14 juni 2018
(Eng/NL)
Atlantis as an anti-Semitic story
Atlantis was not simply “just” an island in a remote past that existed beyond Gibraltar in the ocean. Atlantis fits perfectly in the western dimension of Tzafon, which means “midnight”. It is incorrect to compare the downfall of Atlantis with the fall of Adam and Eve in the garden of Eden. This Edenic fall was designed by the God of Heaven and earth himself.
The fall of Atlantis has much more similarities with the downfall of EndTimes Babylon in Revelation 16:18 (compare with Critias 108). Babylon on the Euphrates was both the eastern and northern dimension of Tzafon. Her armies invaded Jerusalem from the north. How crazy and brilliant it was to mirror the downfall of EndTimes Babylon into a remote past and to make a contrary creation story of it. At this mythical island Atlantis it was not the God of Heaven and Earth who introduced evil to the island but Poseidon, the Greek equivalent of Dagon.
Dagon was the Philistine Deity and the second blueprint of Poseidon while the serpent in Eden was the first blueprint of Poseidon before the Flood. The Philistines from Crete (Bible: Kaftor) were the arch enemies of the Israëlites. So what was a Philistine deity doing in Plato’s story about the rise and downfall of Atlantis that resonated in every way with the downfall of EndTimes Babylon in Revelation 17-18 and with the downfall of Tyrus in Ezekiel 26-28?
The storyline of Atlantis seemed to cover the highlight of the ministry of Sint John with his book of Revelation. The storyline of Athens seemed to cover the highlight of the ministry of the apostle Paul’s speech on the Areopagus. This Areopagus was the domein of Athena in Acts 17. On this “Mars Hill” Paul faced the gods of Atlantis as he cited the Greek poet, Aratus who on his turn had written his own translation of Homer’s Odyssey. Aratus knew the story of Troy. Paul had been studying the scriptures at the feet of a rabbi named Gamaliel (Acts 22:3). He knew his classics. Paul had certainly heart of Homer’s Odyssey and the story of Troy.
If Poseidon aka Dagon was responsible for the evil that was introduced into Atlantis, then the God of Heaven and Earth was not an almighty God anymore. At best He was a bit more almighty than Poseidon. If a lesser God introduced evil in the world, then there were suddenly two competetive Gods instead of an almighty God who also created evil, war and famine (Isaiah 45:7). The downfall of Atlantis was at the same time the enthronement of the almighty God of heaven and earth of his power to create evil. Poseidon had actually won this game. As the rejection of the gospel by the Israelites had cleared the road for Paul to bring the gospel to the nations (Acts 28), it seemed that the downfall of Atlantis had also wept Israel out of Plato’s Atlantis story.
In Acts 14:12 the Greek compared Paul with Hermes and Barnabas with Zeus, the same god who had punished Atlantis. In Acts 28 the people from Malta thought Paul to be a God when he was bitten by a Poseidon like serpent. On Malta, Paul was in an Atlantis like situation from where he – coming from Crete – escaped to Sicily on a ship named Dioscures (Acts 28:11). These Dioscures were the Roman Pillars of Hercules and named Castor and Pollux.
Why did Plato come up with such a religous story that was clothed with so many symbols that we find in the book of Revelation? And more: why was the main protagonist lacking in the Atlantis story? This protagonist was of course, Israel. Was this by accident? Or was Plato’s Atlantis story a Greek variant of early anti-Semitism? Not for nothing it was the apostle Paul who was sent by the resurrected Christ to the Areopagus to be confronted with the Gods of Atlantis. A better question is: who was Plato anyway?
——————————————————————————————————————————————————————————————————————–
Atlantis als anti Semitisme
Atlantis was niet zomaar een eiland dat in een grijs verleden bestond. Atlantis past precies in de westelijke dimensie van Tzafon dat middernacht betekent. Atlantis bestond dan aan de horizon waar de zon onder gaat. Het is echter onterecht om de ondergang van Atlantis aan de Zondeval van Adam en Eva in de Tuin van Eden te koppelen. Hoewel het woord zondeval discutabel is, weet ik op dit moment geen beter woord. De struikelpartij van Adam en Eva dankzij de misleiding van de serpent was immers door God zelf in scene gezet.
