Atlantis in de Bijbel, een hoax van de Python Geest?
– leon elshout (1964) Almelo, NL. 27 oktober 2023
In dit schrijven pretendeer ik dat ik dankzij de Bijbel het mysterie van Plato’s Atlantis heb opgelost. Voor mijn puzzel heb ik de Concordante vertaling, www.scripture4all.org gebruikt waarin het woord eeuwig door het woord aion, aonisch of aionen vervangen is. Of eigenlijk is het andersom. In de grondtekst staat het woord aion dat door latere vertalers onterecht met eeuwig vertaald was. Een aion is een langere periode die weliswaar scherp afgebakend is met een begin en eind. Een eeuwige hel wordt alleen al door een simpele verwijzing naar de grondtekst gediskwalificeerd terwijl het woord hel ook nergens in de grondtekst staat en welbeschouwd een Engels dan wel Nederlands woord is. In Bob Evely’s boek At the End of the Ages leest u meer hierover. Ik noem ook Paige-Patrick JD Samuels, The Doctrine of the Eons, Gods Immutable Plan.
Wie had gelijk? De Bijbel of Plato die in de vierde eeuw voor christus leefde? Dit was de uitdaging van mijn onderzoek. Als ik kon vaststellen dat de Bijbel het laatste woord aangaande Atlantis had dan zou dit in de seculiere wereld misschien een dreun teweeg brengen. Alvast was één ding duidelijk. Andere Atlantis onderzoekers kenden de aionische tijden niet. Ze rekenden zomaar 10.000 jaar terug in de tijd alsof het niets was. Maar elke aion heeft in de Bijbel een eigen wereldorde. Hier zul je als onderzoeker rekening mee houden. In de eerste twee aionen was er geen ruimte voor een eiland Atlantis. Verderop meer hierover.
De Griekse filosoof Plato leefde in de vierde eeuw voor Christus. In zijn dialogen Timaios en Kritias schreef hij over het mysterieuze eiland Atlantis dat voor de kust van Spanje in zee bestond en dat 9000 jaar eerder door een aardbeving kopje onder gegaan was. Om precies te zijn lag Atlantis voorbij de Zuilen van Hercules in zee. Deze Zuilen waren de rotsen Gibraltar en de Monte Hecho die als spiegels tegenover elkaar geplaatst waren. Detail is dat de beide locaties kolonies zijn. In Kritias 114 staat dat Atlantis met de uiterste punt tegenover Gadeira lag terwijl de tweelingbroer van koning Atlas ook Gadeiros heette. Lang is gedacht dat Gadeira de voorloper van Cadiz was. Maar 9000 jaar voor Plato was er geen Cadiz, ook geen voorloper van Cadiz, net zoals er geen Athene was. Cadiz schijnt overigens dezelfde woordstam als Agadir te hebben. Veel logischer lijkt het dat Gadeira naar de stad Gadara verwijst die in Mattheüs 8:28 genoemd werd. Deze stad maakte deel uit van een Decapolis van tien steden ten oosten van het Meer van Galilea. Met die Decapolis zitten we in de buurt van de tien koningen van Atlantis. Het Meer van Galilea zelf heeft de vorm van een harp als mijns inziens ook van de Atlantis kaart van Athanasius Kircher. Atlantis gebruikte dus Bijbelse symbolen om het verhaal sluitend te maken, en dat 9000 jaar voor Plato.
Geen wonder dat de Bijbel stil is over een fysiek eiland Atlantis dat nooit letterlijk bestaan heeft. Adam werd pas 4000 jaar voor de steniging van Stefanus geschapen. Bovendien is de claim van Plato erg slordig. Was de 9000 jaar een afgerond getal en vanaf wanneer rekende Plato? Ter vergelijking, de Bijbel is zeer exact met de chronologie. De Uittocht van Israël uit Babylon was tot op de dag duizend jaar na de Exodus uit Egypte, inderdaad op Pesach. Aan Plato’s verhaal klopt meer niet. Zijn Atlantis epos bestaat uit twee verhaallijnen, die van Atlantis en van Athene die als gelijkende sheets over elkaar passen. In Timaios 22 staat dat ene Deucalion en Pyrrha met hun boot op de Parnas berg in Griekenland strandden. Allereerst hadden beiden geen menselijke maar afgodische voorouders. Ze waren nadrukkelijk dus geen mensen. Met een vergelijking met Noach en zijn Ark zullen we dus oppassen. Hij strandde duizenden kilometers verderop op Ararat. Als deze vergelijkingen al niet klopten, klopte de ligging van Atlantis in het westen dan wel?
