Eden waren geen profeten nodig maar zodra later de mensen van het pad afdwaalden van God, doken er profeten op. Bij de zondeval van Adam en Eva zien we de eerste profetie, namelijk over het komende zaad van de vrouw dat de gevolgen van de zonde en dood zou wegnemen. Het vermorzelen van de kop van de slang werd genoemd als oordeel van god. God stelde elk ambt vast behalve dat van de profeet. Profeten waren niet nodig zolang priesters het volk onderwezen over god. Weken ze af van het pad, dan kwam de profeet in actie. Dus het feit dat Henoch profeteerde was al een teken dat er geloofsafval en dwaling gaande was. Het feit dat hij met god wandelde, betekende dat anderen dit niet deden.
Tussen Abel en Henoch zien we geen profeten en is er een duistere periode. Hebreeën 11 geeft geen voorbeeld van het geloof van Enos. En dus zijn we er nog lang niet uit waar Genesis 4:26 over gaat. Dan Jonathan, hij is de kleinzoon van Mozes. In Richteren 20:28 staat dat zijn tijdgenoot en 2de neef Pinechas als kleinzoon van Aäron wordt genoemd. Jonathan komt niet voor in 1 Kronieken 23:15 en 16 en 26:24. De kinderen van Mozes waren Gersom en Eliëzer. Van de kinderen van Gersom was Sebuel het hoofd. Sebuel is een andere kleinzoon van Mozes OF hij is Jonathan zelf die later een andere naam aan nam. Sebuel betekent namelijk, hij keerde terug naar god. Jonathan was de eerste afgodenpriester in israel (Richt. 18:30) en noemde zich mogelijk na zijn bekering Sebuel. Ook Enos, kleinzoon van Adam was waarschijnlijk een afgodendiennaar. Waarschijnlijk begon vlak na hem een lange periode van afgoderij terwijl alle oude aartsvaders nog leefden afgezien van Adam. Henoch werd geboren in het jaar 622 vanaf het begin van deze wereld. Hij profeteerde slechts van de komst van de Here in oordeel. Niet voor niets want de afgoderij nam hand over hand toe. Als men al in de dagen van Enos de ware god had aangeroepen, dan was zo’n oordeel niet nodig geweest. Maar met Enos was er iets in gang gezet dat steeds verder escaleerde. Dusdanig dat God het nodig vond om Henoch in het leven te roepen en hem te laten profeteren. Judas 14 en 15. Telkens wordt het woord goddeloos herhaald. In de profetie van henoch ging het dus duidelijk om 1 ding. Nadat henoch opees weg was gezoefd, kwam die goddeloosheid weer snel op het toneel. Want een paar honderd jaar later kwam Noach op het toneel als preker der gerechtigheid.
Henoch geloofde. We zien een schets van zijn tijd en vooral van de tijd voor hem en tussen hem en Enos. En hoe kon Henoch toen al weten van een komend oordeel dat pas duizenden jaren later zou plaatsvinden. Hij wist het één en ander van Adam over het zaad van de vrouw. Maar de kennis die hij nu opeens had over een komend oordeel was wel heel bijzonder. Het was een komst in oordeel. Het unieke van Henoch is dat hij volgens Judas nog steeds preekt, tegen de goddelozen uit zijn eigen dagen maar ook uit de dagen van Judas en uit onze dagen. Er zijn 4 dingen die de nakomelingen van Kaïn samen binden: handel, muziek, oorlog en afgoderij. Het eindeloos muziek maken in de kerkdiensten kan hiertoe ook worden gerekend. Ten aanzien van henoch wordt er op 2 manieren gesproken, over zijn opname en de tijd voor zijn opname. Door geloof werd hij weg genomen en door geloof behaagde hij god in de tijd ervoor. In Gen. 5:21 staat niets over zijn geloof wel over dat hij wandelde met god wat hem verbindt met Abel. Zullen er 2 samen wandelen, Amos 3:3. Abel geloofde god met betrekking tot de wijze waarop je toegang krijgt tot hem. Henoch’s geloof ligt in het verlengde hiervan. Hebr. 11:6.
Het getal 2 in Amos 3:3 spreekt van verdeling of eenheid, vrede of oorlog, tegenstand of overeenstemming. De eerste keer dat het voorkomt, in Gen. 1:6 staat het in verband met scheiding en verdeling. Of in verband met de bevestiging van een testament uit de mond van 2 getuigen. Kain en Abel staan voor de eerste betekenis van verdeling; Abel en Henoch voor de laatste van eenheid. Er kan geen wandel met god zijn als er gen vrede met god is. En vrede met god geschiedt alleen door het door god aanvaarde offer. Rechtvaardiging komt voor vrede. Henoch had Abel’s geloof dat getuigde van zijn eenheid met god; en hij had Abel’s rechtvaardigheid op grond waarvan hij wandelde met god. Abel’s geloof toont de 1ste stap op de weg terug naar god. Maar nu op grond van de verlossing en niet op grond van de schepping. Henoch werd door god weg genomen uit geloof voor het oordeel plaats zou vinden. Zo worden wij ook weg genomen voor de grote verdrukking begint. Henoch was niet dood. Hij geloofde en geloof leidt niet tot de dood. Hij was gewoon weggenomen. Zoveel mensen geloven dat ze nog door de grote verdrukking zullen gaan maar dit is niet wat de bijbel zegt en Henoch is het bewijs dat ook wij tijdig zullen worden weg genomen van de aarde. Wie van Israel gingen niet in gods rust toen het aanbod van God daar was. Liever bleef men nog 40 jaar in de woestijn rond dolen. En dit vanwege ongeloof. Uiteindelijk ging men toch het beloofde land binnen maar dan wel door de Jordaan. Geloven we god wel en snappen wij zijn aanbod voor het aionische leven en de wegrukking voor de grote verdrukking dan betekent dit dat we een eenzaam leven leiden net als Henoch, Jozua en Kaleb.
*
Na de genadeboodschap van Paulus begint al direct de afval zoals Paulus deze noemt, namelijk van gelovigen die zijn boodschap niet snappen. En die dus terugvallen op het evangelie naar Johannes. Met Johannes kunnen ze nog alle kanten op omdat hij ook aan de joden in de diaspora schrijft. Dat er joden verspreid zijn onder de volkeren stemt overeen met hun roeping. Ze zullen tot een zegen zijn voor de volken waaronder zij verblijven. Het evangelie van Johannes is veel breder geöriënteerd dan bij de andere 3 evangelisten. Het is ook gericht aan de schapen die niet van deze stal zijn, Joh. 10:16. En toch gaat zijn evangelie over het koninkrijk van Israël. Het woord jood staat 70 keer in de geschriften van Johannes. Dat is bijna net zo vaak als in Handelingen. En 4 maal zoveel als bij Mattheus, Marcus en Lucas samen. Paulus noemt het woord jood 30 keer maar heeft het dan altijd over de jood en spreekt niet tot de jood. Paulus heeft het over gelovigen die zich van hem afkeren. Dat wil zeggen dat ze de genadeboodschap niet snappen en weer hun houvast zoeken bij Johannes. Ook nu nog, anno 2012 zijn er veel gelovigen die moeite hebben met de genadeboodschap.
Veel joden die met Pinksteren in jeruzalem waren kwam uit Azië, vooral uit het huidige Turkije. Merkwaardig is dat het Paulus verboden was door de heilige geest om het Woord te brengen in de provincie Azië in West Turkije. Hij kreeg een visioen waarin hem werd opgedragen om naar Macedonië en de Noordelijke oever van de Middellandse zee te trekken. Daar woonden niet veel joden en dus moest hij zijn genadeboodschap aan de heidenen brengen. Als we even teruggaan naar Johannes dan was Polycarpus een leerling van hem die zelf later leraar was van Irenaeus, de eerste van de katholieke patriarchen. Over Paulus vinden we bij de oude kerkvaders niets. Dat stemt overeen met de woorden van Paulus zelf dat allen hem verlaten hadden, 2 Tim. 1:15. De katholieken willen graag tastbaar fysiek houvast hebben en menen zelfs dat de voetafdrukken van Petrus in Rome te zien zijn. Zijn botten zouden onder de Sint Pieterskerk liggen. Men probeert geloof te baseren op materièle bewijzen. Dan is het gauw gezegd, geef mij het evangelie naar Johannes maar. Men ruilt onbewust de zekerheid van genade in voor het indien van werken. En dan werken met voorwaarden waaraan niemand kan voldoen. Ik zou de voorkeur geven aan de genadeboodschap naar Paulus boven het evangelie naar Johannes. Mijn eigen werken stellen bitter weinig voor.
*
Johannes heeft het over overwinnaars maar wat zouden de leden van het lichaam van christus moeten doen met de vruchten van de bomen van het leven die in Openbaring 2:7 genoemd worden. Wij zijn al ten midden van de hemelingen en gezegend met alle geestelijke zegeningen. Wat voegt een levensboom hieraan toe? Niets. Al ver voor de nieuwe aarde en hemel in zicht zijn, zijn wij levend gemaakt en wij hebben niets van doen met de 2de dood. Wij hebben geen belofte nodig dat we ooit een zuil zullen zijn in Gods tempel. De beloften van Jezus in het evangelie naar johannes klinken heel erg mooi en verregaand maar ze gaan lang niet ver genoeg voor de gelovigen van nu die al tussen de hemelingen zijn en rechtvaardig zijn verklaard om niet. Ook wij worden ter verantwoording geroepen voor de bema waar onze kwade werken worden weg gedragen en de goede behouden blijven. Maar het gaat hier wel om een erepodium en niet om een oordeel. Johannes schrijft in Openbaring aan de toekomstige gemeenten die er weer zullen zijn als het koninkrijk van God voor de deur staat. Ook zijn overige geschriften gaan over de toekomst. Dit geeft Johannes aan met de zin “ten laatste dage” hetgeen vaak foutief vertaald is met “ten jongste dage.” Joh. 6:39, 40, 44, 54; 7:37, 11:24; 12:48. Het gaat om de tijd rond de afsluiting van de aion, vlak voordat christus terugkomt.
Johannes slaat de dood over en zit opeens midden in het koninkrijk van god op aarde. Dan gaat hij in zijn betoog door naar de dag van god op de nieuwe aarde. Hij schrijft aan gemeenten die er nu nog niet zijn maar oordeelt hen al voor daden die ze nog niet begaan hebben. Hij zag Jezus op de troon zitten als heerser over alle volken. En hij zag zijn eigen evangelie van de Zoon van God tot waarheid worden ten tijde van de regering van de genade op de nieuwe aarde in de Dag van God. Maar Johannes kwam nooit in de 3de hemel zoals Paulus deze te zien kreeg. Wat Paulus schrijft staat geestelijk hoger dan wat de anderen schrijven voor israël. Maar Paulus gaat veel stappen verder. Petrus zien we niet meer na Handelingen 15 en Johannes verdwijnt ook uit beeld na Handelingen 8 terwijl Paulus in Handelingen 9 op het toneel verschijnt. De boodschap van Johannes viel ook zeker niet samen met de van Paulus. Maar in die tijd was er een apostelenconvent waarover in Hand. 15 gesproken wordt. Hier was Johannes ook aanwezig. Paulus zegt in Galaten 2 dat Johannes één van de plaatselijke zuilen van de gemeente in Jeruzalem was.
*
Johannes betekent, er zal genade zijn. Taalkundig wijst dit naar de toekomst. En dus zoeken we in zijn evangelie naar passages met een tijdsaanduiding. Zoals Johannes 6:47. Hier staat:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft eeuwig leven.
Maar allen tot wie Jezus sprak zijn overleden, inclusief jezus zelf die overigens weer is opgestaan uit de dood. Er staat zelfs letterlijk dat 2 leiders, Jakobus en Petrus moesten sterven. Hand. 12:2 en 2 Petrus 1:14. Taalkundig betekent het woord heeft niet altijd: op dit moment iets in bezit hebben. Slechts door dood en opstanding heen kan iemand eeuwig leven ontvangen, Joh. 6:54. In 1 Joh. 1:17 moeten we weer aan een voorwaarde voldoen om gerechtvaardigd te worden. Rechtvaardiging door geloof zonder werken zoals Paulus predikt komt bij Johannes niet voor. Zo zijn er in de bijbel 2 groepen te onderscheiden:
1. Israel met koninkrijksverwachting met een evangelie dat afhankelijk is van eigen gedrag en met de noodzaak van bekering zoals Jezus, Petrus en Johannes dit preekten.
2. het lichaam van christus dat in genade leeft met nadruk op uitverkiezing zoals Paulus dat nadrukkelijk stelt.
Het grote probleem is dat beide evangeliën in de praktijk door elkaar worden gehutst alsof me niet op 1 paard wil wedden. In het licht wandelen is niet hetzelfde als zonder zonde zijn. Johannes zegt hierover het volgende: als we onze zonden belijden zal Hij ze vergeven, 1 Joh. 1:9. Maar wie weet al zijn zonden en kan ze ook nog belijden? Vaak denken we zelf dat we goed bezig zijn. Dit dacht Saulus ook die christenen vermoordde en Kain dacht het ook met een offer aan god te brengen dat hij betrok van de vrucht van de bodem. Maar die bodem was nu juist vervloekt door god. Zonde bestaat niet alleen uit daden die iedereen als onrecht zou aanmerken maar ook uit tekort schieten en het derven van heerlijkheids god. Of bijvoorbeeld het zich toeëigenen van een waarheid die niet voor ons geldt. Johannes zegt dat Jezus ons vergeeft en een verzoening is voor onze zonden. Paulus zegt dat we al gerechtvaardigd zijn om niet. Het evangelie van het koninkrijk dat Johannes verkondigt laat ruimte over voor menselijk roemen. Bijvoorbeeld kunnen we zeggen: ik heb mijn zonden beleden, ik geloof, ik heb goede dingen gedaan. Leden van het lichaam van christus leven slechts uit geloof. En niet eens ons eigen geloof maar ons geloof in het geloof van christus.
*
Het evangelie van Johannes is populair bij evangelisatie. Maar Johannes komt steeds met beloften voor ons waar voorwaarden aan gebonden zijn. Dit betekent dat we hem feitelijk niet serieus nemen aangezien we aan die voorwaarden toch niet kunnen voldoen. De geloofszekerheid die we bij paulus aantreffen, ontbreekt bij Johannes geheel. In Johannes staat het voorbeeld van de zieke man die in Bethsaìda ligt te wachten op een wonder en een engel die naar beneden zou komen. Joh. 5:1-19. De hele zuilengang lag vol met zulke mensen en als er al een engel kwam, dan zou maar één iemand genezen worden. En waarschijnlijk was dit niet eens degene die er het slechtst aan toe was. Toen Jezus de verlamde man eindelijk na 38 jaar (!!!) genas, gaf Hij ons een evangelie dat toevertrouwd was aan Johannes met een duidelijke verwijzing naar de tijd waarin dit evangelie geactiveerd zal worden. Joh. 5:10 zegt dat die dag sabbat was. En de sabbat is een voorafschaduwing van het komende 1000 jarige rijk (4de aion). Dan zal de verlamming van Israel genezen worden. In het voorbeeld kreeg de verlamde niet het bevel om zich te bekeren. Hij hoefde slechts de matras op te pakken en gaan wandelen.
Petrus en johannes deden bij het begin van de verkondiging van het koninkrijk ook een dergelijk teken bij de schone poort. Maar de sabbat was nog niet aangebroken. Maar in het 1000 jarige rijk zullen de mensen de werken van de wet doen. De gelovigen van nu worden zonder die werken gered en gerechtvaardigd. En Jezus zei iets raars tegen die man: Zondig niet meer, opdat u niets ergers overkomt. Joh. 5:14. Zo’n advies was een dooddoener omdat de man die zojuist gered was, wellicht eerst even flink het beest wilde uithangen. Paulus zegt het juist anders: er is geen veroordeling meer voor hen die in christus jezus zijn. Rom. 8:1. Zie ook Efeze 2:8. Paulus heeft het hier duidelijk over het geloof dat niet uit uzelf is. Hij heeft zelf eerst een periode gekend van wandelen uit eigen kracht en pas daarna de periode van wandelen uit genade toen hij verblind was geraakt en niet op eigen kracht verder kon wandelen. Dat hij opdracht kreeg om naar Damascus te gaan was al een hint naar zijn geestelijke zegening voor de heidenvolkeren. Damascus lag immers buiten de landsgrenzen van Israel. Het voorrecht van de volken ligt in hun vereniging met christus buiten de priesterdienst van Israel. En ook buiten de wet om. In het evangelie naar Paulus is er een levende band tussen de gelovigen en hun Heer. Maar bij Johannes is er een wijnstok met vele ranken. Bij Paulus is er een menselijk lichaam met hoofd en ledematen. Israel was een winstok geworden waarvan de ranken geen vrucht droegen. De verdorde ranken worden zelfs verbrand. Joh. 15:1-8. Bij het lichaam van christus werkt het anders. De leden verbranden zelf niet maar na de wegrukking is er een erepodium, Bema geheten waar hun slechte werken verbranden. 1 Kor. 3:15.
Johannes zegt: wie in Mij niet blijft is buitengeworpen als de rank en is verdord, Joh. 15:6.
Hoeveel mensen leven niet in angst hiervoor. Kenden zij de boodschap van Paulus maar. Die zegt dat je gered bent uit genade. Johannes doet er nog een schep bovenop. Indien Gij in mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt u maar wat u wilt en het zal u gegeven worden. Afschuwelijk, steeds belooft Jezus wat maar alleen kunnen wij niet voldoen aan deze voorwaarden.
*
De uitbreiding van de dood
Leven is de energie waardoor het koninkrijk van God zichzelf uitbreidt. God maakte Jezus Heer over alle dingen maar op dit moment verbergt hij zijn soevereine status tot de tijd daar is. Het is niet aan ons om Hem tot onze Heer en christus te maken. Nee, het gaat andersom, Hij stapt in zijn uitgestippelde traject met ons en claimt ons terug als zijn bezit, wat we altijd al waren. Dit doet hij door zijn leven in een infuus in ons te brengen. Tegelijk is ons wereldsysteem vergroot en uitgebreid door de dood. De energie van de dood of hoe je het noemen wilt, is een destructieve energie. De dood wordt door de generaties heen door gegeven MAAR dit proces is wel parasitair aan de uitbreiding van het Leven. Elke keer als een nieuw leven is geboren, begint de dood zichzelf te vermeerderen, paradoxaal via dat leven. We leven ons leven. Maar hoe zit het met de dood. In Romeinen 6:10 staat iets wat hout snijdt:
“Die eens en voor altijd stierf aan de zonde, maar Die leeft; Hij leeft voor God.”
Jezus stierf een dood. Zoals leven geleefd is, zo sterft de dood. We leven het leven en sterven de dood. Hier wordt duidelijk gesproken van iemand die een dood sterft; Hij stierf een vreedzame dood of hij stierf een gruwelijke dood. De dood die aan alle mensen wordt door gegeven, is een dood die aldoor sterft. Het doel van dit kwade systeem is om de proces in stand te houden, te weten het sterven van de dood tegen de achtergrond van het leven van het leven. De dood zal zich uiteindelijk overgeven aan het leven. Deze garantie geeft Jezus ons door zijn opstanding. Hoewel het zo lijkt dat de dood het leven vernietigt, is het tegengestelde het geval, namelijk het leven vernietigt de dood. De dood die hij stierf, stierf hij voor onze zonden, voor eens en altijd. In zijn dood, is de dood tenslotte gestorven. De dood is een dood einde maar het leven gaat door. Jezus stierf de dood die de dood beëindigde maar gaat door door met eeuwig leven voor, met en door God ten behoeve van ons.
In onze communicatie met anderen is dit misschien ook merkbaar; welke energie speelt er tussen 2 mensen op een bepaald moment. Zonder vaag te worden; maar gaat een boodschap richting het leven van het leven of richting het sterven van de dood? Dit principe van de dood die parasiteert op het leven maar soms ook de boventoon energie voert, zie je terug in de gezondheidszorg. De medicinale wereld is één van de paradepaardjes van de moderne wetenschap. Maar als je dit systeem onder de loep legt, draait het erop uit dat mensen dankzij medicijnen langer in leven worden gehouden opdat de dood zich langer voort kan zeten in hun levens. Als je in de wachtkamer zit in het ziekenhuis en je ziet je lotgenoten hier ook zitten dan bekruipt het gevoel dat deze mensen niet leven maar stervende zijn en net genoeg in leven worden gehouden om hun sterven voort te laten duren. Heel kort door de bocht zijn ze geldkoeien voor de farmaceutische industrie die een eigen agenda heeft. We mogen dit medicinale hulp noemen maar zeker geen gezondheidzorg. In het mainstream gebeuren is slechts weinig echte gezondheidszorg zichtbaar. Deze is in de praktijk meer vervuild met het verwoesten van de gezondheid en de patient tegelijk niet dood te laten gaan. Ons kwaadaardige wereldsysteem wordt gedomineerd door de praktijk van medicijnen die de dood alleen maar meer gelegenheid geeft om zich verder uit te breiden. Sommige oude mensen zijn er geestelijk en lichamelijk goed aan toe. Ik kwam een keer een vrouw van 94 tegen in een zogenaamd Natuurvriendenhuis die nog de trap op kon en lange wandelingen maakte. De dood was zeker in haar werkzaam en veel machtiger dan voorheen nu ze de eindstreep naderde. Maar haar levensenergie was veel machtiger ook al liep ze tegen het einde van haar leven. Zo iemand kan ook zomaar opeens overlijden. Een gebroken heup kan al een aanleiding zijn maar dan nog is de energie van het leven dominant. De uiterlijke mens gaat voorbij maar de innerlijke mens wordt van dag tot dag vernieuwd. Op geen manier wil ik de indruk wekken dat zieke mensen een gebrek aan een geestelijk leven hebben. Het is juist zo dat christus zich openbaart in mensen die erg ziek zijn en niet meer op hun benen kunnen staan. Ik stippel alleen een principe uit, namelijk als leven en dood beiden voor je staan, kies dan voor het leven, maar ook als je ervaring van de dood dominant is in je bestaan, of dit nu geestelijk, emotioneel, ziels of fysiek is, weet dan dat christus de dood heeft overwonnen in de opstanding.
*
Gaan ongelovigen naar de hel?
Ik heb net de nieuwsbrief van Martin Zender gelezen. Hij is lang, in het engels en een beetje verwarrend. Maar ik pik er wat relevante dingen uit. Over de gelovigen ga ik het niet hebben, hun toekomst is bezegeld tussen de hemelse machten. Ik wil het nu over de ongelovigen hebben. Maar toch even – ook de posities van de gelovigen zullen straks van elkaar verschillen zoals alle sterren verschillend schitteren. Zo zullen ook bepaalde gelovigen met christus regeren en anderen minder of zelfs niet. Al zullen ze wel het aionische leven erven. Als god al onderscheid maakt ten aanzien van de gelovigen, zal hij dit zeker doen ten aanzien van de ongelovigen. In het boek Openbaring wordt gesproken van een boekrol waarin de rechtvaardigen staan opgetekend. Wie zijn dit? Ik neem aan dat dit de rechtvaardige ongelovigen zijn, de moeder Theresa’s, Mahatma Ghandi’s, de padvinders, de zieke ongelovigen met kanker die wel willen leven maar niet kunnen. De aardige buurvrouw die niet gelooft maar wel haar leven heeft opgeofferd voor haar kinderen. En ga zo maar door… Dit is een categorie van ongelovigen die volgens de boekrol rechtvaardigen wordt genoemd. Deze categorie van ongelovigen is duidelijk anders dan die andere categorie van heidenen, de Adolf Hitlers, Josef Mengele’s, Saddam Husseins, Jozef Stalins. Etc. Wat er precies met hen gebeurt is niet helemaal duidelijk maar ze zullen in elk geval niet in het hemelse jeruzalem komen dat over 1000 jaar op aarde neerdaalt. De ongelovige rechtvaardigen zullen relatief goed terechtkomen in vergelijking met de Adolf Hitlers. Desondanks zullen ze sterfelijk zijn en wel degelijk een oordeel ondergaan. Hun goede werken zullen worden geoordeeld maar ook hun kwade. Er is dus wel degelijk onderscheid in het lot van de ongelovigen die over 1000 jaar allemaal op zullen staan uit de dood. Alle generaties zullen zeer waarschijnlijk naast elkaar bestaan. Dat zal wel een spektakel zijn. Over 1000 jaar zal er een nieuwe aarde en een nieuwe hemel komen en zullen de oceanen verdwijnen zodat er meer land vrijkomt. Nochtans hebben rechtvaardige ongelovigen en onrechtvaardige ongelovigen 1 ding gemeen: beide groepen zullen uiteindelijk een 2de maal sterven. Dit is in de vuurpoel, ofwel de Dode Zee waar ook Sodom en Gomorrah aan liggen. Maar uit deze 2de dood zullen ze ook weer opstaan om met de rest van de gelovigen het eeuwige leven in te gaan als de aionen ten einde zijn en de dood definitief vernietigd is. Ik zal mijn ongelovige ouders en familie weerzien. Pas over 1000 jaar. Van dit gemis heb ik op dit moment meer last dan de komende 1000 jaar omdat ik dan een andere psychologie krijg. Jezus zit al 2000 jaar aan de rechterstoel van zijn Vader. Mist hij zijn moeder en de apostelen? Vast wel, maar niet buiten proportioneel. We zien elkaar over 1000 jaar allemaal weer. Eigenlijk wel goed nieuws dus.
*
Religie leidt tot de dood
Religie heeft ervoor gezorgd dat Abel werd vermoord en dat Jezus werd gekruisigd. En dat Europa bijna was overgeleverd aan het zwaard van de Saracenen. Religie is de wet van evolutie in het menselijke goed willen doen. Maar als iemand zich kan beroepen op de werking van het vlees, dan is het paulus wel die als een bezetene de christenen vervolgde ongeveer zoals Hitler dit bij de joden deed. Saulus-Paulus was een fanatiekeling die kinderen uit de huizen sleurde van hun ouders en niet terugdeinsde voor moord en doodslag. Dat alles in de naam van religie en goede bedoelingen. Wat ooit was begonnen met goed willen doen, evolueerde tot moord en doodslag. Zie Fil. 3:4-7. Er zit hier een vreemde kronkel: de religieuzen menen dat de wereld nog niet goed genoeg is voor de terugkomst van christus maar de bijbel zelf zegt dat de wereld nog niet slecht genoeg is voor zijn wederkomst.
*
Geloof komt door horen 2
In Heb. 11:4 staat dat Abel door het geloof een meerdere offerrande geofferd had dan Kain. Geloof is uit gehoor en dus moeten Kain en Abel hebben geweten welk offer ze brengen moesten. Bovendien hadden beiden het van God gehoord. Abel geloofde dat wat hij van god had gehoord en Kain niet. In de historische volgorde in Gen. 4:3 en 4 wordt Kain eerst genoemd maar in de ervaringsvolgorde in Heb. 11:4 wordt Abel als eerste genoemd. Kain was niet goddeloos maar zeer religieus. Maar hij ging zijn eigen weg terwijl Abel gods weg volgde. Kain bracht van de vrucht van het land een offer. Maar dat land was even tevoren door god vervloekt. Abel bracht een offer van de eerstelingen van de kudde, van het vet ervan. Abel’s weg geschiedde door opoffering, door de dood van een plaatsvervanger. De weg van Kain naar god was zonder bloedvergieten. Maar zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving, Heb. 9:22. Er zijn dus 2 wegen naar god, welke religie je ook neemt.:
de ene is gods weg, de andere die van de mens
de één is door geloof, de ander door verbeelding
de één is door genade, de ander door verdienste
de één is door geloof, de ander door werken
de ene is ware godsdienst, de ander is religie
de ene weg is wat christus volbracht heeft, de ander is wat een mens kan doen.
De mens doet een heleboel en lijkt een eindeloze brei van pogingen om het goede te doen. De evolutietheorie is hier een voorbeeld van. Evolutie wordt gezien in menselijk handelen maar buiten dit wordt evolutie nergens waargenomen. We zien het werkzaam in de medische, wettelijke, militaire, politieke en economische wereld. En in elk onderdeel van de wetenschappelijke wereld. Maar op religieus terrein komen we het voor het eerst tegen. In Gen. 4 bij de geschiedenis van Kain en Abel toont god ons een begin. In de weg van Kain is al direct sprake van evolutie in religie. Maar bij Abel is dit niet zo. De weg van Abel is nooit veranderd. De weg van Kain is erop gericht om de weg van de mens te verbeteren. Maar deze weg zal uiteindelijk tot de komst van de anti christ leiden. De weg van Kain betekent dat de mens iets MOET doen. Tegelijk is er niets zo wreed in de wereld als religie. Religie doodde Abel en kruisigde christus. Het was religie waardoor Jeruzalem werd losgemaakt van rome en dat Europa terroriseerde door het opkomen van het zwaard van de Saracenen. In onze dagen is het religie die ten grondslag ligt aan de verdeelde wereldpolitiek.
*
Geloof komt door horen
Wat God tegen Henoch zei, is niet duidelijk. Maar Judas 14 in het Nieuwe testament lijkt hiernaar te verwijzen. Moeglijk vertelde god van de komst van de Here met diens heiligen (wij). Henoch geloofde god wat resulteerde in een wandel met god. Tot Abraham sprak god in de vorm van beloften en bevel. Abraham zou zijn eigen land verlaten en de belofte was dat hij een zoon zou hebben. Dit geloof is Abraham tot rechtvaardigheid gerekend, Gal. 3,5 en 6. God geloven is niet hetzelfde als een geloof beoefenen. De vraag, geloven wij, is even absurd als betekenisloos. Want wat of wie geloven wij? God zei tot onze voorouders, “als je daarvan eet, zul je sterven. De slang zei iets anders. En sindsdien is het stervensproces onomkeerbaar en nog steeds beweren mensen hetzelfde als de slang. Wie geloven we dan? Jesaja 55:8 zegt dat de gedachten en wegen van de mens altijd tegengesteld zijn aan die van god. Wie geloven wij dan? Dit was ook voor Israel in karnes barnea de vraag. Mozes had gezegd wat god hem had opgedragen, namelijk ga op en erf het land. Deut. 9:23. Heb. 3:19 verwijst hiernaar, namelijk dat de israelieten het land niet konden ingaan vanwege hun ongeloof. Heb. 3:7, “Heden indien u Zijn stem hoort.” maar zij hadden zijn etsme gehoord met de garantie dat ze in alle rust het leoofde land konden binnen gaan. Maar zij geloofden god niet. En dus bleven ze 40 jaar lang rondzwerven. uiteindelijk gingen ze aan land. In Hand. 3:19-21 staat het volk voor een ander Karnes Barnea. Petrus had het volk opgeroepen met de opdracht bekeer je en verbeter je. Nu stond het volk oog in oog met een andere belofte van de Here. Dit was de toekomst van de Here, die bekend gemaakt was in de vroegste brieven van Paulus, 1 Tess. 4:13-5:11. Dit was beter dan het heuvelland van de Amorieten of de oversteek van de Jordaan. Het was ingaan in het hemelse Kanaan zonder door de Jordaan als beeld van de dood tot opstanding te hoeven komen. Dit was een hoop voor hen die leefden en achterbleven. daarom schreef de apostel ook, wij die levend overblijven zullen (1 Thess. 4:15). Zoals 1 Thess. 4 het Karnes Barnea van de gelovigen in die dagen was, waarbij Israel als volk niet opging, zo is Fil. 3:10, 14, 20 en 21 ONS Kades barnea. Zoveel christenen menen dat de enige weg om Kanaan in te gaan, het oversteken van de Jordaan is, de rivier des doods. Sommigen willen nog zover gaan dat het door dood en opstanding is. Ze weigeren te geloven dat god iets beters voor ons in petto heeft. Petrus bood het koninkrijk aan, aan de joden. Maar het aanbod werd niet aangenomen en dus weer terug getrokken en het heil werd nu aan de heidenen gebracht. Viel er nog iets aan toe te voegen? In Joh. 16:12 zegt Jezus dat Hij nog een paar belangrijke mededelingen heeft die de discipelen op dat moment niet konden dragen. Waarom was dit zo? Omdat Jezus nog leefde en hij nog niet was opgestaan uit de doden.
*
Hoe verhouden onderstaande verzen zich tot elkaar?
1. Jakobus 2:20 – ‘Geloof zonder werken is dood.’
2. Romeinen 4:5 – ‘Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.’
Heel simpel, 1. was gericht aan de Israëlieten. 2. aan de natiën.
*
De incarnatie 3
God is god van binnenuit. Zo werd ook het woord tot vlees. Het eeuwige woord kreeg het vlees van binnenuit. God verkreeg niets van buitenaf. God wordt steeds meer van wat hij is Van de diepten van alles wat hij is. Christus was de glorie van God. Preciezer gezegd, het EFFECT van de glans van god IS de Zoon van God. Daarom noemt paulus god de Vader van glorie. De kerkgeschiedenis heeft hier altijd moeite mee gehad. Was Jezus tegelijk menselijk en goddelijk? God zou de menselijke natuur aan zijn Zoon toevoegen door Hem in onze aionen geboren te laten worden. Deze gedachte leidde tot de nog foutere gedachte dat Jezus zelf menselijkheid aan zichzelf had toegevoegd door zijn aardse geboorte in Maria. Deze conclusie kwam uit de volgende koker namelijk dat men aannam dat god alle dingen vanuit het niets schiep. In de theologie heet deze gedachte, “creation ex nihilo.”
Uit de schepping uit het niets volgt Pantheïsme, namelijk dat alles god is. Om de pantheisme uit het christendom weg te houden, maakte men scherp onderscheid tussen god en zijn schepping. Ze negeerden de verklaring van Paulus die zegt dat god boven alles, door alles en in alles is. Maar god had bij de schepping geen andere materie om mee te werken dan zichzelf. God is geest en geest heeft de unieke eigenschap dat als je er meer van weggeeft, hij meer wordt in jezelf. Zo schiep god ook ons heelal, uit zichzelf waarbij de geest zich vermeerderde in een andere dimensie. Zo werd hij niet alleen de eeuwige god maar tegelijk ook de aionische god vanuit hemzelf. Op dezelfde wijze, trok God de mensheid in Jezus naar buiten vanuit zijn goddelijkheid. Er was zelfs geen andere bron. De mensheid was niet aan Jezus toegevoegd in zijn aardse geboorte. Maar de actie van de heilige geest in en op Maria trok de godheid verder die inherent in Maria’s menselijkheid aanwezig was. Haar menselijkheid voerde terug naar Gods formatie van Adam van het stof uit de aarde, die op zijn manier terugvoerde op de geest substantie van god. Paulus zegt ons dat in Hem de volheid van de godheid wandelt, Lichamelijk. Alles wat God is, is de thuishaven van de incarnatie van christus. Zo belangrijk is dus de incarnatie. Deze is intrinsiek aan het doel van god dat uit de natuur van god opstijgt. Een lichaam krijgen is een heilig iets. Incarnatie was niet iets dat god tegen zijn natuur in deed. Een lichaam krijgen is intrinsiek aan de goddelijke natuur. God houdt ervan zichzelf een lichaam aan te meten, evenals de reproductie hiervan in zijn Zoon, Jezus. Vervolgens heeft God ons gemaakt in eenheid met christus. De kerk die zijn lichaam is, de volheid van Hem die alles in alles vult.
*
In Abel hebben we aanbidding door het geloof
In Henoch zien we de wandel door het geloof
In Noach zien we het getuigenis door het geloof
De volgorde is hier erg belangrijk. Velen proberen te getuigen van god terwijl ze de vreugde van het wandelen met god niet kennen. Dit alles is slechts een doen, wat eindigt in de dood. Het zijn werken, niet genade. Vaak zijn het uiterlijke dingen, niet geloof.
*
Komt Jezus in 2 fasen terug?
Los van de 5 aionische tijden is Gods plan met de wereld verdeeld in 4 grote perioden. Elke periode opent met een zegening en sluit met een oordeel.
(1) Van Adam tot de zondvloed.
(2) Van Abraham tot de verwoesting van Jeruzalem.
(3) Van Pinksteren tot de dag dat christus terugkomt.
(4) Van de opening van het 1000 jarige rijk van christus tot aan het oordeel van de grote witte troon.
Wij zitten in de 3de van deze perioden die begon met de zegeningen van Pinksteren en welke binnenkort zal sluiten als de Here terugkomt. Eigenlijk begint ons tijdperk in handelingen als Paulus naar de natiën gaat. De terugkeer van christus gaat met wat dingen gepaard: de manifestatie van onze Here in de hemel onder begeleiding van alle heiligen. Maar ook de opstanding van de doden, van Adam tot de laatste heilige die sterft vlak voordat de here terugkeert. En verder is er de omverwerping van het bolwerk van de antichrist en het oordeel over hem alsmede over alle natiën die met hem geheuld hadden. En tenslotte is er de bekering en het herstel van Israël. Deze gebeurtenissen vallen samen onder 2 fasen die te maken hebben met Zijn terugkeer.
(1) De afdaling van christus VOOR zijn heiligen.
(2) De afdaling van de Here MET zijn heiligen.
1. Eerst zal hij afdalen tot vlak boven onze planeet. Waar dit zal zijn is niet duidelijk. Misschien boven de wolken of zelfs boven de dampkring. Dan luidt de trompet van de eerste opstanding. De doden zullen opstaan uit hun graven en gekleed worden in nieuwe lichamen. Alle levende heiligen zullen in een oogwenk getransformeerd worden in een nieuw lichaam. Het is mogelijk dat tussen de opstanding van de doden en de verandering van de levende heiligen een korte interval zit. Maar deze zal echt niet lang duren. Het is ook mogelijk dat deze hele club nog een zeer korte tijd op aarde zal zijn om elkaar op te zoeken maar ook dit zal hooguit een kwestie van dagen zijn. Daarna gaat de hele meute de hemel in, richting Jezus. Nu is er wel een korte interval. Wat er met de opgebeamde heiligen gebeurt nadat ze weg zijn genomen kunnen we alleen raden. Mogelijk zal er een feest worden gehouden als een reùnie waarbij alle heiligen met elkaar zullen kennismaken. Waar zal dit gebeuren? Zeer wel mogelijk in Gods eigen stad, het Hemelse Jeruzalem. De stad wordt de bruid van het Lam genoemd en zal derhalve thuis bieden aan de bruid van het Lam. In Johannes 14:2 zegt Jezus dat hij een plaats bereidt voor ons. Dit is de stad van God en op die dag van zijn terugkeer zullen we in zijn koninklijk paleis binnengaan, Psa. 45:15. In de heiligen zal de eeuwige zoete harmonie aanwezig zijn die beschreven is in Ope. 4, 5. Maar beneden ons op aarde zal de chaos exponentieel toenemen met de meest wrede en beestachtige scenes zoals ze beschreven worden in mat. 24 en Ope. 6 tot 11 en 13 tot 18. Angst zal over de mensen komen en ze zullen niet weten waar ze het zoeken moeten. En dan…
2. De 2de terugkeer van christus zal nu plaatsvinden. De Here zal zijn zegetocht afmaken. Daar waar hij de eerste keer ergens boven de wolken was blijven steken, zal hij nu zijn voeten op de Olijfberg zetten. Dan zal hij zijn vijanden verslaan, de natiën oordelen en Israël herstellen. De 2de komst van Christus is één terugkeer van de Here naar de aarde maar deze is verdeeld in 2 trajecten. De terugkeer van christus wordt onmiddelijk genoemd, zonder voorafgaande tekenen en toch zullen enige gebeurtenissen geopenbaard worden als een noodzakelijk voorafgaan aan Zijn komst.
1. Passages die naar de terugkeer wijzen zonder voorafgaand teken zijn de volgende:
Lucas 21:34, 35, “niet bewust van de terugkeer”
Hebreeën 10:37, “nog weinig tijd.”
1 Thessalonicenzen 4:15-17, “In een moment.”
Openbaring 22:12, “Ik kom snel.”
Marcus 13:31-37, “Komt opeens.”
2. Passages die naar Zijn komst verwijzen met enkele gebeurtenissen eraan voorafgaand:
Lucas 21:Zechariah 12: Juda keert als een natie terug naar Zijn land.
29: Het uitkomen van de vijgenboom. Het joodse volk in haar land.
Matteus 25:14: “Het evangelie van het Koninkrijk wordt in de hele wereld gepreekt als getuige voor alle volkeren.
2 Thessalonicenzen 2:2, 3: “De openbaring van de antichrist en de wetteloze.
Beide tegenstrijdige teksten worden verenigd als we snappen dat ze bij de 2 fasen horen. De verwijzing naar Zijn terugkomst zonder tekenen vooraf hoort bij het eerste deel van zijn komst. Deze eerste fase was zelfs waar de eerste kerk al naar uitkeek en Paulus hield het voor mogelijk dat deze wegrukking al in zijn tijd zou plaatsvinden. Dit verbindt ons met de eerste kerk toen men met dezelfde verwachting bezig was. Paulus zegt zelf, wij die nog in leven zijn en achterbleven zullen weggenomen worden, (1 Thess 4:15,16), we zullen niet slapen maar in een fractie van een moment veranderd worden (1 Kor 15:51). Deze verwachting wijst absoluut naar het eerste deel van Zijn terugkomst. Het 2de deel van Zijn terugkomst zal echter gebeuren nadat een aantal gebeurtenissen hadden plaatsgevonden.
3. Voorspellingen over de 2de komst van christus bevatten in dezelfde verzen gebeurtenissen die vlak bij elkaar zijn geplaatst met toch een interval van enige jaren ertussen. Zodoende zal de interval tussen het eerste deel van Zijn terugkomst en het vervolg hierop in het 2de deel mogelijk ook een interval van enkele jaren bedragen. Neem Jesaja 9:6, 7 waarin over de 2de komst wordt gesproken: Want een Jongen is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en het leiderschap komt op Zijn schouderblad.” Dit is duidelijk een verwijzing naar zijn 1000 jarige heerschappij waarbij een interval van al bijna 2000 jaar voorbijging.
Opnieuw Jesaja 61:1-3, “De Geest van mijn Heer JAHWEH is op mij omdat JAHWEH mij zalft om berichten te brengen aan nederigen. Hij zendt mij om de verbrokenen van hart te verbinden, om vrijheid te verkondigen aan die gevangen genomen zijn en bevrijding aan die gebonden zijn, om een jaar van aanvaarding voor JAHWEH te verkondigen en een dag van wraak voor onze Elohim, om allen die rouwen te troosten, om over die rouwen in Zion te beschikken, om aan hen schoonheid te geven in plaats van as, vreugde-olie in plaats van rouw, een omwikkeling met lof in plaats van een gedimde geest. En Hij roept tot hen: Onderschikkers van rechtvaardigheid! Het planten van JAHWEH is om Zijn schoonheid te tonen.”
Tussen deze woorden en de daadwerkelijke vervulling ervan lag een tijdinterval van 1800 jaar. Dan Zecharia 9:9, 10, Jubel buitengewoon, dochter van Zion! Hef een roep aan, dochter van Jeruzalem! Zie!, jouw koning zal tot jou komen. Rechtvaardig en gered is Hij, nederig en rijdend op een ezel, op een hengstveulen, zoon van een ezelin, En Ik snij de strijdwagen af van Efraïm en het paard van Jeruzalem. En de strijdboog wordt afgesneden. En Hij spreekt vrede tot de natiën. En Zijn heerschappij is van zee tot zee, en van de stroom tot aan de uitersten van het land.”
Hier is weer een interval van 1800 jaar tussen de komst van Christus in Jeruzalem, het afsnijden van Israël en het opzetten van 1000 jarige rijk van christus. Zo leren we dat het naast elkaar zetten van diverse aankondigingen niet automatisch betekent dat ze ook direct achter elkaar plaatsvinden. Zo zal er tussen de 2 fasen van Zijn terugkeer een interval zitten van enkele jaren.
4. De vergelijking van verschillende voorspellingen van de 2de komst ontsluit verschillende klassen van gebeurtenissen. Vergelijk Johannes 14:2 en 1 Thess. 4:15-17 met Judas 14, 15, Zecharia 14:1-5 en 2 Thess. 1:7-9. De eerste 2 passages verbinden de terugkomst van christus met de opname van de ecclesia en de opstanding van de overleden heiligen. Er is geen spoor van oordeel of straf.
De laatste 2 passages verbinden de terugkeer van de Here met zijn afdaling met al zijn heiligen die hem dus op een tijdstip daarvoor al in de lucht hadden ontmoet, en met de overwinning op zijn vijanden. De eerste 2 passages hebben te maken met een vergadering in de lucht, de laatste 3 met een afdaling op aarde.
5. De fasen van Openbaring duiden op 2 verschillende fasen in de treugkeer van christus. De sleutel tot het verstaan van openbaring staat in Ope. 1:19 “Schrijf dan wat jij waarnam* en wat zij zijn en wat op het punt staat na deze te komen” zie ook Dan. 2:28-29.
Hier hebben we de 3 divisies van het boek “de dingen die je gezien had,” verwijzend naar het visioen van de verheerlijke Christus in Hoofdstuk 1, “de dingen die zijn,” die verwijzen naar de toestand van de ecclesia van christus gedurende de tijd dat hij afwezig is, namelijk de afgelopen 2000 jaar. Uitgebeeld door de beschrijving van de staat van 7 bestaande kerken en “de dingen die na deze komen,” verwijzend naar de gebeurtenissen in de volgende hoofdstukken aan het einde van het boek. Met uitzondering van hoofdstuk dat historisch is en terugblikt. Het 3de deel biedt een grafische weergave van de oordelen die zullen worden uitgegoten over de joden en de heidenen tijdens de Dag van de Here, namelijk in de intervalperiode tussen de 2 fasen van zijn terugkomst. Wat vinden we voordat deze oordelen uitgegoten worden? In de hoofdstukken 4 en 5 wordt de hemelpoort geopend en koekeloert johannes naar binnen. Wat ziet hij? Hij ziet de eeuwige koning zitten op de Troon.
*
Wij en zij
De stad van God die uit de hemel neerdaalt aan het begin van de 5de aion werd aan Abraham en zijn nakomelingen geopenbaard. Johannes zag de stad in een visioen dat pas na de opstanding werkelijkheid zal worden. En de gelovigen van nu zien ook naar haar uit. Er zit zo´n duidelijke lijn in deze openbaringen dat er wel een God MOET bestaan die gesproken heeft door de geschiedenis heen tegen de heiligen van alle tijden. Abraham is gestorven daarom moet hij eerst opgewekt worden uit de dood samen met isaak en Jacob om in de stad te kunnen wonen. De sadduceeèn geloofden niet in een opstanding uit de dood. Dit vonden ze onzin. Dood is dood, hoor je ook in onze tijd veel mensen zeggen. Maar Jezus legde hun het zwijgen op door Exodus 3:6 aan te halen waarin God zich de god van Abraham, de god van Isaak en de god van jacob noemt. Niet alleen een god van levenden die zijn opgestaan uit de dood maar ook een persoonlijke god van 3 individuen in plaats van een god te zijn van Abraham, Isaak en Jacob. Abraham was op dat moment al een kleine 2000 jaar dood toen Jezus de woorden sprak. Ook toen God tot Mozes sprak, stelde god zich voor als de god van Abraham. Dit was een eenvoudig en overtuigend bewijs van het feit dat Abraham ooit uit de dood zou worden opgewekt. Net als Jezus en net als wij. God noemt zich de god van Abraham omdat Hij met hem het begin en eind van een plan ziet, vanaf de opstanding uit de dood van Abraham tot en met zijn rol als vader van vele volkeren. God roept de dingen die nog komen moeten, Rom. 4:17 versus Gen. 4:17. God had besloten dit te zullen doen terwijl dit nog niet gebeurd was. Als God zegt, aan uw zaad heb ik dit land gegeven, Gen. 15:18 betekende dit dat dit bij zijn plan hoorde en niet dat het al gebeurd was. Abraham had op dat moment nog geen nageslacht. Lucas 20:37 heeft dan ook betrekking op deze hele gedachte van de opstanding uit de dood. Namelijk Mozes heeft het verklaard toen de Here de god van Abraham, de god van Isaak en de god van Jacob noemde. God is immers nu niet een god van de doden maar van de levenden. Deze stelling dat god niet een god van de doden is, is genoeg om de ontkenners van de opstanding de mond te snoeren. En om hen ervan te overtuigen dat er wel degelijk een opstanding uit de dood is. Hadden de doden toen al op een new age achtige manier ergens rond gezweefd in een Nirvana met hun ziel, dan had Jezus dit niet als argument kunnen gebruiken.
Abraham geloofde ook in de opstanding uit de dood, anders zou hij het niet aandurven om Isaak te offeren. Hebr. 11:18. Als we Hebr. 11:39 en 40 interpreteren aan de hand van de verzen 13-16 dan snappen we wie met zij en ons bedoeld worden. De eersten zijn zij die stierven in geloof terwijl met ons degenen bedoeld worden tot wie paulus schreef en paulus zelf. Ons zijn degenen die levend achterbleven. In 1 Thess. 4 gaat het weer over wij en zij. Degenen die levend zijn bij de terugkomst van Jezus zullen niet degenen voorgaan die op dat moment dood zijn en op moeten staan uit de dood. Eerst staan de doden op en daarna zullen wij die nog levend zijn samen met hen worden meegevoerd in de lucht. In Hebr. 11:40 staat ook weer zoiets. God heeft voor de WIJ iets beters in petto, namelijk weg gerukt worden zonder eerst te zullen sterven. En degenen die gestorven zijn zullen niet eerder tot volmaaktheid in hun opstanding komen dan wanneer de Here terugkomt. In Lucas 13:32 zegt de Here ook ten aanzien van zijn eigen opstanding dat hij te dien dage voleindigd wordt. De doden zijn in christus onvolmaakt omdat ze niet zijn opgestaan tot de Here voor de tweede keer komt. Daarom worden de doden niet zonder ons volmaakt. Het zij zonder ons niet in Hebr. 11:40 heeft een tegenpool in te zamen met hen in 1 Thess. 4:17. De apostel had hen in hebr. 10:37 al gezegd, nog even en Hij die komen zal, zal komen en niet blijven. In Hebr. 11:40 was in één klap dat goede en betere voor handen. De getuigen in Hebr. 11 geloofden wat god gehoord had en in onze tijd is het Paulus die zich tot ons richt. 2 Tim. 1:8 en Efeze 3:1. Het is onze plicht om deze dingen te geloven.
*
Vaderland
Over Hebr. 11:13-16 en de verzen 39-40. Ze zoeken een Vaderland. Ze hebben zichzelf tot gasten en vreemdelingen verklaard in deze wereld omdat ze nog niet in het hemelse land waren bij Hem. Het woord Vaderland is hier een apart woord. Het is niet een land in algemene zin maar een land waarin je vader woont. Grieks: Patris. Het komt 8 maal voor, in Hebr. 11, Mat. 13:54 en 57, Marcus 6:1 en 4; Lucas 4:23 en 24 en in Joh. 4:44. Steeds betekent het vaderland. In Hebr. 11 wordt uitdrukkelijk gezegd dat zij niet verlangden naar het huis van hun aardse vaders. In dat geval had Abraham eenvoudig terug kunnen keren naar Chaldea en Isaak en Jacob naar Mesopotamië. Dus gaat het hier om een hemels huis. God had hun een stad bereid, vers 16.
Tegen Abraham zei God, dit land zal ik u geven, Gen. 13:15 versus 15:13. Tegen Isaak zei God, aan u zal ik al deze landen geven… Gen. 26:3 en 4. Tegen Jacob zei God, aan u,… Gen. 28:4 en 13 … dit land waarop u ligt te slapen… Gen. 35:12 en 48:1-4.
In het Hebreeuws wordt het persoonlijke voornaamwoord U sterk benadrukt en telkens onderscheiden van uw zaad. Deze heiligen geloofde dus dat zij op zouden staan uit de doden om deel te krijgen aan de beloften. Des temeer beseften ze dat ze vreemdelingen waren in nota bene het land waarin ze rondzwierven dat God hen beloofd had. In wezen heeft God hun veel meer gezegd dan deze woorden want ze waren wel erg overuigd van hun geloof. Hun zwerftocht kwam niet voort uit een soort verbeelding of avonturisme omdat er nadrukkelijk staat, “door het geloof.”
Ze moeten ook gehoord hebben van die wonderlijke stad waar ze naar uitzagen; de stad van de god, Hebr. 11:10. Ook wij hebben van die stad gehoord en in Ope. 21:9-27 wordt ons haar naam verteld. We horen dus van dezelfde dingen als de heiligen van vroeger, Abraham etc. En dus zien we uit naar het moment waarop de stad neerdaalt vanuit de hemel op aarde, Ope. 21:10.
*
Andere tijden
Het woord dolen in Hebr. 11:38 is een ander dan dat in vers 37 dat met wandelen vertaald wordt. In vers 37 gaat het omzwerven of rondzwerven terwijl het in vers 38 gaat om wandelen. In vers 38 gaat het om hen die zich in spelonken en holen in de aarde verborgen hielden zoals die 100 profeten die door Obadja verborgen werden gehouden in een spelonk en gevoed werden met water en brood, 1 Kon. 18:4. In 2 Maccabeeën 10 staat ook zoiets, dat bij de viering van het Loofhuttenfeest herdacht werd hoe ze daarvoor in spelonken leefden en gelijk aan de wilde beesten waren geworden. In Joodse Oudheden 12, 6, 2 doet Flavius Josephus verslag van een verschrikkelijke gebeurtenis waarbij 1000 mannen, samen met hun vrouwen en kinderen liever verstikt werden door het vuur in de spelonken waarin ze zaten dan dat ze vochten op de sabbat. Maar ook in de 12de eeuw had je de Waldenzen die zich verborgen hielden omdat ze god geloofden en niet de mensen. Het waren andere tijden en andere mensen maar er was hetzelfde geloof dat gehoord had van de waarheden vanuit hetzelfde woord van God.
*
Verlaten en verdrukt
Nog erger dan in schapenvellen rondwandelen en je als een wild beest te gedragen, is het om dan ook nog verlaten en vervolgd te worden. David en Elia wisten er alles van. David kon hoveling worden in het Paleis van koning Saul. Maar hij had de woorden van God gehoord door Samuèl, zijn profeet. En Samuèl had David gezalfd om koning te zijn nadat God Saul verworpen had. Zie 1 Sam. 16:13 met vers 1 en 2. Maar eerst verkoos hij de wildernis en de eenzaamheid. De Psalmen staan vol van de diepte van zijn lijden. Maar ook van de grootte van zijn vreugde in God. Voor ons geldt dat we gericht zijn op de grotere David. Wij geloven Hem dat indien we ons lijden verdragen, we straks ook met Hem heersen zullen. 2 Tim. 2:12.
“Welke de wereld niet waardig was.”
De wereld vond deze uitgestoten heilige zwervers in hun rare dierenvellen maar vreemde entiteiten. Men achtte hen niet waardig om normaal deel te nemen aan fatsoenlijk menselijk verkeer. Maar de werkelijkheid was juist andersom. De wereld was deze zwervers niet waardig. Dit soort korte zinnen in de bijbel is erg belangrijk. We stappen met gemak over van de ene naar de andere politieke partij. Soms uit strategisch belang om een andere partij wind uit de zeilen te nemen. Soms ook wisselt men van kerk of snabbelt men wat aan Boeddhisme of activisme tussendoor. Maar in de genoemde bijbelteksten gaat het om heiligen die liever in dierenvellen rondliepen dan dat ze hun geloof verloochenden of zelfs helemaal in de wereldse politiek opgingen.
*
Wandelen in schaapsvellen
Zij wandelden in schaapskleren en woonden in grotten; de wereld was hun te min, Hebr. 11;37
Het dragen van schaapskleren kent in de bijbel een paar varianten want er zijn ook wolven die zich in schaapskleren hullen. En Johannes de Doper droeg nu ook niet bepaald kleren van Calvin Klein. De suggestie is dat de heiligen in Hebr. 11:39 schaapskleren droegen uit armoede. In de wildernis konden ze bovendien geen maatpak krijgen en moesten ze roeien met de riemen die ze hadden. Maar het gaat veel verder dan dat. Deze heiligen van God waren volledig verstoten door de mensenwereld en de valse religieuze systemen van die tijd. Ze waren zo verstoten dat ze niet eens meer de middelen hadden om zich te kleden of om kleren te kopen. Het was hun verboden of onmogelijk gemaakt om handel te drijven of geld te verdienen zodat ze ook niks konden kopen. Met een verwijzing naar de Laatste dagen waarin het restant van Israël ook niks mag kopen zonder of verkopen zonder eerst het beest te aanbidden. Deze mensen zullen wellicht als beesten worden en in schaapskleren rondklauteren. De heiligen in Hebr. 11:39 waren tot wilden gedegradeerd door een vijandige wereld en vooral door religieuze vervolging. Daar waar de vervolging van de wereld al wreed is, doet de religieuze vervolging er graag een schepje bovenop. En het was ook nog hun eigen keuze om zo te leven net zoals Mozes dat gedaan had (Hebr. 11:24-26). Als ze wilden konden ze teruggaan naar de bewoonde wereld en een normaal leven leiden mits ze wel concessies zouden doen aan het religieuze systeem waar ze door werden vervolgd. Hun geloof in god sterkte hen niet alleen om dit lijden als een wild beest te verdragen maar ook om hier vrijwillig voor te kiezen.
*
In Hebr. 11:34 staat wat geschreven over hen die aan het zwaard ontsnappen. Even verderop in vers 37 staat wat geschreven over hen die gedood werden door hetzelfde zwaard. Wat is het verschil? In het eerste geval gaat het om een groep die aan het zwaard ontkomt en door geloof overwon door god. Er was geleden voor god Het geloof overwon door te geloven wat god beloofd had. In het laatste geval betreft het een groep met een geloof waarin de gevolgen van wat god gezegd had voorop staan. Maar het was hetzelfde geloof en het kwam van horen door het woord van god. Letterlijk staat in 11:37, “door de slachting van het zwaard stierven zij.” Executie door het zwaard was de enige vorm van doodstraf die de koning grondwettelijk mocht toepassen. Izebel roeide de profeten op deze manier uit de weg maar ze kon nabot niet uit de weg ruimen zonder een officieel tribunaal waar ze overigens valse getuigen voor opriep. Ze roeide de profeten van de Here uit (1 Kon. 18:4) en wat dit betekent staat in 1 Kon. 19:10 en 14 waar Elia spreekt. “… de Israëlieten hebben uw profeten met het zwaard gedood.”
Moderne zogenaamde kritische theologen menen dat er maar 1 profeet is gedood in het koninkrijk van Juda door het zwaard, namelijk Uria (Jer. 26:23). Dit is een voorbeeld waaruit blijkt dat je dergelijke beweringen altijd moet toetsen. Deze moderne kritische theologen zijn niet te vertrouwen op hun woord. Jezus zei: Jeruzalem, Jeruzalem, Jij die de profeten doodt en stenigt die tot u gezonden zijn, Mat. 23:37. De kritische theologen zijn dan nog niet overtuigd en dus voegen we Jer. 2:30 eraan toe waar YHWH aan Jeremiah de opdracht geeft: “ga en roep voor de oren van Jeruzalem zeggende, uw zwaard heeft uw profeten verteerd als een verdervende leeuw.”
In 1 Sam. 22:18 staat dat de Edomiet Doëg 85 priesters doodde. Het Hebreeuwse muth betekent doden. In vers 21 staat hoe dit gebeurde: toen Abjatar David vertelde dat Saul de priesters van de Here gedood had.” Dit deed hij door harag wat doden met het zwaard betekent. De Jeruzalemse Gemara legt uit dat dit woord het equivalent is van onthoofden: de beschrijving van hen die gedood werden met het zwaard: zij onthoofden hen met een zwaard, in overeenstemming met de wijze waarop dat in het koninkrijk ging. Soms ging het ook met een bijl zoals bij Johannes de Doper. Ook Jacobus, de broer van Johannes onderging dit lot door Herodus Agrippa (Hand. 12:2). Petrus ontsnapte hieraan. Zo lezen we ook Ope. 20:4 de zielen van hen die onthoofd waren en ope. 6:9. Het woord zielen wordt hier gebruikt voor personen. De onthoofden zaten op de tronen en het oordeel werd hun gegeven en ze heersten met christus, de 1000 jaren. Dit vers is de vervulling van Ope. 6:9 waar johannes zegt, ‘ik zag onder het altaar de zielen van degenen die gedood waren om het Woord van God en om de getuigenis die zij hadden.”
*
Treiteren, intimideren, verzoeken
Bij religieuze onderdrukking kan men soms flink tekeer gaan. Het intimideren begint vaak met vragen stellen. Dit gaat van netjes tot kwaad tot erger met als doel de ander van zijn of haar geloof af te brengen. Het Griekse woord peiradzoo is de wortel van het woord verzoeken in Hebreeèn 11:37 en betekent; op de proef stellen door te ondervragen. Dit woord werd door de hebreeën aan wie de apostel schreef, goed begrepen. Het woord moet voor hen een sinistere betekenis hebben gehad. Vanuit de eerste Petrusbrief weten we dat deze verzoekingen nog steeds aan de gang waren voor de Hebreeuwse gelovigen. Petrus heeft het over de beproeving van uw geloof die veel kostbaarder is dan van het goud dat vergaat en door het vuur beproefd wordt. 1 Petrus 1:7. Het woord verzoeken komt als werkwoord voor maar ook als bijvoeglijk naamwoord, zoals je beproefde geloof; of je geloof dat beproefd is gebleken. De verzoeking van de gelovigen van toen lag in het aanbidden van christus als verlosser. Ten tijde van het Oude Testament had het te maken met het verlaten van de aanbidding van YHWH om afgoderij te gaan bedrijven. Wat de zwaarte van de verzoekingen van de handen van Izebel, Atalja, Achas en Manasse was, kan niemand navertellen. En we weten van de verzoeking van Chananja, Misaël en Azarja in Daniël. Met de brandende oven voor ogen bleven ze standvastig. Ze gingen de oven in en ja ze werden verlost. Maar de verlossing was niet uit geloof. Hun geloof maakte dat zij zich geen zorgen maakten m.b.t. het gevolg. Dat was de manifestatie van hun geloof en hierdoor bleek het echt te zijn. Onze verzoeking is dat we niet van de genadeboodschap afvallen en stiekem toch weer met één been in de wet blijven staan.
*
Jesaja in stukken gezaagd
De overlevering zegt dat Jesaja in stukken gezaagd is. Hier mogen we wel even bij stilstaan aangezien dit een ongekende wreedheid is. De verleiding is groot om er snel overheen te lezen en te denken dat het maar een bijbelverhaal is. Maar wat nu als hij echt in stukken gezaagd is. In de bijbel en in andere bronnen lezen we hier verder niets over. In de Gemara staat wel dat in de dagen dat koning Manasse regeerde, Jesaja vluchtte en in de ceder schulde waarna de ceder hem opslokte. Toen Manasse hiervan hoorde wilde hij dat de ceder in stukken werd gezaagd. De slippen van Jesaja´s kleren waren nog zichtbaar aan de ceder wat zijn aanwezigheid in de ceder verried. Toen de ceder doormidden werd gezaagd, stroomde het bloed er aan alle kanten uit. Daarom wilde de Here niet vergeven. 2 Kon. 24:4. Het lezen van 2 Kon. 24:4 is al genoeg om een idee te krijgen van de wreedheid die in die dagen plaatsvond. Men hoeft niet Antiochus Epiphanus erbij te halen. We lezen in 2 Kon. hoe YHWH Juda uit zijn gezicht haalde om de wandaden van Manasse. Als ook om het onschuldig bloed dat hij vergoten had zodat hij Jeruzalem met onschuldig bloed vervuld had. daarom wilde de Here niet vergeven. De kans is dus groot dat Jesaja in stukken gezaagd is maar ook als dit niet het geval was, hoeven we er niet aan te twijfelen dat dit bij anderen gebeurde, afgaande op 2 Kon. 24:4. Jesaja is uiteindelijk wel door theologen in stukken gezaagd. Men beweert dat er 2 Jesaja’s zijn, waarvan de één, hoofdstuk 1:1-39 schreef en de ander hoofdstuk 40-66. Dit is een even groot vergrijp als wat Manasse deed want Jesaja was echt wel één mens. En zijn boek is het woord van God. Jezus verwees naar beide delen en maakte geen onderscheid tussen 2 Jesaja’s. Jojakim versneed in de dagen van Manasse het woord van god met een schrijversmes. Moderne theologen doen hetzelfde.
*
Saulus was een vervolger van christenen tot Christus hem riep toen Saulus op weg was naar Damascus. Daarna werd hij paulus. Saulus had uit religieuze overtuiging de meest gruwelijke dingen gedaan. Hij had kinderen uit de huizen gesleurd en hen gedood en christenen naar de gevangenis gestuurd. Als Paulus deed hij juist het tegenovergestelde. Hij bracht een hele nieuwe genadeboodschap waarbij de wet buiten werking werd gesteld. Nu kwam hijzelf in de bajes terecht. Het verschil was echter dat hij helemaal alleen werd gelaten. Zijn directe vrienden vielen hem af. Hij voelde niet alleen de boeien in zijn huid klemmen maar veel meer voelde hij de eenzaamheid. Hij zei: de here heeft mij bijgestaan en me bekrachtigd, 2 tim. 4:17.
En niets is zo wreed als religie.
Onder izebel’s religieuze tirannie was de openbare aanbidding van Jahweh uitgeroeid. Vanuit 2 Kron. 11:14 weten we dat jerobeam als eerste een nieuwe religie in Israel introduceerde en de Levieten van hun bezittingen en eigendommen beroofde en hen verbood hun plichten jegens YHWH na te leven. Toen emigreerden ze naar Juda. Een andere omvangrijke uittocht was uit Efraïm, Manasse en uit Simeon, 2 Kron. 15:9 gedurende de regering van Asa, koning van juda. Deze teksten laten zien hoe groot de druk van vervolgingen was als gevolg van afgoden dienende koningen van israel: Achab en Izebel, Achaz en Manasse en Jojakim en Sedekia. Er waren dus niet alleen zware vervolgingen onder Antiochus Epifanus maar ook eerder al. Antiochus had een afgodenaltaar gebouwd op het altaar van god waar hij een varken offerde. Toch bleven veel Israelieten hun eigen god trouw en waren niet bang voor de straf die hen boven het hoofd hing als ze hun eigen god bleven vereren. Daarom werden ze gekruisigd en gemarteld terwijl ze nog leefden. Religie was altijd wreder dan gewone oorlogsvoering. Religie liet geen ruimte voor verweer. De Spaanse Armada voer uit om religieuze redenen. Onderdrukking van het geweten en uitroeiing van de vrijheid zijn de 2 doelen van religieuze vervolging.
*
Paulus zegt dat in Hem (Christus) alle dingen geschapen zijn. Dus moeten alle dingen in Hem zijn. Lees verder het eerste hoofdstuk van Kolosse. Paulus zegt dat de persoon van christus het beslissende domein is van alle bestaan. In HEM zijn alle dingen geschapen. Niet in één of andere theorie of in een onpersoonlijk domein maar in de specifieke persoon die christus is. Een persoon was waarin god alle dingen schiep. Deze ene persoon geeft voortdurend zin aan het bestaan en de bestemming van alles. De grond voor deze waarheid zien we al direct in Genesis. In de eerste vers van Genesis staat, “In het begin schiep god de hemel en aarde.”
In het Hebreeuws staat het woord begin maar het duidt ook op de eerstgeborenen. De eerstgeborene is Christus. Zo komen we bij de tegenhanger van Genesis 1, namelijk het eerste hoofdstuk van Johannes. Hier staat dat God alle dingen door het woord en IN het woord schiep. Bijvoorbeeld, je kunt met de trein naar Amsterdam reizen terwijl je ook IN de trein bent. Alles wat God doet, doet hij door en in zijn Zoon. Nu komen we in raar vaarwater terecht. Want degene in WIE alle dingen geschapen zijn, kwam op een dag in alles dat in Hem is. Christus in het vlees was nu beide, de kosmische christus EN de Jezus van Nazareth. Toen de Ene in wie alle dingen bij elkaar werden gehouden, door de incarnatie in dat alles kwam, kwam hij als essentie van dat alles. Pas in onze dagen heeft de wetenschap ontdekt hoe dit ongeveer in mekaar zou kunnen steken. namelijk door de ontdekking van DNA. Dit bevat alle essentie van die persoon in lichamelijke zin.
Met wat veranderingen in het DNA heb je een blauwdruk van Jezus en toch heeft deze voltooide blauwdruk een procesdimensie. De essentie van de mens zou met DNA verandering al behoorlijk verbeterd zijn. Maar door het gemuteerde DNA terug in de mens te injecteren, zou een proces beginnen waarbij zijn perfectie door de hele mens zou worden verspreid. Als het Nieuwe Testament van het lijden van christus spreekt, dan houdt dit woord meer in dan wat pijnlijk was voor de Here. Eerder verwijst het naar het geheel van zijn menselijke ervaringen. Christus is ons DNA. Christus onderging zo’n proces van mutatie hier op aarde door de manier waarop zijn vader hem beproefde. Bij elke beproeving trok zijn vader de heerlijkheid verder uit Hem totdat Hij volledig aan het glorie-infuus zat. Met de dood en opstanding keerden goddelijkheid en menselijkheid terug naar de eeuwige waar Hij zelf vandaan kwam. En van waaruit wij in Hem kwamen. In de koers van Zijn korte menselijke bestaan, van zijn geboorte tot de dood, opstanding en verheerlijking, was het DNA van de mensheid gecorrigeerd en vervuld. Het was opgenomen in het christus gebeuren maar bij de anti climax was de dood verzwolgen in de overwinning van Jezus over de laatste vijand. Jouw DNA, (Christus in jou) is al verheerlijkt en alle weerstand hiertegen van jouw eigen vlees, van de wereld en de duivel, kan hier niet tegenop. Het zal getransformeerd worden want het is al getransformeerd in Hem. Je zult volledig vernieuwd worden omdat je DNA al vernieuwd is, dat christus is in jou.
*
De namen van de Tabernakel
Het is belangrijk om de verschillende woorden die de heilige geest gebruikt voor tabernakel op te merken en om zijn ontwerp te analyseren.
1. Het Huis (Beth).
2. De tabernakel (Mishkan) = een plaats waar men zich ophoudt. Het woord komt van shakan, dat wandelen of zich ophouden betekent. Het gaat om de aanwezigheid van Jehova in het Licht, de Shechina genoemd. Ex. 25:8.
3. De tent (‘Ohel). Deze was al opgericht als plaats van aanbidding voordat de tabernakel er was.
‘Ohel Moh’ed = tent van samenkomst en vergadering.
5. De tabernakel van getuige, ‘ohel ha-eduth. = de tent die de tafels bevat met de wet van Mozes, als getuige van hun verbond met Jehova. Ex. 16:32-34; 25:21.
6. Heiligdom. Hebr. kodesh, of heilige plaats.
Vergadering is ‘edah,” wat algemeen, groter en overal is, terwijl bijeenkomst, Kahal, lokaal en op kleinere schaal is.
*
Babel en Pinksteren
Verbonden met het wonder van talen bij Babel was de verstrooiing van de natiën “over de oppervlakten van heel het land” (Genesis 11:8; SW). Verbonden met het wonder van talen bij de Pinksterdag is de verstrooiing van de Twaalf Stammen over heel de aarde. Beide gebeurtenissen waren een teken van het nationale oordeel van God. Beide werden gevolgd door de selectie van een nieuwe leider. Babel, in Genesis hoofdstuk 11, werd gevolgd door de afscheiding van Abram (wiens naam later gewijzigd werd in Abraham), in Genesis hoofdstuk 12. Pinksteren, in Handelingen hoofdstuk 2, werd gevolgd door de afscheiding van Saulus (wiens naam werd veranderd in Paulus) in Handelingen hoofdstuk 9.
*
Openbaring
Het taalgebruik in het boek Openbaring is het taalgebruik van de 12 apostelen. De openings woorden van Openbaring zijn verbijsterend. In vers 3 staat bovendien, de tijd is nabij. Christus wist dat het aanbod van Petrus in Handelingen 3:19-26 verworpen zou worden. Toch mocht Johannes er niets over schrijven. Dus schreef hij aan de 7 gemeenten over dingen die wel begrepen zouden worden. In Openbaring staat niets over de verwerping van het koninkrijk door Israël. De keuze van Israel liep door tot Handelingen 28:23. In Openbaring wordt op een realistische wijze gesproken van de dingen die aanstaande waren. De brieven moeten ook zeer veel indruk hebben gemaakt op de 7 gemeenten. Petrus had ook al verklaard dat dit het was wat door Joël al voorzegd was ten aanzien van de Dag des Heeren. Zie Joël 2 en 3. De brieven aan Efeze en Pergamus herhalen de verzekering, “zie ik kom spoedig.” Ik kom haastig, was ook de boodschap aan de gemeente van Filadelfia, Ope. 3:11 met hetzelfde woord haastig in Ope. 22:20. Ik sta aan de deur en klop, was de boodschap aan Laodicea, ope. 3:20. Met dezelfde betekenis als Jac. 5:9, zie de rechter staat voor de deur.
De woorden voor Efeze, `ik heb tegen u gezegd dat u uw eerste liefde hebt verlaten,” Ope. 2:4 moeten een speciale betekenis hebben gehad voor de ontvangers van toen, zeker in het licht van Hand. 19:10 en 2 Tim. 1:15. Ja, de Dag des Heren was nabij. Het volk stond op het punt om zich te bekeren en dan was het koninkrijk toen al aangebroken. Overigens waren we dan de bedeling van genade misgelopen. Maar de oproep werd verworpen en Christus kwam toen niet terug. Alles is uitgesteld. Wel is er een bedeling van genade ingevoegd in het tijdsframe. Gelukkig maar voor de heidenen.
*
Johannes had hem gehoord
In de openingswoorden van 1 Johannes horen we de woorden klinken uit Hebreeèn 2:3. Johannes was één van degenen die Hem gehoord hebben. Hij begint zijn brief als volgt:
“dat wat we van het begin af aan gehoord hebben en gezien hebben met onze eigen ogen… Wat wij gehoord en gezien hebben, verkondigen wij u. 1 joh. 1:1-4. Hij schrift in het bijzonder aan de Hebreeën en wel aan het einde van die bedeling.
Hij gebruikt ook Hebreeuwse uitdrukkingen zoals “voorspraak” (trooster) bij de Vader zoals hij ook gehoord had uit de mond van Jezus zelf. Joh. 14:16-17. Hij voegt eraan toe: “het is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze maar ook voor de zonden van de hele wereld. 1 Joh. 2:2. Hier onderscheidt Johannes zichzelf en zijn volk Israël tot wie hij gezonden was om van Hem te getuigen.
*
De brieven van Petrus
Ook Petrus schreef aan de joden in de verstrooiing. Hij verkondigde dezelfde boodschap als de oude profeten. Hij noemde deze gelovigen buiten Israel een heilig priesterdom en als de schapen van zijn wei. Hij vertelt hen dat het einde van alle dingen nabij is. En dat het oordeel komt over allen die ongehoorzaam zijn, verwijzend naar zijn eigen bevel in Handelingen 3:19 en de zaligheid in Hebr. 2:1-3. Petrus getuigde dat door de dood en opstanding van christus, God de gelovigen heeft doen wedergeboren tot een hemelse erfenis. Deze zou dan geopenbaard worden nadat de beproevingen voorbij waren. 1 Petrus 1:5. Hier wordt openbaren op dezelfde manier gebruikt als in 1 Petrus 4:13 en 5:1. Dit woord hoorde bij de belofte waarbij christus gezonden zou worden als de joden zich zouden bekeren. Het maakt geen deel uit van onze hoop nu. Wij wachten op de bovenroeping en niet op de openbaring of op de dag van de here. In zijn tweede brief schrijft Petrus over het gegeven dat de gelovigen van zijn tijd dat…
“Want zo zal aan jullie de intrede in het aionische koninkrijk van onze Heer en Redder, Jezus, rijkelijk toegevoegd worden.”
Petrus stelt zichzelf onder hen die Hem gehoord hadden als hij zegt: “en deze stem hebben wij gehoord toen we met Hem op de heilige berg waren.” Aan het einde van zijn tweede brief schrijft hij over de dag des Heren die zal komen als een dief in de nacht. Daarna gaat het over de Dag van God die op deze dingen zal volgen. waarna de nieuwe hemel en aarde zich zullen aandienen. Deze teksten staan vol met persoonlijke voornaamwoorden waaruit duidelijk wordt dat de apostelen zichzelf rekenden tot de doelgroep aan wie ze schreven. We weten nu dat de joden dit aanbod van het koninkrijk en de tweede komst van christus verworpen. Toen het was het koninkrijk dichtbij, nu is het uitgesteld. Zo kunnen we woorden als “haast” en “nabij” plaatsen, Openbaring 1:1. Johannes schreef vlak voor het einde van zijn bedeling en riep daarom op om haast te maken met de bekering. Hij noemde zijn periode het laatste uur. Wij lezen openbaring nu alsof het een voortzetting is van onze heidense geschiedenis omdat we de crisis in handelingen 28 negeren en het grootste drama in de geschiedenis, namelijk de verwoesting van Jeruzalem in 70 na christus. Het boek is echter voor de joden bedoeld.
*
De algemene brieven
De laatste 7 brieven in de bijbel heten de algemene brieven. Ze zijn geschreven door hen die Jezus gehoord hadden. Niet alle apostelen hebben hieraan mee geschreven maar slechts 4 werden hiervoor uitverkoren: petrus, jacobus, Johannes en Judas (Mat. 13:55, Mar. 15:40. Deze brieven volgen in de oudste Griekse manuscripten direct op het boek Handelingen waarbij de brief van Jac. meestal vooraan komt.
De brief van Jacobus
Jacobus schreef aan de 12 stammen in de verstrooiing. Hij schreef de brieven in de bedeling die in het boek Handelingen beschreven wordt. Het ging nog steeds om de koninkrijksopdracht, namelijk dat als de joden zich zouden bekeren, dan het koninkrijk zou doorbreken. Hijzelf en de Israëlieten zouden zijn als de eerstelingen. Paulus borduurde voort op deze eerstelingen in zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen. hij schreef dat eerst de dode heiligen zullen opstaan en dan pas zij die levend zijn. Zij zouden inderdaad dezelfde eerstelingen zijn als waarover jacobus het had gehad. God had door petrus beloofd dat christus jezus zou verschijnen als de joden zich zouden bekeren en dat dus het aanstaande koninkrijk een feit was. Ja, zelfs Paulus schreef in gelijke woorden over wat Petrus gezegd had. Dezelfde Here zei dus twee keer hetzelfde, eerst tegen Petrus en later tegen Paulus in 1 Thess. 4. Paulus was er niet bij toen de Here deze woorden aan petrus verkondigde maar blijkbaar had hij ze nogmaals van de Here zelf gehoord. Dan nog iets. jacobus zei, Zie de rechter staat voor de deur. Christus was op dat moment dus nog niet gezeten maar zoals ook Stefanus hem zag, Stond Hij nog. Alsof hij wachtte op Israël’s bekering en om in overeenstemming met Handelingen 3:20 (petrus) gezonden te worden. In hebr. 10:12 schreef paulus wel over de Here, dat hij gezeten is aan Gods rechterhand. Maar deze opmerking is juist om het contrast weer te geven met de aardse priesters die altijd staan omdat hun werk nooit af was. Jacobus schreef over geloof dat voltooid werd met werken. De Romeinenbrief was nog niet geschreven. Hij verwees naar Abraham die geloofde en een Ark bouwde waarmee hij zijn geloof dus bekrachtigde. En hij verwees naar Rachab die een levend geloof had en de spionnen van de Here ontving in plaats van hen te verraden. Ook zij bekrachtigde haar geloof door werken. Beiden, Abraham en rachab ging niet de deuren langs om geld in te zamelen voor goede doelen. Nee, ze hadden hun eigen taak en rol gekregen.
*
Was Handelingen het begin va de kerk?
De toespraken in Handelingen zijn gericht tot de leiders van het volk. Het hele volk werd opgeroepen tot bekering. Op de Pinksterdag riep Petrus de joden op om zich te bekeren. Hij begon met de openingswoorden van de profeet Joël vers 16, “dit is het, wat gesproken is door de profeet Joël. Maar deze woorden gaan niet over de vorming van de eerste kerk. Joël en Petrus spraken met betrekking tot het koninkrijk en niet anders. Dan kun je Petrus in Handelingen 2 beter volgen en kun je zijn lijn volgen naar Handelingen 3 waar hij zijn woorden verder uitdiept. De Dag des Heren was dichterbij gekomen en dit werd dan ook verkondigd in de naam des Heren. Het oordeel zou beginnen bij het Huis van God, 1 Petr. 4:17. Want de rechter staat voor de deur, Jac. 5:9. Petrus eindigt zijn Pinkstertoespraak met de woorden, “wordt behouden van dit verkeerd geslacht. Hand. 2:40. Het was de roep om onmiddelijke ontsnapping aan het oordeel dat over dit geslacht zou komen zoals voorzegd in Lucas 21:23. Hier gaat het helemaal niet om het begin van de gemeente. Petrus en de apostelen waren voor de besnedenen en deden niets anders dan de woorden herhalen die ze gehoord hadden van christus. De hernieuwde verkondiging om zich te bekeren vinden we door heel handelingen terug, later ook door Paulus in de synagogen buiten Israël. Het kreeg zijn voltooiing in Rome waar veel joden het aanbod van het koninkrijk afwezen. Hand. 28:17-25. Paulus herhaalde nog eens wat God gesproken had bij monde van Jesaja 6:9. Jezus had deze woorden herhaald in Mat. 13:13-17. Hij dee dit een 2de keer in Joh. 12:37-41. Op beide momenten sprak Hij deze woorden in verband met de verwerping van Zijn werken en woorden. Nu voor de 3de en laatste keer wordt het bevestigd door Paulus in hand. 28:25. Elke herhaling van deze profetie markeerde een crisis in de geschiedenis van israel. Deze laatste keer werd kort daarna gevolgd door de verwoesting van Jeruzalem en de verstrooiing van de joden. De aanwezigheid van joden in ons midden is hier nog een getuigenis van.
*
Zij die Jezus hoorden
God sprak door Jezus tot ons, en tot de discipelen en een hele groep van andere mensen die Hem gehoord hadden. We gaan tot Paulus en tot aan de Hebreeën aan wie hij schreef. Het spreken in Hebr. 2:3 en 4 is verdeeld in tweeën.
1. de bevestiging door hen die de Zoon hoorden.
2. het getuigenis dat God aan hun getuigenis toevoegde door tekenen en wonderen en allerlei krachten van de heilige geest.
Wie hoorden Hem?
Het spreken van Jezus was tot de joden gericht. Maar degenen die hem nadrukkelijk gehoord hadden, waren de 12 apostelen. Er waren geen anderen op aarde die zo nadrukkelijk namens God konden spreken. De bediening van Jezus werd na zijn hemelvaart voortgezet door de 12 apostelen. Zijn bediening was begonnen na de overlevering van Johannes de Doper in Mat. 4:12 met de oproep aan het volk, :”bekeert u” Er werd echter geen aandacht geschonken aan deze oproep. Jezus kwam ook niet om een gemeente of kerk te stichten maar om een dienaar te zijn van de besnedenen, Rom. 15:8. De 12 apostelen bevestigden zijn woord. Hij werd niet gedoopt om een sacrament voor een kerk in te stellen maar opdat Hij aan Israel geopenbaard zou worden. Ook de 12 apostelen kregen niet de opdracht om een nieuwe gemeente te stichten. Zij moesten de oproep tot bekering van Jezus aan het volk herhalen. Om zo Zijn aankondiging te bevestigen en de koning en het koninkrijk opnieuw aan te bieden op die ene voorwaarde van nationale bekering.
*
Het koninkrijk
Als God nu een paar eeuwen na de profeten opeens weer begon te spreken door zijn Zoon, dan betekent dit dat alle woorden van Jezus een goddelijke wijsheid bevatten. Toen Hij 12 jaar was, zei hij tegen zijn moeder, “Wat is het, dat u Mij gezocht hebt? Wist u niet dat ik de dingen van Mijn Vader moet zijn?” Lucas 2:49. De laatste woorden die Hij sprak waren “Het is volbracht.” En wat was er volbracht? Antwoord: de dingen van de Vader waarmee Hij bezig moest zijn, Psalm 40:7 en 8.
De bediening van Jezus was verdeeld in 4 thema’s:
1. de verkondiging van het koninkrijk, beginnend bij Mat. 4:12 tot en met Mat. 7. Al deze woorden staan in verband met het koninkrijk en niet met de huidige bedeling.
2. Het 2de onderwerp had betrekking op Hemzelf. Het begint met dat hij verkondigd wordt als de Here en als de mensenzoon. Al zijn woorden vanaf Mat. 8:1 tot en met Mat. 16:20 laten zien dat hij volkomen god en volkomen mens was. Zijn woorden waren scheppingswonderen.
3. Het 3de onderwerp, beginnend bij Mat. 16:21 was zijn verwerping door Zijn eigen volk, Israël dat Hem niet aannam, Joh. 1:11. Van toen aan zei Jezus tegen zijn discipelen dat Hij naar jeruzelem moest waar hij veel moest lijden. Dat gaat zo door tot Mat. 20:34.
4. Het 4de onderwerp was opnieuw het koninkrijk maar nu niet de verkondiging maar de verwerping ervan. Dit begint in Mat. 21:1 en eindigt in Mat. 26:35. Alle gelijkenissen die in die tijd werden uitgesproken, verwijzen naar de komende overgang van bedelingen en spreken van een naderende bedeling waarin het koninkrijk uitgesteld werd als gevolgd van Zijn verwerping.
Schema:
A. Mat. 4:12-7:29 Het koninkrijk aangekondigd
B. Mat. 8:1-16:20 De koning aangekondigd
B. Mat. 16:21-20:34 De koning verworpen en Zijn regering uitgesteld
A. Mat. 21:1-26:35 Het koninkrijk verworpen en uitgesteld.
Het koninkrijk van Jezus en ook de verwerping hiervan zijn de centrale thema’s in het Matheusevangelie. De bediening van christus past in de volgende structuur:
A. Mat. 1:1-2:23 Voor Zijn bediening
B. Mat. 3:1-11 De Voorloper
C. Mat. 3:12-17 de doop
D. Mat. 4:1-11 De verzoeking
E. Mat. 4:12-7:29 Eerste periode; het koninkrijk
F. Mat. 8:1-16:20 Tweede periode; de koning.
F. Mat. 16:21-20:34 Derde periode, de koning
E. Mat. 21:1-26:35 Vierde periode; het koninkrijk
D. Mat. 26:36-46 Het lijden
C. Mat. 27:47-28:14 Dood; begrafenis en opstanding.
B. Mat. 28:16-18 De opvolgers.
A. Mat. 28:19 en 20 Na Zijn bediening.
Jezus spreekt de woorden van zijn Vader die worden begrensd door deze structuur.
*
Kenoosis
In het oude Testament zijn de profeten op een bepaald moment uitgekletst. Dan een paar honderd jaar later wordt Jezus geboren. En God preekt weer, nu door Hem. Hij spreekt dus nu direct door Zijn Zoon en niet door de zoveelste geroepen mens. En dus spreekt god ook niet door de heilige geest. Het spreken van God was gericht tot de joden. En dus niet tot de heidenen. Hebr. 2:3. Het spreken van God door Zijn Zoon was het hoofdthema van de profetie. God had dit al tegen Mozes gezegd in Deut. 18:15. De aanwijzing van Jezus kwam overeen met Numeri 11:29 en 12:6 en de heilige geest zalfde Jezus tot diens profetische dienst. Mozes werd geroepen in de nabijheid van de brandende braamstruik, Jezus werd gezalfd in de nabijheid van het water van de Jordaan. Nu sprak God door Zijn Zoon en de 4 evangeliën zijn letterlijk het woord van God. In het Johannesevangelie zegt Jezus 7 maal dat Hij de woorden van zijn Vader spreekt: Joh. 7:16, 8:28, 8:46, 12:49, 14:10, 14:24, 17:8.
Zo is er een tendens om in onze moderne tijd het boek Jona af te doen als een grappig verhaal en het boek Daniël als een vervalsing of om Psalm 110 niet te beschouwen als zijnde door David geschreven. Moderne theologen noemen dit kenoosis. Dit woord staat in Fil. 2:7 waar het gaat om de kenoosis-ontlediging van de here. Maar de theologen passen het evengoed toe op de bijbel zelf. Men probeert dan de bijbel te ontledigen van de mythe. En zo zou ook Jezus gekletst hebben alsof Hij niet beter wist toen hij over jona, Danièl en David sprak. In werkelijkheid ontledigde Hij zich van de heerlijkheid die Hij had bij de Vader voor de wereld weer was. Daarna nam Hij de gestalte aan van een dienstknecht. Niettemin was Hij wel vervuld met goddelijke wijsheid en doorgrondde hij de harten van de mensen.
*
Jezus pauzeert, Paulus pauzeert
“Paulus” is afgeleid van de Griekse wortel pau, dat “een pauze” betekent. Bij de roeping van Paulus begint God bij Israël op de “pauzeknop” te drukken. Die knop wordt uitgebreid behandeld in Romeinen 11:8 – “God geeft de joden een geest van bedwelming, ogen om niet te zien, oren om niet te horen, tot op de dag van heden.”
Dan Jezus…
In Lukas, hoofdstuk 4, beginnend bij vers 17, liep Jezus de synagoge in en stond op om voor te lezen uit Jesaja 61:1 en 2. Maar Hij stopte na vers 1.
Waarom stopte Jezus midden in een zin? Ten eerste, ja, Hij stopte inderdaad in het midden van een zin. Hij pauzeerde en gaf toen de boekrol terug aan de dienaar en ging zitten. Hij las uit Jesaja 61, vers 1 en 2. Waarom ging Hij niet gewoon verder met de zin, met de rest van vers 2? Maar Hij deed het niet. Jezus stopte in het midden van een zin, God nog an toe. Waarom ging Hij niet verder? Hij kon niet verder gaan. De daaropvolgende woorden verwijzen naar het einde van dit huidige “tijdperk van de volkeren” en de grote oordelen van het boek Openbaring die Israël, eindelijk, zullen binnenleiden in het duizendjarig koninkrijk. Als onze Heer verder gelezen had in Jesaja 61, vers 1 en 2 (Hij las vers 1 helemaal, maar gaf de boekrol terug en ging zitten in het midden van vers 2), dan was de volgende zin geweest: “en de dag van wraak van onze God.”
Dit deel van de profetie moest nog niet in vervulling gaan – niet in die tijd.
*
Van Cyprus tot Yalta
Cyprus is in tweeën gedeeld, heel beeldend alsof het om Saulus voor het Turkse gedeelte (Tarsus) gaat en om Paulus voor het Griekse gedeelte. Want hier op Cyprus werd de blauwdruk beklonken voor Gods plan voor de komende 2000 jaar met de heidenen. Zoals we na de Tweede Wereldoorlog de bijeenkomst in Yalta op de Krim hadden met Stalin, Roosevelt en Churchill die de contouren van de toekomst bespraken, zo vond op Cyprus ook iets plaats wat we nog steeds maar moeilijk kunnen bevatten. Toen de geest Paulus en Barnabas afzonderde voor het werk van deze bijzondere en unieke opdracht, zou een man uit de volkeren – een heidense regeringsfunctionaris – het tweede, zuiver heidense lid worden van het lichaam van Christus.
Handelingen 13:4-7, uit The Message:
Uitgezonden door de Heilige Geest, gingen Barnabas en Saulus naar Seleucië en namen een schip naar Cyprus. Het eerste wat ze deden toen ze aanmeerden in Salamis was Gods Woord verkondigen op de plaatsen waar Joden samenkwamen. Ze hadden Johannes bij hen om hen te helpen. Ze reisden het hele eiland over tot ze in Pamos een Joodse tovenaar aantroffen, die zichzelf had opgewerkt tot vertrouwenspersoon van de proconsul, Sergius Paulus, een intelligente man, die zich niet snel liet beetnemen door charlatans. De tovenaar heette Barjezus, hij was corrupt tot in zijn tenen. Laat ik je voorstellen aan de hoofdrolspelers in dit drama dat op het punt staat zich te ontvouwen op het eiland Cyprus.
Paulus: Eerste lid van het lichaam van Christus.
Sergius Paulus: Proconsul van Pafos; heidense man; ongeschonden penis; boomaanbidder; intelligent; niet makkelijk te bedriegen door charlatans.
Barjezus: Joodse tovenaar; hielenlikker van Sergius Paulus; corrupt tot in zijn tenen.
Barnabas: Reisgenoot.
Nogmaals, er stond iets te gebeuren dat bepalend zou zijn voor ons tijdperk. Een plaatje is duizend woorden waard. Kijk:
De proconsul nodigde Barnabas en Paulus uit bij hem binnen te komen om Gods Woord uit de eerste hand te kunnen horen. Maar Dr. Weetal (zo heet de tovenaar in gewoon Nederlands) zorgde voor opschudding en probeerde de proconsul ervan te weerhouden om een gelovige te worden. Maar Saulus (of Paulus), vol van de Heilige Geest, keek hem recht in de ogen en zei…
Handelingen 13:7-9, The Message
Wat hij zei dat horen we zo meteen.
Eerst wil ik dat je opmerkt dat hier – recht voor je neus – het magische moment is waarop Saulus Paulus wordt: “Maar Saulus (of Paulus), vol van de Heilige Geest…”
Het Concordant Literal New Testament [zie ook www.schriftwoord.nl] zegt: “Saulus nu, die ook Paulus is…”
*
Antiochië, nieuwe geestelijke hoofdstad
In combinatie met dit geleidelijke verval van Israël en het omhoogkomen van de volkeren, vervangt Antiochië Jeruzalem – in Handelingen 11:25 – als het geestelijke hoofdkwartier van de wereld. Wat een enorme omschakeling. Waar predikte Petrus met Pinksteren in Handelingen, hoofdstuk 2? Jeruzalem. Hoe lang was Jeruzalem Gods hoofdkwartier geweest? Voor lange tijd – tot Paulus. De Griekse onderdelen van de naam “Antiochië” zijn IN PLAATS VAN – IN ERE HOUDEN. Gods waarheid wordt nu hier in ere gehouden, tussen heidenen, in plaats van in Jeruzalem, waar Israëlische afvalligheid heerst. Er gebeurt iets heel bijzonders in Antiochië, in Handelingen, hoofdstuk 13, dat dienst doet als een microkosmos van het geheel van Gods bedoeling in deze schijnbaar chaotische tijden.
*
Jezus uitgekletst?
Na de hemelvaart van Jezus brak er een onduidelijke periode aan. Was Zijn vlam uitgedoofd? Ging het leven verder als voor Zijn komst? In de eerste paar hoofdstukken van Handelingen zweefde Israël dicht bij de deur van het koninkrijk, terwijl de volkeren nergens waren. Maar in Handelingen, hoofdstuk 12, was Israëls fortuin afgenomen: Stefanus was gestenigd, de discipelen verstrooid, Jacobus gedood en Petrus uiteindelijk verbannen naar Babylon. Maar in hoofdstuk 9 riep God Saulus en in hoofdstuk 13 verheugden de volkeren zich in ongekende genade. Niemand wist nog dat God iets achter de hand hield voor de heidenvolken (een geheim, verborgen in God tot op Paulus, Efeziërs 3:9), waarvoor Israël verblind moest worden, afvallig moest worden en de vervulling van haar roeping voor een paar duizend jaar uitgesteld moest worden. Tegen het einde van het boek Handelingen was Paulus in Rome bezig de Efezebrief te schrijven en was Israël aan de kant gezet (Handelingen 28:25-28) totdat de volheid van de volkeren zal binnengaan (Romeinen 11:25).
*
wie heeft het mis? Islam of christendom?
Onze Heer was óf de grootste bedrieger in de geschiedenis van onze planeet, óf Jezus Christus was precies Wie Hij zei dat Hij was. De priesters van Israël doodden Hem omdat Hij beweerde Gods Zoon te zijn. De stoutmoedigste uitspraken van Christus kenden geen gulden middenweg wat betreft Zijn identiteit en bediening. Andere religies, zoals de Islam, maken van Jezus Christus slechts een grote profeet. Als dit waar is dan was Hij geen grote profeet, maar eerder een liegende profeet. Welke profeet eist het recht op om aanbeden te worden als Godheid? Profeetschap was niet Zijn getuigenis. Jezus’ getuigenis was dat Hij niemand anders was dan de Zoon van God – en dat Hij al bestond vóór Abraham (Johannes 8:58).
*
God is geen gentleman
Mensen hebben me verteld: ‘God is een gentleman.’ Dan zeg ik: ‘Echt waar? Laat maar zien die tekst.’ God is veeleer een Welwillende Indringer van mensenlevens. Als God niet over ons handelt, dan handelen wij niet. Zijn genade is despotisch. Hij overweldigt eerst en stelt later vragen. Geloof is niet het muntje dat de kauwgombal van redding naar buiten schiet: Geloof is de reactie op iemands besef van Gods historische handeling. Christus redt ons en geeft ons daarna geloof. Dat is de goddelijke volgorde. Geloof is de kombuis voor de motor die verlost van zonde. De motor is het kruis. In Romeinen 5:8 zegt Paulus: ‘Toen wij nog zondaars waren is Christus voor ons gestorven.’
Geloof is een rechtvaardige handeling die geen enkele zondaar kan opbrengen. Maar Christus stierf voor ons toen wij nog zondaars waren. Daarom zijn het zondaars die gered worden, geen gelovigen. Geloof, hoewel belangrijk, beaamt slechts een uitgemaakte zaak. Anders zou redding door geloof komen in plaats van door Christus.
En dat kan niet.
We zijn niet gered omdat we geloven; we geloven omdat we zijn gered.
*
Zal Adolf Hitler gered worden?
‘Waarom kom je eigenlijk met Hitler aanzetten, terwijl de ergste zondaar in de geschiedenis Saulus van Tarsus was?’ Over het algemeen houden ze niet van een dergelijke vraagstelling.
Paulus – voorheen Saulus – is degene die zichzelf de voornaamste zondaar noemde. In zijn eerste brief aan Timoteüs zei hij:
Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben. Maar daarom is mij barmhartigheid bewezen, opdat Jezus Christus in mij, de voornaamste [van de zondaars], al Zijn geduld zou tonen, tot een voorbeeld voor hen die later in Hem gaan geloven. 1 Timoteüs 1:15-16
Hitler vervolgde de Joden; hij vervolgde God niet. Saulus was de vijand van God Zelf en van Zijn Zoon, Jezus Christus. Hoeveel Joden Hitler ook gedood heeft, Saulus’ poging om God te vernietigen overtroeft het. Toen hij geestelijk onderuit ging op de weg naar Damascus, riep Saulus uit: ‘Wie zijt Gij, Heer?’ Het antwoord kwam: ‘Ik ben Jezus, de Nazarener, Die jij vervolgt’ (Handelingen 22:8-9).
En dat was nog vriendelijk uitgedrukt.
Als God in het geval van Saulus al Zijn geduld toonde, dan had zelfs Hitler niet meer van Gods geduld kunnen uitlokken. Lees die laatste zin nog eens, alsjeblieft. God had elk stukje geduld nodig, niet alleen maar om deze speling van de natuur – Saulus – te tolereren, maar om hem met genade te overgieten. Dit is eenvoudige logica. God putte al Zijn geduld uit bij Saulus; daarom was Saulus van Tarsus de voornaamste zondaar die ooit op aarde zou rondwandelen. Saulus was erger dan Adam, erger dan Judas, erger dan Stalin, erger dan Hitler en erger dan Charles Manson. Geen van dezen vereiste al Gods geduld. Dus wat deed God met die ene man op aarde die de meest verschrikkelijke straf verdiende?
‘Maar de genade van onze Heer overweldigt, met geloof en liefde in Christus Jezus’ (1Timoteüs 1:14).
*
Daar wordt op de deur geklopt
En zo kwamen er een paar mannen van Cornelius bij Petrus aan. Hun plan was om Petrus zover te krijgen dat hij naar Caesarea ging om met hun baas te praten. Let op de timing van God. Petrus herstelde zich net van zijn openbaring op het dak toen er op de deur werd geklopt. Handelingen 10:17-23, uit The Message:
Terwijl Petrus, verdwaasd, probeerde uit te vissen wat het allemaal betekende, verschenen de mannen van Cornelius bij Simons voordeur. Ze klopten aan en vroegen of er ene Simon verbleef, die ook Petrus genoemd werd. Petrus, in gedachten verzonken, hoorde hen niet en dus fluisterde de Geest hem in: ‘Drie mannen kloppen op de deur, op zoek naar jou. Ga naar beneden en ga met hen mee. Stel geen vragen. Ik heb hen gezonden om je op te halen.’
Petrus ging naar beneden en zei tegen de mannen: ‘Ik denk dat ik de man ben die jullie zoeken. Wat is er aan de hand?’ Zij zeiden: ‘Kapitein Cornelius, een godvrezend man, bekend om zijn eerlijkheid – vraag maar aan elke Jood in deze buurt – kreeg van een engel de opdracht om jou naar zijn huis te halen zodat hij kon horen wat je te zeggen had.’ Petrus vroeg hen binnen te komen en maakte het hun naar de zin. Petrus ging akkoord. Zonder het visioen zou hij nooit zijn gegaan. Maar let op wat hij doet in Handelingen 10:23 – ‘De volgende morgen stond hij op en ging met hen mee. Sommige vrienden uit Joppe gingen ook mee. Een dag later kwam ze in Caesarea aan.’
Waarom nam Petrus vrienden uit Joppe mee naar het huis van Cornelius? Voor gezeldschap? Nee. Er was maar één reden: de wet verbood Petrus om het huis van een heiden te betreden. Dit hier was nieuw terrein voor Petrus; hij wandelde op de maan. Thuis in Jeruzalem zou de hel losbreken als het ooit bekend werd dat hij, Petrus, het huis van een hond was binnengegaan zonder goede reden. Het visioen was een goede reden; dat had Petrus nodig; hij had een directe openbaring nodig dat God honden voortaan rein beschouwde. Petrus wist nog niet zeker waarom dat was. Het feit alleen al was schokkend genoeg. En nu vroeg God hem – nee, vertelde hem – om zich netjes te gedragen in het huis van een hond. Petrus nam getuigen mee om uiteindelijk te bevestigen wat alleen maar kon uitdraaien op een rare situatie. Hij had er geen idee van hoe raar. Zelfs het visioen had Petrus niet genoeg voorbereid op wat er zou plaatsvinden in het huis van Cornelius.
*
Petrus accepteert Paulus
Paulus had niet alleen een turbulente levensloop als Saulus, de christenenvervolger. Toen hij eenmaal de opgestane christus had ontmoet, had hij ook een buitenissige boodschap die afweek van het zich strikt houden aan de wet. En bovendien waren joden opeens niet meer het bevoorrechte ras maar waren joden en heidenen één. Petrus zou Paulus nooit hebben geaccepteerd als hij zelf niet zo´n raar visioen had gehad van God. Die zei tot hem:
‘Sta op, Petrus! Slacht en eet!’ (Handelingen 10:13). Petrus deinsde met afgrijzen terug.
Maar Petrus zei: ‘Beslist niet, Heere, want ik heb nooit iets gegeten wat onrein is.’ En er kwam opnieuw, voor de tweede keer, een stem tot hem: ‘Wat God gereinigd heeft, mag u niet voor onrein houden!’ – Handelingen 10:14-16
God deed dit speciaal om Petrus, de leider van de Weg, voor te bereiden om het getuigenis te aanvaarden van een man die hij spoedig zou ontmoeten, een voormalige Christenmoordenaar, Saulus geheten, die Petrus zou vertellen over zijn wonderlijke ontmoeting met de verrezen Redder op de weg naar Damascus. De Redder vertelde Paulus dat hij een licht zou zijn voor de heidenen. Zonder dit visioen in Joppe zou Petrus zelfs niet eens maar nagedacht hebben over alles overtreffende genade voor heidenen. Toen dit visioen plaatsvond vroeg een godvrezende heiden in de stad Caesarea, Cornelius geheten – een vrome volgeling van de God van Israël – naar Petrus. Je weet nog wel dat in die tijd een heidense zoeker die een zegen wenste, zijn of haar plaats moest innemen als hond onder de tafel van Israël. Terwijl Cornelius bad kreeg hij bezoek van een engel. Cornelius was eerst bang (dit lijkt standaard, bijbelse procedure te zijn als engelen verschijnen), maar de engel kalmeerde hem en zei (Handelingen 10:4-6):
‘Je gebeden en aalmoezen hebben Gods aandacht op je gevestigd. Dit is wat je moet doen. Stuur een paar van je mannen naar Joppe om Simon te halen, die door iedereen Petrus wordt genoemd. Hij verblijft bij Simon de leerlooier wiens huis aan zee ligt.’
Terwijl de mannen van Cornelius op weg waren naar Joppe, kreeg Petrus zijn visioen van het laken. Als je ziet wat er vervolgens gebeurt, zul je verder begrijpen waarom Petrus dit visioen nodig had. Petrus moest niet alleen een nieuwkomer accepteren in de schaapskooi (Paulus) met zijn radicale ombuiging naar heidenen, maar Petrus moest zich ook realiseren dat God met een nieuw programma begonnen was dat uiteindelijk de mannen en vrouwen uit de volkeren een goddelijke roeping zou geven en een verwachting die totaal losstond van de priesternatie Israël. Petrus zelf deed zijn best om de boodschap te begrijpen die Paulus aan de volkeren bracht. Dit lijkt ongelooflijk, maar luister naar wat Petrus later schreef in 2 Petrus 3:14-16. Uit het Concordant Literal New Testament
Daarom geliefden, terwijl u op deze dingen hoopt, beijver u om onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden in vrede en beschouw het geduld van onze Heere als redding; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u schrijft, zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn.
*
Wedergeboren worden
In Johannes 3 zegt Jezus tegen Nicodemus dit: ‘Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.’
Nicodemus snapt er niets van want hoe kun je nu 2 keer geboren worden. Maar Jezus refereert aan Jesaja 66: 7-9
Voordat zij weeën kreeg, heeft zij gebaard. Nog voor een wee over haar kwam, heeft zij een jongetje ter wereld gebracht. Wie heeft ooit zoiets gehoord? Wie heeft iets dergelijks gezien? Zou een land geboren kunnen worden op één dag? Zou een volk geboren kunnen worden in één keer? Maar Sion heeft nauwelijks weeën gekregen, of zij heeft haar zonen al gebaard. ‘Zou Ik ontsluiting geven en niet doen baren?’ zegt de HEERE. ‘Of zou Ik, Die doe baren, toesluiten?’
*
God is politiek incorrect
Voor de toren van Babel bestond er niets zoiets als politiek. Een volk werd geregeerd door families die vaak picknickten om de zaken te bekokstoven. Pas na de val van Babel werd God echt politiek incorrect. Nimrod van babylon voerde zoiets als volkerenpolitiek in. Voor god een reden om juist politiek incorrect te worden.
Hij ging zijn plan ontvouwen voor het herstel van de aarde die in Gen. 1:2 in chaos was geraakt.
Hij pikte de nakomelingen van Noach’s zoon Sem eruit die zich Hebreeërs noemden en ging met hen verder. Door dit volk zou hij de aarde zegenen, in ere herstellen en deze met god verzoenen. Of eigenlijk begon hij met 1 persoon, Abram geheten. Hij zou aan hem uitleggen wat zijn plan was om de aarde te herstellen. Een plan van ECHTE duurzaamheid. God had geen transition towns nodig om de aarde te herstellen. Politieke partijen als GroenLinks hebben het wel eens over duurzaamheid. Maar ze weten niks van Gods plan van de aionen waarlangs de hele schepping duurzaam hersteld zal worden. Dan moet je echt terug naar Gen. 1:2 om te snappen waar je over praat.
*
Er is veel te doen geweest over de meiden van Pussy Riot die in Rusland een kerk binnen gingen en op het altaar gingen dansen. Als protest tegen de invloed die kerk en staat op elkaar hebben in Rusland. Of de mensen deze boodschap helemaal snapten, vraag ik me af. Ik denk eerder dat ze een stel gekke meiden met panties over hun kop zagen en meer niet. Het protest van de Pussy´s was erg politiek gericht en hoezeer gericht tegen de verstrengeling van staat en reiligie ook, WETTICISTISCH van karakter. Je strikt aan de wet en aan regels houden is wetticistisch en je er in politieke zin tegen afzetten is dit eveneens. Politiek is bij uitstek het domein van de Boom van kennis van Goed en Kwaad. De apostel Paulus was ook iemand die in de kerk herrie zou schoppen. Maar dan wel op een andere manier dan dat de pussy´s dit deden. Paulus maakte de volgende opmerking:
‘Waar zonde toeneemt, overstijgt de genade’ – Romeinen 5:20.
De uitspraken van de Pussy’s zouden best wel binnen die van de apostelen passen. Bijvoorbeeld een opmerking over je naaste liefhebben. Maar wat Paulus allemaal zei, paste op geen enkele manier in de uitspraken van al zijn voorgangers. Hij was de ECHTE radicaal.
*
Taak van de gelovigen
God schiep 2 groepen mensen. De ene groep gaat in de komende aionen in de hemel aan het werk om de opstandige hemelse gewesten met God te verzoenen. Een almachtige god hoeft dit helemaal niet te doen. Hij kan zelf met de vuist op tafel slaan en die rebellen in het heelal een pak op hun duvel geven. Maar hij heeft er voor gekozen om de mens op het toneel te zetten en hem mee te laten genieten van Zijn herstelwerkzaamheden. Genesis 1:1, in het begin schiep god de aarde en hemelen. Het laatste domein is voor de groep waarover ik het hier ga hebben. Israel gaat de aarde herstellen en met god verzoenen in de komende aion. In Genesis 1:2 staat dat de aarde woest en ledig was. Maar over de hemel lezen we niets meer. Om erachter te komen, hoe het met de hemel zit, moeten we gaan puzzelen. In Efeziërs 6:12 staat:
Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duister- nis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
Voor de duidelijkheid; als ik het over de opstandige hemelse gewesten heb, dan is dit in relatieve zin, omdat God het zo gewild heeft. Want een almachtige god laat zich niet verrassen door wat engeltjes. Blijkbaar heeft God het zo gewild dat de aarde in verval raakte en dat ook in de hemel een groep rebelse engelen opstond. Dit opstandige proces gaat hij straks samen met de gelovigen van nu terugdraaien.
In Kolossenzen 1:20 staat:
Door Christus zal God alles met Zichzelf verzoenen (vrede makend door het bloed van Zijn kruis), door Hem, zowel diegenen op de aarde als diegenen in de hemelen.
Dit herstelproces en de verzoening van aarde en hemelen gaat heel diep:
Alle gebroken en ontwrichte delen van het universum – mensen en dingen, dieren en atomen – worden deugdelijk vastgezet en samengevat in levendige harmonieën, allemaal door Zijn dood, Zijn bloed dat naar beneden stroomde van het kruis. Ja, zelfs de zwaartekracht zal onder handen worden genomen in het herstelproces. In de toekomst zullen we niet meer vermoeid zijn als we tegen de berg op moeten klimmen om bij een restaurant te komen dat wat hoger ligt. Om de verwoeste hemelen te herstellen en te verzoenen (een geheim plan van God, waarover de Messias niet sprak toen Hij op aarde was) roept God een samenraapsel van ‘losers’ (ook bekend als het lichaam van Christus) uit de rest van de mensheid en neemt hen uiteindelijk mee naar de hemel. In de hemel ‘plaatst Hij ons tezamen tussen de hemelingen, in Christus Jezus’ (Efeziërs 2:6) en zullen wij regeren aan Gods rechterhand (2 Timoteüs 2:6), oordelen over engelen (1 Korintiërs 6:3) en brengen wij opstandige, hemelse gewesten (Efeziërs 3:10; 6:12; Kolossenzen 1:20) aan de voeten van de Godheid. God fluisterde dit plan voor het eerst in bij een bloeddorstige idioot onderweg naar Damascus om Christenen te vermoorden (Saulus; later hernoemd Paulus). Het geschreven orgaan dat deze roeping behandelt (in andere Bijbelboeken wordt er geen enkele hint gegeven) is bekend als ‘het Evangelie van de Onbesnijdenis’ en de woordvoerder ervan is dezelfde persoon (lees ‘idioot’) die er het eerst lucht van kreeg: Paulus.
