The earthquake that hit Atlantis and the three Floods in Critias 112
Atlantis was destroyed by an earthquake as Plato wrote in Critias 108 and Timaeus 25. This same earthquake will destroy rebuilt EndTimes Babylon as we read in Revelation 16:18. For that reason: Atlantis is End Times Babylon as it was mirrored in time and geography within the Biblical concept of Tzaphon. Nowhere did Plato suggest that Atlantis was destroyed by a Flood.
There is confusion about three Floods before the Great Flood of Deucalion, mentioned in Critias 112. The confusion is even bigger as Plato connects the goddess Neith of the Nile Delta to the Goddess Athena in Timaeus 21. Was this a hint to the Exodus story? It is legitimate to expand our research outside the boundaries of Greece and to jump over to Cairo. The Sphinx is the southern dimension of Tazfon (Exodus 14:1-2). It is the high noon when the sun burns and the weather is “hot”. It was King Salomon who referred to these slavery construction works of the pyramid building under the burning sun (Ecclasiastes 4:1). If the three floods of Critias 112 indeed happened in Cairo, then who was Deucalion who seems not to be a human being at all. Who else could he be than Baal Tzafon, the sfinx? Pyrrha was in that case Neith or the Biblical Queen of Heaven, named Astarte.
Both Deucalion and Pyrrha landed after a great Flood on the Mount Parnassus. This Mountain was as the Mount Olympus an imitation of the Mount Tzafon in the north of Syria. Tzafon means: midnight, the 25th hour and the Sphinx. Tzafon was also the name of this Mount Tzafon that is currently named Jebel Aqra. It was not by accident that the apostle Paul began his gospel in this area, in the city of Antioch, present day Antakya.
Babylon sits in the middle of the desert. But from a Biblical viewpoint it is connected via the Euphrates in the middle of the sea. The whore of Babylon is Athena of Atlantis. The downfall of End Times Babylon in Revelation 17-18 is the downfall of Atlantis. This downfall was foreshadowed by the downfall of Tyrus in Ezekiel 26-28.
Plato situated Atlantis in a remote past in front of Gibraltar. He used the symbols of EndTimes Babylon in his contra-creation story. In this contra creation story, a fallen angel brought evil into creation. Christianity had adopted this gnosticism and named this fallen angel, Lucifer. But the Bible says that there never was a fallen angel named Lucifer. Satan was a murder from the beginning (John 8:44). The real Lucifer is the Morningstar who is Jesus Himself. Lucifer was an imitation of Jesus as Atlantis was an imitation of End Times Babylon. A fallen angel who created all evil robbed the almighty God of the Bible from his almight. In this gnostic concept there were suddenly two opposite powers, a God and a lesser God who introduced evil. As there were two Pillars of Hercules in front of Atlantis. The Bible says that there is only one mighty God who is also the creator of evil (Isaiah 45:7).
Poseidon of Atlantis was the Roman God Neptune. His long hair and his thick beard reminded us of Mohammed. His trident was stolen from satan. In the Bible Poseidon was named Dagon, who was the god of the Philistines. Poseidon was an imitation of the God of the Bible who was the thundergod and the God who ruled the waves in Psalm 18:7-15, Nahum 1:3-5 en Habakuk 3:8.
Few last questions: who was Plato anyway and who was Socrates, who traveled to the underworld? Were Plato and Socrates the same persons and were they human beings at all? And if this same earthquake that destroyed Atlantis, hits End Times Babylon, what then will happen to the Dutch “Afsluitdijk” or better with all dikes that protect us against the sea?
—————————————————————————————————————————————————————————————————–
Atlantis werd volgens Plato door een aardbeving geveld. Dit lezen we in Kritias 108 en Timaeus 25 (B. Jowett, vertaling 1892). In de Bijbel komen we deze aardbeving tegen in Openbaring 16:18 als het herbouwde Babylon van de Eindtijd wordt verwoest. Dit is op zich al een reden om Atlantis aan Babylon te koppelen. De verwarring ontstaat vaak door de drie overstromingen voor de vloed van Deucalion die in Kritias 112 genoemd worden aan de ondergang van Atlantis te koppelen. Te snel werd Deucalion met Noach verward, ook al omdat hij met Pyrrha op de Parnassus berg strandde. Maar als we goed lezen dan zien we dat deze overstromingen bij de tekst over Athene hoorden. In mijn boek heb ik de verhaallijnen van Athene en Atlantis in een tabel gezet. Het is dus legitiem om de overstromingen buiten Atlantis te zoeken. Omdat Plato de godin Neith met Athena vergeleek, komt Egypte in het vizier (Timaeus 21). Om precies te zijn komt de Nijldelta in het vizier.