Ook ontdekte ik dat een sleutelrol voor het mysterieuze Tarsis in Ezechiël 38:13 was weggelegd om Atlantis te identificeren. Volgens de christelijke traditie was Tarsis Gibraltar of Andalusië. Maar volgens koning Esarhaddon van Assyrië was Tarsis een groter volledig door zee omringd eiland (Elat in Thompson & Skaggs, 2013, chapter: 3.2 Philological considerations). Ezechiël 38:13 wekte inderdaad de indruk dat Tarsis een machtig eiland was. Na veel gepuzzel stelde ik vast dat Tarsis Groot-Brittannië was. Jona wilde naar Tarsis vluchten en dus naar Engeland dat in zijn tijd blijkbaar al een toevluchtsoord voor desperado’s was. Vanaf Jaffo kon hij alleen westwaarts, inderdaad richting Engeland. Dit betekende dat de Straat van Gibraltar wel degelijk bevaarbaar was in tegenstelling tot wat Plato beweerde. In Kritias 108 staat dat deze Zeestraat door de modder van een gezonken eiland Atlantis geblokkeerd was. Hoe wist Plato in dat geval bovendien van het bestaan van Amerika dat in Timaios 25 genoemd werd, het continent dat aan de overzijde van de oceaan lag?
In de eerste twee aionen, het woord dat ik eerder noemde, was er in de wereld van de voortijd – dus voor de Zondvloed – geen eiland Atlantis en ook geen Amerika of Athene. Genesis 1:10 wekte de indruk dat de aarde toen een aangesloten lap land was die door een vijandige zee omringd was. De continenten van nu zijn gevolgen van de Zondvloed. Atlantis werd geregeerd door tien koningen die overigens geen menselijke voorouders hadden maar nazaten van Poseidon waren. Dit moet ons al aan het denken zetten. Als de koningen geen mensen waren, was Atlantis dan wel een normaal eiland? Was Atlantis überhaupt een eiland? En welke vrouw had zoals Kleito in het Atlantis verhaal ooit vijf tweelingen gebaard die ook nog allen koning werden? Voor de Zondvloed waren er geen koningen. Ook de afgoden van Atlantis komen we nergens tegen. Pas na de Zondvloed komen we ze wel tegen. Poseidon was Dagon in 1 Samuel 5, Athena was Astarte in 1 Koningen 11:5 en Zeus was Baal Tsafon in Exodus 14:2. Hoe kon het dat deze afgoden 9000 jaar voor Plato een grote rol in het Atlantis verhaal speelden, waarna ze duizenden jaren afwezig waren tot ze in de dagen van Samuël en later nadrukkelijker in de tijd van Paulus weer actief waren?
Atlantis scheen een link naar de Bijbelse Exodus te hebben. In Timaios 21 noemde Plato de godin Neith (night) die de equivalent van Athena en de godin van Saïs was. Sais lag in de Nijldelta en werd later de stad van Hagar genoemd net als Jeruzalem in Galaten 4:25. Was Sais een hint naar de Stad van David? Gary M. Matheny schreef zijn boek Exodus. Volgens hem was Baal Tsafon in Exodus 14:2 de Heer van het Noorden, alias de sfinx terwijl Migdol de Grote Piramide was. De Toren van Babel die een trappiramide was, werd in Genesis 11 ook al Migdol genoemd en was een blauwdruk voor de latere piramide van Gizeh. In dat geval verliep de route van de Uittocht via de Nijldelta en niet via de Rode Zee of de Golf van Aqaba. Riet groeit niet in zout water.
Wat mij tijdens mijn onderzoek opviel was dat hoe verder ik in de Bijbel opschoof, hoe meer Atlantis karakteristieken ik tegenkwam zoals de ondergang van Tyrus in Ezekiel 27-28 maar ook het Lied van de Zee in Exodus 15. Pas Openbaring 17:1-5 zette mij aan het denken. De uitleg van Adolph Ernest Knoch hierover wierp meer licht op de zaak. Eindtijd Babylon (thans Al Hillah) ligt in de woestijn maar is via de Eufraat met de Perzische Golf verbonden en ligt theologisch beschouwd midden in alle wereldzeeën. In Openbaring 18:21 staat dat Babylon als een molensteen in zee verdwijnt. In Jeremia 51:25 werd Babylon als een berg voorgesteld. Eindtijd Babylon klonk vreselijk als Atlantis, alsof Atlantis in plaats en tijd gespiegeld was. Het lag ten oosten van Jeruzalem daar waar Atlantis in het westen lag. Babylon bestond in de Eindtijd terwijl Atlantis in een ongrijpbaar verleden bestond. Heel vreemd allemaal.