*
Wat is de taak van Israel voor de komende aionen?
Te beginnen met de 4de aion die voor de deur staat van het 1000 jarige koninkrijk van christus zal Israel de aarde verzoenen met god en de wanorde herstellen. Welke wanorde?
‘In het begin schiep God de hemelen en de aarde’ – Genesis 1:1.
‘Wat de aarde betreft, zij werd chaos en leegstaand’ – Genesis 1:2
God schiep 2 domeinen voor de mens, de aarde en de hemelen. Het laatste domein hebben we nog maar nauwelijks verkend. We zijn op de maan geweest en hebben wat robots naar de andere planeten gestuurd. Verder niet. De aarde kennen we. Hiermee zal het toekomstige Israël aan het werk gaan. Tussen Gen. 1:1 en 1:2 is er blijkbaar een ramp gebeurd. Hier wordt niet veel over verteld. Maar de wereld die aanvankelijk door God goed was gemaakt werd al direct tot een chaos omgeploegd. Het is de bedoeling dat Israel de chaos die werd ingezet in Gen. 1:2 gaat herstellen. Dat god de hemel en aarde gaat herstellen en meer nog met zichzelf gaat verzoenen stemt overeen met Kolosse 1:20:
Door Christus zal God alles met Zichzelf verzoenen (vrede makend door het bloed van Zijn kruis), door Hem, zowel diegenen op de aarde als diegenen in de hemelen.
Hij doet dit door:
Alle gebroken en ontwrichte delen van het universum – mensen en dingen, dieren en atomen – worden deugdelijk vastgezet en samengevat in levendige harmonieën, allemaal door Zijn dood, Zijn bloed dat naar beneden stroomde van het kruis.
Het is dus een grondig proces, wat hij gaat doen.
Waarom gebruikt Hij de mens in zijn karwei? Als Hij god is, dan kan Hij toch gewoon een perfecte hemel en aarde maken? Hij hoeft niet eens een aarde te maken. Hij kan een hemel maken waarin hij het zelf helemaal naar zijn zin heeft, zonder de mens. Inderdaad, maar god heeft ervoor gekozen om zijn vreugde in de schepping te delen met de mens. Net als deze bijbelstudie, die hoef ik ook niet te delen met anderen. Maar ik doe het wel, niet alleen omdat het mijn taak is om anderen op de hoogte te brengen van gods waarheid. Maar ook omdat ik het leuk vind om deze dingen met anderen te delen. God gebruikt dan wel het contrastprincipe. Hij maakt eerst zijn mooie schepping kapot om hem daarna samen met de mens in fasen weer te herstellen. De schepping van de mens was zelfs onderdeel van zijn herstelplan. Hij schiep 2 groepen mensen, zand en sterrenmensen. De zandmensen gaan op aarde verder in de komende aionen. De andere groep en wel de gelovigen van alle tijden tot aan de komst van christus zullen straks in de hemel gaan regeren. Nogmaals, god heeft helemaal geen hulp nodig van de mens en hij had de schepping ook helemaal niet hoeven kapot te maken. Maar hij vond het leuk om dit wel zo te doen en de mens te scheppen en hem metgezel te maken in zijn herstelplan. Op aarde zal Israel straks alles gaan herstellen en als een priestervolk regeren over de aarde. Ja, het evangelie zal zelfs aan de dieren worden gebracht. Zie Openbaring 20:6. Van zijn herstelplan had hij eerst wat in de oren van Abraham gefluisterd.
*
Het nieuwe testament is een puzzel
Maarten Luther kwam er niet uit, uit de tegenstelling tussen Jacobus en Paulus: – Jakobus 2:20 – ‘Geloof zonder werken is dood.’ – Romeinen 4:5 – ‘Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.’ Luther snapte niet dat het om 2 verschillende boodschappen ging. Bij voorlichting ga je eerst je doel en doelgroep selecteren. Het Nieuwe Testament doet dit ook. Jacobus schreef voor de Israelieten die onder de wet leefden. Paulus schreef later vanuit de genade gedachte aan de heidenen. Het was makkelijker geweest als de brieven van Paulus na het boek Openbaring waren gesorteerd. Dan hadden we als lezers de hele lijn van de verstrooiing en het herstel van Israel kunnen volgen. Maar God propt opeens een andere lijn tussen Handelingen en Hebreeën, namelijk die van Paulus. Waarom doet God dit? Waarom plaatst Hij de brieven van Paulus niet aan het einde? Allereerst wil god dat we de bijbel goed en kritisch onderzoeken. Hier hoort ook puzzelen bij. Dit lijkt flauw van god en zo mag je er tegenaan kijken. Maar het is wel zijn benadering. In Handelingen kijken de Israelieten nog uit naar het 1000 jarige rijk van christus dat spoedig aan zal breken. Maar eigenlijk geven ze de moed op. In Hebreeën horen ze dat het toch ooit nog goed zal komen met Israel. Wat gebeurt er tussen die 2 ijkpunten? Paulus wordt hier rigoreus middenin de lijn van Israel gezet. God maakt ons hiermee duidelijk dat de lijn met israel even 2000 jaar opzij wordt gezet, in de ijskast. Hij gaat even aan de slag met een ander volk, namelijk het lichaam van christus uit de heidenen. Hondsdolle wilden die tot dan toe eikebomen hadden aanbaden, krijgen nu zomaar van de éne op de andere dag de genade van god te verduren. De Israelieten zijn hier op zijn zachtst gezegd niet blij mee. God had dit lichaam van christus al voor de grondlegging van de wereld uitverkoren maar dit als geheim bewaard tot Paulus op het toneel verscheen. Ook Jezus had er in zijn dagen op aarde niets over gezegd. Hij had zich zelfs opzettelijk beperkt met de mededeling dat Hij alleen voor Israel gekomen was. De aarde die ergens in het begin van Genesis opeens woest en ledig was gemaakt door een rampzalige gebeurtenis, zal door Israel weer in ere worden hersteld. Maar het lichaam van christus zal over de hemelingen regeren. Dit is het geheim dat God voor de aionen verborgen had gehouden. Zomaar ergens in het Nieuwe testament beukt hij middenin de lijn die Hij voor Israel had uitgestippeld en begint opeens met een totaal andere boodschap.
*
Waarom moest Jezus zo’n gewelddadige dood aan het kruis sterven?
Inderdaad, dit hoefde niet per sé. Een god die hemel en aarde had geschapen kon ook op eigen houtje de mens met zich verzoenen. Hij had de mens zelfs niet eens hoeven laten struikelen in de Tuin van Eden. Maar God koos ervoor om de mens wel te laten struikelen omdat hij kennis kreeg van het kwaad. Hier is contrastwerking zichtbaar. Tegen de achtergrond van het kwaad leert de mens het goede kennen. God wilde nog iets doen. Hij wilde de mens laten zien wat ECHTE verzoening was. Als Jezus onder een palmboom had gelegen in de zon om lekker bruin te bakken en hij had naar alle voorbijgangers geroeptoeterd dat ze voortaan met God verzoend waren, hadden ze naar hun voorhoofd gewezen. Of op zijn best dankjewel gezegd. Zijn woorden zouden totaal geen indruk maken. Maar bungelend aan het kruis (of een paal) en ter dood gebracht door de mensen, maken zulke woorden wel degelijk indruk. En dit is wat god ons liet zien, de contrastwerking ten diepste, namelijk dat zelfs als wij zijn Zoon op een beestachtige manier om zeep helpen, dan nog vergeeft Hij ons. Wat, Hij verzoent ons zelfs. God had zonder probleem kunnen reageren op de situatie door met één vuist op tafel de hele mensheid te straffen voor deze wandaad. Maar dit deed Hij niet. Jezus zei al dat hij zomaar 12000 engelen kon oproepen om Hem terzijde te staan. Maar dit deed Hij niet. Jezus wilde de mensheid laten zien hoe God tegen verzoening aankijkt. En dus liet Zijn vader hem kruisigen waarna Hij Hem 3 dagen later uit de dood opwekte. Iets soortgelijks was met Isaak gebeurd als Abraham hem daadwerkelijk had vermoord. Het is een foute gedachte om te denken dat God geen andere keuze had dan zijn zoon op te offeren voor ons om ons zo met Hem te verzoenen. De waarheid is andersom: Hij liet het toe dat zijn eigen Zoon geslacht werd en toonde ons vervolgens Zijn echte genade.
*
God sprak door de profeten
Wat God sprak, was tot de Vaderen gericht, namelijk aan het volk Israel. Dit volk leverde de voorouders van degenen aan wie de Hebreeènbrief werd geschreven. Hij sprak niet tot de heidenen hoewel er veel dingen over de heidenen werden gezegd. Over Israel ging het over hun onwaardigheid en de genade van God; over hun straf en verstrooiing en over hun toekomstig herstel. De woorden van God waren geheel voor Israel bestemd en hadden betrekking op de uitgangspunten van het bestuur van god in die tijd. Ze waren alleen voor die bijzondere bedeling bestemd. We kunnen deze woorden dus niet zomaar op onze eigen tijd toepassen. Wij nemen dan bovendien de plaats van Israel in. De toekomstige zegen die voor Israel werd uitgesproken, is niet zomaar van toepassing op de heidenen. Zo kun je de zegeningen ook niet vergeestelijken en menen dat deze geestelijke zegeningen bestemd zijn voor de kerk van nu. En bovendien pikt men zo slechts een schaduw in van de zegen die God later door Jezus en Paulus uitsprak, 2 Tim. 1:8.
*
Priesters en profeten
Profeten werden door god geroepen en gaven Zijn woorden door. Priesters gaven offers en onderwezen het volk in de woorden van de profeten. Ezra is een uitzondering op deze regel. Hij heeft niets van doen met offers maar was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes die de Heere, de God van Israèl gegeven heeft, Eza 7:6. Ezra opende het boek voor de ogen van het hele volk zodat het woord van God voor hen geopenbaard werd. Neh. 8:3, 4, 6 en 9. Als alle priesters zo waren geweest als Ezra dan zou israel niet van God zijn afgeweken. dan zouden Israel en Juda niet verstrooid zijn. En het christelijke priesterdom zou het werk van de Hervormers hebben voortgezet. Priesters zijn uiteindelijk mensen. Ze zijn niet alleen gemaakt door god als mensen; ze zijn ook door mensen aangesteld als priesters. Daarom sprak god niet door priesters maar door profeten. De God die in de mens de adem blies, is dezelfde god die door woord en pen de woorden van leven inblies. Jeremiah en Ezekiel mochten zegsmannen zijn van god. Evenals aartsvader Abraham, koning David, Daniël, een prins en Elisa, een ploeger en Amos, een herder. Petrus zegt in Handelingen 1:16, “deze schrift moest vervuld worden, welke de heilige geest door de mond van David heeft voorzegd van Judas.”
Het was de mond van David maar niet zijn woorden. David wist niets over Judas. Hoe kon hij over Judas gesproken hebben, 1000 jaren voordat deze geboren werd. David sprak over Achitofel; maar de heilige geest sprak door David’s mond van Judas en daarom was David een profeet, Hand. 2:30 die in Psalm 16 over de opstanding van christus sprak. Net zo sprak God tot Ezekiel in Eze. 3:17. God die dus vroeger op vele manieren en in vele tijden tot de vaderen sprak, zoals Hebr. 1:1 ons leert, deed dat niet door middel van priesters maar door de profeten van vroeger.
*
God sprak door de profeten
God heeft tot de mens gesproken. Dit feit mogen we wel eens wat beter overdenken. Er is de mens, er is een geschiedenis van de mens en opeens spreekt iemand tot ons die zich God noemt. Hoe absurd. En bovendien, niemand dwong God om tot ons te spreken. Stel dat God niet tot ons gesproken zou hebben. Onze geschiedenis zou er hetzelfde uitzien maar we zouden er niets van begrijpen. Inderdaad zouden we er een soort evolutiegedachte uit filteren. De ironie is dat velen dit vandaag de dag ook doen. Een beperkte groep mensen snapt het wel, dat er een god is en dat de geschiedenis een doel en samenhang heeft. Dit geloof in een god is de resultante van het spreken van god dat door de eeuwen heen tot stand is gekomen, op papier is gezet en in bijbelstudies is vervat. Geloof betekent dat we niet op uiterlijke zaken mogen afgaan omdat ze niet zijn wat ze lijken. Dus wat een geluk en wat aardig van god dat Hij wel tot ons gesproken heeft zodat we de geschiedenis wel kunnen begrijpen.
God sprak door profeten en niet door priesters
Vroeger sprak God tot individuen zoals Adam, Noach, Abraham etc. Maar waneer hij tot groepen sprak, deed Hij dit door anderen heen. En wie gebruikte Hij dan? 2 Petrus 1:21 legt het uit: “de heiligen van god.” Dus God sprak door zijn heiligen die profeten waren en niet door priesters. Profeten werden geroepen en niet gemaakt door mensenhanden zoals Priesters. Priesters waren zeker niet de woordvoerders van God. De dienst van een priester was duidelijk gedefinieerd en afgebakend. Een priester bracht offers aan god en onderwees het volk over wat de profeten hadden gezegd. Een voorbeeld hiervan staat in Deut. 17:9-11. De priester onderwees in de leerstellingen van de profeet Mozes. Mozes had eerst tot de Vaderen gesproken van het volk Israël. De priesters borduurden hierop voort en onderwezen wat hij gezegd had. Wat was belangrijker, een offer brengen aan god of de leerstellingen van Mozes onderwijzen? Deut. 33:10 zegt het laatste. Maar in de huidige christelijke diensten is de volgorde omgedraaid. Men doet zijn uiterste best om het onderwijs weg te moffelen en besteedt daarentegen extra veel aandacht aan rituelen en ceremoniën. Men maakt het nog bonter door heel veel teksten niet letterlijk te nemen of ze zelfs te verdraaien. Wetenschap doet de rest van het verhaal en leert ons dat we afstammen van een aap. Hebreeën 1 en 2 geven de sleutel tot de samenhang waarbinnen god gesproken heeft. De 2 hoofdstukken bestaan uit 4 delen die met elkaar in verband staan. Het eerste en derde deel gaan over het spreken van god; het tweede en vierde deel gaan over de zoon die wie Hij sprak.
A. Hebr. 1:1 God sprak door de profeten in het verleden.
B. Hebr. 1:2-14 De Zoon door wie hij sprak; zoveel beter gemaakt dan de engelen.
A. Hebr. 2:1-4 God sprak door zijn Zoon in die dagen.
B. Hebr. 2:5-18 De Zoon door wie hij sprak en minder gemaakt dan de engelen, namelijk de mens.
Van A naar A lezen we: “god die vroeger op vele manieren tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft in de laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon. Daarom moeten we ons te meer houden aan hetgeen van ons gehoord is.”
Van B naar B lezen we: “en tot welke van de engelen heeft Hij ooit gezegd: zit aan mijn rechterhand totdat Ik uw vijanden tot een voetenbank heb gezet voor uw voeten. Want hij heeft aan de engelen niet onderworpen de toekomende wereld.”
Hebr. 1:1 punt A.
a. vroeger op vele manieren
b. sprak god
c. tot de Vaderen
d. door de profeten
a. in deze laatste dagen
b. sprak Hij
c. tot ons
d. door Zijn Zoon.
Samenhang in Gods spreken
A1. God spreekt zelf door de Heere vanaf Adam tot Mozes.
B1. Genesis => Vanaf Mozes spreekt hij door de profeten.
A2. Door de Zoon spreekt Hij vanaf het begin tot en met het einde van de bediening van Jezus.
B2. De 4 evangeliën => degenen die Hem gehoord hadden, brengen de boodschap verder. Vanaf Handelingen 1:1 tot en met Hand. 28:20-28.
A3. Nu spreekt God door Paulus in zijn gevangenisbrieven en persoonlijke brieven.
B3. Door zijn dienstknecht Johannes spreekt god in het laatste science fictionachtige boek Openbaring.
Hier hebben we 6 malen en wijzen. Telkens sprak God tot de mens. Na Openbaring heeft god nooit meer tot de mens gesproken. Het enige wat de mens heeft is de bijbel. Een ieder die beweert dat hij of zij een nadere openbaring heeft gehad van god, is vervloekt. Gal. 1:6-9. God heeft gedurende 6 tijden gesproken en nu is God stil. Maar God zal nog een keer spreken, een zevende keer, vanuit de hemel, Psalm 50:1.
God heeft op veel manieren gesproken
Dat God tot de mens heeft gesproken, is het belangrijkste feit dat ooit in de wereld is gebeurd. In Hebr. 1:1 en 2 lezen we over 2 momenten en manieren waarop dat gebeurde.
God sprak op 6 manieren tot de mens
1. Vanaf de schepping van de mens sprak god zelf tot de mens. Later vanaf Adam tot Abel en Kaïn, tot Henoch, Noach en Abraham en na hen tot de andere aartsvaders tot en met de roeping van Mozes bij de brandende braamstruik (Exo. 3:10). Tot deze delen en manieren behoort het boek Genesis.
2. Vanaf de roeping tot Mozes rond de formering van het volk van Israël (Exo. 1) sprak god door middel van menselijke tussenpersonen. En zo sprak Hij tot de vaderen van het Hebreeuwse volk. Mozes werd de eerste in de lijn van de profeten door wie God sprak. De laatste in die lijn was Johannes de Doper, die tevens de grootste was van alle profeten. Mat. 11:11.
Maleachi, de laatste van de profeten van het Oude Testament, eindigt met een voorzegging van de aanstaande Engel des Verbonds, de Messias en van de boodschapper die voor Zijn aangezicht de weg zou bereiden (Mal. 3:10). Deze bode zou de profeet Elia zijn (Mal. 4:5) die nooit gestorven was maar ten hemel was opgenomen waar hij veilig bewaard was tot het moment dat hij Gods boodschap moest brengen.
* Noot: Elia is net als David nooit in de hemel geweest omdat alleen de opgestane christus in de hemel is geweest. Elia is dus ergens anders heen gebracht, mogelijk naar elders op aarde. Misschien wel in een caravan in Denekamp.
Mozes en Elia zijn de eerste en laatste profeet van het Oude Testament en ze worden aan elkaar verbonden in maleachi 4:4 en 5. Johannes de Doper werd gezonden in de geest en kracht van Elia (Luc. 1:17). Als men hem had aanvaard dan was hij Elia zelf (Mat. 11:14). Na Johannes sprak god niet meer door de profeten. Deze fase bestrijkt Exodus tot en met Maleachi, en Mattheus 1:1-3:12.
3. Daarna sprak God weer rechtstreeks en nu door zijn Zoon, hebr. 1:1. Jezus sprak de woorden van zijn Vader. Zie Deut. 18:18 en 19; Joh. 7:16, 8:28, 46 en 47; 12:49; 14:10 en 24 en 17:8. Zijn bediening begon met de 3 voudige verklaring “Er is geschreven” en eindigt met een soortgelijke 3 voudige verwijzing naar de oorsprong en waarheid van het woord van god. (Joh. 17:8, 14 en 17). Hiertoe behoren de evangeliën.
4. Vanaf het moment van de hemelvaart van de Here tot aan de afwijzing van de steeds door Petrus herhaalde oproep tot het volk om zich te bekeren (Hand. 2:38 en 3:19-26) tot aan Handelingen 28:25-28 sprak god door degenen die Hem gehoord hebben. Hebr. 2:3. Zij bevestigden wat de Zoon al was begonnen te verkondigen maar gingen niet verder dan wat Hijzelf had gezegd. Er werd geen nieuwe openbaring van een waarheid gedaan. Eerder werd de waarheid bekrachtigd. God bekrachtigde de getuigenis door tekenen en wonderen en vele krachten en bedelingen van de heilige geest. Al deze getuigenissen vinden we in de Handelingen, de algemene brieven en in de brieven van Paulus die hij schreef voor Handelingen 28:23-28.
5. Vanaf nu sprak god zelf opnieuw door de heilige geest, zoals voorzegd en beloofd door christus in Joh. 16:12-15. Hij sprak niet vanuit zichzelf maar sprak alleen datgene wat Hij van zijn Vader hoorde. Aan de Vader behoren ook de tijden en gelegenheden toe. De geest sprak waardoor Zijn woorden met de pen werden opgetekend door paulus, de gevangene van Jezus Christus. Zo liet hij het waardevolle onderwijs vastleggen dat tot nu toe verborgen was gehouden. Dit nieuwe onderwijs kon niet bekend gemaakt worden voordat lijden, dood en opstanding gebeurd waren omdat de nieuwe leringen hierop gefundeerd waren. Deze nieuwe dingen staan alleen in de gevangenisbrieven (aan de Efeziërs, Filippenzen en Kolossenzen). Tot deze tijden en wijzen behoren verder de persoonlijke brieven aan Timoteus, Titus en Filemon.
6. Tot slot spreekt God nog door middel van Johannes die het boek Openbaring schrijft.
*
Zij die god hoorden
Wat hoorden de apostelen precies van Hem? Johannes had het al gehad over de vele anti christen die zouden komen om ons ervan te overtuigen dat het het laatste uur was, het 11de uur voor Handelingentijd. Zo komen de woorden “dit geslacht” voor in mat. 24:34. Het werkwoorden “geschieden” in Mat. 24:34 en lucas 21:32 is niet hetzelfde als dat wat gebruikt wordt in Lucas 21:24. De uitleg is bovendien afhankelijk van Hand. 3:19-26. Het geslacht ging voorbij maar niet voordat het teken dat de Here gegeven had, verschenen en geschied was; immers velen waren gekomen in zijn naam alsof zij de christus waren. Dus hoe zit het met het karakter van dat bijzondere geslacht? Dit geslacht was de getuige van de komst van de voorzegde boodschapper, Johannes de Doper, waarmee de profetieën van Jesaja en Maleachi vervuld werden. De stem van Johannes riep in de wildernis (Jes. 40:3; Mat. 3:3; Marc. 1:3; Lucas 3:4 en joh. 1:23.) en maakte de weg vrij voor de Here. Het bruiloftsfeest was in gereedheid gebracht en de heere had Zijn knechten gezonden (Johannes en de Heere Jezus) om de genodigden te verzamelen. Mat. 22:3. Dat geslacht stond dus in een bijzondere positie. Jezus zei dit ook toen hij zei dat de mannen van Sodom en de koningin van het Zuiden zouden opstaan in het oordeel en dit geslacht zouden veroordelen, juist vanwege de speciale voorrechten die dit geslacht in feite had. Johannes vervulde de belofte uit Jesaja 40:3 en de belofte uit Maleachi 4:4 en 6. Jezus zei dat Johannes Elia was. Dit wilde zeggen dat Johannes niet letterlijk Elia was maar hem voorstelde. Johannes kwam in de geest en kracht van Elia, Luc. 1:17. Maar dat geslacht zou hem niet erkennen. Johannes vervulde de profetieën zo duidelijk dat zij die de belofte uit Handelingen 3:19-26 van de andere dienstknechten (Mat. 22:4) – knechten die over Hem gehoord hadden – over het hoofd zagen, wel geloofden dat de profetieën van Maleachi en jesaja inderdaad vervuld waren.
Tegelijk zien ze niet dat de afwijzing van de andere dienstknechten tijdens de Handelingen der apostelen door dit geslacht dat zijn dienstknechten greep en doodde (Mat. 22:6) de belofte van handelingen slechts uitstelde. Johannes sprak over de toekomende toorn maar deze lag volgens hem niet in een verre toekomst maar was juist aanstaande. Hij zei: “wie heeft u aangewezen te vlieden van de toekomstige toorn?” (Mat. 3:7). Dit was de toorn die verband hield met de Dag des Heren waarvan degene die het woord aanvaard hadden, verlost waren. 1 Thes. 1:10. Dit geslacht van Johannes was inderdaad slechter dan voorgaande geslachten (Mat. 1238-45 en Luc. 11:16 en 24-36.) Het was verdorven en vroeg erom door de Here berispt te worden. En voor hen die luisterden naar Zijn woorden gold: indien ze zich niet bekeerden, zou hen hetzelfde overkomen, Luc. 13:3. Bij andere gelegenheden benadrukte Jezus het belang van dit geslacht: Mat. 23:36; 11:16; Lucas 11:50 en 51. Wat is er nu zo apart aan dit geslacht? Namelijk het zou Jezus verwerpen. Mar. 8:38. De uitdrukking Voleinding van de Eeuw heeft dezelfde strekking. Deze duidt op het einde van die bedeling, namelijk de verwoesting van Jeruzalem en vond plaats kort na Handelingen 28.
*
Voorwaardelijke verkondiging
4 passages in het Nieuwe Testament hebben tot een algemeen misverstand geleid van de waarheid. Deze zijn: Mat. 10:23; 16:28; 23:39; 24:34.
In al deze teksten wordt de aandacht getrokken door de woorden, “ik zeg u.” Driemaal wordt dit voorafgegaan door het woord “voorwaar.” We kunnen deze woorden dus niet negeren. Het woord “niet” valt ook op in de eerste 2 verzen en dan als een krachtige “zeker niet.”
In de Griekse tekst staat het woord “an” dat moeilijk vertaalbaar is in het Nederlands. Dit woord leidt een bepaalde onzekerheid in. Het veronderstelt een voorwaarde waardoor de hele zin hypothetisch wordt.
1. Mat. 10:23; bezien we deze vers in het licht van Handelingen 3 en geloven we dat Israel ook echt Israel is, dan zegt deze vers ons heel veel. Het woord niet betekent dat de 12 op hun missie op geen enkele manier gehinderd zullen worden door een obstakel. Het woord “an” maakt dat wat zeker is in het eerste deel van de zin, in het laatste deel van de zin juist onzeker. Er zou dan staan “… of (an) de Mensenzoon zal gekomen zijn.”
De 12 zouden op geen enkele manier alle steden van Israël bezoeken, dat was zeker. Maar de komst van de Mensenzoon was onzeker omdat deze afhing van de voorwaarde van de bekering van het volk, als antwoord op de oproep van Petrus in handelingen 3. De komst waarover Jezus spreekt in Mat. 10:23 was een toekomstige en voorwaardelijke komst. Niet een komst van zomaar 2000 jaar later maar één die afhankelijk was van de bekering van Israël. Mat. 10:23 zegt ons veel over:
– dat het de 12 waren die deze opdracht kregen
– zij zouden op geen enkele manier hun missie volbrengen.
– Ze werden gezonden tot de steden van Israel en zeker niet naar de rest van de wereld die in die tijd bekend was.
– Hun zending hield verband met wat de tweede komst van christus zou zijn, die mogelijk al snel zou plaatsvinden.
2. Mat. 16:27 en 28
Oook in deze tekst wordt gesproken van over een nabije komst van de Mensenzoon. Het “zal komen” in vers 27 is geen toekomende tijd maar een tegenwoordige tijd van het werkwoord “op het punt staan te zijn” en de onbepaalde wijs van komen. Er zou moeten staan: de mensenzoon staat op het punt te komen. Ook in deze tekst wordt het dubbele negatief gebruikt dat slaat op “geen enkele wijze” en “onder geen enkele voorwaarde.” Het woord “an” gooit ook hier roet in het eten. Er is hier sprake van een voorwaardelijke komst. Het visioen van Christus met Mozes op de berg was een tentoonstelling van wat men te zien zou krijgen maar nog geen vervulling van Mat. 16:27 en 28 omdat daar geen sprake was van de komst van de Here met zijn engelen en met zijn oordeel.
3. Mat. 23:39
Ook hier hebben we in het eerste zinsdeel te maken met zekerheid en in het tweede zinsdeel met onzekerheid. In het tweede deel gooit het woord “an” opnieuw roet in het eten. Het wijst op de onzekere voorwaarde van de bekering van het volk Israël.
4 Mat. 24:34
Ook hier is in het eerste zinsdeel zekerheid in verband met het voorbestaan van dit geslacht, wanneer er een onzekere voorwaarde gerealiseerd wordt. Het woord “an” gooit weer roet in het eten door de voorwaardelijke betekenis afhankelijk te maken van de bekering van het volk, Hand. 3:19-26. Het woord “u” is ook veelzeggend. We pakken dan Handelingen 3:19-28 en Handelingen 28 erbij. Dan zien we dat de woorden van Jezus in Mattheus op de generatie van toen sloeg omdat alles TOEN stond te gebeuren.
Andere woorden over de toekomst
In de genoemde verzen komt steeds het woord totdat voor. In Lucas 18:7-8 spreekt Jezus tot Israël. Het “recht doen” in de vers staat voor de deur maar omdat Israel niet reageert op de oproep van Petrus in handelingen 3, is het uitgesteld. Desalniettemin is het recht doen nog steeds een toekomstige zekerheid. 2 Thes. 1:4-10. In Mat. 19:28 spreekt Jezus over de wedergeboorte. Deze behoort tot dezelfde “tijden der verkoeling” en de tijden van de “wederoprichting” waar het in Handelingen 3:19-21 over gaat. In Marcus 10:30 en Lucas 18:30 wordt dezelfde tijd van de wedergeboorte de toekomende eeuw genoemd. De gelijkenis van de ponden (Luc. 19:13-27); de onrechtvaardige pachters (Mat. 21:33-46; Marc. 12:1-12 en luc. 20:9-19) en het bruiloftsfeest van de zoon van de koning (Mat. 22:1-4) hebben allemaal dezelfde achtergrond en hebben betrekking op dingen die niet lang meer op zich zouden laten wachten. De gelijkenis van de heer des huizes benadrukt, met het oog op dat geslacht, de aanstaande komst van de Heer als motief om waakzaam te zijn (Mat. 24:43-51; Marcus 13:34-37 en Luc. 12:39-46). De gelijkenis van de 10 maagden draait volledig om het woord “waak” en gaat over degenen die Jezus hoorden spreken. Mat. 25:13. In Mat. 28:19-20; Marcus 16:15-20 en lucas 24:47 lezen we over het laatste bevel aan de apostelen. Het ging over de toen aanstaande komst van de Here. De woorden hadden betrekking op hen die Hem hoorden. We moeten deze woorden net zo opvatten als zij dit deden tot wie ze gesproken werden. De belofte van de aanwezigheid van de Here was verbonden aan alle dagen tot de voleinding van de wereld, Mat. 28:20.
*
Barbara Brown Taylor
Het Newtoniaanse wereldbeeld dat mechanisch is, werkt wel voor bomen en stenen. Een boom staat op een bepaalde plaats in een bepaalde tijd op die specifieke lap grond. Een steen die je omhoog gooit komt volgens vaste natuurwetten weer omlaag. Maar op micro niveau werkt deze mechanische benadering niet. Van een elektron weet je niet waar hij heen vliegt en dus kun je hem ook niet traceren. En je kunt niets van deze deeltje te weten komen zonder met hen interactie te hebben. Je weet nooit hoe ze zich gedragen als je niet kijkt. En dus is een nieuwe benadering nodig in wat we zogenaamd wetenschap noemen. Allereerst hebben we een ander model nodig van hoe we de wereld zien. Niet als een verzameling van losse delen maar de wereld als een ondeelbaar geheel waarbij de observant niet gescheiden is van wat hij observeert. De onderverdeling van de wereld in object en subject is niet langer toereikend om de wereld te beschrijven. Is deze nieuwe benadering fysica of religie? Ik zou zeggen, eerder poëzie. Zoals Rumi zei: je denkt omdat je één begrijpt en ook twee, omdat één plus één twee maken. En dus moet je ook het woord plus of en begrijpen.
*
Wetenschap is gebaseerd op observatie c.q. waarneming. Omdat een test kan worden herhaald, mist de wetenschap de luxe van dogma’s. Maar ook de wetenschap heeft geen antwoorden op alles. Niet op de complexiteit van dingen en de wetenschap kan wel indiceren dat er een orkaan aankomt, maar niet precies waar, in welke kracht en met welke gevolgen. Als je een foton op een elektron afstuurt, wordt de beweging van de foton verstoord. Observeren is dan verstoren. Wetenschap is op die manier vol van subjectiviteit. Zolang wetenschap in het aura van hypothesen blijft hangen die herhaaldelijk getest is, blijven sommige wetenschappelijke ideeën toch zweven in het domein van geloof. Geloof is gebaseerd op Openbaring. Ook deze is subjectief. Toen de engel Gabriël aan Zecharias en Elisabeth vertelde dat ze de boodschapper van Jezus zouden verwekken, die Johannes moest heten en dat diens neef Jezus zou heten, gebeurde het volgende. Later verscheen Gabriël ook aan Maria en zowel zij als Zecharias reageerden eerst een tikje afwijzend met de vraag: hoe kan dit gebeuren? Het gevolg was dat Zecharias een tijd niet meer kon spreken. Bij Maria gebeurde dit niet hoewel ze aanvankelijk ook sceptisch was. De openbaring pakte voor beiden dus verschillend uit.
*
Martin Zender, CG 2:4, 20 februari 2010
Paulus aan de Romeinen
Ik ga zitten om je te schrijven vanuit deze vochtige ruimte in Korinthië. Ik probeer niet te klagen. Ik heb geleerd om nederig te zijn en vandaag krijg ik weer een gratis oefening in nederigheid. Ik ben alleen een boodschapper. Sommigen verheerlijken mij. Dit zouden ze wat minder moeten doen. Slechts een handvol mensen weet wie ik eigenlijk ben en wat mijn missie is. Voor velen ben ik een anoniem iemand, een onopvallende persoon in de massa. Ze zouden eens moeten weten. Jullie, Romeinen zijn een deel van die handvol mensen. De dag komt dat mensen zullen lezen: Paulus’ brieven aan de Romeinen. Ze zullen zich verbeelden dat jullie een vaste conclave waren met een eigen “kerk.” Ja, wat is dat nu weer? De mensen van de toekomst zullen nauwelijks beseffen dat ik aan jou schrijf, Tryfena, Persis, Rufus, Pflegon (krijg nog geld van je).
Ik schrijf aan jullie allen die bijeen komen in het huis van Julia op woensdag en in het huis van Olympas op vrijdag. Ik ben een dienstknecht van Jezus Christus. De profeten hadden het hier al over. Nietwaar??? Over mij? Hadden ze het? Ze hadden het in elk geval over rechtvaardiging door geloof. En dat niet alleen; het was een boodschap aan de rest van de wereld, aan jullie de eigenwijze heidense Romeinen. Je hoort het goed; aan de Niet-Joden. En juist om die reden zijn de joden op mijn scalp uit. Oeps dat is pas een woord uit de 18de eeuw. Misschien voel je je nu aangesproken, dames en heren romeinen. Ik schrijf deze brief niet maar ene Tertius, een tiepventje. Hij zit naast me met Tippexx. Ik gebruik hem als tiepventje en schop hem er daarna weer uit. De romeinen hebben goede tiepmachines. (LOL). Tertius Tipexx heeft het niet makkelijk. Geen elektrisch licht, donkere ruimte, oude tiepmachine. Maar WE DO OUR best. Ahum, wat zeg ik nu weer. Ik geef toe dat ik een slokje op heb. Zijn tafel is een beetje klein. We zijn naar de Gamma geweest maar geen goeie tafel. Hout voor Jezus’ paal was er genoeg maar een eenvoudig tafeltje ho maar. Oh ja, in de MOSKEE was een mooi tafeltje. Ik zeg in de moskee!! Knappe moslima’s daar; dat was ook de reden waarom we even naar binnen piepten. Mooie strakke hoofddoekjes en zo. Deze brief moest ik van God schrijven. Veel mensen snappen dit niet. Hou toch op, zeggen ze. Hoe leg ik ze dit uit? Inspiratie van God voelt niet als zonlicht op de huid. Het is meer een opwelling van binnenuit, geboren uit noodzaak. Noodzaak is de moeder van vindingrijkheid. Deze slogan kwam in me op toen ik een bak Griekse Koffie dronk. Dingen die de heilige geest ingeeft borrelen op, en worden zo zwaar dat je ze wel moet mededelen aan anderen. Als Tertius er niet is, grijp ik zelf naar de pen. Dit gebeurde ook toen ik mijn 2de brief aan de gelovigen in Thessaloniki schreef. Tertius was er niet en ik voelde zo’n zware last van de Ene die ik kwijt moest over de wetteloze mens die komen zal. Ik pakte de pen en schreef zelf en kwam zover als “Paulus en Silvanus en Timoteus, die eerst bij ons waren, aan de ecclesia van Thessaloniki.
Daar komt Tertius. Ik zei: waar was jij? Hij: ik wou je niet storen. Ik zeg je: als deze meneer niet slaapt dan eet hij wel. Een vreetzak is hij. Zo zie je, beste Romeinen, God gebruikt omstandigheden om mij te inspireren. Ik zit niet in de luie stoel te wachten tot Hij mij inspireert. Ik vraag Hem niet: zult u mij vandaag gaan inspireren, meneer God? Ik schrijf ook geen geïnspireerde dingen. Ik luister naar de waarheid. En om na te denken en het Hebreeuwse gekrabbel van mijn voorgangers te bestuderen. Als het nodig is om iets te zeggen, drukt dit op mij en komt de inspiratie. Het sleutelwoord is “mensen.” Ik voel de drang om mensen al deze waarheden te vertellen. Dit zet me aan het schrijven. Het begint met iemand met wie ik sprak. Of met een rapport dat ik onder ogen kreeg over een bepaalde ekklesia. Soms is er een aanleiding. Bijvoorbeeld een infiltrant die de wet predikt in plaats van genade. Of iemand schrijft een valse brief met mijn naam eronder. De meest vruchtbare momenten zijn als ik samen met christus ben. Samen met een bak koffie ook en als ik alleen ben. ’s Nachts laat ik mijn gedachten uitgaan naar christus en naar alle dingen die hij mij leerde in de woestijn. Zo ontstaan er nieuwe verbanden met wat ik eerder leerde. Hij leerde mij iets bijzonders: dat de wet er was gekomen opdat de zonde zich zou vermeerderen. Dit moment zal ik nooit vergeten. Dit was één van de eye-openers van mijn leven. Mijn eerste reactie was een beetje primitief. God, waarom heeft u dit niet eerder meegedeeld aan Israël? Maar later bedacht ik me dat God mij ook had geleerd dat Israël lang blind zou blijven voor de waarheid. Namelijk tot de volheid van de natiën was bereikt en het lichaam van Christus compleet was. Een paar maanden later op een schip naar Efeze sloeg de bliksem in. Het was vroeg in de morgen. Het daagde me: Israël moest juist ontmoedigd worden door haar falen zich aan de wet te houden. Haar zelfrechtvaardiging was haar graf voor de rest van de aion.
Ik schreef die ingeving direct op. En dat terwijl het noodweer was. Eigenlijk moest ik helpen. Alle hens aan denk. Maar ik zocht naar het meest kostbare op dat moment: pen en papier. Sindsdien heb ik altijd wat bij me. Soms gaan er maanden voorbij zonder dat ik wat opschrijf. Dan wil ik wel maar is het de tijd er nog niet voor. Je kunt het ook zo zien: de waarheid dwingt me nog niet sterk genoeg ertoe om dingen op te schrijven en te delen met anderen. Ik wacht hier zelfs niet op. Als de waarheid zich aandient, schrijf ik onmiddellijk alles op. Anders vermaak ik me best met het bouwen van tenten. Ik dateer mijn apostelschap vanaf de opdracht die ik in Antiochië kreeg. Deze opdracht moeten jullie ook kennen. De dingen die ik jullie ga zeggen, komen waarschijnlijk zo ongewoon en absurd voor dat jullie mij misschien niet eens geloven. Ik zeg jullie: mijn apostelschap is direct van christus en kwam net als met die bliksemstraal aan boord van dat schip op een miraculeuze manier tot mij. Op weg naar Damascus ben ik bekeerd. Maar wat er later in Antiochië en op het eiland Paphos is gebeurd, weten jullie nog niet. Bereid je voor…
Beste vrienden in Rome, ik ga je nu vertellen over Antiochië. Ik laat je zien hoe God mij brak om tot Hem te komen. De gang in Antiochië Enkele jaren geleden waren we daar tijdens het vasten. Ik was er met Barnabas, Simeon, Lucius en Manaen. Onbekenden voor jullie behalve Barnabas. Hij is een rots van een vent met een Abrahambaard. Zijn naam betekent: zoon van de donder. Zijn persoonlijkheid is meer van een verkoelende regen. Hij introduceerde me bij Petrus en de rest in Jeruzalem en zonder hem hadden ze mij als voormalige vijand van christus niet aanvaard. Ik had nogal een naam, weet je. Ik zou het nu graag anders willen zien en alles wat ik aangericht heb, de vele doden, goed willen maken. Ik geloof helemaal in het kruis. Ik hoor het gehuil en geschreeuw nog, zelfs van kinderen. Onder de kliek in Jeruzalem waren sommigen die me nog wel kenden. Sommigen van hen hebben een kind verloren door mijn toedoen. En toch durven ze mij nu te vertrouwen. Dat is pas wat. Zeker als je weet dat ik ook nog een afwijkende boodschap heb. Gered door genade Mijn “bekering” zal ik het maar noemen gebeurde op weg naar Damascus. Hoe kwam dit zo? Alles bracht me op weg naar Damascus. Ik werd er zonder dat ik dit zelf wist heen geleid om er God te ontmoeten. Elk indicent, elke schade die ik veroorzaakt heb, zoveel doden, waren een voorbereiding op mijn weg naar Damascus. God werkt in alles naar Zijn wil. Sommigen gelovigen twijfelen eraan of echt alles van God komt. Hoe kunnen ze het volhouden? Hoe kunnen ze zelfs de kleinste beproevingen doorstaan? Als niet alles uit God was, was ik niet in staat geweest om mijn eigen gruweldaden te vergeten. Hoe kon ik ooit zo’n nieuw leven als dit beginnen? Als het kruis er niet was geweest was ik de geschiedenis in gegaan als één van de meest wrede misdadigers ooit. Laat staan dat ik ook nog eens de boodschap zou verkondigen van hen die ik had uitgemoord. Ik ben nooit helemaal bekomen van de shock die de ontmoeting met christus teweeg bracht. Als ik een nieuw leven kan beginnen, kunnen jullie het zeker.
In Antiochië waren we met de ekklesia daar en hielden we bijeenkomsten. Simeon noemden we neger. Lucius heeft altijd een pen achter zijn oor. Meanen heeft een spel uitgedokterd: iets met een stick waarmee je hard tegen een bol kunt meppen. Die moet in een doel. Best grappig maar ook een beetje link. Als je zo’n bal tegen je kanis krijgt. De volgende keer maken we het doel iets groter. Dan krijgen we de bal er sneller in. Maar de tegenstander dus ook. We hadden 2 teams. Voordat we met de sticks overweg konden, waren we al een eind verder. Iemand gebruikte ze om naar huis te lopen na afloop. Nordic Walking, noemde hij dit. Ik snapte het niet, maar laat ook maar.
Vasten
Op deze dag gingen we vasten. Ik doe dit steeds minder en anderen hoeven het van mij ook niet te doen. Het kan nuttig zijn om af en toe te vasten, maar ik heb de indruk dat sommigen er een religie van maken. Mijn idee is dat we maar wat graag eten wat er te koop is. In Antiochië heb ik goed gegeten, dus waarom zouden we nog vaker vasten? Onze Here Jezus vastte 40 dagen in de woestijn maar dit was een speciale opdracht die met verzoeking door de tegenstander te maken had. Waarom zouden wij ons hier nog druk om maken? Zover we kunnen, mogen we op hem lijken. Als de heilige geest ons dit dicteert, mogen we onszelf vernederen om tot geestelijke groei te komen. Maar vergeet niet dat Hij dingen deed, die wij nooit kunnen. Imiteren we hem door ons eigen kruis te scheppen? Mooi niet. Zijn kruis was ons kruis. Zullen wij 40 dagen vasten om de tegenstander te provoceren? Hopelijk niet! Christus deed alles voor ons. Klaar is Kees. Als je denkt dat je moet doen wat Hij deed, ga dan ook over water lopen. We zijn compleet in Christus, niet door hem te imiteren. Op een dag, kwam Niger de tent uit en zei: we gaan vandaag niet eten maar luisteren naar de heilige geest. Dit deden we en na 3 dagen sprak de geest. Luisteren naar de geest zouden we vaker moeten doen in plaats van christus te imiteren.
Hoe god spreekt
Er komt een tijd dat het word van God voltooid zal worden. Daarna zal Hij niet meer rechtstreeks tegen ons spreken; hooguit omstandigheden scheppen die ons aan het denken zetten. Of ons geweten dicteren. Hij stuurt ons regen en wij repareren de daken van onze huizen. Hij stuurt de zon en wij hangen de was uit. Zijn handelen in deze wereld, drijft ons een bepaalde richting op. Dit doen we toch in feite sowieso al als iemand brand roept; dan rennen we weg of bellen we de brandweer. Het geschreven woord, de bijbel is Gods primaire middel om zichzelf te openbaren aan ons. Hij openbaart zichzelf door zijn zoon; oké, maar hoe kennen we zijn zoon anders dan door de bijbel? Ik noem nu ook Mattheus, Lucas en Petrus. Zijn woord overbrengen op ons doet hij middels tekstschrijvers die eerst alles opschreven. Zelfs als ze het niet helemaal snappen. Goddelijke inspiratie heet dit. Dit is nodig omdat de hele openbaring nog niet gekomen is. Ik heb een idee wanneer en van wie de volledige openbaring zal komen.
De geest spreekt
Het was een rare ochtend bij de tent van Simeon. We maakten een vuurtje (nog steeds zonder eten maar wel met een beetje koffie tegen de kou). Manaen zei opeens met een heldere stem: haal Barnabas en Saulus uit elkaar voor mij voor het werk dat ik voor hen bereid heb. Daarna tuurde hij naar de grond. Barnabas en ik keken elkaar met vragende blikken aan. Simeon en Lucius keken Barnabas aan en toen mij. Het was Barnabas die de stilte verbrak en overeind vloog. “Het is mij!” zei hij. Ik zei het ook: het is jou. Simeon zei: waar wachten we op?
Op weg naar Cyprus
Die ochtend pakten we de spullen voor Seleucia. We wisten alleen dat we aan boord van een schip zouden gaan en naar Cyprus zouden varen, het thuis-eiland van Barnabas. Manaen, Lucius en Simeon haastten zich en toen we onderweg even rustten, hielden ze hun handen boven ons en gingen voor ons bidden. Dit gebeurde meerdere keren, maar niet alleen een gebed voor geest maar ook voor fysieke verbintenis. Toen we aan boord van het schip gingen, konden we Barnabas niet vinden. Net voordat we het anker zouden binnenhalen, kwam hij eraan samen met zijn neef Markus, ook Johannes-Macus geheten. We hebben een afgevaardigde nodig, hijgde Barnabas. Ik begreep het niet. Waarom dan? Er was geen tijd om vragen te stellen, het schip begon al te bewegen en Barnabas en die andere man mochten blij zijn dat ze nog aan boord konden. Dat scheelde een haar. En ik zeg je dit: wat er in Cyprus zou gebeuren, werd het patroon van het geheim van Gods verborgen handelen met de hele mensheid.
*
Paulus aan de Romeinen
Ik ga zitten om je te schrijven vanuit deze vochtige ruimte in Korinthië. Ik probeer niet te klagen. Ik heb geleerd om nederig te zijn en vandaag krijg ik weer een gratis oefening in nederigheid. Ik ben alleen een boodschapper. Sommigen verheerlijken mij. Dit zouden ze wat minder moeten doen. Slechts een handvol mensen weet wie ik eigenlijk ben en wat mijn missie is. Voor velen ben ik een anoniem iemand, een onopvallende persoon in de massa. Ze zouden eens moeten weten. Jullie, Romeinen zijn een deel van die handvol mensen. De dag komt dat mensen zullen lezen: Paulus’ brieven aan de Romeinen. Ze zullen zich verbeelden dat jullie een vaste conclave waren met een eigen “kerk.” Ja, wat is dat nu weer? De mensen van de toekomst zullen nauwelijks beseffen dat ik aan jou schrijf, Tryfena, Persis, Rufus, Pflegon (krijg nog geld van je). Ik schrijf aan jullie allen die bijeen komen in het huis van Julia op woensdag en in het huis van Olympas op vrijdag. Ik ben een dienstknecht van Jezus Christus. De profeten hadden het hier al over. Nietwaar??? Over mij? Hadden ze het? Ze hadden het in elk geval over rechtvaardiging door geloof. En dat niet alleen; het was een boodschap aan de rest van de wereld, aan jullie de eigenwijze heidense Romeinen. Je hoort het goed; aan de Niet-Joden. En juist om die reden zijn de joden op mijn scalp uit. Oeps dat is pas een woord uit de 18de eeuw. Misschien voel je je nu aangesproken, dames en heren romeinen. Ik schrijf deze brief niet maar ene Tertius, een tiepventje. Hij zit naast me met Tippexx. Ik gebruik hem als tiepventje en schop hem er daarna weer uit. De romeinen hebben goede tiepmachines. (LOL). Tertius Tipexx heeft het niet makkelijk. Geen elektrisch licht, donkere ruimte, oude tiepmachine. Maar WE DO OUR best. Ahum, wat zeg ik nu weer. Ik geef toe dat ik een slokje op heb. Zijn tafel is een beetje klein. We zijn naar de Gamma geweest maar geen goeie tafel. Hout voor Jezus’ paal was er genoeg maar een eenvoudig tafeltje ho maar. Oh ja, in de MOSKEE was een mooi tafeltje. Ik zeg in de moskee!! Knappe moslima’s daar; dat was ook de reden waarom we even naar binnen piepten. Mooie strakke hoofddoekjes en zo.
Deze brief moest ik van God schrijven. Veel mensen snappen dit niet. Hou toch op, zeggen ze. Hoe leg ik ze dit uit? Inspiratie van God voelt niet als zonlicht op de huid. Het is meer een opwelling van binnenuit, geboren uit noodzaak. Noodzaak is de moeder van vindingrijkheid. Deze slogan kwam in me op toen ik een bak Griekse Koffie dronk. Dingen die de heilige geest ingeeft borrelen op, en worden zo zwaar dat je ze wel moet mededelen aan anderen. Als Tertius er niet is, grijp ik zelf naar de pen. Dit gebeurde ook toen ik mijn 2de brief aan de gelovigen in Thessaloniki schreef. Tertius was er niet en ik voelde zo’n zware last van de Ene die ik kwijt moest over de wetteloze mens die komen zal. Ik pakte de pen en schreef zelf en kwam zover als “Paulus en Silvanus en Timoteus, die eerst bij ons waren, aan de ecclesia van Thessaloniki. Daar komt Tertius. Ik zei: waar was jij? Hij: ik wou je niet storen. Ik zeg je: als deze meneer niet slaapt dan eet hij wel. Een vreetzak is hij. Zo zie je, beste Romeinen, God gebruikt omstandigheden om mij te inspireren. Ik zit niet in de luie stoel te wachten tot Hij mij inspireert. Ik vraag Hem niet: zult u mij vandaag gaan inspireren, meneer God? Ik schrijf ook geen geïnspireerde dingen. Ik luister naar de waarheid. En om na te denken en het Hebreeuwse gekrabbel van mijn voorgangers te bestuderen. Als het nodig is om iets te zeggen, drukt dit op mij en komt de inspiratie. Het sleutelwoord is “mensen.” Ik voel de drang om mensen al deze waarheden te vertellen. Dit zet me aan het schrijven. Het begint met iemand met wie ik sprak. Of met een rapport dat ik onder ogen kreeg over een bepaalde ekklesia. Soms is er een aanleiding. Bijvoorbeeld een infiltrant die de wet predikt in plaats van genade. Of iemand schrijft een valse brief met mijn naam eronder.
De meest vruchtbare momenten zijn als ik samen met christus ben. Samen met een bak koffie ook en als ik alleen ben. ’s Nachts laat ik mijn gedachten uitgaan naar christus en naar alle dingen die hij mij leerde in de woestijn. Zo ontstaan er nieuwe verbanden met wat ik eerder leerde. Hij leerde mij iets bijzonders: dat de wet er was gekomen opdat de zonde zich zou vermeerderen. Dit moment zal ik nooit vergeten. Dit was één van de eye-openers van mijn leven. Mijn eerste reactie was een beetje primitief. God, waarom heeft u dit niet eerder meegedeeld aan Israël? Maar later bedacht ik me dat God mij ook had geleerd dat Israël lang blind zou blijven voor de waarheid. Namelijk tot de volheid van de natiën was bereikt en het lichaam van Christus compleet was. Een paar maanden later op een schip naar Efeze sloeg de bliksem in. Het was vroeg in de morgen. Het daagde me: Israël moest juist ontmoedigd worden door haar falen zich aan de wet te houden. Haar zelfrechtvaardiging was haar graf voor de rest van de aion. Ik schreef die ingeving direct op. En dat terwijl het noodweer was. Eigenlijk moest ik helpen. Alle hens aan denk. Maar ik zocht naar het meest kostbare op dat moment: pen en papier. Sindsdien heb ik altijd wat bij me. Soms gaan er maanden voorbij zonder dat ik wat opschrijf. Dan wil ik wel maar is het de tijd er nog niet voor. Je kunt het ook zo zien: de waarheid dwingt me nog niet sterk genoeg ertoe om dingen op te schrijven en te delen met anderen. Ik wacht hier zelfs niet op. Als de waarheid zich aandient, schrijf ik onmiddellijk alles op. Anders vermaak ik me best met het bouwen van tenten. Ik dateer mijn apostelschap vanaf de opdracht die ik in Antiochië kreeg. Deze opdracht moeten jullie ook kennen. De dingen die ik jullie ga zeggen, komen waarschijnlijk zo ongewoon en absurd voor dat jullie mij misschien niet eens geloven. Ik zeg jullie: mijn apostelschap is direct van christus en kwam net als met die bliksemstraal aan boord van dat schip op een miraculeuze manier tot mij. Op weg naar Damascus ben ik bekeerd. Maar wat er later in Antiochië en op het eiland Paphos is gebeurd, weten jullie nog niet. Bereid je voor…
*
De 2 hersenhelften van ons brein en religie
donderdag 22 oktober 2009
Alfabetten met klinkers worden van links naar rechts geschreven. Andere, zoals het Hebreeuws bevatten alleen medeklinkers worden van rechts naar links geschreven. Onze hersenen hebben ook 2 helften. Het linkerdeel is analytisch, objectief, afstandelijk, lineair en logisch. Het splitst dingen op in hun componenten. De rechterhelft is holistisch, integrerend, zelfs intuïtief. Het kan goed patronen herkennen en inspelen op persoonlijke relaties, inclusief nonverbale expressies. Deze helft speelt een grote rol bij emotionele intelligentie. De neurowetenschapper Robert Ornstein noet deze helft de zetel van creativiteit en ziel. De linkerhelft controleert de rechterkant van het lichaam en andersom. Als we ons hoofd naar rechts bewegen, gebruiken we de linker hersenhelft en andersom. Als we een alfabet lezen, zoals Nederlands dat klinkers bevat, is elk woord in meerdere of mindere mate verstaanbaar. Dus kunnen we de linkerhelft gebruiken die analytisch is en bewegingen naar rechts controleert zoals Engels lezen dat van links naar rechts is geschreven. Maar niet als het om een alfabet gaat zonder klinkers. Als je ons alfabet zonder klinkers zou nemen weet je niet of het een pot of put is. Dat moet dan uit de context blijken. Dan gebruik je de rechterhelft die holistisch in elkaar steekt en bewegingen naar links registreert. Daarom worden alfabetten zonder klinkers waarschijnlijk van rechts naar links geschreven.
‘s Werelds eerste alfabet was een proto-Sinaïtisch schrift. Het was de voorloper van het Hebreeuws dat een variëteit van vormen doorliep maar een alfabet zonder klinkers bleef. Het eerste alfabet met klinkers was het oude Grieks. Dit was net als Hebreeuws geschreven van rechts naar links, toen slang-gewijs (boustophedon) en veranderde elke keer van richting. Uiteindelijk ging het van links naar rechts waarna een patroon was gevestigd voor andere alfabetten met klinkers. Nu snappen we waarom het Oude Griekenland de wereld zijn eerste wetenschappen en filosofie gaf, beide domeinen van de linker hersenhelft. Nu snappen we ook waarom de wereld van het oude Israël met zijn integrerende visie en monotheïsme zo anders was. De Tora met zijn nadruk op persoonlijke relaties, de liefde van God, naaste en vreemdeling, is het werk van de rechter hersenhelft. We kunnen verder speculeren hoe het christendom een synthese van beiden werd. Zijn stichter was joods en stapte in de religieuze vallei van het Judaïsme. Maar de eerste christelijke teksten waren geschreven en werden gelezen in het grieks. Het resultaat was een set van rechter hersenhelft ideeën die werden gedecodeerd in een linker hersenhelft alfabet en cultuur. Uit die creatieve spanning werd de westerse beschaving geboren. De gevolgtrekking is net zo belangrijk. Het menselijk brein is het product van 2 invloedssferen. Als de verbindingen tussen beiden worden verbroken, is het resultaat een disfunctioneren van de persoonlijkheid. We hebben beiden nodig: de analytische linker hersenhelft die ons in staat stelt dingen apart te zien hoe ze werken, en de integrerende rechterhelft die dingen in hun samenhang beziet. Religie heeft wetenschap nodig en wetenschap heeft religie nodig. Samen gaan ze op net als de twee hersenhelften van ons brein.
*
Is het boek Daniël authentiek?
Lagere schoolkennis
Algemeen wordt aangenomen dat het boek Daniel in de tijd van de Makkabeeën is ontstaan, rond 164 voor christus. Is dat wel zo?
Men denkt dit omdat het in het Aramees is geschreven.
In 1965 hebben Baumgartner, Schaeder, Koopmans en Hospers aangetoond dat het Aramees in Daniel tot het rijksaramees behoort. Deze taal werd vanaf de 7de eeuw voor christus gebruikt om te communiceren in hun uitgestrekte veroveringsgebieden. Het boek Daniel kan daarom zeker worden gedateerd in de 6de eeuw voor christus, de tijd van de ballingschap. In 1982 heeft ook Archer aangegeven dat het Aramees van Daniel overeenstemt met dat wat in het Oosten, in Babel werd gesproken, meer dan met het Aramees van Palestina. Bij een datering in de tijd van de Makkabeeën zou juist het omgekeerde het geval moeten zijn.
In hoofdstuk 5 staat het drinkgelach van koning Belshatzar. In die nacht veroverden de Perzen Babel. In die nacht ook schreef een mysterieuze hand op de muur de woorden “Mene mene tekel upharsin.”
Na de uitleg van Daniel over de betekenis van Mene Tekel geeft koning Belshatzar hem de hoogste positie in zijn koninkrijk. Hij benoemt Daniel tot 3de man van het rijk. Derde man, moet dat niet tweede man zijn?
2de of 3de man
Een hele tijd was er niets bekend over deze koning van Babel. Men kende wel Nabonidus de laatste heerser over het Chaldese rijk. Onder hem veroverden de Perzen Babel, werd aangenomen. In 1854 werden in Zuid-Irak in de plaats Al-Muqayyar kleitabletten gevonden. Die waren daar ooit door meneer Nabonidus gedeponeerd. In deze kleitabletten spreekt meneer Nabonidus over zichzelf en zijn zoon Bel-sjar-oesoer. In Ur werden ook zulke inscripties gevonden. Ook hierin komen beide namen naast elkaar voor. Bel-sja-oesoer zou regent zijn in Babel tijdens het verblijf van zijn vader in Tema. Hij droeg dus de titel koning omdat hij de feitelijke macht over Babel uitoefende. Hij kon Daniel echter moeilijk 2de man maken, wel 3de. Deze geschiedenis in het boek Daniel is door een insider geschreven, door Daniël zelf dus.
7 x 7 jaar
In de eerste periode van 7 x 7 jaar werd Jeruzalem door Nechemya en Ezra herbouwd. Hierna volgde een periode van 62 x 7 jaar = 434 jaar van moeilijke tijden voor Israël. Na die periode van samen 69 x 7 jaar = 483 jaar zal er een gezalfde komen, een Messias. De engel Gabriël deelt Daniël mee dat na deze 69 x 7 jaar de Messias gedood zal worden terwijl er niets is om hem te veroordelen. In de 19de eeuw heeft Robert Anderson (politieman betrokken bij Jack The Ripper zaak) aangetoond dat toen Jezus van Nazareth op 10 Nisan van het jaar 32 op een ezel Jeruzalem binnen reed zoals de profeet Zakariah had voorspeld, het op de dag af 483 jaar was na het bevel van Artaxerxes om Jeruzalem te herbouwen!
Titus
Dan volgt de verwoesting van Jeruzalem onder Titus in het jaar 70 van onze jaartelling. Het joodse volk wordt bijna 2000 jaar onder de gojim verstrooid maar er moet nog een laatste 7 jaar komen. De 70 x 7 jaar moet volgemaakt worden. Dan zal de Messias komen om zijn koninkrijk op te richten zoals Gabriël dit aan Daniël voorzegd heeft.
*
Genade versus Wet
In 2 Timotheus 1:15 keert iedereen zich af van Paulus. Waarom? Er staat letterlijk dat deze mensen worden weg getrokken van Paulus. Waardoor dan? Antwoord: door de wet. De mensen keerden zich niet per sé van Jezus af maar wel van genade! Paulus’ boodschap was teveel God en te weinig mens. De drive om “zelf iets te doen” om gered te worden was te groot. De gelovigen konden niet langer onderscheid maken tussen hun eigen bijzondere roeping en die van Israël. Misschien mag genade op deze manier een goedkope oplossing lijken om gered te worden. Dit is niet correct. Genade is niet goedkoop maar VRIJ!
*
door Harry Fox
Hoe ouder ik word, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat de verklaring van de apostelen in Romeinen 6:14 , dat gelovigen in christus niet langer onder de wet maar onder genade vallen, van immense betekenis is. Deze verklaring opent onze ogen voor het radicale verschil tussen de 2 soorten relaties die we met God hebben die Paulus benadrukt in hoofdstuk 3 van Galaten: het verschil tussen een bilateraal verbond en een unilaterale overeenkomst. Het bilaterale verbond verwijst naar de relatie die God met Israel bevestigde door Mozes; de unilaterale overeenkomst verwijst naar de relatie die God met Abraham onderhield 430 jaar eerder. Onder het bilaterale verbond, wisselden God en Israel van nakoming. Dat wil zeggen: alles wat God zou doen voor Israel hing af van in hoeverre Israel God gehoorzaamde. Maar wat God Abraham beloofde hing alleen van hemzelf af zoals Paulus in Romeinen 4:20,21 bevestigt: “maar aan de belofte Gods heeft hij niet getwijfeld…”
Wat had God beloofd? Het antwoord staat in Genesis 12:1-3 en 15:5,6 waar God belooft Abraham’s gids te zijn naar een land dat voor hem bestemd is en voor zijn vele nakomelingen en door 1 van hen (per Galaten 3:16) God alle families op aarde zou zegenen (Galaten 3:8). De vervulling van die unilaterale belofte in christus door wie God handelde om ons te redden, niet als antwoord op onze gehoorzaamheid maar juist ondanks ons tekort schieten daarvan. Dus Paulus zegt in Romeinen 5:6,8 &10 dat terwijl we hulpeloos waren (in gehoorzaamheid) christus op het juiste tijdstip stierf voor de goddelozen. Dus… God toonde zijn liefde voor ons daarin dat terwijl we nog zondaren waren, christus voor ons stierf. Dus, terwijl we nog vijanden van God waren, werden we verzoend met God door de dood van zijn zoon. Als het volle belang van deze kolossale informatie echt tot ons doordringt, worden we vervuld met zoveel dankbaarheid voor Gods onvoorwaardelijke liefde en genade voor ons (welke Paulus geloof noemt, dat we worden aangezet om veel gehoorzamer aan Gods geboden te worden dan wanneer we hem onder de wet blijven dienen. Iemand zei eens dat het verschil tussen wet en genade is dat we onder de wet 6 dagen werken en op de 7de dag rusten, terwijl we onder de genade op de eerste dag rusten en op de andere 6 dagen werken. Wat een verschil in uitgangspunt tussen beide vormen van werken! Werken onder de wet is een last, inadequaat en leidt vaak tot een burn-out terwijl werken uit genade vreugde brengt, rust geeft en productief is (Matt. 11:28-30). Werken uit genade is ook van een betere kwaliteit. Het verschil tussen wat echt belangrijk is en wat op de tweede plaats komt, komt duidelijk tot uiting. (zie: Matt. 23:23-24).
*
De verklaring in Romeinen 6:14 is van immens belang. Gelovigen vallen niet langer onder de wet maar onder genade. De mensheid snapt het belang hiervan niet goed genoeg. Het verbond dat God met Mozes sloot was onder voorwaarden. Als Israël god gehoorzaamde dan hielp God Israël. Bij Abraham was alles anders, zie Galaten 3. God deed Abraham een paar beloften. Hij zou een zoon krijgen en de stamvader van een groot volk worden en een eigen land krijgen dat we thans kennen als Israel. Dit hing niet van Abraham af maar was een eenzijdig besluit van God, zie Romeinen 4:20. Zo schenkt God de gelovigen van nu ook genade. De constructie lijkt wel op die van een onvoorwaardelijk basisinkomen. God schenkt ons geen genade omdat we aan bepaalde eisen voldoen maar omdat we juist niet aan bepaalde eisen voldoen, zie Romeinen 5:6, 8 en10. Terwijl we nog vijanden waren van God stierf Jezus voor onze zonden. Als we dit werkelijk snappen dan snappen we pas echt waarom we God dankbaar moeten zijn. Werken onder de wet is een last en leidt vaak tot een burn out terwijl werken uit genade vreugde brengt en productief is (Matt. 11:28-30). Werken uit genade is ook van een betere kwaliteit. Het verschil tussen wat echt belangrijk is en wat op de tweede plaats komt, komt duidelijk tot uiting. (zie: Matt. 23:23-24). In de tijd van Paulus begrepen de mensen dit onderscheid ook al niet. In 2 Timotheus 1:15 keert iedereen zich af van Paulus. Waarom? De mensen werden weggetrokken van Paulus. Waardoor? Door de wet. De mensen snapten genade niet en vielen terug op de schijnzekerheid die de wet bood. Bovendien willen de mensen graag zelf iets doen om gered te worden.
*
Oorsprong van de mens 2; parallellisme
Hoe werd de mens een levende ziel? De ziel is uniek voor de mens. Andere dieren in genesis hebben ook een ziel. Een ziel hebben, betekent een zelfbewustzijn hebben wat integraal is met ons deelachtig zijn in God. Hij heeft het leven in ons geblazen. Met onze ziel hebben we een antenne voor onze toekomstige bestemming in Christus. Alleen kunnen we dit niet goed vatten. We voelen dat ons een soort van bestemming wacht maar snappen nog niet helemaal hoe dit werkt. Ergens diep in ons voelen we dit. Ergens weten we dat we stiekem meer zijn dan wat we nu zijn. Juist om die reden is onze ziel extreem gevoelig voor de gedachte dat we misschien toch onze bestemming zouden missen. De ziel zal steeds proberen om naar onze bestemming toe te bewegen maar daarin falen omdat de zonde steeds weer toeslaat. Dit is een vreselijk gevoel: onze ziel schotelt ons een vreselijke spiegel voor. De zonde komt niet uit de mens voort die tevergeefs op eigen kracht zijn bestemming te bereiken. De zonde is een cadeau van niemand minder dan God zelf die speciaal voor ons de aionen heeft geschapen met daarin de zonde. Het Oude Testament kent zoiets als parallellisme. Een auteur maakt een statement en herhaalt de achterliggende gedachte met andere woorden of gebruikt een metafoor of analogie. In genesis waar God de mens maakt uit het stof van de aarde en hem vervolgens de levensadem in blaast, zien we deze vorm van parallellisme. Verderop meldt God dat Hij de mens in de Tuin van Eden zet. Beide mededelingen drukken het zelfde uit op verschillende creatieve manieren. De ziel vertoont af en toe het gedrag van de slang die Eden binnensloop om allereerst Eva te misleiden. De vrouw die uit Adam was genomen stemt overeen met de ontvankelijke natuur van Adams nieuwe persoonlijkheid. Ik durf de stelling aan dat onze rebellie tegen God juist voorkomt uit de frustratie om op eigen kracht onze bestemming te bereiken. Deze frustratie leidt tot pijn en vervolgens tot rancune en rebellie. Het verhaal waarin de mens in de tuin van Eden wordt geplaatst is een andere beschrijving van de omstandigheid waarbij God de mens tot een levende ziel maakte. Voor die tijd had de mens zeker niet dezelfde capaciteit als nadat God hem de levensadem had ingeblazen. In de eerste aanvang toen de mens werd gemaakt was hij een simpele creatuur zonder de complexiteit die bij onze toekomstige bestemming hoort. In de eerste instantie had Adam een dierlijke uitstraling en relatie met de wereld om hem heen. God boeide hem niet. Een innerlijk gevoel van een goddelijke bestemming had hij evenmin. Adam was aanvankelijk toegerust op de natuurlijke wereld om hem heen. Als God tegen hem sprak had hij dit niet eens door gehad. Eerst moest hij de ziel verwerven die hem in staat maakte om te begrijpen wat een goddelijke bestemming is. Als mensenras hebben wij samen de capaciteit voor de volheid van God, maar die capaciteit op zichzelf is waardeloos. Wat een rare situatie: om een capaciteit voor de volheid van God te hebben die straks alles in allen zal zijn (1 Kor. 15:28) en tegelijk compleet onwetend hiervan te zijn! Hier doet de Levensboom zijn intrede. Alleen door van zijn vruchten te snoepen kan het menselijk potentieel voor heerlijkheid worden gerealiseerd. De Boom van kennis van Goed en Kwaad vertoont gelijkenis met alles dat onze “slang-uit Eden” kwetsbaarheid als antwoord geeft op ons dilemma om op eigen kracht onze bestemming te bereiken. De levensboom is de geest en de geest is het zaad van Christus. We ontvangen de geest en krijgen het nieuwe zaad dat al door de dood heen is gegaan en zelfs is opgestaan uit de dood. Juist daarom moesten Adam en Eva het paradijs uit, opdat ze niet meer van de levensboom konden eten en alleen nog van die andere boom. Ze werden de aionen in gestuurd. De vrucht van de boom van kennis werd in de aionen meegesleurd de dood in en later een vrucht van glorie. Beide verhalen van het ontstaan van de mensheid tonen alvast het beeld van God die alles in allen zal zijn.
*
De grote opsomming
Hij maakte ons het mysterie bekend volgens zijn wil, en somde alle dingen in christus op, op aarde en in de hemel. Efe. 1:9-10
Deze Efeziërs verzen zijn een zeer korte samenvatting van Gods meesterlijke plan. Dit mysterie is heden geopenbaard aan een select gezelschap dat deze boodschap begrijpt, hoewel iedereen het kan lezen in de bijbel. In Romeinen 11:36 staat “ek” (komt voort uit het midden) en “dia” (door het midden) en “eis” (richting en dwars door het midden.) Het midden is de plaats om te zijn. The place to be.
De oude profeten hadden maar weinig door van wat God echt van plan was en dit geldt nog steeds voor het grootste deel van het christendom dat de rest van de mensheid de eeuwige hel verklaart. Niets van de genade die we ontvangen is afhankelijk van ons. Het is dan ook niet terecht om te zeggen dat we Gods genade moeten WILLEN aannemen. Er valt niets te willen voor ons. God doet het werk; niet wij. Wij KUNNEN hier zelfs niets aan toevoegen. God wacht niet op ons tot we spectaculaire dingen doen. Dat doet Hij zelf wel. We hoeven er niet op aan te dringen een 3de tempel te bouwen in Jeruzalem. Zoals God zich niet laat manipuleren door ons gebed, zo hoeven we ook niet aan te dringen op zijn heilsplan. Gods bestuur heeft de dingen in onze eon zo gereld als ze zijn. Daar kunnen we zelf niets aan veranderen. Wij zijn GEEN helpers van God. Hoe hard religie ook schreeuwt dat we God wel moeten helpen. Zij die christelijke politiek willen bedrijven en een theocratie willen, zullen zich vooral baseren op Oud Testamentische regels en een Christelijke Sharia invoeren. Met alle gevolgen van dien. De gedachte om God te willen helpen wordt gevoed door natuurrampen zoals nu in Haïti, 2010. Elke keer met dit soort rampen profeteert men een Eindtijd scenario. Maar welke Eindtijd? Jezus bedoelde met Eindtijd in de eerste plaats de verwoesting van Jeruzalem en het einde van de wet van Mozes.
Alles om ons heen is geen doom maar glorie op glorie. God heeft ons niet afgeschreven al lijkt dit misschien zo. Hij brengt verandering op verandering om zijn glorie te prijzen. Wij zijn bestemd voor deze glorie waar de hele schepping op wacht. Hoe zit het met de eerder genoemde opsomming? Dit komt van het griekse woord “anakephalaiomai” en betekent opsommen onder 1 hoofd. Bij elkaar halen, verzamelen onder 1 hoofd. Alles wordt gecentreerd in christus. Alles wordt gerestaureerd in hem en meer dan dat. Dit proces is al klaar omdat God ons in christus heeft ingesloten. Onze reactie is die van “ja maar…” Efe. 1:10 zegt ALLES. De hele schepping is in christus besloten. Johannes 1:3 zegt dat alles in christus zijn bestemming krijgt en buiten hem niets. 1 Kor. 15 zegt dat we zonder de opstanding van christus een miserabel lot zouden hebben. Maar door de opstanding wacht ons allen een glorierijke toekomst. Religie wil hiervan maken dat een groot deel van de mensheid eeuwig in een hel knettert en mixt het oude met het nieuwe verbond. Maar de waarheid is juist tegengesteld, namelijk de hele schepping is besloten in christus. In de eerste Adam stierf iedereen en in de laatste Adam – Jezus Christus – zal iedereen worden behouden. In volgorde: eerst Christus zelf, dan de huidige gelovigen die bij christus horen en in de volgende aionen de rest van de mensheid. Vanaf de komende eon zal Christus weer regeren met de apostelen over de aarde tot alle vijanden inclusief de dood onder zijn voeten liggen. Iedereen zal erkennen dat Jezus Heer is, ook de mensen die nu niet geloven in Hem. Daarna zal Christus zichzelf onderschikken aan zijn vader en alles zal in allen zijn, 1 Kor. 15:28.
*
Wat is een inter testamentische periode?
Wat een rare uitdrukking; bedoelt men hiermee de tijd tussen Maleachi en het Nieuwe Testament? Njet! Het kenmerkende aan deze periode was juist een geestelijke stilte. Er gebeurde op dat vlak niet zoveel. Deze stilte duurde tot aan Johannes de Doper. Die riep op tot bekering. Het Koninkrijk van God kwam er aan. Er is een theorie dat de Tweede Wereldoorlog pas eindigde in 1989 toen de Muur viel. Wat je ook van zo’n theorie vindt, er zit een kern van waarheid in. Zo houdt het Oude Testament ook niet op bij Maleachi maar ver in het Nieuwe Testament. Bijna 40 jaar zelfs vanaf Jezus, niet zomaar een getal. Hebreeën 8:13 zegt “een nieuw verbond.” Het oude is voorbij. En wat oud is gaat voorbij. Het woordt nooit in ere hersteld. Hebreeën is duidelijk voor het jaar 70 geschreven toen Jeruzalem werd verwoest. Er komen nogal wat verwijzing in voor naar offers en tempel rituelen die toen plaatsvonden in de stad. Daarom spreekt de auteur ook van het oude dat op het punt stond om te verdwijnen. Als het nieuwe verbond inmiddels in werking was getreden waarom was het oude verbond dan nog aanwezig? Men bevond zich tijdens Hebreeën in een overgangsperiode, een speciale tijd van genade voor wat ik het natuurlijke Israël noem, om een deel van het geestelijke Israël te worden voor de verwoesting van Jeruzalem begon. In Hebreeën 10:9 staat dat God het oude wegvaagt voor het nieuwe begint.
Je kunt niet tegelijk jood en christen zijn en tegelijk het oude en nieuwe verbond aanhangen. Een mix van beide verbonden vernietigen de boodschap van God maar is duidelijk zichtbaar in het hedendaagse Judeo-Christendom dat de boodschap van God heeft verzwakt. Een voorbeeld is Matheus 17:5 waar Jezus de berg afkomt en zijn discipelen beneden wachten. God zegt: dit is mijn geliefde zoon. Voor veel christenen tellen alleen deze woorden en de rest erom heen doet er niet toe. In Openbaring 1 zegt Jezus dat we goed moeten horen wat de heilige geest zegt. Jezus werd niet stil na Handelingen 1. Paulus benadrukt dat de hele bijbel door God is geëxpireerd – ingeademd – en geschikt is voor correctie, herinterpretatie en eindeloos opnieuw bestuderen, 2 Tim. 3:16. Lees niet alleen wat er in de bijbel staat maar ga ook na wie het zegt, wanneer iets is gezegd, waar iets werd gezegd en aan wie. In 2 Tim. 2:15 zegt Paulus: gebruik het woord van God accuraat. Veel christenen volgen de boodschap van de Bergrede en wie kan de waarheid en kracht ervan ontkennen? Maar deze boodschap was gericht aan de joden en bovendien kunnen we zijn leerstellingen toch niet opvolgen. Daarvoor was de Bergrede ook: om ons eigen falen aan de kaak te stellen. De boodschap van de Bergrede is in zekere zin een non-boodschap. Probeer niet zoals Jezus te leven want dit lukt toch niet. Met als gevolg dat je afdrijft van Christus. Toch is er hoop. Namelijk niet wij maar de heilige geest in ons werkt. Wij zitten gevangen in een religieuze mix van oude met nieuwe wijn. We hutsen oud en nieuw verbond door elkaar. We raken ontmoedigt omdat deze methode niet werkt en gaan nog harder bidden. We zitten in onze eigen inter testamentische periode die beroep doet op onze ziel in plaats van geest. Adam was een levende ziel. De levensboom stond er alleen tijdelijk voor hem voor zover het van Gods timing af hing. En niet voor wanneer Adam er zelf klaar voor was om een geestelijk leven te leiden. In 1 Kor. 15:45 lezen we dat Adam een levende ziel was en de laatste Adam, Jezus een levende geest. Jezus stierf met de oude Adam in hem en stond op uit de dood. Wij zijn met hem gestorven en laten we onze eigen inter testamentische periode snel verlaten.
*
De oorsprong van de mens
De bijbel zegt 2 dingen. We komen uit het stof van de aarde. En we komen uit de eeuwige. Te beginnen met het eerste, de mens als stof omdat we onze bestemming vanuit God in de aionen hebben. Ons bestaan vanuit de aionen en de verwachting die we hebben vanuit zo’n zekere basis zijn 2 handen op 1 buik. Wat zegt God hierover en wat zegt God NIET? Kunstenaars laten vaak details weg om het geheel beter uit de verf te laten komen. Zo ook de God van de aionen. Anderzijds zijn we vaak zo geïndoctrineerd met wat er in de bijbel staat dat we juist die delen weg laten die er wel staan en lezen wat er niet staat. De mens als stof is de eerste fase van zijn aionische bestaan. Maar er staat niet dat God een menselijk LICHAAM uit de aarde formeerde dan wel een leeg lichaam waarin hij de mens propte. Wat er wel staat is dat God de mens formeerde uit het stof van de aarde. Veel mensen denken dat God een lichaam creëerde voor een mens dat spoedig geschapen zou worden, in plaats van de mens zelf.
*
Nieuw licht op Jesaja 53
Jesaja 53 slaat op Israël EN Christus. Dit is zo klaar als wat.
Johannes verwijst naar Jesaja 53:1
Joh. 12:38: “wie gelooft wat wij gehoord hebben en aan wie is de arm van IEUE geopenbaard? (Jes. 53:1)
Joh. 12:40 is gelijk aan Jesaja 6:10 – maak het hart van dit volk vet, maak zijn oren doof en doe zijn ogen dichtkleven etc.
Joh. 12:41 is gelijk aan Jesaja 6:5 – dit zei Jesaja omdat hij Zijn heerlijkheid zag en van hem (Jezus) sprak.
Nu komt het: wie is IEUE? Ik zeg Jezus!
Dit betekent dat niet God (AL) maar Jezus zich in het OUDE testament heeft geopenbaard. Aan Abraham, Mozes en nu dus Jesaja. God had de 10 geboden geschreven maar Jezus gaf ze aan Mozes!!!
IEUE-Jezus vocht met Jacob; niet God-Al.
Hoe kan dit? Jezus moest toch nog geboren worden?
Als de zoon van God, na zijn opstanding en nadat hij bij de Vader is geweest, als mens kan verschijnen aan een hele groep gelovigen, welke reden zou er dan zijn dat IEUE, voordat hij de vorm van een slaaf had aangenomen, niet zou kunnen verschijnen aan Abraham?
Conclusie:
Al = God de Vader
IEUE = Jezus als Heer in het OT
*
De Vader en de Zoon
Door Adolph E. Knoch
BRON EN KANAAL
Het verschil tussen God en Jezus wordt duidelijk door twee voorzetsels. Het heelal is ‘uit’ God en alles is ‘door’ onze Here.
Daarom staat er geschreven:
‘voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn en tot Wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn, en wij door Hem’ (1 Kor.8:6).
De tegenstelling die Paulus hier naar voren brengt, is duidelijk: Hij, Christus, is het kanaal en niet de bron of het doel van alles. Bewijs van goddelijke inspiratie is, dat de Schrift steeds hetzelfde standpunt inneemt. Met betrekking tot Christus gaat het hier om een waarheid, die voor alle tijden geldt.
ALLES UIT GOD… DOOR ZIJN GEZALFDE
Nooit lezen wij in de Schrift, dat wij ‘uit’ Christus zijn, maar wel ‘uit’ God. Christus Zelf geeft ons de verzekering, dat Hij van God uitgegaan is (Joh.8:42). Alles is uit God (Rom. 11: 36), maar God houdt zich met ons uitsluitend bezig ‘door’ Zijn Gezalfde. Hoewel alles zijn oorsprong in God, de Vader (de Bron), heeft, wordt alles uitgewerkt door de Zoon (het Kanaal).
MIDDEL
In Joh. 1:3 lezen wij, dat het Woord Gods het ‘middel’ was alles geworden is-, toch is Hij niet Degene, Die het initiatief genomen heeft tot de schepping van alles. Nergens wordt Christus de absolute bron van al het geschapene genoemd. Deze rol past ook absoluut niet bij Zijn taak als Middelaar.
DOOR
Toen Petrus zijn Joodse broeders met Pinksteren toesprak, bevestigde hij, dat God de krachten, wonderen en tekenen ‘door’ Zijn Messias gedaan had (Hand. 2:22), net zoals de wonderen en tekenen later ‘door’ de apostelen ‘heen’ gedaan werden (Hand. 2:43). Bovendien zal God het verborgene der mensen richten ‘door’ Jezus Christus (Rom. 2:16).
UIT-DOOR
Toen Paulus de geweldige waarheid der verzoening verkondigde, legde hij er vooral de nadruk op, dat de verzoening ‘uit’ God is (2 Cor.5:18), en ‘door’ Zijn Zoon (Rom.5: 10-1 l). Zo is ook de Zoon van Gods liefde het kanaal, ‘waardoor’ het doel der wederzijdse verzoening bereikt zal worden (Col. 1: 13,20).
HET AL IS DOOR DE ZOON GESCHAPEN
In de Brief aan de Colossenzen maakt Paulus de hoogste openbaring met betrekking tot Christus bekend:
‘Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene der ganse schepping, want in Hem zijn alle dingen (lett.: is het al) geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten, alle dingen zijn door Hem en tot (lett.: naar binnen in) Hem geschapen; en Hij is vóór alles (lett.: het al) en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;…’ (Kol. 1:15-17).
Hij is het Origineel van Gods schepping, het Begin, de Oorsprong van de schepping Gods, zoals Johannes het in Zijn Openbaring van Jezus Christus uitdrukt. (Openb.3:14).
Hebr.1:2 werpt nog meer licht op de Middelaarsfunctie, waar Hij aangeduid wordt als het Kanaal, ‘waardoor de aionen gemaakt zijn. Daarmee wordt gezegd, dat zowel de tijd als het stoffelijke en de kracht’ door Hem in deze wereld zijn gekomen.
GEVER EN ONTVANGER
God, de Vader, en Christus, het Beeld van de onzichtbare God, staan met elkaar in relatie als Gever en Ontvanger. God gaf aan de Zoon de woorden, die Hij sprak, de Geest, waarmee Hij de woorden doorgaf, de discipelen, die de woorden hoorden. De Allerhoogste kan zulke gaven niet in ontvangst nemen, omdat Hij Zelf de Bron en Eigenaar van alles is. Als wij God iets zouden willen ‘geven’, dan zouden wij in feite slechts teruggeven of erkennen, wat al van Hem is. Maar Christus is een Ontvangende. De woorden, die Christus in het Nieuwe Testament spreekt, lijken voor ons spontane uitingen te zijn, voortkomend uit Zijn eigen geest. Toch zijn die woorden van hogere inspiratie dan die van de anderen, zoals de profeten, psalmisten, geschiedschrijvers, apostelen, enz. Hij probeerde geen levensfilosofie te verbreiden. Hij bezat inzicht van Zijn God en Vader en sprak, zoals geen mens ooit gesproken heeft-, immers, Zijn woorden waren een gave van boven.
DE WIL VAN GOD
Het gebed, dat Hij Zijn discipelen leerde, had tot doel Zijn eigen houding, voor zover het de wil van God betrof, op hen over te dragen (Matth. 6:10; Luc.11:2). Nooit bad Hij de Vader om hulp om Zijn eigen wil te kunnen doen. Zo moesten ook de discipelen geen eigen wil ontwikkelen, maar zich onderschikken aan de wil van God en in die geest handelen. Nooit heeft de Here geprobeerd Zijn eigen wil aan de discipelen op te leggen. Hij eiste van hen slechts gehoorzaamheid in de mate, dat deze gehoorzaamheid Hem ‘gegeven’ werd. Hij kwam niet in Zijn eigen Naam, maar in de Naam van Zijn God en Vader. Het was Zijn taak Zich op de achtergrond te houden, zodat alles rechtstreeks aan de wil van God ondergeschikt is, zonder enige inspraak Zijnerzijds.
ONDERWERPING
De ‘onderschikking’ is de hoogste, voltooiende heerlijkheid van de Zoon Gods. Tijdens de twee laatste aeonen, zal Hij macht en gezag uitoefenen, zodat myriaden Hem ondergeschikt zullen zijn. Hij wordt de Heerser over het heelal; Hij zal al Gods schepselen aan Zich onderschikken. Tijdens het uitoefenen van deze functie treedt Hij op als God; Hij maakt gebruik van de macht en de voorrechten van Zijn God. Terwijl Hij dat doet, wordt Hij ‘God’ genoemd, (1 joh. 5:20). Maar als Hij deze taken uitgevoerd heeft, keert Hij niet terug in de positie van absolute Godheid, zoals de verdedigers van de drie-eenheid menen. Dan legt Hij alle functies neer, die tenslotte slechts aan de Allerhoogste toekomen.
DE MIDDELAAR TUSSEN GOD EN MENSEN
Meestal wordt de bijzondere positie, die Christus als Schakel tussen God en de mensheid inneemt, geheel over het hoofd gezien. Maar de Schrift legt heel expliciet de nadruk op Zijn middelaars-functie: ‘Want er is één God en ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus – Tim.2:5).
*
De oorsprong van de mens 3
In 1 Kor. 15 maakt Paulus een contrast tussen het natuurlijke en geestelijke. Maar… ondanks dit contrast bevestigt hij ook een eenheid tussen beiden. Het geestelijke wordt gevonden in het natuurlijke waarbij het natuurlijke zich het eerst manifesteert in de eonen. Het geestelijke wacht al die tijd tot de levensadem wordt ingeademd vanuit de eeuwigheid in de eonen. Paulus zegt duidelijk: eerst is er het aardse en natuurlijke, daarna pas het geestelijke. God schiep niet iets uit niets, laat staan de mensheid. Maar de mens is wel de kroning op zijn schepping (Gen. 2:7). De mens is niet alleen kroon op de schepping. Maar Jezus Christus is ook gekroond met eer en glorie. Dat zoiets uit “niets” zou voortkomen is absurd. Deze gedachte zet ook de relatie tussen god en mens in een verkeerd licht. Menselijkheid is intrinsiek aan Goddelijkheid die allereerst tot uitdrukking komt in christus. Dit is een andere gedachte dan dat de godheid en de mens die opeens vanuit het niets werd geschapen pas verenigd werden in christus. In Hem is er geen tegenstelling tussen Godheid en menselijkheid. Door zijn geboorte uit een maagd was de menselijkheid aan het hart van de goddelijkheid waarna deze in de eonen werd voortgebracht. Ze hoefden niet samengevoegd te worden omdat de één al voortkwam uit de ander. De menselijkheid kwam intrinsiek voort uit de godheid. De ark van het verbond is hier een beeld van. Hij was gemaakt van hout en versierd met goud. Hout is symbool van mensheid en goud van goddelijkheid. In de godheid is menselijkheid. Het geestelijke is dat wat vanuit de eeuwigheid komt. Het natuurlijke hoort bij de eonen. Geest is de onderliggende realiteit van alles wat God heeft geschapen. Geest is Ongeschapen. Alles wat geschapen is, is dat vanuit de geest. God kan vanuit zijn geest blijkbaar onze eonen scheppen en alles wat zich daarin bevindt. Zonder dat hij stukjes van zichzelf mist. De oneindigheid van de geest kan niet worden gereduceerd.
Er is een verschil tussen God zien in de natuur zoals dit zich soms aan ons openbaart en de tegenovergestelde glorie van God die we zien in het gezicht van Jezus. We kunnen ’s ochtends het raam open doen en overrompeld worden door de aanblik van een dikke laag sneeuw over alles. Dit is echter toch iets anders dan persoonlijk god ontmoeten. Het stof van de bodem waaruit we gevormd zijn had een geest-dimensie. Maar in het begin was de mens natuurlijk en kon hij alleen in zijn eonische materiële vorm communiceren met de geest. God had zich nog niet aan hem geopenbaard. Eerst moest God zijn adem in de mens blazen. De natuur van de geest was overgesprongen op de natuur van de eonen, de ruimte/tijd/materie. En dit is het natuurlijke en een piek in de relatie tussen geestelijke en natuurlijke. Toen Adam de levensadem van God ontving, kreeg hij tevens alvast de levensadem van alle mensen na hem mee. Aan de ene kant komt vanuit de eeuwigheid de glorie-natuur van de geest voort als de natuurlijke. Andersom komt uit het natuurlijke het geestelijke voort. Hier zien we de trapsgewijze schepping van de mens. Eerst gevormd uit het stof van de aarde. En daarna het infuus met de geest van God. De eerste trap is de aardse mens, de tweede trap de hemelse. De eerste en tweede Adam (Christus) zien we hier ook in terug. We zijn dus allen geschapen in de tweede Adam; christus. Adam’s eonische bestaan begon als de eerst geschapene. Jezus’ eonische bestaan begon als de eerst geborene. Er is een zekere circulariteit zichtbaar hier. Zijn geboorte vanuit de eeuwigheid leidt tot zijn eeuwige schepping en die eeuwige creatuurlijke reis leidt tot zijn geboorte in Bethlehem. Zijn schepping begon in de trapsgewijze schepping van Adam. Maar zijn creatuurlijke solidariteit met het Adamitische ras leidt tot zijn geboorte uit Maria. Zijn persoonschap bleef al die tijd verborgen van Adam tot Jezus. De circulariteit wordt hier duidelijk. De Ene van de hemel wordt de Ene van de aarde waarin al de levens van alle levens besloten ligt van het infuus van Adam om zijn Hemelsheid te vernieuwen. Deze uitleg is niet simpel en toont Christus zoals we hem in de spiegel zien. Om het helemaal te begrijpen moeten we hem zelf kennen.
Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God, Rom. 3:23.
Iedereen dreef weg van zijn doel en nu schiet iedereen tekort aan God’s glorie die men zo graag wil. De voortdurende conditie van de mens die tekort schiet voor God als begeleidende factor van de zonde roept de vraag op: wat was er het eerst? Zonde of tekort? Duidelijk is in elk geval dat de voortdurende jacht van de mens op Gods glorie futiel is. Hoe hard hij ook zoekt: hij vist altijd achter het net. Juist als hij denkt dat hij God gevonden heeft, grijpt hij er net naast. In Gods plan zit een element van verval en ontoereikendheid ingebakken, welke door zijn synergetische werking strategisch is voor de ware menselijkheid die haar volheid bereikt in de vereniging met Jezus Christus. Vanuit de eeuwigheid in de eonen gefloept bevond de mens zich in een vervallen staat. Probeer je het voor te stellen: de aanvankelijke race van de mensheid met alle verwachtingen en toen ging een paar seconden de poort van de eonen open. Opeens ontdekken we in ons perfecte lichaam een bot met een kleine scheur erin. Het begon met de 2 fasen waarin de mens uit de grond van de aarde werd opgetrokken. Toen God nog niet zijn adem in de mens had geblazen, was hij toch nog de glorie van God. De hele aarde is vol van Gods glorie zoals de profeten verklaarden. De grond van de aarde waaruit de mens was gevormd was Goddelijk. De profeten zeggen niet voor niets: U bent een God die zichzelf verbergt. God schept uit wat Hij ten geboorte brengt. De hele schepping is van origine geboren. Dit is de glorie-substantie van de Zoon van God en in Hem alle Zonen van God, waaruit God alle dingen formeerde in het bijzonder de aardse menselijkheid van de mens. Daarom wacht de schepping op de openbaring van de zonen van God omdat het zoonschap betekenis geeft aan alles. In de eerste fase van zijn bestaan, zonder de ziel die uniek voor hem was door Gods inademing, waardoor hij anders dan andere schepselen werd; zelfs in dat stadium was de glorie van God in hem verankerd. Maar hij was zich totaal niet bewust van zijn eeuwige origine. Dit bewustzijn was nog niet ontwaakt in hem. De goddelijke inademing, deed hem ontwaken en beseffen dat hij meer was dan een klomp vlees. Vibraties van goddelijkheid welden in hem op en hij voelde de roep in zich naar iets dat God heette. Niettemin werd hij de eonische woestijn in gezonden zonder de benodigde kennis van zijn schepper. Het was de bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem tastend zouden vinden zoals Hand. 17:27 zegt. God had nog niet de hartstochtelijke kwaliteit van liefde in de levens geopend die in de eerste mens geademd waren. Hem was nog niet medegedeeld dat hij en alle nakomelingen in hem afkomstig waren van een schepper. Waarom zo moeilijk? Waarom vertelde God hem niet gewoon het hele verhaal? Waarom? Omdat tekort behoefte oproept. De gedachte dat we iemand nodig hebben buiten ons. Alleen met deze gedachte kunnen we het wonder van Zijn liefde bevatten. We moeten naar God toegetrokken worden. Er is een synergisme dat Gods passie om ons te verheerlijken combineert met onze eigen verwarde weerstand tegen hem. We moeten snappen dat de passie van God die ons geheel in bezit zal nemen dezelfde is als Zijn passie die ALLES van Hemzelf aan ons geeft. De eerste fase schepping is nog steeds in ons aanwezig. Deze eerste fase waarin we uit de aarde waren gevormd en waarin God zijn adem blies, garandeerde de mens zijn unieke kwaliteit van een gedeelde ziel met hem. God verwierp de eerste fase mens niet. Deze vleselijke mens is een onderdeel van ons. Dit is het deel van ons dat geen goddelijke vibraties voelt die bij de 2de fase van onze schepping horen.
Ons dierlijke deel van ons menszijn is simpelweg van de aarde, zonder enig hemels bewustzijn. En onze huidige staat van mens zijn. Deze 2 fasen komen samen waar Adam het heeft over de eerste en laatste Adam. Beiden zijn niet 2 verschillende mensensoorten maar wel 2 verschillende fasen van menswording. We moeten onze eerste fase van menswording ook vasthouden. God heeft deze aardse en natuurlijke mens in ons niet verbannen. Ja sterker, het was in de 2de fase van menswording waarin de zonde in de wereld kwam. Het was de 2de fase mens die de 1ste fase mens de zonde in leidde. Wie was het die besloot om tot zonde te worden voor ons allen? Dit was onze geestelijke staat. Slotsom is dat we niet slechts alleen met Christus in contact moeten blijven maar ook met onze natuurlijke staat.
*
Het verdoemende woord in de uitdrukking vrije wil
We hebben een wil en maken 100den beslissingen de hele dag door. Geef je de planten water of niet? Als je met atheïsten discussieert is het handig om aan deze kant van het verhaal te beginnen. Natuurlijk hebben we een wil. Maar vrij zijn betekent onafhankelijk zijn van invloeden. Dus ook van God, satan of familie-omstandigheden. Zelfs als je wil maar een klein beetje beïnvloed is, is er geen sprake van een vrije wil.
Volwaardige evangelisten
Echte evangelisten volgen de 3 stappen die Paulus in 2 Tim. 4:2 geeft: “verkondig de boodschap, blijf aandringen, wijs terecht en straf of vermaan en blijf smeken.”
Verkondig, vermaan en blijf smeken. Veel christenen blijven steken in vermanen. Weinigen doen alle 3 tegelijk. Bang voor een tegenaanval, lopen we op tenen door een tulpenveld. Toch staat er dat we zijn naam moeten blijven verdedigen. Met alle geduld en tegenslag weliswaar. Het is een glorieus privilege om Gods naam en boodschap te verdedigen. Maar je jaagt tegelijk veel mensen tegen je in het harnas.
De apostel van genade nam namen
Paulus noemt in 2 Tim. 2:17 mensen bij naam die de waarheid geweld aandoen. Hij noemt Philetus en Hymeneus. Zij strooiden de leugen rond dat de opstanding al had plaats gevonden. Paulus zegt dat sommigen zich al van hen hebben afgekeerd en waarschuwt anderen ervoor niet als hen te worden. In onze tijd heb je valse leraren die de vrije wil propageren of eeuwige verdoemenis. Pas op voor hen!
*
God ziet wat wij niet zien
Degene die in de spiegel terugkijkt is je oude mens die voor God niet meer bestaat en gekruisigd is. Dringt jouw haarkruin terug, wordt je haar dunner op je voorhoofd? Dan is dat je oude mens. Maak een sprongetje; als je terugkomt op aarde, ben je de oude mens. Stop met eten en drinken. Als je over een dag verschrikkelijke honger krijgt, is dat je oude mens. Je oude mens is er nog steeds; is niet dood maar God rekent hem wel als dood. Dit is dus een staaltje van geloof boven zichtbare feiten. 2 Kor. 5:7. Dus u ook; rekent uzelf als dood en leef verder in christus jezus, Rom. 6:11.
Rekenen als god
Uw geloof/ons geloof is gebouwd op het feit dat Christus daadwerkelijk is gestorven. Je wandelt nu door het leven en gelooft wat God van jou denkt en niet meer wat je van jezelf denkt. Romeinen 6 staat vol met feiten waarop ons geloof gebaseerd is. Voordien werd je in water gedoopt en gereinigd. Paulus brengt een radicaal nieuwe doop. Deze doop heeft niets te maken met water, johannes de doper of wachten op de messias. De betekenis is wel dezelfde en symboliseert reiniging en vereniging. Het verschil tussen de ene doop en de nieuwe doop is niet de betekenis van het woord zelf. Maar de club waar je nu bij hoort en het medium dat jouw gedoopt maakt. Bij Johannes was de club, zij die op de messias wachtten. Het medium wast water. Met de doop in de dood van christus is de club, zij die geloven wat god over hen zegt. Het medium is geloof. Enkele details over de nieuwe doop:
Rom. 6:3 – we zijn met hem begraven.
Rom. 6:5 – als we delen in zijn dood, zullen we ook delen in zijn opstanding.
Rom. 6:6 – onze oude mens is met hem gekruisigd.
2000 jaar geleden besloot God jou ceremonieel te reinigen en met hem te verenigen en jou te dopen. Hij reinigde jou van zonde en veroordeling. Hij verenigde jou met zijn Zoon. Wat was zijn medium waarmee hij jou zijn nieuwe club binnenvoerde? Geloof. In plaats van kletsnat te worden, hoef je nu simpel te zeggen: “Ik geloof wat U over mij zegt, God.” Op het moment dat je zegt, “ik geloof U god,” hoor je bij de nieuwe club die het “lichaam van christus” heet. Niet veel mensen zijn in deze club. Om wat voor reden ook geeft God aan slechts een paar mensen het radicale geloof om henzelf te zien zoals God hen ziet. Jezelf zien zoals God je ziet, betekent ophouden met jezelf te veranderen en volledig op de dood en opstanding van Christus te vertrouwen. Zoveel gemakkelijker is het om je bij een religie aan te sluiten. Waarom? Omdat je bij religie de oude mens kunt vasthouden en dat voelt veiliger. Geen enkele religie op aarde beschouwt de oude mens als gekruisigd. Liever rakelt men de oude mens op en verkleedt deze als een modepop. God zegt dat de oude mens gestorven is. Maar wie gelooft hem? Het is gemakkelijker om gevoelens en ervaringen te geloven. Het is gemakkelijker om te werken om God een plezier te doen en je eigen vlees en oude mens te veranderen dan te geloven in wat god zegt. Gemakkelijker in deze is zeker niet vreedzamer. De doop in de dood van christus is een verschuiving van de oude denkwijze naar een nieuwe levenshouding. In plaats van ervan te balen dat je weer gezondigd hebt, reken jezelf dood voor de zonde en levend in christus, Rom. 6:11. Reken jezelf gestorven met christus in je dagelijkse wandel. Is degene die je in de spiegel ziet te krachtig voor jou om God te durven geloven? Als je begrijpt dat alles wat er aan het kruis van Golgota gebeurde door God in gang gezet was voor JOU, dan kun je je geloof laten groeien op basis van deze feiten. Paulus noemt dit “toerekenen.” Voor zover er een goed Nederlands woord voor is. Reken jezelf dood voor de zonde, Rom. 6:11. Rekenen is denken. Als je gelooft dat Jezus 2000 jaar geleden echt gestorven is, wordt dit denken een stuk gemakkelijker. Iets echt zeker weten is iets anders dan jezelf iets voorhouden wat je niet echt gelooft. De bijbel plaatst zeker weten (vers 6) voor rekenen (vers 11). Het komt erop neer dat je jezelf niet iets voor kunt houden wat je niet echt gelooft. Luister ook eens naar een “hel en verdoemenispreek.” In hoeverre kun je jezelf voorhouden dat zo’n preek waarheid bevat?
Gestorven met christus
Kun je je herinneren dat je gestorven was met christus? Natuurlijk niet. 2000 jaar geleden was je nog niet eens geboren. Maar voel je dat je gestorven bent met hem? Voel je de pijn van de spijkers in je handen? De pijn van de zweepslagen? Herinner je dat je tegen 2 dieven naast je sprak? Natuurlijk niet. Je was niet echt op Golgota. En toch rekent God jou alsof je erbij was. Sterker nog: dat feit is de basis van jouw geloof. Het feit is niet dat je daar was maar dat god je rekent alsof je erbij was. En dit moet je nog geloven ook, diep geloven omdat het waarheid is. Als je verwacht te voelen dat dit allemaal waar is, dan zit je op het verkeerde spoor. Veel religie is terug te voeren op oefening om onzichtbare feiten te voelen. De christelijke religie benadrukt continu gevoelens. We moesten voelen dat we rechtvaardig waren; we moesten voelen dat we gered waren; we moesten voelen dat we God waardig waren. We moesten de geest van god voelen. Maar wat God ons toerekent heeft niets te maken met voelen. Het gaat hier om de feiten en het feit is dat God ons zondigen en onze onzekere “ik” als gestorven beschouwt. Wil je in christus wandelen? Bouw je geloof dan op feiten en niet op gevoelens. Er is geen betere weg om aan de gestoorde roetsjbaan van het leven te ontsnappen dan geloof dat gebouwd is op feiten.
*
Beverly Hills; ik deed iets slechts
Naarmate ik ouder wordt, trap ik steeds minder in de val van deze aion. Deze aion promoot alles wat sexy, sterk, groot, leuk en rijk is. Wat zei Jezus over de tempel? Zie Mat. 24:1. Er staat: de leerlingen vestigden zijn aandacht op de tempel. Dit geeft aan hoe trots ze op de tempel waren. Zijn antwoord was even verrassend: “hebben jullie dat alles goed gezien? ik verzeker jullie: geen steen zal op de andere blijven.”
De bijbel zegt dat alles wat zichtbaar is, tijdelijk is. 2 Kor. 4:18. Er staat niet bij hoe die zichtbare dingen verdwijnen.
Beter dan zwart goud; thee!
Feiten blijven feiten, ook al zijn ze onzichtbaar. Al duizenden jaren blijven feiten onaangeroerd door ervaringen, gevoelens en geloof. Dit zal wel zo blijven. Feiten laten zich niet intimideren door opinies. Geloof dat gebaseerd is op ervaringen in plaats van feiten zal altijd het onderspit delven. Waarom? Ervaring is een onbetrouwbare ijkmaat van de geestelijke realiteit. Denk aan Petrus die over water wandelde. Zo gauw hij vertrouwde op de ervaring van het woeste water in plaats van op de feiten, namelijk dat christus hem zei over het water naar hem toe te komen, ging hij ten onder. Hetzelfde zal met u gebeuren als u de ogen van de feiten afhoudt en op ervaringen afgaat. Ontdekt God’s feiten en baseer daar je geloof op. Dan pas zul je echte ervaringen krijgen. Is dit geen paradox? De paradox is dat onze ervaringen verbeteren als we ze negeren en ons richten op christus. Als je dit doet dan:
… Ken Gods feiten, Leef door geloof, Ervaar Gods kracht
*
Geloof is gebaseerd op onzichtbare feiten
Hebreeën 11:1 leert ons dat geloof een overtuiging is die te maken heeft met onzichtbare dingen. De verleiding bestaat om het woord “onzichtbaar” te vervangen door “niet echt.” Als iets onzichtbaar is, zal het wel niet echt zijn. Bied weerstand aan die verleiding en hij zal van je wegvlieden. Dat wat je niet ziet is zeker niet alleen maar fictief. Kun je de dampkring zien? Nee. Maar hij bestaat wel. China kan ik niet zien en valt onder de categorie “onzichtbaar.” Toch bestaat het omdat er genoeg betrouwbare ooggetuigen zijn die er wel zijn geweest. Nog afgezien van foto’s en atlassen. Zo is het met de bijbel ook. Jezus leefde echt, ging de dood tegemoet, nam onze zonden mee het graf in maar stond ook weer op, de zonden daar achterlatend. En wij waren gerechtvaardigd. Omdat geloof feiten nodig heeft, zorgde God ervoor dat er zo‘n 500 ooggetuigen waren die de opgestane christus zagen waarna de apostel Paulus er verslag van maakte. 1 Kor. 15:6. Waarom zo’n gedoe met een kruisiging en dood als geloof gebaseerd kon zijn op fictie? Is geloof zonder werken alleen nutteloos? Is dit niet de doctrine van Jacob? In het evangelie van Paulus staat geloof los van werken. Maar niet van feiten. Deze feiten zijn Gods werken en niet de onze.
Werkwoord of zelfstandig naamwoord?
God belooft ons in de psalmen de verlangens van ons hart. Ik wil van alles, een Mercedes, lekker meid en uiteraard geld en gezondheid. Hmm, wat klopt er niet aan deze conclusie? “Verlangen” is een werkwoord, geen zelfstandig naamwoord. Is die Mercedes jouw wens of die van God?
*
Geloof als magie
Er is een mantra in het moderne Christendom die zegt: geloof en het zal gebeuren. Geloof is dus de motor van je christelijke bewustzijn. Ha, wat een misvatting. Feiten, ja zelfs onzichtbare feiten zijn de motoren van ons christen zijn. Het geloof is de wagen. Feiten mogen onzichtbaar zijn maar ze blijven niettemin feiten. De nadruk op geloof, juist bij het evangelie van Paulus neemt niet weg dat het geloof de wagen is en niet de motor. Geloof antwoordt op feiten en niet andersom. Neem Romeinen 8:28: “We weten dat God alles ten goede werkt voor hen die God lief hebben en geroepen zijn volgens de bedoeling die hij van tevoren had uitgestippeld en hen het evenbeeld te laten worden van zijn Zoon.”
Er zijn 3 feiten in deze vers:
1. God werkt alles ten goede voor hen die God lief hebben.
2. God heeft een doel voor ieder van ons.
3. Ieder van ons is van tevoren bestemd om evenbeeld van zijn zoon te worden.
Lezen we hier over mooie vrouwen, geld en een dikke Mercedes? Nee. We lezen dat God alles ten goede laat werken voor ons. Verder leren we het feit dat we een belangrijk deel zijn van Gods grote plan. Ten derde plande God alles lang voor de schepping alles voor ons en kende Hij ons voor we geboren waren. Drie verbazingwekkende feiten; wie kan dan nog teleurgesteld zijn? Geloof is niet de motor die de onzichtbare feiten dicteert maar de wagen die hen volgt.
*
Het is niet goed voor de mens om alleen te zijn; dus maak ik een kameraad voor hem
Het lijkt bijna of deze openbaring vooraf ging aan de schepping eerder in genesis. Alsof de boel wordt omgedraaid. De liefde en warmte die god voor ons voelt, is de reden waarom hij alles heeft gemaakt om ons te ondersteunen zoals de zon, ziel en miereneter. Johannes 3:16 zegt: God had de wereld zo lief dat Hij zijn eigen zoon gaf. De liefde die God voor ons heeft bracht hem ertoe het één en ander voor ons te doen. In genesis zien we dat “één en ander doen” eerst en daarna de liefde. God vond het nodig om eerst de ramen uit de mouwen te stropen. Wanneer we zijn macht zien, zijn we geneigd uit angst hard weg te rennen. Maar dan ademt god direct zijn statement uit in genesis 2:18 en slaken wij vervolgens een kreet van verlichting. God lijkt niet langer alleen maar een woeste schepper die de natuurelementen onder zijn beheer heeft maar ook een liefdevolle Vader. Hij maakte juist alles voor ons. Daar was wat natuurgeweld voor nodig maar niettemin deed hij het voor ons. Hij dacht de hele tijd aan ons en aan ons verlangen om niet alleen te zijn. Hij wil niet dat wij alleen zijn en hij wil ook zelf niet alleen zijn.