Dan gaat er een lampje branden. Caïro was de zuidelijke dimensie van Tzafon en het vertrekpunt van de Exodus. In de Leiden Papyrus #344 werden drie overstromingen in de Nijldelta genoemd. Die vonden vast en zeker plaats tijdens de Exodus. Het leger van de Exodus trok dus via de Nijldelta uit Egypte weg en niet via de Golf van Aqaba. Zowel de drie overstromingen als de vergelijking van Athena met Neith zijn hints richting de Nijldelta en de Exodus. De bouw van de Piramiden (Migdol) en de Sfinx werden door Koning Salomo de boze werken onder de zon genoemd (Prediker 4:1). De Israelitische slaven hadden inderdaad de Migdol – Piramiden – gebouwd (Exodus 14:1-2). De Grote Piramide was de tempel voor de Sfinx, aka Baäl-Tzafon. Niet voor niets was Caïro de zuidelijke dimensie van Tzafon – namelijk het middaguur als het bloedheet is. Caïro was ook Babylon II en de stad van de Fatimiden die naar de dochter van Mohammed waren vernoemd. Caïro was ook de stad van Mars om de slag naar het Cydonia gebied op Mars te maken. Atlantis was de westelijke dimensie van Tzafon en daarmee het eiland aan de horizon.
Deucalion was geen mens maar een Titaan. Als de drie overstromingen in de Nijldelta plaatsvonden dan was Deucalion niemand anders dan Baal-Tzafon, alias de Sfinx. Pyrrha was dan de Bijbelse afgod Astarte, alias Isis of Athena dan wel Fatima. Net zoals Hephaïstaos en Athena de rol van Baal Tzafon en Astarte vervulden. Tzafon heeft in de Bijbel meer betekenissen: het noorden, middernacht, de sfinx (Exodus 14:1-2). En er is een berg Tzafon, de Jebel Aqra die in het noorden van Syrië ligt. Niet voor niets begon de bediening van Paulus in dit gebied waar ook Antiochië (Antakya) ligt. En waar thans naarmate we de Eindtijd naderen het leger van Isis tekeer gaat. Zowel de Parnassus berg als de Olympus waren imitaties van de berg Tzafon, de Jebel Aqra. In de Ugaritische Baäl en Anath cyclus bouwde Baal zijn huis op de berg Tzafon. Babylon is zowel de oostelijke als de noordelijke dimensie van Tzafon omdat het ten oosten van Jeruzalem ligt terwijl de legers via het noorden binnen vallen.
Babylon ligt middenin de woestijn maar Bijbels gezien ligt de stad verbonden via de Eufraat middenin zee (Openbaring 17). De hoer van Babylon is Athena van Atlantis. De val van Babylon komt net als die van Atlantis in één uur (Openbaring 18). De val van Tyrus in Ezekiel 26-28 was een schaduw van de val van Eindtijd Babylon.
Plato plaatste de toekomstige val van Eindtijd Babylon heel handig in een grijs verleden en voor de kust van Gibraltar in zee. Hij maakte er een contra scheppingsverhaal van waarbij koning Atlas van zijn voetstuk viel en het kwaad door een gevallen engel in de schepping kwam. Hiermee onttroonde Plato de God van de Bijbel van Zijn almacht. De God van de Bijbel maakt zelf immers het kwaad (Jesaja 45:7). In het christendom kreeg deze engel de naam Lucifer. De val van Lucifer is de val van Atlantis in een notendop. Maar de Bijbel noemt nergens een engel die van zijn voetstuk viel. Satan was een moordenaar vanaf het begin (Johannes 8:44). En in de Bijbel is notabene Jezus zelf de Morgenster. Lucifer was dus een imitatie van Jezus zoals Atlantis een imitatie van Eindtijd Babylon was.
Poseidon van Atlantis was de Romeinse afgod Neptunus. In de Bijbel was hij de Filistijnse god Dagon. De hooivork had hij van satan gejat. Afgezien van zijn visachtige onderstel had hij een dikke baard en een weelderige haardos. Net als Zeus leek hij op Mohammed. Hij was de afgod van de aardbevingen, donder en de zee en hiermee een imitatie van de Bijbelse God die op een paard over de zee rent, Psalm 18:7-15, Nahum 1:3-5 en Habakuk 3:8.
Resteren twee vragen: wie was Plato überhaupt? Waren Plato en Socrates dezelfde personage? En… als Babylon spoedig herbouwd wordt en even snel door een joekel van een aardbeving ten onder gaat (Openbaring 16:18), wat gebeurt er dan met onze Afsluitdijk? Wat gebeurt er met al onze dijken?