In Openbaring 13 lezen we over zeven koppen die bergen voorstellen. Babylon heeft geen bergen, maar Jeruzalem wel. In de Eindtijd is er een vreemde alliantie tussen Jeruzalem en Babylon. In Zacharia 5:7 lezen we dat de corrupte Joden vanuit Jeruzalem hun handel naar Babylon overbrengen. In de Eindtijd is Babylon dus een dependance van Jeruzalem. Met de zeven koppen werden dus de heuvels van Jeruzalem bedoeld. Nu weten we iets beter wat de centrale heuvel in Kritias 113 op Atlantis was. Dit was niets anders dan de Tempelberg in Jeruzalem. In Psalm 15:1; 24:3; 48:2; 74:2; 99:9, Jesaja 2:2-4; 25:6; Micha 4:1-4; 2 Kronieken 3:1 werd de tempel in Jeruzalem een berg genoemd. In Openbaring 21:10 werd het toekomende Jeruzalem een berg genoemd. In Jesaja 26:2 en Psalm 48:13 werd Jeruzalem een burcht genoemd. Wel is er controverse over de juiste locatie van de Tempelberg. De huidige locatie is grondgebied van het Romeinse Fort Antonia. Toen de Romeinen onder Titus in 70 na christus Jeruzalem verwoestten, lieten ze hun eigen Fort intact. De Tempel van Jupiter werd later de Rotskoepel. De echte Tempelberg was ten zuiden van het Haram Al Shariff gebied. Waarmee gezegd is dat Atlantis feitelijk de stad van David is, mits we ons niet blind staren op de 9000 jaar voor Plato die genoemd werd. Atlantis lijkt een dualistisch verhaal, herkenbaar aan de vijf tweelingkoningen, de beide Zuilen van Hercules en de twee verhaallijnen van Atlantis en Athene. Om die reden denk ik dat Atlantis een mix van Jeruzalem en Babylon is. Wat anders is de komende valse derde tempel die spoedig in Jeruzalem wordt opgericht en waarin de antichrist zijn beeld plaatst (Mattheus 24:15; 2 Thessalonica 2) dan de tempel van Poseidon die op Atlantis stond? Koning Atlas is dan de komende antichrist. Jesaja 14:12 gaat dan niet over de val van een engel Lucifer in een grijs verleden maar over de val van de komende wetteloze. Hij kon zomaar koning Atlas van Atlantis zijn. In Daniël 11:36-39 staat dat deze persoon geen begrip toont voor de god van zijn Vaders. Hieruit kunnen we opmaken dat de antichrist een Jood is. Atlantis is Bijbels gezien waarschijnlijk een islamitisch rijk in het Midden-Oosten met Jeruzalem en Babylon als symbiotische tegenpolen. Atlantis is geen eiland maar het rijk van Satan. Beseffen onderzoekers dit wel?
De vraag is nu, hoe wist Plato van al deze dingen? Een tijd lang had ik hier geen antwoord op. Het leek of Plato door de vertellingen van zijn voorganger Herodotus beïnvloed was. Herodotus schreef over Babylon, Tyrus en Saïs in Egypte. Maar waarom plaatste Plato Atlantis dan in het westen? Bovendien noemt de Bijbel een Vierde Rijk van de Eindtijd in Daniël 2:40, 7:19 en 7:23. Beide Jeruzalem en Babylon maken straks deel uit van dit verschrikkelijke rijk. In Kritias 108 staat ook dat volgens Plato Atlantis groter was dan Libië en Klein-Azië samen. Deze beschrijving correspondeert dan met de beschrijving van de Vierde Eindrijk. De tien koningen van Atlantis correspondeerden met de tien koningen van dit Vierde Eindrijk. In Daniël 2:41 werden de tien tenen aan twee voeten genoemd die op de tien koningen duidden. In Daniël 7:20 en 24 werden de tien koningen ook genoemd evenals in Openbaring 17:12-18. Dan snappen we beter wat de modder van Atlantis in Plato’s verhaal deed. Het woord “modder” werd in het arabisch met “Teen” aangeduid. Een afgeleid woord van Teen is Dzjinn, een demonisch wezen. Atlantis had niet zomaar tien koningen maar zeker ook tien demonisch bezeten koningen, net als het Vierde Eindrijk. De modder lijkt hiermee eerder op de tien demonisch bezeten koningen van Atlantis te slaan dan op letterlijke modder die Straat van Gibraltar blokkeerde. Het was overigens wel het leger van Farao dat in letterlijke modder vast kwam te zitten. Het Lied van de Zee getuigt van een andere dimensie van een overkoepelend Atlantis verhaal.