Het is niet goed voor de mens om alleen te zijn; ik zal een helper voor hem maken die hem aanvult, Gen. 2:18
Deze statement nog een keer. Aanvullen maakt iets compleet. Er was een tijd in het heelal toen God om zich heen keek maar niemand respons gaf. God zei: hallo maar niemand antwoordde. Hallohallohallo, riep God. Net of hij het tegen een echoput sprak. En dus schiep God christus als zijn aanvulling, Kol. 1:19, 2:9. Maar toen keek christus rond en zag hij dat hij alleen was, afgezien van God dan. Uit christus kwam een metaforisch lichaam, een band van broeders die het lichaam van christus werden. Dit lichaam werd zijn aanvulling, Efe. 4:13. Het begin was er om eenzaamheid tegen te gaan. Maar het was nog lang niet genoeg. God wilde dat christus meer gezelschap kreeg en zo regelde voor christus een denkbeeldige bruid, namelijk het gelovige deel van Israël. Christus eindigt met overvloedig gezelschap en alles wat christus krijgt, krijgt God ook. Christus heeft gezelschap in zowel de hemel als op aarde. In de hemel heeft hij zijn lichaam, op aarde heeft hij zijn bruid. Het idee van gezelschap dat we allen willen is een diepe waarheid. Nu kijken we naar de “aanvulling” die God aan Adam gaf in Eden. Dit was Eva. Dit is wat dichter bij huis en concreter zodat we het beter snappen dan geklets over lichaam in de hemel en bruid op aarde. Ooit een man en vrouw gezien die hand in hand liepen? Dan krijg je een beeld van hoe God en christus denken. Adam en Eva zijn simpele beelden van dit alles, ja. Maar zij illustreren dezelfde waarheid in de hogere geestelijke wereld. Dit is Gods beeld om ons te instrueren. Daarom heeft hij man en vrouw geschapen. De waarheid is altijd dezelfde maar God geeft ons zondagschoolplaatjes die passen bij ons bevattingsvermogen. Als je een getrouwd stel hebt, snap je christus en god. Het gaat niet alleen per sé om een seksuele relatie. Het gaat wel om gezelschap en liefde. De schepping van adam en uit hem, eva was niet een bijkomstigheid die nooit meer herhaald zou worden. Het systeem wordt juist steeds weer herhaald. Niet de daad zelf, Eva uit een lichaam halen maar wel de daad van het scheppen van mensen en hen samen brengen om de eenzaamheid teniet te doen. Hij schiep niet 2 seksen, alleen om het ras voort te blijven brengen. De seksen zijn een levend voorbeeld van hoe christus en god zijn, hoe god met ons is en hoe christus met zijn lichaam is. Het gaat steeds weer om gezelschap en een geneesmiddel tegen eenzaamheid. Het beeld verandert steeds weer. Het begon in de tuin van eden toen adam tevergeefs onder de dieren naar zijn maat zocht.
Het is niet goed voor de mens als hij alleen is. Daarom maak ik een metgezel voor hem die hem aanvult, Gen. 2:18
Dit is de eerste warme en pluizige passage in de bijbel. De basis ervan is een verlangen naar gezelschap en een genezing voor de eenzaamheid. Het gaat over gezelschap, iets dat we allemaal nodig hebben. Zelfs God, zelfs christus. Alle aardse gezelschap en seksualiteit is een beeld hiervan. Voor de “warme en pluizige” passage in Genesis waren we getuige van Gods verbazingwekkende macht toen hij de chaos op aarde tot een nieuwe orde herschiep. God heeft sterke spieren en grote spierballen; dat weten we nu. Maar hij heeft ook een hart. Geeft hij om gevoelens? Zeker; hij kan een miereneter, palmboom en zon maken. Maar hij zal ons ook aan zijn borst duwen en ons lief hebben. Zeker weten.
De aionen gaan over gezelschap
Eén van de eerste episoden in de geschiedenis van het heelal was de schepping van christus, Openbaring 3:14. Hiermee kwam God tegemoet aan zijn eigen verlangen naar gezelschap. Het laatste dat aan het einde van de aionen gebeurt is dat God alles in allen wordt: 1 Kor. 15:28. Op dit punt aangekomen omarmt God alles wat hij ooit geschapen heeft; alles en iedereen. Er is liefde en wederkerige liefde en niemand is meer eenzaam. Vijanden van god zoals gevallen engelen zoeken nu toenadering, wijs geworden door hun ervaringen met het kwaad. Wat is dat, een hulp-maatje voor Adam? Wat hier bedoeld wordt is dat God iemand zocht die helemaal bij Adam paste. Niet alleen voor hem maar ook net als hem, iemand die op hem leek. De beste vertaling is waarschijnlijk dat Eva een aanvulling was voor Adam. Zij maakte hem compleet.
Gemaakt in het beeld van God. Hoe dan?
God is een geestelijk wezen en als hij zijn macht demonstreert in de schepping, zien we die geest. Maar wat is geest? God is ook liefde. Dit zien we terug in zijn statement richting Adam: het is niet goed dat de mens alleen is. Het is een vreemde zaak omdat God de hele schepping in 6 dagen zou maken en dan zegt dat het goed is. En toch ontbreekt er iets. Dit heeft te maken met het ontbreken van kennis van goed en kwaad. Daarom: zie je die boom daarginds? Dat is de boom van kennis van goed en kwaad. Adam en Eva zullen hiervan eten opdat ze proeven wat goed en kwaad is. Ze moeten leren snappen wat contrast is om straks volledig deel te nemen in Gods scheppingsplan en om Gods diepe genegenheid voor de schepping te snappen. Liefde is bijna de tegenpool van eenzaamheid. Liefde is genegenheid. Liefde zal deze affectie op een object projecteren en heeft het object tevens nodig om affectie terug te krijgen. God plantte dit in de mensheid en wij zijn gemaakt in Zijn beeld.
*
Lijden voor liefde
Grote verhalen als Prins Charming of Cinderella stimuleren ons omdat we geraakt worden door het lijden van mensen voor degenen van wie ze houden. Liefde inspireert lijden en andersom. Dit zit niet per ongeluk in de mensheid gebakken. God lijdt ook voor liefde. Dit lijden doet hij door zijn zoon. Dus als je meisje van je dromen door een boerenpummel voor je neus wordt weg gekaapt, weet je wat God bedoelt met lijden voor liefde.
Het nijlpaard was niet geschikt als vrouw voor Adam
Adam had eerst geen gezelschap en daar leed hij duidelijk om. Het gezelschap dat hij had was bijvoorbeeld een nijlpaard. Een heel aardig dier maar hij kon er niet verliefd op worden. De Tuin van Eden had niet zomaar deze naam. Eden betekende luxe. Adam had dus niets te klagen. Waarschijnlijk had hij geen gouden kranen en truffels maar verder kon hij zijn buikje vol eten. Al moest er wel voor gewerkt worden. Zo moest hij alle diersoorten een naam geven. Zijn buik was niet hongerig maar zijn hart des temeer. Vol bewondering keek hij naar de giraffen en het nijlpaard. Waarom kon God niets iets maken dat beter bij hem paste? Het grote probleem was dat hij geen wanhopig gebrek voelde in zijn hart. Misschien voelde hij iets als hij de dieren seks zag hebben met elkaar. Hij voelde dat hij iets miste maar dit gevoel was niet wanhopig. Dus werd een deel van Adam weg gehaald en vorm gegeven tot een andere mens die best wel op hem leek. Maar toch ook weer niet. Een vrouw; dit was het meest merkwaardige wezen dat hij toch nog toe gezien had. Een vrouw was weer iets anders dan een nijlpaard of giraf. Met deze vrouw werd hij één vlees waarna de mensheid in vorm compleet was.
*
Paulus zet gelovigen tegenover zowel seculieren als religieuzen
God is de redder van alle mensen, 1 Tim. 4:10. Niet iedereen echter zal de komende 2 aionen leven. Te weten, de aanstaande 1000 jaar als het koninkrijk van christus er is. En de nieuwe hemel en aarde van de 5de aion. De gelovigen leven het aionische leven. Nergens in de bijbel wordt gesproken van eeuwig leven. Gelovigen leven eeuwig omdat God hen onsterfelijk maakt. Dat is eeuwig vanuit ander perspectief bezien. 1 Kor. 15:54. Dankzij het kruis wordt iedereen ooit onsterfelijk. De gelovigen worden dit alleen eerder dan de rest. 1 Kor. 1:23-24 stelt dat de religieuzen zich in hetzelfde kamp bevinden als de seculieren. Religieuzen lijken christenen maar geloven in de vrije wil, ofwel in hun eigen geloof in christus. En niet in christus zelf. Wat typeert religieuzen? Redding door henzelf. Voor de religieuze persoon is het kruis een hete angel die te volledig af is. Religieuzen zeggen dat we nog steeds moeten werken voor ons geloof. Het geloof in de vrije wil ligt hieraan ten grondslag. De dood van christus is feitelijk overbodig geworden hierdoor.
Kruisloos Christendom
Toen christus stierf, scheurde God het gordijn van de tempel dat hem van de mensheid scheidde. Religieuze leiders echter weefden dit gordijn weer aan elkaar. Christus deed de oude mens weg en stond op uit de dood als nieuwe mens. Christendom en andere religies deden de nieuwe mens weg en lieten de oude weer opstaan uit de dood. (Dat is knap!) Velen van hen wapperen met de handen in de lucht en aanbidden de knappe Jezus van de kerk. Voor de ongelovige is de kruisdood van Jezus totale dwaasheid en lariekoek. Voor de religieuze is het kruis “teveel af.” Het kruis zegt: dit is wat het vlees God aandoet. Het kruis toont de mens op zijn slechtst. En nota bene dit is waar christus voor stierf. Na het kruis kan het vlees nooit meer zeggen: God, ik zal door werken en goede daden bij u in een wit voetje komen. Daar is het te laat voor. Het vlees kan zichzelf niet redden of God behagen. Rom. 8:3. Het vlees heeft laten zien wat het waard is. De gekruisigde zegt tenslotte: het vlees is voorbij. Ik ben gestorven voor het ergste wat het vlees God aan kan doen. Daarentegen heb ik zelfs een nieuwe mens geschapen door mijn opstanding. Ik zie wie u in de toekomst bent, niet wie u nu bent. Ik ben gestorven voor alle fouten en misstappen, dus nu kunt u het nieuwe leven leven. Net als vroeger de joden, kunnen veel gelovigen de eenvoud van deze boodschap niet vatten. De joden hielden zich vast aan de wet van Mozes, de christenen aan de gedachte van de vrije wil. Christus is voor ons gestorven toen wij nog schuldig en hulpeloos waren, Rom. 5:6, 8. Deze vers kondigt het einde aan van menselijke religie.
Christus deed zijn best voor ons toen wij op ons slechtst waren. Hieraan kunnen wij niets toevoegen, geen offers of goede werken. God deed zijn best voor ons toen wij zijn zoon vermoordden. Wat voor hoogstandjes kunnen we hier nog aan toevoegen? Goed doen voor christus leidt dus automatisch tot hem kwaad doen. Natuurlijk worden wij aangespoord het goede te doen voor elkaar; maar niet in de hoop dat we hier later een extra beloning voor krijgen. Wees blij: Jezus gaf jou al jouw beloning; echter gebaseerd op Zijn werk en niet op jouw werk. Helaas is de wereld één grote oppervlakkige religie aan het worden met het christendom aan de top. Dit is de essentie van de profetie van Daniel 7, de 4 beesten die Daniel uit de zee zag opkomen. De 4 beesten beelden de 4 religies uit, en de monsterlijke religie die Daniel zag was het christendom. Het christendom zal met militair geweld andere religies onder zich schikken. Maar militair ingrijpen is niet genoeg want je kunt nooit 4 totaal andere religies opslokken zonder dat dit consequenties heeft. Daarom zal men ook steeds verder wegdrijven van het kruis van Golgota. Niet voor niets is het kruis al een soort modedingetje geworden. Hoeveel jongeren dragen het niet omdat het trendy is zonder dat ze iets met Jezus hebben? Niet het kruis staat meer centraal in het christendom maar acceptatie en populariteit. Echte toegewijden zullen zich voortdurend verdiepen in wat genade nu precies is. Nederigheid volgt dan vanzelf.
*
Satan probeerde 3 keer het kruis te voorkomen
Satan wilde christus dood. Maar hij was juist bang voor het kruis. Hij wist dat haar schaamte de menselijke trots zou breken. Vandaag de dag is het satan gelukt om van het kruis een populair modedingetje te maken dat juist menselijke trots uitdrukt. De eerste keer dat satan probeerde om Jezus te vermoorden was toen deze Hem vroeg van het dak van de tempel te springen. Of hij zou dood neervallen, of de engelen zouden hem redden. In dat laatste geval had hij zich verheerlijkt en zeker niet vernederd. Zijn 2de poging kwam uit de mond van Petrus die Jezus vermaande niet naar Jeruzalem te gaan. Daar zou hij immers sterven. Satan’s 3de poging kwam aan het kruis zelf. Hij zei: ga van het kruis af: Mat. 27:40. Jezus peinsde er niet over. Niet dat hij het vreselijk naar zijn zin had aan dat kruis. Maar Hij wilde zijn vader gehoorzamen. Laten wij hetzelfde doen en wegvluchten van het beeldschone christendom met haar hallelujah gezang.
*
Lammeren op de slachtbank
Vreselijk als een lam wordt geslacht; dierenbeulerij. Jezus is stil als een lam als hij naar het kruis wordt gevoerd. Een gewoon lam weet niet wat hem te wachten staat en is inderdaad de rust zelve. Jezus staart ook stilzwijgend de duisternis in maar weet heel goed wie zijn tegenstander is. De romeinen zien de zon opgaan en kijken naar het plaveisel. Maar Jezus kijkt veel dieper en ziet het dodenrijk voor hem liggen. De Hades of Sheol, zo men wil; daar zal hij straks 3 dagen zijn. Pas na zijn vreselijke gebed in de tuin van Gethsemané werd hij het Lam. Terwijl de politieke en religieuze krachten om hem heen in opperste staat van paraat waren en zenuwachtig de afloop beslechtten, gaf Jezus geen krimp. Hij was overgeschakeld op de automatische piloot. Nu is het onze beurt om onze slachting te ondergaan. Schakel over op de automatische piloot en laat de wereld zijn gang gaan. Laat jezelf afwijzen en uitkotsen. Blijf wandelen en ademen; blijf uit de buurt van het dodenrijk, we wachten op de messias uit de hemel. Dan zal onze glorie volgen. Alles zal nieuw zijn, vooral onze zintuiglijke waarnemingen.
NB.
Deze aion loopt op zijn eind. Belangrijk is om juist nu geworteld te raken in het geloof en de misleidingen van satan te ontwijken.
*
De apostelen wilden lijden voor Jezus. Hoe deden ze het?
De apostelen verlieten het Sanhedrin, verheugd dat ze waardig bevonden waren deze vernedering te ondergaan omwille van de naam van Jezus. – Hand. 5:41
Johannes herhaalde de opmerking van Jezus: gezegend bent u als u wordt vervolgd in Mijn naam. Voor u wacht een beloning in de hemelen. Mat. 5:11-12. Het was niet alleen het vooruitzicht van de schat in de hemel dat de apostelen met vreugde vervulde. Ze hielden ook van Jezus. Ook na zijn opstanding hadden ze meer dan eens brood met hem gebroken. En nu maakte hetzelfde Sanhedrin dat Jezus vermoord had, jacht op hen. Tegelijk wierp hun werk vruchten af en bekeerden ze de één na de ander. Jezus had voor onze zonden geleden. Wat overbleef was lijden om Hem. Mensen kunnen de grootste ellende doorstaan als ze zicht hebben op een doel. Voor Jezus was het duidelijk: na de kruisiging en de dood zou alles voorbij zijn. Dan zou Hij opstaan uit de dood. (Heb. 12:2).
De vernedering van christus
Als je naar een willekeurig kruis met Jezus kijkt in een kerk en je staat erbij stil, kun je je er een voorstelling van maken hoe hij geleden heeft. Waarom moest het allemaal zo extreem gaan? Ja, het was nodig dat hij voor de zonden van de wereld stierf, maar moest dit zo wreed? Waarom? Misschien vinden we het antwoord in de uitdrukkingen “kruis van christus” en “woord van christus.” Hier staat: diepzinnige welsprekendheid zou het kruis van zijn kracht beroven: 1 Kor. 1:17-18.
Woord en kruis van christus zijn een manier om de dood van christus te benadrukken. De manier waarop dit gebeurde was vitaal. Paulus maakt duidelijk onderscheid tussen doop en het brengen van het evangelie. Hij zet de doop tegenover het kruis. Dopen is mensenwerk. Ter contrast: alle mensenwerk stopt bij het kruis. Waarom? Omdat ieder Godvrezend mens dat het lijden van christus ziet, aan de grond genageld is. Hij kan niet verder. Hij kan zich niet laten dopen omdat zijn benen niet meer werken. Als de spijkers hem doorboren en Hij zijn laatste zucht uitslaakt met de woorden: het is gebeurd, dan zien we wat het betekent om in de dood van christus te zijn gedoopt. Rom. 6:3. We komen niet eens meer op het idee om onze eigen werken te roemen. Christus was 3 dagen dood. Zo dood als een pier. Gedurende deze 3 dagen waren wij ook dood. 2 Kor. 5:14. Dode mensen kunnen niet voor God werken, zelfs christus niet. Maar daarna wekte zijn vader hem op uit de dood. Toen christus zijn ogen open deed, kwamen alle herinneren terug. Met dit verschil dat hij nu een zucht van verlichting slaakte. Hij bleef even liggen om alles te overdenken. Het was hem gelukt; of eigenlijk was het zijn vader gelukt.
Zijn vertrouwen in zijn vader was niet voor niets geweest. Het ergste was voorbij. Hem wachtte slechts glorie op glorie. En hij zou straks zijn vader weerzien. Dat was het aller mooiste. Toen Jezus opstond om de wereld te begroeten, deden wij hetzelfde. Wij liepen met hem het nieuwe leven in, Rom. 6:4. Het nieuwe leven betekent niet dat we moeten werken voor onze redding. Dan zou christus dit ook weer moeten doen. Eén keer aan het kruis was genoeg voor hem. Het nieuwe leven betekent God bedanken dat het shockerende offer voorbij is. Het nieuwe leven betekent het goede te doen dat op je pad komt. Dit is Gods gift aan ons.
Vijanden van het kruis
Velen leven als vijand van het kruis. Fil. 3:18. Het maffe van deze vers is dat vijanden van christus op het eerste gezicht juist volgelingen van hem lijken. Paulus beschrijft hen echter in 1 Kor. 15:2 als geloofs vijandelijk. Ze zijn tevergeefs tot geloof gekomen. Wie zijn deze mensen? Ze roepen de naam Jezus van de daken maar weigeren voor Hem te lijden. Populariteit, niet lijden is het sleutelwoord van het christendom. Veel kerken zijn vooral op de ziel gericht in plaats van de geest. Onzichtbare, hemelse zegeningen worden genegeerd voor aardse emoties en hallelujah geroep. Aan de andere kant worden heidense ideeën als hel en verdoemenis of vrije wil opeens verheerlijkt. Een christen in naam alleen verliest het aionische leven. 2 Thes. 1:8. Gelovigen die in Jezus geloven maar vijanden van het kruis zijn, zijn gered maar verliezen hun aionische beloning. 1 Kor. 3:15. Ze hebben in het heden wel een leuke tijd gehad met hallelujah zingen.
Streven naar een betere opstanding
Er bestaat iets als een betere opstanding. Voor sommigen is de opstanding een 1000-voudige kwantumloop. Zie Hebreeën 11:31-35. De schrijver noemt de helden van Israël en hun machtige daden: Rahab, Gideon, David, Samuel, Jefta en anderen. Ze ontsnapten aan het zwaard en werden sterk in de strijd. Andere helden verliep het minder voorspoedig. Vers 35: “anderen werden gemarteld tot de dood erop volgde en wilden van geen vrijlating weten omdat ze uitzagen naar een betere opstanding. Israëlieten die werden vermoord voor hun geloof, krijgen een betere opstanding, beter zelfs dan die van David. Dit stemt overeen met wat Jezus tegen de discipelen zegt op de Olijfberg, namelijk dat vervolging om Hem een kostbare schat in de hemel opleverde. Dat is het evangelie van de besnijdenis. Wat zegt Paulus? Er zijn aardse en hemelse lichamen. Maar de glorie verschilt. Zoals hemellichamen verschillend schitteren en de ene ster veel meer schittert dan de andere en de zon en maan nog meer, zo zullen wij straks ook verschillend schitteren. Zo is de opstanding straks ook: 1 Kor. 15:40-42. Zoals de ene ster feller schittert dan de andere, zo zullen onze posities straks ook verschillen. Sommigen van ons zullen letterlijk met christus regeren en heersen; anderen zullen ternauwernood gered worden en mogen blij zijn dat ze het aionische leven beërven. Waarin zit hem het verschil? In lijden, vernedering en dit vol te houden. Proeven van de schaamte van het kruis en eronder te blijven. Zoals we samen stierven, zo zullen we samen ook weer leven; als we volhouden zullen we samen heersen. 2 Tim. 2:11-12. Zij die samen met christus stierven erven aionisch leven. Maar samen heersen met christus vereist volharding. Volharding vereist lijden. Onder het lijden blijven en geen uitweg zoeken, dat is volharding. Voor hen die nu lijden vanwege hun geloof zeg ik: geef de moed niet op. De betere opstanding komt eraan.
Waarom stelen we inferieure kostbaarheden van Israël?
De geestelijke zegeningen die God over ons uitgiet door de dood en opstanding van christus en naar ons communiceert via de heilige psychopaat Paulus van Tarsus, gaat alle eerdere zegeningen van voorgaande eeuwen en tijdperken te boven. Paulus is de enige die het woord “transcendent” gebruikt om de geestelijke zegeningen onder woorden te brengen. Het is niet dat Israël geen vreugde, genade of vrede geniet. Natuurlijk doen zij dat. Transcendentie heeft te maken met de mate waarin, de graad van iets. Onze hemelse verwachting staat ver boven Israël’s aardse erfenis. Paulus zegt wat onze transcendente zegeningen zijn: 2 Kor. 3:10, de glorie, 2 Kor. 4:7, de macht, 2 Kor. 4:17, de last van glorie, 2 Kor. 9:14, genade, Efe. 1:19, de grootheid van zijn macht voor ons. Dus waarom maakt men zich zo druk om Israël’s zegeningen??
*
Leven in de geestelijke nieuwe schepping
Vergeving zegt: je was fout maar ik vergeef je.
Rechtvaardiging zegt: je was NIET fout.
Het is onmogelijk om een gerechtvaardigd persoon te vergeven. Zo kijkt God naar je: je bent recht. Dit klinkt nog beter dan rechtvaardig. Rechtvaardiging hoort bij Paulus, niet bij Petrus. Zelfs in het aanstaande 1000 jarige koninkrijk van God zal Israël niet gerechtvaardigd zijn op de transcendente manier waarop paulus dit bedoelt. Israël zal dan rechtvaardig zijn als de zich compleet aan de wet houdt maar niet transcendentaal rechtvaardig. Ze zal gerechtvaardigd worden op grond van de wet, niet door geloof. Israël is “recht” omdat ze “recht” doet. We niet. Wij zijn “recht” omdat we vertrouwen op een levende god die onze rechtvaardigheid baseert op het werk van christus, niet op het onze. Israël werkt beneden een coöperatief verzoeningsplan. Veel christenen mixen wet met genade en gebruiken het woord rechtvaardiging als een hol begrip.
De nieuwe aarde van Openbaring 21 typeert onze nieuwe geestelijke realiteit
De aarde zal tijdens het komende millennium van christus dezelfde zijn als nu. Hij zal geen nieuwe maak zijn maar een regeneratie van hetzelfde rauwe materiaal. Denk aan de pottenbakker en de klei uit Jer. 18. De pottenbakker gebruikt voor een nieuw kunstwerk niet opeens papier-maché maar gebruikt dezelfde klomp klei. Dit geldt niet voor de Nieuwe Aarde. Na het Millennium Koninkrijk van christus zal de huidige aarde worden verbrand, 2 Petr. 3:10-13. Dit is de equivalent van de pottenbakker die overschakelt op papier-mache. Op de nieuwe aarde is er geen dood of lijden. God zelf wandelt met de mens. Tijdens het millennium koninkrijk zal er nog steeds de dood zijn. De fysieke waarheden van de nieuwe aarde zijn nu van ons in de geest. Onze hemelse zegeningen overstijgen de aardse zegeningen van Israël. Zo verschilt de nieuwe aarde ook van het millennium koninkrijk van Christus. Als Paulus het in 2 Kor. 5:17 over iets nieuws heeft, vergeet dan het rauwe materiaal. God heeft ons voorbij de regeneratie gesleurd. De nieuwe aarde van nieuw materiaal is zo’n onthutsend concept dat de gelovigen voor de verwerkelijking ervan moeten bidden, Efe. 1:15-23. God ziet onze oude Adam niet meer maar ziet ons levend in christus. Niet alleen dat maar ook de geest van god dwarrelt in ons (1 Kor. 3:16). En zal ons nooit meer verlaten. Denk hier eens over na!
*
Hoe zoeken we geluk?
Rechtvaardiging behoort tot een radicaal nieuwe sfeer waarin u en ik binnenwandelen. Deze sfeer is een door God-ingeademde realiteit, een bubbel van plezier dat ons met geluk vervult door er alleen al aan te denken. Deze sfeer staat bijbels bekend als de geestelijke nieuwe schepping waarvan Paulus spreekt: 2 Kor. 5:16-17.
Israël’s uitdaging is om het vlees te hervormen. Onze uitdaging is om het denken te veranderen.
Je zou denken dat veranderen van denken makkelijker is dan het vlees te veranderen. Dit is juist niet zo. Hervorming van denken vereist een praktisch ontkennen van wat we om ons heen zien. Wat zien we dan? We zien alles wat bij de oude schepping hoort: dood, zonde, ontmoediging, etc. etc. Zien anderen ons als een nieuwe schepping? Uhm, niet echt. Maar misschien zouden ze ons wel zo zien als wij ons eerst als een nieuwe schepping zien. Ik snap waarom zoveel mensen steeds weer naar het evangelie van de besnijdenis terugkeren: omdat het zoveel eenvoudiger is om handen en voeten te geven aan wat we zien; de zichtbare wereld. Maar is deze realiteit? Misschien moeten we ons hier ook in trainen om te snappen dat we tot een andere realiteit behoren die niet zichtbaar is. Dat maakt pas echt gelukkig.
De gave van een vliegtuigcrash mentaliteit
Stel je zit in een vliegtuig en weet dat je over enkele seconden tegen een berg te pletter vliegt. Geen leuk nieuws natuurlijk. Maar probeer het ook eens van de andere kant te bekijken. God gebruikt alles ten goede van ons. Misschien komen we die laatste seconden wel tot geloof. En na de knal, doen we de oogjes open en kijken we recht in de ogen van Jesus. Uiteraard zijn we in de tussentijd een hele tijd dood geweest. Maar omdat we daar niks van weten, kun je het gevoelsmatig zo zien dat die knal ons over enkele seconden bij Jezus brengt.
*
Onzichtbare zegeningen overtreffen alles wat zichtbaar is.
Een voordeel aan de boodschap aan Abraham van de besnijdenis, Gal. 2:7 is dat de zegeningen voor Israël zichtbaar zijn. Denk aan het manna dat uit de hemel kwam, het water dat uit de rots kwam, de pilaren van rook en vuur, etc. En niet te vergeten de tempel van salomon. Welk land beloofde God zijn volk? Een land van melk en honing? Zoniet het evangelie van genade. Onze zegeningen zijn onzichtbaar maar gaan de zegeningen van Israel ver te boven. Hoe kan dit? Een man die melk drinkt kan zich nog steeds veroordeeld voelen; een vrouw die honing op haar biscuit smeert kan zichzelf nog steeds waardeloos voelen voor god. Daarentegen brengt het evangelie van genade vrede met God, Rom. 5:1 en de kennis dat zonde ons niet langer van hem kan scheiden, Rom. 8:1. Hoe we ook falen, we blijven aan Hem gekoppeld. Toen Israël God ongehoorzaam was, faalden de melk en honing. Als wij God ongehoorzaam zijn, vloeit Gods genade over ons, Rom. 5:20. We hebben de loterij gewonnen.
Geld versus hemelse zegeningen
In Handelingen 16 zijn Paulus en Silas in de Macedonische stad Philippi. Ze vinden daar een groep vrouwen die bij een rivier aan het bidden is. Ze ontvangen Paulus’ evangelie van genade en Ene Lydia nodigt Paulus en Silas uit in haar huis. Hiervoor zal ze t.z.t. Worden beloond door christus. Daarna hebben beiden een beetje pech als ze een vrouw tegenkomen met een Pythongeest. Deze boze geest herkent de geest van God in Paulus en Silas en schreeuwt hen na: “deze mannen zijn slaven van de hoogste god die u redding belooft!”
Dit gaat zo de hele week door tot Paulus er gek van wordt. Hij wijst de boze geest terecht zodat deze uit de vrouw verdwijnt. De meesters van de vrouw zijn woest. Zij was immers een inkomstenbron voor hen. Ze intimideren Paulus en Silas en drijven hen naar de markt en klagen hen aan. De aanklacht ging alleen over geld. Hun inkomen was verdwenen. Als Paulus’ boodschap de schatkist van de stad had gespekt of de portemonnee’s van de aanwezigen, dan was er niets aan de hand geweest. Anno 2010 is geld nog steeds het criterium waarop Paulus wordt beoordeeld. Zijn boodschap brengt gelovigen geestelijke zegeningen, Efe. 1:3. Het probleem hiermee is dat het allemaal onzichtbaar is. Toen Paulus zelf in de Arabische woestijn veelvuldige verschijningen van christus ervaarde, was hij de rijkste man ter wereld. Hij was de eerste mens van het lichaam van christus. Hij snapte dat God de mensheid door christus zag. Hij was de eerste die van een hemelse bestemming hoorde. Niettemin was hij op aarde de eeuwige zwerver die zijn kleren misschien wel van tentdoek maakte. Hier zijn ze dan, Paulus en Silas. Ze slepen zich voort door het stof van de woestijn maar reizen in een heilige waas. Paulus zou deze waas omschrijven als een werkelijkheid van Christus die niemand aan kan raken. Feitelijk zijn zij de 2 rijkste mannen op aarde en niemand heeft dit door. Waar is hun rijkdom? Onzichtbaar in elk geval. Niemand die dit snapt. Maar waar ze onderweg gaan of staan; hun rijkdom wordt vermenigvuldigd door het Woord. Daarom willen ze er met iedereen over kletsen die ze tegenkomen. Geef Paulus een half uur en hij zal je dezelfde informatie geven als die hij zelf ontvangen had van Christus. Ook op de meest onbegaanbare plaatsen in de woestijn. En dat terwijl over 2 dagen de overheid van Filippi hen in de bajes zal gooien en hen zelfs zal slaan. 2000 jaar later is de meerderheid van het christendom deze boodschap eveneens vergeten of heeft haar op zijn minst verdraaid.
*
Niet geld is de bron van alle kwaad maar de zwak voor geld
Zie 1 Tim. 6:10. Het word “zwak” is niet goed vertaald. Het griekse woord is philarguria. Nog het beste te vertalen met “ziek”. Een ander grieks woord is orgeo dat zichzelf verlengen of uitstrekken betekent. Verlengen we ons zelf financieel? Als we meer uitgeven dan we ons kunnen veroorloven, dan hunkeren we naar geld. We worden weg gedreven van ons geloof en beschadigen onszelf. Deze dingen kunnen geen gevolgen zijn maar ZULLEN gebeuren. Het is oorzaak en gevolg. Afdwalen van het geloof kan subtiel gaan als we christus inruilen voor het verlangen naar een betere baan. Het medicijn hiertegen staat in 1 Kor. 7:31. “De wereld die wij kennen gaat ten onder.” Alles waaraan de mens hecht wordt straks aan de kant geschoven. Heiligen wordt wakker en blijf weg van de beerput.
God weet hoeveel geld we NIET nodig hebben
In Mat. 17:24 zijn inners van tempelbelasting aan het woord. Tegen Petrus zeggen ze: draagt uw meester de dubbel drachme niet af? Petrus wist dit niet zo zeker en zei maar ja. Toen hij bij Jezus kwam, was deze hem voor en vroeg hem: van wie innen de heersers op aarde belasting? Van hun eigen kinderen of van anderen? Petrus antwoordde: van anderen. Jezus zei toen: dan zijn de kinderen dus vrijgesteld. Maar laten we hen niet voor het hoofd stoten. Ga naar het meer, vang een vis en in de bek vind je een muntstuk. Petrus zal wel even met zijn hoofd hebben geschud onderweg naar het meer. Wat moest hij nu weer met een vis? Jezus sprak de laatste tijd zoveel wartaal. Maar toen hij een vis ving en er een muntstuk in de bek zat, zal hij raar hebben opgekeken. God weet hoeveel geld we nodig hebben. Als het nodig was geweest voor zijn plan kon hij geld aan bomen laten groeien. Daarentegen weet hij wat we nodig hebben en regelt hij dingen zo dat we naar Hem toe moeten komen voor onze behoeften. God weet ook hoeveel we niet nodig hebben.
*
Het lichaam van christus
Om effectief te zijn, mag de evangelist die de boodschap van genade verkondigt geen vertrouwen hebben in het vlees. Hij/zij moet door hebben dat de boodschap die hij verkondigt van God komt en zeker niet van hemzelf. Deze vorm van nederigheid is voor velen een grote opgave. En verder moeten wij als gelovigen beseffen dat we een gemeenschap van gelovigen zijn. Veel gelovigen voelen zich alleen en hebben niemand om hun glorieuze boodschap mee te delen. Maar wees gerust; u bent niet alleen; we zijn met velen; alleen zijn we verspreid over de wereld. Het lichaam van christus leeft en weet zich door God gesteund. De eenheid van dit lichaam is beschreven in Kol. 2:19. Hier staat dat God het hele lichaam door pezen en gewrichtsbanden wordt voorzien en samengehouden, groeiend de groei van God. Een opmerkelijke zin. Het woord pezen komt in de meeste vertalingen voor maar is ook fout vertaald. Het Griekse woord hier is haphe en betekent “aanraken.” Paulus gebruikt het fysiologisch waarmee het zoiets betekent als het resultaat van voedsel dat in contact komt/ aangeraakt wordt met de verteerde tractie.”
Er gebeuren 2 dingen aan het lichaam van christus in deze passage: het wordt ondersteund/voorzien en verenigd. De ondersteuning/voorziening komt van de aanraking, de vereniging komt door de gewrichtsbanden. Dit zijn figuurlijke beschrijvingen van letterlijke waarheden. Mediteer over deze anologie van Paulus en stel vast hoe God letterlijk voor ons zorgt als een eenheid. Gewrichtsbanden zijn banden van wit vibrerend weefsel die botten vasthouden en ze met elkaar verbinden. Denk aan je eigen knie die zo soepel mee beweegt als je rent en zo zeer doet als hij gekneusd is. Zo hecht zijn we een eenheid met elkaar, althans vanuit God’s perspectief. Maar hoe zit het met dat voedsel dat in aanraking komt met “verteerde tractie” (ook wel poep geheten)? Zijn we een grote darmsliert? Wees gerust; we zijn een kleine darmsliert. Een grote darm absorbeert water van onverteerd voedsel en dan, poep je de rest uit. Maar de kleine darm is waar de meeste nutriënten van onverteerd voedsel worden geabsorbeerd. Dit wonder gebeurt via kleine vingerachtige dingetjes die microvilli heten. Als deze microvilli het voedsel aanraken, beginnen ze er nutriënten aan te onttrekken die ze vervolgens aan de bloedstroom toevoegen. Deze miljoenen microvilli werken als soldaten samen in de darm en vormen een eenheid. Ze zitten zo dicht op elkaar gepakt dat het vakwerk vereist om de taken te differentiëren. Dat zijn wij! Deze Bijbelstudie is slechts een stukje van Gods ondersteuning en ik dank u voor deelname hieraan.
*
Lesbiese seks
Vrouwen die het met vrouwen deden, werden onder de wet van Mozes niet gestenigd. Volgens Leviticus 20 is homoseksualiteit een kapitale zonde. Seks met familie ook. Lev. 20:13 veroordeelt mannen die het met mannen doen. Het gaat hier om het penetreren van elkaar. Er staat ook iets over mannen die het met dieren doen. Maar nergens staat iets over de vrouwenliefde. Dit is logisch want vrouwen kunnen elkaar niet penetreren. Blijkbaar gebeurt er geestelijk en lichamelijk iets van belang bij penetratie van man in man of dier. In 1 Kor. 6:16 wordt een man die een hoer penetreert 1 lichaam met haar. Paulus leert ons in 1 Kor. 11:14 dat de natuur zelf ons leert dat een man met lang haar eigenlijk niet staat en bij een vrouw juist mooi is. Vrouwen kunnen elkaars schouders masseren en door de haren strelen. Als mannen dit doen in het openbaar, krijgen ze op hun lazer. Vrouwelijke intimiteit zegt ons iets over de schoonheid en elegantie van God.
*
Hoe zit het met homo’s?
Zie Romeinen 5:18,19. Hier leren we dat apart van christus iedereen zondaar is en veroordeeld zou worden, samen met homo’s. Sommige christenen zeggen dat Christus homo’s niet kan redden als ze zich niet bekeren. Gelukkig heeft christus de velen gerechtvaardigd door de Adam zondaars waren geworden. Laten we verder kijken naar 1 Kor. 15:22. Christenen sterven net als homo’s maar… worden ook net als homo’s weer opgewekt. Als homo’s zondaars zijn dan is het zo dat christus zondaars rechtvaardigt. In 1 Kor. 6:9-10 noemt Paulus homo’s, hoerenlopers en dronkaards in dezelfde categorie als hebzuchtigen. Homo’s hoerenlopers en sodomieten zijn allen mannen. Zij penetreren elkaar. Vrouwen kunnen dit niet en worden daarom niet genoemd. Huwelijk tussen man en vrouw is heilig.
De zonde van romeinen 1:26
Hier wordt gesproken over vrouwen die het met dieren doen. Bestialiteit heet dat. Dit verwijst ook naar Leviticus 20:16. Het gaat tegen de natuurlijke orde in van God die bepaald wordt door penetratie en waardoor ons menselijk ras in Zijn beeld voort bestaat. Nogmaals: vrouwen die met vrouwen slapen, penetreren elkaar niet en worden dus niet veroordeeld door de wet van mozes. Het homohuwelijk tussen mannen is een menselijke absurditeit. Het huwelijk is een goddelijke institutie voor mannen en vrouwen. Als je als homo toch dergelijke gevoelens hebt voor andere mannen, kun je proberen elkaar lief te hebben zonder elkaar te penetreren. Als je kind homo is of zelfs moordenaar of verkrachter: laat het aan god over. Het blijft je kind en houdt de relatie in stand met de genade die je zelf ook ontvangen hebt van christus. Laat Hem oordelen; doe dit niet zelf. Het is jouw probleem niet.
*
Zijn Jezus’ woorden ook voor ons bedoeld?
De bediening van Jezus was gericht op Israël (Mat. 15:24). Inderdaad, niets ervan is voor ons bedoeld, hoewel we wel veel kunnen leren in algemene zin van wat Jezus gezegd en gedaan heeft. Maar zijn instructies om huis en haard achter je te laten om Hem te volgen, zijn niet voor ons bedoeld. Paulus is onze apostel. Daarmee zet ik Paulus niet tegenover Christus. Immers, Paulus kreeg zijn instructies van christus. Paulus geeft ons aansporingen in plaats van bevelen. Dit is de natuur van de genade.
Vragen/antwoord
Moeten we Christus gehoorzamen? Nou, het zit zo: er is een roep, ook in de boodschap van genade (paulus) om het goede te doen en ons beschaafd te gedragen. Aan de andere kant kunnen we dit alleen doen door de kracht van de heilige geest: 2 Kor. 1:12. En toch worden we aangespoord het goede te doen. Dit heeft te maken met absolute versus relatieve waarheden. In absolute zin kunnen we onszelf niet gedragen zoals God het wil, tenzij Hij ons de kracht daartoe geeft. In relatieve zin, mogen we proberen om ons netjes te gedragen, in elk geval niet andersom.
Relatief: we gedroegen onszelf.
Absoluut: Gods genade hield ons in het gareel.
Paulus heeft het in Romeinen 1:5 over gehoorzaamheid in geloof. Dit is niet het type van Mozes’ wet die zei: doe dit en doe dat. Deze gehoorzaamheid komt totaal van Gods genade en laat ons zeggen: door de genade van God ben ik wie ik ben (1 Kor. 15:10). Deze gehoorzaamheid herkent God als de bron van handelen. Dit is niet moeten gehoorzamen maar willen gehoorzamen. Bij de wet van Mozes, moest Israël gehoorzamen. Wij willen gehoorzamen, 1 Kor. 3:16. God houdt ons niet verantwoordelijk voor ons handelen. Hij is verantwoordelijk voor ons en niet andersom. Desalniettemin zullen we ons straks rekenschap moeten geven van onze levens, Rom. 14:12. Er is een groot verschil tussen verantwoordelijkheid en rekenschap geven. De weerman geeft rekenschap voor het weer maar is niet verantwoordelijk voor het weer!
*
Zonde en Wet
Als heidenen nooit onder de wet waren, zijn ze dan wel zondig? Immers, de wet was er om de zonde te openbaren.
Het punt is hier dat de wet te snel wordt geassocieerd met de wet van Mozes. Dit is niet altijd het geval. In de Tuin van Eden was er al een wet: eet niet van de Boom van goed en kwaad. Bovendien worden mensen geoordeeld door de wet van hun eigen geweten: Rom. 2:15. Je kunt tegen je eigen geweten zondigen. Dit geweten is een wet in zichzelf. Niemand kan zijn geweten volledig gehoorzamen. Daarom zijn we gerechtvaardigd in en door het bloed van christus. Rom. 5:9.
Wat is ons geloof?
Een gelovige hoeft geen alverzoener te zijn. Wel zul je geloven dat Christus is gestorven voor onze zonden. 1 Kor. 15:3. Dan komt satan binnen en maakt het verhaal ingewikkeld. 1 Tim. 4:1-2. De doctrine van de vrije wil bijvoorbeeld weerhoudt mensen ervan in de dood van christus te geloven voor zonden. Hoe? Men zegt dat je zelf de keuze moet maken voor God. Zoniet dan kies je feitelijk voor de eeuwige hel. Een andere dwaalleer van satan is die van de 3-eenheid. Als Jezus God is, en God niet sterven kan, dan kon Jezus ook niet sterven. Bovendien worden we niet eens door ons eigen geloof gered maar door het geloof van christus in zijn vader. Rom. 3:21. Je kunt het ook omdraaien: iedereen die door God is voorbestemd voor het aionische leven, gelooft in deze dingen. En zal dus niet naar dwaalleren van demonen luisteren.
*
Was Paulus een valse profeet?
Paulus was helemaal geen valse profeet maar juist Gods ultieme gekozen instrument om Gods nieuwe boodschap van genade te verkondigen aan de heidenen. Veel mensen begrijpen niet van Paulus omdat ze zijn leer niet kunnen verenigen met overige teksten uit de bijbel die wet en werken propageren. Paulus had een andere openbaring gekregen voor ons, los van Petrus en de 12 discipelen. Met Paulus deed de genade zijn intrede.
Als niemand rechtvaardig is, hoe kan ik dan rechtvaardig zijn? Wat moet ik ervoor doen?
Antwoord: niets. Je bent al gerechtvaardigd in christus: Rom. 3:21-23. Je oude mens is dood en begraven, Rom. 6:6. Zijn opstanding verzekert die van jou. Rom. 6:5. God en christus zien jou beiden als een nieuwe schepping, 2 Kor. 5:17. Misschien voel je het niet zo maar gevoelens zijn onbetrouwbare antennes in deze. Geloof wat er in Romeinen 6 staat, daar gaat het om.
Klei, geen marionetten
Als god almachtig is en mensen hun kwade streken op hun af kunnen schuiven, zijn we dan geen marionetten? En waarvoor zou God ons dan nog oordelen en straffen als Hij achter onze kwade streken zit?
Antwoord: we zijn geen marionetten in zijn handen maar klei. Zie hem als een pottenbakker. Romeinen 9.
We leven in een relatieve wereld
In absolute zin is alles van God. Maar we leven ook op een relatieve manier en zullen hierover verantwoording afleggen aan Christus. Ons geloof is geworteld in het absolute (god doet alles) maar we leven in het relatieve (dit moet ik doen). God oordeelt mensen in overeenstemming met wat in hun harten is. Hij doet dit voor hun eigen bestwil. Het punt voor de grote witte troon is niet: “wie heeft jou zover gebracht om dit te doen?” Maar: “Wat deed je?” Het is in overeenstemming met de motivatie tijdens de zonde. God oordeelt “potten” die hijzelf hard gebakken heeft: Romeinen 9. Wie ben jij om God ter verantwoording te roepen? (Rom. 9:20). Maar Paulus zei dit op een manier alsof hij een uur later met jou een bier zou drinken.
God is een mens. Echt niet.
Brengt God ook het kwaad op ons dak? Deze gedachte is niet zozeer irrationeel als wel emotioneel beladen. Wie wil er nu een God die verkrachting en kanker toelaat? Toch staat in Efe. 1:11 dat God alles ten goede gebruikt voor wie hem liefhebben. Alles laat geen ruimte voor twijfel. Ook het lijden hoort erbij. Wij mensen hebben moeite met deze gedachte. Maar god is geen mens. Tijdelijk kwaad is essentieel voor eeuwige zegen. Het punt hier is dat God juist geen mens is.
De schepping van satan
Om zijn liefde en macht te tonen, zou God een vijand scheppen waartegen Hij kon vechten. Omdat God aanvankelijk alleen was, moest hij er één maken. Met tegenzin, maar toch deed hij het. In Jesaja 45:7 staat ook dat God zelf kwaad op ons dak stuurt. Dit is een emotioneel geladen item. God is in het hart van het kwaad. Zie ook Joh. 8:44 en 1 Joh. 3:8. In Job 26:13 staat iets opmerkelijks. Zijn hand vormde de kronkelende slang. Veel foute vertalingen beweren dat God de slang doorboort. Maar in de grondtekst staat het woord “vormen.”
De heilige geest geeft Job 2 manieren om de schepping van hemel en slang te beschrijven. En tevens 2 verschillende bronnen van goddelijk handelen voor elke creatie. Dit is geen toeval. God versierde de hemel door zijn geest. Versieren heft met “schoonheid” te maken. God maakte de hemel decoratief. Neem als voorbeeld het plezier van een kunstenaar die een stuk canvas beschildert. Daarnaast maakt hij de slang, het serpent. Versiert hij die? Nee. Hij vormde de slang alleen maar maakte deze niet mooi. De kille slang stond tegenover het versierde hemelrijk. Het Hebreeuwse woord voor vormen in deze is chalal. De hemel komt uit Zijn hart, de slang uit zijn hand. De hemel was mooi, de slang puur functioneel. Zo is het ook met het kwaad in de wereld. God is er niet per sé blij mee als Hij kwaad op jouw pad brengt. Maar ook is Hij niet gek. Hij weet wat Hij doet. Door de pijn heen, brengt Hij jouw dichter bij hem. Hij ziet het einde van waar Hij jou wil hebben. En dat jij ooit te zien krijgt.
Satan had geen schijn van kans om anders te worden dan hij werd gemaakt. Hetzelfde geldt voor deze aion.
Prediker 7:12 – wijsheid biedt de mens meer schaduw dan bezit. Wie kan recht maken wat de Eeuwige omver heeft gegooid? Misschien is het een schok te constateren dat God zelf dingen omver gooit. Denk aan Jezus die de tafels van de geldwisselaars omver gooide. God maakt dingen soms krom of gooit ze door de war. Waarom doet hij dat? Om contrast te scheppen voor zijn eigen rechtheid. Vers 12: het voordeel van kennis is dat wijsheid degenen in leven houdt die haar bezitten. Als je gefrustreerd bent van God of genoeg hebt van je geloof of zelfs je leven, zul je hier toch doorheen moeten, zelfs met een glimlach als je begrijpt dat satan is zoals Hij is. Net zo is onze aion boosaardig omdat dit Gods bedoeling is, Gal. 1:4. Je zult niet gefrustreerd raken als je weet dat je toch nier recht kunt zetten wat God krom heeft gezet. Stop met vechten tegen God en de boze wereld. Zonder uiteraard fatalistisch te worden.
*
Paarden en kaarten
Tijdens een stage leerde ik dat je van achter naar voren moet plannen. Je begint achteraan en plant terug. Zo zit het verzoeningsplan van God ook min of meer in elkaar. Juist daarom ook schiep God satan. Hoe kon hij mensen redden als ze niet eerst verloren waren? Hoe kon hij mensen met zich verzoenen als ze niet eerst vervreemd en ontworteld waren van Hem? En waar zou de zoete, eeuwige smaak van de vrijheid blijven zonder tijdelijke slavernij? Wat ik zeg is dit: het medicijn was er al voor de kwaal in Gods verzoeningsplan.
1 Petrus 1:19-20: christus, een lam zonder smet met kostbaar bloed is al ver voor de grondvesting van de wereld voor ons uitgekozen, en nu is hij aan het einde van de tijd verschenen aan u.
Openbaring 13:8: het lam dat geslacht is, vanaf het begin van de wereld. De zonde heeft Gods verzoeningsplan niet verstoord maar onthult juist de redding. EERST kwam de redding, DAARNA de zonde. God zag de zonde niet aan en zei tot zichzelf: wat zal ik hier eens tegenin brengen? De zonde overkwam Hem niet. Dit is wat het gangbare christendom ons leert. Daarom loopt het christendom ook achter het kwaad aan. En daarom kan het christendom ook niet de uiteindelijke verzoening van het heelal leren. God begon de planning achterstevoren om het middel eerder te hebben dan het medicijn. Het christendom begint voorste achteren om het medicijn bij de kwaal te zoeken. Daarom zit het christendom muurvast en beweegt het niet voor of achterwaarts.
Waarom schiep God zijn eigen vijand?
Om te beginnen mag je je realiseren dat God zijn eigen vijand schiep. Met deze wetenschap sta je al ver boven de meeste theologen. Alsof we aan hen nu zoveel waarde moeten hechten… God kan alleen in dit opzicht worden vergeleken met Walt Disney. Elk drama vereist tegenspelers. Toen God alleen was in het heelal, wie zou hem tegenwicht bieden? Apart van tegenwicht of tegenstand, moest Gods ware aard ook worden geopenbaard. Wie was God? Ook dit heeft hij gemeen met Robin Hood en Mickey Mouse. Schepselen die afhankelijk zijn van contrast voor hun openbaring, moeten zien, horen en voelen wat of wie God is. Daarom moet men ook weten wat God NIET is. Daarom schiep God een tegenstander. Dit betekent niet dat Hij dit met plezier deed. Misschien deed hij het wel met tegenzin. Waarschijnlijk had Hij flink de pest in. Wij hebben hiervoor een uitdrukking: noodzakelijk kwaad.
Is satan een gevallen engel?
Het Christendom leert ons dat God satan goed schiep maar dat hij een gevallen engel werd en daarna slecht was. Satan viel. Misschien over een verlengsnoer of anders van een gammel krukje. God deed nog zo zijn best om satan goed te maken maar satan had zijn puberstreken en raakte op het verkeerde pad; drugs, verkeerde vrienden, etc. God was dus niet verantwoordelijk voor satan’s kwajongensstreken en diens val. Misschien een klein beetje. Satan zelf is schuld aan zijn eigen val. Dit probeert men als een geruststellende gedachte te poneren. Maar is een geruststellende god ook een almachtige god? Nee! Dan is de val van satan helemaal niet geruststellend. Want kan God satan dan wel stoppen als deze nog een keer in opstand komt? Als het God de eerste keer al niet lukte, zal het Hem nu wel lukken? Als het 1 keer misging, kan het opnieuw en opnieuw en opnieuw misgaan. Als God zelf niet verantwoordelijk is voor satan’s kwajongensstreken, wie is dan eigenlijk de baas in het heelal? Als dit niet duidelijk is, noem ik dit helemaal geen geruststelling. Jezus zegt dat satan helemaal niet gevallen is. Ja, hooguit zal hij in de toekomst uit de hemel vallen. Dat staat ons nog te wachten. Maar Jezus noemt hem een moordenaar vanaf het begin. Joh. 3:8. In Spreuken 16:4 staat dat God ook het kwaad heeft geschapen voor de ondergang. In Jesaja 54:16 staat: ik riep de vernietiger om verderf te zaaien. Deze beide bijbelverzen slaan de gedachten van een vrije wil en eeuwige hel aan stukken. De waarheid is: God heeft satan geschapen zoals deze nu is: boosaardig. Veel gelovigen hebben er moeite mee te geloven dat God ook het kwaad schiep. Maar diverse bijbelverzen getuigen hiervan zoals Jesaja 45:7, Efe. 1:11, Hand. 17:25 en Kol. 1:17..
*
Dag van de mens, here en god
Dag van de mens: 1 Kor. 4:3, van Adam tot Openbaring; van Genesis 1:27 tot Openbaring 1:10.
Dag van de Here: Openbaring 1:10, van openbaring tot de verwoesting van de 2de aarde; van Ope. 1:10 tot Ope. 21:1.
Dag van God: 2 Petrus 3:12; van de Nieuwe Hemel en aarde tot de voleinding van de aionen; van Ope. 21:1 tot 1 Kor. 15:24-28.
*
Romeinen 1 versus Romeinen 12
In Romeinen 1:21-24 staat: “hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet dank en eer gebracht die hem toekomt. Hun onverstandig hart is verduisterd. Ze beweren wijs te zijn maar zijn dwaas en hebben god ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, dieren. Daarom heeft God hen uitgeleverd aan zedeloosheid waarmee ze hun lichaam onteren.”
Als gelovigen, stelt God ons in staat om de hobbels van deze aion te overkomen. Belangrijk kenmerk van de Dag van de Mens is de universele gebrekkigheid van de mens om God te eren en Hem te erkennen als de almachtige God, Hem te danken voor alles, inclusief het kwaad, en Hem te geloven. Daarom wordt het mensenhart verduisterd en gaat de lijst met zonden alsmaar door. Het remedie is om Hem in alles te eren, Hem te danken voor Zijn redding, en Zijn woord te geloven. Paulus heeft dit door en schrijft verder hierover in de hoofdstukken 3 tot 11 waarin hij gedetailleerd de soevereiniteit van God beschrijft en de gebrekkigheid van de mens om zichzelf te redden en het eenmalige reddingswerk van Christus. Het resultaat: Romeinen 12:
Dag van de Here
Wat is de dag van de Here? Voor het goede antwoord moet je zeker niet op de kalender kijken. De Dag van de Here is niet zondag en ook niet zaterdag. We moeten hier anders tegenaan kijken. De apostel Johannes zat vast op Patmos in de Aegeïsche Zee en heeft het juiste antwoord. Hoor hem in Openbaring 1:10: “Op de Dag van de Here raakte ik in vervoering.”
Johannes zegt niet OP de Dag van de Here maar IN de Dag van de Here. In het eerste geval zouden we de dag letterlijk nemen. De Dag van de Here is een tijdperk. God heeft 3 dagen voor ons apart gezet. Gedurende die 3 dagen handelt hij in ons leven en openbaart Hij zichzelf aan de mensen.
Deze dagen zijn:
– De dag van de mens
– de dag van de Heer
– de dag van God
3 dagen die 4 aionen omvatten. Dat is een grote kalender. Paulus omschrijft de dag van de mens in 1 Kor. 4:3 – “een menselijke instelling oordeelt niet over mij; noch ik oordeel over mezelf; ik ben mij van geen kwaad bewust maar dit betekent niet dat mij niet ten laste kan worden gelegd. Het is de Heer die over mij oordeelt. De dag van de mens is de Dag waarop de mens zichzelf ondervraagt en God zich stil houdt. Doel van de Dag van de Mens is om de mens te laten zien dat hij op eigen kracht niet rechtvaardig kan worden. De waarheid omtrent de Dag van de Mens is tegelijk de grootste schreeuw van de mensheid: als God almachtig is, waarom laat Hij de ellende in de wereld dan toe? Het antwoord is simpel: wij leren hierdoor hoe futiel we zijn, niet in staat om zelf rechtvaardig te worden. De mens moet geen theorie leren; hij moet deze levensles zelf leven. Wat een openbaring is dit: Mijn God, de ellende in de wereld is juist bedoeld voor deze aion! God heeft ons niet verlaten. Hij werkt IN de frustratie om ons te vernederen en ons voor te bereiden voor het gezegende contrast van Zijn heerschappij. Deze Goddelijke stilte is ook weer relatief. Een betere uitdrukking is actieve stilte. Gods absentie is zo krachtig dat hij schreeuwt! Voor hen voor wie Gods woord bestemd is, is Zijn Goddelijke stilte een trompetgeschal van wijsheid. God demonstreert Zijn wijsheid door de mens chronisch te laten blunderen. Geen wonder dat Paulus schrijft dat Hij zich van geen kwaad bewust is maar dat God hem maar moet oordelen. De Dag van de Mens onthult een set van principes, een manier van leven en van denken die tegen alles wat goddelijk is ingaat. Waarom zou Paulus zich hieraan ondergeschikt maken? Hij zegt: de Dag van de Mens kan mij onderzoeken en testen op alle mogelijke manieren. De Dag van de Mens demonstreert niet de wijsheid van de Mens maar zijn Domheid. Zal ik me dan door deze dwaasheid laten onderzoeken? En mij erdoor laten oordelen? Nee toch? De Dag van de Mens loopt op zijn einde. In de geest, ging Johannes die dag al binnen en deelde met ons Zijn glorie, duur en compleetheid. Deze Dag van de Mens zal uiteindelijk alle menselijke trots in stukken slaan. Voor het eerst in duizenden jaren zal de hand van God door de hemel steken. Zijn stilte zal eindigen en niemand zal Hem meer de gek aansteken of vragen of Hij wel bestaat!
Wat een openbaring!
De geschiedenis van de mens begint met YHWH (Here) niet met Elohim!
In Genesis 1:1 staat dat Elohim hemel en aarde schiepen. Elohim is één van Gods titels. Het betekent “plaatser.” Deze titel plaatst Hem boven tijd aangezien door Christus tijd werd gemaakt. In de titel Elohim zien we Gods macht. Maar is Hij niet dezelfde God die dagelijks voor ons zorgt? Toch wel. Maar in deze gedaante noemt Hij zichzelf YHWH of Here. YHWH is zijn betekenis in de tijd. En betekent: zal-is-was. God bestaat niet alleen in de toekomst; Hij is ook de god van nu en het verleden (was). Deze titel YHWH verschijnt het eerst in Genesis 2:5-7. Veel mensen vragen zich af waarom er 2 scheppingsverhalen zijn van de mens. Eén in Ge. 1:27 en de andere in 2:7. De eerste notitie toont Gods macht; de 2de zij zorg. In Gen. 1:27 is hij Elohim en schept hij Adam. In 2:7 is Hij YHWH Elohim en vormt hem. Dezelfde God met verschillende aspecten. Al Elohim zet God het decor. Als YHWH verbindt hij zich met de geschiedenis van de mens vanuit het standpunt van tijd. Plaats en tijd; Elohim en YHWH. De geschiedenis van de mens zal een keer eindigen.
Wat is de Dag van God?
Petrus zegt: “u die uitziet naar de Dag van God en het aanbreken hiervan bespoedigt.” 2 Petrus 3:12. Die dag gaan de hemelsferen in vlammen op en de elementen vatten vlam en smelten weg. Wij vertrouwen op een nieuwe hemel en aarde waar gerechtigheid woont. Dit is de 5de aion. Op deze nieuwe aarde is geen tempel nodig. God zelf wandelt met de mens zoals Hij dit ooit met Adam deed. Openbaring 21:3. Deze aion heet de Dag van God in contrast met de Dag van de Here in de 4de aion als God nog steeds onzichtbaar aanwezig is achter het tempelgordijn.
*
De Dag van de Here keert alles om!
Adios menselijke instituten; welkom christus
Als de Dag van de Mensen alsmaar voort zou duren, zou het nooit meer goed komen. Doel van de crisis in Openbaring (en van al onze persoonlijke crises) is voor de mens om vernederd te worden en voor God om verheerlijkt te worden. Dit doet pijn zolang het duurt maar brengt op de duur zegeningen. Wat is er goed aan een crisis die niet uiteindelijk het lijden van de mens tot een ommekeer zal brengen? Nog absurder zou een eeuwige crisis zijn. Wij, als leden van het lichaam van christus leren een harde les in deze aion. De wereld op drift en het afvallige Israël in het bijzonder leert door 10 voudige horror. De Dag van de Here begint met terreur en horror en eindigt in zegening. Zie wat de Dag des Mensen Christus aandeed! De Dag des Heren twijfelde aan Hem, sloeg Hem en nagelde Hem aan het kruis. Hij zei dat Hij een koning was. Dus maakte de Dag des Mensen een kroon van dorens en zette deze op Zijn hoofd tot hij bloedde. De Dag van de Here zegt: tot hier en niet verder! Op deze dag zal Christus een kroon dragen met edelstenen terwijl de hoogmoed van de mens zal worden vernederd. Dit staat in Jesaja: “wie hoogmoedig was, slaat de ogen neer, wie trots was, buigt het hoofd.” Jes. 2:11. Vers 19 gaat verder: “men schuilt weg in rotsspelonken, in holen in de grond, op de vlucht voor de vreselijke macht van de Here.” Deze vers correspondeert met hoofdstuk 6 van Openbaring. “Koning, rijken, machthebbers, iedereen trachtte zich in grotten te verbergen.” Jes. 6:15. Hierna zal God door de terreur heen, de mensheid grote veranderingen brengen. Jesaja 2:4, “Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een oordeel vellen; zij zullen hun wapens omsmeden tot ploegijzers.” 3,5 jaar van zware verdrukking leidt tot 1000 jaar vrede.
*
Wat het betekent om gedoopt te worden
De waterdoop reinigt met water. De figuurlijke doop met de heilige geest. De geest doet hetzelfde als wat het water doet maar dan zonder handdoek. Vandaag zijn we gedoopt in de dood van christus. – Rom. 6:3-4. Een waterdoop verenigt middels een doopceremonie, een figuurlijke doop doet dit middels de heilige geest. Zij die zich destijds door Johannes de Doper in de Jordaan lieten dopen, hoorden bij dezelfde club als Johannes die zich identificeerde met de komende messias en zijn koninkrijk. Doop in de dood van christus, brengt ons in de club die het lichaam van christus heet. Het verenigt zijn leden, niet met het koninkrijk van christus maar met christus zelf.
Als ik iemand zie die gedoopt wordt met water, denk ik, weer iemand die tot een andere club hoort dan ik.
U was al 2000 jaar geleden gedoopt
“We zijn met christus gedoopt in zijn dood, om met zijn opwekking een nieuw leven te leiden. Romeinen 6:3-4.
Als mensen mij vragen of ik gedoopt ben, zeg ik : ja, 2000 jaar geleden. Je opnieuw in water laten dopen is de grote waarheid ontkennen van de doop in de dood van christus. Het is een terugkeer naar het doden van lammeren voor vergeving van zonden.
Heeft de doop in de heilige geest te maken met in tongen spreken?
In Handelingen is dit zeker het geval. Johannes de Doper zei dat degene die na hem kwam in geest en vuur zou dopen. De geest kwam op de discipelen in de bovenkamer en ze begonnen in verschillende talen te spreken, Handelingen 2:4. Opnieuw de vraag:
Wat deed God met de geest daarna? En in onze tijd? In plaats van dat de geest op ons komt, kont ze IN ons. 1 Kor. 3:16. De vele verschillende talen van Pinksteren stelden de kliek in Jeruzalem in staat om de boodschap van Petrus te horen, ieder in zijn eigen taal. Er is vandaag de dag geen noodzaak voor een dergelijke manifestatie. Zeggen dat we vandaag in de heilige geest gedoopt willen worden is het ontkennen van de inwoning van de geest. We worden niet aangespoord om een tweede zegening te ontvangen zoals in het hoofdstuk van Handelingen, 2000 jaar geleden tijdens Pinksteren. Die tijd hebben we gehad. We zijn nu gezegend met iedere geestelijke zegening tussen de hemelse machten. Efe. 1:3.
De doop heeft mensen in zijn macht
De doop is een leer uit de bijbel. Maar dat is de besnijdenis ook. En je zonden belijden op het hoofd van een geit. En het bouwen van een Ark. Zij die dopen of zich laten dopen zijn net zo gestoord als zij die zich vrijwillig laten kruisigen om christus te volgen. In 1 Petrus 3:21 staat dat zoals water de 8 zielen in de Ark redde, zo redt de doop jou nu ook. Inderdaad, er was een tijd dat de doop u redde. Petrus voegt er later aan toe dat de doop u redde door de opstanding van christus. Dit is een tweeledige redding, gebaseerd op het evangelie van de besnijdenis. Deze boodschap was destijds voor de Israëlieten bestemd en luidde dat niet alleen het kruis redding bracht maar kruis plus doop en bekering. Zie Handelingen 2:38. Betekent dit dat doop en bekering ook nu nodig zijn? Moeten we de boodschap verkondigen dat christus u van de zonde redt, of dat vergeving van zonde door het kruis komt plus de doop en bekering? Wat zegt God over de doop in de tijd ver daarna? Als we dit niet goed uitzoeken, zou je zomaar een Ark bouwen omdat Noach dit ook deed. Of een schaap offeren of misschien wel je eigen zoon! Het probleem ligt in de verdeling van de geschriften in Oud en Nieuw Testament. Veel mensen zien het Oude Testament niet zitten als een gids voor hun leven. Het Nieuwe Testament wel. Het probleem is dat er veel onderscheid bestaat, juist ook in het Nieuwe Testament in voor wie wat bedoeld is. Bijvoorbeeld, de slogan: bekeer je en laat je dopen is een Nieuwe Testament doctrine. Zullen we hier dan maar gehoor aan geven? Hoe zouden we dit kunnen doen in de wetenschap dat deze boodschap niet alleen gericht was aan de Israëlieten maar ook aan die Israëlieten die Jezus kruisigden? Twee verzen hiervoor zegt Petrus: laat het hele huis van Israël met zekerheid weten dat God hem zowel christus als heer maakt, deze Jezus die jullie hebben gekruisigd. – Handelingen 2:36.
De oproep tot bekering had in deze context te maken met het van gedachten veranderen over het vermoorden van de messias. Hoe kunnen we ons hier nu van bekeren, anno 2010? Dit kunnen we niet. Ik heb niet hard geschreeuwd om Barabbas vrij te laten. U wel?
En wat riep Johannes de Doper nu precies? Hij riep: bekeer je, het koninkrijk is nabij! Mat. 3:2. Dit koninkrijk van de hemelen was het 1000 jarige koninkrijk dat aan Israël was beloofd. Dopen door Johannes betekende een bekering van zonde ter voorbereiding van dit koninkrijk. Het had niets met het kruis van Christus te maken. De doop van Johannes had niets te maken met geloven in Jezus of zijn naam belijden. Hoe kon dit ook als Jezus nog aan de wereld moest worden voorgesteld? Hij die na mij komt, is sterker dan ik (Mat. 3:11). Paulus bracht een nieuwe boodschap aan de rest van de wereld. En ja, inderdaad doopte hij ook nog wat mensen in het begin. Niet in water maar in de naam van christus Jezus. Maar hier is de sleutel tot de dienstbaarheid van Paulus: Zijn dienstbaarheid ging van glorie tot glorie! 2 Kor. 3:18. Met andere woorden, de Paulus midden in Handelingen is niet de Paulus van de Efeziërs. Paulus verwijderde langzaam maar zeker alle ceremoniën en rituelen uit zijn boodschap, zodat deze uiteindelijk een boodschap werd van pure genade. Tot op vandaag de dag.
Eén Heer, één geloof, één doop,” Efe. 4:5
Als waterdoop (1 Petrus 3:21) en geestelijke doop (1 Kor. 12:13) beiden dopen zijn uit de geschriften, terwijl er vandaag maar één doop is (Efe. 4:5), welke is dit dan? Water of geest?
*
Het evangelie dat mensen onderscheidt
Het evangelie van de besnijdenis is in overeenstemming met het vlees. Het is de boodschap die mens onderscheidt. En wel als jood van de rest van de natiën. De wet van Mozes die alleen tot Israël kwam, bevatte honderden dingen die mensen fysiek moesten doen. En anders vielen ze bij God uit de gunst. Dit onderscheidde Israël niet alleen van de rest van de wereld, maar onderscheidde Israëlieten ook onderling. Als je bijvoorbeeld op de sabbat dingen verzamelde, werd je gestenigd. Als je rustte op de sabbat en een lekkere maaltijd nuttigde, werd je niet gestenigd. Dit wakkerde trots aan onder Israëlieten: “haha, ik at een lekkere maaltijd en jij werd gestenigd.” Petrus’ roep om bekering en doop op Pinksteren was een roep om en publiek te laten zien dat je innerlijk was veranderd. Christen houden hier ook van om aan de hele wereld te laten zien wie ze zijn. Liefst met TV camera’s erbij. Om die reden is pure genade leuk maar staat ook eigendunk in de weg, zeker als je op TV komt. De boodschap van de besnijdenis sluit hier perfect op aan, op dit openbare gedoe. Jacob zegt in Jac. 2:14-17 dat geloof zonder werken dood is. Dit is volledig in overeenstemming met de boodschap van de besnijdenis. De besnijdenis is een boodschap voor de ogen en de camera’s. De boodschap van onbesnedenen is verschillend. Luister naar Paulus in 2 Kor. 5:16 – “we beoordelen niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld; ook christus niet.”
De boodschap van Paulus is een boodschap van geloof, niet van vlees. In een boodschap van geloof en NIET van werken, is pochen volledig onmogelijk gemaakt. (Rom. 3:27). Daarom hebben velen zoveel moeite met deze boodschap van de onbesnedenen. Om die reden ook zullen er veel minder leden zijn van het lichaam van christus dan proselieten van het Judaïsme, christenen geheten.
*
Dingen DOEN voor god
Er is niets tegen dingen doen voor God. Wel tegen dingen DOEN. Als de nadruk te zeer komt te liggen op eigen werken, ben je fout bezig. Dit is misschien niet wat je zou verwachten. Veel gelovigen vertalen de laatste verzen Mattheus 28 naar vandaag de dag toe: vlieg uit en breng de goede boodschap van Jezus aan de rest van de wereld. Het is echter duidelijk dat de discipelen de rest van de wereld nooit bereikt hebben, laat staan ook maar één ziel hebben gedoopt in de naam van de vader, zoon en heilige geest. Als klap op de vuurpijl besluit Jezus zijn lessen met de woorden, “ik zal altijd bij u zijn tot aan het einde van de aion! Waarna hij prompt vertrekt. Het is duidelijk dat deze grote opdracht niet wordt vervuld tot Jezus terugkeert om zijn 1000 jarige rijk te inaugureren en de discipelen op de 12 tronen zet.
*
De vrijheid om fouten te maken
Alleen door de zekerheid van Gods onveranderlijke affectie voor ons kunnen we echt leven, Rom. 8:1. Zij die constant bang zijn om fouten te maken in Gods ogen, zullen nooit verder komen op de grote reis. Onze zekerheid in christus begrijpen is de sleutel. Weten dat er een vangnet is, maakt een groot verschil in de typen van bewegingen die we uitvoeren op deze hoge trapeze die we het leven noemen. Waar we ook gaan, nooit zullen we ons thuis verlaten. Genade laat ons niet zonder grenzen. Zelfs als we de verste uithoeken van het heelal konden zien, zouden we Gods hand nabij ervaren. En toch houdt God onze persoonlijke grenzen verborgen voor ons. Waarom? Omdat er plezier is in het proces van ontdekken. Het leven is een avontuur van het ontdekken van wie we zijn. Niet alleen in christus maar ook in de wereld. Dank God voor deze soort van genade die ons de vrijheid geeft om zelf onze grenzen te ontdekken. En die ons tegelijk verzekert dat we nooit uit de nabijheid van Gods hand raken.
Een bastaard evangelie bestaat
“Het verbaast me dat u zich zo snel tot een verschillend evangelie hebt gekeerd. Er is geen ander evangelie maar wel mensen die verwarring zaaien.” Galaten 1:6-7.
In de dagen van Paulus zijn er net als nu 2 evangeliën: 1. het evangelie van de besnijdenis, welke Gods boodschap aan Israël is ten aanzien van politieke suprematie over de aarde. En 2. het evangelie van de onbesnedenen, welke God’s boodschap aan de rest van de wereld is ten aanzien van politieke suprematie in de hemelen = heelal. Het eerste evangelie is een mix van wet genade terwijl het tweede pure genade predikt. Paulus waarschuwt de Galaten voor het eerste. Paulus noemt dit verstoorde evangelie een non-evangelie dat verstoord is door de wet. Hij noemt dit evangelie verschillend maar niet anders omdat er geen ander evangelie is. Als het om het evangelie van de besnijdenis ging, was het een ander evangelie geweest omdat dit evangelie tenminste legitiem is. Maar het was geen ander evangelie maar een bastaard evangelie omdat het een mix predikte van wet en genade. Het is hetzelfde evangelie dat vandaag de dag door traditionele christenen wordt gepredikt: red jezelf door genade.
Gered door werken of genade?
Jacob zegt dat geloof zonder werken ons niet kan redden, Jac. 2:14. Paulus zegt dat we gerechtvaardigd zijn los van werken, Rom. 3:28. Wie heeft er gelijk? Het heeft hiermee te maken dat beiden zich tot een andere doelgroep richten. Jacob zegt dat geloof zonder werken de Israëlieten niet kan redden. De titel van het boek is dan ook: Jacob aan de 12 stammen. Paulus schrijft aan de rest van de wereld, natiën genoemd. In Romeinen 11:13 noemt hij zichzelf de apostel van de natiën. Dit werken/geloof argument is het verschil tussen de evangeliën van besnijdenis en onbesnedenen. Jacob is een vierkante paal en Paulus is een rond gat. Als je dat door hebt, zie je dat de bijbel zichzelf helemaal niet tegenspreekt.
Genade is vreugde en vrijheid om te leven
Het malle gezicht van een baviaan, de lichtgevende strepen op een vis, de gestreepte Zebra en ringen om saturnus; zijn ze echt noodzakelijk nodig? Nee. Maar ze verzekeren ons dat God er vreugde in schiep toen hij ermee bezig was. Van zijn hemelse palet bracht hij zijn eigen kunstwerken voort. Genade is dat wat ons in staat stelt om vreugde te hebben in het leven. Het Griekse woord “charis” betekent vreugde. Definitie van genade is: een daad die blijdschap voortbrengt. Theologisch gezien is genade toebedeeld aan hem die het juist niet verdient. Dit is wat blijdschap voortbrengt. Een voorbeeld is wat god voor moordenaar Saulus van Tarsus deed die op weg was naar Damascus om gelovigen te vervolgen. God zei onderweg tegen hem: “Saulus, ik weet dat je een gestoorde halve gare psychopaat bent maar toch houd ik van je. Die Jezus die je vervolgt, dat ben ik. Ik ben voor jou gestorven.”
Deze ontmoeting veranderde Paulus niet in een theoloog.
Hij werd geen religieuze fundamentalist nadien. Hij was juist een religieuze fundamentalist voor die tijd. Nu werd hij vervuld van blijdschap. Wat? Zelfs nadat zijn messias hem met blindheid had geslagen? Ja.
*
Religie sleept mensen naar de “dood zone.”
Iemand die de Mount Everest beklom zei: je kunt 100.000 goede stappen zetten om de top te bereiken. Slechts 1 foute stap kan fataal zijn. De berg tolereert geen misstappen. Dat is de wet van Mozes. Paulus schijft (met blijdschap) in Galaten 3:10 – “zij die onder de wet zijn, zijn vervloekt. Immers, er staat geschreven: vervloekt is hij die niet aan alle geboden voldoet.”
Eén misstap in de wet betekent de dood. Wat als God net zo hardvochtig was? Velen denken dat hij dat inderdaad is. Hij suggereerde deze rol toen hij de wet van Mozes voorschreef. Maar alleen als voorwendsel voor de op handen zijnde genade die daarna zou volgen. Nu deze genade is geopenbaard wandelen alleen dwazen in de dodenzone. Deze dodenzone heeft veel getrainde en sterke klimmers het leven gekost. Dat betekent dat de Mount Everest beklimmen intensieve training vereist. Op dit punt is er sowieso geen blijdschap en vreugde meer maar harde spartaanse discipline. En angst die op ieder’s gezicht leesbaar is. Vervang religieuzen voor klimmers en kerk/moskee/synagoge voor de Mount Everest en je hebt een goede beschrijving van het gevaarlijke leven dat je binnen het religieuze domein leidt.
*
Onze enige zachte steen
Niets wat zichtbaar is, beschermt ons. We hebben nauwelijks genoeg kleren. We leven voor voedsel, water, licht en warmte. De leden van onze gemeente zijn versnipperd over de hele aardbol. We hebben een oude fiets. Geen organisatie claimt ons. We zijn nu het tegenovergestelde van wat we straks zullen zijn. De wereld heeft ons al 10 keer opgeslokt. Nu al 100 keer. We verliezen de race om het leven. Dit is het David en Goliath syndroom. Het is God die ons verzekert dat we straks het tegenovergestelde zullen zijn van nu.
Alleen onze verandering rechtvaardigt ons bestaan
Als we straks eindelijk zijn zoals we bestemd waren, zal alles duidelijk worden. Niet voor de kerkgangers. Zij waren christenen, maar wel voor de leden van het lichaam van christus. Christenen zijn rijk en populair, leden van het lichaam van christus zijn arm en worden veracht. Onze wapenuitrusting is onzichtbaar. Voor de wereld zijn we naakt en weerloos. Maar onze verandering straks, zal alles rechtvaardigen.
Wat een openbaring
Wat gebeurde er met David’s 4 overgebleven stenen?
In 1 Samuel 17:40 staat: “hij pakte zijn stok, zocht 5 ronde stenen uit de rivierbedding en stopte die in zijn herderstas. Toen liep hij op de Filistijn af.”
5 is het getal van genade. David zocht 5 ronde stenen die de genade suggereerden van God die bij hem was. En in de strijd tegen Goliath, gebruikte hij slechts 1 steen; 1 het nummer van God. 4 stenen bleven over. Wat gebeurde ermee?
4 is het getal van wereldwijde bedekking: de 4 seizoenen, de 4 windstreken, de 4 delen van een dag. De 4 richtingen van een kompas. God zal straks de aarde schoonvegen van alle vijandigheden omwille van zijn volk Israël. Als haar vijanden haar straks omringen, zal God hen symbolisch met de 4 overgebleven stenen omver kegelen. Dan zal ook David’s grotere zoon zijn troon betreden.
*
Als ik zwak ben, ben ik sterk, 2 Korinthe 12:10
2 Kor. 12:10 is een feit en geen theorie. Als objectieve waarheid werkt deze. Als je zwak bent, ben je sterk. Als ik het niet meer zie zitten of geen geld meer heb, herinner ik me deze waarheid. Als ik dat doe, voel ik de schok van die uitspraak. Zwakheid als kracht is zo tegengesteld aan hoe de wereld werkt. Probeer op zo’n moment te beseffen, “dikke koe, ik ben juist sterk hierdoor, door mijn gesputter en geklaag.” Inderdaad is dit een schok om te realiseren. Dat zwakte daadwerkelijk kracht is, is werkelijk verbazingwekkend.
David en Goliath Syndroom
Neem de reus Goliath uit Gad, een Filistijn nota bene. We zouden kunnen zeggen een Palestijn. De kleine opdonder David zal hem knock out schieten met een enkele steen. En vervolgens zijn reputatie vestigen. Hij zal:
a. koning worden van Israël
b. type zijn van de komende messias
c. een man naar Gods hart
d. een briljante psalmist worden.
Niemand in het Israëlitische leger weet dit. Men neemt hem eigenlijk niet zo serieus. En de Filistijnen al helemaal niet. Maar weet David het zelf ook, wat hem allemaal te wachten staat? Zo ja, dan zou hij geweten hebben dat hij aan 1 enkele steen genoeg had. David wist het maar tegelijk ook niet, wat er allemaal uit zijn avontuur voortkwam. Jezus had eenzelfde ervaring in Gethsemané. Hij wist dat hij voorbestemd was voor het kruis en toch voor dat ene moment wist hij het niet. Hij riep: “als het mogelijk is, Vader, laat deze beker dan aan mij voorbij gaan.”
*
Als het mogelijk is?
Hij wist het, maar tegelijk ook niet. David ervoer hetzelfde. Zijn menselijkheid versluierde zijn geloof. Het werd het geloof van de mens die hem had gevraagd om zijn zieke zoon te genezen. “Geloof je dat ik het kan?” vroeg Jezus hem. “Ja,” zei de man, “maar kom mijn ongeloof te hulp.” Dit is het beste dat we kunnen doen. Onze grootste daden van geloof hebben een twijfel in zich die in de fabriek op maat is gezaagd. Blijkbaar is het deel van onze zwakte dat we 100% zeker zijn van dingen. En ook weer niet. Dit is het David/Goliath syndroom. Dit syndroom betekent dat God er hard aan werkt om zijn gelovigen alle mogelijke nadelen op de weg te brengen voordat hij hen de overwinning geeft. David’s geval maakt dit duidelijk. De soldaten om hem heen lachen hem uit. Rot op, zeggen ze. David was een éénling. Hij praatte in zichzelf op afgelegen heuvels. Hij tuurde uren naar de sterren, at honing met zijn vingers. En hij stapte op die enge Filistijn af.
Schaapherder David weigert de wapenuitrusting van Saul
David paste Saul’s wapenuitrusting aan maar deed deze weer af. “Ik ben dit niet gewend. Ik kan hier niet mee lopen,” zei hij tegen Saul. – 1 Samuel 17:38-39.
Als god wil dat je gaat, waar dan heen, zal het David en goliath syndroom jou juist al die dingen afpakken die de wereld noodzakelijk zou vinden vindt voor een dergelijke job. Dit is omdat het Gods klus moet zijn en niet de jouwe. Dit moet bovendien duidelijk zijn voor de rest van de wereld. Als het leger Goliath geveld had met bijlen en speren, dan had niemand geloofd dat het Gods werk was geweest. Maar als God dit door een schaapherder laat doen die te iel is om rechtop te staan en alleen met een kei kan gooien, gaat de wereld nadenken over zo’n voorval. David legde dit uit aan zijn leger toen hij op weg ging naar goliath. Hij zegt: “de here heeft geen zwaard of lans nodig om te overwinnen.” – 1 Samuel 17:47. Griekse atleten liepen renden naakt. Paulus zegt ook dat we de wedstrijd rennen en spoort ons aan om ons van die dingen te ontdoen die het goddelijke proces alleen maar in de weg staan. Wij hebben er nogal moeite mee om afstand te doen van deze handige dingen; al zijn het maar diploma’s waarmee we verder zouden kunnen komen. Dus doet god dit wel voor ons. Hij neemt ons af wat we volgens hem niet nodig hebben en wat we zelf ook niet graag opgeven. We kunnen niet falen omdat onze zwakte nu als kracht geldt en ons falen als succes. Alleen god werkt op deze manier. David probeerde de wapenuitrusting uit. Maar hij besloot de strijd toch maar zonder deze ballast aan te gaan.
*
God heeft een heftige tijd voor mij in petto
God heeft mooie dingen voor mij in petto. Alleen nu, in dit leven doet het zeer. Zoals je een computerprogramma installeert met de “set-up” zo is dit leven de set up voor het komende. Deze set up behoort ook tot het David en Goliath syndroom. Als eenzame gelovige ben ik omringd door grote kerken die het schijnbaar beter weten dan ik. Als ik de stad uit fiets, kom ik langs grote meubel boulevards, nieuwbouw, vierbaanswegen en wegen in aanleg. Als ik ernaar kijk, lijkt het of deze dingen niet aan mij besteed zijn: een groot winkelcentrum met dure spullen die ik toch niet kan kopen… Pas later zie ik het kruis met het bordje erboven:
Toekomstige kerk van de heilige Drie-eenheid en Babylon. Het zoveelste bastion met opzwepende muziek. Tegelijk kom ik nauwelijks rond van mijn inkomen. In de supermarkt moet ik afwegen of ik echt wel kaas wil kopen. Dan maar een week later naar de kapper. Sorry voor de arrogantie. Maar ik ben één van de weinigen die de ECHTE boodschap van christus verkondigt. Dus schreeuw ik boos naar God: beste God, wat doe je? Uw vijanden hebben het goed en kunnen van alles kopen, hebben een dak boven hun hoofd en kunnen op vakantie en nota bene uw naam en uw kruis lasteren. En ik, nota bene degene die als één van de weinigen weet wat de toekomende aionen ons brengen zullen, kan niet eens een stuk kaas kopen. En mij, degene die u heeft uitverkoren als één van de weinigen op aarde om uw zuivere boodschap te verkondigen, laat u met lege handen in een grote supermarkt staan. Ofwel: het David en Goliath Syndroom.
Waarom god, waarom?
Opeens kreeg ik het door: het David en Goliath Syndroom natuurlijk! God is mij aan het voorbereiden voor een episch einde. Hij maakt Goliath kleiner en kleiner. Hij geeft hem steeds meer en meer zwaarden. Goliath vreet zijn buik vol, breidt zijn garderobe uit en smijt links en rechts met geld. Ik zoek in de tussentijd naar kartonnen dozen voor de boodschappen omdat ik geen plastic tas meer kan betalen. Maar er is één ding dat ik vergeten ben: David wint. Ik word op het slagveld gezet. En Goliath ook. Er komt een heftige tijd aan!
*
Vergelijk en sterf
Paulus schreef in Fil. 4:11 – ik heb geleerd om tevreden te zijn met wie IK ben. Deze tweede ik heb ik in hoofdletters geschreven en is de sleutel tot de hele vers. Hoe leren we tevredenheid?
– Stop met jezelf te vergelijken met anderen.
– Stop met je omstandigheden te vergelijken met die van anderen.
Jouw leven is jouw leven en van niemand anders. God brengt beproevingen op jouw weg die Hij bij anderen niet doet. Dat is geen teken dat god een hekel aan jou heeft maar van jou houdt. Hebreeën 12 leert ons dat God hen disciplineert die Hij lief heeft. Discipline is een teken van God’s liefde, niet van zijn ongenoegen. In vroegere tijden was het misschien een teken van straf als God je in de kraag pakte. Maar nu is het een teken van liefde. Het is ook niet zo dat hij andere mensen niet disciplineert en dus een hekel aan hen heeft. Het is simpelweg nog niet hun tijd. Discipline brengt ons tot God. We zijn geen fatalisten. Natuurlijk proberen we onze omstandigheden te verbeteren. Maar terwijl we dit doen, blijven we tevreden. We hoeven alleen het laatste woord te benadrukken in de zin: Ik ben tevreden met wie ik ben.” Daar ben je, midden in de chaos misschien maar vlakbij God.
*
Waarom is tevredenheid zo moeilijk?
Levend middenin de 3de en boze aion, is het moeilijk om tevreden te zijn. Het is zelfs de vraag of tevredenheid onze natuurlijke staat is. Anders had de apostel Paulus niet gezegd dat hij dit moest leren. Fil. 4:11 – Ik heb geleerd om tevreden te zijn met wie ik ben.
Het Griekse woord voor tevreden is “autarkes.” Het betekent zoiets als “zelf-toereikend.” In welke omstandigheden Paulus zich ook bevond; zijn mentale positie was gelijk. Hij voelde zich thuis in zijn eigen vel. Hoe krijgt een normaal mens dit voor elkaar zonder drugs? Om te beginnen is het goed om te weten dat God in alles werkt naar het raadsbesluit van zijn wil, Efe. 1:11. Als we dit weten, dat God ook het kwaad gebruikt ten goede van ons, zijn we al een heel stuk verder. In Romeinen 8:28 weet paulus te melden dat niets, ook de dood niet ons van christus kan scheiden. Hij kon Fil. 4:11 nooit schrijven zonder grondig in deze waarheden te geloven. Hoe kon hij tevreden zijn als hij wist dat mensen de vrije wil hebben om gods plan te dwarsbomen en zichzelf tot een eeuwige hel te verdoemen? Of dat beproevingen in zijn leven een teken waren van God’s ongenoegen. Ik geloof dat Paulus zelf Hebreeën schreef.
Voor discipline zult u volharden.
Tevredenheid tijdens lijden komt van het besef dat degene die jou met de zweep dresseert van jou houdt. Hebr. 12:11. Erna zijn we beter af dan ervoor. Er is geen betere weg naar tevredenheid tijdens welke beproeving dan ook dan het besef dat God dit voor jou doet en wel voor jouw bestwil en niet omdat God een hekel aan jou heeft. Alles werkt voor jou ten goede. Als je moeder op sterven ligt, besef dan dat ze bij god in veilige handen is. Maak je niet druk. God weet wat hij doet.
*
Onze tevredenheid is voor het lot van de anderen
Nu god jou met genade overspoelt en je tevreden bent in alles, kun je ruimschoots bijdragen in goede werken. 2 Kor. 9:8. Waar komt deze vers vandaan? Tevredenheid is geen eindstation voor ons zelf maar bevrijdt ons om aan anderen te geven. We zijn geroepen om in dit leven het lijden te verlichten van anderen. Dit kunnen we alleen als we zelf tevreden zijn. Nog een goede reden dus om tevreden te zijn. God wil dat je geld verdient om je familie te onderhouden en dat wat belangrijk is in het leven te kunnen kopen. Zoals alles wat met Bijbelstudies te maken heeft. Maar als gelovige moet je de dunne lijn in de gaten houden tussen geld verkrijgen en je stressen voor geld. Niet voor niets zegt Paulus in 1 Tim. 6:8 – als je eten hebt en een dak boven je hoofd, mag je tevreden zijn. Streven naar meer geld zal jou stress bezorgen. Geld is niet de oorzaak van alle ellende maar hebzucht. Spreuken 17:1 zegt: beter droog brood en vrede dan een huis vol met eten en ruzie.
Tevredenheid is beter dan achter geld aanlopen
Toegewijd zijn aan tevredenheid is een groot kapitaal. We kregen bij de geboorte niets mee en als we sterven kunnen we ook niets meenemen. De wereld beoordeelt ons naar de bankrekening. Zonder geld worden we gezien als losers. Om die reden werken we dag en nacht om aan geld te komen. Wat we zouden moeten doen is aan tevredenheid werken. Paulus leert ons dat tevredenheid beter is dan geld. Blijkbaar kun je tevredenheid meenemen je graf in. De beurzen meten jouw welvaart met een beurskoers. God doet dit met een tevredenheidsmeter. Je familie ondersteunen is 1 ding maar als je hen geen tevredenheid meegeeft, heb je je familie niet goed ondersteund.
Ik ben dus ik krimp van schaamte
Laat God weten wat je doormaakt, ook al disciplineert Hij je. Waarom schaam je je? Omdat er niets is dat verlichting brengt. Je probeert aan jezelf te ontsnappen maar dit lukt niet. Gekreun en gejank ontsnapt aan je lippen. De tijd voor verlichting is nog niet gekomen. Je moet er nog even doorheen. Dat is wat kronkelen is. Jouw recalcitrantie kaatste je terug in je zelf. Deze recalcitrantie is het tegenovergestelde van kronkelen. Je bent in staat om jezelf in de grond te boren. Maar niemand die je daar vindt. Instinctief weet je dit en daarom ben je er ook weer bang voor. Ook voor zelfmoord. Je roept God aan maar hij antwoordt niet. Dankzij deze woorden weet je echter dat je niet alleen bent. Andere mensen gaan door een zelfde hel. Jij bent nakomeling van Adam. Niemand lijdt alleen. Alleen christus leed alleen. Die eenzame beproeving zal jou nooit overkomen. Zijn Vader zag zijn lijden op golgota maar de kaarsen gingen voor hem uit. Het zweet druppelde van zijn wenkbrauwen. Dat was jouw zonde. Dat zul je zelf nooit doormaken. Nooit. Treuren duurt voor de nacht. In de ochtend komt het eerste sprankje plezier weer. Je denkt opens ook weer aan god. Een paar uur later sta je op uit de tombe en ga je op zoek naar anderen voor wie christus stierf. Op deze boulevard van de anderen, laat God zien dat hij in alles is.
De gezegendheid van geloven
Paulus beschreef als geen ander de gezegendheid van geloven. En raakte daarmee als geen ander ooit voor of na hem het hart van de gelovige: Gods gerechtigheid waarvan de profeten al getuigden, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar. God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus geloven. – Romeinen 3:21. De rechtvaardigheid van God is manifest. In de waarheid en genade komt zij in de harten van de mensen. Het geloof van Christus. Wat een kanaal voor de stroom van God’s genade. Hoeveel verder reikt dit dan ons eigen kleine geloof? Onze rechtvaardigheid is een gebroken riet. Hoe kan ethiek vrede en leven geven? Slechts 1 leven en 1 geloof konden God behagen. Alleen christus kon hardop zeggen: “ik doe alleen wat mijn vader wil.”
*
De toereikendheid van de boodschap
Evangelisten doen steeds gekker om aandacht te krijgen. Ze zwaaien met armen en gebruiken retoriek om het woord van god te verkondigen. Deze emotioneel getinte methoden klinken zo mooi omdat de boodschap zo belabberd is. Men probeer op een ludieke, grappige manier duidelijk te maken dat je zelf een keuze moet maken voor Christus. Anders ga je naar de hel. Deze boodschap is een nachtmerrie. Maar mooie verpakt en omgeven met hallelujah muziek, maakt het dat mensen de boodschap nog geloven ook. Wat een contrast met onze boodschap van genade. “Ik schaam me niet voor het evangelie, want het is de kracht van god die werkt voor iedereen die gelooft.” Romeinen 1:16.
De simpele aankondiging van het offer van christus heeft kracht. Het maakt niet uit hoe iemand het zegt, zolang je zegt: “christus stierf voor je zonden.” Het is een voltooid werk dat opereert ondanks jou. In de tuin van gethsemané zei Jezus alleen: “Ik ben Hij.” En de soldaten vielen achterover. Over deze kracht heb ik het. Het is de boodschap, niet de boodschapper.
Jonah: wereldklasse evangelist
Wie was vroeger de meest effectieve evangelist? Jezus of Jonah? Antwoord is Jonah. Jezus had slechts een handvol mensen bekeerd tot de boodschap van heb je naaste lief. Jonah bekeerde 120.000 mensen. En dat op een simpele namiddag. Waarom deed God dit met Jona? En… waarom wil hij dat ik dit verhaal opschrijf en online zet??
God wil ons een les leren over de mensen die hij uitkiest voor zijn boodschap. Het gaat alleen om god en niet om de boodschappers. Toen God Jona vroeg om bekering te preken aan de Ninevieten, zei Jona “nee.” Vervolgens bracht hij verschillende weken door om een plan te verzinnen om aan God’s verzoek te ontkomen. Misschien moest hij maar naar de andere kant van de wereld afreizen. Naar Mexico of zo. Noach had het al eens geprobeerd in een grote ark; dus dat moest hij dan ook maar doen. God zou hem nooit terugvinden in zo’n grote houten boot. Inderdaad kostte het God vele uren om Jona terug te vinden op die grote zee. Toen Hij Jona gevonden had, besloot hij een zware storm op hem af te sturen om het avontuur groter te maken. De matrozen hadden vrij snel door dat de storm met deze vreemde verstekeling te maken had en aarzelden niet om hem overboord te kwakken. Daar spartelde Jona in het water, zoals Paulus eeuwen later zou doen. God besloot nu een grote vis op hem af te sturen. Jona wou immers avontuur, zo had God begrepen. Merkwaardig genoeg redde de vis zijn leven. Niet alle vissen zijn zo barmhartig maar deze wel. Als je een slechte dag hebt kun je het beste door een vis worden opgevreten. De vis spuwde Jona 3 dagen later uit op een mooi palmenstrand. Niet ver van Niniveh! God vroeg hem opnieuw om de Ninevieten op te roepen zich te bekeren. Dit keer ging er een lichtje branden bij Jona. Zelfs na zijn zee-avontuur was zijn houding nog iets lager dan die van de engelen. Hij zei: nog 40 dagen en Niniveh zal verwoest worden. (Jona 3:4). Stel je voor als een dominee dit in de kerk zou zeggen: nog 40 dagen en Amsterdam zal worden verwoest. Hij zou met kop en kont uit de kerk worden gezet. Jona wel. Hij wandelde voort als een depressieve pinguin, maakte geen hallelujah geluiden of zoiets maar deed wat hij moest doen. Met tegenzin weliswaar. Hij stonk nog steeds een uur in de wind naar ingewanden van een vis en stond nog steeds met 1 been in de hades. En hij moest anderen oproepen om zich te bekeren? Het resultaat van Jona’s dienstbaarheid komt tot uitdrukking in de volgende vers: toen geloofden de inwoners van Niniveh in God. Dit waren 120.000 mensen. De bekering van de stad was zo overweldigend dat God zijn plan herzag om de stad te verwoesten. Maar Jona niet. Hij was zo in extase door het succes van zijn oproep dat hij woest werd. Immers, de Ninevieten moesten volgens hem allemaal dood. (Jona 1:4). Wat een mooi einde voor een mens vernederend verhaal. Het hele verhaal van Jona is duidelijk genoeg voor ons om ons te instrueren over de mensen die God gebruikt.
*
Wat een openbaring!
De echte naam van Matteus was Levi Alpheus
In Matteus 9:9 staat: “Jezus die langskwam, zag een man die men matteus noemde.” Dus blijkbaar heette hij anders. In Markus 2:14 staat zijn echte naam: Levi Alpheus. Hoe zou de rest heten?
*
Gospel Spel
Welke slogan zou pakkend zijn om ongelovigen over de streep te trekken? “U bent dood in overtredingen en zonde?” Fout! Hoe kan een dode nu antwoorden op een goede boodschap? Of deze: onze god is een boze god. Sorry, maar onze god heeft zich met de wereld verzoend. Hij glimlacht tegen iedereen. Hij is vooral niet boos. Of zeg je tegen de ongelovige: God biedt ook jou redding aan. Ook niet waar. Redding is een goddelijke handeling en heeft niets met jouw keuze of beslissing te maken. Of ga je hallelujah met je armen wapperen? Zoals Italianen doen op de scooter. Ook de Paus doet dit. Nee, het correcte antwoord is: christus stierf voor onze zonden. Dit is het hele verhaal in 5 woorden. Deze slogan is geschreven in verleden tijd. Het is dus onzin dat de zonde nog tussen jou en god zou staan. Jezus Christus, de goddelijke zoon van God, rekende af met de zonde. Aan het kruis zei hij: het is volbracht. Misschien ben je al 30 jaar christen maar hoor je dit voor het eerst.
Ik voel zoveel kracht
Bedtijd is mijn favoriete tijd omdat het de dood simuleert. Elke nacht als je het dekbed over je heen trekt is het net een mini begrafenis. Dan zeg je: adios gemene wereld. Ga maar een paar uur door zonder mij. Goedenacht zeggen we ook tegen de doden. Daarna gaan we verder en nemen we een vette hamburger om onze eigen afstervende lichamen te onderhouden. Dan beseffen we: het dodenrijk is zo slecht nog niet. Geen rekeningen, incasso’s, insecten, hitte en ziekte meer. Om nog maar te zwijgen van alle oorlogen en rampen die je moet missen. Geen dominante bazen of lange werktijden meer. En als je je ogen open doet, kijk je recht in het gezicht van christus. Nu snap je hoe ik zo krachtig over god kan schrijven. Als ik zwak ben, ben ik sterk: 2 Kor. 12:10. Neem deze vers letterlijk en zie wat ze met je doet.
*
Paulus weigerde om zichzelf te oordelen
Zelfreflectie vond Paulus maar tijdsverspilling. God moest dat maar doen. 1 Kor. 4:1-5. Hij zegt dat hij zich van geen kwaad bewust is maar dat God andere maatstaven hanteert. Wie had er belangrijker werk te doen dan Paulus? En wie zou er een meer onbevlekt C.V. nodig hebben dan hij? Hij dacht dat zijn motieven zuiver waren maar vertrouwde zichzelf toch niet. Hij wist dat God andere maatstaven hanteerde. Satan zou hem hebben opgescheept met uren en dagen van introspectie en zelfreflectie. Paulus weigerde om dat spel mee te spelen. Maak het beste van je leven en kijk vooruit naar de toekomst. Doe als paulus en vergeet de dingen die achter je liggen. Iedereen heeft foute dingen gedaan. Niemand’s motieven zijn zuiver. Erken dat en leer ermee leven. Biedt zonodig verontschuldigingen aan en leef verder. Vertrouw op god en ga verder in het leven.
*
Je kunt het evangelie van Gods genade leven in deze moeilijke tijd
Stop met streven en erken dat God almachtig is; ook in jouw leven. Overdenk deze woorden nog eens goed. Weinig mensen snappen de diepte hiervan. Het antwoord op jouw streven om rechtvaardig te zijn is niet jouw eigen inzet. Het is het geloof van christus. Word het licht van deze wereld; niet door je rechten te verdedigen of je met politiek in te laten maar door Christus in jou te laten werken. Erken en herken dat Hij in jou werkt. Geloof zijn beloften; dit geloof zal jou tot rechtvaardigheid worden gerekend.
Als paulus zich schikte naar de overheden, waarom werd hij dan vervolgd en gevangen gezet?
Hij werd niet vervolgd omdat hij crimineel bezig was maar omdat hij in de waarheid leefde en deze verkondigde. De wereld haat de waarheid. Christus zei ook al: de wereld haat mij zonder reden. Hij had immers geen enkele wet overtreden. Als hij wel een wet had overtreden, hadden de joden hem ook niet zonder reden gehaat. De joden en Romeinen haatten hem VANWEGE zijn totale onderschikking en nederigheid. Zo verging het ook Paulus.
Onderschikking aan boosaardige overheden
Paulus noemt een paar dingen die ons vreemd voorkomen:
– Zegen hen die jou vervolgen; vervloek hen niet.
– Vergeldt kwaad niet met kwaad.
– Als uw vijand honger heeft, geef hem dan eten.
– Onderschik u aan overheden; dit voeg ik uit Romeinen 13:1 in, in Romeinen 12. Romeinen 13:1-5 is een voortzetting van de lijst van christus kenmerken van Romeinen 12.
De lijst in Romeinen 12 past ook bij onze houding jegens overheden. Immers alle overheden zijn door god ingesteld. Dus zegen de belastinginners, ziekenfonds, deurwaarder, etc. Bid niet tegen hen maar zegen hen.
We moeten de wereld niet altijd willen veranderen
Als je de wereld wilt veranderen, doe dit dan. Maar als je er hartkloppingen van krijgt, zit je op een fout spoor. Als gelovigen moeten wij de dunne lijn in de gaten houden tussen de wereld veranderen en gefrustreerd raken. Als het je lukt om de wereld te veranderen en tegelijk kalm te blijven, zit je op het goede spoor. Zoniet, voel je dan vrij binnen de slavernij van een boosaardige overheid. Het is ook goed om de wereld niet te willen veranderen. Trouwens deze boze aion is ook niet bedoeld om goed te worden.
Waarom de wereld vals is
Het tijdperk van de heidenen heeft een andere agenda dan dat van het Koninkrijk van God. T.z.t. zal God demonstreren wat hij van plan is door zijn zoon. Nu is het nodig om de futiliteit en falen van menselijke overheden aan te tonen. Mensen die over mensen heersen veroorzaken rampen en calamiteiten. Net zoals het voor een zondaar nodig is om te beseffen dat hij een God nodig heeft, zo moeten de overheden dit ook leren. Dank God hiervoor, dat hij autoriteit geeft aan heersers die deze niet aankunnen maar hij straks alles zal transformeren in christus.
Weke kerkdoctrines door geen onderscheid te maken tussen absolute en relatieve waarheden
De bijbel kent absolute en relatieve waarheden. God weet alles, is een absolute waarheid. God die vraagt: Adam, waar ben je? Suggereert dat God opeens niet alles meer weet. Hier gaat het om een relatieve waarheid. God daalt af tot het communicatieniveau van de mens die hij net geschapen heeft. De kerk haalt deze beide waarheden door elkaar en zegt bijvoorbeeld dat de mens een vrije wil heeft. Men maakt dan de fout dat men bijbelverzen die Gods absolute soevereiniteit tonen naast bijbelverzen zet waarin mensen keuzes maken. Dan lijkt het of het in beide gevallen om absolute waarheden gaat. Als men besefte dat God absolute soevereiniteit bezit en de mens alleen relatieve, zou men niet tot zulke doctrines komen als van de vrije wil.
Absoluut is vanuit het perspectief van God, naar de mens toe.
Relatief is vanuit het perspectief van de mens naar de andere mens toe.
Geflipte onderzoeker van de bijbel
In Romeinen 3:10 staat dat niemand rechtvaardig is. In Lucas 1:5-6 staat dat Zecharia en Elisabeth rechtvaardig werden genoemd door god. Hoe zit het?
In Romeinen 3:11 staat: er is niemand die god zoekt. Maar in Mat. 7:7 staat: zoek en u zult vinden.
Hoe zit het? In het eerste geval gaat het om het absolute perspectief van God uit. In het tweede geval gaat het om het relatieve perspectief vanuit de mens. De mens zoekt god niet uit zichzelf. Maar als de mens dit volgens Mat. 7:7 wel doet, komt dat omdat God hem eerst heeft gezocht.
De hele bijbel is waar; wat is het perspectief?
God spreekt over zichzelf in relatie tot de mens. Dit is het relatieve perspectief. In Lucas 1 waar Zecharia en Elisabeth rechtvaardig worden genoemd, is dit in relatie tot de priesters. In relatieve zin zijn ze rechtvaardig. In vergelijking met clowns als Ananias en Caiafas waren ze rechtvaardig. In Romeinen 3:10 spreekt God in absolute zin uit dat niemand rechtvaardig is. Er is dus geen tegenspraak met Lucas 1, alleen een ander perspectief. Als de bijbel zegt dat alle mensen uit god zijn maar sommige mensen niet; hoe kan dit? In absolute zin zijn alle mensen uit god. Maar in relatie met ongelovigen zijn in de eerste instantie alleen de gelovigen mensen van god. Jezus zei dat de farizeeërs kinderen van satan waren. Dit was in relatieve zin, in relatie tot de apostelen die natuurlijk aanhangers van christus waren. In absolute zin waren ook de farizeeërs kinderen van God. Waarom kiezen sommigen voor god en anderen niet? Omdat God hen eerst gekozen heeft en die anderen niet. Voor god kiezen is dus alleen in relatieve zin. In absolute zin kiest god voor de gelovige.
Vrije wil
Jan: Openbaring 3:20 zegt dat christus aan de deur staat en klopt. Als je open doet, komt hij binnen.
Ik: dit zegt niets over de vrije wil.
Jan: echt wel.
Ik: wat er staat is dat christus aan de deur staat en klopt. En dat sommigen antwoorden en anderen niet.
Jan: eh?
Ik: waarom antwoorden sommigen wel en anderen niet?
Jan: geen idee.
Ik: je gaat al 30 jaar naar de kerk en je hebt geen idee? In Openbaring 3:20 beschrijft christus wat op het toneel gebeurt. Dit is het relatieve perspectief. Christus beschrijft het absolute perspectief aan zijn discipelen in Mat. 13:11: “aan jullie is de kennis gegeven van het geheim van het koninkrijk van de hemelen. Aan hen niet.”
Jan: wil je zeggen dat God zelf besluit wie de deur opendoet en wie niet?
Ik: niet ik maar de bijbel. Zie Johannes 6:44.
Waarom brengt God absolute en relatieve verzen in de bijbel?
God is barmhartig en snapt de tekortkomingen van de schepping. Velen kunnen de waarheid niet aan. Zeg mensen: je kunt niet tot christus komen, tenzij God je trekt, en men keert zich van je af. Deze absolute waarheid staat echter in Johannes 6:44. Zij die volwassen zijn in christus verlangen naar de absolute waarheid. Voor hen licht God de sluier op. Alles is uit God: 2 Kor. 5:18.
Weten waarom dingen gebeuren, waarom er kwaad is in de wereld, is wat de volwassen gelovige wil.
Grote vis syndroom
Waarom omarmen veel mensen het relatieve standpunt en negeren ze het absolute? Omdat het relatieve standpunt mensen zich groter doet voelen. Mensen zien zichzelf liever als een grote vis in een kleine vijver. Men wil graag weten voor de ander dat men zelf voor christus heeft gekozen. Het merendeel van de christenen wandelt om het absolute perspectief heen.
Alles wat uit geloof is, is geen zonde
Als je twijfelt over wat je mag eten, ben je al veroordeeld. Alles wat niet uit geloof is, is zonde, Rom. 14:23.
Het is je eigen geweten, niet God, dat dingen tot zonde maakt. God geeft een ieder een vaste hoeveelheid geloof. Hoeveel geloof heb je? Meet je vrijheid. Zij met weinig geloof hebben weinig vrijheid; zij met veel geloof hebben veel vrijheid en wandelen in alle vrijheid. Alles wat uit geloof is, is geen zonde. Paulus heeft het eerst nog over eten maar later geldt dit voor alles. Gelukkig wie zich niet schuldig voelt over zijn overtuiging, Rom. 14:22.
Christus at met hoeren en belastinginners
“Ik ben ervan overtuigd dat u niet dan het goede wilt en dat het u niet aan kennis ontbreekt zodat u in staat bent om elkaar terecht te wijzen.” Rom. 15:14.
Jezus bracht nogal wat tijd door met het schuim van de samenleving. En dit beviel hem goed. Voor wie rein zijn is alles rein. Maar voor wie bezoedeld en ongelovig zijn is niets rein want zowel hun verstand als geweten is bezoedeld. Titus 1:15. Jezus had enorm veel geloof. Aap hem niet na maar laat uw eigen geweten en geloof uw gids zijn. Toch is het opvallend dat prostituees eerder het koninkrijk van christus binnengaan dan priesters, Mat. 21:31.
Geestelijk masochisme
Paulus zegt in 2 Kor. 7:4 dat hij overspoeld werd van vreugde in al zijn beproevingen. Dit klinkt pervers. Niet alleen Paulus had deze tic. In Handelingen 5:41 juichten de apostelen van blijdschap dat ze mochten lijden voor christus. Waren deze mensen masochisten? Ja. Ze converteerden hun pijn naar vreugde door hun lijden te associëren met iets dat hen extreem fantastisch voorkwam: de liefde en acceptatie van christus. Hetzelfde met Stefanus: hoe kon iemand vreugde beleven aan steniging? Zoiets als dit: “Ik zie de hemel opengaan en de mensenzoon aan de rechterhand van god zitten.” Handelingen 7:56. Grijs is een mooie kleur voor een pak. Zakenlieden zijn er blij mee. Maar als het aankomt op een vreugdevol leven in christus, heeft grijs gebrek aan geloof. Verzeker je er zelf van wat je gelooft en hoe je wilt leven. Besluit wie je echt bent en waar het om gaat en vertrouw op god. De één beschouwt bepaalde dagen als en feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat ieder zijn eigen overtuiging volgen, Romeinen 14:5-6. Voor de joden was vroeger de sabbat belangrijk. Voor ons zijn alle dagen gelijk. Ook de zondag is een zelfde dag als de rest van de week. Niet iedereen weet dit. Maar zij die dit wel weten, weten dit met hun hele hart. Probeer anderen hiervan te overtuigen, bijvoorbeeld zij die nog steeds de zondag als een heilige dag vieren. Luisteren ze niet, geef ze dan over aan God. Als ze het doen voor de glorie van God, herkent God dit. Het gaat mij verder niet aan hoe een ander met god omgaat. Mijn eigen overtuiging is een aangelegenheid tussen mij en god, Romeinen 14:22. Overtuiging komt van het griekse woord “dokimazo” waar het engelse woord test vandaan komt. We testen allen onze grenzen. Hoe vrij zijn we in christus? Mogen we op zondag slapen? Mogen we naar hardrock muziek luisteren op zondag? Als je de grenzen hiervan aftast en nog steeds Gods warme glimlach voelt, dan ben je verzekerd van je vrijheid. Leef erin! Doe wel voorzichtig in de nabijheid van een zwakkere broeder of zuster. Als u hem/haar aanstoot geeft, wandel je niet langer in liefde (Rom. 14:15. Eet geen karbonaadje op de sabbat in een synagoge.