De val van Atlantis in Kritias 108 vertoonde een overeenkomst met een grote knal die elders in de Bijbel genoemd wordt. In Openbaring 16:18 lezen we over een nitraatbom die Eindtijd Babylon verwoest. Babylon was zowel de noordelijke als de oostelijke dimensie van Tzafon. Haar legers vielen vanuit het noorden Jeruzalem binnen. Hoe briljant was het om Eindtijd Babylon in een grijs verleden en in de tegenovergestelde richting te projecteren. Er werd dan een contra-scheppingsverhaal van gemaakt waarin niet de God van de Bijbel maar Poseidon het kwaad in Atlantis introduceerde. Poseidon was de equivalent van de Filistijnse afgod Dagon.
De serpent die in Genesis 3 de Tuin van Eden binnen kronkelde was de eerste blauwdruk voor Poseidon. Na de vloed was Dagon een nieuwe blauwdruk voor Poseidon. Dagon was de god van de Filistijnen die de aartsvijanden van Israëlieten waren. Wat deed deze snoeshaan Dagon in Plato’s Atlantis verhaal waarin de ondergang van Atlantis in alle opzichten met de val van Eindtijd Babylon in Openbaring 17-18 resoneerde? Ook resoneerde de ondergang van Atlantis met de val van Tyrus in Ezechiël 26-28. Tyrus en Babylon waren Bijbels gezien twee handen op één buik als het om corruptie ging. Niet voor niets was Jezus in Tyrus waar Hij een demonisch bezeten meisje genas (Marcus 7:24).
Plato’s Atlantis bestaat merkwaardig genoeg uit twee verhaallijnen. De verhaallijn van Atlantis lijkt overeen te komen met het hoogtepunt van de bediening van Johannes die in zijn boek Openbaring over de val van Eindtijd Babylon schreef. De verhaallijn van Athene lijkt met het hoogtepunt van de bediening van Paulus overeen te komen. Dit hoogtepunt was zijn toespraak in Handelingen 17 op de Areopagus – de Heuvel van Mars – in Athene. Hier werd hij met de goden van Atlantis geconfronteerd waarmee de echte confrontatie tussen de wereld van de Bijbel en die van de heidenen plaatsvond. Deze Areopagus was het domein van Athena terwijl Paulus hier de Griekse dichter Aratus citeerde. Deze Aratus had zijn eigen vertaling van de Odyssee van Homeros geschreven. Aratus kende het verhaal van de Trojaanse Oorlog. Paulus was bij een rabbi die Gamaliel heette in de leer geweest (Handelingen 22:3). Paulus kende zijn klassiekers. Hij had vast en zeker van de Trojaanse Oorlog gehoord.
Als Poseidon aka Dagon verantwoordelijk was voor het kwaad dat op Atlantis geïntroduceerd was dan was de almachtige God van Hemel en Aarde van Zijn almacht beroofd. Hooguit was de God van de Bijbel nu een beetje beter dan Poseidon. Als een lagere god het kwaad in de schepping had gebracht, al was het op een eiland Atlantis, dan waren er voortaan twee rivaliserende goden. De Bijbel zegt duidelijk dat de God van Hemel en Aarde het kwaad in de schepping bracht (Jesaja 45:7). De ondergang van Atlantis was tegelijk de onttroning van de God van Hemel en Aarde. Zoals de Joden het evangelie van de opstanding en genade bleven verwerpen, zo was Israël op een gekunstelde manier buiten Plato’s Atlantis epos gehouden.
Atlantis zat Paulus op de hielen. In Handelingen 14:12 werden Paulus en Barnabas met Hermes en Zeus vergeleken. In Handelingen 28 dachten de bewoners van Malta dat Paulus een god was toen hij door een Poseidon achtige slang was gebeten maar hij niet dood neerval. Vervolgens ontsnapte hij op een schip dat Dioskuren heette (Handelingen 28:11) naar Sicilië. Deze Dioskuren waren de Romeinse Zuilen van Hercules en heetten Castor en Pollux.
Waarom kwam Plato met zo’n merkwaardig Atlantis verhaal op de proppen waarin zoveel symbolen verpakt waren die we in het boek Openbaring tegenkomen? De tempel van Poseidon was uiteraard de tempel van de antichrist die in de Eindtijd in Jeruzalem wordt opgericht (2 Thessalonicenzen 2). En waarom ontbrak uitgerekend Israël in het Atlantis verhaal? Was dit per ongeluk? Of was Plato’s Atlantis verhaal een staaltje van vroeg Grieks antisemitisme? Niet voor niets preekte Paulus op de Areopagus over de opgestane Christus terwijl Plato over de ondergang van Atlantis had geschreven.