In Handelingen 16:16 lezen we over de mysterieuze Python Geest die in hetzelfde gebied actief was als waar Plato ooit leefde. Alle onderzoekers zagen de rol van Plato’s afgod Academos over het hoofd. Was deze Academos dezelfde als de Python Geest? Had dit wezen het Atlantis verhaal bij Plato ingefluisterd? Blijkbaar kon deze geest een tikje in de toekomst kijken. Hij was een prehistorische AI computer die heel snel van Eindtijd Babylon en Jeruzalem een fictief eiland Atlantis kon produceren. Er valt nog veel over te zeggen. In de wereld van de Voortijd zien we in Genesis 4 met de stad Henoch een eerste blauwdruk voor Atlantis. En eigenlijk was de serpent in Genesis 3 een blauwdruk voor Poseidon. Na de vloed was er de afgod Dagon van de Filistijnen. Zij kwamen van Kreta. Nu snappen we het Atlantis aura dat over Kreta sluiert. In Openbaring 16:18 maar ook in Soera 69:14 werd een allesverwoestende aardbeving beschreven die met de aardbeving in Kritias 108 correspondeert, opnieuw niet in een ver verleden en in het westen maar in de Eindtijd en in Jeruzalem en Babylon. Zoals gezegd, alsof dingen gespiegeld waren.
Mijn suggestie is dat Plato alleen de westelijke zonsondergangsdimensie van Atlantis noemde. Het Egyptische Dodenboek noemt in dit verband Osiris die de Heer van Het Westen was en daarmee een kloon van Poseidon was die immers de god van Atlantis was. Mijn theorie is dat Egypte het middaguur voorstelde waarbij de zon hoog aan de hemel stond toen de Israëlieten de piramiden bouwden. In Prediker 1:3 schreef koning Salomo hierover. Dan was Babylon de zonsopgangsdimensie in het oosten. Maar let op, Babylon was tevens het noorden omdat haar legers Jeruzalem vanuit het noorden binnenvielen. Ze konden immers niet door de woestijn. In Jeremia 46:10 staat dat Babylon theologisch gezien de stad van het noorden is. Atlantis volgt zo een groter schema van zonsopgang in Babylon via het middaguur in Cairo naar de horizon in het westen waar de zon onder ging. Atlantis was duidelijk een complex theologisch verhaal in plaats van een stukje vergeten geschiedenis. Hoe kon het anders dat de afgoden van Atlantis volgens Plato 9000 jaar eerder actief waren, vervolgens in de Bijbel duizenden jaren onzichtbaar bleven tot ze uitgerekend in de tijd van Paulus opdoken?
Nog een feit: De Joodse traditie kent een zogenaamd Atbach systeem dat een beetje op een online generator lijkt. In Jeremia 25 werd Babylon Sesak genoemd. De medeklinkers nummer je vanaf het einde van het Hebreeuwse alfabet. Dezelfde nummering pas je toe op het begin van het Hebreeuwse alfabet. Dan krijg je Bbl, dus Babel. Sesak is een inversie van Babel net zoals Atlantis een inversie van Eindtijd Jeruzalem en Babylon was. Als je de medeklinkers van Atlantis volgens dit principe invult krijg je de nummers 1-11-9-1-2 behorende bij TLNTS. Tel je met deze nummers vanaf het begin van het Hebreeuwse alfabet dan krijg je de letters KTB. Nu blijkt de afgod Aktab een Dedanitische afgod te zijn die de god van de schrijvers was. In het Turkse Edessa (Sanliurfa) was zij ook bekend. In Petra, Edom (Uz) werd ze Kutbay genoemd. Een islamitisch gebed heet ook zo. De link met Atlantislam is duidelijk aanwezig. In het Farsi betekent Ketab inderdaad “boek”. In de Bijbel correspondeerde Aktab met Nebo in Jesaja 46:1.
Andere dingen die ik uitzicht: Ofir was de stad Opis aan de Tigris, later Ctesiphon genoemd. Sheba was Beersheva in Zuid Israël. De koningin van Sheba was mogelijk Absaloms zuster Tamar. Parvaim in 2 Kronieken 3:6 was misschien Sipparvaim alias Sippar of een andere naam voor Ofir. Dedan was Al Ula/Khuraybah in het noordwesten van Saoedi-Arabië of net onder Jordanië.
* Mijn boek Atlantis in de Bijbel, Een Hoax van de Python Geest staat online onder roodgoudvanparvaim.nl en https://www.wattpad.com/user/roodgoud
– leon elshout (1964)
Thompson, C. M., & Skaggs, C. (2013). King Solomon’s Silver? Southern Phoenician Hacksilber Hoards and the Location of Tarshish. Internet Archaeology, 6(35), 1-2. doi:10.11141/ia.35.6