*
Glorieuze gedachten excursies
“Schenk aandacht aan alles wat waar is, aan alles wat lof verdient.” Fil. 4:8. Aandacht schenken aan is in de grondtekst verwoord met “rekenen” in de zin van aanrekenen. Rekenen is een activiteit van de hersenen. De gedachten kunnen overal heengaan zonder het lichaam. Het verstand is onze grootste gift die ons toegang verschaft tot God’s totale kaleidoscoop. Onderweg in een trein hoef je je niet te vervelen. Laat je gedachten afdwalen naar een ruige kroeg met harde muziek of juist rustige muziek. Denk aan je knappe vriendin, nieuwe fiets, auto of vakantie die eraan komt. Of juist aan de vakantie waar je vorig jaar was. Laat je gedachten op volle kracht werken. En God zweeft boven al deze activiteiten.
*
Geest van God
We hebben de geest van God, 1 Kor. 3:16. Alles dat leeft heeft geest. Christus had de geest zonder eindigheid, Joh. 3:34. Wij hebben hetzelfde alleen gedoseerd. Daarom kunnen we niet alles wat Christus deed; onze geest wil wel maar het vlees is zwak. Het vlees overstelpt onze geest een groot deel van de tijd. Dit doet God expres zo opdat we op Hem vertrouwen en niet op onszelf. Neem het jezelf dan niet al te kwalijk als je steeds faalt.
Waar is Jezus
Op de dag dat we in een oogwenk transformeren tot een nieuw lichaam, zullen we het begin zijn van een nieuwe mensheid: Efe. 2:15. Opnieuw zullen we een ziel hebben die dingen waarneemt die we ons nu niet kunnen voorstellen. En voor ons zal een man staan: Jezus. Hem zullen we als eerste zien. En dit is de grap: Jezus heeft ook een lichaam; Hij is uit de dood op gestaan en ten hemel gevaren. Hij is “ergens” in het hier en nu. Met Hem zullen we de komende aionen regeren. We zullen de littekens van zijn wonden zien. De hemelse machten zullen getuige van dit alles zijn en zich verbazen over hoe Christus en zijn lichaam eindelijk verenigd zijn.
Wat is Glorie?
Veel gelovigen, ik incluis denken bij glorie alleen aan zichzelf en de toekomstige plek in de hemel. Terwijl het juist andersom moet: welke glorie geven we aan God? En wat betekent alles in allen? Dit laatst zoveel als dat ieder individu ooit vervuld zal worden met de geest van God; 1 Kor. 15:28.
Komen we met dezelfde lichamen uit het graf bij de opstanding?
Lazarus stond met hetzelfde lichaam op uit de dood. Maar wij niet. Veel mensen zijn gecremeerd. Waarom zou God hen met hetzelfde lichaam weer opwekken? Ons eigen lichaam regenereert zichzelf iedere 7 jaar. Dus waarom zou God zich aan het patroon van ons oude lichaam houden? Onze identiteit is vastgelegd in de geest die we ontvangen, niet in onze lichamen. Als we worden opgewekt uit de dood, keert de geest naar ons terug en zijn we dezelfde mensen die we waren met dezelfde identiteit. Alleen met andere lichamen.
1 Korinthiërs 15:21
Zoals door 1 man, Adam allen onder de zonde kwamen, zo wordt door 1 man, Jezus iedereen gered. Mooi maar ook ongrijpbaar en geeft je een hulpeloos gevoel vanuit beide perspectieven.
2 Korinthiërs 12:9
Kracht wordt zichtbaar in mijn zwakheid; aldus laat ik de kracht van de geest van God toe. Welk bedrijf durft dit te zeggen: hoi, ik heb afgelopen kwartaal 10% verlies geleden; en wat? Ik neem nog wat personeel aan dat zo dom is als het achtereind van een varken! Dit is wel waar god begint en Hij de grootste zondaar van de wereld uitkiest om zijn plan te verwezenlijken! Saulus van Tarsus!
In onze zwakheid zijn we sterk
Het mooie van geloof is dat je altijd God de schuld kunt geven. Als het flink misgaat kun je zeggen: het is God die me liet falen. Als het een beetje misgaat, kun je zeggen: g’dverd’’’sorry, in mijn zwakheid ben ik sterk: 2 Kor. 12:9. Komt er de zoveelste tandartsrekening in de bus, ga dan vloeken! Verdomme, de doden hoeven in elk geval geen rekeningen te betalen. Ik wou dat ik dood was! Uit recalcitrantie vreet je 4 repen chocola op tot de chocola uit je oren kruipt. Immers, in je zwakheid, ben je sterk! Besef dan, dat je de tandarts met zijn rekeningen juist moet zegenen. En hoe groots God in je leven werkt; dan krijg je weer een lach op je gezicht. God gebruikt de tandarts ook om jouw geloof te sterken!
We hebben ieder onze eigen geest
1 Korinthiërs 3:16 – de geest van God vaart in ons en blijft in ons en wordt onze geest. Als we doodgaan, keert de geest terug naar God en keert ons lichaam terug tot stof. De ziel lost helemaal op. Als je blauw en geel uit elkaar trekt, verdwijnt groen in het niets. Groen is een samengestelde kleur; de ziel is ook zoiets en kan zonder lichaam en geest niet bestaan. In Lucas 23:46 beveelt Jezus zijn geest in zijn vader’s handen. Jezus was 3 dagen dood terwijl zijn geest bij de Vader verbleef. Blijkbaar kan de geest bestaan zonder bewustzijn te hebben.
Galaten 5:17
Wat de geest verlangt is in strijd met het vlees; en wat het vlees verlangt is in strijd met de geest. De geest behoedt ons voor echte calamiteiten en eenzijdig het vlees na te jagen. Zonder geest zouden wij echt beesten zijn. Maar… andersom ook: het vlees behoedt ons ervoor om 100% geheel volgens de geest te leven. Dit heeft God expres zo bepaald om ons te laten ervaren dat we afhankelijk zijn van God.
*
Stop met streven
Psalm 46:10 stelt dat we op moeten houden met streven en moeten snappen dat “Ik God ben.” In de grondtekst staat: rustig aan en weet dat ik Elohim ben. Dit is iets anders dan “doe maar rustig aan.”
In Jesaja 13:7 is het woord Raphah vertaald met zoiets als “word slap of mank.” Dit is een negatieve betekenis. Maar psalm 46:10 maakt er een advies van. In Jesaja 13:6-7 staat dat de dag van de Here nabij is en de ontzagwekkende komt. Daarom trillen alle handen en verweekt ieders hart van angst. Vertaal dit naar Psalm 46:10 en je ziet dat je het rustig aan moeten doen in die zin dat we op god moeten vertrouwen. Jesaja 13:6-7 betekent dat we in de tijd van vernedering leven. We moeten niet zelf proberen om te streven. Dat is Gods zaak. Hij zorgt dat we krijgen wat we nodig hebben. Straks als we verhoogd worden, zullen we onze handen uit de mouwen steken en pakken wat we willen. Burn outs ontstaan omdat we teveel willen. Laat die stress achter je en je vingers slap hangen en je hart smelten. Weet eerst dat Hij God is. Psalm 46:10 heeft dus de positieve variant van Jesaja 13:6-7.
Breekpunten
Net als je geld hebt gespaard, wordt het weer van je afgenomen: belastingaanslag of verzekering. Je wordt er niet goed van en komt op een soort breekpunt terecht. De strijd verlaat je en je geeft je over aan de stroom van gebeurtenissen. Je ziet wel hoe het verder gaat. Je hebt 4-5 jaar energie gestopt in een opleiding en op de valreep haal je het niet. Alles voor niets. Dan kom je op een breekpunt terecht. Waar je zo bang voor was, gebeurt ook nog eens: je bent weer helemaal terug bij af. Erger nog; je bent al je geld kwijt dat je had geïnvesteerd. Dan besef je: god geeft en neemt. Dit soort lijden is niet het lijden van het kruis maar van de Tuin van Gethsemane. Je vraagt God wanhopig of er niet een andere manier is om je brood te verdienen en toch nog de opleiding af te maken. Maar god beslist dat het anders moet. Dit besef komt tot uiting in “uw wil geschiede.” Graag had je een diploma gehad en een mooie baan. Maar God beslist anders. Na het “uw wil geschiede” vervolg je de lijdensweg een stuk makkelijker. Het besef dat God jouw weg heeft bepaald en dit onafwendbaar is, geeft een zekere rust. Zoals Jezus tegen Pilatus zei: Alles staat vast en je kunt er niets aan veranderen. Een letterlijke slaaf bezit niets, zelfs geen familie. Alles wat hij heeft, komt van god. Treur niet; in de volgende aionen zul je alles hebben wat je nu mist. God werkt met breekpunten. Hij breekt ons en als we dit eenmaal door hebben, snappen we dat verzet nutteloos is.
Regeren met christus
Als je toch behouden bent, waarom zou je je dan nog verder druk maken? Ga lekker naar het casino en leef erop los. Inderdaad, dit kan. Behouden worden zul je toch wel. Maar deelnemen in het koninkrijk van god is niet hetzelfde als meeregeren. Vooral carrièrezoekers horen er niet bij. Ahum, ook seks voor het huwelijk (ja, we gaan conservatief doen) hoort in dit rijtje; zeker als je het herhaaldelijk doet. Het gaat immers om penetratie, een duur woord dat echter wel de spijker op je kop slaat. Wandel volgens je roeping. Efe. 4:1. Dit behoeft uitleg. Redding is uit genade. Meeregeren met christus ook. Het is niet zo dat God een extra beloning geeft aan hen die zich krampachtig netjes gedragen, geen carrière najagen of geen seks voor het huwelijk willen. Nee, het is juist dat God hen van tevoren heeft uitgekozen voor deze levenswandel en ervoor zorgt dat ze deze dingen gewoon nalaten.
Aionisch leven
Gods kalender bestaat uit 5 tijdperken, aionen geheten. Dit woord aionen komt ongeveer 75 keer voor in het Nieuwe Testament en is door de eeuwen heen foutief vertaald met woorden als eeuwig of wereld. Elk mens dat ooit geboren is, zal ooit eeuwig leven, samen met God. Niet iets vaags met een ziel die voortleeft maar in een nieuw lichaam. Dit zal gebeuren omdat God ooit de dood teniet doe: 1 Kor. 15:26. Dit doet hij door christus. Een beperkte groep mensen zal echter voor die tijd leven; voordat God de dood teniet doet. Zij zullen in de komende 2 aionen leven. Dit noemt men aionisch leven.
*
De hemelse machten kennen ons
De hemelse machten (buitenaardsen) kennen ons; in het bijzonder de ecclesia. Ze weten waar we wonen, kennen onze namen en zelfs onze bestemming. In Efeziërs 3:9-11 onthult Paulus een groot geheim; namelijk dat alle facetten van Gods genade NU aan de hemelse machten bekend worden gemaakt door de ekklesia. We kunnen deze wezens niet zien maar andersom wel. Ze zien ons wel degelijk. Zelfs al zijn ze in een ander melkwegstelsel. Immers, wie zegt dat ze hetzelfde gezichtsvermogen hebben als wij? Net als Jezus Christus bewegen we ons anoniem door de menigte. Maar let op; niet helemaal anoniem want als je omhoog kijkt, kijken ontelbare gezichten ons aan.
*
Waarom zoveel strijd?
Waarom worstel ik met mijn computer? Met huisvesting, met de belastingen? Om dezelfde reden als waarom Paulus schipbreuk leed. Wij lijden omwille van christus die zelf ook geleden heeft. Fil. 1:29-30. Goliath ging verliezen en David winnen. Maar nadat er een uitvoerige strijd was geleverd tussen Israën en de Filistijnen. Eerst moeten we de angst van koning Saul voelen en Goliath’s gebrul horen. Kan David niet gewoon erop uit trekken en vechten? Nee. Saul moet eert zijn wapenuitrusting aanbieden aan David. Deze test hem eerst uit en kijkt of hij past. Waarom geen relaxte exodus uit Egypte? Waarom zoveel doden onder de Egyptenaren? En Jezus zelf. Die kan niet met een verdovingsspuit worden omgebracht maar moet nog eens extra pijn lijden. Inclusief de wanhoop in Gethsemané, het verraad van Petrus, de confrontaties met Pilatus en Herodus. Strijd hoort bij God’s eer en kan niet los worden gezien van ons lijden. Geen kleine strijd is te klein voor Gods eer: ook niet als je weer de sok in de wasmachine bent kwijt geraakt.
Jezus Christus of Christus Jezus?
De 12 apostelen gebruiken de naam Jezus Christus, Petrus voorop. Jezus is dan wel de gezalfde en uit de dood opgestaan. Maar Petrus noemt Jezus nog steeds een aardse Jezus met een verwijzing naar Israël. Paulus gebruikt beide namen. Om te beginnen noemt hij hem ook Jezus Christus waarmee hij dezelfde persoon bedoelt als de 12 apostelen voor hem. Maar hij noemt hem in Efeziërs 1:1 Christus Jezus. Hij heeft als enige de boodschap gekregen dat een select gezelschap op aarde ook deelt in de titel christus. Ze worden het lichaam van christus genoemd. De besneden heiligen voor Paulus zijn geen deel van het lichaam van christus maar vormen de bruid van het lam. Onder hen de 12 apostelen en ook Maria van Nazareth. Ope. 19:7-8.
Waarom gingen Paulus en Silas na alle stokslagen in de bajes van Filippi zingen? Hand. 16.
Ze zongen niet direct. Eerder op de dag waren ze gevangen gezet. Pas tegen middernacht gingen ze zingen en bidden. Dit moet om te beginnen een vreemde ervaring zijn geweest voor de bewakers en anderen die hiervan hoorden. Zo ook voor ons. Rond middernacht realiseerden paulus en Silas zich opeens iets; iets dat wij ons ook realiseren. Namelijk de fantastische beloning die ons wacht als we lijden voor christus. Nog even en we gaan het aionische leven tegemoet in het heelal.
*
Allah zegt: ajuus paraplu
Op een weblog van een moslima kwam ik de volgende vraag tegen: is zakah geven genoeg of moeten we ook anderen aanmoedigen om zakah aan de armen te geven? En dit is nu net het punt. De vraag hier is: wanneer doe je genoeg voor Allah? Moslims moeten de 5 pilaren van de islam praktiseren, zakah geven aan de armen en ramadan vieren. En als het kan naar Mekka gaan. Is dit genoeg om Allah tot dienst te zijn? Dat weet je nooit. Misschien moet je wel meer zakah geven? Je kunt ook zeggen dat Allah op deze manier aan het lijntje wordt gehouden. Immers, zolang je aan deze rituelen voldoet, is Allah tevreden en ben jij tevreden. Tegelijk houdt Allah jou ook aan het lijntje. Want je weet nooit zeker of Allah jou de hemel binnen laat. Stel je hebt 1 keer ramadan overgeslagen. Of stiekem een keer toch iets gegeten overdag. Ziet Allah dit door de vingers? Kortom: er ontstaat een soort van symbiotische relatie tussen Allah en de gelovige. Men houdt elkaar aan het lijntje. Wat is de rol van Allah in dit geheel? Nadat hij hemel en aarde heeft geschapen, heeft hij niet veel meer te doen. Aan het einde van de rit mag hij een stempel zetten of je hel of hemel ingaat? Allah is gereduceerd tot een kantoorklerk. De islam is politiek en Allah is een ambtenaar. Meer is hij niet. Als Allah slim is, zet hij een stempelautomaat neer in de hemel. Dan heeft hij de handen vrij en kan hij vakantie vieren. De islam is een religie die erg op het “ik” is gericht. De moslim moet van alles doen en Allah kijkt zwijgend toe en zet aan het einde van de rit een stempel. Hoe anders is het bij Jezus christus. Hij heeft zelf de verzoening aan het kruis tot stand gebracht en trekt ons naar de vader toe. Daar kan Allah jaloers op zijn. Mohammed komt al helemaal niet in het verhaal voor. Weet je wat ik denk? Ik denk dat Allah zegt: ajuus paraplu; ik word christen!
*
Geweldig stuk over de grote opdracht die Jezus aan de 12 gaf en dus niet voor ONS bestemd is!
Waarom in God geloven?
God wil wat we in zijn onzichtbare zoon geloven om behouden te worden. Waarom zo’n vreemde constructie? Waarom zegt God niet dat je een oranje trui moet dragen om behouden te worden? Wat is er zo specifiek aan geloof? Daarvoor moeten we terug naar Adam en Eva. God had Adam gezegd dat hij niet van die ene Boom van Kennis mocht eten. Van de rest wel. Toen kwam Eva en toen kwam ook de slang (satan). Die bracht Eva in verwarring. Wat gebeurde er toen? Eva ging twijfelen aan wat God nu precies gezegd had. Ze geloofde God niet meer op Zijn woord. Sterker nog: God werd als onbetrouwbaar voorgesteld en als vijand. God wilde gewoon niet dat wij net als Hem zouden worden. Dat was de boodschap van de slang. Adam en Ea reageerden hierop met ongeloof naar God toe. Met Jezus heeft God dit systeem hersteld. Het eerste wat hersteld moet worden is de vertrouwensband tussen God en de mens. De mens moet God weer durven geloven. Het ongeloof van Eva moet worden omgezet in het geloof van de mens in God. Door dit geloof ziet de mens dat God geen strenge Vader in de hemel is bij wie we niks goed kunnen doen of een tiran die ons met de eeuwige hel dreigt, maar dat Hij een God is die achter ons staat. Met en oranje trui aan winnen we misschien wel de WK maar is het vertrouwen in God nog niet hersteld. Alleen het geloof dat de opgestane Heer ons geeft, laat ons zien wie onze Vader in de hemel echt is.
*
“God had voor ons iets beters om naar uit te kijken, opdat zij niet zonder ons geperfectioneerd zullen worden,” – Hebreeën 11:40.
Wie zijn zij en ons? De eersten zijn zij die stierven in geloof. Met ons worden degenen bedoeld tot wie Paulus schreef en Paulus zelf. Zij waren de gestorvenen; ons heeft betrekking op degenen die mogelijk levend achterbleven. In 1 Thess. 4 wordt hetzelfde gezegd met betrekking tot zij en wij. Wij zijn de levenden als christus terugkomt. Zij zijn de gestorvenen die eerst op zullen staan. Eerst staan zij op, daarna worden wij die levend achterbleven samen met hen opgenomen, de Here tegemoet in de lucht. Zij die opstaan uit de dood worden volmaakt net als wij die overbleven. Dit volmaakt worden lezen we in Lucas 13:32 waar jezus zegt dat hij op de 3de dag volmaakt wordt. In de dood is geen volmaaktheid, zodat degenen die stierven in geloof eerst op moeten staan uit de dood. Daarom worden zij niet zonder ons volmaakt (Hebr. 11:40). En de ons hebben iets beters, namelijk: levend achterblijven.
“Zij zonder ons niet” vindt zijn tegenhanger in het “te zamen met hen” in 1 Thess. 4:17. Paulus had in Hebr. 10:37 al gezegd: “Nog even en de komende zal arriveren en zal niet uitstellen.” In hier in Hebr. 11:40 was dan in 1 keer dat goede en betere voor handen. Elke geloofsgetuige uit Hebreeën 11 geloofde wat hij/zij van God gehoord had. In onze tijd heeft God gesproken door Paulus (2 Tim. 1:8), de gevangene van Jezus Christus (Efe. 3:1) voor ons heidenen. Door Paulus hen liet God ons dingen zien die christus nog niet kon zeggen. Het is onze plicht om te geloven wat we gehoord hebben, zodat we uitzien naar de toekomende dingen die geschreven zijn om ons te onderwijzen.
*
God geeft ons de gave van het niet voelen van zijn controle
Hoe kan God alles uitwerken volgens zijn wil (Efeze 1:11) en kunnen 6 miljard mensen tegelijk een vrije wil hebben? De menselijke wil is er dag en nacht. De koning van Assyrië besloot uit eigen wil tegen Israël op te trekken. Wat hij niet door had, was dat zijn besluit direct beïnvloed was door god. Zo’n wil die door alles tegelijk beïnvloed werd, in het bijzonder door god, is geen vrije wil. We hebben allen een wil maar geen vrije wil. Waarom bestaan we dan eigenlijk? Zit god een potje schaak te spelen met zichzelf? Het is slechts in het waarneembare dat we leven en leren. God heeft ons de gave gegeven van het “niet voelen” van zijn controle. Maar deze gave is niet zo gemakkelijk omdat we juist daardoor iedere dag weer piekeren over beslissingen die we zullen nemen. Maar ook daardoor zijn we in staat om uiteindelijk bij God te rade te gaan met onze tranen, zorgen en geluk. Het hele idee erachter is om ons nederig aan Zijn voeten te krijgen.
Koning van Assyrië had geen idee van God’s controle
God doet wat hij wil in deze wereld, Efe. 1:11. Niet altijd zijn de bewoners van de aarde zich daarvan bewust. Zij die dat wel zijn, zeggen dat God alles doet meewerken ten goede. En dat alles van God is, ook het kwaad. 2 Kor. 5:18. Maar de meeste mensen willen hier niet aan en belijden dat ze zelf althans nog een redelijke hoeveelheid vrije wil hebben. Zo iemand was de koning van Assyrië. Over hem kun je lezen in Jesaja 10. Hij verveelde zich of lag met zichzelf in de knoop. Op een bepaald moment besloot Hij Israël aan te vallen. Hij dacht dat dit zijn eigen idee was. Hij had er geen idee van dat God hem aanspoorde om Israël aan te vallen.
Wat? Zou God een heidense koning aansporen om zijn eigen uitverkoren volk aan te vallen? Echt wel. Lees Jesaja 10:7 maar eens: “je koning zend ik naar een goddeloos volk… maar zo heeft hij het niet bedoeld. Hij heeft iets anders in de zin. Hij streeft naar de ondergang van talloze volken.”
Op de dag dat Assyrië zijn campagne begon tegen Israël waren er 2 bedoelingen die gelijktijdig optraden. 1. die van God en 2. die van de koning van Assyrië. De koning had de intentie om Israël met de grond gelijk te maken. God wilde alleen zijn volk tuchtigen voor hun eigen goedwil. God wist wat hij deed. En de koning van Assyrië wist ook wat hij deed. Het punt was dat de laatste het niet van de eerste wist. De koning van Assyrië had niet door dat hij slechts een marionet was van God. Dit laatste is een mysterie want God doet alles in overeenstemming met zijn wil en gebruikt zelfs het kwaad, Efe. 1:11.
God oordeelt het arrogante hart van de koning van Assyrië
Waarom oordeelt God mensen als Hij de mensen zelf aanzet tot handelen? God kiest een mens niet op grond van diens daden maar omdat hij hem roept, Romeinen 9:11. De boodschap is perfect hier: God’s bedoeling is niet een probeersel dat afhankelijk is van wat wij doen maar een zaak van zekerheid in gang gezet door zijn besluit. Hij besluit wat hij gaat doen en zijn besluit vloeit over in ons. Opnieuw de vraag waarom God ons dan oordeelt als hij ons gedrag en onze wandelt bepaalt? Het antwoord is verbluffend: wie bent u om Gods redenen te bevragen? In Jesaja 10 laat God ons een voorbeeld zien van hoe hij te werk gaat, middels de koning van Assyrië. Het komt erop neer dat God onze harten oordeelt. Wat gaat er in ons om? Daar gaat God op af. Hij oordeelt het arrogante hart van de koning van Assyrië en diens hoogmoed. Zie ook Jesaja 10:12-13. De koning beweerde namelijk dat hij het op eigen kracht had gedaan en ook nog wijs was. Waar het God om gaat is de gedachte van de koning die uit eigen vrije wil dacht te handelen. Het handelen zelf kon God niet zoveel schelen. God wist immers wat de koning zou doen. Daartoe had God hem zelf aangespoord. God wilde deze koning de last van ijdelheid laten voelen en hem daarvan bevrijden. De schepping leert door contrast. God schept dat contrast. Bovendien oordeelt hij ons voor onze bestwil. Als ik iets fout doe, voel ik me slecht tegenover god. Waarom is dat zo als God in me werkt?
God’s bedoeling is om ons te beproeven. In de eb en vloed van het leven zijn we ons doorgaans onbewust van God’s controle over ons. Dit heeft God met opzet zo geregeld opdat we de ups en downs in ons leven zelf kunnen beleven. Het is juist de bedoeling dat we ons slecht voelen als we iets hebben gedaan dat niet door de beugel kan. Maar niet langer dan nodig is om van onze fouten te leren. Als je je slecht blijft voelen, vergeet je dat God ook jouw fouten gebruikt voor jouw ultieme einddoel dat juist goed zal zijn. Gebruik je slechte gevoel en misbruik het niet. Veroordeel jezelf niet, dat neemt god jou wel kwalijk. Ga niet te ver!
*
Met 2 simpele vragen zet God ons op onze plaats
In Jesaja 10:15 staat: “schept een bijl op tegen wie ermee hakt? Verheft een zaag zich tegen wie hem hanteert? Alsof de scepter heerst over wie hem vast heeft. Alsof de stok optilt wie hem omhoog houdt.”
Deze merkwaardige vragen zitten op de hielen van een God die claimt achter de koning van Assyrië te zitten die Israël aan wil vallen. God zette de koning hiertoe aan maar deze dacht dat het zijn eigen briljante idee was . Dit wordt uitgelegd in Jesaja 10:13 – “uit eigen kracht heb ik dit gedaan, want ik ben wijs.” Deze koning benadrukt de menselijke vrije wil in een korte slagzin: “mijn hand,” “mijn wijsheid.” “Ik deed het;” etc. Maar nee. De claim van de koning is net zo belachelijk als de bijl die opschept tegen de houthakker. Snappen we hoe dom het is als een bijl de houthakker de les zou lezen? Prima, dan is de menselijke vrije wil ook dom.
God handelt in alles; geloof het of niet
Sta me toe in het hoofd te kruipen van de koning van Assyrië. Omringd door knappe vrouwen zit ik in mijn paleis. Opeens wil ik Israël aanvallen. Zomaar een opwelling. Achteraf vraag ik me af of het een vlaag van verstandsverbijstering was. Misschien. Of misschien had ik iets verkeerd gegeten? Al dit soort aanleidingen zijn relatieve oorzaken. De absolute oorzaak staat in Jesaja 10:7. De God van Israël stuurde de koning op Zijn volk af. De koning zou dit nooit hebben geloofd en veel christenen hebben hier vandaag de dag ook problemen mee. Aan de ene kant bidden ze zich suf om in gebedsbijeenkomsten God’s wil te manipuleren. Maar als gewone gebeurtenissen tot actie aanzetten, is het opeens vrije wil. En doet God niet meer mee. Maar God is niet helemaal gek. Natuurlijk zit hij overall achter. Jesaja 10 laat ons hier voorbeelden van zien. God handelt in alles, ook het kwade, naar zijn wil, Efe. 1:11.
*
God verzekert ons ervan dat we allen onze eigen koppigheid ervaren
Als God het kwaad toestaat, hoe kan het goede dat kwaad veroorzaakt aan Hem worden toegeschreven?
Romeinen 11:32 –“Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.”
Dit illustreert het doel van het kwaad, namelijk: contrast. Zonder zonde en frustratie kunnen we nooit weten wat God’s genade is. God zorgt ervoor dat we allen ervaren wat het is om buitenstaander te zijn zodat Hij persoonlijk de deur opent en ons verwelkomt. Let op de woorden: God verzekert ons ervan… Het is zo belangrijk voor God dat zijn schepselen eerst koppigheid en ontworteling ervaren van zijn liefde en genade, dat Hij ons ervan verzekert dat dit aan ons gebeurt. Hoe doet hij dit? Hij is wijs en brengt kwaad op onze weg: Jesaja 31:2. Kwaad is moreel neutraal en kan voor iets goeds worden gebruikt. Ongehoorzaamheid of zo men wil, koppigheid is essentieel voor een later verstaan van God’s welkome armen. Zo essentieel dat God niet achterover leunt en hoopt dat we in zijn armen vliegen. Nee, hij zorgt ervoor dat we in onze radeloosheid toevlucht zoeken tot hem. Klinkt dit als een God die met plezier het kwaad toelaat in zijn eigen schepping? Nee. Dit is een God die het kwaad actief gebruikt ten goede van zijn schepsels. Het is helemaal niet gezegd dat God daar zo blij mee is of plezier aan beleeft. God is geen sadist maar gebruikt contrast.
Moe van het wachten?
Moe van het wachten op christus? Dan zul je inderdaad erg moe zijn.
“Wij danken u in onze gebeden en gedenken hoe krachtig u standhoudt en blijft hopen op de komst van christus.” – 1 Thess. 1:2-3.
Ben je bezorgd dat je niet genoeg doet voor christus? Stop daarmee en stap uit het spoor van satan. Jouw leven rammelt van alle kanten en toch wacht je op christus. Je blijft geloven in zijn woorden en beloften. Volgens Paulus is dit standvastig blijven hopen ook werken voor christus, wat nogal wat tijd in beslag neemt. Paulus dankt God voor u. Dus waarom ga je niet lekker lui achterover liggen? Of lekker surfen op het internet? In plaats van je druk te maken?
*
Anti bezorgdheid cursus
Zorgen maken is in het Grieks, Merimnao. Meri betekent deel en mnao betekent herinneren. Zorgen maken is dus herinneren in meerdere delen. Denk aan een boodschappenlijst. Boodschappen doen met een lijst is geen leuke excursie. Je moet steeds de lijst bijhouden. Je zorgen maken, lijkt hierop. Als je je constant zorgen maakt, mis je zoveel moois van het leven. In plaats van hiervan te genieten, analyseer je die momenten of zelfs deelmomenten. Is een mooi moment teveel van het goede? Of te weinig? Om jezelf te genezen van zorgen, begin bij de supermarkt. Geniet van het aanbod en laat de boodschappenlijst thuis. Wat een plezier om een rij lang naar de zakken chips te kijken. Al die mooie kleuren en lekkere chipjes. Een volgens de valkuil is om chips met elkaar te vergelijken of te kijken hoeveel vet erin zit. Is de ene ervaring beter dan de andere? Dat zal best maar als we gaan analyseren is geen enkele ervaring meer goed. Geniet ook van de aanbiedingen zoals damesondergoed dat vlak voor de kassa ligt. Aan het einde van de trip zit je vol mooie indrukken. En wat wil een mens nog meer? We hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen, 1 Tim. 6:7. Misschien is dit de sleutel tot een zorgenvrij leven; om geen stukjes uit mooie momenten te hakken, behalve de momenten zelf. Dan zullen we zien dat er mooie momenten genoeg zijn.
Kwalificaties voor heersen met christus
Gods kwalificaties om te regeren met christus staan haaks op de wereldse waarden. De wereld draagt je op handen als je kunt demonstreren hoe goed je gepresteerd hebt en succesvol bent of zelfvertrouwen hebt.
Maar als we het over Gods idee van kwalificaties hebben, gaat het om 2 dingen:
– ervaring met het kwaad
– karakter
Het w0ord “verdragen” is een belangrijke kwalificatie voor als we later willen regeren met christus. Hun kun je iets verdragen als er niets te verdragen is? Dus God brengt een zekere maat van kwaad in ons leven. Het kwaad is het doek waarop we het meesterwerk van het verdragen kunnen schilderen. Dus vergeet alle mooi bedoelde werken, succes, giften of zelfvertrouwen. Als je ook op God vertrouwt in moeilijke tijden, ben je een hartslag weg van hemelse grootsheid.
Feit
Jezus die aan het kruis hangt en nog steeds van de mensen houdt was één van de grootste manifestaties van God’s macht. – 1 Kor. 1:23-24.
Waarom zegt God niks?
“Ik bid me suf maar God zegt niks.”
Als je naar het Oude Testament kijkt, naar de evangeliën of Handelingen, zie je God in actie. God handelde destijds wat openlijker bijvoorbeeld omdat God zijn volk Israël uit Egypte wilde leiden. Maar dit is niet zijn huidige methode. Jezus zei tegen Thomas: zalig zijn zij die niet zien maar wel geloven. Jezus introduceerde hier een nieuw tijdperk van geestelijke manifestatie: geloof. Niets is voor God belangrijker dan geloof. En niets moedigt geloof meer aan dan de onzichtbare dingen. Dat is wat geloof is: dingen niet zien. (Heb. 11:1). God spreekt tot u middels stille manifestaties zoals plezier, liefde, rust, vrede en geduld, allen gaven van de geest. Hij spreekt ook door Zijn woord. Ben je bang dat God jou of jouw gebeden negeert of jou helemaal niet ziet? Lees dan Romeinen, hoofdstukken 5 t/m 8.
Ren voor de winnende prijs
Alle gelovigen zijn geroepen door God. Maar niet iedereen zal met hem regeren in het heelal. Zoals de sterren verschillend schijnen, zo zullen gelovigen ook verschillende rangen en taken krijgen. 1 Kor. 15:40-42. Paulus spreekt in 2 Tim. 4:8 van een krans van gerechtigheid die de Heer aan de gelovige zal geven. Wat is deze krans? Geen redding; redding is aan niemand betaald omdat het een gratis gift is, Efe. 2:8-9. We zijn al gered, apart van onze eigen werken, 2 Tim. 1:9. De actieve werkwoordsvorm die Paulus gebruikt in 2 Tim. 4:8 is “ik heb,” met de nadruk op “ik.”
“Ik heb de goede strijd gestreden.”
“Ik heb de wedloop volbracht.”
Dit is geen les over de vrije wil. Zoals God sommige mensen geloof geeft om het evangelie te geloven, zo geeft hij sommige gelovigen de energie om Gods werk te doen. Deze energie en verlangen zijn net zo goed een gift als redding. Paulus zegt dat we niets hebben dat ons niet gegeven is. Maar het wordt aan ons gepresenteerd alsof we ervoor gestreden hebben. In 1 Kor. 9:24-27 vergelijkt Paulus ons met atleten die een wedloop doen. Ook zij rennen zich suf in afwachting van de prijs. Ook hier weer is de prijs geen redding maar regeren met christus. 2 Tim. 2:11-13 maakt onderscheid tussen basis redding en regeren:
“als wij met hem gestorven zijn, zullen we ook met hem leven; als wij volharden, zullen we met hem ook heersen; als wij hem verloochenen, zal hij ons ook verloochenen; als wij hem ontrouw zijn; blijft hij ons trouw; want zichzelf verloochenen kan hij niet.”
Het samen sterven en samen leven in deze passage is de algemene redding die elke gelovige wacht. Dit hebben alle gelovigen op basis van de dood van christus. Romeinen 6:8 zegt: “zoals we samen stierven met christus, geloven we dat we samen met hem zullen leven.” Onze eigen werken hebben hier niets mee van doen. “Volharden” is geen voorwaarde voor redding. Maar zij die volharden zullen met christus regeren. Volharding betekent een flinke mate van lijden voor het geloof. Als we niet willen lijden voor christus, dan zal hij ons diskwalificeren om met hem te regeren; niet van de redding. Die is gegarandeerd. Dat hij ons onze redding niet kan afmaken, staat in het laatste deel van de vers: “hij kan zichzelf niet verloochenen.”
Wat houdt mee regeren met christus in? Geen idee. Maar waarschijnlijk zullen we een kijkje in de keuken nemen van de wonderen van de schepping en de machten die het heelal hebben geschapen. Ik kan niet wachten…
Bewijs voor de macht van god
Je zou geloven dat de macht van god te maken heeft met hallelujah zingen, handen klappen en vreugde dansen. Dan wel genezen te worden van migraine. Her en der mogen deze dingen misschien plaatsvinden. Maar goddelijke activiteit heeft hogere doelen in gedachten. Zoals Paulus schrijft in 1 Kol. 1:9-12.
“U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet, uw kennis van god zal groeien. En u zult door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen.”
Wat een statement: “de kracht ontvangen.” Je zou denken dat er volgt: “om over water te lopen.”
Maar nee; ze krijgen de kracht om te volharden, zelfs met geduld en plezier. Niet werken of liefdadigheid zijn kwalificaties voor regeren met christus maar volharden met plezier en geduld. Het meest opvallende deel van deze vers is “met plezier en geduld.” Je hebt inderdaad de macht van God nodig om te volharden met plezier en geduld. Volharden is 1 ding, maar met plezier en geduld is een goddelijke gave. Juist deze volharding maakt de gelovige gereed om straks met christus te regeren. En het wordt nog gekker in vers 12: breng met vreugde dank aan de Vader.” Bent u dit? Die dit doet? Lijden, met plezier volharden en de Vader ervoor danken? Gefeliciteerd, dan bezit je alle kracht van god. Of je ermee in het nieuws komt, is een tweede.
*
Sabbat betekent ophouden, niet rusten
Had God multivitamine nodig?
Genesis 2:2 zegt: “op de 7de dag voltooide God zijn werk en hij rustte op de 7de dag.” De concordante vertaling zegt: “God hielp op met werken op de 7de dag.” Sabbat betekent ophouden met werken en niet rust. Ik wil opmerken dat God niet moe wordt van werken en rust nodig heeft. Hij pufte niet moe neer op de 7de dag om even een biertje te pakken. Nee hoor; Hij was helemaal niet moe maar de schepping was af. Dus waarom zou hij doorgaan? Als wij denken dat we niet genoeg doen voor God, nemen we even rust om energie te verzamelen. Deze pauze noemen we sabbat. Waarom vinden we geen echte sabbat uit? En stoppen we met indruk te maken op god?
*
Is Jezus echt gestorven?
Jezus zegt dat hij de vernielde tempel in 3 dagen op zal bouwen (Joh. 2:19). Als hij de tempel was, hoe kon hij zichzelf weer uit het graf beuren als hij dood was?
A. Christus stond op uit de dood, na 3 dagen. Maar dit deed hij niet zelf. Er zijn 3 Griekse woorden voor opstaan uit de dood: anistemi (opstaan), egeiro (opwekken), zoopoeio (levend maken). Veel bijbels halen deze 3 woorden door elkaar. Dit is onterecht want ze corresponderen met onze ziel, lichaam en geest. En zie hoe precies de openbaring van zijn Vader is: de ziel wordt gewekt (egeiro), het lichaam staat op (anistemi) en de geest wordt weer levend (zoopoeio) in de zin van onsterfelijk. De geest krijgt weer leven voorbij het bereik van de dood. De geest was terug gekeerd naar God de Vader en was er al die tijd maar blijkbaar in een soort slaaptoestand. Wat een precisie! Neem Lazarus; hij was opgewekt en stond op uit de dood. Maar niet levend gemaakt voorbij de dood. Jezus kon geen van drieën. Hij was dood. Romeinen 8:11 spreekt van de geest van Hem die Christus uit de dood opwekt. God, zijn Vader wekte zijn zoon op uit de dood. Daarna stond Christus zelf op (anistemi).
*
Dood is de ultieme vernedering
De eerste leugen van satan tegen de mensheid vond plaats in de tuin van Eden: u zult niet sterven, genesis 3:4. Zo erg christenen satan haten, zo omarmen ze direct of indirect deze leugen. Het christendom heeft met andere religies gemeen dat ze in de onsterfelijkheid van de ziel gelooft. Men zegt: we zijn bang voor de dood. We willen niet dood. Het is niet eerlijk dat we doodgaan. We zijn mensen en dus gemaakt naar het beeld van god. Dus waarom zouden we sterven? Dus geloven we niet dat we ECHT sterven. Jezus zei wel dat we opstaan uit de dood. Maar hij bedoelde waarschijnlijk dat we een SOORT van opstanding tegemoet gaan uit een SOORT van dood. We houden niet van de dood en vinden ons daar te goed voor. Dus zeggen we dat onze ziel misschien wel voort leeft na de dood. Na dit leven blijft de ziel eeuwig bij God of satan. Deze gedachte is tenminste niet zo vernederend als de gedachte dat er tussen dood en opstanding helemaal niets meer is. De leugen van satan heeft de meerderheid van de christenen weer in zijn greep.
*
De glorieuze slavernij van Gods zoon
De zoon van god was geen slaaf en kon dit nooit worden of zijn. Dus daalde hij af naar de aarde om voor de lol een tijdje slaaf te zijn. Hij werd eerst een foetusje in de baarmoeder van ene Maria waarna de cellen in zijn lichaam zich vermeerderden. Om zijn bevallige status nog eens te bevestigen krijste hij bij de geboorte moord en brand, slechts omringd door zijn ouders en de dieren in de stal. Net als Adam het met dieren moest stellen, was ook Hij omringd door dieren. 32 jaar laten deed hij de sandalen van stervelingen los en waste hun voeten. De stervelingen protesteerden hiertegen. Een messias moest geen voeten wassen. Ze wisten niet dat Hij het einde bewaakte van het wasritueel. Hij was zo zeker van zijn Vader’s hoge dunk van hem dat hij zonder aarzeling kon neerknielen voor de discipelen en inwendig lachte om zijn houding en staat. Later kon hij aan het kruis nog éénmaal omlaag kijken en beseffen dat zijn schaamte niets was in vergelijking met het plezier van het gehoorzamen aan zijn vader’s wil.
Er is een principe in Gods programma dat de laagste ooit de hoogste zal worden. Daarom kon Jezus zeggen tegen de mensen: mijn juk is zacht. De paradox is hier dat zelfpromotie juist zwaar is terwijl je ziel te ruste leggen bij Hem als een weekend op de Bahama’s voelt. Allen willen we graag vakantie en hiermee kunnen we beginnen door alvast plat te gaan liggen. Ga op de grond liggen met je gezicht naar de grond en zeg tegen christus dat je moe bent van jezelf. Bid ook voor andere mensen. Denk aan alle mensen die anderen geweld aan doen. Bid dat God’s programma en en jouzelf door nederigheid wijzer maakt. Kijk nu op naar de hemel. Er is geen overgave dan de overgave van jezelf aan je vader in de hemel. Dit is een bevrijding van zelfkickerij en egotripperij. Jezus deed dit naakt aan het kruis en u kunt het op de vloer doen. Of waar dan ook! Maar besef wel dat niet alleen God en christus maar de hele hemelse wereld met alle hemelse machten naar jou kijken. Schaam je niet. Als je je armen en benen ver genoeg uitspreidt, zullen de hemelse machten tot tranen toe geroerd zijn.
Jezus, het beeld van de onzichtbare God
In 2 Kor. 4:4 noemt Palus Christus, “het beeld van de onzichtbare god.” Als je een foto van je zoon laat zien, dan is die foto niet werkelijk die persoon maar een beeld ervan. Christus is een foto van zijn Vader. Hij lijkt in alle opzichten op zijn vader, op dat ene punt na dat Hij god niet is en dus ook niet onzichtbaar is. Christus is juist wel zichtbaar. Hij zegt ook: ik kan niets van mezelf doen; alles wat ik doe is de wil van mijn vader, Joh. 5:30. De vader is groter dan ik, 1 Joh. 14:28. God heeft ons vaders en zonen gegeven om ons te laten snappen hoe de relatie tussen god en christus is. Jezus zegt dat de Vader groter is dan Hijzelf. Veel christenen zeggen het omgekeerd, namelijk dat christus God is, de Vader. We denken zelfs dat we god hiermee een plezier doen door hem en zijn zoon één persoon te maken. Dit is zeker niet zo. Het is juist zijn glorie om zich straks onder te schikken aan zijn vader. Mogen we dit zomaar van hem afpakken? Nee toch? Tegelijk is christus zo’n perfect beeld van God dat hij het waard is om de titels van God aan te nemen. Hij is het waard om God genoemd te worden en als God aanbeden te worden. Dat is niet zomaar wat. Toen de ongelovige thomas zijn hand in de wond stak in de zij van Jezus, zei hij terecht, Mijn here en mijn god. Thomas sprak hem rechtmatig aan. Als Gods beeld is christus de enige god die we ooit zullen zien. Niemand heeft ooit God gezien, Joh. 1:18. De 3-eenheid is een leer van demonen, 1 Tim. 4:1. Deze leer is door satan in de mensheid geïnjecteerd door satan via het concilie van Nicea in 325 na Christus. Dit om miljoenen mensen af te houden van geloof in de dood en opstanding van christus, zelfs als ze toegeven dat ze wel geloven in zowel christus als zoon van god als in de 3-eenheid. Wat een meesterwerk van misleiding!
Jezus is de zoon en dus niet de vader
Absolute Godheid kan niet sterven. Als Jezus echte godheid was geweest, kon hij niet sterven. Maar hij stierf wel. Dus is de 3-eenheid een valse leer. Immers, de zoon is niet de vader. Als de 3-eenheid wel waar was, is een fundament van het geloof omver gehaald, namelijk dood en opstanding van christus. Iedereen haat de dood. Paulus noemt de dood niet voor niets een vijand: 1 Kor. 15:26. De dood haalde Jezus niet uit het graf. De bijbel is er duidelijk over dat Jezus echt stierf. Dus niet een ziel die na zijn dood ging maar dood als een pier.
*
Het geloof van christus doet mij versteld staan
Jezus is gestorven en was zo dood als een pier. Hoe misleidend is dus de gedachte van de 3-eenheid! De dood begrijpen is belangrijk om ook de opstanding te begrijpen. Dan begrijpen we ook het geloof van christus in zijn vader toen hij aan het kruis zei; ik geef mijn geest aan u over. Als hij niet echt zou sterven, had hij gemakkelijk praten. Dan was de consequentie niet zo erg geweest. Maar Christus wist dat hij morsdood zou gaan en niet meer op eigen kracht in staat was om uit de dood op te staan. Hij had het kruis kunnen ontvluchten en misschien een schroothandel kunnen beginnen ergens in het verre Schotland. Dan had jaren later geen haan meer naar hem gekraaid. Maar hij wist wat hem te wachten stond en vertrouwde toch op zijn Vader. Veel gelovigen, misschien ik inclusief bevatten misschien toch niet helemaal de diepte van dit vertrouwen.
*
Jezus ging nergens heen toen hij dood was; hij was zo dood als een pier
Een bekende leer in de kerk is dat Jezus weliswaar 3 dagen dood was maar intussen de zielen in het onderaardse de vrijheid verkondigde. Deze ene zin roept al veel vragen op: welke zielen in welk onderaardse? En was Jezus dan niet dood? In 1 Petrus 3:18-20 staat deze passage, “naar het lichaam werd hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt; hij is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen en aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen.”
De gedachte waarmee men hier vaak de fout in gaat is dat “naar het lichaam gedood” en “naar de geest tot leven gewekt” simultaan gebeuren. Dit is niet zo; er zaten juist 3 dagen tussen. Dit zien we ook met Lazarus. Hij ging dood, verbleef in de tombe en werd pas later weer opgewekt. En had een goed ontbijt. Hoe is het mogelijk! Aan dit voorbeeld zien we dat er best meerdere dagen tussen dood en opstanding kunnen zitten. Het is niet zo dat God er “vlug bij moet zijn” om een dode weer op te kunnen wekken. De geesten aan wie Christus het goede nieuws verkondigde waren overigens geen geesten van doden. Punt 1 keert de geest na de dood terug naar God. Een dode is dus echt dood. Wat voor geesten waren het dan wel? Zij waren niet-menselijke, kwade geesten die de mensen van Noach’s generatie tot zonde aanzetten. Dus wie kan het schelen of christus wel of niet stierf? U! Alleen als je snapt dat christus echt stierf, kun je zijn geloof appreciëren waarmee hij als een lam naar de slachtbank van het kruis ging. Tenzij zijn Vader hem op zou wekken, zou hij eeuwig dood blijven. En dat wist hij. En hij kon hier tijdelijk aan ontsnappen door eventueel weg te vluchten. Het is Zijn geloof in Zijn Vader dat ons redt. Rom. 3:21-23. Gods gerechtigheid waarvan de profeten getuigden, wordt ook buiten de wet om zichtbaar.
*
Een bekende leer in de kerk is dat Jezus weliswaar 3 dagen dood was maar intussen de zielen in het onderaardse de vrijheid verkondigde. Deze ene zin roept al veel vragen op: welke zielen in welk onderaardse? En was Jezus dan niet dood? In 1 Petrus 3:18-20 staat deze passage, “naar het lichaam werd hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt; hij is naar de geesten gegaan die gevangen zaten om dit alles te verkondigen en aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen.”
*
Wat een openbaring!
Satan maakt steeds weer de verkeerde beslissingen. Afgezien van zijn vermomming als sinterklaas eens per jaar. Dat komt omdat hij steeds weer reageert op wat god aan de oppervlakte doet. Beter had hij Gods diepten kunnen bestuderen. Satan is geen diepe denker. Het kruis van christus is een goed voorbeeld. Hij dacht werkelijk dat door christus te vermoorden, diens zege einde verhaal was. Dit doet hij ook in uw leven. Door beproevingen op uw weg te sturen, hoopt hij u van uw geloof te helpen. Tot op zekere hoogte geeft hij u “Job-beproevingen.” Hij snapt niet dat lijden omwille van christus u bij God op een wit voetje brengt. Fil. 1:29. En dat u ervoor beloond wordt. Er komt een punt dat satan door heeft dat al deze tegenwerkingen alleen maar voordelen op voordelen worden.
Kun je jouw redding verknallen?
Nee. Maar dit verdient enige toelichting. Efe. 1:3-5. God koos ons voor de nederwerping de wereld. Het woord nederwerping is hier opvallend. Er was een tijd dat het heelal een beeld van perfectie was. In diezelfde dagen koos God ons als zijn zonen en dochters. We werden getekend, verzegeld en overgeleverd als zonen van god. Niet alleen voordat we geboren waren maar zelfs voordat de zonde ons geïnfecteerd had. De intrede van de zonde kan uw positie niet veranderen. Als je een regenjas aan doet voordat de bui losbarst, wordt je dan nat? Nee toch? Als je dus aan Gods doel voldeed voor de zonde intrad, kan de zonde hier niets aan veranderen. Wel kan de zonde de bevatting hiervan verstoren.
Geef het me snel, here Jezus. Of niet
Soms wordt een gebed na 20 jaar pas verhoord. Kan dat niet sneller. Vast wel. Als God het na 20 seconden zou willen doen, kon het ook. Maar blijkbaar doet het dan ook 1000 x zoveel pijn. God heeft zo zijn eigen redenen om met onze koppigheid om te gaan. Van boven af gezien lijken wij mensen allen dronken. Maar er schuilt een groot idee achter Gods gekte. In zijn vreemde manier van wandelen met ons, is hij goedaardig bezig. Liefde is geduld en een gebed kan pas jaren later verhoord worden: 1 Kor. 13.
Waarom jij en niet zij?
De leer van de menselijke vrije wil schept praktiserende humanisten. Sommige humanisten hebben een belangrijke titel en verklaren zichzelf tot gezagvoerders van hun eigen levens en bestemmingen. Je zou hen haast christenen noemen. Tegelijk roepen ze hardop: Jezus heeft mij gered; het was 100% Jezus.
*
De grote wegname is zo praktisch als maar wat
De 144.000 uit Openbaring 5:10 zijn gelovigen uit Israël die een natie van priesters gaan worden en over de aarde gaan regeren. Dus waarom zouden ze met de grote opname mee ten hemel worden gevoerd? Het lichaam van christus, van de andere kant (wij) gaat Gods genade aan de hemelse machten (buitenaardsen) brengen. Efeziërs 2:6-7. Weg genomen worden op warpsnelheid naar de 3de hemel, is dat niet gek genoeg?
Overleef je het?
Wij, de levenden worden tegelijk weggevoerd met hen op de wolken om de Here in de lucht te ontmoeten. – 1 Thess. 4:17.
Paulus noemt ons “wij die overleven.” Hij vergelijkt ons met de doden. Zoiets als ouders die werden overleefd door hun kinderen. Het Griekse woord voor overleven is “perileipomai.” Een overleveraar leeft niet zozeer door maar wordt omringd door gebrek/tekort. Een overleveraar van een dode echtgenoot, heeft de echtgenoot als gebrek. De overleveraar van een huisbrand heeft gebrek aan onderkomen. De overleveraar van een vliegtuigcrash heeft gebrek aan alles en iedereen die bij hem in het vliegtuig zat. Iemand die bortskanker heeft overleefd lijdt gebrek aan een borst. Waaraan lijden wij gebrek? Eigenlijk niet veel. God doet alles voor ons, inclusief ons vertrouwen in het vlees wegnemen. Uit ons zelf kunnen we ons niet aan de dood ontsnappen. Christus komt voor ons, de gestrande overleveraars. Zijn we slechts aan het overleven? Mooi zo; Christus is onze redder uit de komende oordeel, 1 Thess. 1:10.
Het medicijn van immanent vluchtgedrag
Is het echt zo dat Christus letterlijk uit de hemel afdaalt op de wolken, de doden opwekt en ons dan wegneemt van de aarde? Opdat wij hem letterlijk in de lucht tegemoet komen? En daarna met hem de rest van ons eeuwige bestaan (eerst aionisch) met hem delen in het heelal?
Ja!
Zie 1 Thess. 4:13-18. Dit is de beroemde “grote opnamepassage.”
Het correcte Griekse woord is harpazo. Dit betekent “weg getrokken.” Zoals een wolf zijn prooi bespringt en wegvoert. Met behoorlijke kracht dus. Het woord beschrijft de actie van een wolf in Johannes 10:12. “Ik ben de ideale herder. De ideale herder legt zijn ziel af ten gunste van de schapen. Een huurling is geen herder maar laat de schapen in de steek. Dan komt de wolf en grijpt een schaap in de kraag “harpazo.”
De harpazo richt zich op de honger van degene die ons wegvoert, christus, veel meer dan op ons. We wachten op zijn komst ja, maar zijn verlangen overstijgt het onze. Hij weet veel meer over onze nieuwe bestemming dan wij. Vergeleken met hem zijn we slechts mild geïnteresseerd in onze hemelse bestemming. Christus’ verlangen naar ons is zodanig dat hij hongerig is als een wolf. Dit vergeten wij wel eens. Wij denken dat de grote wegrukking voor christus niet veel voorstelt anders dan weer een dag uit zijn hemelse kantoorbaan. Net als wij wacht Hij al 2000 jaar op de ontmoeting met ons. Bovendien is onze focus verkeerd. Wij zien deze wegrukking als escapisme. Zie het meer als “naar christus toe-isme.”
De grote wegrukking gaat niet in de eerste plaats over ons maar over christus! Straks zullen we schijt hebben aan zwaartekracht en wegvliegen van de aarde, het heelal in zoeven! Ik wil de melodieën van de hemelen horen en de hemelse machten zien die het heelal schiepen door christus. Ik wil nooit moe worden, voortdurend wakker zijn en permanent af zijn van armoede, ziekte en moeheid. Ik voel deze extase bij Paulus. Hij nodigt ons uit voor onze komende transformatie: “wees blij met onze hoop; anders zou je tot zorgen vervallen net als de rest die geen verwachtingen heeft.”
Paulus leidt zijn leerstellingen in als remedie voor persoonlijk lijden. De komst van christus ziet hij als balsem voor onze wonden, speciaal van overleden dierbaren. Niet voor niets zullen eerst de doden opstaan. En niet alleen zullen zij opstaan maar wij zelf zullen onsterfelijke lichamen krijgen. Deze verzen gaan over ons. Paulus zegt: troost elkaar met deze woorden: 1 Thess. 4:18.
Haal troost uit deze woorden. Leun lui achterover, wordt eigenzinnig en geniet ervan. Mijn persoonlijke theorie is dat vlak voor de grote wegrukking iedere heilige acuut lijdt. Onder alle heiligen zal lijden zijn. God brengt ieder van ons in een penibele situatie zodat de transformatie naar ons nieuwe lichaam zo’n groot contrast zal zijn dat het voelt alsof we letterlijk uit ons lichaam springen.
*
Orgasme: microkosmos van wegvluchten
Hoe voelt dat? Overgaan van de huidige boze aion naar de nieuwe in bovendien een nieuw lichaam? God heeft ons een hint gegeven: het seksuele orgasme. Toen God Eva uit Adam schiep, schiep hij gelijktijdig het seksuele verlangen. Bovendien was er een rib weggehaald uit Adam wat de nood van Adam nog groter maakte. De vrouw heeft sindsdien meer dan wat dan ook de attentie van de man. Dit is wel een beetje mysterieus. En met welk doel? Met de scheiding van de seksen en bijhorend verlangen, voorzag God de mensheid en mee kijkende engelen met een voortdurend voorbeeld van zijn trekkende kracht aan de mens. De vrouw stelt god voor en de man het mensenras. Adam betekent mensheid en Eva betekent leven. De aantrekkingskracht tussen beide seksen brengt mogelijk de sterkste verbinding in de menselijke ervaring. Met de intentie om ons een idee te geven van de ervaring tussen mens en god. Toppunt van deze aantrekkingskracht is het seksuele orgasme. Deze ervaring is bijna ondragelijk. Is deze ervaring nodig voor voortplanting? Nee. Als aantrekkingskracht tussen man en vrouw de vergelijking is van het menselijke verlangen naar God, is het orgasme een glorieuze voorproef van de komende glorie. Onze lichamen kunnen een aionisch orgasme niet aan. Maar straks gaat dit wel komen. Alleen daarom al hebben we nieuwe lichamen nodig.
*
Wegrukking
Zij die ontkennen dat er een wegrukking is voor de grote verdrukking, maken geen onderscheid tussen het lichaam van christus en Israël. Dan is er ene mevrouw Margaret McDonald. Zij was een visionair en geboren in 1815 in schotland. She grabbelde in allerlei ongeestelijke zaken. Toen ze 15 was, kreeg ze naar eigen zeggen een visioen over de wegrukking voor de grote verdrukking. Daar schreef ze over. Sindsdien beweert iedereen dat zij de gedachte heeft verzonnen dat er een grote wegrukking komt. Wat dom! Iedereen weet dat zij de hamburger heeft uitgevonden.
*
God bedacht de 3delige formule van een verhaal
Schrijven kent een 3 fasen formule: begin, middenstuk en eind. In het begin zegt de auteur zijn karakters neer. Daarna brengt hij hen in moeilijkheden. Tenslotte hebben ze geleerd van hun fouten en redt de auteur hen. Het was niet de mens die deze formule bedacht; God deed dit met de eerste verzen van Genesis 1:1-2.
*
God maakt een man blind om zijn macht te tonen
In Johannes 9:1-3 komt Jezus met zijn discipelen langs een blinde man. Ze vragen hem waarom de man blind is. Heeft hij gezondigd? En wat dan nog? Is dat dan een reden om hem blind te maken? Jezus geeft een verbluffend antwoord: hij is blind omdat de werken van god in hem zichtbaar worden. Realiseer je wat deze passage ons zegt? God maakte een man opzettelijk blind. Opdat zijn zoon hem kon genezen. Waarvoor? Dat Zijn grootse werken aan het daglicht zouden komen en bekend zouden worden. Het grote plaatje hierbij is Genesis 1:1-2. God schept de aarde alleen om hem vervolgens te vernietigen. Waarvoor? Om zijn macht te tonen. Niemand zondigde. God zelf zondigde ook niet al maakte satan er een potje van. Dit was juist Gods bedoeling. God wilde dat satan er een potje van maakte. Dan kon hij vervolgens zijn macht tonen. Hier is geen sprake van dualisme. God heeft satan totaal onder controle. Nu het kleine plaatje: jouw leven. Rabbi, wie zondigde (jij?) dat je in zulke belabberde toestanden bent terechtgekomen? Jezus: niemand zondigde. Jouw moeilijkheden komen van God zelf opdat zijn werken in jou zichtbaar worden. Dit is de 3de act van het drama dat jouw leven is.
Hoe doet God zaken?
God is in zekere zin voorspelbaar en heft niets te verbergen. Hij wil juist bekend worden. Hij wil dat jij weet wat Hij doet. Hoe god handelt door de aionen heen zien we in Genesis 1:1-2.
“Elohim schiepen de hemelen en aarde. De aarde werd een chaos en ledig en duister. Maar de geest van Elohim zweefde over de wateren.”
Drie woorden vallen op:
schiep, werd, vibreerde
Al jouw persoonlijke beproevingen kennen dit systeem. Het eerste dat God doet is scheppen. Jij bent zijn schepping, de pot, de klei die hij kneedt. Tot dusver hebben we hier geen problemen mee. Waar we wel problemen mee hebben is dat de aarde woest en ledig wordt, gedirigeerd door God. En dit is nog maar de eerste akte. God schept en verwoest. Dus eerst schept hij. Dan doet hij een stap terug om zijn kunstwerk te bewonderen. Dan kijkt hij hoe het nog beter kan. Als je een mooi kunstwerk ziet, is de verwoesting al onderweg. Het gaat nooit andersom. Deze schepping en verwoesting is Gods werk. Maar ook bij de verwoesting hoeven we niet te wanhopen. Want Gods geest vibreert alweer over de wateren. En zo ook boven ons verstoorde leven. De geest is licht en warm maar zweeft ter contrast over de zware duisternis. Hij leeft voor de 3de akte. De eerste twee verduurt hij.
Dit doet God steeds
God schept Adam en Eva. Het volgende dat we van beiden weten is dat ze opens die mooie Tuin van Eden uit worden gejaagd. En nu vibreert de geest van God weer. Het decor wordt gezet voor de redder. Zonder zonde geen redder. God schiep Adam om over de aarde te heersen. Adam deed dit korte tijd (God schiep hemel en aarde) maar toen gooide God zelf de boel omver (de aarde werd een chaos). Engelen bewaakten daarna de Boom van Leven. Is dit permanent? Nee. De mensheid zal ooit weer heersen over hemel en aarde. Maar eerst na een flinke periode van nederigheid en discipline. God vergeet zijn eerst belofte niet. Hij vertelt Eva dat zijn nageslacht zal baren dat de tegenstander zal verslaan. Ze krijgt een zoon, Kaïn en denkt: dit is degene. Ja en nee. Ja, haar nageslacht zal satan ooit verslaan. Maar nee, het is niet Kaïn, maar iemand die pas over 4000 jaar geboren wordt. Loog God? Nee. Eva kende Gods hele plan niet. God roept Israël bij de berg Sinaï als zijn volk. Maar Mozes is de berg nog niet afgedaald of dat goddelijke volk danst rond een gouden kalf. God schiep Israël om haar te breken. Hij scheidt zelfs een tijd van haar. Is dit het einde? Nee. Hij zal boven zijn volk vibreren en zijn macht tonen aan zijn volk. Niet alleen zijn macht maar ook zijn liefde tegenover haar zwakte. In de tussentijd bezoekt God de rest van de wereld, natiën genoemd.
Geef niet op; we gaan voor het graan!
Hoe kan het dat je de stem van God hoort op de gekste plaatsen waar anderen hem niet horen of zelfs naar de kerk gaan om hem te horen? Het antwoord is: God spreekt tot jou en niet tot alle anderen. Zie ook Matheus 13:11 waar christus zegt: “aan jullie is het geheim van het koninkrijk der hemelen gegeven, aan de rest niet.”
Het is niet aan jezelf te danken dat je God hoort en het is ook niet de schuld van anderen dat ze de stem van God niet horen.
Paulus voegt eraan toe: je moet in alles nuchter zijn, je lijden aanvaarden, je werk als verkondiger van het evangelie doen, je dienende taak vervullen. God ruïneert de carièrre van Saulus in een uur en herstelt hem dan als Paulus. God deelt deze laatste akte nog weer in. God zegt tegen Paulus:
“je bent het eerste lid van het lichaam van christus en je wordt mijn getuige voor koningen.”
Het volgende dat Paulus weet is dat hijzelf geslagen en gestenigd wordt, een hobby die hij vroeger uitoefende. Hij lijdt schipbreuk en wordt achtervolgd door bandieten. Was hij nog maar Saulus. Dan kon hij er tenminste zelf op los meppen. Daarna geeft God hem een visioen van de 3de hemel in de tijd. Daarna sterft Paulus eenzaam in Rome. Wacht maar tot hij straks opstaat uit de dood. Een hint voor ons evangelie van rechtvaardiging uit geloof kwam ooit tot Abraham. God zei tegen hem: jouw nageslacht zal talrijk zijn als de sterren. Abraham begon ze te tellen maar gaf op na 95. Hij geloofde God en God rekende hem dit tot rechtvaardigheid. Het volgende dat we weten is dat rechtvaardigheid uit geloof opeens verdwijnt van het podium en plaatsmaakt voor de wet van Mozes. Vergeet God zijn belofte van rechtvaardigheid uit geloof? Nee hoor. De wet die veel later kwam (430 jaar) maakt de belofte aan Abraham niet ongedaan, Galaten 3:17. Christus heeft beloofd dat we worden weg genomen om samen met Hem te zijn aan de rechterhand van God voor het aionische leven. En ook daarna. Tot nu toe merken we hier weinig van en gaan we maar naar een rockconcert om de pijn te stillen. Niks op tegen maar maakt deze ervaring de belofte van christus ongedaan? Nee! De grote opname is een essentieel deel van de beloften van God. Ze zijn het 2de werkwoord van Gods “3 werkwoorden” project. Blijf erbij want de geest van God vibreert al over ons. Nog heel even maar en het is zover. De 2000 jaar zijn op 20 jaar na, om.
*
Hoeveel jota’s passen er in een “beetje?”
Staat God ons een klein beetje vrije wil toe? Is God aardig en gunt hij ons een beetje vrije wil? En hoeveel is “een beetje?” Een jota? Hoeveel jota’s gaan er in een beetje? Misschien 31 of slechts 4? Hoeveel jota’s kost het me om mijn schoenen te strikken uit vrije wil? Of om heen en terug naar Parijs te rijden? Of om christus aan te nemen? Of om hem af te wijzen? En wat is een beetje vrije wil waarmee ik christus kan aannemen of afwijzen? Kan ik dit beetje wissen tegen 3 jota’s? Dit beetje vrije wil waarmee ik christus afwijs, is beslissend voor de komende aionen met al hun duizenden jaren. Dus wil ik dan precies weten waar God’s beschikken eindigt en het mijne begint. Is er een scheidslijn tussen beiden? Nee, die is er niet. Gods controle heeft geen einde. God handelt in ALLES in overeenstemming met zijn wil, Efe. 1:11. Als je dan een lijn wilt trekken, trek hem dan tussen onverschilligheid en geloof.
God heeft alles onder controle
God stuurt alles zonder alles te controleren. Onwetendheid is de koning van deze wereld en denken de vijand. Als “denken” de schaal bepaalde van het gevecht van acceptabele tegenstellingen, dan zou onwetendheid oprijzen om het denken te weerstaan. Wat is er zo waardevol dat onwetendheid denken zou weerstaan? Deze kostbaarheid zit binnen in een diamant in een vitrine in een goed bewaakt museum. Deze kostbaarheid bestaat uit 3 woorden: “ik accepteerde christus.”
*
Praten versus spelen
Vlees en geest werken elkaar tegen. De geest wil best geloven dat God alles beschikt. Maar het vlees wil ook een stuk van de cake. Als je de gemiddelde christen vraagt of God soeverein is, zegt deze “ja.” Dat is de geest die antwoordt. Maar als je dezelfde christen vraagt of de mens ook vrije wil heeft, is het antwoord waarschijnlijk ook “ja.” Dat is het vlees. De gemiddelde christen lijdt nogal onder dit innerlijke conflict. De geest wil dat God alles beschikt maar het vlees wil ook een plak van de koek. Zelfs een klein plakje is al genoeg zolang het er maar op neer komt dat God niet “alles” beschikt. Dus de meeste christenen spreken zich wel goed uit over god maar hun vlees speelt een ander spel.
*
Niemand heeft een jota vrije wil
De bijbel zegt: niemand zoekt god, niemand snapt zijn woord; Rom. 3:10-12. En: uit genade, door geloof ben je behouden, niet uit eigen kracht of werken maar door wat God in jou werkt, opdat niemand roemt op zijn eigen werken: Efe. 2:8-9. God geeft aan een ieder geloof naar zijn maatstaf. Rom. 12:3. Wie denkt u die u bent? Alles wat u bezit is u geschonken, 1 Kor. 4:7. Door de genade van God ben ik wie ik ben, 1 Kor. 15:10.
Verander het kanaal: ben ik de enige die dit kan?
Vanuit absoluut perspectief bekeken, handelt god in alles in overeenstemming met de raad van Zijn wil, Efe. 1:11. En is het god die in ons werkt, Fil. 2:13. Dit is het deel van Gods handelen waar we niet altijd rekening mee houden. Dit is wel typerend. Hoe vaak denk je overdag bewust aan je hart, of het wel goed tikt? Of dat je nieren het nog wel goed doen? Ik niet of nauwelijks, zelfs niet als ik een vette hamburger eet. Dus of we ons ergens wel of niet ergens van bewust zijn, zegt niet zoveel. Het relatieve standpunt zegt iets over hoe we ons verhouden tot de wereld. B.v.: als IK door het rode stoplicht rijd, krijg ik misschien een ongeluk. Het woord IK staat hier centraal. Het woord “ik” is koning in het relatieve standpunt. Geen wonder want het is perfect natuurlijk. In absolute zin kan alleen God ervoor zorgen dat ik op de rem trap voor het rode stoplicht. Inderdaad, dit is zo. Dit is de absolute hartslag van mijn en uw leven. Gods beschikking over alles en elk detail houdt ons op de been. Doorgaans staan we hier niet bij stil.
* Klein voorbeeld van wim: in 2008 ging ik met de fiets onderuit. God zorgde ervoor dat er geen auto aankwam waardoor het ongelukje niet nog erger werd. Niettemin liep ik verwondingen op en kwam ik in het ziekenhuis terecht. Daar constateerde men dat mijn bloeddruk veel te hoog was. Ik moest blijven en kreeg medicijnen. Na 2,5 week mocht ik pas weer weg. Jammer van dat ongeluk maar anders had ik nooit ontdekt dat mijn bloeddruk te hoog was. Of misschien wel door een beroerte. Het ongeluk was een goddelijke ingreep, hoe vervelend ook. Had god dit niet anders kunnen doen? Vast wel, maar blijkbaar had hij er reden voor om het zo te laten gebeuren. Voordat zoiets gebeurt, leef ik in het relatieve en zeg ik; “het is aan mij.” Ik had op de fiets beter uit moeten kijken. Inderdaad had het veel erger gekund. Een halve minuut later en ik was misschien midden op straat overreden. Achteraf gesproken zeg ik, ik leef in het absolute en zeg: “blijkbaar moest het op deze manier gebeuren van God.”
God’s totale controle
Geloof in Gods totale controle over alles is het beste. God schenkt ons onwetendheid over zijn dagelijkse plannen voor ons. Dit heeft zijn voordelen. In Fil. 2:12 staat: blijf u inspannen voor uw redding. Voelt het alsof God elk detail in uw leven regelt? Natuurlijk niet. Zodoende blijft het leven voort krabbelen als een avontuur van willen en doen. Lees verder: in vers 13 staat: want het is God die zowel het willen als handelen in u teweeg brengt. We kunnen niet eens verliezen! We genieten van het leven alsof het vrij is. En tegelijk doet God alles. Alles wat we doen is voorbestemd door God. Deze waarheid gaat tegen elke religie in, inclusief het christendom.
*
Menselijke natuur is niet zondig
“Hun zonde komt voort uit een gebrek, niet vanuit een natuur.”
Terwijl de menselijke natuur niet zondig is, wordt zonde verbreid door natuurlijke middelen. Wij allen erven een natuur die wordt aangetast door de zonde, toch zijn we zondaars “door de natuur,* ” dat wil zeggen door verwekking, een natuurlijk proces. Zelfs op die manier is de natuur zelf niet zondig. Het is slechts de methode, het middel, de weg die door de zonde gebruikt wordt. Wat wordt overgebracht door of door middel van de natuur moet niet worden verward met de natuur zelf. Allen zondigden, of misten doel. En waarom zondigden ze? Het antwoord wordt meteen gegeven. Omdat “ze de heerlijkheid van God derven (missen of ontberen)” (Rom 3:23). Dit wordt vervangen door “omdat hun natuur gevallen is en zondig is geworden”.
Maar hoe meer we de Schriften doorzoeken, hoe meer we ons zullen verwonderen over de ongelooflijke nauwkeurigheid en waarheidszin van deze aanklacht tegen het menselijk ras. Hun zonde komt voort uit een gebrek, niet vanuit een natuur. Het is zo noodzakelijk dat we de volle betekenis vatten van wat het woord “derven” inhoudt dat we een volledige concordantie van alle vindplaatsen zullen geven.
http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/kwaad_zonde_008.htm
*
Zelfrechtvaardiging versus genade
Om de mensheid te snappen moet je naar slechts 2 personen kijken: Adam en Christus. Alles wat er tussen zit, is toeschouwer. Hoe werk ik dit uit ten aanzien van onze redding in christus? Een sigaret roken is zondigen omdat we heel goed weten dat dit slecht is. Overmatig vet eten ook, stelen, vreemdgaan, maar ook zaken als onzekerheid zijn vormen van zonde. In Romeinen 7:2-3 staat dat een vrouw overspelig is als zij er een andere man op nahoudt. Is haar man dood, dan mag ze een andere man kiezen. Ofwel: het ene moment is ze zondig bezig en in het 2de deel van de zin is er niets aan de hand. Wat is het verschil? Het verschil zit hem niet in de vrouw maar in haar man. Is deze dood of levend? Dat is het criterium. Dit voorbeeld moet ons aan het denken zetten. Onze goede daden maken ons niet rechtvaardig in onze oude mens in Adam. In christus maken onze slechte daden ons niet schuldig. Immers, Christus rekende ons rechtvaardig, niet toen we oude dametjes de weg over hielpen, maar juist toen we hen bestalen. In onze slechtste daden kwam Hij ons tegemoet door het Kruis. Zie Romeinen 5:8. Christus stierf voor ons toen we nog zondaren waren. Dit beeld maakt ons duidelijk dat wij tussen deze tegenpolen zweven; tussen Adam en Christus. Het ene moment zijn we schuldig, het andere moment zijn we opeens rechtvaardig. Net als bij het voorbeeld van die overspelige vrouw. Het ene moment was ze overspelig, in een andere situatie was ze rechtvaardig. Dit is een radicale les voor ons, immers het kruis van Golgota (Paal mag ook) IS radicaal. Onze rechtvaardiging hangt zeker niet af van ons zelf of van hoeveel oude dametjes we de straat over helpen maar van Hem die voor onze zonden aan het kruis stierf. Ga lekker achterover leunen en laat Christus het werk in jou doen. Inderdaad, in het vlees geldt nog steeds de wet van wat we zaaien, we ook zullen oogsten. Maar geestelijk gezien zijn we in christus rechtvaardig.
– Bevrijding van de zonde komt niet door deze te overwinnen maar door hem te doden.
– Bevrijding van de zonde verandert niet de zonde maar uw houding ten aanzien van de zonde.
Vernietigen in de bijbel
Wij kunnen een van onze broeders vernietigen door voedsel te eten dat hij onrein acht (Rom. 14:15; 1 Kor. 8:11). Ontneemt ons eten hem het leven? Dat zou wel een heel eenvoudige manier zijn om legaal een moord te plegen! Vernietiging en verloren gaan zijn het voorspel voor de redding. Het betekent nooit volkomen vernietiging, hoe dicht ook het in sommige gevallen die gedachte schijnt te benaderen. Lees meer:
http://www.hetbestenieuws.nl/artikelen/Knoch/knoch_vernietiging.htm
*
Christendom verwart het Lam met het kruis
De christelijke religie vertelt je dat je een nieuwe schepping bent in christus. En dat al je gerechtvaardigd bent voor je zonden. Tegelijk zeggen ze dat je je zonden moet belijden en jezelf moet veranderen voor christus. De bron van deze verwarring is het feit dat men geen onderscheid kan maken tussen tussen de boodschap van de besnijdenis en die voor de onbesnedenen. Het Lam van Israël (die alleen bekering vroeg) en de man die aan het kruis (of paal) stierf zijn 2 perspectieven vanuit dezelfde messias geredeneerd. De gekruisigde heeft de oude schepping volledig mee getrokken de dood en en ziet u nu als een nieuwe schepping in Hem, waarbij bekering een verdoemd woord is. De oplossing voor dit dilemma: Ga niet meer naar plaatsen waar je die verwarrende boodschappen hoort (kerk).
*
Pleidooi voor alverzoening
Adolph E. Knoch
Zij die menen dat ongelovigen voor eeuwig verloren gaan mogen wel eens een toontje lager zingen. Ze vergeten dat Jezus oorspronkelijk alleen voor de joden kwam. Wij, uit de volkeren kwamen er in de eerste instantie niet aan te pas. Christus, ja zelfs Paulus zijn tot het uiterste gegaan om Israël te bewegen hun messias te aanvaarden. Toen dit niet gebeurde, richtte Paulus zich pas tot ons. Allemaal volgens Gods plan natuurlijk. Maar waar het in dit stuk om gaat is dat wij God alleen maar dankbaar mogen zijn dat wij die ook eens niet de eerste keuze waren en eeuwig verdoemd leken, een kans hebben gekregen. Zal God die ons tenslotte heeft geroepen zich niet alsnog ontfermen over de ongelovigen? Jezus zelf was zeer duidelijk over het feit dat Hij slechts gezonden was voor het huis van Israel. Hij verbood Zijn zeventig discipelen zelfs naar een ander dan hun eigen volk te gaan. Paulus zei van Hem dat Hij een dienaar van de besnijdenis was. Vóór Golgotha werd dit niet herroepen. Pas na Israels verwerping werden Gods plannen met betrekking tot heel de mensheid bekend gemaakt. Wie zou er vandaag de dag aan denken om christenen te dwingen zich te laten besnijden, of de Mozaïsche offerdiensten en rituelen in onze moderne kerken in te voeren? Wij herkennen wat exclusief tot de mensen van het Oude Verbond behoorde. Toch falen we als het erom gaat de scheidslijn te trekken op het punt waar Israel werd verworpen en Paulus de opdracht krijgt om de volkeren te dienen. Wij eigenen ons weloverwogen toe wat Jezus Zelf zorgvuldig alleen voor Israel bepaalde. Verkondigden Jezus, Johannes de Doper, de Twaalven en de Zeventig de boodschap van het nabijgekomen Koninkrijk der hemelen aan het Joodse volk met zijn Koning en hulp voor de mensen op deze aarde? Of gingen zij naar alle naties met het evangelie van het kruis, dat alle barrières tussen Joden en heidenen omver haalde? Net zo goed als we weten dat de boodschap van het kruis pas verkondigd werd nadat Israel was verworpen, weten wij dat het niet verkondigd kon worden voordat er een kruis was! Zo zouden we ook moeten weten dat levende leden nooit afgesneden zouden worden van de boodschap van het koninkrijk, waar zij bij horen, om hen te dwingen tot de boodschap van het kruis, waarmee zij organisch gezien nooit in harmonie kunnen komen.
*
Petrus en Paulus hadden verschillend geloof ten aanzien van hun redding
Wat moet een Israëliet geloven om gered te worden?
Het lichaam van christus slaat op de volkeren die gehoor geven aan het goede nieuws van Paulus. Israël hoorde het nieuws van Petrus. Dit was het zelfde goede nieuws dat God Abraham gaf in Genesis 10. Zij worden de bruid van het Lam genoemd. In 1 Kor. 15:3-4 legt Paulus het geloof uit aan het lichaam van Christus: 1. geloven aan de dood voor onze zonden. 2. het graf van christus. 3. de opstanding van christus. Behalve het thema van zonde, gaat het vooral over dood en opstanding. Paulus gaf ons deze boodschap niet voordat Jezus uit de dood was opgewekt. Hij had de boodschap zelfs niet eerder ontvangen. Hoe kon een boodschap die gebaseerd was op dood en opstanding ook eerder gehoord worden dan na zijn opstanding? Maar dit roept wel vragen op:
Was de boodschap van besnijdenis aan de joden gebaseerd op de dood en opstanding van christus? Niet alleen was deze boodschap aangekondigd in Genesis 10 maar ook herhaald door Jezus zelf, VOORDAT hij was gekruisigd. Onze Heer zegt tegen Martha in Johannes 11:26: “iedereen die leeft en in mij gelooft, zal in de aion zeker niet sterven. Geloof jij dat?”
Ze antwoordde: “ja Heer, ik heb geloofd dat u de christus bent, de Zoon van God, die in de wereld komt.”
Dus om het 1000 jarige koninkrijk binnen te mogen gaan zal een Israëliet dit geloven: “Jezus is de messias, de gezalvde, de Zoon die door God naar de wereld was gezonden, om zijn hulpeloze natie, Israël in haar zegenrijke millennium te leiden. De woorden van Jezus in Johannes 3:36 bevestigen dit:
“Wie in de Zoon gelooft heeft aionisch leven. Maar wie koppig is tegen de Zoon zal geen leven zien, maar de verontwaardiging van God blijft op hem.”
Ook Petrus schrijft in Johannes 6:69: “wij hebben geloofd en wij weten dat u de heilige van god bent.”
Johannes schrijft in Joh. 1:12: “Doch wie Hem aannamen, aan hen geeft hij het recht kinderen van God te worden, aan die in Zijn naam geloven.”
Conclusie: Israëlieten worden gered door in de naam van Jezus te geloven en niet in de dood en opstanding van christus. Die boodschap was gereserveerd voor Paulus. Het kruis van Christus werd het fundament voor een nieuwe boodschap, aan de rest van de wereld gericht.
*
Heilige Geest is een ding, geen persoon
Het is de geest van waarheid. Dit is de onzijdige geest van een ding (waarheid). Zeker, waarheid is in het Grieks vrouwelijk, maar dat maakt het nog niet tot een persoon. En zelfs als het dat zou doen, zelfs de geest van een persoon is een ding! Overweeg eens onderstaande lijst van dingen die allen een geest hebben. Is het niet boven alle twijfel verheven dat de geest van een ding (wat ook het geslacht in het Grieks zijn mag) een ding moet zijn? De geest van waarheid is een levende kracht die in waarheid aanwezig is, de energie die het uitdeelt, waarheid, levend en handelend in ons. Dit is nauw verbonden met de geest van God, maar er zeer zeker niet identiek aan. De volgende lijst van zinsneden is te vinden in de Schrift. Hier wordt geest gevolgd door de genitief van een ding.
Naast de geest van waarheid (Joh. 14:17; 15:26; 16:13; 1 Joh. 5:6), zijn er
– de geest van zwakheid (Luc. 13:11)
– de geest van heiligheid (Rom. 1:4)
– de geest van zoonschap (Rom. 8:15)
– de geest van bedwelming (Rom. 11:8)
– de geest van mensheid(1Kor. 2:11)
– de geest van zachtmoedigheid (1Kor. 4:21; Gal. 6:1)
– de geest van wijsheid (Efe. 1:17)
– de geest van bescheidenheid (2Tim. 1:7)
– de geest van genade(Heb. 10:29)
– de geest van heerlijkheid (1Petrus 4:14)
– de geest van misleiding (1Joh. 4:6)
– de geest van leven (Openb. 11:11)
– de geest van profetie (Openb. 19:10)
*
Dopen in naam van 3-eenheid?
Er is misschien geen enkele andere passage waarvan wordt verondersteld dat ze het bewijs levert voor de “Drie-eenheid” als Mattheüs 28:19. ” doopt hen in de naam van de Vaders en van de Zoon en van de heilige geest.” Maar er is geen enkel grond voor dit idee. Dopen werd niet noodzakelijkerwijze gedaan in de naam van de godheid. De apostelen gebruikten deze formule nooit. Op verstandige wijze varieerden zij de naam en titel van onze Heer, omdat dit in harmonie was met de voorwaarden waaronder de doop aan de dopelingen werd gebracht. Het is pas wanneer het koninkrijk op Aarde is opgezet, dat deze drievoudige formule gebruikt zal gaan worden. De heilige geest wordt in die tijd speciaal toegevoegd, omdat het een tijd zal zijn waarin de geest van God wonderen zal bewerken onder alle vlees, en hun doop is daartoe de introductie; ze is niet een ontleding van de personen van een Drie-eenheid. Zo’n belangrijke onthulling moet niet verward worden met een terloopse verklaring bij een ander thema. Wanneer het onderwerp zelf besproken wordt, wordt de eenheid van God verzekerd en meervoudigheid afgewezen.
*
Satan richt zich op de geest, niet op vlees
Over het algemeen mogen we de misdaden die worden begaan door of via de Satan, als geestelijk rangschikken. Ze zijn gericht tegen God en Zijn grote doel, meer dan dat ze betrekking hebben op de verdorvenheid van de mens. Zelfs als ze betrekking hebben op het vlees, richten ze zich op de geest. Misschien is wel de meest treffende passage om het verschil aan te tonen tussen Satan en het vlees wel 1 Korinthe 5:1-5. Korinthe schijnt een zeer immorele stad geweest te zijn. Zelfs een van de heiligen daar zonk beneden het peil van die gedegenereerde tijd, en Paulus, hoewel niet aanwezig, geeft de ecclesia richtlijnen om met deze zaak om te gaan. We zouden kunnen denken dat hij in de klauwen van Satan was gevallen, en dat de apostel een manier zou zoeken om hem uit de macht van de Tegenstander te verlossen. Maar hij doet precies het tegenovergestelde! Hij wordt niet weggerukt van Satan zodat hij kan worden gered, maar aan de Tegenstander uitgeleverd zodat zijn vlees kan worden vernietigd. Zodoende wordt zijn geest gered in de dag van de Heer Jezus. Satan is een geest en heeft te maken met onze geesten, niet met ons vlees, behalve waar het reageert op de geest.
*
Eigendomsrecht van Abraham
Het woord vastgoedkavel is een andere manier om permanent bezit in het Hebreeuws uit te drukken. Toen zijn vrouw Sara stierf, wilde Abraham een plaats voor haar en voor zichzelf in het land als een teken van zijn geloof in Gods belofte. Jozef had dezelfde wens. Ook zijn beenderen werden daar begraven. (Gen. 50:25). Daarom verzocht Abraham een kavel vastgoed (A.V. possession = bezit) waarin hij zijn doden kon begraven. Na enig typisch onderhandelen, kocht hij de spelonk van Machpéla voor dit doel. Het veld, de bomen en de spelonk werden allen “zeker gemaakt” door het betalen van een grote som zilver (Gen. 23:3-20) zodat Abraham voor altijd de “koper” of eigenaar werd.
En hoe opmerkelijk het ook mag lijken, het is nog steeds van hem!
Niemand heeft ooit gedurfd zijn (eigendoms)recht erop te betwisten. Ik weet niet wat de huidige legale status ervan is, maar ik acht dat geen enkel stuk onroerend goed het (eigendoms)recht zo goed verzekerd heeft als de graftombe van Abraham. Als hij vandaag zou opstaan, zou niemand proberen deze van hem af te nemen. En het zal van hem blijven zolang als de aarde bestaat, als een teken dat Gods belofte zal worden ingelost. Het land zelf is zo’n “vastgoedkavel”. Het zal van Abraham zijn voor de eonen (Gen. 17:8).
*
Things that matter
One could well argue that the story of Christ is highly unusual, and were it not for its embedding in two thousand years of social history, few would accept it as anything but a peculiarly implausible fairy story, as unbelievable as any UFO, bigfoot, ghost story. But her beliefs are backed by all that cultural embedding, and her religion responds as if threatened by claims of the unapproved paranormal. She doesn’t go so far as to say the paranormal is the providence of the Devil, but I suspect she believes it. Her dogma was the source of my fear of sharing, most of the reason for my silence, and why I knew this might not end well.”
*
… ik wil hier het punt benadrukken dat de mens geen geest is. Hij is in de kern grond, en zijn geest is niet, strikt en analytisch genomen, een apart wezen, een andere persoonlijkheid dan zijn vlees, maar een kracht die voortgebracht wordt door de verbranding van de adem en het lichaam. Ik geloof dat er geesten zijn zonder lichamen. Ik weet dat zij het menselijk lichaam kunnen binnengaan en controleren door de menselijke geest te overmannen. Maar ik kan geen grond vinden voor de veronderstelling dat de menselijke geest van deze soort is. Het lichaam van de mens is niet slechts een huis voor de geest, maar een essentiële factor bij de productie van zijn geest. Er kan geen menselijke geest zijn zonder een lichaam en adem.
*
Paulus schreef aan de Korinthiërs over het evangelie dat hij eerst aan hen bracht. Zij die het aionische leven delen in het lichaam van christus (Hand. 13:48) zullen het volgende geloven: 1 Kor. 15:3-4;
“want ik geef door aan jullie ten eerste wat ook ik aanvaardde: dat christus stierf voor onze zonden, naar de schriften.” (Zie ook Jesaja 53:8,9). En dat Hij werd begraven en dat Hij werd opgewekt op de 3de dag naar de schriften.” (Zie ook Psalm 16:10).
Dit zijn de basiselementen:
1. christus stierf
2. voor onze zonden
3. hij was begraven
4. en weer opgewekt
Hoeveel christenen geloven dit echt? Eén op de 100.000, hooguit! Doctrines van demonen leren ons dat je na de dood direct naar hel of hemel gaat. Dit betekent dus al dat de dood ontkend wordt. De doctrine van de 3-eenheid leert in feite hetzelfde. Als Jezus zijn Vader was, is hij dus niet gestorven.
Leer van demonen verstoort de boodschap van Paulus
Satan kent deze 4 basiselementen uit 1 Kor. 15:3-4 ook. Hij weet bovendien dat de gelovigen straks zijn plaats in gaan nemen in het heelal (Efe. 1:20-23). Net als bij Eva en de vrucht weet hij ook nu weer massa’s gelovigen te misleiden. In 1 Tim. 4:1 noemt Paulus dit de leer van demonen.
Basiselement 1: Christus stierf; satan heeft hiertoe de valse leer van de 3-eenheid geïntroduceerd. Dat Jezus en zijn Vader dezelfde god zijn. Als dit waar was, kon christus niet sterven. Immers God kan niet sterven.
Basiselement 2: Voor onze zonden; satan heeft hierop de valse doctrine van de vrije wil geïntroduceerd. Deze vrije wil suggereert dat ondanks het kruis je zonden jouw veroordelen. Hier bovenop heeft men nog de doctrine van een eeuwige hel verzonnen, mocht voorgaande ellende nog niet erg genoeg zijn. Men zegt dat je alleen aan de hel kunt ontsnappen als je zelf voor god kiest. In wezen wordt hier de dood van christus voor onze zonden mee ontkend. Als je toch zelf kunt kiezen, maakt het niet uit of christus voor je zonden is gestorven. Basiselement 3: graf en opwekking van christus; satan doet zich nu voor als een engel van licht om de opgestane christus te imiteren. 2 Kor. 11:14-15. Hij en zijn handlangers houden zich vooral op in de hallelujahhallen van het christendom.
*
Op een dag zal Israël in Jeruzalem aankomen
Ezekiel 11: 13-18. – “Ik wierp me voorover en schreeuwde: ‘Ach HEER, mijn God, gaat u nu ook de rest van het volk nog vernietigen?’ Daarna richtte de HEER zich weer tot mij: ‘Mensenkind, het zijn je eigen broeders en zusters, je verwanten en alle andere Israëlieten in ballingschap, tegen wie de inwoners van Jeruzalem zeggen: “Blijf waar je bent, ver verwijderd van de HEER, want aan ons is het land in eigendom gegeven!” Maar geef daarop dit antwoord: “Dit zegt God, de HEER: Al heb ik hen weggevoerd naar verre volken, al heb ik hen over vele landen verspreid en al kunnen ze mij in die landen niet in een tempel vereren, toch zeg ik hun dit: Ik zal jullie weghalen bij die volken, ik zal jullie terugbrengen uit de landen waarover jullie verspreid zijn en ik zal jullie je land teruggeven! Dan zullen zij daarheen terugkeren en alle afschuwelijke afgoden uit het land verwijderen.”
Stel je de schok voor als God straks het echte Israël naar voren roept om de bedriegers te vervangen die nu in Palestina leven.”
Grote wegrukking is alleen voor het lichaam van christus
De meeste christenen snappen de essentie niet van het evangelie van Paulus. Om te beginnen weerhoudt de gedachte van de Drie-eenheid hen in het geloof in de dood van christus. Desondanks kunnen ze de boodschap van Petrus snappen dat Jezus hun redder is. Maar de doctrine van de vrije wil maakt ook gehakt van deze laatste strohalm. Men plaatst zichzelf in de plaats van Jezus. Men zegt: ik ben gered omdat IK in Jezus geloof. Dit maakt deze christenen hooguit tot afvallige joden of zelfs ongelovige heidenen. En dus zullen ze er niet bij zijn bij de grote wegrukking omdat alleen het lichaam van christus zal worden weg gevoerd. Wat betekent dit? Dat veel van deze christenen achterblijven en inderdaad in de grote verdrukking terecht zullen komen.
*
Veel gelovigen houden van de wet, niet van genade; ze kunnen Jezus niet in christus veranderen. Zijn zij wel het lichaam van christus?
Mogelijk horen ze niet tot het lichaam van christus. Maar dit zegt niet dat ze niet gered zijn. Jawel, iemand kan in Jezus geloven en NIET tot het lichaam van christus behoren. Zoals Petrus. Hij zat met Paulus aan dezelfde tafel in Antiochië. Beiden geloofden ze in Jezus christus. Maar de één was bestemd voor het heelal (Paulus; Efe. 2:6). En de ander tot herder van de wereld (Petrus, Mat. 19:28). Beiden omarmden ze een verschillende boodschap. (Galaten 2:7). Het ene evangelie was niet beter dan het andere, ze waren alleen verschillend. De meeste christenen omarmen de boodschap van de besnijdenis. Ze falen tegelijk omdat ze in Israël’s valkuil vallen van zelfrechtvaardiging. De remedie? Een stevig oordeel. En geloof maar: dat komt eraan.
De restant van Romeinen 11
In de huidige bedeling zal er ook een restant zijn net als met Israël en Juda die weggevoerd werden en de eerste niet terugkwam. – Romeinen 11:5.
Toen Paulus aan de Romeinse heiligen hun zegeningen in christus onthulde, los van de wet, zullen ze gedacht hebben: God is klaar met Israël. Maar Paulus besteedt heel hoofdstuk 11 aan het verwerpen van dit idee. God verwerpt zijn mensen niet die hij van tevoren al kende: Romeinen 11:2. Maar de romeinen wilden bewijs. Paulus geeft hen dit door Elija te citeren: vers 2-5. Elija dacht in een tijd van grote afvalligheid dat hij nog de enige gelovige was. Maar God zei tegen hem: ik heb 7000 mannen over gehouden die niet voor Baäl buigen. Zo zal er in de huidige bedeling ook een restant zijn die volgens de genade blijft behouden. God laat zichzelf nooit alleen zonder een geloofsgetuige. Als Israël op het punt staat van uitsterven, zegt god opeens: er is een restant. Toen en nu. We zijn nog steeds in de dagen van Paulus. Sommige mensen denken dat de boodschap van de besnijdenis niet operationeel is vandaag de dag. Dat alle gelovigen automatisch bij het lichaam van christus behoren. Zijn zeggen feitelijk dat het restant van Romeinen 11 Israëlieten zijn die over sprongen naar Paulus om zich bij het lichaam van christus te voegen. Dit is onmogelijk. De hele clou van dit hoofdstuk 11 is dat God zijn volk een eigen roeping belooft. Zie Romeinen 11:25-26.
“En zo zal Israël worden gered. Uit Zion zal de verlossende arriveren. Hij zal de oneerbiedigen van Jacob afwenden.”
Dit is duidelijk de roeping van de besnijdenis. Dus hoe kon een restant van Israël die de besnijdenis zou verlaten om zich bij het lichaam van christus te voegen door paulus worden aangehaald als bewijs dat God de boodschap van de besnijdenis zal vervullen? Dat zou net zoiets zijn als een kleine mand met sinaasappels aanbieden als bewijs dat de appels er ook vanzelf in zullen komen. De restant is de besnijdenis. Wij zijn nog steeds in deze bedeling waarvoor dit geldt. Dus zijn er nog steeds besnijdenis gelovigen onder ons.
*
Dit deel uit de kronieken kan worden gedateerd in het midden van de 1e eeuw v. Chr., maar is er nog ander documentatiemateriaal dat veel verder teruggaat. Een voorbeeld (waarover Flinders Petrie vreemd genoeg zwijgt) is het verhaal van twee mannen, Belinus en Brennius in Geoffreys Latijnse versie, en Beli en Bran in het Welsh (15). Een deel van dit verhaal vertelt hoe Bran een invasie in Italië leidde en Rome plunderde. Zekere geleerden waren er snel bij om te beweren dat Rome nooit door Britten werd geplunderd, en dat het verhaal een onzinnige fictie is. Maar als zij de Romeinse geschiedschrijvers hadden gelezen dan waren zij wel op andere gedachten gekomen, want de plundering van Rome door de Kelten is zeer gedetailleerd beschreven door een vroege historicus van Rome, en het vroege Britse verslag van deze gebeurtenis is bevestigd en verder uitgewerkt op alle punten. De historicus in kwestie is Livius (Titus Livius, 59 v.Chr. – 17 n.Chr.), wiens Geschiedenis van Rome uit niet minder dan 142 boeken bestond, hoewel er slechts 35 tot op vandaag zijn bewaard gebleven. Het is boek 5 van Livius’ geschiedenis dat het verhelderende verhaal bevat dat nu volgt (16). Volgens Livius vond de plundering van Rome door de Gallische Kelten plaats in ongeveer 390 v. Chr., en we zullen zien hoe precies dit verhaal overeenkomt met de chronologie van gebeurtenissen en personen die men vindt in de Britse kroniek. Voor ons is van groter belang het feit dat Livius de namen van hen die de planning en de leiding van de aanval op zich hadden genomen, heeft bewaard. De eerste naam is die van de koning van de Biturgen, een Gallisch volk dat zijn naam gaf aan de moderne stad Bourges. De koning was Ambitgatus, en Livius vertelt ons dat hij twee neven had, de een heette Bellovesus en de ander Segovesus. Deze twee namen verschijnen ook in het Britse verslag waar zij worden gegeven als Beli in de Welshe kroniek en Belinus en Segnius (de koning van de Allobroges of Bourgondiërs) in Geoffrey van Monmouth. De Welshe kroniek noemt Segnius als de prins van de Bourgondiërs (d.w.z. Byrgwin, een ander woord voor Allobroges) maar noemt zijn naam niet. Elke naam moet echter wel genoemd zijn in het oorspronkelijke Britse bronmateriaal en van daaruit vermeld in Geoffrey of in de Welshe kroniek. Livius geeft hier interessante details over de Keltische koninklijke families van de vroege 4e eeuw v.Chr. Volgens zowel Geoffrey als de Welshe kroniek, waren de vader en de moeder van Belinus en Brennius Dunvallo Molmutius (Welsh: Dyfnal Moel Myd) en Tonuuenna (Welsh: Tonwen). We weten uit de genealogie, waarop zowel Geoffrey als de Welshe kroniek zijn gebaseerd (zie bijlage 7) dat Dunvallo van Britse afkomst was. Dat betekent dat Tonuuenna, van wie de genealogie niet gegeven wordt, de zuster zou kunnen zijn van de Gallische koning, Ambitgatus, zoals door Livius wordt gesuggereerd, wanneer hij Bellovesus (de Britse Belinus en de zoon van Tonuuenna) de neef van Ambitgatus noemt. Er is niets vreemds of onmogelijks in zo’n relatie. Het huwelijk tussen de Britse en continentale Keltische koninklijke families zou een geheel natuurlijke en te verwachten zaak zijn. Dat brengt ons tot de naam van de leider van de Gallische plundering van Rome, die Livius Brennus noemt (18). Dat is praktisch gelijk aan de vertaling in het Latijn van de Britse naam Bran die Geoffrey geeft (Brennius), en het feit dat Geoffrey en Livius zulke onderscheiden en onafhankelijke autoriteiten zijn, maakt duidelijk dat geen van beiden de namen verzonnen van de personen zoals zij die verder beschreven. Dat noch Geoffrey noch de Welshe kroniek slechts kopieën waren of herschrijvingen van Livius’ verhaal, is overduidelijk als men de Britse kroniek vergelijkt met die van Livius. Er zijn veel te veel belangrijke en fundamentele verschillen tussen beide om te suggereren dat de één afhankelijk is van de ander. En toch verwijzen zij, onafhankelijk van elkaar, naar dezelfde historische gebeurtenis, namelijk de Keltische plundering van Rome in ca. 390 v. Chr., maar zij zien die gebeurtenis vanuit een verschillend kamp. – Bron: Bill Cooper: na de zondvloed
*
In de 19de eeuw zijn op het Sinaï-schiereiland inscripties ontdekt in de Wadi Moekatteb. Ze lijken de uittocht van het joodse volk te beschrijven en ingekerfd te zijn door Israëlieten die tijdens de uittocht door dit gebied trokken. De inscripties bevinden zich aan de westkant van het Sinaïgebied en wijzen erop dat de schrijvers van die kant kwamen toen ze uit Egypte waren getrokken via de Rietzee. De opstand van Mirjam tegen haar broer Mozes is in een inscriptie beschreven evenals de opstandigheid van het volk als het dorst en honger heeft. We lezen dat de Here water uit de rots deed stromen en dat Hij kwartels gaf waar ze vervolgens ziek van werden (Ex. 16:13 en Num. 11:31-32). Er waren zelfs afbeeldingen van kwartels bij. Opvallend is dat er in de academische wereld nauwelijks aandacht is besteed aan deze vondst. Een hint dus om de inscripties toch nader te onderzoeken. Dat ze oud zijn, is zeker. In 10 voor Chr. werden ze al genoemd door ene diodorus Siculus. Hij had het al over zeer oude inscripties in onbekende taal.
bron: H. van Winkelhoff
*
Zijn woestijnen een gevolg van de Zondvloed?
Wat eens vruchtbaar gebied was met een weelderige flora en fauna werd door de reusachtige Zondvloed voorgoed om zeep geholpen. De sporen zijn nog steeds zichtbaar. Op het Tibetaans plateau, het hoogste plateau ter wereld, gemiddeld vijfduizend meter boven de zeespiegel, vinden we talloze meren, verspreid in het westelijk en noordwestelijk gebied en meestal zout of alkalihoudend. Ook hier wijzen de overgebleven sporen er duidelijk op, dat dit hoge plateau eens bedekt was door een grote zee. In Afrika worden opgedroogde of kleiner geworden meren van soortgelijk karakter aangetroffen. Zelfs de Sahara was niet altijd een woestijn. Het netwerk van een goed te onderscheiden stelsel van rivieren is duidelijk zichtbaar en bovendien werden door mensen gemaakte werktuigen in overvloed gevonden. Zoutpannen of zoutafzettingen, die in allerlei gebieden van de Russische steppen en in de westelijke Noord-Amerikaanse prairiën voorkomen, en die vaak resten van zeedieren bevatten, zijn ook een bewijs van zulke binnenzeeën. – Bron: Rehwinkel
*
In 1824 wordt het begrip al in het Kunstwoordenboek van ene meneer P. Weiland aangegeven:
“verwereldlijking. 1. overgang vanuit een geestelijke in een wereldse of wereldlijke toestand; 2. opheffing van kerkelijke organisaties en instellingen. Afgeleid van het Latijnse woord seculum, dat eeuw betekent”.
Seculier heeft volgens mij 2 richtingen:
– als de invloed van de kerk of het geloof op de samenleving verdwijnt, maar ook…
– als de kerk zelf wereldser wordt of het geloof gemengd wordt met wereldse ideeën.
*
2 Timotheus 2:22 – jeugdige lusten.
wat hiermee bedoeld? seksuele losbandigheid? Misschien ook wel. Maar in deze context wordt er RELIGIE mee bedoeld.
Namelijk, religie als een circus van werken om God te behagen. En dit terwijl Paulus net de genade had gepreekt.
*
Verleden, heden, toekomst
Paulus leert ons dat God de schepping in 3 tijden heeft onder verdeeld: Efeze 2:7-13.
– Verleden: “ooit” (:11)
– Heden: “maar nu” (:13)
– Toekomst: “komende aionen” (:7)
Dit onderscheid is nodig om het onderscheid tussen Israël en de natiën respectievelijk het lichaam van christus te doorzien. In het verleden was er onderscheid tussen Israël en de natiën. In het heden was die muur doorbroken en in de toekomst gaat het lichaam van christus in de aionen regeren in de hemelen.
*
Het geloof van Mozes, Hebr. 11:28
Door het geloof maakte hij het pascha en het gieten van het bloed, opdat niet de vernietiger van de eerstgeborenen met hen in contact zou komen*. [Ex. 12:21-30 – Hebr. 11:28
Deze vers wordt doorgaans uitgelegd alsof Mozes zijn geloof GEBRUIKTE ergens voor, in dit geval het pascha. Het is exact andersom: het geloof gebruikte hem… De heilige geest zet ons aan tot actie middels geloof en niet andersom.
*
wordt satan gered?
Wordt satan gered aan het einde van de aionen? Worden alle muggen ook gered? Dat is nog maar helemaal de vraag. God is een genadevolle God en dus misschien zien we enkele van onze huisdieren terug voor het plezier van de vroegere eigenaren. Dit wil echter niet zeggen dat alle honden laat staan muggen gered worden. Het zijn zomaar gedachten.
– Rechtvaardiging is voor zondaren
– Verzoening is voor vijanden
– Gered zijn is uit de dood.
Is de vorst van Tyrus in Ezekiel 28 satan? Hierover is al veel geschreven. Duidelijk is dat de verzen 1-11 en 12-21 twee aparte delen zijn. In het eerste deel gat het duidelijk om een man. Maar in het 2de deel wordt een link gelegd naar Adam in de tuin van Eden. Hij wordt zelfs cherub genoemd, niet omdat hij vleugels had maar omdat hij beschikking had over de hele aarde en mogelijk zelfs toegang had tot de hemelse gewesten.
*
zonde versus werken
Oke, als je er vanuit gaat dat ongelovigen niet naar een (eeuwige) hel gaan maar geoordeeld worden juist om behouden te worden, dan wordt alles anders. De gelovigen zijn niet apart gezet door God om in een vage abstracte hemel te komen terwijl de rest van de mensheid in de hel knettert. Nee, de gelovigen zijn juist geroepen als eerstelingen om het evangelie straks aan de rest van de schepping te brengen. Door de gelovigen worden straks de ongelovigen ook behouden. Israël gaat in de volgende aion op aarde verder met volkeren EN dieren bekeren. Wij brengen het nieuws aan de hemelse machten. Het sleutelwoord in dit hele verhaal is het woord eon hetgeen een langere periode van tijd is. De bijbel onderscheidt 5 eonische tijden. Wij zitten in de middelste eon om precies te zijn aan het einde van de middelste eon. De volgende, 4de eon staat voor de deur die 1000 jaar zal duren en de regeerperiode van christus is. In de komende 1000 jaar zullen de landen en volkeren als geheel worden geoordeeld ten aanzien van hun houding tegenover Israèl tijdens de grote verdrukking.
In de daarop volgende 5de eon die vele duizenden jaren zal duren worden de ongelovigen opgewekt uit de dood. Ze worden geoordeeld ten behoudenis en niet voor eeuwige foltering. Het oordeel over hen zal desalniettemin hard zijn en wel aanvoelen als een hel. Ze zullen de 2de dood in gaan waaruit ze ook weer opstaan om tenslotte alles in allen te zijn met God, 1 Kor. 15:28. De bijbel kent niet zoiets als eeuwig leven, wel de uitdrukking “alles in allen” zijn. De gelovigen zullen in de tussen tijd wel leven, te weten het zogenaamde aionische leven krijgen. Zij zullen in de perioden die voor ons liggen door leven terwijl de rest van de mensheid, de ongelovigen dood zijn in afwachting van hun opstanding. Waar het mij nu om gaat: in deze huidige eon worden de gelovigen beproefd vanwege hun zonden. In de toekomst in de 5de aion als de ongelovigen opstaan uit de dood, worden ze geoordeeld om hun werken, zowel de goede als de slechte. Dit is wel een verschil. Het gaat dan niet meer om de zonde maar om de werken die iemand gedaan heeft. Deze werken worden door het vuur gezuiverd en verbrand. De ongelovigen worden dus door het vuur heen gered. Ik laat even in het midden of dit letterlijk vuur van de Dode Zee is of dat het hier om het vuur van de wet gaat of om allebei.
*
Sarah’s verjongingskuur
God beloofde aan Abraham en Sarah een kind toen Sarah 90 was. Sarah heette eerst Sarai en Abraham heette eerst Abram. Aan beide namen is een H toegevoegd. De H doet aan hard ademen denken. En dit doet weer denken aan de heilige geest die over beiden kwam en hen regenereerde/verjongde. Dit komt overeen met het verhaal dat Abraham naar Gerar reisde. Abimalech nam Sarah waarvan Abraham zei dat ze zijn zus was. Koningen zochten bovendien geen oud wijf uit maar jonge maagden. Het had er alle schijn van dat Abraham en Sarah flink verjongd waren. Sarah leek opeens weer op een jonge vrouw hoewel ze al 90 jaar op aarde rond zwierf.
*
goed en kwaad voorbij
Wat er in de tuin van Eden gebeurde met Eva toen ze door de slang misleid werd was geen ongeluk of toeval. Nee, god had het zelf zo georchestreerd. Was er WEL sprake geweest van een zondeval dan zou god zich hebben laten verrassen door het kwaad. Dit zou 2 dingen betekenen: – het kwaad zou van een andere bron komen dan van God en dus zou God dan niet almachtig zijn. Jesaja 45:7 spreekt andere taal, namelijk dat God zelf het kwaad schept.
– als god zich toen liet verrassen door het kwaad, kan hij zich nog wel eens vergissen in zijn eigen schepping. En is een goede afloop twijfelachtig.
Maar het was god zelf die 2 bomen in de tuin van Eden plantte, een boom van goed EN van kwaad. Beide bomen hebben dezelfde goddelijke oorsprong. Als we ons teveel focussen op goed of kwaad dan missen we iets: dan missen we het leven. Goddelijk leven staat los van goed of kwaad. Het komt van weer een andere boom. God schiep het kwaad als deel van zijn plan. Het kwaad floepte niet zijn schepping binnen na verloop van tijd zoals je de huisdeur open doet en opeens kriebelt er een grote spin naar binnen. Nee, God schiep zelf het kwaad en plaatste het zelfs in het midden van de tuin. Het is de kern van zijn plan om zijn zoon alles in allen te laten zijn. Zoals hij ook de Farao op het schaakbord zetten en tegen hem zegt: voor deze zaak heb ik je groot gemaakt. Het gaat dus allemaal om God en in dit geval om zijn zoon door wie de eonen zijn geschapen. Het leven van een gelovige heeft niks te maken met de menselijke perceptie van goed of kwaad. Het gaat alleen over diens goddelijke leven dat van een totaal andere boom komt. Het gaat om de goddelijke les in het leven zelf: Galaten 2:20.
“Ik werd samen met Christus gekruisigd, toch leef ik. Niet langer leef ik, maar Christus in mij; en wat ik nu leef in het vlees, leef ik in geloof van de Zoon van °God, Die mij liefheeft* en Zichzelf voor mij overgeeft*.” [Joh, 13:1] – [1Tim. 2:6]
*
Paulus leert geen hel
Paulus is onze gespreksvoerder. Hij heeft het nergens over de hel. Meen je tegen beter weten in dat dit wel zo is, dan heb je het fout. Sterker nog; hoe kon het gebeuren dat het christendom zo tegen de leer van Paulus in gaat? Vooral op dit punt? Of heeft Paulus iets begrepen dat het christendom over het hoofd ziet? Neem Handelingen 20:26-27
Daarom getuig ik tot jullie op deze dag, dat ik rein ben van het bloed van allen, [Eze. 3:18] want ik deinsde* niet terug jullie te informeren* van de gehele raad van °God. [Luc. 7:30]
Dit is nogal een statement die hij maakt. Hij heeft het over het bloed van allen en de gehele raad van God. Als hij het woord hel nergens noemt dan mogen we dat wel serieus nemen. Paulus was het patroon van de eerste nieuwe schepping na Jezus. Bovendien leert hij ons om hem te volgen, 1 Kor. 4:15-17; 11:1; Fil. 3:17. Trouw is het woord en alle welkom waard, dat Christus Jezus in de wereld kwam* om zondaren te redden*, van wie ik de eerste ben. [Luc. 15:2] Maar door dit is mij barmhartigheid getoond*, dat eerst in mij Christus Jezus al Zijn geduld zou tentoonspreiden*, tot patroon1) voor die op het punt staan in Hem te geloven, tot aionisch leven. Paulus leerde ons om vast te houden aan het gezonde woord, 2 Tim. 1:13. Heeft hij het over een hel? Nee dus. WIJ hebben het over een hel en zijn verstrikt geraakt in tradities die voorbij gaan aan de boodschap van Paulus. Paulus zegt dit zelf al:
Daarom dan, broeders, staat vast en houdt jullie aan de tradities die jullie geleerd* werden, hetzij door het woord, hetzij door een brief van ons. – 2 Thess. 2:15
Houd je aan Paulus en het woord hel verdwijnt vanzelf uit uw woordgebruik. En een eindeloze hel al helemaal.
*
Paulus leert geen hel
Paulus is onze gespreksvoerder. Hij heeft het nergens over de hel. Meen je tegen beter weten in dat dit wel zo is, dan heb je het fout. Sterker nog; hoe kon het gebeuren dat het christendom zo tegen de leer van Paulus in gaat? Vooral op dit punt? Of heeft Paulus iets begrepen dat het christendom over het hoofd ziet? Neem Handelingen 20:26-27
Daarom getuig ik tot jullie op deze dag, dat ik rein ben van het bloed van allen, [Eze. 3:18] want ik deinsde* niet terug jullie te informeren* van de gehele raad van °God. [Luc. 7:30]
Dit is nogal een statement die hij maakt. Hij heeft het over het bloed van allen en de gehele raad van God. Als hij het woord hel nergens noemt dan mogen we dat wel serieus nemen. Paulus was het patroon van de eerste nieuwe schepping na Jezus. Bovendien leert hij ons om hem te volgen, 1 Kor. 4:15-17; 11:1; Fil. 3:17.
Trouw is het woord en alle welkom waard, dat Christus Jezus in de wereld kwam* om zondaren te redden*, van wie ik de eerste ben. [Luc. 15:2] Maar door dit is mij barmhartigheid getoond*, dat eerst in mij Christus Jezus al Zijn geduld zou tentoonspreiden*, tot patroon1) voor die op het punt staan in Hem te geloven, tot aionisch leven. Paulus leerde ons om vast te houden aan het gezonde woord, 2 Tim. 1:13. Heeft hij het over een hel? Nee dus. WIJ hebben het over een hel en zijn verstrikt geraakt in tradities die voorbij gaan aan de boodschap van Paulus. Paulus zegt dit zelf al:
Daarom dan, broeders, staat vast en houdt jullie aan de tradities die jullie geleerd* werden, hetzij door het woord, hetzij door een brief van ons. – 2 Thess. 2:15
Houd je aan Paulus en het woord hel verdwijnt vanzelf uit uw woordgebruik. En een eindeloze hel al helemaal.
belijdenissen als wachtwoorden
De wachtwoorden om bij een kerkelijke groep te horen variëren van tijd tot tijd en van groep tot groep. Je zou deze wachtwoorden beter helemaal kunnen vermijden om je aan een groep of kerk te conformeren. Beter kun je in God’s achterkamers blijven waar je beter niets kunt zeggen anders dan wat gegrom of een zucht van twijfel te slaken. Een wachtwoord of toezegging voor een kerk zegt zo weinig en gaat zo voorbij aan de heilige geest omdat onze toezeggingen precies moeten aansluiten bij een kerk. Het eisen van zo’n wachtwoord of belijdenis voor een kerk betekent dat een kerk pas in de 2de plaats belangstelling heeft voor de betreffende persoon en in de 1ste plaats voor een meestal standaard voor gekauwde belijdenis. Jezus keek ook naar de mens en niet naar het woord. Toen een overspelige vrouw bij hem werd gebracht, zagen de aanklagers een vrouw die de wet van Mozes had gebroken. Jezus zag daarentegen een gebroken vrouw. Hij ging ook liever aan tafel met zondaren dan met Farizeeërs die de juiste belijdenissen en wachtwoorden verlangden om bij iemand aan tafel te zitten. Bovendien kwam geen van deze betweters op het idee om hem zelf uit te nodigen. Conclusie: wees voorzichtig met belijdenissen en al helemaal als ze als wachtwoorden moeten dienen om toe te treden tot de zoveelste kerk.
Kenneth L. Wilson (1916-?) Editor of The Christian Herald) Have Faith Without Fear (1970), pages 34-36
*
geestelijke oorlogsvoering
een gelovige hoeft natuurlijk geen tempelier te worden en een machinegeweer aan te schaffen om de vijand uit te schakelen. Er is wel degelijk sprake van geestelijke oorlogsvoering boven onze hoofden. Een paar opmerkingen hierover. Als we geloven gaat de heilige geest samen op met onze eigen geest. Met dit verschil dat de heilige geest oneindig veel meer waarneemt. Dus…
1. Wij kunnen deel uitmaken van een gebedsbijeenkomst zonder dat wij dit zelf door hebben. Dat wij in een hangmat boven een wit strand hangen op dat moment doet hier niets aan af.
2. Uw geest is betrokken in een oorlog die al vanaf het begin der schepping speelt.
3. Jouw plaats en roeping in die oorlog zullen uitmaken welk leven je op aarde leeft en waar je gaat en staat.
*
genesis 12:3
Genesis 12:3 – En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden. mensen die menen dat ze door God zijn uitverkoren en de rest van de mensheid (voor eeuwig) naar de hel gaat, moeten maar eens stil staan bij deze vers. Allereerst mag men natuurlijk blij zijn dat wij gelovigen naast Israël ook geroepen zijn als dienaren van God. Dus laten we dan even een toontje lager zingen. Maar deze vers geeft aan dat God juist een selecte groep uitkiest om de rest van de mensheid te bereiken. Wij zijn niet uitverkoren om de rest van de mensheid in een magnetron te zien branden maar juist om hen redding te brengen. Overigens geldt dit voor Israël en gaan wij naar het heelal.
*
OT lezen is saai
waarom is het Oude Testament lezen zo saai? Nou omdat dit het kanaal van israel is. Telkens gaat het weer om israel. Als je denkt dat je met het nieuwe testament wat meer behapbare kost leest, dan kom je ook van een koude kermis thuis. Het nieuwe testament gaat met de 4 evangeliën* nog een heel stuk door op de oude voet. De getuigenissen van Johannes, marcus, mattheus en lucas zijn nog steeds voor israel. In Mattheus 10:5-7 heeft Jezus het over het koninkrijk der hemelen. Dit is echter een hemels koninkrijk op aarde voor de joden tzt. Is hemelen hetzelfde als hemel? Nee dus. Jezus had nooit iets aan de joden geopenbaard over de hemel zoals hij dit later deed aan Paulus. In Genesis 1:1 maakte god aarde en hemel om nooit meer op die hemel terug te komen. Het koninkrijk der hemelen dat Jezus noemt in Mattheus 10 is hetzelfde dat hij ooit beloofd had aan Abraham, namelijk een hemels koninkrijk op aarde. Om die reden was christus dienaar van de besnijdenis geworden om de beloften van de aartsvaders waar te maken volgens Romeinen 15:8. Dit koninkrijk is hemels van karakter, het is niet het koninkrijk IN de hemel maar VAN de hemelen. Maar de locatie is op aarde. Onze opdracht staat slechts beschreven in de brieven van Paulus.
*
God en christendom
het christendom probeert steeds weer regeringen en overheden te beïnvloeden voor christus. Maar God heeft ons dit nooit opgedragen. Ons domein is eerder het interpersoonlijke om christus te promoten. Het gaat om persoonlijke relaties met hem. We brengen het goddelijke licht niet om de legitimiteit van de duisternis aan de kaak te stellen. Wel als contrast voor de duisternis.
“opdat jullie onberispelijke en onvermengde kinderen van God mogen zijn*, smetteloos te midden van een verkeerd en verdorven geslacht, onder wie jullie schijnen als hemellichten in de wereld,” [Deut. 32:5] – [1 Thess. 2:19] – Fil. 2:15. Neem Paulus in Rome. God gaf hem de gelegenheid om Zijn woord te brengen binnen de invloed van de keizerlijke omgeving. Deze invloed was echter geen politieke maar een hemelse waarbij sommige toehoorders werden getransformeerd tot heiligen.
“Jullie groeten al de heiligen, in het bijzonder die uit het huis van de keizer.” [Filip. 1:13] – Fil. 4:22
Binnen het lichaam van christus is niemand jood of heiden. Gelovigen zijn niet langer deel van de landen maar een nieuwe schepping. Er is voor de gelovige geen nationalisme meer. We zijn niet langer Nederlander of Amerikaan of Israëliet, socialist of communist. Galaten 3 leert ons dat we niet jood of heiden meer zijn. Maar een nieuwe schepping in christus. Alle muren en grenzen zorgen voor conflicten maar voor ons bestaan ze niet meer. Voor Paulus was heiden alles buiten joods. Maar volgens Paulus zijn we noch heiden noch joods als we geloven in christus. We zijn het lichaam van christus, nationalisme bestaat niet meer. Paulus’ instructies ten aanzien van ons en de overheid beperken zich tot onze houding en verantwoording ten aanzien van hen van de overheid. Nergens is sprake van instructies voor revolutionaire tendenzen. Integendeel, dank de overheid, zelfs de meest onrechtvaardige opdat je een rustig en vredig leven zult hebben, 1 Tim. 2:1-2. Paulus was geen activist. Hij doet zelfs geen poging om de slavernij af te willen schaffen. Dit was niet zijn agenda. Zijn agenda was hemels. Hij gaf geen lezingen voor overheden over de negatieve effecten van slavernij. Nee, hij instrueerde slaven en hun meesters rechtstreeks, Efe. 6:5-9. Hij is er duidelijk over dat gelovigen hier op aarde op vreemde grond zijn. Hier mogen we eens een middag goed op mediteren, wat dit voor ons betekent. We zijn vreemden op deze aarde.
*
Ons hemelse staatsburgerschap
“Is het toegestaan als een mens, een Romein en onveroordeeld, gegeseld wordt?” [Hand. 16:37] – Paulus
Veel mensen menen dat het hier om een politieke beschouwing van Paulus gaat. Dit is niet waar. Waar gaat deze passage nu echt over? Handelingen was niet door Paulus geschreven. Het boek verhaalt over de overgangs geschiedenis van de val van Israel en de opkomst van het lichaam van christus. Om te kijken wat voor ons, geldt, het lichaam van christus moeten we naar de geschriften van Paulus kijken. Paulus verwees zelden naar het Romeinse recht. En zeker niet als inmenging in politiek. Jezus en Paulus deden nooit pogingen om het romeinse politieke systeem te hervormen. Hij verwees zelden naar zijn staatsburgerschap, zelfs niet als hij gevaar liep. Hij kreeg zelfs 39 stokslagen, iets waar een Romein voor beschermd was. Paulus wilde al heel lang naar Rome maar liep steeds vertraging op door vervolging door de joden. Hij plande vervolgens een trip naar Jeruzalem om de heiligen daar te bezoeken. Daarna zou hij naar Rome gaan. We spreken lente 54 na christus, Handelingen 19:21. Hij schreef aan de heiligen in Rome om hem te informeren over zijn plannen om naar hen toe te komen. (Lente 58 na chr.) In Jeruzalem stuitte hij op veel weerstand. Hij zon op een kans om uit de klauwen van de joden te geraken en naar Rome te kunnen. Derhalve zei hij: “Is het toegestaan als een mens, een Romein en onveroordeeld, gegeseld wordt?”
Paulus deed beroep op de civiele autoriteiten om in overeenstemming met de wet te handelen waaraan zij gebonden waren. Hij appelleerde aan het Romeinse recht, waardoor hij uit de handen van de joden bleef die hem vervolgden. Ook de joden waren gebonden aan dit romeinse recht. Hij had nu bovendien een alibi om naar Rome te gaan door met het romeinse recht te scheperen. (lente 59 na chr.) De overheid zag Paulus als een Romein, en Paulus herinnerde de overheid hier graag aan om hun eigen recht toe te passen. Dus moest hij naar Rome en ging hij onder Romeinse autoriteit daarheen. Dit voorbeeld van Paulus leert ons niet om politiek te worden. Paulus ontving nogal wat openbaringen tijdens zijn leven. Hoe zat het daarmee? Voordat we op de politieke toer gaan. Paulus schrijft: “ik zal komen met gezichten en openbaringen van de Heer.” – 2 Kor. 12:1.
Nadat hij zich op Zijn romeinse staatsburgerschap had beroept, legde hij zijn latere openbaringen uit. In de bajes schreef hij ze aan de Fillippenzen. Hij schrijft nota bene: ons staatsburgerschap is in de hemel! (lente 62 na chr. Fil. 3:20). Deze uitspraak staat wel heel erg haaks op zijn eerdere beroep op zijn romeins staatsburgerrecht. Hij schreef niet: we hebben naast ons aardse staatsburgerschap ook nog een hemels staatsburgerschap. Nee, hij schrijft na zijn nieuwste openbaringen die hij van Christus kreeg dat we nu maar 1 staatsburgerschap hebben: in de hemel. Vanuit zijn gevangenschap binnen het aardse staatsburgerschap schrijft hij over de vrijheid van zijn hemelse staatsburgerschap.
*
Seks als plicht
Laat de man tot de vrouw de verplichting leveren en zo ook de vrouw tot de man. – 1 Kor. 7:3
De omgang tussen man en vrouw in de vorm van en huwelijk is levenslang. Het huwelijk brengt inderdaad een verplichting voor elkaar mee. In het Grieks is dit woord verplichting vertaald met opheilō. Man en vrouw zijn gebonden. Het lichaam van een man behoort aan zijn vrouw en andersom. Men mag elkaar dus geen seks weigeren, dit is zelfs fraude: 1 Kor. 7:5. Juist om satan geen kans te geven je te verleiden tot seks met anderen of naar de hoeren te gaan, mag je elkaar niet weigeren. Kern van het huwelijk is dat twee één zijn met seks als belangrijkste bindmiddel. Dit is de betekenis van trouwen: een daad van vereniging. Elkaar seks onthouden is dus fraude bij uitstek tenzij het natuurlijk te maken heeft met lichamelijke beperkingen. De enige andere uitzonderingen om elkaar seks te weigeren zijn vasten en gebed. De reden hiervoor is simpel: geen seks, dan ook geen eten. Je zou dus letterlijk van honger sterven als je de ander steeds seks onthoudt.
Wij denken dat het andersom is: als je erop los neukt, komt er nooit brood op de plank. Maar God draait het duidelijk om. Het vasten heeft hier geen medische betekenis en is duidelijk gekoppeld aan gebed. Paulus geeft een voorbeeld van een stel dat zo in beslag wordt genomen door dagelijkse beslommeringen dat ze geen zin meer hebben in fysiek genot als seks. De tijd die ze ooit aan seks en eten besteedden, gaat nu op aan hun strijd tegen de dagelijkse beslommeringen. Er is een duidelijk verband tussen het genot van eten en seks. Ook wanneer men even geen seks wil i.v.m. gebed en vasten moet dit in onderlinge overeenstemming gebeuren. En bovendien mag dat gebed en vasten maar beperkt duren. Anders maakt satan misbruik van je verlangens. Zelfs van de grootste beproevingen kom je af en toe bij om even een pot bier te pakken. Koning David beurde zichzelf ook op na de dood van zijn zoon, 2 Samuel 12:20.
In vers 5 staat: “en jullie opnieuw hetzelfde zouden zijn.”
Je ziet dus een beeld van seks – gebed/vasten – weer seks. Dit is een beeld van een man/vrouw eenheid die zich in een continue huwelijksstaat bevindt. Inbreuk maken op elkaars seksuele plichten ten opzichte van elkaar is niets anders dan rebellie tegen god.
*
onontkoombaar leiderschap
de man is het hoofd van de vrouw net zo is christus hoofd van het lichaam
Het huwelijk is gods ontwerp voor man en vrouw ongeacht hoeveel samenlevingsvormen er tegenwoordig zijn. De man is het hoofd van het huwelijk en legt verantwoording af aan God. Het humanisme heeft van het huwelijk een samenwoningsmodel gemaakt maar dit was niet de bedoeling. Het huwelijk is deels gedefinieerd als de man als hoofd over de vrouw. Zonder dit hoofd is er geen huwelijk. Mannen moeten derhalve toegewijd zijn aan hun vrouwen zoals christus aan het lichaam. Maar de man wordt nergens opgedragen om het hoofd te zijn over de vrouw. Namelijk, de man IS dit al. Zelfs als de man niet van zijn vrouw houdt, is hij hoofd over haar, een slecht hoofd maar nogtans een hoofd. De man bevindt zich dus in een positie van onontkoombaar leiderschap. Zelfs al maakt hij er een potje van, hij blijft het hoofd van zijn vrouw. Als hij er vandoor gaat naar de andere kant van de wereld, blijft hij hoofd in afwezigheid maar is hij nog steeds haar hoofd. Zijn afwezigheid zal het huis domineren. Hoeveel gezinnen worden niet gekenmerkt door de ene lege stoel aan tafel? Bij huwelijksproblemen is de man verantwoordelijk. Verantwoordelijkheid is niet hetzelfde als schuld. Als de vrouw vreemd is gegaan, is ze natuurlijk schuldig maar HIJ blijft verantwoordelijk voor alles. Op een schip is de kapitein ook verantwoordelijk voor fouten van een dronken zeeman aan boord. De zeeman zou volgende maand toch een andere baan krijgen. Hij is schuldig maar de kapitein is verantwoordelijk.
*
De Joden en de Magiërs
Veel joden bewonderden de magiërs uit het Oosten. Niet alleen omdat hun voorvader Daniël onder hen had verkeerd maar ook omdat de magiërs niet zoals andere magiërs aan afgoderij deden. Ze maakten geen beelden van hun goddelijke associaties wat deze ook waren en in feite waren ze heidenen die naar monotheïsme neigden. Ook Philo had ontzag voor hen en noemden hen serieuze wetenschappers van een niveau om koningen te adviseren. Cicero en Plutarch leren ons dat Magiërs de speciale taak hadden om koningen te adviseren. Eigenlijk hielden ze zich alleen bezig met koninklijke zaken. Ze stonden in zo’n hoog aanzien dat Herodus zelfs meer vertrouwen in hun had dan in zijn eigen astrologen. Geen wonder dus dat ze cadeau’s gaven aan de ouders van Jezus. Een eeuw later zou Tiridates hetzelfde doen en cadeau’s schenken aan keizer Nero. Al met al is het dus zeker niet verbazingwekkend dat Herodus flink in de war was van hun komst. De geschenken die de magiërs aan de ouders van Jezus gaven, goud, mirre en wierook waren al genoemd in Jesaja 60:6 als geschenken die buitenlandse heersers op een dag aan Israël’s messias zouden brengen. We weten niet precies hoeveel magiërs naar Israël afreisden maar we vermoeden dat het er 12 waren. De gedachte dat er maar 3 magiërs waren is gebaseerd op het feit dat er 3 cadeau’s waren geschonken. Bovendien moeten de magiërs hebben geweten dat deze koning heel iets anders was dan de koningen waar ze tot nu toe mee te maken hadden gehad.
*
God woont in Damascus, NIET in Jeruzalem
De berg Hermon bij Damascus was de heilige berg van de antieke wereld waar afgoden werden vereerd. Aan de voet van de berg was een plaats die Banias heette. Dat was een zeer oecumenische plek waar ALLE goden werden aanbeden. Uitgerekend deze plaats koos God de Vader uit om zijn zoon Jezus tot redder van de wereld uit te roepen. En NIET Jeruzalem. De belangrijkste gebeurtenis van het Nieuwe testament gebeurde op de top van de Hermon berg bij Damascus! En NIET in Jeruzalem. Ja, wat er op Golgota gebeurde was ook belangrijk. Maar Jezus en zijn apostelen kregen hun opdracht op de Hermon van God zelf. De Hermon was de eerste berg van Zion! Daar kwam God de Vader in het vlees en NIET in Jeruzalem. Ook niet op de berg Sinaï. Maar wel op de heilige berg van de antieke wereld die zoveel afgoden vereerden. Dat was de plaats waar Jezus tot redder van de hele wereld werd geroepen. Hier was het waar God de Vader zei: “Dit is mijn geliefde Zoon.” (Mat. 17:5). Alles wat Jezus daarna deed werd op de Hermon in gang gezet. Zie ook Psalm 133:3. De reden waarom de schrijvers van het Nieuwe Testament de profetie van de 30 zilverstukken van Judas selecteerden was omdat Judas het geld in het heiligdom van de tempel gooide. Het gaf aan dat God de tempel allang niet meer zag als een heilige plek maar eerder als een zakencentrum waar van alles verhandeld werd. De tempel was een werkplaats geworden voor pottenbakkers (Zecharia 11:12,13). De Nieuw Testamentische priesters verbonden het geld van Judas met de werkplaats van pottenbakkers (Mat. 27:3-10). Dit betekende dat God tijdens de kruisiging van Jezus de tempel niet langer als een heilige plaats beschouwde. Het scheuren van het gordijn was het teken dat God de tempel verliet en naar Damascus verhuisde.
*
De geografie van de hemel
Hoog boven de sterren is de 3de hemel! Met ontelbare INWONERS zoals openbaring 7:9 ons leert.
Laat dit maar eens op u inwerken…
( – )
In Openbaring 21:2 wordt het merkwaardige hemelse jeruzalem beschreven.
Wacht eens even… een jeruzalem in de hemel, dus…
Ergens daarboven is een stad, een replica van Jeruzalem!
Openbaring gaat nog een stukje verder: dit mysterieuze Jeruzalem “ergens” boven ons hoofd heeft dezelfde politieke en huiselijke invloedssfeer als haar replica op aarde. Met 1 verschil; het hemelse jeruzalem is 1000 maal zo groot! (Openbaring 21:16)
De inwoners zijn echter even groot als wij zoals ook Jezus na zijn opstanding eruit zag als wij. Doch was Hij een goddelijke mens en één met de Vader. God zelf, een goddelijk wezen ziet eruit als een mens!!! Hebr. 1:3; Joh. 14:9; 2 kor. 4:4; Kol. 1:15–16. Ook wordt met aardse maten gemeten in het hemelse jeruzalem. De hemelse stad is ongeveer 1500 mijl in het vierkant.
En die inwoners daar ver boven ons hoofd? Wie zijn dat?
Wie wonen er eigenlijk boven onze hoofden? Volgens het boek Openbaring krioelt het daarboven van volksstammen, naties, inwoners en tongen: Ope. 7:9, 12:12, 13:6 en 19:1 waar van zeer veel inwoners wordt gesproken. Dit zijn geen aardse mensen maar hemelse wezens. Het aardse jeruzalem was de hoofdstad van de 12 stammen van Israël in de tijd van david en salomon. Zo is de hemelse tegenhanger een stad met 12 poorten met de individuele namen van de 12 stammen van israël boven iedere poort. Ook staan de namen van de 12 apostelen in de poorten gegraveerd. Of…….. moeten we de boel omdraaien en zeggen dat de 12 stammen van Israël en de 12 apostelen genoemd waren na de namen die in de 12 poorten van de hemelse stad gegraveerd staan???
Drie hemelen
De eerste hemel is de atmosfeer rondom ons waarin ook de vogels vliegen en waar het weer zijn gang gaat. De 2de hemel is waar de planeten en sterren zijn. Deze hemel staat in Genesis 1:14-18. In de 3de hemel woont God. Hij woont in een paleis dat in een stad staat binnen een gebied dat Jeruzalem heeft ofwel Berg Zion. De tuin van eden en het land van eden waren een exacte weergave van Gods hemelse residentie. De 24 priesterlijke divisies in salomons tempel (1 Kron. 24:1-18) symboliseerden de 24 oudsten uit openbaring 5:8. De bijbel zegt dat de 4 rivieren, de Eufraat, Tigris, Pison en Gihon het land van Eden gescheiden binnenkwamen tot ze in de Tuin van Eden samenvloeiden tot 1 rivier die het verlengde was van de Gihon. Dus het water dat uit de Tuin van God kwam was de Gihonrivier die een stuk breder was omdat deze een samenvoeging met de andere 3 was. Toen David en salomon hun tempel bouwden, gebeurde dit boven de enige bron in jeruzalem, de Gihonbron. Beiden, Gihonbron en zijn hemelse tegenhanger stemmen ook overeen met de Waters van Redding waarover David zingt in Psalm 87:1-3,7; Psalm 29:2-3, 9-10, Psalm 104:3 en Psalm 36:7-9.
Dus de aardse rivier Gihon ontleende zijn naam aan zijn hemelse tegenhanger in de 3de hemel.
Onze hemelse equivalenten
Er is zeker een hemelse regio die Perzië heet omdat de engel Gabriël tegen de prins van Persië vocht IN De HEMEL. Inderdaad staat er in Openbaring 12:7 dat er een oorlog wordt gevoerd in de hemel. Later vocht Gabriël tegen de prins van Javan (het hemelse Griekenland en de Balkan) in de hemel en zeker niet tegen het aardse griekenland. Maar zowel Perzië als Griekenland hebben hun equivalenten in de hemel. Daniël was in staat om met de hulp van zijn tegenhanger in de hemel tegen de hemelse machten te strijden: Daniel 10:21, 8:9-10, Daniel 11-12:4. Wat gebeurt er als er in de hemel oorlog is? Dat heeft zijn weerslag op de aarde. We hebben dan vergelijkbare oorlogen op aarde. Zie Ope. 12:12-17. Soms echter, gaan gebeurtenissen op aarde vooraf aan gebeurtenissen in de hemel. Jezus heeft het over een tijd van grote verdrukking op aarde. Deze tijd zal zo erg zijn als geen enkele periode daarvoor (Mat. 24:15-29). Maar in Daniel 12:1 begint de tijd van de verdrukking pas na de 3,5 jaar en vindt plaats tijdens de opstanding van de doden.
Openbaring 7:9 stelt dat er een enorme menigte in de hemel is die niemand kan tellen, van alle naties, volkeren, mensen en tongen die voor de troon van het lam staan. Dit zijn HEMELSE wezens en geen aardse. Zij komen uit de Hemelse Periode van de grote Kwelling (Dan. 12:1) en niet de aardse die Jezus in Mat. 24 noemt. Dus noemt de bijbel 2 grote perioden van verdrukking – één in de hemel die zo heftig als als nooit tevoren en een andere op aarde. Alle profetieën over Perzië, Javan, de koning van het Noorden en de koning van het Zuiden in Daniel 10:21 en Daniel 11 tot 12:4 gaan over de oorlogen in de hemel en niet op aarde! Deze oorlogen zijn voornamelijk tussen de aartsengelen Gabriël en Michaël en de hemelse prinsen van Perzië en Javan en met de hemelse machten die we de koningen van het Noorden en Zuiden noemen. De gebieden Edom, Moab en Ammon die genoemd worden in Daniel 11:41 zijn hemelse gebieden, geen aardse. En als het hemelse Jeruzalem 1000 maal grote is dan het aardse jeruzalem, dan zullen het hemelse Perzië, Edom, Moab en Ammon ook 1000 maal groter zijn dan de aardse tegenhangers. En dus zal het hemelse Nederland 1000 keer groter zijn dan ons land op aarde. Er zijn grote massa’s naties, stammen, mensen en talen die de 3de hemel bewonen. Daar kunnen wij met ons verstand niet bij maar het is wel degelijk zo. Deze mensen zijn niet op aarde maar wonen in de 3de hemel en hebben hun eigen hemelse oorlogen en periode van de grote verdrukking (Ope. 7:9-17). Ook mensen op aarde hebben hun hemelse tegenhangers in de vorm van engelen in de hemel. Jezus zei dat kinderen hun beschermengelen hebben (Mat. 18:10). Petrus had een engel die er precies als hijzelf uitzag, Hand. 12:15. De engel van de profeet Samuel heette zelfs Samuel (1 Sam. 28:11-15). De aarde is dus een patroon van de hemel maar dan in het klein. De hemelse regionen zijn gigantisch veel groter dan onze aardse regionen maar de inwoners zien er net zo uit als wijzelf. In de hemel is er evenveel diversiteit als op aarde. In de hemel zijn dezelfde oorlogen gevoerd als op aarde. Maar spoedig zal dit allemaal voorbij zijn.
*
Je vader is in de HEL
je vader is net overleden en was ongelovig. Waar is hij nu? een onhandige dominee beantwoordt de vraag: hij is in de HEL. Nu komt het woord hel nergens in de grondtekst van de bijbel voor. Wel is het een verbastering van 3 woorden:
1. je vader is in het gehenna. Nou geweldig, dan pakken we een vliegtuig naar Tel Aviv, de trein naar Jeruzalem en gaan we naar het Hinnomdal. Daar zal hij dan zijn. Hij is dus helemaal niet dood.
2. Je vader is in de Tartarus: nou nou, dat was voor de boze geesten en zo erg was pa nou ook weer niet. Bovendien leefde pa niet toen Noach leefde.
3. Je Vader is in de Hades: nou, dat is goed, dan ligt hij te slapen naast David en Abraham en de anderen. Joh. 11:11-14.
*
Predikte Jezus in de hel?
1 Petrus 3:19 wordt zo uitgelegd dat Jezus na zijn sterven naar de hel ging/afdaalde om het evangelie aan de verloren zieltjes te prediken. Die zondaars knetteren dan in het hellevuur en moeten ook nog kracht opbrengen om naar Jezus’ geklets te luisteren. Bovendien staat in Prediker dat de doden niets weten. Dus hoe kan Jezus dan preken? Er zijn 2 zaken die we in de gaten moeten houden.
1. Jezus preekte nadat hij levend was gemaakt in de geest, dus NA zijn opstanding (vers 18).
2. en de doelgroep bestond niet uit zondige zieltjes die werden gemarteld in het hellevuur. Nee, het ging hier sowieso niet om mensen maar om geesten ofwel bovennatuurlijke wezens (boze geesten) die de mensen in de dagen van Noach aangezet hadden tot vernietiging.
Deze mysterieuze wezens zijn onsterfelijk en verblijven onder de aarde, zie Fil. 2:10. Ook zij zullen ooit hun knieën buigen voor Christus.
*
Mat. 12:32, lastering heilige geest
In Mat. 12:32 staat dat afwijzen van de heilige geest niet vergeven zal worden. Wat moet ik me hierbij voorstellen? Er staat niets bij over een vlammende hel. Marcus 3:28-29 geeft een aanwijzing. De straf die hierop staat is aionisch. Wat wil dit zeggen? Heel simpel dat degenen die de heilige geest afwijzen c.q. een wonder van haar toeschrijven aan satan het aionische leven zullen mislopen. Net als alle ongelovigen. Dit betekent niet dat men eindeloos in een oven wordt gegooid. Maar simpel dat men de komende 2 aionen niet mee zal maken, afgezien van een korte tijd waarin men in de 5de aion geoordeeld zal worden. Daarbij heeft jezus het duidelijk tegen de joden die hem op dat moment niet gehoorzamen. En niet tegen ons als lichaam van christus. Dat is wel een verschil. Hoeveel gelovigen hebben wel niet in de rats gezeten omdat ze bang waren dat ze de heilige geest hadden gelasterd en nu eeuwig hun lot verspeeld hadden. Maar de passage is helemaal niet voor ons. Wij, vanaf Paulus zijn van het Lichaam van Christus en alles voor Paulus was Israël. Voor hen was de waarschuwing op dat moment bedoeld. De Israëlieten wisten heel goed dat er een nieuwe aion aan stond te komen, namelijk een 1000 jarig rijk. Als ze de heilige geest lasterden zouden ze dit dus mislopen en niet tzt uit de dood worden opgewekt om deze 1000 jaar met Hem te regeren. Maar wat zou er met deze lasteraars NA die 1000 jaar gebeuren? Heel eenvoudig: net als alle ongelovigen zouden ze uit de dood worden opgewekt in het begin van de 5de aion en geoordeeld worden, niet als straf maar ter rechtzetting van hun zonden om hen alsnog te redden. Dit gaat ons als lichaam van christus echter niets aan.
Dreiging met de hel, Mat. 5:29
In Mattheus 5:29-30 zegt Jezus dat je beter je oog uit kunt rukken (niet doen) als dit je naar de zonde leidt, en naar het vuur van de hel. Vele gelovigen hebben hierdoor in angst gezeten. Maar op de meeste van deze bange mensen was deze vers niet eens van toepassing. Jezus had het duidelijk tegen de joden met het oog op een toekomstig Israëlisch koninkrijk der hemelen. Niet in de hemel maar een hemels koninkrijk op aarde. Jezus heeft het woord hel nooit gebruikt, wel gehenna, hetgeen in zijn tijd een crematorium was buiten Jeruzalem. Stel je voor dat alle ongelovigen wel naar de hel zouden gaan. Dan moeten ze allemaal worden samengepropt in een dal van vallei van 762 x 61 meter.
*
Creatieve oplossing voor de zonde
het christendom heeft een grappige oplossing voor de zonde bedacht. Deze doet god tzt in quarantaine. Weet u wat quarantaine is? Hier moesten de astronauten in toen ze terugkwamen van de maan. In christelijke zin is zo’n quarantaine ergens heel ver weg een donkere ruimte, eventueel met veel vuur, aan de andere kant van het heelal. Waar dus alle ongelovige zondaren heengaan na de dood. Hitler’s concentratiekampen zijn er niets bij vergeleken met dit enge oord. Maar is dit God’s oplossing? Is de God die het heelal heeft geschapen niet wat vindingrijker? Intussen leven de gelovigen zich in de rest van het heelal uit met oneindige feesten zonder zich iets aan te trekken van die ene verre plek, hel genaamd, waar iedereen tandenknarsend zit te gillen van de pijn. Hoe kan zo´n raar idee ontstaan? Het probleem is dat het christendom heidense elementen heeft overgenomen uit de griekse mythologie, Orpheus, Pythagoras, Plato, Homerus, Virgilius, uit Dante’s inferno en deze zaken met de bijbel heeft verenigd. Wel knap overigens om de bijbel zo uit te leggen dat Plato er ook mee uit de voeten kan. Maar wat zegt de bijbel nu? Lees Romeinen 5:20 hiervoor:
waar zonde toeneemt*, overstijgt* de genade (zie ook Galaten 3:19)
* hel komt niet in de grondtekst voor, wel het woord gehenna = hinnomdal
*
klagen en kreunen – door John R Gavazzoni
Wat moet een christen doen?
Veel christenen prediken hoe we een goed christen moeten worden, bijvoorbeeld door aan liefdadigheid te doen. Ik beschouw deze stemmen als de essentie van de anti christ, immers alleen Christus is God’s weg. Zelf kun je niets aan je bestemming in Christus toevoegen, ook niet door elke vrijdag oude dametjes te helpen met boodschappen doen. Maar wat moet je dan wel doen als christen? Antwoord: kreunen, klagen en steunen: Rom. 8:22. Wij, Nederlanders hebben blijkbaar een extra talent gekregen om goed christen te worden. Blijf klagen en kreunen want dat is wat de hele schepping doet en dat is ook wat je in werkelijkheid doet, alleen probeer je je gekreun en geklaag te onderdrukken omdat je er nu eenmaal niet veel vrienden mee maakt die overigens net zo hard klagen.
Al dit gekreun en geklaag is volgens Paulus het gekreun van de weeën die aan onze nieuwe geboorte vooraf gaan. Dit gekreun is het gekreun van de Heilige Geest, van de hele schepping en komt volgens Paulus van de pijn van onze geboorte. Gevangen in ons gekreun, zitten we met de hele schepping in het proces van de echte geboorte. Hoe raar het klinkt, onze corrupte, verstoorde schepping is de baarmoeder waaruit ons nieuwe leven voortkomt. Zo gaat het in het normale leven ook. Als een kind eraan komt, komt het en kan de moeder alleen maar afwachten. Ook het kind zelf heeft er weinig medezeggenschap over wanneer en hoe het ter wereld komt. Zo zullen ook de gelovigen een nieuwe schepping zijn. Hoe vreemd dan ook dat gelovigen denken dat ze door liefdadigheid wel hun bestemming in christus kunnen beïnvloeden. En dat niet alleen, maar welke kerk predikt nu dat je moet gaan klagen in plaats van oude dametjes te helpen met de boodschappen te dragen? Geen enkele kerk. Eerder wordt een boodschap verkondigd die hier haaks op staat als het al niet zo is dat een kerk zich ervoor zou schamen een degelijke boodschap uit te dragen. Maar, beste kerken, het kind dat dit keer voortgebracht moet worden is te groot voor jullie, dus begin maar vast lekker te kreunen en te steunen, te kankeren en te klagen. Rom. 8:22 – Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan.
*
Herstel van alles
De bijbel kent 114 manieren om Jezus te prijzen. Daarentegen spreekt Hebreeën 13 over Jezus die buiten het kamp lijdt en ons aanspoort ons bij hem te voegen om in zijn lijden te delen. We hebben hier immers geen permanente stad maar we verlangen juist naar de stad die spoedig de onze zal zijn. Deze wereld is niet ons thuis, we zijn vreemdelingen in een vreemd land en het valt soms niet mee onder die omstandigheden Jezus te eren. Het licht van ons lichaam is het oog. Kijk je normaal uit je ogen, dan is je lichaam vol licht. Kijk je boos uit je ogen, dan is er duisternis in je, Lukas 11:34. Hieruit kun je al opmaken dat er niet 2 rivaliserende machten in de schepping zijn maar 1, YHWH met wie we van doen hebben. En zelfs als we weten dat YHWH alles voor ons kan doen, kunnen we hooguit op het geloof van ons heldere oog vertrouwen als YHWH niet alles doet wat we vragen, of zelfs helemaal niets doet. Ook als de gevangenisdeuren gesloten blijven, de trouwring niet gevonden wordt, blijft dat heldere oog in Gods richting kijken. Daar is niets op tegen. Ik wil God graag leren kennen in de duisternis waar alle hoop vervlogen lijkt, wetende dat hij alles voor me kan doen. Wat we het liefst willen is helderheid. Net als bij Elisha de profeet die over de Shunammitische vrouw zei: “laat haar alleen, want zij heeft verdriet en de Here heeft het voor mij verborgen gehouden,” 2 Koningen 4:27. Jesaja zegt tegen de Here: u bent waarachtig een God die zich verborgen houdt: Jes. 45:15. De Here zegt tot Jeruzalem door Jesaja: voor een kort moment heb ik u afgewezen, maar met diepe compassie breng ik u terug. Jes. 54:7-8. Dit was een antwoord op Koning David’s vraag: mijn god, mijn god, waarom heeft u mij verlaten? Psalm 22:1.
Als Jezus zich verlaten voelde, hoeven we niet gek op te kijken als we ons soms ook zo voelen. Als God ons de genade heeft geschonken om naar alles, wat het ook is, te kijken met een helder oog, duurt de doodsstrijd niet zo lang, hoewel de pijn die we voelen intens kan zijn. Zo hadden wij ooit een prachtige herdershond die de schrik van alle katten was. En ook van alle honden, want hij was de sterkste. Tot hij dood ging. Dat was wel even tandenknarsen. Maar ook zijn leven is in Gods handen. Valt er niet 1 mus dood neer als God het niet wil? Matteus 10:29. Wat voor mussen geldt, zal toch zeker ook voor herdershonden gelden? Wat een ontzagwekkende verklaring over Gods zorg over zijn hele schepping.
Hij heeft de hele schepping onder frustratie gebracht in hoop. Welke hoop? Dat de schepping zelf bevrijd zal worden uit zijn verval. Rom. 8:21. Nadat Petrus en Johannes de kreupele man hadden genezen bij de poort (Handelingen 3:1-10) kwamen de mensen van alle kanten op hun af. Petrus verzekerde hun: Dat is Jezus die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd aanbreekt waarin alles moet worden hersteld. ”Hand. 3:21. Petrus heeft het dus niet alleen over mensen maar over alles: onze huisdieren maar ook: handdoeken, typemachines, fietsen, alles!
Toen God in Genesis de aarde schiep met ALLES erop en eraan, zag hij tenslotte dat het goed was. Erg goed zelfs. De mens was bovendien zijn ultieme schepping waarvan de schrijver in de Bijbel zegt: wie is de mens, dat u aan hem denkt? Het mag zo zijn dat de mens tijdelijk onder de engel staat maar dat zal spoedig veranderen. Alles wordt straks aan de mens ondergeschikt gemaakt. We zien dit terug in de schrijver die het papier onderwerpt, de schilder die het doek vol schildert, of de koning op de troon. En hier ligt het grote probleem. Alles is aan ons ondergeschikt, alleen zien we dat niet zo. Mogelijk omdat ons oog niet helder is. Niettemin moedigt de schrijver ons aan: “maar we zien Jezus die iets minder was dan de engelen, nu gekroond in glory en eer omdat hij de dood heeft ondergaan, opdat hij door de genade van God ieders dood mocht proeven. Zo is de cirkel van het lijden weer rond, met dit verschil dat we in het midden van de ellende God nog helderder zien dan eerst. We kunnen in Christus rusten en ophouden met werken, bezorgdheden en angsten.
Eigenlijk zijn er 3 testamenten: eerst Gods verbond met Abraham, een unilateraal verbond. Daarna met Mozes een bilateraal verbond tussen God en Israel. En dan nu de vervulling van het eerste verbond dat God in het begin maakte met de HELE schepping. God zegt van zijn NIEUWE schepping in Christus: het is erg goed en dat slaat op alles, de tuinstoelen, de radiowekkers, de fotolijstjes, de ozonlaag; ALLES. Paulus zegt het ook nog eens: God zal alles in zijn zoon christus samenbrengen: ALLES. Dus ook het Boeddhisme, de islam, Hindoeïsme. In christus zijn we uitverkoren om aan de rest van de schepping het goede nieuws te brengen. Nu en in de volgende eeuw. Efe. 1:9-11. In Efe. 4 zegt paul dat Hij die naar de aarde is afgedaald, ook naar de hemel is opgestegen om ALLE dingen met hemzelf te vervullen. ALLES: boeken, dieren, stoelen, pannen, stripboekjes, etc. Maar ook geestelijk.
Als voorbeeld neem ik een boer die zijn land bewerkt. Neemt hij niet af en toe even pauze en gaat hij niet het onkruid en het afval of de dode gewassen om de zoveel tijd verwijderen en op de grote stapel verbranden? Zo werkt God in ons ook. God cultiveert zijn veld in ons waarin ook het onkruid is gezaaid. Hij zal het verwijderen op dezelfde manier als waarop hij met andere onvolkomenheden in ons omgaat. Hij is het reinigende vuur in ons: Mat. 13:36-43, Heb. 12:29. Jezus geeft en neemt maar ooit zal ik onze hond weer terugzien maar dan wel in verheerlijkte vorm. En ook de andere spullen die ik niet meer heb.
*
Verzoening – door David Ord
Over Sodom en Gomorra. God verbrandde de steden van de vlakten. Judas 7 zegt dat deze mensen de wraak van het eeuwige vuur zouden proeven. Definitief dus. De inwoners van Sodom zijn nu in het eeuwige vuur. Maar wat zegt Jezus in Matteus 11 en 12? Het komende oordeel zal dragelijker zijn voor de inwoners van Sodom dan voor de huidige generatie. Wat? Tolerantie, in het oordeel? Hoe werkt tolerantie in het oordeel? Worden de vlammen van de hel wat lager gezet? De inwoners van Tyrus en Sodom zullen opstaan en de generatie veroordelen tegen wie Jezus persoonlijk sprak. Opstanding van de inwoners van Sodom die al hun eeuwige straf ondergaan … staan op uit de vlammen van het eeuwige hellevuur? Jezus zei dat als de inwoners van Sodom en Tyrus zijn boodschap hadden gehoord, ze zich zouden bekeren. Dus: als ze het alleen maar hadden gehoord, waren ze al in staat geweest om zich te bekeren. Zo slecht waren ze blijkbaar toch niet. Helaas, te laat, ze zitten al midden in de vlammen. Had Jezus maar eerder moeten komen. Maar dan hadden ze zich zeker bekeerd! En hoe wist Jezus eigenlijk dat de inwoners van Sodom en Tyrus zich zouden hebben bekeerd? Behalve als het zo gebeurt dat iemand het echte nieuws hoort, dit ook oppikt. Blijkbaar zijn we gemaakt voor redding en niet voor verdoemenis. Laten we nu eens kijken naar Ezekiel 16. In het oordeel zal het volk van Israel hersteld worden in zijn oorspronkelijke staat. Samen met hun, zal ook het volk van Tyrus en Sodom in de oorspronkelijke staat worden hersteld.
Wat?
Mensen die in het eeuwige vuur branden, worden hersteld in hun oorspronkelijke staat? En God zal een verbond met hun sluiten en hun vergeven. Dat zal nogal verrassend zijn voor Israel omdat juist Israel zoveel meer slechte dingen heeft gedaan dan Sodom. Het zal een eeuwig verbond zijn dat hun zal beschamen want Israel heeft het goede nieuws wel degelijk gehoord maar destijds niet ontvangen. Hier zijn dan Israel, Sodom, Tyrus, allen samen verenigd, hersteld en vergeven.
*
zonde en vergeving
Het ligt niet aan jou als mens. Het gaat niet om of je je een zondaar voelt, maar dat is wat God zegt wat je bent. Omdat je niet als mens vanuit jezelf tot eer van Hem kunt leven, mis je je doel als mens. Dat is een feit, omdat je als nakomeling van Adam sterveling bent. Niemand heeft gevraagd of Hij voor de zonden zou sterven, God wilde het, en dat is allesbepalend. Daarmee is Hij dus ook voor jouw zonden gestorven. Al die gedachten van dr. Stephen Jones: het komt mij allemaal heel gekunsteld over. Paulus geeft geen hints dat de feesten van de Heer door het lichaam van Christus vervuld moeten worden. Eerder zijn wij al deel van de nieuwe schepping in Christus. Dat wij eerst de ander moeten vergeven is een voorwaarde die het evangelie niet kent. Het is juist genade! Dat sluit alle werken van de mens uit. Daarom hangt het niet van jouw keuze af, maar van Hem. Dank Hem daarvoor!
*
God vermeerderde zichzelf vanuit zijn eeuwigheid in iets dat we aionen noemen en op eindigheid duidt. Weliswaar duurt die eindigheid duizenden jaren of wellicht nog langer maar er komt ooit een eind aan als God alles in allen zal zijn, 1 Kor. 15:28. God plaatste de mens in die aionen die gevuld waren met materie van werelden zoals de aarde. De mens kon zijn schepper op deze manier mooi verheerlijken. Heerlijkheid in deze zin is iets anders dan het woord dat wij kennen voor als iets lekker gesmaakt heeft. De betekenissen lijken wel op mekaar maar bijbelse heerlijkheid heeft eerder te maken met verhoging. God maakte dus de mens in een eindig domein, opgedeeld in aionische perioden slechts met het doel om hem te verheerlijken. Maar dit niet alleen: ook Hij zou zich verheerlijken in de mensen. Hij zou zich openbaren in de mensen en zich direct in hen verheerlijken. Dit ging een tijd goed tot Eva van de boom van goed en kwaad at waardoor de mens helemaal sterfelijk werd. De eindigheid van de aionen en sterfelijkheid van de mens resoneerden nu voorgoed met elkaar. Het doel van het heelal: om god te verheerlijken alsook om god zich in het heelal te laten verheerlijken in de zin van verhoogd worden.
*
Jezus was D-O-O-D
Jezus was dood… 3 dagen lang.
Ja, mensen laat deze zin maar eens tot je doordringen, op je inwerken, of schrijf hem op papier en eet hem op of zoiets. Jezus stierf voor onze zonden (niet in plaats van). Dus was hij dood. En wel 3 dagen lang. Dat de zoon van god dood is geweest, de man die zoveel wonderen deed en mensen uit de dood opwekte maar nu zelf dood ging, is wel iets om even bij stil te staan. Je hoort vaak: Jezus deed wonderen, liep over water, vermenigvuldigde brood of genas zieken. Inderdaad, dat deed hij allemaal. Maar wat je nooit eens hoort is dat hij ook dood is geweest. De slogan dat hij voor onze zonden is gestorven is zo’n mantra geworden dat de dood er nauwelijks in terug te vinden is. Maar hij was wel degelijk dood. En dus mogen wel wat kritische zijn over het hiernamaals. Als we direct na dit leven naar hetzij een hemel of hel gaan, ontkennen we nogal wat, namelijk een fundamenteel onderdeel van de missie van Jezus.
*
martin zender over de dood
De meeste christenen ontkennen de dood zonder dit zelf te beseffen. Ze menen dat ze na dit leven direct naar de hemel gaan. En dat ongelovigen direct na dit leven naar de hel gaan. Dat betekent dus dat je niet dood gaat. Men neemt dan aan dat de ziel of geest na dit leven verder gaat. En dat was de grote leugen van de slang in de tuin van Eden: als je van de boom van goed en kwaad eet zul je niet sterven. Direct al in genesis werd de dood ontkend. Deze gedachte vind je in alle religies terug alsook in de reïncarnatie gedachte. Dus als christenen fel ageren tegen reïncarnatie mogen ze ook wel eens het hiernamaals onder de loep nemen. Hoe anders is de waarheid van de bijbel? Ja, het is nog veel erger, men zegt dat jezus na zijn kruisdood meteen naar het paradijs ging. En dus ging hij niet dood. En dus is hij niet voor onze zonden gestorven. En dus is hij een leugenaar. Men haalt een uitspraak aan van Jezus die zegt tegen één van de bandieten nast hem: ik zeg u heden zult u met mij in het paradijs zijn. Of zei hij: ik zeg u heden: u zult met mij in het paradijs zijn… wel een verschil, zo’n komma.
*
god’s helpende hand?
God heeft ons mooi tuk. Als mensen doen we vaak onze best om onder verplichtingen uit te komen. Bijvoorbeeld zeggen dat je kiespijn hebt als je een afspraak niet ziet zitten. Bij god is het anders. We zijn gedoemd, verplicht, voorbestemd, geroepen, hoe je het noemen wilt, om gelijkvormig te worden aan het beeld van God. En dit keer valt er geen ontkomen aan. Paulus was geroepen en dus verplicht om aan joden en heiden de genadeboodschap te brengen. Denk ook aan Jona die onder zijn goddelijke opdracht probeerde uit te komen. Het gaat hier niet om een wettelijke verplichting maar om een verplichting die te maken heeft met onze uiteindelijke bestemming om gelijk te worden naar het beeld van god. Het is een verplichting die zinspeelt op de intrinsieke natuur van de mens zoals we ooit naar gods gelijkenis waren geschapen. Ook jouw bestemming zal je niet loslaten. Het lijkt een mantra maar onze bestemming is liefde al is dit woord wel een beetje uitgekauwd. Naarmate we groeien in christus worden we ons steeds bewuster hiervan, namelijk dat we de neiging hebben om af te willen drijven van onze bestemming die tegelijk steeds duidelijker wordt. Christus dealde met de verplichting van het kruis.
God is geen schuldenaar die ons iets geeft als we ons netjes gedragen. Integendeel draagt hij zijn doel zonder enige schuld uit met als begin het ondergeschikt maken van de hele schepping aan ijdelheid. Uit deze ijdelheid zal hij ons ook weer bevrijden. Hoe zullen we reageren op de tsunami van ellende die ons dagelijks overstroomt? We hebben de neiging om langs ethische en morele lijnen naar antwoorden te zoeken waarbij we het dan niet nalaten om ons een stukje van het hogere dat boven ons uitstijgt aan morele waarden toe te eigenen. Christus leert ons dat er maar 1 weg is, die van de liefde. Maar hoe werkt liefde precies in de praktijk? Wat is een daad van liefde? We kennen een principe van liefde uit 1 Kor. 13. Maar dit principe in concrete situaties toepassen zal niet werken! We zullen dan handelen als goden die kennis hebben van goed en kwaad. In plaats van onze zintuigen te trainen door liefde om onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Een groot verschil.
Eén van de omwentelingen die we ondergaan als we onder onze goddelijke verplichtingen uit proberen te komen heeft te maken met het instinct van zelfbehoud. Geconfronteerd met kwaad, keren we het de rug toe omdat het al snel teveel wordt voor ons. We KUNNEN nu eenmaal niet reageren met onvoorwaardelijke liefde op mishandeling, misleiding, onbegrip, vooroordelen, onrecht, noem maar op zoals het 2000 jaar geleden allemaal gekruisigd is. Onmogelijk! Totdat je door hebt dat je dit niet kunt, kun je nooit door hebben dat je het wel kunt. Gods mogelijkheden rijzen op uit ons onvermogen. Genade duikt op waar pathetisch onvermogen ons gevangen houdt in ijdelheid. Wat we niet kunnen dat kunnen we niet. Maar in christus kunnen we alles wel. In hem zijn we meer dan overwinnaars. De heilige geest is echter niet alleen naar ons gestuurd voor dat wat we niet kunnen. Dan zouden we kunnen zeggen tegen god: beste god, genade heb ik niet nodig alleen hier en daar een helpende hand. Als onze liefde en vergeving niet van binnenuit komt, moeten we wachten op de Here. We moeten op zijn vrij gegeven genade wachten terwijl we weten dat hij ons tekortschietingen om anderen te vergeven niet tegen ons gebruikt. God heeft ons op een plek gezet waar we allerlei relationele, financiële en andere beproevingen ondergaan. De situaties waarin god ons verzeild laat raken schreeuwen erom om recht gezet te worden. Wie we echt zijn in Hem kan niet lang meer onderdrukt worden. Daarom noemde Johannes ons alvast Gods kleine kinderen. Voordat je in staat bent om de ander te vergeven of zelfs lief te hebben moet je eerst snappen dat je gods kind bent. Je bent vergeven, onvoorwaardelijk zelfs. De wereld of satan kan 10 kilometer beton over het zaad in je storten maar vroeg of laat zal het zijn weg naar buiten vinden. Uiteindelijk zal alles wat we doen in perfecte overeenstemming zijn met wie we daadwerkelijk zijn in christus.
*
binnen iedere Jacob ligt een Esau
Er is zoiets dat je het wezen, de grond of het zijn van god kunt noemen. Dit geldt ook voor ons. Om de zaak ingewikkeld te maken: we hebben een Zijn in het eeuwige wezen van god. Daarnaast is dat wezen van god geplaatst in de aionische schepping. We hebben een eeuwige tak die geworteld is in het eeuwige bestaan van god. Daarnaast bestaan we in het aionische leven dat verstoord is sinds Adam en Eva. God is een familiale eenheid. De mens behoort tot deze eenheid die echter verstoord is in het aionische leven. Deze emigratie vanuit het eeuwige wezen van god naar het verstoorde aionische leven introduceert een systeem van mens-naar-god en mens-naar-mens relatie. De relatie van god naar ons toe blijft ongewijzigd en is door ons niet beïnvloedbaar.
Het lijden dat bij onze emigratie in deze aionische wereld hoort, wordt verbitterd door de andere realiteit van onze wezen dat gegrond is in onze Vader in de hemel. God roept ons weer naar huis toe maar het is tevens in hem dat ons eigen wezen ons roept om terug te gaan naar god. Allen voelen we dat thuis aan ons trekt. Voor de gelovigen is de roep van ons hemelse thuis meer onweerstaanbaar. We hebben een innerlijke en uiterlijke mens. Voor de ongelovige is het christus die heimelijk roept, voor de gelovige begint christus al een nieuwe schepping te vormen. Karl Barth zag deze spanning terug in de spanning tussen Israël en de kerk alsook in de relatie van God met Esau en Jacob. Binnen iedere Jacob ligt een Esau en andersom. In Romeinen 9:14-29 staat: Jacob had ik lief en Esau haatte ik. Deze passage doet denken aan de wolkkolom tussen het kamp van de Egyptenaren en het kamp van Israël. Bij het eerste werd het donker, bij het tweede licht. Zo is het bij gelovigen; zij zijn het licht in de duisternis. De ongelovigen die op eigen werken vertrouwen blijven als een donkere wolk.
God is de god van Esau OMDAT hij de god van Jacob is. Hij is de god van beroering omdat hij de god van verlossing is. Hij verwerpt opdat hij zal uitverkiezen. We mogen nooit de 2 kanten van deze crisis uit het oog verliezen. Het verdragen van deze crisis is noodzakelijk voor de verlossing ervan. God waakt over onze innerlijke mens. Maar tegelijk voelen we de afwijzing van dezelfde god van onze uiterlijke mens in deze aionische wereld. Maar zelfs de uiterlijke mens heeft zijn wortels in het wezen van God die de schepping onder ijdelheid bracht. Er is een “nee” van god tegen onze eigen pogingen om met hem in het reine te komen. Tegelijk is er een onvoorwaardelijke “ja” van god die in de diepste eeuwige vereniging geworteld is van de schepper met zijn schepping. Het is God die de grote scheiding tussen onze innerlijke mens en de uiterlijke mens, tussen Jacob en Esau overbrugt door deze kloof met zichzelf te vullen. Als onze Vader en redder deze kloof dicht, ontmoeten we hem en onze eigen echte realiteit.
*
heeft god bestaansrecht?
Waarom moeten god en jezus worden aanbeden? Als god de schepper is en Jezus zijn beeld? Zij hebben ons geschapen en dus waarom zouden we er nog een aanbidding aan toevoegen? God als de Ene aanbidden door de Velen die wij zijn helpt ons zeker om God’s ideale positie ver boven alles te zien. Het is hetzelfde als van god een idool c.q. object maken. Maar de god die boven alles is, is tevens door alles en in alles. Heeft god bestaansrecht zonder ons? Die vraag kun je je stellen. Is God zonder ons nog steeds god? Volgens Paulus heeft god een zaad en dit zaad is christus. Uit dit zaad is de Ene geboren waarin de velen besloten liggen, wij dus. Dus wij met ons allen maken de Ene wie hij is. Wij, de velen in hem hebben ons wezen in hem. We zijn niet een bulk van kleine onsamenhangende wezens in hem. We waren al aanwezig in het zaad vanaf het begin. De mensheid die ooit t.z.t. zal worden gemanifesteerd als lichaam van christus hoort bij de essentie die godheid is. Dat wat in hem is, maakt hem wie hij is. Paulus zegt dat de ecclesia zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in alles vult. Onze vader heeft het zo uitgekiend dat in zijn zoon alle volheid aanwezig zou zijn. En de velen zijn de volheid in hem die in hem aanwezig zijn terwijl hij in ons aanwezig is. De Ene in ons maakt ons wat we zijn en andersom. Wij in hem maken hem tot wie hij is.
We zijn allen intrinsiek aan het eeuwige begin dat voor de aionen begon en aan de voleinding die christus IS. Daarom zullen we als hem zijn als hij verschijnt en zullen we hem zien zoals hij is. Hij is immers de optelsom van ons allen. Toen god zijn zoon naar ons stuurde in de gedaante van jezus van nazareth kwam hij naar ons en in ons en met ons in hemzelf. Hij kwam vanuit de eeuwigheid in de aionen toen het zaad van de goddelijke mensheid van Eva naar Maria ging. De Ene als velen (wij) en de velen als de Ene. Als zoon is hij de eerstgeborene en zijn wij in hem. Als christus is hij het begin van de schepping van god. Toen god zijn zoon geboren liet worden werden wij met hem mee geboren. Toen hij de schepping schiep, schiep hij ons en alles in hem. De mensheid kwam uit het hart van god. Zonder de mensheid en schepping zou god niet god zijn zoals hij is. Door in de aionen geboren te worden was god nog steeds god. Dit is misschien wat Paul Tillich bedoelt met de grond van het wezen. Gods doel is de mensheid. Zonder ons zou god niet zijn wie hij is.
*
50 chromosomen
een mens heeft 23 paar chromosomen, 46 in totaal. Wij zijn de tempel van god. Het griekse woord voor tempel is Naos en komt 46 keer voor in het nieuwe testament. Het zou zomaar kunnen dat we als we getransformeerd worden opeens 50 chromosomen hebben, het getal van het jubeljaar.
*
Sterrenbeelden 5
Niet alleen de bijbel maar ook de dierenriem vertelt van het evangelie. God heeft de sterrenbeelden zo gerangschikt dat we er niet bij kunnen maar wel kunnen zien wat het evangelie is.
Vissen: De egyptische naam van de dierenriem van Denderah is Pisces Hori, ofwel, Hij die komt. Hebreeuws: Dagim, de vissen (Gen. 48:16). De 2 vissen betreffen een aardse en hemelse roeping; de ene vis ligt horizontaal de andere kijkt hemelwaarts. De heldere ster is Okda hetgeen de verenigde betekent. De andere heet Al Samaca, hooghouden, staande houden, handhaven, Jes. 41:8-10.
De Band. De egyptische naam is U-or; hetgeen betekent; Hij die komt om hen samen te binden (Hos. 11:4).
Andromeda: De naam in de dierenriem van Denderah is Set hetgeen betekent: gezeten als een koningin. Ook Sirco dat de geketende betekent. De heldere ster is Al Piratz hetgeen de gebrokene betekent. De volgende, Mirach, betekent de zwakke. Al Amok betekent neergestoken, Jes. 54:11-14, Jer. 14:17.
Cepheus: de koning. In de dierenriem van Denderah is dit Pe-ku-hor: deze komt om te heersen. Cepheus is Grieks van het Hebreeuwse Zemah dat de tak betekent. De Ethipische naam is Hyh, de koning. De heldere ster is Deramin hetgeen snel komen betekent. De volgende heldere ster is Al Phirk dat de redder betekent.De volgende heldere ster is Al Raï = Hij die breekt en vertrapt. Jeremiah 31:1.
Ram. Wordt in Arabische benaming ook wel eens met Lam en schaap verward. Al Hamel = het schaap. Hebreeuws: Taleh = het lam. De Accadische naam was Bar-Ziggar = het altaar dat recht maakt/ het offer van rechtvaardigheid. De heldere ster is El Nath: de gewonde of geslagene. Al Sharatan = de vertrapte of gewonde. Zie Openbaring 5:9-12.
Cassiopeia: de getroonde vrouw. Arabisch: El Seder, de bevrijde. In de dierenriem van Denderah heet de ster Set = gezeten als een koningin. De volgende ster heet Kaph: de tak, Jes. 54:5-8. Jer. 31:3-12. Psalm 45:9-17.
Cetus: zeemonster of walvis. De grote vijand verslagen: Openbaring 20:10. De naam in de dierenriem van Denderah is Knem = onderworpen. De heldere ster is Menkar: de vijand geketend. De volgende ster is Diphda = overwonnen of verslagen. Een andere ster is Mira = de rebel. Job 41:1-10, Jes. 51:22, Psalm 74:12-14.
Perseus: de breker. In de dierenriem van Denderah is dit Kar Knem: hij die vecht en onderwerpt. De heldere ster is Mirfak = hij die helpt. De volgende, Al Genib = hij die weg draagt. De volgende is Athik = hij die breekt.
Taurus: stier: de messias die komt om te oordelen. Hebreeuws: Shur = komen en heersen. De heldere ster is AL Debaran = de leider of gouverneur. De volgende is Al Nath: gewond of geslagen. De Pleïaden groep is Kimah = accumulatie. Job 9:9, Amos 5:8. De heldere ster is AL Cyorie = het centrum. De Hebreeuwse naam is Succoth hetgeen tenten betekent.
Orion. De komende prins. Het licht komt voort door de redder. In de dierenriem van Denderah is het Ha-ga-t; Hij die triomfeert. Hebreeuws: Or = licht of voortkomend als licht. Job 9:9. Amos 5:8. De heldere ster is Betelgeuze: de tak die komt, Maleachi 3:2. Rigel is de volgende heldere ster: de voet van hem die verbrijzelt. De volgende is Bellatrix: snel verwoestend. Dan heb je Al Nitak: de gewonde.
Eridanus: de rivier van het oordeel. In de dierenriem van Denderah is het Peh-ta-t: de monding van de rivier. De heldere ster is Achernar = het achterste deel van de rivier. Zie Dan. 7:9-11, Psalm 97:3-5; 50-3, Hab. 3:5, Jes. 30:27-33, Jes. 66:15, Nahum 1:5, 6. 2 Thess. 1:7, 8.
Auriga, de schaapherder. Jes. 40:10, 11. Ezek. 34:22. De heldere ster is Alioth = a vrouwelijke geit. De Latijnse naam is Capella met dezelfde betekenis. De volgende heldere ster is Menkilinon = de band van de geiten; gebonden om nooit kwijt te raken. Johannes 10:11. In de dierenriem van Denderah draagt de schaapherder een scepter (Trun), aan de top met een geit, onderaan met een kruis. Mal. 4:1-3. Psalm 37:38-40.
Tweelingen: in de dierenriem van Denderah heet dit Clusus, de plaats van Hij die komt. De oude koptische naam was Pi-Mahi, de verenigde. De wortel genoemd in Exodus 26:24 is samen gebonden. De heldere ster is Apollo, de heerser of rechter. De volgende is Hercules, die komt om te werken en lijden. Een andere ster is Al Hena: de gewonde. Jes. 4:2, 32:1, Jer. 23:5, 6.
LEPUS, haas: de vijand onder de voeten verbrijzeld. In de dierenriem van Denderah is de naam Bashti beki, de gevallene beschaamd. De heldere ster is Arnebo: de vijand van hem die komt. Andere sterren zijn Takis, de gebondene, Sugia, de verleider: Jes. 63:3, 4.
Grote Hond: Sirius, de prins. In de dierenriem van Denderah is het Apes, “het hoofd.” In de Perzische dierenriem is het een wolf. De heldere ster is Sirius, de prins. De volgende ster heet Mirzam, de prins. Een andere ster is Wesen, degene die schijnt. Een andere ster is Adhara: de glorieuze. Jes. 9:6, 55:4, Daniel 8:23, 25.
Kleine Hond: de 2de hond. In de dierenriem van Denderah is dit Sebak: de overwinnaar. De heldere ster is Procyon: de redder. De volgende ster is Gomeisa: degene die voor anderen de last draagt. Zie Jes. 49:24, 59:19, 53:12.
*
echtscheidingsbrief, Mat. 5:31
In Mattheus 5:31-32 staat dat wie zijn vrouw verlaat haar een echtscheidingsbrief moet meegeven. Allereerst moet zo’n vrouw de kans krijgen om met een ander te trouwen om te overleven aangezien ze anders tot prostitutie zal vervallen. Als ze iemand anders zou trouwen zonder geldige echtscheidingspapieren dan zou ze ook overspel plegen. Als ze met echtscheidingspapieren met een ander zou trouwen zou dit hoererij zijn maar geen overspel. Iemand moet getrouwd zijn om overspel te kunnen plegen. Maar in feite gaat het hier om het onderscheid tussen Israël en Juda. Israël werd in ballingschap gestuurd omdat ze ongehoorzaam was. Ze werd naar Assyrië afgevoerd om nooit meer terug te komen. Een eeuw later zou Juda naar Babylon worden afgevoerd. Een man hoeft geen echtscheidingspapieren aan een hoer te geven. Of Paulus geeft een voorbeeld van een man die met zijn moeder slaapt. Deze man hoeft zijn moeder geen echtscheidingspapieren te geven aangezien het per definitie hoererij is. Een man kan een hoer hooguit wegsturen of door zelf weg te gaan. Zo verging het ook Israël en Juda. Ze gehoorzaamden god niet en werden niet alleen van elkaar gescheiden maar ook weg gevoerd naar vreemde volkeren.
God moest scheiden van Israël om zich van het oude verbond te kunnen verwijderen en zo een nieuw verbond in te kunnen stellen. Als God Israël op een wettige manier had weg gestuurd was er geen plaats geweest voor een nieuw verbond. Dan zouden we allen als Hagar hebben geleefd, als slaven onder het oude verbond. We mogen god danken dat hij een wettige regeling voor scheiding heeft opgenomen in zijn wet en ons de mogelijkheid biedt om een nieuw verbond aan te gaan en als de vrije Sarah te leven. In Hosea 2:9 zegt dat Israel terug gaat naar haar eigen man. Hieruit blijkt dat Israël gescheiden was en haar man God was. Deze profetie is niet gericht aan Juda zodat het Israël is die haar man, Jezus Christus moet zoeken in ballingschap. Het volk van Israël is verspreid onder de volkeren en moet Christus zien te vinden. Volgens de wet mag een man niet met dezelfde vrouw weer trouwen. En dus daalde god af als messias naar de aarde om te sterven en op te staan uit de dood, klaar voor een nieuw verbond en een nieuw begin.
*
Discriminatie in de kerk 2
ergens in het land is een kerk in opspraak omdat een vrouw niet op de kansel mag. Ik heb hier eerder mijn visie op gegeven en gezegd dat beleidsplannen van de kerk waarin de positie van vrouwen wordt achtergesteld, alsmede een functie op de kansel alsmede de kerk zelf, Babylonische gedrochten zijn. Ik denk dat dit conflict onderdeel is van een grotere strijd achter de schermen tussen David en Absalom. De kerk is onderdeel van het gedachtegoed dat op een moment in de geschiedenis alle landen in de wereld door krijgen dat Christus terug zal komen en ook nog eens 1000 jaar zal regeren. Hier mogen we natuurlijk naar uitzien al mogen we ook beseffen dat hij met harde hand zal regeren.
De kerken nemen alvast een voorproef op deze gedachte door het heft in eigen hand te nemen en middels beleidsplannen vast te stellen hoe ze tegen bijbels regeren aankijken. Vrouwen en homo’s eruit, gekken en werklozen achterin, rijkeluiszoontjes op de voorste banken en verder liederen zingen tot je scheel ziet op de vroege zondagochtend. We mogen met zijn allen best uitzien naar het komende 1000 jarige rijk waarin christus zal regeren nu de huidige 3de aion zich aan het oprollen is. Israël zal weer een voorname positie krijgen in de wereld en via haar zullen alle volkeren tot God worden bekeerd. dit is allemaal waar en biedt een hoopvol toekomstscenario. Maar er is nog iets anders. Voor de gelovigen van nu telt niet zozeer het komende 1000 jarige vredesrijk van christus dat overigens, hoe vreedzaam ook, korte metten zal maken met overtreders. Voor ons telt het komende priesterschap en onze gedaanteverandering die straks van kracht zullen zijn.
Wij zullen straks getransformeerd worden en het eerste geboorterecht krijgen. Het is de aloude strijd tussen David en Absalom. David kreeg het eerste geboorterecht dat Absalom op een politieke manier van hem afhandig probeerde te maken. De strijd over vrouwen op de kansel heeft ook veel weg van de strijd van Absalom om het koninkrijk van God in politieke termen op te vatten en niet in geestelijke. Deze vrouw om wie het gaat wil duidelijk een statement maken, namelijk dat vrouwen even goed kunnen preken als mannen. Kan wel zijn maar daar gaat het helemaal niet om. Het gaat om ons eerste geboorterecht en niet om politieke macht binnen de kerk zoals Absalom zou willen. Als je dan het woord discriminatie in de mond neemt, maak dan onderscheid tussen de politieke en geestelijke variant van Gods aanstaande koninkrijk. Dat doet deze vrouw ook niet. Blijkbaar is haar plek op de kansel haar meer waard dan haar eerste geboorterecht. Maar dat moet ze natuurlijk helemaal zelf weten.
*
Sterrenbeelden en cyclus
De sterrenbeelden vertellen van het evangelie. In voorgaande bijdragen heb ik wat geschreven over de betekenissen van de sterrenbeelden die voor het grote publiek verloren zijn gegaan. Er is ook een relatie met de seizoenen. De sterrenbeelden zwijgen, ze zijn zo gerangschikt door god zelf. Adam en de aartsvaders na hem hebben de tekenen opgeschreven. Maar hun betekenissen spreken boekdelen: Psalm 19:1-6. De sterrenbeelden zijn niet alleen tekenen maar ook voor de seizoenen. Ik heb het dan niet over de 4 jaarseizoenen die wij kennen maar de cycli van tijd. De lichtbrengers uit genesis 1:14 benadrukken dit: en voor seizoenen, dagen en jaren.” Het gaat hier om gezette tijden. Zon maan en sterren zijn dus voor gezette tijden. Er zijn 10 van zulke cycli die de indruk wekken dat ze ooit tegelijk zijn begonnen:
1. de cyclus van 24 uur van de dag
2. de baan van de maan om de aarde
3. de maancyclus die op hetzelfde moment begon als de zonnecyclus
4. de dagelijkse baan van de zon
5. de zonnecirkel die samenvalt met de eerste van de 7 jaar van de beweging van de maan en zichzelf elke 365 dagen herhaalt.
6. het begin van een week van 7 dagen op de 1ste dag van de week, van de eerste maand van het eerste jaar van de eerste zonnecyclus.
7. de eerste eclips van een cyclus van 18 jaar en 11 dagen waaraan de astronomen in de oudheid de naam saros gaven. Elke saros had een gemiddeld van 70 eclipsen in 2 porties waren verdeeld van 594 jaar en 666 jaar met in totaal 1260 jaar.
8. Een omloop van Sirius ten opzichte van de zon in een cyclus van 162 jaar
9. De samenstand van Venus met aarde en zon
10. de grote cyclus van de precessie van de aardas
*
sterren en sterrenbeelden 4
De sterrenhemel was generaties lang een reserveboek van God naast de geschriften die pas door Mozes werden gebundeld, hoewel ze wel eerder waren opgeschreven. Mensen moesten zich behelpen met God’s woord door naar de hemel te kijken. Veel betekenissen van sterren en sterrenbeelden zijn helaas verloren gegaan. Maar onomstotelijk bevat de sterrenhemel en in het bijzonder de dierenriem het verhaal van het evangelie.
Maagd: de ster Al Zimach valt hier op. Zemach betekent de tak, Jes. 4:2, Jer. 23:5,6. Zech. 3:8, 6:12.
Hoofdhaar: degene waarnaar uit wordt gekeken, Hag. 2:7, Num. 24:17. In Egypte heet dit sterrenbeeld Shes-nu, de gewenste zoon.
Paardmens: Hebr.: Al Beze, de verachte, Jes. 53:3.
Bootes, (Hebr. die zal komen), Psalm 96:13. Hebr. Arcturus, Hij die komt, Job 9:9. Egyptisch: Smat, degene die heerst.
Weegschaal, was vroeger het altaar met de 2 sterren Zuben al Genubi = de prijs die genoeg is en alles dekt.
Crux, kruis, Hebr. afhakken, Daniël 9:26.
Wolf, Grieks: Thera = beest.
Noorderkroon: Hebr. atarah, een koninklijke kroon. Arabisch: Al iclil, een juweel. De heldere ster: Al phena, de ster die schijnt.
Schorpioen: Hebr. akrab, Psalm 91:13. De koptische naam is Isidis, de aanval van de vijand. In het Arabisch is het Al Aterah, het verwonden van degene die komt. Antares is verwonden. In het Hebreeuws heet deze ster Lezuth, perversiteit.
Slang: de heldere ster is Anak = omringen. In het Hebreeuws heet dit sterrenbeeld Kelalah, de vervloekte. In het arabisch, Al hay, het reptiel.
Slangendrager: de heldere ster is Ras al hagus, het hoofd van hem die vasthoudt. Andere namen zijn Megeras: twisten, vechten. In de dierenriem van Denderah is hij Api-bau, de chef die komt. Andere sterren zijn triophas: onder de voet vertrappen; Saiph, de gekneusde, Carnebas, eveneens de gekneusde.
Hercules: in de dierenriem van Denderah heet hij Bau: Hij die komt. In het Arabisch: Al Giscale, de krachtige. De heldere ster is Ras al Gethi: het hoofd van hem die verbrijzelt.
Boogschutter: Hebr. Kesheth, Genesis 21:20. De heldere ster heet channun, de sierlijke, Psalm 45:2. In het Akkadisch heet hij Nun-ki, prins van de aarde. In de dierenriem van Denderah is Pi-maere sierlijkheid en Knem, Hij die overwint.
Lier: (Psalm 65:1). De heldere ster heet Wega hetgeen betekent: Hij die verhoogd zal worden. In de dierenriem van Denderah is Fent-Kar: de slang die overheerst wordt.
Sterrenbeeld Ara, een altaar op de kop dat naar de Tartarus wijst, Jes. 63:4,5. In het Arabisch is Al mugamra de voltooiing of voleinding. Ps. 21:9-12.
Draak: dit rondt het eerste boek af. De draak is geveld. Sterrenbeeld walvis rondt het 2de boek af. De Leviathan is gebonden. Hydra rondt het 3de boek af. De oude slang is vernietigd, de draak is vertrapt. Psalm 91:13; 74:12-14, Jes. 27:1. In de dierenriem van Denderah is het een slang onder de voorpoten van boogschutter die Her-fent heet: de slang vervloekt. De heldere ster heet Thuban, de listige.
Steenbok: de bok van de verzoening. In de dierenriem van Denderah en Esneh, is Hu-penius de offerplaats. De heldere ster is Al Gedi: het kind. De volgende heldere ster is Deneb al gedi: het offeren van het kind.
Pijl: psalm 38:2, Jes. 53:4,5. Hebreeuws: Shamad hetgeen verwoesting betekent.
Arend: de arend, doorboord en gewond en die neervalt. De heldere ster: Al tair, betekent de gewonde. Alle anderen zijn gelijk.
Dolfijn: altijd een vis vol leven met het hoofd opgeheven. Hebreeuws: Dalaph, hetgeen uitgieten van water betekent. Het Arabisch voor Dalaph betekent “kom vlug.”
Waterman: hij heeft 2 kruiken in de dierenriem van Denderah. Uit één van de urnen kwam een vis. De Hebreeuwse naam is Dali hetgeen waterkruik betekent, Num. 24:7. De heldere ster is Sa’ad al Melik, de volgende heldere ster is Sa’ad al Sund hetgeen “die gaat en terugkomt,” betekent. Zie jesaja 32:1, 2, 35:1, 6, 41:18.
Zuidervis: Arabisch: Formalhaut: de mond van de vis. In de dierenriem van Denderah heet deze Aar, een stroom.
Pegasus: het gevleugelde paard. In het Hebreeuws is het Peha, de chef en “sus” het paard. De heldere ster is Merhak hetgeen “terugkomen van ver” betekent.
Zwaan: de heldere ster is Deneb, hetgeen het oordeel betekent. Deneb wordt ook Adige genoemd, hetgeen “snel vliegen” betekent. De tweede ster is Al Bireo met dezelfde betekenis: snel vliegen. Twee anderen: Azel: die gaat en snel terugkomt.
*
Romeinen 7:12, de wet is heilig en goed
De wet van Mozes beschermde slachtoffer maar tot op zekere hoogte ook de dader. Om te voorkomen dat mensen eigenhandig op pedofielenjacht gaan is er de wet van Mozes. De verhouding tussen straf en overtreding raakt uit het zicht. Het merkwaardige van alles is dat de topbankiers met rust worden gelaten. Blijkbaar speelt bij eigen rechter spelen ook mee hoe gemakkelijk het is om iemand te pakken. Ook hier is de verhouding tussen straf en overtreding zoek.
*
Sterren en sterrenbeelden 3
Het boek van de hemel met in het bijzonder de dierenriem was generaties lang het ijkpunt voor mensen om de boodschap van God te verstaan. God maakte niet zozeer de sterren maar hele sterrenbeelden. De mens kon er immers toch niet bij. De sterrenbeelden lagen erbij zoals God ze gerangschikt had. De aartsvaders tekenden ze op met hun betekenissen. De geërodeerde vormen van deze betekenissen vinden we terug in de astrologie en griekse mythologie. Hieronder wordt het hemelse boek verder ontleed.
1ste boek: de redder; het lijden van christus
I maagd (A)
de profetie van het beloofde zaad
1. Hoofdhaar, (de verlangde). vrouw en kind zijn degenen waarna in alle landen verlangd wordt.
2. Centaurus (paard/mens) met 2 naturen. het verachte zonde-offer
3. Bootes, de Ene die komt met een tak
II weegschaal (B)
het verzoenende werk van de redder
1. Zuiderkruis, het kruis gedragen
2. wolf, het Lam geslagen
3. noorderkroon, de kroon gedragen
III schorpioen (B)
Het conflict met de redder
1. slang, die de man in de hiel aanvalt
2. slangendrager, de man die de slang grijpt
3. hercules, de machtige die overwint
IV boogschutter, de triomf van de redder
1. Lier, de beloning wordt voorbereid voor de overwinnaar
2. Altaar, het vuur bereid voor Zijn vijanden.
3. Draak, de draak die wordt neergeslagen
2de boek, degenen die gered zijn
I. steenbok (C), resultaat van het lijden van de redder
1. Pijl. De pijl die God afvuurt
2. Arend, de verslagene die valt
3. Dolfijn, degene die is opgestaan uit de dood
II waterman (D)
De zegeningen verzekerd
1. Zuidervis, de zegeningen geschonken
2. de zegeningen die vlug komen
3. zwaan, de gezegende die spoedig terugkomt om te zegenen
III vissen (D)
De zegeningen in afwachting
1. walvis, de grote vijand
2. Andromeda, de uitverkorenen in slavernij
3. cepheus, de bevrijder die komt om ons te bevrijden
IV ram (C)
De zegeningen ontvangen
1. Casiopeia. uit gevangenschap bevrijd
2. walvis (Cetus), de grote vijand gebonden
3. perseus, de messias die ons bevrijdt
3de boek, de redder
De glorie die volgt
I. stier (E), de messias die zal regeren
1. Orion, de redder die voortschrijdt als licht
2. Eridanus (rivier eridanus). De wraak die vooruit breekt als bloed
3. Voerman, veiligheid voor Zijn uitverkorenen in de dag van wraak
II Tweeling (F)
De messias als de prins der prinsen
1. Haas, de vijand die vertrapt wordt onder de voet
2. Grote hond, de komende prins in alle glorie
3. kleine hond, de verheerlijkte redder
III kreeft (F)
De verkregen beloningen van de messias
1. kleine beer, de kleine schaapskooi
2. grote beer, de kooi en de kudde
3. schip (argo), de pelgrim die weer thuiskomt
IV leeuw (E)
De verkregen triomf van de messias
1. waterslang, de oude slang vernietigd
2. beker, de beker met wraak die wordt leeg gegoten
3. raaf, de prooi-vogels die worden verslonden
*
sterren en sterrenbeelden 2
sterrenbeelden en dierenriem zien er op het gezicht willekeurig gerangschikt uit. Net als de sterren. Als je naar de sterrenbeelden krijgt wijst niets erop dat ze dieren of zelfs dingen voorstellen. Een steelpan is ook maar een steelpan, niet waar? De tekens en sterrenbeelden waren eerst ontworpen en benoemd; daarna werden de bijbehorende beelden erbij getekend. De waarheid was vastgelegd in de hemel waar niemand bij kon. Later werd de schrift steeds meer gelezen en vervaagde de kennis van de sterrenbeelden en hun betekenissen van het woord van God. Feit blijft echter dat het woord van God vanaf het begin al door Adam was opgeschreven. Erger nog, het verhaal van God dat in de dierenriem geschreven stond, leefde voort in mythen en sagen zoals die van de Griekse oudheid. Psalm 19 bevat een verwijzing naar de 2 boeken van openbaringen, de dierenriem en de schriften met een plotselinge verandering in vers 7. De leer is vastgelegd in de structuur van de Psalm:
A. 1-4, de hemelen
B. 4-6, in hen, de zon
A. 7-10, de geschriften
B. 11-14, in hen, uw dienstknecht
In deze structuur benadrukt elke lijn de uitwerking van een ontwerp. In de eerste helft zijn alle uitdrukkingen astronomisch, in de 2de helft letterlijk. Voor de betekenis van de woorden moet je naar de Psalm kijken. Het eerste deel verwijst niet naar de wonderen van de schepping maar naar de openbaring. Ze verhalen (Gen. 24:66, Ps. 71:15) of profeteren dag en nacht. Maar wat profeteren ze? Het antwoord is: Genesis 3:15. De ene centrale waarheid van de Ene die zal komen, lijden en uiteindelijk zal overwinnen.
Maar waar haken we in, in de dierenriem met dit verhaal?
Door de precessie van de aardas schuift de zon ieder jaar iets op. Om de 2000 jaar begint de zon het jaar in een nieuw sterrenbeeld. Men snapte dit vroeger en men snapte ook dat wij zoveel generaties later niet zouden weten wanneer en waar de zon ooit begonnen was met opkomen. De Sfinx was gebouwd als een gedenkteken. Deze had het hoofd van een vrouw en en het lichaam van een leeuw (of hond?) als teken dat het boek in de hemel met het teken van maagd begon en bij Leeuw zal eindigen. Het woord sfinx komt van het Griekse sphingo, dat samenvoegen betekent, in dit geval de beide einden van deze hemelkoepel. Er zijn 12 dierentekens in de riem, eveneens het getal van perfectie heerschappij van een regering. Ze zijn verdeeld in 3 boeken met 4 hoofdstukken. 3 x 4 is ook weer 12 als goddelijk produkt in hemel en op aarde. Elk boek bevat 4 tekenen die elk gerangschikt zijn door structuur op steeds dezelfde manier. Dit zijn de 3 boeken:
1. de redder, zijn eerste komst
A. maagd, de profetie van het beloofde zaad.
B. weegschaal, het werk van de redder, genade
B. schorpioen, het conflict van de redder
A. boogschutter, de profetie vervuld.
2. de redder
C. steenbok, de profetie van de uitlevering
D. waterman, de resultaten van het reddende werk opgestapeld
D. vissen, de resultaten van het reddende werk genoten
C. ram, de geprofeteerde uitlevering vervuld
3. de redder
E. stier, de profetie van het komende oordeel
F. tweelingen, de heerschappij van de messias in volle glorie
F. kreeft, de positie van de messias veilig gesteld
E. leeuw, de profetie van de overwinning vervuld.
Elk van de 4 hoofdstukken in elk van deze 3 boeken bestaat uit 3 secties; en elke sectie is vertegenwoordigd door een sterrenbeeld. Er zijn dus 36 (3×12) sterrenbeelden, die met de 12 tekenen 48 (4×12) in totaal zijn.
*
ook de sterren
Als de hemellichamen voor het eerst genoemd worden, is het doel van de schepper duidelijk. Genesis 1:14-19 openbaart ons dat ze werden geschapen, niet alleen om dag en nacht van elkaar te onderscheiden en het licht op de aarde te laten schijnen; maar dat ze ook als tekenen dienden en voor de seizoenen en voor dagen en jaren. In het hebreeuws is tekenen “oth” dat van “athah” stamt en komen betekent. Tekenen dus van iets of iemand die komt. Zij die de tekenen begrijpen worden er door verlicht. Zij die er niks van snappen raken er door van slag, Jeremiah 10:2. De sterren zijn genummerd en benoemd. Er zijn 12 tekenen van de dierenriem die “de sterren heten” in Genesis 37:9. Het woord dierenriem betekent stappen of graden, waarmee de stadia worden aangeduid van het pad van de zon door de hemelen dat overeenkomt met de 12 maanden.
Alle sterren waren benoemd door God, Psalm 147:4. De meeste namen zijn verloren geraakt maar meer dan 100 zijn bewaard gebleven door Arabische en Hebreeuwse overleveringen, en worden gebruikt door astronomen vandaag de dag. Hoewel hun betekenissen vaak wel verloren zijn gegaan. Een aantal namen wordt in de bijbel duidelijk genoemd. In Job 9:9 staan “ash” Arcturus, de beer, Kesil, Orion, Kimah, pleiaden. In Johannes 38:31,32 staat mazzaroth, zodiak, in 2 Koningen 23:5 staat “ash” Arcturus met haar zonen, de beer. Zie ook Jes. 13:10 en Amos 5:8. Deze namen en de 12 tekenen voeren terug op de grondlegging van de wereld. Volgens Flavius Josephus is deze astronomie uiteengezet door Adam, Seth en Enoch. Het bewijs hiervoor zien we al in Genesis 11:4 waar we over de Toren van Babel lezen met zijn top tot in de hemel. De tekenen van de zodiac waren waarschijnlijk in de top van de toren gekerfd net zoals in de tempels van Denderah en Esneh het geval was. De Babylonische kleitabletten verwijzen ernaar net als de Griekse mythologie welke een slechte versie is van een oorspronkelijke waarheid die ooit verloren ging. Wie de theorieën van Percy Wiseman kent weet dat Adam niet alleen de eerste mens was maar ook direct na zijn schepping de eerste schrijver. Hij schreef alles op net als de aartsvaders na hem. Dus de boodschap van God stond op de één of andere manier op papier en was voorhanden al was het waarschijnlijk voor een select gezelschap toegankelijk. Mozes heeft het samen gebundeld en de eindredactie gevoerd (net als Paulus vele generaties later). Desalniettemin was de boodschap van God over de hoop voor de hele mensheid in de namen van de sterren vastgelegd en dan met name in de sterrenbeelden en dierenriem. Heel lang moest de mensheid naar boven kijken om Gods bedoeling te ontwaren.
*
boek rechters tegen humanisme
Het boek Rechters in het oude testament is een aanklacht tegen het humanisme:
Rechters 17:6 – In die tijd was er geen koning in Israël; iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was.
Rechters 21:25 – In die tijd was er geen koning in Israël; iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was.
Toen er een tijd wel een koning was in Israël, bleef men humanistisch. Daarop werd het huis van Israel verbannen naar Assyrië. In Hosea 3:4 werd nog eens geprofeteerd over het Huis van Israël zonder koning. Deze situatie deed zich eerder voor in de tijd van de rechters als straf voor het humanisme dat men aanhing. Maar later kwam er dus nog zo’n periode tijdens de ballingschap in Assyrië.
*
afrekenen met Karma
En al was je verleden onbeduidend, je toekomst zal des te grootser zijn. – Job 8:7
De reactie van Bildad aan Job gaat in feite over Karma. Job zou in een vorig leven tekort zijn geschoten waardoor hij nu en in de toekomst gestraft wordt. Maar Job weet uiteindelijk dat het god is die het kwaad op hem afstuurt om het goede te bewerken. Zie ook Jesaja 45:7. Kortom, karma is complete onzin.
*
komen muggen in de hemel?
het heeft er alle schijn van dat een groot deel van de huidige beestjes een gevolg is van de zondeval. Nou is het woord zondeval ook weer een discutabel woord maar laat ik het niet te moeilijk maken. Muggen, kriebels, griebels, spinnen, pissebedden, wespen, schorpioenen, zouden best eens te maken kunnen hebben met de zondeval. Hetzelfde geldt voor bacteriën en virussen. En dus zullen ze ontbreken in het uiteindelijke doel dat God met ons voor heeft. Of in de 5de aion is dit al het geval of na de 5de aion als God alles in allen is. Een heleboel dieren die ooit geleefd hebben zullen er ook niet meer zijn omdat de redding in de eerste plaats voor de mens bedoeld is en de aarde te klein is voor alle dieren. Wel kan het zo zijn dat we een aantal van onze huisdieren weer terugzien. God houdt rekening met onze wensen en daar horen huisdieren zeker ook bij. Ik acht de kans zelfs heel erg groot dat we onze belangrijkste huisdieren terugzien. Ik denk niet direct aan de vissen uit de vissenkom, wel aan katten en honden en dan misschien aan de katten en honden aan wie we het meest gehecht hadden. Huisdieren zijn zeker onderdeel van Gods plan. Onze affectie voor huisdieren is ook een geschenk van God en hij stuurt huisdieren op ons dak om zijn plan met ons te verwezenlijken. Onze huisdieren zijn er niet voor niets. Daar heeft god een bedoeling mee.
*
bijbelse rente
De islam kent het idee van islamitische bankieren waarbij geen rente geheven mag worden. De bijbel gaat hier toch wat anders mee om. Een bank is technisch gezien een Babylonische instelling. God verbiedt het niet om rente te vragen van een vreemdeling, Deut. 23:20. Het is ook geen zonde om rente te krijgen over geld dat je op de bank hebt. Het probleem is dat rente vragen niet in alle omstandigheden gewenst is. Wanneer wel en niet is een vraag die we beter moeten bekijken vanuit bijbels oogpunt. Het lijkt hier om details te gaan maar waarschijnlijk gaat het hier om bijbelse principes ten aanzien van geld waardoor de schuldencrisis voorkomen had kunnen worden.
*
Door de onvermoeibare inspanning van geologen en andere natuurgeleerden leverde de aarde fysisch bewijs in overvloed ter bevestiging van Mozes’ weergave van een wereldomvattende zondvloed. Het onderzoek van een deel van zulk bewijs zal nu onze aandacht in deze studie vragen. Het eerste van dit soort van bewijs dat ik wil voorleggen, is wat de geologen noemen “opeenhopingen van afval (“rubble drift”) en met beenderen gevulde aardspleten”.
Met “rubble drift” wordt bedoeld een soort afzetting of bezinksel bestaande uit massief, hoekig, naar beneden gestort materiaal, onordelijk en ongelijkmatig afgezet in plaatselijke holten en neerslaggebieden, meestal vol met verbrijzelde beenderen. En met “met beenderen gevulde spleten” worden bedoeld grote spleten of scheuren in de aarde, die gevormd worden door een of andere heftige vervorming van het aardoppervlak. Zulke spleten zijn op vele plaatsen op de aarde gevonden en sommige meten een diepte van 40 tot 100 meter. Zij zijn gevuld met puin dat er spoedig, nadat ze ontstonden, in terecht kwam. Dit verklaart waarschijnlijk waarom ze zich niet weer sloten. Zulke spleten zijn gevonden in Engeland, Frankrijk, Zuid-Spanje, Duitsland, Rusland en elders. Het interessante punt van deze spleten zijn de resten die erin voorkomen, want ze zijn gevuld met de resten van dieren, waaronder die van olifant, rhinoceros, nijlpaard, rendier, paard, varken en os. De gevonden beenderen kunnen niet van dieren afkomstig zijn die er levend invielen of er begraven werden, want geen skelet is compleet. Ze kunnen er niet door rivieren aangevoerd zijn, want degenen die ze onderzochten, vonden geen sporen dat ze gerold zijn. Ook konden de beenderen geen lange tijd aan het weer zijn blootgesteld geweest, want geen vertoont tekenen van verwering. Dat water iets met deze opeenhoping te doen heeft gehad is duidelijk door het algemeen aaneengekit zijn van deze afzettingen met kalk.
Voorts is opgemerkt door een bekwaam geoloog als Prestwich, dat deze met beenderen gevulde spleten meestal voorkomen op eenzaam gelegen heuvels van aanmerkelijke hoogte, plekken waar we verwachten, dat dieren samendrommen zullen op zoek naar veiligheid voor de naderende vloed. In doodsschrik vluchtend en opgejaagd door een gemeenschappelijk gevaar zochten vleeseters en planteneters gelijkelijk ontkoming op dezelfde hoogte om er een gemeenschappelijk graf in het water te vinden. Een zeer opmerkelijk klassiek voorbeeld van zo’n eenzaam gelegen heuvel komt in Bourgondië (Frankrijk) in het dal van de Saóne voor. De heuvel steekt ongeveer 300 meter boven de omringende vlakte uit, met steile hellingen aan alle zijden. Een spleet dicht bij de heuveltop is vol met dierenskeletten. Geen skelet is heel, de beenderen zijn gebroken en liggen wanordelijk dooreen, zijn noch door verwering aangetast noch is er aan geknaagd. Weer hebben we het vreemde verschijnsel dat beren, wolven, paarden en ossen, dieren die gewoonlijk niet vreedzaam samen voorkomen, een eenzaam gelegen heuvel beklommen om er te sterven en hun overblijfselen bleven in een gemeenschappelijk graf bewaard. Een watervloed als beschreven in Genesis biedt de redelijkste verklaring van dit verschijnsel. Een ander zeer spectaculair voorbeeld van een met beenderen gevulde aardspleet vond men op het eenzame kleine eiland Cerigo, bij Corfu voor de kust van Griekenland. Deze komt voor op een kale berg in de vorm van een afzetting van fossielen, op korte afstand van de zee.
Hij wordt de berg van beenderen genoemd. Hij meet anderhalve kilometer omtrek aan de voet en is van beneden tot aan de top bedekt met beenderen. De aard van deze berg zowel als van de reeds genoemde plaatsen is zodanig, dat dieren er niet zouden zijn samen gekomen om te grazen, maar de redelijke oplossing voor dit verschijnsel is het opkomen van een watervloed die ze deze hoogte opdreef. Daar kwamen ze om en werden door eenzelfde watervloed begraven. Volgens Prestwich wijst de afzetting van los gesteente in Engeland er op dat het land was overstroomd tot een hoogte van tenminste driehonderd meter, terwijl we op het vasteland gegevens aantreffen die wijzen op een overstroming tot bijna duizend meter. Eveneens werden zulke belangwekkende voorbeelden van deze soort afzettingen in de Rots van Gibraltar gevonden, waar spleten, bijna honderd meter diep en gevuld met resten gelijk aan de zojuist genoemde, werden gevonden. De resten van dieren die beschreven worden, zijn praktisch dezelfde als die, welke in de heuvels van Frankrijk werden gevonden. Deze aardspleten bevinden zich bij Gibraltar op verschillende hoogten. De hoogste ligt op driehonderd dertig meter. Men zegt dat er in één door mensen gemaakte werktuigen zijn gevonden. – bron: Rehwinkel
*
De Zondvloed is echt gebeurd. Alle volkeren in de wereld kennen sterk gelijkende verhalen over een grote watervloed en een boot met mensen die hieraan ontsnapte. Het Gilgamesj Epos is een slap aftreksel van het Genesisverhaal maar vertoont niettemin zoveel overeenkomsten dat de historiciteit van de Zondvloed er alleen maar meer betrouwbaar door wordt. Blijkbaar was de Zondvloed een ramp van extreme proporties zoals de aarde nooit gezien had. En heeft ze een onuitwisbare indruk achtergelaten tot op de dag van vandaag. Maar niet alleen dat. Het verhaal van Noach is een ultiem verhaal van hoop em redding temidden van een enorme catastrofe. En verder zien we het verhaal van de Zondvloed teug in feesten en rituelen van volkeren over de hele wereld. De Nieuwjaarsviering wordt bijvoorbeeld over de hele wereld gevierd rond eind oktober/begin November bij het verdwijnen van de Pleiaden. Deze viering is vaak verbonden met een herdenking van de voorouders. De inboorlingen van Australië vierden de dag ongeveer op de genoemde tijd. Bij die gelegenheid verfden ze een witte streep op hun armen, benen en bovenlijf en hun dans bij het schijnsel van het vuur deed ze op feestende skeletten lijken. In Peru begon het nieuwe jaar bij het begin van november en werd Ayamarka genoemd, hetgeen “een lichaam uitdragen” betekent. Het feest werd gevierd ter gedachtenis van de doden door zang en muziek en door het plaatsen van voedsel en dranken op de graven van de doden. De Hindoes vieren hun dodenfeest Durga, oorspronkelijk hun nieuwjaarsdag en gehouden op de zeventiende november.
*
Archeologen I. Finkelstein en N.A. Silberman stellen vraagtekens bij bijbelse verhalen over David en Salomo. Maar in 1993 werd in Tel Dan een gedeelte van een inscriptie gevonden waarin sprake is van het Huis van David. Deze tekst staat op een gedenksteen waarop Koningen in het Midden Oosten mededelingen lieten zetten over een succes. De steen werd geplaatst in opdracht van een Aramese koning, waarschijnlijk Hasaël die Dan tijdelijk bezet had. De inscripties dateren uit 810 voor Christus en zijn de op één na oudste tekst buiten de bijbel waarin het Huis van David genoemd wordt dat op het koninkrijk Juda slaat. Later bleek dat ook in inscripties van Koning Mesa van Moab (850 v. chr.) het Huis van David genoemd wordt. Koning Mesa van Moab liet daarop in 840 v. chr. verslag doen van de opstand van de Moabieten na de dood van Achab in 853 v. chr. 2 Kon. 1:1). – Bron: J.G. van der Land, Stichting BGA
*
Forma Urbis Severiana
Dit was een stapdsplan voor Rome in 193-211 dat in Rome aan een muur hing. Die muur staat er nog steeds en de pinnen waarmee het stadsplan aan de muur waren bevestigd kun je deels nog zien. Geschiedenis komt tot leven. Maar waar is het stadsplan zelf gebleven? Tegenwoordig zie je in elk gemeentehuis wel een stadsplan liggen waarin de ontwikkelingen voor de komende 10 jaren worden uitgebeeld. Zoiets was dit ook. En de kans is best groot dat delen van dit stadsplan volgend jaar opgegraven worden.
http://www.ritmeyer.com/2010/08/20/the-destruction-of-jerusalems-temple-and-rome/
*
Christus heeft je niet voor niets bevrijd
Veel gelovigen kunnen er nog steeds niet bij. Ze lezen over Galaten 5:1 heen waarin duidelijk staat dat christus ons bevrijd heeft – VOOR DE VRIJHEID. Wij mensen zijn zo onwennig met vrijheid dat God dergelijke nadrukkelijke statements maakt in zijn boek. Christus zegt: ik heb u bevrijd. Wij antwoorden: mooi, als dank zullen we niet meer roken, geen vieze boekjes meer lezen en elke zondag naar de kerk gaan. Wij gebruiken de vrijheid mooi om onszelf opnieuw allerlei beperkingen op te leggen en noemen dit voor het gemak religie. We zullen nooit meer in een korte broek de kerk binnen gaan. Stel je voor zeg. Die vrijheid moet niet te erg worden. Het kwartje wil maar niet vallen. Dat woord vrijheid is toch wel lastig. Dat christus ons VOOR DE VRIJHEID bevrijd heeft, is zo mogelijk nog lastiger. We zijn niet alleen bevrijd maar ook nog eens voor de vrijheid. Dit is niet een theoretische vrijheid maar iets waarin christus ons wil laten wandelen. Hij wil dat wij dit ook doen. Hij wil dat wij met de gratis verkregen vrijheid experimenteren op concrete manieren om van de mooie dingen van het leven te genieten en hier dankbaar voor te zijn zonder schuldgevoelens te krijgen. Jezus wil dat we stoppen met leven alsof moeder Theresa over onze schouders mee gluurt. Doe rustig aan voordat je overspannen raakt.
Oefen in rustig aan doen
Sommige mensen kunnen geen pauze houden. Zo was er een zakenman die werd opgejaagd door zijn eigen winsten. Pauzes waren er niet bij. Nadat hij uitgeput raakte, doorzag hij dat het God zelf was die hem ervan weerhield om steeds meer winst te vergaren. Waarom? Dat wilde de man wel eens weten. God deed dit om de man nederig te maken. De man zou afhankelijk zijn van God en niet van rijkdom. Opdat de man elke dag uitzag naar de wederkomst van christus. De man zag in dat hij met niets op de wereld was gekomen en ook niets mee zijn graf in kon nemen. En dus deed hij nogal wat dingen de deur uit. Hij kreeg door dat het leven om andere zaken draaide. Inderdaad; als christus ons weghaalt van deze aarde en ons op de wolken naar hen toetrekt, zullen we ons opeens heel erg licht voelen. We zullen ons niet druk maken om het feit dat het gas in de keuken nog aanstaat of dat de deur nog open staat en iedereen naar binnen kan. Dit is onze waarheid die we nu al moeten oefenen. Spoedig zullen we hemelse lichamen hebben en de geest van christus. Laten we er vast aan wennen hoe dit voelt. Ik zou zeggen: vereenvoudig jezelf.
*
Kijk naar de lelies
Wees niet bang om je ziel te verliezen – Mat. 6:25
Jezus wees enkele mensen op de lelies. Van die onbeduidende bloemetjes die je algauw over het hoofd ziet. Jezus zei: zien die lelies er overspannen uit? Nee toch? Hebben ze kringen om hun ogen van moeheid? Zitten ze aan hun 3de pot koffie? Niks van dat alles en zie eens hoe mooi ze zijn. Ze vertrouwen op hun schepper. De mensen keken hem verbaasd aan maar Jezus zei: wees als die lelies. In Mat. 6:25 staat hierop aansluitend: wees niet bezorgd om uw ziel te verliezen, of wat jullie zullen eten of drinken of aan zullen trekken. Is de ziel niet meer dan het voedsel en het lichaam dan de kleding?
Werk. Koop mooie kleren, drink koffie, koop een mooie auto, draag make-up. Maar houd 1 ding in de gaten: zorg dat je er niet overspannen van raakt om voor je nieuwe kleren te werken. Relax en houd die houding vast. Je bent in een veld met andere lelies, wees net als hen. Je leeft in een zeepbel; wees blij! We zijn zeepbel mensen. Misschien voel je je niet zo geïsoleerd maar dat ben je wel. Als je opeens een seconde gede-Isoleerd zou worden, zou je direct weer terug willen. Deze zeepbel is christus. 1 Johannes 4:4 zegt: “groter is Hij die in u is dan diegene die in de wereld is.” Dat is jouw zeepbel. Deze zeepbel beschermt je tegen diegene die in de wereld is: satan. De geest van God maakt zijn huis in jou (1 Kor. 3:16) en dit is permanent. Deze geest heeft onbegrensde macht maar God perkt die macht nog een korte tijd in. Maar zelfs die begrensde macht van de geest is sterker dan de macht van de lunatic die onze planeet in zijn macht heeft. De geest van God straalt letterlijk van jou af, hoe gering ook, maar deze is nog steeds een zeepbel. Dank God ervoor. Het is beter dan dat satan uit jou straalt. Het maakt ook helemaal niet uit hoe sterk de wand van onze zeepbellen is. Het is de sterkste zeepbel in het heelal. Het enige dat je hoeft te doen is je ervan bewust te zijn. Geloof God dat je in zijn zeepbel zit. Deze onzichtbare zeepbel is echter dan je huid.
God zal samen met de beproeving ook de voortzetting maken
Wat wordt bedoeld met 1 Kor. 10:13? Hoe kun je een beproeving verdragen en tegelijk hieraan ontsnappen?
Dit kan ook niet. De Concordant Versie geeft de goede vertaling weer: niet ontsnappen is het woord maar voortzetting. Grieks: ekbasis. Terwijl je je beproeving ondergaat, laat God je zien hoe het hele proces zal uitwerken. Hij zal je het goede ding laten zien waar je in terechtkwam na de beproeving. Korter gezegd: Hij geeft je een visie van de toekomst. God zegt; ik weet dat de beproeving hard is maar kijk ook eens naar wat ik jou in het vooruitzicht stel! En hier volgt een korte filmclip die je gedurende je beproevingen mag bekijken: De Here zelf zal uit de hemel neerdalen en een commando schreeuwen naar de doden in Hem die letterlijk uit hun graven zullen opstaan. Waarna zullen wij, de levenden worden weg gerukt met hen in de wolken om de Here in de lucht te ontmoeten. Dan zullen we altijd met Hem samen zijn. – 1 Thes. 4:16-18. een mooi vooruitzicht toch?
Wie kan het schelen als men denkt dat je een nietsnuttenbaan hebt?
Ik wist wat ik met mijn leven wilde doen
Jezus zegt: wordt als en kind. Ik werd een kind, net toen ik eindelijk een gezin en baan had. Ik keek in de spiegel en zei tegen mezelf: wat nu? Ik had een goed betaalde baan en 3 koters. Dit was leuk maar die baan was niet mijn passie. Eigenlijk wilde ik schrijver worden en meer over God weten. Ik nam een sprong in het diepe en de maanden daarop waren vol angst over mijn financiële toekomst. Zou ik het wel redden en was ik niet gewoon erg dom bezig? Maar ik besloot als een kind in God te blijven geloven die aan mijn financiële noden tegemoet zou komen. Een andere kinderlijke uitspraak uit een film was: bouw het en ze komen vanzelf. Dit ging over het verwoesten van een akker om daarop een diamanten baseball te bouwen waarna de dode baseballspelers vanzelf uit de dood op zouden staan. Tegen een financieel adviseur zei ik ook zoiets: “ik ga een nieuwsbrief beginnen.” Hij keek me meewarig aan en vroeg me wat ik ervoor zou vragen? “Niks,” zei ik om de verwarring nog groter te maken. De adviseur liet me weten dat we verschillend over het leven dachten en we nooit in geen 10.000 jaar tot overeenstemming zouden komen over een loopbaan. Hij schudde zijn hoofd, pakte zijn koffer en nam vriendelijk afscheid. Maar de geest van God lachte in zijn vuistje en zei: trek je niks van die knakker aan en ga gewoon door op de weg die ik je ingefluisterd heb. Dus begon ik aan mijn nieuwsbrief en verhalen die in de eerste instantie nog aan niemand gericht waren. Maar de lezers kwamen vrij snel en bleven komen en hun aantal neemt nog steeds toe. Een ander gezegde is: als je van een berg springt, bouw je onderweg vleugels. Ook dit heeft te maken met geloof. In naam van Jezus; duik lekker je warme bedje in.
Erger dan de Hamburger is de uitvinding van elektrisch licht. We kunnen nu opblijven tot na middernacht en weer om 6:30 opstaan en aan het werk gaan. We maken zo een heleboel mee; veel meer dan onze voorouders die vroeg naar bed gingen. Maar wat zou Jezus doen? Hij zou lekker het licht uitdoen en zijn bed in duiken.
*
Stellingen bij de lezing van ing. H. Wiegers
1. De ‘geschiedkundige’ natuurwetenschappen als historische geologie, historische astronomie (astrofysica) en paleontologie zijn noch echte geschiedwetenschappen, noch echte natuurwetenschappen, maar speculatieve natuurfilosofie.
2. Spreken over een hoge ouderdom van aarde en heelal is alleen mogelijk door het actualiteitsprincipe (in het heden ligt het verleden) als dogma te gebruiken. Daardoor acht men onbegrensd extrapoleren vanuit het heden naar het verleden een vanzelfsprekende zaak.
3. De geologische tijdschaal is geen echt tijdrekenkundig kader, maar een schema gebaseerd op de volgorde van geologische biologische sporen van feiten’. Deze ‘feiten’ zijn met behulp van de idee van veronderstelde progressie in de ontsluiting van het leven- gereconstrueerd.
4. Het reduceren van de schepping tot wat daarover geopenbaard is in Genesis 1: 1, 2 is een gevolg van het” natuurwetenschappelijk toegankelijk maken” van het daarop aansluitende deel van Genesis 1. De scheppingsweek wordt zo vervangen door de zg. kosmische evolutie van het geschapene. Consequent redeneren vanuit deze gedachte leidt tot ondermijning van de waarheid van de Heilige Schrift.
5. Het door de Wijsbegeerte der Wetsidee gepostuleerde wordings- of ontsluitingsproces is een speculatieve evolutionistische idee, die in feite in de plaats komt van Gods betrouwbare openbaring over zijn scheppingswerk.
*
I don’t have any friends
I feel as if I am drifting through life as an anonymous specter, without a home and no family and no friends, a disconnected cipher alienated from the currents of reality,
I am a loser.
Can I ask you all a question?
If a lonely loner has a brilliant idea but no one cares what he thinks does he really exist? My only dream is to someday clean the spills off the floor at a local supermarket. And on my walk home I will wonder what other people are feeling as I pass them in the street, imagining what it would be like if they were my friends.
I am a dreamer. Cheers to the white nights illuminated by my unreality.
*
Samenvatting:
Op deze pagina wordt gekeken naar enkele gebeurtenissen bij de intocht, wordt de realiteit daarvan vastgesteld, en worden de archeologische bevindingen kritisch bekeken. Ook in dit geval dient de geschreven tekst de eerste, tweede en derde belangrijkste bron te zijn en kan de archeologie hoogstens ondersteunend zijn. Maar nooit bepalend. Zoals in steeds meer theologie wordt verondersteld. Het gebied dat Israël na de veroveringstochten onder Jozua bewoonde. Ik denk dat velen van ons van huis uit en door de vertellingen op school de indruk hebben gekregen dat Israël zo ongeveer het hele land bewoonde. Maar de werkelijkheid is helemaal anders. Israël woonde deels aan de overkant van de Jordaan (wat nu Jordanië is) en voor de rest in een stuk Jordaandal rond Jericho (daar lag ook het verzamelpunt ‘Gilgal’), een deel van de centrale heuvelrug vanaf ter hoogte van Jericho tot Sichem ongeveer, een een stukje van de westelijke hellingen van die heuvelrug (zie het kaartje hierbij). Pas later, onder David en Salomo, breidde de bevolking zich snel uit en bewoonde een groot deel van het gebied dat eeuwen lang ‘Palestina’ heeft geheten.
Dat wil niet zeggen dat vanaf het begin geen enkele Israëliet ergens anders is gaan wonen. De Danieten bijv. vestigden zich een tijdlang in de buurt van de Filistijnse steden, ten zuidwesten van het centrale gebied. Later, na Simson, die hen de Filistijnen een beetje van het lijf hield, migreerden zij als geheel naar het noorden, bij de Golan, aan de bronnen van de Jordaan. Wie wel eens in Israël geweest is en de bronnen van de Jordaan heeft bezocht, is er langs gereden (Tell Dan), het is één van de toeristische punten daar. De Danieten moordden daar de hele bevolking van een stad uit (Laïs), verbrandden die, bouwden hem weer op en gingen daar wonen. Zij noemden de stad ‘Dan’, naar hun stamvader. In Richteren 17 en 18 lees je de hele geschiedenis. Die verklaart tegelijkertijd ook, waarom koning Jerobeam in Dan een vereringsplaats aanwees: die was er namelijk al door de handelwijze van de Danieten.
*
Lichtsnelheid onder vuur
Samenvatting: De lichtsnelheid wordt heden ten dage algemeen beschouwd als constant, waarmee dan een hele serie andere ‘natuurconstanten’ dus ook constant = onveranderlijk zijn. Setterfields onderzoek geeft aanleiding om daar grote vraagtekens bij te zetten. En hij is beslist niet de enige. Hieronder volgt het verhaal. Setterfield nam als uitgangspunt voor zijn rapport alle bekende metingen van de lichtsnelheid, en onderwierp die aan rigoureuze tests. Zo selecteerde hij de onbetrouwbare uitkomsten er uit. De metingen van de lichtsnelheid waren gedaan met behulp van diverse methodes. Het opmerkelijke was, dat de metingen voor elke methode een gestadige afname van de lichtsnelheid lieten zien. Het meest opvallend waren de metingen, gedaan op het Pulkovo observatorium bij St. Petersburg, die vanaf 1735-1942 uitgevoerd zijn met de aberratiemethode, met hetzelfde instrument, en door een opvolging van slechts een gering aantal waarnemers. Een karakteristiek van deze methodiek is dat de gemeten waarden systematisch te hoog zijn, maar zij zijn dat dus over de hele meetperiode. De error bars van de Pulkovo metingen tot 1800 overlappen die na 1850 niet, en de error bars na 1850 overlappen die na 1920 niet. Er is dus een onmiskenbare en onloochenbare afname. Dat dit heden ontkend wordt, zegt meer over het gebrek aan contact met de realiteit van de huidige natuurkundigen, dan over deze reeks metingen. Zie onderaan bijlage 3 voor detailinformatie.
*
Antiochië als nieuwe geestelijke hoofdstad van de wereld
In het begin van het boek Handelingen is Jeruzalem Gods hoofdkwartier. Later opereert Paulus vanuit Antiochië (Hand. 11:25). Antiochië bestaat in het Grieks uit 2 elementen “In plaats van” en “ophouden/handhaven.” Gods waarheid wordt nu gehandhaafd HIER, tussen de heidenen in plaats van in Jeruzalem waar juist de afvalligheid heerst. – bron martin zender
*
Soms gaan dingen opeens heel snel. Zo had je na de oorlog het Duitse Wirtschaftswunder. Duitsland rees heel snel uit zijn as. Na de val van de Berlijnse muur viel de ene dictatuur na de andere in oost-Europa. En hoe snel werd Dubai niet uit de grond gestampt? Het boek Handelingen is ook zo’n boek waarin de gebeurtenissen opeens heel snel gaan.
Handelingen als overgangsboek
Vanaf het eerste begin had God de bedoeling om 2 boodschappen naar de aarde te sturen. Hij had 2 dingen om duidelijk te maken over zichzelf. Allereerst dat Hij zo perfect was dat geen enkele mens en geen enkel vlees iets aan Hem kon toevoegen. Laat staan trots op zichzelf kon zijn. Ten tweede dat Hij zo vol genade en liefde was dat zelfs de grootste bankrover voor altijd bij Hem zou zijn. En dat niet alleen; maar Hem ook in het heelal zou gaan vertegenwoordigen voor de hemelse machten. Je zou verwachten dat er wel een flinke overgangsperiode tussen beiden zou zitten. We zouden 10 boeken nodig hebben om deze overgang van 1 naar 2 te beschrijven. God deed het in 1 klap: het boek Handelingen. Hij schiep de aarde in 6 dagen dus waarom zou Hij zijn hele plan niet in 1 boek ontvouwen? Als je zo tegen het boek Handelingen aankijkt, snap je er meer van dan menig theoloog. In de eerste hoofdstukken zit Israël bijna tegen het Koninkrijk van God aan. De rest van de wereld komt in het verhaal helemaal niet voor. Maar in Hoofdstuk 12 is de situatie andersom. Israël’s fortuin is helemaal weg gezakt. Stefanus is gestenigd, de discipelen zijn versnipperd geraakt en Jacob is vermoord. In hoofdstuk 9 echter, roept God Saulus en al in hoofdstuk 13 kunnen de natiën hun geluk niet op dankzij een onvoorwaardelijke genade die wordt geopenbaard door deze vreemde eenling. Aan het eind van Handelingen is Paulus in Rome waar hij een brief schrijft aan de Efeziërs. Israël is nu (tijdelijk) opzij gezet (Hand. 28:25-28) tot wanneer de voleinding van de natiën een feit is. Zou u zoveel kunnen opschrijven met zo weinig woorden. – door martin zender
*
Kwam dit stuk van een THEOLOOG tegen. Wat? Juist, een THEOLOOG. Die moet dan wel de waarheid spreken. De man heet Labuschagne van achternaam. Hij zal toch niet familie zijn van de gelijknamige theoloog uit Zuid Afrika? Ik had ooit een boek dat in de open haard is verdwenen van Oscar Labuschagne dat heette Gods oude Plakboek. Er stond zoveel onzin in dat ik de bladzijden nog net niet als WC papier heb gebruikt. Maar goed, deze theoloog vertelt met veel bombarie dat hij de orthodoxie achter zich heeft gelaten. Oh ja? Vervolgens kraamt hij zoveel onzin uit dat ik aan het vak van theologie begin te twijfelen. Dat deed ik toch al. Als een oversekste contactgestoorde werkloze boerenpummel als ik een professor in de theologie kan corrigeren, is er toch wel iets mis in dit kikkerland. Afgezien van het weer dan.
Deze meneer zegt tussen neus en lippen door dat God Jezus heeft geadopteerd. Dat is nu juist wat orthodoxen denken. Wie Efeziërs 1:4 kent weet dat we voor de nederwerping van de wereld in Hem zijn uitverkoren. Zie ook Openbaring 13:8. Het Lam van God is voor de grondlegging van de wereld geslacht. In geestelijke zin dus al ver voor Golgota. Verder kan de auteur er ook niet bij dat Jezus zo makkelijk meeging in het OFFER van de kruisdood. Jamaar de kruisdood was ook helemaal geen offer. Het woord offer is sowieso ongelukkig gekozen. Zijn opstanding en later hemelvaart waren het offer in de zin van dat ze overeenkwamen met de liefelijke reuk die opsteeg na het slachten van een bok ergens in het OT. Voor zonden werden nooit offers gebracht. Zonden werden bedekt. De opstanding van christus was het antwoord van God op het geweld dat de mensheid Hem had aangedaan. Voor het eerst werd niet kwaad met kwaad vergeld maar toonde God Zijn ware liefde. Niet door de mens te straffen voor het mishandelen van Zijn Zoon maar door Hem uit de dood op te wekken waardoor de mensheid met Hem verzoend werd. Dat Christus geofferd moest worden om een boze God tevreden te stellen, is heidense onzin.
*
Zien de buitenaardsen ons?
Efeziërs 3:10 is één van de meest mysterieuze verzen uit de bijbel. Er staat: het geheim dat verborgen was in de aionen in God, dat NU bekend zou worden aan OVERHEDEN en GEZAGHEBBERS in de HEMELSE gewesten. In deze ene zin staan zoveel dingen tegelijk die vragen oproepen dat je er alleen al een boek over zou kunnen schrijven. Om te beginnen: hoezo geheim? Welk geheim? Van het lichaam van christus, dus, de Ecclesia. Maar wat heeft deze ecclesia te maken met de gezaghebbers en overheden in de hemelse gewesten? Wat zijn die hemelse gewesten precies? Ergens in het heelal blijkbaar. En hoezo zijn daar dan gezaghebbers en overheden? Komt het erop neer dat we het hier gewoon over buitenaardsen hebben? Prima dan, maar wat heben zij met ons te maken, de Ecclesia? De vers wekt de indruk dat er een verband is tussen het lichaam van christus en de buitenaardsen, of iets bijbelse uitgedrukt, hemelingen. Welk verband is dat dan? En wat betekent het woord “NU?” Blijkbaar is er een direct verband en worden we NU al geacht het geheim bekend te maken aan de hemelingen. We laten dit mysterie even voor wat het is, ondanks de vele vragen die overblijven. Als ik het woord hemelingen ruim vertaal met buitenaardsen, dan resteert de vraag: hoe kunnen wezens op honderden, zoniet duizenden of zelfs miljoenen lichtjaren afstand ons zien? Immers, als we een boodschap moeten overbrengen, moet me deze kunnen waarnemen. Mogelijk hebben andere wezens andere zintuigen dan wij waarmee ze ons wel degelijk kunnen waarnemen.
Dit doet me denken aan het volgende. In 1974 werd met de grootste telescoop ter wereld, de Arecibo Telescoop een boodschap de ruimte in gezonden zomaar naar een wilekeurig gebied in het heelal. Nog los van de vraag of deze boodschap ooit opgepikt zou worden en of er daarginds levendeze wezens zouden zijn, zou het minstens duizend jaar duren voordat de boodschap over zou komen. En dan nog weer 1000 jaar voor een retourantwoord. U begrijpt het al, de strekking van het hele project was erg onduidelijk. Men stuurde een DNA-kaart van de mens de ruimte in met een kaart erbij van ons zonnestelstel. De buitenaardsen moesten dan maar snappen dat wij homo sapiens waren, met mes en vork aten, op zaterdag naar de kroeg gingen en de 3de planeet vanaf de zon bevolkten. Volgens schrijver Harry Mulisch was het misschien niet zo slim om zomaar zo’n boodschap het heelal in te sturen. Misschien waren die buitenaardsen wel helemaal niet zo aardig. Misschien konden we ons beter gedeisd houden, een gedachte die onlangs door Stephen Hawkins werd gedeeld.
Om het hele verhaal nog bizarder te maken, verscheen in 2001 een retourboodschap in het graanveld aan de voet van de Chilbolton telescoop in Engeland. Het had er alle schijn van dat dit het antwoord was op Arecibo. Er verscheen een DNA-kaart in het graan en een gezicht dat menselijke trekken had maar niet helemaal. Ook de DNA-kaart leek op die van ons maar had toch enkele afwijkingen. Dit was al verbazingwekkend genoeg. In plaats van dat men bliepjes en piepjes opving met de dure telescoop, kreeg men het antwoord digitaal in het graan gescand in het veld ervoor. Kon het nog gekker. Je zou bijna zeggen: zonde van al het geld om dure telescopen te bouwen. Laten we voortaan graanvelden gebruiken als radiotelescopen. Een vraag die ook rees was hoe het kon dat er al zo snel antwoord volgde!! Geen 2000 maar slechts 27 jaar later kregen we al respons. Niet op de manier waarop men verwacht had, middels signalen die zouden worden opgepikt door de Arecibo telescoop. Maar middels rare tekens in het graan, elders op aarde. Men kan dus zeggen dat de buitenaardsen, wie ze ook zijn, veel meer van ons weten dan we denken en dat ze veel directer kunnen reageren op wat we hier op aarde doen. Dat laatste wordt ook versterkt door geruchten over ingrijpen van UFO’s bij nucleaire installaties. Blijkbaar wordt elke beweging op aarde nauwlettend gevolgd door “iemand daarboven.”
Terug naar Efeziërs 3:10. Het is dus helemaal niet ondenkbaar dat de Ecclesia NU al “zaken doet” met de buitenaardsen, hemelingen genoemd. De grote afstand van duizenden lichtjaren maakt hen blijkbaar niet onbereikbaar voor ons. Nu al zijn we op een geestelijke manier bezig met hen. Straks zullen we daadwerkelijk fysiek het heelal in trekken.
*
Het lichaam van christus gaat straks het heelal in!
‘Wat een fijne woorden zijn dat toch he, in 1 Thessalonicenzen 4:13-18.
In de Angelsaksische landen spreekt men van ‘The blessed hope’, en dat is het zeker. Wij kunnen wel zeggen: onze heerlijke verwachting. Het is zo iets bijzonders wat er gaat plaatsvinden, in één klap worden alle gelovigen van het lichaam van Christus verzameld. Geweldig.
‘Er zijn heel wat gelovigen, die zeggen dat wij na een zekere periode weer terug zullen keren op aarde. Hoe zit dat?’
Men beweert dat. ja. Eerst naar boven, weggerukt en daarna weer met de voeten op aarde, om ons dan aan te sluiten bij Israël en in een ondergeschikte positie aan hen deel zullen hebben aan het koninkrijk op aarde. Naar de boodschap van Paulus in Efeziërs 2:6,7 klopt die gedachtegang niet. De gemeente, het lichaam van Christus, zal in de komende eonen de overstijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid over ons in Christus Jezus, tentoonspreiden te midden van de hemelingen. ‘De komende eonen zijn de 1000 jaren en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde?’ Precies. Al die tijd zal het lichaam van Christus niet op aarde, maar te midden van de hemelingen het verzoeningswerk van de zoon van Gods liefde uitdragen en de hemelse machten en krachten brengen tot onderschikking aan Christus. ‘Groots, zo’n toekomst. Het overtreft al wat je zelf maar zou kunnen bedenken!’ – http://www.da-ath.nl/
*
EZECHIËL HEEFT MEER TE VERTELLEN OVER DE OPSTANDING DER DODEN DAN MENIGEEN BESEFT.
HET DAL VAN DE DORRE DOODSBEENDEREN, WAT ZEGT DIT ONS?
Vanaf zijn jeugd was Ezechiël getraind en opgeleid om priester te worden, maar zijn hoop en verwachtingen werden grof verstoord door de invasie van Nebukadnezar’s leger in Juda, wat tot gevolg had dat hij, Ezechiël, samen met vele anderen in Babylon terecht kwamen. Wat had dit voor gevolgen? Was daarmee zijn taak en zijn droom vervlogen? God echter, besliste anders en Ezechiël zou ondanks Babylon uitgroeien tot een der grootste profeten die wij kennen vanuit God’s Woord, de bijbel!
Toen Ezechiël ongeveer 30 jaar was, (opmerkelijk: op zijn 30ste!!) begon hij verbazingwekkende visioenen te krijgen van de Almachtige God. Dat feit staat zeer, zeer nauwkeurig geboekstaafd. Ezechiël was een wat wij noemen: ‘Pietje Precies’. Zelfs de dag waarop een en ander gebeurde hield hij bij. Zie Ezech.1:1 Wat zegt: ( in S.V. vertaling) ‘In het dertigste jaar, in de vierde maand, op de vijfden derzelve maand, als ik in het midden der weggevoerden was bij de rivier (de) Chebar, zo geschiedde het dat de hemelen werden geopend, en ik de gezichten Gods zag’. De onzichtbare grenzen, de afscheidingen die er zijn tussen de hemel en de aarde werden op een bovennatuurlijke manier voor Ezechiël geopend, dan wel weggenomen.
meer: http://boinnk.nl/smf/index.php?topic=59.msg281#msg281
*
Paulus en alverzoening 2
door Thomas Talbott
Zie ook 1 Kor. 15:22: Want evenals in °Adam allen stervend zijn, zo zullen ook in °Christus allen levend gemaakt worden. In deze verzen wordt “allen” steeds in parallelle zin gebruikt binnen 1 vers. Het zijn contrastverzen die uit 2 tegenpolen bestaan. Het eerste “allen” bepaalt de reikwijdte voor het 2de “allen.”
Sommigen doen hun uiterste best om de alverzoening uit deze verzen te filteren. Men zegt bijvoorbeeld dat de eerste “Allen” op Jezus zou slaan. Of dat deze eerste allen alleen op de nakomelingen van Abraham slaat. Of desnoods op alleen de kerk. Maar Jezus is natuurlijk niet veroordeeld in Adam en ook ontvangt Hij niet de redding die Hij zelf brengt. Ook in de andere teksten noemt Paulus “allen” alle nakomelingen van Adam zonder Jezus. In Romeinen 5:12 noemt de Paulus de groep alle mensen die gezondigd hebben, ofwel iedereen behalve Jezus. In vers 15 maakt hij onderscheid tussen de Ene en de velen. De ene is Adam zelf die eerst zondigde en de velen die stierven als gevolg van Adam’s zonde. De “velen” is hier niet gebruikt als een minder grote groep dan allen. Het bereik van de velen is hetzelfde als van “allen” in vers 18. Hij gebruikt het woord velen in vers 18 en 19 als contrast met de ene. Door de overtreding van de ene stierven de velen. Op dezelfde manier laat Paulus in vers 14 zien dat de ene Adam een type was van Jezus. Jezus staat als 2de Adam in dezelfde relatie tot de velen als Adam. Met dit verschil dat Gods genade voor de velen nu overvloedig is. Niet alleen dat de verdoemenis over de mensheid nu wordt opgeheven maar de hele mensheid wordt nu ook een nieuwe schepping. Ten aanzien van 1 Kor. 15:22 zou je hetzelfde kunnen zeggen. “Want evenals in °Adam “allen” stervend zijn, zo zullen ook in °Christus allen levend gemaakt worden.”
Het 2de “allen” zou men beperkt kunnen uitleggen tot alleen de mensen die in christus geloven.
Zomaar zeggen dat het 2de “allen” alleen op gelovigen slaat, is geen bewijs voor enige beperkingen aan deze 2de allen. Dan zou men eerst hard moeten maken dat onder het eerste allen mensen vallen die nooit bij christus zullen horen. Dit is tegenstrijdig met de hele context maar ook met de volgende claim van Paulus dat de hele schepping aan christus zal worden onder geschikt. In 1 Kor. 15:28 zal alles aan God worden onder geschikt. Jawel, eerst wordt de dood aan christus ondergeschikt en daarna zal Christus zelf aan Zijn Vader worden onder geschikt. De hele schepping en in het bijzonder alle mensen zullen bij hun Vader horen. Hoorden ze voor die tijd dan niet bij hun Vader? Jawel, maar nu weten ze dit. De meest natuurlijke verklaring voor 1 Kor. 15:22 is dat hier voor het woord “allen” dezelfde vlieger opgaat als bij Romeinen 5:18. Critici merken op dat beide passages heel ergens anders over gaan. Paulus wil beweren dat de gelovigen alleen in Christus kunnen worden opgewekt. Hierin hebben deze critici op zich gelijk als het gaat om 1 Kor. 15:22. Maar waarom zou dit alle mensen uitsluiten die in Adam zijn gestorven? De critici vergeten dat het hele traject van de verzen 20-28 over veel meer dingen gaan dan alleen het opwekken van heiligen uit de dood. Namelijk de hele schepping en zelfs de dood zullen aan Christus en uiteindelijk aan Zijn Vader worden ondergeschikt.
*
Gered uit de grote verdrukking
Het lichaam van Christus wordt weg gerukt voor de grote verdrukking:
Romeinen 5:9 – Veel meer dan, nu gerechtvaardigd zijnde* in Zijn bloed, zullen wij door Hem gered worden van de toorn. [1 Thess. 1:10]
1 Thess. 1:6 – En jullie zijn imitatoren van ons geworden* en van de Heer, het woord ontvangend* in veel verdrukking met blijdschap van heilige geest, [1Kor. 4:16] – [Hand. 17:5-9]
1 Thess. 1:10 – en te wachten op Zijn °Zoon uit de hemelen, Die Hij opwekt* uit de doden, Jezus, Die ons redt uit de komende verontwaardiging. [Titus 2:13] – [Hand. 17:31] – [1 Thess. 5:9]
1 Thess. 5:9 – want °God plaatste* ons niet tot verontwaardiging, maar tot verkrijging van redding door onze °Heer, Jezus Christus, [2 Thess. 2:13]
*
Paulus en alverzoening
door Thomas Talbott
En wanneer Hem het al zal zijn onderschikt, dan zal Hij, de Zoon, worden onderschikt aan Hem die Hem het al Onderschikt*, opdat °God zij alles in allen. – 1 Kor. 15:28
Dat iedereen met God zal worden verzoend is in het Nieuwe Testament zo duidelijk dat het een mysterie is dat er zolang over een eeuwige hel is gekibbeld. Best knap om zo’n overduidelijke verklaring van de verzoening van iedereen weg te wissen. Paulus zegt duidelijk dat God alle dingen aan Christus gaat onderschikken inclusief de dood. En dat God alle dingen en iedereen in Hem gaat verzoenen. De moeite die velen doen om deze verklaringen weg te moffelen is misschien wel een eer aan de kracht van deze passages. Er staat ook nog iets anders in het Nieuwe Testament. Jezus zal terugkomen om te oordelen en te heersen met een ijzeren staaf. Juist deze passage wordt niet altijd goed begrepen waardoor er snel misverstanden ontstaan over het lot van ongelovigen. Men is snel geneigd om de triomf en overwinning van God op de dood dan maar weg te moffelen. De ironie is dat Paulus ook hier een pasklare toelichting op geeft en beiden, oordeel en overwinning met elkaar verenigt. Probleem is dat deze uitleg zo haaks staat op het denken van velen dat zo geïndoctrineerd is dat men gewoon blind is voor de tekst die men voor zich heeft. Het merkwaardige is dat de gedachte van een eeuwige hel juist weer niet in het Nieuwe testament voorkomt. Men leest dingen die er niet staan en leest dingen niet die er wel staan. Erg merkwaardig allemaal. Laten we eerst Romeinen 5:18 eens lezen: “Zo dan, omdat het door één overtreding voor alle mensen kwam tot veroordeling, zo komt het door één rechtvaardige daad voor alle mensen tot rechtvaardiging van leven.” [Rom. 6:7] – Romeinen 5:18
Paulus gebruikt 2 keer expliciet het woord allen in 1 vers. Beide zinnen zijn uitersten van elkaar maar het woord allen wordt in parallel verband gebruikt. Het gaat in beide gevallen om alle mensen. De eerste keer worden ze allen veroordeeld, de tweede keer worden ze allen gerechtvaardigd. En dat in 1 vers. Toch is het handig om ook de context van deze zin erbij te halen. Sommigen proberen een woord als allen juist bij voorbaat uit de context te halen en zoeken net zolang in de bijbel tot ze een betekenis tegenkomen die niet letterlijk op alle mensen slaat. Dit slaat nergens op. Als er in een schoenenwinkel staat: “uitverkoop” dan weten we dat het om schoenen gaat en niet om de kassa’s of de schrappen. In Lucas 21:17 bijvoorbeeld staat dat de discipelen door allen worden gehaat om Zijn naam. Ook hier is allen niet alle mensen. De discipelen zullen niet door elkaar worden gehaat om Zijn naam. Allen moet in dit soort voorbeelden met een korrel zout worden genomen. Anders zouden de discipelen zichzelf moeten haten. Als allen hier letterlijk op alle mensen sloeg, zou Petrus zichzelf moeten haten en Johannes zichzelf etc. Op ongeveer 50 plaatsen in het Nieuwe testament worden allen en alles of alle in beperkte zin gebruikt. In Romeinen 5:18 valt een beperkt gebruik van allen niet hard te maken. Neem de grondwet. Deze zegt dat alle mensen gelijk zijn. Als je documenten opduikelt uit dezelfde tijd als waarin de Grondwet tot stand kwam dan kom je hier en daar misschien interpretaties tegen waarin niet alle mensen gelijk zouden zijn. Dit maakt de verklaring in de grondwet niet anders. Hetzelfde geldt voor Romeinen 5:18.
In Efeze 1:11 zegt paulus dat God alle dingen naar Zijn wil gebruikt. Hij noemt hier geen opsomming van wat alle zou kunnen betekenen. Hier slaat alle op alle gebeurtenissen. Alles wat in de wereld gebeurt, valt onder Gods voorzienigheid. Zelfs als Paulus niet de auteur van Efeze is, dan zien we een gelijke vers in Romeinen 8:28 waar alle dingen meewerken ten goede voor die Hem lief hebben. Het gaat hier duidelijk niet om sommige gebeurtenissen maar om ALLE gebeurtenissen. In 1 Kor. 15:27 staat dat God alle dingen aan Christus zal onderwerpen. Uiteraard gaat het hier om alle geschapen dingen in de eonen en dus niet om God. God zal niet zichzelf in christus onderwerpen. Dat wordt trouwens een vers later in vers 28 bevestigd. Het gaat om elk lid van de groep die Paulus in gedachten heeft. Hetzelfde geldt voor Romeinen 3:23 waar “want allen zondigden en gebrek hebben aan de heerlijkheid van °God.” Het gaat hier niet om vogels of kikkers maar om de voornamelijk menselijke nakomelingen van Adam. Onder voornamelijk menselijke nakomelingen verstaat Paulus dus niet christus. De grammatica van Romeinen 5:18 is het volgende bewijs voor dat allen ongelimiteerd is. Het wordt 2 keer in parallelle zin gebruikt in 1 vers. In Romeinen 11:32 staat weer zo’n voorbeeld: Want °God heeft °allen onder koppigheid besloten*, opdat Hij °allen mededogen zou betuigen*. [Gal. 3:22]
Zie ook 1 Kor. 15:22: Want evenals in °Adam allen stervend zijn, zo zullen ook in °Christus allen levend gemaakt worden. In deze verzen wordt allen steeds in parallelle zin gebruikt binnen 1 vers. Het zijn contrastverzen die uit 2 tegenpolen bestaan. Het eerste “allen” bepaalt de reikwijdte voor het 2de “allen.”
*
Moeten we iedere overheid gehoorzamen?
Dit is een lastige. En dat niet alleen. Petrus zegt van niet, Paulus van wel. Petrus zegt in Handelingen 4 tegen het Sanhedrin dat hij God moet gehoorzamen boven de overheid op aarde. Paulus zegt in Romeinen 13 het omgekeerde: we moeten de overheid juist gehoorzamen. Toen Petrus voor het Sanhedrin stond, was Handelingen 4 nog niet eens geschreven. Hij volgde het evangelie van de besnijdenis die heel erg gericht is op religie en niet op genade. Vanaf handelingen 28:28 is het koninkrijk van God terzijde geschoven, zij het tijdelijk. Nu is de genade aan de beurt. Rom. 11:25. Genade betekent je politieke vijanden zegenen. Het zijn immers de hemelse machten waartegen we vechten. Petrus herkent later ook deze ommekeer in 1 Petrus 2:13-14. Elke overheid, hoe belabberd ook is immers ingesteld door God.
*
Elke fout die je maakt, is een zonde – martin zender
Op zich is de definitie van zondigen als doel missen juist. Richteren 20:16 gebruikt men in de vertaling het woord ‘missen’ en dat is daar gelet op het tekstverband juist. In de grondtekst staat daar het werkwoord voor zondigen: chata. Adam en Eva zondigden als eerste mens. Zij overtraden wat God gezegd had. Zij waren bedoeld om tot eer van God te leven, maar kwamen daar niet aan toe. Zonde is wetteloosheid zegt Johannes in 1 Johannes 3:4. Dat houdt in, dat steeds wanneer een schepsel afwijkt van de wetmatigheid die God meegaf, er sprake is van zondigen. Adam en Eva waren niet onsterfelijk, maar konden wel heel lang blijven leven als zij alleen van de boom des levens zouden eten. Zij aten echter van de boom van kennis van goed en kwaad en weken daarmee af van de weg (wetmatigheid) die God had aangegeven. Dat is zonde. Daardoor trad het stervensproces in werking en werd tegelijkertijd de weg naar de boom des levens afgesneden. Omdat de mens daarna het sterven erfde van het eerste mensenpaar (Romeinen 5:12), is de mens vervolgens omdat ie zwak is (hij sterft namelijk) niet in staat te leven tot Gods eer. Daarmee mist hij zijn doel en zondigt (Romeinen 3:23). Uit dat sterveling en dus zondaar zijn (in Adam zondigde de hele mensheid!) komen allerlei zonden voort. Er was en is dus niet aan te ontkomen.
*
Wat is Zonde?
Het woord ‘zonde’ wordt altijd gelieerd aan overtreding. Niet bij Paulus die verkondigde dat we niet onder de wet leven. Bij Paulus is zonde niet iets doen wat niet geoorloofd is (“alle dingen zijn geoorloofd”) maar met wat niet nuttig is (1 Kor. 10:23). Met recht dus: doel mist. Alles wat je doet zonder doel is dus zonde. Ik ken gelovigen die vaak roepen “alles is geoorloofd!” (terecht!) maar zich nooit de vraag stellen: wat is nuttig? Oftewel: wat bouwt op (mijzelf dan wel anderen)? (1 Kor. 10:24). En: wat verheerlijkt God?
“Of gij dus eet of drinkt, of wat dan ook doet, doet het alles ter ere Gods” (1 Kor. 10:31).
*
Geboorte VOOR schepping
weer zo’n lastige vertaling van John Gavazzoni
Dat wat uit Geest geboren is, is Geest. – Johannes 3:6.
God is niet de schepper van geesten maar de Vader van Geesten. Onder theologen waart de gedachte om de 2 scenario’s van schepping in Genesis te verzoenen. In het eerste geval wordt de mens geschapen naar de gelijkenis van Christus. In het 2de geval wordt de mens uit de klei getrokken. Maar klopt dit wel? Sommige theologen menen dat in het eerste geval de mens is geschapen als geest, waarna zijn fysieke hebben en houden later aan hem werd toegevoegd. De gedachte hierachter is dat we onszelf niet langer zien als louter fysieke wezens. Deze gedachte gaat voorbij aan de hele rode draad door de bijbel waarin het lichaam zeer positief wordt belicht. Met als klapstuk het letterlijke Lichaam van Christus als mysterie dat Paulus openbaart. De gedachte van theologen die de betekenis van het lichaam afzwakt, doet ons subtiel van de kennis van God afdwalen. En van Zijn wens dat wij Hem leren kennen. Niets is meer kostbaar voor God dan dat wij Hem leren kennen als onze Vader. Een Vader schept geen kinderen maar produceert ze. Hij laat ze geboren worden. De origine van ons wezen kwam van de Goddelijke potentie om zowel Ouderlijk als kinderlijk te worden. De Goddelijke impuls brengt zijn mannelijke essentie voort als zaad/sperma (Grieks, Sperma) op zoek naar zijn vrouwelijke tegenhanger om hun gezamenlijke familie geboren te laten worden in de Ene in Wie de volheid van de Godheid woont. Dit is geen schepping maar geboorte. De menselijke reproductie is hier een afspiegeling van en getuigt van geboorte als oorsprong en niet van schepping.
We zijn niet gemaakt om te ZIJN door een daad van schepping maar vanuit die geboorte die een echtelijke oorsprong heeft binnen de Goddelijke natuur. Menselijke reproductie kan alleen geschieden door zwangerschap, bevruchting en geboorte. Zonder dit principe zou het schepsel hooguit een houten pop zijn. Van de geest-substantie die hieruit ontstond, schiep God de stof waaruit Hij ons in Adam vormde. Wij zijn kinderen van God en niet slechts schepsels van hem. Ons eeuwige wezen dat voortkomt uit Hem, is een lichamelijk wezen. Er is niet zoiets als een lichaamsloze geest. We hadden lichamen vanaf het begin. Onze huidige lichamen komen van dat eeuwige lichaam. In de huidige staat zijn we in een vervallen staat maar deze vervallen staat kan onze verheerlijkte originele staat niet aantasten. Van binnenuit was je lichaam gevormd uit verheerlijkte stof.
Laat ons de mens scheppen naar het beeld van christus had zijn wezen al in het wezen van God. Hij was ergens uit gemaakt. En dat ergens of iets was het materiaal van zijn geest en zoonschap. Hij had een wezen in en uit de diepten van God VOOR de 2 scheppingsverklaringen in de bijbel. Binnen de eeuwige Godheid lag onze menselijkheid in vereniging met de Echte Mens die wachtte op zijn geboorte, opdat de Godheid zichzelf zou voltooien als familie. Ons wezen bestond voor de schepping. Het woord voor is in deze een concessie aan ons lineaire tijdsdenken. Maar theologisch betekent VOOR, dat waar alle dingen op zijn gebouwd, zoals Hij voor alles is en in Hem alles bij elkaar wordt gehouden. De Ark van het Verbond is hier een symbool van, gemaakt van hout, dat de mensheid symboliseert en bedekt met goud als symbool van God. Binnen de Godheid ligt de mensheid; het hout binnen het goud. De incarnatie in het vlees was niet een radeloze stap B. van God om te redden wat er te redden viel nadat Eva door de slang was misleid. De incarnatie was God die God was in de eon zoals Hij in de eeuwigheid is. Onze geboorte-oorsprong is niet te bevatten in een lineaire tijdslijn maar binnen de eeuwigheid van God. De geboorte heeft eerder te maken met Hem waarop alles gebouwd is en van waaruit alles voortkomt. Als Paulus zegt, dat Christus VOOR alle dingen is, kunnen we maar moeilijk vatten waar hij het over heeft, gewend als we zijn aan lineair tijdsdenken.
*
Zwangere woorden tegen een zwijgende hemel
door robert Anderson
Waarom zwijgt de hemel vandaag de dag tegen alle ellende die onder haar ogen plaats vindt? Waarom zijn er geen wonderen als in de tijd van Jezus? Waarom worden zieken niet spontaan genezen en doden niet opgewekt? Een pasklaar antwoord is dat we in een zogenaamde bedeling (tijdsperk) leven waarin de hemel zich heeft terug getrokken en massale wonderen niet worden toegestaan. Bij het aanbreken van de komende eon die voor de deur staat zullen er weer grote wonderen zijn, groter dan in de tijd van Jezus. Het zwijgen van de hemel is geen machteloos zwijgen maar een Sabbaticaal zwijgen. Een zwijgen dat de weg openhoudt voor genade voor de grootste misdadiger en zondaar. Zou je dit zwijgen willen opheffen, prima, dan houdt de bedeling van genade ook op. Dit staat ook te gebeuren. Wonderen zullen straks weer op grote schaal plaatsvinden maar dan wel in de Dag van Wraak van het Lam als Israël straks over de wereld regeert en het lichaam van christus over het heelal. De grote wonderen uit de tijd van Jezus zijn getransformeerd in het lijden van Paulus, 2 Kor. 11:23-33:
Zijn zij dienaren van Christus? (Ik spreek dwaas zijnde). Ik ben boven hen in veel meer zwoegen, in veel meer gevangenissen, in overmatige slagen, in vele malen doden. [1 Kor. 15:10] – [1 Kor. 15:30-32] Van Joden kreeg* ik vijf maal de veertig min één slagen, [Deut. 25:3] drie maal ben ik met staven gegeseld*, eenmaal ben ik gestenigd*, drie maal heb ik schipbreuk geleden, een dag en een nacht heb ik in een moeras doorgebracht, [Hand. 16:22] op reizen vele malen in gevaren van rivieren, in gevaren van rovers, in gevaren door rasgenoten, in gevaren door heidenen, in gevaren in de stad, in gevaren in de verlatenheid, in gevaren op zee, in gevaren onder valse broeders, met zwoegen en werken, vaak in waken, in honger en dorst, in vele malen vasten, in koude en naaktheid, [2 Kor. 6:4,5] nog afgezien van wat daar °buiten is, dat wat mij dagelijks overkomt, de zorg voor al de ecclesias. Is iemand zwak? En zou ik niet zwak zijn?
Iemand wordt verstrikt en ik zou niet in brand staan? [1 Kor. 9:22] Als er geroemd moet worden, dan zal ik roemen van mijn °zwakheid. [2 Kor. 12:5,9] De God en Vader van de Heer Jezus, de zijnde gezegend in de aionen, heeft waargenomen dat ik niet lieg. [1 Tim. 2:7] In Damascus bewaakte de stadhouder van koning Aretas de stad van de Damaskenen om mij te arresteren*, en door een venster in de muur werd ik neergelaten* in een mand van wilgentakken, en ik ontsnapte aan zijn °handen. [Hand. 9:24,25]. Dit is een heel ander soort “wonder” dan wat jezus deed, zoals mensen genezen. Het grote wonder dat er nu plaats vindt, is dat de geest telkens geactiveerd wordt in zij die Zijn stem horen.
*
Wim Hoogendijk live over de hel
Wim Hoogendijk live over de hel: mooie opmerking die gemaakt werd: eindeloosheid is geen joods begrip en is heel iets anders dan het bijbelse eeuwig. We moeten niet vergeten dat het woord eeuwig zeer vaak als metafoor wordt gebruikt. B.v. de treinreis duurde een eeuwigheid.
*
De dagen van Noach en Nu
De geschiedenis van de dagen van Noach van grote betekenis voor ons. In het 6de hoofdstuk van Genesis vinden wij een nauwkeurig verslag van de dagen van Noach. Dit Bijbels en historisch verslag is voor ons van het allerhoogste belang. De Here Jezus Zelf heeft immers verklaard, dat deze geschiedenis zich zal herhalen: ‘Gelijk de dagen van Noach alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des Mensen’ (Matth. 24 : 37). De zonden en ongerechtigheden, die kenmerkend waren voor de dagen van Noach, zullen eveneens kenmerkend zijn voor de dagen, die onmiddellijk voorafgaan aan de komst van de Zoon des Mensen op aarde. Zij waren in Noachs dagen de directe aanleiding tot het oordeel van de zondvloed; zij zuilen in de eindtijd eveneens de directe aanleiding vormen tot een nog groter en verschrikkelijker oordeel, dat over de ganse aarde komen zal.
De goddeloosheid en verdorvenheid van het mensdom bereikte in de ‘dagen van Noach’ zulk een hoogtepunt, dat de maat van Gods toorn vol werd en Zijn lankmoedigheid jegens de bewoners der aarde uitgeput raakte, zodat Zijn rechtvaardig en verschrikkelijk oordeel onvermijdelijk werd. Het was een goddelijk ‘tot hiertoe en niet verder’. En Gods normen zijn vandaag niet veranderd. Hij heeft in het verleden ‘de oude wereld niet gespaard’. Hij zal in de toekomst ook de moderne wereld niet sparen. Met rasse schreden nadert de dag des oordeels, waarin ‘de Here zal komen als vuur en Zijn wagens zullen zijn als een storm, om Zijn toorn te openbaren in gloed en Zijn dreiging in vuurvlammen; te vuur en te zwaard zal de Here gericht houden over al wat leeft’. (Jes. 66 : 15, 16).
Daarom is het voor ons een dure plicht, om het ontstaan, de voortgang en de voleinding van de goddeloosheid en de verdorvenheid onder de bewoners der aarde vóór de zondvloed nauwkeurig te bestuderen, voor zover het God behaagd heeft ons daarover in te lichten. Wij dienen onszelf op de hoogte te stellen niet alleen van het zaaien, maar ook van het groeien en het rijpen van de oogst der ongerechtigheid, waarin tenslotte de Almachtige vanuit de hemel Zijn blinkende sikkel geslagen heeft. Wij moeten daarbij vooral ook letten op de verschillende oorzaken van het kwaad, die successievelijk openbaar werden en tevens op de bijzondere invloed, die elk van deze gehad heeft op de zo snel ontaardende menselijke samenleving. Als wij dat doen, zullen wij onszelf wapenen tegen de gevaren en verzoekingen, die zich in onze tijd rondom ons vermenigvuldigen; en wij zullen beter in staat zijn de dreigende tekenen van onze tijd te onderscheiden.
De Kenmerken Van de De Dagen van Noach
Snelle groei van de wereldbevolking
Het eerste kenmerk, dat ons over die dagen van goddeloosheid wordt meegedeeld, is de snelle groei van de wereldbevolking ‘Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen’ (Gen. 6:l). Bevolkingsaanwas heeft in de geschiedenis altijd geleid, niet alleen tot vermeerdering, maar vooral ook tot intensivering van de zonde. Elke vorm van kwaad, voorkomend in dun bevolkte streken, treft men vanzelfsprekend ook aan, waar mensen zich hebben vermenigvuldigd. Maar bovendien zijn er ontelbare zonden, die karakteristiek zijn voor dichtbevolkte gebieden. Hoe talrijker mensen worden, hoe sterker zij zich wanen en hoe meer zij elkaar aansporen en steunen in openlijke rebellie tegen God. Ook in onze tijd kunnen wij reeds constateren, dat de bolwerken van het rationalisme en atheïsme speciaal te vinden zijn in de grote steden.
Snelle ontwikkeling van cultuur, kunst en wetenschap
De geweldige toename van de wereldbevolking ging gepaard met een snelle vooruitgang van de menselijke beschaving en wetenschap. Kaïn had zijn nakomelingen geleerd om volksgemeenschappen te stichten en steden te bouwen (Gen. 4 : 17); en de zonen van Lamech – ongetwijfeld spoedig door vele anderen gevolgd – hadden technische en schone kunsten ingevoerd. Hoe het ook zij, de mens bleek zeer vernuftig in het bedenken van middelen, die moesten dienen om de zware arbeid, waartoe hij na de zondeval en de vloek was veroordeeld, zoveel mogelijk te verzachten. (Gen. 4 : 20, 22). Vanaf het allereerste begin heeft hij er naar gestreefd, om door zijn eigen inspanningen het verloren paradijs terug te winnen. En daarbij moeten wij zeker niet uit het oog verliezen, dat de mensen in die tijd geen 70 of 80, maar bijna 1000 jaar oud werden! Dat feit moet wel op enorme wijze hebben bijgedragen tot de snelle ontwikkeling van wetenschap, techniek en kunst.
Het enig vermeld voorbeeld van techniek in die dagen is de ark, die door een nakomeling van Seth werd gebouwd en die in afmetingen het grootste schip van onze tijd evenaarde. Verder kunnen wij ervan verzekerd zijn, dat de machtige bouwwerken van Noachs nakomelingen – ná de zondvloed – ontsproten zijn uit herinneringen aan voormalige grootheid en uit fragmenten van wetenschap, overgeleverd door hun voorouders, die een deel van hun bestaan hebben doorgebracht in de voorgaande eeuw van menselijke glorie en verdorvenheid. In dit licht moeten wij misschien zien het gewaagde plan tot bouw van een toren, die letterlijk tot in de wolken zou reiken; de verbazingwekkende en kunstig versierde bouwwerken van Babylon en Nineve; de wonderbare structuur van de eerste piramide, als bewijs van de diepgaande kennis, die men toen reeds bezat op het gebied van astronomie – bijna op hetzelfde peil van de tegenwoordige, hooggeroemde wetenschap. En dan te bedenken, dat al deze grootse werken nog tot stand zijn gekomen tijdens het lange leven van Sem, en waarschijnlijk ook in dat van zijn broers Cham en Japhet.
Ook moeten wij de ontdekkingen van de laatste decennia niet vergeten, betreffende de oeroude beschaving van de Arcadiërs, wier bestaan ruim een halve eeuw geleden nog nauwelijks bekend was. Hun taal is een ‘dode taal’ geworden, maar het werd – evenals het Latijn in de middeleeuwen, – de wetenschappelijke taal, alleen nog gebruikt door de geleerden – en dat twintig eeuwen voor Christus. Zo groot was hun wetenschappelijke kennis, dat de beroemde bibliotheek van Sargon 1 ‘de eerste Semiet, die de oude wereld veroverde’ (Zie Prisma pocket 553 ‘Opgravingen in Bijbelse grond’) propvol stond met boeken, die we melden van technische termen in de oude Arcadische taal. In de astronomische afdeling was een catalogus met een gebruiksaanwijzing voor eventuele gegadigden, hoe hij bij de bibliothecaris een bepaald boek kon aanvragen. Deze vernuftige methode kan niet anders dan het resultaat zijn van de ervaringen van een aantal opeenvolgende geslachten van bibliothecarissen. Hebben we nog een sterker bewijs nodig voor de hoge graad van ontwikkeling in literatuur en wetenschap, en voor het bestaan van een aanzienlijk aantal mensen in die grijze oudheid, die lezen en schrijven konden?
Volgens Berosus was er al voor de zondvloed een ‘stad der boeken’ in Babylonië. En van Sisuthros, de Chaldeeuwse Noach, luidt de overlevering, dat hij zijn boeken voor de zondvloed begroef te Sippara, om ze na het verlaten van de ark weer op te graven. Maar behalve de overlevering zijn er onomstotelijke bewijzen, dat er in oeroude tijden bibliotheken bestaan hebben in Erech, Ur, Cutha en Larsa, waaraan tevens observatoria en universiteiten verbonden waren. Als wij al deze gegevens eerlijk op hun waarde gaan schatten, dan moeten wij wel tot de conclusie komen, dat de bewoners der aarde voor de zondvloed tot een zeer hoge graad van ontwikkeling en beschaving zijn gekomen – een hoogte, die wij in bepaalde opzichten nog maar nauwelijks bereikt hebben, hoezeer wij ook op onze ‘verlichte eeuw’ prat gaan.
*
welke kerk?
je hoort wel eens zeggen:
– zoek een kerk die bij je past
– hoeveel mensen zijn er bij jouw kerk?
– wat zegt uw kerk hierover?
– onze kerk is in het centrum; goed bereikbaar.
– we zijn laat voor de kerk.
– onze kerk krijgt subsidie
om bij de woorden van Peter Lord te blijven: wanneer houden we nou eens op Adam en Eva te zijn en de slang te gehoorzamen en te zijn wie we niet zijn en niet te zijn wie we wel zijn? Wanneer houden we op naar de kerk te gaan en snappen we dat we ZELF de kerk ZIJN. We ZIJN de kerk.
– hoeveel leden heeft je kerk? Alsof je dit kunt tellen? Alleen God weet wie werkelijk tot het Lichaam van christus behoort. Statistieken over kerkverlaten of inschrijvingen in kerk registers zijn het ontkennen van het ware lichaam van christus.
– Onze kerk is in het centrum. Best maar dit is NIET God’s kerk; die is echt niet van stenen en cement en houten kerkbanken: Handelingen 17:24.
– we zijn laat voor de kerk; kom opschieten. (is zondagochtend 9 uur laat?) We zijn helemaal niet laat. We ZIJN de kerk. Hoe kun je nou te laat zijn voor jezelf? We kunnen we te laat zijn voor het Babylonische systeem van stenen en cement.
Koninkrijken van deze wereld
Hans Teeuwen maakt terecht een bepaalde manier van geloven belachelijk. De geen taboes kennende cabaretier Hans Teeuwen maakt meteen in zijn show “Trui” dat geloof belachelijk waarin beweerd wordt dat God regeert en waarin Gods bestuur hier op aarde goedgepraat wordt met de voor ongelovigen totaal nietszeggende en alles vergoelijkende slogan “des Heren wegen zijn ondoorgrondelijk”. Ja, ja, moeten we dàt geloven? God zou met alles een bedoeling hebben en alles wat hier op aarde gebeurd is op de een of andere manier besloten in zijn raadsbesluit? Is dat een nu excuus: nu begrijpen wij dat uiteraard niet, maar later, als je in de hemel bent, kan God je dat allemaal haarfijn uit de nu duistere doeken doen???
Teeuwen haalt dan de verschrikkingen uit de concentratiekampen aan. Hoe zit dat dan? Hij speelt vervolgens dan dat hij in de hemel aangekomen is. God legt aan hem uit hoe de vork in de steel zit, van: kijk, dat moet je zo zien dus, daarom dit en dat, vervolgens zus en zo, met als uitkomst: tatarataaa!! Teeuwen heeft zijn hand dan op zijn mond en knikt bevestigend. Natuurlijk, stom dat hij dat niet eerder zo zag. Volstrekt logisch wat er in de concentratiekampen gebeurde. God had er allemaal een duidelijke bedoeling mee. Het kon en hoefde ook niet anders. Teeuwen kan het helemaal vatten. Niks aan de hand! DUS NIET!! DUS NIET!! DUS NIET!! Het publiek in de zaal voelt tot diep in zijn vezels aan dat je niet kunt aankomen met een Godsbestuur waarin zelfs de onvoorstelbare gruwelijkheden van de concentratiekampen netjes een burgerlijk plekje krijgen en volstrekt bevredigend verklaard zijn. Wat zijn dat voor mensen, die dàt geloven?
Het evangelie maakt ons meteen duidelijk wie het voor het zeggen heeft
Bij de verzoeking van Jezus in de woestijn lees je onder andere “Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en zeide tot Hem:
Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt” (Mattheüs 4: 8 en 9). De Heer spreekt de duivel juist dan (!) niet tegen in de zin van: “wie denk je wel dat je bent. De koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid behoren jou helemaal niet toe. Jij kunt mij niet iets aanbieden wat je niet hebt.”
Dus, het betekent zoveel als dat de macht en heerlijkheid van met name het Romeinse keizerrijk niet zozeer in handen lag van mensen maar van de duivel zelf. Wie trekt er aan de touwtjes? Wie heeft hier regeringsmandaat? Het is de duivel!! Het antwoord dat meteen weer duizend andere vragen oproept op de vraag “waarom is er zoveel ellende in de wereld?” luidt toch simpelweg: niet God staat daarachter, maar boze kwalijke machten die niet veel goeds op hebben met de mensen. Ook de rest van het Nieuwe Testament maakt duidelijk dat niet God regeert of dat Jezus regeert maar dat de duivel de god van deze eeuw is (2 Corinthiërs 4: 4). De wereld waarin wij leven ligt in den boze (Galaten 1: 4) en de duivel gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden (1 Petrus 5: 8). De gruwelijkheden die de nazi’s in de vorige eeuw begaan hebben, hebben een occulte achtergrond.
De mensen die zich hieraan schuldig hebben gemaakt, zijn daaraan volledig schuldig maar zij zijn wel beïnvloed en gemanipuleerd door hogere duistere machten waarvan de duivel aan het hoofd staat. Je kunt het God niet verwijten dat het allemaal behoort bij zijn duistere en onbegrijpelijke wegen waardoor Hij tot zijn doel komt. Het zou anders onzinnig zijn dat de duivel en zijn trawanten later ooit in de poel van vuur en zwavel geworpen zouden moeten worden waar zij tot in de eeuwigheden van de eeuwigheden gepijnigd zullen worden (= de vergelding bewust ondergaan en daarna voor altijd vernietigd worden, een tegengestelde schepping).
Betekent Hemelvaart niet dat Jezus is begonnen met te regeren?
Dat hoopten de discipelen eigenlijk wel meteen. Petrus roept het volk op om tot inkeer en berouw te komen opdat God vanuit de hemel Jezus zende en opdat dát in vervulling mag gaan waar de Oud Testamentische profetieën boordevol van staan (Handelingen 3: 19 – 21). Dan zullen de volkeren geen oorlog meer leren, dan zal het wolf bij het schaap verkeren, dan zal de aarde vol zijn van de kennis des Heren etc. Jezus staat met andere woorden te popelen om te regeren en om zijn macht direct en zichtbaar uit te oefenen. Inderdaad, Hemelvaart is zoiets als een bekroning! Hij heeft alle macht in hemel en op aarde gekregen. De cruciale vraag is echter of Hij die macht ook uitoefent!! Toen koning David tot vorst gezalfd werd (1 Samuël 10: 1) was hij nog niet meteen de koning die zijn macht implementeerde.
God was met David maar zijn tijd om te regeren was nog niet gekomen. Dit geldt ook voor de Hemelvaart van Jezus. In heel het boek Handelingen lees je dat de Joden worden opgeroepen om zich tot de Messias te bekeren zodat het Koninkrijk eindelijk kan beginnen. Maar dit aanbod dat werd ondersteund door de plaatselijke tekenen, krachten en wonderen werd net als vòòr het kruis andermaal verworpen. Het volk wil maar niet geloven. Jezus staat klaar aan de rechterhand van de Vader om te kunnen komen (Handelingen 7: 55) maar de Vader moet tegen Hem zeggen: “Ge moet nog even wachten!”
Dus
Het een en ander houdt wel in dat er andere machten in het Midden Oosten en in de wereld het voor het zeggen hebben. De afgelopen eeuwen zijn een lange getuigenis dat het hier beneden nog lang niet is. Het een en ander is eerder een bewijs voor het bestaan van de duivel dan van een God die liefde en almacht is. De aansprakelijkheid van de mens blijft ook recht overeind staan. Wie zich laat beïnvloeden is niet onschuldig. Iemand die dronken is en een ongeluk veroorzaakt kan de drank niet de schuld geven. De bijbelse boodschap is wel zo duidelijk dat eens de Boze zijn koninkrijken en hun heerlijkheid zal teruggeven is het niet goedschiks dan wel kwaadschiks (daar gaat het grootste gedeelte van het laatste bijbelboek Openbaring over). De uiteindelijke afloop van de wereldgeschiedenis is zonder meer positief. De Heer regeert, ja, maar dan wel in ons hart en daardoor in ons leven en in onze daden. Momenteel zijn er andere machten in het spel. De duisternis daarvan mag je niet terugleiden naar God die juist Licht is. Ik denk dat Teeuwen nog lang niet tevreden zou zijn met zo’n antwoord, maar het is goed te beseffen dat de wereld waarin we nu leven het niet waard is om bezongen te worden met:
de Heer regeert! Als je dat zingt, dan kijk je naar de toekomst en dat geeft voor het heden de nodige moed. God heeft uiteindelijk (!!) toch alles in zijn hand, de hele wereld!
*
Jihad, versus goed soldaat van God
“Lijd samen kwaad met mij als goed soldaat van Christus Jezus. Niemand die oorlog voert is betrokken bij zijn onderhoudszaken, opdat hij zou behagen die hem aanwerft” – 2 Tim. 2:3,4
Je hoort wel eens over moslims die jihad willen voeren om hun zin te krijgen. Nu kunnen christenen er ook wat van. Er zijn nogal wat oorlogen gevoerd in naam van God. Ik zeg niet dat God geen oorlogen op ons dak stuurt (zie Jesaja 45:7). Ik zeg alleen dat de vers uit 2 Tim. 2:3,4 door veel gelovigen verkeerd wordt begrepen. God roept Timotheus op om een goed soldaat te zijn. Maar niet door zijn spieren te sterken zoals Jihadisten doen of door oorlog te voeren of moderne wapens te kopen. Nee, Paulus bedoelt heel iets anders met soldaat zijn, namelijk LIJDEN.
Een goed soldaat van God moet het lijden kunnen verdragen dat hem overkomt. Timotheus werd op een bepaald moment onder druk gezet door religieuze en politieke leiders. Hij had het hier best moeilijk mee maar ging niet naar een psychiater of psycholoog voor zover die er al waren. Nee, hij kon het lijden verduren door gezond verstand. Dit zijn niet zomaar loze woorden. Paulus waarschuwt ons niet voor koffievlekken in een mooie jurk. Nee, waar Paulus het over heeft is het lijden dat ons te wachten staat in de zin van geestelijke instorting, honger, ziekte en verminking. – Bron: Adolph E. Knoch, het probleem van het lijden
*
de volgende Zondvloed over 1000 jaar
Heeft de eerste Zondvloed de aarde vernietigd? Nee. Er kwam juist een nieuwe wereld uit voort. Deze wereld is nog steeds de wereld zoals wij die kennen en zal tenminste nog 1000 jaar voortbestaan. Aan het einde van de volgende 4de eon zal de wereld niet worden verwoest door water maar door vuur. Wat is dit voor vuur? Mijns inziens is dit de heilige geest. Er zal een 2de Zondvloed over de aarde komen, dit keer van de heilige geest. Ze wereld zal niet worden verwoest maar gereinigd. De regenboog was altijd het symbool dat God de aarde nooit zou verwoesten. Maar wel reinigen. De wereld zal in de toekomst opnieuw worden bedekt, niet met water maar met geest. zie: Num. 14:21; Jes. 6:3 and 11:9; Ps. 72:19; Hab. 2:14
*
Hebreeën 6
Hebreeën 6 is verwarrend. Als iemand zich van God heeft afgekeerd kan hij zich geen 2de keer bekeren. Maar deze passage is bedoeld voor Israël. Haar geloof was gebaseerd op tekens. Op Pinksteren zagen ze veel tekens. En ook waren er wonderen. Israël baseerde alles op deze tekens. De schrijven van Hebreeën zegt dat als Israël na het zien van deze tekens zich nog steeds van God afkeert, ze geen verdere tekens zullen zien. Ze zullen moeten vertrouwen op de levende God en niet op tekens.
*
Psalm 22
Mijn kritische intellectuele schooljuf die ik eerder noemde vond dat psalm 22 helemaal niet per sé over Jezus hoefde te gaan. Haar kritische blik zei dat de chronologie van de psalm omgekeerd was aan de gebeurtenissen rond Jezus. Terloops merk ik hier op dat er een rechte lijn loopt van de doop van Jezus tot aan zijn dood. Over wie gaat psalm 22 dan wel? Over David zelf misschien? Ik wil wedden dat mijn kritische intellectuele schooljuf nooit Hebreeën 2:12 heeft gelezen. Hierin wordt direct verwezen naar Psalm 22 die dus over Jezus gaat: “Ik zal Uw Naam aan Mijn broeders bekendmaken; te midden van de ecclesia zal Ik U psalmzingen.”
*
discussie over eeuwige hel
Ik dook middenin een discussie over een eeuwige hel en kwam een mooie oprechte bekentenis tegen:
Dag André en Simon,
jullie discussie is in relatie tot mijn eigen verhaal zo helpend, omdat ik aan het proberen ben van mijn fobie voor het christendom in het algemeen en voor de Bijbel in het bijzonder af te komen. En dan bedoel ik precies dat ziektebeeld, inclusief lastige symptomen. Juist die eeuwige foltering, de tweede dood of dat juist allemaal niet is de kern daarvan. Als heidens kind zat ik in een afgesloten dorp op een katholieke kloosterschool. Niet te bekeren, voor eeuwig verdoemd: de demoniserende werking van de Bijbel bepaalde tientallen jaren van mijn leven, ook toen ik allang voor mijn gevoel had afgerekend met ‘die verhalen’ en het existentialisme e.d. had leren kennen. Niets is minder waar geweest: het woekerde ondergronds in mijn geest (en ziel?) voort.
Gaandeweg in – vrijwel digitaal – contact met Simon durfde ik de Bijbel in mijn huis te bekijken. Die was er allang, in verschillende vertalingen zelfs, maar die kamer betrad ik vrijwel nooit. Die was van mijn man en ik was er zeer bang voor, juist vanwege dat Boek. Nu lees ik het opnieuw, soms ordelijk, soms thematisch, soms grasduinend. Het gekke is: hoewel ik allerlei passages zie met een mogelijk vertoornde God (zelden Jezus overigens, tenzij Hij terecht tegen de woekeraars in de tempel optreedt of zo) komen de teksten mij vooral liefdevol, optimistisch over. Het accent ligt ineens heel anders. Het doet me vechten voor/over ‘vergeving’ m.b.t. daders in mijn leven. Moeten zij eeuwig gefolterd worden? Ooit een zoete gedachte, ergens ver weg in mijn wezen. Hoe het wel zit, weet ik niet, maar één besef is heel helder: afrekenen met hoop op hun eeuwige brandende ‘leven’, verlost mij van verwoestende wrok en geeft me vrijheid. Af en toe heb ik nu dagen dat ik dat proef. Daar wil ik er veel, veel meer van hebben: Liefde overwint! Maar wat is het moeilijk om dat werkelijk te geloven. En verder, André, die kerkdiensten-zin: ‘God laat nooit varen Zijn goede werken’? Het zei me in eerste instantie niets, want ik heb maar weinig kerkdiensten meegemaakt en al helemaal niet bewust. Het verwijst naar die voor mij ambivalente tekst: “De levende God is en Redder van alle mensen, speciaal van de gelovigen”. 1Tim. 4 vers 9-11, 2 vers 6-7. Wat is er met die gelovigen? Wáár geloven ze precies in? Zo duidelijk is dat namelijk helemaal niet. Simon, jouw ‘helft’ van de discussie hier, maakt op zo’n liefdevolle wijze duidelijk inzichtelijk hoe dat werkt bij echte christelijke mensen die ‘ongelovigen’ willen redden. Jullie zijn trouwens beiden voor mij zo christelijk als maar zijn kan. Bijzonder om een discussie mee te mogen maken over zo’n kernthema tussen zulke oprecht gelovige mannen.
* N.B. het bijzondere voor de gelovigen is dat iedereen gered wordt maar alleen zij het aionische leven erven.
*
vervolg Mattheus 25
‘Ik ben heel erg benieuwd wie nu eigenlijk ‘de duivel en zijn engelen’
zijn uit vers 41!
In feite is het minder moeilijk dan het lijkt. Vanuit de traditie wordt dit altijd gezien als de satan met zijn engelen. Omdat er ook over ‘eeuwig vuur’ wordt gesproken, denkt men onmiddellijk aan de poel van vuur in Openbaring 20-22. Daartoe is echter gezien het tekstverband van Mattheüs 25:31-46 niet zoveel aanleiding.
‘Huh? Het gaat dus niet over de tegenstander, de oude slang, de satan?’
Gelet op het tekstverband zou je heel goed aan een specifiek volk kunnen denken, dat als dé tegenwerker van Gods volk gekenmerkt kan worden. Zo’n volk kan ook allerlei boodschappers erop uit sturen om het antisemitisme aan te wakkeren en andere volkeren op te zetten tegen Israël. Dat volk -als grote tegenstander van Israël- zal dan in de komende eon (en misschien wel eonen) afgesneden zijn van de zegeningen die Israëlen de schapenvolkeren wel genieten. Die insnoeiing is dan eonisch vuur, en dan vuur gezien als een zuiverende weg, een louteringsweg.
‘Nou, dit heb ik nog nooit eerder gehoord. Maar de satan komt toch in de poel van vuur?’
Ja, en daar zullen alleen hij, de valse profeet en het beest gepijnigd worden, aangezien het om geestelijke machten gaat. Mensen gaan onmiddelijk dood in de poel van vuur. Deze drie niet. Het zijn geesten, en die sterven niet in vuur. Zij sterven sowieso niet, zij worden gepijnigd. Er wordt nergens bij de poel van vuur gezegd, dat er hele volkeren in worden geworpen. Wel individuele mensen, en voor hen is het dan de tweede dood.
‘Nou hier ga ik eens goed over nadenken, het zet mijn denken over deze dingen wel op zijn kop!’
Dat zal best nog vaker gebeuren als je je verdiept in Zijn woord. Dan blijken de dingen anders te zijn dan je of men denkt. Maar we gaan morgen verder, met iets dat de gemoederen vaak bezig houdt, heeft gehouden en nog zal houden.
‘Ja, nu wil ik weten, wat dat onderwerp is!’ Even geduld nog, morgen gaan we daarmee beginnen! www.da-ath.nl
*
“Beter” als Hebreeuwse gedachte
Het Hebreeuws kent een sleutelgedachte, namelijk het woord beter:
Jezus was beter dan de boodschappers.
(engelen zijn boodschappers in de zin van profeten; engelen duiden zowel op profeten als bovenaardse wezens)
Jezus was beter dan Mozes.
Jezus was beter dan Jozua
Jezus biedt een betere hoop dan zijn voorgangers.
Jezus heeft een beter testament.
Jezus had een betere bediening.
Jezus bracht een beter verbond.
Jezus was een beter offer.
Jezus kwam van een beter land.
Jezus had een betere opstanding.
Jezus was beter dan de wet.
*
theologie
Theologie gaat steeds minder over god. Daarentegen gaat ze steeds meer over een afdeling van de antieke geschiedenis die geabsorbeerd wordt door miniscule details van historische en literaire kritiek. Het hele theologische kader begint buiten zijn proporties te raken.
Oliver Fielding Clarke, For Christ’s Sake (1963)
*
bij de wortel van het vlees
Bij de wet van Mozes leidde zonde tot wraak. In de boodschap van Paulus leidt zonde juist tot meer zegeningen. Slechts weinigen weten dit. Doorgaans mixt men de wet met genade en verwart men het Lam met het kruis. Men denkt dat men een soort jood is en verzint rare uitdrukkingen als christelijke sabbat waarbij men dan ook nog anderen veroordeelt die zich niet aan deze christelijke sabbat houden. Hoe Israël maar ook de meeste christenen hun best doen om zichzelf voor god te bewijzen. Neem dit weg en er is geen verschil met andere religies en mensen. Paulus haalt het vlees bij de wortel weg.
*
hoe werken engelen?
In Daniel 10 vast en bidt de profeet 21 dagen voordat hij een antwoord krijgt van een anonieme engel. Nee niet van Anonymous maar van een echte engel. Deze engel zei hem dat hij 21 dagen was tegen gehouden door de prins van het koninkrijk van Perzië. Hoe kon een koning van Perzië een engel tegen houden om het woord aan Daniël te brengen? Hier zien we hoe engelen functioneren; namelijk door mensen. Zij werken hun bediening voor god uit door mensen. Zo werkt het met boze geesten ook. Zij gebruiken de Breiviksjes en Volkertjes om onheil te brengen op aarde.
*
Zionisme en nationalisme
U bent mijn volk NIET en ik zal NIET uw god zijn, Hosea 1:9
Israel was ooit God’s hoofd onder de volkeren, Deut. 28:13; maar na vele waarschuwingen is ze nu het restant, Deut. 28:44. In plaats van een lichtend voorbeeld te zijn voor de natiën is Israël nu verblind, Rom. 11:25. God’s scheiding van Israel was geprofeteerd door Jesaja 50:1; nationaal zijn ze Lo-Ammi, NIET meer zijn Volk, Hosea 1:9. Maar dit zou allemaal tijdelijk zijn. In deze aion van genade is de muur tussen jood en heiden weg gevallen, Efeze 2:14. Er is geen verschil tussen jood en griek, Romeinen 10:12; daar God alle landen inclusief Israel in ongeloof heeft geslagen om zich over alle landen te ontfermen. Gelovige joden en heidenen zijn nu samen 1 lichaam door het kruis, Efeze 2:16. Het nationalisme van de heidenen is een groot exportproduct richting israel. Zionisme is hun variant hiervan met de bedoeling op eigen kracht en buiten God om zich een eigen joodse staat te vestigen. Er is geen enkel verschil tussen zionisme en nationalisme. De meeste christenen prikken hier niet doorheen. Joden zijn niet beter dan welk ander volk en Israel is niet beter dan welk ander land. We moeten zo tegen Israel aankijken, waar God haar nu heeft geplaatst, namelijk op 1 dezelfde lijn met de rest van de wereld. Maar… God is nog niet klaar met Israel. Als hij zijn huidige werk met de ecclesia, het lichaam van christus voltooid heeft, zal hij zich weer tot zijn volk Israel keren en haar tot hoofd van de wereld maken. De wereld zal naar haar toe komen om de nieuwe koning te eren, Jesaja 60:3. Wat een glorieus plan. En hoe weinig gelovigen snappen dit. Op dit moment is Israel slechts een land ten midden van de rest van de wereld. Israel steunen heeft geen andere geestelijke waarde dan Luxemburg steunen.
*
seks als plicht, 1 Kor. 7:3
Laat de man tot de vrouw de verplichting leveren en zo ook de vrouw tot de man. – 1 Kor. 7:3
De omgang tussen man en vrouw in de vorm van en huwelijk is levenslang. Het huwelijk brengt inderdaad een verplichting voor elkaar mee. In het Grieks is dit woord verplichting vertaald met opheilō. Man en vrouw zijn gebonden. Het lichaam van een man behoort aan zijn vrouw en andersom. Men mag elkaar dus geen seks weigeren, dit is zelfs fraude: 1 Kor. 7:5. Juist om satan geen kans te geven je te verleiden tot seks met anderen of naar de hoeren te gaan, mag je elkaar niet weigeren. Kern van het huwelijk is dat twee één zijn met seks als belangrijkste bindmiddel. Dit is de betekenis van trouwen: een daad van vereniging. Elkaar seks onthouden is dus fraude bij uitstek tenzij het natuurlijk te maken heeft met lichamelijke beperkingen. De enige andere uitzonderingen om elkaar seks te weigeren zijn vasten en gebed. De reden hiervoor is simpel: geen seks, dan ook geen eten. Je zou dus letterlijk van honger sterven als je de ander steeds seks onthoudt. Wij denken dat het andersom is: als je erop los neukt, komt er nooit brood op de plank. Maar God draait het duidelijk om.
Het vasten heeft hier geen medische betekenis en is duidelijk gekoppeld aan gebed. Paulus geeft een voorbeeld van een stel dat zo in beslag wordt genomen door dagelijkse beslommeringen dat ze geen zin meer hebben in fysiek genot als seks. De tijd die ze ooit aan seks en eten besteedden, gaat nu op aan hun strijd tegen de dagelijkse beslommeringen. Er is een duidelijk verband tussen het genot van eten en van seks. Ook wanneer men even geen seks wil i.v.m. gebed en vasten moet dit in onderlinge overeenstemming gebeuren. En bovendien mag dat gebed en vasten maar beperkt duren. Anders maakt satan misbruik van je verlangens. Zelfs van de grootste beproevingen kom je af en toe bij om even een pot bier te pakken. Koning David beurde zichzelf ook op na de dood van zijn zoon, 2 Samuel 12:20.
In vers 5 staat: “en jullie opnieuw hetzelfde zouden zijn.”
Je ziet dus een beeld van seks – gebed/vasten – weer seks. Dit is een beeld van een man/vrouw eenheid die zich in een continue huwelijksstaat bevindt. Inbreuk maken op elkaars seksuele plichten ten opzichte van elkaar is niets anders dan rebellie tegen god.
*
2 x 490 jaar
In Daniel 9:24 staat iets over 70 jaarweken die tot de komst van de messias leiden. Het gaat hier om jaren of zelfs sabbatsjaren. 70 sabbatsjaren zijn een periode van 490 jaar. Als je vanaf de tijd van Ataxerxes rekent in 458 voor christus kom je 490 jaar later in 33 na christus uit als Jezus aan het kruis sterft. Zie Secrets of Time, pp. 107-110. Maar er is nog een andere 490 jaar cyclus. Als we bij Ezra beginnen toen de mensen het Feest van Tabernakelen gingen vieren volgens de wet komen we 490 jaar later uit in 46 na Christus. Precies het jaar waarin Paulus zijn bediening begon in Handelingen 11:27:30. Het getal 46 duikt bovendien op in Handelingen 13:46 als Paulus zich losmaakt van de andere apostelen en de genade boodschap aan de natiën brengt. – bron: Stephen Jones
*
“Beter” als Hebreeuwse gedachte
Het Hebreeuws kent een sleutelgedachte, namelijk het woord beter: Jezus was beter dan de boodschappers. (engelen zijn boodschappers in de zin van profeten; engelen duiden zowel op profeten als bovenaardse wezens)
Jezus was beter dan Mozes.
Jezus was beter dan Jozua
Jezus biedt een betere hoop dan zijn voorgangers.
Jezus heeft een beter testament.
Jezus had een betere bediening.
Jezus bracht een beter verbond.
Jezus was een beter offer.
Jezus kwam van een beter land.
Jezus had een betere opstanding.
Jezus was beter dan de wet.
moet God met een hoofdletter?
god, christus en heer werden in de Griekse manuscripten niet met een hoofdletter geschreven. Het waren immers geen namen. Omdat algemeen aanvaard is dat we dit wel doen, kunnen we een compromis maken. Jezus is een naam en mag dus met een hoofdletter. Jezus Christus dus ook. Als Christus direct naar de persoon verwijst dan mag dit ook met een hoofdletter hoewel Christus natuurlijk geen achternaam is maar meer een titel of status. In andere gevallen wanneer naar de god wordt verwezen of de heer, is een hoofdletter niet wenselijk tenzij aan het begin van een zin.
*
Welk geloof?
welk geloof had jezus het over? het geloof van de joden natuurlijk in een tijd dat er nog geen jehova’s hare krishna’s en pauzen waren. dit was een ander geloof dan dat van het lichaam van christus dat inmiddels had kennis gemaakt met de opgestane. Paulus schrijft ook aan de verschillende gemeenten in Korinthe en Galatie. Maar zijn dit wel verschillende gemeenten of is het 1 gemeente verspreid over diverse locaties? Dat laatste natuurlijk. Zo had je de:
kerken van de heidenen: rom. 16:4
kerken van christus: rom. 16:16
kerken van God, 1 Kor. 11:16
kerken van de heiligen, 1 Kor. 14:33
kerken van azie, 1 kor. 16:19
kerken van macedonie, 2 kor. 8:1
geen van deze kerken was door mensen gemaakt. En dit is het verschil met nu: we hebben nu verschillende kerken door mensen gemaakt met verschillende boodschappen op verschillende locaties. Paulus spreekt van 1 kerk, niet door mensen gemaakt op verschillende locaties. Amerika heeft 1 vloot verspreid over de wereld. In de volksmond zegt men dat amerika meer vloten heeft maar in feite is het 1 vloot. Zo was het ook met de kerk het geval. Helaas moet ik zeggen, was. Wat ooit 1 kerk was, zijn nu ontelbare door mensen bedachte denominaties.
*
Ontworteling
het gevoel van ontworteling ken ik maar al te goed; weg van mijn ouders, familie en wonend in vreemde steden. Maar er gaat niks boven de stad van je jeugd. Jane Apor kwam uit Toronto en verhuisde achtereenvolgens naar de bruisende metropolen van New York en London. Ze ontdekte het vrije bohemien leven en genoot erop los. Door de aanslagen van 11 september verliet ze New York toch maar en kwam weer in Toronto terecht, nog even saai maar wel herontdekte ze haar geboortestad. Ze zei: New York en London waren in vorige fasen van haar leven bruikbaar om nieuwe inzichten te verkrijgen over het leven. Maar toen ik terug was, ontdekte ik opnieuw mijn wortels. Familie is belangrijker voor een mens dan je zou denken. – uit Richard Florida: Who’s your City?
*
Handelingen 5
Jezus zei tegen de 12 apostelen dat ze op een dag over de aarde zouden regeren. In de volgende eon zullen ze hun hoofdkwartier wellicht in de hoofdstad van de wereld, Jeruzalem hebben en over Israël en de wereld regeren. Een mooi vooruitzicht, nietwaar? In Handelingen 5 echter, worden ze als schapen het Sanhedrin binnen geleid. Moet je dit beeld eens even vasthouden. De toekomstige wereldleiders worden als criminelen in een achterkamertje van het Sanhedrin bij elkaar gepropt en vernederd. Ooit zal de wereld aan hun voeten liggen en voor hen beven. Maar op dat moment zegt de priester hen te stoppen met preken en over Jezus te kletsen. Petrus geeft hier geen gehoor aan. Met als gevolg dat de toekomstige wereldheersers worden geslagen en geschopt. In de verzen 41 en 42 staat dat ze dit helemaal niet erg vonden maar blij waren met hun vernederingen omwille van Christus. Hadden ze er een advocaat bij gehaald om hun recht te claimen? Nee, daar hadden ze helemaal geen tijd voor en geen zin in.
*
Geroepen voor rare situaties
opdat niemand zou wankelen in deze °verdrukkingen van ons, want jullie hebben waargenomen dat wij daartoe zijn bestemd. [Efe. 3:13] – [2 Tim. 3:12] – 1 Thess. 3:3
Mensen in de nabije omgeving van Paulus zouden hem niet serieus kunnen nemen. Ten eerste om zijn rare boodschap van genade maar ook omdat Paulus nogal wat moest lijden. Een dienaar van God behoorde wonderen te doen en niet zoveel ellende tegelijk over zich heen te krijgen als hij. We kunnen vaststellen dat Paulus vaak op het verkeerde moment op de verkeerde plek was. Dom? Nee, God stuurde hem juist naar dergelijke hachelijke situaties waarin hij terechtkwam. De achterbuurten van Jeruzalem, schipbreuken, noem maar op. Hij werd erop af gestuurd juist met de bedoeling om gekweld te worden. Blijkbaar had God er een doel mee voor om Paulus op het onheil en vervolgens het onheil op Paulus af te sturen. Blijkbaar zat er een betekenis in, in het kwaad dat hem overkwam. God deed dit niet voor Zijn eigen lol maar voor Paulus’ bestwil. Net als Paulus mogen wij ook in de regen zingen en God danken. Zolang we in rare situaties terechtkomen, moeten we snappen dat we die niet geheel alleen aan ons zelf te danken hebben. God heeft ons bestemd voor locaties waar we onheil kunnen verwachten. Wat u ook overkomt, God heeft u in die situatie gebracht. Met een zeker doel. En u bent niet alleen. Hij is er ook nog.
*
de waarheid, hartman out
We hoeven niet te zoeken om de waarheid te vinden. Er is één waarheid waar ieder mens met een beetje verstand zonder meer op kan komen. Deze waarheid is zo sterk alomwezig dat geen mens ervoor kan vluchten. Sterker nog, deze waarheid ondergaan we allemaal en wordt een steeds evidentere gegeven zodat elke loochening ervan een steeds grotere mate van krankzinnigheid oplevert. Deze waarheid werd uitgesproken in de hof van Eden toen gezegd werd: “stervende zult gij sterven!” (Genesis 2: 17).
Oftewel: het leven is niets anders dan een gestadige dood. Op het leven staat de doodstraf die vroeg of laat toegepast zal worden, of je nu hoog of laag springt. Er valt niet aan te ontkomen. Er bestaat maar één waarheid: dat is dat de mens wanneer hij aan zichzelf wordt overgelaten totaal niet verschilt van een dier of plant. Mensen trekken zich aan hun eigen haren in allerlei bochten omhoog en verzinnen allerlei religies en filosofische systemen om de waanzin en de absurditeit van de kortstondigheid en de vergankelijke te verbloemen. Ja, men perverteert en sublimeert deze waarheid tot een intuïtief gegeven dat de dood slechts een doorgang zou zijn tot een hoger leven of ander bewustzijn. De hardcore atheïsten slaan in hun waanzin door tot de gedachte dat je blij moet zijn omdat het leven geen zin heeft, anderen zien hun bestaan als een vrolijkheid die je zo moet genieten en erin op moet gaan als ware de vergankelijkheid een blijvend achterhorizonse hel. Ecco de meest beklagenswaardigste van alle mensen. Ze vieren een feestje terwijl voortgaande op het slachtveld de kogels op het slachtveld hun om de oren vliegen tot het moment zij zelf getroffen worden. Er is maar één waarheid: U/JIJ/IK GA(AT) DOOD.
Er is maar één absurde absolute leugen: het kruis op Gogolta met het daarbij behorende lege graf!! Daarbij zal ieder dood mens zich levend schrikken!! Een mens “leeft’ tijdelijk voort in:* door het planten van een boom* door het verwekken van een kind* door het schrijven van een boek maar vergankelijkheid blijft de constante. Tot zover zijn we het met elkaar eens. maar het KRUIS en het LEGE GRAF zijn de omkering van alle waarden (aldus het christelijk atheïstisch manifest). Daar zit’ m de CRUX! WAANZIN baart daar ZIN. DE DOOD is daar DOOD. HET LEVEN is daar ONVERGANKELIJK. De rest is IJDELHEID DER IJDHELHEDEN!
*
Gebondenheid 2
En nu, neem waar*, ik, gebonden door de geest, ga naar Jeruzalem, niet wetende het in haar mij ontmoetende, [Hand. 19:21] meer dan dat de heilige °geest stad na stad getuigt, tot mij zeggend dat er voor mij banden en kwelling blijven. [Hand. 9:16] Maar met geen woord maak ik de ziel kostbaar voor mijzelf, zo mijn °loopbaan en de bediening te volmaken*, die ik kreeg* van de Heer Jezus, om het evangelie van de genade van °God te betuigen*. [Hand. 21:13] – [2 Tim. 4:7]
En nu, neem waar*, ik, gebonden door de geest, ga naar Jeruzalem, niet wetende het in haar mij ontmoetende, [Hand. 19:21] meer dan dat de heilige °geest stad na stad getuigt, tot mij zeggend dat er voor mij banden en kwelling blijven. [Hand. 9:16] Maar met geen woord maak ik de ziel kostbaar voor mijzelf, zo mijn °loopbaan en de bediening te volmaken*, die ik kreeg* van de Heer Jezus, om het evangelie van de genade van °God te betuigen*. [Hand. 21:13] – [2 Tim. 4:7] En nu, neem waar*, ik, gebonden door de geest, ga naar Jeruzalem, niet wetende het in haar mij ontmoetende, [Hand. 19:21]
*
– Handelingen 20:22-24
Hoe kunnen gebondenheid, kwellingen en perfectie in 1 zin voorkomen? Het kan. Gods wegen zijn hoger dan de onze. Hier volgt een korte scene van Paulus:
Om middernacht nu waren Paulus en Silas biddend en zingend tot God. De gevangenen nu luisterden naar hem. Plotseling nu gebeurde* een grote aardbeving, zodat de funderingen van de gevangenis geschud* worden. Onmiddellijk werden alle deuren geopend* en alle boeien kwamen* los.
– Handelingen 16:24-26
Een uur later hoorden de gevangenbewaarder en zijn familie het evangelie en waren ze gered. Gevangenen met hun voeten geketend die liederen zingen maken nu eenmaal indruk op mensen. Later schreef Paulus vanuit Rome:
Maar ik wil dat jullie weten, broeders, dat wat mij overkomt meer tot vooruitgang van het evangelie is geworden, [2 Tim. 2:9] zodat mijn °banden in Christus kenbaar zijn geworden* in heel het praetorium1) en aan heel de rest, [Efe. 3:1] en de meerderheid van de broeders in de Heer, vertrouwen hebbend door mijn °banden, hadden meer overvloedig de moed om onbevreesd het woord te spreken.
– Fil. 1:12-14
Zwakheid met genade is een machtige combinatie. Jezus verraste Pilatus door kalm tegen hem te spreken. En aan het kruis vergaf Hij zijn moordenaars. Velen van ons klagen al als het stoplicht te lang op rood blijft. Misschien zouden we doorlopend grote tegenslagen willen hebben in plaats van de hele dag door van die kleine etterdingen die tegen zitten. Het is de algemeenheid van het leven die juist zo vermoeiend is. Maar besef dan dat dit leven Gods beproeving voor ons is. Als een slaaf van christus loop ik onopgemerkt en arm door het leven op een vreemde planeet. Met de rug sta ik tegen de muur. Gen kant kan ik uit. Tijd om te zingen en Hem te danken.
*
Gebondenheid
Vandaag alweer op alle fronten mislukt? Slecht geslapen terwijl je eindelijk eens goed wilde slapen, je kinderen die je zo dierbaar zijn uitgefoeterd terwijl dit nu net niet de bedoeling was. Je buurvrouw had hulp nodig maar weer liet je het afweten omdat je nog 10 kleine klussen moest doen. We komen niet uit met ons geld en krijgen niet de baan die we zouden willen hebben. We zouden graag kunstenaar willen worden ons in het leven storten maar durven dit niet uit angst voor het onzekere. Iedere dag is opnieuw een strijd. Maar waarom falen we toch steeds? Het antwoord laat zich raden. God heeft ons afgrijselijk gebonden. Hij heeft ons zo gebonden opdat we niet kunnen doen wat we willen. Jezus zelf kende de gebondenheid van dit leven waarmee God ons allen heeft opgescheept. In Fil. 2:5-11 staat het volgende:
Laat dit de gezindheid zijn bij jullie, welke ook was in Christus Jezus, Die in de vorm van God behorend, het niet roof acht* gelijk te zijn aan God, [Joh. 1:2] maar Zichzelf leeg maakt*, de vorm aannemend* van een slaaf, in gelijkenis van mensen is geworden* en in uiterlijke vorm gevonden wordend* als mens, [2 Kor. 8:9] – [Joh. 1:14] maakt* Hij Zich nederig en gehoorzaam wordend* tot de dood, ja de dood van het kruis. [Joh. 10:17]
Daarom ook verhoogt* °God Hem hooglijk en geeft* Hem genadevol de Naam boven iedere °naam, [Hand. 2:33] – [Efe. 1:21] opdat in de Naam van Jezus iedere knie zou buigen*, van hemelingen en van aardsen en van onderaardsen, en iedere tong zou belijden° dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God, de Vader. Jezus zelf werd in Zijn gebondenheid mens. En dan in de ergste variant. Hij wist wat honger, eenzaamheid, depressie en ontworteling was. Hij wilde met de lichtsnelheid vooruit flitsen zoals Hij deed voordat Hij in het vlees kwam. Maar nu op aarde duurde het een uur om van Nazareth naar Canaän te komen. Onderweg moest Hij rusten, stoppen, drinken en bidden en misschien wel uit frustratie huilen. Juist hierom, om deze vernedering heeft God Hem verhoogd. Laten we berusten in onze gebondenheid en beperkingen aangezien ze van Goddelijke oorsprong zijn. Ze gaan vooraf aan de verheerlijking die op stapel staat. Er is betekenis in zwetende handen. Laten we berusten in onze schitterende tekortkomingen. Gods dienaren doen hun beste werk als ze gebonden zijn.
*
Is de hel bijna voor iedereen? Ja en dan Nee
hartman out
Gaat bijna iedereen naar de hel? Daarop luidt het antwoord: ja en nee! Het is namelijk maar net de vraag wat je onder de “hel” verstaat. Op de vraag: Zijn het weinigen die behouden worden? luidt het antwoord: Velen zullen strijden om in te gaan en het niet kunnen (Lucas 13: 23 en verder). Het is duidelijk: de poort is eng en weinigen zijn het die de weg die ten leven leidt, zullen vinden (Mattheüs 7: 14). Met andere woorden: de meeste mensen, ja miljarden mensen komen in de hel om het maar eens even semi-pseudo-krampachtig-Kneviliaans te stellen. Het antwoord is JA! Maar leest gij ook wat gij helaas niet verstaat zoals het ons in een perspectief wordt voorgehouden in het laatste bijbelboek? Daar zien we een grote schare die niemand tellen kan (Openbaring 7: 9). Hé, dat klinkt al heel anders dan “weinigen”! In de laatste hoofdstukken lezen we over ‘Gods woonplaats onder mensen die zijn volken zijn (21: 3). De volken zullen in het licht van het Nieuwe Jeruzalem leven en de koningen betuigen aldaar hun lof en eer (21: 26). Het wordt me daar toch nog een best drukke boel. Het nieuwe Jeruzalem is zo groot dat als dat Nieuwe Jeruzalem dezelfde bevolkingsdichtheid zou hebben als het huidige Jeruzalem er zo’n 150 miljard mensen kunnen leven. Me dunkt dat de wereldbevolking in haar totaliteit met overleden wereldburgers bij lang na niet zo groot is (geweest).
Het antwoord op de vraag: gaat bijna iedereen naar de hel, is dan weer NEE, NEE, NEE. Wat is de hel ook al weer? De hel is de plek voor al die mensen die geen plaats/plek hebben in het Koninkrijk van Jezus Christus. Dat is is de buitenste duisternis, daar is het tandengeknars en geween. Dat doet pijn zoals vlammen zeer pijnlijk zijn. Punt is nu dat we de hel AARDS moeten zien en GEOGRAFISCH aanwijsbaar. Alles wat buiten het Koninkrijk valt en buiten de aardse regering van de Messias vanuit Jeruzalem is duisternis (Jesaja 60: 2). De hel is niets anders dan de gehenna, het dal van Hinnom waar Jesaja ook duidelijk over spreekt (66: 24). Maar het lijkendal zal zelfs ook eens gereinigd zijn (Jeremia 31: 40). Dat geeft de burger weer moed. Die reiniging en lediging van het lijkendal is niets anders dan dat in Christus ALLEN levend gemaakt zullen worden (1 Corinthiërs 15: 22). Met andere woorden: de hel is voor bijna iedereen (heel ongenuanceerd geredeneerd waar Knevel nog een puntje aan kan zuigen) maar blijft dat niet voor iedereen. En zo blijkt dus dat de Schrift zich niet tegenspreekt maar ons een beeld voorhoudt dat dreigend en angstaanjagend is (de oordelen zijn geen pretje) maar ook bevrijdend en getuigend van Gods almacht en liefde, maw: het evangelie.
*
Openbaring 6:5, hoge voedselprijzen
De opstanden in Noord Afrika zijn een direct gevolg van de hoge voedselprijzen en verder van de algehele uitzichtsloosheid en werkloosheid. In Mattheus 24:7 staat dat er hongersnoden zullen zijn. Zo erg is het misschien nog niet hoewel er zeker delen in de wereld zijn aan te wijzen waar er wel hongersnood is. En wat te denken van onze eigen voedselbanken? Maar in Openbaring 6:5 staat wel iets dat mijn aandacht heeft getrokken, namelijk dat de prijzen van voedsel zullen stijgen, zozeer dat mensen hun hele inkomen eraan uitgeven. Er staat geen economisch model bij geschreven of een analyse van een kapitalistisch systeem dat niet meer werkt. Nee er staat dat er een ruiter op een zwart paard achter zit. Economen snappen hier niets van en ik ook eigenlijk niet. Maar het is duidelijk dat er wel degelijk occulte krachten achter onze wereldsystemen schuilgaan. Moeten we bang zijn voor stijgende voedselprijzen? Ik persoonlijk ben eigenlijk wel bang voor de stijgende huren. Maar Mattheus 6:25 zegt dat we ons nergens zorgen over hoeven te maken. Nergens worden alledaagse economische situaties zo direct met de bijbel verbonden als hier in Openbaring 6:5 en Mattheus 6:25. Voor mij komt het erop aan: mijn geloof wordt getest.
*
6de eeuw v. chr. en Babylon
Hoever reikte het domein van Nebukadnezzar? Alleen het huidige Irak? Daniël 4:22 zegt tot het einde van de aarde. Ene Megasthenes schrijft dat Nebukadnezzar bekend was van Spanje tot India. we moeten heel voorzichtig zijn met het afwimpelen van Daniël 4:22. Misschien was de invloed van Nebukadnezzar veel wereld omvattender dan we tot nog toe aannamen. Veel religieuze leiders in al die werelddelen zijn door hem beïnvloed, zoals Confucius, Boeddha. In de 6de eeuw voor christus vond er een omslag plaats. Alle oude politieke en religieuze systemen kwamen aan hun einde. Nebudaknedzar was Gods instrument hiervoor om korte metten te maken met deze systemen. Jeremia 25:9-11, 12-33, 27:6-7. De mensheid werd door revoluties een kopje kleiner gemaakt. Het koninkrijk van Babylon bleef als aandenken en restant van een Berlijnse muur achter ter herinnering aan die roerige tijd, Daniel 2:38. Een onderdeel van Nebukanedzar’s aanpak was om de bewoners van hun land te jagen en hun religies te verwoesten of te vervangen door een eigen religie. Hier zien we de opkomst van religieuze figuren in Azië die zo op elkaar lijken.
Confucius in China
Boedha in India
Zarathoestra in Perzië
Thales in Griekenland
Ezechiël, Daniël en Jeremia
Ook de stam van Judah werd weg gevoerd naar Babylon. Jeremiah zegt dat al deze mensen ooit weer naar hun land terug zouden keren, Jeremiah 50:16. Met als gevolg dat de Babylonische leer werd geïntroduceerd in de plaatselijke leerstellingen. Alle religies in Azië en Noord Afrika werden beïnvloed door Babylon. Van daaruit verspreidden ze zich naar China en Japan en zelfs de Amerika’s. Het Babylonische systeem had ook het Judaïsme ingesloten en zal in de toekomst weer eindigen in Babylon. Ope. 17:5.
*
Verschil gelovigen/ongelovigen
Zijn gelovigen beter dan ongelovigen? Nee. Het verschil tussen beiden zit in de timing. Stel ik wil met wat kennissen naar Moskou en krijg het visum eerder dan zij. Dan ga ik eerder naar Moskou voordat mijn visum niet meer geldig is. Dus ben ik er eerder. Ben ik daarom ook sneller of beter? Nee, ik heb gewoon geluk gehad en had de timing mee. Zo vergaat het ongelovigen ook. 2 Kor. 15:23 leert ons dat iedereen levend gemaakt wordt maar wel in fasen. Eerst was er Jezus, daarna volgen wij en de heiligen van vroeger. En over dik 1000 jaar staan de ongelovigen op. Die ondergaan eerst hun oordeel, komen vervolgens in de 2de dood terecht en staan weer op waarna ze levend gemaakt worden. Ze missen het eonische leven dat wij als gelovigen krijgen. Maar verder is er geen fundamenteel verschil.
*
Waarom is er veel ellende op de wereld? Satan is op dit moment de Overste van deze wereld. Jezus ontkende dit niet toen satan Hem probeerde te verzoeken in Mattheüs 4: 8 en 9. In de dagen van Jezus hadden de Romeinen niet de macht maar was de Pax Romana in handen van satan. Net zoals nu het neoliberalisme in handen is van satan. Het is satan die over de wereld regeert, 2 Corinthiërs 4: 4, Galaten 1:4, 1 Petrus 5: 8. Ook de gruwelijkheden die de nazi’s in de vorige eeuw begaan hebben, hadden een occulte achtergrond. Zij die zich door de demonen of satan lieten beïnvloeden zijn nog steeds schuldig aan hun daden. Een dronken automobilist die iemand doodrijdt is net zo schuldig als hij onder invloed is. Wel gebruikt God deze duistere zaakjes om tot Zijn doel te komen. Niet voor niets worden de duivel en zijn handlangers tzt in de brandende vuurpoel geknikkerd. Hemelvaart was een keerpunt waarbij Jezus de touwtjes in handen kreeg. Blijkbaar is Jezus nog steeds startklaar en niet echt aan zet, gezien de chaos in de wereld. Toen koning David tot vorst gezalfd werd (1 Samuël 10: 1) was hij nog niet meteen de koning die zijn macht implementeerde. Jezus was destijds startklaar (Handelingen 7:55) maar het Joodse volk wilde niet in Hem geloven. En dus werd het Koninkrijk van God voor Israël tweeduizend jaar uitgesteld. Het evangelie van genade dat gebaseerd was op de opstanding van Jezus ging nu naar de heidenen.
*
Troonsectie en tempelsectie
Het boek Openbaring is verdeeld in 2 secties: de Toonsectie, Ope. 4:1-11:18 en de Tempelsectie: Ope. 11:19 en verder. De troonsectie handelt over de politieke dominantie over de aarde en de tempelsectie handelt over de religieuze dominantie. In het aanstaande 1000 jarige koninkrijk van de 4de eon is Israël zowel het volk van koningen als priesters. Dus zowel politiek als religieus de hoofdrolspeler op aarde. Daarom moeten de koninkrijken en religieuze systemen van deze eon worden vernietigd. Dit gebeurt in het boek openbaring. In de Troonsectie (Ope.:1-5) herstellen de 7 zegels de aardse politieke systemen voor God. In de tempel sectie vagen de 7 trompetten uit Ope. 8:2 alle religie van de aardbodem. Religie is altijd demonisch geïnspireerd en de ultieme broedplaats van zonden. De boze geesten achter demonen hebben met name het christendom geïnfiltreerd daar deze religie het dichtstbij de waarheid staat en tegelijk zover ervan af. Het verwoesten van religie gaat gepaard met het uitroeien van haar volgelingen. Deze taak heeft God aan 4 engelen toe bedeeld die nu nog aan de rivier de Eufraat zijn gebonden. Als de Eufraat opdroogt zullen ze ook loskomen en een 3de van de mensheid uitroeien. Ofwel: christendom is slechts één van de religies, niet meer en niet minder.
*
Roemen in de Here
Die roemt, laat hem in de Here roemen! – 1 Kor. 1:31/ 2 Kor. 10:17
Religie heeft alle kenmerken van eigen roem. Mensen houden van religie want door eigen werken krijg je eigen dunk. Zorgen voor de naaste kan een sport worden en tot eigen dunk leiden. Paulus was ook zo iemand die in het vlees roemde en trots was op zijn eigen religieuze prestaties door zich aan de wet te houden. Tot hij erachter kwam dat er een nieuwe boodschap voorhanden kwam, die van genade. Toen meende hij dat je nooit in je eigen vlees mag roemen voor God. 1 Kor. 1:29. Vanaf nu beschouwde hij al zijn eigen religieuze overwinningen als vuilnis. Fil. 3:8. Voortaan zou hij alleen roemen in het kruis van de Here Jezus. Waar is het roemen dan? Het is nu uitgesloten, door de wet van het geloof. – Rom. 3:27. De mens wordt gewogen naar zijn roemen. Roemt hij veel in zichzelf dan is zijn beloning straks nihil of zelfs verliest hij het eonische leven. Daarom zullen wij alleen in de Here roemen om wat Hij voor ons heeft gedaan.
*
Omarm Paulus
Geloof de boodschap die Paulus brengt voor het te laat is
de boodschap van genade die Paulus ons bracht, is niet voor iedereen weg gelegd. Dat je zomaar GRATIS verzoend bent met God, is voor mensen een vreemde zaak, gewend als we zijn om in termen van voor wat hoort wat te denken. Het christendom is de gevaarlijkste religie die er is. Omdat ze zo dichtbij de waarheid zit en tegelijk er zo ver vanaf. Het verzoenende werk van christus aan het kruis wordt ingeruild voor onze eigen vrije wil en de prijs die door christus betaald is voor onze zonden wordt ingeruild voor een eeuwige hel voor ongelovigen. Immers als christus voor iedereen gestorven is, waarom zou er dan nog een eeuwige hel zijn? Het christendom zit vol demonische leerstellingen. Men aanbidt een karikatuur van christus, in plaats van Hem als zoon van god te zien. Om de christenen weg te houden van het kwaad in hun midden, houdt satan hen druk bezig met vechten tegen abortus, homohuwelijk en porno.
Dit geeft hen bovendien een goed gevoel waardoor ze nog verder verblind raken voor het kwaad in hun midden. Dit kwaad is samengevat in hun beeld van een zwakke god en falende messias. Een zwakke god die een groot deel van de mensheid voorgoed laat creperen in een hel en een falende messias die afhankelijk is van de vrije wil van mensen om Zijn verzoening te aanvaarden. Mensen heb de valstrik toch door voor het te laat is: de valstrik is een mix van geloof in vrije wil, 3-eenheid en eeuwige hel. De vrije wil vervangt het offer van christus voor de menselijke keuze voor het kruis. De 3-eenheid ontkent de dood van christus; eeuwige hel drijft normale mensen in handen van de vrije wil gedachte. Omarm de genade die Paulus ons brengt. Deze bedeling van genade alsook de eon is aan het eindigen. Als je de boodschap van genade omarmt erf je het aionische leven, anders niet of zul je op zijn minst een zeer lage rang krijgen in het toekomende rijk zoals de sterren verschillend schitteren.
*
4 engelen doden gelovigen
Tijdens de grote verdrukking die wereldwijd zal gelden maar vooral in Israël zullen 4 engelen de aanhangers van de 4 wereldreligies doden. Te beginnen met het christendom: of er wordt in de kerken een vrijzinnig geloof gepredikt waarin geen plaats is voor de opgestane christus. Het evangelie is een sociale boodschap geworden. Of er wordt over hel en verdoemenis gepreekt dan wel de 3-eenheid. Paulus noemt dit in 1 Tim. 4:1 leringen van demonen. We moeten dit niet onderschatten. God rekent af met het kwaad, ook met religie. Een paar duizend jaar geleden had Hij er een Zondvloed voor over om de hele wereldbevolking van de kaart te vagen, op 8 mensen na die in een Ark ontsnapten. In 1 Samuel 15:2-3 zegt God dat alles en iedereen van de Amalekieten vernietigd moet worden. Kijken we naar onze eigen tijd. Onze bedeling van genade had een begin en heeft ook een eind. Ook de eon waarin we leven duurt niet eeuwig voort. Er komt een eind aan. Wij kunnen ons dit niet voorstellen omdat we zo gewend zijn aan de bedeling van genade waarin alles mag. Er komt een tijd aan van grote verdrukking. Jezus zegt in Matt. 24:21-22 dat er een tijd aan komt van verdrukking zoals er nog nooit eerder is geweest op aarde.
Sommigen menen dat deze tijd al is geweest in 70 na christus toen Jeruzalem werd verwoest. Maar hoe leggen ze dan uit dat een 3de van de aarde werd verwoest? Openbaring 8:7, 9:15. Of wanneer het 1000 jarige vredesrijk is geweest, Openbaring 20:6. Of hoe we opeens op een nieuwe aarde met een nieuwe hemel zouden leven? Ope. 21:1. Waarin geen dood meer is. Paulus zegt dat er een tijd komt waarin afgerekend wordt met hen die geen gehoor gaven aan het evangelie van genade. 2 Thess. 1:6-9. Dit zal gebeuren tijdens de periode die grote verdrukking wordt genoemd. Deze periode vindt plaats nadat het lichaam van christus is weg gegrist. Het tijdperk van de natiën is dan voltooid. Paulus noemt in 2 Thess. 1:6-9 twee groepen die flink op hun donder krijgen na dit tijdperk van genade: degenen die zonder god hebben geleefd; de ongelovigen EN degenen die wel God hebben gekend maar niet de boodschap van genade hebben aangenomen en toch weer de wet hebben nageleefd. Wat deze 2de groep betreft: ze horen het evangelie wel maar handelen er niet naar. De boodschap dat mensen eeuwig in een hel zouden branden ontkent het offer van christus voor onze zonden. Als het lichaam van christus is weg gegrist naar christus zal het christendom nog steeds bestaan op aarde en zelfs de allesomvattende religie zijn. Hieraan zal Christus een einde maken. Voordat Hij zijn 1000 jarige vredesrijk op aarde installeert rekent hij af met 2 angels: politiek en religie, vooral met het christendom.
*
De God van Israël is Anders
Dat H²O de scheikundige formule voor water is, dat een steen van een bepaald gewicht altijd met een exact te berekenen versnelde vaart naar beneden valt, zijn wetenschappelijke waarheden die berusten op de betrouwbaarheid, de ‘emeth’ van Israëls God en op de getrouwheid van Zijn hemelse (= verborgen) gedienstige geesten (tsêbha`oth).
*
Wat haat God?
Neus peuteren? Duimzuigen? PORNO???
In Spreuken 6:16-19 staat een rijtje opgesomd van dingen die God haat. Het zijn 6 dingen dus het valt nog mee:
Zes dingen haat de HEER, zeven dingen zijn hem een gruwel: ogen die hooghartig kijken en een tong die liegt, handen die onschuldig bloed vergieten en een hart dat op het kwade zint, voeten die zich naar de misdaad reppen en getuigen die bedriegen, altijd liegen, en zij die stoken tussen broers. Staat hier porno tussen? NEE. Wat er wel staat vindt men dikwijls terug in religie. Als we naar Genesis 3 kijken zien we dat Satan’s activiteiten vooral gericht zijn op religie. We moeten dan eerder naar het altaar kijken dan naar de politiek om te zien wat satan uitspookt met ons.
*
een leger van 200 miljoen valt Israël aan?
In Openbaring 9:13-19 wordt een groot leger genoemd dat bij de rivier de Eufraat hoort en wacht tot het zijn tijd is, wat dit ook mag zijn. Dit is een demonisch leger dat uit de Tartaros komt. Ik denk hierbij aan ufo’s. In elk geval zijn het geen Chinezen.
*
Wereld gebedsdag
vandaag is het wereld gebedsdag (of zoiets). Met trots wordt vermeld dat er 173 landen meedoen. Men bidt volgens een thema en doet dit 24 uur lang, gezamenlijk onder begeleiding van zang en muziek. Dan is er ook nog een opbrengst in het spel. Die gaat na afloop naar een goed doel in Kameroen. Het valt mee dat er geen gokautomaat bij wordt gehaald. Wie weet, gaat dat ding tijdens het bidden rinkelen. Is dit gristelijk? Nee. Het doet me denken aan Elia die het tegen Izebel en Achab moest opnemen. Zo goed ken ik al die bijbelverhalen ook weer niet. Maar het staat me bij dat Izebel een paar honderd man optrommelde om tot hun God te bidden en Elia er alleen voorstond. God koos natuurlijk de kant van Elia, de éénling. De massa’s die nu bidden doen me eerder denken aan de menigte van Izebel die wanhopig probeerde te bidden dan aan Elia de eenling. Is men soms bang dat God het ene gebed van een eenling niet verhoort? Bid zonder poespas, staat er in de bijbel. Dus waarom zou men 24 uur lang bidden? Is men bang dat God het anders niet verhoort? En wie geeft de bidders en kerken het recht om een thema uit te zoeken? Kameroen, in dit geval. Is God het hier wel mee eens? Ofwel, is een bidstonde zoals dit zo mooi heet, niet eerder een manier om God te manipuleren? Het grote probleem hierbij is dat God zich niet laat manipuleren. Ik ga vandaag voor Spitsbergen bidden, precies 2 seconden lang. Eens kijken wiens gebed God verhoort. De eventuele opbrengst gaat naar een goed doel: mezelf.
*
Eeuwige hel en verdoemenis?
De gedachte van een eeuwige hel en verdoemenis lijkt veel meer op gnostiek en reïncarnatie dan menig christen wil geloven. Centrale idee is dat de dood wordt ontkend. Hoe zit dit? Bij de reïncarnatie gaat de ziel steeds in een ander lichaam over. De mens is dus niet echt dood want de ziel leeft blijkbaar voort. Men probeert dit rad van wedergeboorte juist te doorbreken door ooit een keer een hoogste bestemming te bereiken waarin men niet meer wedergeboren hoeft te worden. Zo is het met hel en verdoemenis in feite ook. Doe je best om middels werken voor God in een goed blaadje terecht te komen. Zodat je ontsnapt aan de eeuwige hel en in de hemel komt. De gnostiek doet er een schepje bovenop door de ziel na de dood voort te laten leven en dus de dood te ontkennen. En door het lichaam te miskennen als een lastige ballast. De dood is voor gnostici niet veel anders dan een bevrijding van de ziel uit het lichaam. Deze gedachte doet aan de reïncarnatie denken maar ook aan de hel en verdoemenis gedachte. Veel christenen geloven dat ze na de dood direct in hemel of hel komen. Dit betekent dan dat ze niet dood gaan. En dat is nu juist de grote leugen die al sinds de slang in de tuin van Eden de ronde doet. De slang zei tegen Eva: als je van deze vrucht eet, zul je niet sterven. Sindsdien proberen alle religies om de dood te ontkennen op wat voor manier dan ook. Het officiele christendom staat veel dichterbij het boeddhisme dan de meeste gelovigen zelf door hebben.
*
Steniging stefanus legaal?
Waarom konden de Joden Stefanus stenigen terwijl het voor Joden niet was “geoorloofd iemand ter dood te brengen” (Joh. 18:31)?
Vermoedelijk omdat er één uitzondering bestond, nl. wanneer het een misdaad tegen de tempel betrof. Denk aan het opschrift bij de soreg (over niet-joden die op straffe van de dood de binnenste voorhof zouden betreden). Stefanus had volgens de getuigen, lasterlijke woorden gesproken tegen de heilige plaats (slot Hand. 6) en kon daarom worden geëxecuteerd. Bij Jezus was dat ook aanvankelijk de beschuldiging maar omdat de getuigen hierover niet overeenstemden (Mar. 16:57-59), was dit juridisch niet valide.
*
Geloof zit hem in kleine dingen
geloof in God zit hem volgens mij ook in kleine dagelijkse dingen. Gisteren was ik bij de kapper. het begon al goed want er waren 3 wachtenden voor me en er waren 2 dames die uitgebreid een permanent wilden hebben. Dus het duurde wel even voordat ik aan de beurt was. De anderen berustten in dit feit, namen een bak koffie uit een automaat die er stond en lazen wat door de tijdschriften. Ooit had ik me voorgenomen om altijd een boek bij me te hebben voor dit soort situaties. Maar dit werkt bij chaoten als ik ook niet. Mijn neurotische aanleg begon me algauw op te spelen in combinatie met claustrofobie. Ik keek of ik ergens een WC zag. Die bleek aanwezig en de buitendeur stond ook op een kier. Dat gaf enige rust. IK vroeg aan de andere wachtenden of ze dachten dat ze lang werk hadden. Ze schudden van “nee” en vroegen geïrriteerd of ik haast had.
“Een beetje,” zei ik aangezien ik geen zin had in discussies over neurosen en fobieën waar ze volgens mij toch niks van snapten.
Daarentegen kreeg ik een hele preek over me heen over ongeduldige mensen als ik. Ik was jong en moest geduld leren. Amen. Ik hield wijselijk mijn mond want hoe moest ik nogmaals uitleggen dat ik neurotisch ben. Ik probeerde tot God te bidden terwijl die knakker er niet genoeg van kreeg om mij de les te lezen. Gelukkig antwoordde God, en zat er opeens schot in de zaak en kwam ik snel aan de beurt. Ik ben nog nooit zo mooi geknipt en toen ik buiten in de zon zat, was er niets aan de hand en vroeg ik me voor de zoveelste keer in mijn leven af waar ik me zo druk over had gemaakt.
*
Ontkenning van de dood
Kernmerkend aan alle religies is dat de dood wordt ontkend. Gisteren nog zei iemand tegen me dat het pijn deed als je gecremeerd werd. Immers je ziel leefde nog. Als je dan door vraagt wat zo iemand ermee bedoelt, krijg je onsamenhangende antwoorden. Ziehier een bijdrage van Da-ath.
‘Je hebt, als je het woord hebt leren kennen, wel de waarheid van dat woord onder handbereik.’
Jawel. Pilatus vroeg zich al handen in onschuld wassend af: wat is waarheid? En die stond voor Hem! De Heer Jezus Christus ís de waarheid in levende lijve! En in het hogepriesterlijk gebed bad Hij ook tot Zijn Vader:
‘Heilig hen in Uw waarheid, Uw woord is de waarheid.’ (Johannes 17:17).
Daarin zouden de discipelen en ook wij geheiligd worden!
‘Dat woord he, daar draait het uiteindelijk allemaal om. De slang wil dat steeds in discussie brengen.’
Dat is al heel snel te merken in de hof, als de Nachasj (de slang) bij Maninne komt en haar aan het twijfelen brengt over wat God gezegd heeft. Na de verwarring keert de slang de uitspraak van God om en ontkent dat de mens zal sterven. Daarna slingerde hij de gedachte van de onsterfelijke ziel de wereld in en die leer wordt in het heidendom volop gevonden. Ook Plato dacht dat de mens een onsterfelijke ziel heeft, wat niet het geval is.
‘De leer van de ontkenning van de dood heeft ook in christelijke kring veel aanhang, evenals in de evangelische wereld.’
Dat is in strijd met wat de Schrift openbaart over de toestand van de mens nadat hij dood gegaan is. De Schriften leren daarover, dat de mens van niets weet als hij gestorven is. Net alsof je slaapt, geen zieleslaap dus. Het is een vergelijking die de Heer Jezus zelf ook gebruikt. Zulke fundamentele waarheden worden ontkend door een behoorlijk groot deel van de christenheid.
‘Men heeft op dat punt de waarheid losgelaten. En te vrezen valt, dat er nog veel meer waarheid van het Woord verloren is geraakt!’
Daarom wijst de apostel zijn opvolger Timotheüs ook nadrukkelijk en steeds weer op de Schriften. Dáár gaat het om. Die zou Timotheüs bewaren en aan de gelovigen voorhouden, opdat zij door de vertroosting van de Schriften de verwachting vast zouden houden (Romeinen 15:4). Water is eerste levensbehoefte voor een mens, zeker die in het Midden-Oosten. Net als de Schriften voor de gelovigen!
*
stenochoria
Wat zal ons scheiden van de liefde van °Christus? Droefheid, of spanning, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard? Zoals geschreven werd: dat wij vanwege U de hele dag gedood worden; wij worden gerekend als slachtschapen. [Psalm 44:23] Maar in dit alles zijn wij meer dan veroverend, door Die ons liefheeft*. [Joh. 16:33] .
– Romeinen 8:35-37
Het woord spanning is hier het meest in het oog springend omdat we dit allemaal wel eens kennen. Het Griekse woord voor spanning is stenochoria. En betekent zoiets als kramp ruimte. Kramp ruimte is het gevoel dat alles tegenzin, werk, familie, relaties, geld, noem maar op. Alles zit tegen. Je bent met handen en voeten gebonden. Het ergste: je voelt je alleen en verlaten. Waarom doet God dit? Het antwoord is verbluffend: God gebruikt je als een voorbeeld van verovering. Je bent een voorbeeld voor de hemelse machten die meekijken en alles zien wat je doet. Efeziërs 3:10. Ze sidderen om de Zonen van God zo verkrampt te zien terwijl ze tegelijk God danken voor alle beproevingen. Zit je in de rats? Mooi zo. Verbluf de hemelse machten door God te danken.
*
glas in lood
In Zijn laatste uren op deze wereld was Christus kalm. Hij deed wat mensen zeiden of vroegen en er was geen tegenstand in zijn woorden te bespeuren. Hij leefde in Zijn eigen wereld die onze pet te boven gaat. Twee werelden kwamen hier bij elkaar: de hemelse wereld van Zijn Vader en onze wereld waarin Hij moet lijden. Er was helemaal geen reden voor Hem om kalm te zijn. Eerder voor paniek of woede. Ook Pilatus kreeg een koude douche toen hij Jezus uitvroeg. Jezus zweeg en Pilatus raakte geïrriteerd. Deze zei dat hij de bevoegdheid had om met Jezus te doen wat hij wilde. Waarop Jezus eindelijk van wal stak. Hij zei dat Pilatus geen enkele macht had, anders dan welke hem door Zijn Vader in de hemel was gegeven, Johannes 19:11. Pilatus snapte niks van dergelijke wartaal. Wat destijds voor Jezus gold, geldt nu voor ons. Onder welk rot regime wij ook terecht komen, als we geloven, zijn we vrij. Immers er is geen enkele autoriteit die niet in handen van God is. En hier ontmoeten onze wereld en de hemel elkaar. De wereld lijkt af en toe zo intimiderend en overweldigend dat geen enkel probleem oplosbaar lijkt. En toch is 2000 jaar geleden al korte metten gemaakt met welke beproeving dan ook. Juist deze vreemde interactie tussen hemel en aarde zorgde voor Jezus’ vreemde houding in zijn laatste dagen. Hij was een levend stuk glas in lood. Laten wij dit ook zijn.
*
God ontmoet ons nu!
Mee huilen met de slachtoffers in Japan mag. Maar wat daar allemaal gebeurt is wel HUN beproeving. Jij hebt je eigen beproevingen. U bent niet geroepen om datgene te doorstaan wat de Japanners op dit moment doorstaan. Andersom zijn anderen niet geroepen om dat te doorstaan wat u doorstaat. God geeft ons wat we nodig hebben voor de DAGELIJKSE beproevingen, niet die van een ander maar die van u. God beproeft ons NU. Het menselijke instinct is sterk gericht om te overleven. We kunnen meer aan dan we denken. God geeft ons de middelen om ons door een moeilijke periode heen te slaan. Na afloop haalt Hij die middelen weer weg en snappen we niet hoe we ons er doorheen konden slaan. Daarom zouden we de ramp in Japan zelf ook overleven net zoals de Japanners hem uiteindelijk te boven komen. Het malle is dat we achteraf zeggen dat we niet weten hoe we het overleefd hebben. Inderdaad, neemt God na afloop de middelen weg die ons door de beproeving heen hielpen. Evenmin weten we waar de hulpmiddelen vandaan kwamen of waar ze gebleven zijn, mochten we nog een keer in zo’n beproeving terechtkomen.
Heb je 1000 euro op zak als je brood gaat kopen bij de bakker? Nee toch? Zo’n groot bedrag heb je alleen nodig als je een dure aankoop doet. Het zou zelfs een psychische belasting zijn voor ons om elke dag met 1000 euro op zak te lopen. Zo heb je ook neurotische mensen die alles kopen en bewaren voor het geval ze ooit in een situatie terechtkomen waarin ze het nodig hebben. Maar steeds dragen ze die ballast mee en misschien komt die situatie wel nooit. Hun leven is erg gecompliceerd en zwaar. Dit is precies hoe “zorgen” werken. Ze verpesten ons leven en binden ons aan alle kanten vast. Als we ons druk maken om de toekomst, dan maken we ons druk om iets dat misschien nooit zal gebeuren. God komt ons NU te hulp. Maak je je toch zorgen om de toekomst of om de toekomst en beproevingen van anderen, dan is dit een eenzame solotoer. Daarom drukken zorgen zo op ons: ze isoleren ons. Maak gebruik van de middelen die je NU hebt. God is met ons in het hier en NU.
*
een hemels vaderland?
Abraham verbleef in het land der belofte. En dat wordt t.z.t. een hemels vaderland. Niet IN de hemel maar hemels… op aarde
1. Een hemels vaderland is wat anders dan een vaderland in de hemel. “Hemels” kan een plaatsaanduiding zijn maar ook een karakterisering van oorsprong en kwaliteit. Zoals de “hemelse gaven” in Hebr.6:4 geen gaven IN de hemel zijn maar hemelse gaven OP aarde. Abraham vertrok naar “het land der belofte” zegt Hebr. 11:9 en dát land wordt een hemels land. Hemel op aarde.
2. De zegen is per definitie slechts weggelegd voor wie gelooft. Paulus citeert in Rom. 11:26 de profeet Jesaja en bevestigt dat de Verlosser zal komen tot Sion en de goddeloosheden van Jakob zal afwenden. Dan wordt Jakob Israël.
3. De ure die zou komen dat men niet meer zou aanbidden in Jeruzalem, gaat over nu en de twee millennia die achter ons liggen. Jezus sprak deze woorden trouwens in Samaria waar Hij “twee dagen” verbleef. Daarna kwam Hij in Kana, waar Hij eerder op een “derde dag” aanwezig was op een bruiloft. Wie het (profetisch) vatten kan, vatte het…
4. God kan niet liegen. Als je dat hermeneutiek noemt, prima. Als dienaar der besnijdenis heeft Jezus de beloften der vaderen BEVESTIGD. Dat is het tegenovergestelde van: veranderd.
*
Het unieke van de Bijbel
We zijn enthousiast over de Bijbel omdat we hebben ontdekt dat dit boek ieder mens hoop biedt. Volgens de Koran is er alleen hoop voor wie zich tijdig aan Allah onderwerpen. (de meeste christenen prediken op dat punt trouwens hetzelfde als de Koran). Volgens het boeddhisme gaat alles uiteindelijk op in het niets. Maar volgens de Bijbel wordt elk mens eens onsterfelijk en heel. Hoewel dat einddoel niet zonder slag of stoot wordt bereikt. Daarom is de Bijbel het interessantste boek dat er bestaat. Oordeelt u zelf…
*
de volgende Zondvloed over 1000 jaar
Heeft de eerste Zondvloed de aarde vernietigd? Nee. Er kwam juist een nieuwe wereld uit voort. Deze wereld is nog steeds de wereld zoals wij die kennen en zal tenminste nog 1000 jaar voortbestaan. Aan het einde van de volgende 4de eon zal de wereld niet worden verwoest door water maar door vuur. Wat is dit voor vuur? Mijns inziens is dit de heilige geest. Er zal een 2de Zondvloed over de aarde komen, dit keer van de heilige geest. De wereld zal niet worden verwoest maar gereinigd. De regenboog was altijd het symbool dat God de aarde nooit zou verwoesten. Maar wel reinigen. De wereld zal in de toekomst opnieuw worden bedekt, niet met water maar met geest. – zie: Num. 14:21; Jes. 6:3 en 11:9; Ps. 72:19; Hab. 2:14
*
meet God met 2 maten?
‘Het bemoedigt mij steeds, als ik hoor van de genade zoals Paulus die verkondigde.’
En dat is niet de enige die over genade van God schreef. Dat gebeurt heel de Bijbel door. Er zijn vele situaties te bedenken, waarin mensen van het volk Israël formeel volgens de Thora gestenigd hadden moeten worden, maar dat het gericht niet kwam. En dat God ook niet aandrong op een vergelding van de gedane zonde.
‘Maar als ik naar Ananias en Saffira kijk, dan zie je dat zij geld achterhielden en de apostelen bedrogen, en zij werden onmiddellijk gedood.’
Hun vergrijp zouden wij minder ernstig opvatten als bijvoorbeeld David en Batseba, waarbij Uria via een omweg weliswaar, maar toch door David de dood in werd gejaagd. En David hoefde niet gestenigd te worden, terwijl dat strikt genomen volgens de Thora wel moest gebeuren! Waarom mocht David wel blijven leven en Ananias en Saffira niet?
‘Ik zou het eigenlijk niet weten. Meet God dan met twee maten? Dat verafschuwt Hij toch juist?’
Het is een kwestie van verschillende tijden. Bij Ananias en Saffira waren de krachten van het koninkrijk van de hemelen op aarde werkzaam. In dat koninkrijk zal gerechtigheid regeren en zonde direct onderdrukt worden.
‘De ziel die zondigt zal sterven’. Gevolg van deze drastische ingreep was dat er grote vrees op de gemeenten viel. Zij lieten het wel uit hun hoofd om dit soort dingen te doen. Door de heilige geest hadden de apostelen door wat het verborgen motief was.
‘En bij David was de heerschappij van de Thora het principe?’
Jawel, maar er was ook vergeving mogelijk, dat bleek in die situatie van David waarin hij ernstig zondigde tegen de mensen en tegen God. De profeet Nathan kwam een jaar later bij hem en confronteerde David. Dat bracht een heel proces van verdriet en berouw bij David teweeg. Hij ontving vergeving van Jahweh. Onder de Thora moest de mens zelf, vanuit zijn eigen kunnen, de Thora gehoorzamen. Maar de zonde moest toenemen, zegt Paulus! Morgen verder! – www.da-ath.nl
*
Mysteries van Golgota
De geheimen van Golgota en de verloren geschiedenis van de kruisiging van Jezus
Literatuur: Ernest L. Martin, The Secrets of Golgota
Is het mysterieuze altaar van Ezekiel 43:21 buiten het heiligdom de sleutel tot de plaats waar jezus werd gekruisigd?
Jezus is gekruisigd nabij de zuidelijke bergtop van de Olijfberg. De 3 compartimenten van de tabernakel en tempels corresponderen met de 3 secties van de bijbel. Zo is het ook met de 3 gebieden van het Land van Eden. En zo kunnen we ook de plaats lokaliseren waar Jezus werd gekruisigd. Deze basale informatie herbergt zoveel informatie dat we opeens een heleboel te weten kunnen komen over de kruisiging van Jezus en nog veel meer. Geografie is de sleutel tot het mysterie van Golgota.
*
De Tuin van Eden
De Tuin van Eden lag in het Land van Eden. De Tuin bestond uit 2 delen. Het eerste deel was het voornaamste deel en het binnenste gebied waar god direct contact had met Adam en Eva. Dit binnenste gebied correspondeerde met het heiligste heiligdom in de tabernakel en tempels waar God zijn zetel had. Het 2de deel van de Tuin was het deel buiten dit gebied maar nog steeds binnen de Tuin. Het had duidelijke grenzen met het omringende land van Eden. Dit 2de deel van de Tuin beantwoorde aan een gebied ten oosten van het heiligste heiligdom en werd de heilige plaats genoemd in de tabernakel en tempels. Hier voerden de priesters hun diensten uit. Buiten de Tuin van Eden lag het Land van Eden. Adam en Eva werden hier naartoe verbannen. Het was juist in dit gebied bij de oostelijke poort waar Kaïn en Abel een altaar bouwden voor god die nog steeds in de Tuin rondhing. Dit altaar was gebouwd bij de oostelijke ingang naar de Tuin. En daar brachten zij hun offers. Dit specifieke altaar werd bekend als het altaar van brandoffers, direct oostelijk van de heilige plaats in de tabernakel en de latere tempels. De joodse autoriteiten begrepen dat het hele gebied van Eden symbolisch was voor het Hof van de Israëlieten in de tabernakel en tempels. En het omvatte ook de gebieden rond de heiligdommen die het Kamp van Israël werden genoemd. Dus de 2 delen van de Tuin en het Land van Eden samen werden geïdentificeerd als de 3 compartimenten in de tabernakel en de latere tempels, te weten: 1. Het heiligste heiligdom, 2. De Heilige plaats stelde de 2 delen van de Tuin voor en 3. Het Hof van Israël met het Kamp van Israël stelden de rest van het Land van Eden voor. Laten we eens naar dat Land van Eden kijken.
Het land van Eden had grenzen
Kaïn werd uit het Land van Eden verdreven. Dus kwam hij in het land van Nod terecht, dat het land van zwerven betekent. Dit land lag ten oosten van Eden. In de tijd van de latere tempels beantwoordde dit gebied aan de gebieden van de heidenen buiten Jeruzalem (ofwel buiten het Kamp gebied van Israël). Het was in dit gebied ten Oosten van Eden toen God zei dat Kaïn een dieroffer aan de poort zou brengen. Dit dieroffer zou tegen de deur aan liggen en een zware last zijn. Geen wonder want Kaïn had flink gezondigd door zijn broer Abel te vermoorden. Dus zou god een dier offeren dat correspondeerde met een zware schuld. Het offer moest levend naar de deur worden gebracht. Deze deur was de oostelijke ingang terug van Nod naar het Land van Eden. Het offer werd op een altaar gelegd of gezet direct voor de oostelijke ingang naar het Land van Eden.
*
De sleutel naar de plaats van de kruisiging van Jezus
In de tijd van de latere tempels was er een altaar dat correspondeerde met het altaar waarop Kaïn zijn offer bracht voor de oostelijke ingang van het Land van Eden. Ezekiel zei dat dit altaar ten oosten stond van de tempel en BUITEN het heiligdom, Ezekiel 43:21. Dit was een heilig stuk huisraad dat bij de tempeldienst hoorde maar dus buiten het heiligdom stond. Op dit altaar werden door Mozes enkele hoofdzonde offers tot as verbrand. Onder andere het offer van de rode vaars werd op dit oostelijke altaar gebracht buiten het heiligdom. In termen van Eden gesproken, bevond dit altaar zich ten oosten van Eden. En waar bevond het altaar zich in verhouding tot de tempel? In de tijd van Jezus bevond dit buitenste altaar zich bij de zuidelijke top van de Olijfberg, direct ten oosten van de tempel. Het was hetzelfde type altaar waar Kaïn zijn offer bracht in Genesis 4:7. In de tijd van Mozes was het Kamp van Israël synoniem met het Land van Eden. Het altaar van Kaïn was analoog aan dat van Mozes (en later salomon en herodus) dat hij buiten het kamp van Israël positioneerde. Ezekiel zei niet alleen dat dit altaar in het oosten stond buiten het heiligdom (Eze. 43:21) maar zelf ook een heilidom was (Eze. 44:1). Dit altaar bevond zich 2000 cubits ten oosten van het centrale deel van de tempel. Dit alles is de sleutel tot de locatie waar Jezus is gekruisigd.
Symbolische relaties
De overeenkomsten tussen het altaar van Kaïn in het land van Nod en het altaar van de rode vaars op de Olijfberg (Eze. 44:1) zijn een aanwijzing dat Jezus gekruisigd is oostelijk van de tempel. Dit zou overeenkomen met het speciale zondeoffer voor moord dat Kaïn moest brengen op het altaar voor de ingang van het Land van Eden. In Hebreeën 13:11:13 staat dat de kruisiging buiten de poort en buiten het kamp van Israël plaatsvond dat werd geassocieerd met het Jeruzalem van de eerste eeuw. Voor ons mag deze aanwijzing niet duidelijk genoeg zijn maar iedere scholier in die tijd wist wel degelijk wat er met die uitdrukking werd bedoeld. Namelijk dat Jezus was gekruisigd op de Olijfberg. Hebreeën biedt genoeg informatie om uit te maken dat Golgota zich op de zuidelijke top van de Olijfberg moet hebben bevonden.
Tempel en geografie
De tempel van Jeruzalem volgde het patroon van de tabernakel die Mozes bouwde in de woestijn. En zoals we hebben gezien was deze tabernakel weer een afspiegeling van de Tuin van Eden en het Land van Eden. Hiermee houden de vergelijkingen niet op. De tempel en haar omgeving was een afspiegeling van Gods hemelse paleis en zijn hemelse omgeving (Hebr. 8:5, 9:23). De tabernakel was een draagbaar dingetje. En hoewel de latere tempel van salomon was gebouwd van steen, houd en edelmetalen, noemde men de tempel in de volksmond “de tent.” De schrijver van het boek Hebreeën noemt de tempel van Herodus “de tent.”
De tempel, ofwel tent had 3 compartimenten en DRIE altaars! Ja inderdaad, niet twee maar DRIE altaars! Het 3de altaar is waar Jezus werd gekruisigd. Het heiligste heiligdom lag in het westelijke deel van de tempel. Hier woonde god en hij keek dus naar het oosten waar zich de 2 andere compartimenten bevonden waar de priesters en het volk hun tempeldiensten bewezen. Het 2de deel bevond zich ten oosten van het heiligste heiligdom en werd de heilige plaats genoemd, waar alleen priesters binnen mochten komen. In dit compartiment was het eerste altaar geplaatst vlak voor het gordijn van de ingang naar het heiligste heiligdom. In dit zelfde compartiment maar verder naar het oosten stond het 2de altaar van brandoffers. Ten oosten hiervan was de 3de sectie van de tempel die het hof van de Israëlieten werd genoemd en dat verdeeld was in 2 delen; het westelijke deel voor de mannen en het oostelijke deel voor de vrouwen. Tenslotte, buiten dit 3de compartiment had Herodus nog iets gebouwd dat we het hof van de heidenen noemen. Formeel hoorde dit deel niet bij de tempel maar het was er zeker aan gelieerd. Hier mochten de heidenen de God van Israël aanbidden. Het hof der heidenen has een oostelijke muur met 1 poort die de tempelberg scheidde van een diep ravijn dat langs de hele muur lag. Dit ravijn heette Kidron en wordt vele malen genoemd in de bijbel zoals in 1 Koningen 15:13; 2 Kronieken 30:14; Jeremiah 31:40; Johannes 18:1. In de tijd van Jezus was er een brug van deze oostelijke poort van de tempel naar de top van de Olijfberg. Priesters hadden deze brug over de Kidronvallei gebouwd. De brug was gebouwd voor offerdoeleinden en derhalve de brug van de rode vaars genoemd (Shekalim 4:2). Hij verbond de enige poort in de muur van het Hof der Heidenen met een geheiligde weg over de brug die leidden naar een DERDE altaar bij de top van de Olijfberg! Dit altaar wordt in hebreeën geassocieerd met de kruisiging van Jezus.
Het DERDE altaar van de tempel
In Hebreeën 13:10-13 wordt een 3de altaar genoemd buiten het kamp waar Jezus heeft geleden. Heej, dit lijkt wel heel erg op Ezekiel 43:21. Dit 3de altaar bij de top van de Olijfberg was het altaar waar de rode vaars werd geslacht en verbrand, en waar de speciale zondeoffers werden verbrand volgens de wet van mozes (Lev. 4:12). Dit 3de altaar was het heiligdom buiten de tempel van Ezekiel 44:1. Dit 3de altaar was het type altaar waarop Caïn zijn zondeoffer moest leggen, vlak buiten de poort van het Land van Eden.
*
De betekenis van het 3de altaar
Veel theologen en christenen weten nauwelijks van dit 3de altaar buiten de poort dan wel bij de top van de Olijfberg. In de tijd van Mozes was het heiligste gebied van het hele kamp van Israël voor de ingang van het heiligdom, aan de oostkant. Hier hadden Mozes en Aaron en zijn zonen hun tenten opgezet (Numeri 3:38). Het oostelijke gebied was de kant van het heiligdom dat werd bestuurd door de stam van Judah waaruit later Koning David voort zou komen en nog later een Messias (Numeri 2:3). Het is zelfs zo dat de schrijver van Hebreeën het thema van de tabernakel gebruikt om ons te laten zien hoe Jezus de rituelen van Mozes vervulde met betrekking van zondoffers. En de locatie buiten het kamp in Leviticus 4:12 was identiek met de plaats buiten het kamp in Numeri 19:3. Ook de offerrituelen van tempel en tabernakel komen overeen. De priester die op dit 3de altaar buiten de poort de koe offerde moest in het westen het gordijn voor de oostelijke ingang van de tempel kunnen zien. Net zoals Mozes het gordijn voor de ingang van de tabernakel zag. Dit was één van de redenen waarom de oostelijke muur iets lager was dan de andere muren.
Een panoramisch beeld van Jeruzalem
Vanaf dit 3de altaar waar de rode vaars werd geofferd, het Miphkad Altaar geheten, kon je een behoorlijk eind uitkijken. Je kon het gordijn zien dat voor de oostingang hing van de Heilige plaats (dus niet het heiligste heildigdom). Het altaar van brandoffers was ten zuidoosten van dit gordijn. Het gordijn van volgens Josephus 82 voet hoog en 24 voet breed. Dus zeg maar zo hoog als een gebouw van 8 verdiepingen. Het was dit gordijn dat in tweeën scheurde toen Jezus doodging. Dit gordijn was opgehangen aan een stenen bovendrempel die meer dan 30 ton woog. These enorme dimensies geven ons een beeld van de grootsheid van het tempelgebied. En daarom was het ook niet moeilijk om het gordijn waar te nemen vanaf de Olijfberg. Vanaf de Olijfberg moet dit een indrukwekkend gezicht zijn geweest, zoals ook de apostelen beaamden: Mat. 24:1-3.
Terug naar de kruisiging van Jezus. De schrijver van Hebreeën schrijft: “de kadavers van de offerdieren worden buiten het kamp verbrand.” – Hebr. 13:11. Deze tekst is geschreven binnen de context van de kruisiging van Jezus. Hij schrijft: het bloed van de offerdieren wordt het heiligdom binnen gebracht.” Hij refereert duidelijk aan de tempel die op dat moment bestaat en zeker niet aan het tabernakel van Mozes. De schrijver zegt dat Jezus buiten de stadspoort heeft geleden. Voor een jood uit de 1ste eeuw was het een uitgemaakte zaak dat hiermee een zeer bekende locatie buiten de tempel werd bedoeld en wel de Olijfberg. Het kamp van Israël had in de wildernis geen zichtbare fysieke muur om zich heen. Dit kamp had alleen een denkbeeldige grens die zich 2000 cubits van het centrale deel van de tabernakel bevond. Ook in de tijd van Jezus had het kamp rond Jeruzalem geen muren. De 4 muren die er wel waren, waren niet de grenzen van het kamp. De echte grenzen van het kamp van Israël bestonden uit een cirkel met een radius van 2000 cubits rond de tempel. Dit is waarom het 3de altaar voor de rode vaars en andere zondeoffers bij de top van de Olijfberg lag, vlak voor de oostgrens van het kamp. Dit was bijna een halve mijl verder dan de oostelijke muur van jeruzalem. Het Kamp van Israël was dus totaal iets anders dan het ommuurde Jeruzalem. De Bijbelse uitdrukking “buiten het kamp” betekent dus minsten 2000 cubits buiten de tempel. Welke offers ook gebracht werden, vredesoffers, brandoffers, maaltijdoffers, zondeoffers etc., altijd werden ze ten oosten van de tempel of tabernakel geofferd. Dus waarom zou Jezus daar een uitzondering op zijn?
*
De Gold rush van Jeruzalem – door Ernest L Martin
Geen steen op de andere (de goldrush in Jeruzalem)
Onder Herodus de Grote werd Jeruzalem uitgebreid tot een stad die zich architectonisch kon meten met Rome. Wij denken, ach, Jeruzalem, 2000 jaar geleden, dat kanniet wat zijn, schaapherders en waterputten, meer niet. Dan hebben wij het mis. Herodus was de Alexander de Grote van de stadsvernieuwing. Zoals Alexander de grote op zijn 16de de hele antieke wereld veroverde en tot India kwam, zo maakte Herodus van Jeruzalem een stad die haar weerga niet kende en nu nog indruk op ons zou maken. Merkwaardig dus dat wij zo nonchalant doen over het Jeruzalem ten tijde van Jezus. Herodus breidde de tempel van Salomon uit en vergrootte het Romeinse Fort Antonia waardoor de stad een metropolitisch aangezicht kreeg. Er is zoveel meer te zeggen over Jeruzalem dan wij ons realiseren. De naam betekent Stad van Vrede en dat terwijl er om de haverklap geweld is en er zoveel oorlogen zijn geweest om de stad, meer dan om welke anders stad ter wereld ook. Jeruzalem was een modern, geciviliseerd en geürbaniseerd deel van het romeinse rijk toen Jezus leefde. Van de keizers Tiberius tot Titus was Jeruzalem een zeer welvarende stad.
Jeruzalem was met recht absoluut de zusterstad van Rome, de enige stad die zich met Rome kon meten! Drie grote bouwwerken bepaalden dat moderne stadsgezicht, het Romeinse Fort Antonia, Het paleis van Herodus en de Tempel van Herodus. Deze bouwwerken werden in de tijd van Jezus vergeleken met de bouwwerken in Egypte dan wel met het Colosseum in Rome. De Tempel van Herodus kon zich met gemak daarmee meten. Jeruzalem had net als Rome een amfitheater en een hippodrome voor paardenraces. Het Jeruzalem van Jezus was niet zomaar een stad! En zelfs nu zouden wij onder de indruk zijn van de de majestueuze bouwwerken in Jeruzalem. Als je naar de Klaagmuur kijkt, een restant van Fort Antionia (en NIET van de tempel van Herodus) dan zie je dat daar een ongelofelijk bouwwerk moet hebben gestaan. Ook cultureel kon Jeruzalem zich met Rome meten en zouden wij ons als moderne mensen er goed kunnen vermaken. Waar komt dat idee vandaan dat Jeruzalem in de tijd van Jezus een achterlijk agrarisch buitenaf gelegen oord was? Dat stamt uit de 19de en begin 20ste eeuw toen Jeruzalem dat inderdaad was en gebukt ging onder Turkse overheersing. Door oorlogen geteisterd ging Jeruzalem de duistere middeleeuwen in.
De tempels die Jeruzalem vergeten is
De eerste tempel was een tent. Dat was in de tijd van Mozes. De tent werd tabernakel genoemd, een duur woord voor een tent die in 3 compartimenten was verdeeld: een buitenste deel van de tent waar de Israëlieten mochten rondlopen, een binnenste deel waar de priesters hun diensten hielden en het aller binnenste stuk dat het Heiligste heiligdom werd genoemd en waar god woonde en waar de hogepriester 1 maal per jaar kwam. De tent was zo groot als een baseballveld en overdag zweefde er een wolk boven en ’s nachts een licht. De tent was draagbaar en werd meegenomen naar de volgende plek, was 100 voet breed en in de lengte iets langer. Toen Canaan was veroverd werd de tabernakel opgezet op een plaats die schedel heette, 35 mijl boven jerusalem. In de 15 de eeuw voor christus toen Mozes de joden uit Egypte leidde, tot de tijd van David en Salomon in 1000 voor christus werd de tempel van steen gebouwd in Jeruzalem. Dat deed Salomon de zoon van David. De tempel stond daar tot het begin van 500 voor christus toen ze werd verwoest door de babyloniërs en koning Nebudkanezzar. De tempel werd totaal verwoest en bleef dat 70 jaar lang. Daarna werd zij herbouwd door koning Zerubabel en de hogepriester Jozua. Daarna werd zij in de 2de eeuw voor christus nogmaals verwoest door de maccabeeën. In 20 voor christus herbouwde koning Herodus de tempel en verdubbelde de grootte.
Ze was een vierkant gebouw van 600 bij 600 voet en 450 voet hoog. De stad van David lag in de zuidoostelijke hoek van Jeruzalem. Dit gebied heette berg Zion. Tegenwoordig kennen wij dit als de tempelberg. Er waren 2 heuvels, de zuidelijke heette Zion en de noordelijke heette Ophel. Beiden heuvels vertegenwoordigden de stad van David en op de Ophel bouwde Salomon de tempel. Die bouwde hij boven de enige waterbron die er toen was in Jeruzalem, de Gihonbron, genoemd naar de Gihonrivier in Eden. Dit alles was op de zuidoostelijke hoek. De tempel van Herodus was 450 voet hoog vanaf de bodem van de Kedron vallei aan de zuidoostelijke hoek. In de noordoostelijke hoek was de tempel maar 300 voet hoog en 200 voet aan de noordwestelijke hoek. Maar aan de zuidoostelijke hoek, waar Jezus door satan heen was gevoerd om er vanaf te springen, was de tempel 450 voet hoog. Het was een enorm ontzagwekkend gebouw, zelfs voor onze maatstaven. Dit was de tempel waar Jezus vanaf moest springen van satan, waar Jezus in is geweest en waar hij over sprak. Deze tempel was degene waarvan Jezus zei dat er geen steen van op de andere zou blijven. Een knappe prestatie overigens van de romeinen om zo´n groot gebouw te verwoesten.
De tempel was eigenlijk een toren. Dit geeft aan dat God niet per sé problemen had met de bouw van hoge torens, zoals de Toren van Babel. Alleen die laatste stond op de verkeerde locatie. De spraakverwarring in Babel werd later recht gezet door het spreken in tongen in de tijd van de apostelen. De toren bestond voornamelijk uit trappen. Op het dak van de toren was een platform waar de eigenlijke tempel stond met ook weer 3 compartimenten. De grote piramide van Giza was in hoogte iets lager dan de tempel van Herodus. Als deze tempel nu nog had bestaan was ze één van de wereldwonderen geweest. Des temeer zeggingskracht krijgt de profetie van Jezus die al zei dat geen enkele steen van de tempel op de andere zou blijven. Waarom lieten de romeinen geen steen op de andere? Waarom waren ze zo obsessief aan het verwoesten? Het antwoord is simpel. Na de verwoesting, keerden ze elke steen om van de huizen van de joden alsmede van de tempel, omdat ze op zoek waren naar goud! Dat hadden de inwoners overal in verstopt. Het gevolg was dat de prijs van goud halveerde in het oostelijke deel van het romeinse rijk omdat er zoveel goud was gevonden in de ruines van Jeruzalem. Jezus deed de profetie in het jaar 30, 2 dagen voor zijn kruisiging. De romeinen vervulden zijn profetie 40 jaar later, binnen een generatie na de dood van Jezus.
*
christenen willen messias liefst vermoorden
Wij… christenen hebben een bepaald (Humanistisch) beeld van Jezus. Hij was een zachtaardige man die vriendelijk glimlachte en kinderen over hun bol streek. Maar wat als Hij terugkomt en heel anders blijkt te zijn? De vorige keer werden we gefopt en werd Hij niet herkend. Als Hij terug komt, bestaat dat gevaar weer. Wat moeten we met een Heer die oorlog en ziekte op ons afstuurt, over UFO’s kletst en pedofielen omarmt? Het liefst zouden we Hem kruisigen omdat Hij niet aan ons beeld van een messias voldoet. De mainstream christenen willen geen God die oorlog en kwaad op ons pad stuurt maar een liefdevolle God die het liefst op de cover van de Playboy kan.
*
De 7 fasen van geloof
Fase 1
God geeft Adam slechts weinig en eenvoudige levensregels betreffende goed en kwaad. De afstand tussen God en Adam was als die in een beginnend menselijk gezin, evenals in de situatie van Noach na de zondvloed. Alle mensen leefden vanaf Adam en Eva tot aan Abraham bij deze beperkte kennis van God. Deze 1ste fase duurde tot aan de roeping van Abraham, op 99 jarige leeftijd, dat is dus bijna 2000 jaar later. Ongeveer een vijfde deel van de wereldbevolking (anno 2008) volgt de basisregels van Abraham, zoals ook de moslimwereld. Alle mensen die niet pretenderen Abraham als hun geestelijk vader te hebben, verkeren nog steeds in de eerste fase, zoals Hindoes en Boeddhisten. God leert hun op hun eigen wijze ervaring op te doen met goed en kwaad en geeft hen tevens een korte levensuur van 30 jaar.
*
Fase 2
Degenen die Abraham wel erkennen als hun vader, met de besnijdenis, verkeren in de 2de fase, zoals de moslims. Zij erkennen niet dat Gods onderwijs vervolgens verder gaat volgens via Izaäk. In deze 2de fase wordt God’s omgang met Abraham volwassen. God gaat enige tijd na de Zondvloed met Abraham om als een vriend.
Fase 3
In deze fase 3 geeft Mozes Israël zijn wetgeving in de eerste 5 bijbelboeken (Thora). Ook de Sadduceeën en Samaritanen hebben zich beperkt tot deze eerste 5 boeken van Mozes. De Samaritanen waren van grote betekenis. In de eerste eeuw na christus bestond hun volk uit 3 miljoen mensen. De meesten gaven hun Mozesgeloof op en emigreerden naar Zuid Europa waar ze katholiek werden. Inderdaad, de zuid-italianen zijn de nazaten van de samaritanen! Zie ook: Ernest L. Martin: The People that History Forgot.
Fase 4
Deze 4de fase heeft de wetten van Mozes tot basis die betrekking hebben op het ontstaan van het koninkrijk van David en Salomo en de komst van een koning in Jeruzalem. Veel joden leven in deze 4de Mozaïsche fase. Zij verwachten een messiaanse koning in de naaste toekomst, die Israël zal verlossen aan het einde van de huidige eeuw. Zij geloven niet dat Jezus de bedoelde messias was.
Fase 5
Deze 5de fase omvat een aantal meest Joodse bekeerlingen die geloven dat Jezus wel degelijk op aarde is gekomen om de plaats van Mozes en diens godsdienst in te nemen. Zij worden messiaanse joden genoemd.
Fase 6
Na de opstanding van jezus is er een nieuwe christenheid ontstaan, gebaseerd op genade van God en geloof in Hem. Het was niet een systeem afhankelijk van de wetten van Mozes en de 10 geboden. Deze verbondsbevolking omvat een derde van alle mensen op aarde zoals katholieken, bekeerde joden en protestanten alsmede talloze splintergroepen.
Fase 7
Een toenemend aantal volwassen christenen erkent het onderwijs van “het geheimnis.” dat onderwijs betreft dat de gehele mensheid bestemd is om “in christus” op te wassen tot volwaardige leden van de goddelijke familie in de hemelen. Dat is de positie in Efe. 1:10. Zij zullen ook deel uitmaken van het aionische leven, de vorige 6 groepen niet. Pas daarna zullen allen in allen zijn, ook de mensen uit de eerdere fasen. Efe. 2:19-22.
*
Hebreeën 6
Hebreeën 6 is verwarrend. Als iemand zich van God heeft afgekeerd kan hij zich geen 2de keer bekeren. Maar deze passage is bedoeld voor Israël. Haar geloof was gebaseerd op tekens. Op Pinksteren zagen ze veel tekens. En ook waren er wonderen. Israël baseerde alles op deze tekens. De schrijven van Hebreeën zegt dat als Israël na het zien van deze tekens zich nog steeds van God afkeert, ze geen verdere tekens zullen zien. Ze zullen moeten vertrouwen op de levende God en niet op tekens.
*
Psalm 22
Mijn kritische intellectuele schooljuf die ik eerder noemde vond dat psalm 22 helemaal niet per sé over Jezus hoefde te gaan. Haar kritische blik zei dat de chronologie van de psalm omgekeerd was aan de gebeurtenissen rond Jezus. Terloops merk ik hier op dat er een rechte lijn loopt van de doop van Jezus tot aan zijn dood. Over wie gaat psalm 22 dan wel? Over David zelf misschien? Ik wil wedden dat mijn kritische intellectuele schooljuf nooit Hebreeën 2:12 heeft gelezen. Hierin wordt direct verwezen naar Psalm 22 die dus over Jezus gaat:
“Ik zal Uw Naam aan Mijn broeders bekendmaken; te midden van de ecclesia zal Ik U psalm zingen.”
*
Psalm 8
Psalm 8 is een verwarrende Psalm. Deze begint met kletsen over de Here en wisselt ergens middenin af met geklets over het mensenkind. Waar gaat het nu over? Je krijgt de indruk dat de psalm over de mensen gaat. Maar in Hebreeën 2:8 (Concordant) staat het antwoord, namelijk dat psalm 8 over Christus gaat net als in feite alle of de meeste psalmen. Zo moet je de Tenach lezen, met het Nieuwe Testament erbij, dan snap je waar alles over gaat.
*
vervolg Mattheus 25
‘Ik ben heel erg benieuwd wie nu eigenlijk ‘de duivel en zijn engelen’
zijn uit vers 41!
In feite is het minder moeilijk dan het lijkt. Vanuit de traditie wordt dit altijd gezien als de satan met zijn engelen. Omdat er ook over ‘eeuwig vuur’ wordt gesproken, denkt men onmiddellijk aan de poel van vuur in Openbaring 20-22. Daartoe is echter gezien het tekstverband van Mattheüs 25:31-46 niet zoveel aanleiding.
‘Huh? Het gaat dus niet over de tegenstander, de oude slang, de satan?’
Gelet op het tekstverband zou je heel goed aan een specifiek volk kunnen denken, dat als dé tegenwerker van Gods volk gekenmerkt kan worden. Zo’n volk kan ook allerlei boodschappers erop uit sturen om het antisemitisme aan te wakkeren en andere volkeren op te zetten tegen Israël. Dat volk -als grote tegenstander van Israël- zal dan in de komende eon (en misschien wel eonen) afgesneden zijn van de zegeningen die Israëlen de schapenvolkeren wel genieten. Die insnoeiing is dan eonisch vuur, en dan vuur gezien als een zuiverende weg, een louteringsweg.
‘Nou, dit heb ik nog nooit eerder gehoord. Maar de satan komt toch in de poel van vuur?’
Ja, en daar zullen alleen hij, de valse profeet en het beest gepijnigd worden, aangezien het om geestelijke machten gaat. Mensen gaan onmiddelijk dood in de poel van vuur. Deze drie niet. Het zijn geesten, en die sterven niet in vuur. Zij sterven sowieso niet, zij worden gepijnigd. Er wordt nergens bij de poel van vuur gezegd, dat er hele volkeren in worden geworpen. Wel individuele mensen, en voor hen is het dan de tweede dood.
‘Nou hier ga ik eens goed over nadenken, het zet mijn denken over deze
dingen wel op zijn kop!’
Dat zal best nog vaker gebeuren als je je verdiept in Zijn woord. Dan blijken de dingen anders te zijn dan je of men denkt. Maar we gaan morgen verder, met iets dat de gemoederen vaak bezig houdt, heeft gehouden en nog zal houden. – www.da-ath.nl
*
Mattheüs 25:35
‘Als je anderen helpt, komt dat dan voort uit Mattheüs 25, waar de Heer zegt, dat je Hem bijvoorbeeld kleding (vers 36) hebt gegeven.’
Het is heel mooi als je iemand concreet kunt helpen door bijvoorbeeld het geven van heel praktische hulp als voedsel, kleding en dergelijke. Als dat op je weg komt, doe je dat gewoon, als je kunt. Gaan we echter kijken naar dit tekstverband hier, dan wordt het wel een ander verhaal. Het gaat hier om een gericht dat de Heer houdt over volkeren (zie 25:31,32). Die volkeren worden in beeldspraak voorgesteld als bokken en schapen en de Heer zelf als Herder.
‘En de teksten waarin de Heer die concrete hulp noemt dan?’
Dat gaat om vers 35-40 en 42-45. Het gaat bijvoorbeeld om opzoeken in de gevangenis, kleding en voedsel geven, ontvangen in huis van vreemdelingen. De Heer noemt degenen die dat overkomt Zijn broeders (vers 40).
Maar wacht even, het gaat toch om volkeren? Dat staat toch in vers 32?
Ja, daar kun je niet onderuit. Soms worden de genoemde teksten over concrete hulp hieruit gehaald en als basis voor een christelijke organisatie gemaakt. Je kunt je afvragen of dat terecht is. Want waar het eigenlijk om gaat, is het opvangen en helpen van mensen van het volk Israël in de periode van met name de grote verdrukking die nog komt en de periode daarna.
‘He, dat wordt dus een beoordeling per volk over hoe zij Israël bejegend hebben?’
Je kunt niet anders dan tot die slotsom, tot die conclusie komen. De Heer zal zitten (vers 31), Hij gaat er dus de tijd voor nemen, om die beoordeling te doen. Misschien zullen vertegenwoordigers van de volkeren komen, wie weet de koningen, of de regeerders van die dagen. Die zullen dan rekenschap af moeten leggen hoe zij Gods volk hebben behandeld in de ergste periode van antisemitisme die de wereld nog zal doormaken.
‘Als ik het goed lees, kun je niet aan die gedachten ontkomen.’
Daardoor zullen de volkeren aan de rechterhand van de Koning het goede van het koninkrijk gaan genieten. Dat wordt in vers 46 ‘eonisch leven’ genoemd, dus het leven genieten met Israël in het komende Messiaanse rijk van Jezus Christus. Zij worden ‘gezegenden’ (vers 34) genoemd.
‘En die volkeren aan de linkerhand van de Koning in vers 41 dan?’
Die komen in het eonische vuur, waarvan in vers 46 gezegd wordt, dat dat de eonische insnoeiing (Grieks: kolasis) is. Het betreft een uitwerking van dit gericht van Mattheüs 25 over die specifieke volkeren.
‘Maar wie zijn die duivel en zijn engelen?’
Daar kijken wij morgen naar! – www.da-ath.nl
*
de comma Johanneum
http://christenkringweert.nl/allerlei/342-tekst-drie-eenheid-later-toegevoegd
Wat is de comma Johanneum? Het gaat om 1 Johannes 5:7-8. In de oorspronkelijke Griekse tekst staat er niets na de komma. En dus de komma zelf ook niet, die is er later aan toegevoegd om de 3-eenheid aan de schrift toe te voegen. Natuurlijk, Vader, Zoon en Heilige Geest komen in het Nieuwe Testament aan de orde, maar de aard van de relatie is niet duidelijk.
*
Jezus versus Jozef
Jezus kwam de eerste keer als Juda; namelijk als de lijdende koning die zou sterven voor onze zonden. Dan heb je Jozef die door zijn broers aan de Farao’s verkwanseld was. Dit is het 2de type van Jezus; namelijk om de wereld te redden door het preken van het evangelie van het koninkrijk dwars door de wereld heen. Jozef had goed door dat God achter het scenario zat waarbij zijn broers hem in Egypte hadden gedumpt.
*
twiet
wat abram met Hagar deed, deed God met Egypte:
– Abram nam Hagar en bracht Ismael voort.
– God nam egypte en bracht Israël voort.
*
Alle gebeurtenissen zijn cyclisch
Aionen en cycli
Binnen het principe van de 5 aionen/tijdperken waarlangs God zijn plan openbaart, is er nog een cyclus van profetische gebeurtenissen zoals deze in Prediker staat beschreven. Jesaja 42:9 zegt al dat gebeurtenissen cyclisch in zichzelf zijn en gedoemd zijn om zich te herhalen.
“Wat eertijds werd voorgezegd, is nu vervuld en ik kondig jullie nieuwe dingen aan, nog voor ze ontkiemen zal ik ze openbaren.” – Jesaja 42:9
“Lang geleden kondigde ik aan wat nog stond te gebeuren, ik heb het uitgesproken, ik heb het laten horen. Onverwachts bracht ik die gebeurtenissen tot stand.
Omdat ik weet dat je onbehandelbaar bent – je nek hard als ijzer, je voorhoofd van brons – heb ik je van tevoren aangekondigd, voordat het gebeurde liet ik het horen, opdat je niet zou zeggen: dat hebben mijn goden gedaan.” – Jesaja 48:3,5
Prediker zegt dat alle gebeurtenissen zich herhalen.
“Alles wat god doet, doet hij voor altijd. Daar is niets aan toe te voegen, daar is niets vanaf te doen. God doet het zo opdat wij ontzag voor hem hebben. Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug.” – Prediker 3:14, 15
Je kunt het ook zo zeggen: God kende al Zijn werken al voordat de aarde was geschapen. – 2 Timoteus 1:9. In het bijzonder alle profetische gebeurtenissen zullen zich cyclisch herhalen.
Verschillende cycli
In Genesis 15:13–16 zegt God dat een generatie gelijk staat aan 100 jaar. Koning Salomon heeft het in Prediker 3:14-15 over gebeurtenissen dit op dat moment gebeuren. Hij merkt daarbij op dat die gebeurtenissen zich ooit al eens hebben voorgedaan.
– Profetische gebeurtenissen in verleden vormen het begin van een thema.
– Profetische gebeurtenissen in het heden vormen een 2de vervulling van een bepaald thema.
– Profetische gebeurtenissen in de toekomst vormen de conclusie en afsluiting van het thema.
Profetische gebeurtenissen dansen dus rond een thema in 3 fasen. God doet dit om ons op te voeden of in hedendaagse termen gezegd, te educatie.
– Eerst vertel je je studenten wat je ze bij wilt brengen.
– Dan leer je ze wat je ze wou bij brengen.
– Tenslotte herinner je hen eraan wat je ze hen hebt bij gebracht.
3-voudig principe in de bijbel
– De 1ste fase van de profetieën komt uit in het Oude Testament. (A-fase)
– De 2de fase van de profetieën komt tot uiting in de tijd van Jezus en de apostelen; de 1ste eeuw van onze jaartelling. (B-fase)
– De 3de fase van de profetieën vindt plaats tijdens de generatie van de Eindtijd. (C-fase)
Voorbeeld
1. de verwoesting van de tempel van Salomon door Nebudkanezzar.
2. de verwoesting van de tempel van Herodus door de romeinen op dezelfde dag, maand en jaar als de 1ste keer, op de avond van de 9 op 10 augustus.
3. deze gebeurtenis zal zich nog een keer herhalen in de Eindtijd door een nieuwe Nebudkanezzar. Deze persoon staat in Jeremiah 51:41 en heet Sesach.
*
In Hosea 6:1-3 zie je dit principe ook weer terug:
“1. Kom laten wij teruggaan naar de Heer! Hij heeft ons verscheurd, hij zal ons genezen; de hand die sloeg zal ons verbinden. 2. Hij redt ons na 2 dagen van de dood, de 3de dag doet hij ons opstaan: in Zijn nabijheid zullen wij leven. 3. Dan zullen wij hem kennen, ernaar jagen om de Heer te kennen.”
“Het visioen wacht tot zijn tijd gekomen is, het getuigt ervan, het liegt niet, ook al is het niet vervuld, wacht maar, het komt zeker, het zal niet uitblijven.” – Habakuk 2:3
“Breng het in deze tijd tot stand” (B-fase) – Habakuk 3:2.
Deze B-fase werd vervuld toen Jezus met zijn Vader samen op de berg Hermon waren. – Markus 9:7. Een mooi uitzicht over Damascus hadden ze trouwens op die berg. En zo werd de Hermon de 2de Zion (Psalm 133;3).
De cyclus in Prediker 1;9
A-fase: Wat er was, zal er altijd weer zijn,
B-fase: Wat er is gedaan,
C-fase: Zal altijd weer worden gedaan, er is niets nieuws onder de zon.
*
De cyclus van Jezus
A: Adam, B: de komst van Jezus 2000 jaar geleden, C: de terugkomst van Jezus. Zo was er ook een 1ste Eliah, een 2de die Johannes de doper was en vlak voor de wederkomst van Jezus zal er een 3de Eliah komen.
Bovendien is er een contrast in types. De 1ste Christus was niet om aan te zien (Jes. 53:2-3). De 2de Christus zal de mooiste van allen zijn (Psalm 45:2).
*
het kamp Israël – door Ernest L. Martin
De astronomische relevantie van het Kamp Israël
In de tijd van Jezus was het zogenaamde “Kamp Israël” rond Jeruzalem gepositioneerd volgens het model van Mozes. Het kamp was geconstrueerd in de vorm van een cirkel met een radius van 2000 cubits vanaf het centrum van het kamp. Deze cirkel was astronomisch in zijn ontwerp. Dit astronomische ontwerp voorzag van een profetisch-, en kalenderthema om de Israëlieten te instrueren. Zowel de tabernakel als de tempel als het Kamp waren zo geconstrueerd dat de hemelse invloedssfeer binnen het aardse Kamp tot uiting kwam. (Exo. 25:9, Hebr. 8:5, 9:23) Het centrale punt van deze astronomische cirkel die Jeruzalem omringde, lag precies tussen de binnenste en buitenste gordijnen van de tempel in de heilige plaats. Dit centrale punt lag precies tussen het noordelijke tafel met 12 broden die de 12 maanden van de dierenriem moesten voorstellen en de menorah aan de zuidzijde die de 7 zichtbare planeten voorstelde. Deze circulaire samenhang van 12 maanden en 7 planeten werd gebruikt in samenhang met de zoneclips. Dit had als effect dat het centrale punt van de dierenriem vlak voor het Heiligste Heilige kwam te liggen en iets ten oosten van het eerste altaar. Mozes had de 12 stammen van Israël rond de cirkel gepositioneerd om het volk Israël kennis te laten maken met Gods plan voor de toekomst. Dit is het type astronomische educatie dat we in Psalm 19 vinden. Deze omgang met astronomie wijkt af van de manier waarop de heidenen in die tijd astrologie bedreven. Zo was de buitengrens van het Kamp van Israël de cirkel die op een straal van 2000 cubits lag vanaf de tempel, om precies te zien vanaf de vloer van de Heilige Plaats. Deze cirkel was net als de dierenriem in 12 delen verdeeld. (Exo. 25:9). Dit astronomische ontwerp weerspiegelde Gods hemelse Hof en de buitenste hemelse gewesten. (Heb. 8:5, 9:23). Elke stam van Israël had zijn eigen teken van de dierenriem. De stam van Judah kreeg de meest vooraanstaande positie en was direct oostelijk van ingang van de tempel en tabernakel gepositioneerd.
4 stammen symboliseerden de 4 seizoenen van het jaar: Judah, Dan, Reuben en Efraïm.
Deze 4 stammen waren 90 graden van elkaar gepositioneerd op de denkbeeldige cirkel. Het dierenriemverhaal begint en eindigt bij de stam van Judah en is gecentreerd rond de messias die bovendien voort zou komen uit deze stam. Het symbool van de stam was dan ook de leeuw. Judah domineerde net als het sterrenbeeld Leeuw het zomerseizoen van de originele profetische kalender. Judah hoorde bij de 5de maand Av. De 2de stam was Dan die bij het sterrenbeeld schorpioen hoorde en zich in het noorden van de cirkel bevond. Dan hoorde bij de herfst. De stam Ruben bevond zich aan de westkant van de cirkel en hoorde bij waterman en de winter van de originele profetische kalender. Tenslotte de stam Efraïm ligt aan zuidzijde van de cirkel en hoorde bij het sterrenbeeld stier en de lente. Daarna begon het oorspronkelijke profetische jaar weer bij Judah, leeuw.
Dan had je nog de cherubs uit Ezekiel 1:4-14 en Openbaring 4:6,7. Ze symboliseerden leeuw, adelaar, mens en os of in hedendaagse termen uitgedrukt: leeuw, schorpioen, Aquarius en stier. Ze waren analoog aan de 4 stammen van Israël: Judah, Dan, Rueben en Efraïm. Ook in de tijd van Jezus was het Kamp van Israël een weerspiegeling van Gods Hof en de omringende hemelse gewesten: Heb. 8:5, 9:23. Het ontwerp van de stammen weerspiegelden in hun positie in het kamp de geschiedenis van de messias van israël. Zijn profetische betekenis ligt BINNEN het kamp en niet erbuiten. Jezus was geboren uit Judah = leeuw. Het eerste teken dat iemand binnen het kamp TEGEN de klok in tegenkwam was maagd. Inderdaad is Jezus uit een maagd geboren. Daarna ontmoet Jezus satan. Dit wordt uitgedrukt in de schorpioen van de stam Dan. Daarna kwam hij in diepe wateren terecht (Psalm 124:4) door zijn kruisiging.
Dit wordt uitgedrukt door de waterman van Rueben. Dan komt de lente, oftewel de opstanding van de dood. Dit wordt uitgedrukt door de stier. Daarna komt men BINNEN het kamp weer uit bij de stam van Judah waar de koningsster Regulus zich in het sterrenbeeld leeuw bevindt. Regulus is bovendien de ster die het dichtst bij de eclips staat, het pad van de zon en zodoende de kroning van Jezus uitbeeldt. Maleachi 4:2. De 4 cherubs zijn de belangrijkste hoofdrolspelers in dit hemelse ontwerp van de dierenriem van de geschiedenis van de messias BINNEN het kamp van Israël. Zie ook Psalm 19 waar de zon opkomt als een bruidegom en een profetie vertelt aan Israël. Paulus refereert ook aan Psalm 19 in Romeinen 10:18 en verwijst naar Jezus en zijn evangelie die voortgaan als de boodschappen in de zon, maan en sterren. De hemelse profetie stond los van de richtingen van het kompas rond Jeruzalem want jezus was door satan in de woestijn ten zuidoosten van jeruzalem bezocht en niet in het noorden waar de stam van Dan zich bevond in het stammenpatroon. Wat wel interessant is, is dat de stam Judah zich ten oosten van de tempel bevond zodat de stam zich altijd voor god bevond die oostwaarts keek. De mensen zouden zich “oriënteren” door het oosten als referentiepunt te nemen zoals wij dat tegenwoordig met het noorden doen. Alle belangrijke optredens en gebeurtenissen van en rondom Jezus – zijn kruisiging, opstanding en terugkeer naar de hemel – vonden plaats BUITEN het kamp tegenover de oostingang.
*
Aionios en aidios 3 pre-Socrates
Om met Aionios voor Socrates te beginnen, schrijft Plutarchus aan Anaximander het idee toe dat chaos en genesis in cycli plaatsvinden “vanuit een oneindige aion.” Maar dit zijn zeker niet Anaximander’s eigen woorden. Hippolytus legt vervolgens uit dat Heraclitus het eeuwige vuur, donderslag noemt. Vergelijkbare termen zijn toegeschreven aan de Pythagoriërs maar dit zijn dan latere interventies. In contrast met aionios is het bijwoord aidios meer gebruikt in de zin van eeuwig of eeuwigdurend, al zo vroeg als het Homerische gedicht aan Hestia en het Hesiodische schild van Heracles. Maar in geen geval slaat de uitdrukking op eeuwig in technische zin. Met de Pre-Socratianen, lijkt de term aidios in de zin van eeuwig op zich zelf te staan, in een serie van verhandelingen die bij Anaximander beginnen en doorgaan tot aan Melissus en verder. Xenophanus gebruikt aidios niet alleen in de zin van onverwoestbaar of onsterfelijk maar ook in de zin van ongeschapen. Hij gebruikte het woord zeer waarschijnlijk in relatie met de god van het heelal. Twee verhandelingen van Heraclitus citeren aidios als een verwijzing naar de eeuwigdurende beweging van dingen die eeuwig zijn en naar cyclisch vuur dat God is. Zijn gebruik van het woord aidios in verband met een cyclisch fenomeen is opvallend. In latere teksten worden terugkerende gebeurtenissen in verband genoemd in verband met aionios.
Met Empedocles hebben het gebruik van de term aidios in zijn Katharmoi gegarandeerd op de kop af, bijna per meter: er is een ding van noodzaak, een antieke verordening van de goden, eeuwig.” Onder de Eleatici, is Parmenides degene die “alles” beschreef als aidios in die zin dat het onvergankelijk is. Net als Melissus, bevestigt Simplicius dat niets dat een begin of einde heeft tegelijk eeuwig kan zijn. Uiteindelijk zei ook Democritus dat tijd aidios was omdat deze alsmaar voortduurt. En het geheel der dingen is ook eeuwig (aïdion to pan). Andersom zou het logisch klinken als de term voor eeuwige zaken die onvergankelijk zijn, onder de kosmologische denkers in de periode voor Plato aidios was en niet aionios. Aidios is in de 5de eeuw het standaard bijwoord voor eeuwig in niet-filosofische zin. Bij Plato vinden we het gebruik van bijde bijwoorden, aionios en aidios in de zin van eeuwig. Het is in de Timaeus waarin plato ingaat op het begrip eeuwigheid. Hier vinden we aidios 6 keer, aion 4 keer en aionios twee keer. Plato introduceert het concept in verband met het model dat de demiurg, als tussengod volgde bij het scheppen van het heelal, door naar het eeuwige te kijken (pros to aïdion, bis). Dan merkt Plato op dat het heelal gezien moet worden als iets dat beweegt en leeft als een beeld van de eeuwige goden (tôn aïdiôn theôn, 37C6). Hij voegt eraan toe dat het heelal zelf een levend ding is (zoion aïdion). Plato zegt verder dat het de natuur van het levende ding was om aionios te zijn maar dat deze kwaliteit niet bij iets kon horen dat geboren was (gennêton). De schepper besloot daarom om een bewegend beeld te maken van de eeuwigheid (eikô d’epenoei kinêton tina aiônos). Toen hij het heelal ordende, maakte hij een eeuwig beeld dat bewoog volgens het nummer dat de eeuwigheid verwoordt, namelijk één (menontos aiônos en heni kat’arithmon iousan aiônion eikona). En dit noemde hij tijd.
Aan de ene kant lijkt het of aionios en aidios inwisselbaar zijn: het model voor het heelal is een eeuwig levend iets (zôion aïdion) en zijn natuur is eeuwig (tou zôou phusis ousa aiônios). Plato heeft in de term aion een aanwijzing gevonden voor zijn idee van eeuwigheid als een staat van tijdloosheid. Met dit nieuwe idee van aion, duikt aionios ook op als teken van dat wat voorbij de tijd ligt. Het was Plato die voor het eerst het idee van eeuwigheid onder woorden bracht. Hij vond wat woorden uit om zijn idee hierover naar buiten te brengen. Zijn idee van tijdloze eeuwigheid bleef beperkt tot Platonisme en aanverwante scholen in de antieke oudheid. Aristoteles gebruikt nergens de term aionios, hoewel hij bijna 300 keer het woord aidios gebruikt, wat zijn voorkeurswoord is om dingen aan te duiden die eeuwig zijn. Hij deed niet veel moeite om Plato’s filosofie over te nemen. Misschien voelde hij wel aan dat aionios een onnodige toevoeging was aan het filosofische woordgebruik sinds aidios al duidelijk genoeg was. of misschien wilde hij niet teveel op Plato lijken en tenminste de indruk wekken dat hij zijn eigen filosofische weg ging. In het Stoïcisme komt aidios meer dan 30 keer voor in de zin van iets dat eeuwig duurt. Het wordt dan in verband gebracht met lichamen en materie, de realiteiten die bestaan volgens het Stoïcistische materialisme, en boven alles wordt het woord aidios toegeschreven aan god of Zeus. Tot de reikwijdte waarin de Stoïcisten aionios en aidios uitwerkten, is er een verband met hun kijk op kosmische cycli. De Epicuristen bewerken het woord aidios tot een ontwerp van de eeuwigheid met zulke onvergankelijke bestanddelen van het universum als atomen en leegte. Epicurius gebruikt aionios met een verwijzing naar een toekomend leven dat de non-Epicuristen verwachten, namelijk met zware straffen: een hiernamaals waarin Epicuristen niet geloven en dat de naam eeuwig (aidios) niet verdient dat gereserveerd wordt voor terugkerende zaken.
*
aionios en aidios 2
Het besef van eeuwigheid is niet simpel, deels omdat eeuwigheid meer betekenissen heeft en deels ook omdat een deel van deze betekenissen een hoog filosofisch abstractiegehalte heeft. Aan de ene kant wekt de term eeuwig associaties op met een erg lange tijd, net als het woord altijd, zonder dat het om een oneindig lange uitgestrekte tijd gaat. Een uitdrukking als “ik zal altijd van je houden” heeft iets tijdloos maar hoeft niet op een letterlijke eeuwigheid te slaan. Het griekse bijwoord aiei heeft net als het woord altijd 2 verschillende betekenissen die beiden naar een oneindige lange periode van tijd verwijzen, gelijk aan het woord voor eeuwig (ik zal altijd van je houden) en naar een handeling die regelmatig herhaald wordt (hij komt altijd te laat in de klas). Er zijn ook tussenvormen van de manier waarop aiei gebruikt wordt in de zin van “dat huis heeft altijd aan die straat gestaan.” Hiermee wordt niet eeuwig bedoeld maar zolang het huis bestaat. Maar het woordt zo gebracht alsof het om een ongelimiteerde tijdsduur gaat. Tegelijk wijst het woord eeuwig op een eindeloze uitgestrektheid van tijd, langer dan we op enige manier zouden kunnen meten met instrumenten. Dit is een wat onduidelijke beschrijving van een tijdspanne die we niet kunnen vatten. Om die reden noemen we eeuwig in de volksmond meestal eindeloos zonder eind. Zelfs met deze rigoreuze gebruiksaanwijzing van het begrip eeuwig zijn er nog 2 varianten mogelijk van hoe we tegen het woord aan kijken. Er is dan een begin maar geen einde. Of zelfs gaat het om een tijdspanne zonder begin en eind maar met een uitgestrektheid in het verleden en naar de toekomst. Dan het bijvoeglijk naamwoord. Dit wijst ook naar een staat van tijdloosheid, namelijk een onveranderlijke staat zonder duur die zeker niet ondergeschikt aan tijd is.
*
Aiônios en aïdios
Literatuur: David Konstan en Ilaria Ramelli: Terms for Eternity
Termen voor eeuwigheid: Aiônios en aïdios in klassieke en christelijke teksten
Termen voor aionios en aidios. Geen van beide woorden kan worden terug gevonden in de werken van Homerus of in de gedichten van Hesiodus. Desondanks is het woord aion met als verbastering aionios, vrij algemeen en dan in de zin van leven of levenstijd. Aidios komt al vroeg voor in de Griekse literatuur. Aionios valt pas op bij Plato. Diens introductie van het woord is filosofisch van belang net als het feit dat Aristoteles het woord vermeed in zijn geschriften. De verdere geschiedenis van deze termen en hun dans met elkaar door de Griekse literatuur en filosofie heen, is fascinerend in zichzelf. Maar het echte werk is de manier waarop beide woorden in de Septuagint en het Nieuwe testament worden gebruikt. En verder ook door christelijke schrijvers na Paulus die de betekenissen van beide woorden kennen, zowel in de heidense literatuur als in de bijbel. En dan is het van belang hoe deze 2 termen geïnterpreteerd worden. Namelijk niets minder dan het vooruitzicht van een eeuwige hel en verdoemenis van de zondaren versus de redding van allen. En dus, wat op het eerste gezicht een droge, saaie taalstudie mag lijken van 2 onbeduidende woorden, is niets minder dan de sleutel tot het verstaan van de oude filosofische en religieuze overtuigingen.
*
Aionios en Aidios 4
Het woord aidios komt algemeen voor in de Griekse literatuur door de Hellenistische periode heen. Het komt dan ook als een verrassing dat in de Septuagint, aidios volledig afwezig is. Het komt slechts 2 keer voor in toegevoegde boeken, de Maccabeeèn en Wijsheid.
Aionios komt daarentegen enorm vaak voor samen met aion. In beide gevallen is de equivalent het Hebreeuwse woord olam.
In Genesis is het verbond met de mensen van na de Vloed aangeduid met de term diathêkê aiônios, net zoals bij het verbond tussen god en Abraham. In Exodus is het de overeenkomst tussen god en Israèl die wordt bekrachtigd door het naleven van de sabbat. Dit naleven van de sabbat is een eeuwig teken van dit verbond door de generaties en aionen heen. Hier zien we het belang van aionios als een vervoeging van aion, dat opgevat moet worden als een bepaalde tijd in het verre verleden of in de toekomst. In het algemeen is de zin van aionios iets dat eeuwenlang kan duren maar zeker niet eeuwig. Dezelfde term wordt gebruikt in genesis, namelijk theos aionios. Het woord verwijst nu naar god. Gaat het hier dan ook om iets dat lang duurt of om een god die eeuwig duurt? Neem Exodus 3:15 waar staat: dit is mijn naam voor eeuwig (aionion). En ik wordt herinnerd door alle generaties [geneôn geneais].” De nadruk op de opeenvolgende generaties suggereert dat aionios hier slaat op zich herhalende tijden in plaats van op een oneindige periode. Veel andere voorbeelden komen voor in latere teksten maar ook hier is het moeilijk om uit te maken of het om eeuwigheid gaat door de afwezigheid van preciese terminologie die de filosofen gebruiken maar die vreemd zijn aan het Hebreeuws. In een aantal gevallen gaat het duidelijk om een verwijzing naar een volgende tijdsperiode, anders dan naar een oneindige tijdsduur. Samenvattend gebruikt de Septuagint het woord aionios op dezelfde manier als aion, namelijk in de zin van een lange tijdsperiode, met een neiging in de zin van eeuwig als het woord naar god verwijst. Aidios komt slechts 2 keer voor in de Septuagint en dan in buiten bijbelse boeken.
*
Aionios en Aidios 5
In het Nieuwe testament als het om een verwijzing naar God gaat, wordt het woord aionios neergezet in de zin van eeuwigdurend.
Maar de precieze waarde van aionios kan niet zomaar worden neergezet met termen als onvergankelijk en andere termen die in het filosofische woordgebruik van Philo van Alexandrië voorkomen. Maar de religieuze tradities hebben juist beide extreme uitersten omarmd. Ene William Russell Straw zegt dat aion alleen eeuwig kan betekenen. Net zo betekent volgens hem aionios in alle gevallen eeuwigdurend. Peder Margido Myhre daarentegen zegt dat de Platonische betekenis van de term “metafysische eindeloosheid” volledig absent is in het Nieuwe Testament. Het idee van een eindeloze straf en marteling in de bijbel, dat geïntroduceerd was door een theologische school die het Grieks niet goed beheerste, maakt van god een tiran. Dan zijn er 2 filosofische invullingen van het woord aidios in het Nieuwe Testament. De eerste keer in Rom. 1:20 verwijst het woord naar de macht en goddelijkheid van god. De tweede keer in Judas 6 wordt aidios gebruikt in de zin van een eeuwige straf. Maar let op, niet van mensen maar van gevallen engelen die nu nog opgesloten zitten in de Tartarus en met eeuwige kettingen zijn vastgeketend (desmois aïdiois). Er is wel uitleg: “tot het oordeel van de grote dag.” De engelen blijven geketend tot de Dag des oordeels. We weten niet wat er met hen na die tijd gebeurt. En waarom wordt aidios gebruikt voor de ketens, in plaats van aionios dat in het volgende vers wordt gebruikt ten aanzien van het vuur waarmee de Sodomieten werden geoordeeld. Misschien omdat ze voortduren vanaf het moment van de gevangenneming van de engelen aan het begin van de wereld, tot het oordeel dat het teken geeft voor de nieuwe aion.
De term geeft de ononderbroken continuïteit aan door de gehele tijd van deze wereld. Dit kan niet op mensen slaan die niet de gehel duur uitzitten van het heelal. Voor hen geldt eerder de opeenvolging van de aionen dan wel generaties. We kijken terug op het gebruik van Origenes van de woorden aionios en aidios. In het werk van Origenes staan veel passages die naar het aionios leven verwijzen volgens de formule van het Nieuwe testament. De nadruk ligt dan niet op eeuwigheid maar meer op het leven in de volgende aion. Een bijzonder geval is Philocalia, waar het aionios leven is gedefinieerd als dat wat plaatsvindt in de toekomende aion. Origenes bevestigt dat God de bijbel “een lichaam gaf aan diegenen die voor ons leefden”, “ons een ziel gaf” en aan de generaties na ons in de volgende aionen een geest gaf opdat ze het aionische leven krijgen. Ook in het commentaar op Mattheus staat het toekomende leven (aionios) in contrast met het leven nu (proskairos). Origenes zet in een paar passages de zichtbare en tijdelijke dingen van de huidige dag af tegen de onzichtbare en blijvende zaken van de wereld die komen zal (aiônia). In overeenstemming met het gebruik van de Septuagint en het nieuwe testament voegt Origenes ook het bijvoeglijk naamwoord aionios aan de kenmerken van god. Eerst spreekt hij van de eeuwige god (tou aiôniou theou) en van het geheim van het mysterie van jezus over een lange tijdspanne (khronois aiôniois), in de zin van “sinds menshenheugenis.” En ook noemt origenes de dagen van de aion en de aionia jaren (etê aiônia), wat op lange tijdsperioden duidt. En hij noemt de uitdrukking eis tous aiônas wat “voor een zeer lange tijd” betekent.”
In het werk van origenes verschijnt het bijvoeglijk naamwoord aidios minder vaak dat aionios. En als het wel voorkomt, dan altijd met een verwijzing naar god in de betekenis van eeuwigheid. In zijn geschriften over de Grondbeginselen in hoofdstuk en paragraaf 3.3.5. maakt hij duidelijk dat hij aion opvat in de zin van een opeenvolging van aionen tot een bepaalde climax bereikt is waarna we de eeuwigheid ingaan. En die noemt hij aidiotes. Eeuwigheid in stricte zin behoort niet bij de aionen die elkaar opvolgen. Daarom regeerde Christus volgens hem zonderin het vlees te zijn voor de aionen en pas in de aionen regeerde hij in het vlees. De komende aion slaat op de volgende wereld (epi ton mellonta aiôna), waar zondaren inderdaad worden overgeleverd aan de pur aionion, te weten het vuur dat bij de toekomende wereld behoort. Het zal erg lang duren maar niet eeuwig. In dit verband is het van belang dat Origenes het vuur van het oordeel pur aiônion noemt maar nooit pur aïdion. Volgens hem is dit vuur niet eeuwig maar behoort het tot de wereld die komt. Het vuur van de komende aion is een tegenhanger van het vuur dat we in de huidige wereld al voelen en het duurt net zolang als de aionen in hun opeenvolging. Hij heeft het ook nooit over thanatos aïdios, or over aïdia oordelen en martelingen. Wel noemt hij de thanatos aiônios of de dood in de toekomende wereld (kolaseis aiônioi), i.e., oordeel in de toekomende wereld. Origenes kende de bijbel goed alsook de klassieke filosofische traditie. Hij bleef erbij dat het oordeel niet eeuwig was maar ervoor diende om de ongelovigen te reinigen, zodat ook zij uiteindelijk gered zouden worden in de eeuwigheid die na de aionen kwam. Zijn beschouwingen over de bijvoeglijke naamwoorden aiônios en aïdios reflecteren zijn sensitiviteit ten aanzien van de betekenis van aidios onder de Grieken en het verschil met het gebruik van het woord in de bijbel. Voor hem was dit nog meer bewijs voor de gedachte van alverzoening.
*
Rechtvaardig gerekend
bron: AE knoch
1. “Deze rekening tot rechtvaardigheid is gerechterlijk genoemd alsof het om een resultaat gaat van een juridische procedure. Het gaat erom dat Abraham het verkeerde pad koos met Hagar maar dat God deze daad door de vingers zag en zijn eigen plan vervalste om het weer op het juiste spoor te krijgen.
2. “Om het nog gekker te maken is de rechtvaardigheid van christus plaatsvervangend gemaakt voor die van de mens.
3. “Rechtvaardig gerekend betekent dat Abraham van zichzelf niet rechtvaardig was.
AE Knoch wijst er terecht op dat deze 3 punten misvattingen zijn. Abraham maakte allereerst wel een juiste keuze door op god te vertrouwen die hem een zoon, nageslacht en een stuk land beloofde. Het was een passieve acceptatie van Abraham die gewoon geloofde wat God tegen hem zei. Het Griekse logizomai, “rekenen,” is van dezelfde stam als het woord Logos (een gedachte; idee; woord). Ik denk dat de woorden beschouwd of gerekend betere vertalingen zijn. Het gaat niet om een juridische verklaring maar om een erkenning van Gods uitverkiezing van Abraham. Gaf God Abraham het geloof? Ja. En met ons geloof in het geloof van Jezus christus zijn we kinderen van Abraham. Abraham’s passieve manier van geloven in god en zijn antwoord hierop, de manier waarop hij wegtrok uit Ur, was later onthuld als zijnde DE WEG, en wel christus. Dit is geen wettelijk feit van iets dat een soort rechtsgrond nodig had. Het geloof dat in Abraham werd geactiveerd, schiep in hem een staat van rechtvaardigheid. En wel een staat van zijn die het woord accepteerde en die god geloofde. Zodoende werd hij rechtvaardig genoemd. Voor ons geldt hetzelfde. Naast het feit dat het geloof in ons wordt geactiveerd, zijn we ook in Hem.
*
Oneindig heelal
God IS eeuwig en Paulus zegt dat God zichzelf vergroot. Het lichaam van christus vergroot de expansie van God. God wordt steeds meer van alles dat hij is vanuit de diepten van alles wat hij is. Er is een multidimensionaal aspect van het heelal dat wetenschappers nu pas doorkrijgen. Als er een dimensie van het heelal is waarbij het heelal zichzelf groter maakt vanuit zijn eigen diepten zonder de afstanden tussen zon en aarde te verstoren, dan snappen we het aionische principe. Toen Jezus bij de Samaritaanse vrouw bij de put was, noemde hij een voorbeeld van aionisch leven dat niet statisch is, gelijk het leven van God in ons. Het water dat ik u geef, zal in u zijn als een bron van water dat opspringt het aionische leven in. Jezus beschreef bij de put geen geestelijke ervaring maar de natuur van leven dat Hij in haar zou planten alleen door haar geloof in Hem. Of preciezer, door haar geloof in zijn geloof in Zijn Vader.
*
De geestelijke betekenis van nummers
Nummers en getallen zijn veel voorkomend in de bijbel. Niet zozeer ten aanzien van bovennatuurlijk ontwerp maar juist met geestelijke betekenis.
1. Duidt op eenheid. De eerste keer dat dingen voorkomen in de bijbel zijn belangrijk, zoals de eerste dag, het eerste licht…
2. Duidt op verschil. Als 2 verschillende personen het over iets eens zijn, dan is het sluitend. Dan wel slaat 2 op tegengesteld, vijandschap, verdeeldheid, zoals het werk van de 2de dag. Vergelijk het gebruik van het woord dubbel in verband met het hart en de tong.
3. Slaat op voltooidheid sinds 3 lijnen een figuur compleet maken. Drie is ook van betekenis voor de goddelijke perfectie en voltooidheid. De 3de dag voltooit de beginselen van het scheppingswerk. De 4de, 5de en 6de dag zijn tegenhangers van de 1ste, 2de en 3de dag en komen aldus overeen met elkaar. Nummer 3 slaat ook op opstanding want op de 3de dag rees de aarde op uit de diepte en de vrucht rees op uit de aarde.
4. duidt op creatieve werken en heeft altijd verwijzingen naar de materièle schepping, zowel in aardse zin bij dingen onder de zon als dingen die onder de zon gebeuren.
5. Duidt op goddelijke genade. Het is 4 + 1. Het is god die zijn giften en zegeningen toevoegt aan het werk van zijn handen. Het Hebreeuwse Ha’aretz is een veelvoud van 4 terwijl Hashamayim (de hemelen) een veelvoud van 5 is. De som van charis (Grieks voor genade) is een veelvoud van 5. Het is het leidende element in de afmetingen van de tabernakel.
6. Duidt op het nummer van de mens. De mens is geschapen op de 6de dag en dit is de eerste keer dat dit nummer voorkomt in de bijbel, zodat het het ultieme nummer is dat in verband wordt gebracht met de mens. Hij werkt 6 dagen, de uren van zijn dag zijn een veelvoud van 6. Athaliah verkreeg 6 jaar lang de troon van Juda. De reus die god uitdaagde (Goliath, Nebuchanedzar en de anti christ) zijn allen gemerkt met dit nummer.
7. Duidt op geestelijke perfectie. Het is het ultieme nummer van het werk van de heilige geest. Hij is de schrijver van de bijbel en 7 is op zijn lijf getattoeerd als een watermerk. Hij is de gever van leven en 7 is het nummer dat elke periode van incubatie en zwangerschap reguleert in mens en dier.
8. Duidt op opstanding, voortplanting, een nieuw begin. De 8 is een nieuwe één. Het is ook de octaaf in de muziek, kleuren, dagen van de week etc. Het nummer heeft te maken met de Here die op de 8ste dag opstond. ‘JJjjIhsous (Jesus) maakt het nummer 888. Zijn veelvoud is terug te vinden in alles dat te maken heeft met de naam van Jezus, zijn volk en werken.
9. Duidt op het uiteindelijke oordeel. Het is 3 x 3, het product van goddelijke voltooidheid. Nummer 9, of zijn veelvoud heeft altijd te maken met het oordeel.
10. Duidt op rangschikkende perfectie. Weer een nieuwe 1.
11. Duidt op chaos omdat het 1 tekort is van 12.
12. Duidt op overheid perfectie. Het nummer is altijd verbonden met de overheid. Dan wel door stammen of apostelen. Of in maateenheden voor de tijd. Of het heeft te doen met de overheid in de hemel of op aarde.
13. Duidt op rebellie, afvalligheid, revolutie etc. De eerste keer dat het getal voorkomt, wordt dit al duidelijk in Genesis 14:4. En de 2de keer bevestigt het, Gen. 17:25. En zijn veelvoud is te zien in alle getallen en nummers van alle namen en passages die met rebellie te maken hebben.
17. Duidt op de combinatie van geest en orde (10+7). Het is het 7de priemgetal net als 13 het 6de priemgetal is.
Zo is 24 een hogere vorm van 12.
25 = 52. Genade geïntensiveerd.
27 = 33. Goddelijkheid geïntensiveerd.
28 = 7×4. Geestelijke perfectie in verband met de aarde.
29 = 33. Intensiveren van goddelijk oordeel.
30 = 3×10. Goddelijke perfectie, in verband gebracht met orde.
40 = 10×4. Goddelijke orde, in verband gbracht met aardse dingen, het nummer van beproeving.
De 4 perfecte nummers, 3, 7, 10 en 12 hebben met elkaar vermenigdvuldigd het nummer 2520. Het is het nummer van chronologische perfectie (7×360).
*
De incarnatie
De wetenschap zoemt in op het godsdeeltje en beweegt hiermee richting de herkenning van een essentie ofwel van een vastgestelde sub-structuur in alle natuurlijke dingen die men geest kan noemen. Deze wetenschappers willen hun vingers niet branden aan het mystieke maar met de benaming gods-deeltje, benaderen ze al behoorlijk het mysterieuze van de schepping. Er is een levenskracht zichtbaar in de natuur. De schepping is levend, vitaal en dynamisch van binnenuit. Er is tevens een innerlijke drijfveer om zichzelf een lichaam aan te meten. Dit zie je bij zaden. Al het organische begint zijn levenstocht in een lichaam en groeit van daaruit groter. En vervolgens wordt een dergelijk organisme een bron voor andere organismen. Dit geldt ook voor ons. Het leven begint niet als een vormeloze geest of als een etherachtig spook. Het zaad is een perfect voorbeeld van dit principe. Vanuit god en vanuit de eeuwigheid, met al een vorm en lichaam, beginnen alle dingen hun aionische bestaan als een incarnatie. De aionische belichaming is dan de andere kant van de medaille van de eeuwige belichaming. Maar beiden horen tot dezelfde constitutie van het leven.
Jezus verklaarde duidelijk de relatie tussen dat wat op aarde is en dat wat in de hemel is. In Mat. 18:18 bijvoorbeeld staat: Ik zeg tot jullie, al wat jullie zullen binden op de Aarde, zal gebonden zijn in de hemel en al wat jullie losmaken op de Aarde, zal losgemaakt zijn in de hemel. Hier zien we een principe aan het werk: Dingen komen naar de aarde zoals ze al in de hemel zijn. Ons aardse bestaan is omringd door een atmosfeer die uit veel lagen bestaat. Met ergens ver daarboven de bovenste hemel die alle onderliggende hemelen zijn wil oplegt. Jezus zit daar ergens en legt dwars door de onderliggende hemelen zijn natuur op aan ons opdat we samen met hem over alle dingen regeren op aarde en in de hemel. Net zolang tot alle knie zal buigen voor Hem. De geest heeft een lichamelijke vorm en komt in die staat vanuit de hemel naar de aarde. Derhalve is het een zeer belangrijke verklaring van de apostelen: “ik geloof in de opstanding van het lichaam. In opstanding keren we terug naar de Vader.
*
De Potterij
De aankoop van het veld van de pottenbakker, Mat. 27:6-8 en Hand. 1:18, 19 en de vervulling van de profetie, Matt. 27:9, 10.
Er zijn 2 moeilijkheden verbonden aan deze verzen:
1. de 2 aankopen en de vervulling van een profetie met betrekking tot en eerdere aankoop.
I. De 2 aankopen
Er waren er twee. De ene door de opperpriester zoals in Mat. 27:6 staat en de ander door Judas Iskariot zoals in hand. 1:18.
1. De aankoop door Judas was gedaan enige tijd voor die van de opperpriesters; er zou immers geen tijd zijn om de aankoop te regelen en deze uit te voeren tussen het verraad en de veroordeling. De aankoop door de opperpriesters was gedaan nadat Judas het geld had terug geworpen.
2. Wat de opperpriesters kochten was een veld, (Gr. agros). Wat Judas had aangeschaft was een plaats. (Gr. chorion).
3. De werkwoorden zijn ook verschillend. In Matt. 27:7 is het werkwoord agorazo = kopen in de open markt (van agora = een marktplaats); terwijl in Hand. 1:18, het werkwoord ktaomai is, bezit verkrijgen (Lucas 18:12; 21:19; Hand. 22:28), en vertaald is met voorzien van in Matt. 10:9. Het zelfstandige naamwoord ktema = bezit (Matt. 19:22. Mar. 10:22. Hand. 2:45; 5:1).
4. Wanneer en hoe Judas zijn plaats verkreeg, wordt ons niet verteld, maar er is geen twijfel over de verklaring in Joh. 12:6 dat hij een dief was. De plaats was gekocht met zijn gestolen geld, het geld dat oneerlijk verkregen was. Dit gestolen geld is NIET hetzelfde als de 30 zilverstukken.
5. De 2 plaatsen hadden verschillende namen. Het veld dat door de opperpriester gekocht was, was oorspronkelijk bekend als het veld van de pottenbakker. En later als “agros haimatos” = bloedveld, te verstaan als het veld dat gekocht was met de prijs van bloed.
Het bezit dat Judas had verkregen droeg een Aramese naam, Hakal Dema dat verbasterd is tot Akeldamach, of Hacheldamach = “plaats (Gr. chorion) van bloed” : een zelfde betekenis maar met een andere reden: er is dus geen discrepantie tussen Matt. 27:6-8 en Hand. 1:18, 19.
II. De vervulling van de profetie, (Matt 27:9,10)
Dan de moeilijkheden met Matt 27:9, 10.
i. Met betrekking tot de eerste moeilijkheid, zijn de woorden die worden geciteerd van Jeremia niet in diens geschriften te vinden. Mattheus zegt ook niet dat Jeremiah dit geschreven heeft maar wel dat deze dit gezegd heeft.
Dit maakt veel verschil. Sommige profetieën zijn geschreven, andere zijn zowel mondeling gedaan als opgeschreven.
ii. De 2de moeilijkheid als zou de profetie van Jeremiah in Zacheria 11:10-13 staan.
Dit kan niet waar zijn. Zach. 11:10 verwijst niet naar een veld of naar de aankoop hiervan. Ten aanzien van de 30 zilverstukken wordt in Zach. gesproken met goedkeuring maar in Mat. zeker niet. Een goede prijs (‘eder hayekar) duidt op overvloed terwijl het werkwoord yakar kostbaar betekent. Zecharias noemt de som geld nergens onbeduidend. Of dat het offer een belediging was. In mat. 27:9 is dit wel zo.
3. De gevers waren de armsten uit de schare. Dit beïnvloedde de waarde. De waarde van de prijs was geaccepteerd als ruim voldoende. Mar. 12:43, 44. 2Kor. 8:12.
4. Het wachten van de armste van de schare was niet vijandig maar vriendelijk, zoals in Spre. 27:18. Uit 450 keer dat het woord shamar voorkomt, is het 14 keer genoemd in vijandige zin.
6. De pottenbakker is een vormgever; dit hoeft niet per sé alleen betrekking te hebben op het knutselen met klei. Ook metalen vallen onder zijn beheer: Gen. 2:7, 8. Ps. 33:15; 94:9. Jes. 43:1, 6, 10, 21; 44:2, 9-12, 21, 24; 45:6, 7; 54:16, 17. Van de 62 keer dat het werkwoord (yazar) voorkomt, heeft 3 kwart niks te maken met het werk van een pottenbakker.
6. Een pottenbakker in verband met de tempel is onbekend in de bijbel.
7. Het materiaal “zilver” is nutteloos voor een pottenbakker maar noodzakelijk voor een vormgever van metalen kruiken. Of voor de betaling van de kunstenaar die hem gesmeed had. (2 Kon. 12:11-16; 22:4-7. 2 Kron. 24:11-13).
8. De profetie van zecharia gaat veel over metalen zoals goud, zilver, lood, tin.
9. Zechariah staat vol met wat de profeet zag en zei maar er zijn maar 2 verwijzingen naar wat hij deed en in beide gevallen gaat het om zilver (6:11; 11:13).
10. De Septuagint, en zijn revisie door Symmachus, leest werp hen (de 30 zilverstukken) in de oven. Voor Mathheus was geschreven, was yatzer vertaald met metaalbewerker en niet met pottenbakker.
12. De personen zijn ook anders; In Mat. lezen we “ze namen” en “ze gaven” de prijs van hem; in Zecharia lezen we Ik nam, Ik wierp, Ik werd op waarde geschat.
13. In Mattheus was het geld gegeven voor het veld; en in Zecharia was het naar de ontwerper geworpen.
14. Mattheus noemt 3 partijen die betrokken zijn bij de transactie; Zecharia noemt er maar één.
15. Mattheus citeert niet alleen de gesproken woorden van Jeremiah, maar noemt hem als de spreker.
iii. Conclusie. Van hieruit trekken we de conclusie dat de passage in Mat. 27:9, 10 niks te maken heeft met Zech. 11:10-13.
1. Als Jeremiah’s gesproken woorden iets te maken hebben met wat genoemd is in Jer. 32:6-9, 43, 44, dan zijn andere woorden er tussen gegooid om de verklaring rond te krijgen. Ze moeten niet worden verward met de geciteerde woorden.
Toen was vervuld wat door Jeremiah voorzegd was: en ze namen de 30 zilverstukken en ze gaven deze voor het veld van de pottenbakker. Mattheus citeert dat wat gesproken was door jeremiah en combineert met de eigenlijke zinsnede een verwijzing tussen haakjes voor de prijs waarvoor Zecharia was gewaardeerd.
2. Was de geldsom 20 zilverstukken geweest in plaats van 30, dan zou er een andere toevoeging tussen haakjes hebben bijgestaan:
“Toen was vervuld dat wat gesproken was door Jeremiah met de woorden: en ze namen de 20 zilverstukken (de prijs van hem die door zijn broers aan Egypte was verkocht) en ze gaven ze voor het veld van de pottenbakker.
3. Of, had de verwijzing te maken met de compensatie voor een verwondig van anderman’s bediende, zoals in Exodus Ex. 21:32, dan was er tussen haakjes deze tekst aan toegevoegd: Toen was vervuld wat de profeet jeremiah al gezegd had: en ze namen de 30 zilverstukken (de prijs voor bediende die door een os was aangevallen) en ze gaven ze aan het veld van de pottenbaker. Een ontworpen toevoeging tussen haakjes door de evangelist die aan Zecharia refereert, in een directe citering van Jeremiah is wel iets anders dan een vergissing of een verdraaiing van de tekst. Zowel de citering zelf als de verwijzing tussen haakjes zijn beide exact gelijk.
*
Voorzetsels
Voor een goed verstaan van het Nieuwe Testament is kennis van de Griekse voorzetsels van belang. Ze kunnen in groepen worden onderverdeeld of volgens het werkwoord waar ze bijhoren, of volgens hun geometrische relaties met een stuk tekst. Of ze kunnen onderverdeeld worden volgens de frequentie van hun voorkomen. Maar hier staan ze in alfabetische volgorde. Er zijn er 18 in getal en ze kunnen als volgt worden gedefinieerd:
i. ana kent allen 1 vorm, de 4de naamval en duidt “op” en “erop” aan. Ana is gevormd van ano (zoals kata is gevormd van kato). In relatie tot een vertikale lijn, duidt het woord op de top. Met nummers wordt het gebruikt als een verdeler (Matt. 20:9, 10. Lucas 9:3. Joh. 2:6); en ook als bijvoeglijk naamwoord (Ope. 21:21).
ii. anti slaat op 1 verbuiging, de 2de naamval en duidt op tegenovergesteld. Het wordt ook gebruikt als “in plaats van” (Matt. 2:22. Lucas 11:11); en duidt op equivalentie (Matt. 20:28. Heb. 12:16. 1Pet. 3:9), terwijl huper op “ten bate van” duidt. (Lucas 6:28. Joh. 17:19).
iii. amphi wordt alleen gebruikt in compositie in het Nieuwe testament en komt nauwelijks voor in het Grieks. Het slaat op ongeveer of rondom.
iv. apo komt in 1 verbuiging voor, de 2de naamval en slaat op de beweging vanaf de oppervlakte van een object, als een lijn die vanaf de rand wordt getrokken. Het staat in contrast met EK, dat op een lijn duidt die vanaf het middelpunt van een oppervlak wordt getrokken.
Het wordt ook gebruikt voor het weg bewegen van een plaats (Matt. 3:16; 8:1. Hand. 15:38); om de afstand tussen 2 plaatsen te markeren, of de tijdsinterval tussen 2 gebeurtenissen. ( Matt. 19:4. Hand. 20:18). Het markeert ook de oorsprong van een bron in gevallen als geboorte, afstamming of woonplaats. (Matt. 2:1; 15:1; 21:11. Hand. 10:23; 17:13), of van informatie (Matt. 7:16).
Apo wordt gebruikt voor voorbij gaan van iedere staat of conditie (Matt. 1:21; 14:2. Mar. 5:34. Hand. 13:8; 14:15. Heb. 6:1).
v. dia behelst 2 verbuigingen, de 2de en 4de naamval.
1. In de 2de naamval heeft het de algemene betekenis van door zoals een oppervlak in tweeën delen door een denkbeeldige lijn. Het sluit ook het idee in van voortkomen uit en heengaan of verlaten. (Mar. 11:16. 1Kor. 3:15. 1Tim. 2:15. 1Pet. 3:20).
2. Met de 4de naamval, lijdend voorwerp heeft het de betekenis van “omdat” (Matt. 27:18. Mar. 2:27. Ope. 4:11), duidend op een opwindende zaak (Hand. 12:20. Rom. 4:25. 1Kor. 11:10), de impulsieve zaak (Joh. 12:9. Rom. 4:23; 15:15. Heb. 2:9), of de toekomende zaak (Rom. 6:19; 8:11; 14:15. Heb. 5:3).
vi. eis kent slechts 1 verbuiging, de 4de naamval, lijdend voorwerp. Euclides gebruikt eis als een lijn wordt getrokken die een andere lijn op een bepaald punt zal kruisen. Dus duidt het op beweging naar een object toe met de bedoeling om het aan te raken. (Matt. 2:11; 3:10. Lucas 8:14. Hand. 16:10).
vii. ek kent maar 1 verbuiging (2de naamval), en duidt op beweging vanuit het binnenste. Het wordt gebruikt voor tijd, plaats en oorsprong.
viii. en kent alleen de 3de naamval en duidt op ergens in zijn of blijven met het idee van rust of iets dat voortduurt. Het heeft ook betrekking op tijd en ruimte (Matt. 14:2. Rom. 1:5, 8; 6:4). En duidt op continuering van tijd in (Matt. 2:1; 27:40. Joh. 11:10).
2. Meervoud is onder (mensen).
Synoniemen voor mens
Er zijn 4 hebreeuwse woorden die met man vertaald zijn. Het is goed om ze te onderscheiden.
1. Adam, gemaakt van het stof van de aarde, de Adamha.
2. ‘Ish, heeft betrekking op mannelijke sekse.
3. ‘Enosh, slaat op de zwakheid van de mens, als fysiek sterfelijk en op zijn karakter als ongeneeslijk.
4. Geber, slaat op zijn kracht, een machtige man.
I. ‘Adam, slaat op de mens in algemene zin. (Gen. 1:26; 2:5; 5:1) Met het lidwoord ervoor slaat het op De Mens, Adam hoewel het vertaald is met “mens” in Genesis 1:27; 2:7, 8, 15, 16, 19, 22, 3:12, 22, 24; 5:1; 6:1, 2, 3, 4. Hierna is het Hebreeuwse Adam = mens gebruikt voor de nakomelingen van Adam. Zo is christus zoon van Adam genoemd en niet een zoon van Enosh.
II. ‘Ish. Komt de eerste keer voor in vrouwelijke vorm, Gen. 2:23, ‘ishah = vrouw. ‘Ish = man of echtgenoot; een man in contrast met een vrouw. Een grootse man in contrast met een gewone man, (Ps. 49:2, waar laag de kinderen van Adam worden genoemd en hoog de kinderen van Ish. Ps. 62:9 en Jes. 2:9; 5:15; 31:8.
Als God als man wordt genoemd, wordt Ish gebruikt (Ex. 15:3. Joz. 5:13. Dan. 9:21; 10:5; 12:6, 7. Zech. 1:8, &c.). Ook in uitdrukkingen als man van god en de man van begrip. Zie Gen. 3:33, 34 en 4:1. Slechts 69 keer is het vertaald als echtgenoot, 12 keer als persoon en 2 keer op elk 39 verschillende manieren.
III. ‘Enosh. Eerste keer in Gen. 6:4, mannen van naam. Altijd in negatieve zin (Jes. 5:22; 45:14. Richters 18:25). Moreel verdorven en fysiek zwak. Het is van anash, ziek zijn, een wrak, zwak en slaat op onvermogen, voor sterkte, fysiek; en voor het goede, moreel (2Sam. 12:15. Job 34:6. Jer. 15:18; 17:9; 30:12, 15. Mic. 1:9).
De contrasten Jes. 2:11 en 17, De ogen van de hooghartigheid van de mens worden omlaag gebracht, en de hoogheid van de sterveling wordt neergebogen. (Jes. 13:12. Job 25:6. Ps. 8:4; 90:3; 144:3. Job 4:17; 10:5; 7:17. Dan. 4:16). Andere onderwijzende passages zijn Jes. 8:1; 66:24. Ezek. 24:17. Jer. 17:16, “dag van de mens. In 1Sam. 4:9 is het meervoud van Ish.
IV. Geber. Eerste keer dat het voorkomt in Gen. 6:4. Machtige mannen, met een verwijzing naar hun fysieke kracht, zoals Enosh doet ten aanzien van verdorvenheid van zijn natuur. Het is 67 keer vertaald met man, 2 keer met machtig, 1 keer met mensenkind en 1 keer met iedereen. In de Septuagint is het 14 keer vertaald met anqrwpos (anthropos) en de rest met ajnhvr (aner).
Zie: Ex. 10:11; 12:37. 1Sam. 16:18. 2Sam. 23:1. Num. 24:3, 15. 1Kron. 26:12; 28:1. 2Kron. 13:3. Ezra 4:21; 5:4, 10; 6:8.
V. Methim (plural) = volwassenen die onderscheiden worden van kinderen, en mannen van vrouwen. Zie: Gen. 34:30. Deut. 2:34; 3:6; 4:27; 26:5; 28:62; 33:6. 1Kron. 16:19. Job 11:3, 11; 19:19; 22:15; 24:12; 31:31. Ps. 17:14; 26:4; 105:12. Jes. 3:25; 5:13; 41:14. Jer. 44:28.
(*1) In Gen. 6:4, hebben we 3 van de 4 woorden: “dochters van de mensen” ( = dochters van de man, Adam] ‘Adam; “machtige mannen” = (geber); “beroemde mannen” = Heb. mannen (‘Enosh) van naam, i.e. bekend om hun morele verdorvenheid.
*
Verzoening
Neem Sodom en Gomorra. God brandde beide steden plat. Judas 7 zegt dat deze mensen het aionische vuur zouden proeven. En wat zegt Jezus in Mat. 11 en 12? Het komende oordeel zal voor de mensen van Sodom en Gomorra draaglijker zijn dan voor deze generatie. Wat staat hier? Draaglijk in een oordeel? Hoe kan een oordeel draaglijk zijn? Door de vlammen van de hel wat minder hard te laten fikken? En wat staat er nog meer? Namelijk dit; de generaties van Tyrus en de generaties van Sodom zullen opstaan uit de dood en de generatie oordelen die Jezus zelf gekend had! En wat zou dit betekenen? Een opstanding van de generatie van Sodom uit de vlammen van de hel om te oordelen over de generatie die Jezus gekend had om deze in een nog hetere hel te gooien? Dus de mensen van Sodom floepen weg uit de brandende hel die nog redelijk draaglijk is met niet 1000 graden celcius maar 400, en staan op uit de dood. Het eerste wat ze doen is oordelen over mensen die ze helemaal niet gekend hebben om deze groep in dezelfde hel te knikkeren als waar ze zojuist zelf vandaan komen. Nu met het verzoek om de thermostaat wat hoger te draaien. Jezus zegt nog iets: als de generaties van Tyrus en Sodom mijn boodschap hadden gehoord, dan hadden ze zich zeker bekeerd. Dit gaat ver boven gods rechtvaardigheid uit. Als deze mensen de boodschap alleen al gehoord hadden, dan hadden ze zich bekeerd. Maar wat een pech want ze waren te laat en zaten middenin de vlammen van de hel. Niettemin ZOUDEN ze zich bekeerd hebben. Ach wat jammer nou. En hoe wist Jezus het zo zeker dat ze zich bekeerd zouden hebben? Omdat de boodschap van god een goddelijke natuurwet volgt, namelijk als iemand de echte zuivere boodschap hoort, dan valt deze in goede aarde. God heeft ons hiervoor gemaakt. We zijn gemaakt voor redding en niet voor verdoemenis. In Mat. 11 en 12 haalt Jezus een passage uit Ezekiel 16 aan. Ergens rond de verzen 51, 52 en 53. In het oordeel wordt het volk van israel hersteld tot in de oorspronkelijke staat.
Wat?
Mensen die in het hellevuur moord en brand schreeuwen, worden hersteld tot in de oorspronkelijke staat? En god zal zelfs een verbond sluiten met deze mensen en hen vergeven. Dat kan Israel in haar broekzak steken want ze heeft meer gezondigd dan zijn zusters zoals Sodom. Het zal een aionisch verbond zijn dat hen zal beschamen want ze hoorden de boodschap in de tijd van Jezus maar het kwartje viel niet. Hier zijn dus Israel, Tyrus en Sodom, al deze mensen vergeven en met elkaar verzoend en ook met god.
*
bewustzijn en conditie 4
Wij zijn inderdaad bannelingen op deze wereld. Maar we horen zelden dat God deze status met ons deelt. God is in staat om vervreemd te zijn van zijn eigen wezen in een uithoek die we de aionen noemen terwijl hijzelf nog thuis is in zijn eigen eeuwigheid waaruit wij ook geboren zijn. Hij is de god van beide dimensies, van de eeuwigheid en van de aionen. De god die aanvankelijk met Adam goed door 1 deur kon gaf zich over aan het verval van de aionen die hijzelf geschapen had. De wereld van het Vlees zoals Karl Barth deze noemde, reikt graag uit naar de andere zijde, die van de eeuwigheid maar loopt vast op een onoverbrugbare scheiding tussen aionen en de eeuwigheid. Maar andersom kan God wel vanuit zijn eeuwigheid doorbreken in onze aionen. En alles wat hij aanraakt is in een moment veranderd. Het eerste teken van Gods handreiking vanuit de eeuwigheid aan ons, is als ons zelfvertrouwen een deuk slaat in de zin van dat we niet in staat zijn om zelf voor god te spelen. Desalnietemin blijven we ons graag gedragen alsof deze wereld ons echte thuis is. Dit systeem kent een eindeloze navolging. De politicus die hardop roept dat als je op hem stemt, hij voor jouw belangen zal opkomen. Of de arts die je op het hart drukt dat hij of zij zich in jouw ziekte zal verdiepen en dat je je vertrouwen volledig in hem moet stellen. En ga zo maar door. De professor die alles wat in zijn tekstboek van jouw cursus staat, waarheid is, en tenslotte is er de wetgever die vaststelt voor jou wat correct gedrag is. En deze mantra: lever je kind over aan het vrije onderwijs en leer het voor zichzelf te denken. Om het vervolgens een intellectueel te laten worden die gaat preken dat onaantastbare tolerantie bijna een ultieme godsvrucht is. Een laatste voorbeeld van onze aionisch existentiële grootheidswaan is om het non-bijbelse christelijke idealen te mengen met nationalisme en zoveel onschuldige burgers het slagveld op te jagen.
*
Genesis, de basis van de goddelijke openbaring
Genesis is de zaad-plot van de hele bijbel. De openbaring van de bijbel rust op genesis en is hier op gebouwd. Genesis is niet alleen de basis van de hele waarheid maar vormt ook deel van alle verdere inspiratie en geeft richting aan de heilige geschriften. Genesis wordt 60 keer genoemd in het Nieuwe Testament; Op de historische feiten in Genesis rust een goddelijk zegel. Zie Matt. 19:4-6; 24:37-39. Marcus 7:4, 10; 10:3-8. Lucas 11:49-51; 17:26-29, 32. Joh. 1:51; 7:21-23; 8:44-56. Genesis en de Pentateuch zijn onder de redactie van Mozes tot stand gekomen. Zie. Deut. 31:9, 10, 24-26. Joz. 1:7; 8:32, 35; 23:6. 1 Kon. 2:3. 2 Kon. 14:6; 23:25. 2 Kron. 23:18; 30:16; 34:14. Ezra 3:2; 7:6. Neh. 8:1. Dan. 9:11, 13. Mal. 4:4. Mar. 12:26. Lucas 2:22. Joh. 7:23. Hand. 13:39; 15:5; 28:23. 1 Kor. 9:9. Heb. 10:28.
*
Perceptie en voorwaarde
Wat is de relatie tussen perceptie en voorwaarde? Is de realiteit iets dat wordt tegengewerkt, anders dan door onze eigen gedachten? Zit het alleen tussen de oren om de realiteit tegen te werken? Zit vijandschap tussen de oren? Zo zijn er ook weer mensen, therapeuten die menen dat het kwaad genezen kan worden door een herprogrammering van ons denken. En worden we zo ook gehersenspoeld door zogenaamde elite predikers die hun eigen ego in de plaats stellen van de bijzondere giften die ze van god hadden ontvangen? En wat kwam er eerst, het kip of het ei? Wat kwam er eerst? Een corruptie in Eva’s denken of was ze net als Adam ondergeschikt gemaakt aan een voorwaarde die tot een corrupt denken heeft geleid. Misschien zitten we nog steeds vast in een slechte droom van toen Adam sliep en Eva uit hem werd genomen en zijn we nog steeds niet ontwaakt. Als mens leven we in een conditie die onvermijdelijk leidt tot het corrupte denken dat onze vervallen staat alleen maar ondersteunt. De serpent in de tuin van eden was integraal aan de vervallen schepping zelf en hij was daar door een goddelijke volmacht geplaatst in de tuin van Eden waarin Adam en Eva waren en waar wij met hen zijn. Iedere poging om met therapie of medicijnen deze vervallen staat tegen te gaan, zal op een dood spoor eindigen. Jezus was ook niet uit de dood opgewekt en aan de rechterhand van god gezet uit psychologische overwegingen. Omdat hij dacht dat hij daar zou zitten. Nee, hij was door god opgewekt uit de dood. Tegelijk zijn zij die op een doodlopend spoor zijn terechtgekomen ook degenen die snappen wat genade is. Saulus van Tarsus was zo iemand die god probeerde te behagen op een religieuze manier. Namelijk door alsmaar de wet te gehoorzamen tot in het extreme toe. Ook de zogenaamde integratieprogramma’s, burgerschapsprogramma’s en hulpverlenings programma’s zijn een variant van deze wet en houden ons juist op de plaats waar we vandaan proberen te komen. Het evangelie gaat hier dwars tegenin en leert ons dat Christus in onze vervallen staat kwam en zo moest lijden tot hij de verwerping door zijn Vader aan de lijve ondervond. Waarna hij vervolgens uit die vervallen staat werd gered door diezelfde vader. Hedendaagse theologie is ook gebaseerd op wetticisme en lijkt in veel opzichten op boeken als The Secret. Wat deze boeken doen, is het kruis van Golgota vermijden. Ze scheren langs het kruis of gaan er met een boog omheen. En ze verheerlijken de kracht in de mens zelf om zijn eigen weg te vinden, los van God, Iets dat Nimrod van Babylon al deed.
*
NIMROD. GEN. 10:8, 9. 1CHRON. 1:10.
Josephus zegt het volgende over hem: Nimrod spoorde de mens aan om zijn geluk niet bij god te zoeken maar bij zichzelf. En al snel veranderde zijn gedachtengoed in tyrannie. De Targum (vertaling) van Jonathan zegt: vanaf de grondlegging van de wereld was nooit iemand gevonden zoals Nimrod, een machtige jager en in opstand tegen de Here. De Jeruzalem Targum (vertaling) zegt: hij was machtig met jagen en in opstand tegen de Here, en hij joeg op mensen. 1 Kron. 1:10 zegt: Cush bracht Nimrod voort die in boosheid verviel omdat hij onschuldig bloed vergoot en tegen Jehova in opstand kwam. Nimrod was de stichter van Babylon en daarmee de grote tegenspeler van God die vooral met jeruzalem bezig was. In Nimrod, probeerde satan de eerste grote wereldse heerser over de mensheid op het toneel te zetten. ER kwamen meer pogingen zoals met Nebuchadnedzar, Alexander, Napoleon en anderen. Uiteindelijk zullen de anti christ en wetteloze komen.
*
Rahab versus de grote verdrukking
Worden de gelovigen voor of na de grote verdrukking weggenomen? Een aanwijzing dat we ervoor worden weggenomen is het verhaal van de hoer Rachab. Het scharlaken koord dat ze als teken voor jozua uit het raam hing, had de kleur van het bloed van christus. Voor Rachab was dit mogelijk het eerste voorwerp dat ze kon vinden om te vluchten voordat de muur van Jericho verwoest zou worden. Maar god had ook hier een bedoeling mee. Niks gebeurt in het verhaal voor niets. Rachab werd gewaarschuwd voordat de stad werd ingenomen en verbrand. Haar huis stond op een muur dus de waarschuwing aan haar moet voor de val van de muur zijn geweest. En als het daarvoor was, dan was het voordat de strijd aanving. Jozua 6:1 zegt, Jericho sloot de poorten toe en was gesloten voor het aangezicht van de kinderen van israël. Er ging niemand meer uit en in. Dan moet Rachab al daarvoor weg gehaald zijn met haar familie en buiten het leger van Israel geplaatst zijn. Voor ons geldt hetzelfde. Ons scharlaken koord is het bloed van christus. Wij worden weg genomen voordat de grote strijd echt begint. Laten wij met ons verstand en hart en geest tot hem uitgaan, Hebr. 13:13 en de verlosser verwachten.
*
Christus als fontein
Een evangelist zal balans aanbrengen in datgene wat hij aan de gelovigen vertelt. Zodat ze niet overmand raken van de vele informatie die op dat moment niet relevant is. Een herder zal voor een moment alle doctrines opzij zetten om even liefdevolle aandacht te geven aan een kudde die deze net even tekort kwam. Het is niet ongebruikelijk dat de gift van de herder en die van de leraar worden samengevoegd. Dan is er zoiets als wat ik noem, christus als fontein om de genoemde balans meer in evenwicht te brengen. Er is een ontkoppeling tussen stroom afwaartse beschouwingen over christus en christus zelf. Deze situatie voert terug op de Tuin van Eden. Het heeft ermee te maken dat er een focus is op iets VAN god en niet op god zelf. En dit is net wat Eva’s aandacht trok. De Boom van kennis van Goed en Kwaad was datgene wat in het bijzonder haar aandacht trok. Ze wist of voelde dat iets de schepping beroerde. Iets dat tegelijk met het goede van de schepping bestond maar een tegengestelde kracht had. De dood was nog niet aanwezig maar het zaad van de dood was wel aanwezig in het aardse, en lag klaar om vrij gelaten te worden. De zonde kwam de wereld binnen VAN binnenuit van onze aardse identiteit. Eva wilde dingen van god weten die hij tot nog toe verborgen had gehouden, ZONDER god zelf te kennen. Goed en kwaad kennen ZONDER god te kennen, is de dood. In Hebreeën is een waarneming van goed en kwaad die bij geestelijke volwassenheid hoort. Maar deze kennis is alleen leven binnen onze eenheid met god.
Er is een fundamentele verleiding die ons ertoe brengt om een gecategoriseerd, rechtlijnig bewijs te leveren van het verschil tussen goed en kwaad. Als je eenheid met god zoekt, zul je niet op zo´n rechte lijn balanceren tussen goed en kwaad maar een nauwe, rommelige, meanderende weg bewandelen. Zo zijn er mensen die de bijbel God´s handleiding noemen voor de levensreis. Een handleiding, kan het nog rechtlijniger? En nu verder. Jezus is de fontein van christus. Alles wat christus voor ons is, vloeit voort uit de verheerlijkte mens, Jezus. Hij is de fontein van onze ware identiteit. De individuele identiteit van Jezus als Heer, is niet opgelost in het niets doordat hij de geïncorporeerde versie van zichzelf werd. Hij werd hoofd van zijn lichaam met veel leden. De verleiding om goed en kwaad apart van god te ontdekken, kunnen we snel meegevoerd worden in het zoeken van dingen die stroomafwaarts te vinden zijn. We verliezen dan snel Hem uit het oog.
Alles wat we wensen, kan worden gevonden in eenheid met hem. Een poging om tot een hoger zelfbewustzijn te komen, zal tot verwijdering van Hem leiden. We zijn een koninkrijk van priesters en regeren mee met Hem maar alleen als Hij ons bevoegdheid geeft. En wat hij ons geeft, is bovendien de geest van het lam en niet van de leeuw, machtswellustig als we zijn. Jezus reageert op ons in de WIJ factor en in de IK factor. De WIJ factor rust op de IK factor. Wat we nodig hebben is de geest van wijsheid en openbaring in de kennis van Hem. Als we los van hem naar kennis van goed en kwaad zoeken, zijn we snel terug bij Eva. God zalfde niet eerst Jezus waarna hij de rest van ons zou zalven. Hij zalfde Jezus en voerde hem toen door de dood en opstanding en verheerlijking zodat Hij onze zalving zou worden. De zalving is in het leven van God. Hij die de Zoon heeft, heeft leven. We hebben een zalving van de Vader omdat we de Zoon hebben. In de doping in de geest, was Jezus die aan de rechterhand van zijn Vader zit, op ons en in ons uitgestrooid. De vraag is deze: heb je nieuw leven van god gekregen net als Jezus dit kreeg? Of kreeg je Jezus, de Christus als uw nieuwe leven? Wat is het verschil tussen Jezus en Christus? Hij is zowel een individu met zijn eigen lichaam, een man als ook de nieuwe ingecorporeerde man met een universele identiteit. Dit lichaam waarvan Paulus schreef in Efeze is het ene lichaam van beiden, de individuele christus als de ingecorporeerde christus.
Hij, de Ene, wordt de velen zodat de velen één worden. God houdt van vermenigvuldiging: Jezus Christus, de perfecte mens die vermeerderd werd om de nieuwe mensheid te worden van perfecte eenheid. Als de bijbel naar hem verwijst als Jezus, is de nadruk op zijn individuele mensheid als redder. In de brieven wordt hij christus Jezus genoemd en Jezus christus. Het effect dat wordt beoogd is duidelijk: de christus is Jezus en jezus is de christus. Als christus Jezus is hij de christus die uit de hemel komt als Jezus en als Jezus christus is hij Jezus die naar de hemel opstijgt als de christus. Hij is de grotere Isaak in en door wie alle kinderen van God zijn geboren. Hij is het zaad waaruit we allen zijn voortgekomen. Zoals een uitverkoren natie voortkwam uit de lendenen van Abraham alleen door Isaak, zo is de grotere Isaak degene in en door wie alle natiën van de aarde gezegend zullen worden. Hoe gezegend? Met het delen in zijn zoonschap.
*
De Massora
Alle oude en beste manuscripten van de Bijbel bevatten op elke pagina zogenaamde kleine lettertjes. Deze kleine letters heten de Massorah Magna of grotere Massorah, terwijl de kleine letters aan de zijkant Massorah Parva heten of kleine Massorah. Het woord Massorah komt van de wortel masar, iets overgeven in de hand van een ander, om het hem in vertrouwen te geven. De kleine letters heten zo omdat ze informatie bevatten die nodig is voor hen die de heilige teksten moesten beheren. De tekst zelf was vastgelegd voordat de Massoreten zich ermee bezig hielden. Dit was het werk geweest van de Soferim (safar betekent nummeren of tellen). Hun werk onder Ezra en Nehemiah, was om de tekst in de juiste volgorde te zetten na hun terugkeer uit Babylon. We lezen hierover in Neh. 8:8. De mannen van de Grote Synagoge voltooiden het werk. Dit werk duurde 110 jaar, van Nehemia tot Simon de eerste, 410 – 300 v. Chr. De Soferim waren de geauthoriseerde corrigeerders van de heilige tekst en toen ze hiermee klaar waren, waren de Masoreten de bewakers ervan. Zij moesten het eindresultaat behouden. De Massoreet heet het venster naar de geschriften. Hij bevat vooral feiten en fenomenen in plaats van commentaren. Hij registreert het aantal keren dat de verschillende brieven voorkomen in de diverse boeken van de bijbel. Het aantal woorden, het middelste woord en het aantal verzen en het middelste vers, het aantal uitdrukkingen en combinaties van woorden etc. Dit alles om de heilige tekst te behouden en om te voorkomen dat een losse tekst verkeerd terechtkomt.
*
Noach, perfect, Gen. 6:9
Het Hebreeuwse woord tamim betekent zonder smet en is het technische woord voor lichamelijke en fysieke perfectie, en niet morale. Het wordt ook gebruikt voor het aanduiden van het offeren van reine dieren. Er staat dan “zonder smet” in Exodus 12:5; 29:1, Lev. 1:3, 10; 3:1, 6; 4:3, 23, 28, 32; 5:15, 18; 6:6; 9:2, 3; 14:10; 22:19; 23:12, 18. Num. 6:14; 28:19, 31; 29:2, 8, 13, 20, 23, 29, 32, 36. Ezek. 43:22, 23, 25; 45:18, 23; 46:4, 6, 13.
Vertaald met zonder vlek, Num. 19:2; 28:3, 9, 11; 29:17, 26.
Vertaald met onbesmet: Ps. 119:1.
Dit laat zien dat Gen. 6:9 niet spreekt van Noach’s morele perfectie maar dat hij en zijn familie alleen hun stamboom rein hadden behouden zonder corruptie van de gevallen engelen.
*
Noach, perfect, Gen. 6:9
Het Hebreeuwse woord tamim betekent zonder smet en is het technische woord voor lichamelijke en fysieke perfectie, en niet morale. Het wordt ook gebruikt voor het aanduiden van het offeren van reine dieren. Er staat dan “zonder smet” in Exodus 12:5; 29:1, Lev. 1:3, 10; 3:1, 6; 4:3, 23, 28, 32; 5:15, 18; 6:6; 9:2, 3; 14:10; 22:19; 23:12, 18. Num. 6:14; 28:19, 31; 29:2, 8, 13, 20, 23, 29, 32, 36. Ezek. 43:22, 23, 25; 45:18, 23; 46:4, 6, 13.
Vertaald met zonder vlek, Num. 19:2; 28:3, 9, 11; 29:17, 26.
Vertaald met onbesmet: Ps. 119:1.
Dit laat zien dat Gen. 6:9 niet spreekt van Noach’s morele perfectie maar dat hij en zijn familie alleen hun stamboom rein hadden behouden zonder corruptie van de gevallen engelen.
*
Sara en Rachab leefden uit geloof en hun geloofsuitingen kwamen overeen.
Sara: zij heeft Hem getrouw geacht, die het beloofd had, vers 11.
Rachab: ik weet, want wij hebben gehoord, Joz. 2:9 en 10.
Beide vrouwen staan model voor gehoorzaamheid uit geloof zoals deze zichtbaar wordt in Abraham en Israel.
In Gen. 17:1 en 17 staat dat de belofte van een Zoon al heel lang voor de geboorte van Isaak aan Abraham gegeven werd. Dit zien we door Gen. 17:15-19 te vergelijken met Gen. 18:10 en 21:5. De eerste keer lachte Abraham, de 2de keer lachte Sara. Uit Gen. 17:15-19 is duidelijk dat Abraham dacht dat de belofte van een zoon uit uw lijf (Gen. 15:4) vervuld moest worden uit ismael. Toen hij van Abram, Abraham werd, als teken van het feit dat hij vader zou zijn van vele volken, zei hij, “och dat Ismael mocht leven voor uw aangezicht. Abraham viel op zijn aangezicht en hij lachte. Dit is een stijlfiguur, Erotesis. Hij heeft met verheuging verlangd, opdat hij de dag van de Here zou zien en hij heeft hem gezien en was verblijd, joh. 8:56. Toen Sara lachte, was er niet deze eerbied. Door het geloof heeft ook Sara kracht ontvangen, net als Abraham. Nu zijn we voorbereid op wat er in gen. 21:1 staat: en de Here bezocht sara gelijk als hij gezegd had en de Here deed aan Sara gelijk als hij gesproken had.
Dit is waar het om gaat bij geloof:
… gelijk als Hij gezegd had… en
Gelijk als Hij gesproken had…
De plannenmakerij van Abraham en Sara was onbruikbaar in de voltooiing van de bedoelingen van de Here. Geloof moet rusten en wachten. Deze vorm van geloof staat ook centraal in de profetie van Habakuk waarop Hebr. 11 gebaseerd is. In Hab. 2:3 en 4 staat, “want het gezicht zal nog tot een bestemde tijd zijn, dan zal hij het op het einde voortbrengen en de rechtvaardige zal door geloof leven.”
Dit was precies wat Sara deed toen ze de betekenis van Gods belofte begreep. Zij maakt hierbij ook deel uit van de wolk van getuigen en ze wordt in verband gebracht met Rachab die op dezelfde manier het andere voorbeeld is van welke conclusie door geloof getrokken wordt. Isaak’s geboorte was het begin van iets nieuws in het huishouden van Abraham. Het stemt overeen met het begin van de nieuwe natuur in de gelovige van vandaag.
*
De Nefilim of reuzen van Genesis 6
De nakomelingen van de gevallen engelen met de dochters van de mensen worden in Gen. 6 Nefilim genoemd. De naam betekent, gevallenen. Wat voor wezens dit precies waren, kan alleen worden opgemaakt uit de bijbel. Ze waren duidelijk groot in gestalte maar zeker ook in hun boze werken. Ze waren bovenmenselijke, abnormale wezens en hun vernietiging was nodig om de voortzetting van het menselijk ras te beschermen. En dus voor de vervulling van het woord van God, Gen 3:15. Dit was waarom de Zondvloed over de wereld van de goddeloze Nefilim kwam, (2Pet. 2:5) zoals geprofeteerd werd door Enoch (Judas 14). Maar we lezen opnieuw over de Nefilim in Num. 13:33: daar zagen we Nefilim, (de zonen van Anak komen van de Nefilim). Hoe kan dit, als ze in de Zondvloed vernietigd waren? Het antwoord staat in Gen. 6:4,
“De nefilim waren in die dagen in het land en bovendien daarna, toen de zonen van de Elohim tot de dochters van de mens kwamen; en zij baarden voor hen, die de machtigen) zijn van de aion, stervelingen van naam. Ze waren roemrucht vanwege hun goddeloosheid.”
Na de Vloed was er een 2de inval van de gevallen engelen. Wel minder in getal en meer beperkt tot een kleiner gebied. Ze hielden zich vooral op in Canaan en werden bekend als de natiën van Canaan. Voor de vernietiging van hen was geen volgende zondvloed maar dit keer het zwaard van Israel nodig. Wanneer vond deze 2de inval plaats van gevallen engelen? In elk geval snel nadat bekend was geworden dat het zaad dat de mensheid zou redden via Abraham liep. Over toen Abraham uit Haran kwam en Canaan binnen ging, lezen we: de Canaaniet was al in het land. In Gen. 14:5 staat dat ze al bekend waren als Refaïm en Emim. Ze woonden rond Asteroth Karnaim en Shaven Kiriathaim. In Gen. 15:18-21 zijn ze al talrijk en worden ze genoemd onder de volken van Canaan, Kenieten, Kenizzieten, Kadmonieten, Hittieten, Perizzieten, Refaïm, Amorieten en de Girgashieten en de Jebusieten. (Gen. 15:19-21; Ex. 3:8, 17; 23:23. Deut. 7; 20:17. Joz. 12:8).
Ze zouden vernietigd worden (Deut. 20:17. Joz. 3:10). Maar israel faalde hierin (Joz. 13:13; 15:63; 16:10; 17:18. Rich. 1:19, 20, 28, 29, 30-36; 2:1-5; 3:1-7); en we weten niet hoeveel van deze reuzen naar het buitenland vluchtten en hun vernietiging voorkwamen. Als we dit wisten, konden we veel problemen oplossen die gerelateerd zijn aan de antropologie. Een andere groepsnaam voor deze reuzen was Anakiem omdat de zonen van Anak van de Nefilim kwamen. Num. 13:23. De Refaïm kwamen van Rapha, een andere beroemdheid onder hen. Vanaf Deut. 2:10 heten ze Emim en Horim en Zamzummijm, vers 20 en 21 en Avim. Als Refaïm waren ze welbekend en berucht maar helaas is hun naam vaak vertaald als giganten of doden. Ze hebben volgens Jes. 26:14 geen opstanding. Ze worden 7 keer doden genoemd, (Job 26:5. Ps. 88:10. Spre. 2:18; 9:18; 21:16. Jes. 14:8; 26:19).
Ook in Jes. 26:14 worden ze reuzen genoemd.
Ze worden 10 keer Refaïm genoemd, in Gen. 14:5; 15:20. Joz. 12:15, 2 Sam. 5:18, 22; 23:13. 1 Kron. 11:15; 14:9; 20:4 Jes. 17:5.
Verder zijn ze vertaald met giganten, Gen. 6:4; Num. 23:33, waar het als Nefilim staat en Job 16:14, waar het als Gibbor staat. De 2de inval vond plaats voor Gen. 14 omdat de Refaïm waren gemengd met de 5 natiën inclusief Sodom en Gomorra. Ze werden verslagen door de 4 koningen onder Chedorlaomer. Hun thuisbasis was duidelijk “Ashtaroth Karnaim”; terwijl de Emim zich op de vlakte van Kiriathaim ophielden (Gen. 14:5).
Anak was een afstammeling van de Nefilim en Rapha was een andere. Ze gaven hun namen aan hun eigen clans. Anak’s vader was Arba, de bouwer van Hebron (Gen. 35:27. Joz. 15:13; 21:11);
Deze Palestijnse tak van de Anakim heette geen Arbahim maar Anakim, naar Anak. Ze waren groot, fors, machtig (Deut. 2:10, 11, 21, 22, 23; 9:2), en maakten duidelijk veel indruk op de 10 spionnen, (Num. 13:33). Og, koning van Bashan wordt beschreven in Deut. 3:11. Hun kracht is zichtbaar in de steden van Bashan tot op de dag van vandaag en we weten niet welke rol ze speelden bij de bouw van de piramiden in Egypte. Arba was herbouwd door de Khabiri, 7 jaar voordat Zoan was gebouwd door de Egyptische farao’s van de 19de dynastie. Num. 13:22. Als deze Nefilim en de tak van de Refaïm geassocieerd waren met Egypte, hebben we een verklaring voor het probleem dat wetenschappers al generaties bezighoudt. Namelijk hoe de grote stenen en monumenten samen werden gebracht. In deze machtige mannen van de oude tijden, hebben we de verklaring van de oorsprong van de Griekse mythologie. Deze mythologie was geen uitvinding van de menselijke geest. Maar hij groeide voort uit tradities en overleveringen en natuurlijk uit Gen. 6:4. Het feit dat ze al bovenmenselijk waren, maakte het makkelijk om vanuit de Griekse mythologie demi-goden van hen te maken. De Babylonische kleitabletten en het Egyptische Dodenboek en de Griekse mythologie en heidense overleveringen zijn de slappe aftreksels van oeroude waarheden en bovendien zijn ze opgehemeld tot heldenverhalen omdat hun oorsprong vergeten was en de herinneringen aan hen vervaagd waren.
*
Wandelen uit geloof
In het oude Israel had je 2 groepen; zij die wandelden naar hun geloof en zij die wandelen naar hun waarneming. Abraham behoorde tot de eerste groep die uit geloof wandelde en zijn buit straks zal krijgen na de opstanding. Van ons wordt hetzelfde verwacht, namelijk dat we ook uit geloof wandelen. In deze context zijn er 2 stappen te onderscheiden:
1. evangelie van genade uit de vroege brieven, 1 en 2 Thessalonicenzen, 1 en 2 Korinthiërs, Galaten en Romeinen.
2. de gevangenisbrieven van Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen.
Dus naast het evangelie der genade is er ook het evangelie der heerlijkheid. Vroeger was het hemelse deel van het koninkrijk bekendgemaakt. Van de opstanding had men ook gehoord. Maar de volle omvang van de goddelijke waarheid was niet bekend. Het geheimnis, de verborgenheid moest geopenbaard worden. Wij verwachten ons erfdeel na de opstanding maar de vraag is, geloven wij dit? Geloven we onze hemelse roeping? Zo ja, dan zullen we leven alsof we in tenten wonen en de wereld zal ons steeds meer als vreemdelingen en als gasten zien.
*
Lastering heilige geest 5
Geen vergeving voor de aionen
Degene die de heilige geest lastert zal een aionisch oordeel ondergaan. Marcus 3:29.
Jezus zei veel dingen tegen de Farizeeërs. Een deel van zijn boodschap was dus aan hen gericht en blijkbaar niet voor niets. Ze volgden strikt de letter van de wet na. En ze hielden ook stijf vast aan tradities. Ze hadden weinig compassie met zieken. De waarheid was dat ze zichzelf voor de voeten liepen met hun rigide regels maar anderen het leven ook onnodig moeilijk maakten. Ze keken op anderen neer en voelden zichzelf moreel verheven boven veel anderen die het niet met hen eens waren. Voorbijgangers keken tegen deze farizeeërs op en zagen hen als verhoogde arrogante zelfingenomen figuren die weinig te maken wilden hebben met het gewone volk anders dan het uit te melken. Lucas. 18:11-12 zegt dit duidelijk. Jezus lag regelmatig met hen in de clinch en verspilde nogal wat woorden aan hen. Jezus sprak op een bittere manier tegen hen zoals hij niet tegen anderen sprak, ook niet tegen hoeren. De Farizeeèrs waren niet alleen zondaren net als hun voorouders en voorgangers maar ze rebelleerden openlijk tegen God. Ze overtraden met name de regel van de wet, `u zult geen anderen goden hebben voor mijn aangezicht.`Ze hadden geen plezier aan God en de stem van de Here maar gaven zich over aan Baal en aten de offers van de doden. Ze jatten geld van de armen, vergoten onschuldig bloed en logen en bedrogen alles bij elkaar. Vele profeten hadden de messias aangekondigd en de mensheid had duizenden jaren op Hem gewacht. Toen het ongelofelijke gebeurde en Hij kwam, ontving zijn eigen volk Hem niet. Ze wezen hem af ook al omdat hij hun werken boos noemde. En ze beschuldigden hem ervan dat hij de zoon van de duivel was. Ze riepen om hem te laten kruisigen. Jezus waarschuwde verder nooit tegen de zonde tegen de heilige geest, ook de hoeren waarschuwde hij niet. Hij noemde deze zonde niet eens. Ook zei hij dit niet tegen de armen en onderdrukten. Maar wel zei hij dit tegen de religieuze leiders van zijn tijd. Omdat ze gezegd hadden dat hij een onreine geest had. Deze enige waarschuwing tegen de doodzonde was gericht tegen de Farizeeèrs. Dit werd benadrukt door het feit dat ze geen vergeving zouden krijgen in deze eeuw. Deze eeuw was de eeuw van de wet. Jezus kwam in de eeuw van de wet om hen te redden die onder de wet waren, Galaten 4:4-5.
De eeuw die komen zou was deze huidige eeuw van de kerk. De twee eeuwen die bedoeld waren in zijn waarschuwing waren die van de wet en die van de genade waarin wij leven. Jezus sprak niet tot de heiligen en ook niet tot U. Zijn woorden waren gericht tegen de heersers van de 1ste eeuw van het koninkrijk van Judah. Ook in Mat. 23 vanaf vers 23 krijgt Jezus er niet genoeg van om de religieuze leiders nog even de oren te wassen. Geen wonder dat hun ergernis met de minuut exponentieel groeit tegen deze vreemde zwamkous die over water loopt en zich Zoon van god noemt. Het liefst zien de Jezus op de bodem van de oceaan in een loden kist met wanden van 3 meter dik liggen. Maar het tegengestelde gebeurt. Jezus noemt een heel rijtje op van dingen die de schriftgeleerden te wachten staan. Ja, zelfs deze generatie zal al die dingen voor de kiezen krijgen. Hij zegt:
Wee jullie, Schriftgeleerden en Farizeeën, hypocrieten! Want jullie bouwen het graf van de profeten en jullie versieren de graftomben van de rechtvaardigen, en jullie zeggen: ‘Indien wij in de dagen van onze °vaders waren, waren wij nooit deelnemers geweest met hen aan het bloed van de profeten.’ Daarom getuigen jullie aan jezelf, dat jullie zonen zijn van die de profeten vermoordden*
20. Wanneer nu jullie Jeruzalem zullen waarnemen omringd door kampementen, weet* dan dat haar °verwoesting nabij is.
De belegering van Jeruzalem onder Titus was één van de meest verschrikkelijke aller tijden. Nadat de stad eenmaal omsingeld was, was de gelegenheid om te ontsnappen afgesneden, en velen die het toch probeerden werden gedood. Duizenden werden gekruisigd en bij vele deserteurs werd de buik opengereten vanwege een gerucht dat zij probeerden hun geld te verbergen door het in te slikken. Anderen aten teveel en barsten uiteen. Meer dan een miljoen vergingen op vreselijke wijze en bijna honderd duizend werden tot slaaf gemaakt en afgevoerd naar Egypte en elders. De stad werd vrijwel geheel verwoest. Er wordt gezegd dat de Christenen in de stad de waarschuwing aannamen en naar de bergen van Juda vluchtten, op tijd om aan de vreselijke verdrukking te ontsnappen.
21 Laat dan die in Judah zijn vluchten naar de bergen en laat die in haar °midden zijn uitgaan in het land, en laat die in het platteland zijn niet in haar binnengaan. Want dit zijn dagen van wraak, om al het geschrevene te vervullen*. Wee die zwanger zijn en de zogenden in die °dagen, want er zal grote nood zijn in het land en verontwaardiging over dit °volk. En zij zullen vallen door de rand van het zwaard en zij zullen in gevangenschap geleid worden in alle natiën en Jeruzalem zal door de natiën vertrapt worden, totdat de tijden van de natiën gevuld* zullen zijn.
Amen! Ik zeg jullie dat dit °geslacht zeker niet voorbij* zal gaan totdat alles zal gebeuren*.
35 jaar nadat deze woorden waren uitgesproken, was het zover en werd jeruzalem onder de voet gelopen. Van 14 april toen het beleg begon tot 1 juli werden 115,800 lichamen begraven. Er werd zoveel goud geplunderd door de Romeinen dat goud in Syrië in waarde halveerde.
Na de verwoesting van Jeruzalem werden de markten van Rome overspoeld met Joodse slaven en de amfitheaters waren gevuld met de arme inwoners die het overleefd hadden en gedwongen waren om elkaar publiekelijk af te slachten in een poging om aan hun meesters te ontkomen. Hoe erg het ook was, dit was nog maar het BEGIN. Jezus had immers gezegd dat de joodse natie niet vergeven zou worden, niet in deze eeuw en ook niet in de volgende eeuw van genade. De woorden “deze dingen” en “deze generatie” zijn belangrijk. In Mat. 23:35-36 staat dat op U al het onschuldige bloed terecht zal komen dat op aarde vergoten is.
*
Er is geen overgeeflijke zonde
De zonde tegen de heilige geest zal niet worden vergeven in deze huidige aion en ook niet in de aion die komt. Meestal is het woord aion verkeerd vertaald met wereld. Maar een aion is een tijdsvak en de bijbel noemt zelfs meerdere aionen, dus tijdsvakken. Jezus maakte geen contrast tussen deze wereld en de grote eeuwigheid ergens buiten ons. Maar hij noemde 2 aionen, de huidige aion waarin Hij ook leefde en de aion die komen zal. Jezus’ opmerking lijkt tegenstrijdig. Eerst zegt hij dat ALLE zonden worden vergeven, wat goed nieuws is. Dan zegt hij dat sommige zonden niet zullen worden vergeven in deze en de volgende aion. Wat er daarna gebeurt is onduidelijk. Laten we Marcus 3:28-30 goed lezen. Hier staat dat degene die tegen de heilige geest lastert in een aionisch oordeel terechtkomt.
*
Structuur van Hebr. 11:2-40
De verzen 2-12 gaan over bijzondere voorbeelden, de verzen 13-16 gaan over algemene beschouwingen.
De verzen 17-38 geven bijzondere voorbeelden en de verzen 39 en 40 zijn weer algemene beschouwingen. De algemene beschouwingen beginnen met Deze Allen… De eerste van deze beschouwingen vloeit voort uit Abrahams vreemdelingschap. Zo zien we een goddelijke symmetrie opduiken.
De verzen 13-16 gaan dus allen die stierven in overeenstemming met het geloof zonder de belofte te hebben ontvangen. Zij beleden dat ze vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Wie zulke dingen zeggen, zijn duidelijk op zoek naar een thuis. Zowel bij Israël als de gemeente waren er altijd 2 groepen: het zand van het strand en de sterren van de hemel. Abraham’s nageslacht wordt vergeleken met zand of stof in Genesis 13:16; 28:14 en 32:12. Het wordt vergeleken met sterren in Genesis 15:5; 26:3 en Exo. 32:13. Maar in Heb. 11:12 worden ze beiden genoemd omdat het verschil in verband met geloof hier duidelijk wordt. Op de gemeente slaat het sowieso niet daar zij door de eeuwen heen verborgen was, zeker in de tijd van het Oude Testament. Dus zowel zand als sterren slaan op Israel. Zand slaat op wandelen door aanschouwen en sterren slaat op wandelen in geloof. De groep die bij het zand hoort, gelooft god niet op zijn woord en blijft aards gericht. Degenen die als de sterren waren, verwachten ook daadwerkelijk hun hemelse deel. Hebr. 3;1. Zij geloofden god en toonden zo de gehoorzaamheid van het geloof. Men denkt vaak dat het Oude Testament niks zegt over het toekomstige leven. Maar dit is een denkfout. Op de berg Sinaï wordt het nationale leven van Israel uiteengezet, Lev. 18:5. Het woord leven slaat hier op eeuwig leven door geloof in tegenstelling tot eeuwig leven door werken. Vergelijk Jes. 26:19; 38:16, 55:3; Ezekiel 18:19; 20:11, 13, 21; Hosea 6:2; Amos 5:4; Habakuk 2:4 en Galaten 3:12; Rom. 1:17 en Hebr. 10:38. Het Oude Testament geeft veel prijs over het leven na de opstanding. De rechtvaardige zal door geloof leven. Maar hoe zit dat want als dit betrekking zou hebben op de aarde en op aards leven dan zou iedereen leven, ook de ongelovigen. Er wordt dus meer bedoeld met leven. Zoals ook in openbaring 20:5 staat, worden de overige doden niet weer levend totdat de 1000 jaar geëindigd zijn. Er staat in dit verband niet hemel of hemels maar het gaat om een land en een stad die hemels zijn. Johannes ziet deze stad in Openbaring 21:9-27. Alles van de stad is hemels en bovendien daalt ze ook neer uit de hemel. De laatste hoofdstukken van Ezekiel laten zien hoe het beloofde land veranderd wordt in een hemel op aarde. Met dit geloof stierf ook Abraham die Ur verliet en zijn ogen sloot in de verwachting dat het hemelse Jeruzalem ooit op aarde neer zal dalen. Er is dus geen reden om israel haar hemelse roeping te ontzeggen. Beide groepen, zand en sterren slaan niet alleen op Israel maar zeker ook op de gelovigen van vandaag.
*
Geloven we onze hemelse bestemming?
De hemelse belofte om NU al met christus temidden van de hemelingen te regeren klinkt onwaarschijnlijk. Het is hetzelfde aanbod als wat Ur der Chaldeeën was voor Abraham om erop uit te trekken; en wat Kades barnea was voor Israel. Maar Israel geloofde god niet. Ach laten wij toch niet dezelfde fout maken als Israel en gewoon bezit nemen wat ons is toevertrouwd in de brieven aan de Efeziërs, Kolossenzen en Filippenzen. Daar ontdekken we niet alleen de rijkdommen van zijn genade maar ook die van Zijn heerlijkheid.
*
Aorist
Elk werkwoord in Hebreeèn 11 staat in de aoristus, behalve 3 die voltooid zijn. De aorist wil zeggen dat elke gebeurtenis die beschreven is, ook daadwerkelijk gebeurd is. De voltooide tijd wil zeggen dat er iets gebeurd is waarvan de effecten nog steeds merkbaar zijn. Een voorbeeld van de aoristus is Johannes 19:19. Hier staat Pilatus schreef ook een opschrift en zette dat op het kruis. Hier wordt simpelweg aangegeven dat dit feit plaatsvond. In Mat. 21:13 staat: er is geschreven… dan betekent dit dat het geschreven is en wat geschreven is blijft geschreven. Een betere weergave van de voltooide tijd zou hier zijn: er staat geschreven… In Hebr. 11:5 vinden we de eerste van de drie keer dat de voltooide tijd gebruikt wordt. Het Grieks zegt hier: er is getuigd dat Hij god behaagde. Het getuigenis naar Abel werd zichtbaar in het neerdalen van vuur uit de hemel, zo werd Henoch’s getuigenis zichtbaar in het opstijgen naar de hemel. Bij Abel ging het erom dat zijn offer aanvaard werd door god. Bij Henoch behaagde zijn wandel God. Deze 2 worden onderscheiden in Efeze 1:6 en 2 Kor. 5:9. In de eerste tekst staat dat de gelovige begenadigd is in de geliefde en in de laatste staat dat wij begerig zijn om hem welbehagelijk te zijn. In Efeze 1:6 staat charito’o, iemand begunstigen en 2 Kor. 5:9 gebruikt het bijvoeglijk naamwoord euarestos, welbehagelijk. Dit laatste wordt gebruikt voor Henoch in Hebr. 11:5 en 6. Zijn geloof was welbehagelijk ofwel aanvaardbaar voor god. Het offer van Abel werd aanvaard door god. En dit is de relatie tussen de beide mannen. Het eerste heeft met god te maken, het laatste met de mens. Het eerste toont Gods genade in het aanvaarden van Abel’s offer, het laatste toont dat Henoch’s geloof en wandel voor god aanvaardbaar waren.
Nu zijn Henoch’s geloof en zijn wandel verenigd. Hij wandelde door geloof en niet door observatie. God wil dit ook van ons, zoals in 2 Kor. 7 en 9 staat. Henoch werd niet misleid door uiterlijkheden of materialistische voorspoed. Hij zag niet op allerlei sociale misstanden met de bedoeling deze te verbeteren. Nee, hij toont ons dat hij zelfs in de duistere en donkere dagen met god kon wandelen. Dat behaagde god en zijn wegneming is niet zomaar een historisch feit maar een blijvend getuigenis. Henoch geloofde god met betrekking tot het komende oordeel. Zo is het aan de gelovigen van nu om god te geloven met betrekking tot de wegrukking. Toch rust op ons een grotere verantwoordelijkheid. Henoch en collega’s hadden alleen een belofte van god ontvangen. Maar de gelovigen van anno 2012 hebben de hele bijbel inclusief zijn zoon om in te geloven. Veel gelovigen van nu zitten veel meer op de lijn van Abel dan op de lijn van Henoch. Ze geloven wel Abel’s toegang tot god maar niet de wegneming zoals Henoch die kende.
Veel gelovigen belijden dat christus terug zal komen om te oordelen over de levenden en de doden. Maar de hoop op hun eigen verandering, hemelvaart en opstanding leggen ze naast zich neer. Ze zeggen bijna dat christus niet terug hoeft te komen aangezien ze zelf wel naar Hem toe gaan. Henoch is de nieuwe fase na Abel als het gaat om geloof in een nieuwe, volgende openbaring van god. We hebben vrede met god zoals Abel en vrede van god zoals Henoch.
*
niet 2 maar 4 gekruisigden met Jezus
De andere 4 misdadigers die met Jezus werden gekruisigd, Mat. 27:38 en Lucas 23:32
Ook hier weer leert de traditie ons het verkeerde. Eeuwenlang is ons ingefluisterd dat 2 andere bandieten met jezus waren gekruisigd. Maar hoe zit het nou echt? De bijbel zegt alleen dat er 2 dieven (lestai) waren en 2 misdadigers (kakouryoi), Lucas 23:32. Er staat dat beide rovers Hem beledigden (Matt. 27:44. Mar. 15:32); terwijl in Lucas 23:39 staat dat alleen 1 van de misdadigers hem lasterde en de andere misdadiger de eerste berispte voor diens grote mond. Als er alleen 2 waren dan klopt er iets niet. In Lucas 23:32 staat dat 2 misdadigers met hem mee werden gevoerd om te worden gedood (Luke 23:32). Toen ze bij Golgota waren aangekomen, kruisigden ze Hem en de beide misdadigers, met de ene rechts van hem en de andere links van Hem. Weer klopt er iets niet. Want in Mattheus staat dat NA het verdelen van de kleren en NAdat ze waren gaan zitten en hem observeerden, dat er TOEN 2 misdadigers met hem waren gekruisigd, één rechts en één links van hem. (Matt. 27:38. Marcus 15:27). De 2 misdadigers waren al met hem meegevoerd en met hem gekruisigd. Dit voor de rovers erbij kwamen. De eerste 2 misdadigers die met hem waren gekruisigd waren links en rechts van hem opgehangen. De 2 andere rovers die later kwamen werden op dezelfde manier gekruisgd. Er waren nu 2 misdadigers rechts en links van hem gekruisigd. Met jezus in het midden. De misdadigers waren nu dichter bij Jezus dan de rest. En ze konden elkaar ook beter verstaan, Lucas 23:39-43. Johannes bevestigt dit. Hij heeft het alleen over de plaats van handeling, niet over tijd. Hij spreekt algemeen over het feit; waar zij Hem kruisigden* en met Hem twee anderen, hier en daar, maar Jezus in het midden. Joh. 19:18. In openbaring 22:2 hebben we dezelfde uitdrukking als in het Grieks (enteuthen kai enteuthen), dat vertaald is met “aan elke zijde”. Het zou vertaald moeten zijn met “en met Hem anderen, aan elke zijde.”
Johannes zegt verder: (19:32, 33) : waar zij Hem kruisigden* en met Hem twee anderen, hier en daar, maar Jezus in het midden. Maar bij Jezus komend*, namen* zij waar dat Hij al gestorven was, en braken* zij Zijn °benen niet.”
Als er maar 2 misdadigers waren geweest, zouden de soldaten niet naar Jezus zijn gekomen maar zouden ze hem gepaseerd zijn en dan terug zijn gegaan. Maar ze kwamen naar Hem toe nadat ze de benen hadden gebroken van de eerste twee. Er worden 2 woorden gebruikt voor de ander en de anderen in Joh. 19:32 en Lucas 23:32. Zie Ap. 124. 1. In de eerste passage lezen we: “Ze braken de benen van de eerste en van de ander.” Het Grieks is hier allos dat de ander is (de 2de) van de twee als er meer zijn (zie Matt. 10:23; 25:16, 17, 20; 27:61; 28:1. Joh. 18:15, 16; 20:2, 4, 8. en Ope. 17:10). In de laatste passage (Lucas 23:32) is het woord heteros = verschillend: Maar bij Jezus komend*, namen* zij waar dat Hij al gestorven was, en braken* zij Zijn °benen niet. Nu was er in de plaats waar Hij gekruisigd* was een tuin en in de tuin een nieuwe tombe, waarin tot dan toe nog niemand geplaatst was geworden.”
Hieruit blijkt dat er 4 anderen waren gekruisigd met Jezus. In Frankrijk, Bretagne, in de Cotes du Nord is een eigen Golgota dat Les Cinq Croix heet, de 5 kruizen. Er is een groot kruis in het midden met 4 lagere kruizen, 2 aan elke zijde. In de RK zie je weleens tafels met 5 kruizen.
*
De vrouw bij de bron
Water halen in de tijd van Jezus was een gemeenschapstaak die er helemaal bij hoorde. Deze werd vaak uitgevoerd door de vrouwen van een dorp. Het had dezelfde functie als bij ons de ochtendkrant lezen of het 8 uur journaal kijken op TV. Na het water halen, gingen ze bij elkaar zitten en wisselden het nieuws van de dag uit. Maar de auteur benadrukt dat de Samaritaanse vrouw water haalde tijdens het hete middaguur. Waarom ging ze erop uit in het heetst van de dag. Waarom, terwijl de rest van het dorp siësta hield? En waarom haalde ze water ver buiten het dorp dat Sychar heette en waar ze woonde. En waar ook een goede bron was?
Het verhaal gaat niet over de bron maar over onze levens
Deze vrouw was diep getraumatiseerd. Ze had 5 huwelijken achter de rug en had nu haar hoop gezet op een 6de partner. De dorpelingen wezen haar levensstijl af en dus was de vrouw niet welkom bij het ritueel van water halen. Als je Grieks leest, wordt het verhaal pas echt duidelijk omdat er 2 woorden zijn voor bron. De vrouw gebruikt het woord phrear terwijl Jezus het woord pege gebruikt. Dit woord betekent een geiser achtige fonteinachtige bron.
Bronnen en geisers zijn verschillende dingen
Een bron in de tijd van Jezus was niet aangesloten op een kraan. Ze waren diep waardoor water halen een zware klussen was. Het ging bovendien om stilstaand water dat niet bepaald fris en bruisend was. Bovendien kon je maar een bepaalde hoeveelheid naar boven halen daar waar een fontein bruisend water geeft. Het leven van de vrouw was net als dat van de bron. De trauma’s zaten diep en er zat weinig beweging in haar gemoedstoestand. Ze had een eenzaam bestaan, was zwaar belast met de dagelijkse werkzaamheden en ook met de vooroordelen van de anderen die ze te verduren kreeg. Het was moeilijk voor haar om naar de blinkende en mooie kant van het leven te kijken. Alles was nogal snel negatief. Leven was voor haar de tijd uitzitten. Jezus daarentegen zag de blinkende kant van het leven in alle opzichten. Hier wil ik even op inhaken. Jezus had geen zelfhulpcursus gedaan en adviseerde deze ook niet aan de vrouw. Hij hield zich ook niet bezig met positief denken. Nee, hij zag de wereld door een goed oog omdat zijn hart goed was. Jezus wist dat hij de zoon van god was. En zo kijkt hij ook naar ons, als naar toekomstige kinderen van god. Onze echte identiteit is niet wat de wereld van ons heeft gemaakt. De wereld bezorgt ons vaak alleen maar trauma’s. Onze echte identiteit is wat god van ons maakt. Jezus was net als Musa Alami die op de top van een berg stond en naar water zocht. In de verte zag hij alleen de rivier de Jordaan, verder niet. Als er nu maar meer water was, zei hij tegen zijn collega’s. Hier is geen water, zeiden ze terug. Maar tegen beter weten in, ging hij toch graven. Na weken en maanden spitten kwam er toch water tevoorschijn. Ze hadden een ondergrondse rivier aangeboord die er al duizenden jaren onaangeroerd lag. Jezus leefde van deze ondergrondse rivier die hij de Vader noemde die in Hem zat. En tegelijk in wie Hij zelf leefde. Hij putte uit deze rivier die ver beneden de wereldse ruis lag waarmee we dagelijks worden geïndoctrineerd. Zijn dagen waren dan ook betekenisvol en niet zoals die van de vrouw. Jezus hielp de samaritaanse vrouw om haar teleurstellingen om te zetten in een kanaal waarlangs de heilige geest haar ogen zou openen. Toen deze vrouw het beeld van god in zich voelde, verborg ze haar leven niet langer maar lukte het haar om contact te krijgen met de rest van het dorp. Ze kreeg zelfs meer contact dan in de 5 huwelijken die ze had gehad. Voor ons geldt hetzelfde. Bij sommigen van ons is er een bodemloze put in het leven van teleurstellingen. We dragen de pijn hiervan op onze gezichten. Wat Jezus duidelijk maakte aan de Samaritaanse vrouw was dat levensgeluk niet van BUITENAF kan komen. Het moet van binnenuit komen in contact met god die de eeuwige is. Midden in de bitterheid van onze levens wil Jezus ons duidelijk maken dat het verse water voor het oprapen ligt.
*
Waardigheid, axios
Zij die het privilege hebben gekregen om de boodschap van paulus te omarmen hebben ook dezelfde verantwoordelijkheid. Niet die van de donderende waarschuwingen van Sinaì maar juist die van de vermaning van een liefhebbende vader die zijn kinderen groot brengt. De wet van Mozes verlangde van de mens datgene waaraan hij niet kon voldoen. maar de genade voorziet de mens in alles wat nodig is om gods wil te doen. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in het woord axios. In Gen. 23 lezen we over de dood van Sarah. In vers 2 staat: En Abraham komt om over te weeklagen en om over haar te huilen. Maar hij had geen zorgen zoals de rest die geen enkele verwachting hadden. Juist in deze verwachting van de opstanding begraaft Abraham zijn overleden vrouw. Na wat onderhandelingen met de zonen van Heth, wordt de prijs vastgesteld. en Abraham weegt voor Efron het zilver dat hij sprak via de oren van de zonen van Heth: vierhonderd shekels zilver, doorgevend via de koopman. Het wegen van geld gebeurde met een weegschaal met een plaat die aan beide kanten was vastgemaakt. Aan de ene kant was een gewicht dat aangaf hoeveel zilver of goud het land waard was. Aan de andere kant werd het geld of zilver gelegd tot de plaat in balans was. Wat betekende dat het zilver of goud waardig was om het land ermee te kopen. (v. 9). Het woord axios, waardigheid is de weegschaal waaraan de platen hangen die gewichten dragen die corresponderen met een gelijke hoeveelheid goud of zilver. Het gebruik is dit: Ik beveel onze zuster Febe bij u aan, die in dienst staat van de gemeente in Kenchreeën. Ontvang haar in de naam van de Heer, op een wijze die bij de heiligen past. En sta haar bij wanneer ze uw hulp ergens voor nodig heeft, want ze is velen tot steun geweest, ook mij. – Rom. 16:1-2.
1. Ik, die gevangenzit omwille van de Heer, vraag u dan ook dringend de weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen: Efeze 4:1
Leef in overeenstemming met het evangelie van Christus, zodat ik kan horen, of straks zelf kan zien, dat u één van geest bent en samen voor het geloof in het evangelie strijdt. Fil. 1:27.
Dan zult u leven zoals het past tegenover de Heer, hem volkomen waardig. – Kol. 1:10
opdat u een waardig leven zult leiden in de ogen van hen die niet tot de gemeente behoren, en u van niemand afhankelijk bent. – 1 Th. 4:12.
Rom. 1-8 heiligen … Rom. 12-16 Onze wandel
Efe. 1-3 geroepen … Efe. 4-6 Onze wandel
Evangelie … Onze wandel
Here … Onze wandel
God … Onze wandel
Romeinen 16:2. Er is een opwaartse maat van versiesten in de wandel van de heiligen. Romeinen 1-8 gaat over rechtvaardiging en identificatie met Jezus. We leven uit genade en zijn dood voor de zonde, doch niet uit eigen werken of kracht, maar omdat we met christus zijn gekruisigd en ook met hem zijn opgestaan. Romeinen 1-8 is wat ons vastlegt als heiligen. Niet door onze werken maar door god. Breng Romeinen 12-16 in praktijk en we zullen waardig wandelen als heiligen. Romeinen 1-8 ligt aan de linkerkant van de balans en Romeinen 12-16 ligt aan de rechterzijde van de balans. Als we gerechtvaardigd zijn, zal men dit op de één of andere manier aan ons merken. Efeze 4:1, Hier staat de roeping van de ecclesia beschreven die zijn lichaam is. De eerste 3 hoofdstukken gaan over onze positie, ons hemelse lotdeel en andere grote zaken met betrekking tot onze roeping. De laatste 3 hoofdstukken gaan over praktische zaken. Dus de eerste 3 hoofdstukken komen aan de linkerzijde van de schaal en de laatste 3 aan de rechterzijde. In Fil. 1:27 wordt ons opgedragen om waardig te wandelen in overeenstemming met het evangelie. In Kolossenzen en Thess. wandelen we waardig met Christus en God! Hoe kunnen we zelfs een balans hebben met christus en met god zelf? Hoe kan ons leven zo omhoog worden geschaald tot op hun niveau? Dit kan alleen omdat we weten dat god degene is die zelf in ons werkt en wandelt. Als Hij ons een standaard stelt dan voorziet hij ons ook in de middelen hiervoor. De Wet had nooit zo’n hoge standaard als deze.
*
De laatste 12 verzen van Marcus
Veel mensen zijn ervan overtuigd dat de laatste 12 verzen van marcus niet bij zijn evangelie horen. Maar is dit zo? Voor bewijs zoeken we in 3 bronnen: 1. de manuscripten, 2. de versies en 3. de vroege christelijke schrijvers.
A. geen manuscript is ouder dan de 4de eeuw en de 2 oudste zijn zonder de 12 verzen. De rest heeft wel de 12 verzen. En dit zijn er nogal wat.
B. De versies
1. De Syrische versie. De oudste is de syrische versie in uiteenlopende vormen: de peshitto uit de 2de eeuw. En de “Curetonische Syrischen uit de 3de eeuw. Beiden zijn ouder dan de Griekse Masoretische en hebben de 12 verzen. Zo ook is het geval met de Philoxenische (5de eeuw) en de Jeruzalem (5de eeuw).
2. De Latijnse versies. Ene Jerome in 382 na chr., had toegang tot de Griekse MSS en haalt deze 12 verzen er ook bij. Deze versie ook wel Vulgaat genoemd was een revisie van de Vetus Itala, die bij de 2de eeuw hoort en beide verzen omvat.
3. De Gothische versie, anno 350 na chr. bevat de 12 verzen.
4. De Egyptische versies: de Memphitische uit de 4de en 5de eeuw bevat ze, net als de Thebaic uit de 3de eeuw.
5. De Armeense versie uit de 3de eeuw, de Ethiopische uit de 4de tot de 7de eeuw en de Gregorische uit de 6de eeuw bevatten deze verzen.
C. De kerkvaders. Hun woorden, vorm en volgorde kan ons meer inzicht geven. Er zijn meer dan 100 kerkvaders die manuscripten hebben geschreven die ouder zijn dan de oudste Griekse codexen. En tussen 300 en 600 na christus zijn het er al 200 meer. Allen noemen ze de 12 verzen.
Papias, 100 na chr. verwijst naar vers 18.
Justin Martyr, 151 na chr. verwijst naar vers 20.
Irenaeus, 180 na chr. verwijst naar vers 19.
Hyppolytus, 190-227 na chr. verwijst naar verzen 17-19.
Vincentius, 256 na chr. noemt 2 verzen op het 7de concilie van Carthago.
De Acta Pilati, 2de eeuw, citeert de verzen 15, 16, 17 en 18.
De Apostolische belijdenissen noemen verzen 16, 17 en 18.
EUSEBIUS heeft het over deze verzen.
APHRAARTES, een Syrische bischop noemt de verzen 16-18.
AMBROSIUS, aartsbischop van Milaan, citeert vers 15 vier keer en 16, 17 en 18 drie keer en vers 20 één keer.
Chrystosomus noemt vers 9 en zegt dat de verzen 19 en 20 het einde zijn van het evangelie.
D. Wat gedachten over de 12 verzen.
Ze bevatten de belofte van de Here waarvan over de vervulling wordt gesproken in Hebr. 2:4. De verklaring van hen die Hem hoorden was om de bevestiging te zijn van Zijn eigen lessen die Hij op aarde gaf: “God versterkend door tekenen zowel als wonderen en een veelvoud aan krachten en toebedelingen van heilige geest, naar Zijn wil?”
De handelingen van de Apostelen legt de vervulling vast van de belofte van de Here in Marcus 16:17, 18. En in het laatste hoofdstuk staat een climax beschreven van Jezus die met hen samenwerkt (vv. 3, 5, 8, 9). Maar in 1 Kor. 13:8-13 staat dat er een tijd komt dat al deze geestelijke gaven weg gedaan worden. Die tijd viel samen met het sluiten van de bediening door de verwoesting van Jeruzalem. Tot 100 jaar na de verwoesting is er een blanco bladzijde in de kerkgeschiedenis. En een compleet zwijgen van christelijke sprekers en schrijvers. Toen latere vertalers de Griekse manuscripten vonden en de laatste 12 verzen van Marcus lazen maar geen enkel spoor herkenden van de geestelijke gaven in hun eigen wereld, kwamen ze mogelijk tot de conclusie dat deze verzen niet authentiek waren. En dus werden ze al snel weg gelaten. In onze dagen zie je een tegengesteld gebaar. Nogal wat gelovigen baseren zich op de laatste 12 controversiële verzen. Omdat ze nog steeds de geestelijke gaven niet om zich heen zien, forceren ze hun pogingen om deze geestelijke gaven alsnog te verkrijgen. Zo veinzen ze dat ze blinden kunnen genezen met handoplegging of dat ze in tongen kunnen spreken, een handje geholpen door zich in extase over te geven aan muziek waarbij ze wat met de tong rond rollen. Maar ze worden zeker niet geleid door God. 1 Kor. 14:31-33.
De uitdrukking Mensenzoon verwijst naar Daniël 7:13-14, “Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken van de hemel kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van Dagen, en men leidde hem voor deze; en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is één, dat onverderfelijk is.”
*
Dag Henk,
Dat “alles geoorloofd is” is niet mijn bewering, maar wat Paulus bij herhaling in zijn brieven naar voren brengt. Hoe dat zich verhoudt tot de zaken die je noemt (hoererij, afgoderij, spiritisme maar je zou het kunnen uitbreiden naar moord, incest, etc.) is een interessante vraag. Dat zijn zaken die per definitie moreel abject zijn en waarover niet een vraag zou hoeven te bestaan. De dingen waarover jij je bezwaard voelt zijn aardige voorbeelden van zaken die niet moreel zo zwart-wit zijn. – AP
*
Harry Fox
Is it true that the community in Acts never existed? >> My answer is that it did truly exist but was only temporary. Since so many of the 3000 people baptized in response to Peter’s sermon recorded in Acts 2 were among the many who had come from far away places to celebrate the Passover they needed the temporary help given to us by the apostles and the local recently baptized residents of Jerusalem. Once the emergency ended and the out of town converts had returned home the need for temporary help also ended. But to whatever extent such needs occured at other times and places the first century church practiced what the church praticed in Acts 2.
*
Zelfhypnose
Is ook een geloof, in suggestie en de werking van inductie. Volgt het principe van de Boom van Kennis en is hiermee een religieus principe? Een Rabbi zegt dat sommige dingen die onze pet te boven gaan voor ons een gesloten boek blijven. Maar geldt dit ook voor het Lichaam van Christus? Je gedachten opdragen aan God staat ergens in het NT. Hiermee wordt bedoeld dat we de stem van Jezus horen en deze zullen gehoorzamen. Niet dat we elke gedachte aan Jezus opdragen ofschoon dit ook niet verboden is.
*
Kaphar = bedekken, denk aan de Ark van Noach die met pek besmeerd was. Zo werden in het OT ook de zonden bedekt en besmeurd met het bloed van offerdieren. Wij vinden beschutting in het bloed van christus. Jezus is een beschutting voor onze zonden. Dit is universeel.
Katalassoo = verzoenen; vijandschap beëindigd. God verzoende de wereld met zich. Essentie van religie is: dingen doen om God gunstig te stemmen. Maar God trok zijn eigen plan. Wat de mensen Jezus aandeden, rekende God hen niet aan. Integendeel, Hij schonk de mensheid genade. Verzoening geschiedde niet aan maar door het kruis. Kolossenzen 1: door het bloed van het kruis gaat God het AL met zich verzoenen en maakt Hij vijanden tot vrienden. De wereld die God van alles verwijt over het kwaad in de wereld, krijgt zomaar het bewijs van God die zijn zoon door diezelfde wereld aan het kruis laat slaan. God maakt hiervan de verzoening en opstanding. Juist omdat de mensen zijn zoon dood martelden gaf God alle mensen het leven.
Als je verzoend bent dan ben je geen vijand meer. Je hoeft dan geen liefhebber meer van God te worden. De hele mensheid is verzoend. In Romeinen 5:10 staat: door de dood van Gods zoon werden wij verzoend en zijn wij geen vijanden meer. Verzoening is een proces: als iedere vijand een liefhebber van God is geworden. Als je overtuigd bent van Gods liefde dan ben je verzoend. Het gros van de mensheid is nog niet verzoend en is nog steeds vijandig tegenover God. Desalniettemin zal het bloed van het kruis alles en iedereen verzoenen met God. Het is Gods werk. Hij maakt vijanden tot liefhebbers. Gods opdracht: word verzoend! Net als in Genesis: Er zij licht. God verzoent niet alleen vijanden maar ook diegenen die vervreemd van Hem zijn. Ik val in deze categorie.
20/2/2022
https://goedbericht.nl/lezingen/verzoenen-wat-is-dat/
*
My opinion … however you come to believe, you are a believer and a part of the Body of Christ. Thomas doubted and would not believe until he could see and touch … but no one would say he did not believe. I tend to be quite logical myself – and it is a logical consideration of the evidence that supports my belief. Belief must be based on something – else it is just belief based on no reason (some might call it wishful thinking).
*
Bestaat God? Jazeker… Jezus Christus noemt keer op keer zijn vader in de hemel. Tijdens zijn doop in de Jordaan klinkt de stem uit de hemel, “dit is mijn geliefde zoon” – Mattheüs 3:17; Lucas 3:22; voorzegd in Jesaja 42:1. De stem van God horen we ook in Johannes 12:28, Mattheüs 17:7, Lucas 9:35, 2 Petrus 1:17, Johannes 1:32. En Jezus wordt na een vreselijke marteldood twee dagen later, op de derde dag uit de dood opgewekt. In Handelingen 7:55-56 zag Stefanus de hemel open gaan en Jezus aan de rechterhand van zijn vader zitten. De conclusie is duidelijk: de almachtige God bestaat en hij is onze Vader in de hemel die zowel goed als kwaad op ons afstuurt, Jesaja 45:7. https://goedbericht.nl/een-mail-van-een-agnost/ & https://goedbericht.nl/een-mail-van-een-agnost-2/ & https://goedbericht.nl/een-mail-van-een-agnost-3/
*
In 1 Thess.4:14 staat niet dat je gered wordt als je gelooft dat Jezus > opstond uit de dood. Ik zeg niet dat het niet waar is, maar daar staat > dat in ieder geval niet. Het woord ‘gered’ komt in die tekst niet voor. > In dat vers gaat het erover dat de ontslapenen (vers 13) net zo zullen > opstaan als Jezus stierf en opstond (vers 14). Wanneer? Bij de > wegrukking (vers 16-17). > > In Rom.10:9 staan twee dingen genoemd, maar het gaat niet over twee > verschillende dingen. Wie gelooft met het hart (van binnen), spreekt > daar ook over, het komt naar buiten (via de mond). > > Hoe maak jij voor jezelf onderscheid tussen wat je ‘met het hart > gelooft’ en wat je ‘met het verstand’ gelooft? Voor mij bestaat dat > verschil helemaal niet. Het is allebei binnenkant. Het één gaat samen > met het ander. Als je ‘met het hart’ meer de gevoelsmatige kant van het > verhaal bedoelt, is dat sowieso iets dat per persoon sterk verschilt. > > Wat kunnen wij ons voorstellen bij het gericht van de grote witte troon? > De waarheid gaat daar aan het licht komen en alles wordt rechtgezet. Ik > kijk er naar uit. Alles wat krom is, zal worden rechtgezet. Als wij > gelovigen zijn, delen wij in de positie van Christus. Dat betekent dat > we bij dat gericht aan Zijn kant staan. Dan mogen wij daar als gelovigen > nog een taak in hebben ook dat God alles gaat rechtzetten. > > Eerlijk gezegd krijg ik uit je berichtje het idee dat je verstand je > voor de gek houdt en onderscheid wil maken in dingen waarin geen > onderscheid is. Dank God dat Hij je verstand gegeven heeft en Hij je > overtuigd heeft. Ik ben zelf ook meer een denker dan dat ik ‘uit mijn > hart’ leef, geloof, beslissingen neem, enz. Je bent wie je bent, omdat > God je zo gemaakt heeft. Dus het is goed zo. Dank Hem daarvoor! > > Ik hoop dat ik je vragen een beetje beantwoord heb. > > groet en zegen, > Gerard Oudijn
>>
In het Nieuwe Testament wordt een nog veel korter antwoord gegeven op de vraag wat een mens moet doen om gered te worden. Toen de cipier in Filippi aan Paulus en Barnabas vroeg: “Heren, wat moet ik doen om behouden te worden?”, kreeg hij het antwoord: “Geloof in de Heer Jezus en u zult behouden worden, u en uw huis” (Hand.16:30-31). Maar dat antwoord betekent beslist NIET, dat wie bepaalde feiten betreffende Christus voor waar houdt, dankzij die feitenkennis wordt behouden. In Rom.10:9 staat, dat “als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit [de] doden heeft opgewekt, u behouden zult worden”. Ook dat betekent niet, dat wie het zinnetje: “Jezus is Heer” tijdens een kerkdienst nazegt en het als een historisch feit beschouwt dat Hij op een bepaalde datum en tijd is opgestaan, door dit te zeggen en te weten wordt behouden.
“Geloof in de Heer Jezus” wil zeggen: Stel uw vertrouwen op Hem, laat Hem uw verdere leven besturen, dien en volg Hem. “Met uw hart geloven dat God Hem uit [de] doden heeft opgewekt” wil zeggen: op Hem vertrouwen als de levende Heer, die altijd leeft om ons bij te staan, te leiden en voor ons te pleiten. De Enige die nu al een onvergankelijk en blijvend leven bezit. Feitenkennis alleen is niet genoeg: “U gelooft dat God één is? Daar doet u goed aan; de demonen geloven dat ook en zij sidderen” (Jak.2:19). Bijbels geloof houdt naast feitenkennis ook in: God en Zijn Messias liefhebben en vertrouwen. Demonen hebben kennis van de feiten, maar ze hebben God niet lief en ze vertrouwen Hem niet.
De waarheid in Jezus is: dat we de oude (d.w.z. antieke, aftandse, versleten) mens afleggen en de nieuwe (d.w.z. frisse, jonge) mens aandoen (Efe.4:21-24). Ons huidige bestaan is nog maar een beperkte demoversie van het echte, blijvende, volmaakte en onvergankelijke leven dat ons in de toekomst wacht. Onze Heiland Christus Jezus doet de dood te niet en brengt leven en onvergankelijkheid (d.w.z onvergankelijk leven) aan het licht (2 Tim.1:10). Als dát geen goed nieuws is! Want afschaffing van de dood betekent dat de doodstoestand uiteindelijk niet meer zal bestaan en uiteindelijk niemand in de dood zal blijven (noch in de eerste, noch in de tweede). Zodat er zelfs voor de allerergste en meest verstokte zondaar hoop is.
We mogen weten dat Jezus de “Heiland (of: Redder) van de wereld is” (Joh.4:42). Maar van wat er allemaal noodzakelijk is om een hele wereld te redden hebben we geen flauw benul. We weten zelfs niet wat er nodig is om onze buurman of collega te redden. We kunnen alleen maar van de enige Redder getuigen. Voor velen is het oordeel van de grote witte troon blijkbaar noodzakelijk. Een oordeel is per definitie een gebeurtenis waarbij een rechter dingen recht zet. Het is geweldig goed nieuws dat God de dingen niet krom en het kwaad niet ongestraft laat, maar dat Hij recht zal doen en alles recht zal maken. Persoonlijk zou ik oneindig veel liever door God gestraft dan door Gods tegenstander beloond willen worden, want met Zijn straffen heeft God een liefdevol doel. En dan die wachttijd van duizenden jaren… wat doet die tijd er toe als de betrokkenen zich van het interval totaal niet bewust zijn? In hun beleving zal het onvergankelijke leven onmiddellijk volgen op het oordeel van de grote witte troon dat (voor sommigen, niet voor allen) leidde tot een verwijzing naar de vuurpoel (geen plaats van pijniging, maar de tweede dood). We hebben de verzekering, dat God “elke traan van de ogen van de mensen zal afwissen, en de dood niet meer zal zijn” (Openb.21:3-4). In dat licht moeten ook Zijn oordelen worden bezien. Ons advies is: Praat en redeneer niet over God, maar spreek met Hem en luister naar Hem.
*
Hey it’s okay to feel that way! I, too, often feel that God is distant. For now, I believe God wants us to experience what life feels like without Him. Ofc He is here with us. When we finally meet Him we will experience such a contrast of joy that we would have not experienced otherwise. We are exactly where we are meant to be. Heb 2:8: “All dost Thou subject underneath his feet.” For in the subjection of all to him, He leaves nothing unsubject to him. Yet now we are not as yet seeing all subject to him.” Love and grace
*
Details
Deze Vittorio Messori laat zien dat God vaak met uitzonderingen en details werkt. In het boek Handelingen, hoofdstuk 13 werd een proconsul Sergius Paulus genoemd die op Cyprus was. Volgens zelfbenoemde critici heette zo iemand een propraetor die een Romeinse vertegenwoordiger op het eiland was. Tot er in het westen van Cyprus in Paphos een inscriptie gevonden werd met Sergius Paulus, Proconsul. Blijkbaar was deze knakker een uitzondering op de regel. En God propte hem in het Bijbelboek Handelingen. Eventuele Bijbelvervalsers zouden het woord “propraetor” gebruikt hebben. In Handelingen 17 werden de stadsbestuurders van Thessalonici “politarchen” genoemd dat een verder onbekend woord was. Tot ook hiervan inscripties werden opgegraven die bevestigden dat er in Thessalonici functionarissen waren die politarchen genoemd werden. Een andere controverse ging over het Testimonium van de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus waarin hij Jezus de Christus noemde. Zelf benoemde sceptici meenden dat het om een vervalsing ging. Tot er een manuscript van ene Agapius, bisschop van Hiëropolis gevonden werd waarin de tekst van Josephus genoemd werd, maar zonder de rare zinswending die in het eigenlijk manuscript stond. Desalniettemin stond ook in deze geciteerde passage dat Jezus volgens getuigen drie dagen na de kruisiging uit de dood was opgewekt en dat hij leefde. Misschien was hij de Messias waarover de profeten wonderlijke dingen hadden gezegd. Archeologen en historici waren het erover eens dat koning Naibonidus de laatste koning van Babylon was. Alle bronnen noemden deze koning als de laatste. Tot ergens een register ontdekt werd waarin stond dat Naibonidus de supervisie over Babylon tien jaar aan zijn zoon Belshazzar had overgedragen. De enige andere bron waarin deze naam ook genoemd werd was de Bijbel, Daniël 5. Dat zulke uitzonderingen telkens in de Bijbel terechtkomen, geeft te denken. De Bijbel is geen bundel van mooie verhalen waar we van kunnen leren zoals progressieve, ruimdenkende, intellectuele theologen ons voorhouden. De Bijbel is uiterst secuur maatwerk. Alleen een goddelijke almacht kon deze details in de Bijbel opschrijven.
*
Stem uit de hemel
Het bijzondere is dat deze Vader af en toe van zich liet horen. Bij tijd en wijlen kwam er in het Nieuwe Testament nota bene een stem uit de hemel (o.a. Mattheüs 3:17; Lucas 9:35, Johannes 12:28). Wat kunnen we van zo’n buitenaardse stem verwachten? Dat hij ons uitlegt dat we meer respect voor elkaar moeten hebben of dat we het milieu moeten schoonhouden? Of dat we een filter op de knalpijp van de auto moeten monteren om de uitlaatgassen te filteren? Dat we de thermostaat een graad lager zullen zetten en dat we minder vlees zullen consumeren? Of dat de Intergalactische Federatie zich zorgen maakt over onze planeet en ons nauwgezet in de gaten houdt? Of dat we een wetenschappelijk experiment van de Anunnaki zijn?
Niets van dit alles. De stem uit de hemel kwam van God en was telkens een reactie op wat Jezus deed. Deze stem intrigeert mij. Ik kan mijn schouders ophalen en er grappig over doen maar dit lijkt mij niet gepast. Beter is het om op deze stem in te zoomen.
De doop van Jezus in de Jordaan, Mattheüs 3:17
Als Jezus in de rivier de Jordaan gedoopt wordt, horen we een stem uit de hemel komen:
“dit is mijn geliefde zoon” – Mattheüs 3:17; Lucas 3:22; jawel… voorzegd in Jesaja 42:1.
Van een buitenaards wezen zouden we andere taal verwachten. Maar deze stem laat er geen gras over groeien. Een onzichtbaar iemand daarboven heeft de doop van Jezus in de Jordaan gadegeslagen en noemt hem zelfs “mijn geliefde Zoon”. Zomaar een rivier, de Jordaan met een wal met waarschijnlijk riet, krekels en kikkers was het tafereel van een hemelse openbaring. Dit fascineert mij echt wel. De zin is geen abnormaal taalgebruik en ook niet alledaags. Vooral dat woord “geliefde” springt eruit. We zeggen weleens tegen vreemden, “dit is mijn zoon of dit is mijn dochter.” Maar ik heb nooit gehoord dat het woord geliefde eraan te pas kwam. Het is het taalgebruik van God. Ik had misschien gezegd, “mooi dat iedereen nu kan zien dat Jezus mijn Zoon is die nu gedoopt is.” Ik had er een hele toelichting aan vastgeknoopt. God niet, Hij gebruikte vijf woorden om duidelijk te maken wat Hij wilde zeggen. De vijf woorden van God staan 2000 jaar later nog steeds in onze Bijbels. De woorden zijn van God, dat maakt ze zo bijzonder. Had een marktkoopman in Venetië ze uitgesproken dan waren ze in vergetelheid geraakt.
Op dat moment kroop er misschien een sprinkhaan door het gras van de slootkant. Of er was ergens een kikker die kwaakte. Of er was een reiger die op die kikker zat te azen. Of er liep net een koe langs die op zoek was naar een nieuwe graspol. We kennen de verdere omstandigheden niet.
Nog wat: als God zag hoe Jezus gedoopt werd dat ziet Hij u en mij ook. In Psalm 139:2 lezen we dit, dat God het ziet als we zitten en opstaan.
Laat dit gewoon eens op u inwerken…
*
Hi again, Leon. “Ecclesia” is a generic term that can describe any called out group of people. the people Paul was persecuting were not body of Christ members, but members of the Jewish ecclesia. Peter’s people and Paul’s people are all ecclesias. Hell, the mob in Ephesus in Acts (chapter 19, I think) was called, in the text, “this ecclesia.”
Leon, it is a non sequitor to say that the phrase “ecclesia of God” in Corinth is NECESSARILY the same ecclesia that Paul persecuted before there was a body of Christ. “Ecclesia of God” can describe both the Circumcisionists and those of Paul’s gospel. Aren they both called-out groups of people responding to God? The body of Christ ecclesia is “one body.” The body of Christ cannot be split into factions. But even as Paul wrote of the “one body” of the body of Christ, there was another “one body” existing, and it was the body of people of the Circumcision, under Peter. It sounds to me like you think there’s only one gospel? There’s only one calling? Is God then finished with His promises to israel?
*
Hey it’s okay to feel that way! I, too, often feel that God is distant. For now, I believe God wants us to experience what life feels like without Him. Ofc He is here with us. When we finally meet Him we will experience such a contrast of joy that we would have not experienced otherwise. We are exactly where we are meant to be. Heb 2:8: “All dost Thou subject underneath his feet.” For in the subjection of all to him, He leaves nothing unsubject to him. Yet now we are not as yet seeing all subject to him.” Love and grace
*
Op zichzelf lijkt zelfhypnose niet occult, maar er wordt geregeld de vergelijking getrokken met bepaalde oosterse religieuze rituelen, en dat het je erg vatbaar maakt voor suggesties maakt het ook niet ongevaarlijk. Hoe toets je nog wat je opneemt? Dat kan niet bij hypnose. Maar ik vraag me vooral af of we dát echt nodig hebben als Christenen om ons gedrag te veranderen. Hebben we daar niet Gods geest voor gekregen? Is het niet God die het willen en het werken in ons bewerkt? Is het niet de opstandingskracht van Christus die ons in staat stelt anders te wandelen? Volgens mij heb je, als je met God wandelt, zelfhypnose niet nodig. – Zie ook de volgelingen van Hermes lieten Paulus in de steek in 2 Timotheüs 1:15.
*
Beste Henk,
>
> In 1 Thess.4:14 staat niet dat je gered wordt als je gelooft dat Jezus
> opstond uit de dood. Ik zeg niet dat het niet waar is, maar daar staat
> dat in ieder geval niet. Het woord ‘gered’ komt in die tekst niet voor.
> In dat vers gaat het erover dat de ontslapenen (vers 13) net zo zullen
> opstaan als Jezus stierf en opstond (vers 14). Wanneer? Bij de
> wegrukking (vers 16-17).
>
> In Rom.10:9 staan twee dingen genoemd, maar het gaat niet over twee
> verschillende dingen. Wie gelooft met het hart (van binnen), spreekt
> daar ook over, het komt naar buiten (via de mond).
>
> Hoe maak jij voor jezelf onderscheid tussen wat je ‘met het hart
> gelooft’ en wat je ‘met het verstand’ gelooft? Voor mij bestaat dat
> verschil helemaal niet. Het is allebei binnenkant. Het één gaat samen
> met het ander. Als je ‘met het hart’ meer de gevoelsmatige kant van het
> verhaal bedoelt, is dat sowieso iets dat per persoon sterk verschilt.
>
> Wat kunnen wij ons voorstellen bij het gericht van de grote witte troon?
> De waarheid gaat daar aan het licht komen en alles wordt rechtgezet. Ik
> kijk er naar uit. Alles wat krom is, zal worden rechtgezet. Als wij
> gelovigen zijn, delen wij in de positie van Christus. Dat betekent dat
> we bij dat gericht aan Zijn kant staan. Dan mogen wij daar als gelovigen
> nog een taak in hebben ook dat God alles gaat rechtzetten.
>
> Eerlijk gezegd krijg ik uit je berichtje het idee dat je verstand je
> voor de gek houdt en onderscheid wil maken in dingen waarin geen
> onderscheid is. Dank God dat Hij je verstand gegeven heeft en Hij je
> overtuigd heeft. Ik ben zelf ook meer een denker dan dat ik ‘uit mijn
> hart’ leef, geloof, beslissingen neem, enz. Je bent wie je bent, omdat
> God je zo gemaakt heeft. Dus het is goed zo. Dank Hem daarvoor!
>
> Ik hoop dat ik je vragen een beetje beantwoord heb.
>
> groet en zegen,
> Gerard Oudijn
MZTV 1174: Help my unbelief
https://www.youtube.com/watch?v=wqgMsYTF6f8&t=1457s
*
beste andré, GB,
Ik heb dat boek over de Romeinen brief uit en luister ook naar de laatste lezing over Wie ben ik? Zowel boek als lezing zijn wel intrigerend en bieden wel nieuwe perspectieven.
[Andre Piet] Nou, dat is mooi. Daarvoor doen we het, nietwaar?
Toch blijf ik er een Mies Bouman versus Mies Bouhuys gevoel aan over houden. Het heeft een tijd geduurd voordat ik door had dat het om twee verschillende vrouwen ging.
Ik weet niet of de kassa meisjes van de LIDL na het lezen van dat Romeinen boek dichterbij Jezus zullen komen.
[Andre Piet] Tja, ik leg naar vermogen uit wat ik bedoel te zeggen. En voor wie het bestemd is, zal het vatten.
Hoe leg ik hen uit dat Jezus beestachtig aan het kruis vermoord is, ook voor hen, omdat ze eens per maand op het scooter door het rode licht rijden, soms hun kauwgum onder hun stoel plakken of soms de verkeerde lippenstift kopen, eens per maand ruzie met hun vriendje maken?
[Andre Piet] Dat is heel prozaïsch Henk, en jij kan dat honderd keer beter dan ik, maar ik heb volgens mij al vaak uitgelegd hoe de gruwelijke \ dood van Jezus juist de basis legt voor verzoening. Vergelijk het met de misdaad die de broers begingen door Jozef te verkopen en juist via die weg in leven bleven maar ook zich verzoenden met Jozef.
In de lezing zeg je ook dat strijden tegen de zonde in feite ook wettisch en dus zondig is. Maar wie strijdt er nu eigenlijk tegen de zonde? Ik probeer wat minder te eten, vooral kroketten om te voorkomen dat ik niet teveel op Meatloaf ga lijken. En ik probeer mijn bestedingen in te dammen en op geld te letten. Is dat zo erg dan? Of moet ik ook dat aan God over laten?
[Andre Piet] Wat ik bedoel met strijden tegen de zonde is: iets proberen NIET te doen en NIET aan te denken. Dat is een hopeloze strijd. Negeren kun je alleen wanneer je een alternatief hebt om aandacht te geven.
Je schrijft ook ergens dat als je psychiatrische hulp zoekt, je van de oude mens uitgaat en nog niet door hebt dat je een nieuwe schepping in christus bent.
[Andre Piet] Heb ik dat gezegd? Lijkt me sterk. Ik heb wel veel vraagtekens bij psychische hulpverlening, maar dat is wat anders. Veel mensen die denken dat ze psychische ‘kapot’ zijn, zouden heel wat meer gebaat zijn bij gezond te leren denken. Mensen menen b.v. dat hun PC stuk is, terwijl ze alleen het beeldscherm even aan moeten zetten. Dit laatste is een voorbeeld dat ik vorige week zelf meemaakte 😉
Maar geldt dit dan ook voor naar de dokter gaan? Of eigenlijk voor alles? Moet ik niet meer naar de tandarts gaan omdat die tandarts aan mijn oude mensengebit sleutelt?
Nogwat: vroeger had je op TV Tita Tovenaar., Met een handjeklap stond alles stil. Waarom deed god dit niet gewoon zo? Klapte hij een keer met de handen en waren we allen een nieuwe schepping. Dan hoefde Jezus ook niet te sterven, laat staan zo beestachtig.
[Andre Piet] God is geen tovenaar. Het kwade heeft een functie. Een min is voor GOD een plus die nog niet af is, pleeg ik vaak te zeggen. Ik blijft het een mooie metafoor vinden.
tot zover, henk huisman
[Andre Piet] Hopelijk kun je wat met deze verlate reactie.
*
17 juni 2022, Beste Henk, > > In 1 Thess.4:14 staat niet dat je gered wordt als je gelooft dat Jezus > opstond uit de dood. Ik zeg niet dat het niet waar is, maar daar staat > dat in ieder geval niet. Het woord ‘gered’ komt in die tekst niet voor. > In dat vers gaat het erover dat de ontslapenen (vers 13) net zo zullen > opstaan als Jezus stierf en opstond (vers 14). Wanneer? Bij de > wegrukking (vers 16-17). > > In Rom.10:9 staan twee dingen genoemd, maar het gaat niet over twee > verschillende dingen. Wie gelooft met het hart (van binnen), spreekt > daar ook over, het komt naar buiten (via de mond). > > Hoe maak jij voor jezelf onderscheid tussen wat je ‘met het hart > gelooft’ en wat je ‘met het verstand’ gelooft? Voor mij bestaat dat > verschil helemaal niet. Het is allebei binnenkant. Het één gaat samen > met het ander. Als je ‘met het hart’ meer de gevoelsmatige kant van het > verhaal bedoelt, is dat sowieso iets dat per persoon sterk verschilt. > > Wat kunnen wij ons voorstellen bij het gericht van de grote witte troon? > De waarheid gaat daar aan het licht komen en alles wordt rechtgezet. Ik > kijk er naar uit. Alles wat krom is, zal worden rechtgezet. Als wij > gelovigen zijn, delen wij in de positie van Christus. Dat betekent dat > we bij dat gericht aan Zijn kant staan. Dan mogen wij daar als gelovigen > nog een taak in hebben ook dat God alles gaat rechtzetten. > > Eerlijk gezegd krijg ik uit je berichtje het idee dat je verstand je > voor de gek houdt en onderscheid wil maken in dingen waarin geen > onderscheid is. Dank God dat Hij je verstand gegeven heeft en Hij je > overtuigd heeft. Ik ben zelf ook meer een denker dan dat ik ‘uit mijn > hart’ leef, geloof, beslissingen neem, enz. Je bent wie je bent, omdat > God je zo gemaakt heeft. Dus het is goed zo. Dank Hem daarvoor! > > Ik hoop dat ik je vragen een beetje beantwoord heb. > > groet en zegen, > Gerard Oudijn
>>
Beste Henk,
In het Nieuwe Testament wordt een nog veel korter antwoord gegeven op de vraag wat een mens moet doen om gered te worden. Toen de cipier in Filippi aan Paulus en Barnabas vroeg: “Heren, wat moet ik doen om behouden te worden?”, kreeg hij het antwoord: “Geloof in de Heer Jezus en u zult behouden worden, u en uw huis” (Hand.16:30-31). Maar dat antwoord betekent beslist NIET, dat wie bepaalde feiten betreffende Christus voor waar houdt, dankzij die feitenkennis wordt behouden. In Rom.10:9 staat, dat “als u met uw mond Jezus als Heer zult belijden en met uw hart geloven dat God Hem uit [de] doden heeft opgewekt, u behouden zult worden”. Ook dat betekent niet, dat wie het zinnetje: “Jezus is Heer” tijdens een kerkdienst nazegt en het als een historisch feit beschouwt dat Hij op een bepaalde datum en tijd is opgestaan, door dit te zeggen en te weten wordt behouden.
“Geloof in de Heer Jezus” wil zeggen: Stel uw vertrouwen op Hem, laat Hem uw verdere leven besturen, dien en volg Hem. “Met uw hart geloven dat God Hem uit [de] doden heeft opgewekt” wil zeggen: op Hem vertrouwen als de levende Heer, die altijd leeft om ons bij te staan, te leiden en voor ons te pleiten. De Enige die nu al een onvergankelijk en blijvend leven bezit. Feitenkennis alleen is niet genoeg: “U gelooft dat God één is? Daar doet u goed aan; de demonen geloven dat ook en zij sidderen” (Jak.2:19). Bijbels geloof houdt naast feitenkennis ook in: God en Zijn Messias liefhebben en vertrouwen. Demonen hebben kennis van de feiten, maar ze hebben God niet lief en ze vertrouwen Hem niet.
De waarheid in Jezus is: dat we de oude (d.w.z. antieke, aftandse, versleten) mens afleggen en de nieuwe (d.w.z. frisse, jonge) mens aandoen (Efe.4:21-24). Ons huidige bestaan is nog maar een beperkte demoversie van het echte, blijvende, volmaakte en onvergankelijke leven dat ons in de toekomst wacht. Onze Heiland Christus Jezus doet de dood te niet en brengt leven en onvergankelijkheid (d.w.z onvergankelijk leven) aan het licht (2 Tim.1:10). Als dát geen goed nieuws is! Want afschaffing van de dood betekent dat de doodstoestand uiteindelijk niet meer zal bestaan en uiteindelijk niemand in de dood zal blijven (noch in de eerste, noch in de tweede). Zodat er zelfs voor de allerergste en meest verstokte zondaar hoop is.
We mogen weten dat Jezus de “Heiland (of: Redder) van de wereld is” (Joh.4:42). Maar van wat er allemaal noodzakelijk is om een hele wereld te redden hebben we geen flauw benul. We weten zelfs niet wat er nodig is om onze buurman of collega te redden. We kunnen alleen maar van de enige Redder getuigen. Voor velen is het oordeel van de grote witte troon blijkbaar noodzakelijk. Een oordeel is per definitie een gebeurtenis waarbij een rechter dingen recht zet. Het is geweldig goed nieuws dat God de dingen niet krom en het kwaad niet ongestraft laat, maar dat Hij recht zal doen en alles recht zal maken. Persoonlijk zou ik oneindig veel liever door God gestraft dan door Gods tegenstander beloond willen worden, want met Zijn straffen heeft God een liefdevol doel. En dan die wachttijd van duizenden jaren… wat doet die tijd er toe als de betrokkenen zich van het interval totaal niet bewust zijn? In hun beleving zal het onvergankelijke leven onmiddellijk volgen op het oordeel van de grote witte troon dat (voor sommigen, niet voor allen) leidde tot een verwijzing naar de vuurpoel (geen plaats van pijniging, maar de tweede dood). We hebben de verzekering, dat God “elke traan van de ogen van de mensen zal afwissen, en de dood niet meer zal zijn” (Openb.21:3-4). In dat licht moeten ook Zijn oordelen worden bezien.
Ons advies is: Praat en redeneer niet over God, maar spreek met Hem en luister naar Hem. Groeten, Het “Bijbels Denken” team
Waarom moest Jezus zo wreed sterven?
Waarom werd Jozef door zijn broers in een put gegooid en later aan de Midjanieten verkocht? Had God de broers van Jozef niet op een andere manier kunnen bereiken? Misschien wel maar God koos voor deze manier, mogelijk om de harten van zijn broers te winnen. Jezus moest eerst sterven om nieuw leven te geven, wat volgens Johannes 12:23-25 een Bijbels principe is. Maar om te verzoenen was het bloed van het kruis nodig (Kolossenzen 1:20). Jezus droeg onze schuld, te weten het onrecht dat wij Hem aandeden, waarmee God Zijn liefde voor ons bewees (Romeinen 5:8). In deze Bijbelverzen zien we soms niet alle logica maar hoe meer we erover nadenken hoe meer logica we ontdekken. Jezus moest ook sterven om de Eersteling te zijn die uit de doden opgewekt werd. God had met een vingerknip de dood weg kunnen toveren. Maar door Zijn Zoon door ons aan het kruis te laten nagelen en Hem weer op te wekken en ons genade te schenken toonde Hij hoever Hij met ons wilde gaan. God betaalde een prijs door Zijn Zoon dood te laten martelen om ons van Zijn liefde te overtuigen. Met een vingerknip je liefde bewijzen overtuigt niemand. Door een groot offer te brengen overtuig je tenminste meer mensen.
*
Arbeidsethos
Ik wil een ander detail noemen. Paulus wordt door veel moralisten of Calvinisten als voorbeeld naar voren geschoven van hoe een gelovige in zijn eigen onderhoud dient te voorzien. Paulus hield immers niet “de hand op” maar hij bouwde tenten van geitenhaar toen hij in Korinthe was (Handelingen 18:3). Waarschijnlijk maakte hij ook mantels van geitenhaar. Of dit propaganda voor geiten of hard werken is, laat ik in het midden. Het zal u verbazen maar die mantels worden in Tarsus nog steeds gemaakt (Van den Berg, z.j.-i). Diezelfde moralisten zijn voor de rest vaak behoorlijk wettisch ingesteld en noemen nooit het Jubeljaar. Ze pikken Paulus eruit wanneer het hen uitkomt. Het tenten maken had hij waarschijnlijk van Priscilla en Aquila afgekeken die op die manier in Korinthe hun geld verdienden. Tenten maken klinkt heel wat deftiger dan ons huidige fabriekswerk. Bovendien hoefde Paulus niet eerst langs een uitzendbureau om te horen dat hij niet de vereiste kwalificaties had om een tent te bouwen en er dus geen werk voor hem was. In zijn tijd ging werk vinden een stuk anarchistischer. We lezen verder niet over zijn beroep als tentenmaker. Wel lezen we over zijn vele reizen die hij maakte. Hij was dus zeker niet non-stop aan het werk. Ik wil hier een paar dingen tegenin brengen. Allereerst was Achaje de regio waar veel kletsmajoren en zelfbenoemde filosofen voor geld hun gekwaak aan de man brachten. Ze waren dus kwaakchirurgen. Paulus wilde vooral niet de indruk wekken dat hij voor het geld preekte. Dit wil niet zeggen dat hij nooit giften kreeg. Want wie betaalde al zijn reizen? Met tenten bouwen werd hij vast geen miljonair. In 1 Korinthe 9:11-12 lezen we dat Paulus nergens aanspraak op maakte. Dan blijft het een mysterie hoe hij de huur van de School van Tyrannus betaalde (Handelingen 19:9) en later de huur van zijn appartement in Rome (Handelingen 28:30). Uit een mail van een collega bleek dat Paulus alleen in 1 Korinthe 9 geen aanspraak op donaties maakte maar verder wel. Diverse keren ontving hij donaties zoals we lezen in Filippenzen 4:15-18 en 2 Korinthe 11:7-9. Een evangelist mocht geld ontvangen voor zijn diensten: 1 Korinthe 9:11, Galaten 6:6. De tegenprestatie voor het brengen van het evangelie hoefde niet per sé geld te zijn. Een evangelist kon onderweg ook ergens overnachten en mee-eten met wat de pot schafte (Lukas 10:5-7). De strekking om voor je eigen brood te werken gold met name voor de gemeenten in Korinthe en Thessalonica (Bridgeman, 2011). Blijkbaar parasiteerden enkele gemeenteleden hier op de ecclesia. Dat Paulus en Barnabas zich het apezuur werkten was geen regel voor de rest van de ecclesia (1 Korinthe 9:6, 12). De Bijbel bestuderen is in onze tijd een veel tijdrovender klus dan in de tijd van Paulus (Bridgeman, 2011). Als gelovigen fulltime ongeschoold werk verrichten dan hebben ze nauwelijks tijd over om de Bijbel te bestuderen. Zo’n combinatie houdt niemand vol. Uiteraard loert het gevaar om de hoek dat evangelisten het evangelie gebruiken om er geld mee te verdienen. Dit is niet de invalshoek van mijn betoog. Paulus eiste nooit geld voor zijn prediking maar hij ontving wel degelijk giften. Paulus en Barnabas waren ook niet getrouwd omdat ze zich volledig aan hun missie wijdden. Diezelfde Calvinisten die hardop preken dat “we” moeten werken voor ons geld, preken ook “gezinswaarden”. Een belangrijke opmerking: hard werken en je eigen brood verdienen kan ook tot trots leiden. Als we een uitkering aanvragen dan geven we toe dat we niet op eigen kracht kunnen overleven in de jungle van de arbeidsmarkt. We geven toe dat we afhankelijk zijn van anderen (vrije vertaling van Bridgeman, 2000, kopje: Second, we should not have a self-sufficient mentality). Een stap verder is het om toe te geven dat we afhankelijk zijn van God. Dan is er de passage in 2 Thessalonicenzen 3:10. Deze is door de eeuwen heen door moralisten misbruikt om de armen ongelofelijk veel pijn te doen. Armen zouden lui zijn en daarom niet werken. Dan hoefden ze ook niet te eten. Wat werd er bedoeld met niet willen werken? Ging het alleen om betaald werk of ook om onbetaalde inzet voor de oecumene? De klassieke discussie over arbeidsethos en het verschil tussen werk en arbeid mis ik in 2 Thessalonicenzen 3. Tegenover 2 Thessalonicenzen 3:10 wil ik de vele andere passages over de armen zetten waar ik de moralisten nooit over hoor. We noemden Tabitha die de armen hielp (Handelingen 9:36-37). Dan waren er de rijke joden die geld aan de arme broeders stuurden (Handelingen 11:29-30). Cornelius gaf aalmoezen aan de armen (Handelingen 10:2). Petrus drukte Paulus op het hart om de armen niet te vergeten (Galaten 2:10). Paulus bracht geld naar de arme gemeente in Jeruzalem (Romeinen 15:25–28, 1 Korinthe 16:1–4, 2 Korinthe 8–9). Hij was niet alleen positief over de collecte maar deed er actief aan mee. Het was een cadeau van de heidenen aan de Joden in Jeruzalem. En Jezus zelf nam het in Markus 12:41-44 voor de arme weduwe op. In onze eenzijdige fixatie op 2 Thessalonicenzen 3:10 zagen we de collectes voor de armen over het hoofd. Ons huidige sociale vangnet is misschien wel een vervulling van Galaten 2:10. Paulus zou zeker positief staan tegenover een stabiele sociale zekerheid. Des temeer houden we tijd over voor het evangelie als we ons niet druk hoeven te maken over armenzorg. Zeker als we de armenzorg van Paulus binnen de brede context van het evangelie van de besnijdenis plaatsen dan past in onze tijd sociale zekerheid zeker binnen de Bijbelse boodschap. In de diverse kerkdiensten die ik bijwoonde ging het nooit over deze passages. Altijd kwam abortus weer voorbij. In 1 Samuël 2:8 staat dat God de armen uit de losse aarde opricht. Ook het Lied van Maria van Nazareth in Lucas 1:46-55 gaat over sociale wantoestanden. Er hangt duidelijk een socialistische sluier over heen. We kunnen de arbeidsmarkt anno 2019 ook niet één op één vergelijken met de omstandigheden in de tijd van Paulus en Jezus. In de tijd van Paulus was er echte slavernij. In onze tijd is de arbeidsmarkt vooral complex en een ondoorzichtige jungle. Rudolph O. Yeager merkte ook op dat Palus zijn teksten uiteraard ver voor de ‘industriële revolutie’ schreef (Yeager, 1998, p. 311). Sindsdien zorgen allerlei maatschappelijke patronen voor werkloosheid en uitbuiting. Dat men betaalde arbeid heeft wil bovendien nog niet zeggen dat men rond kan komen. Mensen die simpelweg geen werk kunnen vinden, vallen buiten de horizon van 2 Thessalonicenzen 3:10. Hier rust in het Westen echter een taboe op. Een antwoord van de werkenden is vaak dat als je maar wilt er wel werk te vinden is. Ze zijn de spreekwoordelijke “beste stuurlui die aan wal staan”. En die ook aan wal moeten blijven. Betaald baanloos zijn betekent niet dat iemand niks hoeft te doen. Een werkloze kan zich op Bijbelstudies richten of zich vrijwillig voor de gemeente inzetten. In 2 Thessalonicenzen 3:10 speelde ook mee dat sommige mensen van de ecclesia hun baan opzegden of ophielden met werken omdat ze dachten dat de terugkeer van Jezus nabij was. In 1 Korinthe 7 had Paulus iets vergelijkbaars geschreven over het huwelijk. Waarom zouden mensen trouwen als het Koninkrijk aanstaande was? Sommige mensen van de ecclesia vertaalden deze denkwijze naar hun werkzaamheden. Ze gokten erop dat de ecclesia hen zou onderhouden. Paulus zei hen dat ze juist moesten blijven doorwerken om de ecclesia niet tot last te zijn. Deze gang van zaken kunnen we niet zomaar op de structurele werkloosheid in 2019 toepassen welke een direct gevolg is van het kapitalisme. Paul Heintzman schreef ook dat we 2 Thessalonicenzen 3:10 in de context moeten lezen van de aanstaande verwachting van het Koninkrijk in de dagen van Paulus (Heintzman, 2005). Wat werd er in 2 Thessalonicenzen met “werk” bedoeld? Alleen betaalde arbeid? Ieder rottig rotbaantje dat maar geld opleverde? Of werd er ook in algemene zin “inzet” voor de samenleving mee bedoeld? Het ging erom dat gelovigen in financieel opzicht niet op de ecclesia leunden. Een huidige werkloze ontvangt een uitkering die door belastinggeld wordt opgebracht, wat een groot verschil is met de situatie van toen. Het werkwoord “thelei” – “willen” – in 2 Thessalonicenzen 3:10 maakt de discussie alleen maar complexer. Dan staat er: wie niet “wil” werken, die zal niet eten. Maar wat is niet “willen” werken? Betekent “niet elk rot baantje willen accepteren” hetzelfde als “niet willen” werken? En moeten we minimaal veertig uur per week rotwerk verrichten om aan het woord “thelei” te voldoen? In dat geval leidt “thelei” onherroepelijk tot discriminatie. Alleenstaanden zullen langer moeten werken dan samenwonenden die immers de vaste lasten kunnen delen. Wat doen we met mensen die de lotto winnen of een joekel van een erfenis binnen slepen? Zij hoeven niet te werken maar kunnen ervoor kiezen om te luilakken of zich in te zetten voor het evangelie. Vallen zij ook buiten de kaders van 2 Thessalonicenzen 3:10? Sommige mensen zijn laatbloeiers en vinden via een omweg een manier om in hun levensonderhoud te voorzien. Een gloeiende opmerking: mensen die afhankelijk zijn van giften of een uitkering geven feitelijk toe dat ze op eigen kracht niet alles kunnen (vrije vertaling van Bridgeman, 2011, kopje: Second, we should not have a self-sufficient mentality). De hele Bijbel preekt afhankelijkheid van God. Onafhankelijkheid kan ook een vorm van afgoderij worden! Atlantis was een eiland dat zelfvoorzienend en onafhankelijk van de wereld was. Uitgerekend om deze reden werd het eiland gestraft waarna het in de golven verdween. Zeus zei niet: tjonge, wat hebben jullie, Atlantiërs de boel goed voor elkaar. Jullie kunnen tenminste op eigen benen staan. Integendeel, Zeus sloeg met de vuist op tafel tot het eiland ten onder ging. Waarmee Zeus op de stoel van God ging zitten… Het doorgedraaide arbeidsethos van onze tijd klinkt eerder Platonisch dan Bijbels. Plato schreef: ‘Elkeen moet het werk doen dat hem is opgedragen. Dat moet hij doen en niemand heeft de tijd om ziek te zijn en te genezen’ (Plato, geciteerd in Moerland, z.j.). Met zulke verklaringen vragen we ons af waarom Plato zo’n belangrijke filosofische positie in het Westers denken inneemt.
Gewone arbeiders
Een andere truc vanuit de vrome hoek is het om te beweren dat gelovigen zich als gewone arbeiders (lees: slaven) moeten gedragen. Paulus was immers ook een gewone hardwerkende arbeider die na zijn simpele arbeid weinig anders deed dan in de Bijbel lezen. Toch? Om te beginnen had zijn beroep vast en zeker meer status dan dat van een moderne fabrieksarbeider. De kans is groot dat Paulus toegang had tot de elite van het Romeinse Rijk. Hij zou goed bevriend zijn geweest met zowel Seneca als Gallio. Hij groette de gelovigen in het huis van de keizer (Nero?) (Filippenzen 4:22). Hij was een intellectueel (Handelingen 26:24). Hij was zeker meer dan een moderne fabrieksarbeider. De vrome predikanten doen er een schep bovenop door te beweren dat het evangelie voor ongeletterde mensen bedoeld was. De passage in Handelingen 4:13 waarin Johannes en Petrus ongeletterde mensen genoemd werden, wordt door sommige Bijbel uitleggers uitvergroot. Lucas en Paulus waren immers intellectuelen en de moeder van Jezus was tenminste politiek bewust zoals we in Lucas 1:46-55 lezen. Ook Jezus was van alle markten thuis. Hij was tenminste een kosmopoliet. Het evangelie is voor de uitverkorenen en niet per sé voor Jan met de Pet die alleen geschikt is voor het rechtbuigen van bananen. De verloren zoon in Lucas 15 paste ervoor om varkens te hoeden, wat altijd nog een betere job was dan het moderne fabriekswerk. Hij keerde terug naar zijn vader. De laatste berispte hem niet en zei niet tegen hem dat hij maar naar de varkens terug moest gaan. Deze vader ontving zijn zoon met open armen en vierde zelfs een klein feestje. De Bijbel preekt nergens dat een werknemer met ieder rotbaantje tevreden moet zijn. In de praktijk zijn het bovendien niet de luilakken die het rotwerk verrichten maar de pechvogels. Moralisten en Calvinisten lijken eerder op de afgunstige broer dan op de verloren zoon. En laten we het eens over het jubeljaar hebben. In 1 Korinthe 7:21-24 lezen we dat “slaven” de mogelijkheid kunnen benutten om vrij te worden van hun slavernij. Zoals je geroepen werd mag je blijven. Was je ongetrouwd dan hoef je niet per sé te trouwen. Was je werkloos dan maak ik eruit op dat je je werkloze tijd in elk geval mag benutten om werk voor God te doen. Dit is een persoonlijke interpretatie. De koers moet volgens mij zijn om toch werk te vinden. Maar lukt dit niet dan kun je in je vrije tijd God eren door het evangelie te brengen. In Filemon 10 en Titus 2 staan ook nog verzen over deze materie. Om appels met peren te vergelijken daagt Paulus in 1 Korinthe 7:7 gelovigen uit om niet te trouwen. Ze hebben dan meer tijd over om zich met het evangelie bezig te houden. Geldt zoiets ook voor het verrichten van arbeid? In 1 Korinthe 7:21-23 staat dat slaven de mogelijkheid moeten kunnen benutten om vrij te worden. Zoals ik het lees is de voorwaarde dan wel dat ze zich inzetten voor het evangelie. Vrijheid is er niet voor bedoeld om te lanterfanten. Moet u toch vroeg opstaan en zwaar werk doen dan wordt u hiervoor in de toekomende aionen beloond (Kolossenzen 1:12 & 3:24). In de brief aan een baas die Filemon heette werd diens slaaf Onesimus genoemd. Hij was gevlucht en verdoemd tot een leven in de sloppen van Rome. Hij was in de kraag gevat en in de bajes gesmeten waar hij Paulus ontmoette en tot bekering in Jezus kwam. Paulus nam het in een brief aan Filemon voor Onesimus op en schreef dat hij hem goed kon gebruiken. Desalniettemin stuurde hij hem toch weer terug naar Filemon met het verzoek aan de laatste om Onesimus netjes te behandelen. Filemon had immers ook een baas in de hemel. Beiden waren nu broeders in christus. In 1 Timotheüs 1:10 veroordeelde Paulus de mensenhandelaars. In onze tijd denken we aan vrouwenhandelaren maar wellicht ook aan die “cowboys” – “farao” werkgevers die al te gretig naar goedkope arbeidskrachten, zoals kansloze werklozen zoeken. In de Tenach was een slaaf nooit langer dan zeven jaar slaaf. De Exodus was juist een ontsnapping uit de slavernij in Egypte. Vervolgens gaf God de geboden aan Mozes om een herhaling van slavernij te voorkomen. In Deuteronomium 23:15 was een “Ebed”een slaaf die de vrijheid had om weg te lopen als hij niet goed behandeld werd door zijn meester. Paulus stelde de gezagsverhoudingen tussen een meester en een slaaf niet ter discussie. Het hele “systeem” was hierop gebaseerd. De Bijbel preekt geen ‘revolutie’ maar een ‘reformatie’ (Van den Belt, 2006, kopje geen revolutie). Alle verhoudingen worden t.z.t. door God recht gezet. Dankzij God is de naam van zomaar een slaaf die Onesimus heette in het boek van de mensheid – de Bijbel – terechtgekomen. God bemoeit zich direct met onze arbeidsverhoudingen.
Gehoorzamen van overheden
Een volgende truc om het volk te onderdrukken had met Romeinen 13:1-7, Titus 3:1 en 1 Petrus 2:13-14 te maken. In deze passage staat dat we ons zullen onderschikken aan elke overheid. Eén van de redenen waarom het schrijven van dit boek zolang duurde was dat ik tussendoor een mini-onderzoek naar Romeinen 13:1-7 deed. Rome had de geest van Atlantis en dus leek het me zinnig om me hierin te verdiepen. Mijn conclusie is dat ik allerlei tegenstrijdige conclusies tegenkwam waaruit ik zelf een tegenstrijdige conclusie filterde. Globaal zijn er twee groepen: hardliners die zelfs menen dat Nazi-Duitsland door God georchestreerd was, wat ik zelf ook geloof. Als je die lijn doortrekt dan ben je verplicht om mee te werken aan de massavernietiging van de Joden. Je dient immers de nazi overheid te gehoorzamen. Op zijn minst dien je te weigeren om Joden bij je onder te laten duiken. Je kunt de holocaust dan simpelweg afdoen met het excuus “moest van God, zie Romeinen 13”. Je vergeet dan dat de hoer Rahab in Jozua 2 ook spionnen onderdak bood en tegen de afgezanten van de koning loog. Romeinen 13 was desalniettemin later geschreven wat niet wil zeggen dat we de hele thematiek van het gehoorzamen van overheden alleen op Romeinen 13 zullen projecteren. Bovendien komen we nogal wat dilemma’s tegen als we er zo tegenaan kijken. Veel nazi misdadigers werden na de oorlog alsnog vervolgd en zeker niet met rust gelaten, zoals we in Romeinen 13:3 lezen. Hoe zat het bovendien met de geallieerde soldaten? Zij moesten hun eigen overheden gehoorzamen maar gingen tegen de nazi overheid in. Waren ze nu gehoorzaam of ongehoorzaam? Als de verzetsmensen Bijbels gezien ongehoorzaam waren en dus zondigden dan zitten we met een venijnig dilemma: Nazi-Duitsland was door God gelegitimeerd terwijl het verzet Bijbels gezien zondig was. De Bijbel zet wel vaker zaken op de kop, maar laten we hierin niet overdrijven. Wat doen we bovendien met de verzen in Romeinen 13:5 waarin ons geweten wordt aangesproken of met 13:8 waarin opgedragen wordt om de ander lief te hebben. Een paar kanttekeningen: de Romeinenbrief was pas later in hoofdstukken ingedeeld. Bijbels gezien bestond er niet zoiets als Romeinen 13 dat simpelweg een voortzetting van Romeinen 12 is dat eerder ook niet bestond. In Handelingen 9:25 verstopte Paulus zich in Damascus in een mand om voor zowel de Joden als het stadsbestuur te vluchten. Hij was zelf ongehoorzaam aan de overheid. In 2 Korinthe 11:33 lezen we hierover ook weer. De ontsnapping van Paulus leek op die van de hoer Rachab en haar gezin. Ook zij loog tegen de autoriteiten om de Joodse spionnen te beschermen (Jozua 2). In Handelingen 22:25 beriep Paulus zich op de Romeinse keizer om zich te verdedigen. Dit was ook de reden waarom hij naar Rome gestuurd werd. Tegenover de gehoorzaamheid van Abraham aan God om zijn zoon Izaak te offeren (Genesis 22) stond de leugen van Rachab in Jozua 2 tegen haar autoriteiten. We zullen het gehoorzamen aan de overheid wel in de juiste proporties blijven zien (Allen, 2001-b, p. 158). Tegenover de harde lijn die ik net noemde waarbij we zelfs Nazi-Duitsland tot in het uiterste zullen gehoorzamen is er een andere groep die de nuance ziet. Dat in vers 13:5 het geweten genoemd werd, zette mij aan het denken. Zo erg kan het dus niet zijn om de overheid te gehoorzamen. Of werd met het geweten bedoeld dat we alles aan God overlaten en we de overheid dus toch strikt zullen gehoorzamen? In Efeziërs 6:1 lezen we dat kinderen hun ouders zullen gehoorzamen. Maar wat als de ouders hun kinderen opdragen om een fiets te jatten. Hieraan zullen hun kinderen geen gehoor geven. Waarom zullen we dan wel aan destructieve overheidsmaatregelen gehoor geven? Geen ouder zal een ziek kind naar school sturen. Waarom zullen we wel een overheid gehoorzamen die werknemers steeds zieker maakt door de aow leeftijd te verhogen tot werknemers met de rollator naar het werk gaan? We zullen onze ouders eren, dus onze ouderen ook. Volgens hetzelfde principe zullen vrouwen zich aan hun mannen onderschikken (Efeziërs 5:22-23; 1 Korinthe 11:3). Als een man zijn vrouw slecht behandelt dan kan ze beter bij hem weggaan. Deze vlieger gaat mijns inziens ook op voor overheden of werkgevers: als ze ons structureel slecht behandelen, kunnen we ons beter terugtrekken, voor zover dit mogelijk is. Op een weblog werd gesuggereerd dat we ons wel aan de overheid zullen ‘onderwerpen’ maar haar gezag niet zullen ‘erkennen’ als zijnde door God ingesteld (Veen, 2014). Wel zullen we aardse overheden zegenen, ook als ze in uniformen met hakenkruizen rondlopen. God maakt van iedere “min”een “plus”. In Openbaring 13 lezen we dat de aardse overheden boosaardig zijn.
Op de website van HetBesteNieuws las ik dat onze moderne democratie door ene Adam Weishaupt was uitgedacht (Janse, z.d.-a). Voortaan was niet ‘de heerser de baas maar de burger’ (Janse, z.d.-a). Alsof er dingen “gespiegeld” waren. Voor het principe van onderschikken in Romeinen 13 maakte dit niet uit. We blijven onderschikt aan de aardse heersers. Paulus werd zelf in Handelingen 16 door de overheid in de bajes gesmeten. Handelingen 16 was ook het hoofdstuk waarin we de pythongeest van Atlantis tegenkwamen. De Romeinse overheid liet hem dus ook niet met rust. In Handelingen 16 lezen we hoe Atlantis gereageerd zou hebben op de komst van Paulus. Hij werd in dat geval per direct in de bajes geknikkerd.
Ook Klaas Goverts schreef over Romeinen 13. Veel studies van Klaas Goverts zijn in boekvorm uitgegeven en zo ik begrijp valt zijn commentaar op de Romeinen brief onder nummer 70 op de boekenlijst, waarschijnlijk onderverdeeld in A t/m E. Volgens de filosoof Emmanuel Levinas kon het ‘kwaad’ in de ‘staat’ incarneren (Levinas in Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E3 afkomstig van een oud Word bestand dat ik ooit ontving). Bij de staat denk ik aan de Republiek van Plato waarin ook het Atlantis verhaal opgenomen was. Merkwaardig dat Atlantis tien koningen had waar ik bij een republiek juist niet aan denk. Atlantis was blijkbaar een incarnatie van het kwaad. Levinas noemt de ‘hoogste wil’ (Levinas in Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E3). Volgens Klaas Goverts kunnen we met deze hoogste wil ‘het gevaar’ ‘voorzien’ (Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E3). Als de vertaling van Romeinen 13:1 is dat elke overheid “onder” God is dan betekent dit dat God er niet per sé achter staat (Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E20). In de Bijbel was het Naboth die in 1 Koningen 21:1-2 tegen het grootgrondbezit van koning Achab tekeer ging (Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E20). Alle grond was immers van God. We zien hier een voorbeeld waarbij het kapitalisme – en dus Atlantis – op de hak wordt genomen. Het is een sprekend voorbeeld omdat koning Atlas van Atlantis volgens Kritias 114 ook een grootgrondbezitter was. Klaas Goverts gaat zover dat we tegen de boze geesten bidden die de overheid beïnvloeden (Klaas Goverts, Romeinen studie, nr. 70E20). Deze gebeden lijken op de geestelijke verdedigingswapens in Efeziërs 6:18-19. In Efeziërs 6:1 schreef Paulus dat kinderen hun ouders zullen gehoorzamen. En als we onze ouders zullen eren dan zullen we ook voor een lagere aow leeftijd bidden.
In 1 Korinthe 7:23 schreef Paulus dat we de gelegenheid zullen aangrijpen om vrij te komen. We zullen ons niet binden aan mensen of organisaties. Vrijheid is in de ogen van Paulus niet hetzelfde als vrijblijvendheid. We zullen onze vrije tijd primair gebruiken voor het evangelie en niet voor van alles en nog wat. Het is een lichtpuntje dat Paulus niet het woord “gehoorzamen” maar “onderschikken” gebruikte. Laat staan dat Paulus ons opdroeg om de overheid eindeloos te gehoorzamen. Uit onderschikking volgt niet automatisch gehoorzaamheid. In Romeinen 13:4 lezen we dat de overheid is ingesteld om voor God het goede te doen. Dankzij de genade van God komen sommige overheden er tijdelijk mee weg als ze er een potje van maken. Matthew Trewhella schreef dat als we de staat ongegeneerd gehoorzamen ‘ongeacht’ wat de staat doet, we van de ‘staat’ een ‘God’ maken (Trewhella, 2013, p. 79). Laten we niet vergeten dat Adam en Eva uit de Tuin van Eden verbannen werden om het onderscheid tussen goed en kwaad te leren. Een overheid die het kwade bewerkt doet simpelweg niet Gods wil ook al was farao een werktuig van God. Plato beweerde ook dat het volk de overheid moest gehoorzamen (Plato, De Staat, 382, 389; De Wetten 492 geciteerd in Moerland, z.j.) maar als ik het goed begrijp was Paulus er in Romeinen 13:1-7 minder strikt in dat Plato. De vraag is vooral of we de overheid eindeloos zullen gehoorzamen? Met Matthew Trewhella denk ik van niet (Trewhella, 2013, Appendix A, passim). In Romeinen 13:1-7 lezen we inderdaad niet dat we de overheden eindeloos zullen gehoorzamen. Monica A. Stubbs schreef in haar boek Indebted Love dat Romeinen 13:1-7 een ‘rhetorische shocktherapie’ was (Stubbs, 2013, p. 121). Een dergelijke conclusie was een vorm van ‘wakker worden’ uit een ‘diepe slaap’ zoals in Romeinen 13:11 geschreven staat (Stubbs, 2013, p. 120). De mensheid kwam erachter dat ze gevangen zat in de heidense heerschappij van wereldse heersers in een ‘gesloten wereld’ waarin geen ‘uitgang’ was (Freire in Stubbs, 2013, p. 120). Dit doet ons denken aan de Grot van Plato en aan Atlantis. Maar het wakker worden heeft zeker ook betrekking op het alert blijven op de terugkeer van Jezus waarover we in Filippenzen 3:20 lezen (Harrison, 1995, p. 142). Volgens mevrouw Stubbs is Romeinen 13:1-7 eerder ‘beschrijvend’ dan ‘voorschrijvend’ van karakter (Stubbs, 2013, p. 140). Ongehoorzaamheid aan de overheid levert net als gehoorzaamheid ook de nodige dilemma’s op. Als een protestactie tegen een overheidsmaatregel werkt, bijvoorbeeld om studenten te compenseren voor een lening die ze aangingen dan ga je misschien grenzen verleggen. Het ligt voor de hand om tegen steeds meer overheidsmaatregelen te protesteren in de hoop om kleine succesjes los te peuteren. Dit was niet de bedoeling van Romeinen 13. Zelf denk ik dat we de overheid “in principe” zullen gehoorzamen. Dit strookt met het geweten dat in 13:5 genoemd werd, wat er ook mee bedoeld werd. Als een overheid “destructief” wordt zullen we mijns inziens op de rem trappen. De vraag is in hoeverre trots dan weer een rol speelt. Willen we ons niet door God laten vernederen of hebben we simpelweg geen “zin” om een bepaalde overheidsmaatregel na te volgen? Overheidsmaatregelen kunnen tot een burn-out leiden, tot je de overheid simpelweg niet meer “kunt” gehoorzamen. De overheid zullen we als onze meerdere erkennen. Betekent dit automatisch dat we eindeloos aan elke maatregel gehoor geven? Zo ja, waarom schreef Paulus dit niet letterlijk op in Romeinen 13? Sinterklaas is bijvoorbeeld onze meerdere. Dit betekent niet dat we automatisch verplicht zijn om bij hem op schoot te gaan zitten. Op grond van Romeinen 13 zullen we niet de staf in zijn reet duwen als hij “te ver” gaat. Maar we zullen hem ook niet eindeloos gehoorzamen als hij “te ver” gaat. In 1 Petrus 2:17-18 lezen we een hele andere Petrus dan in Handelingen 5:29. Tussendoor had Paulus de Romeinenbrief geschreven waar Petrus door beïnvloed was (Zender, 2019-f). In Galaten 2:7 lezen we bovendien dat Petrus niet bij het Lichaam van Christus hoorde maar bij de heiligen van Israël. Zij gaan straks op aarde regeren terwijl het Lichaam in de hemel verder gaat. 1 Petrus 2:17-18 gaat tegen alle menselijke gevoel in en kenmerkt de scheidslijn tussen een papieren God en een levende God. Everett F. Harrison schreef ook dat Paulus zijn woorden matigde door in Romeinen 13:5 de term ‘submission’ – onderschikking in plaats van ‘obey’ gehoorzamen te gebruiken (Harrison, 1995, p. 136). Niet voor niets resulteerde het Joodse verzet tegen Rome in de daarop volgende verwoesting van Jeruzalem en de ‘verstrooiing’ van de Joden over de wereld (Harrison, 1995, p. 137). Dan schrijft Everett Harrsion weer dat onderschikking aan de overheid niet hetzelfde is ‘blind’ ‘conformisme’ (Harrison, 1995, p. 138). Romeinen 13 treft de onderkant van de samenleving het hardst omdat hij het meest afhankelijk van de overheid is. Dit mag er niet toe leiden dat gelovigen in een betere positie hierbij wegkijken. Romeinen 13:1-7 vereist een radicaal andere kijk op het leven dan welke we vanuit het Humanisme gewend zijn.
Hannah Whitall Smith schreef in haar boek Is God in Everything hoe we samen met een levende God met irritante buren en lastige overheden om dienen te gaan. Alles wat op ons pad komt was immers door God gestuurd, ook de minder leuke dingen. In een mail schreef een christen-anarchist dat we voor de boze overheden zullen bidden en geen geweld tegen hen zullen gebruiken. Iemand anders schreef dat deze discussie al lang voortwoekert en er maar weinig christenen zijn die onbeperkte gehoorzaamheid aan de overheden preken. We kunnen het ook anders zien: als Paulinisch Christenen een nazi overheid moeten gehoorzamen dan zit er al iets mis. Die christenen hadden zich beter in een vroeg stadium met politiek kunnen bemoeien om vervelende keuzes in een later stadium te voorkomen. Om terug te keren naar ons thema: op Atlantis heerste ook de Pax Romana, een heidense dictatuur. Meer leesvoer: Christopher Goodman: How Superior Powers Ought to be Obeyed by Their Subjects and Wherein They May Lawfully by God’s Word be Disobeyed and Resisted; Neil Elliott, Liberating Paul; Richard Horsley, Paul and Empire, Joseph Fitzmyer, Romans. En de website: http://magdeburgconfession.com/mag/. Uiteraard schreven Martin Zender en Goedbericht ook de nodige studies over deze materie. Off topic: In Romeinen 15:24 werd Spanje al genoemd en het was Jezus zelf die Rome noemde (Handelingen 19:21; 23:11). In Romeinen 16 lezen we over de diverse oecumene in Rome in de dagen van Paulus. Deze bestond echter alleen IN Christus. Jezus spoorde zijn discipelen duidelijk aan om naar Europa te trekken.